1.
Van droom naar ondernemingsplan
Het plan om naar Frankrijk te emigreren, begint voor ons met 'jeuk' tijdens vakanties in o.a. Vietnam, Cuba en Ghana, waar we mensen ontmoeten die nog nooit van 'onthaasten' gehoord hebben. Domino of tai chi in het park, “no hai!” (“vandaag niet!”) als een volwaardig Cubaans antwoord op 75 % van de menukaart... zo kan het ook! Waar zijn wij mee bezig met die 40 en 36 urige werkweek, terwijl we roepen dat tijd met elkaar het allerbelangrijkste is? Willen we dit werk tot ons (toen nog) 65 e blijven doen? Wat maakt ons echt gelukkig?
Parallel hieraan fantaseren we met onze vriendenclub dat we samen een vakantie-oord gaan beginnen. Iedereen een eigen deeltaak en daarnaast of vooral: relaxen aan het zwembad, kaarten en bbq-en. We zijn op dat moment gemiddeld 25 jaar, dus dat fantaseert lekker weg. Iets realistischer lijkt het om samen een vakantiehuis te kopen waar we ieder jaar, met onze toekomstige kroost, klussend en relaxend de zomers kunnen doorbrengen. We gaan in 2004 serieus op zoek naar informatie over zo’n gezamenlijke aankoop en op internet naar een ‘bouwval met veel mogelijkheden’. In die tijd gaan de meeste vrienden settelen, een huis kopen, hun studieschuld afbetalen. De eerste serieuze vergadering strandt dan ook op ‘wat legt iedereen in’ en ‘het verplichte aantal klusdagen per jaar’.
Chris, bouwkundig ingenieur met 'klussen' als grootste hobby, stelt dan voor om met z'n tweeën een bouwval te kopen en een vakantie-oord te beginnen. We zijn net verhuisd naar ons tweede kluspand, dus het blijft het eerste jaar bij brainstormen tijdens het klussen. We kiezen voor ‘Frankrijk’ (het Noorden, zodat we zo weer in Nederland zijn), voor ‘ouders of kinderen die minder mobiel zijn’ als primaire doelgroep (komt mijn ergotherapie achtergrond van pas) en ‘een oud station of een oude fabriek in een toeristisch heuvelachtig gebied’ (alsof die voor het oprapen liggen!) waarin we dan zo’n 10 vakantiehuizen ('gîtes') willen bouwen. Optimistisch schatten we in dat de toekomstige overwaarde van onze huidige woning al een groot deel van de kosten zal dekken..
We leren de franse ‘Funda’ kennen en bezoeken tijdens onze vakanties verschillende panden. Dan nog zonder makelaars: we vragen de plaatselijke bakker of hij weet waar het huis ligt en klimmen over het hekwerk als een pand leegstaat. We regenen twee keer weg in Noord Frankrijk en vinden het niet toeristisch genoeg, dus we zoeken het steeds zuidelijker. Met de lease auto van Chris als ons kantoor, genieten we van deze 'werkvakanties'. We visualiseren hoe we een pand gaan inrichten, halen folders over de omgeving bij het VVV kantoor, fotograferen inspirerende (speel)tuinen ... en ook op onze verre reizen (o.a. China en Canada) maken we veel aantekeningen en sfeerfoto's.
1
In augustus 2006 worden we de trotse ouders van Thije. Het versterkt ons gevoel dat we meer tijd samen willen doorbrengen. Van vrijblijvend fantaseren wordt het meer en meer “Waarom zouden we het NIET doen?”. We gaan op Franse les, onderzoeken de financiële haalbaarheid in een ondernemingsplan en verkopen ons huis, nog net 'in de goede tijd'. Eind 2008 verhuizen we naar een huurpand waar Jilke, gezond en wel, in februari 2009 geboren wordt. In die jaren groeit het besef dat we niets anders meer willen. We gaan. Iedere stap duurt langer dan verwacht, maar is er weer eentje.
Voor het schrijven van het ondernemingsplan gebruiken we een handleiding 'voor dummies'. De vragen dwingen ons tot keuzes maken: hoezo minder mobiele gasten als primaire doelgroep? Mensen gaan niet op vakantie OMDAT zij minder mobiel zijn.. je moet eerst iets te bieden hebben en dat het terrein vervolgens goed toegankelijk is, dat is een randvoorwaarde, niet een doel! Wat is ons ‘unique sellingpoint’?
Langzaam rijpt het idee om ons te richten op families met kleine kinderen: een vakantie-oord
waarbij
kinderbed,
-box,
-bad
en
–stoel
klaarstaan,
waar
de
schaduwrijke speeltuin ook leuk is voor de allerkleinsten, waar de ouders op een gezamenlijk terras babyfoon bereik hebben. Na drie maanden en veel opbouwende feedback
van
verschillende
vrienden
zijn
we
tevreden
over
ons
eerste
ondernemingsplan.
Met het plan onder de arm bezoeken we in 2008 Wim van Teeffelen van 'Ondernemen in Frankrijk'. Dit voelt als een grote stap: een plan maken en huizen zoeken kan nog als een (rare) hobby gezien worden, maar nu gaan we een per uur te betalen adviseur inhuren om met ons mee te denken. Hij vertelt dat buitenlanders in Frankrijk enkel een hypotheek krijgen op basis van een ondernemingsplan wanneer zij aantoonbare ervaring hebben als zelfstandig ondernemer, vloeiend zakelijk Frans spreken èn een aantal jaar in Frankrijk wonen. Drie eisen waaraan wij niet voldoen! Wij zullen onze eigen financiële buffer dus slechts kunnen aanvullen met een tweede huis hypotheek. Dat betekent dat we veel minder kunnen lenen dan we hebben begroot in ons ondernemingsplan. Wat een tegenvaller!
Hoewel we het ondernemingsplan eerst voor enkele weken in een la smijten, helpt juist dit plan ons om de draad weer op te pakken: het beschreven 'unique sellingpoint' (dan nog: “met kleine kinderen op vakantie met het comfort en de veiligheid van thuis”) kunnen we ook zonder ‘gîtes in een voormalig station/ fabriekspand’ bereiken: we gaan voor een oude boerderij met ingerichte safaritenten op het terrein.
We speuren internet af voor con-collega's met verhuurtenten naar onze smaak en boeken een vakantie bij Simply Canvas in de zomer van 2009. Zij zijn in hun eerste jaar al volledig volgeboekt; er is blijkbaar een markt voor ingerichte safaritenten! Deze vakantieweek brengt ons in euforische stemming. Dit willen en kunnen wij ook! Alleen nog even het juiste pand/ terrein vinden… 2
2.
Op huizenjacht in Frankrijk
Nu we weten dat we onze droom grotendeels met een tweede huis hypotheek dienen te financieren, besluiten we voor een oude boerderij te gaan. Het te kopen pand moet er uit zien als een ‘vakantiehuis’, maar dat is gelukkig een breed begrip.
Het zoeken van een geschikte locatie begint op Internet. De ‘plus d’information’ wordt aangeklikt bij interessante panden en een standaard briefje dat we in het Nederlands, Frans en Engels hebben vertaald, versturen we naar tientallen makelaars. “Dit zijn we, dit zoeken we, voldoet dit pand aan onze eisen? Andere suggesties zijn welkom!” Omdat je in Frankrijk een pand ook zonder makelaar mag bezoeken en kopen, staan er doorgaans weinig overzichtsfoto’s bij een advertentie. Op de vraag hoe de gebouwen ten opzichte van elkaar, de weg en de buren gelegen zijn, sturen de meeste makelaars een ‘plan de cadastre’ op. Voor Chris is het dan de sport om het terrein te vinden op Google Earth en de omgeving te scannen op kippenfarms, vuilnisbelten, spoor- en snelwegen. Hoogstens 1 op de 10 informatie verzoeken mondt uit in een bezichtiging (en dan nog vaak van een ander pand!).
Eenmaal in de Dordogne stappen we bij onbekende of niet reagerende makelaars met een grote glimlach en ons standaard briefje naar binnen, wat vaak diezelfde dag nog een bezichtiging oplevert. Zonder de kinderen ergens gaan kijken is het meest efficiënt; dan lopen we brainstormend en herindelend door woonhuis en schuren. Bezichtigingen met de kinderen erbij zijn ook leuk: Chris stelt de technische vragen aan de makelaar, ik ga met Thije en Jilke ‘op speurtocht’ naar aai-dieren, kruip door sluip door gangetjes en onbekende voorwerpen op zolders. Op die manier onderzoek ik of het terrein en het pand in potentie aanvoelen als ‘vakantie’ èn ‘thuis’.
’s Avonds gaat de laptop aan en wordt er eerst een bijnaam verzonnen voor het pand. Namen als ‘Paard op de weg’ (boerderij aan doodlopende weg waar we uit moesten stappen om een paard weg te duwen) en ‘Eigen vallei’ (boerderij met aan alle kanten heuvels) helpen ons om ook maanden later een pand weer snel te visualiseren. Vervolgens wordt er een tabel ingevuld die weinig aan het toeval overlaat: 30 eisen en wensen staan vermeld, zoals toeristische plaats op minder dan 15 km, minimaal 1,5 Ha afwisselend terrein, minimaal 300 m2 aan bijgebouwen, geen nabije buren, goede fundamenten/buitenmuren en de financiële haalbaarheid. Deze items krijgen ieder een -, + of ++. Ook subjectieve punten zoals ‘hoe voelt dit pand aan in de winter, zonder gasten’ en ‘wat is de toekomst qua uitbreidingsmogelijkheden en verkoopbaarheid' komen aan bod. Slechts enkele panden overleven een dergelijke analyse en worden voor een tweede maal bezocht. Bij de meeste panden wordt de makelaar via de mail uitvoerig bedankt voor de bezichtiging met opgaaf van onze plus- en minpunten en de vraag ‘ons op de hoogte te houden wanneer een nog beter pand beschikbaar komt’. Dit werkt goed in de praktijk. We ontvangen wekelijks ‘tips’ voor nieuwe panden. En na een paar avonden tevergeefs zoeken, kan dat net weer de benodigde energie geven. 1
3.
Die van Chris en die van Loes
Via de Franse Funda en ons opgebouwde netwerk van makelaars selecteren we vanaf 2008 zo'n drie à vier keer per jaar minimaal drie panden die we willen bezichtigen in Midden en Zuid Frankrijk. Het eisenpakket wordt steeds gerichter, het zoekgebied steeds kleiner. Ieder pand krijgt een makkelijk te onthouden bijnaam op basis van een karakteristieke eigenschap of gebeurtenis tijdens de bezichtiging.
In de zomer van 2009 bezoeken we met Engelse makelaar Denise verschillende panden rond Eymet, wat net ten Zuid-Westen van de Dordogne ligt. Zij vertelt ons dat er in oktober een ‘potentiële camping’ te koop komt. Het grondwerk is al gebeurd (sceptic tank, camper-proof wegen, prachtig zwembad), de vergunningen voor ‘camping commercial’ zijn over te nemen en van de vraagprijs kan waarschijnlijk 100.000 euro af, aangezien de eigenaren snel willen remigreren naar Engeland. We worden enthousiast over het vooruitzicht om in 2010 al te kunnen openen en komen graag terug voor deze potentiële buitenkans, die als bijnaam 'de camping' krijgt.
Natuurlijk plannen we nog andere bezichtigingen, o.a. bij La Mauratie, het pand dat we uiteindelijk gekocht hebben. Deze boerderij in Jayac is voor mij een ‘coup de coeur’ (liefde op het eerste gezicht). Ik visualiseer de tientallen luikjes van de natuurstenen schuren al in het lavendelblauw, het uitzicht is prachtig en onze bijnaam ‘de Balzaal’ verwijst naar een statige, aan één kant volledig open schuur, waarin een traktor rondjes kan draaien. Het eerste contact met de 3 broers die hun ouderlijk huis nog iedere week bezoeken en onderhouden verloopt in een onverstaanbaar binnensmonds dialect aangevuld met handen en voeten. Dat het huis al tientallen jaren leegstaat blijkt o.a. uit het (niet) aanwezige sanitair: de spoelbak in de keuken is de badkamer; de WC is een hokje van 1 m2 in de tuin! Maar, er ligt geen dakpan scheef! Het is duidelijk dat de broers hun verantwoordelijkheid voor het pand zeer serieus nemen.
‘De camping’ in Lalandusse, bezoeken we de volgende dag. Op een terrein van 5 Ha is één schuur half ingestort en moet het dak van de andere schuur ook
vervangen
worden. Het al ingedeelde terrein is overwoekerd en het badgebouw bestaat uit een fundering en 8 betonnen muurtjes. Het huis is niet onaardig maar net als de gîte ‘waar we zo in kunnen’ zeer onpraktisch ingedeeld en helemaal volgestapeld met (tweedehands) horecaspullen. Bij de analyse van ‘de camping’ en ‘de Balzaal’ bereiken we al snel de conclusie dat die laatste veruit de beste optie tot nu toe is, voor een kleinschalige camping. Maar… is het niet verstandiger om voor een commerciële camping te gaan? Meer inkomsten, ook buiten de zomermaanden. Stel dat we de tweede schuur van ‘de Camping’ opknappen tot woonhuis, en het huidige huis verbouwen tot 2 gîtes? Chris vindt vooral de vrije ligging en het grote grondoppervlak pluspunten. Op Google Earth lijken de buren van ‘de Balzaal’ (op 1,7 in plaats van 5 Ha) ineens erg dichtbij te wonen. Ik laat me overhalen om beide opties verder te onderzoeken, dat is ook onderhandelingstechnisch niet verkeerd. 1
In de kerstvakantie 2009 gaan we met mijn ouders en onze kinderen op vakantie naar de Dordogne. Er ligt een dikke laag sneeuw en in de natuurstenen gîte waar we logeren, hebben de elektrische kachels 3 dagen nodig om de temperatuur enigszins behaaglijk te maken. De sfeer is dan al niet meer te redden: mijn ouders zijn zich rot geschrokken van ‘de Camping’ (in beide schuren en het badgebouw ligt een halve meter sneeuw!) en Chris en ik hebben een gesprek gehad met de in te huren architecten waaruit blijkt dat wij hen vanwege de status ‘camping commercial’ nodig hebben voor iedere minimale aanpassing aan huis en schuren. Naast de kosten die dat met zich meebrengt, hebben de architecten gebrainstormd over hun in plaats van onze ideale camping: in de ingestorte schuur stellen zij een ommuurde parkeerplaats voor, in de schuur die deels ons huis gaat worden komt ‘een snackbar naast de receptie’. Maar wij willen een speelschuur en table d’hôtes! Ons budget is lang niet toereikend voor al deze plannen!
We liggen verkleumd in bed te piekeren en dat de kids en mijn ouders het niet erg naar hun zin hebben, helpt ook niet mee. Hoe hebben we ons zo kunnen laten meeslepen door deze zogenaamde ‘buitenkans’? Mijn broer had al gewaarschuwd: “Stick to the plan! Bouw je eigen kleinschalige camping, ga niet de mislukte droom van iemand anders afmaken!” Hoe meer argumenten we bedenken om ‘de Camping‘ af te schrijven, hoe dommer we ons voelen. We hebben zelfs al een bod uitgebracht half december, maar tot onze opluchting is dat niet geaccepteerd. Chris twijfelt even of het überhaupt wel haalbaar is, met ons huidige budget, onze beperkte ervaring, ons dunne ondernemingsplan… Gelukkig hebben we aansluitend nog een week vakantie, met steunende, optimistische vrienden. Die vatten het nuchter samen met “die Camping van Chris da’s niks geworden, nu gaan ze voor de Balzaal van Loes”.
2
4.
Onderhandelen en liefdesverdriet
In oktober 2009 hebben we La Mauratie (bijnaam: de Balzaal, vanwege de prachtige open schuur) voor het eerst bezocht. Dit was voor mij een 'Coup de coeur' en na een koude en kille kerstvakantie is 'de camping van Chris' als concurrent afgevallen.
Begin februari bezoeken we La Mauratie nogmaals met z’n tweeën en in maart met de kinderen en de ouders van Chris. Het uitzicht is in het voorjaar nog mooier dan afgelopen oktober en de eigenaren hebben flink opgeruimd. Zoals afgesproken in gebarentaal en aanvullend gemompel in februari hebben ze alles van hout laten staan: kasten, wijnvaten, paardenwagens en honderden meters ‘sloophout’ die we kunnen gebruiken voor meubels, boomhutten en omheiningen. Een autowrak, olievaten en grote stapels vodden zijn naar de sloop gebracht of opgestookt.
Het goede gevoel
wordt sterker en sterker: de open schuur is ideaal voor eten en spelen, de varkensstal op de schuine helling gaan we afbreken om in de natuurstenen fundamenten het zwembad te bouwen, in de varkensstal achter de open schuur komen de badkamers voor de tenten. Terug in Nederland maken we een globale begroting voor het grondwerk, zwembad, huis, 3 gîtes en 10 safaritenten en we doen een bod, zo’n 60.000 euro onder de vraagprijs. Onder voorbehoud van de benodigde vergunningen.
Ons eerste bod wordt niet serieus genomen. Ons tweede bod is niet veel hoger, maar we zien af van de notenboomgaard aan de rand van het terrein. Hierop volgt een tegenbod zonder dit stuk grond, zo’n 40.000 euro onder de vraagprijs, met de waarschuwing ‘dat de lente nieuwe bezichtigingen zal brengen’. Ik krijg daar de zenuwen van, maar Chris is vanuit zijn werk gewend om te onderhandelen en hij stelt strategisch: “Dit blijft ons bod, mochten de bezichtigingen op niets uit lopen kunt u contact met ons opnemen”. Enkele weken later komt de makelaar er bij ons op terug: hij ziet af van een deel van zijn provisie en heeft de eigenaren nog 5.000 euro richting ons bod kunnen bewegen. We besluiten er voor te gaan. We lezen de mail 3 keer over en drukken samen op de ‘verzendknop’.
Half april 2010 vliegen we op vrijdagochtend naar Bergerac waar we een auto huren en naar La Mauratie rijden. We krijgen die ochtend de sleutel van onze makelaar en hoeven die op maandagmiddag om 13.00 uur pas weer in te leveren. Dan hebben we een afspraak bij de notaris in Salignac, om de Compromis de Vente (het voorlopige koopcontract) te tekenen! Om 19.00 uur 's avonds zullen we weer terugvliegen, zodat het ons maar 2 vrije dagen kost. We willen niet dat het opvalt op het werk en oppas regelen voor 4 dagen is ook méér dan genoeg. De kinderen zelf vinden het gelukkig heerlijk bij de opa’s en oma’s: “Gaan jullie maar samen naar die lege schuur kijken, hoor” zegt Thije.
1
Makelaar Jean Philip (JP) heeft ons de afgelopen maanden al met veel dingen geholpen, zoals de keuze voor een architect en ondernemers voor huis, sceptic tank en zwembad. Meestal is JP bij een kennismaking aanwezig om indien nodig als tolk op te treden. Zo ook tijdens het eerste bezoek aan de burgemeester die ons verzekert dat de bouw- , camping- en drankvergunningen geen probleem zullen zijn in Jayac. Jayac bestaat uit zo’n 270 inwoners, met een gemiddelde leeftijd van 73, dus we zijn van harte welkom! De burgemeester en zijn kantoor in de plaatselijke basisschool maken een franse, lees: rommelige, indruk. Op dat moment vinden we dat wel charmant… Hij laat ons op een eigen kadastrale kaart zien dat er geen mestrechten op de grond rond ons huis rusten en dat is heel belangrijk: bouwvergunningen worden in agrarisch gebied niet afgegeven buiten deze ‘mestvrije cirkels’.
In Nederland zijn we bij een adviseur voor Franse hypotheken langs geweest, die voor ons een tweede huis hypotheek gaat regelen op basis van onze huidige banen. Dat wij die banen kort na het verkrijgen van de hypotheek zullen gaan opzeggen, dat interesseert de bank niet, zo lang we de aflossing maar op tijd betalen. Om La Mauratie nu wel als vakantie woning te presenteren, zorgen we dat op de gevraagde foto's de varkensschuren net even buiten het beeld vallen. En op de offertes van de aannemers 'ontbreekt' de sceptic tank voor 15 families.
Het ondernemingsplan wordt ge update (‘open in het voorjaar van 2011!’) en een goede vriendin schrijft in het kader van haar studie een heus marketingplan voor ons. Na het lezen van haar plan, waarin ‘op vakantie de onderlinge band versterken door samen te spelen’ veel aandacht krijgt, schiet ons de naam ‘Place de la Famille’ binnen voor onze onderneming: een plek (letterlijk: plein) waar families zich ontspannen, elkaar ontmoeten en avonturen beleven. Dit laatste zal later worden vertaald naar ‘ontdekken’.
Met al deze ‘bagage’ in ons hoofd voelen we ons het hele weekend al thuis op La Mauratie. We picknicken in de zon, meten alle ruimtes nog eens op de centimeter nauwkeurig op en ‘plaatsen’ al tussenwanden en tenten. JP brengt het technisch rapport langs wat ons bevestigt dat fundering, muren en daken inderdaad goed zijn. Tijdens een wandeling vanaf het terrein blijkt het in en achter het bos nog veel mooier dan we hadden verwacht. Op zondagavond klinken we op een terras alvast op de aankoop: “Wowh, we gaan het ècht doen!”
Op maandagmorgen is het koud. We hebben om 9.00 uur een afspraak op La Mauratie met de burgemeester en een vertegenwoordiger van de provincie. Zij zullen samen onze camping-vergunning beoordelen, die wij pas kunnen aanvragen wanneer wij officieel eigenaar zijn. Dat kan dus geen ontbindende voorwaarde zijn in het voorlopige koopcontract (de bouwvergunning bijvoorbeeld wel), maar we vinden een mondelinge toezegging van beide ambtenaren in elkaars aanwezigheid, voldoende ‘garantie’ dat e.e.a. zal gaan lukken. Vandaar deze afspraak op de dag van de ondertekening. 2
Aansluitend hebben we een afspraak met de architecten en aannemers (hun offertes hebben we nodig voor de hypotheek) maar als die om 10.00 uur aankomen, is de ambtenaar van de provincie nog niet gearriveerd. Na een telefoontje van de burgemeester komt zij om 11.00 met duidelijke tegenzin voorrijden. Met z’n tienen staan we buiten in de koude wind (Chris en ik, de burgemeester, makelaar JP, twee architecten, twee aannemers, 2 eigenaren) en dan hoor ik haar zeggen in het Frans “Het gaat niet door, … niet mogelijk, … niets aan te doen”.
Even denk ik dat ze een grap maakt, maar daarvoor blijft het te lang stil na deze opmerking. Het is werkelijk een halve minuut stil. Dan vertaalt JP dat op de kadastrale kaart van de provincie geen mestvrije cirkel meer staat rond La Mauratie. De buren hebben ooit bemestingsrechten gevraagd en verkregen op land dat binnen deze cirkel ligt, en daarom mag er op La Mauratie niet verbouwd of zelfs gewoond worden. Wat?? Dat hadden die buren nooit mogen aanvragen, maar omdat het leegstaande Mauratie toen geen bezwaar gemaakt heeft, is de mestvrije cirkel van de provinciale kaart verwijderd. “U kunt de notaris maar beter afbellen”. Tien minuten later staan we met alleen JP, de burgemeester en de eigenaren lamgeslagen voor het huis. Voor iedere mogelijke oplossing die we bedenken, hebben we de buren nodig, waarmee de eigenaren ‘geen contact hebben’. We besluiten dat JP en één van de broers hen zullen benaderen, maar JP waarschuwt ons dat het aanvechten via het franse rechtssysteem, jaren kan duren.
Daar staan we dan. Het is 12.00 uur en we moeten 4 uur overbruggen tot we kunnen inchecken. De eerste uren verkeren we in ‘ontkenning’. We gaan maar wat eten en cadeautjes kopen voor Thije en Jilke, puur om ons af te leiden van dit verschrikkelijke nieuws. Onze boosheid richt zich op de burgemeester, met zijn niet kloppende kaart. Hij had ons weken geleden beloofd om bij de provincie langs te gaan en dan komt dit feit vanmorgen pas boven tafel? Het verdriet dat volgt kan ik niet beter beschrijven dan ‘liefdesverdriet’. Jij denkt dat hij de ware is, en dan blijkt dat je weer opnieuw op zoek moet, weer dat aftasten of de intenties (in dit geval ‘de vergunningen’) kloppen. En zoals iemand na een breuk 'nooit meer' wil daten, wil ik nu ook nooit meer huizen bekijken. Ik kap er mee! Ik val in één maand 5 kilo af en hoor die hele maand “wat zie jij er slecht / moe uit?”. Wel handig dat op mijn werk alleen mijn baas en mijn carpoolers het weten. Want ik wil het er helemaal niet over hebben.
3
5. Terug in het zadel
Half april 2010 is na maandenlange voorbereidingen het ondertekenen van het voorlopig koopcontract voor la Mauratie op de dag zelf afgeblazen vanwege een ontbrekende mestvrije cirkel op de provinciale kaart. De teleurstelling is zo groot dat ik overweeg om te stoppen met de emigratie plannen.
We hebben in mei een weekje vrij gepland met de kinderen. Ik stel voor om een lastminute vliegvakantie te boeken, om even afstand te nemen. Maar Chris stelt: “Als we nu niet naar de Dordogne gaan, dan laten we het hele plan uit onze handen glippen. We weten nu precies wat we zoeken, ik zal alle makelaars langslopen wat er aan nieuwe panden is bijgekomen. Het enige wat jij hoeft te doen is meegaan. Als we nu stoppen, blijft deze kater nog jaren hangen”. Goed. Mee eens. We gaan. Weer. Er staat een pand te koop waarbij we ooit nèt te laat waren voor een bezichtiging, maar de kopers van toen hebben de financiering niet rond gekregen, dus wij zijn nu alsnog van harte welkom op de laatste dag van onze mei-vakantie.
De snel geselecteerde panden die we bezoeken die week vallen allemaal tegen in vergelijking met La Mauratie. De laatste dag rijden we dan ook met lage verwachtingen naar het pand dat terug in de verkoop is gekomen. Het niet erg authentieke maar wel sfeervolle huis ligt prachtig aan het eind van een lange oprijlaan en er zijn mogelijkheden om van de huidige recreatieruimte een loft-woning te maken. De makelaar vertelt dat er die week al een bod is gedaan en afgewezen op het pand. We moeten dus snel beslissen of we ook een bod uit willen brengen en er is weinig onderhandelingsruimte. ’s Nachts naar huis rijdend praten we er uren over. Het pand (bijnaam ‘de Loft’) steekt deze week met kop en schouders boven de rest uit. Het technisch rapport en de vergunningaanvragen zijn rond. We weten precies wat we kunnen uitgeven. De verbouwingen zijn zelf te doen. Wat hebben we nog nodig om een besluit te kunnen nemen? Thuisgekomen loggen we in en doen een bod. We gaan er voor. Het is misschien geen 9 zoals La Mauratie, maar wel een 7 en een half.
Een kleine week later, op vrijdagavond, hebben we nog geen reactie op ons bod op ‘de Loft’. We ontvangen wel een mail van JP: “Dear Chris and Loes, the problems have been solved. Do you still want to buy La Mauratie?” Wat?? We zijn weer even sprakeloos als half april. En we roepen niet meteen “Ja, natuurlijk!”, daarvoor was het liefdesverdriet te groot. Eerst garanties: wat is er geregeld? Hebben we nu een boze buur of is het in goed overleg gegaan? Staat het op papier? Onze ex moet op z’n knieën als ie ons terug wil!
We mailen die avond naar ‘de Loft’ met de vraag of ons bod geaccepteerd is en besluiten na een uitgebreide vergelijking tussen beide panden dat La Mauratie onze eerste keus is gebleven. Op zaterdag horen we dat ‘de Loft’ in zee gaat met de andere koper. Dat maakt ons niks meer uit: het is weer aan met La Mauratie ! 1
6.
Voorlopig koopcontract en enthousiaste reacties
Eind mei 2010 horen we dat we la Mauratie alsnog kunnen kopen. De mestvrije cirkel zal teruggeplaatst worden op de provinciale kadastrale kaart. De buren zullen hun mest gaan uitrijden op een ander stuk land van de huidige eigenaren.
We hadden onze zomervakantie in de Dordogne al gepland vanaf half augustus, maar zo lang willen we niet wachten met de Compromis de Vente: begin juli rijden Chris en ik ‘op en neer’ om te tekenen. Het is een officiëel gebeuren met de notaris achter een groot eikenhout bureau, één verkopende broer en één dochter met ons op de eerste rij stoelen en de twee andere broers en makelaar JP op de tweede rij. De makelaar neemt zin voor zin van de tientallen pagina’s met ons door. Omdat Wim van Teeffelen, onze ‘Frankrijkadviseur’ dat al voor en met ons gedaan heeft, kunnen we de notaris, die duidelijk articuleert, goed volgen. Ook het technisch rapport komt aan de beurt. We zetten beiden op iedere pagina, dus 60 keer, een paraaf voor akkoord!
Het voorlopig koopcontract is in Frankrijk een zeer belangrijk stuk: als de ontbindende voorwaarden zijn opgelost of gerealiseerd, is het huis van ons. Het ondertekenen van de ‘Acte authentique’ is dan vergelijkbaar met de ‘sleuteloverdracht’ in Nederland. De opmerkingen die Wim ons heeft meegegeven, worden ter plekke aangepast door de secretaresse
van de
notaris. Tijdens zo’n ‘pauzemoment’ roept
één van de
hardhorende broers tegen mij: “Mevrouw, er liggen nog goede lakens in de kast! Nog in het plastic! Hebben of opstoken?” Het is een serieuze èn gemoedelijke bijeenkomst. De dochter heeft dik-bestempelde papieren van de provincie bij zich om aan te tonen hoe de mestrechten zijn overgedragen, maar de notaris heeft vooraf al aangegeven dat hij er op staat dat we wachten met de Acte Authentique tot de aanpassingen op de provinciale kaart zijn doorgevoerd. Aangezien dat uiterlijk op 1 januari 2011 gaat gebeuren, wordt half januari een datum geprikt voor de officiële overdracht.
Dat komt ons goed uit: we kunnen al beginnen met vergunningen aanvragen (sturen we de dik-bestempelde papieren mee) maar hoeven nog geen dubbele maandlasten te betalen. De nieuwe planning is: open in juni 2012. Chris zal werken tot de zomer van 2011 en als eerste emigreren, om het huis bewoonbaar te maken. De kinderen en ik volgen met kerst 2011. Dat betekent 14 weken een LAT relatie, maar zo'n zelfde periode in een camper wonen met 2 kinderen op een bouwterrein, dat is ook geen optie. Bovendien loopt mijn salaris zo nog door tot eind december en die inkomsten zijn natuurlijk zeer welkom.
Eind juli 2010 trouwen we, slechts aangekondigd bij en in aanwezigheid van de naaste familie. Het is voor ons vooral een formaliteit, belangrijk vanwege het Franse erfrecht en belastingstelsel. Maar met onze broer en zus als getuigen, zoals wij dat eerder bij hen waren, een persoonlijk dankwoordje met een verwijzing naar Frankrijk voor alle aanwezigen en een zonnige lunch wordt het een hele mooie ochtend. 1
Een week later vertrekken we met mijn ouders, broer Joost en schoonzus Sze naar de Dordogne, waar we toch wel een beetje zenuwachtig La Mauratie laten zien. Drie paar vrienden gooien die maand hun vakantieroute om om ook een blik te werpen op ons domein en bij ieder bezoek brainstormen we over de inrichting van de gebouwen en het terrein. Zo ontstaat het idee om Place de la Famille daadwerkelijk een Frans dorpsplein te geven voor de open schuur, door daar een stuk grond te omzomen met platanen.
De enthousiaste reacties op de locatie, de gebouwen, het uitzicht en de omgeving doen ons goed. We sluiten de stap 'huizenjacht' af en gaan ons volledig richten op de ontbindende voorwaarden in de compromis de vente: de bouwvergunningen en hypotheek. In alle opzichten een heerlijke zomer!
2
7.
Ontwerpen en bezuinigen
Na het tekenen van de Compromis de Vente begin juli 2010 is het nu zaak om de ontbindende voorwaarden (hypotheek en bouwvergunningen) voor La Mauratie rond te krijgen.
Voor de bouwvergunning hebben we door een architect goedgekeurde tekeningen nodig. We vragen makelaar JP of hij een architect kent waarbij Chris als bouwkundig ingenieur zelf de tekeningen mag aanleveren. Naast een kostenbesparing geeft dat ons ook de regie in eigen hand: de architect volgt onze tekeningen, niet zijn eigen ideeën. Toch schrikken we nog van de eerste offerte, maar door een goede onderhandeling en een voorbeeld tekening van Chris stemt de architect in met een redelijke vergoeding tegenover minimale werkzaamheden. Wij hebben zijn kennis van de Franse wetgeving en de Franse volkssport 'door de mazen van de wet zwemmen' nodig: hoe kunnen we onder de streng gereguleerde status van ‘camping commercial’ uitblijven en toch meer dan 6 tenten (= een minicamping ‘à la ferme’ waarbij nauwelijks eisen gesteld worden) plaatsen? Anderzijds willen we niet als naïeve buitenlanders worden afgezet. Zo vraagt de architect in zijn 1e offerte 350 euro voor ‘afstemming met de burgemeester’. Met hem op de mestcirkel-kaart kijken hadden wij zelf al gedaan en achteraf gezien bleek die kaart niet actueel. “Dat kunnen we dus wel wegstrepen” zegt Chris dan zakelijk. Zo, weer 350 euro bezuinigd.
Chris is enkele maanden bezig met de Autocad tekeningen in de avonduren; de natuurstenen gevels en 19e eeuwse dakraampjes zijn verre van standaard. Op de begane grond van het woonhuis zijn nu 3 kleine slaapkamers, een gang, een keuken en een smidse. Dat wordt 1 grote woonkamer met open keuken (onze gewenste ‘loft’!) en een doorgang naar de smidse die wordt verbouwd tot bijkeuken, garderobe en toilet. Boven op zolder, nu één grote opslagruimte, komen 3 slaapkamers, een badkamer en 5 extra dakramen.
De gîtes in de schuur vragen meer denkwerk: in één lange muur zitten geen ramen, dus het licht moet vanaf het terras of vanuit het dak naar binnen komen. Vanwege de L-vorm overlappen de terrassen van gîte 1 en 2 elkaar… en wat te doen met de verdiepingsvloer op 1.80 meter in de 3e gîte? Leuk dat de architecten mee brainstormen en wat voorbeelden kunnen laten zien van vergelijkbare panden. Door verschillende offertes voor de verbouwingen aan te vragen en regel voor regel door te spitten en te vergelijken, besparen we op papier al veel geld.
1
In de praktijk proberen we de uitgaven in de hand te houden door in te kopen op Marktplaats, via dagaanbiedingen of bij een magazijn uitverkoop. Dit aan de hand van een boodschappenlijst en budget per kostenpost, door Chris in spreadsheets bijgehouden zoals hij dat als projectorganisator bij BAM Grote Projecten gewend is. “Nog een skelter? Dan blijft er voor 'buiten speelgoed' nog 400 euro over, wil je dat?” Ook inhoudelijk heeft hij een belangrijke stem. Ik ben vaak geneigd om 'krijgertjes' of aanbiedingen positief te beoordelen: “Echt uniek zo'n krukje, met een likje verf en nieuwe bekleding wordt het prachtig!”. Chris bewaakt de dunne lijn tussen 'design' en 'ouwe meuk'. En roept terecht “daar heb je de eerste jaren geen tijd voor!”.
We verkopen onze zolder eerst leeg (oude meubels, baby uitzet) en kopen en krijgen 'em dan weer overvol. Pakken de verhuiswagen zelf in en uit met vrienden en trekken de maanden dat Chris in Frankrijk het huis bewoonbaar gaat maken bij zijn ouders in. De hulp van familie en vrienden als o.a. verhuizers, klussers, logo ontwerpers, fotografen en websitebouwers is niet alleen de grootste bezuiniging die we ons kunnen wensen, maar ook telkens weer een motiverende en schijnbaar onuitputtelijke inspiratiebron. Met hun opbouwende feedback helpen zij ons om prioriteiten te stellen en deadlines te halen.
2
8. Weet jij het al? Ik vertrek!
In 2005 brainstormen we voor het eerst over een emigratie naar Frankrijk, in januari 2011 ondertekenen we pas het definitieve koopcontract van La Mauratie. Hoe en wanneer vertel je dat je (misschien) gaat emigreren?
We willen het de ouders enerzijds pas vertellen als we bijna zeker weten dat we gaan, anderzijds willen we hen graag betrekken en de tijd geven om aan het idee te wennen. Dan doet zich de gelegenheid voor: mijn ouders willen ons in 2008 een aanzienlijk geldbedrag geven omdat zij hun huis verkocht hebben. Ik vind dat zij vooraf moeten weten dat wij dat geld misschien gaan gebruiken om van hen weg te verhuizen. Mijn ouders reageren laconiek: “Jullie moeten zelf weten wat je met dat geld doet. En emigreren? Daar denkt iedereen wel eens over na, maar bijna niemand doet het. Jullie hebben allebei een vaste baan!” Ook in de maanden daarna wordt het onderwerp door hen als een ‘tijdelijke bevlieging’ genegeerd. De ouders van Chris reageren vooral verbaasd, en willen vervolgens alles weten. Als mijn ouders er ook niet meer omheen kunnen, ervaren we van beide stellen veel steun: van stekjes voor de buxushaag en vaker oppassen tot het meedenken hoe we de verhuizing het best kunnen aanpakken.
Op het werk vinden we het niet professioneel of praktisch om onze droom te etaleren. Het zou onnodig veel energie kosten om iedereen op de hoogte houden en om te laten zien dat het werk er niet onder lijdt. Ik zou als leidinggevende veel vragen krijgen “hoe
lang
ben
je
dat
dan
nog?”
en
Chris
zou
als
projectorganisator
bij
bezuinigingsrondes moeten vrezen voor zijn baan. We besluiten om niets te zeggen tot we een pand hebben gekocht. Tot februari 2011 weten ze op onze werkplekken dus nog
niets
van
onze
emigratieplannen,
met
uitzondering
van
mijn
directe
leidinggevende en een handjevol collega's met wie ik ook buiten het werk bevriend ben en carpool.
Toch hoef ik nooit te liegen: zo’n rigoureus plan raden mensen niet bij een ‘halve waarheid’. Zo koppel ik het volgen van lessen Frans en onze vele vakanties in Frankrijk aan elkaar: we willen er een praatje kunnen maken en nu we op les zitten moeten we er natuurlijk wel gaan oefenen. Verre reizen, onze vorige passie, daar zijn Thije en Jilke nog te klein voor. En de verhuizing van ons prachtig opgeknapte jaren 30 huis naar een huurhuis? Desgevraagd vertel ik dat we vanuit dit huurhuis op zoek gaan naar
het
volgende kluspand. “Iets heel
bijzonders, ten zuiden van Utrecht,
bijvoorbeeld een oude kerk of een oude boerderij. Het huis is al verkocht zodat we weten wat ons budget is en snel kunnen reageren. Waarom het zo lang duurt? Het pand moet wel helemaal goed zijn hè, als je er je vaste baan voor op geeft…”. Zo wordt het in 2009 stapje voor stapje ‘echter’. Want het zou wel gezichtsverlies zijn om nu nog op te geven. Terwijl we nog net zo min een geschikt pand gevonden hebben als in 2006!
1
Jilke, geboren in 2009, krijgt van onze plannen natuurlijk nog weinig mee. Thije, uit 2006, vertellen we losjes op momenten dat hij het op vakantie naar zijn zin heeft, dat papa en mama wel zèlf een camping zouden willen hebben. “Met net zo’n hoge glijbaan?”. Of dat we het liefst in Frankrijk zouden willen blijven. “Altijd mooi weer, hè mama?” Dat het ver weg is van bijvoorbeeld de opa’s en oma’s realiseert Thije zich niet: ze zijn een paar keer mee geweest en de andere keren rijden we ’s nachts – met de kinderen slapend op de achterbank- naar de Dordogne. Steeds als hij een vraag stelt, geven we een eerlijk antwoord: “ja, als we daar langere tijd zijn, ga jij daar naar school”. En van de ene op de andere dag vertelt hij aan iedereen die het wil horen “Wij gaan in Frankrijk wonen, omdat papa en mama daar een huis hebben gekocht”. Op het werk vertellen we het nieuws in februari/ maart 2011, dus na het ondertekenen van het officiële koopcontract. De reacties zijn overwegend zeer positief: goed om dit te doen als de kinderen nog zo jong zijn. Bij Chris begint het dan al af te tellen: eind juni heeft hij zijn laatste werkdag. En dan besluiten we om het in het kader van de PR aan heel Nederland te gaan vertellen dat we gaan emigreren. Door mee te doen aan 'ik vertrek'. We vragen eerst twijfelend om informatie en verwachten dat we geweigerd gaan worden, omdat we qua voorbereiding al zoveel stappen gemaakt hebben. Vaak staat er immers een koppel centraal dat verrast wordt door extra hindernissen als dubbele woonlasten, ontbrekende vergunningen, verborgen gebreken, taalbarrières en snel krimpende financiële reserves. Niets blijkt minder waar, we worden aangemoedigd om mee te doen. Er worden nog voldoende ups en downs verwacht... Het is een gek idee, dat we op televisie zullen komen. We associeren beiden 'reality tv' met 'aapjes kijken'. Ze gaan ons vast afschilderen als hele rare zuinige mensen die voortdurend aan het plannen zijn! Dat is niet zo erg, maar we slepen ook onze kinderen en vrienden mee voor de camera. Anderzijds is het leuk om eens achter de schermen te kijken van onze favoriete serie en om van de regiseur te horen wat zij bijzonder of mooi vindt aan ons verhaal. Daardoor beleven we bepaalde momenten heel bewust, waar we anders wellicht overheen waren gestapt. En alle uren filmmateriaal leveren vast een mooi document op, 'voor later'. De eerste filmdagen verlopen hectisch, omdat we op woensdag definitief besluiten om mee
te
doen
en
dan
op
vrijdag
en
zaterdag
al
gevolgd
worden;
bij
de
sleuteloverdracht van het huurhuis en bij een weekendje weg met onze vrienden. Het is intensief om steeds op je woorden te moeten letten: iedere zin kan uit z'n verband worden geknjpt. En anderzijds is het belangrijk om er vertrouwen in te hebben en om jezelf te zijn... je wilt geen achterdocht of geslotenheid uitstralen. Omdat alles went, kijken we al snel door de cameraman heen. Maar zenuwachtig voor wat de regiseur er van gaat maken, zijn we wel. Wat zouden we het eindresultaat graag zien vóórdat het op de televisie wordt uitgezonden! Een geruststelling is wel dat we dan al in Frankrijk wonen, dus we zullen op straat niet herkend of nagewezen worden de volgende dag.
2
9. 2011: Puin ruimen, grondwerk en klussen
In januari 2011 tekenen we het definitieve koopcontract van La Mauratie, na een standaard check door de notaris op abnormale vormen van ongedierte/ vervuiling en een bijzondere check van de herstelde mestcirkel op de kadastrale kaart.
In maart 2011 rijden we met de kinderen en een voor het doel aangeschafte oude, ruime camper naar ons huis waar we een week lang....
tuinieren! We hebben
goedkoop 2000 stekjes op de kop getikt maar ons niet gerealiseerd dat dat zoveel onkruid wieden en graafwerk zou zijn! De plannen die al sinds de zomer van 2010 zijn gemaakt en bijgesteld, worden nog eens in de praktijk 'doorlopen'.
In de mei-vakantie helpt een bevriende familie ons o.a. om alle gebouwen en het hele terrein 'schoon te vegen'. In de ene schuur alle herbruikbare bouwmaterialen, in een andere schuur hout voor de kachel of het kampvuur en 15 keer naar de stort in Salignac met een volle aanhanger. Als we de eerste keer met puin aankomen, zegt de aardige beheerder al dat het teveel is; we moeten via de burgemeester naar het 'depot sécundaire'. Voor deze ene keer regelt hij dat een ambtenaar ons begeleidt naar het 'reserve depot' van Salignac, dat een open plek in een prachtig stuk bos blijkt te zijn! Met grote tegenzin storten we daar ons puin. Gelukkig heeft de burgemeester van Jayac de volgende dag een betere dumpplek in gedachte: de parkeerplaats van Jayacs begraafplaats wordt vergroot. Wij dragen met ons puin letterlijk een steentje bij aan de fundering. Handig, zo'n niet aan openingstijden gebonden stortplaats vlakbij!
De vrienden, zeer ervaren klussers, doen aan het eind van de week enkele suggesties die onze plannen voor het terrein volledig omgooien: zij zien in de varkensschuur die wij willen slopen voor het zwembad de ideale indeling voor een badgebouw en stellen een workshopruimte en keuken voor in de ruimte die wij als badgebouw willen inrichten. Het is even wennen maar dan kunnen we volmondig toegeven dat deze tips ons een heleboel geld, werk en tijd gaan besparen. Terug in Nederland worden we aan de tekentafel steeds enthousiaster, ook over het uitnodigen van zoveel mogelijk vrienden de komende zomer: klus en denk maar mee!
In juli emigreert Chris naar Frankrijk en krijg ik 4 weken onbetaald verlof om 6 weken in onze camper op La Mauratie te verblijven. Die staat naast de verhoging in de open schuur, waarop een buitenkeuken, lange eettafel en grote speelhoek worden ingericht. Mijn broer Joost gaat de hele periode mee en de aanloop en hulp van vrienden is boven alle verwachtingen: regelmatig zitten we met meer dan 10 personen aan de BBQ na een hele dag slopen en graven. 's avonds is het gezellig en 's ochtends horen we 'Zeg maar wat we moeten doen'. Ideaal! De klussenlijst van Chris vordert gestaag maar vooral het grondwerk valt erg tegen: wekenlang schept Joost met een graafmachine stenen, grind en vruchtbare grond via een aanhangwagen van het ene naar het andere vak. 1
De Place de la Famille (plein voor de open schuur) krijgt vorm met een grasveld, een verhard gedeelte en grote gaten waar in het najaar de platanen en de opgeschoten buxusstekjes gepland zullen worden. De grindweg wordt strak rond de schuur opnieuw aangelegd, gevonden grote natuurstenen worden verwerkt tot mooie muurtjes en de kleinere in hun soort vormen het fundament van de toekomstige parkeerplaats.
Het aantal grote tegenvallers blijft gelukkig steken op drie: we maken in de eerste week een stormachtige hagelbui mee waarbij verschillende dakpannen sneuvelen en de schuur met daarin onze huisraad -gelukkig op pallets gestapeld- blank komt te staan. Het langslopen van alle daken en het schoonmaken/ vervangen van tientallen meters dakgoot was niet ingecalculeerd. Ten tweede horen we een uur na het verwijderen van de laatste asbest dakplaat van het toekomstige badhuis dat de leverdatum van de nieuwe dakplaten 4 weken wordt uitgesteld. Daar moeten dus in september klusjesmannen voor worden ingehuurd. En tot slot wordt de telefoon/ internet aansluiting, essentieel om te kunnen bellen en skypen in het najaar, pas in de 5e week gerealiseerd na tientallen telefoontjes en bemiddeling van onze Franse makelaar JP. Het aanvragen van een ADSL verbinding is al tijdrovend: “Komt u aub terug met uw paspoort èn een recent bankafschrift”. En dan blijkt in de kleine lettertjes te staan dat de definitieve aansluiting pas gerealiseerd wordt na afronding van een eventuele verbouwing of renovatie van het huis. De techniciën die na 6 telefoontjes naar de helpdesk uiteindelijk langskomt is behulpzaam en stelt een lijstje met minimale eisen op, o.a. een dubbel stopcontact bij de meterkast. Als ik bel om te vertellen dat we klaar zijn met de lijst en hem verwachten voor de aansluiting, blijkt hij in zijn rapportage echter te hebben geschreven: “als bewoners dit lijstje hebben afgewerkt, doet de telefoon het en hoeft er geen techniciën meer langs te gaan”. Nou, dan moet je wel erg goed Frans spreken om dat weer om te draaien, zonder te verraden dat het huis nog 'pas fini' is. Bij de eerste helpdeskmedewerker lukt dat niet, zij dreigt zelfs de verbinding te verbreken als ik in herhaling blijf vallen... Na een peptalk van Chris bel ik opnieuw en de volgende helpdeskmedewerker zorgt ervoor dat er nog die middag een electriciën langskomt. We zorgen dat JP er dan ook is en dat de electriciën niet vertrekt voordat alles in orde is.
Vakantie kun je het niet zeker niet noemen: het is op een paar dagen na, 6 weken heel hard werken. Chris probeert de toestroom aan klus-handen zo efficiënt mogelijk wil inzetten; offertes moeten worden omgezet in chronologische werkopdrachten; de bouwmarkt zit niet om de hoek en veel zaken moeten al worden besteld voor het najaar. Als ik niet aan het koken of klussen ben, bezoek ik met de kinderen een stad in de buurt waar we een wandel-/ speurtocht uitzetten voor de toekomstige gasten. Ik verzamel info voor de website, die ik eind oktober online wil hebben. Of ik rijd met de kinderen naar een betonfabriek, steengroeve, zwembadspecialist of keukenzaak om een offerte te regelen. Ook daar maak ik voor hen uitstapjes van, maar ik voel mezelf, zonder TomTom en met alle tijd voor een praatje in het Frans, al bijna toerist-af.
2
Minimaal eens per week film ik voor 'Ik vertrek'; alle vrienden die aan het klussen zijn, moeten er aan geloven. Na de zomer ontvang ik honderden foto's die laten zien dat onze vrienden en hun kinderen zich zowel op als buiten het terrein prima vermaakt hebben. Slechts weinig foto's zijn geschikt voor de website: de vele gaten in de grond, het opblaaszwembadje en de stoffige klussers stralen niet bepaald de vakantiesfeer uit die we in 2012 willen neerzetten!
Het huis wordt in de zomer aannemer-klaar gemaakt. We hebben afgesproken hoe we het zullen 'opleveren' en na 6 weken zijn de tussenwanden van de benedenverdieping gesloopt, ligt er een nieuwe betonvloer in de keuken, is de electriciteit in aanbouw, zijn alle kozijnen vervangen door dubbelglas, 5 dakramen geplaatst en een prachtig balkenplafond waar schrootjes overheen waren getimmerd lacht ons gezandstraald toe.
In
september
bouwen
de
aannemers
de
tussenwanden
op
zolder,
de
isolatiewanden beneden en de nieuwe trap. Als we in de herfstvakantie met de kinderen naar binnen stappen, worden hun toekomstige slaapkamers net afgewerkt.
Ik vind het aan de ene kant fantastisch om te zien wat er allemaal gebeurd is en anderzijds ben ik wel wat jaloers op Chris die er al midden in zit. Krijg ik een rondleiding in mijn eigen huis alsof ik op bezoek ben! Ik denk dat het 'van mij'-gevoel wel komt als de keuken en badkamer geplaatst worden, die heb ik immers zelf mee uitgezocht. En als ik in de kerstvakantie de (kinder)kamers mag behangen en schilderen. Er is weinig budget voor de inrichting, maar het niet stenen werkblad in de keuken is het enige echte 'compromis' dat we moeten sluiten.
Chris is in het najaar aanspreekpunt voor de aannemers in ons woonhuis en richt zich tot november vooral op het badgebouw. Het opmetselen van de aanwezige nissen tot badkamers; de electriciteit en de voorbereidingen voor een verlaagd, geïsoleerd plafond, dat in de herfstvakantie met 3 vrienden in 3 dagen vastgeschroefd wordt. En dan zijn de aannemers klaar in het woonhuis en kan Chris de keuken, badkamer en WC gaan betegelen en afmaken. Hij beschrijft deze fase zelf als 'de eindsprint', waarin hij 14 uur per dag klust, slechts onderbroken door eetpauzes. Gelukkig zit hij uiteindelijk van de 15 weken slechts 6 weken in zijn eentje op La Mauratie, mooi verdeeld in 3 periodes van 2 weken. Want een sprint van 15 weken, dat zou heel ongezond zijn.
3
10. Papa in de laptop
In de zomer van 2011 hebben we 6 weken samen met de kids in een camper op la Mauratie gewoond om met tientallen vrienden te slopen, te klussen en te genieten. De kinderen en ik gaan in september terug naar Nederland, waar ik nog 5 maanden in loondienst ben. Chris blijft in Frankrijk om door te klussen, wij wonen tot de kerst bij de ouders van Chris in.
Toen mijn broer Joost jaren geleden in Afrika woonde, hielden we contact met één telefoongesprek van 2 minuten per maand. Zo snel mogelijk vroegen we “alles goed?”, “hoe warm is het?”, “eet je voldoende?”, “niet ziek?” en “wanneer bellen we weer?”. Nu gaat bijna iedere avond de skype met webcam aan en wordt er minimaal een half uur met Chris gekletst. De kinderen kunnen hun gemaakte tekening of nieuwste 'gogootje' laten zien; er worden spelletjes gedaan waarbij Chris 900 km verderop met een dobbelsteen gooit en wij hier zijn pion verzetten; hij heeft hetzelfde TV programma bekeken via Uitzending Gemist en stuurt mij op aanbiedingen af van een bouwmarkt waarvan hij de digitale nieuwsbrief ontvangt. Soms staat tijdens het eten de laptop op tafel en dan lijkt het net alsof Chris op de vierde stoel zit. De eerste keer roept Jilke tegen haar papa ”Laat je bord eens zien!” waarna ze verbaasd aan mij vraagt “Huh? Had je ook nasi gemaakt?”.
De laptop 'met papa erin' kan zelfs mee
naar de badkamer, om Thije gezelschap te houden terwijl ik Jilke afdroog en in bed leg. Komt Thije naar me toe, half afgedroogd en helemaal in pyama. “Kun jij dat al helemaal zelf?” vraag ik. “Papa heeft me wel een beetje geholpen, hoor!”.
De laptop is natuurlijk niet altijd een goed alternatief: als er 's nachts een kinderbed verschoond moet worden; als ik zonder de kinderen wil gaan winkelen voor Sinterklaas; als ik twee armen om me heen wil. Of als er een skype verzoek komt terwijl ik mezelf een avondje 'voor de TV hangen' gun. Natuurlijk kan de stekker uit de computer, maar toch niet als Chris die week alleen is? Ikzelf ben dat nooit: contacten op mijn werk, met en via de kinderen, (schoon)ouders, vrienden, website bouwers en Chris. Dingen bespreken, regelen, kopen, opruimen, klaarzetten. Een dag vliegt om, een week vliegt om, het najaar vliegt om.
Niet zo vreemd met alle deadlines van 'website online', 'sinterklaas', 'werk afronden' en 'afscheid plannen' (school, kinderdagverblijf, werk, etentje met familie, feest voor vrienden). Nu de papadag van Chris tijdelijk wegvalt gaan de kinderen 3 dagen per week naar het kinderdagverblijf. Zij willen dus wel eens gewoon 'thuis' zijn op woensdag en vrijdag en mijn onverdeelde aandacht, terwijl ik met (boodschappen-) lijstjes in mijn hoofd wakker word. Vanaf het ontbijt wordt er 'onderhandeld'. En daar ben ik niet altijd voor in de stemming na werkdagen van 8 (Emergis) plus 3 (website) uur. Ik krijg deze maanden erg veel respect voor alle single-parents met een baan! En voor schoonouders met inwonende (klein)kinderen ;).
1
11. Inhuizen en integreren (voorjaar 2012) Chris heeft het najaar van 2011 alleen op la Mauratie gewoond, Loes en de kinderen woonden in bij zijn ouders. Half december 2011 nemen we afscheid van werk, familie en vrienden in Nederland. We vertrekken! Het voelt niet echt als een afscheid (al valt er wel een traantje hier en daar), want we zijn intussen al zo vaak naar Frankrijk gereden, dat Nederland ook maar een lange rit weg ligt. In Jayac staan op kerstavond in een verder leeg huis een kerstboom en een tuinmeubelset voor ons klaar. Ik heb een witte kerst omdat ik de muren en plafonds mag witten en de kinderen pakken met papa een paar cadeautjes en vele verhuisdozen uit. We hebben de inhoud van de verhuiswagen in mei 2011 bijna hermetisch en op pallets opgeslagen in één van de schuren en niet tevergeefs: geen waterschade ondanks het blank staan van de schuur in juni 2011 na een hagelstorm. Buiten is een fleece trui voldoende en schijnt de zon: dat is prettig uitpakken! De kinderen vermaken zich met speelgoed dat ze ruim een half jaar hebben moeten missen terwijl mijn ouders die achter ons aan zijn gereisd, helpen bij de grote schoonmaak, het in elkaar zetten en het inrichten van de kasten. Zij slapen in onze camper en dat geeft ons iedere avond al een gevoel van 'samen thuis zijn'. Als mijn ouders teruggaan naar Nederland, vallen we in de realiteit dat de vergunningen nog niet rond zijn en dat we zo snel mogelijk een eigen bedrijf moeten oprichten om als 'zelfstandig ondernemer' een ziektekostenverzekering te kunnen afsluiten. De notaris verwijst ons naar een expert comptable (boekhouder), die stuurt ons terug naar de notaris, de zorgverzekeraar vindt ons pas zelfstandige ondernemers als ons bedrijf een K-bis nummer (in Nederland het KvK nummer) heeft en ergens in de procedure om zo'n nummer aan te vragen moeten we het nummer invullen van .... onze zorgverzekering! Dat K-bis nummer hebben we ook nodig om kinderopvang toeslag voor Jilke te kunnen aanvragen en een volledige teruggaaf van de kosten van een verplichte, dure cursus 'sociale hygiëne' voor onze toekomstige table d'hôtes. Bij ieder telefoontje naar de notaris hoor ik dat er weer een stap gezet is (bijvoorbeeld een aankondiging in het regionale dagblad) en dat het NU nog 2 à 3 weken gaat duren. Dus die cursus nog maar eens verzetten en hopen dat we voorlopig niet ziek worden of gewond raken tijdens het klussen. Voordeel van bovenstaande hobbels is wel dat we letterlijk de deur uit moeten om zaken geregeld te krijgen. Want er is maar één ding dat je digitaal of telefonisch kunt regelen en dat is het aanvragen van een persoonlijk gesprek. Alle bedrijven (kinderopvang, zorgverzekering, KvK, horeca cursus) hebben consulenten die iedere dag in een ander stadhuis hun inloopochtend hebben en gezien de lange tijd die zij uittrekken voor een gesprek met mij, is er niet veel inloop op deze ochtenden.
1
Ik verdubbel in een paar weken mijn beheersing van de Franse taal en leer ook een boel over de tijdrovende bureaucratie van het land. Overal wordt eerst 'een dossier aangelegd'. En als bijvoorbeeld Jilke voortaan op maandag ipv op vrijdag naar haar gastgezin gaat, willen ze graag dat ik voor die wijziging even in Sarlat langskom... In de gesprekken is tijd en ruimte om mijn verwondering aan te geven, of om vergelijkingen te maken met Nederland. Bijvoorbeeld hoe wij in Nederland, als er sneeuw ligt, een uur eerder naar ons werk vertrekken om toch maar enigszins op tijd te komen. Terwijl hier iedereen die een auto of het openbaar vervoer nodig heeft om naar het werk te komen, vrij neemt en krijgt tot het laatste sneeuwvlokje gesmolten is. Ook de buurvrouw vertelt me tijdens de koffie over de Franse gewoonten en gebruiken: een 'apéritif' is een likeurtje, ook vooraf aan de lunch. Die twee zoenen, die moeten bij iedere ontmoeting en bij iedereen die je hèrkent. Maar elkaar tutoyeren, dat gebeurt soms pas na járen. Iemand vragen naar zijn leeftijd is prima, maar naar zijn beroep of werkzaamheden, dat is onbeleefd. Thee of koffie biedt je alleen vrienden of familie aan, niet bij een zakelijk gesprek al duurt dat uren. Ligt Frankrijk echt maar 1 land van Nederland vandaan? Ik voel me soms, cultuur opsnuivend, op vakantie buiten Europa. Maar aan dat relaxt de tijd nemen voor alles, daar kan ik wel aan wennen, hoor! De website wordt vaak bezocht en eind februari zijn 6 van de 9 weken hoogseizoen al bijna helemaal volgeboekt. Dat hadden we voor het eerste seizoen niet verwacht en we besluiten pas eind ipv begin juni open te gaan, om klaar en zonder stress aan het hoogseizoen te kunnen beginnen. Dat is echter niet de enige reden dat we de maand juni laten schieten: het verkrijgen van de campingvergunning kost veel meer tijd en moeite dan voorzien. Toen onze aanvraag in juni 2011 werd afgewezen voor een camping met 10 tenten (een zogenaamde camping Aire Naturelle) omdat ons terrein geen bouwgrond is, besloten we eerst voor een minicamping (maximaal 6 tenten) te gaan, waarvoor geen eisen
in
de
wet
worden
genoemd.
Toen
we
een
bouwvergunning voor
het
sanitairgebouw aanvroegen in oktober 2011 werden we uitgenodigd voor een gesprek bij een provinciaal orgaan (de DDT): “Deze bouwvergunning is akkoord, maar u weet toch wel dat u geen camping kunt beginnen? Ook geen camping van 6 tenten; de wet is gewijzigd, u heeft ook voor een mini camping een zone constructible nodig!”. Een dame van hetzelfde provinciaal orgaan en de burgemeester van Jayac hebben ons vooraf aan de koop van la Mauratie verzekerd dat een camping beginnen geen enkel probleem is. De burgemeester herhaalt in oktober 2011 dan ook “Maak je geen zorgen, linksom of rechtsom komt er wel een oplossing, ik ga in gesprek met de provincie”. In januari 2012 heeft dat gesprek echter nog steeds niet plaatsgevonden en met de eerste reserveringen binnen en de geldvoorraad snel slinkend zien we de wolken boven ons samentrekken. 2
Overdag klussen we in het sanitairgebouw, 's avonds struinen we internet af, pluizen de wetgeving uit met een woordenboek in de hand, bellen naar collega campings, camping verenigingen, Franse architecten en Nederlandse adviseurs om steeds te horen “de wet zegt niet dat bouwgrond nodig is, maar de provincie bepaalt het uiteindelijk”. Wat een verschrikkelijk spannende en demotiverende weken waarin de suggestie van de één door de ander onderuit wordt gehaald. Tot de burgemeester met zijn vuist op tafel slaat en zegt 'dan moeten we er maar snel bouwgrond van maken!”. Nu is dat een procedure die gewoonlijk meer dan een jaar duurt, dus er moet met de Franse slag gewerkt worden in plaats van de gebruikelijke bureaucratie. Zo krijgen alle bewoners van Jayac een schriftelijke enquête met de vraag binnen 1 week te reageren, terwijl daar gewoonlijk 2 maanden voor staan. Volgens de burgemeester is het een formaliteit en
we
vertrouwen
inmiddels
blind
op
zijn
ervaring
en
inzet.
Verschillende
dorpsgenoten komen na het ontvangen van de enquête langs om ons een hart onder de riem steken, gerust te stellen of hun waardering uit te spreken voor het vele werk dat al verzet is. We voelen ons dus gesteund en welkom in Jayac. Er wordt een welkomstborrel voor ons georganiseerd in de Salle des Fêtes en wij bezoeken daar de 'pannekoekenmiddag met accordéonspeler'. We gaan er voor, voor het wonen en werken in Jayac.
3
12.
In
Welkom in onze achtertuin! (juli 2012)
het
najaar
van
2011
heeft
provinciaal
orgaan
DDT ons
verteld
dat
de
campingvergunning een probleem is, als er op de kadastrale kaart geen 'zone constructible' (bouwgrond) staat. De burgemeester van Jayac stelt ons steeds gerust en besluit na veel discussie met de DDT, om 'dan maar even bouwgrond voor ons te regelen'. Hiervoor schrijft hij eigenhandig een enquête uit onder de inwoners van Jayac, van wie we vervolgens veel bemoedigende reacties ontvangen.
De gemeenteraad van Jayac besluit in maart om, op basis van de enquête en onze toelichting dat we in Nederland vakantie-werk zullen moeten gaan zoeken als de camping niet open mag, van ons terrein een zone constructible te maken. Deze procedure duurt 'avec urgence' 3 maanden, dus opgelucht rekenen we uit dat we, met een parallelle camping- aanvraag, op 30 juni open kunnen.
Enkele weken later worden we uitgenodigd bij de DDT. Op vrijdag 13 april stappen we ontspannen binnen met een stapel 'voor akkoord' bestempelde formulieren van de water aan- en afvoer tot en met de rolstoel toegankelijkheid van het sanitairgebouw. Wij zijn er, bijna volgeboekt, helemaal klaar voor! Tot onze stomme verbazing is de provincie dat NIET. De enquête van de burgemeester wordt als niet rechtsgeldig aan de kant geschoven. Deze moet door de provincie worden uitgezet, waar 3 maanden voor staan. En niet parallel maar pas na afloop van de bouwgrond-procedure zal de camping-aanvraag in behandeling worden genomen. Gezien al onze formulieren verwachten zij geen problemen en “zal de vergunning aan u worden verstrekt ... maar op z'n vroegst in oktober!”
Na deze mededeling maken de dames van de DDT aanstalten om op te staan en het gesprek af te ronden. Tot dat moment zitten wij te wachten op een knipoog en de “maar voor jullie maken we de volgende uitzondering”. Als we ons realiseren dat die er NIET komt en dat de toezeggingen van de burgemeester goedbedoeld maar ongegrond zijn geweest, trekken we van alles uit de kast om een oplossing te forceren. We praten, pleiten, laten lange stiltes vallen en vragen “Maar wat zou u doen in deze situatie? Wij kennen de rekbaarheid van de Franse wet niet!”.
Na een discussie van 40 minuten begrijpen we dat we geen tenten mogen verhuren zonder camping-vergunning, maar dat we wel tenten mogen opzetten in onze achtertuin, voor vrienden, die daarin verblijven tegen een onkostenvergoeding. We kunnen dus een 'proefjaar' draaien en hoeven niet iedereen te annuleren; veel reserveringen komen dit eerste jaar van of via vrienden, met de nieuwsbrief en columns als katalysator. Meer kunnen ze niet voor ons betekenen: “De procedures laten zich helaas niet op haasten”.
1
Die vrijdagmiddag lopen we wat verdwaasd rond op het terrein, tot op het bot gefrustreerd
door
de
Franse
bureaucratie
en
de
zelfoverschatting
van
onze
burgemeester qua kennis en invloed. Hoe hebben we – achteraf gezien- zo op zijn geruststellende woorden kunnen vertrouwen? Als we ons hele plan een jaar moeten uitstellen, dan heeft dat niet alleen financieel grote gevolgen; het betekent ook dat Chris 'voor niks' 5 maanden zonder ons op La Mauratie heeft gewoond. Hoe kunnen we voorkomen dat we op TV komen als 'de camping die niet doorgaat'? En hoe vertellen we het aan de 26 families die al gereserveerd hebben voor 1, 2 of 3 weken?
Op zaterdag zetten we de schouders eronder en nemen met elkaar, vele Nederlandse vrienden en Franse collega's de verschillende opties door. We kiezen voor de faciliteiten, sfeer en kwaliteit van Glamping Place de la Famille, voor 3 bevriende families in onze achtertuin. Doorslaggevend zijn dat we zo min mogelijk families op zoek willen sturen naar een nieuwe vakantielocatie; dat we meedoen met 'Ik vertrek' en dat we bij een controle een geloofwaardige indruk willen maken als 'achtertuin'. Deze keuze zet een streep door onze financiële planning, maar we zijn er klaar voor om gasten te ontvangen en dat willen we graag doen, en (voorzichtig!) laten zien.
Op dinsdagavond sturen we met enorme tegenzin al onze klanten een annulering en we boeken alle aanbetalingen terug. We sturen een lijst mee van mogelijke alternatieve campings die we op maandag hebben benaderd en sluiten af met de aankondiging dat we iedere klant die week opbellen. Omdat we besloten hebben ons woonhuis als gîte te verhuren (die vergunning is wèl binnen en vorige zomer sliepen we ook 6 weken in de camper) kunnen we vervolgens telefonisch aan vier bevriende families per zomerweek aanbieden om tegen een onkostenvergoeding in ons proefjaar mee te draaien. De telefoontjes doen ons echt goed: er wordt meegeleefd en meegedacht...
en gelukkig vinden onze (via) vrienden het geen probleem als hun
safaritent in een achtertuin met zwembad, privé- sanitair en ontmoetingsplein staat.
De week bestaat uit bellen en papierwerk. Het opzeggen van het gastgezin van Jilke is de eerste kostenbesparing die bij ons opkomt (kost meer tijd dan het aangaan van een dergelijk contract!) en ik maak een rondje langs alle instanties waar nog een vraag van ons (BTW-nummer, verzekeringspasje, factuur omzetten van 'Schepers' naar 'Place de la Famille') uit staat. Afwachten is ineens geen optie meer, we realiseren ons dat we te veel prioriteit bij de renovatie en PR hebben gelegd en een groot risico lopen om veel geld door de vingers te laten glippen. Gelukkig horen we van de accountant dat
we
ook
zonder
vergunning,
BTW
kunnen
terugvragen
op
de
gemaakte
(investerings-) kosten voor de toekomstige Glamping. Hij ontvangt een dik gevulde ordner: tenten, tentinrichting, zwembad, grasmaaier, speeltoestel, picknicktafels, etc. etc.. Wat er ook gebeurt: deze ordner helpt ons 'de winter door'.
2
En dan moeten we weer aan de slag in het sanitairgebouw. Na de winterstop in februari en de afgelopen 2 weken liggen we ver achter op de planning en de grootte van het gebouw geeft ook bij 'slechts 3 badkamers' een idiote hoeveelheid werk: een plafondoppervlak van 120 m2 (isoleren, gipsplaten, naden dichten, grondverf en twee toplagen); 120 m2 vloer en 250 m2 wand (leidingen frezen, egaliseren, betegelen, voegen en schoonmaken, deuren en ramen plaatsen en verven). Bevroren leidingen, lekkende koppelingen, afwasbakken die niet geleverd worden, een vastgelijmde spiegel die barst ... niet één klus in dat gebouw valt mee. En dan moet de buitenkant nog geëgaliseerd en geschilderd worden!
We werken tot half juni van 's ochtends 8.00 tot 's avonds 22.00 in ploegendienst: de één zorgt voor de kinderen, de ander klust. En van 22.00 tot 24.00 uur zitten we achter onze laptops om de ontdekkingskaarten, het menu en de inventarislijsten op te stellen. Er komen nog hulptroepen voor onder andere de tentvlonders die ons overtuigen dat we toch echt de schuur van het ontmoetingsplein wit moeten schilderen. Mee eens, maar dat betekent voor ons een week extra werk! Met nog meer hulptroepen, zoals mijn ouders die de tuin onder handen nemen, zijn we eind juni toch echt klaar; 2 dagen voor de eerste gasten arriveren. Die dagen plonzen we met Thije en Jilke in het zwembad. Heerlijk om rond te lopen in onze achtertuin, die stiekem wel wat op een camping is gaan lijken met de witte schuur, het plein en de safaritenten! ' Alles is geworden zoals we het hadden gepland, al hadden we dat niet meer durven hopen. Bij een wijntje blikken Chris en ik terug en we besluiten dat het verplichte proefjaar met slechts 3 safaritenten, eigenlijk een cadeau is. Met zes safaritenten en badkamers was het nu nèt (niet ?) af geweest, hadden we minder tijd aan de de kinderen kunnen besteden, hadden we meer geld verdiend maar ook meer geld laten liggen qua BTW- teruggave en hadden we minder leuke, behulpzame mensen leren kennen in de omgeving. Daar kan geen vergunning tegenop, al houden we de burgemeester en de procedures dit najaar wel nauwlettend in de gaten natuurlijk.
En dan arriveren de eerste gasten in onze achtertuin. Wat fijn al die positieve reacties, vooral op de aandacht voor de allerkleinsten (reuzegrote box, commode in de badkamer èn de tent), het zwembad en het plein met speelkasteel. Aangezien alle vrienden de notatie 'Proefjaar' serieus nemen, ontvangen we gevraagd en ongevraagd veel complimenten en opbouwende feedback op van alles. Dat is maar goed ook, want dan realiseren we ons weer dat we aan het WERK zijn... Natuurlijk zijn we de hele dag bezig (boodschappen, koken, opruimen, wassen, vragen beantwoorden) maar na 6 maanden klussen, bij een strak blauwe hemel of gezellig natafelend, lijkt het de eerste 3 weken wel één grote vakantie!
3
13. Winterklaar en zomerplannen (oktober 2012) In april 2012 horen we dat de officiële opening van Place de la Famille moet worden uitgesteld. De eerst gestelde eis voor een campingvergunning is de vermelding 'zone constructible' (bouwgrond) op de kadestrale kaart en die procedure duurt veel langer dan de burgemeester ons heeft toegezegd. Place de la Famille annuleert in april 26 families, als Chris en Loes kunnen wij enkel onze achtertuin openstellen voor onze vrienden. Het wordt een proefjaar met 3 safaritenten, in een achtertuin die qua zwembad, ontmoetingsplein, privé sanitair en sfeer niet veel onderdoet voor de glamping die we voor ogen hadden. In september kijken we terug op een fantastisch proefseizoen. In de eerste plaats hebben we er van genoten. Gastvrouw en – heer zijn in plaats van bouwvakkers blijkt een leuke afwisseling. Naast de terugkerende, weinig energie kostende werkzaamheden zoals het onderhoud, de boodschappen en het koken, blijven er nog heel veel uurtjes over voor leuke gesprekken, spelletjes, een boek of een duik in het zwembad. Alleen op zaterdag hebben we het druk: drie tenten, badkamers en de gîte poetsen, terwijl de vertrekkende gasten nog een kopje koffie willen drinken, de nieuwe gasten soms al vroeg voor de poort staan en onze kinderen tijd nodig hebben om daar even aan te wennen. Want de nieuwe speelkameraadjes zitten vol energie van de lange autorit, spoeden zich naar het speelkasteel en trekken letterlijk 'alles uit de kast'. Het met zorg gebouwde kasteel of winkeltje van grote legoblokken wordt zonder pardon gesloopt en de auto's van de garage verdwijnen in de buizen van de ballenbak... Thije verzucht dan “Dat meisje moeten we in de gaten houden, mama!”. Op zondag is iedereen gewend en bekend. Als we 's avonds een maaltijd op tafel zetten en de tevreden, onthaaste gezichten zien, weten we dat het weer een gezellige week gaat worden. De woensdag is onze familie-dag: we maken een uitstapje en picknicken langs de Dordogne... even letterlijk en figuurlijk afstand nemen van de camping houdt het leuk. Ten tweede hebben we er veel van geleerd. Vier dagen per week sta ik 's middags in de keuken en daar komt jong en oud voorbij op weg naar de eigen badkamer. Zeker voor een proefjaar geen slechte locatie, want ik hoor wat iedereen gaat doen en hoe zij uitstapjes ervaren hebben. Zo word ik voor de volgende families een steeds betere gids! Ik kan ook vragen wat zij van onze site vinden, wat er goed gaat en welke verbeterpunten er zijn. Alle tips worden genoteerd, leiden soms meteen tot een actie ('koop drie vergieten') of komen op onze reflectielijst voor eind september: Een nachtzeil
aanschaffen
over
het
zwembad
tegen
de
afkoeling;
een
sjieker
koffiezetapparaat met melkopschuimer op het plein; minder klein speelgoed (en dus opruimen) in het speelkasteel; meer foto's met kinderen op de website; het gras vaker besproeien, waterkaraffen kopen die in de afwasmachine kunnen...
In september
gaan we prioriteiten stellen en keuzes maken. 1
Het is prettig om het eerste jaar voor maximaal 8 volwassenen en evenveel kinderen te hoeven koken: dat is te overzien. Want soep van verse courgettes uit de eigen tuin of smoothies van meloen met verse munt heb ik eigenlijk nog niet eerder gemaakt! De maaltijden zijn zonder uitzondering heel gezellig en iedere dinsdag hoor ik “wat een goed idee die prikkers voor de kinderen! Dat ga ik thuis ook eens doen!” Ten derde halen we ons doel 'positieve PR opstarten' in de vorm van mondnaar-mond reclame (eerste reserveringsaanvragen voor 2013 komen in september al binnen), goede recensies op Zoover.nl (de eerste 10 beoordelingen geven ons gemiddeld een 9! met bijna een 10 voor 'kindvriendelijkheid' en 'sanitair') en hopelijk ook een mooie TV uitzending van 'Ik vertrek'. Voor dat laatste zijn we best wel zenuwachtig, omdat we geen idee hebben hoe ze de 80 uur aan filmmateriaal gaan knippen en plakken tot een aflevering van 50 minuten. Natuurlijk moet de website tip top in orde zijn vóór de uitzending en daarom vraag ik begin oktober al onze zomergasten om hun leukste foto's te mailen. Dat levert bijna 150 foto's op! Terwijl onze houtkachel voor de eerste keer brandt, waan ik me weer even terug in de zomer... In september ontvangen we familie leden die al vele jaren niet meer gebonden zijn aan de schoolvakanties... Voor onze kinderen begint de school weer, maar op woensdag en in het weekend is het nog drie weken 'feest'. Als de rust terugkeert en Jilke aan de schoolbus gewend is, kunnen Chris en ik 4 dagen per week 8 uur aan het werk voor het seizoen 2013. Wat kunnen we veel doen op een dag! We slaan de tenten op, pakken de vlonders in, nemen de financiën en reflectielijst punt voor punt door en brainstormen heel wat af. We stellen voor het komende jaar twee prioriteiten: 1. de huidige vergunningsprocedure voltooien en 2. meer inkomsten in 2013. Voor dit laatste willen we 'voorzomer weken' voor ouders met hele jonge kinderen organiseren, minimaal 6 safaritenten en een tweede gîte gaan bouwen en verhuren. Aan dat laaste gaat nog een nieuwe vergunningsprocedure vooraf... We bezoeken de burgemeester bijna iedere week, en dringen aan op actie. Hij vertelt ons dat degene die bij de provincie ons dossier voor de 'zone constructible' behandelt, de hele zomer ziek is geweest. Ons dossier is niet overgenomen door de vervanger want “Twee maanden vertraging is geen probleem, jullie hebben de tijd!” Een week later horen we dat we met de vergunningsaanvraag van vorig jaar opnieuw langs de architect en
het Syndicat de Tourisme moeten,
vanwege “wijzigingen
in
de
wetgeving”. Dat is niet wat we willen horen! We gaan er diezelfde week nog langs... we hebben de tijd, maar geen tijd te verliezen!
2
14. Met dank aan Ik Vertrek (december 2012) In juni 2011 besluiten we dat we mee willen doen met het TV programma Ik Vertrek om onze Glamping 'op de kaart' te zetten. We zijn ook als goed voorbereid stel van harte welkom om deel te nemen, want terecht wordt ingeschat dat het komende jaar voor ons voldoende verrassingen in petto heeft. Slechts twee dagen later overvallen we de nieuwe bewoners van ons huurhuis en onze vriendengroep tijdens Chris z'n afscheidsweekend met de eerste filmdagen. We grappen nog dat we op het moment van de uitzending al in Frankrijk wonen, dus dat we – mocht het eindresultaat tegen vallen- gelukkig niet herkend of nagewezen zullen worden. Enkele weken daarna wordt onze aankomst in Jayac gefilmd en het slopen van de binnenmuren van ons woonhuis. Tijdens de zomer filmen we zelf de vele hulptroepen, in de herfst filmt Chris zijn eenzame maanden in de camper. Ik Vertrek komt weer begin januari 2012, wanneer Loes en de kinderen zich bij Chris voegen, het woonhuis schilder- & behang-klaar is en Thije voor het eerst naar zijn nieuwe school gaat. De derde reeks filmdagen was al gepland voor de eerste week van juli 2012, met daarin het traditionele openingsfeestje van de Glamping. Als blijkt dat er vanwege de vergunningsperikelen geen lintje door te knippen zal zijn, filmen we zelf het afbellen van de gasten en de verdere ontwikkelingen 'in onze achtertuin'. We spreken met Ik Vertrek af voor de laatste week van juli, wanneer er een gevarieerde groep vrienden bij ons verblijft, de achtertuin 'Glamping' uitstraalt en wij genieten van onze nieuwe functie. Na twee heel intensieve filmdagen (het voelt toch een beetje als een examen!), hebben we een slot-interview met de regisseuse van ruim anderhalf uur. Wat is het meest mee- of tegengevallen, wat had je anders willen doen, welke tips heb je voor emigranten-in-spé, wat is de impact geweest op jullie relatie en jullie financiën, voelen jullie je thuis ? Bij iedere vraag realiseer je je dat er uit dit interview slechts twee of drie zinnen geknipt gaan worden dus ook dit antwoord moet weer 'goed' zijn, om te slagen in ons voornemen er een positieve uitzending van te maken. De impact van deelname aan Ik Vertrek is veel groter dan we vooraf hadden durven hopen. Allereerst de aandacht vóór de uitzending: iedereen praat er over dat we gaan emigreren EN dat we meedoen aan Ik Vertrek. Van onze kennissen en collega's horen we “dus ik zei tegen die-vrienden-met-kleine-kinderen dat jullie op TV komen en die gaan zeker kijken!”. Vele verkopers die we ontmoeten (bouwmarkt, tuinders, marktplaats) abonneren zich op onze nieuwsbrief “zodat ze de uitzending zeker niet gaan missen”. Bezoekers die op onze website onder 'Ik Vertrek' ons persoonlijke verhaal lezen, doen dat misschien omdat zij vaste kijkers zijn... en na het reserveren attenderen zij de vriendenkring erop dat 'hun' Glamping op TV gaat komen. We krijgen veel vragen “Hoe werkt dat nou? Zijn jullie gevraagd? Heb je zelf invloed op de uitzending?”. Het is een populair programma en dat maakt mensen nieuwsgierig naar onze ervaringen 'achter de schermen'.
1
Ten tweede zijn de filmdagen van Ik Vertrek voor ons zeer stimulerende deadlines. We weten dat de uitzending een enorme promotie voor onze Glamping kan zijn, maar ook dat binnen het programma-concept de missers en tekortkomingen opgezocht en uitvergroot worden. Ik Vertrek noemt dat de 'gun-factor': kijkers moeten met je mee kunnen leven; gunnen je de goede afloop juist als je de tegenslagen laat zien. Daar zijn we het mee eens, maar om nou domme acties, rotzooi, onkruid en bevroren leidingen te (laten) filmen.. we willen dat kijkers-met-jonge-kinderen een vakantiegevoel krijgen bij ons concept, het terrein en de omgeving. We krijgen slechts één kans om zoveel mensen onze Glamping te laten zien, en dus schilderen, tuinieren en poetsen we met onze hulptroepen wekenlang tot in de late uurtjes tot de gasten arriveren. Dat hadden we niet volgehouden voor een anonieme achtertuin zonder vergunning; dan waren we een zomerbaan gaan zoeken en was de hele onderneming (letterlijk en figuurlijk) een jaar uitgesteld. En dat zou echt zonde zijn geweest. Want de aandacht tijdens en ná de uitzending (ruim 1.3 miljoen kijkers!) is overweldigend. De website staat klaar met de leukste foto's van onze zomergasten en wervende teksten voor de voor-zomerweken en de nieuwe gîte... om tijdens de uitzending al vast te lopen door de duizenden bezoekers èn boekers. We kijken naar Ik Vertrek met onze vriendengroep in Nederland, waar we de Franse herfstvakantie doorbrengen. Tijdens de uitzending wordt Twitter gevolgd, waarop veel vaste kijkers hun beklag doen over het gebrek aan leedvermaak. Na de uitzending concluderen wij dat het een geweldige promotiefilm geworden is. We missen de door ons gefilmde grote klussen en de djembé schoolvoorstelling van een in het Frans zingende Thije maar dit wordt ruimschoots goedgemaakt door de mooie plaatjes van het eindresultaat. In drie dagen tijd ontvangen we bijna 17.000 unieke bezoekers op onze site en ruim 300 contactformulieren en mailtjes. Grofweg in te delen naar complimenten van bekenden (20 %) en vreemden (35 %), (reserveringsaan)vragen van potentiële gasten (40 %) en acquisitie (5 %, mensen die onze site willen vertalen of ergens onder de aandacht willen brengen bijvoorbeeld). Twee weken lang zitten we tot in de late uurtjes achter de laptops te puzzelen met aanvragen en opties, waarbij we regelmatig uitroepen dat we dìt toch echt niet verwacht hadden. Wat een onwerkelijk, maar vooral heerlijk gevoel dat vrijwel het hele hoogseizoen en verschillende weken in het voor- en naseizoen voor 2013 nu al zijn volgeboekt! De volgende dagen worden we herkend in de supermarkt, als we kroketten en stroopwafels inslaan: “Dat gaat zeker mee naar Frankrijk?” In de bouwmarkt kijken klussers naar mij, dan naar Thije en Jilke en dan weer naar mij … je ziet hen denken “dit moeten ze zijn!” en dan gaat er spontaan een duim omhoog. We horen dit ook terug van vrienden met een bij- of zelfs figurantenrol... allemaal zijn we even BN-ers, toch zeker tot de volgende zaterdag avond met weer een nieuwe uitzending.
2
In het slot-interview van Ik Vertrek in juli werd gevraagd naar onze 'succesfactoren'. Op
nummer 1 staat zonder twijfel de hulp en het meedenken van onze familie en
vrienden, Franse buren en ervaren campingeigenaren. Van het ontwerp van de website, de grote klussen op het terrein, het ophalen, opslaan en vervoeren van boodschappen tot de vele inspirerende gesprekken, pep-talks en tips: onmisbaar en van onschatbare waarde. Hulp en feedback vragen èn waarderen; net- en vooral samenwerken met collega's; samen klussen en samen ontspannen... we kunnen het iedereen aanraden. Gelukkig kunnen we nu 'deelnemen aan Ik Vertrek' in het rijtje succesfactoren toevoegen. Met excuses aan de leedvermaak-kijkers die het “de saaaaaaiste aflevering ooit” vonden... voor òns was het de spannendste.
3
15. Tussenevaluatie van onze emigratie (maart 2013) Na de televisie uitzending van Ik Vertrek in november 2012 ontvangen we een tiental mailtjes waarin mensen die zich oriënteren of op het punt staan om te emigreren ons vragen hoe zij het financieel rond (kunnen gaan) breien; of onze kinderen voldoende aansluiting hebben op school; of wij in hun geval problemen verwachten met de vergunningen... We voelen ons vereerd! De zeer herkenbare vragen dwingen ons tot een eerlijke (tussen)evaluatie van onze emigratie naar het Franse platteland. Hier drie keer een persoonlijke top 3 als voorlopig laatste column. Waar we nog even aan moeten wennen: 1.
De kinderen eten warm tussen de middag op school en daar komt geen frietpan aan te pas: op het drie gangen menu staan verse soep, salades, carpaccio, vis, groentesoufflés, fruit en Monchou-taart. Aangezien 'la Cantinière' niet twee keer per maand eenzelfde gerecht serveert, eten de kinderen gevarieerder dan ooit. Het eerste bord wordt opgeschept en leeggegeten, daarna mogen de kinderen zelf kiezen waarvan zij een tweede portie willen. Daar worden kinderen nog eens makkelijke eters van! Zelf eten we liever 's avonds warm: overdag een maaltijd koken, een uitgebreide lunch en een middagdutje (de pauze van Fransen duurt van 12.00 tot 14.00 uur) vinden we zonde van onze werktijd, zeker op schooldagen. Maar de kinderen willen na school graag brood of pannenkoeken ! Een compromis vinden we in een gevulde maaltijdsoep, zelfgemaakte pizza of frietjes met gevarieerde salades, maar het blijft wennen.
2.
De klussenlijst voor de Glamping lijkt oneindig. Chris, die altijd 2 stappen vooruit denkt, voegt sneller items aan de planning toe dan we ze kunnen uitvoeren. Voor hem is dat een prima manier om het overzicht te bewaren; voor mij werkt het gevoel 'dat we achter lopen op de planning' demotiverend. Dan doe ik een weekje of ik 'in loondienst' ben, per uur betaald word (ik hoef me dus niet te haasten) en alleen verantwoordelijk ben voor de deeltaak waar ik op dat moment mee bezig ben. En dan komt een project zoals de gîte Achterom vanzelf in de klusfase 'aflakken, opruimen en inrichten' met bijbehorende energie- boost. Iedere doordeweekse avond wordt er nog zo'n 2 uur gewerkt als de kinderen in bed liggen. Vaak gaat Chris 'nog even terug' en ben ik achter de laptop te vinden voor de mail, ontdekkingskaarten en nieuwsbrief. Vragen van (potentiële) gasten inspireren tot de kaart 'Waterplezier' en een Facebook account voor de Glamping. Ontzettend leuk om uit te zoeken, maar het moet wel professioneel en klaar zijn vóór de volgende nieuwsbrief! Dat ik dat gedeelte van het werk vooral in de avonduren zou moeten doen, dat had ik niet verwacht. De afwisseling tussen de fysieke, vrij eentonige klussen overdag en de creatieve en communicatieve 'kantoorbaan' 's avonds, is prettig. Maar nu nog graag iets meer vrije tijd … !
3.
We zijn 'buitenlanders' en integreren gaat niet vanzelf. Bij het spreken van de taal zijn het accent, plaatselijke uitdrukkingen en zelfs de gebaren belangrijker dan een feilloze grammatica. Zo beledigde ik een moeder op het schoolplein toen ik haar succes wenste met het gebaar dat ik voor haar zou 'duimen'. Dat gebaar kwam over als “ik heb er mijn twijfels bij”!
Als regionale
ondernemers extra inkomsten genereren door onze komst, als je oprecht geïnteresseerd bent in de rituelen en gebruiken.. dan kweek je goodwill. Het feit dat we enkel Nederlandse gasten ontvangen, werkt tegen ons. Want draai het eens om: een Fransman die in Nederland een seizoensrestaurant begint, met een Franse menukaart en website omdat hij zich instelt op enkel Franse toeristen, is met de opmerking “Ik vind het heerlijk wonen, hier” nog niet geïntegreerd.
We delen niet het historisch besef (lees: de roddels en achterklap) van wat er de afgelopen decennia gebeurd is in het dorp Jayac met onderlinge spanningen en afgunst tot gevolg. Daar hebben we ook helemaal geen zin in, maar als je de Gendarmerie of een ambulance door het dorp ziet rijden, oogt het als desinteresse als je niet gaat informeren wat er gebeurd is. Via de vier leuke Franse gezinnen/ stellen die we nu hebben leren kennen druppelt ons inziens voldoende info en gezelligheid binnen, maar wellicht verwacht 'het dorp' nog wat extra inzet van ons. Zal ik me dan toch maar aanmelden voor de plaatselijke feestcommissie die binnenkort een 'Moules-frites' (= onbeperkt mosselen eten) organiseert? Waar we misschien helemaal nooit aan zullen wennen: 1.
De inefficiënte manier van werken van de gemiddelde Franse ambtenaar of bijvoorbeeld bankmedewerker. Het woord 'bureaucratie' dekt de lading niet. Het gaat ook over mee- en vooruit denken. Bij de bank moet je een afspraak maken en 3 formulieren ondertekenen om binnen het internetbankieren een spaarrekening te koppelen aan de lopende rekening. We zetten er ter plaatse wat geld op, maar als we dat enkele weken later online willen terugboeken, blijkt dat we een autorisatie 'alléén lezen' hebben voor onze rekening! Terug naar de bank waar dezelfde medewerker ons vertelt “Dat klopt! U moet eerst een pincode aanvragen!” terwijl hij een nieuw formulier naar ons toeschuift. Zouden er wel eens Fransen zijn die WEL een internetrekening willen openen (formulier 1 t/m 3) maar vervolgens NIET willen internetbankieren (formulier 4)? Of dat ik in de etalage van de Office de Tourisme (VVV) een reclame zie voor 12 wandeltochten voor kinderen à 30 cent (de kopieerkosten), naar binnenloop om ze aan te schaffen waarop de medewerker zegt “U bent de eerste die er om vraagt! We hebben dus nog geen kopieën gemaakt, dat ga ik meteen doen!”. Terwijl ik wacht, vraag ik “Is er ook een Engelse vertaling voor toeristen?” en hoor ik “U bent de eerste die daar om vraagt! Wat een goed idee! Dat ga ik met mijn chef bespreken!”. We blijven ons verbazen en hebben naast een 'to do lijst' ook een 'na-bel lijst'. Na 20 minuten 'merci pour votre patience' en een zichzelf herhalend liedje word ik altijd vriendelijk te woord gestaan en één stap verder geholpen maar een 'sorry' of 'dan zijn we dat vergeten” krijg ik nooit! Want blijkbaar is dit de normale gang van zaken en zijn wij degene die onze verwachtingen moeten aanpassen.
2.
Een product als foie gras (ganzenlever) is de specialiteit van de streek en als ik er niet bij nadenk hoe de eenden vetgemest worden, dan kan ik er best van genieten. Iets anders wordt het als de buurvrouw vertelt dat zij 12 ganzen gekocht heeft bij een boer en vraagt of ik zin heb haar te helpen bij het (in)maken van foie gras, paté en confit. “Dat is pas inburgering!” roept ze lachend. Dus of ik er volgend jaar weer onderuit kan komen met “Dit weekend helaas andere plannen”...?
3.
De betrokkenheid van ouders op en rond de school is minimaal. De kinderen gaan in principe met de schoolbus en dus verloopt de communicatie via een schrift: “Thije is gevallen met zijn hoofd tegen de punt van de tafel, behoeft zorg” of “Dinsdag gaan we naar het bos, graag regenjas meegeven”. Je kunt zelf ook iets vertellen of vragen maar tot een gesprek komt het niet. Er is geen 'inloop' en als je het schoolplein op stapt, hoor je “Is er een probleem?” Soms worden er vrijwilligers gevraagd voor een uitstapje, een grote schoonmaak of een feestje waarbij de docent vertelt wat er moet gebeuren en de ouders dat uitvoeren. Het komt bij buitenschoolse activiteiten wel even tot een persoonlijk contact, maar ik merk dat de kundige, duidelijke en vriendelijke docenten deze 'gelijkwaardige communicatie' niet gewend zijn.
Ik mis het mogen meedenken, gesprekspartner zijn bij belangrijke zaken op school. Zo heeft président Hollande besloten dat alle kinderen vanaf september 2013 ook (weer) op de woensdagochtend naar school moeten en dat er in het leerplan meer sport, expressie, etc. moet worden opgenomen, gefinancierd door de gemeente. Daar is in het kleine Borrèze helemaal geen budget voor! In plaats van een informatie avond voor de ouders (wie weet wat voor ideeën en mogelijkheden er zijn?) gaan de docenten samen staken. Als ik vertel over 'onze' lees- en handwerkmoeders in de klas, word ik héél raar aangekeken...! De kinderen vinden het leuk op school en maken, nu zij de taal spreken, snel veel vriendjes, die graag in ons speelkasteel komen spelen. Wat we geweldig vinden: 1.
Als eigen baas zie je ontzettend snel resultaat en gevolg van je werk. Qua klussen en verven, qua klantencontact (waar een goed antwoord op een vraag, vaak leidt tot een reservering) en qua inkoop. Chris heeft de lange termijn budgetten en inkooplijsten in zijn hoofd en terwijl hij in de bouwmarkt zijn korte termijn boodschappenlijst afwerkt pakt hij alvast de 'arrivages' (speciale aanbieding zolang de voorraad strekt..) of 'soldes' (30, 50 of 70 % korting) mee. “Die plinten zijn nu goedkoper dan wanneer ik ze straks zelf zaag uit onze tegels en dat scheelt me een dag werk, maar het is een lichtere kleur, wat denk jij?”. Waarop ik zeg “Ton-sur-ton, dat moet kunnen!” en bij een medewerker ga informeren of er in het magazijn misschien nog een doos staat. In een groot bedrijf, leidt 'voortschrijdend inzicht' tot een nieuw beleidsstuk of een vergadering. Nu roepen we elkaar ideeën toe tijdens het klussen of winkelen (de één creatief kijkend vanuit de wensen van de klant; de ander rationeel kijkend naar tijd, budget, noodzaak en veiligheid) en nemen als duo binnen enkele minuten net zo makkelijk een korte als een lange termijn besluit.
2.
Als een Fransman zegt dat hij “aan het eind van de middag op bezoek komt”, dan komt ie niet vóór 17.00 uur. Hij verwacht een aperitiefje en iets te snacken en om 20.00 uur stapt hij op, want thuis wachten hem als avondeten de restjes van de warme maaltijd van 's middags. Zo'n afspraak is, met jonge kinderen, een ideale afsluiting van de zaterdag: van 17.00 tot 20.00 uur spelen de kinderen boven of buiten, snoepen een maaltijd bij elkaar van stukjes quiche, komkommer, noten, etc. terwijl de ouders gezellig aan tafel of voor de houtkachel zitten te borrelen. We hebben bijna iedere zaterdag een 'rendez-vous', of een Bingo / Fête de crêpes (pannenkoeken) in de Salle des Fêtes. Weer thuis rollen de kids voldaan hun bed in, terwijl je zelf nog de hele avond voor je hebt. Voor een filmpje of een skype – afspraak met Nederlandse vrienden (die blijkbaar ook niet meer iedere zaterdag avond gaan stappen!). Deze gratis gesprekken duren vaak uren, zodat er tijd is voor onbenullige weetjes maar ook voor het doorvragen en uitpluizen van onderwerpen. Het is geweldig dat we op deze manier echt en intensief contact kunnen onderhouden. Het is altijd te weinig, maar het verloopt veel makkelijker dan ik had gedacht. We hebben nog geen oppas gevonden maar ook niet de behoefte om zonder de kinderen op stap te gaan. In Nederland waren we enkel in het weekend tegelijkertijd vrij en dan sleurden we de kinderen mee naar winkels en bouwmarkten. Nu doen we dat soort dingen ontspannen op de schooldagen en in het weekend ontspannen we ons 'en famille'.
3.
Het is geweldig om buiten(af) te wonen. Waar de hertjes en hazen over de weg en soms over het terrein rennen, waar 's nachts de Melkweg in een schitterende sterrenhemel zichtbaar is, waar 's ochtends de ochtendnevel, de rijp of de dauw ons opwacht op de velden. Dat de weinige voorbijgangers even zwaaien, of stoppen voor een praatje. Dat de sneeuw het dagelijkse leven lam legt en dat je zonne-energie, zeker in het voorjaar, aan den lijve ondervindt.
Samengevat zijn en worden we zeer vriendelijk ontvangen, doen we ons best om te integreren, voelen we ons op vakantie op ons eigen terrein en in ons element als eigen baas, ondanks de deadlines en bijbehorende overvolle werkweek. Er zijn Franse gewoonten die we graag anders zouden willen zien (bureaucratie, betrokkenheid op school) en er zijn rituelen en gebruiken die we prachtig vinden. De contacten met Nederland zijn in frequentie sterk gedaald, maar niet qua intensiteit en wederzijdse interesse. We zijn voorlopig nog Nederlanders-die-in-Frankrijk-wonen (volgen via uitzending gemist het NOS journaal en De Wereld Draait Door), of beter gezegd Chris-en-Loes-die-in-Frankrijk-wonen. Als we onze aard, werkwijze en interesses qua tempo, verwachtingen, zuinigheid en eetgewoonten stukje bij beetje wat kunnen ver-Fransen, maakt dat het leven op het Franse platteland waarschijnlijk NOG aangenamer.