2014
1
1. Inleiding Bij het schrijven van dit jaarplan is het te vroeg om al de resultaten van 2013 te kunnen aangeven. We geven in dit plan wel een stevige indicatie, die we natuurlijk in ons jaarverslag verder zullen uitwerken. Het is wel duidelijk dat externe factoren, overigens al ingezet in 2012, een sterke invloed hebben gehad op Arcus in 2013. We doelen daarmee op de ontwikkelingen op het gebied van re-integratie, inburgering, educatie-activiteiten en contractactiviteiten. Dit heeft zelfs tot gevolg gehad dat we ons strategisch beleid (2011-2015) bij hebben gesteld. Daarnaast hebben we in 2013 flink gewerkt aan de versterking van de grip op de bedrijfsvoering. De resultaten daarvan zijn zichtbaar. Op onderwijsgebied zijn de voorbereidingen voor de invoering van Focus op Vakmanschap en ook Passend Onderwijs in volle gang. Dit ondanks de naar onze mening teleurstellende voortgang van een aantal daarvoor landelijke noodzakelijke ontwikkelingen. Inmiddels is de wetgeving voor FOV beide kamers gepasseerd; de minister heeft echter moeten besluiten dat de nieuwe kwalificatiedossiers, bij gebrek aan kwaliteit, niet door haar vastgesteld kunnen worden en dus uiterlijk in 2016 ingevoerd zullen worden. Daarmee is tegen onze wens en die van een groot deel van de MBO-sector gekozen voor een dubbele ingrijpende verandering in de curricula van de opleidingen binnen enkele jaren. Eerst de invoering van de 1000- uren norm in de bestaande curricula en daarna de invoering van de nieuwe dossiers. De besluitvorming in Zuid-Limburg over het techniekonderwijs heeft veel aandacht gevraagd. De problematiek is complex gebleken, zowel inhoudelijk alsmede door de vele soms tegenstrijdige belangen van de diverse stakeholders. Maar in het laatste kwartaal zijn grote stappen gezet. Goed nieuws is de voortgang van de nieuwbouw aan de Valkenburgerweg. Medio 2013 is gestart met het programma inhuizing Campus, met als doel de organisatie, de inrichting van de faciliterende diensten en de bedrijfsprocessen medio 2014 klaar te hebben voor de verhuizing en verder optimaal de voordelen van de nieuwbouw te kunnen benutten. Een ding is duidelijk: 2014 is een jaar, waarin een groot aantal veranderingsprocessen tegelijk uitgevoerd moet. worden. Dit zal veel van onze medewerkers vergen. We zullen echt “alle hens aan dek” moeten hebben. Communicatie over onze prioriteiten en onze keuzes is erg belangrijk. De nieuwsbrieven over onder andere de nieuwbouw en FOV, maar ook de bezoeken aan de units passen hierin. Maar vooral zullen het bestuur en het management zelf het goede voorbeeld moeten geven: prioritering en focussen is absoluut noodzakelijk. Daarbij zullen we moeten accepteren, dat datgene wat geen prioriteit krijgt, pas weer in 2015 verder opgepakt kan worden. Dus kiezen we ervoor om de volgende onderwerpen prioriteit te geven in 2014: 1. Focus op Vakmanschap en passend onderwijs 2. Macrodoelmatigheid 3. Inhuizing: het programma Arcus Campus 4. Educatie en de contractactiviteiten 5. HRM: professionalisering van de organisatie en langere termijn personeelsvoorziening 6. Bedrijfsvoering In de tekst van het jaarplan zullen we conform de wijze waarop we ook al het jaarverslag 2012 hebben ingericht per onderwerp de volgende indeling hanteren: / positionering in het, op sommige punten aangepast, strategisch beleid (2011-2015); / doelen en voorziene resultaten 2013; / doelen 2014; / doorkijk naar 2015.
2
3
1. Focus op Vakmanschap en Passend Onderwijs 1.1 Strategisch beleid (2011-2015) In ons strategisch beleid (2011-2015) hebben we aangegeven, dat de kwaliteit van ons onderwijs moet staan als een huis. We hebben daarbij de volgende doelen expliciet aangegeven. / de verdere invoering van de nieuwe kwalificatiestructuur; / de verdere invoering van de nieuwe eisen op het gebied van taal en rekenen; / de verdere verbetering van de kwaliteit in de breedte van ons onderwijs; / excellentie op een viertal terreinen; / de toegankelijkheid van Arcus: iedereen is als deelnemer welkom bij Arcus. Deze doelen zijn ook na de aanpassing van ons strategisch beleid (2011-2015) onveranderd. In 2014 wordt prioriteit gegeven aan die onderdelen van Focus op Vakmanschap die vanaf 1 augustus 2014 wettelijk ingevoerd moeten zijn.
1.2 Doelen en voorziene resultaten 2013 Voorbereiding Focus op Vakmanschap Wij hadden als doel om de nieuwe kwalificatiedossiers in het eerste leerjaar van de BOL- en de BBL-opleidingen met ingang van 1 augustus 2014 in te voeren. In 2013 heeft de minister echter besloten de invoering van Focus op Vakmanschap te faseren, waardoor in 2014 invoering van Focus op Vakmanschap met de bestaande en dus niet vernieuwde kwalificatiedossiers zal plaatsvinden. Een deel van de in het jaarplan voorgenomen voorbereiding op FOV – de aanpassing van curricula aan de nieuwe kwalificatiedossiers heeft dus niet kunnen plaatsvinden. Wat hebben we wel gedaan. / Onze onderwijsvisie, verwoord in kapstok 3 is voorbereid en conform het professioneel statuut in de organisatie besproken. Deze zal voor het eind van 2013 aan de OR worden aangeboden. / Vanaf schooljaar 2013-2014 hebben alle BBL curricula 200 uur begeleide onderwijstijd (BOT) in het eerste leerjaar. / Elke unit heeft vanaf medio 2013 een onderwijskundig medewerker, die ondersteunt bij de invoering van FOV. / De kaders om per schooljaar 2014-2015 voor het eerste jaar BOL over te gaan van 850 uur onderwijs per jaar naar 1000 uur zijn in kaart; bovendien zijn de noodzakelijke veranderingen per afdeling duidelijk. / Het kwaliteitsbeleid is verder uitgewerkt en vastgesteld Belangrijk punt daarbij is dat we besloten hebben, dat we systematisch onze onderwijsafdelingen extern zullen laten auditen. We gaan daarbij risicogericht te werk en een keer in de vier jaar wordt elke afdeling ge-audit. In 2013 zijn we daar al mee gestart. We sluiten daarmee ook de PDCA cyclus echt op kwaliteitszorg.
Verbetering van de begeleiding van onze studenten / De tweede lijn begeleiding is vanaf begin 2013 ondergebracht bij Stip en er is een aangepast begeleidingsconcept ontwikkeld. Dit is nog niet breed besproken in de organisatie. / de aanpassingen voor passend onderwijs en toelating voor schooljaar 2014-2015 zijn bekend, voorbereiding is in volle gang en op tijd klaar voor implementatie.
4
/ het is nog niet duidelijk of het doel vermindering ongeoorloofd verzuim door verbetering verzuim begeleiding door mentoren en tweede lijn en de kwaliteit van de verzuimmeldingen gehaald wordt. / er is een maatwerk scholingstraject voor mentoren en docenten. De doelstelling om tenminste alle beginnende mentoren te laten deelnemen wordt waarschijnlijk niet gehaald. Wel is er meer vraaggericht gewerkt aan de ontwikkeling van teams bij begeleiding en het vergroten van het handelingsrepertoire van docenten in de klas.
VSV en rendementen Goed nieuws is dat de diplomaresultaten in het schooljaar 2012-2013 sterk zijn verbeterd. Bij de niveaus 2,3 en 4 zitten we nu boven de norm. Alleen bij de niveau 1 opleidingen constateren we een stijging, maar zitten we nog onder de landelijke norm. Over het percentage Vroegtijdig Schoolverlaters hebben we nog geen precieze gegevens. We kunnen al jaren constateren, dat we het op dit punt nog niet goed doen. Er zijn geen redenen te veronderstellen, dat hier een significante verbetering heeft plaats gevonden. Bij ons hoog VSV cijfer spelen ook externe factoren een rol. In het jaarverslag zullen we daar uitgebreid op in gaan.
1.3 Doelen 2014 Inschrijving en toelating - we hebben ons inschrijvingsproces en toelatingsbeleid aangepast aan de nieuwe wetgeving en passend onderwijs, aan de resultaten van de evaluatie van de inschrijving 2013-2014 en de Arcus-kaders, zoals verwoord in kapstok 3. 1. Wetgeving / Alleen leerlingen met een diploma-VMBO of gelijkwaardig of hoger zijn toelaatbaar in de Mbo-opleidingen. / Toelating tot de entree-opleidingen is alleen mogelijk zonder diploma VMBO. / Toelating tot deeltijd BOL-opleidingen stopt met ingang van schooljaar 2014. / Voor 1 februari beleid m.b.t. eisen ongediplomeerde instroom in niveau 2 en hoger. 2. Passend onderwijs Wij zorgen voor maatwerkinschrijving voor die leerlingen die onder passend onderwijs vallen (in principe de leerlingen voor wie dat ook in het VMBO gold) 3. Evaluatie inschrijving 2013-2014 Wij handhaven ons uitgangspunt “Arcus is nooit vol”, maar wij bepalen uiterlijk 1 april 2014 de kaders voor de instroommogelijkheden in de reguliere BOL-opleidingen na de start van het schooljaar. Instroom na de start van het schooljaar blijkt problematisch, zowel voor de studenten zelf als voor de continuïteit en de rust van de onderwijsprocessen. Studenten die zich daarna aanmelden worden in door Arcus bepaalde groepen geplaatst. 4. kaders Arcus Arcus gaat er bij de instroom van leerlingen op letten dat toelating tot een niveau 2,3,4 opleiding in principe past in de lijn van het bij het VMBO gekozen opleidingsprofiel.
5
Curricula BOL eerste jaar per nieuw schooljaar op 1000 uur en niveau 4 opleidingen naar drie jaar De grootste verandering, die we in 2014 moeten invoeren in het onderwijs is de verhoging van de onderwijstijd van minimaal 850 uur tot minimaal 1000 uur in het Bol-onderwijs, waarbij tegelijk het aandeel BPV vermindert ten gunste van het in “de school” te geven onderwijs. Tevens moeten de meeste niveau 4 opleidingen teruggebracht worden tot een opleidingsduur van drie jaar. Dat betekent dat elk curriculum op dit punt soms minder en soms meer ingrijpend moet worden aangepast en dat voor de start van de werkverdeling, begin april 2014, de lessentabellen van de nieuwe curricula voor het eerste jaar beschikbaar moeten zijn. Dit is een omvangrijke operatie, die overigens bij de invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers in 2015 of 2016 nog eens dunnetjes overgedaan zal moeten worden. Er zijn beperkte extra middelen beschikbaar voor de uitvoering van deze extra onderwijstijd. Deze zullen op basis van nader te formuleren transparante criteria toebedeeld worden aan de onderwijsteams. De voorbereiding en de invoering van deze verandering heeft in 2014 de hoogste prioriteit voor de onderwijsteams. Concreet: 1. Op 1 april zijn de curricula voor de hele opleiding in hoofdlijnen klaar en zijn de curricula voor het eerste jaar in detail aangepast aan de nieuwe urennorm en voor de in te korten niveau 4 opleidingen aan de driejarige opleidingsduur. 2. Op 1 april is bekend op basis van welke criteria extra FOV gelden aan de onderwijsteams toebedeeld worden. 3. Eind 2014 zijn de overige jaren van de fijn curricula aangepast aan de nieuwe onderwijs norm. Op 1 augustus 2014 is passend onderwijs ingevoerd In tegenstelling tot het voortgezet onderwijs zal de invoering van passend onderwijs bij het MBO niet leiden tot een instroom van meer en/of andere leerlingen. Anders gezegd: de jongeren die vallen onder passend onderwijs zitten nu ook al bij Arcus. Maar dat wil niet zeggen, dat er voor ons niets verandert. Wij zullen ons in 2014 op de volgende doelen richten: 1. Het vastleggen van de faciliteiten, die Arcus en de medewerkers van Arcus in redelijkheid kunnen bieden aan leerlingen op wie passend onderwijs van toepassing is (dyslexie, dyscalculie, extra begeleiding) en binnen de grenzen van de beschikbaar gestelde financiële middelen. 2. B ij het plaatsingsproces voor die studenten die vallen onder passend onderwijs zorgen we voor een maatwerkintake, gericht op het aanbieden van het passend onderwijs, dat wij kunnen aanbieden en het in sommige gevallen aangeven, welk aanbod redelijkerwijs niet van Arcus verwacht kan worden. 3. H et expliciet vastleggen in een addendum bij de onderwijsovereenkomst, wat de leerling en de ouders van Arcus kunnen verwachten, maar ook wat wij verwachten aan extra inspanning en medewerking van de leerling en de ouders. 4. H et via een interne audit monitoren in het schooljaar 2014-2015 van het nakomen van de gemaakte afspraken, zowel van de zijde van Arcus als van de leerling en de ouders. 5. Het in het kader van de professionalisering aanbieden van mogelijkheden aan medewerkers om zich op het terrein van passend onderwijs te bekwamen.
6
1.4 Doorkijk naar 2015 In 2015 zal ook het tweede jaar van de BOL-curricula een onderwijstijd van 1000 uur moeten omvatten. Wij zullen daarbij gebruik maken van de ervaringen die we in 2014 hebben opgedaan. Daarnaast heeft de minister aangekondigd, dat zij medio 2014 de nieuwe kwalificatiedossiers zal vaststellen en dat ROC’s kunnen bepalen of zij al in het schooljaar 2015 hiermee zullen starten. Wij zullen dat alleen gaan doen voor die kwalificatiedossiers, waarvan wij de overtuiging hebben, dat onderwijsteams deze veranderingen met behoud van de onderwijskwaliteit kunnen uitvoeren. Wij realiseren ons, dat een groot deel van de energie van de onderwijsteams in deze verandering gestoken zal moeten worden en daarmee is onze onderwijsagenda voor de komende jaren in belangrijke mate bepaald.
2. Macrodoelmatigheid 2.1 Strategisch beleid (2011-2015) In ons strategisch beleid (2011-2015) komt het woord macrodoelmatigheid nog niet voor. Dat bewijst hoe snel het denken daarover is ontwikkeld. Wel hebben we het volgende gesignaleerd: De ontgroening binnen de regio, maar ook de trend om jonge leerlingen te stimuleren om na het afronden van de theoretische leerweg van het vmbo de havo te volgen, leiden de komende jaren tot een flinke daling van het aantal jongere deelnemers in het vmbo en het mbo. Dit maakt het noodzakelijk om aan de ene kant het aanbod af te stemmen op deze daling en tegelijkertijd ervoor te zorgen dat het aanbod voldoende breed blijft en voorziet in de vraag van het bedrijfsleven/de instellingen naar goed geschoolde werknemers. Dit speelt het eerst bij het techniekonderwijs. De belangstelling bij het vmbo daalt. Een goede techniekschool, maar ook het beschikken over voldoende techniekdocenten bij een dalend aantal leerlingen, is duur. Uitholling dreigt. Wij zijn ervan overtuigd dat dit fenomeen alleen via samenwerking in de beroepskolom, dus in Parkstad tussen de vmboscholen van LVO en SVOPL, Arcus en de Hogeschool Zuyd kan worden opgepakt. In 2015 zal het techniekonderwijs van vmbo en mbo op een andere wijze georganiseerd moeten zijn om het in Parkstad te kunnen blijven aanbieden.
2.2 doelen en voorziene resultaten 2013 Wij hebben dit in ons jaarplan 2013 als volgt omschreven: / In 2013 wordt de samenwerking met Leeuwenborgh over techniekonderwijs geconcretiseerd in een Zuid-Limburgs plan van aanpak, dat dan ook al in uitvoering is. / Voor de zomervakantie worden de eerste discussies over macrodoelmatigheid en “Arcus is nooit vol” afgerond en vertaald in beleidskeuzes. Met betrekking tot de samenwerking met Leeuwenborgh over techniekonderwijs zijn de volgende tussenresultaten geboekt: / Wij hebben als ROC’s een stip op de horizon gemaakt, waarbij we vanuit onze verantwoordelijkheid voor het MBO-techniekonderwijs een voorstel voor een toekomstvast aanbod van de techniekopleidingen in de drie steden (Maastricht, Sittard/Geleen, Parkstad) hebben gemaakt. / Wij hebben samen met de VO-besturen een bestuurlijke opdracht gegeven aan de VMBO en de MBO-directeuren om een, aan de wensen van het VMBO aangepast, tevens financieel haalbaar voorstel voor het VMBO en het MBO aanbod in de drie steden te maken.
7
/ De financiële doorrekening voor wat betreft het MBO van de spreidingsalternatieven heeft plaatsgevonden. / Wij hebben met de inspectie van het onderwijs een eerste afstemming gehad over de wijze waarop wij de governance problemen binnen de Vakmanschapsroute en de technologieroute kunnen oplossen. Oplossingen zijn voorhanden. / Leeuwenborgh en Arcus zijn de oriëntatie gestart binnen welk governancemodel we de gemaakte verdelingskeuzes gaan uitvoeren. Daarbij worden twee modellen uitgewerkt: overdragen van opleidingen en intensief samenwerken ook m.b.t. de verantwoordelijkheid voor de opleidingen. / Bij het schrijven van dit jaarplan hebben Arcus en Leeuwenborgh een “eindspurt’ ingezet om voor het einde van het kalenderjaar 2012 tot de volgende voorgenomen besluiten te komen: / de herspreiding van de MBO-opleidingen in Zuid-Limburg over de drie grote steden, met een brede instroommogelijkheid voor basis en kader leerlingen in niveau 2 en een specialisatie per stad; / een intensieve samenwerking met de VMBO-techniekopleidingen “onder één dak” in elke stad; / het dragen van de gezamenlijke verantwoordelijkheid van Arcus en Leeuwenborgh voor de samengesmolten units MBO techniek in Zuid-Limburg. Met betrekking tot de discussies over “macrodoelmatigheid en Arcus is nooit vol” zijn de volgende tussenresultaten geboekt: / Wij hebben in oktober besloten de opleiding KTM te handhaven, gezien het gegeven, dat dit de enige opleiding binnen Limburg is en er een vraag naar afgestudeerden is. Tevens hebben wij bij ons besluit meegewogen, dat er een forse kostenbeheersing binnen de personele uitgaven is gerealiseerd. Randvoorwaarde, die is meegegeven, is dat de toekomstige investeringen gelimiteerd zijn. / Wij hebben geconstateerd, dat wij met “Arcus is nooit vol’ uitvoering geven aan onze wettelijke plicht, maar wij scherpen een aantal zaken aan: • wij gaan in het tweede kwartaal het maximum aantal toelaatbare leerlingen bij opleidingen met veel toestroom bepalen; • wij gaan instroom na de start van het schooljaar eerder indammen en wij gaan aparte groepen laatinstromers formeren om verstoring van het reguliere onderwijsproces zoveel mogelijk te voorkomen; • bij het instroomproces wordt de toegang tot de opleiding /branche meer bepaald door de gemaakte uitstroomkeuzes in het VMBO.
2.3 Doelen 2014 Het jaar 2014 zal wat betreft het thema macrodoelmatigheid in het teken staan van de verdere besluitvorming en start van de implementatie van de gemaakte keuzes voor techniek in Zuid-Limburg. / De besluitvorming binnen de beide ROC’s over de gemaakte keuzes zowel m.b.t. de herverdeling van de opleidingen tussen de steden als de governance-aspecten van beide ROC’s wordt afgerond in het eerste kwartaal van 2014 (OR en studentenraad). / Er is in de eerste helft van 2014 een implementatieplan beschikbaar voor de “herverdeling” van de MBO-opleidingen tussen de steden. Wij zetten ons ervoor in, dat ook de implementatie van de vakmanschapsroute en technologieroute samen met het VMBO en waar mogelijk het bedrijfsleven, direct na de zomervakantie rijp is voor besluitvorming. Uitgangspunt daarbij zijn de nieuwe kwalificatiedossiers die de minister juni 2014 zal vaststellen. / Voor 1 november zijn de aanvragen ingediend door MBO en VMBO om gebruik te kunnen maken van de daarvoor ontworpen regelingen voor vakmanschapsroute en technologieroute met ingang van het schooljaar 2015-2016.
8
Voor het overige zullen wij ons binnen Arcus op het terrein van macrodoelmatigheid beperken tot voorbereiding op uitvoering van de wet die naar verwachting in de eerste helft van 2014 aan de Kamer zal worden aangeboden en de stappen bij het instroomproces, die wij in 2013 hebben voorbereid: •W ij hebben voor 1 juni de maximuminstroom voor opleidingen met grote toestroom bepaald (norm: beschikbare goede en erkende BPV-plaatsen en beschikbare vaklokalen). • Deelnemers die zich aanmelden voor 1 juli 2014 garanderen wij plaatsing, mits ze aan de wettelijke eisen voldoen. •D eelnemers die zich tijdens en na de zomervakantie aanmelden kunnen in nader te bepalen situaties in aparte groepen geplaatst worden. • Bij de plaatsing van studenten gaan wij uit van het VMBO-uitstroomprofiel.
2.4 Doorkijk naar 2015 Wij gaan ervan uit, dat met de daling van het aantal leerlingen de discussie die wij nu over techniek hebben gevoerd, ook in andere sectoren een rol zal gaan spelen. Met andere woorden: er zal een toenemende behoefte komen om op Zuid-Limburgs niveau met Leeuwenborgh af te stemmen en in de verschillende steden met de VMBO af te stemmen. Wij gaan ervan uit, dat het nieuwe strategische beleid, dat in 2015 geformuleerd zal gaan worden een antwoord geeft, hoe we dat op weg naar 2020 zullen gaan vormgeven. De discussie over de arbeidsmarktrelevantie van opleidingen en het antwoord op de vraag hoe we daarop willen en kunnen inspelen, zal ook beter gevoerd kunnen worden als er zicht is op een verbetering van de arbeidsmarktpositie van vooral niveau 2 jongeren. Wij hopen dat dit ook in 2015 het geval zal zijn. Over de gevolgen van de nieuwe financiering van het MBO – het zogenaamde cascademodel met als gevolg minder bekostiging bij langere verblijfsduur op ‘n ROC – zullen wij samen met de collega ROC’s in overleg treden hoe we omgaan met tussen de ROC’s switchende studenten.
9
10
3. Inhuizing: het programma Arcus Campus 3.1 Strategisch beleid (2011-2015) Het is evident, dat in het strategisch beleid (2011-2015) de realisatie van de nieuwbouw en de benutting van de mogelijkheden ervan nadrukkelijk aandacht hebben gekregen. De concrete inhuizing heeft begrijpelijk geen plaats gekregen in het strategisch beleid (2011-2015).
3.2 Doelen en voorziene resultaten 2013 Concrete doelen in 2013: / Er is een keuze gemaakt voor nieuwbouw voor techniek op Coriopolis. De uitvoering van dit besluit is ter hand genomen. Stand van zaken: Wij hebben in 2013 het besluit genomen om de komende vijf jaar in het bestaande techniekgebouw te blijven en daarin het VMBO-MBO techniek concept te realiseren. Wij hebben besloten om de een deel van de daardoor vrijvallende middelen te besteden aan onderwijsinvesteringen in techniek en in personeel. Hiervoor zal in 2014 een plan worden gemaakt. / In heet eerste kwartaal is een transitieplan vastgesteld voor de inhuizing aan de Valkenburgerweg met daarin opgenomen een kritisch pad daarbij. Eind 2013 is uitvoering van dit transitieplan op planning. Het kritisch pad is niet in gevaar. Stand van zaken: het transitieplan is vastgesteld; het heeft de titel programma CAMPUS gekregen. Het omvat een aantal belangrijke en in detail uitgewerkte punten: • de onderbrenging van alle onderwijsondersteunende administratieve processen bij het organisatieonderdeel STIP; de onderbrenging van alle facilitaire werkzaamheden bij het onderdeel FAB, dat zal worden samengevoegd met de dienst I&A; • het werken (concept “anders werken”) in de nieuwbouw aan de Valkenburgerweg; • de verhuizing van de oudbouw naar de nieuwbouw. Bij het schrijven van dit jaarplan is de stand van zaken, dat het programma goed loopt, het kritisch pad is niet in gevaar, maar de opdracht aan de organisatie is zeer omvangrijk. / De nieuwbouw loopt in de pas met de financiële afspraken daarover Stand van zaken: De nieuwbouw verloopt geheel binnen de vastgestelde financiële kaders. De Building Commissie van de RVT wordt periodiek geïnformeerd over de stand van zaken en de financiële rapportages c.q. is betrokken bij de voorbereiding van specifieke besluitvorming de nieuwbouw aangaande.
3.3. Doelen 2014 / Uitgaande van oplevering door de aannemer per 4 mei 2014 komt het kritisch pad van het programma Campus ook in 2014 (begindatum verhuizing is juli 2014) niet in gevaar . / De organisatieonderdelen STIP en FAB zijn voor de verhuizing klaar om de gewenste ondersteuning te bieden voor een goede voortgang van het primaire proces en de verhuizing en zijn aan het eind van 2014 klaar voor de volgende stap in de verbetering van de ondersteuning van het onderwijs. / De verhuizing verloopt op een dusdanige wijze, dat de voortgang van het primaire proces niet/nauwelijks gestoord wordt. Daarom wordt ervoor gekozen om de verhuizing in de zomervakantie en mogelijk de herfstvakantie uit te voeren en bovendien niet in een keer.
11
/ De medewerkers zijn voorbereid op de verandering van de wijze van werken in de nieuwbouw, de medewerkers zijn tevreden over de communicatie hierover en de overgang verloopt soepel. We maken gebruik van de voordelen van de nieuwbouw en passen ons aan het concept “anders werken”.
3.4 Doorkijk naar 2015 Wij zijn ons ervan bewust, dat 2014 een echt transitiejaar is: nieuwe huisvesting, nieuwe organisatiestructuur, nieuwe processen, nieuwe manier van werken. Dit moet inslijten, maar het betekent ook, dat 2015 pas echt het jaar is om te gaan oogsten. Wij zullen dan verder gaan met de verbetering van de dienstverlening door STIP en FAB aan het primaire proces. En inderdaad “the proof of the pudding is in the eating….”. In hoofdstuk 6 gaan we verder in op de bedrijfsvoering. Wij zijn er in ons meerjarenperspectief van uitgegaan, dat de standaardisatie en uniformering van processen bij de onderwijsondersteuning en de facilitaire dienstverlening tot een efficiencyslag zal leiden. Deze zal in 2014 beperkt zichtbaar zijn, omdat 2014 een overgangsjaar is, waarbij er een behoorlijke extra druk zal worden gelegd op deze beide onderdelen, alsook op het primaire proces. In 2015 zal de beoogde efficiencyverbetering feitelijk geeffectueerd zijn. Het vastgestelde formatieplan is gebaseerd op de formatie van 2015 en voorziet in een forse reductie van enkele tientallen medewerkers ten opzichte van de ingezette formatie begin 2013.
12
13
4.Educatie en de contractactiviteiten 4.1 Strategisch beleid (2011-2015) In ons strategisch beleid (2011-2015) hebben we nadrukkelijk gekozen voor een sterke inzet op re-integratie, participatie en een leven lang leren. We hebben daar wel de voorwaarde aan verbonden, dat de publieke en private taken gescheiden moesten blijven, dat private activiteiten van de unit educatie overgeheveld moesten worden naar de Holding. In 2012 hebben we moeten constateren dat de financiële crisis en het huidige overheidsbeleid en wetgeving grote gevolgen hebben voor de opdrachten op het terrein van re-integratie en een leven lang leren en dat de geaccepteerde opdrachten in het kader van inburgering sterk verliesgevend zijn. Dit heeft in 2013 geleid tot een aanpassing van ons strategisch beleid (2011-2015): / Re-integratie hoort niet meer tot ons takenpakket. Dit heeft aanzienlijke gevolgen voor CBB BV en Transfer Werkt BV, beide in onze Holding, waar Arcus enige aandeelhouder van is. / We concentreren ons dus nu veel meer op onze kerntaak: scholing, mensen in een leersituatie ontwikkelen. / In het kader van een leven lang leren concentreren we ons op techniek, zorg en educatie / Inburgering via aanbesteding is een aflopend product en zien we niet meer als een kerntaak. Alleen als inburgering van de zogenaamde zelfmelders in te passen en te combineren is met de gebleken toenemende vraag naar taaltrajecten (taal als basisvoorwaarde om te kunnen functioneren in samenleving en werk) wordt inburgering nog aangeboden onder de uitdrukkelijke voorwaarde, dat er geen risico’s in de bedrijfsvoering worden gelopen. Daardoor kunnen we realiseren dat we de zogenaamde zelfmelders wel kunnen “bedienen” en onze eigen taalgroepen in een aantal gevallen efficiënter kunnen bemensen.
4.2 Doelen en voorziene resultaten 2013 Onze doelen voor 2013 zijn: / Binnen de bedrijven van de holding in totaliteit geen verlies lijden. Het is niet uitgesloten, dat wij naast de beëindiging van tijdelijke arbeidsovereenkomsten ook het aantal vaste medewerkers zullen moeten verminderen. Stand van zaken: Deze doelstelling is niet gelukt. Het verlies binnen CBB BV en Contracting BV en daaruit voortvloeiend bij de Holding BV is dusdanig dat aanvragen tot gedwongen ontslagen door de statutair directeur gedaan zijn. / In het eerste kwartaal van 2013 zal helder moeten worden of een re-integratiebedrijf nog past bij ons ROC en voldoende kan bijdragen aan onze doelstellingen. Indien dit niet het geval is, zullen wij daar de noodzakelijke personele en financiële consequenties uit moeten trekken. Stand van zaken: de conclusie en het besluit dat een re-integratiebedrijf niet meer past bij ons ROC is getrokken. Vervolgstappen worden nu door de statutair directeur gezet. / Op het gehele gebied van contractonderwijs techniek wordt er tussen Leeuwenborgh en Arcus intensief samengewerkt. Stand van zaken: door de ontwikkelingen in de markt is dit in 2013 niet verder geformaliseerd. Wel kan opgemerkt worden dat naast de directeuren Techniek ook de directeuren Zorg intensief samenwerken, ook in het kader van een leven lang leren.
14
4.3
Doelen 2014
/ In afwijking van alle andere nieuwe kwalificatiedossiers, die pas rond de zomervakantie door de minister worden vastgesteld, wordt er landelijk naar gestreefd om het nieuwe kwalificatiedossier Entree wel al begin 2014 beschikbaar te hebben om dit met ingang van schooljaar 2014-2015 te kunnen gebruiken. Bij het schrijven van dit jaarplan is het onduidelijk of dit gaat lukken en of wij het besluit kunnen nemen om deze nieuwe dossiers dan meteen te gebruiken. Wel is duidelijk dat de invoering van de entree-opleidingen verder gaat dan het invoeren van de 1000 urennorm. / Ingaande schooljaar 2014-2015 worden de entree-opleidingen ingevoerd: • past binnen Focus op Vakmanschap, deze opleidingen zijn alleen toegankelijk voor leerlingen zonder een VMBO-diploma en zij vormen dus de doelgroep bij uitstek voor Educatie; • afstemming met de aanleverende scholen en de gemeenten is op 1 mei 2014 afgerond. / In april 2014 wordt er een keuze gemaakt voor de wijze waarop het VAVO in Parkstad verder vorm wordt gegeven en de daarbij passende samenwerking met de VO scholen in Parkstad en eventueel met Leeuwenborgh. / Wij geven een extra impuls aan taalonderwijs, omdat beheersing van Nederlands een basisvoorwaarde is voor het functioneren in de samenleving en verdere ontwikkeling. De regio Parkstad kent een grote populatie volwassenen zonder startkwalificatie. De laaggeletterdheid in deze regio is het hoogst van Nederland. Beheersing van taal is noodzakelijk voor verdere ontwikkeling (scholing en werk).
Nederlandse taal wordt in toenemende mate, door zowel publieke als private partijen als noodzakelijke basis gezien voor de ontwikkeling van mensen (jongeren, volwassenen, werklozen, allochtonen, autochtonen). Wij zijn een MBO-instituut waar taalbeheersing een voorwaarde is om een MBO-diploma te verkrijgen. We investeren op dit terrein voortdurend door methodiek en instrumenten te ontwikkelen die aansluiten bij de eisen van de tijd. Wij hebben een digitaal taalaanbod voor alle niveaus(0-4F). Door taal in context aan te bieden stimuleren we (werknemers)vaardigheden. / I n 2014 is de unit educatie klaar voor de volgende stap op het terrein van de productovereenkomst met de gemeenten. Wij zijn overtuigd van onze meerwaarde in een regio waar het opleidingsniveau en het taalbeheersingsniveau nog een achterstand vertonen met de gemiddelden in Nederland. Er wordt dus ingezet op de bestendiging van de langdurige relatie met de Parkstadgemeenten. Indien dit niet mogelijk is, is beëindiging van de Educatietaken een reële optie. /C ontracting BV heeft een stevige positie op de markt voor techniek, zorg en educatie en heeft haar bedrijfsvoering op orde. / De Holding heeft geen aandelen meer in CBB BV en Transfer Werkt BV.
4.4 Doorkijk naar 2015 Het succes van 2014 zal in belangrijke mate de voortgang in 2015 bepalen. Duidelijk is, dat de entree-opleidingen core-business voor Educatie zullen gaan vormen.
15
Wij beseffen dat de continuering van de relatie met de Parkstadgemeenten, maar ook de omvang van de investeringen door deze gemeenten in scholing van burgers, die meer moeten gaan participeren, een belangrijke succesfactor is. De decentralisatie-operaties bieden op dit punt perspectief, de noodzakelijke bezuinigingen bij de gemeenten zijn reden tot zorg. Ook Contracting BV zal in 2014 moeten bewijzen dat zij toegevoegde waarde houdt, c.q. opnieuw verwerft voor de Stichting. In 2015 zal een keuze gemaakt worden tussen voortzetting van de verwerving van contractactiviteiten in een BV dan wel het onderbrengen daarvan in de Stichting.
16
17
5. HRM: professionalisering van de organisatie en langere termijn personeelsvoorziening 5.1 Strategisch beleid (2011-2015) In ons strategisch beleid (2011-2015) hebben we de volgende speerpunten voor HRM geformuleerd: / De uitbouw van de gesprekscyclus tot een volwaardige PDCA-cyclus op individueel niveau. / De verdere ontwikkeling van het Arbobeleid. / De ontwikkeling van een meerjaren formatieplanning en een werving- en selectiebeleid waarin recht wordt gedaan aan de noodzaak van de balans tussen vast/tijdelijk /flex/gedetacheerd personeel en ZZP-ers. / Managementontwikkeling om het management te faciliteren ten behoeve van het leidinggeven aan de realisatie van de geformuleerde Arcus doelstellingen tot 2015.
5.2. Doelen en voorziene resultaten 2013 / het implementatieplan bij de invoering van de docent 10/11-functie is succesvol uitgevoerd; Stand van zaken: dit is niet gerealiseerd; gebleken is, dat een zorgvuldige voorbereiding en implementatie meer tijd vergt. /p rofessionalisering, ondersteund aan de hand van het organiseren van een management developmenttraject (hele management), ondersteuning bij de toepassing van de ‘9 bouwstenen voor succes bij professionalisering van onderwijsteams’ en ondersteuning bij de kwalitatieve verbetering van de gesprekscyclus met de medewerkers; Stand van zaken: hier is een begin mee gemaakt; in 2014 wordt dit een van de speerpunten / de modernisering van het functiegebouw is opgepakt; stand van zaken: loopt en wordt in 2013, wellicht met een kleine en gedeeltelijke uitloop naar 2014 afgerond / in het kader van de verbetering van de bedrijfsvoering is AFAS ingevoerd en de invoering van de werkkostenregeling per 2014 voldoende voorbereid; Stand van zaken: AFAS is ingevoerd en invoering werkkostenregeling is in verband met de aangekondigde wijziging van de wettelijke randvoorwaarden uitgesteld tot 2015.
5.3
Doelen 2014
De professionaliteit en de voortdurende professionalisering (het blijven ontwikkelen om onze doelen te kunnen realiseren) is een van de meest kritische succesfactoren in onze organisatie. Dit geldt voor alle medewerkers! Het spreekt voor zich, dat wij als “scholingsinstituut” onze medewerkers willen stimuleren om hun talenten maximaal te ontwikkelen. Focus op Vakmanschap, de ontwikkelingen op het gebied van ICT, de inrichting van STIP en FAB bijvoorbeeld vragen veel van de ontwikkeling van de competenties van onze medewerkers en ons management. Wij stellen daarvoor ook veel middelen (in tijd en geld) ter beschikking en we willen dat (nog) doelgerichter inzetten. Wij werken daarbij zowel aanbod- als vraaggericht.
18
De minimumeisen die wij vaststellen – bijvoorbeeld: iedere docent dient bevoegd en bekwaam te zijn en de examinering dient deskundig te worden uitgevoerd – vullen wij aanbodgericht in. Daarnaast willen wij bewerkstelligen dat ook vanuit de teams professionaliseringsvragen, die passen bij de ontwikkelingsfase waarin het team zich bevindt, beantwoord kunnen worden. Hier willen wij meer vraaggericht te werk gaan. Wij sluiten daarbij ook aan bij de conclusies die bij de onderwijsaudits en ook de bedrijfsvoeringsaudits worden getrokken m.b.t. gewenste ontwikkeling van competenties van de medewerkers. Wij hebben in 2013 een professionaliseringsnotitie vastgesteld die daarvoor de kaders geeft. In 2014 zullen wij dit verder gaan implementeren. Wij hebben daarbij de volgende doelen: / In 2014 bestaat het professionaliseringsplan Arcus uit: 1. De opleidingsplannen (schooljaar voor opleidingsteams en begrotingsjaar voor ondersteuningsonderdelen) van de verschillende organisatieonderdelen. 2. Het managementdevelopmentprogramma. 3. Een aantal Arcus-maatwerktrainingen, zoveel als mogelijk uitgevoerd door eigen Arcus-deskundigen. / In 2014 wordt een analyse gemaakt hoe we beter, in sommige gevallen nog beter, de professionaliseringsactiviteiten kunnen laten aansluiten bij het realiseren van onze doelstellingen en wat dit betekent voor organisatie en uitvoering van deze activiteiten. Wij streven ernaar deze analyse 1 juli 2014 gereed te hebben. / In de gesprekscyclus wordt expliciet op medewerkersniveau de gewenste ontwikkeling en de verwachte en gerealiseerde professionalisering aan de orde gesteld en vastgelegd. Overigens zullen we het instrument gesprekscyclus evalueren en eventuele aanpassingen in het eerste kwartaal van 2014 aan de OR voorleggen. Een tweede belangrijk speerpunt is het ontwikkelen en samenbrengen van onze formatieplanning en personeelsplanning. Daarbij dienen we een aantal beïnvloedende ontwikkelingen met elkaar in verband te brengen: • De pensioengerechtigde leeftijd gaat omhoog en de BAPO wordt afgeschaft: medewerkers blijven dus langer werken. • Door de vermindering van het leerlingenaantal zal de omvang van de werkgelegenheid binnen Arcus navenant dalen. •W e hebben in ons meerjaren financieel beleid vastgelegd dat de verhouding van de personeelskosten ten opzichte van de totale baten moeten gaan dalen tot een binnen de sector algemeen aanvaard gemiddelde. •E en professionele organisatie heeft behoefte aan regelmatig impulsen van nieuw personeel en een onderwijsorganisatie heeft ook behoefte aan een redelijke verdeling van personeel in de verschillende leeftijdscategorieën. • De mogelijkheden voor flexibele arbeid worden verder wettelijke begrensd. Een eerste versie hiervan zal omstreeks 1 april 2014 beschikbaar zijn. Doel: / De formatieplannen van de verschillende organisatieonderdelen worden uitgebreid met een ontwikkelingsparagraaf voor de komende 3 à 5 jaar. Dit geldt ook voor het management. / We hebben een Arcus-visie op onze langere termijn personeelsvoorziening, gegeven de hiervoor geschetste ontwikkelingen, waarin richtsnoeren zijn opgenomen m.b.t. de verhouding OP/OBP en de leeftijdsopbouw . / We hebben een aangepaste visie op het aanstellingsbeleid en passen deze toe.
19
Een derde belangrijk punt is de ondersteuning van de noodzakelijke mobiliteit in onze organisatie. In 2013 hebben wij een behoorlijke reductie van de tijdelijke formatieplaatsen moeten realiseren; daarnaast hebben we binnen de unit Educatie een “boven de markt”-hangend boventalligheidsprobleem. We hebben daar met het instellen van een vacaturecommissie en met de formulering van ons herplaatsingsbeleid behoorlijke stappen in gezet. Maar er is meer nodig, we zullen de bevordering van de mobiliteit extra moeten ondersteunen. Daarvoor gaan we in 2014 extra formatie vrijmaken voor de dienst PO. Doel daarbij is om in eerste instantie formele boventalligheid en ontslagen te voorkomen.
5.4 Doorkijk naar 2015 Als we de hiervoor geschetste doelen realiseren, zullen we onze strategische doelen in belangrijke mate bereiken en hebben we een goede uitgangspositie voor de periode 2016-2020.
20
21
6. Bedrijfsvoering 6.1. Strategisch beleid (2011-2015) Wij hebben op dit punt ons strategisch beleid(2011-2015) als volgt in hoofdlijnen omschreven: De verhoging van de huisvestingslasten, de daling van de rente-inkomsten en de verwachte overheidsbezuinigingen vragen om een wijziging van ons financieel beleid voor de komende periode. Vooropgesteld moet worden dat ons financieel beleid - ook bij de marktactiviteiten - gericht is op een gezonde bedrijfsvoering: de inkomsten moeten de uitgaven dekken en er moet ruimte blijven om innovatie-inspanningen te doen en tegenvallers op te vangen. / De omvang van de innovatie-inspanningen, waaronder ook professionalisering en ontwikkeling zullen komen op een niveau zoals voorzien in onze meerjarenraming. / De organisatieomvang – ook van het secundair proces – zal door de daling van het deelnemersaantal verminderen. Ook de overhead vermindert met de daling van de deelnemers. / Effectiviteit en efficiency zullen in onze bedrijfsvoering nog meer benadrukt worden (mean en lean en toegevoegde waarde voor de doelen is het criterium voor uitgaven). / Wij zullen onze aandacht vooral richten op het verbeteren van werkwijzen.
6.2 doelen en voorziene resultaten 2013 Wij hebben in ons jaarplan 2013 het volgende beschreven: De prestaties in onze bedrijfsvoering zijn de afgelopen jaren nog onvoldoende verbeterd. Het is noodzakelijk om ook op dit punt volledig in control te zijn. Om op onderwijsgebied de goede stappen te kunnen zetten, moeten de ondersteunende processen immers uitstekend geregeld zijn en uitgevoerd worden. Dat geldt eveneens voor de bedrijfsvoeringprocessen van de Holding-bedrijven, waarvoor op het vlak van de inkoop, financiën, P&O en ICT de werkzaamheden zullen worden uitgevoerd door de centrale diensten van Arcus. In 2012 hebben wij een aantal goede stappen gezet om de bedrijfsvoering te verbeteren. Dat proces zal in 2013 verder worden doorgezet. Stand van zaken: / er is een meerjaren financiële raming 2014-2020 beschikbaar; / sturing op doelen, begroting en budgetten richting units en diensten en verantwoording via maand- en kwartaalrapportages is gerealiseerd en we zijn in belangrijke mate in control. Het management is instrumenten en managementinformatie aangereikt, waardoor de zichtbare sturing op realisatie binnen financiële kaders is verbeterd; / verbetering van de administratieve organisatie loopt en vordert; / inrichting van centrale inkoop is in voorbereiding en de aanbestedingsprocessen voor de inrichting van de nieuwbouw lopen conform het programmaplan Arcus Campus; / betere informatievoorziening m.b.t instroom, doorstoom en uitstroom van studenten; / er heeft een risico-inventarisatie plaatsgevonden met een actieve risicobeheersing met kwartaalsgewijze rapportage en een schema van audits dat uitgevoerd wordt door de interne controle afdeling.
22
6.3 doelen 2014 / Voor 2014 is een verdere ontwikkeling en versteviging van het financiële instrumentarium voorzien. De meerjarenraming wordt in het tweede kwartaal geactualiseerd, waardoor de kaders voor de komende jaren verder worden bepaald. / Rekening moet daarbij gehouden worden met de organisatieaanpassingen die plaatsvinden binnen de nieuwe organisatieonderdelen STIP en FAB als gevolg van de verhuizing naar de nieuwbouw. / Om het management te leren effectiever met dit instrumentarium om te gaan, zal ook geïnvesteerd worden in opleiding en scholing. / Het interne financiële verdeelsysteem (het allocatiemodel) is aan herontwerp toe. Het systeem doet in onvoldoende mate recht aan de verscheidenheid van de onderwijsteams. Daarnaast is de aangekondigde wijziging van de bekostigingssystematiek (het cascade-model), hoe deze er ook precies uit gaat zien, aanleiding om het allocatiemodel onder de loep te nemen.
6.4
Doorkijk naar 2015
Het jaar 2015 is het jaar waarin de diensten FAB en STIP in de volle breedte en diepte ingericht zijn en met ingang van 2015 gaat Arcus daar de voordelen van incasseren, zowel in kwalitatieve zin, maar ook ten aanzien van de efficiency. Vanuit de visie dat ICT in het onderwijs zich verder ontwikkelt zal de komende jaren veel aandacht worden besteed aan de ICT-architectuur en infrastructuur. Het beleid op dat punt zal voortdurend up-to-date gehouden worden inclusief de uitwerking daarvan in concrete projectplannen en implementaties.
23
24