Mobiliteitsbeleid
Inhoudsopgave 1. Inleiding
3
2. Aanstelling
3
3. Wat is nu eigenlijk mobiliteit?
4
4. Uitgangspunten
4
5. Voordelen Mobiliteit:
5
6. Wanneer is er sprake van mobiliteit?
5
7. Vrijwillige mobiliteit
6
8. Procedure Mobiliteit
7
9. Onvrijwillige mobiliteit
9
10. Procedure
11
bijlage: mobiliteitsplan
12
___________________________________________________________________________________________________________ Vivente
2 / 28
1. Inleiding Het werken in het onderwijs vraagt om bepaalde mate van flexibiltiet van medewerkers. Vivente wordt voortdurend geconfronteerd met veranderingen. Onze taakstelling: het verzorgen van onderwijs is een maatschappelijke opdracht die veel van medewerkers vraagt. Wij bereiden kinderen voor op een toekomst die we niet kennen. De maatschappij waar wij als Vivente midden in staan, verandert continu. De maatschappij, verwacht van Vivente en haar medewerkers dat ingespeeld wordt op deze veranderingen en dat wij onze ‘veranderende’ taak adequaat uitvoeren. Wil Vivente dit realiseren moet het beschikken over kwalitatief goed opgeleide, gemotiveerde en breed inzetbare medewerkers. Dit betekent dat Vivente een wendbare organisatie moet zijn met een ambitieus en resultaatgericht klimaat. Als Vivente een flexibele organisatie is, kan zij zich beter aanpassen aan de veranderende omgeving maar ook aan de veranderingen op de arbeidsmarkt. De vergrijzing en de lage instroom op de PABO’s zorgen in de toekomst voor een scheve verhouding tussen vraag en aanbod van medewerkers. Wil Vivente kwalitatief onderwijs blijven bieden is flexibiliteit een voorwaarde. Vivente behaalt maximaal rendement als de juiste medewerker op de juiste plaats werkzaam is. Plezier in het werk maakt de medewerker het meest effectief. Intrinsiek gemotiveerde medewerkers zijn uiterst waardevol voor Vivente. Mobiliteit is het beleid dat Vivente hanteert om medewerkers flexibel en breed inzetbaar te houden, zodat zij een bijdrage blijven leveren aan de organisatiedoelstellingen. Mobiliteit vergroot de inzetbaarheid van medewerkers en stimuleert zowel de in-, door- als uitstroom van personeel. Het Vivente mobiliteitsbeleid wordt vastgesteld door het college van bestuur.
2. Benoeming Medewerkers
worden
niet
benoemd
op
een
school
maar
hebben
een
Vivente
bestuursaanstelling. Dit betekent dat ze op iedere school binnen Vivente geplaatst kunnen worden. Vivente hanteert werkgelegenheidsbeleid. Dit houdt in dat Vivente een actief werkgelegenheidsbeleid voert met als doel behoud c.q. uitbreiding van werkgelegenheid. Het vervullen van een soortgelijke functie op een andere werkplek binnen Vivente heeft geen rechtspositionele- of financiële consequenties.
___________________________________________________________________________________________________________ Vivente
3 / 28
3. Wat is nu eigenlijk mobiliteit? Mobiliteit betekent letterlijk beweegbaarheid, beweeglijkheid, mogelijkheid om te bewegen. Binnen Vivente verstaan we onder mobiliteit: de mate waarin medewerkers open staan voor verandering en flexibel zijn zodat competenties in de breedste zin ontwikkeld worden hetgeen leidt tot de bereidheid zich functioneel en geografisch te verplaatsen te behoe ve van zichzelf en de organisatie. Mobiliteit is gericht op de ontwikkeling van de medewerkers en het stimuleren en optimaliseren van hun brede inzetbaarheid. Er zijn verschillende vormen van mobiliteit mogelijk: School mobiliteit – zelfde werkzaamheden binnen dezelfde school maar in een andere groep / bouw. Interne mobiliteit – zelfde werkzaamheden op een andere Vivente school. Functie mobiliteit / carrière switch – werkzaamheden in een andere functie binnen Vivente. Externe mobiliteit – werkzaamheden gaan verrichten buiten Vivente.
4. Uitgangspunten Een bredere inzetbaarheid van medewerkers Brede inzetbaarheid maakt dat Vivente flexibeler wordt en zo beter haar doelen kan bereiken. Aan de andere kant biedt het medewerkers uitdaging in het werk en een stimulans in de persoonlijke groei en ontwikkeling. Optimaal benutten van menselijk potentieel ten behoeve van de organisatie Met behulp van mobiliteit wordt gestreefd naar het laten aansluiten van het werk bij de kwaliteiten en ambities van de medewerker. De juiste medewerker op de juiste functie. Delen en verspreiden van kennis binnen de organisatie Mobiliteit draagt bij aan het verspreiden van kennis binnen Vivente. Employability Hieronder wordt in dit beleidsdocument verstaan de arbeidsmarktwaarde die een medewerker vertegenwoordigt. Als een medewerker ten gevolge van verticale of horizontale mobiliteit van meerdere markten thuis is, vergroot dit de inzetbaarheid binnen en buiten de organisatie maar ook de motivatie van de medewerker. Duurzame inzetbaarheid De aanpassingen in de AOW gerechtigde leeftijd heeft tot gevolg dat werkbare leven van medewerkers langer wordt. Om dit te realiseren is vitaliteit en motivatie van belang. Mobiliteit biedt de medewerker ruimte voor regie en initiatief. Loopbaan Het mobiliteitsbeleid geeft medewerkers de mogelijkheid persoonlijke drijfveren af te stemmen met de organisatiedoelen. De ‘jonge’ generatie stelt andere wensen/eisen aan zijn werk dan de ‘oudere’ generatie. Voor beide geldt dat beweging belangrijk is voor de eigen ontwikkeling en uitdaging. Vivente laat je zien Vivente wordt gemaakt door alle medewerkers te samen. Maar hoe goed kennen we elkaar en maken we gebruik van elkaars kennis en kunde? Door mobiliteit leren medewerkers elkaar kennen en wordt de samenwerking gestimuleerd tussen scholen. ___________________________________________________________________________________________________________ Vivente
4 / 28
Evenwichtige opbouw personeelsbestand Via mobiliteit (verplicht/vrijwillig, intern of extern) kan Vivente sturing geven aan doorstroom/uitstroom.
5. Voordelen Mobiliteit Medewerkers die breed inzetbaar zijn, zijn productief. Delen van kennis en kunde. Verhoging van motivatie en betrokkenheid door verder professionaliseren en ervaring te vergroten in andere onderwijsomgeving en/of onderwijsconcept. Met mobiliteit stimuleer je dat medewerkers meegroeien met ontwikkelingen in hun vakgebied en Vivente. Zo blijven ze voldoen aan de steeds veranderende eisen. Immers: stilstand is achteruitgang. Dat geldt ook kennis en vaardigheden. Het innovatieve karakter van Vivente wordt vergroot. Binden van medewerkers door het voorkomen van verlies van uitdaging voor de medewerker. Vergroten van aantrekkingskracht van Vivente als werkgever. Zorgen voor een juiste match van medewerkers en de onderwijsconcepten van de scholen. Het inbrengen van nieuwe dynamiek en een ‘frisse kijk’ binnen de scholen. Het doorbreken van patronen van routinematig werken. Het voorkomen van organisatieblindheid. Beter in staat zijn om de groei, dan wel krimp van de scholen op te vangen.
6. Wanneer is er sprake van mobiliteit? Vrijwillig – een medewerker kiest zelf voor het veranderen van werkplek of baan. De medewerker ziet mobiliteit als een kans in het kader van de eigen professionele ontwikkeling en neemt zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen loopbaan. Onvrijwillig – de organisatie bepaalt dat de medewerker van werkplek of baan moet veranderen. Dit kan voorkomen: o In verband met de werktijdfactoren waardoor structureel drie leerkrachten voor een groep komen. o In verband met formatietekort van de school. o Bij een conflictsituatie waarbij, om weer tot een werkbare situatie te komen, één of meer bij het conflict betrokken personen op een andere school worden geplaatst. o Op advies van een bedrijfsarts. o Indien medewerker niet functioneert als gevolg van het onderwijsconcept en begeleiding geen verbetering heeft gebracht. o Om formatieruimte te creëren zodat specifieke functies kunnen worden gevuld. o In andere door het College van Bestuur met name genoemde zwaarwichtige omstandigheden. o Om een personele wisseling mogelijk te maken voor een medewerker van e en andere school als gevolg van een van de hierboven genoemde situatie.
___________________________________________________________________________________________________________ Vivente
5 / 28
7. Vrijwillige mobiliteit Vrijwillige mobiliteit draagt bij aan het invullen van loopbaanwensen van medewerkers en het creëren van brede inzetbaarheid waardoor de organisatie flexibeler wordt. In het proces van mobiliteit heeft iedere medewerker / functionaris zijn eigen verantwoordelijkheden en taken.
7.1 Verantwoordelijkheden van de individuele werknemer: Verantwoordelijkheid voor het eigen geluk ook werkgerelateerd; Verantwoordelijkheid nemen voor de eigen loopbaan en ontwikkeling; Initiatief nemen tot veranderingen; Breed inzetbaar willen zijn; Invullen van de belangstellingregistratie; Het volgen van bij- en nascholing gericht op verdere professionalisering; Jaarlijks zijn/haar persoonlijk ontwikkelplan opstellen; Talenten tot ontplooiing willen brengen en willen inzetten; Bereid zijn tot medewerking aan wisselingen van werkplek en/of werkinhoud.
7.2 Verantwoordelijkheden van de schooldirecteur: Intern de school actief de taak- en groepsroulatie stimuleren; Het houden van functionerings- en beoordelingsgesprekken. Mobiliteit en loopbaan is een standaard onderdeel in deze gesprekken; Indien er sprake is van een formatietekort en te weinig vrijwillige mobiliteit keuze maken wie overgeplaatst wordt aan de hand van het mobiliteitsbeleid; Mobiliteit regelmatig (minimaal 2x per jaar) op de agenda van de teamvergadering zetten; Medewerkers helpen bij het maken van keuzes; Het houden van sollicitatiegesprekken; Het houden van een evaluatiegesprek als een werknemer van school vertrekt; Het houden van een overdrachtsgesprek tussen de leidinggevende van de ‘oude’ school en de leidinggevende van de nieuwe school; Het ondersteunen van nieuwe leerkrachten; Een positieve houding laten zien t.o.v. vrijwillige mobiliteit en zo mogelijk zelf het voorbeeld geven.
7.3 Verantwoordelijkheden HRM: Het informeren van medewerkers; Het registreren, coördineren en analyseren van de belangstellingsregistratie; Het coördineren van vacatures; Afstemming met schooldirecteuren over de formatie; Bemiddelen bij vrijwillige of verplichte mobiliteit, detachering, outplacement etc. Bemiddelen bij plaatsing van werknemers met een sociale of medische indicatie; Rechtspositionele advisering; Medewerkers helpen bij het maken van keuzes; Het ondersteunen van schooldirecteuren bij de uitvoering van het mobiliteitsbeleid; Het evalueren, monitoren en zo nodig bijstellen van het mobiliteitsbeleid; Successen van vrijwillige mobiliteit publiceren in de Inform@il; Het houden van exitgesprekken als een medewerker Vivente verlaat.
___________________________________________________________________________________________________________ Vivente
6 / 28
7.4 Verantwoordelijkheden van het college van bestuur: Vaststellen van het Vivente mobiliteitsbeleid; Definitief goedkeuren van de voorgenomen mobiliteit; Bij problemen van mobiliteit besluiten nemen; Mobiliteit
in
relatie
tot
formatie
regelmatig
op
de
agenda
van
de
directievergaderingen (minimaal 3x per jaar); Tijdens werkoverleg met de schooldirecteur praten over de bereidheid van mobiliteit van de medewerkers van de school; Het houden van functionering en beoordelingsgesprekken met de directeuren waarbij loopbaan en mobiliteit van de schooldirecteur een standaard onderwerp is; Het stimuleren van vrijwillige mobiliteit met betrekking tot de directeuren.
8. Procedure Mobiliteit 8.1 Vacatures Ontstaan er in de loop van een schooljaar vacatures worden deze eerst intern gepubliceerd. Dit
biedt
werknemers
de
mogelijkheid
zelf
regie
te
nemen
over
hun
loopbaan.
8.2 Tijdelijke vacatures Tijdelijke vacatures (bijvoorbeeld verlof) gedurende het schooljaar worden ook intern gepubliceerd. Invulling hiervan geschiedt naast de eigen functie. Het biedt medewerkers tijdelijk de mogelijkheid om kennis te maken met een andere werkplek, of indien passend een andere functie.
8.3 Vacatures nieuwe schooljaar Vacatures nieuwe schooljaar worden in februari gepubliceerd zodat elke medewerker zelf het initiatief kan nemen tot mobiliteit.
8.4 Belangstellingsinventarisatie Het
hele
jaar
door
‘belangstellingregistratie
kan
personeel
mobiliteit’
bij zijn
HRM
door
middel
loopbaanwensen
van
het
formulier
kenbaar
maken.
In januari vindt er een inventarisatie plaats onder alle medewerkers.
8.5 School Onbekend maakt onbemind. Om te weten te komen wat scholen te bieden hebben, kunnen medewerkers de internetsites van de scholen bekijken of de schoolgids van de school raadplegen. Een kennismaking of tijdelijk meedraaien met de school is bespreekbaar!
8.6 Taak- en functieroulatie Roulatie binnen functies en taken (mits niveau en vereiste bekwaamheid vergelijkbaar is) verhoogt de inzetbaarheid van de medewerkers. Variatie blijkt daarnaast veelal tot extra motivatie te leiden.
___________________________________________________________________________________________________________ Vivente
7 / 28
8.7 Detachering Detachering wil zeggen dat een medewerker op vrijwillige basis voor een bepaalde tijd ergens anders werkt. Personeel kan op deze wijze andere ervarin gen opdoen, nieuwe dingen leren en zich oriënteren op een andere baan. Detachering is alleen mogelijk als drie partijen het eens worden: de gedetacheerde medewerker, de inlenende organisatie en Vivente als uitlenende organisatie. HRM stelt een detacheringsovereenkomst op waarin de rechten en plichten van de drie partijen vermeld staan. De gedetacheerde werknemer blijft in dienst van Vivente.
8.8 Tijdpad Periode
Actie
Wie
Doorlopend
Vacatures
Afweging medewerker tot sollicitatie of niet.
Januari
Belangstellinginventarisatie
HRM
Februari
Vacatures nieuwe schooljaar
Afweging medewerker tot sollicitatie of niet.
Maart
Sollicitatiegesprekken
Schooldirecteur
April / Mei
Verplichte mobliteit en gesprekken
Schooldirecteur en HRM
Juni / Juli
Kennismaking nieuwe werkplek
Medewerkers
Juli
Afscheid oude werkplek
Schooldirecteur in overleg met medewerker
___________________________________________________________________________________________________________ Vivente
8 / 28
9. Onvrijwillige mobiliteit Vivente hanteert de fpe-systematiek (formatie plaats eenheid) voor de toekenning en monitoring van de formatie. Fpe houdt in dat alle functies en schalen worden gerelateerd aan de meest voorkomende schaal die van de leerkracht LA. In het nieuwe formatie toekenningsmodel is een overzicht gemaakt van de verschillende functiecategorieën en het % waarop de school ‘recht’ heeft. Van formatietekort is sprake als, door terugloop van het aantal leerlingen per 1 oktober van een schooljaar, er te weinig budget beschikbaar is om aan alle medewerkers van de school die een benoeming hebben een werkplek te garanderen aan de betreffende school vo or het nieuwe schooljaar. Als gevolg van formatietekort wordt een medewerker niet ontslagen want de medewerker is en blijft in dienst van Vivente. Onvrijwillige mobiliteit is een ingrijpende aangelegenheid voor de betrokken medewerkers en vraagt om zorgvuldigheid.
9.1 Algemene Vivente Criteria Directie
<200 ll wtf 0,61 201-250 ll wtf 0,70 251-300 ll wtf 0,79 301-350 ll wtf 0,87 351-400 ll wtf 0,96 401-500 ll wtf 1,13 501-600 ll wtf 1,31 601-700 ll wtf 1,48 701-800 ll wtf 1,65 801-1000 ll wtf 2,00
IB
<200 ll wtf 0,44 201-250 ll wtf 0,51 251-300 ll wtf 0,59 301-350 ll wtf 0,68 351-400 ll wtf 0,77 401-500 ll wtf 0,95 501-600 ll wtf 1,13 601-700 ll wtf 1,31 701-800 ll wtf 1,49 801-1000 ll wtf 1,85
Functiemix
De school moet aan het minimale % blijven voldoen. Dit kan betekenen dat de LBfunctiemix medewerkers worden uitgesloten.
Leeftijd
Medewerkers >60 jaar (peildatum 1-1-jaar) komen alleen vrijwillig in aanmerking voor mobiliteit.
Functioneren
Alleen een medewerker die voldoende functioneert komt in aanmerking voor verplichte mobiliteit.
___________________________________________________________________________________________________________ Vivente
9 / 28
Anciënniteit
Medewerkers die korter dan 5 schooljaren op de school werkzaam zijn worden uitgesloten.
Pensioen of stoppen met werken
Medewerkers
die
schriftelijk
hebben
aangegeven maximaal nog een schooljaar te willen werken komen alleen vrijwillig in aanmerking voor mobiliteit. Afspiegeling
Het is belangrijk dat er binnen een school een evenwichtige leeftijdsopbouw is. Verdeling over de leeftijdsgroepen blijft zoveel mogelijk gelijk of het is noodzakelijk om evenwicht te creëren in de teamsamenstelling. Leeftijdstindeling: 15 t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 t/m 59 jaar >60 jaar
Verlof
Medewerkers waarvan op het moment van bekendmaking
van
het
mobiliteitsplan
bekend is dat zij in verwachting zijn of met verlof zijn welke doorloopt in het volgende schooljaar worden uitgesloten. Scholing vanuit de lerarenbeurs
Medewerkers die via een lerarenbeurs een studie volgen komen alleen
op
basis
gedurende de studie van
vrijwilligheid
in
aanmerking voor mobiliteit. Bewegingsonderwijs
De
lessen
bewegingsonderwijs
moeten
gerealiseerd worden met daartoe bevoegde leerkrachten. Dit betekent dat bij een tekort bevoegde
leerkrachten
voor
het
bewegingsonderwijs zijn uitgesloten.
___________________________________________________________________________________________________________ Vivente
10 / 28
9.2 Schoolspecifieke criteria School functiebouwwerk
Als een school specifieke functies heeft opgenomen in het functiebouwwerk worden deze in principe uitgesloten. Behalve als er vacatureruimte
beschikbaar
is
binnen
Vivente in gelijke functies. Brede inzetbaarheid
Jaarlijks wordt de inzetbaarheid in groepen vastgesteld en wordt er gekeken naar de inzetbaarheid de afgelopen vijf jaar op de school.
Schoolontwikkeling
De schooldirecteur bepaalt welke specifieke expertise
van
belang
schoolorganisatie
in
schoolontwikkeling
is
relatie
voor tot
(schoolplan).
de de De
gewenste expertise kan jaarlijks wisselen mits dit
op
basis
is
van
onderwijskundige
argumenten en is vastgelegd in schoolplan, jaarplan of verbeterplan. Hierdoor kunnen op basis
van
expertise
opleiding, vanuit
medewerkers
specifieke
specifieke
worden
taken,
opleiding
uitgesloten
van
mobiliteit. Het
schoolplan
wordt
voor
instemming
aangeboden aan de MR.
10. Procedure De directeur communiceert binnen de school dat er in verband met de formatie mobiliteit moet plaatsvinden en inventariseert nogmaals of er medewerkers in aanmerking willen komen voor vrijwillige mobiliteit. Bij onvoldoende vrijwillige mobiliteit maakt de directeur aan de hand van het raamwerk een school specifiek mobiliteitsplan. De directeur en adviseur HRM praten met een aantal medewerkers over de ‘gedwongen’ mobiliteit. Van het gesprek wordt een verslag gemaakt. Na de gesprekken maken de directeur en adviseur HRM een voordracht van gedwongen mobiliteit aan het college van bestuur. Het college van bestuur be sluit uiteindelijk over de onvrijwillige mobiliteit en legt dit op schrift vast. Na het besluit neemt de adviseur HRM contact op met de medewerker over de exacte invulling van de overplaatsing.
___________________________________________________________________________________________________________ Vivente
11 / 28
bijlage: mobiliteitsplan
[logo school]
Mobiliteitsplan (school)
d.d.
Opgesteld
door:
(naam)
Inleiding De inhoud van dit document betreft het mobiliteitsplan van [NAAM], geschreven d.d. [DATUM] door [NAAM] directeur, in samenwerking met [NAAM], adviseur HRM van Vivente. De reden om dit mobiliteitsplan te schrijven is een formatieve of economische. Schrijvers betreuren het dat hierdoor mobiliteit als een negatief aspect van personeelsbeleid wordt neergezet. Immers: mobiliteit kan ook worden ingezet als instrument om mensen tot persoonlijke groei en ontwikkeling te laten komen. Als het zou lukken een goede balans te vinden tussen kwantiteit en kwaliteit dan zou dit een mooie uitkomst kunnen zijn van nut en noodzaak. De inhoud van dit mobiliteitsplan is vertrouwelijk. Dit mobiliteitsplan wordt, na goedkeuring door de voorzitter van het college van bestuur Vivente, uitgevoerd door middel van het volgende traject. Uitvoering van dit mobiliteitsplan bestaat uit de volgende stappen: Inventariseren vrijwillige mobiliteit binnen de school. 1.
Bepalen door directie en adviseur HRM op basis van vrijwillige mobiliteit of op basis van dit plan, van kandidaten voor mobiliteit.
2.
Informeren van het team.
3.
Informeren personeelsleden over hun eigen situatie. Wel of niet kandidaat voor mobiliteitsgesprekken.
4.
Mobiliteitsgesprekken voeren met vrijwillige en aangewezen teamleden.
5.
Besluitvorming omtrent definitieve mobiliteit.
6.
Voorbereiden overstap naar andere school.
___________________________________________________________________________________________________________ Vivente
13 / 28
hoofdstuk 1 Aanleiding Per 1 augustus [JAAR] heeft [NAAM SCHOOL] beschikking over een fors lagere hoeveelheid materiële en formatieve middelen. Dit heeft te maken met [REDEN] We spreken over de volgende leerlingaantallen.
1 oktober
1 maart
Gemiddeld
2010-2011 2011-2012 2012- 2013 2013-2014 2014-2015 De leerlingen over [JAAR] zijn als volgt verdeeld.
Leerjaren
Aantal leerlingen
1 2 3 4 5 6 7 8 Totaal Over [SCHOOLJAAR] moet een instroom gerealiseerd worden van [AANTAL] leerlingen bij een prognose van [AANTAL] lln.
Leerjaren
Aantal leerlingen
Instroom 2 3 4 5 6 7 8 Totaal
___________________________________________________________________________________________________________ Vivente
14 / 28
hoofdstuk 2 Financieel kader De afname/toename van leerlingen betekent automatisch een afname/toename van inkomsten. Over [JAAR] geeft dit het volgende beeld.
Inkomsten
Uitgaven
Personeel Materieel Totaal Over/ tekort
Omgezet in FPE resulteert dit in een [teveel/tekort] op de formatie per 1 januari 2013.
Kalenderjaar
Budget
In FPE
Personeelsinzet In FPE
Over/tekort
In FPE
JAAR
Mogelijk kan via natuurlijk verloop formatiefrictie worden opgelost. De doorberekening van de mobiliteit, rekening houdend met natuurlijk verloop, brengt de formatieve frictie op [GETAL].
Kalenderjaar
Budget
In FPE
Verwachte Personeelsinzet
In FPE
Over/tekort
In FPE
JAAR
___________________________________________________________________________________________________________ Vivente
15 / 28
Hoofdstuk 3 Functiebouwhuis De beschikbare formatie wordt ingezet over verschillende functies. Zie onderstaand overzicht. Let op. Er wordt hier gerekend met FTE en niet met FPE!
Functie
FTE
Percentage
Directie Zorg Groepsproces
Huishoudelijke dienst
Onderwijs Ondersteunend Functiemix
Divers
Totaal
100,0%
Wanneer we dit clusteren geeft dit het volgende beeld.
Percentage FTE Directie Zorg Groepsproces Onderwijsondersteunend Huishoudelijke dienst Functiemix Divers Totaal
100%
___________________________________________________________________________________________________________ Vivente
16 / 28
Leeftijdsopbouw van het team
Totaal
%
15-24 25-34 35-44 45-54 55-59 >60
___________________________________________________________________________________________________________ Vivente
17 / 28
HOOFDSTUK 4 MISSIE, VISIE, KERNWAARDEN, POSITIONERING, STRATEGISCHE KEUZES EN CONSEQUENTIES VOOR DE MEERJARENPLANNING Onze missie ////. Onze visie //// Onze kernwaarden //// Positionering van de school //// Strategische keuzes //// Consequenties voor de meerjarenplanning
HOOFDSTUK 5 In het verleden gemaakte Keuzes die belangrijk zijn voor mobiliteitsuitspraken
___________________________________________________________________________________________________________ Vivente
18 / 28
Hoofdstuk 6 Taken/ functies en de relatie met de visie/ missie van [NAAM SCHOOL] Visie en missie en de inzet van professionals bepalen de kwaliteit van een organisatie. In dit hoofdstuk wordt beschreven welke taken en functies op basis van de missie/ visie van belang zijn voor [NAAM SCHOOL]. Aan de hand hiervan vindt een vergaande trechtering plaats van taken en functies en wordt bepaald wie niet en wie wel in aanmerking komen voor mobiliteit op [NAAM SCHOOL]. Taken en functies zijn geordend in willekeurige volgorde.
Op basis van bovenstaande gegevens en de inzet op kwaliteit komen de volgende personen niet in aanmerking voor formatieve mobiliteit per [JAAR].
___________________________________________________________________________________________________________ Vivente
19 / 28
Hoofdstuk 7 Teamsamenstelling naar leeftijd en ancienniteit
Naam
Ancienniteit
15-24 25-34 35-44 45-54 55-59 >60
___________________________________________________________________________________________________________ Vivente
20 / 28
Hoofdstuk 8 Namenlijst formatieve mobiliteit. Voor de formatieve mobliteit komen op basis van de voorgaande trechtering en na toepassing van de algemene criteria uit het Vivente mobiliteitsbeleidsplan de volgende personen in aanmerking.
Hoofdstuk 9 Planning Week
Datum
Activiteit
Wie
Bijzonderheden
___________________________________________________________________________________________________________ Vivente
21 / 28
Bijlage 2: Argumentenkaart mobiliteit (© Argumentenfabriek) Volgt
Bijlage 3 Belangstellinginventarisatie Mobiliteit Persoonsgegevens: Naam: Adres: Postcode Woonplaats: Telefoonnummer: Mobiele nummer: E-mailadres: Geboortedatum: In dienst bij Vivente sinds:
Vivente
Huidige gegevens: School:
Functie:
Groep(en)
Werktijdfactor
Heeft u eerder Mobiliteit aangevraagd? o
Nee
o
Ja, en dit heeft ook plaatsgevonden
o
Ja, maar dit heeft nog niet plaatsgevonden omdat:
Beschrijf hieronder uw visie op het onderwijs:
23 / 28
Werkervaring Vivente: School: Functie: Groepe(en) WTF
School: Functie: Groepe(en) WTF
School: Functie: Groepe(en) WTF Overige werkzaamheden:
24 / 28
Wensen ten aanzien van Mobiliteit:
Hoe flexibel kunt u zijn met betrekking tot WTF? Minimaal uren per week: Maximaal uren per week:
Geef uw inzetbaarheid met betrekking tot de groepen aan: o
1
o
2
o
3
o
4
o
5
o
6
o
7
o
8
Zijn er scholen waar uw voorkeur naar uitgaat? o
Nee
o
Ja, namelijk
Waarom?
Beschikt u over gymbevoegdheid? Ja / Nee
( doorstrepen wat niet van toepassing is)
25 / 28
Beschikt u over computervaardigheden? o
Nee
o
Ja, namelijk
Beschrijf hieronder uw persoonlijkheidsprofiel:
26 / 28
Beschrijf hieronder uw kwaliteiten en ontwikkelpunten:
Wat is de reden van uw verzoek tot mobiliteit?
27 / 28
Indien er een arbeidsconflict aan de orde is, gelieve deze hieronder te beschrijven: o
Nee
o
Ja, namelijk
Overige opmerkingen:
Gerealiseerde Mobiliteit ( in te vullen door het stafkantoor) o o o o
Ja School: WTF Aanpassen Reiskosten : Ja/Nee
o o
Nee Reden:
Datum: Handtekening medewerker
Handtekening Directeur
28 / 28