Voorwoord.
Pagina 1
Certificering. Persoonscertificering geschiedt op basis van EN 45013, geautoriseerd door KIWA. •
BVO® en BVO® + voor Werknemers.
•
BVO-Masterclass® voor Leidinggevenden.
Examen BVO®. De BVO® -cursus wordt afgesloten met een examen. Dat kan zijn: • Een schriftelijk examen niv. 2/3 • Een beeldexamen niv.1/2 • Een mondeling examen niv. 0/1 • Een (mondeling) deel examen niv. 0/1 Het examen wordt afgenomen door examinatoren van het Wellantcollege, welk is benoemd door KIWA en voldoet aan de eisen van het Ministerie van OCW als erkende exameninstelling. De examinator is een docent uit het hoveniers- of cultuurtechnisch vak. Iedereen die het examen behaalt, krijgt het persoonsgebonden BVO®-certificaat. De BVO®, BVO® + en BVO® Masterclass certificaten zijn het bewijs dat het bedrijf en de medewerkers aandacht besteden aan veilig werken.
vanBijsterveldt&Daamen© Training en Advies BVO®
Inhoudsopgave.
Pagina 2
Inhoudsopgave.
Pagina
Voorwoord
3, 4, 5
Hoofdstuk 1. Risico’s in het groen. 1.0 Risico’s. 1.1 Hoe groot is een risico? 1.2 Oorzaken van risico’s. 1.3 Opheffen van risico’s. 1.4 Risico’s verminderen. 1.5 Registratie (bijna) ongevallen. 1.6 Hulpverlening. Oefen examenvragen Risico’s in het groen.
9 10 11, 12 13 14 15, 16 17 18, 19
Hoofdstuk 2. Arbo-wetgeving. 2.0 Arbo-wetgeving. 2.1 Doel Arbo-wet. 2.2 Verplichtingen Arbo-wet. 2.3 RI&E. 2.4 PvA. 2.5 Voorlichting, werkoverleg en scholing. 2.6 Arbo zorgsysteem. 2.7 Arbodienst. 2.8 Bedrijfsarts. 2.9 PAGO. 2.10 Ziekteverzuimbeleid. 2.11 Bedrijfshulpverlening (BHV). 2.12 Preventie medewerker. 2.13 Arbeidsinspectie. 2.14 Boetes arbeidsinspectie. 2.15 Overige wetten. Oefen examenvragen Arbo-wetgeving.
20 21, 22 23 23 24 24 25 26 26 26 26 27 27 28, 29 29, 30 31 32, 33
Hoofdstuk 3. Preventie bij (milieu)gevaarlijke stoffen. 3.0 Preventie bij (milieu)gevaarlijke stoffen. 3.1 Herkenning. 3.2 Vergiftiging. 3.3 Gevolgen vergiftiging. 3.4 Betekenis van de etiketten. 3.5 Opname van gevaarlijke stoffen. 3.6 Besloten ruimten. 3.7 Brand en blusmiddelen. 3.8 Brand. 3.9 Explosiegevaar. 3.10 Blusmiddelen. 3.11 Keuring blusmiddelen. 3.12 BHV. 3.13 Spuitlicentie. 3.14 Opslag gevaarlijke stoffen. Oefen examenvragen Gevaarlijke stoffen.
34 34, 35 36 37 38 39, 40, 41 42, 43 44 45 45 46, 47, 48 48 48 49 49 50, 51
vanBijsterveldt&Daamen© Training en Advies BVO®
Inhoudsopgave.
Pagina 3
Pagina
3.15
Oefen examenvragen Blusmiddelen, Brand en Explosie. Oefen examenvragen Besloten Ruimten . Veiligheid informatieblad: Opslag en vervoer brandstoffen.
52, 53 54, 55 56
Hoofdstuk 4. Veilig werken langs de weg. 4.0 Openbare wegen. 4.1 Richtlijn werk in uitvoering (WIU). 4.2 Verantwoordelijkheden en verplichtingen. 4.3 Arbobesluit en verantwoordelijkheden. 4.4 Wegbeheerder. 4.5 Afzetmaterialen. 4.6 Te nemen verkeersmaatregelen. Voorbeeld wegafzetting volgens CROW 96b. 4.7 Persoonlijke beschermingsmiddelen. Oefen examenvragen Veilig werken langs de weg.
57 58 58, 59 60 61 61, 62, 63 63 64 65 66, 67
Hoofdstuk 5. Arbeidsmiddelen: motorisch en elektrisch. 5.0 Arbeidsmiddelen: motorisch en elektrisch. 5.1 Gebruik arbeidsmiddelen. 5.2 Keuring arbeidsmiddelen. 5.3 CE-markering. 5.4 Pictogrammen. 5.5 Elektriciteit. 5.6 Veiligheidsbladen Arbeidsmiddelen. 5.6 Veiligheid Informatiebladen Arbeidsmiddelen. Voorbeeld: Haakse slijper (elektrisch). Voorbeeld: Motorkettingzaag (tophandle). 5.7 Keuringsformulier. 5.8 Uitlaatgassen. 5.9 Lawaai. 5.10 Trillingen. Oefen examenvragen Arbeidsmiddelen.
68 68 69 70 70 71 72 72 73 74 75 76 77 78, 79 80, 81
Hoofdstuk 6. Handgereedschappen. 6.0 Handgereedschappen. Oefen examenvragen Handgereedschappen.
82, 83 84, 85
Hoofdstuk 7. Grote machines. 7.0 Grote machines. 7.1 (Rij)bewijs. 7.2 CE-markering en pictogrammen. 7.3 Grote machines en hun kenmerken. 7.4 Ergonomie en veiligheid. 7.5 Aanbouwen van werktuigen. 7.6 Graafwerkzaamheden. 7.7 Hijswerkzaamheden. 7.8 Keuring algemeen. 7.9 Veiligheid informatieblad: Trekker. 7.10 Veiligheid informatieblad: Houtversnipperaar. Oefen examenvragen Grote machines.
86, 87 87 88 88, 89 90 91 92, 93 94, 95 95 96 97 98, 99
vanBijsterveldt&Daamen© Training en Advies BVO®
Inhoudsopgave.
Pagina 4
Pagina Hoofdstuk 8. Fysieke belasting. 8.0 Fysieke belasting. 8.1 Tillen, dragen en verplaatsen. 8.2 Aandoeningen. 8.3 Gewicht. 8.4 Risico’s verminderen. 8.5 Hulpmiddelen. 8.6 Draagstellen. 8.7 Inrichting van de werkplek. Oefen examenvragen Fysieke belasting.
100 101 102 102 103 104 104 105 106, 107
Hoofdstuk 9. Werken op hoogte. 9.0 Werken op hoogte. 9.1 Boomverzorging. 9.2 Hulpmiddelen boomverzorgers. 9.3 Hoogwerker en telescoopkraan. 9.4 Valbeveiliging. 9.5 Keuring van de materialen. 9.6 Ladders en steigers. Oefen examenvragen Werken op hoogte.
108 108 109 110, 111 112 113 113, 114, 115 116, 117
Hoofdstuk 10. Persoonlijke beschermingsmiddelen. 10.0 Persoonlijk beschermingsmiddel. 10.1 Verplichtingen. 10.2 Gebruikershandleiding. 10.3 CE-markering. 10.4 Pictogrammen. 10.5 Juiste toepassing en voorbeelden. 10.6 Onderhoud. Oefen examenvragen PBM’s.
118 118 119 119 119 120, 121, 122 123 124, 125
Hoofdstuk 11. Stedelijk groen, bos en natuur. 11.0 Stedelijk groen, bos en natuur. 11.1 Ziekte van Lyme. 11.2 Vossenlintworm. 11.3 Uitwerpselen. 11.4 Eikenprocessierups. 11.5 Hepatitis B. 11.6 RSI. 11.7 Stormschade. 11.8 Biologische agentia. Oefen examenvragen Stedelijk groen, bos en natuur.
126 127 128 128 129 130 130 131 132 133, 134
BIJLAGEN: I. Folder Nederlandse vereniging voor Lyme patiënten. II. Lijst met afkortingen. III. Diverse gebruikte termen/woorden. IV. Foto’s en broninformatie. V. Antwoordenblad oefen examenvragen.
135 136 137 138 139, 140
vanBijsterveldt&Daamen© Training en Advies BVO®
Hoofdstuk 1. Risico’s in het groen.
Pagina 5
Risico = Kans
1.1 Hoe groot is een risico? Om in te schatten hoe groot een risico is, kijken we naar: • •
De kans dat het fout kan gaan, en het effect, het gevolg van die fout.
x Effect
Een risico van werken langs of op de openbare weg is dat je wordt aangereden. Wanneer is deze kans groot? Waarom? ………………………………………. ………………………………………. ………………………………………. ………………………………………. Wanneer is deze kans kleiner? Waarom? ………………………………………. ………………………………………. ………………………………………. ……………………………………….
Wanneer is het effect (het gevolg) van een aanrijding groter? Waarom? ………………………………………. ………………………………………. ………………………………………. ……………………………………….
vanBijsterveldt&Daamen© Training en Advies BVO®
Pagina 6
Hoofdstuk 3. Preventie bij (milieu)gevaarlijke stoffen.
3.2 Vergiftiging. Acute vergiftiging. Je krijgt in één keer veel giftige stof in je lichaam. • Je wordt direct heel erg ziek. • Vaak is herstel mogelijk. •
Voorbeeld: te veel pillen slikken (overdosis).
Chronische vergiftiging. Je krijgt regelmatig een klein beetje gif binnen. • Na jaren is er zoveel gif in het lichaam opgeslagen dat je er echt ziek van kunt worden. • Herstel gaat vaak erg moeilijk en duurt erg lang. •
Voorbeeld: 10 jaar lang gif spuiten, elke keer beetje bij beetje gif in je lichaam krijgen.
Schildersziekte OPS (Organisch PsychoSyndroom)
vanBijsterveldt&Daamen© Training en Advies BVO®
Pagina 7
Hoofdstuk 3. Preventie bij (milieu)gevaarlijke stoffen.
Poederblusser. • Metalen • Vaste stoffen. • Gassen. • Vloeistoffen. • Geven veel blusschade. Sproeischuimblussers. Vaste stof. Vloeistoffen. Milieuvriendelijk.
• • •
3.11 Keuring blusmiddelen. Jaarlijks moeten alle blusmiddelen gekeurd worden. Ook wanneer je een blusmiddel hebt gebruikt, moet deze eerst weer gekeurd worden. Er wordt ook gecontroleerd of de blusmiddelen wel bereikbaar zijn. Er mogen nooit spullen voor gezet worden. Branddeuren en nooduitgangen mogen nooit geblokkeerd worden!
3.12 BHV. De Bedrijfshulpverleners (BHV-ers) moeten opgeleid zijn in het blussen van kleine, beginnende brandjes. Bij brand moet je naar hen luisteren! Dit geldt voor alle personeelsleden.
vanBijsterveldt&Daamen© Training en Advies BVO®
Pagina 8
Hoofdstuk 4. Veilig werken langs de weg.
Verkeerskegels worden voor langsafzettingen gebruikt wanneer er wegwerkers aan het werk zijn. De verkeerskegels hebben een hoogte van 75 cm. en zijn er in 2 uitvoeringen: oranje fluorescerend en rood-wit retro reflecterend klasse 2. Bij slecht zicht (regen, mist, enz.) mogen alleen de rood-wit retro reflecterende verkeerskegels gebruikt worden. Er zijn ook kleine verkeerskegels van 50 cm. hoog. Deze mag je alleen gebruiken tijdens markeringswerkzaamheden (lijnen trekken). Geleidebakens hebben een hoogte van 100 cm. Wanneer het werk langer duurt dan 1 dag, plaats je deze geleidebakens. Het is de bedoeling dat je tunnelvorming krijgt wanneer je geleidebakens benadert. Waarschuwingshekken worden gebruikt als beginpunt van een afzetting. Vaak worden deze geplaatst om wegen geheel of gedeeltelijk af te sluiten. Er zijn 2 maten waarschuwingshekken, groot hek 250 cm. lang en 100 cm. hoog, of een klein hek 150 cm. lang en ook 100 cm. hoog. Het kleine hek mag geplaatst worden wanneer er niet genoeg ruimte is om het grote hek te plaatsen. De blokmaat op de hekken zijn 20 cm. hoog en 50 cm. lang. De buitenkant van het waarschuwingshek is altijd rood en voorzien van minimaal klasse 2 retro reflecterend materiaal. Er mag geen reclame van bijvoorbeeld een aannemer op zijn geplaatst.
vanBijsterveldt&Daamen© Training en Advies BVO®
Hoofdstuk 4. Veilig werken langs de weg.
Pagina 9
Waarschuwingswagens, ook wel actiewagens genoemd, worden ingezet als rijdende afzetting en soms bij kort durende statische (stilstaande) werkzaamheden. Denk hierbij aan verschillende werkzaamheden zoals het maaien van bermen, papier prikken of reparatiewerkzaamheden van asfalt. De actiewagens kunnen op verschillende manieren worden ingezet: • Stationair in de berm. • Op een aanhanger. • Op een zelfrijdend (werk)voertuig . • Op een mobiele rijstrookindeling. Afhankelijk van het soort werkzaamheden zal er een bijbehorende actiewagen met de juiste afmetingen en bebording ingezet worden.
4.6 Te nemen verkeersmaatregelen. Afhankelijk van waar je werkt zal je de juiste maatregelen moeten nemen. Bij werk in uitvoering (WIU) kan je de juiste maatregelen terug vinden in de handleiding van het CROW 96a/b. Voor werkzaamheden in de openbare ruimte betekent dat vaak dat men de richtlijnen hanteert uit WIU 96b. Hierin staan: • Maatregelen naast de rijbaan. • Maatregelen op de rijbaan. • Maatregelen op kruispunten & rotondes. • Maatregelen op fietspaden & voetpaden. (Zie voorbeeld volgende bladzijde).
vanBijsterveldt&Daamen© Training en Advies BVO®
Hoofdstuk 4. Veilig werken langs de weg.
Pagina 10
4.7 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s). Tijdens werkzaamheden aan openbare wegen ben je verplicht om signaalkleding te dragen. De werkgever moet deze beschikbaar stellen en de werknemer heeft de plicht om ze te gebruiken en te onderhouden. De persoonlijke beschermingsmiddelen moeten voldoen aan de huidig gestelde eisen en voorzien zijn van een NEN-EN norm 471 pictogram en CE-markering (gebruiksaanwijzing in de eigen taal zodat iedereen deze kan lezen). De gebruiksaanwijzing geeft aan voor welk werk de PBM’s gebruikt kunnen worden en hoe ze onderhouden moeten worden. Voor veilig werken aan openbare wegen betekent dit signaalkleding met de daarbij behorende kwalificatie 2 of 3. Er zijn 3 verschillende klassen signaalkleding, uitgevoerd met fluorescerend materiaal (overdag) of retro reflecterend materiaal (‘s avonds en ’s nachts): Klasse 1 (boswerk). Klasse 2 (binnen en buiten de bebouwde kom). • Klasse 3 (autosnelwegen). • •
Houd je aan het wasvoorschrift! Hoe hoger de klasse, hoe veiliger de kwalificatie!
vanBijsterveldt&Daamen© Training en Advies BVO®
Hoofdstuk 5. Arbeidsmiddelen: motorisch en elektrisch.
Pagina 11
5.3 CE-markering. Met ingang van 1 januari 1995 moeten alle arbeidsmiddelen voorzien zijn van een CE-markering. Dit wil zeggen dat de arbeidsmiddelen Conform Europees geldende veiligheidsrichtlijnen voldoen. Of je nu een arbeidsmiddel in Nederland, België of Duitsland koopt, er moeten dezelfde veiligheidsvoorzieningen op/aan het arbeidsmiddel zitten.
5.4 Pictogrammen. Aan pictogrammen kun je vaak herkennen welke de risico’s zijn en welke maatregelen je moet treffen om de risico’s zoveel mogelijk te verkleinen of weg te nemen.
105
Het belangrijkste pictogram is: ‘Lees de gebruikershandleiding’. Hier staat in omschreven wat volgens de fabrikant de veiligste en beste manier is om een arbeidsmiddel te gebruiken. De fabrikant sluit door middel van de gebruikershandleiding ook de aansprakelijkheid uit van eventueel verkeerd gebruik van het arbeidsmiddel. Andere pictogrammen kunnen zijn: • Geluid. • Draaiende delen. • Stroom. • Bewegende messen. • PBM (Persoonlijke beschermingsmiddelen).
vanBijsterveldt&Daamen© Training en Advies BVO®