Keesomstraat 7 Postbus 442
1 * SEP. 2015
6710 BK Ede t +31 (0)318 68 78 78
Ben. Ambt.:
f +31 (0)318 68 78 19
[email protected]
Streefdat.:
www.vanvecn.com
Afschr.
B.V.O.:
AANGETEKEND
V
Raad van Woerden
Van Veen Advocaten
t.a.v. Team ruimtelijke Plannen Postbus 45 3440 AA WOERDEN Vooruit per telefax: 0348 424 108 (zonder productie)
5.018517 mr T.J. van Veen mr C.J. van Dijk
Ede, donderdag 10 september 2015 Inzake Dossiernummer Uw referentie Doorkiesnummer Direct faxnummer E-mail
Maatschap Den Oudsten I Breeveld 246204.300/tjpg/gg
Regislratiedatum: Behandelend afdeling Afgehandeld door/op:
14/09/2015
+31 (0)318 68 78 75 +31 (0)318 68 78 10
[email protected]
mr J.S. Wurfbain mr A. RobusteUa mr H.C.W. Geffrey mr A.|. Stokkers mr B.H.M. Karens mw mr M.VV. Riezebosch
mr Tj.P. Grünbauer mr drs C.J. Tiiman mr R.F. Vonk
ZIENSWIJZE
mr R.C.H. Bruinier mr M. Blok
Geachte dames en heren,
mr W. van Dijk mw mr W. Oosterbaanvan Veen
Tot mij wendden de besloten vennootschappen J.G.A. Heus Beheer B.V. te Breukelen
mw mr A. OosterhuisBoeve
aan de Herenstraat 27 (3621 AP), en de besloten vennootschap Burgland
mr F. van Vierssen
Projectontwikkeling B.V. te Stolwijk aan 't Vaartland 10 (2821 LH).
mw mr W.F.. van Engelenhoven
Cliënten verzochten mij deze zienswijze in te dienen op het ontwerpplan "Bedrijventerrein Breeveld gemeente Woerden". Dat plan is als ontwerp ter inzage gelegd op 5 augustus 2015 zodat een zienswijze daartegen tot en met aanstaande woensdag 16 september 2015 kan worden ingediend. Deze zienswijze is dan ook tijdig ingediend. Cliënten zijn gezamenlijk eigenaar van het zg. "Den Oudsten-terrein" te Woerden (kadastraal bekend gemeente Woerden, sectie A nr. 7885), u wel bekend. Dit terrein is aangrenzend aan het plangebied van het onderhavige ontwerpplan "Bedrijventerrein Breeveld gemeente Woerden". Algemeen 1.
Cliënten willen nadrukkelijk voorop gesteld hebben dat zij als zodanig geen bezwaren hebben tegen de voorgenomen ontwikkeling van BluePrint Automation (hierna: BPA) naast het Den Oudsten-terrein. Cliënten willen de ontwikkeling niet frustreren.
f:\advocaten\giünbauer\dossieis\oudsten, den\bteeveld\246204 300 zienswijze docx
IBAN N L 8 2 R A B O 0 3 7 7 0 1 2 1 6 5
t.n.v. Stichting Beheer Derdengelden Van Veen Advocaten
KvK 09216163 I Member of Unilex
kantoormanager O. Meijnen
2.
Sterker nog: de voorbereiding van de ontwikkeling vond plaats in nauw overleg met BPA. Cliënten hebben dus belang bij het doorgang vinden van die ontwikkeling.
3.
De reden voor het indienen van deze zienswijze is gelegen in het feit dat het nu voorliggende plan voor een aantal essentiële onderdelen steunt op de voorgenomen ontwikkeling van het Den Oudsten-terrein van cliënten. Zij vrezen, op basis van hetgeen zij in het ontwerpplan lezen, wèl de lasten te moeten dragen van het voorliggende plan maar zelf maar te moeten afwachten tot haar eigen ontwikkeling zich eveneens in een ontwerpplan vertaalt.
4.
Cliënten achten dat onaanvaardbaar, nu zij reeds sedert 2003 doende zijn de locatie tot ontwikkeling te brengen. Het primaire verzoek van cliënte - weliswaar enigszins buiten de orde van een zienswijze - is dan ook dat uw Raad burgemeester en wethouders van Woerden opdraagt de beide ontwikkelingen procedureel gelijk te laten lopen.
5.
Cliënten menen dat zonder die gelijkschakeling het nu voorliggende BPA-plan niet verder in procedure kan worden gebracht. De redenen daarvoor worden hieronder toegelicht. Het zou beter zijn een alomvattend plan in procedure te brengen dat zowel de eigen ontwikkeling van cliënten op het Den Oudsten-terrein als die van BPA omvat.
6.
Cliënten menen in ieder geval dat het plan dat nu ter inzage is gelegd niet zal kunnen worden vastgesteld omdat het een hypotheek legt op het Den Oudstenterrein, zonder dat daarvoor sluitende afspraken zijn gemaakt. Zonder een bestemmingsplan voor het terrein van cliënten is de uitvoerbaarheid van het voorliggende ontwerpplan daarom niet aangetoond.
water 7.
Het verband tussen het plangebied en de voorgenomen ontwikkeling van cliënte wordt zichtbaar op pagina 31 van de toelichting van het ontwerpplan. Het gaat daar over het industrielawaai waar wordt gesproken over de afstandscontour van 50 m die deels valt buiten de westzijde van de planlocatie. Dan spreken wij over het Den Oudsten-terrein. Reeds daarmee is gegeven dat het plangebied "Breeveld" niet los van het terrein van cliënten kan worden gezien.
8.
Cliënten stemmen in met de eerste alinea van paragraaf 4.8 op pagina 36 van de toelichting. De waterhuishouding dient inderdaad op een integrale wijze te worden benaderd. De watertoets is een instrument om deze integrale benadering vorm te geven en om het watersysteem gezamenlijk op orde te krijgen.
brief d.d. donderdag 10 september 2015 Inzake : Maatschap Den Oudsten I Breeveld blad 2 1 5 f:\advocaten\grünbauer\dossiere\oudsten, den\breeveld\246204.300 zienswijze.docx
9.
Op pagina 39 komt de inhoud van de watertoets aan de orde nu het ontwerpplan een aanzienlijk groter verhard oppervlak mogelijk maakt met gevolgen voor het watersysteem. In het onderhavige geval betreft de toename aan verhard wateroppervlak circa 31.000 m2.
10.
Op pagina 41 wordt gesproken over de waterberging en wordt vastgesteld dat compensatie van extra verharding plaats dient te vinden. In de daaropvolgende zinnen wordt gesproken over het verbreden en verlengen van de watergangen langs de randen van het plangebied en over een bufferstrook aan de west- en noordzijde van het geplande pand in de vorm van een verdiept aan te leggen calamiteitenweg.
11.
Hierbij blijft echter onvermeld dat een gedeelte daarvan nodig is aan de westzijde in de vorm van een verbrede watergang en een aan te leggen plan- drasgebied. Ik verwijs naar de memo van advies van Laneco d.d. 23 juli 2015 welke hierbij als productie 1 over wordt gelegd. Het gaat daarbij niet alleen om de inrichtingseisen van de groenzone ten behoeve van de ransuil maar het gaat daarbij tevens om een bijdrage aan de opgave voor wateropvang. In deze memo wordt ook inzichtelijk dat de gebieden aan elkaar grenzen en niet van elkaar los te zien zijn.
12.
Op pagina 43 wordt inzichtelijk dat indien de maximale variant wordt gerealiseerd welke evenwel reeds thans in het plan mogelijk wordt gemaakt - de groene zone tussen de geplande woningbouwlocatie op het Den Oudsten-terrein van cliënte noodzakelijk wordt. Daarmee is gegeven dat het ontwerpplan zonder een sluitende regeling voor het Den Oudsten-terrein niet kan worden vastgesteld.
13.
Cliënten stellen vast dat de voldoende waterberging op het voorliggende plan "Breeveld" dus afhankelijk is van haar eigen plannen op het Den Oudsten-terrein. Daarom kan dat niet zelfstandig gezegd worden van het nu voorliggende ontwerpplan van BPA. Het ontwerpplan weegt de belangen dan ook niet evenwichtig af en ordent de ruimte niet goed, nu het zich afhankelijk stelt van een andere ontwikkeling die nog niet gezekerd is.
14.
Onder die omstandigheden kan het plan niet worden vastgesteld.
Flora en fauna 15.
In de toelichting wordt vanaf pagina 48 gesproken over flora en fauna. In paragraaf 4.11.2 op pagina 49 wordt gesproken over de quickscan flora en fauna welke als bijlage bij de stukken is opgenomen.
brief d.d. donderdag 10 september 2015 Inzake : Maatschap Den Oudsten I Breeveld blad 3 1 5 f:\advocaten\gmnbauer\dossiers\oudsten, den\breeve)d\246204.30O zienswijze.docx
16.
Kort en goed leiden de geplande ontwikkelingen binnen het plangebied tot aantasting van essentieel foerageergebied van onder meer de ransuil. Daartoe zijn mitigerende maatregelen noodzakelijk die worden uitgewerkt in een projectplan.
17.
'De vragen of voor de uitvoering van het bestemmingsplan
een vrijstelling
geldt,
danwel een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet nodig is en zo ja, of deze ontheffing kan worden verleend, komen in beginsel pas aan de orde in de procedure op grond van de Flora- en faunawet. Dat doet er echter niet aan af dat de Raad het plan niet heeft kunnen vaststellen, indien en voor zover hij op voorhand in redelijkheid had moeten inzien dat de Flora- en faunawet aan de uitvoerbaarheid
van het plan in de weg staať . Deze tekst is een standaard
overweging van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, onder meer (maar niet uitsluitend) in de uitspraak van de Raad van State d.d. 12 februari 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:442, r.ov.32.2). 18.
De vraag die hier dan ook aan de orde is, is of uw Raad met de gegevens die thans voorhanden zijn in de redelijkheid kan vaststellen of de Flora- en Faunawet aan de uitvoering van het plan in de weg staan c.q. of de mitigerende maatregelen die ingevolge de quickscan noodzakelijk zijn wel uitvoerbaar zijn binnen het plan.
19.
Op dit moment is die uitvoerbaarheid op geen enkele wijze gezekerd!
20.
Zoals uit de memo van Laneco d.d. 23 juli 2015 duidelijk wordt, zijn de mitigerende maatregelen in het kader van de bescherming van het fourageergebied van de ransuil afhankelijk van de uitvoering daarvan op het Den Oudsten-terrein.
21.
W aar thans onduidelijk is of die ontwikkeling van cliënten van de grond zal komen en bovendien de realisatie van de groenzone in het kader van het nu voorliggende plan niet kan worden afgedwongen, staat in redelijkheid thans niet vast dat voldoende mitigerende maatregelen kunnen worden genomen, zodat de Flora- en faunawet in de weg staat aan realisering van het plan.
22.
Onder die omstandigheden kan het plan niet worden vastgesteld.
Slot 23.
Het is op basis van de bovengenoemde argumenten dat cliënten menen dat het plan in de huidige omstandigheden niet kan worden vastgesteld, zolang hun eigen ontwikkeling voor het Den Oudsten-terrein daarin niet is meegenomen. De plannen dienen gelijk op te lopen.
brief d.d. donderdag 10 september 2015 Inzake : Maatschap Den Oudsten I Breeveld blad 4 i 5 f:\advoca1en\grunbaueAdossiers\oudsten den\breeveld\2462O4.30O zienswijze docx
24.
Cliënten verzoeken u dan ook de vaststelling van het plan aan te houden totdat ook het ontwerp voor het Den Oudsten-terrein de procedure heeft doorlopen en dan gelijktijdig daarmee kan worden vastgesteld.
25.
Zolang het eigen plan van cliënten echter niet wordt vastgesteld stellen cliënten vast dat de uitvoerbaarheid van het voorliggende plan niet gezekerd is en dat het plan dus niet kan worden vastgesteld.
advocaat-gemachtigde
productie 1 - adviesmemo Laneco
brief d.d. donderdag 10 september 2015 Inzake : Maatschap Den Oudsten I Breeveld blad 5 / 5 f \advocaten\grünbauertdossiers\oudsten. den\breevetd\246204 300 zienswijze doe»
PRODUCTIE 1
V
Van Veen Advocaten
Ti
FLaneco
Landschaps ói Ecologisch Advies
memo aan:
Adviescentrum Metaal/Burgland Projectontwikkeling
van:
Laneco
Datum
13 juli 2015
Betreft:
Eisen inrichting groenzone ten behoeve van Ransuil
1
Inleiding
In Woerden zijn twee naast elkaar gelegen ontwikkelingen voorgenomen. Enerzijds wordt op het voormalige Den Oudsten terrein een woonlocatie ontwikkeld. Anderzijds wordt op het Breeveldterrein een nieuwe hal ontwikkeld voor Blueprint Automation.
Op beide
terreinen is sprake van aantasting van foerageergebied van de ransuil. Beide partijen zoeken s a m e n naar een oplossing voor de invulling van nieuw foerageergebied die ook een bijdrage kan leveren aan de wateropvang opgave.
ft
Ligging van de planlocaties met daartussen de groenzone (tekening Buro SRO, 2015) In deze memo wordt omschreven aan welke voorwaarden de inrichting moet voldoen om te kunnen dienen als foerageergebied voor de ransuil.
l^fSLT\6C0
Mastbos 25, 6718 HA Ede
Landschaps i Ecologisch Advies
tel: 06 - 336 862 310
[email protected]
www.laneco.nl
2
Eisen inrichting
De volgende eisen worden gesteld aan de inrichting van de groenzone: De zone dient overal minimaal 10 meter breed te zijn. De groenzone tussen het plangebied en het oostelijk gelegen terrein dient aangelegd te worden voorafgaand aan het aantasten van het huidige foerageergebied (fasen 2 en 3 voor Breeveld), zodat de ransuil de mogelijkheid heeft om uit te wijken. De groenzone dient te bestaan uit grove structuurrijke elementen met overgangen van opgaande naar ruigte vegetatie; dus overgangen van struiken en bomen naar grassige extensief beheerde bermen. Een voorbeeld van een eindbeeld van een geschikte inrichting van deze groenzone is weergegeven in onderstaande afbeelding. Waar
geen
gesloten
bos is gepland,
dienen
wel
bosjes
meidoorn/sleedoorn met wat rozen te staan (tussenruimtes +Į-
of
lijnelementen
van
5-10 meter).
De gebruikte bomen kunnen het beste bestaan uit "natte" soorten gezien de inrichting als pias-dras zone zoal s zwarte el s, schietwilg, fladderiep en zomerl inde. De daar
onder
beplanting
groeiende
zoal s meidoorn,
struikl aan moet gel derse
roos,
bestaan uit
bes- en
sporkehout,
wil de
b l oemdragende
roos (heggeroos,
hondsroos, bosroos), struikwil g (bv boswil g), kardinaa l smuts, mispel , wegedoorn e n lijsterbes (gebruik bij voorkeur bepl anting van inheemse oorsprong en biol ogische teelt). De pias-dras zone mag voor niet meer dan l C / o l anger dan enke l e dagen achtereen blank staan. Het is aan te bevel en de bodem zo vorm te geven dat enkel e poel en gerealiseerd worden die het water l anger vasthouden (l eem op de bodem, en de overige pias-dras zones afl opend naar de poel ) (positief voor insecten, en daarmee voor kl eine dieren die weer prooi voor de ransuil zijn). De pias-dras zone moet worden ingezaaid met een gevarieerd kruidenmengsel
wat
bestand is tegen 2 keer per j a a r maaien en afvoeren en geschikt is voor een natte, kleiige bodem. De grassige del en
moeten
1-2
keer per j a a r
middel s hooil andbeheer
(maaien,
afvoeren en niet zuigen) worden beheerd. Minimaal l Ũ - 2 0 % mag maar 1 keer per jaar
in
het
vroege
voorjaar
worden
gemaaid
(jaar l ijks
wissel en)
(dit
beheer
vastleggen met g e m e e n t e ) . Verlichting mag in geen geval
richting de groen zone uitstral en. Gebruik van de
groenzone af gerichte armaturen zonder l ichtspreiding buiten het doel bereik. Het detail ontwerp voor de groenzone dient te worden goedgekeurd door een ter zake kundig ecol oog.
İ*Laneco
Landschaps à Ecologisch Advies
Mastbos 25, 6718 HA Ede tel: 06 - 336 862 310
[email protected] www.laneco.nl
I
it
4Ú
we.
áre .«I
open veld
J
zoom
;
mantel
;
gesloten bos
Voorbeeld van een gewenst eindbeeld van de groenzone tussen het plangebied en het oostelijk gelegen terrein.
İ*Laneco Landschaps ĥ Ecologisch Advies
Mastbos 25, 6 7 1 8 HA Ede tel: 06 - 336 862 310
[email protected] www.laneco.nl