Werkgroepverslag: Welzijn&Cultuurpijlers. d.d. december 2010. inhoud: 1) Opdracht 2) Werkwijze 3) Uitgangspunten voor analyse en onderzoek 4) Resultaten en overwegingen over welzijn en cultuur n.a.v. de diverse notities, onderzoeken en de enquêtes. 5) Opmerkingen en aanbevelingen n.a.v. Welzijn en Cultuurpijlers 6) Advies aan RMO 7) Bijlage: enquêteverslag Samenstelling werkgroep: Voorzitter: dhr. R. Schilder, leden: mevr. J. Voets, dhr. L. v.d. Broeke, mevr. B. Thijen, dhr. W. Behr, dhr. J. le Grand, mevr. R. Oosterling
1) Opdracht. de Koepel Welzijn &Cultuur heeft deze werkgroep ingesteld om een onderzoek te doen naar de Welzijn-&Cultuurpijlers in de gemeente Sluis. Met als doel meer zicht te krijgen op welke zaken als richtingwijzer voor een nieuwe beleidsperiode op het terrein van Welzijn en Cultuur zouden kunnen dienen.
2) Werkwijze. De werkgroep heeft om de burgerparticipatie vorm te geven tot de volgende aanpak besloten. a) een eigen eerste visie op welzijn en cultuurpijlers formuleren en deze toetsen door diverse beleidsnotities door te nemen en door eigen onderzoek onder de burgers te doen. b) We hebben kennisgenomen van de Cultuurnota Gemeente Sluis 2004-2008, de evaluatie Cultuurnota en doorkijk 2009-2010, het integraal plan wonen – zorg – welzijn Zeeuws Vlaanderen, het jaarverslag 2007 en werkplan 2008-2009 van Stichting Welzijn West Zeeuws Vlaanderen, de Kadernota 2011-2014 van gemeente Sluis, de WMO-monitor Sluis 2009, het beleidsplan: Wet maatschappelijke ondersteuning 2008-2010, het Leefbaarheidonderzoek gemeente Sluis door Scoop, Natuurlijk vitaal ( gebiedsplan 2004-2018) en de Sociale staat van Zeeland. c) We hebben een enquête gehouden over welzijn- en cultuurpijlers bij volwassen inwoners van de gemeente Sluis ( middels een groot aantal adressen uit de email box van de werkgroepleden en bij RMO bekende organisaties; niet representatief, maar wel een doorsnee) en via het Zwin College bij de 3e klassers van de diverse schoolrichtingen. De keuze voor deze klas is door de school ingegeven, die stelt dat de 3e klassers ( gemiddeld 15 jaar) meestal een goede representatieve score geven voor alle jongeren. d) De enquête is uitgezet in de periode: april t/m juni 2010. De resultaten ervan zijn te vinden in de bijlage. e) met behulp van al deze gegevens zijn we gekomen tot het benoemen van welzijn- en cultuurpijlers met een aantal opmerkingen en aanbevelingen.
1
3) Uitgangspunten voor analyse en onderzoek 3.1.Definitie bepaling Welzijn en Cultuur. Bij de start van ons onderzoek kwamen we tot de conclusie, dat het nodig is voor deze opdracht om tot een werkbare definitie te komen van wat we onder welzijn en cultuur verstaan.( Wikipedia is onze gids in deze) Wij verstaan onder: =Welzijn: een toestand waarin het lichamelijk, geestelijk en sociaal goed met iemand gaat; kortom een zich welbevinden. Welzijn beleven mensen individueel en staat in principe los van welvaart. = Cultuur: wordt aangeduid met 3 kenmerken: cultureel erfgoed, dat zijn die zaken die laten zien waar we vandaan komen en geeft zo houvast voor de toekomst. Daar onder vallen monumenten maar ook immateriële zaken als tradities. Media, letteren, bibliotheek. Deze bieden informatie en inzichten om tot meningsvorming te komen. Daar onder vallen ook: pers, omroep, auteurs, podia. Kunsten. Kunst prikkelt de verbeelding en schept ongekende vergezichten die mensen kunnen inspireren en uitzicht bieden op de zin van het bestaan. Daar onder vallen: theaters, musea, festivals, artiesten in beeldende kunst, mode, vormgeving, schilderen, tekenen, allerlei vormen van muziek en theater. =Cultuur is ook een werkwoord, dat afgeleid is van het latijnse: cultura en colere en die de brede betekenis hebben van: bebouwen, bewerken, vereren, versieren, onderhouden. Later na de middeleeuwen heeft het vooral betekenis gekregen als: het vormen van. Nu zien we cultuur meer als een manier van zien, zijn en doen geformuleerd in de bovengenoemde kenmerken. Kortom een zich steeds ontwikkelend en daardoor ingewikkeld begrip dat snel tot spraakverwarring kan leiden.
3.2. Een eerste definiëring welzijn- en cultuurpijlers. Als werkgroep hebben we de volgende uitgangspunten leidraad gemaakt voor ons verder onderzoek a) De Landschapsontwikkeling van de regio door de eeuwen heen. Gebaseerd op landwinning, overstromingen, kustverdediging en –ontwikkeling, landbouw ontwikkeling, militaire acties, natuurontwikkeling, ontstaan van dorpen en steden, ontwikkeling toerisme en klein industrie b) (Vroege) geschiedenis. Militaire aanwezigheid van Romeinen, Spanjaarden en Staatsen in de regio. WOII en de gevolgen daarvan . De handelsontwikkeling in met name Sluis e.o. in relatie tot de Belgische steden en in Breskens de visserij. De immigratie van Salzburgers en Hugenoten. De ontwikkeling van de landbouw; boeren, landarbeiders in het buitengebied en van de burgerij in de dorpen en in de steden. c) Werken, wonen en ontspannen. De werktransitie van landbouw naar kleinschalig industrie en toerisme. Het hebben van een goede woonomgeving; rust, ruimte, veiligheid, dorpsleven, voorzieningen voor zorg, ontspanning en werk in nabijheid. d) Welzijn en cultuur. 2
Het aanbod van voorzieningen op deze gebieden en de ontwikkeling daarvan.
4) Resultaten en overwegingen over welzijn en cultuur n.a.v. de diverse notities, onderzoeken en de enquêtes. Hieronder een aantal overwegingen naar aanleiding van de diverse notities, onderzoeken en de resultaten van de uitgezette enquête bij volwassenen en jongeren. Bij de enquête valt op, dat jongeren en volwassenen zeker niet altijd dezelfde mening hebben. Als werkgroep vinden we dat op voorhand een bijzonder aandachtspunt, omdat de jongeren toch een belangrijk deel de bewoners van straks zijn. 4.1. Over de specifieke kenmerken van het West Zeeuws Vlaamse landschap Zowel de volwassenen als de jongeren vinden het landschap erg kenmerkend. Volwassenen noemen dan vooral de rust en weidsheid, de jongeren vinden het strand erg belangrijk. Bij de jongeren is er ook een deel dat niks bijzonder vindt, want het is toch gewoon. Ze wonen er en weten niet beter, is waarschijnlijk daarvoor een reden. De ogenschijnlijke tegenstelling tussen natuur en landschap komt aan de orde. De vele natuurgebiedjes in aanleg, vaak voorzien van omheining worden als beperkend en teveel gezien zowel bij de volwassenen als de jongeren. Uiteraard is de definitie van natuur moeilijk in deze. In feite is alles aangelegd en is het dan natuur? Is ook een veel voorkomende opmerking. Ook het agrarisch landschap wordt door een aantal als natuur aangeduid. Uit de beleidsnotities en de onderzoeken komt eenzelfde beeld naar boven, zij het dat daarin niet negatief over de natuurontwikkeling gesproken wordt, maar het juist wordt gezien als nodig voor de verdere ontwikkeling van de streek. Een groot deel van de volwassenen voelt zich betrokken bij de geschiedenis van de streek. Bij de jongeren nauwelijks iemand, maar een meerderheid van hen wil wel dat restanten behouden blijven., zoals ( in volgorde van belangrijkheid) molens, kreken, haventjes, oude polders en dijken, watertoren, kerken en musea, staat Spaanse linies. De volwassenen hebben een zelfde wens. Ook volwassenen, die later in de streek zijn komen wonen, zijn geboeid door de geschiedenis van de streek. Een behoorlijk aantal volwassenen vindt het sterk overdreven dat er zoveel ‘namaakgeschiedenis’ gecreëerd wordt, zoals de Staat Spaanse linies. Ook daarin is een verschil met de beleidsmakers, die doen dit om een bijdrage te leveren aan het aantrekkelijker maken van de regio. Het gemeentelijk beleid is tot voor kort en het regio beleid geformuleerd in natuurlijk Vitaal is nog steeds gebaseerd op de uitgangsvisie: meer, mooier, beter. Dit door het landschap aantrekkelijker te maken: kustwerken, oude geschiedenis zichtbaar in het landschap terugbrengen, meer natuur e.d. Met als voornaamste doelstelling: een aantrekkelijke regio, die meer mensen ( toeristen en nieuwe bewoners) trekt. Die daardoor meer werkgelegenheid biedt. Inmiddels begint zich een andere werkelijkheid aan te dienen en zal de komende jaren het beleid er op gericht moeten zijn: meer mogelijk maken met minder. Uit de beleidsnotities blijkt, dat toerisme de motor is voor verandering en verbetering op vele terreinen. De kwaliteit en diversiteit van het landschap bepaalt in grote mate de aantrekkelijkheid voor de recreant om naar de regio te komen. De inwoners van Sluis wonen in dat land en zijn daar zo blijkt uit de diverse beleidsstukken, maar ook uit de enquête, dik tevreden mee. Ze genieten van de streek waarin ze wonen. Maar wat hen betreft zijn geplande activiteiten veranderingen, die niet altijd als verbeteringen worden gezien of ervaren.
3
4.2. Over de kwaliteit van de woonomgeving. De jongeren vinden het strand heel belangrijk. Ook de ouderen vinden, dat het strand deel uit maakt van de kwaliteit van hun woonomgeving, maar de rust vinden zij toch wel het belangrijkste. De volwassenen vinden dat er voldoende winkels zijn en vinden de fietspaden ook voldoende. De jongeren vinden fietspaden erg belangrijk, zo ook dat er een discotheek en een bioscoop is. Over de laatste zijn ze als voorziening erg ontevreden: oude films, duur e.d. De ouderen en zorgbehoeftigden van nu vinden, dat de dienstverlening op dit gebied goed door de gemeente ingevuld wordt. De zogenaamde integrale aanpak van de gemeente wat betreft de uitvoering van het WMO-beleid trekt zelfs op landelijk beleidsniveau aandacht. Zaak zal zijn dat de gemeente dit goed ingezette WMO-beleid vasthoudt ook in een situatie dat er mogelijk minder middelen zijn. Belangrijk is, dat deze faciliteiten ook goed beschikbaar zijn, of worden en blijven voor recreanten, want dat is dan een reden meer voor een bepaalde doelgroep om de regio te bezoeken. Van de volwassenen vindt ca 70% dat het verenigingsleven hoort bij de kwaliteit van de leefomgeving. Bij de jongeren is dat beduidend minder. Het is echter een vraag wat zij als verenigingsleven zien. Misschien associëren ze een sportclub niet met een vereniging? Daar zijn ze namelijk wel lid van. Ongeveer een derde van de Sluise bevolking ( vanaf 15 jaar) is lid van een vereniging volgens het leefbaarheidonderzoek zoals: sport, muziek, koor of kerk. Stichting Welzijn voert een scala aan welzijnsactiviteiten uit ten behoeve van jongeren en ouderen in principe gericht op goed maatschappelijk functioneren en ontplooiing. De indruk bestaat dat daar maar een kleine groep gebruik van maakt, zeker wat jongeren betreft. De ouderen krijgen van de Stichting zoveel mogelijk een aanbod, dat op de kern gericht is en gericht is op zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Vrijwilligers zijn met name de uitvoerders in deze.
4.3. Over de culturele mogelijkheden en onmogelijkheden in de gemeente. Uit de reacties blijkt dat er een duidelijk verschil is tussen jong en oud. De ouderen vinden dat er voldoende mogelijkheden voor kunst- en cultuurbeleving zijn. Ze vinden het theater en bioscoop aanbod beperkt maar voldoende gezien de beperkte mogelijkheden van de regio ( weinig inwoners). Het aanbod in de Belgische steden vinden zij ook belangrijk en bereikbaar. Een handicap is voor sommigen, dat de theater- en bioscoopvoorstellingen in het Ledeltheater, die hogelijk gewaardeerd worden vooral omdat deze door vrijwilligers georganiseerd worden, slecht bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. De jongeren daarentegen vinden het aanbod van het Ledeltheater voor hen niet goed: oude films en te duur. Als ze naar dit soort aanbod gaan, dan gaan ze naar Knokke of Terneuzen. Uit hun reacties blijkt, dat de meeste jongeren onder cultuur vrijetijdsbesteding en sport verstaan en die wordt veel ingevuld met zwemmen ( ook het strand is populair bij de jongeren) en winkelen. De bibliotheek wordt door de school kennelijk goed ingezet, omdat de jongeren een bibliotheek erg belangrijk vinden. In het algemeen geven ze aan dat er weinig activiteiten voor hen georganiseerd worden. Een belangrijk deel van de volwassenen in de gemeente Sluis is ‘cultureel’ actief met o.a. muziek maken, zingen en toneel. Bij de jongeren is dit een veel kleiner aandeel. Ook ongeveer een derde tot de helft bezoekt wel eens een concert, toneelvoorstelling of een museum blijkt uit het leefbaarheidonderzoek. Daaronder zijn verhoudingsgewijs meer hoger opgeleiden/hogere inkomens. 4
Zou dit te maken hebben met het aanbod – meer op die doelgroep gericht – of meer met de prijs – te duur voor lagere inkomens – of zou het sowieso met interesse voor dergelijke activiteiten te maken hebben? Zou een ander aanbod tot meer publiek of een ander publiek leiden? En wat voor aanbod zou dat dan moeten zijn? Of heeft het gewoon te maken met de kleinschaligheid van de regio. De volwassenen vinden het aanbod voor actieve kunstbeoefening voldoende. De jongeren juist niet, maar uit de toelichtende reacties is geen duidelijk beeld te halen wat ze dan vooral missen. Er waren ook nogal wat reacties in de trant: ik houd niet van kunst. Kunst en cultuur lijkt niet zo te leven bij jongeren van 15 jaar. Aan de andere kant zullen ze toch hun lievelingsband, cd’s hebben en luisteren ze alleen en tezamen toch vaak naar muziek. Kennelijk is dat zo’n eigen wereld, die ze niet koppelen aan het gevraagde in de enquête of als cultuur benoemen. In dat kader zou het funest zijn, dat wat in de gemeentelijke kadernota genoemd wordt, nl.: de overweging om subsidiering aan de Muziekschool stop te zetten. Dan zullen de serieus geïnteresseerden naar mogelijkheden in andere gemeentes of in België moeten zoeken. Misschien kan deze maatregel een aanleiding zijn om de organisatie van het muziekonderwijs op een andere wijze te organiseren. Met name gericht op het letterlijk en figuurlijk dichterbij brengen, zodat de stap naar muziekonderwijs makkelijker wordt. Aan cultuur in de gemeente Sluis wordt ca. € 65,00 per persoon per jaar uitgegeven ( minder dan het landelijke gemiddelde). Uit het leefbaarheidonderzoek blijkt, dat tussen den 30 en 45% van de bevolking ( 15 jaar en ouder) wel eens deel neemt aan een culturele activiteit. Dit betekent dat het gemiddelde bedrag per gebruiker veel hoger is. Niet meegerekend zijn dan culturele uitingen in het openbare publieke terrein ( kunstwerken e.d.) en activiteiten welke geen subsidie krijgen. Vooral in de zomermaanden, als er ook de meeste regiobezoekers zijn, vinden er veel culturele activiteiten plaats, die uitgevoerd worden door diverse organisaties en op diverse plekken. Dit past in het gemeentebeleid, dat vindt dat het een belangrijk beoordelingscriterium voor subsidie is of een culturele activiteit meerwaarde heeft voor de toerist. Om al deze activiteiten goed te stroomlijnen heeft de bibliotheek de opdracht gekregen om de programmacoördinatie vorm te geven. Dat lijkt een goede zaak. De vraag is of het al gebeurd en of het voldoende werkt. Stichting Welzijn – financieel waarschijnlijk een substantieel deel van de genoemde 1,5 mln per jaar gemeente bijdrage aan culturele activiteiten – voert een groot deel van de culturele activiteiten uit ten behoeve van de inwoners van Sluis. Voornamelijk in de vorm van een cursus aanbod op velerlei gebied. Dit is waarschijnlijk niet of nauwelijks op de recreant gericht. De museale activiteiten worden samengebundeld voor overleg en afstemming in de museumfederatie. Voor zover bekend ontvangen niet alle museale items in de regio verhoudingsgewijs evenveel subsidie, sommige zelfs geen. De vraag is in hoeverre de gemeente door middel van de museumfederatie invloed kan uitoefenen op het beleid van deze items, die toch zeker ook een functie in de regio hebben en tevens ook als slechtweer voorziening voor de recreant betekenis hebben. De jongeren vinden een typisch streekproduct vis met name mossels. De volwassenen vinden het streekproductenaanbod niet bijzonder. De ster restaurants, die er in de regio zijn, worden kennelijk niet of nauwelijks door de regio erkend en bezocht; een enkeling spreekt over gastronomie. Deze worden echter wel als promotie van de streek gebruikt, maar door de bevolking kennelijk niet als zodanig ervaren. In de zomer worden er veel evenementen georganiseerd. De grote dorpsfeesten en markten staan voor de jongeren boven aan. De volwassenen zijn er minder duidelijk over deze meer volkse activiteiten, maar deze worden echter wel door hen gewaardeerd. Deze zorgen in de zomer voor 5
vertier, naast het strand, vooral voor de jongeren. Op de feesten en markten in het drukke toeristenseizoen komen ook veel toeristen af. 4.5. Over de bijdrage van het toerisme aan het op peil houden van welzijn en cultuur in de gemeente. Zowel jongeren als volwassenen vinden dat de toeristische sector een belangrijke bijdrage levert. Het toerisme is een belangrijke economische pijler en omdat de toeristen er zijn, gebeuren er met name in de zomer veel activiteiten. Deze koppeling lijkt voor de regio een vanzelfsprekendheid. Het werken aan de regio is mede ingegeven door het gegeven de regio aantrekkelijker te willen maken voor de toerist. De gemeente Sluis motiveerde in haar Cultuurnota voor de afgelopen periode zelfs, dat het toekennen van subsidie mede afhankelijk was van het criterium: draagt de activiteit bij aan de aantrekkelijkheid van de regio voor de toerist. De inwoners van Sluis lijken daar geen problemen mee te hebben.
4.6. Welzijn- en cultuurpijlers. Uit het voorgaande kunnen we de volgende welzijn- en cultuurpijlers halen. Welzijnspijlers
Cultuurpijlers
Het kleinschalige polderlandschap De duinen en het strand De woonomgeving: rust, voldoende winkels en andere voorzieningen m.n. ook voor ouderen, basisonderwijs, het verenigingsleven ( bij de volwassenen) De verbondenheid met de regionale geschiedenis
Het polderlandschap Het strand en de duinen De geschiedenis van de regio w.o. de restanten, monumenten, markante gebouwen e.d.
Cultureel erfgoed w.o. streekgerechten
De zomerse dorpsfeesten, markten en evenementen
Bibliotheek en de mogelijkheden tot actieve kunstbeoefening De zomerse dorpsfeesten, markten en evenementen
Het toerisme als mogelijkheid om meer activiteiten te organiseren
Het toerisme als mogelijkheid om culturele activiteiten te organiseren
6
5. Opmerkingen en aanbevelingen naar aanleiding van de benoemde welzijn- en cultuurpijlers. n.a.v. De Welzijnspijlers. Als het landschap, de polders, de duinen, het strand , de landelijke rust, het kleinschalige bijdragen zijn aan een gevoel van welzijn, dan zal het beleid in de toekomst er op gericht moeten zijn om dat te goed te waarborgen. Nodige veranderingen, mede ingegeven door de krimp, vergrijzing en ontgroening, zullen dit karakter van het landschap en daarmee het gevoel van welbevinden van de burgers niet mogen aantasten. Hoewel de automobiliteit groot is in Sluis is het openbaar vervoer een bekend probleem, zeker in de avonduren voor deelname aan (culturele) activiteiten. Het blijft de aandacht verdienen om op zoek te gaan naar mogelijkheden tot betaalbare individualisering van dat vervoer. Het blijkt uit de enquête, dat de inwoners van Sluis de toerist als mede gebruiker van hun omgeving accepteren. De spanning tussen meer toeristisch aanbod en handhaving van de rust en het kleinschalige zal voortdurend tegen elkaar afgewogen moeten worden. Vooral ook omdat meer toerisme meer werkgelegenheid betekent en werk hebben draagt bij aan een gevoel van wel bevinden. De belangstelling voor en het gevoel van verbondenheid met de geschiedenis van de regio lijkt in grote mate belangrijk voor de inwoners van Sluis. Vandaar dat we het ook als welzijnspijler benoemd hebben. Dit een reden te meer voor een aandachtspunt, dat ook de kinderen en jongeren geïnformeerd worden over de regio geschiedenis. Gemiddeld 15 jarigen, blijkt uit de enquête, hebben er weinig weet van. Weten van biedt mogelijkheid tot verbondenheid en trots. Een taak voor het onderwijs en de ouders om hen daar op gepaste wijze over te informeren. De jongeren vinden hun ontspanning in de zomer op het strand en tijdens de dorpsfeesten en –markten en andere zomerse regio evenementen. In de winter is er veel minder voor hen. Voor hun welbevinden en hun sociale ontwikkeling zal de regionale culturele agenda in de toekomst meer rekening moeten houden met de jongeren. Vooral zij die, zonder eigen vervoer, gebonden zijn aan wat de regio biedt. De zgn. discobus, door de gemeente ingezet en grotendeels uitgevoerd door vrijwilligers, lijkt voor een deel van dit probleem een prima oplossing. De wijze waarop in Sluis de zorg georganiseerd en uitgevoerd wordt trekt landelijke aandacht. Een sterk punt van Sluis. Zaak wordt in de komende tijd dit te handhaven ondanks bezuinigingen. Zeker omdat er een tendens is te bespeuren, dat jongere ouderen zich na hun pensionering graag in de gemeente vestigen. Dit is een van de unieke verkooppunten van Sluis. Ook voor een bepaalde groep zorg afhankelijke toeristen is dit belangrijk in hun keuze voor een vakantie in Sluis. n.a.v. De Cultuurpijlers. In tegenstelling tot hun ouders zijn de jongeren niet tevreden over de culturele activiteiten in de gemeente. In de zomer vinden ze dat er meer voor hen aangeboden wordt, omdat ze de dorpsfeesten en markten en andere zomerse evenementen bezoeken. In de enquête valt op, dat de jongeren niet veel inzicht hebben in wat culturele activiteiten zijn. Ze noemen allerlei vormen van vrijetijdsbesteding, zoals zwemmen, winkelen, sport als ze culturele activiteiten aanduiden. Weten zij niet wat met de vraag bedoelt wordt, omdat ze het begrip cultuur niet kennen? Is er geen aanbod voor hen? Hier ligt een schone taak voor ouders en onderwijs. Maar wellicht ook voor de bibliotheek, een belangrijke voorziening volgens de jongeren. Deze heeft de programma coördinatie van de culturele agenda in de regio. In overleg met de 7
bibliotheek kan de gemeente nagaan hoe ze de jongeren beter kunnen informeren over het culturele aanbod. De bibliotheek zou daar naar de jeugd toe een centrale rol in kunnen vervullen. Juist omdat de jeugd de bibliotheek nodig vindt en waardeert. Al jarenlang wordt er door diverse overheden en instanties aan de upgrading van de regio gewerkt. Het lijkt er op, zeker wat betreft het creëren van natuurgebieden, maar ook wat betreft de geschiedenis weer zichtbaar maken in het landschap, dat veel bewoners van Sluis het niet relevant vinden en soms zelfs erg tegen zijn. Het is de taak van de gemeentelijke overheid om vastgesteld beleid en de wijze van uitvoering daarvan duidelijk te communiceren met haar inwoners. Het in kennis stellen, de mogelijkheid van inspraak in plannen is kennelijk niet voldoende om bewoners ‘mee te krijgen’. Als het beleid eenmaal bepaald is, zullen andere vormen van communicatie ingezet moeten worden gericht op medestanders mobiliseren en vasthouden in plaats van te trachten tegenstanders te overtuigen. Dit zal altijd een continue proces zijn, maar is erg belangrijk. De inwoners van Sluis hebben een goed gevoel bij hun regio en dat kan daardoor alleen maar versterkt worden. Tevens zal er dan meer begrip voor natuur en cultuur in de regio ontstaan. Actieve kunstbeoefening scoort hoog bij volwassen Sluisenaren m.n. muziek en zang. De actieve kunstbeoefening bij kinderen is niet groot. Dit dient een aandachtspunt te worden voor de scholen, die daar met het opstellen van hun onderwijsprogramma’s meer rekening mee zullen moeten houden. Maar ook voor St. Welzijn, de muziekschool en andere organisaties op dit gebied. Ook de jeugd dient een hun passend aanbod te hebben. Het zou vanzelfsprekend moeten zijn, dat cultuuronderwijs een doorlopend aanbod is van groep 1 van het basis onderwijs tot en met alle schooljaren van het voortgezet onderwijs. Zodat ze een goede basis mee krijgen van waaruit ze hun keuzes voor hun latere leven kunnen invullen. Een aanbod waarmee ze op hun niveau actief kennis maken met de diverse kunstzinnige uitingen. De regio heeft een grote aantrekkingskracht op kunstenaars, naar verhouding hebben velen zich in de gemeente gevestigd. De gemeente zou met de scholen en kunstenaars in overleg kunnen gaan om na te gaan wat ze voor elkaar kunnen betekenen. Juist omdat de regio zo veel kunstzinnige inwoners heeft, is het een extra stimulans, dat de jeugd weet heeft van culturele mogelijkheden. Ook de match regionale kunstenaars en volwassenen kan wellicht gemaakt worden. Naar verhouding vestigen zich in de regio ook veel gepensioneerden: jonge ouderen. Deze hebben tijd en zijn actief. Zo zou de regio verder door kunnen groeien als een regio waar kunst ( beoefening) en cultuur een belangrijk sociaal middel zijn. Een uitdaging voor gemeentelijk beleid zal ook zijn om met een krimpend financieel budget – door krimp van de bevolking en reeds ingestelde en nog verwachte bezuinigingen – om het cultuurbeleid een stevige plek te geven in het gemeentelijk beleid en bezuinigingen daarop niet als vanzelfsprekend te beschouwen. Immers Sluis als culturele regio versterkt het Sluis met de prachtige stranden, het polderlandschap en de rust. De regio wordt dan nog aantrekkelijker voor de toerist en 2e woningzoekers. Juist ook omdat een kunst- en cultuur aanbod ook buiten het zomerseizoen aangeboden kan worden. Meer toerisme, meer mogelijkheden voor cultuur, meer werkgelegenheid, prettig wonen etc. en de cirkel is weer rond. n.a.v. Het toerisme als mogelijkheid om meer activiteiten / culturele activiteiten te organiseren. Het toerisme is aanleiding tot en drager van veel activiteiten in de zomer maanden in de regio. De aanwezigheid van de toeristen zorgt ervoor, dat er grote evenementen kunnen zijn waar veel bezoekers op af komen. De culturele activiteiten dan gepland varen er wel bij, maar het versterkt ook het sociaal welbevinden van de bewoners. Ze waarderen deze activiteiten. 8
Het toerisme draagt ook bij aan het sociaal welbevinden door dat er veel meer winkels, restaurants, slechtweer voorzieningen e.d., dan de omvang van de bevolking rechtvaardigt , kunnen zijn. De vele in de regio gevestigde kunstenaars zouden door de gemeente uitgedaagd moeten worden om zich meer gezamenlijk te profileren, zodat ze met elkaar een ‘extra’ attractie in de regio vormen. Een initiatief als de open atelierroute zou daartoe uit kunnen groeien. Bovendien biedt het de kunstenaars dan meer mogelijkheden om het publiek kennis te laten maken met hun werk en om zodoende hun verkoopmogelijkheden te verbreden. Sluis wordt dan ook een culturele regio. Kortom: in de gemeente Sluis blijkt sociaal welbevinden, kunst en cultuur en toerisme een sterke onderlinge verbondenheid te hebben. Ze versterken elkaar. Een voor de regio specifiek gegeven, dat een stevige verankering zou moeten hebben/krijgen in alle facetten van het gemeentelijk beleid. Een gegeven dat goed realiseerbaar lijkt, omdat de burgers van Sluis deze combinatie als vanzelfsprekend ervaren en de mogelijkheden er in feite al zijn. Algemeen. Tot nu toe was het WMO beleid opgedeeld in een WMO beleid ( sociaal gericht) en een cultuur beleid, waarin de 9 WMO prestatievelden in ondergebracht zijn. De gemeente Sluis heeft gekozen voor een integraal beleid wat betreft deze prestatievelden. Dit betekent dat binnen de gemeente welzijn en cultuur onlosmakelijk gekoppeld zijn. Een aparte nota cultuurbeleid naast een brede WMO welzijnsnota lijkt, gezien het feit dat ze ook een financieel budgettaire eenheid vormen, ongewenst. Daar waar beleidvoornemens een inclusief karakter hebben wil dit niet zeggen dat het uitvoeringstraject, in dit geval cultuur en welzijn, ook door één organisatie dient te gebeuren. Integendeel ,omdat er sprake is van een achterstandsituatie inzake uitvoering cultuurbeleid dient daar specifiek aandacht aan geschonken te worden en dat zal het beste kunnen in een organisatie die daarop volledig gericht is. Toelichting: De werkgroep is van mening, dat het huidige aanbod op cultureel gebied: zijnde een (vast) cursus aanbod uitgevoerd door één organisatie en een overig versnipperd, niet op elkaar afgestemd particulier aanbod, niet flexibel genoeg is voor de huidige situatie. Nodig lijkt: een jaarlijks vastgesteld vraag gestuurd project en workshop aanbod samengesteld door een project coördinatieteam, waarin diverse sectoren uit het culturele veld zitting hebben. Juist geen vaste organisatie omdat in de komende jaren zeer ad hoc en wendbaar gereageerd moet kunnen worden om een actie- en vraaggerichte aanpak flexibel in te zetten. Taakstellend voor zo’n project coördinatieteam zou moeten zijn: een programma aanbod voor kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen in vrije tijd verband, maar ook in schoolverband op de diverse cultuurfacetten: cultureel erfgoed, media en kunsten en wij adviseren daarbij te nemen: natuur omdat natuur ontwikkeling in de regio sterk gekoppeld is aan de culturele ontwikkeling van de regio. Op deze manier kan misschien de achterstand opgelopen bij de jongeren, die nauwelijks weet hebben van cultuur, weinig aan kunstzinnige vorming doen, weinig weten over de natuur en de geschiedenis van de regio, ingelopen worden. Door ook het welzijnsbeleid en de uitvoering WMO heel duidelijk in één organisatie bij elkaar te brengen zal het mogelijk zijn om de huidige aanpak te bestendigen en verder uit te bouwen door goed te anticiperen op nieuwe ontwikkelingen. Waar je goed in bent kan waarschijnlijk nog beter. En profilering van een sterk punt is goed voor de uitstraling van/ leefbaarheid in de gemeente Sluis.
9
6. Advies aan de RMO. De werkgroep komt naar aanleiding van bovenstaande tot de volgende adviezen aan de RMO: De werkgroep adviseert de gemeente om de huidige kenmerken van het West ZeeuwsVlaamse platteland: ruimte, rust, kleinschaligheid, polders, toegankelijke natuur en stranden als maatgevend te nemen voor haar verdere beleid- en planvorming van de openbare ruimte, daar dit een duidelijke bijdrage heeft aan een gevoel van welbevinden van de inwoners van de gemeente Sluis . Daarnaast is dit hèt aantrekkingspunt voor het toerisme. De werkgroep adviseert de gemeente om verder na te denken over individualisering van het vervoer in de regio, zodat alle bewoners, jong en oud maar vooral de jongeren, mee kunnen doen aan alle activiteiten,zeker ook culturele, in de gemeente. De werkgroep adviseert de gemeente met het onderwijs in de gemeente na te gaan waar het mogelijk is om kinderen in zowel het basis als ook in het voortgezet onderwijs meer te betrekken bij de regio door kennisoverdracht over de ontwikkeling en geschiedenis van de regio in het lespakket op te nemen. De werkgroep adviseert de gemeente om de wijze van organisatie en uitvoering van de zorg / de WMO mee te betrekken in de promotie van de gemeente, zodat degenen die overwegen zich in de gemeente te vestigen of zij die er een vakantie door willen brengen daarvan op de hoogte zijn. Dit omdat het een sterk punt is van de gemeente Sluis. Verder adviseert de werkgroep de gemeente om de werkwijze van organisatie en uitvoering van de WMO / zorg op het huidige niveau te handhaven en zo mogelijk nog te verbeteren, omdat het de bewoners rust en veiligheid biedt. De werkgroep adviseert de gemeente, om tot een nadere definiëring te komen van typisch West Zeeuws Vlaams kunst en cultuur aanbod door het samenstellen van een ‘canon West Zeeuws Vlaamse kunst en cultuur’. Dit omdat uit de enquête duidelijk blijkt, dat de jeugd weinig cultureel besef heeft en we weten dat er op de scholen weinig aandacht aan besteed wordt. Ook volwassenen, hoewel ze wel tevreden zijn over het aanbod, maken maar beperkt gebruik van het huidige aanbod. De RMO zou tezamen met de gemeente deze opdracht kunnen oppakken door een gezamenlijke werkgroep in te stellen, die opdracht krijgt aanwezig materiaal kritisch te bekijken en eventueel aan te vullen. De werkgroep adviseert de gemeente om aan het samenstellen van de canon de opdracht te verbinden om samen met de onderwijsorganisaties een plan op te stellen voor het aanbieden van oriëntatie workshops kunst , cultuur en natuur in alle scholen ( vanaf groep 3 basis onderwijs tot met hoogste klas voorgezet onderwijs), zodat elk kind dat in de gemeente Sluis naar school gaat met diverse vormen van kunst , cultuur en natuur kennis maakt. Daarbij zou dat aanbod aangepast ook in de dorpshuizen aangeboden kunnen worden als ‘snuffelcursus’ voor volwassenen, maar ook voor kinderen. Tevens zou dan bekeken kunnen worden hoe regionale kunstenaars bij dit aanbod betrokken kunnen worden. 10
De werkgroep adviseert de gemeente om op basis van de samengestelde canon een beleidsplan te maken, waarin bewust voor een andere opzet gekozen wordt: een coördinatieteam, dat projectmatig werkt, regionale kunstenaars, professionals, maar ook Vlaamse opleidingen inschakelt. Geen schools cursus systeem, maar projecten en workshops. En met een jaarlijkse taakstelling om te komen tot een uitdagend programma -aanbod voor kennismaking en verdere verdieping van de diverse cultuurfacetten: cultureel erfgoed, media en kunsten en natuurontwikkeling. Dit gericht op kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen in vrije tijd en in schoolverband De werkgroep adviseert de gemeente om in overleg met de bibliotheek te treden om na te gaan hoe de organisatie en promotie van de culturele agenda beter kan gebeuren, zodat ook de jeugd op een hen passende manier geïnformeerd is over het aanbod in de gemeente. De werkgroep adviseert de gemeente om het cultuurbeleid een meer prominente plek te geven in de promotie van de gemeente, omdat de regio daardoor aantrekkelijker wordt voor regiobezoekers of 2e woningbezitters, omdat dit aanbod ook buiten het zomerseizoen aangeboden kan worden. Particuliere initiatieven in deze dienen door de gemeente aangemoedigd en actief ondersteund te worden. De werkgroep adviseert de gemeente ter ondersteuning van bovenstaande om na te gaan waar mogelijkheden zijn om financiële middelen te creëren ( overheid, gemeente, fondsen, sponsoren e.d.) om een intensivering van het kunst en cultuur aanbod in de gemeente te realiseren. De werkgroep adviseert de gemeente om op korte termijn te komen tot een alternatief communicatieplan en aanpak wat betreft uitvoering van beleid( gemeentelijk of provinciaal)inzake het creëren van natuurgebieden en het weer zichtbaar maken van de geschiedenis van de regio. Dit plan dient als basis te hebben dat dit een continu proces is en dient er op gericht te zijn om medestanders te mobiliseren en vast te houden en in tweede instantie om tegenstanders proberen te overtuigen. Dit zal bijdragen aan de acceptatie en een gevoel van welbevinden bij vele bewoners in de gemeente. (denk daarbij ook aan mogelijkheden als: een toneelstuk in het Ledeltheater of een happening in de openlucht ( midwinter), die ook de natuurfacetten meeneemt ( in de regio zijn diverse sing songwriters, beeldhouwers, kunstschilders e.d.). Dit naast aangepaste communicatie en promotie via de geëigende kanalen. De werkgroep adviseert de gemeente om in hun plannen kunst, cultuur en toerisme direct te koppelen en stevig te verankeren in alle facetten van het gemeentelijk beleid, omdat deze een sterke onderlinge verbondenheid hebben en elkaar versterken en de burgers deze combinatie vanzelfsprekend vinden. De werkgroep adviseert de gemeente om het WMO beleid voor de komende jaren vorm te geven door het ‘traditionele WMO-beleid’ en het’ Culturele beleid’ bij elkaar te brengen. Vooral omdat de gemeente gekozen heeft voor de brede definiëring van de WMO (zorg, welzijn en cultuur) en zeker ook, omdat welzijn en cultuur elkaar in de gemeente Sluis gekoppeld aan toerisme versterken. 11