VADEMECUM VERVOER
CD-ROM 1. FOD Mobiliteit en Vervoer Vervoer te Land – Dienst Mobiliteit, Coördinatie en Controle Sectie 5 2. FOD Binnenlandse Zaken Federale en Lokale Politie Sectie
8
3. FOD Financiën Administratie der Douane en Accijnzen Sectie
11
4. FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Directie Toezicht op de Sociale Wetten Sectie
14
5. FOD Sociale Zekerheid Sociale Inspectie Sectie
17
6. FOD Sociale Zekerheid en Openbare instellingen van Sociale Zekerheid Inspectiediensten RSZ Sectie
20
7. FOD Justitie Sectie
23
8. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Federale Leefmilieu Inspectie Sectie
26
Trefwoordenlijst en Overzicht van de Bevoegdheden Sectie
29
Hoe de CD-rom te gebruiken? Paswoord: TSWCLS A. Zoeken op sectie: 1. Ga naar de menubalk. Klik op “Bewerken” en “Ga naar”. 2. In het scherm “Zoeken en vervangen” neem je het tabblad “Ga naar”. 3. Selecteer “sectie” en breng het gewenste sectienummer in. 4. Enter B. Zoeken op naam: 1. Ga naar de menubalk. Klik op “Bewerken” en “Zoeken”. 2. In het scherm “Zoeken en vervangen” breng je de gewenste naam in. 3. Enter
VADEMECUM
ACTIEPLAN
betreffende de samenwerking tussen de verschillende controlediensten met het oog op de coördinatie van de controles van het personen- en goederenvervoer over de weg.
20 november 2001 14 november 2006
SAMENWERKINGSAKKOORD
tussen de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, de Federale Overheidsdienst Financiën, de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid en Openbare instellingen van Sociale Zekerheid en de Federale Overheidsdienst Justitie en de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Redactieverantwoordelijken: 9 FOD Mobiliteit en Vervoer – Vervoer te Land – Dienst Mobiliteit, Coördinatie en Controle: Guido VANDERSMISSEN en Michel BEIRNAERT 9 FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie: Patrick GOETHALS en Peter FRANCOIS – Bart STROOBANTS 9 FOD Financiën – Administratie der Douane en Accijnzen: Monique ALLIET 9 FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg – Toezicht op de Sociale Wetten: Johan MADOU 9 FOD Sociale Zekerheid – Sociale Inspectie: Robert BERCKVENS 9 FOD Sociale Zekerheid en Openbare instellingen van Sociale Zekerheid - Inspectiedienst: Francy VAN LIER 9 FOD Justitie: Guy MILLET 9 FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu – Federale Leefmilieu Inspectie: Jeannine PENSAERT Redactiesecretariaat: 9 FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg – Toezicht op de Sociale Wetten: Ingrid LEUKEMANS Gelieve de wijzigingen mede te delen aan het redactiesecretariaat.
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
1
VOORWOORD De regelgeving in de sector van het vervoer over de weg van personen en goederen is er de jongste jaren zeker niet eenvoudiger op geworden. Reeds op 20 november 2001 werd het Actieplan, inzake de samenwerking tussen verschillende controlediensten, door zes ministers ondertekend. Op 14 november 2006 heeft de Minister van Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Federale Leefmilieu Inspectie zich aangesloten bij het Actieplan. Op 13 februari 2004 werd een partnerschapakkoord ondertekend werkgeversvertegenwoordiging van het personenvervoer over de weg.
met
de
De controle op de naleving van de wetgeving en van de reglementering inzake het vervoer van personen en goederen over de weg, ressorteert onder de bevoegdheden van de controlediensten van verschillende overheidsdiensten. Elke controledienst heeft zijn specifiek domein en zijn aandeel van de bevoegdheden, soms met een gedeeltelijke overlapping, onder meer op het vlak van de controle op de naleving van de Europese Verordeningen inzake de rij- en rusttijden. Een doeltreffende bestrijding van inbreuken tegen: - de sociale reglementering en de arbeidsreglementering; - het verkeersreglement; - de technische vereisten van de voertuigen; - de vereiste vergunningen en de toegang tot het beroep; - de eerlijke concurrentie; vereist een gestructureerde en geïnstitutionaliseerde coördinatie tussen de verschillende controlediensten. Het is eveneens noodzakelijk samen te werken op alle beschikbare operationele niveaus, zowel tussen de centrale diensten en de buitendiensten, als op het vlak van de gemeenschappelijke controles op de weg en in de bedrijven. Ook is het nodig om deze samenwerking te verwezenlijken inzake de uitwisseling van informatie, de gemeenschappelijke opleidingen en de wederzijdse logistieke ondersteuning. Concreet moeten duidelijke afspraken verder gemaakt worden inzake de uitwisseling van gedane vaststellingen tijdens de controles en het opmaken van de statistische gegevens dienstig voor de evaluatie. Het Actieplan biedt de mogelijkheid aan alle betrokken controlediensten om de taken onderling te verdelen volgens hun specifieke domeinen, zodat de doeltreffendheid van de verrichte controles en de samenhang van de interventies verhoogd wordt en waardoor ernstige waarborgen kunnen geboden worden omtrent de coördinatie van de acties. Dit vademecum wordt ongetwijfeld een belangrijk hulpmiddel in het bereiken van de doelstellingen van dit Actieplan. M. Aseglio Directeur generaal
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
2
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
3
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
4
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
5
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
6
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
7
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
8
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
9
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
10
PARTNERSCHAPSAKKOORD ________________________ Tussen de Federale Overheidsdiensten Mobiliteit en Vervoer en Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Sociale Zekerheid en Openbare instellingen van sociale zekerheid, respectievelijk vertegenwoordigd door de heer Bert ANCIAUX, Minister van Mobiliteit en Sociale economie, de heer Frank VANDENBROUCKE, Minister van Werk en Pensioenen, de heer Rudy DEMOTTE, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, de heer Michel DAMAR, Voorzitter van het Directiecomité van de FOD Mobiliteit en Vervoer, de heer Michel JADOT, Voorzitter van het Directiecomité van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg, de heer Frank VAN MASSENHOVE, Voorzitter van de FOD Sociale Zeherheid en Openbare instellingen van sociale zekerheid, enerzijds, en de FBAA, vertegenwoordigd door de heer Jean WYNS, Algemeen Voorzitter en de heer Walter DE REYS, Algemeen Ondervoorzitter, anderzijds. Inleiding De partners stellen vast dat illegale arbeid (zwartwerk,…) in België een realiteit is en dat de gevolgen ervan over het algemeen rampzalig zijn:
voor de economische markt en de bedrijven, die geconfronteerd worden met een belangrijke concurrentievervalsing, zodat de solidariteitsmechanismen die de sociale partners binnen de sector hebben opgezet, in gevaar komen; voor de arbeidsmarkt en de stabiele werkgelegenheid, door het gebruik van schijnzelfstandige en het verbergen van het werk; voor de betrokken arbeiders die geen enkele sociale zekerheid ontvangen; voor de consumenten die niet dezelfde waarborgen ontvangen voor de geleverde diensten; voor de Federale Staat die een belangrijk deel van de fiscale en sociale inkomsten verliest; voor het imago van de sector die zo reeds grote moeilijkheden heeft om jonge werknemers aan te trekken en in dienst te houden.
De partners gaan ervan uit dat een grote variëteit aan acties zal nodig zijn om de illegale arbeid met succes te bestrijden. Er is immers geen eenvoudig antwoord op de complexiteit en de vele vormen die het fenomeen in de sector van het collectief personenvervoer over de weg heeft aangenomen. Samenwerking tussen de politieke en de werkgeversverantwoordelijken is één van de acties die nuttig kunnen genomen worden. Elk van de partners heeft strijd- en actieplannen tegen het zwartwerk ontwikkeld die, ondanks hun verschillende benadering, een goed vertrekpunt vormen voor het opzetten van gemeenschappelijke acties. De partners erkennen dat een repressief optreden tegen het fenomeen nuttig en nodig is. Nochtans menen zij, dat hun gemeenschappelijke acties, op preventieve maatregelen moeten steunen zonder dat er een onnodige nieuwe belasting qua reglementeringen aan de sector wordt opgelegd.
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
11
Op deze manier worden de verschillende stappen in de bestrijding van de illegale arbeid gezet: informatie, preventie, opsporing. De partners beslissen een gemeenschappelijke strategie te ontwikkelen om het fenomeen van de illegale arbeid en zijn gevolgen te bestrijden; ze bundelen hun krachten en richten hun acties door het sluiten van deze samenwerkingsovereenkomst. Deze overeenkomst moet, door haar hoge symboolwaarde, een sterk signaal uitsturen naar alle actoren in de sector. De ondertekenaars van deze overeenkomst verbinden zich ertoe samen te werken met het oog op het bestrijden van de ernstige gevallen van oneerlijke concurrentiepraktijken, zoals: 1. het zwartwerk; 2. elke andere vorm van onwettige tewerkstelling; 3. het niet naleven van zowel algemene als sectorgebonden reglementeringen. Artikel 1 – Toepassingsgebied Het toepassingsgebied van de overeenkomst omvat alle activiteiten van de privé-bedrijven van collectief personenvervoer over de weg. Artikel 2 – Verbintenissen aangegaan door de Federale Overheidsdiensten 1. De nodige informatie verschaffen op het stuk van de wetgeving en de vereiste maatregelen nemen tot verbetering van de samenwerking met de administratieve overheden en inzonderheid de gerechtelijke overheden, de Rijksdienst van de Sociale Zekerheid, … zowel in de voorbereiding van de te ondernemen acties binnen de sector als in de opvolging van de door de inspectiediensten gedane vaststellingen. 2. Tijdens de komende 12 maanden de frequentie van de controles, voorzien in het kader van het actieplan van november 2001, verhogen. 3. De inspectiediensten zullen na elke periode van drie maanden, en in functie van de beschikbaarheid van de gegevens, een kwantitatieve en kwalitatieve analyse uitvoeren. Het resultaat van deze analyse zal worden voorgelegd ter bespreking aan alle ondertekenaars en zal als basis dienen voor de evaluatie door de werkgroep. Artikel 3 – Verbintenissen aangegaan door de FBAA 1. In het belang van gezonde concurrentieverhoudingen, het zwartwerk en de flagrante misbruiken op systematische wijze ontraden; 2. Sensibiliseringsacties en informatiecampagnes uitwerken naar hun leden toe; 3. Het resultaat van de gevoerde acties om de twee maanden ter evaluatie voorleggen aan de werkgroep; 4. Praktische en betrouwbare gegevens overmaken aan de met controle belaste federale overheidsdiensten; 5. Aan de inspectiediensten zelf of via de werkgroep elke nuttige informatie, van welke aard zij ook weze, verschaffen teneinde toe te laten de doeltreffendheid van de preventie en/of de controles te verbeteren.
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
12
Artikel 4 – Oprichting van een werkgroep De partners beslissen om een werkgroep op te richten die zal bestaan uit vertegenwoordigers van de drie partijen. Deze werkgroep zal in zijn schoot zijn werkwijze bepalen. De opdracht van deze werkgroep zal zijn: de preventie van illegale arbeid aanmoedigen en deze overeenkomst in uitvoering brengen en meer bepaald: 1. acties voorstellen om deze overeenkomst te promoten; 2. een procedure van knipperlichten uitwerken; 3. informatie- en preventiecampagnes uitwerken; 4. sectoreigen controlewijzen vastleggen en waken over hun uitvoerbaarheid; 5. de mogelijkheden onderzoeken en de internationale uitwisseling van informatie bevorderen; 6. de mogelijkheden onderzoeken m.b.t. het invoeren van de sociale medeverantwoordelijkheid van de opdrachtgever; 7. passende wetswijzigingen voorstellen teneinde de burgerlijke partijstelling van de werkgeversorganisaties mogelijk te maken. Artikel 5 – Openbaarheid De partners zullen aan deze overeenkomst alle vereiste ruchtbaarheid geven. 1. De FBAA zal de overeenkomst publiceren in haar maandblad “Car & Busmagazine”. De overeenkomst zal eveneens verspreid worden via de internetsite van de FBAA (www.fbaa.be). 2. De Federale Overheidsdienst Tewerkstelling, Arbeid en Sociaal Overleg zal de samenwerkingsovereenkomst verspreiden via haar internetsite (www.werk.belgie.be). 3. De Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer zal de samenwerkingsovereenkomst verspreiden via haar internetsite (www.mobilit.fgov.be). 4. De Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid en Openbare instellingen van sociale zekerheid zal de samenwerkingsovereenkomst verspreiden via haar internetsite (www.socialsecurity.fgov.be). Artikel 6 – Evaluatie De werkgroep vermeld in artikel 4 wordt belast met het opstellen van een jaarverslag. Dit verslag zal een overzicht geven van de getroffen maatregelen en van hun resultaten evenals van het aantal betrokken werknemers/werkgevers, maar ook de confidentialiteit van de betrokken bedrijven en personen waarborgen. Artikel 7 – Duur Deze partnerschapsovereenkomst is gesloten voor een duur van twaalf maanden en treedt in voege op 1 maart 2004. Ze wordt stilzwijgend verlengd telkens voor dezelfde termijn, zolang één van de partijen bij aangetekend schrijven geen gewag gemaakt heeft van haar verlangen de overeenkomst niet te verlengen. Gedaan te Brussel op 13 februari 2004. Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
13
HANDLEIDING
Door de werkgroep Vademecum werd getracht van dit VADEMECUM een werkbaar instrument te maken. 9 Gezien de overlappende bevoegdheden van de verschillende diensten, werd beslist dat elke dienst zichzelf voorstelt en zijn controle methodiek uitlegt. Achter elke dienst vindt u een adressenlijst (afgedrukt op gekleurd papier) van de bevoegde personen/diensten. 9 Per onderwerp werd een gezamenlijke memofiche opgesteld waarop de bevoegde diensten, de wetgeving en de meest voorkomende inbreuken vermeld staan. Modeldocumenten zijn ter illustratie bijgevoegd. 9 Deze memofiches kunnen teruggevonden worden aan de hand van een trefwoordenlijst, waarop eveneens de bevoegdheden van de diensten vermeld zijn. Het is de bedoeling van de werkgroep Vademecum om jaarlijks de wijzigingen bij te werken. De wijzigingen in de tekst zijn met een verticaal streepje in de kantlijn aangeduid. De wijzigingen in de adressenlijst en in de tabellen zijn in het cursief gezet.
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
14
INHOUDSTAFEL
Redactieverantwoordelijken ...................................................................................................... 1 Voorwoord ................................................................................................................................ 2 Officieel bericht “Actieplan”..................................................................................................... 3 Officieel bericht “Partnerschapsakkoord” ............................................................................... 11 Handleiding “Vademecum”..................................................................................................... 14 Inhoudstafel ............................................................................................................................ 15 Bijwerkingen .......................................................................................................................... 17 FOD Mobiliteit en Vervoer – Vervoer te Land – Dienst Mobiliteit, Coördinatie en Controle ................................................................................................................................... 1 9 Voorstelling van de dienst ............................................................................................ 1.1.1 9 Controle methodiek ...................................................................................................... 1.1.1 9 Nuttige links ................................................................................................................. 1.1.3 9 Adressenlijst ................................................................................................................. 1.2.1 FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie ..................................................... 2 9 Voorstelling van de dienst ............................................................................................ 2.1.1 9 Controle methodiek ...................................................................................................... 2.1.2 9 Nuttige links ................................................................................................................. 2.1.4 9 Adressenlijst ................................................................................................................. 2.2.1 FOD Financiën – Administratie der Douane en Accijnzen ................................................ 3 9 Voorstelling van de dienst ............................................................................................ 3.1.1 9 Controle methodiek ...................................................................................................... 3.1.1 9 Nuttige links ................................................................................................................. 3.1.5 9 Adressenlijst ................................................................................................................. 3.2.1 FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg – Toezicht op de Sociale Wetten ..... 4 9 Voorstelling van de dienst ............................................................................................ 4.1.1 9 Controle methodiek ...................................................................................................... 4.1.2 9 Nuttige links ................................................................................................................. 4.1.3 9 Adressenlijst ................................................................................................................. 4.2.1 FOD Sociale Zekerheid – Sociale Inspectie .......................................................................... 5 9 Voorstelling van de dienst ............................................................................................ 5.1.1 9 Controle methodiek ...................................................................................................... 5.1.1 9 Nuttige links ................................................................................................................. 5.1.3 9 Adressenlijst ................................................................................................................. 5.2.1
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
15
FOD Sociale Zekerheid en Openbare instellingen van Sociale Zekerheid – Inspectiedienst ......................................................................................................................... 6 9 Voorstelling van de dienst ............................................................................................ 6.1.1 9 Controle methodiek ....................................................................................................... 6.1.2 9 Nuttige links ................................................................................................................. 6.1.4 9 Adressenlijst ................................................................................................................. 6.2.1 FOD Justitie ............................................................................................................................ 7 9 Voorstelling van de dienst ............................................................................................ 7.1.1 9 Nuttige links ................................................................................................................. 7.1.4 9 Adressenlijst ................................................................................................................. 7.2.1 FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Federale Leefmilieu Inspectie................................................................................................. 8 9 Voorstelling van de dienst ............................................................................................ 8.1.1 9 Controle methodiek ...................................................................................................... 8.1.2 9 Nuttige links ................................................................................................................. 8.1.3 9 Adressenlijst ................................................................................................................. 8.2.1 Trefwoordenlijst .......................................................................................................................... Memofiches .................................................................................................................................
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
16
BIJWERKINGEN
Zoals aangekondigd in de HANDLEIDING van dit VADEMECUM VERVOER hebben we op 01/07/2010 het VADEMECUM opnieuw bijgewerkt. De wijzigingen in de tekst zijn met een verticaal streepje in de kantlijn aangeduid; De wijzigingen in de adressenlijst en in de tabellen zijn in het cursief gezet. Inhoudstafel ..................................................................................................................... blz. 15 Bijwerkingen ................................................................................................................... blz. 17 FOD Mobiliteit en Vervoer – Vervoer te Land – Dienst Mobiliteit, Coördinatie en Controle ................................................................................................................................... 1 Adressenlijst ................................................................................................................. Volledig FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie ..................................................... 2 Adressenlijst ....................................................................................................................... 2.2.1 FOD Financiën – Administratie der Douane en Accijnzen ................................................ 3 Controle methodiek ...................................................................................................... Volledig Adressenlijst ................................................................................................................. Volledig FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg – Toezicht op de Sociale Wetten ..... 4 Adressenlijst ................................................................................................................. Volledig FOD Justitie ............................................................................................................................ 7 Adressenlijst ................................................................................................................. Volledig FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Federale Leefmilieu Inspectie ................................................................................................ 8 Voorstelling van de dienst ............................................................................................ Volledig Adressenlijst ................................................................................................................. Volledig Memofiches ................................................................................................................................. Fiche 7 .................................................................................................. aanpassing van de tekst Fiche 10 ................................................................................................ aanpassing van de tekst Fiche 14 ................................................................................................ aanpassing van de tekst Fiche 28 ................................................................................................ aanpassing van de tekst Fiche 31 ............................................................................................. aanpassing van de bijlage Fiche 33 ................................................................................................ aanpassing van de tekst Fiche 35 ................................................................................................ aanpassing van de tekst Fiche 36 ................................................................................................ aanpassing van de tekst Fiche 38 ........................................................................... aanpassing van de tekst en de bijlage
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
17
FOD MOBILITEIT EN VERVOER
FOD Mobiliteit en Vervoer – Vervoer te Land – Dienst Mobiliteit, Coördinatie en Controle
1. Vervoer te Land – Dienst Mobiliteit, Coördinatie en Controle 1. Voorstelling van de dienst De Directie Controle houdt zich in hoofdzaak bezig met het voorkomen en beteugelen van de overtredingen inzake het goederen- en personenvervoer over de weg. Het vervoer van zaken tegen vergoeding, het personenvervoer, het vervoer van gevaarlijke goederen en het eigen vervoer zijn onderworpen aan internationale verdragen, EGVerordeningen en nationale wetgeving. Het toezicht op de naleving hiervan gebeurt o.a. door ambtenaren van vermelde directie middels controle op de weg en in de bedrijven. De rechtsgrond voor de controle, tot het opstellen van een proces-verbaal of tot het overgaan van een onmiddellijke inning is vervat in de hierna vermelde wetgeving en reglementering die o.a. aan bepaalde ambtenaren van het Vervoer te Land, belast met het mandaat van gerechtelijke politie, het toezicht op de uitvoering van deze wetgeving heeft toevertrouwd.
2. Controle methodiek De Directie controle beschikt over Nederlandstalige en Franstalige controleurs. De controles gebeuren zowel in de ondernemingen als op de wegen. Alle personeelsleden die langs de weg of in de bedrijven controleren zijn belast met het mandaat van gerechtelijke politie. De bedrijfscontroleurs verrichten hun controles in burgerkledij terwijl langs de weg de controleurs een uniform dragen. 1.
Wegcontrole
De controle van het voertuig omvat het nazicht van de boorddocumenten (inschrijvingsbewijs, technische keuring met identificatieverslag of technische fiche en de verzekering), de vergunningen (vervoer van zaken voor derden, ADR vervoer, uitzonderlijk vervoer), de veiligheidstoebehoren, de tachograaf en de visuele controle van de staat van het voertuig (o.a. nazicht banden). In geval van huur of financieringshuur van het motorvoertuig het origineel of door de gemeenteoverheid eensluidend verklaard afschrift van de overeenkomst inzake huur of financieringshuur. In samenwerking met de dienst groepering van erkende ondernemingen voor autokeuring (GOCA) worden regelmatig op de weg onderschepte bedrijfsvoertuigen, technisch gecontroleerd. Deze controles gebeuren op parkings langs autosnelwegen en uitzonderlijk langs belangrijke wegen en industrieparken. Vóór elke zending dient een vrachtbrief te worden opgemaakt. Nagegaan wordt of alle gegevens vermeld en in overstemming zijn met het vervoer en de lading. Tevens wordt toegezien op overlast, stuwing en overschrijding van de afmetingen. De geldigheid van het rijbewijs volgens de categorie van het bestuurd voertuig behoort tot de essentie van de controle alsmede het nazicht op het naleven van de rij- en rusttijden van de Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/05/2009
1.1.1
FOD Mobiliteit en Vervoer – Vervoer te Land – Dienst Mobiliteit, Coördinatie en Controle
bestuurder. De registratiebladen van de controledag en de voorafgaande 28 dagen worden opgevraagd. Indien het om een voertuig gaat dat uitgerust is met een digitale tachograaf wordt de kaart van de bestuurder uitgelezen aan de hand van de nodige software of de volledige eenheid wordt gedownload op de daarvoor bestemde stick en eveneens met de software uitgelezen. De juistheid van verlofbrieven wordt nagetrokken en eventueel vergeleken met dienstrooster en prestatiebladen in de bedrijven. Bij vaststelling van overtredingen gaan ze over tot het opstellen van een PV of stellen zij een onmiddellijke inning voor. Inbreuken kunnen het voorwerp uitmaken van een onmiddellijke inning en zijn opgesomd in volgende vier besluiten: - KB van 19 juli 2000 (sociale reglementering en transport voor derden); - KB van 1 september 2006 (technische keuring); - KB van 22/12/2003 (wegcode); - KB van 24/3/1997 (ADR). Ingeval een onmiddellijke inning wordt voorgesteld opteert de overtreder voor deze procedure of voor de klassieke procedure ttz proces verbaal. Indien hij opteert voor een onmiddellijke inning en de overtreder een vaste woonplaats heeft in België dient de overtreder binnen de tien dagen de som te storten bij middel van een overschrijving, indien hij geen vaste verblijfplaats heeft in België dient de som ter plaatse overhandigd te worden aan de controleur. Indien de overtreder geen vaste verblijfplaats heeft in België en opteert voor een proces-verbaal dient hij de som van de onmiddellijke inning in consignatie te geven verhoogd met 110 € voor de gerechtskosten. 2.
Bedrijfscontrole
De doelstelling is de bedrijven periodiek te controleren. Voor elk vervoerbedrijf wordt een dossier samengesteld waarin de resultaten van de controle zijn opgenomen. Ook het vervoer voor eigen rekening is nu in de controlebezoeken opgenomen. Normaliter wordt de firma schriftelijk 14 dagen op voorhand van het controlebezoek in kennis gesteld. Niettemin kan de controleur eveneens alléén, met andere controleurs samen wanneer het om een groot bedrijf gaat of in gezelschap van andere diensten onaangekondigd een controlebezoek uitvoeren. De controle omvat het nazicht van het personeelsregister, het vergelijken van het voertuigenpark met het aantal uitgereikte vergunningen, het nagaan of de persoon die zijn vakbekwaamheid inbrengt permanent en daadwerkelijk de onderneming leidt en het opvragen en nazien van de registratiebladen van de bestuurders. Hierbij kunnen bijkomende documenten zoals vrachtbrieven, facturen en prestatiebladen die voor de controle noodzakelijk zijn, worden opgevraagd en in beslag genomen. De controle van de registratiebladen behelst het nazicht van de schijven van meerdere bestuurders over verschillende maanden waarbij de dagelijkse, wekelijkse en tweewekelijkse rij- en rusttijden alsook de onderbrekingen op inbreuken worden gecheckt. Deze vaststellingen dragen ingeval van proces-verbaal bij tot de beeldvorming omtrent het algemeen rijgedrag en de naleving van de sociale wetgeving in het wegvervoer van het bedrijf zelf en van de individuen in het bijzonder. Bij het vaststellen van overtredingen wordt overgegaan tot het geven van een mondelinge of schriftelijke waarschuwing met het al dan niet het bepalen van een nieuw controlebezoek of Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/05/2009
1.1.2
FOD Mobiliteit en Vervoer – Vervoer te Land – Dienst Mobiliteit, Coördinatie en Controle
het opstellen van een proces-verbaal tegen de bestuurder, de zaakvoerder, het bedrijf, de vakbekwame en eventueel de opdrachtgever.
3. Nuttige links Voor meer informatie kunt u steeds terecht op de website: http:// www.mobilit.fgov.be.
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/05/2009
1.1.3
FOD Mobiliteit en Vervoer – Vervoer te Land – Dienst Mobiliteit, Coördinatie en Controle
ADRESSENLIJST DIRECTIE COMITE
Armand REMACLE Adviseur-generaal Vooruitgangstraat 56 1210 BRUSSEL
Tel.: (02)277 36 04 Fax: (02)277 40 44 E-mail:
[email protected]
N
PERMANENTE COORDINATIECEL en WERKROEP VADEMECUM
Danny DROOGHENBROODT Attaché Dienst Controle van het Wegvervoer Vooruitgangstraat 56 1210 BRUSSEL
Tel.: (02)277 37 68 Fax: (02)277 40 42 GSM: (0477)70 67 13 E-mail:
[email protected]
N
Guido VANDERSMISSEN Controleur - Coördinator
GSM: (0473)93 80 33 E-mail:
[email protected]
N
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
1.2.1
FOD Mobiliteit en Vervoer – Vervoer te Land – Dienst Mobiliteit, Coördinatie en Controle
PROVINCIALE CELLEN Danny DROOGHENBROODT Attaché Dienst Controle van het Wegvervoer Vooruitgangstraat 56 1210 BRUSSEL
Tel.: (02)277 37 68 Fax: (02)277 40 42 GSM: (0477)70 67 13 E-mail:
[email protected]
Kristof SCHOCKAERT Adviseur Vooruitgangstraat 56 1210 BRUSSEL
Tel.: (02)277 36 06 Fax: (02)277 40 50 GSM: (0477)40 86 75 E-mail:
[email protected]
Provincie Antwerpen Provinciale Cel
Guido VANDERSMISSEN Controleur - Coördinator
GSM: (0473)93 80 33 E-mail:
[email protected]
N
Bedrijfscontrole
Jan ACKAERT Controleur - Coördinator
GSM: (0473)93 80 20 E-mail:
[email protected]
N
Wegcontrole
Guido VANDERSMISSEN Controleur - Coördinator
GSM: (0473)93 80 33 E-mail:
[email protected]
N
ADR
Marc DE HERTOGH Controleur - Coördinator
GSM: (0478)54 25 47 E-mail:
[email protected]
ALGEMENE WEG EN BEDRIJFSCONTROLE
ADR
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
N
N/F
1.2.2
FOD Mobiliteit en Vervoer – Vervoer te Land – Dienst Mobiliteit, Coördinatie en Controle
Provincie Limburg Provinciale Cel
Guido VANDERSMISSEN Controleur - Coördinator
GSM: (0473)93 80 33 E-mail:
[email protected]
N
Bedrijfscontrole
Jan ACKAERT Controleur - Coördinator
GSM: (0473)93 80 20 E-mail:
[email protected]
N
Wegcontrole
Guido VANDERSMISSEN Controleur - Coördinator
GSM: (0473)93 80 33 E-mail:
[email protected]
N
ADR
Marc DE HERTOGH Controleur - Coördinator
GSM: (0478)54 25 47 E-mail:
[email protected]
Provincie Oost-Vlaanderen Provinciale Cel
Guido VANDERSMISSEN Controleur - Coördinator
GSM: (0473)93 80 33 E-mail:
[email protected]
N
Bedrijfscontrole
Jan ACKAERT Controleur - Coördinator
GSM: (0473)93 80 20 E-mail:
[email protected]
N
Wegcontrole
René HOORELBEKE ControleurCoördinator
GSM: (0476)20 49 85 E-mail:
[email protected]
N
ADR
Marc DE HERTOGH Controleur - Coördinator
GSM: (0478)54 25 47 E-mail:
[email protected]
N/F
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
N/F
1.2.3
FOD Mobiliteit en Vervoer – Vervoer te Land – Dienst Mobiliteit, Coördinatie en Controle
Provincie West-Vlaanderen Provinciale Cel
Guido VANDERSMISSEN Controleur - Coördinator
GSM: (0473)93 80 33 E-mail:
[email protected]
N
Bedrijfscontrole
Jan ACKAERT Controleur
GSM: (0473)93 80 20 E-mail:
[email protected]
N
Wegcontrole
René HOORELBEKE ControleurCoördinator
GSM: (0476)20 49 85 E-mail:
[email protected]
N
ADR
Marc DE HERTOGH Controleur - Coördinator
GSM: (0478)54 25 47 E-mail:
[email protected]
N/F
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
1.2.4
FOD Mobiliteit en Vervoer – Vervoer te Land – Dienst Mobiliteit, Coördinatie en Controle
Provincie Vlaams – Brabant en Brussel – Hoofdstad Provinciale Cel
Guido VANDERSMISSEN Controleur – Coördinator
GSM: (0473)93 80 33 E-mail:
[email protected]
N
Province du Brabant Wallon et Bruxelles – Capitale Cellule Provinçiale
Michel BEIRNAERT Contrôleur - Coördinator
GSM: (0475)29 70 05 E-mail:
[email protected]
F
Bedrijfscontrole Contrôles en entreprises
Jan ACKAERT Controleur - Coördinator
GSM: (0473)93 80 20 E-mail:
[email protected]
N
Josiane VERBIST Contrôleur- coördinateur
GSM: (0478)79 09 00 E-mail:
[email protected]
F
Guido VANDERSMISSEN Controleur – Coördinator
GSM: (0473)93 80 33 E-mail:
[email protected]
N
Michel BEIRNAERT Contrôleur - Coördinator
GSM: (0475)29 70 05 E-mail:
[email protected]
Marc DE HERTOGH Controleur - Coördinator
GSM: (0478)54 25 47 E-mail:
[email protected]
Wegcontrole Contrôles routiers
ADR
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
N/F
1.2.5
FOD Mobiliteit en Vervoer – Vervoer te Land – Dienst Mobiliteit, Coördinatie en Controle
Province du Hainaut Cellule Provinçiale
Michel BEIRNAERT Contrôleur - Coördinator
GSM: (0475)29 70 05 E-mail:
[email protected]
N
Contrôles en entreprises
Josiane VERBIST Contrôleur- coördinateur
GSM: (0478)79 09 00 E-mail:
[email protected]
F
Contrôles routiers
Michel BEIRNAERT Contrôleur - Coördinator
GSM: (0475)29 70 05 E-mail:
[email protected]
F
ADR
Marc DE HERTOGH Controleur - Coördinator
GSM: (0478)54 25 47 E-mail:
[email protected]
F
Province de Liège Cellule Provinçiale
Michel BEIRNAERT Contrôleur - Coördinator
GSM: (0475)29 70 05 E-mail:
[email protected]
N
Contrôles en entreprises
Josiane VERBIST Contrôleur- coördinateur
GSM: (0478)79 09 00 E-mail:
[email protected]
F
Contrôles routiers
Michel BEIRNAERT Contrôleur - Coördinator
GSM: (0475)29 70 05 E-mail:
[email protected]
F
ADR
Marc DE HERTOGH Controleur - Coördinator
GSM: (0478)54 25 47 E-mail:
[email protected]
N/F
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
1.2.6
FOD Mobiliteit en Vervoer – Vervoer te Land – Dienst Mobiliteit, Coördinatie en Controle
Province de Luxembourg Cellule Provinçiale
Michel BEIRNAERT Contrôleur - Coördinator
GSM: (0475)29 70 05 E-mail:
[email protected]
N
Contrôles en entreprises
Josiane VERBIST Contrôleur- coördinateur
GSM: (0478)79 09 00 E-mail:
[email protected]
F
Contrôles routiers
Michel BEIRNAERT Contrôleur - Coördinator
GSM: (0475)29 70 05 E-mail:
[email protected]
F
ADR
Marc DE HERTOGH Controleur - Coördinator
GSM: (0478)54 25 47 E-mail:
[email protected]
N/F
Province de Namur Cellule Provinçiale
Michel BEIRNAERT Contrôleur - Coördinator
GSM: (0475)29 70 05 E-mail:
[email protected]
N
Contrôles en entreprises
Josiane VERBIST Contrôleur- coördinateur
GSM: (0478)79 09 00 E-mail:
[email protected]
F
Contrôles routiers
Michel BEIRNAERT Contrôleur - Coördinator
GSM: (0475)29 70 05 E-mail:
[email protected]
F
ADR
Marc DE HERTOGH Controleur - Coördinator
GSM: (0478)54 25 47 E-mail:
[email protected]
N/F
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
1.2.7
FOD BINNENLANDSE ZAKEN
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
2. Federale en Lokale Politie 1. Voorstelling van de dienst De federale en lokale politie beschikt over zowel Nederlandstalige als Franstalige politiemensen, dit naargelang het grondgebied en overeenkomstige het taalregime waarin ze werken. In Brabant wordt er meestal gewerkt met ploegen bestaande uit de twee taalregimes. De politieambtenaren onderscheiden zich in agenten van gerechtelijke politie en officieren van gerechtelijke politie. Het verschil tussen beide ligt voornamelijk in gerechtelijke bevoegdheid waarbij de officieren van gerechtelijke politie - dit meestal vanaf de graad van hoofdinspecteur - een uitgebreidere bevoegdheid hebben wat betreft de aanhoudingsprocedures van personen en het doorzoeken van woningen (denk hierbij aan het huiszoekingsbevel) en de procedures betreffende de wettelijke inbeslagname, zijnde de ‘NE VARIETUR’-procedure. Bij controle treden we meestal op in uniform waarbij we duidelijk drager zijn van de kentekens van ons ambt en drager van de legitimatiekaart. Bij het optreden in burger moet men absoluut houder en drager zijn van de legitimatiekaart, welke spontaan moet getoond worden op vraag van de gecontroleerde persoon. De politieambtenaren zijn bevoegd over het ganse Belgische Koninkrijk dit zowel alleen en in burger of uniform gekleed. De controle wordt meestal gedaan op eigen initiatief, dit volgens de richtlijn van de dienstoverste of in opdracht van de plaatselijke korpschef / verkeersofficier. Meestal gebeurt de controle door twee politieambtenaren. Maandelijks worden er verschillende acties georganiseerd waaraan er meerdere politieambtenaren deelnemen. Deze acties zijn dan gericht en volgens een beleidsplan in overeenstemming met het verkeersbeleid van de lokale of federale overheid. Tijdens de controle hebben de politieambtenaren de mogelijkheid te kiezen tussen verschillende methodes om te verbaliseren en dit in overeenstemming met de richtlijnen van het Parket, zijnde de mondelinge of schriftelijke opmerking, het opstellen van een procesverbaal, een proces-verbaal van waarschuwing, het voorstellen van een onmiddellijke inning ofwel in geld of per overschrijving. Slechts bepaalde overtredingen opgesomd in het KB van 19 juli 2000 en het KB van 22 december 2003 en het KB van 1 september 2006 kunnen aanleiding geven tot de onmiddellijke inning in geld of per overschrijving. In principe zal de onmiddellijke inning, wanneer ze van toepassing is, steeds voorgesteld worden. Bij overtreders die geen woon- of vaste verblijfplaats hebben is het voorstel tot onmiddellijke inning verplicht. Een persoon zonder wettelijke woon- of verblijfplaats in België dient steeds te betalen, ongeacht of hij kiest voor een onmiddellijke inning of een consignatie in geld (of inhouding van het voertuig bij weigering tot betaling of niet kunnen betalen). Ingeval van consignatie in geld wordt het bedrag verhoogd met 110 Euro.
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/05/2008
2.1.1
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
2. Controle methodiek 1. Wegcontrole De controle van het voertuig omvat het nazicht van de documenten van de bestuurder en de boorddocumenten betreft: Voor de bestuurder: - Het rijbewijs; - De medische schifting wanneer van toepassing; - Het paspoort en visum (doorrit in Schengen-landen naar niet Schengen-landen); - Het ADR-rijbewijs bij ADR-vervoer. Voor het voertuig: - Het kentekenbewijs; - De technische keuring met identificatieverslag of technische fiche, het gelijkvormigheidsattest; - De verzekering; - Bij bezoldigd zakenvervoer de nationale of internationale vervoervergunningen en CMR-vrachtbrieven; - Bij ADR-vervoer de documenten betreffende het ADR-vervoer; - Bij uitzonderlijk vervoer de vergunning en toebehoren uitzonderlijk vervoer. Tevens worden de veiligheidstoebehoren overeenkomstig het technisch reglement van de auto’s gecontroleerd, de tachograaf en de visuele controle van de staat van het voertuig (o.a nazicht staat van de banden, lichten). Voor elke zending bij zakenvervoer dient er een vrachtbrief CMR gemaakt te worden. Nagegaan wordt of deze alle gegevens vermeld en in overéénstemming zijn met het vervoer en de lading. Tevens wordt er toegezien op overlast, stuwing en overschrijding van de afmetingen en gewichten. Bij overlading of overschrijding van de afmetingen wordt er afgeladen dit naargelang het percentage van overschrijding van de afmetingen of massa’s. De geldigheid van het rijbewijs volgens de categorie van het bestuurde voertuig behoort tot de essentie van de controle alsmede het nazicht op de rij- en rusttijden door middel van de registratiebladen van de bestuurder. De registratiebladen van de controledag en van de voorafgaande 28 kalenderdagen worden opgevraagd en nagekeken. Bij een digitale tachograaf is de bestuurderskaart voldoende. De juistheid van verlofbrieven ons verstrekt door de bestuurders wordt nagetrokken en eventueel vergeleken met dienstrooster en prestatiebladen in de bedrijven. Bij het vaststellen van overtredingen waar er onvoldoende onderbrekingstijd of dagelijkse rusttijd werd genoten door de chauffeur, dient men erover te waken dat de chauffeur ter plaatse de nodige rusttijd neemt alvorens verder te rijden. Naast het proces verbaal of de onmiddellijke inning kunnen nog bijkomende maatregelen genomen worden, zijnde: Wanneer men op het tijdstip van de controle vaststelt dat op de desbetreffende schijf: - Een ononderbroken rijtijd (langer dan 04.30 uur ononderbroken rijden of zonder voldoende wettelijke onderbrekingen te hebben van 45 minuten) er een overtreding terzake is legt men de bestuurder een extra rustperiode op van 45 minuten.
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/05/2008
2.1.2
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
-
2.
Een te korte dagelijkse rust (overeenkomstig art. 8 van EG 561/2006 of art. 8 van de AETR-wetgeving) legt men de bestuurder een wettelijke dagelijkse rust op van 08 (acht) uur.
Controle in het bedrijf
De bedrijven worden gecontroleerd dit naargelang een opdracht van het Parket door middel van kantschrift of een uit te voeren navolgend onderzoek. Controle in de bedrijven omvat alle soorten firma’s zowel voor bezoldigd zakenvervoer als eigen rekening. Normaliter wordt een bedrijf schriftelijk of telefonisch 14 dagen op voorhand van het controlebezoek in kennis gesteld. Niettemin worden er onaangekondigde bezoeken gedaan ter controle dit voornamelijk bij vermoedens van fraude met registratieschijven of vergunningen. De controle omvat het personeelsregister, het vergelijken van het voertuigenpark met het aantal uitgereikte vergunningen, nazicht van de vrachtbrieven CMR tot 5 jaar na gebruiksdatum. Opvragen en nazien van de registratiebladen van de chauffeurs tot 1 jaar na gebruiksdatum. Voor de digitale gegevens geldt een bewaarplicht van 2 jaar. Hierbij kunnen alle nodige en van toepassing zijnde documenten zoals facturen, reisbladen, prestatiebladen die voor de controle noodzakelijk zijn worden opgevraagd en in beslag worden genomen of ingehouden ter nazicht, dit tegen het geven van een ontvangstbewijs. De controle van de registratiebladen behelst het nazicht van de schijven van meerdere bestuurders, waarbij de dagelijkse, wekelijkse en tweewekelijkse rij- en rusttijden alsook de onderbrekingen op de rijtijd worden gecheckt. Deze vaststellingen dragen ingeval van proces verbaal bij tot de beeldvorming omtrent het algemeen rijgedrag en de naleving van de sociale wetgeving in het wegvervoer van het bedrijf zelf en van de bestuurders als individuen in het bijzonder. Bij het vaststellen van overtredingen wordt overgegaan tot het geven van mondelinge of schriftelijke waarschuwing met het al dan niet bepalen van een nieuw controlebezoek of het opstellen van een proces verbaal ten laste van de bestuurder, en of de zaakvoerder van het bedrijf de vakbekwame en eventueel de opdrachtgever. De bevoegde Politieambtenaren hebben toegang tot alle voertuigen alsook tot de onroerende goederen bestemd voor de beroepswerkzaamheden van de vervoerders, hun opdrachtgevers en ieder die tussenkomt in de uitvoering van een vervoer van zaken waarop de communautaire regeling betreffende het vervoer van zaken over de weg, deze wet en haar uitvoeringsbesluiten van toepassing zijn en de wetten betreffende de rij- en rusttijden. De lokalen uitsluitend bestemd voor bewoning vallen buiten het toepassingsgebied van deze bepaling. Men heeft tot de bewoonde lokalen enkel toegang wanneer men de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie heeft (OGP functie) en wanneer de rechter van de politierechtbank daartoe vooraf toestemming heeft verleend. Met bevel tot huiszoeking aanvang zoeking tussen 05.00 uur en 21.00 uur door Politieambtenaar met OGP – functie.
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/05/2008
2.1.3
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
Belangrijk verschil met huiszoekingsbevel: Wat betreft de opsporingen en vaststellingen van de inbreuken op het Bezoldigd zakenvervoer in het kader van de Wet van 03 mei 1999 en het KB van 07 mei 2002 en MB van 08 mei 2002 hebben de bevoegde ambtenaren toegang tot de hierboven aangehaalde terreinen maar tevens specifiek tot de bewoonde lokalen doch met uitzondering van de lokalen uitsluitend voor bewoning wanneer men de hoedanigheid heeft van officier van gerechtelijke politie (OGP - functie) en wanneer de rechter in de Politierechtbank daartoe vooraf toestemming heeft verleend. De bezoeken in de bewoonde lokalen moet tussen acht en achttien uur en door minstens twee ambtenaren geschieden. Deze uitvoering van deze opdracht is een wezenlijk verschil in uren met deze van het bevel tot huiszoeking (zie art 26§1 en art 26§2 van de Wet van 03/05/1999). Tevens mogen zij van deze boeken en documenten ter plaatse afschriften nemen of een uittreksel vragen en alle nodige gegevens erover eisen (art 3§2 van de Wet van 18/02/1969). De bevoegde personen mogen bij behoorlijk vastgestelde overtredingen, op kosten en risico van de eigenaar, overgaan tot de inbeslagneming van het vervoermiddel (niet de lading) waarmee de overtreding werd gepleegd (art 3§3 van de wet van 18/02/1969). In dergelijke gevallen dient wel de Arbeidsauditeur of de Procureur des Konings, dit naargelang het geval, verwittigd te worden.
3. Nuttige links Voor meer informatie kunt u steeds terecht op de website Federale en Lokale Politie: http://www.fedpol.be
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/05/2008
2.1.4
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
ADRESSENLIJST FEDERALE POLITIE DIRECTIE COMITE
Michaël JONNIAUX Directeur – Commissaire divisionnaire Police de la Route Rue Fritz Toussaint 47 1050 BRUXELLES
Tél.: (02) 642 63 51 Fax: (02) 642 65 28 E-mail:
[email protected]
F
PERMANENTE COORDINATIECEL
Michaël JONNIAUX Directeur – Commissaire divisionnaire Police de la Route Rue Fritz Toussaint 47 1050 BRUXELLES
Tél.: (02) 642 63 51 Fax: (02) 642 65 28 E-mail:
[email protected]
F
Ronny DESMET Commissaris Officier Operaties Wegpolitie Fritz Toussaintstraat 47 1050 BRUSSEL
Tel.: (02) 642 66 99 Fax: (02) 642 65 28 E-mail:
[email protected]
N
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
2.2.1
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
WERKGROEP VADEMECUM
Patrick GOETHALS DPEF/Divisie Verkeer Centrum Vorming Verkeerseenheden Kwartier Geruzet Blok L Luchthavenlaan 10 1040 BRUSSEL
Tel.: (02) 642 71 63 Fax: (02) 642 71 90 E-mail:
[email protected]
N
Jean-Michel TUBETTI Commissaire Officier Opération Circulation Police de la Route Rue Fritz Toussaint 47 1050 BRUXELLES
Tel.: (02) 642 66 99 Fax: (02) 642 65 28 E-mail:
[email protected]
F
Provinciale Verkeerseenheden
Adres
WPR ANTWERPEN CP Bart DECLERCQ
d' Herbouvillekaai, 9 2020 ANTWERPEN
(03) 259 07 13
(03) 259 07 03
d' Herbouvillekaai, 9 2020 ANTWERPEN
(03) 259 07 00
(03) 259 07 03
Bethovenstraat, 64 2960 BRECHT
(03) 313 00 66
(03) 313 53 05
Herentalsesteenweg, 42 2280 GROBBENDONK
(014) 51 20 91
(014) 50 26 76
VerkP ANTWERPEN VerkP BRECHT VerkP GROBBENDONK
Vademecum Actieplan Vervoer
Telefoon
Gewijzigd op 01/07/2010
Fax
E-mail adres
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
2.2.2
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
Gierlesteenweg 260 2300 TURNHOUT
(014) 41 89 57
(014) 41 58 54
Luikersteenweg 228 3500 HASSELT
(011) 28 73 55
(011) 28 73 59
Trekschurenstraat, 268 3500 HASSELT
(011) 27 33 96
(011) 28 38 37
Souwstraat, 37 3530 HOUTHALEN
(011) 52 39 69
(011) 52 39 19
Groendreef 181 9000 GENT
(09) 237 13 54
(09) 237 13 68
Rond Punt 9880 AALTER
(09) 216 82 30
(09) 375 17 37
Walstraat 105 9050 GENTBRUGGE
(09) 239 01 40
(09) 232 33 02
VerkP WETTEREN
Poortelos 6 9230 WETTEREN
(09) 369 42 60
(09) 366 36 85
VerkP ZELZATE
Rijkswachtlaan 1A 9060 ZELZATE
(09) 326 88 60
(09) 356 35 86
Zandstraat 148 8200 BRUGGE
(050) 45 77 55
(050) 45 77 59
Gemene Weidestraat 10 8490 JABBEKE
(050) 36 67 50
(050) 36 67 51
VerkP TURNHOUT WPR LIMBURG CP Stefan TUERLINCKX VerkP HASSELT VerkP HOUTHALEN WPR OOST-VLAANDEREN CDP Michel VAN BUTSEELE VerkP AALTER VerkP GENTBRUGGE
WPR WEST-VLAANDEREN CP Rik DHOEST VerkP JABBEKE
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
[email protected] [email protected]
2.2.3
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
Kennedylaan 8500 KORTRIJK
(056) 24 31 40
(056) 24 31 41
Rue Jules Cockx 5/7 1160 BRUSSEL
(02) 679 03 00
(02) 679 03 33
VerkP AUDERGHEM
Rue J. Cockstraat 5/7 1160 AUDERGHEM
(02) 679 03 00
(02) 679 03 32
VerkP ANDERLECHT
Chée de Mons 1303 1070 ANDERLECHT
(02) 558 53 30
(02) 523 20 11
VerkP BERTEM
Tervuursesteenweg 295 3060 BERTEM
(016) 49 92 30
(016) 49 92 59
VerkP REYERS
Woluwelaan 55 1830 MACHELEN
(02) 255 87 30
(02) 255 87 49
Rue de Soudremont 7180 SENEFFE
(064) 52 20 30
(064) 52 20 49
Rue Neuve Chaussée 124 7600 PERUWELZ
(069) 67 28 30
(069) 67 28 39
Rue de la Tombe 100 6001 CHARLEROI
(071) 44 09 10
(071) 44 09 19
Chemin de la Procession 188 7000 MONS
(065) 37 63 60
(065) 37 63 62
VerkP KORTRIJK WPR BRABANT CDP Gérard PIRON
WPR HAINAUT CDP J-C BRIHAYE VerkP PERUWELZ VerkP CHARLEROI
VerkP MONS
Vademecum Actieplan Vervoer
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
[email protected] [email protected] [email protected]
Gewijzigd op 01/07/2010
2.2.4
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
WPR LIEGE CDP Marc DELHEZ VerkP AWANS
VerkP BATTICE
VerkP MALMEDY WPR LUXEMBOURG CP Renaud MAROTTE VerkP ARLON VerkP MASSUL WPR NAMUR CP Willy HENRY VerkP ACHENE VerkP DAUSSOULX
Vademecum Actieplan Vervoer
Rue Verte Voie 1 4041 HERSTAL
(04) 228 67 56
(04) 228 67 55
Rue des Saules 44 4340 AWANS
(04) 364 03 30
(04) 247 14 83
Rue de Henri Chapelle 24 4651 BATTICE
(087) 44 03 70
(087) 44 03 78
Rue de St Vith 23 4960 MALMEDY
(080) 28 22 50
(080) 28 22 09
Rue de Neufchâteau 132 6700 ARLON
(063) 21 43 55
(063) 21 43 58
Rue de Neufchâteau 132 6700 ARLON
(063) 21 43 76
(063) 21 43 89
Avenue de la Gare 18 6840 NEUFCHATTEAU
(061) 22 02 88
(061) 22 02 79
Rue Del’ Grète 21 5020 DAUSSOULX
(081) 21 93 20
(081) 21 93 39
Rue Bertrand Janquin 70 5100 ACHENE
(081) 32 33 59
(081) 32 33 51
Rue Del’ Grète 21 5020 DAUSSOULX
(081) 21 93 30
(081) 21 93 39
[email protected] [email protected] [email protected]
Gewijzigd op 01/07/2010
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
2.2.5
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
ADRESSENLIJST LOKALE POLITIE DIRECTIE COMITE
Joos DUCHI Hoofdcommissaris Politie - Korpschef Spermaliestraat 21 8431 MIDDELKERKE
Tel.: (059) 31 23 12 Fax: (059) 30 56 42 E-mail:
[email protected]
N
PERMANENTE COORDINATIECEL
Rudi WAGELMANS VCLP Waterloolaan 76 1000 BRUSSEL
Tel.: (02) 506 48 36 Fax: (02) 506 47 82 E-mail:
[email protected]
N
WERKGROEP VADEMECUM
Bart STROOBANTS Politiezone TERVUREN Markt 7 3080 TERVUREN
Tel.: (02) 767 30 00 Fax: (02) 767 23 57 E-mail:
[email protected]
N
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
2.2.6
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
PROVINCIALE CELLEN (De provinciaal verantwoordelijk van elke provincie is cursief en vet gedrukt.). ANTWERPEN: 25 politiezones Arrondissement: Antwerpen, Mechelen en Turnhout Code 5345
5346
5347
5348
5349
5350
5351
5352
5353
5354
Politiezone Antwerpen Oudaan 5 te 2000 ANTWERPEN Zwijndrecht Pastoor Coplaan 222 te 2070 ZWIJNDRECHT Boom/Hemiksem/Niel/Rumst/Schelle Antwerpsestraat 40 te 2850 BOOM Kapellen/Stabroek Christaan Pallemansstraat 57 te 2950 KAPELLEN Aartselaar/Edegem/Hove/Kontich/Lint Konitchstraat 17 te 2650 EDEGEM Essen/Kalmthout/Wuustwezel Kapellensteenweg 32 te 2920 KALMTHOUT Boechout/Borsbeek/Mortsel/Wijnegem/Wommelgem Liersesteenweg1 te 2640 MORTSEL Brasschaat Bredabaan 399 te 2930 BRASSCHAAT Schoten Gelmelenstraat 16 te 2900 SCHOTEN Ranst/Zandhoven Gustaaf Peetersstraat 7 te 2520 RANST
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
Complementaire naam ANTWERPEN
POLITIEZONE RUPEL POLITIEZONE NOORD HEKLA GRENS MINOS PZ BRASSCHAAT PZ SCHOTEN POLITIE ZARA
Tel. (03) 202 55 11 Fax (03) 202 58 30 Tel. (03) 252 70 14 Fax (03) 252 97 03 Tel. (03) 443 09 00 Fax (03) 443 09 09 Tel. (03) 660 09 30 Fax Tel. (03) 289 23 00 Fax (03) 289 23 33 Tel. (03) 620 29 29 Fax (03) 620 29 39 Tel. (03) 451 98 98 Fax (03) 451 98 99 Tel. (03) 650 03 00 Fax (03) 652 09 81 Tel. (03) 680 12 70 Fax (03) 685 09 66 Tel. (03) 485 65 11 Fax (03) 475 06 41
2.2.7
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
5355
5356
5357
5358
5359
5360
5361
5362
5363
5364
5365
5366
5367
5368
Brecht/Malle/Schilde/Zoersel Kerkhoflei 14 te 2980 ZOERSEL Bornem/Puurs/Sint-Amands Puursesteenweg 389 te 2880 BORNEM Willebroek Pastorijstraat te 2830 WILLEBROEK Mechelen Frederik de Merodestraat 88 te 2800 MECHELEN Bonheiden/Duffel/Putte/Sint-Katelijne-Waver Lemanstraat 25 te 2860 ST. KATELIJNE-WAVER Lier Huibrechtstraat 8 te 2500 LIER Berlaar/Nijlen Statiestraat 11 te 2560 NIJLEN Heist-op-den-Berg Oude Godstraat 1 te 2220 HEIST-OP-DEN-BERG Hoogstraten/Merksplas/Rijkevorsel Vrijheid 13 te 2320 HOOGSTRATEN Baarle-Hertog/Beerse/Kasterlee/Lille/Oud-Turnhout/Turnhout/Vosselaar Steenweg op Oosthoven 25 te 2300 TURNHOUT Herselt/Hulshout/Westerlo Bistplein 13 te 2260 WESTERLO Geel/Laakdal/Meerhout Werft 67 te 2440 GEEL Arendonk/Ravels/Retie Wippelberg 1A te 2370 ARENDONK Balen/Dessel/Mol Molenhoekstraat 2 te 2400 MOL
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
VOORKEMPEN PZ KLEIN-BRABANT
LOKALE POLITIE MECHELEN BODUKAP
BERLAAR - NIJLEN POLITIEZONE HEIST POLITIEZONE NOORDERKEMPEN POLITIE REGIO TURNHOUT ZUIDERKEMPEN
POLITIEZONE KEMPEN N-O BALEN - DESSEL MOL
Tel. (03) 385 16 16 Fax (03) 385 05 49 Tel. (03) 293 22 22 Fax (03) 293 22 20 Tel. (03) 860 03 70 Fax (03) 866 02 58 Tel. (015) 28 66 66 Fax (015) 29 01 08 Tel. (015) 31 77 11 Fax (015) 31 03 60 Tel. (03) 491 13 73 Fax (03) 491 13 71 Tel. (03) 466 16 16 Fax (03) 411 11 20 Tel. (015) 22 86 00 Fax (015) 25 09 97 Tel. (03) 340 88 00 Fax (03) 340 88 01 Tel. (014) 40 85 50 Fax (014) 40 85 79 Tel. (014) 54 40 20 Fax (014) 54 68 09 Tel. (014) 56 47 02 Fax (014) 56 47 01 Tel. (014) 40 40 60 Fax (014) 40 40 99 Tel. (014) 33 07 00 Fax (014) 33 07 09
2.2.8
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
5369
Grobbendonk/Herentals/Herenthout/Olen/Vorselaar Molenvest 15 te 2200 HERENTALS
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
ZONE NETELAND
Tel. (014) 24 42 00 Fax (014) 24 42 99
2.2.9
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
LIMBURG: 18 politiezones Arrondissement Hasselt en Tongeren Code 5370
5371
5372
5373
5374
5375
5376
5377
5378
5379
5380
5381
Politiezone Diepenbeek/Hasselt/Zonhoven Thonissenlaan 15 te 3500 HASSELT Lommel Dorp 57 te 3920 LOMMEL Hamont-Achel/Neerpelt/Overpelt Energiestraat 1 te 3910 NEERPELT Beringen/Ham/Tessenderlo Burg. Geyskensstraat 6 te 3580 BERINGEN Halen/Herk-De-Stad/Lummen Guldensporenlaan 30 te 3540 HERK-DE-STAD Heusden-Zolder Rectorstraat 2 te 3550 HEUSDEN-ZOLDER Gingelom/Nieuwerkerken/Sint-Truiden Kazernestraat 13 te 3800 SINT-TRUIDEN
Complementaire naam HAZODI
WEST-LIMBURG
PZ SINT-TRUIDEN GINGELOM NIEUWERKERKEN
Hechtel-Eksel/Leopoldsburg/Peer Hechtelsesteenweg 1 te 3970 LEOPOLDSBURG Houthalen-Helchteren Hoogstraat 1A te 3530 HOUTHALEN-HELCHTEREN Alken/Borgloon/Heers/Kortessem/Wellen Ervaert 10 te 3840 BORGLOON Herstappe/Tongeren Maastrichterstraat 10 te 3700 TONGEREN Bilzen/Hoeselt/Riemst Schureveld 19 te 3740 BILZEN
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
KEMPENLAND
PZ KANTON BORGLOON TONGEREN HERSTAPPE
Tel. (011) 22 29 82 Fax (011) 22 10 80 Tel. (011) 54 43 60 Fax (011) 54 64 34 Tel. (011) 44 08 20 Fax (011) 44 08 22 Tel. (011) 42 24 18 Fax (011) 42 29 00 Tel. (013) 61 99 61 Fax (013) 61 99 89 Tel. (011) 45 01 11 Fax (011) 45 01 19 Tel. (011) 70 19 11 Fax (011) 70 19 12 Tel. (011) 39 92 99 Fax (011) 39 92 91 Tel. (011) 60 99 99 Fax (011) 60 99 39 Tel. (012) 74 60 60 Fax (012) 74 67 31 Tel. (012) 39 02 41 Fax (012) 23 11 66 Tel. (089) 51 93 00 Fax (089) 51 93 34 2.2.10
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
5382
5383
5384
5385
5386
5387
Voeren Einde 1 rg te 3790 VOEREN Dilsen-Stokkem/Maaseik Maastrichtersteenweg 21 te 3680 MAASEIK As/Genk/Opglabbeek/Zutendaal Europalaan 30 te 3600 GENK Bocholt/Bree/Kinrooi/Meeuwen-Gruitrode Malta 7 te 3960 BREE Lanaken Maastrichterweg 101 te 3620 LANAKEN Maasmechelen Koning Albertlaan 17 te 3630 MAASMECHELEN
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
POLITIEZONE MAASLAND POLITIEZONE GAOZ NOORDOOST LIMBURG
Tel. (04) 381 10 11 Fax (04) 381 24 41 Tel. (089) 56 92 11 Fax (089) 56 92 93 Tel. (089) 30 30 30 Fax (089) 35 78 34 Tel. (089) 48 06 30 Fax (089) 48 06 56 Tel. (089) 71 22 23 Fax (089) 72 12 07 Tel. (089) 76 97 00 Fax (089) 76 98 39
2.2.11
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
OOST-VLAANDEREN: 29 politiezones Arrondissement Gent, Oudenaarde en Dendermonde Code 5415
5416
5417
5418
5419
5420
5421
5422
5423
5424
5425
5426
Politiezone Gent A. Triestlaan 12 te 9000 GENT Lochristi/Moerbeke/Wachtebeke/Zelzate Koning Boudewijnlaan 5 te 9080 LOCHRISTI Eeklo/Kaprijke/Sint-Laureins Tielstsesteenweg 18 te 9900 EEKLO Destelbergen/Melle/Merelbeke/Oosterzele Hundelgemsesteenweg 357 te 9820 MERELBEKE De Pinte/Gavere/Nazareth/Sint-Martens-Latem Florastraat 19 te 9840 DE PINTE Deinze/Zulte Centrumlaan 97 te 9800 DEINZE Assenede/Evergem Kapellestraat 1 te 9940 EVERGEM Lovendegem/Nevele/Waarschoot/Zomergem Sportlaan 1 te 9930 ZOMERGEM Aalter/Knesselare Stationsstraat 164 te 9880 AALTER Maldegem Westeindestraat 1 te 9990 MALDEGEM Kluisbergen/Kruishoutem/Oudenaarde/Wortegem-Petegem/Zingem Minderbroedersstraat 1 te 9700 OUDENAARDE Brakel/Horebeke/Maarkedal/Zwalm Jagersstraat 29 te 9660 BRAKEL
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
Complementaire naam
REGIO PUYENBROECK MEETJESLAND CENTRUM REGIO RHODE & SCHELDE POLITIEZONE SCHELDE - LEIE POLITIEZONE DEINZE - ZULTE
LOWAZONE
VLAAMSE ARDENNEN BRAKEL
Tel. (09) 266 68 50 Fax (09) 266 60 13 Tel. (09) 355 74 40 Fax (09) 355 73 67 Tel. (09) 376 46 46 Fax (09) 378 27 46 Tel. (09) 210 34 34 Fax (09) 210 34 34 Tel. (09) 321 76 60 Fax (09) 321 76 95 Tel. (09) 381 96 00 Fax (09) 381 96 09 Tel. (09) 257 00 10 Fax (09) 253 89 19 Tel. (09) 372 70 13 Fax (09) 372 41 92 Tel. (09) 325 23 00 Fax (09) 325 23 41 Tel. (050) 72 89 50 Fax (050) 71 83 33 Tel. (055) 33 88 88 Fax (055) 33 00 43 Tel. (055) 42 60 00 Fax (055) 43 16 59
2.2.12
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
5427
5428
5429
5430
5431
5432
5433
5434
5435
5436
5437
5438
5439
5440
Ronse Sint-Cornelisstraat 52 te 9600 RONSE Geraardsbergen/Lierde Denderstraat 27 te 9500 GERAARDSBERGEN
GERAARDSBERGEN - LIERDE ZOTTEGEM HERZELE StLHOUTEM
Herzele/Sint-Lievens-Houtem/Zottegem Meerlaan 48 te 9620 ZOTTEGEM Beveren Gravendreef 1 te 9120 BEVEREN Sint-Gillis-Waas/Stekene Blokstraat 58 te 9170 SINT-GILLIS-WAAS Sint-Niklaas O. L. Vrouwplein 30 te 9100 SINT-NIKLAAS Kruibeke/Temse Kasteelstraat 72 te 9140 TEMSE Lokeren Durmelaan 34 te 9160 LOKEREN Hamme/Waasmunster Marktplein 2 te 9220 HAMME Berlare/Zele Markt 50 te 9240 ZELE Buggenhout/Lebbeke Leo Duboisstraat 44 te 9280 LEBBEKE Laarne/Wetteren/Wichelen Zuiderdijk 2 te 9230 WETTEREN Denderleeuw/Haaltert Steenweg 439 te 9470 DENDERLEEUW Aalst Beekveldstraat 29 te 9300 AALST
Vademecum Actieplan Vervoer
PZ BEVEREN SINT-GILLISWAAS/STEKENE POLITIE SINTNIKLAAS
LOKEREN
BUGGENHOUT LEBBEKE PZ WETTEREN LAARNE WICHELEN
Gewijzigd op 01/07/2010
Tel. (055) 23 78 30 Fax (055) 23 78 59 Tel. (054) 43 43 43 Fax (054) 43 43 44 Tel. (09) 364 47 30 Fax (09) 364 47 47 Tel. (03) 750 14 11 Fax (03) 750 14 10 Tel. (03) 470 27 30 Fax (03) 707 13 49 Tel. (03) 760 65 00 Fax (03) 778 21 56 Tel. (03) 711 02 02 Fax (03) 711 02 09 Tel. (09) 340 94 99 Fax (09) 340 94 90 Tel. (052) 47 56 47 Fax (052) 47 56 49 Tel. (052) 45 98 45 Fax (052) 45 98 55 Tel. (052) 40 91 91 Fax (052) 41 23 47 Tel. (09) 369 00 25 Fax (09) 366 09 17 Tel. (053) 66 60 36 Fax (053) 66 67 18 Tel. (053) 73 27 11 Fax (053) 73 27 79 2.2.13
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
5441
5442
5443
Erpe-Mere/Lede Adminstratief Centrum 2 te 9340 LEDE Ninove Onderwijslaan 75 te 9400 NINOVE Dendermonde Fr. Courtensstraat 12 te 9200 DENDERMONDE
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
Tel. (053) 60 64 64 Fax (053) 80 76 83 Tel. (054) 31 32 32 Fax (054) 33 48 50 Tel. (052) 25 12 00 Fax (052) 25 12 19
2.2.14
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
WEST-VLAANDEREN: 19 politiezones Arrondissement Brugge, Kortrijk, Veurne en Ieper Code 5444
5445
5446
5447
5448
5449
5450
5451
5452
5453
5454
5455
Politiezone Brugge Hauwerstraat 3 te 8000 BRUGGE Blankenberge/Zuienkerke Scarphoutdreef 1 te 8370 BLANKENBERGE Damme/Knokke-Heist Van Steenestraat 10 te 8300 KNOKKE-HEIST Beernem/Oostkamp/Zedelgem Brugsestraat 34 te 8020 OOSTKAMP Ardooie/Lichtervelde/Pittem/Ruiselede/Tielt/Wingene Lakenmarkt 1 te 8700 TIELT Oostende Alfons Pieterslaan 39 te 8400 OOSTENDE Bredene/De Haan Centrumplein 2 te 8450 BREDENE Middelkerke Spermaliestraat 21 te 8431 MIDDELKERKE Gistel/Ichtegem/Jabbeke/Oudenburg/Torhout C. Permekelaan 8 te 8490 JABBEKE Hooglede/Izegem/Roeselare Botermarkt 12 te 8800 ROESELARE Dentergem/Ingelmunster/Meulebeke/Oostrozebeke/Wielsbeke Oostrozebekestraat 90 te 8760 MEULEBEKE Ledegem/Menen/Wevelgem Vlamingenstraat 170 te 8930 MENEN
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
Complementaire naam
POLITIEZONE HET HOUTSCHE REGIO TIELT
POLITIEZONE MIDDELKERKE
POLITIEZONE KOUTER POLITIEZONE RIHO MIDOW GRENSLEIE
Tel. (050) 44 88 44 Fax (050) 44 88 99 Tel. (050) 42 98 42 Fax (050) 42 73 04 Tel. (050) 63 03 00 Fax (050) 63 02 99 Tel. (050) 50 23 00 Fax (050) 50 23 01 Tel. (051) 40 24 15 Fax (051) 40 51 73 Tel. (059) 27 09 30 Fax (059) 80 84 47 Tel. (059) 33 11 00 Fax (059) 33 00 47 Tel. (059) 31 23 12 Fax (059) 30 56 42 Tel. (050) 81 35 07 Fax (050) 81 53 42 Tel. (051) 26 26 26 Fax (051) 26 26 90 Tel. (051) 48 09 30 Fax (051) 48 09 49 Tel. (056) 51 01 11 Fax (056) 51 39 62
2.2.15
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
5456
5457
5458
5459
5460
5461
5462
Kortrijk/Kuurne/Lendelede Oude Vestingsstraat 2a te 8500 KORTRIJK Anzegem/Avelgem/Spiere-Helkijn/Waregem/Zwevegem Schakelstraat 2 te 8790 WAREGEM Deerlijk/Harelbeke Marktstraat 53 te 8530 HARELBEKE Alveringem/Lo-Reninge/Veurne Zuidburgweg 10 te 8630 VEURNE Diksmuide/Houthulst/Koekelare/Kortemark Sint Sebastiaanlaan 8 te 8600 DIKSMUIDE De Panne/Koksijde/Nieuwpoort Zeelaan 48 te 8470 KOKSIJDE Heuvelland/Ieper/Langemark-Poelkapelle/Mesen/ Moorslede/Poperinge/Staden/Vleteren/Wervik/Zonnebeke Rijselstraat 133 te 8900 IEPER
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
VLAS MIRA GAVERS POLITIEZONE SPOORKIN POLDER WESTKUST POLITIEZONE ARRO IEPER
Tel. (056) 23 96 11 Fax (056) 20 22 82 Tel. (056) 62 13 00 Fax (056) 62 13 24 Tel. (056) 73 35 11 Fax (056) 73 35 29 Tel. (058) 33 22 11 Fax (058) 33 22 93 Tel. (051) 51 00 00 Fax (051) 51 03 44 Tel. (058) 53 30 02 Fax (058) 53 31 05 Tel. (057) 23 05 00 Fax (057) 21 88 53
2.2.16
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
VLAAMS-BRABANT: 27 politiezones Arrondissement Leuven en Brussel Code 5388
5389
5390
5391
5392
5393
5394
5395
5396
5397
5398
5399
Politiezone Leuven Philipssite 4 te 3001 LEUVEN Bekkevoort/Geetbets/Glabbeek/Kortenaken/Tielt-Winge Leuvensesteenweg 122 te 3390 TIELT-WINGE Landen/Linter/Zoutleeuw Gendarmerieplein 1 te 3400 LANDEN Bierbeek/Boutersem/Holsbeek/Lubbeek Gellenberg 18 te 3210 LUBBEEK Hoegaarden/Tienen Gilainstraat 109 te 3300 TIENEN Herent/Kortenberg De Walsplein 30 te 3070 KORTENBERG Aarschot Demervallei 6 te 3200 AARSCHOT Boortmeerbeek/Haacht/Keerbergen Remie Van de Sandelaan 1 te 3150 HAACHT Diest/Scherpenheuvel-Zichem Michel Theysstraat 60 te 3290 DIEST Bertem/Huldenberg/Oud-Heverlee Oude Nethensebaan 15 te 3051 OUD-HEVERLEE Tervuren Markt 7 te 3080 TERVUREN Begijnendijk/Rotselaar/Tremelo Kruisstraat 24 te 3120 TREMELO
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
Complementaire naam
ZONE HAGELAND POLITIEZONE LAN
PZ TIENEN HOEGAARDEN HERKO POLITIEZONE AARSCHOT HAACHT DEMERDAL - DSZ PZ DIJLELAND
POLITIEZONE BRT
Tel. (016) 21 06 11 Fax (016) 21 06 09 Tel. (016) 63 40 24 Fax (016) 63 14 21 Tel. (011) 88 10 24 Fax (011) 88 62 74 Tel. (016) 63 43 63 Fax (016) 64 04 48 Tel. (016) 80 19 11 Fax (016) 82 27 02 Tel. (02) 755 23 00 Fax (02) 755 23 01 Tel. (016) 55 02 02 Fax (016) 56 66 83 Tel. (016) 60 88 12 Fax (016) 60 68 12 Tel. (013) 35 05 00 Fax (013) 32 23 07 Tel. (016) 49 82 30 Fax (016) 40 36 12 Tel. (02) 767 30 00 Fax (02) 767 23 57 Tel. (016) 53 11 23 Fax (016) 53 23 31
2.2.17
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
5400
5401
5402
5403
5404
5405
5406
5407
5408
5409
5410
5411
5412
5413
Zaventem Hoogstraat 20 te 1930 ZAVENTEM Kraainem/Wezembeek-Oppem Ferdinand Kinnenstraat 76 te 1950 KRAAINEM Hoeilaart/Overijse Stationsplein 10 te 3090 OVERIJSE Drogenbos/Linkebeek/Sint-Genesius-Rode Dorpsstraat 48 te 1640 SINT-GENESIUS-RODE Beersel Alsembergsteenweg 1046 te 1652 ALSEMBERG Bever/Galmaarden/Gooik/Herne/Lennik/Pepingen Bruneaustraat 101 te 1755 KESTER Dilbeek Stationsstraat 283 te 1700 DILBEEK Affligem/Liedekerke/Roosdaal/Ternat Opperstraat 35 te 1770 LIEDEKERKE Asse/Merchtem/Opwijk/Wemmel de Vironstraat 24 te 1730 ASSE Kapelle-op-den-Bos/Londerzeel/Meise Brusselsestraat 16 te 1840 LONDERZEEL Grimbergen Kerkplein 7 te 1850 GRIMBERGEN Machelen/Vilvoorde Zennelaan 76 te 1800 VILVOORDE Kampenhout/Steenokkerzeel/Zemst Tervuursesteenweg 295 te 1820 STEENOKKERZEEL Halle V. Baetensstraat 4 te 1500 HALLE
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
WOKRA PZ DRUIVENSTREEK ZONE RODE / ZONE RHODE BEERSEL PAJOTTENLAND PZ DILBEEK POLITIEZONE TARL POL AMOW POLITIEZONE K - L M
VILVOORDE MACHELEN KASTZE POLITIEZONE HALLE
Tel. (02) 719 10 10 Fax (02) 719 10 00 Tel. (02) 731 12 47 Fax (02) 731 36 68 Tel. (02) 769 69 30 Fax (02) 769 69 48 Tel. (02) 363 84 00 Fax (02) 381 14 60 Tel. (02) 383 11 20 Fax (02) 383 11 48 Tel. (054) 56 60 13 Fax (054) 56 93 74 Tel. (02) 464 96 30 Fax (02) 463 37 18 Tel. (053) 64 55 55 Fax (053) 64 55 59 Tel. (02) 452 50 05 Fax (02) 452 24 40 Tel. (052) 31 51 11 Fax (052) 30 33 18 Tel. (02) 272 72 72 Fax (02) 270 82 91 Tel. (02) 253 33 33 Fax (02) 252 60 90 Tel. (02) 759 78 72 Fax (02) 759 69 21 Tel. (02) 363 23 00 Fax (02) 363 22 02
2.2.18
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
5414
Sint-Pieters-Leeuw Pepingensesteenweg 250 te 1600 SINT-PIETERS-LEEUW
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
PZ SINT-PIETERSLEEUW
Tel. (02) 371 22 28 Fax (02) 359 99 44
2.2.19
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
BRUSSEL-HOOFDSTAD // BRUXELLES-CAPITALE: 6 zones de police Arrondissement Bruxelles // Brussel Code
Zones de police // Politiezones
5339
Bruxelles/Ixelles // Brussel/Elsene Rue de la Loi // Wetstraat 1 à 1000 BRUXELLES // BRUSSEL
5340
5341
5342
5343
5344
Berchem-Sainte-Agathe/Ganshoren/Jette/Koekelberg/Molenbeek-SaintJean // Ganshoren/Jette/Koekelberg/Sint-Agatha-Berchem/Sint-JansMolenbeek Rue du Facteur // Briefdragerstraat 2 à 1080 MOLENBEEK-ST-JEAN // ST-JANS-MOLENBEEK Anderlecht/Saint-Gilles/Forest // Anderlecht/Sint-Gillis/Vorst Rue Démosthène // Demosthenesstraat 36 à 1070 ANDERLECHT Auderghem/Uccle/Watermael-Boitsfort // Oudergem/Ukkel/Watermaal-Bosvoorde Square Georges Marlow // Georges Marlowsquare 3 à 1180 UCCLE/UKKEL Etterbeek/Woluwe-Saint-Lambert/Woluwe-Saint-Pierre // Etterbeek/Sint-Lambrechts-Woluwe/Sint-Pieters-Woluwe Chaussée Saint-Pierre // Sint-Pieterssteenweg 122 à 1040 ETTERBEEK Evere/Schaerbeek/Saint-Josse-Ten-Noode // Evere/Schaarbeek/Sint-Joost-Ten-Node Georges Rodenbach 29 à 1030 SCHAERBEEK // SCHAARBEEK
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
Nom complémentaire Complementaire naam BRUXELLES CAPITALE IXELLES // BRUSSEL HOOFDSTAD ELSENE
Tel. (02) 279 71 10 Fax (02) 279 71 09
BRUXELLES-OUEST// BRUSSEL-WEST
Tel. (02) 412 38 00 Fax (02) 412 38 50
ZONE MIDI // ZONE ZUID UCCLE/WB/AUDERGHEM// UKKEL/WB/OUDERGEM
Tel. (02) 559 80 10 Fax (02) 559 80 09
ZONE MONTGOMERY
Tel. (02) 627 22 22 Fax (02) 649 89 54
SCHAERBEEK ST.JOSSE EVERE// SCHAARBEEK ST.JOOST EVERE
Tel. (02) 244 77 30 Fax
Tel. (02) 373 58 11 Fax (02) 373 58 65
2.2.20
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
BRABANT WALLON: 10 zones de police Arrondissement Nivelles Code 5267
5268
5269
5270
5271
5272
5273
5274
5275
5276
Zone de police Genappe/Nivelles Faubourg de Charleroi 86 à 1400 NIVELLES Braine-Le-Château/Ittre/Rebecq/Tubize Chaussée de Mons 475 à 1480 TUBIZE La Hulpe/Lasne/Rixensart Rue de Rixensart 33 à 1332 RIXENSART Chastre/Court-Saint-Etienne/Mont-Saint-Guibert/Villers-La-Ville/Walhain Rue Haute 51 à 1435 MONT-SAINT-GUIBERT Wavre Place de l’Hôtel de Ville 3 à 1300 WAVRE Beauvechain/Chaumont-Gistoux/Grez-Doiceau/Incourt Chaussée de la Libération 30 à 1390 GREZ-DOICEAU Braine-l'Alleud Rue Maréchal Ney 36 à 1420 BRAINE-L’ALLEUD Waterloo Rue F. Libert 28 à 1410 WATERLOO Ottignies-Louvain-La-Neuve Rue du Monument 54 à 1340 OTTIGNIES Hélécine/Jodoigne/Orp-Jauche/Perwez/Ramillies Rue du Bosquet 16 à 1370 JODOIGNE
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
Nom complémentaire ZONE NIVELLES GENAPPE ZONE OUEST BRABANT WALLON LA MAZERINE ZONE DE POLICE ORNE - THYLE POLICE LOCALE WAVRE ARDENNES BRABANCONNES ZONE DE BRAINEL'ALLEUD POLICE LOCALE DE WATERLOO
ZONE DE POLICE DE JODOIGNE
Tel. (067) 88 92 11 Fax (067) 88 92 93 Tel. (02) 367 27 00 Fax (02) 367 27 09 Tel. (02) 656 16 58 Fax (02) 652 16 11 Tel. (010) 65 38 00 Fax (010) 65 56 16 Tel. (010) 23 04 30 Fax (010) 23 04 39 Tel. (010) 84 83 83 Fax (010) 84 83 79 Tel. (02) 384 40 90 Fax (02) 386 45 90 Tel. (02) 352 98 00 Fax (02) 353 19 93 Tel. (010) 42 08 60 Fax (010) 42 08 79 Tel. (010) 23 95 30 Fax (010) 23 95 49
2.2.21
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
HAINAUT: 23 zones de police Arrondissement Tournai, Mons et Charleroi Code 5316
5317
5318
5319
5320
5321
5322
5323
5324
5325
5326
5327
Zone de police Antoing/Brunehaut/Rumes/Tournai Rue de la Citadelle 40 à 7500 TOURNAI Mouscron Rue Henri Debavay 25 à 7700 MOUSCRON Comines-Warneton Place de l’Abbaye 3 à 7784 WARNETON Beloeil/Leuze-en-Hainaut Rue de Condé 89 à 7900 LEUZE-EN-HAINAUT Celles/Estaimpuis/Mont-de-l'Enclus/Pecq Rue de Courtrai 40 à 7740 PECQ Bernissart/Péruwelz Rue de la Buissière 4 à 7600 PERUWELZ Ath Boulevard du Château 17 à 7800 ATH Ellezelles/Flobecq/Frasnes-Lez-Anvaing/Lessines Parvis Saint-Pierre 7 à 7860 LESSINES Mons/Quévy Rue du Grand-Jour 2 à 7000 MONS La Louvière Rue de Baume 22 à 7100 LA LOUVIERE Brugelette/Chièvres/Enghien/Jurbise/Lens/Silly Rue d’Hoves 130 à 7850 ENGHIEN Boussu/Colfontaine/Frameries/Quaregnon/Saint-Ghislain Rue de la Résistance 2 à 7331 SAINT-GHISLAIN
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
Nom complémentaire ZONE DE POLICE DU TOURNAISIS ZONE DE POLICE DE MOUSCRON
BELOEIL / LEUZE -Ht ZONE DU VAL DE L'ESCAUT
POLICE LOCALE VILLE D'ATH ZONE DES COLLINES ZONE MONS QUEVY
ZONE DE SYLLE ET DENDRE POLICE BORAINE
Tel. (069) 25 02 50 Fax (069) 25 02 55 Tel. (056) 86 07 00 Fax (056) 86 07 57 Tel. (056) 55 76 83 Fax (056) 55 41 08 Tel. (069) 55 37 84 Fax (069) 66 68 22 Tel. (069) 53 29 30 Fax (069) 53 29 59 Tel. (069) 77 20 57 Fax (069) 77 67 49 Tel. (068) 26 91 91 Fax (068) 26 92 19 Tel. (068) 27 07 70 Fax (068) 33 98 48 Tel. (065) 40 43 41 Fax (065) 40 43 11 Tel. (064) 23 20 20 Fax (064) 23 20 23 Tel. (02) 395 30 00 Fax (02) 395 35 18 Tel. (065) 61 00 20 Fax
2.2.22
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
5328
5329
5330
5331
5332
5333
5334
5335
5336
5337
5338
Braine-Le-Comte/Ecaussinnes/LeRoeulx/Soignies Chaussée d’Enghien 180 à 7060 SOIGNIES Dour/Hensies/Honnelles/Quiévrain Rue de l’Yser 2 à 7370 DOUR Charleroi Boulevard Mayence 14 à 6000 CHARLEROI Aiseau-Presles/Châtelet/Farciennes Rue du Mayeur 25 à 6200 CHATELET Anderlues/Binche Rue de Merbes 125 à 7130 BINCHE Erquelinnes/Estinnes/Lobbes/Merbes-Le-Château Rue de Mons 237 à 6560 ERQUELINNES Beaumont/Chimay/Froidchapelle/Momignies/Sivry-Rance Basse-Hollande 1 à 6470 SIVRY-RANCE Chapelle-Lez-Herlaimont/Manage/Morlanwelz/Seneffe Chaussée de Nivelles 91 à 7170 MANAGE Courcelles/Fontaine l'Évêque Place de Wallonie 1 à 6140 FONTAINE-L’EVEQUE Fleurus/Les Bons Villers/Pont-à-Celles Rue Pestelin 27 à 6238 LUTTRE Gerpinnes/Ham-Sur-Heure-Nalinnes/Montigny-Le-Tilleul/Thuin Rue de Stoupré 1 à 6530 THUIN
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
ZP HAUTE SENNE POLICE DES HAUTSPAYS
LERMES BOTTE DU HAINAUT POLICE LOCALE MARIEMONT ZONE DES TRIEUX
GERMINALT
Tel. (067) 34 92 11 Fax (067) 34 92 93 Tel. (065) 65 20 19 Fax (065) 65 59 06 Tel. (071) 86 15 15 Fax (071) 86 16 16 Tel. (071) 40 07 07 Fax (071) 40 27 13 Tel. (064) 31 16 60 Fax (064) 33 13 42 Tel. (071) 59 76 30 Fax (071) 59 76 55 Tel. (060) 41 40 70 Fax (060) 41 40 79 Tel. (064) 51 32 00 Fax (064) 51 32 99 Tel. (071) 54 99 80 Fax (071) 54 99 41 Tel. (071) 84 40 32 Fax Tel. (071) 59 97 21 Fax (071) 59 97 27
2.2.23
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
LIÈGE: 20 zones de police Arrondissement Liège, Verviers, Eupen et Huy Code 5277
5278
5279
5280
5281
5282
5283
5284
5285
5286
5287
Zone de police Liège Rue Natalis 60 à 4020 LIEGE Neupré/Seraing Rue de la Bouteille 65 à 4100 SERAING Herstal Large Voie 34 à 4040 HERSTAL Beyne-Heusay/Fléron/Soumagne Rue François Lapierre 17 à 4620 FLERON Bassenge/Blégny/Dalhem/Juprelle/Oupeye/Visé Rue de la Chinstrée 2 à 4600 VISE Flémalle Rue de l’Arbre Saint-Michel 1 à 4400 FLEMALLE Aywaille/Chaudfontaine/Esneux/Sprimont/Trooz Avenue du Centenaire 14 à 4053 CHAUDFONTAINE Ans/Saint-Nicolas Rue André Renard 26 à 4420 SAINT-NICOLAS Awans/Grâce-Hollogne Rue de Jemeppe 5 à 4460 GRACE-HOLLOGNE Berloz/Crisnée/Donceel/Faimes/Fexhe-le-Haut-Clocher/Geer/Oreye/ Remicourt/Waremme Avenue Edmond Leburton 3 à 4300 WAREMME Jalhay/Spa/Theux Avenue Reine Astrid 234 à 4900 SPA
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
Nom complémentaire POLICE LOCALE DE LIEGE POLICE DE SERAING - NEUPRE
PZ BEYNE-FLERONSOUMAGNE ZONE BASSE MEUSE
ZONE DE POLICE SECOVA POLICE ANS - SAINTNICOLAS
Tel. (04) 349 57 11 Fax (04) 349 57 17 Tel. (04) 330 52 67 Fax (04) 330 52 93 Tel. (04) 240 66 66 Fax (04) 240 66 65 Tel. (04) 259 95 11 Fax (04) 259 95 00 Tel. (04) 374 84 74 Fax (04) 374 84 75 Tel. (04) 234 88 88 Fax (04) 233 02 21 Tel. (04) 364 22 11 Fax (04) 364 22 30 Tel. (04) 320 22 33 Fax (04) 320 22 29 Tel. (04) 233 91 85 Fax (04) 234 00 95
HESBAYE
Tel. (019) 33 93 10 Fax (019) 32 82 57
FAGNES
Tel. (087) 79 33 33 Fax (087) 79 33 34
2.2.24
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
5288
5289
5290
5291
5292
5293
5294
5295
5296
Aubel/Baelen/Herve/Limbourg/Olne/Plombières/Thimister-Clermont/ Welkenraedt Rue de Maestricht 42 à 4651 BATTICE Dison/Pepinster/Verviers Chaussée de Heusy 219 à 4800 VERVIERS Lierneux/Malmédy/Stavelot/Stoumont/Trois-Ponts/Waimes Place du Châtelet 4 à 4960 MALMEDY Amel/Büllingen/Burg-Reuland/Bütgenbach/Sankt Vith // Amblève/Bullange/Burg-Reuland/Butgenbach/Saint-Vith Aachener Strasse 123 à 4780 SANKT-VITH Eupen/Kelmis/Lontzen/Raeren // Eupen/La Calamine/Lontzen/Raeren Rathausplatz 10 à 4700 EUPEN Braives/Burdinne/Hannut/Héron/Lincent/Wasseiges Rue de Landen 19 à 4280 HANNUT Amay/Engis/Saint-Georges-Sur-Meuse/Verlaine/Villers-Le-Bouillet/ Wanze Chaussée Freddy Terwagne 59 à 4540 AMAY Huy Rue de la Résistance 6 à 4500 HUY Anthisnes/Clavier/Comblain-Au-Pont/Ferrières/Hamoir/Marchin/ Modave/Nandrin/Ouffet/Tinlot Rue de la Gendarmerie 3 à 4560 CLAVIER
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
PAYS DE HERVE ZONE VESDRE ZONE STAVELOTMALMEDY POLIZEIZONE EIFEL // ZONE DE POLICE EIFEL POLIZEIZONE WESER-GÖHL HESBAYE OUEST ZONE MEUSE HESBAYE
Tel. (087) 68 02 40 Fax (087) 68 02 59 Tel. (087) 21 02 98 Fax (087) 21 02 44 Tel. (080) 28 18 60 Fax (080) 28 18 97 Tel. (080) 28 14 10 Fax (080) 22 96 94 Tel. (087) 59 55 00 Fax (087) 59 55 01 Tel. (019) 51 93 60 Fax (019) 51 93 70 Tel. (085) 84 89 50 Fax (085) 31 17 21 Tel. (085) 27 09 00 Fax (085) 27 09 25
ZP DU CONDROZ
Tel. (085) 41 03 30 Fax (085) 41 03 39
2.2.25
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
LUXEMBOURG: 6 zones de police Arrondissement Arlon, Marche-en-Famenne et Neufchâteau Code 5297
5298
5299
5300
5301
5302
Zone de police Arlon/Attert/Habay/Martelange Rue Paul Reuter 13 à 6700 ARLON Aubange/Messancy/Musson/Saint-Léger Rue des Usines 5 à 6791 ATHUS Chiny/Etalle/Florenville/Meix-Devant-Virton/Rouvroy/Tintigny/Virton Rue Lenclos 126 à 6740 ETALLE Durbuy/Erezée/Gouvy/Hotton/Houffalize/LaRoche-en-Ardenne/ Manhay/Marche-en-Famenne/Nassogne/Rendeux/Tenneville/Vielsalm Rue Notre-Dame de Grâce 105 à 6900 MARCHE-EN-FAMENNE Bastogne/Bertogne/Fauvillers/Léglise/Libramont-Chevigny/ Neufchâteau/Sainte-Ode/Vaux-Sur-Sûre Route de Marche 69 à 6600 BASTOGNE Bertrix/Bouillon/Daverdisse/Herbeumont/Libin/Paliseul/Saint-Hubert/ Tellin/Wellin Rue Dr. Lifrange 12 à 6880 BERTRIX
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
Nom complémentaire
ZP SUDLUXEMBOURG ZONE DE POLICE DE GAUME
Tel. (063) 60 84 49 Fax (063) 21 94 16 Tel. (063) 38 02 40 Fax (063) 38 02 69 Tel. (063) 58 99 30 Fax (063) 58 99 59
POLICE FAMENNEARDENNE
Tel. (084) 31 03 11 Fax (084) 31 03 19
CENTRE ARDENNE
Tel. (061) 24 12 11 Fax (061) 24 12 93
POLICE SEMOIS ET LESSE
Tel. (061) 46 57 60 Fax (061) 46 57 94
2.2.26
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
NAMUR: 13 zones de police Arrondissement Namur et Dinant Code 5303
5304
5305
5306
5307
5308
5309
5310
5311
5312
5313
5314
Zone de police Namur Place du Théâtre 5 à 5000 NAMUR Eghezée/Gembloux/La Bruyère Rue des Fabriques 1 à 5030 GEMBLOUX Andenne/Assesse/Fernelmont/Gesves/Ohey Avenue Reine Elisabeth 29 à 5300 ANDENNE Floreffe/Fosses-La-Ville/Mettet/Profondeville Avenue des Déportés 21 à 5070 FOSSES-LA-VILLE Sambreville/Sombreffe Rue de Velaine 140 à 5060 SAMBREVILLE Jemeppe-Sur-Sambre Rue Thibaut 4 à 5190 JEMEPPE-SUR-SAMBRE Florennes/Walcourt Rue du Couvent 23 à 5650 WALCOURT Beauraing/Bièvre/Gedinne/Vresse-Sur-Semois Rue de Dinant 36 à 5575 GEDINNE Couvin/Viroinval Avenue de la Libération 52 à 5660 COUVIN Anhée/Dinant/Hastière/Onhaye/Yvoir Quai J-B Culot 24 à 5500 DINANT Houyet/Rochefort Rue de Behogne 28 à 5580 ROCHEFORT Ciney/Hamois/Havelange/Somme-Leuze Avenue de Namur 12 à 5590 CINEY
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
Nom complémentaire
ORNEAU-MEHAIGNE ZONE DES ARCHES POLICE ENTRE SAMBRE ET MEUSE SAMSOM POLICE JEMEPPE S/SAMBRE FLOWAL POLICE HOUILLESEMOIS ZONE DE POLICE DES 3 VALLEES ZONE HAUTEMEUSE ZP LESSE ET LHOMME CONDROZFAMENNE
Tel. (081) 24 66 16 Fax (081) 24 66 13 Tel. (081) 62 05 40 Fax (081) 60 03 05 Tel. (085) 82 36 00 Fax (085) 82 36 01 Tel. (071) 72 02 30 Fax (071) 72 02 39 Tel. (071) 77 10 46 Fax (071) 77 89 85 Tel. (071) 78 71 01 Fax (071) 78 66 63 Tel. (071) 66 24 00 Fax (071) 61 45 25 Tel. (061) 24 24 00 Fax (061) 24 24 18 Tel. (060) 31 02 04 Fax (060) 31 03 07 Tel. (082) 67 68 10 Fax (082) 67 68 39 Tel. (084) 37 42 50 Fax (084) 21 02 86 Tel. (083) 68 73 00 Fax (083) 68 73 30
2.2.27
FOD Binnenlandse Zaken – Federale en Lokale Politie
5315
Cerfontaine/Doische/Philippeville Rue de la Gendarmerie 7 à 5600 PHILIPPEVILLE
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
HERMETON ET HEURE
Tel. (071) 66 02 11 Fax (071) 66 02 43
2.2.28
FOD FINANCIËN
FOD Financiën – Administratie der Douane en Accijnzen
3. Administratie der Douane en Accijnzen 1. Voorstelling van de dienst De administratie der douane en accijnzen is een fiscale administratie. Zij is ondermeer verantwoordelijk voor de inning van invoerrechten, accijnzen, BTW en andere heffingen. Daarnaast vervult zij ook nog belangrijke taken op economisch en sociaal vlak. Zij neemt actief deel aan de uitvoering van maatregelen ter bescherming van de samenleving op het gebied van de gezondheid, het milieu en de veiligheid. In het kader van de gecoördineerde acties betreffende het "Actieplan" zal zij de controle uitvoeren op de goederenbewegingen inzake douane, accijnzen en BTW, de gasolie, de verkeersbelasting en de eurovignetten.
2. Controle methodiek 1. Controle van de goederenbeweging inzake douane, accijnzen en/of BTW Carnet TIR Het carnet TIR is een internationaal douanedocument afgeleverd door en onder waarborg van erkende organisaties. Het carnet TIR wordt gebruikt voor het vervoer van goederen onder douaneverband wanneer het traject tussen vertrek en bestemming over de weg wordt afgelegd in wegvoertuigen, vervoercombinaties of in goedgekeurde containers. De motorbrigade zal nagaan of het carnet in last werd genomen door een douanekantoor van de gemeenschap. Het wegvoertuig wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van het certificaat van goedkeuring en van de TIR-plaat en de overeenstemming van de kentekens met de gegevens op het carnet. De laadruimte en de aangebrachte verzegeling mogen niet geschonden zijn. De te volgen regels, ingeval van het verbreken van de verzegeling of in geval van overlading, worden beschreven in het carnet zelf. Het document bevat eveneens een exemplaar van een proces-verbaal waarin de bevindingen worden genoteerd. Enkel in geval van fraude (andere goederen of andere hoeveelheid dan vermeld op het document) wordt de bevoegde opsporingsinspectie verwittigd. Het opgesteld proces-verbaal wordt aan het carnet TIR gehecht en blijft bij de lading tot op het kantoor van bestemming. Carnet ATA Ter vereenvoudiging van de douaneformaliteiten betreffende het internationale goederenverkeer hebben sinds 1961 verscheidene lidstaten van de Internationale Douaneraad de ATA-overeenkomst aanvaard. Deze overeenkomst laat toe dat in plaats van nationale douane documenten, gepaard gaande met waarborg voor de betaling van de eventueel verschuldigde belastingen een door elke Overeenkomstsluitende Partij aanvaard carnet ATA wordt gebruikt, zowel voor de tijdelijke uitvoer, de tijdelijke invoer, de doorvoer als voor de wederuitvoer en de wederinvoer van goederen. Het carnet ATA is voornamelijk een document voor de tijdelijke invoer van goederen, bestemd om te worden wederuitgevoerd.
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
3.1.1
FOD Financiën – Administratie der Douane en Accijnzen
Communautair douanevervoer Zowel voor intern als voor extern douanevervoer is de doorvoeraangifte (NCTS) elektronisch en bestaat ze uit een begeleidingsdocument doorvoer/”begeleidingsdocument douanevervoer/veiligheid” waaraan eventueel een artikelenlijst of een artikelenlijst douanevervoer/veiligheid is toegevoegd. In geval van toepassing van de noodprocedure wordt de doorvoeraangifte evenwel opgesteld op de exemplaren 1, 4 en 5 van het Enig Document (ED) of een begeleidingsdocument doorvoer/"begeleidingsdocument douanevervoer/veiligheid". Deze documenten moeten voorzien zijn van een rode stempelafdruk vermeldende dat ter zake de noodprocedure wordt toegepast. De regeling voor extern communautair douanevervoer is van toepassing op het vervoer van niet-communautaire goederen van een plaats naar een andere in het douanegebied van de Gemeenschap of op het vervoer van communautaire goederen die het voorwerp zijn of genieten van maatregelen bij de uitvoer (bijvoorbeeld in geval van uitvoer van communautaire goederen die bestemd zijn voor een land van de EVA (*) met het oog op het verkrijgen van restituties bij uitvoer in het kader van de gemeenschappelijke landbouwpolitiek). Wanneer tijdens een wegcontrole onregelmatigheden worden vastgesteld, vb. verbroken verzegeling, met betrekking tot een zending onder dekking van een doorvoeraangifte, moeten de vaststellingen worden vermeld in de vakken 56 F en G (naargelang het geval) van het begeleidingsdocument doorvoer of "begeleidingsdocument douanevervoer/veiligheid" of van de exemplaren 4 en 5 van het Enig Document of in geval van toepassing van de nood procedure op de exemplaren van het begeleidingsdocument doorvoer/"begeleidingsdocument douanevervoer/veiligheid" teneinde het kantoor van doorgang/bestemming in te lichten. Naast de beschrijving van de vaststellingen, moet het relaas van de feiten ook de plaats bevatten, de datum, de naam van de autoriteit die de vaststelling heeft gedaan alsmede de stempelafdruk van die autoriteit. Wanneer er gegronde vrees bestaat dat tijdens het vervoer goederen onttrokken of gesubstitueerd werden, moet het doorvoer worden onderbroken en de zending moet naar het dicht bijzijnde hulpkantoor der douane worden gebracht waar een grondige verificatie van de aangifte moet worden verricht. Aan accijns onderworpen goederen •
Vervoer door particulieren
Op accijnsproducten vervoerd door particulieren vanuit een andere lidstaat voor eigen gebruik is er geen accijns verschuldigd op voorwaarde dat deze reeds in de lidstaat van verkrijging werd geheven. Accijnsproducten bestemd voor commerciële doeleinden zijn daarentegen altijd onderworpen aan Belgische accijnzen. Het is de taak van de motorbrigades om te bepalen of de goederen al dan niet een handelskarakter hebben. Om dit na te gaan wordt rekening gehouden met het handelsstatuut en de motieven van de houder, met de plaats waar de goederen gehouden worden of in voorkomend geval, hun vervoerswijze, elk document dat op de producten betrekking heeft, de aard van deze producten en de vervoerde hoeveelheden, zoals in de hierna volgende tabel vermeld: (*)
De Europese Vrijhandelsassociatie omvat Zwitserland, Noorwegen, Ijsland en Liechtenstein.
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
3.1.2
FOD Financiën – Administratie der Douane en Accijnzen
Indicatieve limieten: ACCIJNSPRODUCT
TOEGELATEN HOEVEELHEID Gefabriceerde tabak
Sigaretten Cigarillo's (sigaren met een max. gewicht van 3 gr/stuk) Sigaren Rooktabak
800 stuks 400 stuks 200 stuks 1 kg
Alcohol en alcoholhoudende dranken Gedistilleerde dranken Tussenproducten (aperitieven, porto, vermout) Wijnen (waarvan max. 60 liter mousserende wijn) Bieren
10 liter 20 liter 90 liter 110 liter
Accijns wordt verschuldigd bij verkrijging van energieproducten die in een andere lidstaat reeds tot verbruik zijn uitgeslagen, indien deze producten op een atypische wijze worden vervoerd door particulieren of voor hun rekening. Als atypisch vervoer dient beschouwd te worden: 1. Vervoer van motorbrandstof anders dan in de tank van de voertuigen of in een passend
reserveblik; 2. Vervoer van vloeibare verwarmingsproducten anders dan in tankwagens die voor rekening van bedrijven worden gebruikt. •
Vervoer voor commerciële doeleinden
De accijnsproducten kunnen in België op regelmatige wijze circuleren voor commerciële doeleinden, hoofdzakelijk: I. Onder dekking van een administratief geleidedocument (AGD) of e-AD; II. Onder dekking van een vereenvoudigd geleidedocument (VGD); III. Onder dekking van een handelsdocument: 1. 2. 3. 4. IV.
Over het algemeen, zijn de accijnzen in België betaald (aangeduid op de factuur); In bepaalde gevallen, ter vervanging van een AGD of een VGD; In bepaalde gevallen, onder schorsing van de accijns; In bepaalde gevallen, zijn de accijnzen enkel in een ander lidstaat betaald;
Onder dekking van een Luxemburgse geleibrief, zijn de accijnzen betaald in het G.H. Luxemburg voor de "Cabotage" van inheemse Luxemburgse alcohol en brandewijn.
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
3.1.3
FOD Financiën – Administratie der Douane en Accijnzen
De motorbrigade controleert deze documenten en vergewist er zich van dat het transport regelmatig is (aanwezigheid van de noodzakelijke documenten en overeenkomst van de vervoerde producten met de aangeboden documenten). BTW De controle op de goederenbewegingen kan worden onderverdeeld in de controles op het vervoer en deze op het laden en lossen. De controle op het vervoer houdt in dat de informatie die blijkt uit de handelsdocumenten wordt vergeleken met de verklaringen van de vervoerder. Er wordt tevens nagegaan of op de geleidedocumenten de werkelijk vervoerde goederen, de werkelijke afzender en bestemmeling vermeld zijn. Bij vermoeden van onregelmatigheid wordt een proces-verbaal ter inlichting opgesteld. Bij de controles op het laden en lossen wordt de overeenkomst tussen de begeleidingsdocumenten en de werkelijk geladen of geloste hoeveelheden vergeleken.
2. Controle van de gasolie door monstername In principe mogen de brandstoffen die in België verkocht of opgeslagen worden voor de voeding van motoren van motorvoertuigen die op de openbare weg rijden, geen Solvent Yellow 124 noch enig rood kleursel bevatten. Solvent Yellow 124 is een herkenningsmiddel dat vermengd wordt met sommige minerale oliën die vrijgesteld zijn van accijns of onderworpen zijn aan een lagere accijns (bijv. verwarmingsbrandstoffen). In bepaalde gevallen voorziet de reglementering uitzonderingen op dit principe voor de brandstof van verbrandingsmotoren voor de aandrijving of van bijvoorbeeld land-, tuin- en bosbouwtractoren, landbouw- en andere machines. Het is de taak van de motorbrigade om op de weg de aanwezigheid van rood kleursel en/of Solvent Yellow 124 in de motorbrandstof na te gaan. Gebruikmakend van een pompje en een slang die in de vulleiding wordt gebracht, wordt een monster van de motorbrandstof genomen. Indien dit niet mogelijk is, wordt het monster langs de brandstoffilter genomen.
3. Verkeersbelasting Verkeersbelasting is een belasting die wordt geheven op alle motorvoertuigen en aanhangwagens die gebruikt worden voor het vervoer van personen en goederen op de openbare weg. Het ontstaan van de belasting is verschillend bij een geautomatiseerd voertuig en een nietgeautomatiseerde voertuig. Bij een geautomatiseerd voertuig1 ontstaat de belastingschuld door de inschrijving of de verplichting tot inschrijving bij de DIV2. In dit geval wordt de belasting jaarlijks betaald. Bij de niet-geautomatiseerde voertuigen ontstaat de belastingschuld wanneer 1
Dit zijn personenauto's, auto's voor dubbel gebruik, minibussen, ziekenauto's en motorfietsen voor zover ze voorzien zijn van een Belgische nummerplaat (geen handelsplaat, een proefrittenplaat of een nummerplaat van het leger), vrachtauto's, bestelwagens, trage bestelwagens, de bootaanhangwagens, de kampeeraanhangwagens, de aanhangwagens en opleggers met een MTM tot 3500 kg 2 Directie voor de inschrijving van de voertuigen. Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
3.1.4
FOD Financiën – Administratie der Douane en Accijnzen
ze werkelijk op de openbare weg worden gebruikt. De belasting dient in dit geval te worden betaald voor een burgerlijk jaar. Voor de niet-geautomatiseerde voertuigen3 dient de belastingplichtige aangifte te doen bij de ontvanger van de directe belastingen. Daarna ontvangt hij een fiscaal kenteken (FK)4. Voor personenauto's voor dubbel gebruik en minibussen die LPG als brandstof gebruiken, dient er een aanvullende verkeersbelasting te worden betaald. Voor de geautomatiseerde voertuigen beperkt de controle zich tot het nazien van het inschrijvingsbewijs. Bij de niet-geautomatiseerde voertuigen zal nagegaan worden of er een geldig fiscaal kenteken kan worden voorgelegd.
4. Eurovignetten Het eurovignet is een belasting die wordt geheven voor het gebruik van het wegennet van de landen die de overeenkomst inzake Eurovignet hebben ondertekend, door motorvoertuigen en samengestelde voertuigen die uitsluitend bestemd zijn voor het vervoer van goederen langs de weg en waarvan de maximaal toegelaten massa (MTM) ten minste 12 ton bedraagt. Het eurovignet is voor de in het buitenland ingeschreven voertuigen verschuldigd vanaf het ogenblik dat de bovenvermelde voertuigen rijden op het wegennet door de Koning aangeduid. Voor de voertuigen die in België zijn of moeten zijn ingeschreven, is het eurovignet echter verschuldigd vanaf de eerste dag van het daadwerkelijk gebruik op de openbare weg. De wetgeving onderscheidt 2 categorieën van vrijstellingen: die van toepassing op voertuigen bestemd voor taken van algemeen belang1 en die van toepassing op de voertuigen voor occasioneel verkeer, ingeschreven in België die gebruikt worden door natuurlijke of rechtspersonen waarvan de hoofdactiviteit niet het vervoer van goederen is en die alleen af en toe rijden2. De douanediensten verifiëren op basis van de nummerplaat of het motorvoertuig is opgenomen in het gegevensbestand "Eurovignet", beheerd door AGES voor rekening van de landen die het akkoord hebben ondertekend, en in bevestigend geval controleren zij of de gegevens overeenstemmen met het aantal assen.
3. Nuttige links: Voor meer informatie kunt u steeds terecht op de website: http://www.minfin.fgov.be 3
Dit zijn autobussen, autocars, bestelwagens, vrachtwagens, trage vrachtwagens, de aanhangwagens en opleggers met een MTM vanaf 3500 kg en voorzien van een U of Q-kentekenplaat, aanhangwagens en opleggers met een MTM van niet meer dan 750 kg, alsook voertuig van allerlei aard die het voorwerp uitmaken van een tijdelijke inschrijving. 4 Dit zijn ronde of rechthoekige kentekens die op goed zichtbare plaatsen dienen te worden aangebracht. 1 Voertuigen van algemeen belang zijn voertuigen die aangewend worden voor landsverdediging, burgerbescherming en rampeninterventie, voor de brandweerdiensten en de andere hulpdiensten, aangewend voor de diensten verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en aangewend voor de diensten voor het onderhoud en het beheer van de wegen. 2 Het begrip "af en toe rijden op de openbare weg" betekent dat de voertuigen maximum 30 dagen op de openbare weg worden gebruikt gedurende een periode van 1 jaar. Bovendien, of ze nu in België zijn ingeschreven of niet, wordt aangenomen dat de kermisvoertuigen, voertuigen van de autorijschool, technische voertuigen van radio en televisie, rijdende bibliotheken, rijdende discotheken en museumbussen, medische vrachtwagens, woonwagens of aanhangwagens ingericht als kantoor en/of voor tijdsopname gebruikt ter gelegenheid van sportmanifestaties en de leveringsvoertuigen gebruikt op de vliegvelden, voldoen aan de voorwaarden van sporadisch gebruik. Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
3.1.5
FOD Financiën – Administratie der Douane en Accijnzen
ADRESSENLIJST DIRECTIE COMITE
Robrecht NAERT Directeur North Galaxy Koning Albert II-laan 33 bus 37 1030 BRUSSEL
Tel.0257/633 36 Fax: 0257/617 58 GSM: (0473)65 49 48 E-mail:
[email protected]
N
PERMANENTE COORDINATIECEL
Monique ALLIET E.a. inspecteur a.i. North Galaxy Koning Albert II-laan 33 bus 382 1030 BRUSSEL
Tel.: 0257/695 19 Fax: 0257/950 89 GSM: (0499)98 06 39 E-mail:
[email protected]
N
Joël BAUDRU Directeur bij een fiscaal bestuur a.i. North Galaxy Boulevard du Roi Albert II 33 boîte 383 1030 BRUXELLES
Tél.: 0257/693 29 Fax: 0257/950 89 GSM: (0476)54 01 49 E-mail:
[email protected]
F
en
WERKGROEP VADEMECUM
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
3.2.1
FOD Financiën – Administratie der Douane en Accijnzen
PROVINCIALE CELLEN Provincie Antwerpen
Hendrik VAN DE PEER Directeur bij een fiscaal bestuur Gewestelijke Inspectie DA III Kattendijkdok/Oostkaai 22 2000 ANTWERPEN
Tel.: (03)229 21 94 Fax: (03)232 22 85 GSM: (0499)98 06 21 E-mail:
[email protected]
N
Provincie Limburg
Edouard CRABBE Directeur bij een fiscaal bestuur Gewestelijke Inspectie DA Maastrichterstraat 100 3500 HASSELT
Tel.: (0257)77 728 Fax: (011) 24 70 69 GSM: (0497)51 03 48 E-mail:
[email protected]
N
Provincie Oost-Vlaanderen
Guido VAN HOLSBEKE Directeur bij een fiscaal bestuur a.i. Gewestelijke Inspectie DA RAC “Ter Plaeten” Sint-Lievenslaan 27 9000 GENT
Tel.: (0257)83 008 Fax: (09)268 67 26 GSM: (0499)98 06 56 E-mail:
[email protected]
N
Provincie West-Vlaanderen
Guido COCQUYT Directeur bij een fiscaal bestuur a.i. Gewestelijke Inspectie DA Brugge Sint-Pieterskaai 72 8000 BRUGGE
Tel.: (050)47 16 18 Fax: (050)33 92 49 GSM: (0476)27 34 43 E-mail:
[email protected]
N
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
3.2.2
FOD Financiën – Administratie der Douane en Accijnzen
Eric VAN DEN ABEELE Directeur bij een fiscaal bestuur Gewestelijke Inspectie DA I Havenlaan 108/110 1000 BRUSSEL
Tel.: (02)421 38 40 of 41 Fax: (02)421 38 76 GSM: (0476)41 26 17 E-mail:
[email protected]
N
Province du Hainaut
Sonia STERCKX Directeur d’ Administration fiscale a.i. Inspection régionale DA Centre Administratif de l’Etat Chemin de l’Inquiétude 7000 MONS
Tél.: (065)34 12 72 Fax: (065)36 38 12 GSM: (0477)97 05 65 E-mail:
[email protected]
F
Province de Liège
Alain HARRAY Directeur d’ Administration fiscale Inspection régionale DA Rue de Dison 134 4800 VERVIERS
Tél.: 0257/842 12 Fax: 0257/974 88 GSM: (0497)05 64 23 E-mail:
[email protected]
F
Province de Luxembourg
Alex JORIS Directeur d’ Administration fiscale a.i. Inspection régionale DA Centre Administratif de l’Etat Place des Fusillés 6700 ARLON
Tél.: (0257)90 211 Fax: (063)24 44 21 GSM: (0472)31 01 67 E-mail:
[email protected]
F
Provincie Vlaams – Brabant en Brussel – Hoofdstad Province du Brabant Wallon et Bruxelles – Capitale
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
3.2.3
FOD Financiën – Administratie der Douane en Accijnzen
Province de Namur
Vademecum Actieplan Vervoer
Raymond CHARLES Directeur d’ Administration fiscale Inspection régionale DA Cité Administrative Rue Jean Monnet 14 BP 36 6000 CHARLEROI
Gewijzigd op 01/07/2010
Tél.: (071)23 17 08/10 Fax: (071)30 77 51 GSM: (0494)17 71 87 E-mail:
[email protected]
F
3.2.4
FOD WERKGELEGENHEID ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg - Directie Toezicht op de Sociale Wetten
4. Toezicht van de Sociale Wetten 1. Voorstelling van de dienst De Directie Toezicht op de Sociale Wetten (TSW) is belast met de controle en het toezicht over de arbeidswetgeving en -reglementering. De arbeidswetgeving legt tal van verplichtingen op aan de werkgever die als doel hebben de werknemer te beschermen. Zo zijn er regels inzake tijdstip van betaling van het loon, maximale arbeidsduur, minimumlonen, verbod bepaalde werkzaamheden op bepaalde tijdstippen te verrichten, enz.. Daarnaast is er een stelsel van Sociale Zekerheid dat bijdragen int op de loonmassa en uitkeringen verschaft aan werknemers bij ziekte, ongeval, werkloosheid en pensionering. Het toezicht over dit luik van de sociale wetgeving wordt uitgevoerd door andere inspectiediensten. Onder meer door de Sociale Inspectie van de FOD Sociale Zekerheid en de RSZ. De sociaal inspecteurs van de Directie Toezicht op de Sociale Wetten hebben een appreciatie bevoegdheid. Bij vaststellingen van inbreuken kunnen zij waarschuwingen geven, de werkgever aanzetten tot regularisatie of verbaliseren. De Pro-Justitia’s van TSW worden naar de Arbeidsauditeur gestuurd die aanleiding kunnen geven tot een correctionele veroordeling. Bij niet vervolging voor de correctionele rechtbank kan er wel een administratieve geldboete opgelegd worden. Inzake de EG -Verordeningen 561/2006 en 3821/85 waarvoor TSW bevoegd is hebben de sociaal inspecteurs niet de mogelijkheid om een onmiddellijke inning van een geldboete op te leggen. Ze kunnen wel verbaliseren. In het kader van het actieplan vervoer werken de sociaal inspecteurs tijdens wegcontroles bij het nazien van de rij- en rusttijden (EG -Verordening 561/2006 en 3821/85) samen met de Politie en de controleurs van de FOD Mobiliteit en Vervoer die de mogelijkheid hebben een onmiddellijke inning van een geldboete op te leggen. De sociaal inspecteurs noteren steeds de identiteit van de chauffeurs en de eventuele bijrijders. Dit geeft de mogelijkheid om nadien bij raadpleging van DIMONA na te gaan of de werknemer wel degelijk tijdig gemeld werd aan de sociale zekerheid. Bij een vermoeden van andere sociale inbreuken (schijnzelfstandige, gepensioneerde, uitlening of ter beschikking stellen van personeel, valse verlofbrieven, inbreuken op CAO-verplichtingen) wordt meestal een verklaring van de betroken chauffeur afgenomen met het oog op een verder onderzoek op de sociale zetel van de onderneming. In hoofdzaak voeren de sociaal inspecteurs controles uit op de sociale zetel van de onderneming. Aan de hand van een aantal verplicht bij te houden documenten (tachograafschijven, individuele rekeningen, prestatiebladen, arbeidsreglement, reisbladen voor ongeregelde autocardiensten …) en andere stukken (CMR’s, facturen, betalingsbewijzen, …) wordt op de zetel van de onderneming nagegaan in hoeverre de effectief geleverde prestaties op een correcte wijze worden ingeschreven in de sociale documenten en worden betaald. Bij vaststelling van inbreuken wordt in eerste instantie gestreefd naar een regularisatie, wat aanleiding kan geven tot bijbetaling van aanzienlijke bedragen aan loon, overloon, toeslagen, premies en vergoedingen en/of de boeking van bedragen die niet of op onjuiste wijze waren
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/05/2009
4.1.1
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg - Directie Toezicht op de Sociale Wetten
vermeld in de sociale documenten. Deze regularisaties hebben ook consequenties inzake de betaling van sociale en fiscale bijdragen.
2. Controle methodiek 1.
Wegcontrole 9 Tijdens de wegcontrole.
Bij een wegcontrole worden zowel buitenlandse als Belgische vrachtwagens en autocars gecontroleerd. Het controleren van buitenlandse vrachtwagens vormt geen prioriteit voor de Directie Vervoer. De gecontroleerde documenten verschillen naargelang het een buitenlandse dan wel een Belgische werkgever/vrachtwagen/autocar betreft. •
Buitenlandse vrachtwagen/autocar: - identiteitskaart; - arbeidskaart/vergunning (indien een werknemer) of bewijs van zelfstandige activiteit; - tachograafschijven.
•
Belgische vrachtwagen/autocar: - identiteitskaart of SIS kaart; - individueel document of Dimona-raadpleging (voor werknemers); - een bewijs van zelfstandige activiteit, handelsregister en BTW-nummer (voor zelfstandige); - arbeidsreglement; - tachograafschijven van de dag zelf en de 28 voorgaande (kalender) dagen; - een dag waarvoor geen tachograafschijf kan getoond worden kan gerechtvaardigd worden door een attest van non-activiteit; - attest van immatriculatie of verzekeringspapieren (om na te gaan wie de eigenaar van de vrachtwagen is); - vervoersvergunning; - CMR document.
Het identificatieformulier wordt ingevuld door de sociaal inspecteur. 9 Na de wegcontrole. Na de controle zullen in de toekomst, wat betreft de buitenlandse vrachtwagens/autocars, de gegevens overgemaakt worden aan de betrokken buitenlandse autoriteiten. Met Nederland bestaat er reeds een samenwerkingsprotocol. De gegevens van de Belgische vrachtwagens/autocars worden geverifieerd. Van de zelfstandigen wordt het zelfstandig statuut nagegaan; bij twijfel wordt het dossier overgemaakt aan de Sociale Inspectie. Van de werknemers wordt nagegaan of ze gemeld werden aan DIMONA. In geval van niet melding aan DIMONA wordt geverbaliseerd of een waarschuwing gegeven. Afhankelijk van de aard van de vaststellingen wordt geverbaliseerd of wordt het dossier voor eventueel verder gevolg aan de bevoegde Directie overgemaakt. Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/05/2009
4.1.2
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg - Directie Toezicht op de Sociale Wetten
Het kan ook dat het dossier wordt overgemaakt aan het betrokken district waar de maatschappelijke zetel van de firma gelegen is of dat de Directie Vervoer zelf het dossier verder behandelt. 9 Statistiek. De gegevens van de wegcontrole van de verschillende diensten die hebben meegewerkt aan de wegcontrole worden verzameld en statistisch weergegeven. 2.
Controle op de maatschappelijke zetel 9 Bij de werkgever.
- Nazicht van het personeelsregister/Dimona; - Nazicht van het arbeidsreglement (normaal regime of flexibiliteit); - Nazicht van de arbeidsduur; - Nazicht van de individuele rekeningen: baremaloon, overloon, nachtvergoedingen, verblijfsvergoedingen, onkostenvergoedingen, premies, …; - Nazicht van de betalingsbewijzen: inhoudingen, boetes, datum van betaling van de voorschotten en saldo’s; - Nazicht van de prestatiebladen (door de werkgever 5 jaar te bewaren): arbeidstijd, overbruggingstijd en overuren; - ARAB-vergoedingen: verfrissingsvergoeding van ongeveer 1 EUR per begonnen aanwezigheidsuur (elk arbeidsuur en/of elk beschikbaarheidsuur); - Nazicht correcte betaling van de feestdagen. 9 Op het directiebureau. De meegenomen tachograafschijven worden gescand met de SOLID-apparatuur voor nazicht van de EG-verordeningen 561/2006 en 3821/85. Indien de firma beschikt over vrachtwagens met een digitale tachograaf worden deze bestanden opgevraagd bij de werkgever. Deze digitale bestanden worden in het software programma ingelezen teneinde de prestaties van de chauffeurs te kunnen bekijken. Tevens worden de resultaten van de scanning vergeleken met de dagelijkse prestatiebladen en de individuele rekeningen, op deze manier wordt de verloning nagezien. Het gevolg van dergelijke controle kan een waarschuwing, regularisatie of proces-verbaal zijn.
3. Nuttige links Voor meer informatie kunt u steeds terecht op de website: http://www.werk.belgie.be
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/05/2009
4.1.3
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg - Directie Toezicht op de Sociale Wetten
ADRESSENLIJST DIRECTIE COMITE
Ludo BECK Adviseur-generaal Ernest Blerotstraat 1 1070 BRUSSEL
Tel.: (02)233 48 33 Fax: (02)233 48 29 GSM: (0496)57 00 20 E-mail:
[email protected]
N
PERMANENTE COORDINATIECEL en WERKGROEP VADEMECUM
Johan MADOU Sociaal inspecteur-directiehoofd Louizastraat 1A 2800 MECHELEN
Tel.: (015)45 09 91 Fax: (015)45 09 97 GSM: (0479)79 60 18 E-mail:
[email protected]
N
Nicole BRUGGEN Inspectrice sociale – Chef de direction Place des Célestines 25 (4de verd) 5000 NAMUR
Tel.: (081) 25 44 04 Fax: (081) 25 44 00 GSM: (0496)57 01 88 E-mail:
[email protected]
F
Secretariaat
Ingrid LEUKEMANS Administratief assistente Louizastraat 1A 2800 MECHELEN
Tel.: (015)45 09 93 Fax: (015)45 09 97 E-mail:
[email protected]
N
Secrétariat
Valérie MATHELOT Experte administrative Place des Célestines 25 (4de verd) 5000 NAMUR
Tél.: (081) 25 44 22 Fax: (081) 25 44 00 E-mail:
[email protected]
F
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
4.2.1
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg - Directie Toezicht op de Sociale Wetten
PROVINCIALE CELLEN Provincie Antwerpen
Eric VAN HOOF Technisch deskundige Louizastraat 1A 2800 MECHELEN
Tel.: (015)45 09 91 Fax: (015)45 09 97 GSM: (0479)79 61 08 E-mail:
[email protected]
N
Provincie Limburg
Paul TYTGAT Technisch deskundige Louizastraat 1A 2800 MECHELEN
Tel.: (015)45 09 91 Fax: (015)45 09 97 GSM: (0479)79 60 86 E-mail:
[email protected]
N
Provincie Oost-Vlaanderen
Bruno OTTENBOURGS Technisch deskundige Louizastraat 1A 2800 MECHELEN
Tel.: (015)45 09 91 Fax: (015)45 09 97 GSM: (0496)57 00 59 E-mail:
[email protected]
N
Provincie West-Vlaanderen
Sofie DEVOLDER Technisch deskundige Louizastraat 1A 2800 MECHELEN
Tel.: (015)45 09 91 Fax: (015)45 09 97 GSM: (0479)79 61 50 E-mail:
[email protected]
N
Provincie Vlaams – Brabant en Brussel-Hoofdstad
Danny CLAES Technisch deskundige Louizastraat 1A 2800 MECHELEN
Tel.: (015)45 09 91 Fax: (015)45 09 97 GSM: (0479)79 60 94 E-mail:
[email protected]
N
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
4.2.2
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg - Directie Toezicht op de Sociale Wetten
Province du Brabant Wallon et Bruxelles-Capitale
Jean-Pierre FLAHAUX Expert technique Place des Célestines 25 (4de verd) 5000 NAMUR
Tél.: (081) 25 44 04 Fax: (081) 25 44 00 GSM: (0496)57 02 20 E-mail:
[email protected]
F
Province du Hainaut
Armand LABOUR Expert technique Place des Célestines 25 (4de verd) 5000 NAMUR
Tél.: (081) 25 44 04 Fax: (081) 25 44 00 GSM: (0496)57 02 10 E-mail:
[email protected]
F
Province de Liège
Christophe ORY Expert technique Place des Célestines 25 (4de verd) 5000 NAMUR
Tel.: (081) 25 44 04 Fax: (081) 25 44 00 GSM: (0476)94 35 03 E-mail:
[email protected]
F
Province de Luxembourg
Nathalie FORNASARI Expert technique Place des Célestines 25 (4de verd) 5000 NAMUR
Tél.: (081) 25 44 04 Fax: (081) 25 44 00 GSM: (0496)57 03 02 E-mail: nathalie.fornasari@emploi .belgique.be
F
Province de Namur
Armand LABOUR Expert technique Place des Célestines 25 (4de verd) 5000 NAMUR
Tél.: (081) 25 44 04 Fax: (081) 25 44 00 GSM: (0496)57 02 10 E-mail:
[email protected]
F
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
4.2.3
FOD SOCIALE ZEKERHEID
FOD Sociale Zekerheid - Sociale Inspectie
5. Sociale Inspectie 1. Voorstelling van de dienst De taak van de Sociale Inspectie van de FOD Sociale Zekerheid bestaat er in toezicht uit te oefenen op de naleving van verschillende wetten inzake de sociale zekerheid der werknemers. De strijd tegen de sociale fraude en zwartwerk is één van haar prioritaire taken. De sociaal inspecteurs en controleurs van deze dienst voeren niet alleen controles uit bij de werkgevers en in de werkplaatsen, maar stellen ook onderzoeken in bij de werknemers en gerechtigden op sociale prestaties. Daarnaast worden er tevens controles uitgevoerd bij (erkende) sociale secretariaten en de meewerkende instellingen van sociale zekerheid. De opdrachten waarmee de dienst wordt belast kunnen van repressieve aard zijn: de sociaal controleur en sociaal inspecteurs hebben hierbij het recht om waarschuwingen te geven, om aan de overtreder een termijn op te leggen om zich in regel te stellen of om terzake procesverbaal op stellen tot het bewijs van het tegendeel. Daarnaast hebben zij ook voorlichtingsopdrachten m.b.t. de toepassing van de sociale wetgeving, en dit bij werkgevers, werknemers en sociaal gerechtigden.
2. Controle methodiek 1.
Wegcontrole
Bij een wegcontrole worden zowel buitenlandse als Belgische vrachtwagens, autocars,… gecontroleerd. Voorlopig ligt de klemtoon vooral op de controle van Belgische ondernemingen (vrachtwagens, autocars,…). Volgende documenten worden gecontroleerd bij vrachtwagens met Belgische nummerplaat: - identiteitskaart / paspoort van de bestuurder en/andere aanwezige werknemers; - (eventueel) individueel document; - tachograafschijf van de betrokken werkdag; - attest van immatriculatie of verzekeringspapieren (ten einde de eigenaar van het voertuig te achterhalen); - vervoersvergunning. Buitenlandse vrachtwagens: - identiteitskaart / paspoort van de bestuurder en/andere aanwezige werknemers; - arbeidsvergunning en attest E110; - attest van immatriculatie of verzekeringspapieren; - vervoersvergunning. Volgende situaties kunnen zich voordoen (Belgische vrachtwagens): De bestuurder is de eigenaar van het voertuig: in dit geval wordt nagegaan of de bestuurder sociaal verzekerd is als zelfstandige (is dit het geval dan kan het onderzoek worden afgesloten; is dit niet het geval dan wordt een mededeling van inlichtingen verzonden aan het RSVZ).
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/04/2007
5.1.1
FOD Sociale Zekerheid - Sociale Inspectie
De bestuurder is niet de eigenaar van het voertuig: - de bestuurder is verbonden met een arbeidsovereenkomst: de werkgever dient een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling hebben verricht alvorens het werk werd aangevat (DIMONA melding – cfr. infra). - de bestuurder is niet verbonden door een arbeidsovereenkomst (zelfstandige of schijnzelfstandige). In dit geval zal onderzocht worden of de artikelen 3,5° en 3,5°bis van het KB van 28/11/69 van toepassing is. Hierin wordt bepaald dat personen die vervoer van goederen of personen verrichten dat hun door een onderneming wordt opgedragen, met een voertuig waarvan zij geen eigenaar zijn of waarvan de aankoop of de financiering gewaarborgd is door de uitbater, vallen onder de gelijkaardige voorwaarden als die van een arbeidsovereenkomst. Bijgevolg zal het sociaal zekerheidsstelsel van werknemers op hen van toepassing zijn. Deze bepalingen laat toe zelfstandige chauffeurs, die niet eigenaar zijn van hun voertuig, te onderwerpen aan de Sociale Zekerheid. 2.
Administratief onderzoek NA wegcontrole
De gegevens van de chauffeur(s) van de Belgische vrachtwagens worden geverifieerd. er wordt nagegaan of tewerkstelling van de aangetroffen werknemer(s) tijdig werd gemeld (DIMONA). In geval van niet melding aan DIMONA wordt geverbaliseerd of een waarschuwing gegeven. onderzoek of er voor de aangetroffen werknemer(s) desgevallend een arbeidsvergunning werd toegekend. Indien er voor de (buitenlandse) werknemer geen arbeidsvergunning werd toegekend, wordt er proces-verbaal opgesteld. bij twijfel omtrent het sociaal statuut (werknemer of zelfstandige) wordt een aanvullend onderzoek ingesteld. opvragen loonbrieven én loonsopgaven voor de maand waarin de vaststellingen werden verricht en van de individuele rekeningen (2 laatste jaren) van aangetroffen chauffeur(s) bij het sociaal secretariaat van de werkgever of rechtstreeks bij de werkgever. nazicht van loonbrieven / loonsopgaven / individuele rekeningen. Bij schijnbare of manifeste onregelmatigheden/onduidelijkheid -> grondig onderzoek op de maatschappelijke zetel. 3.
Algemene onderzoeken op de maatschappelijke zetel van de vervoersonderneming
De werkgever/onderneming wordt vooraf schriftelijk in kennis gesteld van de datum en uur van de geplande controle. Deze controle gebeurt door de Sociale Inspectie alleen of in samenwerking met de inspectie van de RSZ of TSW. De algemene onderzoeken op de maatschappelijke zetel van de onderneming gebeuren hoofdzakelijk nadat onregelmatigheden werden vastgesteld na een wegcontrole of vinden plaats in opdracht van het Arbeidsauditoraat. Bij deze algemene controle worden volgende documenten nagezien: - DIMONA-meldingen; - individuele rekeningen – inzonderheid de verblijfsvergoedingen en kostenvergoedingen; - loonopgaven; - tachograafschijven van de laatste 12 maanden; - CMR – documenten; - registratiebladen en de dagelijkse prestatiebladen; - attest van immatriculatie; Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/04/2007
5.1.2
FOD Sociale Zekerheid - Sociale Inspectie
-
facturatie (inkomende en uitgaande facturen); de jaarrekening en de grootboekrekeningen nagaan of eventuele onkostenvergoedingen kunnen verantwoord worden; nazicht van de inkomende facturen (schijnzelfstandige); controle van het werkgeversdossier bij andere instanties: Handelsregister, AOIF, FOD Financiën, vergunningsdossier, TSW, aangestelde toezichthoudende politiediensten.
In principe worden deze documenten opgevraagd m.b.t. de niet verjaarde periode voor de RSZ (5 jaar) – met uitzondering van de tachograafschijven (hiervoor geldt een bewaringsplicht van 1 jaar). In geval van onregelmatigheden kan er proces-verbaal worden opgesteld of zal er getracht worden om de situatie te regulariseren of ambtshalve aangifte te doen. Dit is vooral het geval bij betwistingen inzake onderwerping van personen (chauffeurs) en bij betwistingen aangaande het loonkarakter en de onderwerping van bepaalde betalingen door de werknemer aan de werknemers (onterecht toegekende verblijfsvergoedingen, kostenvergoedingen,…).
3. Nuttige links Voor meer informatie u kunt steeds terecht op de website: http://www.socialsecurity.fgov.be
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/04/2007
5.1.3
FOD Sociale Zekerheid - Sociale Inspectie
ADRESSENLIJST DIRECTIE COMITE
PERMANENTE COORDINATIECEL en WERKGROEP VADEMECUM
Vademecum Actieplan Vervoer
Jean-Claude HEIRMAN Directeur général – Directeur général Kruidtuinlaan 50 bus 110 (1ste verd.) 1000 BRUSSEL
Tel.: (02)528 62 21 Fax: (02)219 28 30 E-mail:
[email protected]
F
Christian SWALENS Sociaal inspecteur-directeur Kruidtuinlaan 50 bus 110 (1ste verd.) 1000 BRUSSEL
Tel.: (02)528 66 57 Fax: (02)219 28 30 E-mail:
[email protected]
N
Michel VAN PEVENAGE Inspecteur social -directeur Kruidtuinlaan 50 bus 110 (1ste verd.) 1000 BRUSSEL
Tel.: (02)528 66 82 Fax: (02)219 28 30 E-mail:
[email protected]
F
Robert BERCKVENS Inspecteur social Kruidlaantuin 50 bus 110 (1ste verd.) 1000 BRUSSEL
Tel.: (02)528 67 27 Fax: (02)219 28 30 GSM: (0497)51 58 80 E-mail:
[email protected]
F
Gewijzigd op 01/05/2009
5.2.1
FOD Sociale Zekerheid - Sociale Inspectie
PROVINCIALE CELLEN Provincie Antwerpen
Geert LEYSEN Sociaal inspecteur Italiëlei 124 – bus 63 (15de verd.) 2000 ANTWERPEN
Tel.: (03)206 99 05 Fax: (03)226 90 47 GSM: (0497)51 59 74 E-mail:
[email protected]
N
Provincie Limburg
Guido DE GRAAF Sociaal inspecteur St Jozefstraat 10 (8ste verd.) 3500 HASSELT
Tel.: (011)35 08 33 Fax: (011)22 00 78 GSM: (0497)51 61 60 E-mail:
[email protected]
N
Provincie Oost-Vlaanderen
Eddy VAN HERREWEGHE Sociaal inspecteur Laurent Delvauxstraat 2 9000 GENT
Tel.: (09)265 41 46 Fax: (09)265 41 45 GSM: (0497)51 61 14 E-mail:
[email protected]
N
Provincie West-Vlaanderen
Bruno KIMPE Sociaal inspecteur Oude Gentweg 75c 8000 BRUGGE
Tel.: (050)44 59 65 Fax: (050)44 59 70 GSM: (0497)51 61 36 E-mail:
[email protected]
N
Provincie Vlaams – Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Werner DE VLEESCHAUWER Sociaal controleur Kruidtuinlaan 50 bus 110 (1ste verd.) 1000 BRUSSEL
Tel.: (02)528 67 03 Fax: (02)219 28 30 GSM: (0497)51 60 18 E-mail:
[email protected]
N
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/05/2009
5.2.2
FOD Sociale Zekerheid - Sociale Inspectie
Région Bruxelles - Capitale
Robert BERCKVENS Inspecteur social Kruidlaantuin 50 bus 110 (1ste verd.) 1000 BRUSSEL
Tel.: (02)528 67 27 Fax: (02)219 28 30 GSM: (0497)51 58 80 E-mail:
[email protected]
F
Province du Brabant Wallon
Philippe NICAISE Inspecteur social Rue Lucien Namèche 16 5000 NAMUR
Tél.: (081)25 02 69 Fax: (081)25 02 61 GSM: (0496)51 59 00 E-mail:
[email protected]
F
Province du Hainaut
Jean-Marie DEVRIESE Inspecteur social Rue Verte 13 7000 MONS
Tél.: (065)22 11 61 Fax: (065)22 11 77 GSM: (0497)51 58 14 E-mail:
[email protected]
F
Province de Liège
Jean-Marie BLAISE Inspecteur social Potiérue 2 4000 LIEGE
Tél.: (04)230 17 45 Fax: (04)222 92 32 GSM : (0497)51 58 46 E-mail:
[email protected]
F
Province de Luxembourg
Jean-Luc PONCIN Inspecteur social Rue Lucien Namèche 16 5000 NAMUR
Tél.: (081)25 02 67 Fax: (081)25 02 61 GSM: (0497)51 59 06 E-mail:
[email protected]
F
Province de Namur
Anne ROSELLE Inspecteur social Rue Lucien Namèche 16 5000 NAMUR
Tél.: (081)25 02 66 Fax: (081)25 02 61 GSM: (0497)51 59 08 E-mail:
[email protected]
F
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/05/2009
5.2.3
FOD SOCIALE ZEKERHEID EN OPENBARE INSTELLINGEN VAN SOCIALE ZEKERHEID
FOD Sociale Zekerheid en Openbare instellingen van Sociale Zekerheid - Inspectiediensten
6. Inspectiedienst RSZ 1. Voorstelling van de dienst De Inspectiedienst van de R.S.Z. voert hoofdzakelijk administratieve en technische controles uit bij werkgevers, in eerste instantie op de maatschappelijke zetel, eventueel op de uitbatingzetel en/of de werkplaats. Daarnaast gebeuren er ook controles bij erkende sociale secretariaten (E.S.S.) voor: ¾ toezicht op de werking van de E.S.S., zowel administratief, technisch als financieel; ¾ nazicht van individuele werkgeversdossiers, wat eventueel de aanleiding kan zijn tot een voortgezette controle bij de werkgever zelf.
1.1.
Organisatie
De Algemene Directie van de Inspectiediensten bestaat uit drie directies: ¾ de Directie van de Reizende Controle NL ¾ de Directie van de Reizende Controle FR ¾ de Directie ESS – SSA – Secretariaat De Directie van de Reizende Controle NL en de Directie van de Reizende Controle FR bestaan elk uit twee secties: o de sectie klassieke opdrachten o de sectie bijzondere opdrachten. De sectie klassieke opdrachten handelt hoofdzakelijk ingevolge onderzoeksopdrachten uitgaande van de binnendiensten van de R.S.Z. Het gaat hier meestal om zeer gerichte onderzoeken met betrekking tot één of meerdere problemen of vragen. Eventueel wordt naar aanleiding hiervan bij de werkgever ook een algemeen onderzoek opgestart. Controles bij werkgevers kunnen ook het gevolg zijn van klacht, ofwel rechtstreeks bij de Inspectie, ofwel langs de binnendiensten van de R.S.Z., ofwel overgemaakt door andere (inspectie-)diensten. Ook opdrachten van het Arbeidsauditoraat naar de R.S.Z. toe kunnen aanleiding geven tot een bijkomend onderzoek. De sectie bijzondere opdrachten is uitsluitend belast met algemene onderzoeken bij vooraf geselecteerde activiteitscategorieën van werkgevers, bepaald na overleg met de Sociale Inspectie van de FOD Sociale Zekerheid. Daarnaast behoren een aantal sociaal inspecteurs (attachés en technisch deskundigen) van de R.S.Z. tot de Directie van de Bijzondere Invorderingen (DBI), die organisatorisch valt onder de Algemene Directie van de Juridische Diensten. Deze directie houdt zich in hoofdzaak bezig met de bestrijding van betaalfraude, en voert dus vooral onderzoek bij werkgevers die hun bijdragen niet of onvolledig betalen. Deze onderzoeken hebben vooral de invordering tot doel van de bijdragen bij deze werkgevers. Anderzijds kunnen deze sociaal inspecteurs bij de betrokken werkgevers ook andere vaststellingen doen die eventueel kunnen leiden tot regularisatie.
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/04/2007
6.1.1
FOD Sociale Zekerheid en Openbare instellingen van Sociale Zekerheid - Inspectiediensten
1.2.
Geografische organisatie
1.2.1. Klassieke opdrachten Voor de sectie “Klassieke opdrachten” werd het grondgebied onderverdeeld in een aantal districten die meestal gelijklopen met de grenzen van de gerechtelijke arrondissementen, grotere gerechtelijke arrondissementen (bv. Brussel) vormen 2 of meer districten, sommige kleinere g.a. (bv. Mechelen + Turnhout) vormen samen maar 1 district. Elk district staat onder de leiding van een attaché (sociaal inspecteurdistrictshoofd), die een aantal technisch deskundigen (sociaal controleurs) onder zich heeft. Aan de sociaal controleurs worden in beginsel de onderzoeksaanvragen van een aantal gemeenten toevertrouwd. Dit is echter geen vaststaande regel. De sociaal inspecteur kan binnen zijn district dossiers toewijzen aan de sociaal controleur die hij om welke reden ook hiervoor het best geplaatst acht.
1.2.2. Bijzondere opdrachten Voor de sectie “Bijzondere opdrachten” werd het grondgebied onderverdeeld in enkele grotere districten, die telkens één of twee provincies omvatten. Elk district staat onder de leiding van een attaché (sociaal inspecteur-districtshoofd), die een aantal technisch deskundigen (sociaal controleurs) onder zich heeft. De sociaal inspecteurdistrictshoofd beheert de onderzoeksopdrachten voor zijn district.
2. Controle methodiek 2.1.
Controle langs de weg
Ingevolge gemaakte afspraken neemt de inspectiedienst van de R.S.Z. momenteel geen deel aan controles langs de weg
2.2.
Controle in de bedrijven
Dit gebeurt zowel door de sectie klassieke opdrachten als door de sectie bijzondere opdrachten: Nazicht of alle aangiften correct ingediend werden bij de R.S.Z. ¾ nazicht of alle aan de sociale zekerheidsregeling voor werknemers onderworpen werknemers aangegeven worden aan de R.S.Z.; ¾ nazicht of alle uitbetaalde bedragen, onderworpen aan bijdrageplicht, correct aangegeven werden; ¾ nazicht of alle bijdragen correct berekend werden; ¾ toezicht op de bijdrageverminderingen; ¾ toezicht op alle andere materies waarvoor de sociaal inspecteurs en controleurs van de R.S.Z. bevoegd zijn (Dimona, sociale documenten, tewerkstelling werknemers van vreemde nationaliteit). Bij werkgevers die hun kwartaalaangifte niet instuurden (zgn. stilzwijgers) gebeuren er systematische onderzoeken. Daarnaast zijn er ook voortgezette onderzoeken ingevolge acties binnen het samenwerkingsprotocol van 1993 afgesloten tussen de inspectiediensten. Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/04/2007
6.1.2
FOD Sociale Zekerheid en Openbare instellingen van Sociale Zekerheid - Inspectiediensten
Dan zijn er nog onderzoeken ingevolge kantschriften van de arbeidsauditoraten. Er blijft steeds de mogelijkheid om op eigen initiatief, op basis van verkregen informatie, zelf een opsporingsonderzoek in te stellen. De sociaal inspecteurs/controleurs beschikken voor hun opdracht over een draagbare PC en een GSM, waarmee het mogelijk is om on line de geboekte R.S.Z.-aangiften (vanaf 2003 DMFA) en het personeelsbestand (Dimona – elektronisch personeelsbestand) te raadplegen. •
De sociaal inspecteur/controleur stelt zelf zijn programma op voor de volgende weken op basis van de hem toevertrouwde onderzoeksopdrachten.
•
De werkgever wordt in principe door de controleur vooraf schriftelijk verwittigd van het controlebezoek. Sommige bezoeken – meestal fraudegevoelig - gebeuren evenwel onaangekondigd.
•
In eerste instantie wordt de specifieke vraagstelling van de onderzoeksaanvraag behandeld. Dit gebeurt door nazicht van de sociale documenten (personeelsregister, individuele rekeningen), Dimona (onmiddellijke aangifte van tewerkstelling), andere documenten (bewijzen van loonbetaling, rekeninguittreksels) en vergelijking met de aan de R.S.Z. aangegeven werknemers, lonen en prestaties. Bij mogelijke betwistingen wordt een verhoor afgenomen van de werkgever, zijn mandataris of zijn aangestelde, en indien nodig van één of van meerdere werknemers. Ook wordt de boekhouding gecontroleerd voor het detecteren van eventuele betalingen die niet op de individuele rekening voorkomen, en die toch zouden kunnen ressorteren onder het begrip loon voor berekening van sociale zekerheidsbijdragen. Ook andere gegevens en documenten (bv. in de transportsector de tachograafschijven, prestatiebladen,….) kunnen geraadpleegd worden.
•
Er volgt een antwoord aan de binnendienst, die de onderzoeksaanvraag uitschreef, in de vorm van een administratief verslag, opgesteld door de sociaal inspecteur/controleur die het onderzoek voerde. Indien de binnendiensten beslissen dat er aanleiding is tot het opstellen van regularisaties, van personen of van loon, wordt het dossier opnieuw overgemaakt aan de inspectiedienst die bij de werkgever door middel van een nieuw controlebezoek de nodige regularisaties zal opstellen en overmaken aan de binnendiensten.
•
Bij administratieve controles nemen de binnendiensten een beslissing op basis van de vaststellingen in het verslag van de sociaal inspecteur/controleur. Dit is vooral het geval bij betwistingen inzake onderwerping van personen en bij betwistingen inzake het loonkarakter en de onderwerping van bepaalde betalingen door de werkgever aan zijn werknemers (bv. niet gestaafde forfaitaire kostenvergoedingen).
•
De sociaal inspecteurs/controleurs van de R.S.Z. hebben de bevoegdheid om procesverbaal van vastgestelde overtredingen op te stellen en over te maken aan de arbeidsauditeur. Deze bevoegdheid wordt echter met de nodige omzichtigheid aangewend. Het opstellen van een proces-verbaal mag de initiële taak van de R.S.Z. het bekomen van een correcte aangifte en het innen en invorderen van de verschuldigde bijdragen - niet in het gedrang brengen. Hier dienen vooral twee facetten voor ogen te worden gehouden:
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/04/2007
6.1.3
FOD Sociale Zekerheid en Openbare instellingen van Sociale Zekerheid - Inspectiediensten
¾ de mogelijkheid om de verschuldigde bijdragen te innen en in te vorderen via burgerlijke weg, wat door een eventuele strafprocedure kan doorkruist worden; ¾ het vrijwaren van de sociale rechten en de bescherming van de werknemers. De sociaal inspecteurs/controleurs van de R.S.Z. oefenen hun bevoegdheden uit in toepassing van de wet van 16 november 1972 betreffende de arbeidsinspectie. •
Specifiek in de vervoerssector kan door een nazicht van de boekhouding en de inkomende facturen een onderzoek gebeuren naar chauffeurs die als “zelfstandige” vervoersopdrachten uitvoeren. Via koninklijk besluit (art. 3, 5° en 5°bis van het KB van 28/11/1969) werd de wetgeving uitgebreid tot: 5 de personen die vervoer van goederen verrichten dat hun door een onderneming opgedragen wordt, door middel van voertuigen waarvan zij geen eigenaar zijn of waarvan de aankoop gefinancierd of de financiering gewaarborgd wordt door de ondernemer, alsmede tot die ondernemer; 5 bis de personen die vervoer van personen verrichten dat hun wordt toevertrouwd door een onderneming, door middel van voertuigen waarvan zij geen eigenaar zijn of waarvan de aankoop gefinancierd of de financiering gewaarborgd wordt door de ondernemer, of aan wie een onderneming diensten verleent in verband met hun opgedragen vervoer, alsmede tot die ondernemers;
2.3.
Controle bij de E.S.S. (erkende sociale secretariaten)
Deze controles worden uitgevoerd door sociaal inspecteurs, behorende tot de Directie ESS-SSA-Secretariaat. Door middel van “technische controles” worden werknemersdossiers nagezien bij het ESS, teneinde controle uit te oefenen op: − de werking van het sociaal secretariaat; − de naleving van de wettelijke verplichtingen door de werkgever; Er wordt een intensieve controle uitgeoefend op de juiste aangifte van de ARABvergoedingen en overbruggingstijden. Deze laatste kunnen een invloed hebben op de bijdrageverminderingen. In het verleden werd door een actie van de sectie E.S.S. de discussie van verfrissingsvergoedingen opgelost en wettelijk geregeld en is de hele ARAB-regeling en overbruggingstijd uitgedokterd. Vaststellingen bij nazicht van werkgeversdossiers tijdens een controle op de werking van het E.S.S. kunnen leiden tot voortgezet onderzoek bij de werkgever zelf.
3. Nuttige links Voor meer informatie kunt u steeds terecht op de website: http://www.onssrszlss.fgov.be
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/04/2007
6.1.4
FOD Sociale Zekerheid en Openbare instellingen van Sociale Zekerheid - Inspectiediensten
ADRESSENLIJST DIRECTIE COMITE
Monique SERLIPPENS Conseiller général Place Victor Horta 11 1060 BRUXELLES
Tél.: (02)509 35 28 E-mail:
[email protected]
F
PERMANENTE COORDINATIECEL
Monique SERLIPPENS Conseiller général Place Victor Horta 11 1060 BRUXELLES
Tél.: (02)509 35 28 E-mail:
[email protected]
F
Hans BURMS Adviseur - Sociaal-inspecteur directeur Victor Hortaplein 11 1060 BRUSSEL
Tel.: (02)509 35 26 GSM : (0475)656178 E-mail:
[email protected]
N
JF LEUCKX Inspecteur social D.G. Inspection Place Victor Horta 11 S4 1060 BRUXELLES
Tél.: (02)509 91 95 Fax: (02)509 91 99 GSM: (0475)65 61 84 E-mail:
[email protected]
F
Francy VAN LIER Sociaal inspecteur Victor Hortaplein 11 S4 1060 BRUSSEL
Tel: (02)509 91 96 Fax: (02)509 91 99 GSM: (0475)65 61 73 E-mail:
[email protected]
N
WERKGROEP VADEMECUM
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/05/2009
6.2.1
FOD Sociale Zekerheid en Openbare instellingen van Sociale Zekerheid - Inspectiediensten
PROVINCIALE CELLEN Danny DE VOS Sociaal inspecteur Maritiem huis Olijftakstraat 7/13 2060 ANTWERPEN
GSM: (0475)65 61 77 E-mail:
[email protected]
N
Chantal DE GREEF Sociaal controleur Maritiem huis Olijftakstraat 7/13 2060 ANTWERPEN
GSM: (0478)24 10 69 E-mail:
[email protected]
N
Provincie Limburg
Paul GOYENS Sociaal inspecteur Maastrichterstraat 99 3500 HASSELT
Tel.: (011) 26 22 56 Fax: (011) 26 22 57 GSM: (0475)65 61 91 E-mail:
[email protected]
N
Provincie Oost-Vlaanderen
Joël BAELE Sociaal controleur Lieven Bauwens 1 gebouw Martelaarslaan 23 9000 GENT
GSM: (0476)24 97 80 E-mail:
[email protected]
N
Provincie West-Vlaanderen
Peggy VAN DER STEEN Sociaal inspecteur President Kennedypark 19a 8500 KORTRIJK
GSM: (0479)89.27.52 E-mail:
[email protected]
N
Provincie Antwerpen
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/05/2009
6.2.2
FOD Sociale Zekerheid en Openbare instellingen van Sociale Zekerheid - Inspectiediensten
Dirk POLLET Sociaal controleur Zandstraat 219 a 8200 BRUGGE
GSM: (0475)65 61 90 E-mail:
[email protected]
N
Provincie Vlaams – Brabant en Brussel - Hoofdstad
Koen DE COURT Sociaal inspecteur Victor Hortaplein 11 S4 1060 BRUSSEL
Tel.: (02)509 91 97 Fax: (02)509 91 99 GSM: (0476)24 99 15 E-mail:
[email protected]
N
Province du Brabant Wallon et Bruxelles - Capitale
JF LEUCKX Inspecteur social D.G. Inspection Place Victor Horta 11 S4 1060 BRUXELLES
Tél.: (02)509 91 95 Fax: (02)509 91 99 GSM: (0475)65 61 84 E-mail:
[email protected]
F
Province du Hainaut
Vincent DUSSART Inspecteur social Rue de la Cimenterie 38 6010 CHARLEROI
GSM: (0478)24 10 81 E-mail:
[email protected]
F
Sophie MAROTTE Inspecteur social Rue de Nimy 61-65 7000 MONS
GSM: (0478)24 10 25 E-mail:
[email protected]
F
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/05/2009
6.2.3
FOD Sociale Zekerheid en Openbare instellingen van Sociale Zekerheid - Inspectiediensten
Province de Liège
Province de Luxembourg
Province de Namur
Vademecum Actieplan Vervoer
Bernadette KREUSCH Inspecteur social Rue Louvrex 77 4000 LIEGE
Tél.: (04)229 86 01 Fax: (04)254 39 30 GSM: (0475)65 61 83 E-mail:
[email protected]
F
Freddy GODECHAL Rue Louvrex 77 4000 LIEGE
Tél.: (04)229 86 06 Fax: (04)254 39 30 GSM: (0475)65 61 81 E-mail:
[email protected]
F
Lambert KELLETER Inspecteur social Avenue Gouverneur Bovesse 117/bte 34 5100 JAMBES
GSM: (0475)65 61 82 E-mail:
[email protected]
F
Hugues PIERRE Inspecteur social Chaussée de Namur 40 1400 NIVELLES
GSM: (0475)35 36 25 E-mail:
[email protected]
F
Lambert KELLETER Inspecteur social Avenue Gouverneur Bovesse 117/bte 34 5100 JAMBES
GSM: (0475)65 61 82 E-mail:
[email protected]
F
Hugues PIERRE Inspecteur social Chaussée de Namur 40 1400 NIVELLES
GSM: (0475)35 36 25 E-mail:
[email protected]
F
Gewijzigd op 01/05/2009
6.2.4
FOD JUSTITIE
FOD Justitie
7. Het Openbaar Ministerie 1. Voorstelling van de dienst In elk gerechtelijk arrondissement wordt het openbaar ministerie vertegenwoordigd door het parket van de procureur des konings, dat is samengesteld uit de procureur des konings, één of meerdere eerste substituten en substituten, evenals uit het parket van de arbeidsauditeur, dat ook wel arbeidsauditoraat wordt genoemd en dat is samengesteld uit de arbeidsauditeur, één of meerdere eerste substituten en substituten. In beide parketten waakt de hoofdsecretaris over de goede organisatie van de dienst, en het optimaal gebruik van de middelen. Hij staat de magistraat-korpschef (procureur/auditeur) bij in de uitvoering van zijn administratieve taken en coördineert de administratieve afhandeling van de dossiers van in de voorbereidende fase tot aan de afhandeling. Hij controleert de uitvoering ervan of het gegeven gevolg. Het parket van de procureur des konings oefent zijn bevoegdheden of taken uit bij de rechtbanken van eerste aanleg (burgerlijke en correctionele kamers, jeugdrechter), onderzoeksrechters en onderzoeksgerechten, arbeidsrechtbanken, rechtbanken van koophandel, politierechtbanken en vrederechters. Het arbeidsauditoraat oefent zijn bevoegdheden of taken, die zij uitoefenen bij de rechtbanken van eerste aanleg (correctionele kamer), onderzoeksrechters en onderzoeksrechtbanken, arbeidsrechtbanken, politierechtbanken. De correctionele kamer die kennis neemt van de sociale strafzaken is een gespecialiseerde kamer. Als deze kamer bestaat uit een alleenzetelend rechter in de rechtbank van eerste aanleg moet deze een opleiding gevolgd hebben in sociaal strafrecht. De rechter, het openbaar ministerie of de beklaagde kunnen bij de aanvang van het geding evenwel verzoeken dat de zaak zou behandeld worden voor een kamer samengesteld uit drie rechters, die in sociale strafzaken dan is samengesteld uit twee rechters van de rechtbank van eerste aanleg en één rechter van de arbeidsrechtbank. Beroepen tegen een uitspraak van de politierechtbank (inzake de tachograaf) worden steeds behandeld door een kamer van drie rechters, onder wie één rechter van de arbeidsrechtbank. Beroepen tegen uitspraken van de rechtbank van eerste aanleg (de gespecialiseerde kamer in sociaal strafrecht), worden voor het hof van beroep behandeld door een kamer samengesteld uit drie raadsheren, onder wie één raadsheer van het arbeidshof. Bij de vijf hoven van beroep wordt het openbaar ministerie vertegenwoordigd door de procureur-generaal, de eerste advocaten-generaal, de advocaten-generaal en de substitutengeneraal van het parket-generaal. Bij de vijf arbeidshoven en de vijf hoven van beroep (voor sociale strafzaken), worden de opdrachten van het openbaar ministerie uitgeoefend door de procureur-generaal, de eerste advocaten-generaal en de advocaten-generaal van het auditoraat-generaal. Bij het hof van cassatie wordt het openbaar ministerie vertegenwoordigd door een procureurgeneraal, de eerste advocaten-generaal en de advocaten-generaal.
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/05/2009
7.1.1
FOD Justitie Er kan worden overeengekomen dat magistraten van het parket van de procureur des konings gedelegeerd worden naar het arbeidsauditoraat en vice versa. Er is ook delegatie mogelijk tussen magistraten van parket en auditoraat naar het parket-generaal of het auditoraat-generaal en vice versa.
2. Taken en opdrachten Naast de controle op de regelmatigheid van de dienst van de rechtbanken en de griffies, komt het Openbaar Ministerie tussen: - in burgerlijke materies bij wijze van advies, soms facultatief, soms verplicht, soms bij wijze van vordering. In sociale zekerheidszaken en sociale bijstandszaken vraagt de arbeidsauditeur aan de openbare instellingen alle nuttige inlichtingen en documenten op om een goed gestoffeerd dossier te kunnen samenstellen voor de arbeidsrechtbank. - in strafzaken via opsporingsonderonderzoeken, via vorderingen tot gerechtelijk onderzoek, via strafrechtelijke vervolging (dagvaarding). Het openbaar ministerie waakt ook over de uitvoering van het strafrechtelijk vonnis. Het auditoraat is bovendien bevoegd om via een rechtstreekse burgerlijke vordering sociaalrechtelijke inbreuken te laten vaststellen door de arbeidsrechtbank.
3. Het strafrechtelijk beleid Naast zijn zogenaamde algemene taken, is het Openbaar Ministerie, binnen zijn rechtsgebied, ook bevoegd voor de opvolging en gepaste uitvoering van de strafrechtelijke beslissingen en richtlijnen. De richtlijnen betreffende het strafrechtelijk beleid worden vastgelegd door de Minister van Justitie, na raadpleging van het college van procureurs-generaal (dit college bestaat uit de vijf procureurs-generaal bij de hoven van beroep). Dit college neemt de beslissingen, noodzakelijk voor de coherente en uniforme uitvoering van het strafrechtelijk beleid en een goed functioneren van het Openbaar Ministerie. De bevoegdheid van dit college strekt zich uit over heel het grondgebied van het Koninkrijk. De beslissingen van het college zijn dwingend voor de procureurs-generaal bij de hoven van beroep en voor alle leden van het Openbaar Ministerie die onder zijn gezag en toezicht ressorteren.
4. Bijzondere opdrachten van het Arbeidsauditoraat Burgerlijke opdrachten: In de geschillen waarvoor de arbeidsrechtbanken bevoegd zijn (arbeidsbetrekkingen, collectieve arbeidsbetrekkingen, sociale zekerheid, sociale bijstand), komt het arbeidsauditoraat soms verplicht, soms facultatief tussen. In de verplicht mededeelbare zaken stelt het auditoraat het dossier samen, door alle belangrijke administratieve gegevens en documenten te verzamelen, die nuttig kunnen zijn bij de afhandeling van het rechtsgeding. Op de zitting voor de arbeidsrechtbank brengen de magistraten van het auditoraat, na de
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/05/2009
7.1.2
FOD Justitie pleidooien, een schriftelijk of mondeling advies uit aan de rechter over de betwisting. De partijen kunnen op dit advies repliceren, waarna de rechtbank de zaak in beraad neemt. Strafrechtelijke opdrachten: De magistraten ontvangen pro justitia’s en klachten, zij starten een opsporingsonderzoek, stellen in voorkomend geval een vordering tot gerechtelijk onderzoek bij de onderzoeksrechter in, en vervolgen voor de politierechtbank (rij- en rusttijden, tachograaf) of voor de correctionele rechtbank (inbreuken tegen het sociaal strafrecht, bijvoorbeeld: het niet betalen van geldsommen aan werknemers, het niet opmaken of niet verstrekken van sociale documenten, tewerkstelling van niet-aangegeven werknemers, tewerkstelling van buitenlandse werknemers zonder arbeidsvergunning, discriminatie bij de aanwerving of op de arbeidsplaats, pesterijen, inbreuk op de regels die betrekking hebben op de veiligheid en het welzijn op het werk, inbreuken tegen de regels betreffende de arbeidstijd en de rijtijden in de vervoersector, frauduleuze inning van sociale vergoedingen door zelfstandigen of werknemers in loondienst, ….). Bij samenhang met sociaalrechtelijke misdrijven, vervolgen zij ook inbreuken van gemeen strafrecht (bijvoorbeeld: mensenhandel, valsheid in geschriften en gebruik ervan, zwendel, sluikwerk, beroepskaart, exploitatievergunning, weerspannigheid, bedreigingen, slagen en verwondingen of onvrijwillige doodslag ten gevolge van een arbeidsongeval…. De wet van 3 december 2006 tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen met betrekking tot het sociaal strafrecht voegt aan het Gerechtelijk Wetboek een artikel 138 bis §2 toe dat bepaalt: “voor inbreuken op de wetten en verordeningen die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten en die het geheel of een deel van de werknemers van een onderneming betreffen, kan de arbeidsauditeur, ambtshalve, overeenkomstig de vormvoorschriften van dit Wetboek, een rechtsvordering instellen bij de arbeidsrechtbank teneinde de inbreuken op voormelde wetten en verordeningen te laten vaststellen”. Dit nieuw instrument waarover de arbeidsauditeur beschikt stimuleert een burgerlijke aanpak in de gevallen waarin het aangewezen is, om op een adequate wijze een einde te maken aan een inbreuk op het sociaal strafrecht, waarbij de persoon die vervolgd wordt de garantie geniet van een debat voor een gespecialiseerde rechter en waar de eventuele burgerlijke partijen de mogelijkheid hebben te vorderen waarop zij recht hebben. De uitspraak van de arbeidsrechtbank op vordering van het arbeidsauditoraat spreekt bijgevolg geen sanctie uit ten opzichte van de gedagvaarde werkgever maar stelt alleen vast dat de inbreuk begaan werd en dat er een einde aan moet komen door schadeloosstelling van de vrijwillige tussengekomen burgerlijke partijen. Bij gebrek aan een vrijwillige tussenkomst kunnen de burgerlijke partijen later een individuele of een gezamenlijke procedure opstarten, waarbij ze zich kunnen beroepen op het vonnis in kwestie, dat de gedaagde werkgever verplicht dient te publiceren. Bijvoorbeeld, indien de arbeidsrechtbank oordeelt dat er wel degelijk een inbreuk is wegens gebrek aan een Dimona melding of aan een multifunctionele aangifte aan de RSZ, omdat de werknemer een schijnzelfstandige is, kan de RSZ de betaling van de ontdoken sociale bijdragen bekomen zonder dat het bestaan van een arbeidsovereenkomst in vraag kan gesteld worden. De vordering van het arbeidsauditoraat voor de arbeidsrechtbank heeft ook voordelen, zelfs als de werkgever de goede trouw inroept (omdat aldus het bestaan van een arbeidscontract of het behoren tot een Paritair Comité vastgesteld werd).
5. Tachograaf De tachograafschijven worden gelijkgesteld met sociale documenten, waardoor het arbeidsauditoraat bevoegd is om een opsporingsonderzoek in te stellen en inbreuken in Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/05/2009
7.1.3
FOD Justitie verband met tachograafschijven, gepleegd door werkgevers en bezoldigde chauffeurs, te vervolgen. De procureur des konings blijft echter bevoegd als de inbreuken gepleegd worden door een zelfstandig chauffeur. De inbreuken tegen het gebruik van de tachograafschijf worden vervolgd voor de politierechtbank of - wanneer er samenhang is met andere inbreuken tegen het sociaal strafrecht of het gewone strafrecht – voor de correctionele rechtbank. Het territoriaal bevoegde arbeidsauditoraat om deze inbreuken te vervolgen, is in de regel dat van de maatschappelijke zetel of van de exploitatiezetel van het transportbedrijf of dat van de woonplaats van de chauffeur in dienstverband, voor zover de werkgever zelf geen inbreuk heeft gepleegd. Indien de werkgever gevestigd is in het buitenland, dan is het arbeidsauditoraat van de plaats waar de inbreuk is vastgesteld bevoegd, tenzij de bezoldigde chauffeur zijn woonplaats heeft in een ander arrondissement in België.
6. Nuttige links Gerechtelijke website: http://www.juridat.be Deze website bevat voornamelijk gegevens rond jurisprudentie, reglementerende teksten, het staatsblad, gerechtelijke adressen en de website van de FOD Justitie.
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/05/2009
7.1.4
FOD Justitie
ADRESSENLIJST DIRECTIE COMITE
Guy MILLET Auditeur du Travail Rue de Nimy 70 7000 MONS
Tél. : (065) 39 78 60 of 40 GSM : (0485) 532 506 Fax : (065) 34 99 76 E-mail:
[email protected]
F
PERMANENTE COORDINATIECEL en WERKGROEP VADEMECUM
Guy MILLET Auditeur du Travail Rue de Nimy 70 7000 MONS
Tél. : (065) 39 78 60 of 40 GSM : (0485) 532 506 Fax : (065) 34 99 76 E-mail:
[email protected]
F
Arbeidsauditoraat te Antwerpen Bolivarplaats 20 bus 6 2000 ANTWERPEN
Tel.: (03)257 83 45 Fax: (03)257 83 58
N
Arbeidsauditoraat te Mechelen Voochtstraat 7 2800 MECHELEN
Tel.: (015)28 83 28 Fax: (015)28 83 34
N
Arbeidsauditoraat te Turnhout Kasteelplein 11 2300 TURNHOUT
Tel.: (014)44 71 70 Fax: (014)44 71 75
N
PROVINCIALE CELLEN Provincie Antwerpen
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
7.2.1
FOD Justitie
Provincie Limburg
Provincie Oost-Vlaanderen
Provincie West-Vlaanderen
Vademecum Actieplan Vervoer
Arbeidsauditoraat te Hasselt Havermarkt 6-8 3500 HASSELT
Tel.: (011)29 05 20 Fax: (011)29 06 91
N
Arbeidsauditoraat te Tongeren Gerechtsgebouw Kielenstraat 22 bus 1 3700 TONGEREN
Tel.: (012)39 95 01 Fax: (012)39 95 23
N
Arbeidsauditoraat te Dendermonde Noordlaan 31 9200 DENDERMONDE
Tel. : (052)25 96 50 Fax: (052)21 28 55
N
Arbeidsauditoraat te Gent Opgeëistenlaan 401D 9000 GENT
Tel.: (09)234 51 00 Fax: (09)234 51 01
N
Arbeidsauditoraat te Oudenaarde Bekstraat 14 9700 OUDENAARDE
Tel.: (055)23 11 40 Fax: (055)23 11 50
N
Arbeidsauditoraat te Brugge Kazernevest 3 8000 BRUGGE
Tel.: (050)47 37 30 Fax: (050)47 37 49
N
Arbeidsauditoraat te Ieper Korte Meersstraat 18 8900 IEPER
Tel.: (057)22 40 80 Fax: (057)22 40 70
N
Gewijzigd op 01/07/2010
7.2.2
FOD Justitie
Provincie West-Vlaanderen
Provincie Vlaams – Brabant en Brussel – Hoofdstad Province du Brabant Wallon et Bruxelles – Capitale
Vademecum Actieplan Vervoer
Arbeidsauditoraat te Kortrijk Gerechtsgebouw Beheerstraat 41 8500 KORTRIJK
Tel.: (056)26 98 50 Fax: (056)26 98 51
N
Arbeidsauditoraat te Veurne Peter Benoitlaan 2 8630 VEURNE
Tel.: (058)29 64 70 Fax: (058)29 64 73
N
Arbeidsauditoraat te Brussel Poelaertplein 3 1000 BRUSSEL
Tel.: (02)508 61 62 Fax: (02)508 68 33
N
Auditorat du travail de Bruxelles Place Poelaert 3 1000 BRUXELLES
Tel.: (02)508 61 62 Fax : (02)508 68 33
F
Arbeidsauditoraat te Leuven Gerechtsgebouw Smoldersplein 5 3000 LEUVEN
Tel. (016)21 46 04 Fax : (016)21 46 14
N
Auditorat du travail de Nivelles Palais de Justice II Rue Clarisse 115 1400 NIVELLES
Tél: (067)28 37 40 Fax : (067)28 39 69
F
Gewijzigd op 01/07/2010
7.2.3
FOD Justitie
Province du Hainaut
Province de Liège
Vademecum Actieplan Vervoer
Auditorat du travail de Charleroi Palais de Justice (3ème étage) Avenue Général Michel 6000 CHARLEROI
Tél.: (071) 23 68 01 Fax: (071) 23 68 21
F
Auditorat du travail de Mons Rue de Nimy 70 7000 MONS
Tél.: (065) 39 78 68 Fax: (065) 34 99 76
F
Auditorat du travail de Tournai Rue Saint Jacques 41 7500 TOURNAI
Tél.: (069) 89 01 60 Fax: (069) 89 01 71
F
Auditorat du travail de Eupen Klötzerbahn 27 4700 EUPEN
Tél.: (087)59 69 49 Fax: (087)59 69 42
F
Auditorat du travail de Huy Palais de Justice Quai d’Arona 4 4500 HUY
Tél.: (085)24 44 47 Fax: (085)24 44 63
F
Auditorat du travail de Liège Rue Saint-Gilles 85 4000 LIEGE
Tél.: (04)232 84 57 Fax: (04)221 12 83
F
Auditorat du travail de Verviers Rue du Tribunal 4 4800 VERVIERS
Tél.: (087)32 38 19 Fax: (087)32 38 18
F
Gewijzigd op 01/07/2010
7.2.4
FOD Justitie
Province de Luxembourg
Province de Namur
Vademecum Actieplan Vervoer
Auditorat du travail d’Arlon Palais de Justice, Bâtiment A Centre judiciaire Place Schalbert 6700 ARLON
Tél.: (063)21 46 50 Fax: (063)21 46 55
F
Auditorat du travail de Marche-en-Famenne Palais de Justice – Extension Rue Victor Libert 9 6900 MARCHE-EN-FAMENNE
Tél.: (084)31 07 60 Fax: (084)31 07 66
F
Auditorat du travail de Neufchateau Rue Victor Libert 9 6900 MARCHE-EN-FAMENNE
Tél.: (061)27 50 30 Fax: (061)27 50 35
F
Auditorat du travail de Dinant Extension du Palais de Justice Place du Palais de Justice 8 5500 DINANT
Tél.: (082)21 19 89 Fax: (082)22 72 30
F
Auditorat du travail de Namur Place du Palais de Justice 5 5000 NAMUR
Tél.: (081)25 17 11 Fax: (081)25 18 97
F
Gewijzigd op 01/07/2010
7.2.5
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Leefmilieu - Federale Leefmilieu Inspectie
8.
Federale Leefmilieu Inspectie (FLI)
1. Voorstelling van de dienst Het Directoraat-generaal Leefmilieu staat in voor een geïntegreerd en preventief federaal milieubeleid als voortrekker van duurzame ontwikkeling om een kwaliteitsvol leefmilieu te verzekeren. De belangrijkste milieubevoegdheden worden uitgeoefend door de Gewesten, maar ook de federale overheid, in casu het Directoraat-generaal Leefmilieu, behoudt belangrijke bevoegdheden. Het Directoraat-generaal Leefmilieu spitst zijn activiteiten toe op: - het geïntegreerde productbeleid; - de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in uitvoering van de verbintenissen in het kader van het Kyoto-protocol; - het beleid rond het op de markt brengen van nieuwe chemische producten; - de inspectie van deze producten: commercialisering, erkenning en gebruik; - het preventiebeleid rond de risico’s die het gevolg zijn van niet-ioniserende stralingen (bijvoorbeeld gsm) en geluidsoverlast; - de registratie van de doorvoer van afvalstoffen en de controle daarop; - de coördinatie van het internationale milieubeleid; - de bescherming van de Noordzee. Op al deze domeinen intensifieert het Directoraat-generaal Leefmilieu zijn initiatieven. Tegelijkertijd speelt het een belangrijke rol in de coördinatie tussen alle partijen die bij het milieubeleid zijn betrokken: andere federale overheidsdiensten en vooral de drie Gewesten. De opdrachten en bevoegdheden van het Directoraat-generaal Leefmilieu inzake de controle van de doorvoer van afvalstoffen zijn voornamelijk gevat in: - internationale regelgeving zoals het verdrag van Basel van 1989, het OESO-besluit van 1992 en de Europese Verordeningen 1013/2006, 1418/2007, 740/2008 en 1005/2009. - de wet van 9 juli 1984 betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van afvalstoffen (BS 4 oktober 1984) en haar uitvoeringsbesluiten. - het koninklijk besluit van 16 november 2000 tot aanduiding van de ambtenaren van de Dienst voor het Leefmilieu die belast zijn met toezichtopdrachten, gewijzigd door het koninklijk besluit van 17 september 2005 (BS 5 oktober 2005). Naast de ambtenaren van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu wordt het toezicht op de naleving van de bepalingen van de Wet van 9 juli 1984 ook uitgevoerd door: - de officieren van de gerechtelijke politie - de ambtenaren van de Administratie van de Douane en Accijnzen van de FOD Financiën
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
8.1.1
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Leefmilieu - Federale Leefmilieu Inspectie
2. Controle methodiek De Federale Leefmilieu Inspectie beschikt momenteel over 7 Nederlandstalige en 7 Franstalige controleurs voor de controle van afvaltransporten. De controles gebeuren zowel in de havens als op de wegen. De controleurs dragen een uniform, maar beschikken niet over de bevoegdheid om voertuigen tot stilstand te dwingen. Daardoor werken zij vaak samen met de collega’s van de Administratie van de Douane en Accijnzen, de Federale en Lokale Politie, de ambtenaren van de Dienst Mobiliteit, Coördinatie en Controle en met de Havenautoriteiten. Er worden, vaak in samenspraak met de administratieve transitcel van de binnendienst maar ook in opdracht van gewestelijke instanties, controles uitgevoerd naar de conformiteit van de begeleidende documenten, de vermelding, het respecteren van het opgelegde traject en de lading. Ten behoeve van de ecodatabank van de Federale Gerechtelijke Politie – Dienst Leefmilieu – worden Eco-formulieren Afval ( EFA) ingevuld (zie fiche 38 – bijlage). Bevoegdheden De controleurs afvaltransporten beschikken niet over de hoedanigheid van officier of agent van gerechtelijke politie. Zij kunnen optreden op eigen initiatief, in opdracht van de dienstoverste of in het kader van campagnes, op klacht van derden of op basis van inlichtingen verkregen van derden. Bij vaststelling van inbreuken is er geen onmiddellijke inning mogelijk. Een PV kan opgemaakt worden door de dienstoversten. Er kan geen administratieve boete opgelegd worden. Deze ambtenaren zijn – met betrekking tot de verplichtingen uit de Wet doorvoer afvalstoffen en haar uitvoeringsbesluiten – bevoegd om: - waarschuwingen te geven; - een termijn te bepalen waarbinnen de overtreder aan de wet moet voldoen; - het afval, de verpakkingen, de werktuigen en vervoermiddelen die voor het plegen van de overtreding zijn gebruikt, zelfs indien de houder niet de eigenaar is, te verzegelen of in beslag te nemen; - over te gaan tot elk onderzoek, elke controle en elke enquête, alsook alle inlichtingen in te winnen die zij nodig achten om zich te vergewissen of de wet- en reglementbepalingen worden nageleefd, en met name: o alle personen te ondervragen over feiten die zij nuttig achten te kennen voor de uitoefening van hun toezicht; o zich zonder verplaatsing alle bescheiden en boeken te doen voorleggen die door de wet en haar uitvoeringsbesluiten zijn voorgeschreven. Hiervan mogen ze afschriften of uittreksels opmaken. Zij mogen deze tegen ontvangstbewijs in beslag nemen; o inzage te nemen van alle boeken en bescheiden die nodig zijn voor het volbrengen van hun opdracht; o zonder kosten monsters te nemen voor het bepalen van de samenstelling van de afvalstoffen. Desgevallend mogen zij van de houders van die zaken de nodige verpakking eisen voor het vervoeren en bewaren van die monsters. - de bijstand te vorderen van de Lokale en Federale Politie.
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
8.1.2
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Leefmilieu - Federale Leefmilieu Inspectie
3. Nuttige links FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu – Federale Leefmilieu Inspectie Victor Hortaplein 40 bus 10 B-1060 Brussel Tel: 02/524.71.11 Internet: https://portal.health.fgov.be E-mail:
[email protected]
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
8.1.3
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Federale Leefmilieu Inspectie
ADRESSENLIJST DIRECTIE COMITE en PERMANENTE COORDINATIECEL
Robert MARTENS Adviseur Victor Hortaplein 40, bus 10 Eurostation blok II, 2C 232 1060 BRUSSEL
Tel.: (02)524 95 59 Fax: (02)524 96 36 GSM: (0475)65 33 21 E-mail:
[email protected]
N
Jeannine PENSAERT Attache Victor Hortaplein 40, bus 10 Eurostation blok II, 2C 40 1060 BRUSSEL
Tel.: (02)524 95 61 Fax: (02)524 96 36 GSM: (0474)49 63 80 E-mail:
[email protected]
N
Jeannine PENSAERT Attache Victor Hortaplein 40, bus 10 Eurostation blok II, 2C 40 1060 BRUSSEL
Tel.: (02)524 95 61 Fax: (02)524 96 36 GSM: (0474)49 63 80 E-mail:
[email protected]
N
en/of
WERKGROEP VADEMECUM
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
8.2.1
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Federale Leefmilieu Inspectie
Taalrol
BUITENDIENST per provincie
Controleurs afvaltransporten
Antwerpen
De Strooper Marc
Fax: (02)524 96 36 GSM: (0473)63 26 04 E-mail: marc.de
[email protected]
N
Vermeiren Hans
Fax: (02)524 96 36 GSM: (0473)63 29 69 E-mail:
[email protected]
N
Limburg
Simons Eddy
Fax: (043)81 11 28 GSM: (0472)86 29 47 E-mail:
[email protected]
N
Limburg (+ Antwerpen)
Tielens Jan
Tel.: (014)68 98 67 Fax: (014)68 98 71 GSM: (0474)63 07 57 E-mail:
[email protected] [email protected]
N
Vademecum Actieplan Vervoer
NAAM + voornaam
Gewijzigd op 01/07/2010
8.2.2
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Federale Leefmilieu Inspectie
Oost- en West-Vlaanderen
Henegouwen
Vademecum Actieplan Vervoer
Coene Peter
Fax: (02)524 96 36 GSM: (0473)63 33 66 E-mail:
[email protected]
N
Debrandere Patrick
Fax: (02)524 96 36 GSM: (0472)86 28 99 E-mail:
[email protected]
N
Vanneste Gregory
Fax: (02)524 96 36 GSM: (0473)63 31 36 E-mail:
[email protected]
N
Baudson Bernard
Tel.: (071)55 85 18 Fax: (071)55 85 18 GSM: (0472)86 28 93 E-mail:
[email protected]
F
Detournay Simone
Fax: (069)77 07 82 GSM: (0472)86 28 95 E-mail:
[email protected]
F
Tevel Jeannine
Tel.: (071)55 85 18 Fax: (071)55 85 18 GSM: (0472)86 29 46 E-mail:
[email protected]
F
Gewijzigd op 01/07/2010
8.2.3
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Federale Leefmilieu Inspectie
Henegouwen
Vereecken Jacques
Fax: (069)77 07 82 GSM: (0476)21 32 70
F
Luik
Ory Raphaël
Fax: (02)524 96 36 GSM: (0478)78 33 63 E-mail:
[email protected]
F
Luxemburg
Navarre Henri
Fax: (061)41 31 04 GSM: (0472)86 29 01 E-mail:
[email protected]
F
Namen
Noiret Emile
Tel.: (060)37 71 19 Fax: (060)37 71 19 GSM: (0472)86 28 94 E-mail:
[email protected]
F
Vademecum Actieplan Vervoer
Gewijzigd op 01/07/2010
8.2.4
TREFWOORDENLIJST EN MEMOFICHE
TREFWOORDENLIJST EN OVERZICHT VAN BEVOEGDHEDEN Trefwoorden
Memofiche nr.
Mobiliteit en Vervoer
Federale Douane TSW en Lokale en Politie Accijnzen
Aangifte - RSZ
21
Accijnsgoederen
35
√
Accijnzen
35
√
AETR - wetgeving
34
Afvalstoffen
(√)
√
(√)
38
√
√
Arbeidsongevallen
1
√
Arbeidsreglement
2
(√)
√
Arbeidswet
3
(√)
√
Beroepskaart voor vreemde zelfstandige
4
(√)
(√)
Bestuurdersattest
15
√
√
(√)
Bestuurderskaart (controle kaart)
9
√
√
(√)
BTW
5
Deeltijdse Arbeid
6
Digitale tachograaf
9
Dierenvervoer
37
DIMONA
7
Douanedocumenten vervoer
√
SI
RSZ
√
√
FLI
√ (√)
√
√
√
√
(√)
√
√
√
√ (√) √
√
√ (√)
√
√
25
(√)
36
√ √
EG-Verordening 561/2006
8
√
√
(√)
√
Europese EG-Verordening 3821/85
9
√
√
(√)
√
(√) Deze dienst is eveneens bevoegd maar oefent deze bevoegdheid in het kader van het Actieplan Vervoer niet uit.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/04/2007
1
Trefwoorden
Memofiche nr.
Mobiliteit en Vervoer
Federale Douane TSW en Lokale en Politie Accijnzen
Europese Sociale Zekerheid
10
Eurovignet
11
(√)
(√)
√
Expertise - landbouwvoertuigen
40
√
√
√
15
√
√
(√)
Facturen
(√)
21
(√)
Feestdagen
12
(√)
√
Flexibele Arbeidsregeling
13
(√)
√
Goederenvervoer
15
√
√
35
RSZ
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
FLI
(√) √
Huurvoertuigen
15
Individuele rekening
20
Inschrijving van de voertuigen en aanhangwagens
16
√
√
(√)
Leasing
15
√
√
(√)
Levensmiddelen
37
√
√
(√)
(√)
√
10
(√)
39
√
√
Loonbescherming
17
(√)
√
Medeverantwoordelijkheid
26
√
√
Medische schifting
19
√
√
(√)
Mensenhandel
28
√
(√)
Motorbrandstof
14
Nummerplaat
16
LIMOSA
SI
√
√ √
√
(√)
(√) Deze dienst is eveneens bevoegd maar oefent deze bevoegdheid in het kader van het Actieplan Vervoer niet uit.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/04/2007
2
Trefwoorden
Memofiche nr.
Mobiliteit en Vervoer
Federale en Lokale Politie
22
√
√
Overlading
Douane TSW en Accijnzen
√
28
√
Personeelsregister
20
(√)
Personenvervoer
18
Prestatiebladen
33
Registratieblad
9
√
√
Reisblad
18
√
√
Rijbewijs
19
√
√
(√)
8
√
√
(√)
34
√
√
(√)
8
√
√
(√)
34
√
√
(√)
Rijtijden
Rusttijden
√
RSZ FLI
(√)
23
Paspoort
SI
(√)
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√ √ (√)
√
√
√
Schijnzelfstandige
21
(√)
Sociale documenten
20
(√)
Sociale Zekerheid van de werknemers
21
(√)
T – documenten
36
Tachograaf
9
√
√
(√)
√
Vrijstelling 561/2006
8
√
√
(√)
√
Vrijstelling 3821/85
9
√
√
(√)
√
Tachograafschijf
9
√
√
(√)
√
Technische eisen van de motorvoertuigen
22
√
√
(√)
Terbeschikkingstelling
24
√
√
√
(√) Deze dienst is eveneens bevoegd maar oefent deze bevoegdheid in het kader van het Actieplan Vervoer niet uit. Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/04/2007
3
Trefwoorden
Memofiche nr.
Tewerkstelling van werknemers van vreemde nationaliteit
23
Tijdelijke Arbeid
24
TIR – ATA
25
Tussenpersonen
26
Uitzendarbeid
24
Mobiliteit en Vervoer
Federale en Lokale Politie
Douane TSW en Accijnzen
√
√
(√) √
√
√ √ √
(√)
29
√
√
(√)
Vakantieattest (attest van non-activiteit)
9
√
√
(√)
Vakantiewetgeving
27
Vakbekwaamheid
19
Verblijfsvergunningen
28
Verkeersreglementering
29
Verkeerstaks
√ √
√
(√)
√
(√)
√
√
(√)
30
(√)
√
√
Vervoer van gevaarlijke goederen (ADR)
31
√
√
(√)
Vervoervergunning
15
√
√
(√)
Verzekeringen
32
√
√
(√)
Vrachtbrief
15
√
√
(√)
4
(√)
(√)
10
(√)
15
√
FLI
√
√
Vreemde werknemers
RSZ
√
15
Uitzonderlijk Vervoer
SI
√
√
√
23
√
28
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
(√)
(√)
(√) Deze dienst is eveneens bevoegd maar oefent deze bevoegdheid in het kader van het Actieplan Vervoer niet uit. Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/04/2007
4
Trefwoorden
Wet op de Collectieve Arbeidsovereenkomsten
Memofiche nr.
Federale en Lokale Politie
33 6
Zwartwerk
Mobiliteit en Vervoer
Douane TSW en Accijnzen
SI
RSZ
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
FLI
√ (√)
7 20
(√)
21
(√)
(√) Deze dienst is eveneens bevoegd maar oefent deze bevoegdheid in het kader van het Actieplan Vervoer niet uit.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/04/2007
5
Memofiche
ARBEIDSONGEVALLEN
1
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie √
Douane en Accijnzen
TSW
SI
RSZ
FLI
(√)
Wettelijke bepalingen: 9 De arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 (BS 24 april 1971). 9 Koninklijk Besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 (BS 28 december 1971).
Principe: In toepassing van voormelde wet wordt als arbeidsongeval beschouwd: Elk ongeval dat gebeurt tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en dat een letsel veroorzaakt. Het ongeval overkomen tijdens de uitvoering van de overeenkomst wordt behoudens tegenbewijs geacht als overkomen door het feit van de uitvoering in die overeenkomst. Tevens wordt als arbeidsongeval aanzien, het ongeval dat zich voordoet op de weg van en naar het werk.
Controle methodiek: De werkgever of zijn aangestelde is verplicht ieder ongeval dat aanleiding kan geven tot toepassing van deze wet aan te geven bij zijn: - verzekeraar; - ter griffie van de bevoegde Arbeidsrechtbank; - de Arbeidsinspecteur van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk (FOD Werkgelegenheid, Arbeid & Sociaal Overleg).
Optreden van de Politie Controle van de aangifte van het ongeval. Controle van de individuele beschermingsmiddelen. Contact nemen met de plaatselijke inspecteur van Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk (de vroegere Technische Inspectie), zeker indien er iets te wensen overlaat in verband met de gezondheid, veiligheid of hygiëne. Diepgaand onderzoek ter plaatse dadelijk na het ongeval met als doel: - opsporen van eventueel kwaad opzet; - opsporen van aanwijzingen van onvoorzichtigheid; - opsporen van een technisch gebrek; - opsporen van overtreding op reglementering van arbeidsbescherming; - zelfde onderzoek als een ander overlijden; - identificatie doen van het lichaam; - oproepen van een geneesheer; Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/04/2007
1
ARBEIDSONGEVALLEN
Memofiche
1
IS HET UITWENDIG ONDERZOEK ONVOLDOENDE OF VINDT DE GENEESHEER HET OVERLIJDEN VERDACHT? DAN VOLGENDE STAPPEN NEMEN: Procureur des Konings verwittigen; De Arbeidsinspecteur van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk (FOD Werkgelegenheid, Arbeid & Sociaal Overleg) verwittigen; Getuigen opsporen en identificeren, handhaving plaatsgesteldheid; Maatregelen treffen tegenover verdachten en PV opstellen. Voor een arbeidsongeval dient het PV zo vlug mogelijk gestuurd te worden aan de Arbeidsauditeur. Ingeval van strafrechterlijke inbreuken die er mee gepaard kunnen gaan kan men twee afzonderlijke PV’s opstellen, (doch soms afhankelijk van de plaatselijke Parketten) lijkt het beter het origineel PV in dergelijk geval te sturen aan de Procureur des Konings en een afschrift bij te voegen voor de Arbeidsauditeur.
Meest voorkomende inbreuken: -
Technische gebrek aan de gebruikte apparatuur of machine; Onvoorzichtigheid door vermoeidheid; Gebrek of geen gebruik van individuele beschermingsmiddelen; Onvoldoende kennis van het te gebruiken materiaal = géén opleiding tot gebruik van de apparatuur of machine; Geen toezicht op de werkvloer in verband met het gebruik van de individuele beschermingsmiddelen.
De controleurs en inspecteurs van de Sociale Inspectie (FOD Sociale Zekerheid) zijn bevoegd de vroegere ‘Technische Inspectie”.na te gaan of de persoon (natuurlijke- of rechtspersoon) die een werknemer in loondienst tewerkstelt, zich bij een gemachtigde verzekeringsmaatschappij heeft aangesloten, ten einde ingedekt te zijn bij een arbeidsongeval van een werknemer. Er wordt tevens nagegaan of de werkgever binnen de wet gestelde termijn (8 dagen te tellen vanaf de dag na het ongeval) aangifte heeft gedaan van elk feit dat kan aanleiding geven tot vergoedingen in het kader van de Arbeidsongevallenwet. Deze aangifte moet gedaan worden aan de verzekeraar en aan de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk (FOD Werkgelegenheid, Arbeid & Sociaal Overleg) –
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/04/2007
2
ARBEIDSONGEVALLEN
Memofiche
1
Adressenlijst Directies Toezicht op het Welzijn op het Werk (Technische Inspectie): Hoofdbestuur BRUSSEL Ernest Blerotstraat 1 1070 BRUSSEL Tel.: (02) 233 45 46 – Fax: (02) 233 45 23 Provincie Antwerpen Antwerpen-Noord Theater Building Italiëlei 124 – 8ste en 9de verd. 2000 ANTWERPEN TI-Noord: Tel.: (03) 232 79 05 – Fax: (03) 226 02 53 TI-Zuid: Tel.: (03) 226 03 07 – Fax: (03) 226 02 53 Provincie Limburg Gouverneur Verwilghensingel 75 3500 HASSELT Tel.: (011) 22 31 72 – Fax: (011) 23 36 89 Provincie Oost-Vlaanderen Administratief Centrum “Ter Plaeten” Sint-Lievenslaan 33B 9000 GENT Tel.: (09) 268 63 30 – Fax: (09) 268 63 20 Provincie West-Vlaanderen Breidelstraat 3 8000 BRUGGE Tel.: (050) 44 20 20 – Fax: (050) 44 20 29 Provincie Vlaams Brabant Philipssite 3A bus 8 3001 LEUVEN Tel.: (016) 31 88 30 – Fax: (050) 31 88 44
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/04/2007
3
Memofiche
ARBEIDSREGLEMENT
2
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie (√)
Douane en Accijnzen
TSW
SI
RSZ
FLI
√
Wettelijke bepalingen: 9 Wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen.
Principe: Elke werkgever is verplicht een arbeidsreglement op te stellen. Het arbeidsreglement dient o.a. volgende zaken te vermelden: - Aanvang en einde van de arbeidsdag, rusttijden en pauzes; - Gemiddelde wekelijkse arbeidsduur; - Wijze, tijdstip en plaats betaling loon; - Opzeggingstermijnen; - Rechten en plichten van werkgever en werknemer; - Strafsancties die kunnen genomen worden door de werkgever t.a.v. de werknemer. Elke werknemer moet een afschrift van het arbeidsreglement bij de indiensttreding ontvangen. Een afschrift van het arbeidsreglement moet bijgehouden worden op elke plaats van tewerkstelling (in principe ook in de vrachtwagen). Een afschrift van het arbeidsreglement wordt gestuurd naar de Directie Toezicht op de Sociale Wetten waar de sociale zetel van de onderneming gevestigd is.
Meest voorkomende inbreuken: -
Het niet opmaken van een arbeidsreglement; Het niet naleven van de procedures inzake het opstellen en wijzigen van het arbeidsreglement; Het niet sturen van een afschrift naar TSW binnen acht dagen na inwerkingtreding; Het niet opnemen van afzonderlijke uurroosters voor deeltijds tewerkgestelde werknemers; Het niet geven van een afschrift aan elke werknemer; Het niet bijhouden van een afschrift van een arbeidsreglement op ieder plaats waar werknemers tewerkgesteld worden.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche opgesteld op 15/05/2004
1
Memofiche
ARBEIDSWET
3
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie (√)
Douane en Accijnzen
TSW
SI
RSZ
FLI
√
Wettelijke bepalingen: 9 Wet van 16 maart 1971.
Principe: In de Arbeidswet staan een aantal bepalingen vermeld inzake: - Arbeidsduur: grenzen van de arbeidsduur per dag, per week, per trimester; rusttijden en pauzes; - Zondagsrust: tewerkstelling op zondag is in principe verboden behalve in bepaalde sectoren, o.a. in de vervoersector, mits toekenning van inhaalrust; - Nachtarbeid: in principe verboden behalve voor bepaalde werkzaamheden en in bepaalde sectoren, o.a. in het vervoer; indien geregelde nachtprestaties tussen 20u en 6u is het betalen van een premie voor nachtarbeid voorzien bij CAO. Deze wet bepaalt dat de tijd gedurende dewelke de werkman ter beschikking van de werkgever is als arbeidsduur dient beschouwd te worden. Voor de werklieden die onder het Paritair Comité voor het Vervoer ressorteren en zich inlaten met het vervoer van goederen bestaat er evenwel een afwijking. In de ondernemingen van collectief personenvervoer over de weg die ongeregeld vervoer en/of internationaal geregeld vervoer uitvoeren bestaat een gelijkaardige uitzondering. In de twee Koninklijke Besluiten van 10 augustus 2005 wordt bepaald welke tijden, gedurende dewelke de werkman ter beschikking van de werkgever is, niet als arbeidsduur worden beschouwd: - De beschikbaarheidstijd zoals bepaald in artikel 3,b van de Richtlijn 2002/15/EG van 11 maart 2002 (dit is o.a. begeleiding van een per veerboot of trein vervoerd voertuig, wachttijden aan grenzen en bij laden en lossen, wachttijden ingevolge rijverboden, tijd doorgebracht tijdens de rit naast de bestuurder of in een slaapcabine); - De meertijd om de afstand af te leggen van en naar de plaats waar het voertuig zich bevindt indien dit niet de gebruikelijke plaats is; - Wachttijden die verband houden met tol-, of medische aangelegenheden; - De tijd gedurende welke de werkman aan boord of in de nabijheid van de wagen verblijft, ten einde de veiligheid van de wagen en de goederen te verzekeren, maar geen arbeid presteert; - De tijd gewijd aan eetmalen; - De tijd die overeenstemt met de onderbrekingen van de rijtijd bedoeld in artikel 7 van de EG-Verordening 561/2006; Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2008
1
ARBEIDSWET -
Memofiche
3
De tijd gedurende welke geen arbeid verricht wordt, maar tijdens welke de aanwezigheid aan boord of in de nabijheid van de wagen vereist is ten einde de verkeersreglementen na te komen of de verkeersveiligheid te verzekeren (opm. alleen voorzien voor het goederenvervoer).
De arbeidstijd van een chauffeur in het goederenvervoer bestaat dus uit de tijd die besteed wordt aan het besturen van een voertuig, de tijd gewijd aan laad- en losoperaties, schoonmaken en technisch onderhoud van het voertuig, werkzaamheden om de veiligheid van het voertuig of de lading te verzekeren, werkzaamheden om te voldoen aan wettelijke of administratieve formaliteiten, wachttijden bij laden/lossen waarvan de verwachte duur overschreden wordt en alle andere fysieke arbeid. Voor de chauffeurs in het personenvervoer wordt het gidsen en de garage activiteiten ook als arbeidstijd beschouwd. De duur van de arbeidstijd van een chauffeur in het personenvervoer wordt forfaitair berekend per semester. Daarbij wordt 2/5de tijdens de maanden april tot september of 1/3de voor de maanden januari, februari, maart, oktober, november, december van de diensttijd (dit is de periode tussen twee dagelijkse rusttijden of een dagelijkse of wekelijkse rusttijd) in acht genomen. Voor het vaststellen van het loon is er naast de arbeidstijd ook nog sprake van beschikbaarheidtijd (vroeger overbruggingstijd). Deze tijd wordt vastgelegd bij CAO (zie memofiche nr. 33). Bij het nagaan of de arbeidsduurgrenzen worden gerespecteerd moet alleen rekening worden gehouden met de uren die als arbeidstijd omschreven zijn. Bijgevolg moet er geen rekening worden gehouden met de beschikbaarheidtijd.
Toegelaten arbeidsduur: Gewone regeling: - Maximum 11 uur per dag; - Maximum 48 uur per week; - Maximum 92 uur in de loop van 2 opeenvolgende weken; - Maximum gemiddeld 38 uur per kwartaal; - Het aantal gecumuleerde overuren (boven de 40u of een lagere grens) mag binnen het trimester nooit meer dan 65 uren bedragen; Flexibele arbeidsregeling: - Zie memofiche nr. 13
Meest voorkomende inbreuken: -
Overschrijden van de arbeidsduur, niet respecteren van de rij- en rusttijden; Meer dan 8 uur per dag of 40 uur per week (of een lagere grens) doen of laten verrichten buiten de bij de Wet voorziene uitzonderingen; Niet betalen van overwerk tegen een bedrag dat tenminste 50% hoger is dan het gewone loon.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2008
2
BEROEPSKAART VOOR VREEMDE ZELFSTANDIGE
Memofiche
4
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie (√)
Douane en Accijnzen (√)
TSW
SI
RSZ
√
√
√
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Wet van 19 februari 1965 betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen (BS 26 februari 1965) 9 Koninklijk Besluit van 03 februari 2003 tot vrijstelling van bepaalde categorieën van vreemdelingen van de verplichting houder te zijn van een beroepskaart voor de uitoefening van een zelfstandige beroepsactiviteit (BS 04 maart 2003)
Principe: Elke vreemdeling, behalve degene die vrijstelling genieten, die een zelfstandige activiteit op Belgisch grondgebied uitoefenen moeten over een beroepskaart beschikken. De aanvraag van de beroepskaart kan gebeuren via het gemeentebestuur van de verblijfplaats van de vreemdeling of via diplomatieke post indien de vreemdeling nog in het buitenland verblijft. De beroepskaarten worden afgeleverd door: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie Bestuur voor het KMO beleid Dienst beroepskaarten Simon Bolivarlaan 30 1000 BRUSSEL Tel. 02/277 77 25 of 02/277 69 64 Fax. 02/208 51 47 E-mail:
[email protected] of
[email protected]. Vrijgesteld zijn o.a.: - Onderdanen van een EU-lidstaat of van de Europese Economische Ruimte (lidstaten van de Europese Unie, Noorwegen, Ijsland en Liechtenstein) en mits zij zich er vestigen: - hun echtgenoot; - hun bloedverwanten in dalende lijn, of die van hun echtegenoot, beneden 21 jaar of die ter hunner laste zijn; - hun bloedverwanten in opgaande lijn of die van hun echtegenoot, die ter hunner laste zijn met uitzondering van de bloedverwanten in opgaande lijn van een student of die van zijn echtegenoot; - de echtegenoot van de personen in b en c. - De echtegenoot van een Belg en mits zij zich er vestigen: - zijn bloedverwanten in dalende lijn of die van zijn echtegenoot, onder de 21 jaar of ter hunner laste; - zijn bloedverwanten in opgaande lijn of die van zijn echtegenoot, ter hunner laste; Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
1
BEROEPSKAART VOOR VREEMDE ZELFSTANDIGE -
Memofiche
4
- de echtegenoot van de personen in a en b; De door België erkende vluchtelingen; De vreemdelingen die titularis zijn van een geldige IKV (Identiteitskaart voor vreemdelingen) of van een geldig BIVR (bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister) voor onbeperkte duur; De echtgenoten die hun echtgenoot of echtgenote bijstaan of vervangen bij de uitoefening van hun zelfstandige beroepsactiviteit; De vreemdelingen die zakenreizen ondernemen, voor zover de duur van het verblijf, nodig voor de reis, geen drie opeenvolgende maanden overschrijdt; De Zwitserse onderdanen, begunstigden van het akkoord van 21 juni 1999 tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat over het vrij verkeer van personen; De begunstigden van Roemenië en Bulgarije, houders van een Peco-attest, afgeleverd door de Dienst Economische Vergunningen; Bepaalde categorieën vreemdelingen (die voordrachten geven, journalisten, sportlui, artiesten, studenten die een stage verrichten, die een commerciële ambulante activiteit uitoefenen op basis van een leurkaart, advocaten, kaderpersoneel en de zelfstandige vorsers in dienst) voor beperkte termijn of werk (elke situatie moet door de Dienst Economische Vergunningen gecontroleerd worden - zie bovenvermelde).
Meest voorkomende inbreuken: - Het uitoefenen van een zelfstandige activiteit van winstgevende aard zonder in het bezit te zijn van een beroepskaart.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
2
Memofiche
BTW
5
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie
Douane en Accijnzen √
TSW
SI
RSZ
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 BTW-Wetboek: de artikelen 61, 62 § 1, 63 en 70 § 4. 9 Koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde: artikel 28. 9 Koninklijk besluit nr. 11 van 29 december 1992 met betrekking tot de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde.
Het doel van deze controle is het inwinnen van informatie over de vervoerder, de geloste en de geladen goederen, hun afzenders, de bestemmelingen enz. Tijdens de controle zullen de handelsdocumenten worden gevraagd en dient de uit die documenten bekomen informatie te worden gevoegd bij de verklaringen van de vervoerder. Vervolgens zal worden nagegaan of op de geleidedocumenten wel degelijk de werkelijke afzender en bestemmeling zijn vermeld. In overleg met de Administratie van de Ondernemings- en Inkomstenfiscaliteit werd beslist geen proces-verbaal van vaststelling 108 en 109 meer op te stellen. Doelgerichte acties zullen in coördinatie van de Administratie van de Ondernemings- en Inkomstenfiscaliteit worden opgesteld.
Meest voorkomende inbreuken: - De verklaring van de chauffeur en de gegevens van de handelsdocumenten stemmen niet overeen. - Er is een verschil tussen de geleidedocumenten en de werkelijk vervoerde goederen.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2008
1
Memofiche
DEELTIJDSE ARBEID
6
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie (√)
Douane en Accijnzen
TSW
SI
RSZ
√
√
(√)
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Programmawet van 22 december 1989 betreffende de deeltijdse arbeid (BS 30 december 1989). 9 Koninklijk Besluit van 8 maart 1990 tot uitvoering van de bepalingen van de Programmawet van 22 december 1989 die betrekking hebben op het toezicht op de afwijkingen van het normale werkrooster van de deeltijdse werknemers (BS 16 maart 1990) 9 Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Principe: Deze wet regelt de bepalingen inzake deeltijdse arbeid. De werkgever is verplicht om de deeltijds arbeidsovereenkomst schriftelijk vast te leggen. De overeengekomen arbeidsduur moet in het contract worden opgenomen evenals het werkrooster. Er kan gewerkt worden volgens een vast- of variabel uurrooster. Bij afwijking van het vastgelegde uurrooster moet dit vermeld worden in een afwijkingsdocument. In het kader van de transportcontroles moet elk voertuig beschouwd worden als een tewerkstellingsplaats. Dit impliceert dat er steeds een arbeidsreglement (bevoegdheid TSW) en een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid (met toepasselijk werkrooster) moet aanwezig zijn. Men kan er echter voor opteren om een afschrift of een uittreksel van de arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid bij te houden op de plaats waar het arbeidsreglement kan worden geraadpleegd (dus de plaats van tewerkstelling). Dit afschrift of uittreksel moet echter steeds het werkrooster en de identiteit van de deeltijdse werknemer waarop deze van toepassing is, alsmede zijn handtekening en deze van de werkgever bevatten.
Meest voorkomende inbreuken: -
Geen schriftelijke arbeidsovereenkomst; Geen uurroosters; Arbeidsprestaties buiten de overeengekomen arbeidsduur; Niet openbaarmaking van de werkroosters van de deeltijds tewerkgestelde werknemers.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/04/2007
1
Memofiche
DIMONA
7
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie
Douane en Accijnzen
TSW
SI
RSZ
√
√
√
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Koninklijk Besluit van 22 februari 1998 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van art. 38 van de Wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels (BS 18 maart 1998). 9 Koninklijk Besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels (BS 20 november 2002).
Principe: Vanaf 01/01/2003 is de DIMONA aangifte veralgemeend en verplicht voor bijna alle werknemers in alle sectoren. Deze verplichting was reeds eerder van toepassing in de vervoerssector (vanaf 1/1/1999 in de autocarsector en vanaf 01/10/2001 in het goederenvervoer). Deze verplichting houdt in dat de werkgever het begin en/of het einde van een arbeidsrelatie een aantal gegevens aan de RSZ moeten mede delen: het RSZ-nummer van de werkgever, het rijksregisternummer van de werknemer, het nummer van de sociale identiteitskaart, het paritair comité, de datum van indiensttreding en eventueel het bewijs dat de sociale identiteitskaart elektronisch gelezen werd. Onmiddellijk na de ontvangst van de aangifte deelt de RSZ de “OAT” code mee. DIMONA staat voor Déclaration Immédiate / Onmiddellijke Aangifte en maakt deel uit van de portaalsite van de Sociale Zekerheid www.sociale–zekerheid.be. De werkgevers zijn ingevolge de DIMONA-aangifte niet meer verplicht om de werknemers (behoudens een beperkt aantal uitzonderingen) in te schrijven, in een op een centrale plaats bij te houden, personeelsregister.
Meest voorkomende inbreuken: -
De werknemer werd niet of laattijdig gemeld aan DIMONA; Bij uitdiensttreding geen DIMONA-melding.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
1
DIMONA
Memofiche
7
Opmerking Vanaf 01/01/2009 is een nieuw artikel 22quater ingevoegd in de Wet van 27/06/1969 tot herziening van de Besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders (cf. fiche nr. 21). Dit artikel heeft tot doel om de bijdragen verschuldigd door de werkgevers die een beroep hebben gedaan op personeel voor wie geen onmiddellijke aangifte van tewerkstelling (DIMONA) werd gedaan op een forfaitaire manier te berekenen. Deze vaststellingen kunnen verricht worden door sociale inspecteurs, controleurs en alle officieren van gerechtelijke politie. Dit artikel heeft tot doel een bijzondere wijze van vergoeding of teruggave van burgerlijke aard in te voeren om, in het belang van de financiering van de sociale zekerheid, een situatie strijdig met de wet te doen beëindigen door de werkgevers te verplichten een solidariteitsbijdrage te betalen, berekend op een forfaitaire basis gelijk aan het drievoud van de basisbijdragen, op het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen met een geïndexeerd minimumbedrag van 2.500 euro, waarbij aldus ervan wordt uitgegaan dat de werknemer voor wie de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling niet werd gedaan, langer dan één dag werd tewerkgesteld. Een persoon die een hoofdactiviteit uitoefent als werknemer, zelfstandige of ambtenaar en die naast deze hoofdactiviteit arbeid verricht waarvoor geen DIMONA-aangifte werd gedaan kan ook persoonlijk een administratieve geldboete oplopen van 500 tot 200 euro. Deze maatregel is van toepassing vanaf 01/04/2010 maar de uitvoering (bevoegde ambtenaar, de termijn en de nadere regels voor de betaling, verweermiddelen) moeten nog in een te verschijnen KB opgenomen worden.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
2
Memofiche
EUROPESE EG-VERORDENING 561/2006
8
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit √
Federale en Lokale Politie √
Douane en Accijnzen (√)
TSW
SI
RSZ
FLI
√
Wettelijke bepalingen: 9 Wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter uitvoering van internationale verdragen en akten inzake vervoer over de weg, spoorweg of de waterweg. 9 Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer. 9 Koninklijk besluit van 9 april 2007 ter uitvoering van verordening 561/2006.
Toepassingsgebied: De Europese verordening 561/2006 is van toepassing in het wegvervoer ongeacht het gaat om vervoer voor eigen rekening dan wel voor derden. Deze verordening is van toepassing op het wegvervoer: - van goederen waarbij de toegestane maximummassa van de voertuigen, dat van de aanhangers of opleggers inbegrepen, meer dan 3,5 ton bedraagt of – van personen door voertuigen die zijn gebouwd of permanent zijn toegerust om meer dan negen personen, de bestuurder daaronder begrepen, te kunnen vervoeren en die daartoe zijn bestemd. Uitzonderingen: Niet onderworpen aan de artikelen 5 tot 9 van de verordening is het nationaal vervoer door de volgende voertuigen: a) voertuigen van, of zonder bestuurder gehuurd door, de overheid voor wegvervoer dat de particuliere vervoersondernemingen niet beconcurreert; b) voertuigen voor goederenvervoer van, of zonder bestuurder gehuurd door landbouw-, tuinbouw-, bosbouw-, veeteelt- of visserijbedrijven die in het kader van hun eigen beroepsactiviteit worden gebruikt voor ritten binnen een straal van 100 km rond de vestigingsplaats van het bedrijf; c) land- en bosbouwtrekkers die worden gebruikt voor land- of bosbouw-werkzaamheden, binnen een straal van 100 km rond de vestigingsplaats van het bedrijf dat het voertuig bezit, huurt of least; d) voertuigen of combinaties van voertuigen met een toegestane maximummassa van ten hoogste 7,5 ton, die worden gebruikt: - door leveranciers van de universele dienst als gedefinieerd in artikel 2, punt 13, van Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst, om zendingen te leveren in het kader van de universele dienst; of Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
1
EUROPESE EG-VERORDENING 561/2006
Memofiche
8
-
voor het vervoer van materiaal, apparatuur of machines die de bestuurder beroepshalve gebruikt. Deze voertuigen mogen alleen binnen een straal van 50 km rond de vestigingsplaats van het bedrijf worden gebruikt en op voorwaarde dat dit vervoer niet de hoofdactiviteit van de bestuurder is; e) voertuigen die worden gebruikt voor autorijlessen en –examens met het oog op het behalen van een rijbewijs of een getuigschrift van vakbekwaamheid, voor zover ze niet worden gebruikt voor het commerciële goederen- of personenvervoer; f) voertuigen die worden gebruikt in verband met de rioleringsdienst, diensten ter bescherming tegen overstromingen, diensten met betrekking tot de water-, gas of elektriciteitsvoorziening, het onderhoud van en het toezicht op wegen, de huis-aanhuisophaling en verwijdering van huishoudelijk afval, diensten van telegrafie en telefonie, radio- en televisie-uitzendingen, evenals voor de opsporing van zend- of ontvangstapparatuur voor radio en televisie; g) voertuigen met 10 tot 17 zitplaatsen die uitsluitend worden gebruikt voor niet-commercieel personenvervoer; h) speciaal voor het vervoer van circus- of kermismateriaal uitgeruste voertuigen; i) speciaal uitgeruste voertuigen voor mobiele projecten, die in stilstand voornamelijk als educatieve inrichting bedoeld zijn; j) voertuigen voor het ophalen van melk op de boerderijen en het terugbrengen van melkbussen of zuivelproducten voor de veevoeding naar de boerderijen; k) speciaal voor geld- en/of waardetransporten uitgeruste voertuigen; l) voertuigen gebruikt voor het vervoer van niet voor menselijke consumptie bestemde geslachte dieren of slachtafval; m) voertuigen die uitsluitend gebruikt worden op wegen binnen hubfaciliteiten, zoals havens, intermodale overslaghavens en spoorwegterminals; n) voertuigen voor het vervoer van levende dieren van de boerderijen naar de plaatselijke markten en omgekeerd, of van de markten naar de plaatselijke slachthuizen binnen een straal van 50 km. o) voertuigen die gebruikt worden voor geregelde diensten van personenvervoer over een traject van niet meer dan 50 km; p) voertuigen waarvan de toegestane maximumsnelheid niet meer dan 40 km per uur bedraagt; q) voertuigen van , of zonder bestuurder gehuurd door, de strijdkrachten, civiele bescherming, brandweer en korpsen voor de handhaving van de openbare orde voorzover het vervoer plaatsvindt in het kader van de taak waarmee deze organen zijn belast en onder hun controle valt; r) voertuigen, met inbegrip van voertuigen gebruikt bij niet-commerciële vervoersoperaties met betrekking tot humanitaire hulp, die gebruikt worden in noodsituaties of voor reddingsoperaties; s) speciaal voor medische doeleinden gebruikte voertuigen; t) voertuigen die speciaal zijn uitgerust voor reparaties en wegslepen, binnen een straal van 100 km rond hun standplaats; u) voertuigen die op de weg worden beproefd met het oog op de technische ontwikkeling, reparaties of onderhoud, en nieuwe of vernieuwde voertuigen die nog niet in gebruik zijn genomen; Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
2
EUROPESE EG-VERORDENING 561/2006
Memofiche
8
v) voertuigen of een combinatie van voertuigen die worden gebruikt voor niet-commercieel goederenvervoer en waarvan de toegestane maximummassa niet meer dan 7,5 ton bedraagt; w) commerciële voertuigen die krachtens de wetgeving van de lidstaat waar ermee wordt gereden een historisch statuut hebben, en die voor niet-commercieel vervoer van personen of goederen wordt gebruikt. OPGELET: De bepalingen van de AETR dienen in overeenstemming te worden gebracht met de bepalingen van deze verordening opdat de belangrijkste bepalingen van deze verordening, middels de AETR, van toepassing zouden zijn op zulke voertuigen voor enig deel van de rit dat wordt afgelegd binnen de Gemeenschap. In afwachting van deze afstemming de bepalingen die specifiek voor de AETR blijven zijn onder AETR vermeld. Niet onderworpen op het nationaal en internationaal transport. a) voertuigen die gebruikt worden voor geregelde diensten van personenvervoer over een traject van niet meer dan 50 km; b) voertuigen waarvan de toegestane maximumsnelheid niet meer dan 40 km per uur bedraagt; c) voertuigen van, of zonder bestuurder gehuurd door, de strijdkrachten, civiele bescherming, brandweer en korpsen voor de handhaving van de openbare orde voor zover het vervoer plaatsvindt in het kader van de taak waarmee deze organen zijn belast en onder hun controle valt; d) voertuigen, met inbegrip van voertuigen gebruikt bij niet-commerciële vervoersoperaties met betrekking tot humanitaire hulp, die gebruikt worden in noodsituaties of voor reddingsoperaties; e) speciaal voor medische doeleinden gebruikte voertuigen; f) voertuigen die speciaal zijn uitgerust voor reparaties en wegslepen, binnen een straal van 100 km rond hun standplaats; g) voertuigen die op de weg worden beproefd met het oog op de technische ontwikkeling, reparatie of onderhoud, en nieuwe of vernieuwde voertuigen die nog niet in gebruik zijn genomen; h) voertuigen of een combinatie van voertuigen die worden gebruikt voor niet-commercieel goederenvervoer en waarvan de toegestane maximummassa niet meer dan 7,5 ton bedraagt; i) commerciële voertuigen die krachtens de wetgeving van de lidstaat waar ermee wordt gereden een historisch statuut hebben, en die voor niet-commercieel vervoer van personen of goederen worden gebruikt.
Rijtijden •
•
Dagelijkse rijtijd: mag niet meer bedragen dan 9u; hij mag twee keer in de loop van de week verlengd worden tot 10u; Ononderbroken rijtijd: Na een rijperiode van vier en een half uur neemt de bestuurder een aaneengesloten onderbreking van ten minste vijfenveertig minuten. Deze onderbreking kan worden vervangen door een onderbreking van ten minste 15 minuten gevolgd door een onderbreking van ten minste 30 minuten die elk zodanig tijdens de periode worden ingelast.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
3
EUROPESE EG-VERORDENING 561/2006
Memofiche
8
AETR: na vier en een half uur rijden moet er een onderbreking van de rijtijd zijn van 45 minuten of moeten één of meer onderbrekingen van ten minste 15 minuten worden ingelast tijdens of onmiddellijk na de vier en een half uur rijtijd; • Tweewekelijkse rijtijd: mag over 2 opeenvolgende weken mag niet meer dan 90u bedragen; • De wekelijkse rijtijd mag niet meer bedragen dan 56 uur, waarbij de maximale wekelijkse arbeidstijd van 60 uur niet mag worden overschreden.
Rusttijden •
Dagelijkse rusttijd: bedraagt per periode van 24 uur 11 achtereenvolgende uren of 3 keer 9u per week. De normale dagelijkse rusttijd kan ook worden opgesplitst in twee perioden, waarvan de eerste ten minste drie ononderbroken uren bedraagt en de tweede ten minste negen ononderbroken uren bedraagt. De compensatie van verkorte dagelijkse rusttijden is niet langer nodig. AETR: bedraagt per periode van 24 uur 11 achtereenvolgende uren of 3 keer 9u per week mits compensatie voor het eind van de volgende week of 12 u wanneer de rust wordt onderbroken in twee of drie afzonderlijke perioden waarbij één van die perioden ten minste 8u achtereenvolgende uren moet bedragen in een periode van 24u; Bij internationaal ongeregeld personenvervoer kan de wekelijkse rusttijd naar het einde van de twaalfde dag worden verschoven, indien de totale rijtijd tijdens de twaalf dagen niet meer bedraagt dan het maximum dat overeenkomt met twaalf dagelijkse rijtijden. •
Wekelijkse rusttijd (na zes periodes van 24 uur): bedraagt een periode van rust van ten minstens 45 uur die om de twee weken kan worden bekort tot minimaal 24 achtereenvolgende uren (de rusttijd tussen 24 uur en 44 uur is als verkorte rusttijd beschouwd). De verkorting moet evenwel worden gecompenseerd door een equivalente periode van rust die voor het einde van de derde week na de betrokken week in zijn geheel moet worden genomen. AETR: bedraagt 45 achtereenvolgende uren of 36 achtereenvolgende uren indien deze rust wordt opgenomen in de gebruikelijke standplaats van de chauffeur en mits compensatie binnen de drie weken of 24 achtereenvolgende uren indien deze wordt opgenomen buiten de gebruikelijke standplaats van de chauffeur of het voertuig mits compensatie binnen de drie weken door een even grote onafgebroken rusttijd.
Meest voorkomende inbreuken: -
Overschrijding van de dagelijkse rijtijd; Geen of onvoldoende rij-onderbrekingen; Onvoldoende dagelijkse rusttijden; Onvoldoende wekelijkse rust; Overschrijding rijtijd over de twee weken.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
4
Memofiche
EUROPESE EG-VERORDENING 561/2006
RIJTIJDEN EN ONDERBREKINGEN EG 561/2006 Aard Duur Max DUUR van een ononderbroken rijtijd
8
Opmerkingen
Noot
4u30
Verplichte onderbreking na een ononderbroken rijtijd
Ten minste 45‘
Tenzij de bestuurder aan een rusttijd begint.
Na elke 45’ onderbeking begint een nieuwe rijtijd.
Er moet echter steeds voldaan worden aan de regel: Per 4u30’: tenminste 45’ onderbreking
Telt niet mee als dagelijkse rusttijd !!
Of onderbrekingen van minimum 15‘ binnen de 4u30’ gevolgd door minimum 30’ tijdens de periode Maximum duur van de dagelijkse rijtijd
9u
Maximum duur van de rijtijd voor een periode van 2 opeenvolgende weken
Mag 2 maal per week verlengd worden tot 10 u
Dus Max 56 u rijtijd in 1 week
90 u
RUSTTIJDEN EG 561/2006 Duur dagelijkse rusttijd
Tijdens een periode van
Opmerkingen
Noot
Één bestuurder Algemene regel Mag maximaal 3 keer bekort worden tot
11u 3u + 9u
24u
9u mag niet gesplitst worden
24u
9u
30 uur
Voorafgaand aan het tijdstip van controle
Na voorafgaande dagelijkse rust
Twee bestuurders Algemene regel
De bijrijder kan zijn dagelijkse rusttijd niet nemen tijdens de rit
De bestuurder die zijn voertuig begeleidt dat per veerboot of trein wordt vervoerd, mag de normale dagelijkse rusttijd ( 11Hr of 3=9Hr) 2 maal onderbreken indien deze onderbrekingen elk niet langer duren dan 1 uur
DE WEKELIJKSE RUSTTIJD EG 561/2006 Duur Algemene regel
45 u
Mag bekort worden tot 24 u
Opmerking
Noot
Hierin is een dagelijkse rusttijd inbegrepen Mag in voertuig indien uitgerust met slaapplaats
Mits voor het einde van de derde week daaropvolgend een compensatierusttijd wordt genoten
De wekelijkse rusttijd moet in acht worden genomen na een maximum van 6 x 24 Hr te rekenen vanaf het einde van vorige de wekelijkse rusttijd. Een wekelijkse rusttijd die in één week begint en zich in de volgende week uitstrekt, kan bij de ene of de andere week worden gevoegd.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
5
EUROPESE EG-VERORDENING 561/2006
Memofiche
8
Vertonen van de registratiebladen GECONTROLEERD VOERTUIG MET ANALOGE TACHOGRAAF
GECONTROLEERD VOERTUIG MET DIGITALE TACHOGRAAF
Bestuurder heeft voordien zowel met analoge als met digitale tachograaf uitgerust voertuig gereden:
Bestuurder heeft voordien zowel met analoge als met digitale tachograaf uitgerust voertuig gereden:
-
schijf van de controledag + schijven voorafgaande dagen in periode van 28 dagen wanneer hij reed met een analoge tachograaf uitgerust voertuig
-
schijven voorafgaande dagen in periode van 28 dagen wanneer hij reed met een analoge tachograaf uitgerust voertuig
-
handmatig opgetekende gegevens + afdrukken van de voorafgaande dagen in periode van 28 dagen wanneer hij reed met een digitaal uitgerust voertuig indien de bestuurderskaart werd verloren, gestolen of beschadigd
-
handmatig opgetekende gegevens + afdrukken van de voorafgaande dagen in periode van 28 dagen wanneer hij reed met een digitaal uitgerust voertuig indien de bestuurderskaart werd verloren, gestolen of beschadigd
-
bestuurderskaart
-
bestuurderskaart
Bestuurder heeft voordien enkel met een analoge tachograaf uitgerust voertuig gereden: -
schijf van de controledag + 28 voorafgaande dagen
Bestuurder heeft voordien enkel met een analoge tachograaf uitgerust voertuig gereden: -
schijven 28 voorafgaande dagen
-
bestuurderskaart
Bestuurder heeft voordien enkel met een digitale tachograaf uitgerust voertuig gereden: -
schijf van de controledag
-
handmatig opgetekende gegevens + afdrukken van de voorafgaande 28 dagen indien de bestuurderskaart werd verloren, gestolen of beschadigd
-
bestuurderskaart
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
Bestuurder heeft voordien enkel met een digitale tachograaf uitgerust voertuig gereden: -
handmatig opgetekende gegevens + afdrukken van de voorafgaande dagen in periode van 28 dagen wanneer hij reed met een digitaal uitgerust voertuig indien de bestuurderskaart werd verloren, gestolen of beschadigd
-
bestuurderskaart
6
Memofiche
EUROPESE EG-VERORDENING 3821/85
9
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit √
Federale en Lokale Politie √
Douane en Accijnzen (√)
TSW
SI
RSZ
FLI
√
Wettelijke bepalingen: 9 Wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter uitvoering van internationale verdragen en akten inzake vervoer over de weg, spoorweg of de waterweg. 9 EG verordening 3821/85 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer 9 Koninklijk Besluit van 14 juli 2005 houdende uitvoering van de EEG-Verordening nr. 3821/85 van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer.
Toepassingsgebied: De Europese verordening 3821/85 is van toepassing in het wegvervoer ongeacht het gaat om vervoer voor eigen rekening dan wel voor derden en zowel op loontrekkende als zelfstandigen. Uitzondering: het gebruik van het controleapparaat is niet verplicht voor voertuigen die deel uit maken van de uitzonderingen opgenomen in fiche 8 hiervoor.
Tachograafschijven (analoog tachograaf) Algemene richtlijnen inzake gebruik - De bestuurder moet voor iedere dag dat hij rijdt, een tachograafschijf gebruiken vanaf het tijdstip dat hij het voertuig bestuurt; - De tachograafschijf mag niet voor het einde van de dagelijkse werktijd uit het apparaat worden genomen, tenzij dit toegestaan is (o.a. bij een wegcontrole, op verzoek van de controleur, waarbij deze op de achterzijde vermeldt dat hij de betrokken schijf gecontroleerd heeft, ingeval van voertuigwissel in de loop van de arbeidsdag, bij dubbele bemanning, bij een niet-correcte werking van de tachograaf, waarbij de bestuurder verplicht is de nodige gegevens manueel aan te brengen, ingeval de tachograafschijf beschadigd is, waarbij de beschadigde schijf vervangen wordt door een nieuwe schijf) - Geen enkele tachograafschijf mag worden gebruikt voor een langere periode dan die waarvoor ze bestemd is; - De bestuurder moet erop toezien dat de tijdsaanduiding op de schijf overeenkomt met de wettelijke tijd van het land waar het voertuig ingeschreven is (de bestuurder hoeft dus bij een overtocht naar Groot-Brittannië zijn tachograafklok niet te herzetten als hij daar toekomt). Registratie van de tijdsgroepen De chauffeur moet met de schakelorganen het juiste tijdsgebruik weergeven zodat onderscheid kan worden gemaakt tussen rijtijd, andere werktijden, tijden van aanwezigheid op het werk, arbeidsonderbrekingen en rusttijden. Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
1
Memofiche
EUROPESE EG-VERORDENING 3821/85
9
Bij een automatische tachograaf wordt de rijtijd automatisch geregistreerd. Dit ontslaat de chauffeur evenwel niet van de verplichting om het schakelorgaan correct te gebruiken wanneer hij andere activiteiten uitoefent. Verplichte vermeldingen (modeldocument bijgevoegd) • bij aanvang van het gebruik van de schijf: - naam en voornaam (moet volledig vermeld worden, initiale zijn niet toegelaten); - datum en plaats waar de schijf in de tachograaf werd gestoken; - kentekenplaat van het bestuurde voertuig; - beginkilometerstand; • aan het einde van het gebruik van de schijf: - datum en plaats waar de schijf uit de tachograaf wordt genomen; - eindkilometerstand; • bij het wisselen van voertuig in de loop van de arbeidsdag. De aan te brengen gegevens kunnen schematisch als volgt voorgesteld worden: Aanvang arbeidsdag: begin gebruik schijf op voertuig 1 - naam en voornaam chauffeur - plaats en datum aanvang gebruik schijf - immatriculatieplaat voertuig 1 - kilometerstand aanvang gebruik schijf Voertuigwissel begin gebruik schijf op voertuig 2 - kilometerstand verlaten voertuig 1 - kilometerstand overgenomen voertuig 2 - immatriculatieplaat voertuig 2 - tijdstip van voertuigwissel Einde arbeidsdag bij einde gebruik schijf op voertuig 2 - plaats einde gebruik schijf - datum einde gebruik schijf - kilometerstand overgenomen voertuig 2
op voorzijde op voorzijde op voorzijde op voorzijde op voorzijde op keerzijde op keerzijde op keerzijde op voorzijde op voorzijde op keerzijde
Bewaren van de tachograafschijven In het voertuig: de bestuurder moet op verzoek van de met controle belaste ambtenaren de tachograafschijven kunnen tonen van de dag zelf en van de 28 voorafgaande dagen. In de onderneming: op de zetel van de onderneming moeten de registratiebladen na gebruik ten minste één jaar geordend bewaard worden en moeten op verzoek van de controleambtenaren kunnen voorgelegd worden.
Meest voorkomende inbreuken: -
Afwezigheid of niet gebruik controleapparaat; Herstelling niet uitgevoerd door erkende installateur; Afwezigheid van de verzegelingen of onregelmatige verzegelingen; Niet toezien op de juiste werking van het apparaat;
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
2
EUROPESE EG-VERORDENING 3821/85 -
Memofiche
9
Geen, verkeerde of meerdere registratiebladen; Onvolledige gegevens op het registratieblad; Geen of onjuist gebruik van de tijdsgroepen; Gebruik van het registratieblad méér dan 24 uur; Het voorleggen van “valse” attesten van non-activiteit” om zo het teveel aan rijtijd te verdoezelen;
Fraudes inzake het controleapparaat -
Handelingen om zich te onttrekken aan de controles; Vervalsingen geregistreerde gegevens; Uitwissen van geregistreerde gegevens; Vernietigen van geregistreerde gegevens; Manipulaties van het registreerapparaat; doormiddel van externe voorwerpen en toestellen (kabels, draden, paperclips, impulsmeters, enz…); Verbreken van verzegelingen; Selectieknop van de tachograaf wijzigen; De k-waarde (aantal impulsen per kilometer dat de tachograaf van de versnellingsbak van het voertuig ontvangt) veranderen, stemt dus niet méér overeen met installatieplaatje; Verandering van het wegdraaital/wegimpulstal (W – factor); Uitschakelen van zekeringen waardoor de voeding van de tachograaf wordt uitgeschakeld of dat de verbinding tussen de impulsgever en de tachograaf wordt onderbroken; Door verandering van de bandenomtrek; Door verbuiging van de stiften van de tachograaf;
Digitale tachograaf De nieuwe voertuigen ingeschreven in België vanaf 5 augustus 2005 moeten uitgerust zijn met een digitale tachograaf. De bestuurderskaart De bestuurderskaart is persoonlijk en onoverdraagbaar, ze mag enkel afgeleverd aan een persoon die aan de volgende voorwaarden voldoet: - zijn normale verblijfplaats in België hebben: deze voorwaarde betekent dat de aanvrager zijn officiële woonplaats in België heeft of gewoonlijk minstens 185 dagen in België verblijft gedurende een burgerlijk jaar; - houder zijn van een rijbewijs van categorie B(E), C(E), D(E); - een voertuig bestemd om personen of goederen te vervoeren waarop het reglement (EG) 561/2006 (rij- en rusttijd) van toepassing is, besturen of bekwaam zijn, leeg of geladen, te besturen; - geen houder zijn van een geldige bestuurderskaart uitgegeven in België of in een ander land. Bewaren van de gegevens - De in het geheugen van de voertuigunit opgeslagen gegevens worden overgebracht naar een beveiligd extern medium ten minste om de twee maanden te rekenen vanaf de laatste overbrenging. Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
3
EUROPESE EG-VERORDENING 3821/85 -
-
Memofiche
9
Indien het voertuig uit het verkeer wordt genomen of ter beschikking gesteld van een ander bedrijf in enigerlei vorm, worden de in het geheugen van de voertuigunit opgeslagen gegevens overgebracht voor de lopende periode sinds de laatste overbrenging. De in het geheugen van de bestuurderskaart opgeslagen gegevens worden overgebracht naar beveiligde externe media ten minste om de eenentwintig dagen vanaf de laatste overbrenging. De in het geheugen van de bestuurderskaart opgeslagen gegevens worden overgebracht voor de lopende periode sinds de laatste overbrenging, wanneer de bestuurder zijn activiteiten binnen het bedrijf stopzet of vóór de kaart voor vervanging of vernieuwing naar de bevoegde instelling teruggestuurd wordt. Een overbrenging van de gegevens over een bepaalde periode kan door de in § 4 bedoelde ambtenaren geëist worden. Het bedrijf bewaart de overgebrachte gegevens ten minste twee jaar. De overgebrachte gegevens uit het geheugen van de voertuigunit van alle voertuigen van een zelfde bedrijf en uit het geheugen van de bestuurderskaart van alle door dit bedrijf tewerkgestelde bestuurders, worden bewaard op een zelfde beveiligde plek waartoe slechts gerechtigde personen toegang hebben.
Patronaal attest ter staving van afwezigheden Lidstaten zijn niet verplicht het gebruik van dit formulier voor te schrijven. Indien een lidstaat het gebruik van een formulier verplicht in geval van ziekteverlof, jaarlijkse vakantie en indien een bestuurder met een voertuig heeft gereden dat niet aan de EG verordening of de AETR overeenkomst is onderworpen , dan moet het vastgestelde standaardformulier voor zulke doeleinden als geldig document worden erkend. Lidstaten hebben de mogelijkheid om het gebruik van het formulier op hun grondgebied voor alle betrokken bestuurders te verplichten Alle in het formulier opgenomen velden moeten ingetypt worden. Het attest moet door een afgevaardigde van de firma en de bestuurder voor het begin van de rijtijd ondertekend worden. Te noteren valt dat de Belgische wetgeving voorziet dat indien de bestuurder voor een periode die gelijk is of langer dan een dag niet gereden heeft wegens bepaalde omstandigheden zoals verlof, ongeval, ziekte, dagelijkse of wekelijkse rust, en geen registratiebladen van zijn tachograaf of gegevens op zijn bestuurderskaart betreffende deze periodes kan voorleggen, hij deze afwezigheden kan staven bij middel van een origineel attest van zijn werkgever. In voorkomend geval moet het attest aan volgende voorwaarden voldoen: - opgesteld worden op papier met briefhoofd van het bedrijf; - volledig getypt, inbegrepen de datum van begin en einde van de afwezigheid; - ondertekend door een verantwoordelijke van het bedrijf, de gedelegeerd bestuurder, zaakvoerder, de directeur-generaal of de personeelsdirecteur met duidelijke vermelding van zijn naam, voornaam, functie en telefoonnummer. Meer documentatie kan steeds bekomen worden op http://ec.europa.eu/transport/road/policy/social_provision/social_form_en.htm
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
de
site
4
EUROPESE EG-VERORDENING 3821/85
Memofiche
9
Meest voorkomende inbreuken: -
Afwezigheid of niet gebruik controleapparaat; Niet toezien op de juiste werking van het apparaat; Geen of onjuist gebruik van de tijdsgroepen; Het voorleggen van “valse” attesten van non-activiteit” om zo het teveel aan rijtijd te verdoezelen; Bij controle wordt vastgesteld dat de bestuurder niet met zijn eigen bestuurderskaart rijdt.
Fraudes inzake het controleapparaat -
Plaatsen van een trekstaal op de versnellingsbak. Hierdoor komen er geen impulsen meer in het apparaat en wordt er rust weergegeven door het controleapparaat.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
5
EUROPESE EG-VERORDENING 3821/85
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
Memofiche
9
6
EUROPESE EG-VERORDENING 3821/85
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
Memofiche
9
7
Memofiche
EUROPESE SOCIALE ZEKERHEID
10
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie (√)
Douane en Accijnzen
TSW
SI
RSZ
√
√
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 EU-Verordening 1408/71 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen; 9 Het Besluit 162 van de Administratieve Commissie van 31 mei 1996 betreffende de uitlegging van art. 14, lid 1 en van art.ter, lid 1, van de EU-Verordening nr. 1408/71 van de Raad betreffende de wetgeving die van toepassing is op gedetacheerde werknemers.
Principe: Art. 3 van de wet van 28/11/1969 betreffende de Sociale Zekerheid stelt : “ Onverminderd het bepaalde in internationale overeenkomsten en verordeningen inzake sociale zekerheid en artikel 13, tweede lid, van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid, is deze wet van toepassing op de werknemers die in België in dienst zijn van een in België gevestigde werkgever of verbonden zijn aan een in België gevestigde exploitatiezetel.” Als algemeen principe geldt dat een werknemer die beroepsactiviteiten uitoefent op het grondgebied van een bepaalde staat, in principe zal onderworpen zijn aan het sociaal zekerheidsstelsel van die staat (art. 13 van de Verordening 1408/71). Art. 14 1. b) van de Verordening 1408/71 legt de principes vast inzake internationaal vervoer waarbij er arbeidsprestaties geleverd worden op het grondgebied van twee of meer lidstaten. Hierbij geldt dat op de werknemer bij het internationale vervoer die op het grondgebied van twee of meer lidstaten werkzaam is en tot het rijdend personeel behoort in dienst van een onderneming welke voor rekening van andere of voor eigen rekening personen of goederen over de weg vervoert en op het grondgebied van een lidstaat haar zetel heeft, de wetgeving van laatstbedoelde staat van toepassing is. Niettemin: • Is op de werknemer die bij een filiaal of een vaste vertegenwoordiging van die onderneming werkzaam is op het grondgebied van een andere lidstaat dan die op het grondgebied waarvan zij haar zetel heeft, de wetgeving van de lidstaat op het grondgebied waarvan zich dit filiaal of die vaste vertegenwoordiging bevindt, van toepassing (Art 14, 2 a,i); • Is op de werknemer die in hoofdzaak werkzaam is op het grondgebied van de lidstaat waar hij woont, de wetgeving van die staat van toepassing, zelfs indien de onderneming waarbij hij werkzaam is, noch haar zetel, noch een filiaal, noch een vaste vertegenwoordiging op dit grondgebied heeft (Art; 14,2 a, ii);.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
1
EUROPESE SOCIALE ZEKERHEID
Memofiche
10
Bij deze laatste uitzondering, kan onder andere “cabotagevervoer” voorkomen (zie EUVerordening 3118/93) d.w.z. het feit dat ondernemers in beroepsgoederenvervoer, die houder zijn van een de communautaire vergunning worden in vastgestelde voorwaarde toegelaten tot het tijdelijk verrichten van binnenlands beroepsgoederenvervoer over de weg in een andere Lid-Staat, hierna te noemen “cabotagevervoer”, respectievelijk “lid-Staat van ontvangst”, zonder aldaar een zetel of andere vestiging te hebben. Het tijdelijk karakter van de notie van “cabotagevervoer” is in de EU-Verordening niet omgeschreven maar heeft toch een grote invloed op de notie van “hoofdzaak werkzaam” zoals vermeld in de EU Verordening 1408/71 in verband met sociale zekerheid. Zo, hoe kan men de grens tussen hoofdzakelijke en bijkomstige werkzaamheid kennen in verband met sociale zekerheid of de grens tussen tijdelijk en duurzaam “cabotagevervoer”. Op Europees vlak, is het niet mogelijk die verschillen te geven omdat elke Lid-Staat zijn eigen interpretatie heeft. In België bijvoorbeeld, is “cabotagevervoer” volledig toegelaten, zonder enige voorwaarden. In Groot Brittannië moet de onderneming bewijzen dat het voertuig tenminste een keer per maand in zijn land terugkomt. Hetzelfde geldt voor de sociale zekerheid: In België heeft een werkzaamheid een hoofdzakelijke karakter als men er meer dan 50 procent van de werktijd uitvoert en in Nederland is het 70 procent die toegepast wordt. Er dient opgemerkt te worden dat werknemers en zelfstandigen uit de sector van het internationale vervoer van personen of goederen een LIMOSA melding moeten doen bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (zie fiche 39- LIMOSA). Het uitvoeren van gerichte controles beoogt onregelmatige of onrechtsmatige detacheringen op te storen en te bestrijden met het oog op het maximaal vrijwaren van het concurrentievermogen van de bonafide ondernemingen. Tevens wordt er op toegezien dat de migrerende werknemers aan de toepassing van iedere nationale wetgeving zouden ontsnappen of aan meerdere sociale zekerheidsregelgevingen zouden onderworpen zijn.
Meest voorkomende inbreuken: In feite kan men niet spreken over inbreuken tegen de EU-verordening. De Verordening 1408/71 en het Besluit 162 bepalen alleen in welk land de werknemer onderworpen is. Eens dit bepaald, is de nationale wetgeving van toepassing, in casu de Wet van 27/06/1969 en het KB van 28/11/1969 tot uitvoering van de Wet van 27/06/1969. Belgische werknemers die (nagenoeg) uitsluitend in België arbeidsprestaties leveren voor een buitenlandse werkgever moeten worden onderworpen aan de Belgische sociale zekerheid.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
2
Memofiche
EUROVIGNET
11
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit (√)
Federale en Lokale Politie (√)
Douane en Accijnzen √
TSW
SI
RSZ
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet overeenkomstig richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993 (BS van 31 december 1994) gewijzigd door de wet van 10 april 1995 houdende diverse fiscale bepalingen (BS van 24 mei 1995), door de wet van 13 maart 2001 (BS van 30 maart 2001) en door de wet van 10 juni 2001 (BS van 23 juni 2001). 9 Koninklijk Besluit van 9 januari 1995 ter uitvoering van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet, overeenkomstig richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993 (BS van 19 januari 1995). 9 Koninklijk Besluit van 8 september 1997 tot bepaling van het wegennet waarop het eurovignet van toepassing is (BS van 21 oktober 1997). 9 Koninklijk Besluit van 19 december 2001 ter uitvoering van de artikelen 8, 12 en 13, van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet overeenkomstig richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993 (BS van 29 december 2001). 9 Ministerieel Besluit van 9 januari 1995 ter uitvoering van de wet van 27 december 1994 (BS van 21 januari 1995).
Principe: Het eurovignet is heden een elektronische registratie. Een fysieke controle van het document is dus niet meer mogelijk. Het eurovignet is toepasselijk op elk voertuig of samenstel van voertuigen, ongeacht het land van inschrijving, dat uitsluitend bestemd is voor het vervoer van goederen over de weg en waarvan de maximaal toegelaten massa ten minste 12 ton bedraagt. De voertuigen ingeschreven in België en die gebruikt worden op de openbare weg zijn op het grondgebied van België onderworpen aan een eurovignet, uitgezonderd de wettelijke vrijgestelde. Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
1
EUROVIGNET
Memofiche
11
De voertuigen ingeschreven in het buitenland en de voertuigen voorzien van een kentekenplaat "handelaar" zijn enkel onderworpen aan een eurovignet wanneer zij op het door de Koning aangeduide wegennet rijden. De douanediensten verifiëren of de inschrijving in het gegevensbestand "eurovignet" nog geldig is en de juiste gegevens bevat omtrent het aantal assen.
Meest voorkomende inbreuken: -
Er is geen eurovignet. Te lage tariefklasse (het eurovignet stemt niet overeen met het aantal assen). Eurovignet is vervallen (minder dan een maand of meer dan een maand). De kentekenplaat van het voertuig stemt niet overeen met deze vermeld op het vignet.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
2
Memofiche
FEESTDAGEN
12
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie (√)
Douane en Accijnzen
TSW
SI
RSZ
FLI
√
Wettelijke bepalingen: 9 Wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen.
Principe: Tewerkstelling op feestdagen is alleen toegelaten in de gevallen waarop zondagsarbeid toegelaten is. Ondernemingen van vervoer te land en in de lucht mogen op zon- en feestdagen werken. Ingeval van tewerkstelling op een feestdag heeft de werknemer recht op inhaalrust. De werknemer heeft recht op het normale loon voor elke feestdag, vervangingsdag of inhaalrustdag. De 10 wettelijke feestdagen tijdens de welke de werknemers niet mogen worden tewerkgesteld en waarvoor ze recht op loon hebben zijn de volgende: - 1 januari (Nieuwjaar) - Paasmaandag - 1 mei (Dag van de Arbeid) - Onze Lieve Heer Hemelvaart - Pinkstermaandag - 21 juli (Nationale feestdag) - 15 augustus (Onze Lieve Vrouw Tenhemelopneming) - 1 november (Allerheiligen) - 11 november (Wapenstilstand) - 25 december (Kerstmis)
Meest voorkomende inbreuken: -
Het niet betalen van feestdagen; Geen inhaalrust verlenen voor een feestdag; Een feestdag betalen aan een te laag loon.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche opgesteld op 15/05/2004
1
Memofiche
FLEXIBELE ARBEIDSREGELING
13
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie (√)
Douane en Accijnzen
TSW
SI
RSZ
FLI
√
Wettelijke bepalingen: 9 Wet van 17 maart 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen - CAO nr. 42 van 2 juni 1987.
Principe: Doel: aan de werkgevers en de ondernemingen een aantal bijkomende mogelijkheden bieden om af te wijken van de vastgelegde grenzen inzake arbeidsduur, betaalde feestdagen, zondagarbeid, (over)loon. In de sector van het goederenvervoer werd van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Er werd in uitvoering van deze Wet een CAO afgesloten die bepaalt dat: - er maximum 12 uren per dag mag gewerkt worden; - de arbeidsduur over een periode van zesmaanden mag gespreid worden en niet meer dan 988 uren per zesmaanden mag bedragen of een gemiddelde van 38 uren per week; - het aantal gecumuleerde overuren (boven de 38 uren per week) mag nooit meer dan 65 uren bedragen, deze grens van 65 uren kan opgetrokken worden tot 130 uren in het kader van een buitengewone vermeerdering van werk of van een onvoorzienbare noodzakelijkheid; - er pas overloon (50% toeslag) moet betaald worden voor: - arbeid boven de 12 uren per dag; - bij overschrijding van de interne grens van 65 uren (of 130 uren) en de 988 urengrens per semester voor arbeidsprestaties die de 9 uren en 40 uren (of een lagere grens) overschrijden. Zoals u vaststelt zijn de grenzen inzake arbeidsduur vastgelegd door de Belgische wetgever hoger en ruimer dan de Europese voorschriften (cfr. EG-Verordening 561/2006).
Meest voorkomende inbreuken: -
Het doen of laten verrichten van arbeid buiten de voorziene wettelijke bepalingen; Het niet betalen van een toeslag voor arbeid verricht buiten de voorwaarden vastgelegd door deze Wet; Het niet naleven van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur over een periode van zes maanden.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
1
Memofiche
MOTORBRANDSTOF
14
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie
Douane en Accijnzen √
TSW
SI
RSZ
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 9 9 9
Wet van 22 december 209 betreffende de algemene regeling inzake accijnzen. Programmawet van 27 december 2004. Wet van 10 juni 2006 betreffende de biobrandstoffen. Koninklijk Besluit van 10 maart 2006 betreffende koolzaadolie gebruikt als motorbrandstof. 9 Koninklijk besluit van 17 maart 2010 betreffende de algemene regeling inzake accijnzen. 9 Ministerieel Besluit van 27 oktober 2005 betreffende de belasting van energieproducten en elektriciteit. 9 Ministerieel besluit van 18 maart 2010 betreffende de algemene regeling inzake accijnzen.
Principe: Voor de controle op de aanwezigheid van rode merkstof en/of Solvent Yellow 124 alsmede van andere niet-toegelaten producten (illegale mengingen) in motorbrandstof gebruikt voor de aandrijving van motoren van voertuigen op de openbare weg wordt door de ambtenaren een monster van de brandstof genomen uit het reservoir. Indien de aanwezigheid van rode merkstof kan worden waargenomen wordt de overtreding onmiddellijk vastgesteld. In de andere gevallen wordt het monster voor analyse toegezonden aan het laboratorium van de administratie.
Meest voorkomende inbreuken: -
Illegale mengingen en onwettige aanwezigheid van merkstoffen.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
1
Memofiche
GOEDERENVERVOER
15
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit √
Federale en Lokale Politie √
Douane en Accijnzen (√)
TSW
SI
RSZ
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 CEMT/ECMT vergunning betreffende het beroepsgoederenvervoer tussen de Lidstaten die deel uitmaken van de Europese Conferentie van de Ministers van Transport; 9 Wet van 4 september 1962 houdende goedkeuring van het Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR) en van het protocol van ondertekening, afgesloten op 19 mei 1956, te Genève; 9 Verordening (EEG) nr. 881/92 van de Raad van 26 maart 1992 betreffende de toegang tot de markt van het goederenvervoer over de weg in de Gemeenschap van of naar het grondgebied van een lidstaat of over de het grondgebied van een of meer lidstaten en Verordening (EEG) nr. 3118/93 van de Raad van 25 oktober 1993 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vervoerondernemers worden toegelaten tot het beroep binnenlands goederenvervoer over de weg in het lidstaat waar zij niet gevestigd zijn, gewijzigd door Verordening (EEG) nr. 484/2002 van het Europees Parlement van de Raad van 1 maart 2002; 9 Verordening (EEG) 792/94 van 8 april 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de Verordening 3118/93 inzake goederenvervoer voor eigen rekening; 9 Richtlijn 96/26 (EEG) van 29 april 1996 inzake de toegang tot het beroep; 9 Wet van 3 mei 1999 betreffende het vervoer van zaken over de weg (BS van 30 juni 1999), gewijzigd door de wet van 24 maart 2003 (BS van 8 april 2003); 9 Verordening (EEG) 484/2002 van 1 maart 2002 tot wijziging van de Verordeningen (EEG) 881/92 en (EEG) 3118/93 teneinde een bestuurderskaart in te stellen; 9 Koninklijk besluit van 7 mei 2002 betreffende het vervoer van zaken over de weg; 9 Ministerieel besluit van 8 mei 2002 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 7 mei 2002 betreffende het vervoer van zaken over de weg. Elke natuurlijke persoon of vennootschap die het beroep van vervoerder wenst uit te voeren moet een vervoervergunning aanvragen. De vergunning nationaal vervoer (modeldocument bijgevoegd) en communautair vervoer (modeldocument bijgevoegd) worden afgegeven in de vorm van een origineel dat op de bedrijfszetel van de onderneming moet worden bewaard en een aantal voor eensluidend verklaarde afschriften, dat overeenstemt met het aantal beschikbare motorvoertuigen, die zich aan boord van het motorvoertuig bevinden. Wat de vergunningen internationaal vervoer (bilaterale en EMCT-vergunningen (modeldocument bijgevoegd) betreft, dient het origineel zich aan boord van het voertuig te bevinden. Zowel voor het vervoer dat wordt verricht met een in België ingeschreven voertuig als voor het vervoer dat wordt verricht met een in het buitenland ingeschreven voertuig, moet voor
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 15/03/2005
1
GOEDERENVERVOER
Memofiche
15
elke zending van het vervoer van zaken over de weg een vrachtbrief (CMR) (modeldocument bijgevoegd)worden opgemaakt. Bepaalde soorten vervoer zijn vrijgesteld. Een tweede soort vrachtbrief is de “verhuisvrachtbrief” die door de vervoerders mag gebruikt worden voor verhuizingen (modeldocument bijgevoegd). Een derde soort vrachtbrief is de “vrachtbrief voor het vervoer over korte afstand. Tenslotte bestaat ook een niet-genormaliseerde vrachtbrief voor transporten binnen België voor: - de afhaling en de bestelling aan huis van zaken voor of na een spoorwegvervoer; - de ophaling en distributie van zaken, voor zover het vervoer meer dan vier laadplaatsen of meer dan vier losplaatsen per dag omvat. Het bestuurdersattest (modeldocument bijgevoegd) is verplicht voor elk internationaal vervoer dat uitgevoerd wordt onder dekking van een communautaire vergunning, voor zover de bestuurder van het voertuig onderdaan is van een derde land dwz. een land dat geen lid is van de Europese Economische Ruimte Er wordt nazicht gedaan of het eigen vervoer is of vervoer voor rekening van derden waarbij er nazicht wordt gedaan of de vervoerder beschikt over de nodige vergunningen om het transport van de goederen te doen dit nationaal, communautair of internationaal. Deze goederen moeten tevens altijd vergezeld zijn van een bewijs van eigendom van de goederen bij eigen vervoer of een vrachtbrief - CMR welke de inhoud van het vervoer – aard goederen weergeeft bij vervoer voor rekening van derden.
Meest voorkomende inbreuken en fraude: -
Zonder vergunning of ongeldige vergunning voor nationaal, communautair of internationaal (inbegrepen ECMT, bilaterale of multilaterale) vervoer; Geen kopie of in voorkomend geval origineel van de vergunning aan boord van het voertuig; Geen geldige huurovereenkomst aan boord van een gehuurd voertuig; Geen geldige arbeidsovereenkomst of laatste loonbriefje voor de bestuurder die niet zelf huurder is van het voertuig; Geen bewijs vervoer voor eigen rekening; Overschrijding maximale toegelaten massa of de afmetingen hoger dan de toegelaten normen; Geen bestuurdersattest voorgelegd of niet correct ingevuld of niet meer geldig; Gebruik van vervalste exemplaren van de vervoervergunningen, vervalste data.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 15/03/2005
2
GOEDERENVERVOER
Memofiche
15
Inbreuken inzake vrachtbrief/CMR: -
Niet conform model van CMR; Geen vrachtbrief per zending; Onvolledig ingevulde CMR; Geen vervoerdocument voor distributie van zaken in België bij afhaling of bestelling van zaken aan huis, voorafgaand of aansluitend bij vervoer per spoor of ingeval van meer dan 4 laad- of losplaatsen.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 15/03/2005
3
GOEDERENVERVOER
Memofiche
15
Document: GROEN (recto)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 15/03/2005
4
GOEDERENVERVOER
Memofiche
15
Document: GROEN (verso)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 15/03/2005
5
GOEDERENVERVOER
Memofiche
15
Document: GEEL (recto)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 15/03/2005
6
GOEDERENVERVOER
Memofiche
15
Document: GEEL (verso)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 15/03/2005
7
GOEDERENVERVOER
Memofiche
15
Document: BLAUW (recto)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 15/03/2005
8
GOEDERENVERVOER
Memofiche
15
Document: BLAUW (verso)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 15/03/2005
9
GOEDERENVERVOER
Memofiche
15
Document: ROZE (recto)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 15/03/2005
10
GOEDERENVERVOER
Memofiche
15
Document: ROZE (verso)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 15/03/2005
11
GOEDERENVERVOER
Memofiche
15
Document: WIT [4 bladzijden (rood, blauw, groen, zwart)] (recto)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 15/03/2005
12
GOEDERENVERVOER
Memofiche
15
Document: WIT [4 bladzijden (rood, blauw, groen, zwart)] (verso)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 15/03/2005
13
GOEDERENVERVOER
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 15/03/2005
Memofiche
15
14
GOEDERENVERVOER
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 15/03/2005
Memofiche
15
15
INSCHRIJVING VAN DE VOERTUIGEN EN AANHANGWAGENS
Memofiche
16
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit √
Federale en Lokale Politie √
Douane en Accijnzen (√)
TSW
SI
RSZ
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 tot regeling van de inschrijving van de commerciële kentekenplaten voor motorvoertuigen en aanhangwagens; 9 Koninklijk Besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen; 9 Ministerieel Besluit van 23 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen.
Principe: Een voertuig mag slechts in het verkeer worden gebracht als het ingeschreven is en de nummerplaat draagt die bij de inschrijving wordt toegekend. Sommige voertuigen en aanhangwagens alsmede de bromfietsen zijn vrijgesteld van inschrijving. Onder bepaalde voorwaarden kunnen bouwers van voertuigen en aanhangwagens, koetswerkherstellers en detailhandelaars een proefritten en/of handelaarplaat verkrijgen.
Meest voorkomende inbreuken: -
Geen bewijs van inschrijving; Kentekenplaat is niet afgeleverd door DIV voor desbetreffende voertuig; Kentekenplaat niet duidelijk leesbaar vuil of ontkleurd; Kentekenplaat geplooid; Wettelijke verblijfplaats op identiteitskaart titularis verschilt met adres op kentekenbewijs; Overtreding op de voorwaarden van het gebruik van een handelaarkenteken of proefrittenkenteken.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche opgesteld op 15/05/2004
1
Memofiche
LOONBESCHERMING
17
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie (√)
Douane en Accijnzen
TSW
SI
RSZ
FLI
√
Wettelijke bepalingen: 9 Wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers.
Principe: Het loon voor de bedienden wordt één keer per maand betaald. Arbeiders ontvangen minimaal twee betalingen per maand (voorschot en saldo) met een tussenpauze van ten hoogste zestien dagen. Het loon moet betaald worden uiterlijk de vierde werkdag na de arbeidsperiode waarvoor de betaling geschiedt, of uiterlijk de zevende werkdag indien vermeld in het arbeidsreglement of bepaald bij CAO. Het loon omvat o.a. het geld waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft, de ARAB- en verblijfsvergoeding en de eindejaarspremie. Ingevolge de toepassing van de nieuwe arbeidsregeling heeft de werknemer bij elke betaalperiode recht op het gewone loon overeenstemmend met de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur zoals vastgesteld bij CAO. Enkel de wettelijke inhoudingen krachtens de fiscale en sociale wetgeving mogen op het loon ingehouden worden. Bij elke definitieve betaling wordt aan de werknemer een loonafrekening gegeven.
Meest voorkomende inbreuken: -
Het niet uitbetalen van het loon binnen de termijn vastgelegd in het arbeidsreglement; Het niet overhandigen van een afrekening bij elke definitieve betaling; Het in mindering brengen op het loon van andere dan de wettelijke inhoudingen.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche opgesteld op 15/05/2004
1
Memofiche
PERSONENVERVOER
18
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit √
Federale en Lokale Politie √
Douane en Accijnzen
TSW
SI
RSZ
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Besluitwet van 30 december 1946 betreffende het bezoldigd vervoer van personen over de weg met autobussen en met autocars; 9 Besluit van de Regent van 15 maart 1947 betreffende het bezoldigd vervoer van personen door middel van automobielen; 9 Regentbesluit van 20 september 1947 tot vaststelling van de algemene voorwaarden betreffende het geregeld vervoer en het ongeregeld vervoer. 9 Wet van 27 december 1974 betreffende de taxidiensten en uitvoeringsbesluiten; 9 Koninklijk Besluit van 15 september 1976 houdende reglement op de politie van personenvervoer per tram, premetro, metro, autobus en autocar; 9 Koninklijk Besluit van 5 september 1978 tot vaststelling van de voorwaarden inzake de toegang tot het beroep van ondernemer van nationaal en internationaal personenvervoer over de weg; 9 Koninklijk Besluit van 18 februari 1986 houdende uitvoering van reglement EEG 56/83; 9 Koninklijk Besluit van 25 maart 1986 tot vaststelling van de voorwaarden voor de afgifte van machtigingen tot het exploiteren van ongeregeld bezoldigd vervoer van personen; 9 Ministerieel Besluit van 25 maart 1986 houdende vaststelling van de voorwaarden inzake kwaliteit, waaraan de voertuigen gebruikt voor ongeregeld bezoldigd vervoer van personen moeten voldoen; 9 Verordening (EEG) nr. 684/92 van de Raad van 16 maart 1992 houdende gemeenschappelijke regels voor het internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen; 9 Verordening (EG) nr. 12/98 van de Raad van 11 december 1997 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vervoerondernemers worden toegelaten tot binnenlands personenvervoer over de weg in een lidstaat waar zij niet gevestigd zijn; 9 Verordening (EG) nr. 2121/98 van de Commissie van 2 oktober 1998 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordeningen van de Raad (EEG) nr. 684/92 en (EG) nr. 12/98 aangaande de documenten voor het personenvervoer met touringcars en autobussen; 9 Besluit van de Raad van 3 oktober 2002 (2002/917/EG) inzake de sluiting van de overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen(Interbus-overeenkomst). 9 Decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de openbare weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen. 9 Het besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2002 betreffende het geregeld vervoer, de bijzondere vormen van geregeld vervoer, het vervoer voor eigen rekening en het ongeregeld vervoer.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2008
1
PERSONENVERVOER
Memofiche
18
Principe: Het algemeen principe is dat niemand bezoldigd personenvervoer mag verrichten zonder machtiging. Aan de hand van deze machtiging wordt voor de Belgische autocars een exploitatievergunning afgeleverd. Behoudens het vervoer voor eigen rekening, waarvoor eveneens een attest wordt afgeleverd, wordt er in het bezoldigd personenvervoer onderscheid gemaakt tussen: - Geregeld vervoer; - Bijzonder geregeld vervoer; - Ongeregeld vervoer; Al naar gelang nationaal vervoer of internationaal geregeld-, bijzonder geregeld-, ongeregeldof cabotagevervoer wordt verricht, zijn een exploitatievergunning (modeldocument bijgevoegd), een verslag van kwaliteitscontrole (modeldocument bijgevoegd), twee kwaliteitslabels, een vergunning voor het internationaal personenvervoer over de weg voor rekening van derden met touringcars en autobussen (modeldocument bijgevoegd) en een reisblad (modeldocument bijgevoegd) noodzakelijk.
Meest voorkomende inbreuken: -
Teveel reizigers in een voertuig; Geen exploitatietoelating of vergunning communautair vervoer; Geen drager of houder of het niet kunnen vertonen van de exploitatievergunning; Ongeregeld vervoer zonder reisblad of onvolledig reisblad; Verslag kwaliteitscontrole ontbreekt of niet overeenstemmend met type voertuig; Niet toegelaten cabotagevervoer; Ontbreken van de kwaliteitskeurmerken (vervallen, verkeerde, onleesbaar).
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2008
2
PERSONENVERVOER
Memofiche
18
Document: BLAUW (recto)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2008
3
PERSONENVERVOER
Memofiche
18
Document: BLAUW (verso)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2008
4
PERSONENVERVOER
Memofiche
18
Document: GEEL
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2008
5
PERSONENVERVOER
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2008
Memofiche
18
6
PERSONENVERVOER
Memofiche
18
Document: GROEN
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2008
7
Memofiche
RIJBEWIJS
19
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit √
Federale en Lokale Politie √
Douane en Accijnzen (√)
TSW
SI
RSZ
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs en uitvoeringsbesluiten. 9 Koninklijk besluit van 16 maart 1968 houdende coördinatie van de wet betreffende de Politie van het wegverkeer , Art 21, Art 22 , Art 23 , Art 26 en Art 27. 9 Koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor de voertuigen van cat. B (BS 14/07/2006) 9 Koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de beroepsbekwaamheid en de voortdurende vorming van de bestuurders van voertuigen van de categorieën C, C+E, D, D+E en de sub-categorieën C1, C1+E, D1, D1+E (BS 10/05/2007) 9 Koninklijk besluit van 31 oktober 2008 welke wijzigingen aanbrengt in Koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs ( betreffende het medische schifting).
Principe: Niemand mag op de openbare weg een motorvoertuig besturen, tenzij hij houder is van, en tevens bij zich heeft, een rijbewijs in België regelmatig afgegeven, of een buitenlands nationaal of internationaal rijbewijs onder de voorwaarden vastgesteld door de bepalingen die inzake internationaal wegverkeer van toepassing zijn. Het rijbewijs moet geldig zijn voor de categorie waartoe het voertuig behoort. De medische schifting beperkt de geldigheid van het rijbewijs. Vooral de rijbewijzen categorieën C en D evenals voor sommige bestuurder van voertuigen waarvoor de categorieën A en B voor personenvervoer is vereist ( bv Taxi’s en ambulances) . De arbeidsgeneesheer zal controleren of de gezondheidstoestand van de bestuurder geen belet vormt voor de verantwoordelijkheid die de bestuurder zal dragen. De geldigheid (max. 5 jaar voor personen onder de 50 jaar en 3 jaar voor de ouderen) wordt vermeld op het rijbewijs in de desbetreffende categorieën. De geldigheid van de geneeskundige schifting wordt vermeld op de achterzijde van het rijbewijs.
Vakbekwaamheid: Koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs Nieuwe reglementering vakbekwaamheid voor beroepschauffeurs van voertuigen van groep D (autobussen en autocars) die in beroepsverband rijden. Inwerkingtreding Vanaf 10 september 2008 voor groep D Vanaf 10 september 2009 voor groep C Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
1
RIJBEWIJS
Memofiche
19
Toepassingsgebied Voor alle bestuurders die binnen de Europese Unie professioneel vervoer verrichten. Ook de onderdanen van derde landen die in dienst zijn van of werken voor een onderneming die gevestigd is in een lidstaat van de Europese Unie zijn onderworpen. Er zijn VRIJSTELLINGEN voorzien, o.a. voor groep C en D geldt dat voertuigen die gebruikt worden voor niet commercieel goederenvervoer of personenvervoer voor privé doeleinden er geen vakbekwaamheid vereist is. Vakbekwaamheid Vakbekwaam zijn de bestuurders van de groepen C en D die geslaagd zijn voor het examen basiskwalificatie, voor het gecombineerd examen of voor het aanvullend examen en die voldoen aan de bepalingen betreffende de nascholing. De vakbekwaamheid wordt, na voorlegging van een getuigschrift van basiskwalificatie, aangeduid door een communautaire code 95, gevolgd door de vervaldatum van het bewijs van vakbekwaamheid op het rijbewijs, achter de rijbewijscategorie waarvoor de vakbekwaamheid geldig is. Het bewijs van vakbekwaamheid is vijf jaar geldig. Overgangsmaatregel Houders van een rijbewijs geldig voor de categorie van groep D op 10 september 2008, zijn vrijgesteld van vakbekwaamheid voor een periode van 7 jaar (tot 10 september 2015).
Meest voorkomende inbreuken: -
Geen of vervallen medische schifting (thans vermeld op rijbewijs); Rijbewijs niet geldig voor de categorie waartoe het voertuig behoort; Rijden tijdens ontzeggingen (intrekking van het rijbewijs); Géén rijbewijs.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
2
Memofiche
RIJBEWIJS
CAT.
19
VOERTUIG
RIJBEWIJS
Bromfiets klasse A (max 25 km/h)
geen
Bromfiets klasse B (max 45 km/h)
A3 (géén indien geboren vóór 14/02/'61)
16 jaar 18 jaar met passagier 16 jaar 18 jaar met passagier
Motorfiets < 25 kW
A
18 jaar
Motorfiets > 25 kW
A
21 jaar (of 2 jaar in het bezit RB cat A)
Motorfiets 125 cm³ en < 11 KW/Kg MTM < 3500 kg en max. 8 zitplaatsen (excl. Bestuurder) MTM Ahw < 750 kg MTM Ahw> 750 kg (MTMS <3500kg + MTM Ahw < ledige massa trekkend vth) MTM ahw > ledige massa trekkend vtg MTM samenstel > 3500 kg Kleine vrachtwagen, MTM < 7500 kg MTM Ahw < 750 kg
B (indien rijbewijs afgeleverd gedurende 2 jaar)
B
18 jaar 21 jaar (bezoldigd vervoer)
B+E
18 jaar 21 jaar (bezoldigd vervoer)
C1
18 jaar
Zware vrachtwagens, MTM > 7500 kg MTM Ahw < 750 kg
C
Trekkend vtg cat. C + MTM ahw > 750 kg
C+E
Trekkend voertuig cat. C1 + MTM Ahw > 750 kg (MTM samenstel < 12.000 kg)
C1 + E
Autobus of autocar (personenvervoer) met meer dan 16 zitplaatsen + 1 voor bestuurder MTM Ahw < 750 kg Autobus of autocar (personenvervoer) met meer dan 8 en niet meer dan 16 zitplaatsen + 1 voor de bestuurder MTM Ahw < 750 kg
LEEFTIJD
21 jaar (18 j. met attest vakbekwaamheid) 21 jaar (18 j. met getuigschrift vakbekwaamheid) 18 j. indien MTMS < 7500 kg. 21 j. indien MTMS > 7500 kg doch 18 j. met attest vakbekwaamheid
D
21 jaar
D1
21 jaar (18 j. met attest vakbekwaamheid)
Trekkend voertuig cat. D + MTM ahw > 750 kg
D+E
21 jaar
Trekkend voertuig cat. D1 + MTM ahw > 750 kg (MTM samenstel < 12.000 kg)
D1 + E
21 jaar (18 j. met getuigschrift vakbekwaamheid EN indien MTM < 7500 kg)
G - Geboren voor 01/10/82: geen RB nodig - bestuurder cat G die opl. best. van landbouwvtgn heeft gevolgd: geen RB nodig
16 jaar: MTM < 20 ton 18 jaar: MTM >20 ton (ongeacht de reisweg)
Landbouwtrekkers (met of zonder ahw), -materieel, - motor, maaimachine, vtg traag vervoer
Permanente maatregel: - RB geldig voor cat C+E (onbeperkt), C (ahw max 750kg), C1 (max 7500 kg + ahw 750 kg), C1+E (max 12000kg) eveneens geldig voor het besturen cat G - Houders van RB catB en rijgetuigschrift, afgeleverd voor 15/09/06 bekomen een RB cat G Motorvoertuig voor mindervaliden om stapvoets te rijden
geen
Bespannen voertuig (bv. paard met kar)
geen
16
Niet ingespannen trek-, last- of rijdieren en vee (bv. begeleiders van vee)
geen
14
Ruiter begeleid door ruiter van ouder dan 21 jaar (bv. paardrijden)
geen
12 jaar
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
3
Memofiche
RIJBEWIJS
19 ONMIDDELLIJKE INTREKKING RIJBEWIJS Binnen de bebouwde Woon)erf/Schoolomgeving
SNELHEID (rekening houdend met de technische correctiemarge)
RIJDEN ONDER INVLOED
VERKEERSONGEVAL MET ZWARE FOUT
kom/Zone
30/
Andere wegen Ongunstige klimatologische omstandigheden en zichtbaarheid < 100 m, bij mist of sneeuwval alsook bij felle regen. (voor alle voertuigen) Meer dan 0,35 ml/ l UAL Meer dan 0,65 ml/l UAL In staat van dronkenschap Bij positief urinemonster (immunoassay) Bij onwettige weigering van AT/AA/BP/ gestandaardiseerde testbatterij of immunoassay
Ernstige verwondingen Doden
VLUCHTMISDRIJF
Ernstige verwondingen of doden In staat van dronkenschap (door gebruik van alcohol, drugs of geneesmiddelen) Indien AA > 0,35 mg/l UAL
RIJDEN ONDANKS VERBOD VAN HET RECHT TOT STUREN
Voor zover de bestuurder/begeleider nog in het bezit van het rijbewijs, en nagelaten heeft dit bij de griffie in te leveren.
Autobussen/Autocars/ voertuigen & slepen >7,5 Ton Andere voertuigen Autobussen/Autocars/ voertuigen & slepen >7,5 Ton Andere voertuigen Binnen bebouwde kom/ Zone 30 / (Woon)erf/Schoolomgeving Andere wegen + verkeersonveilig gedrag
+ 20 km/u + 30 Km/u + 30 km/u + 40 km/u + 20 km/u + 30 Km/u
Zonder bijkomende omstandigheden
ZWARE FOUT = type weg/kruispunt/ school/bebouwde kom/dag/nacht/weekend spitsuur/weersomstandigheden/fysieke toestand/toestand van het voertuig/leeftijd/rijvaardigheden/recidive/verzekering inschrijving/technische controle/gestolen voertuig
Overtredingen van de 4 de graad Overtredingen van de 2 de of 3 de graad o OVERTREDINGEN
TEGENWERKING VAN DE OPSORINGE EN DE VASTSTELLING VAN OVERTREDINGEN
Niet in staat zijn te sturen, , of niet over de vereiste lichaamsgeschiktheid, nodige kennis en rijvaardigheid beschikken (Art. 8.3) Bij negeren rood verkeerslicht
Bij gevaar voor andere weggebruikers of begaan in gevaarlijke omstandigheden Indien de inbreuk te wijten lijkt aan een langdurige fysieke of psychische ongeschiktheid van de bestuurder
Voorhanden hebben van apparatuur of andere middelen om de vaststellingen te bemoeilijken of van opsporende apparatuur (art 62 bis)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
4
Memofiche
SOCIALE DOCUMENTEN
20
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie (√)
Douane en Accijnzen
TSW
SI
RSZ
√
√
√
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Koninklijk Besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten (BS 02 december 1978). 9 Koninklijk Besluit van 08 augustus 1980 betreffende het bijhouden van sociale documenten (BS 27 augustus 1980). 9 Koninklijk Besluit van 22 februari 1998 houdende uitvoeringsmaatregelen inzake de sociale identiteitskaart (BS 13 maart 1998). 9 Koninklijk Besluit van 5 november 2002 (BS 20 november 2002) – veralgemening van Dimona.
Principe: De sociale documenten zijn verplichte documenten die bijgehouden moeten worden door de werkgever in het kader van de tewerkstelling van het personeel. Nu zijn er 9 sociale documenten: (Het algemeen personeelsregister, het speciaal personeelsregister, de individuele rekening, het aanwezigheidsregister voor “zekere sectoren”, de PWA-arbeidsovereenkomst, de overeenkomst voor een tewerkstelling van studenten, de overeenkomst voor een tewerkstelling van huisarbeiders, de beroepsinleveringsovereenkomst, de overeenkomst voor uitvoering van tijdelijke arbeid) Sinds de invoering en de veralgemening van Dimona is het bijhouden van de sociale documenten vereenvoudigd. De werknemers moeten niet meer in het personeelsregister worden ingeschreven als hun gegevens medegedeeld zijn door de “Dimona”. De individuele rekening dient door elke werkgever bijgehouden te worden voor iedere persoon die hij tewerkstelt. Op de individuele rekening komen de diverse identificatiegegevens van de werkgever en werknemer voor. Alle gegevens betreffende de verschuldigde bedragen aan loon en vergoedingen moeten daarop ook gedetailleerd vermeld worden maar ook de non-activiteit dagen (jaarlijkse vakantie dagen, afwezigheden- ziekte enz…). De individuele rekening is bijzonder nagekeken tijdens de controle in ondernemingen. Voor wat betreft de sector transport, kunnen momenteel enkel de hiernavolgende sociale documenten gevraagd worden: (de overeenkomst voor een tewerkstelling van studenten, de beroepsinleveringsovereenkomst) Zij dienen zich op de plaats van tewerkstelling en in principe ook in de voertuigen te bevinden:
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2008
1
SOCIALE DOCUMENTEN
Memofiche
20
Meest voorkomende inbreuken: -
Werknemers niet inschrijven in personeelsregister/aanwezigheidsregister; Het onjuist opmaken van de individuele rekeningen: het niet vermelden van de beroepskwalificatie, onjuist baremaloon of niet geïndexeerde lonen; Het niet opmaken, bijhouden en bewaren van sociale documenten (o.a. personeelsregister, aanwezigheidsregister, individuele rekening, arbeidsovereenkomst tewerkstelling studenten, beroepsinlevingsovereenkomst, …) gedurende het voorgeschreven tijdperk. Prestaties of overuren - betaald in het zwart of omgezet in vergoedingen, die niet onderworpen zijn aan de sociale of fiscale inhoudingen.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2008
2
SOCIALE ZEKERHEID VAN DE WERKNEMERS
Memofiche
21
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie (√)
Douane en Accijnzen
TSW
SI
RSZ
√
√
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Wet van 27 juni 1969 tot herziening van de Besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (BS 25 juli 1969). 9 Koninklijk Besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 (BS 05 december 1969). 9 Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS 02 juli 1981). 9 Koninklijk Besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels (BS 20 november 2002).
Principe: Iedere werkgever die één of meer personeelsleden in dienst neemt moet onmiddellijke aangifte van tewerkstelling doen (Dimona-melding). Indien er nog geen inschrijving als werkgever was bij de R.S.Z. wordt een inschrijvingsformulier verstuurd naar de werkgever dat deze laatste ingevuld moet terugsturen naar de R.S.Z. Hierop wordt een inschrijvingsnummer (R.S.Z.-nummer) toegekend. Op het loon dat aan de werknemer wordt betaald zijn sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd. De R.S.Z. is ook belast met het innen van de bijdragen voor de Fondsen voor Bestaanszekerheid. Elke werkgever moet elk kwartaal aangifte doen aan de R.S.Z. van de lonen en prestaties van zijn werknemers. Vanaf 2003 gebeurt dit elektronisch via de DMFA (Déclaration MultiF(u)(o)nctionel(l)e Aangifte). De R.S.Z.-bijdrage bestaat uit een gedeelte ten laste van de werkgever en een gedeelte ten laste van de werknemer. Voor bepaalde categorieën van werkgevers/werknemers bestaan er een aantal bijkomende bijzondere bijdragen. Onder bepaalde voorwaarden hebben een aantal werkgevers/werknemers recht op één of meerder bijdrageverminderingen. Al deze bijdragen en eventuele bijdrageverminderingen worden berekend via de driemaandelijkse aangifte (DMFA). De werkgevers moeten voor de betaling aan de werknemer op het brutoloon het werknemersaandeel in de sociale zekerheidsbijdrage inhouden (13,07 %) en dit samen met het werkgeversaandeel en de bijzondere bijdragen, eventueel verminderd met de toepasbare bijdrageverminderingen – het totaal bedrag van de aangifte (DMFA) – storten aan de R.S.Z. Er bestaat ook een verplichting tot het betalen van voorschotten.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2008
1
SOCIALE ZEKERHEID VAN DE WERKNEMERS
Memofiche
21
Opmerking betreffende verkeersboetes Sinds 01/01/2009 is de werkgever een solidariteitsbijdrage van 33% verschuldigd op het bedrag dat hij in plaats van zijn werknemer betaalt of aan zijn werknemer terugbetaalt, als betaling van een door de werknemer opgelopen verkeersboete tijdens de uitoefening van zijn arbeidsovereenkomst (cf. artikel 38 van de Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid der werknemers, §3 decies).
Meest voorkomende inbreuken: - Niet-aangifte van loon en arbeidsprestaties aan de RSZ of prestaties slechts partieel aangeven (vb. nalaten om overuren aan te geven); - Laattijdige of foutieve aangifte van loon- en arbeidsprestaties aan de RSZ; - Toekennen van (kosten)vergoedingen als tegenprestatie voor arbeid – waarbij deze vergoedingen onterecht als ‘kosten’ worden geboekt (vb. nachtvergoedingen verblijfsvergoedingen) en waarbij wordt nagelaten om deze sommen aan te geven aan de RSZ; - Tewerkstelling van schijnzelfstandige (personen die feitelijk onder het gezag van een werkgever arbeidsprestaties verrichten en waarvan de prestaties moeten worden aangegeven aan de RSZ); - Fictieve (ten onrechte) aangifte van personen om aldus frauduleus uitkeringen te genieten; - Niet betalen van bijdragen aan de RSZ (in dat geval wordt de strafvordering ingesteld op klacht van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid).
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2008
2
TECHNISCHE EISEN VAN DE MOTORVOERTUIGEN
Memofiche
22
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit √
Federale en Lokale Politie √
Douane en Accijnzen (√)
TSW
SI
RSZ
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Koninklijk Besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan auto’s, hun aanhangwagens en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen; 9 Overeenkomst van 1 september 1970 inzake het internationale vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen en het gebruik van speciale vervoersmiddelen bij dit vervoer (ATP); 9 Wet van 11 juli 1979 houdende goedkeuring van de ATP; 9 Wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen; 9 Richtlijn 96/53 (EG) van 25 juli 1996 houdende vaststelling voor sommige voertuigen die in de Gemeenschap rijden van de maximale toegestane afmetingen voor nationaal en internationaal vervoer en de het maximaal toegestaan gewicht voor internationaal vervoer; 9 Richtlijn 96/96 (EG) van de Raad van 20 december 1996 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten inzake de technische controle; 9 Richtlijn 2000/30 (EG) van 20 juni 2000 betreffende de technische keuring op de weg van de gebruikte voertuigen in de Gemeenschap; 9 Koninklijk Besluit van 9 mei 2001 betreffende het gebruik van aandrijfgassen (LPG) voor de voortstuwing van motorvoertuigen; 9 Richtlijn 2002/7 (EG) van 18 februari 2002 tot wijziging van Richtlijn 96/53 (EG). 9 Het Koninklijk Besluit van 01 september 2006 houdende invoering van de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die ingeschreven zijn in België of in het buitenland; 9 Het Koninklijk Besluit van 01 september 2006 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen;
Principe: In het belang van de verkeersveiligheid, de milieubescherming en de eerlijke concurrentie mogen motorvoertuigen slechts in het verkeer gebracht worden wanneer zij aan bepaalde technische normen voldoen. Ten einde na te gaan of ze slechts worden gebruikt als zij zodanig worden onderhouden dat zij voldoen aan de technische voorschriften, dienen zij een periodieke technische controle te ondergaan. Om de harmonisatie van de controlenormen in de Lidstaten te bewerkstelligen zijn de frequentie van de controles en de verplicht te controleren punten in Europese richtlijn vastgelegd die in nationaal recht dienen te worden omgezet. De Lidstaten kunnen bepaalde voertuigen van de werkingssfeer van de richtlijn uitsluiten. Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
1
TECHNISCHE EISEN VAN DE MOTORVOERTUIGEN
Memofiche
22
Uit het oogpunt van milieubescherming zullen doelgerichte technische controles, zonder discriminatie van nationaliteit van de bestuurder of van het land van inschrijving van het voertuig, langs de weg worden uitgevoerd.
Optreden van de Politiediensten betreffende de overlading Politieambtenaren kunnen overgaan tot een nuttige weging van de voertuigen en hun lading. Hierbij wordt de lading gecontroleerd, op afmetingen, en gewicht en inhoud (zie zakenvervoer). De weging wordt gedaan aan de hand van as-wegers, mobiele weegbruggen of door gebruik van private instellingen. Het teveel aan lading dus bij overlading kan dit na vaststelling van de overtreding door de bevoegde ambtenaar aanleiding geven tot de procedure gedeeltelijke of volledige aflading en overlading of tot een herschikking. Deze maatregelen worden vervolgens genoteerd in een proces verbaal. De wettelijke basis is terug te vinden in Art 2§1 voor de Belgische ingeschreven voertuigen - Art 18 - Art 19 -Art 20- Art 21 - Art 22 en Art 32 bis van het Koninklijk Besluit van 15 maart 1968. Overeenkomstig Art 2§4 van het Koninklijk Besluit 15 maart 1968 moeten de in het buitenland ingeschreven motorvoertuigen en buitenlandse aanhangwagens die erdoor getrokken worden of die door een in België ingeschreven motorvoertuigen worden getrokken moeten deze voertuigen voldoen op gebied van massa’s en afmetingen aan de bepalingen van Art 32 bis van het Koninklijk Besluit van 15 maart 1968 voldoen. Hierbij wordt enkel de overlast op het totaal van het voertuig in aanmerking genomen. Let op, BENELUX voertuigen worden op dezelfde manier onderworpen als in België ingeschreven voertuigen. Wanneer een Belgisch ingeschreven voertuig totaal moet worden afgeladen wordt er tevens een nieuwe technische keuring van het voertuig voorgeschreven. De norm van de overlading wordt vastgelegd in percentages. De hieruit volgende onmiddellijke inningen worden bepaald volgens de boetecatalogus en/of volgens het systeem van de administratieve inning ten behoeve van het Vlaams Gewest. Deze norm kan verschillen van Parket tot Parket door plaatselijke voorschriften. Er wordt aangeraden om de Circulaire R Nr 31/2007 D.750/4 van 06-09-2007 van de PG bij Hof van Beroep te Gent inzake Vervoer – Overlading – Wegdekbeschadiging door gewichtsoverschrijding te volgen. Referentie-eenheid Federale Politie - VP Wetteren Tf 09/364.42.61 – dossierbeheerders CP J. DE CRAENE en HINP H. DEBRUYKER. Bij gebruik van de weegbruggen van het Vlaams Gewest kunnen deze personen ook gecontacteerd worden. Wat de hoogte of lengte betreft wordt de tolerantie van 0,10 cm gerekend (vb. in de hoogte optreden vanaf 4,10 m).
Betreffende de overlading: Koninklijk Besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan auto’s, hun aanhangwagens en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen: Art 26 en Art 2§4 - Art 17 - Art 18 - Art 19 -Art 20- Art 21 - Art 22 en Art 32 bis - Overschrijding MTM voor voertuig; - Overschrijding MTM voor sleep of geleed voertuig; - Overschrijding per as. Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
2
TECHNISCHE EISEN VAN DE MOTORVOERTUIGEN
Memofiche
22
Betreffende de technische controle: Koninklijk Besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan auto’s, hun aanhangwagens en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen: Art 23 en Art 24 en Art 26. - Betreft de regels betreffende de periodieke keuringen van de auto’s en de mogelijkheid om op elk verzoek van een bevoegd persoon ongeacht de regels betreffende de periodieke keuringen een auto te onderworpen aan een niet periodieke keuring. Bij de dienst “GOCA3” is het mogelijk om een historiek op te vragen van alle keuringsbewijzen die ooit afgeleverd werden voor een welbepaalde auto (…). Deze gegevens worden sinds 1994 bijgehouden. Het volstaat om een fax te sturen naar het nummer (02) 469 05 70 en GOCA faxt vervolgens alle keuringsbewijzen die ooit voor die auto afgeleverd werden. Dergelijke historiek gevoegd bij een Proces-verbaal ontkracht immers de beweringen van overtreders die stellen dat het de eerste keer was de zij niet in orde waren met de keuring. Het kan dienst doen als een soort van verzwarende omstandigheid inzake verkeer.
Betreffende de technische controle langs de weg : De technische controle langs de weg van bepaalde bedrijfsvoertuigen die ingeschreven zijn in België of in het buitenland en de tarieven van de onmiddellijke inningen bij het vaststellen van bepaalde overtredingen tijdens deze controles worden mogelijk gemaakt door twee koninklijke besluiten van 01 september 2006 welke in werking zijn getreden op 08/09/2006. Bevoegde personen: - de controlebeambten belast met een mandaat van gerechtelijk politie en behorende tot de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. - de personeelsleden van het operationeel kader van de federale en locale politie. Kunnen overgaan tot het uitvoeren van technische controles langs de weg van bedrijfsvoertuigen die ingeschreven zijn in België of in het buitenland. Voertuigen die aan controle kunnen onderworpen worden: - de voor het vervoer van passagiers ontworpen en gebouwde motorvoertuigen met méér dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend; - de voor het vervoer van goederen bestemde motorvoertuigen met een maximale toegelaten massa van méér dan 3,5 ton; - de aanhangwagens, met inbegrip van opleggers, met een maximale massa van méér dan 3,5 ton.
3
GOCA is een groepering van erkende ondernemingen voor autokeuring en rijbewijs. Het is een VZW die gerant staat voor het bijhouden van zowel technische als reglementaire vernieuwingen binnen de automobielsector. De dienst GOCA is gevestigd te 1082 Brussel, Technologiestraat 21/25. Tel. 02/469 09 00. Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
3
TECHNISCHE EISEN VAN DE MOTORVOERTUIGEN
Memofiche
22
De technische controle langs de weg bestaat uit een controle van één of meerdere van volgende 12- punten: remsysteem en haar onderdelen, uitlaatsysteem, opaciteit (diesel), gasemissies – benzine aardgas of vloeibaar petroleumgas (LPG), stuurinrichting, lampen- verlichting- en lichtsignaalinrichtingen, wielen en banden, ophanging (zichtbare gebreken), tachograaf (installatie), snelheidsbegrenzer (installatie) en sporen van brandstof- en of olielekkage. Tijdens deze controle wordt er door de controleur die de inspectie heeft uitgevoerd of op wiens aanvraag de controle werd uitgevoerd een “ rapport van technische controle langs de weg “ verder controlerapport ingevuld waarvan één exemplaar aan de bestuurder wordt overhandigd. De overtredingen die vastgesteld worden tijdens de technische controle langs de weg komen in aanmerking voor een onmiddellijke inning. DE ELEMENTEN VAN DE CONTROLE BESTAAT UIT - een visuele inspectie van de staat van onderhoud van het bedrijfsvoertuig in stilstand en de controle de controlerapport opgesteld in de loop van de drie voorafgaande maanden; - hetzij van de documenten waaruit overeenstemming blijkt met de technische voorschriften welke op het voertuig van toepassing zijn ( bewijs van technische controle volgens de wetgeving van het land van herkomst). - hetzij de inspectie volgens de 12 punten hierboven opgesomd om de onderhoudsgebreken op te sporen.
Verloop controle: Vooraleer de controleurs hierboven vermelde punten controleren, nemen zij het laatste document waaruit blijkt dat het voertuig de verplichte technische controle in België of in het buitenland heeft ondergaan, en of een recent controlerapport of enig ander door een erkende instelling afgegeven veiligheidsdocument dat eventueel dor de bestuurder wordt voorgelegd in overweging. Wanneer er blijkens deze documenten in de loop van de laatste drie maanden reeds een inspectie is verricht over een van deze punten vermeld op het controlerapport, wordt dit punt niet opnieuw gecontroleerd, tenzij een nieuwe controle gerechtvaardigd is, met name wanneer visueel een of meerdere gebreken worden vastgesteld. Indien echter géén enkel van de hierboven vermelde documenten kan worden voorgelegd dan wordt ingeval van inspectie de 12 punten vermeld op het controlerapport uitgevoerd. Indien tijdens deze inspectie men van mening is dat het onderhoudsgebrek een veiligheidsrisico kan inhouden met name voor het remsysteem kan het voertuig onderworpen worden aan een nadere controle in een nabijgelegen erkend keuringsstation. Wanneer daarbij wordt vastgesteld dat de gebreken ernstige risico inhouden voor inzittenden of andere weggebruikers kan het gebruik van dit voertuig op initiatief van de controleur, eventueel door inhouding van de boorddocumenten met inbegrip van de vereiste vervoervergunning tijdelijk worden opgeschort. Wanneer het risico is verholpen komt aan deze opschorting een einde.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
4
TECHNISCHE EISEN VAN DE MOTORVOERTUIGEN
Memofiche
22
Internationale uitwisseling van gegevens: Ernstige gebreken aan bedrijfsvoertuigen met buitenlandse kentekenplaat, inzonderheid die welke tot opschorting van gebruik hebben geleid worden door het Directoraat-generaal Vervoer te Land van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer gemeld aan de bevoegde instantie van het land van inschrijving aan de hand van het controlerapport.
RICHTLIJNEN voor de Lokale en Federale Politie: In de actuele stand van zaken is het beter dat voor zover er speciaal technisch materiaal of een speciale technische vorming noodzakelijk is om één der punten van de 12 te controleren elementen van het controlerapport uit te voeren; dat de Politie beter dergelijke controles doet in samenwerking met en op verzoek van de FOD Mobiliteit (bijv tijdens de maandelijkse provinciale controles zwaar vervoer). Tijdens de gewone dienstuitvoering kan de Politie wel overgaan tot de onmiddellijke inning of consignatie bij vaststelling van andere overtredingen die voorzien zijn in het Koninklijk Besluit van 01 september 2006 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen; De leden moeten hiertoe wel individueel gemachtigd worden door de procureur generaal bij het Hof van Beroep. BEVOEGDE PERSONEN toepassen procedure onmiddellijke inning: - de controlebeambten belast met een mandaat van gerechtelijke politie en behorende tot de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer; - de personeelsleden van het operationeel kader van federale en lokale politie.
Meest voorkomende inbreuken: -
Geen technische fiche of identificatieverslag; Geen geldig schouwingsbewijs; Geen geldig keuringsvignet voor bedrijfsvoertuigen; Overtredingen op technische uitrusting, brandblustoestel vervallen of te kort in aantal; Hoofdprofiel van de luchtbanden minder dan 1,6 mm of spatlappen omhooggetrokken; Verlichting defect of slechte werking.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
5
TEWERKSTELLING VAN WERKNEMERS VAN VREEMDE NATIONALITEIT
Memofiche
23
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie √
Douane en Accijnzen
TSW
SI
RSZ
√
√
√
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers (BS 21 mei 1999). 9 Koninklijk Besluit van 09 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers (BS 26 juni 1999). 9 Omzendbrief van 06 april 2000 betreffende de voorlopige arbeidsvergunningen voor de buitenlandse onderdanen die een aanvraag tot regularisatie van het verblijf hebben ingediend. 9 Omzendbrief van 20 december 2006 met betrekking tot het verblijf en de vestiging van onderdanen van Roemenië en Bulgarije, nieuwe lidstaten van de Europese Unie, en van hun familieleden, vanaf 1 januari 2007, met name voor de overgangsperiode die door het Toetredingsverdrag is bepaald.
Principe: De tewerkstelling van buitenlandse werknemers is toegelaten mits voorafgaandelijk een arbeidsvergunning werd verkregen van de bevoegde overheid. Tal van categorieën zijn vrijgesteld van de verplichting tot het verkrijgen van een arbeidskaart, o.a. onderdanen van de Europese Economische Ruimte (IJSLAND, LICHTENSTEIN, NOORWEGEN), van een EU-lidstaat (BELGIE, BULGARIJE, CYPRUS, DENEMARKEN, DUITSLAND, ESTLAND, FINLAND, FRANKRIJK, GRIEKENLAND, HONGARIJE, IERLAND, ITALIE, LETLAND, LITOUWEN, LUXEMBURG, MALTA, NEDERLAND, OOSTENRIJK, POLEN, PORTUGAL, SPANJE, SLOVAKIJE, SLOVENIE, VERENIGD KONINKRIJK, TSJECHISCHE REPUBLIEK, ROEMENIE, ZWEDEN) of van staten waarmee bilaterale overeenkomsten van toepassing zijn (ZWITZERLAND) Voor de nieuwe EU-lidstaten werden overgangsmaatregelen ingesteld, met name voor BULGARIJE, ESTLAND, HONGARIJE, LETLAND, LITOUWEN, POLEN, ROEMENIE, SLOVENIE, SLOWAKIJE en TSJECHISCHE REPUBLIEK). Voor de onderdanen van deze landen bleef een arbeidskaart onontbeerlijk tot 30/04/2009. Vanaf 01/05/2009, zijn alleen de onderdanen van ROEMENIE en BULGARIJE nog altijd verplicht tot het verkrijgen van een arbeidskaart. Deze laatste verplichting zou van toepassing zijn tot 31/12/2011. Voor de onderdanen die reeds een recht op verblijf op het Belgisch grondgebied verkregen hebben voor de toetredingsdatum tot de EU (01/05/2004 voor de meerderheid van deze landen Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
1
TEWERKSTELLING VAN WERKNEMERS VAN VREEMDE NATIONALITEIT
Memofiche
23
en 01/01/2007 voor Bulgarije en Roemenie), zijn echter vrijgesteld van de verplichting tot het verkrijgen van een arbeidskaart. Voor de andere categorieën die vrijgesteld zijn van de verplichting tot het verkrijgen van een arbeidskaart, zien we onder andere de echtgenoot/echtgenote van een Belg die zich hier komt vestigen, buitenlandse onderdanen in het bezit van een wettig verblijfsdocument. Vrijstelling van arbeidsvergunning is er ook voor het rijdend of varend personeel dat voor rekening van een in het buitenland gevestigd werkgever tewerkgesteld is aan werken van vervoer te land, ter zee of in de lucht, op voorwaarde dat hun verblijf geen drie opeenvolgende maanden duurt (art. 2, 9° van de Wet van 30 april 1999). Tot deze groep behoren bijvoorbeeld de chauffeurs van internationaal transport of de vreemde zeelieden aan boord van een buitenlands schip dat een Belgische haven aandoet.
OPTREDEN POLITIE: Bijstand van de Politie beperkt zich in normale gevallen tot het verlenen van “de sterke hand”. Wanneer het over bijzondere acties gaat, is de aanwezigheid van een Officier van de Gerechtelijke Politie vereist. In dit geval dient een beoordeling van de situatie gemaakt te worden om na te gaan in hoeverre de Politieambtenaren deze actie ondernemen in samenwerking met één der Sociale Inspectiediensten. Indien bij deze controle of actie een vermoeden bestaat dat de aangetroffen vreemde werknemers, slachtoffer zijn van mensenhandel dient een bijzondere procedure gevolgd te worden. Zie hiervoor memofiche nr. 28 “Verblijfsvergunning “. Een voorafgaande contact name met de Procureur des Konings is aangewezen. Contact met de dienst Vreemdelingenzaken is altijd aangewezen. FOD Binnenlandse Zaken Dienst Vreemdelingenzaken World Trade Center, Tower II Antwerpsesteenweg 59B 1000 BRUSSEL
SPF Intérieur Office des Etrangers World Trade Center, Tour II Chaussée d’Anvers 59B 1000 BRUXELLES
bureau C Tel.: 02/793 95 00
bureau C Tel.: 02/793 95 00
Meest voorkomende inbreuken: -
Het tewerkstellen van een werknemer van vreemde nationaliteit (werknemer van buiten de EU) zonder over de nodige verblijfsvergunning of arbeidskaart/vergunningen te beschikken.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
2
TEWERKSTELLING VAN WERKNEMERS VAN VREEMDE NATIONALITEIT
Memofiche
23
Praktische handleiding bij de controle van vreemde werknemers. 1. Tewerkstelling toegelaten? Indien men bij controle de tewerkstelling vaststelt van een persoon die de Belgische nationaliteit niet bezit, is het nodig om na te gaan aan de hand van de identiteits- en verblijfsdocumenten en van de arbeidsvergunningen en -kaarten of de tewerkstelling wettelijk toegelaten is. Hierbij kan men gebruik maken van volgend schema: 1. Werkgever heeft een document dat tewerkstelling toelaat, nl.: •
arbeidsvergunning Î werknemer met arbeidskaart A, B of C voor tewerkstelling bij deze werkgever of in de geldige periode Î OK • gemeenschappelijke arbeidsvergunning Î alle buitenlandse werknemers zijn er op vermeld Î OK • voorlopige arbeidsvergunning Î werknemer is aanvrager regularisatie en heeft dubbel van de voorlopige toelating Î OK 2. Werkgever heeft geen document dat tewerkstelling toelaat maar: •
werknemer is gehuwd met een Belg Î OK • werknemer is EER-onderdaan dwz heeft Bulgaarse, Cypriotische, Estlandse, Hongaarse, Letse, Litouwse, Maltese, Tsjechische, Roemeense, Slowaakse, Sloveense , Zwitserse, Nederlandse, Luxemburgse, Duitse, Franse, Britse (# Gemenebest), Ierse, Italiaanse, Spaanse, Portugese, Deense, Griekse, IJslandse, Finse, Noorse, Zweedse, Liechtensteinse of Oostenrijkse nationaliteit ÎOK • Voor de onderdanen die Bulgaars of Roemeens zijn > ARBEIDSVERGUNNING VEREIST tot 31.12.2011. • werknemer is gehuwd met een EER-onderdaan of kind of ascendant ten laste van een EER-onderdaan of een Belg én is met hem gevestigd of komt zich met hem vestigen Î OK (uitgezonderd ascendant ten laste van EER student) • werknemer is ingeschreven in de Pool der zeelieden van de Belgische koopvaardij Î OK • is bedienaar van een erkende eredienst of onderhoudt graven van buitenlandse militairen en werkt als zodanig Î OK • werknemer is in België erkend politiek vluchteling Î OK • werknemer wordt tewerkgesteld in uitvoering van een internationaal akkoord goedgekeurd door de federale, gewestelijke of gemeenschapsoverheid Î OK • werknemer is student en verricht een stage in het kader van zijn studies in België Î OK • werknemer wordt door een in het buitenland gevestigde werkgever tewerkgesteld als: - diplomaat - rijdend of varend personeel voor vervoer te land, ter zee of in de lucht (max. verblijf 3 maanden)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
3
TEWERKSTELLING VAN WERKNEMERS VAN VREEMDE NATIONALITEIT
Memofiche
23
-
• • • • • • • •
•
journalistcorrespondent van buitenlands dagblad, persagentschap of radio- of televisiestation (max. verblijf 3 maanden) - handelsvertegenwoordiger van firma zonder bijhuis in België (max. verblijf 3 maanden) - persoon die door Belgische nijverheid geleverde goederen in ontvangst komt nemen (max. verblijf 3 maanden) - persoon die aan een sportwedstrijd komt deelnemen of begeleiden (max. verblijf 3 maanden) - dienstbode van een toerist (max. verblijf toerist 3 maanden) Î OK werknemer is in België gevestigd (Belgische gele identiteitskaart voor vreemdelingen) Î OK werknemer heeft in België een stabiel verblijfsrecht (BIVR zonder vermelding of met een vermelding die wijst op een verblijf dat niet door zijn aard beperkt is in tijd) Î OK werknemer is in zijn land befaamde schouwspelartiest of begeleider ervan (artiesten zijn van rechtswege werknemers; de organisator van het optreden wordt beschouwd als de werkgever) Î OK werknemer is lid van kaderpersoneel of vorser in dienst van een coördinatiecentrum of een bedrijf in een tewerkstellingszone tewerkgesteld Î OK werknemer is student in België en tewerkgesteld tijdens de schoolvakanties Î OK werknemer is houder van een arbeidskaart A Î OK werknemer is houder van een arbeidskaart C en nog steeds in het bezit van immatriculatiebewijs A of BIVR Î OK werknemer behoort niet tot één van vorige gevallen maar is toegelaten of gemachtigd tot vestiging of tot een verblijf van meer dan drie maanden in België (BlVR, attest immatriculatie, bijlage 25 of 26) Î proces-verbaal voor lichte inbreuk (art. 12, 2°) werknemer heeft geen papieren, een (eventueel verlengd) uitwijzingsbevel of enkel een buitenlands paspoort (vb. toerist) Î proces-verbaal zware inbreuk (art. 12, 1).
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
4
TIJDELIJKE ARBEID, UITZENDARBEID EN TERBESCHIKKINGSTELLING
Memofiche
24
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie
Douane en Accijnzen
TSW
SI
RSZ
FLI
√
Wettelijke bepalingen: 9 Wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers.
Tijdelijke arbeid. De werkgever kan een werknemer in dienst nemen ter vervanging van een vaste werknemer, tijdelijke vermeerdering van werk of voor de uitvoering van een uitzonderlijk werk. Volgens de K.B nr. 5 betreffende het bijhouden van sociale documenten is de overeenkomst voor uitvoering van tijdelijke arbeid ook een sociale document (zie de memofiche 20).
Uitzendarbeid. De werkgever, gebruiker, kan via een interim-kantoor beroep doen op een werknemer voor de vervanging van een vaste werknemer, bij tijdelijke vermeerdering van werk of voor de uitvoering van uitzonderlijk werk. In dit geval wordt de arbeidsovereenkomst afgesloten tussen het uitzendkantoor en de uitzendkracht. Het uitzendkantoor is verantwoordelijk voor de inschrijving, aangifte RSZ en de betaling van het loon. De werkgever, gebruiker, is verantwoordelijk voor de naleving van de arbeidsreglementering op de plaats van tewerkstelling, o.a. voor de arbeidsduur, deeltijdse arbeid en veiligheid.
Ter beschikking stellen van werknemers. Ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers is in principe verboden. Het is niet toegelaten werknemers in dienst te nemen met de bedoeling van deze ter beschikking te stellen aan derden die deze werknemers gebruiken en die over hen enig gedeelte van het gezag uitoefenen dat normaal aan de werkgever toekomt. Er kan van dit verbod worden afgeweken mits het naleven van bepaalde voorwaarden.
Meest voorkomende inbreuken: -
Het bepalen van een loon van de uitzendkracht dat lager is dan datgene waarop hij recht zou hebben gehad indien hij onder dezelfde voorwaarden als vast werknemer door de gebruiker was in dienst genomen; Het ter beschikking stellen van een vaste werknemer aan een gebruiker voor een beperkte tijd zonder vooraf de toestemming bekomen te hebben of kennisgeving gedaan te hebben aan sociaal inspecteur - directiehoofd van TSW.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche opgesteld op 15/05/2004
1
Memofiche
TIR - ATA
25
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie (√)
Douane en Accijnzen √
TSW
SI
RSZ
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Douaneovereenkomst van 14 november 1975, inzake het internationaal vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR, goedgekeurd in België bij wet van 4 februari 1980 en goedgekeurd op Communautair vlak voor de Verordening (EEG) nr. 2112/78 van de Raad van 25 juli 1978 houdende sluiting van de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (zie ook Wetboek DA – 1998 Deel IV, Volume 2) (BS van 14 oktober 1980). 9 Douaneovereenkomst inzake het Carnet ATA voor de tijdelijke invoer van goederen van 6 december 1961 (Conventie ATA van Brussel). 9 Bijlage A van de Conventie inzake tijdelijke invoer van 26 juni 1990 (Conventie van Istanbul). 9 Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992, tot vaststelling van het Communautair douanewetboek; 9 Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad to vaststelling van het Communautair douanewetboek; 9 Algemene wet inzake douane en accijnzen van 18 juli 1977: artikelen 4, 16, 97, 113 t/m 126, 158 t/m 160, 186 t/m 192 en 193. Carnet TIR De motorbrigade zal nagaan of het carnet TIR in last werd genomen door een douanekantoor van de Europese Gemeenschap hetzij op een kantoor bij het binnenkomen in de EU, hetzij bij vertrek op een kantoor in de EU. Het wegvoertuig of de container wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van de TIR-plaat en het certificaat van goedkeuring, op de geldigheid van het certificaat van goedkeuring en van het carnet TIR en op de overeenstemming van de kentekens met de gegevens op het carnet en op het certificaat van goedkeuring. De laadruimte en de aangebrachte verzegeling mogen niet geschonden zijn (Modeldocument bijgevoegd). Carnet ATA Voor douanegoederen die voornamelijk tijdelijk worden ingevoerd en bestemd zijn om terug te worden uitgevoerd, wordt een carnet ATA opgesteld. De douane zal de correctheid van het opgestelde carnet ATA nagaan (Modeldocument bijgevoegd).
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
1
TIR - ATA
Memofiche
25
BIJZONDERE OPMERKING OPTREDEN van de Federale Politie of Lokale Politie: De TIR reglementering wordt in hoofdzaak opgevolgd door de diensten van de Douane. Voor de Politiediensten, dit zowel lokaal als federaal, wordt er slechts een interventie gedaan wanneer aan één der volgende voorwaarden wordt voldaan: - Er wordt een interventie gevraagd door de bestuurder of verantwoordelijke van het transport of transportfirma. Deze moet echter eerst contact nemen met de diensten van de douane. Bij onmogelijkheid om deze te bereiken kan hij zich richten tot de Politiediensten welke op hun beurt moeten contact opnemen met de Douanediensten. Indien elk contact met deze dienst onmogelijk is of wanneer de Douane onmogelijk door dienstredenen kan tussenkomen dan zal de Lokale of Federale Politiedienst optreden, zich ter plaatse begeven en een proces-verbaal opstellen. Het optreden door de Politiediensten moet altijd gebeuren door twee politiemensen of één politieman/vrouw bijgestaan door een agent van de burgerlijke overheid (bevoegde ambtenaar van de administratieve gemeentelijke overheid). Het optreden is altijd verplicht in geval van een incident zoals: - op de openbare weg bij onopzettelijke breuk van de verzegelingen aangebracht door de douane; - op de openbare weg bij verlies van lading, of beschadiging van de lading; - overladen op een ander voertuig of container ingeval van ongeval; - onmiddellijke aflading, geheel of gedeeltelijke of bij noodtoestand (bijv illegalen); Doch zelfs in de hierboven aangehaalde gevallen moet, rekening houdend met de dringendheid en noodtoestand, altijd eerst contact met de verantwoordelijken van de douane.
Meest voorkomende inbreuken: -
Verbreking van verzegeling met carnet TIR; Verschillen tussen carnet ATA en goederen.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
2
TIR - ATA
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
Memofiche
25
3
TIR - ATA
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
Memofiche
25
4
TIR - ATA
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
Memofiche
25
5
TIR - ATA
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
Memofiche
25
6
TIR - ATA
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
Memofiche
25
7
Memofiche
TUSSENPERSONEN
26
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit √
Federale en Lokale Politie √
Douane en Accijnzen
TSW
SI
RSZ
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Wet van 26 juni 1967 betreffende het statuut van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer 9 Koninklijk Besluit van 18 juli 1975 tot instelling van de vergunning van vervoerscommissionair 9 Wet van 3 mei 1999 betreffende het vervoer van zaken over de weg, gewijzigd bij de wet van 24 maart 2003, inzonderheid op art. 37. Elke natuurlijke of rechtspersoon die tegen vergoeding, de verbintenis aangaat een transport van goederen te verrichten en dit transport in eigen naam door derden doet uitvoeren is een vervoercommissionair.
Principe: Afhankelijke van de situatie zijn medeverantwoordelijk voor de overtredingen gepleegd door de bestuurders van de voertuigen gebruikt voor het vervoer van zaken over de weg (Art 37 van de Wet van 03 mei 1999 en in werking sedert 01/05/2003): a) de opdrachtgever, de vervoercommissionair of de commissionairexpediteur indien zij: - op het ogenblik van het sluiten van vervoersovereenkomst nagelaten hebben, zich ervan te vergewissen dat een kopie van de vervoersvergunning voor het gebruikte motorvoertuig werd afgegeven; - een vervoer hebben aangeboden, verricht of laten verrichten, tegen een ongeoorloofd lage prijs. Onder een ongeoorloofde lage prijs dient te worden verstaan, een prijs die onvoldoende is om tegelijkertijd te dekken: - de niet te vermijden posten van de kostprijs van het voertuig, in het bijzonder de afschrijving of de huur van het voertuig, het onderhoud ervan en de brandstof; - de kosten voortvloeiende uit wettelijke of reglementaire verplichtingen in het bijzonder sociale, fiscale en veiligheidskosten; - de kosten voortvloeiende uit het bestuur en de leiding van de onderneming. b) de verlader indien: - geen vereiste vrachtbrief werd opgemaakt. c) de opdrachtgever, de verlader, de vervoercommissionair of de commissionairexpediteur indien zij instructies hebben gegeven of daden hebben gesteld die hebben geleid tot: - de overschrijding van de toegelaten massa’s en afmetingen van de voertuigen; Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche opgesteld op 15/05/2004
1
TUSSENPERSONEN -
Memofiche
26
de niet- naleving van de voorschriften betreffende de veiligheid van de lading van de voertuigen; de niet–naleving van de voorschriften betreffende de rij– en rusttijden van de bestuurders van voertuigen; de overschrijding van de toegestane maximumsnelheid van de voertuigen.
Meest voorkomende inbreuken: -
Geen / ongeldige vergunning van vervoerscommissionair; Geen vervoersvergunning; Geen vrachtbrief; Overschrijden toegelaten massa’s en afmetingen van de voertuigen; Niet–naleving van de voorschriften betreffende de veiligheid van de lading van de voertuigen; Niet–naleving van de voorschriften betreffende de rij– en rusttijden van de bestuurders van de voertuigen.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche opgesteld op 15/05/2004
2
Memofiche
VAKANTIEWETGEVING
27
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie
Douane en Accijnzen
TSW
SI
RSZ
FLI
√
Wettelijke bepalingen: 9 Koninklijk Besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers (BS 06 april 1967). 9 Koninklijk Besluit van 28 juni 1971 houdende aanpassing en coördinatie van de wetsbepalingen betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers (BS 30 september 1971).
Principe: Tijdens een bedrijfscontrole volstaat het om na te zien of het vakantiegeld uitbetaald werd en de vakantiedagen verleend werden aan de werknemers en de leerlingen met erkend leercontract, overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen, dit zowel voor het in dienst zijnde personeel, als voor het personeel dat de onderneming heeft verlaten in de loop van de laatste drie jaren. In het bijzonder dient de controleur na te gaan: Voor de arbeiders en bedienden: - of de wijze waarop de vakantie genomen wordt, vastgesteld werd overeenkomstig de voorgeschreven procedure; - of de vakantiedagen waarop de werknemer recht heeft, in overeenstemming met de wettelijke voorschriften werden verleend (werd de eventueel terzake bestaande CAO nageleefd, de beslissing van de ondernemingsraad inzake vakantie nageleefd, de overeenkomsten inzake vakantie tussen werkgever en werknemers nageleefd, …); - of al de vakantiedagen waarop de werknemer recht heeft werden opgenomen op het einde van het vakantiejaar. Voor de arbeiders: - gezien de uitbetaling van het vakantiegeld samenhangt met het tijdig overmaken van de aangifteformulieren, nagaan of de werkgever regelmatig en correct aangifte doet van de prestaties van zijn arbeiders bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Voor de bedienden: - of het aantal vakantiedagen waarop de bediende recht heeft juist werd bepaald; - of het vakantiegeld tijdig werd uitbetaald aan de in dienst zijnde bedienden; - of het vakantiegeld uitbetaald aan de in dienst zijnde bedienden correct werd berekend (werd correct rekening gehouden met deeltijdse prestaties, werd correct rekening gehouden met gelijkgestelde dagen, werd een vakantieattest van een vorige werkgever correct in beschouwing genomen, enz …); Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/04/2008
1
VAKANTIEWETGEVING -
Memofiche
27
of het vakantiegeld verschuldigd aan een bediende die uit dienst treedt of in beroepsloopbaanonderbreking gaat correct werd berekend (werd rekening gehouden met gelijkstellingen, …) en binnen de wettelijke termijn werd uitbetaald; of aan deze bediende per vakantiedienstjaar een attest werd overhandigd met vermelding van de voorgeschreven bepalingen; of het aanvullend vakantiegeld verschuldigd aan een jeugdige bediende correct werd berekend en uitbetaald en de aanvullende vakantiedagen werden verleend; of het enkel en dubbel vakantiegeld verschuldigd aan een bediende met geheel of gedeeltelijk veranderlijk loon correct werd berekend en uitbetaald en of alle als veranderlijk te beschouwen lonen hiervoor in aanmerking werden genomen; of aan een bediende die in de onmogelijkheid verkeerd zijn vakantie te nemen het vakantiegeld werd uitbetaald uiterlijk op 31 december van het vakantiejaar.
In het kader van de transportcontroles, kunnen de patronale attesten van non-activiteit worden voorgelegd, die vermelden dat de chauffeur bepaalde dagen in verlof was (jaarlijkse vakantie). Deze periodes van non-activiteit moeten vermeld worden in de prestatiestaten en de individuele rekeningen van de werknemers ( zie memofiche 20)
Meest voorkomende inbreuken: -
Het niet toekennen van jaarlijkse vakantie overeenkomstig de voorgeschreven procedure; Het niet treffen van de nodige voorzieningen, zodat het aantal vakantiedagen waarop de werknemer recht heeft niet werden opgenomen op het einde van het vakantiejaar; Het laattijdig of niet betalen van het dubbel vakantiegeld; Het vakantiegeld verschuldigd aan een bediende die uit dienst treedt of in beroepsloopbaanonderbreking gaat niet correct berekenen; Het niet betalen van het vakantiegeld verschuldigd aan een bediende die uit dienst treedt of in beroepsloopbaanonderbreking gaat.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/04/2008
2
Memofiche
VERBLIJFSVERGUNNINGEN
28
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie √
Douane en Accijnzen (√)
TSW
SI
RSZ
√
√
√
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (BS 31 december 1980). 9 Koninklijk Besluit van 08 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. 9 Schengen uitvoeringsoverkomst (SUO) van 14 juni 1985 betreffende de geleidelijke afschaffing van de controle aan de gemeenschappelijke binnengrenzen. Een vreemdeling die zich op het Belgische grondgebied bevindt moet al naargelang zijn nationaliteit, duur en doel van het verblijf bepaalde documenten in zijn bezit hebben. EU-burgers en Zwitserse onderdanen dienen in het bezit te zijn van een identiteitskaart of een paspoort. Niet EU-burgers dienen in het bezit te zijn van een paspoort met hierin eventueel een visum. EU-burger dient in memofiche 28 gelezen te worden als onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie met hierbij de landen van de EER. De documenten die een vreemdeling bij zich dient te hebben worden beschreven in het KB van 8 oktober 1981, bijlage 1 en 2. De sociale inspectiediensten (TSW, SI en RSZ) zijn ook bevoegd om inzake deze wetgeving op te treden. In de praktijk wordt bij vaststellingen beroep gedaan op de Federale en Lokale Politiediensten en wordt de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) van de FOD Binnenlandse Zaken gecontacteerd.
OPTREDEN VAN DE POLITIE: Bij een controle van een vreemdeling dienen we twee zaken te bekijken, de nationaliteit van de persoon en zijn verblijf. De nationaliteit van de vreemdeling kan vastgesteld worden aan de hand van een identiteitskaart of een paspoort.(zie hierboven) Na de nationaliteit vastgesteld te hebben gaan we kijken of de vreemdeling hier legaal verblijft. Dit kan gecontroleerd worden aan de hand van een verblijfsdocument of visum. Buitenlandse Schengenverblijfsvergunningen of de overige Belgische verblijfsvergunningen dienen steeds vergezeld te worden van een geldig paspoort of identiteitskaart.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
1
VERBLIJFSVERGUNNINGEN
Memofiche
28
Belgische verblijfsvergunningen: Afhankelijk van de nationaliteit en zijn verblijfssituatie zal de vreemdeling een bepaalde verblijfsvergunning krijgen. Naar nationaliteit wordt er een onderscheid gemaakt tussen niet EU-burger en EU-burger. Naar verblijf toe wordt er een onderscheid gemaakt tussen verblijf van minder en meer dan drie maanden. Verblijf minder dan 3 maanden. Onderdanen die geen lid zijn van EU, Noorwegen, Ijsland of Liechtenstein worden in het bezit gesteld van een “Aankomstverklaring” (bijlage 3). Onderdanen van de EU, Noorwegen, Ijsland of Liechtenstein en familieleden van EU-burgers, worden in het bezit gesteld van een “Melding van aanwezigheid”. (bijlage 3ter). Indien de vreemdeling in een hotel, logementshuis, ziekenhuis of in de gevangenis verblijft is hij/zij vrijgesteld van deze aanmelding bij het gemeentebestuur en zal hij/zij de hogervernoemde documenten niet moeten bij hebben. Verblijf meer dan 3 maanden. - Niet EU-burgers. Wanneer de niet-EU-burgers meer dan drie maanden in België verblijven zullen ze in het bezit worden gesteld van een verblijfstitel. Afhankelijk van de duur van het verblijf zullen ze een verblijfstitel A, B, C of D krijgen. Vreemdelingen kunnen tevens nog in het bezit zijn van de oude types verblijfskaarten zoals een BIVR (Bewijs van inschrijving in het Vreemdelingenregister) en een Identiteitskaart voor Vreemdelingen. Wanneer de verblijfssituatie van een vreemdeling nog moet onderzocht worden dient hij in het bezit te zijn van een Attest van Immatriculatie A (AI”A”). - EU-burgers en hun familieleden. Wanneer EU-burgers meer dan drie maanden in het Rijk verblijven dan dienen ze in het bezit te zijn van een E kaart (bijlage 8, verklaring van inschrijving). Na drie jaar kunnen ze een E+ kaart (bijlage 8 bis) krijgen. De EU-burgers zijn niet verplicht om de kaart te tonen. Indien ze enkel hun nationale identiteitskaart tonen moet hun verblijf via het Rijksregister gecontroleerd worden. EU-burgers kunnen tevens nog in het bezit zijn van een verblijfskaart van het oude type. Het betreft een Verblijfskaart voor een onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie (VOLEU) of een Identiteitskaart voor Vreemdelingen (niet begunstigde EU-burger). Familieleden van EU-burgers dienen bij een verblijf van meer dan drie maanden in het bezit te zijn van een F-kaart (bijlage 9). Na drie jaar kunnen ze een F+ kaart (bijlage 9 bis) krijgen. Als familielid van een EU-burger wordt aanzien: echtgenoot/echtgenote, officieel samenwonende partner, inwonende descendenten (-21 jaar) en ascendenten Verblijfsvergunningen van andere Schengenlanden: Op de website van DVZ, www.dofi.fgov.be, of Portal vindt men een lijst terug met de grensoverschrijdende en visumopheffende verblijfsvergunningen. Wanneer de vreemdeling in het bezit is van zijn paspoort en een visumopheffende verblijfsvergunning van een ander Schengenland dan mag hij hiermee 3 maanden in het Rijk verblijven. Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
2
VERBLIJFSVERGUNNINGEN
Memofiche
28
Verblijfsvergunningen van niet-Schengenlanden: Enkel verblijfsvergunningen voor familieleden van EU-burgers die zelf geen EU-burger zijn, zijn visumopheffend indien ze afgeleverd zijn door een land welk aangesloten is bij de EU. De vermelding “familielid van een EU-burger” moet wel op de kaart aangebracht zijn. Alle andere verblijfsdocumenten van landen die niet tot Schengen behoren, hebben geen invloed op het verblijf in België. Momenteel hebben 25 landen het akkoord van Schengen ondertekend waaronder. België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Portugal, Spanje, Italië, Griekenland, Oostenrijk, Denemarken, Zweden, Finland, IJsland, Noorwegen, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Malta en Zwitserland De verblijfsdocumenten dienen altijd vergezeld te zijn van een paspoort of een identiteitskaart! Vervallen Belgische verblijfsdocumenten. In het geval dat de verblijfskaart minder dan 1 jaar vervallen is, dient een attest van afneming te worden opgesteld in 3 exemplaren. De verlopen vergunning moet ingehouden en overgemaakt worden aan het afleverende gemeentebestuur. Is de vergunning 1 jaar of langer vervallen, of is de vreemdeling geen houder van de vergunning, dan wordt hij beschouwd als illegaal en dient DVZ te worden ingelicht d.m.v. een administratief verslag vreemdelingen. Controle van de documenten. Wanneer men een document controleert, moet men altijd nagaan of het nog geldig is. De foto die op de kaart staat moet vergeleken worden met de persoon die voor u staat. Verder moet de kaart nog op echtheid gecontroleerd worden. Contact Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). Wanneer we een onregelmatigheid vaststellen dient er contact opgenomen te worden met DVZ. Afhankelijk van het uur en de dag dient men contact op te nemen met Bureau C of Dienst Permanentie.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
3
VERBLIJFSVERGUNNINGEN
Memofiche
28
Meest voorkomende inbreuken: Niet beschikken over de verplichte verblijfsvergunning: - DVZ/ Bureau C of Dienst Permanentie verwittigen d.m.v. administratief verslag De geldigheidsdatum is verstreken: - Afhankelijk van hoelang het document reeds vervallen is (zie hierboven onder vervallen Belgische verblijfsdocumenten) dien je gepast te handelen De gegevens op de vergunning zijn niet meer correct (vb. adreswijziging): - Attest van afneming opstellen en aan persoon overhandigen en het document inhouden. Document overmaken aan afleverende gemeente en de persoon er naar doorverwijzen Er wordt gebruik gemaakt van een vervalste of gestolen verblijfsvergunning: - DVZ/ Bureau C of Permanentie contacteren en het ov-nummer doorgeven teneinde de echtheid van de gegevens te kunnen nagaan. Bij vervalsing, onvolledige gegevens of gestolen vergunning dient Bureau C van DVZ te worden verwittigd. - De vervalsing kan vastgesteld worden door de CDBV-D te Brussel (Tel. 02/743.73.91 fax. 02/743.72.90 In het kader van de controle transport, moeten we aandacht besteden aan de maatregelen van de titel IIIbis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. De wet voorziet zware sancties (administratieve geldboete, het inhouden van het vervoermiddel) voor: “de openbare of private vervoerder die internationaal vervoer van personen per autobus, autocar of minibus verricht - met uitzondering van grensverkeer - en die, ter gelegenheid van een zelfde reis, ten minste 5 passagiers die niet in het bezit zijn van de in artikel 2 voorgeschreven stukken, naar België vervoert, zonder voorzorgen genomen te hebben om zich ervan te vergewissen of die passagiers in het bezit zijn van die stukken”. Bovendien, is de openbare of private vervoerder die in België passagiers die niet in het bezit zijn van geldige documenten vervoert, hoofdelijk aansprakelijk met de passagier voor de betaling van de kosten van huisvesting, verblijf, gezondheidszorgen en repatriëringkosten. Opmerking: - De Belgische verblijfsvergunning dient steeds te zijn opgesteld in de taal van de gemeente van aflevering. In geval van een faciliteitengemeente kan betrokkene één van de daar gebruikte landstalen kiezen. (Nl / Fr / Duits). - De gemeente van aflevering is de gemeente waar betrokkene zijn adres (hoofdverblijfplaats) heeft. - De stempels dienen steeds van dezelfde gemeente te zijn als de gemeente van aflevering. - Fotoverandering en blanco diefstal zijn de belangrijkste vormen van fraude met betrekking tot dit document.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
4
Memofiche
VERBLIJFSVERGUNNINGEN
28
FOD Binnenlandse Zaken Dienst Vreemdelingenzaken World Trade Center, Tower II Antwerpsesteenweg 59B 1000 BRUSSEL
SPF Intérieur Office des Etrangers World Trade Center, Tour II Chaussée d’Anvers 59B 1000 BRUXELLES
Bureau C : werkdagen tussen 07:00 uur tot 17:00 uur Tel: 02/793.83.18+19-22-25-26-29-31 Fax: 02/274-66-11+12 Dienst Permanentie van 17.00 uur tot 07.00 uur, weekend en feestdagen: Tel : 02/793.83.51+ 52 - 53 Fax : 02/274.66.09 + 10 02/793.96.50 + 51 - 52
Bureau C : werkdagen tussen 07:00 uur tot 17:00 uur Tel: 02/793.83.18+19-22-25-26-29-31 Fax: 02/274-66-11+12 Dienst Permanentie van 17.00 uur tot 07.00 uur, weekend en feestdagen: Tel : 02/793.83.51+ 52 - 53 Fax : 02/274.66.09 + 10 02/793.96.50 + 51 - 52
Bijzonder geval. Indien bij een controle of bijzondere actie vreemdelingen worden aangetroffen waarvan men vermoedt dat zij slachtoffer zijn van mensenhandel of mensensmokkel, dan dient men rekening te houden met de bepalingen van de Strafwet en van de Wet van 10 augustus 2005 tot bestrijding van de mensenhandel en mensensmokkel. De Politiediensten hebben de verantwoordelijkheid de slachtoffers op te vangen en hun door te verwijzen naar de meest aangewezen hulpverlening. Zij nemen ook contact op met DVZ en de gespecialiseerde onthaalcentra. 1. Begrip mensenhandel. Wordt beschouwd als misdrijf mensenhandel om economische reden, hij die de werving, het vervoer, de overbrenging, de huisvesting, de opvang van een persoon, iemand anders de controle toevertrouwt of laat uitvoeren teneinde, deze persoon aan het werk te zetten of te laten werken in omstandigheden die in strijd zijn met de menselijke waardigheden. De gevangenisstraf en geldboetes zijn zwaarder als in het misdrijf direct of indirect gebruik gemaakt is van misleiding, geweld, bedreigingen of enige andere vorm van dwang; of als misbruik gemaakt is van de bijzonder kwetsbare positie waarin de vreemdeling verkeert ten gevolge van een onwettige of precaire administratieve toestand of ten gevolge van zwangerschap, ziekte dan wel een lichamelijk of geestelijk gebrek of minderwaardigheid. 2. Begrip mensensmokkel Wordt beschouwd als misdrijf mensensmokkel: het ertoe bijdragen, op welke manier ook, rechtstreeks of via een tussenpersoon, dat een persoon die geen onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie of van een Staat die partij is bij een internationale overeenkomst betreffende de overschrijding van de buitengrenzen, die België bindt, binnenkomt, erdoor reist of aldaar verblijft, indien zulks in strijd is met de wetgeving van deze Staat, met het oog op het direct of indirect verkrijgen van een vermogensvoordeel.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
5
Memofiche
VERBLIJFSVERGUNNINGEN
FOD Binnenlandse Zaken Dienst Vreemdelingenzaken World Trade Center, Tower II Antwerpsesteenweg 59B 1000 BRUSSEL
28
SPF Intérieur Office des Etrangers World Trade Center, Tour II Chaussée d’Anvers 59B 1000 BRUXELLES
Cel Slachtoffers Mensenhandel Tel.: 02/793 89 37 Fax: 02/274 66 95 Gespecialiseerde onthaalcentra (24 u/24 u) Vlaams Gewest VZW “Payoke” Leguit 4 2000 ANTWERPEN Tel.: 03/201 16 90 Fax: 03/233 23 24
Waals Gewest VZW “Sürya” Rue Trappé 9 4000 LIEGE Tél.: 04/232 40 30 Fax: 04/232 40 39
E-mail:
[email protected] Brussels Hoofdstedelijk Gewest VZW “Pag-asa” Cellebroersstraat 16B 1000 BRUSSEL Tel.: 02/511 58 68 of 02/511 64 64 Coördinatie en opvolging van het beleid ter bestrijding van de mensenhandel Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding Cel “Mensenhandel” Koningsstraat 138 1000 BRUSSEL Tel.: 02/212 30 00 Fax: 02/212 30 30 Groen Tel : 0800/12800
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
Coordination et suivi de la politique de lutte contre la traite des êtres humains Centre pour l’égalité des chances et pour la lutte contre le racisme Cellule "Traite des êtres humains" Rue Royale 138 1000 BRUXELLES Tél.: 02/212.30.00 Fax: 02/212.30.00 Tél vert : 0800/12800
6
Memofiche
VERKEERSREGLEMENTERING
29
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit √
Federale en Lokale Politie √
Douane en Accijnzen (√)
TSW
SI
RSZ
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Koninklijk Besluit van 01 december 1975 houdende algemeen reglement op de Politie van het wegverkeer; 9 Koninklijk Besluit van 30 september 2005 tot aanwijzing van overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen in uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, en tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtreding van de wet betreffende het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten.
Leeftijd bestuurders:
9 ◊ Art 8.2.2° Min leeftijd van 21 jaar bij bestuurders voertuigen auto’s en slepen wanneer het MTM méér bedraagt dan 7,5 Ton
Belangrijkste overtredingen: Hieronder plaatsen we een algemeen beknopt overzicht. Het is echter van het grootste belang om de volledige omschrijving in het K.B. van 30 september 2005 tot aanwijzing van de overtredingen per graad te raadplegen teneinde te bepalen tot welke graad bepaalde overtredingen behoren. Alle overtredingen van de tweede, derde of vierde graad behoren tot het K.B. van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. Het is van rechtswege verplicht het KB van 30 september 2005 te hanteren bij het opstellen van proces-verbaal voor overtredingen van de 2de, 3de en 4de graad. Snelheidsbeperkingen en inhaalverbod: Uitbreiding inhaalverboden en snelheidsbeperkingen voor voertuigen en slepen met een maximale toegelaten massa (MTM) van méér dan 3,5 ton: → Snelheidsbeperking van 90 km/U op autosnelwegen en op de openbare wegen verdeeld in vier of méér rijstroken waarvan er ten minste twee bestemd zijn voor iedere rijrichting en waarvan de rijrichtingen anders dan door wegmarkeringen gescheiden zijn. → Verbod op rijbanen van een autosnelweg met drie of méér rijstroken in de gevolgde rijrichting om op een andere rijstrook dan een van de twee rechts gelegen rijstroken van de rijbaan te rijden, behalve om de aanwijzingen van de verkeersborden F13 en F15 op te volgen. → Inhaalverbod bij neerslag: Voertuigen en slepen met een MTM van méér dan 7,5 ton is er een inhaalverbod bij “ neerslag” op autosnelwegen, autowegen, wegen met tenminste 4 rijstroken met of zonder middenberm. Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
1
VERKEERSREGLEMENTERING
Memofiche
29
→ Inhaalverbod buiten de bebouwde kom: Het links inhalen van een gespan, van een tweewielig motorvoertuig of een voertuig met meer dan twee wielen is verboden buiten de bebouwde kom, op de openbare wegen waarvan de rijbaan twee rijstroken in de gevolgde rijrichting omvat, voor bestuurders van voertuigen en slepen gebruikt voor het vervoer van zaken met een maximale toegelaten massa van meer dan 3,5 ton. Veiligheidshesje na ongeval of na pech. → Verplichting het retro – reflecterende veiligheidsvest te dragen: op autosnelwegen + autowegen is de bestuurder van een pechvoertuig (ongeval of pech) welk op een plek terecht komt waar hij niet mag stoppen of parkeren verplicht het retro- reflecterende veiligheidsvest te dragen zodra hij het voertuig verlaat. Dit is verplicht voor iedere bestuurder van zowel een Belgisch als buitenlands ingeschreven voertuig (art 51.4 van KB 01/12/75).
•
OVERTREDINGEN VAN DE EERSTE GRAAD Alle overtredingen van de reglementen uitgevaardigd op grond van deze gecoördineerde wetten die niet expliciet in dit besluit worden benoemd, zijn overtredingen van de eerste graad.
OVERTREDINGEN VAN DE TWEEDE GRAAD Algemene gedragsregels voor de weggebruikers •
Het verkeer hinderen of onveilig maken door voorwerpen, zwerfvuil of stoffen op de openbare weg te werpen, te plaatsen, achter te laten of te laten vallen, hetzij door er rook of stoom te verspreiden, hetzij door er enige belemmering aan te brengen (Art. 7.3)
De bestuurder •
•
Elke bestuurder moet in staat zijn te sturen, en de vereiste lichaamsgeschiktheid en de nodige kennis en rijvaardigheid bezitten. Hij moet steeds in staat zijn alle nodige rijbewegingen uit te voeren en voortdurend zijn voertuig of zijn dieren goed in de hand hebben (Art. 8.3) Gebruik GSM tijdens sturen (Art. 8.4)
Algemene bepalingen snelheid • • • •
Rijden met een onaangepaste snelheid (Art. 10.1.1°) Niet kunnen stoppen voor een te voorziene hindernis (Art. 10.1.3°) Het niet aankondigen aanzienlijke snelheidsvermindering (10.2, al. 2) Niet vertragen bij het naderen van trek-, last- en rijdieren of vee op de openbare weg en niet stoppen indien deze dieren tekenen van angst vertonen (Art 10.3)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
2
VERKEERSREGLEMENTERING
Memofiche
29
Voorrangsregels • • • •
• • • •
Het niet verlenen van voorrang aan spoorvoertuigen (Art. 12.1) Het niet dubbel voorzichtig oprijden van een kruispunt teneinde elk ongeval te voorkomen (Art. 12.2) Het niet verlenen van voorrang, behalve op een rotonde, aan de bestuurder die op een regelmatige manier van rechts komt (Art. 12.3.1) Het niet verlenen van voorrang aan iedere bestuurder die rijdt op de openbare weg of de rijbaan die men oprijdt : - wanneer men uit een openbare weg of een rijbaan met een verkeersbord B1 (omgekeerde driehoek) of met een verkeersbord B5 (stop) komt; - wanneer men uit een aardeweg of een pad op een openbare weg met een rijbaan komt. (Art. 12.3.1) Bij oversteken trottoir/fietspad, voorrang verlenen aan de gebruikers van het trottoir/fietspad (Art. 12.4bis) Het verkeersbord B1 of B5 niet in acht nemen (Art. 5 en 67.3 (verkeersbord B1 en B5) Het niet verlenen van voorrang bij het uitvoeren van een manoeuvre (Art. 12.4 lid 1) De bestuurder die voorrang moet verlenen, mag slechts verder rijden indien hij zulks kan doen zonder gevaar voor ongevallen, gelet op de plaats van de andere weggebruikers, hun snelheid en de afstand waarop zij zich bevinden (Art. 12.5)
Inhalen •
•
Rechts inhalen behalve wanneer de in te halen bestuurder te kennen heeft gegeven dat hij voornemens is links af te slaan of zijn voertuig op te stellen aan de linkerkant van de openbare weg en zich naar links begeven heeft om deze beweging uit te voeren (Art. 16.3) Het niet respecteren van de voorschriften inzake het inhalen van spoorvoertuigen die de rijbaan volgen (Art. 16.9)
Afstand tussen de voertuigen •
Het buiten de bebouwde kommen niet respecteren van een onderlinge afstand van ten minste 50 meter door de bestuurders van voertuigen en slepen met een maximale toegelaten massa van meer dan 7,5 ton of langer dan 7 meter (Art. 18.2)
Richtingverandering •
Bij het afslaan naar rechts niet zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan blijven. De bestuurder mag zich evenwel naar links begeven wanneer hij wegens de plaatsgesteldheid en de afmetingen van het voertuig of de lading niet bij de rechterrand van de rijbaan kan blijven (Art. 19.2.2°, lid 1 en 2)
Verkeer op autosnelwegen en autowegen •
Op autosnelwegen en autowegen een voertuig laten stilstaan of parkeren, behalve op de parkeerstroken, aangewezen door het verkeersbord E9a (Art. 21.4.4° en 22.2)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
3
VERKEERSREGLEMENTERING
Memofiche
29
Verkeer op wegen voorbehouden voor voetgangers, fietsers en ruiters •
Het zich op deze wegen begeven wanneer het verboden is (Art. 22quinquies 1)
Stilstaan- en parkeerverbod •
Stilstaan of parkeren op: •
de trottoirs en binnen de bebouwde kommen, op de verhoogde bermen, behoudens plaatselijke reglementering;
•
de fietspaden en op minder dan 3 meter van de plaats waar de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen verplicht zijn het fietspad te verlaten om op de rijbaan te rijden of de rijbaan te verlaten om op het fietspad te rijden;
•
de oversteekplaatsen voor voetgangers, op de oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen en op de rijbaan op minder dan 3 meter voor deze oversteekplaatsen;
•
de rijbaan in de onderbruggingen, in de tunnels en behoudens plaatselijke reglementering onder de bruggen;
•
de rijbaan nabij de top van een helling en in een bocht wanneer de zichtbaarheid onvoldoende is. (Art. 24, lid 1,1°, 2°, 4°,5° en 6°)
Parkeerverbod • • • •
Parkeren op de plaatsen waar de voetgangers en de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen op de rijbaan moeten komen om omheen een hindernis te gaan of te rijden. Parkeren op de plaatsen waar de doorgang van spoorvoertuigen zou belemmerd worden. Parkeren op plaatsen wanneer de vrije doorgang op de rijbaan minder dan 3 meter breed zou worden. Het onrechtmatig innemen van een parkeerplaats voorbehouden voor voertuigen die gebruikt worden door personen met een handicap. (Art. 25.1.4° 6°, 7° en 14°)
Gebruik van de lichten • •
Het onrechtmatig gebruiken van de grootlichten. Het niet gebruiken van de achtermistlichten wanneer het moet.
(Art 30.1.1° a), b) en c), 30.1.2°, tweede zin, 30,3,2°, tweede lid, eerste zin) Lading van de voertuigen • •
Algemene voorschriften inzake het schikken, vastmaken of overdekken van de lading (Art. 45.1) Het niet respecteren van de voorzichten inzake overdekken van graangewassen, vlas, stro, paarden- of veevoeder in bulk of in balen (Art. 45.2)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
4
VERKEERSREGLEMENTERING • • •
Memofiche
29
Het niet respecteren van de voorschriften inzake het vervoer van lange stukken (Art. 45.3) Het niet respecteren van de voorschriften inzake het nauw omsluiten van alles wat dient om de lading vast te maken of te beschutten (Art. 45.4) Openstaande zij- of achterdeuren die uitsteken buiten de grootste zijomtrek van het voertuig (Art. 45.6)
Driekleurige verkeerslichten Het onrechtmatig negeren van het oranje verkeerslicht (Art. 61.1.2°, 62ter, lid 2, 2° en 61.1.5°) Verkeersborden • Het verkeersbord B1 niet in acht nemen (Art.5 + 67.3) • Het verkeersbord B5 niet in acht nemen (Art.5 + 67.3)
OVERTREDINGEN VAN DE DERDE GRAAD Bindende kracht van de bevelen van de bevoegde personen • •
Het niet onmiddellijk gevolg geven aan de bevelen van de bevoegde personen (Art. 4.1.) Het niet verplaatsen van een stilstaand of geparkeerd voertuig van zodra de bestuurder daartoe door een bevoegd persoon aangemaand wordt (Art.4.4, lid 1)
Plaats van de bestuurders op de openbare weg •
Wanneer de openbare weg twee of drie rijbanen omvat die duidelijk van elkaar gescheiden zijn, inzonderheid door een effen grond, een niet voor voertuigen toegankelijke ruimte, een verschil in niveau, de links ten opzichte van hun rijrichting gelegen rijbaan volgen, behoudens plaatselijke reglementering (Art. 9.2)
Kruisen • • • • •
Links kruisen (Art.15.1) Tijdens het kruisen onvoldoende afstand laten (Art. 15.2) Niet vertragen of stoppen indien nodig wanneer het doorrijden belemmerd wordt door een hindernis of door de aanwezigheid van andere weggebruikers (Art. 15.2) Bij het volgen van de gelijkgrondse berm tijdens het kruisen andere weggebruikers in gevaar brengen (Art. 15.3) Het niet respecteren van de voorschriften betreffende het kruisen van spoorvoertuigen (Art. 15.4)
Inhalen •
Bij het volgen van de gelijkgrondse berm tijdens het inhalen andere weggebruikers in gevaar brengen (Art. 16.5)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
5
VERKEERSREGLEMENTERING • • •
Memofiche
29
Het niet zo ver mogelijk naar rechts uitwijken of het opvoeren van de snelheid op het ogenblik dat men op het punt staat links ingehaald te worden (Art. 16.7) Het links inhalen wanneer de bestuurder de tegemoetkomende weggebruikers niet van ver genoeg kan opmerken om het inhalen zonder gevaar voor ongevallen uit te voeren (Art. 17.1) Het links inhalen van een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen (ook van toepassing op tweewielige brom- of motorfietsen maar in dit geval betreft het een overtreding van de eerste graad): • op een overweg gesignaleerd door het verkeersbord A45 of A47, behalve indien het een overweg is met slagbomen of indien het verkeer er door verkeerslichten wordt geregeld; • wanneer de in te halen bestuurder zelf een ander voertuig dan een fiets, een tweewielige bromfiets of een tweewielige motorfiets inhaalt, behalve wanneer de rijbaan drie of meer rijstroken heeft die bestemd zijn voor het verkeer in de gevolgde rijrichting; • wanneer de in te halen bestuurder stopt voor een oversteekplaats voor voetgangers of een oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen of deze oversteekplaatsen nadert op plaatsen waar het verkeer niet geregeld wordt door een bevoegd persoon of door verkeerslichten. (Art. 17.2.1°, 4° en 5°)
Richtingverandering •
• • •
Rechts afslaan. • Bij het zich naar links begeven wanneer wegens de plaatsgesteldheid en de afmetingen van het voertuig of de lading men niet bij de rechterrand van de rijbaan kan blijven : - zich er vooraf niet van vergewissen dat geen achterligger reeds begonnen is in te halen. - de andere bestuurders die op normale wijze rijden op de openbare weg die men gaat verlaten in gevaar brengen. (Art. 19.2.2°, lid 3) Links afslaan. • geen voorrang verlenen aan de tegenliggers op de rijbaan die hij gaat verlaten (Art. 19.3.3°) Bij het veranderen van richting geen voorrang verlenen aan de bestuurders en aan de voetgangers die de andere delen van dezelfde openbare weg volgen (Art. 19.4) Bij het veranderen van richting geen voorrang verlenen aan de voetgangers die de rijbaan oversteken die hij gaat oprijden (Art. 19.5 )
Verkeer in woonerven en in de erven • •
Het in gevaar brengen van de voetgangers, ze hinderen of niet stoppen indien nodig. Niet dubbel voorzichtig zijn ten aanzien van kinderen. (Art. 22bis, lid 1, 2°, eerste en tweede zin)
Verkeer op wegen voorbehouden voor voetgangers, fietsers en ruiters •
Elkaar in gevaar brengen of hinderen.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
6
VERKEERSREGLEMENTERING • •
Memofiche
29
Het verkeer nodeloos hinderen. Niet dubbel voorzichtig zijn ten aanzien van kinderen. (Art. 22quinquies 2, lid 1)
Verkeer in de voetgangerszones • • • •
Het niet stapvoets rijden in voetgangerszones. De doorgang niet vrijlaten voor voetgangers. Niet stoppen indien nodig. Het in gevaar brengen of hinderen van voetgangers. (Art. 22sexies 2, lid 2)
Verkeer in speelstraten • • • • • •
Niet stapvoets rijden in speelstraten. Geen doorgang vrij laten voor de voetgangers die spelen. Geen voorrang verlenen aan of zo nodig stoppen aan voetgangers die spelen. Fietsers die niet afstappen indien nodig. Het in gevaar brengen of hinderen van voetgangers die spelen. Niet dubbel voorzichtig zijn ten aanzien van kinderen. (Art. 22septies 2)
Gebruik van de lichten •
Tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en in alle omstandigheden wanneer het niet meer mogelijk is duidelijk te zien tot op een afstand van ongeveer 200 meter: • Het niet gebruiken van de dim- of grootlichten vooraan en de rode lichten achteraan voor motorvoertuigen. • Het niet gebruiken van de twee witte lichten vooraan en de rode lichten achteraan voor aanhangwagens die met deze lichten moeten uitgerust zijn. • Het niet gebruiken van de omtreklichten voor de voertuigen die met deze lichten moeten uitgerust zijn.
(Art. 30.1., 30.3.2°, eerste lid en 30.4) Gedrag tegenover prioritaire voertuigen die het speciaal geluidstoestel gebruiken •
Het niet onmiddellijk vrijmaken van de doorgang, het niet verlenen van voorrang, niet stoppen indien nodig van zodra het speciaal geluidstoestel het naderen van een prioritair voertuig aankondigt. (Art. 38)
Gedrag tegenover voertuigen voor schoolvervoer • •
Het niet aanzienlijk matigen of het niet stoppen indien nodig wanneer de bestuurder van het voertuig voor schoolvervoer al de richtingsaanwijzers doet werken en hiermee beduidt dat de kinderen gaan in- of uitstappen. Het niet dubbel voorzichtig zijn bij het naderen van een voertuig voor schoolvervoer. (Art. 39bis2)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
7
VERKEERSREGLEMENTERING
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
Memofiche
29
8
VERKEERSREGLEMENTERING
Memofiche
29
Gedrag van de bestuurders tegenover voetgangers •
• • •
•
Het in gevaar brengen van voetgangers die: • zich bevinden op een trottoir, een deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers door het verkeersbord D9 of D10, een berm of een vluchtheuvel. • zich bevinden op een weg: - voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers en ruiters. - voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers en ruiters met aanduiding van het deel van de weg dat bestemd is voor de verschillende categorieën van weggebruikers. - ingericht als speelstraat. • zich op de rijbaan bevinden in een woonerf, een erf of een voetgangerszone. (Art. 40.1) De snelheid niet matigen wanneer men rijdt langs een autocar, een autobus, een trolleybus, een minibus of een spoorvoertuig die stilstaat om reizigers te laten in- of uitstappen (Art. 40.3.1) Het niet naleven van de voorschriften t.o.v. de reizigers die in- of uitstappen ter hoogte van een halteplaats van een voertuig voor gemeenschappelijk vervoer (Art. 40.3.2) Op plaatsen waar het verkeer geregeld wordt door een bevoegd persoon of door verkeerslichten, zelfs wanneer het verkeer in zijn rijrichting is opengesteld, de voetgangers die zich regelmatig op de rijbaan hebben begeven, niet de gelegenheid laten het oversteken met een normale gang te beëindigen of, zo er op die plaatsen een oversteekplaats voor voetgangers is, niet stoppen voor de oversteekplaats voor voetgangers wanneer het verkeer in zijn rijrichting gesloten is (Art. 40.4.1) Op plaatsen waar het verkeer niet geregeld wordt door een bevoegd persoon of door verkeerslichten, een oversteekplaats voor voetgangers niet met matige snelheid naderen of geen voorrang verlenen aan de voetgangers die er zich op bevinden of op het punt staan zich erop te begeven (Art. 40.4.2)
Gedrag tegenover groepen kinderen, scholieren, personen met een handicap en bejaarden •
•
Het doorbreken van een groep kinderen, scholieren, personen met een handicap of bejaarden: - ofwel in rijen, vergezeld van een leider; - ofwel die de rijbaan oversteekt onder de controle van een jeugdverkeersbrigade, van een leider of van een gemachtigd opzichter. (Art. 40bis1) De aanwijzingen niet opvolgen die ter beveiliging van het oversteken van kinderen, scholieren, personen met een handicap of bejaarden, door daartoe gemachtigde opzichters worden gegeven (Art. 40bis2)
Gedrag tegenover de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen • •
Een fietser of bestuurder van een tweewielige bromfiets die zich op de openbare weg bevindt onder de in dit reglement voorziene voorwaarden in gevaar brengen. Niet dubbel voorzichtig zijn ten aanzien van fietsende kinderen en bejaarden.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
9
VERKEERSREGLEMENTERING • •
Memofiche
29
Geen zijdelingse afstand van ten minste één meter laten tussen het bestuurde voertuig en de fietser of bestuurder van een tweewielige bromfiets. Een oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen niet met matige snelheid naderen teneinde de weggebruikers die er zich op bevinden, niet in gevaar te brengen en ze niet te hinderen wanneer zij het oversteken van de rijbaan met normale snelheid beëindigen of niet stoppen indien nodig om ze te laten doorrijden. (Art 40ter, lid 1 tot 4)
Gedrag tegenover militaire colonnes, stoeten, groepen voetgangers, processies, culturele, sportieve en toeristische evenementen, wielerwedstrijden, nietgemotoriseerde sportwedstrijden of -competities, groepen fietsers, groepen motorfietsers, groepen ruiters en werfopzichters op de openbare weg •
Het breken door: • een afdeling van een militaire colonne bestaande uit een op mars zijnde troep of een voertuigenkonvooi waarvan de gang geregeld wordt door bevoegde personen of door daartoe gemachtigde militairen; • een stoet, een groep voetgangers, een samenkomst naar aanleiding van een cultureel, sportief of toeristisch evenement of een processie; • een groep deelnemers aan een wielerwedstrijd of aan een niet gemotoriseerde sportwedstrijd of -competitie. (Art.41.1)
• •
Bij het naderen van een groep renners die aan een wielerwedstrijd deelnemen, niet onmiddellijk uitwijken en stoppen (Art. 41.2) De aanwijzingen niet opvolgen die gegeven worden : • ter vergemakkelijking van de beweging der legercolonnes, door daartoe gemachtigde militairen; • om de veiligheid te verzekeren: - van culturele, sportieve en toeristische evenementen van wielerwedstrijden en van niet gemotoriseerde sportwedstrijden of -competities, door daartoe gemachtigde signaalgevers; - van de groepen fietsers en groepen motorfietsers door wegkapiteins; - van de groepen voetgangers en groepen ruiters, door groepsleiders; - van het personeel van de werken op de openbare weg door de werfopzichters. (Art. 41.3.1)
Vervoer van gevaarlijke goederen • •
Voertuigen A.D.R.-producten die behalve in geval van noodzaak, de autosnelwegen niet volgen (Art. 48bis1) Het niet respecteren van de verkeersborden C24a, b, of c (Art. 48bis2) (Art. 5 en 68.3)
Driekleurige verkeerslichten •
Het rode verkeerslicht negeren (Art. 61.1.1° en 62ter, lid 2, 1°)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
10
VERKEERSREGLEMENTERING •
Memofiche
29
Geen voorrang verlenen aan de bestuurders die uit de andere richting komen bij de combinatie rood verkeerslicht / groene pijl (Art. 61.1.5° en 62ter, lid 2, 4° en 5°)
Tweekleurige verkeerslichten •
Rijden op een rijstrook waarboven een rood verkeerslicht, dat de vorm heeft, is aangebracht (Art. 63.2.1)
Verbodsborden •
Het niet in acht nemen van de verkeersborden C1, C35 of C39. (Art. 5 en 68.3 (verkeersbord C1, C35 en C39)
Wegmarkeringen •
Een witte doorlopende lijn (of gelijkgestelde voorlopige wegmarkeringen) overschrijden of links ervan rijden. (Art. 72.2, 73.1 en 73.2)
OVERTREDINGEN VAN DE VIERDE GRAAD Bindende kracht van de bevelen van de bevoegde personen •
De volgende bevelen van een bevoegd persoon negeren: • de arm of de armen horizontaal uitgestrekt, wat stoppen betekent voor de weggebruikers die naderen uit richtingen welke deze aangewezen door de arm of armen, dwarsen; • het overdwars zwaaien met een rood licht, wat stoppen betekent voor de bestuurders naar wie het licht gekeerd is. (Art. 4.2.2° en 3°)
Algemene snelheidsregels •
Een bestuurder aansporen of uitdagen om overdreven snel te rijden (Art. 10.4)
Inhaalverbod •
Het links inhalen van een gespan of van een voertuig met meer dan twee wielen bij het naderen van de top van een helling en in bochten, wanneer de zichtbaarheid onvoldoende is, behalve indien kan ingehaald worden zonder de doorlopende witte streep te overschrijden die het voor de tegenliggers bestemde deel van de rijbaan aflijnt. (Art. 17.2.3°)
Verkeer op spoorwegen en overwegen •
Het zich begeven op overwegen wanneer: • de slagbomen in beweging of gesloten zijn; • de rode knipperlichten branden;
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
11
VERKEERSREGLEMENTERING
Memofiche
29
• het geluidssein werkt. (Art. 20.3) Verkeer op autowegen en autosnelwegen •
Op autosnelweg en autowegen: • de dwarsverbindingen gebruiken; • keren; • achteruit rijden • rijden in de tegenovergestelde rijrichting. (Art. 21.4.1°, 2° en 3° en 22.2)
Stilstaan- en parkeerverbod •
Stilstaan of parkeren op overwegen (Art. 24, lid 1, 3°)
Snelheidswedstrijden - sportwedstrijden •
Zonder speciale toelating van de wettelijke gemachtigde overheid op de openbare weg, snelheids- en sportwedstrijden, inzonderheid snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of -wedstrijden houden (Art. 21.6. 4°, 22.2. en 50)
NIEUWE TARIFERING ONMIDDELLIJKE INNINGEN De nieuwe tarifering van de onmiddellijke inningen ziet er als volgt uit: •
HET OVERSCHRIJDEN VAN DE TOEGELATEN MAXIMUM SNELHEID:
a. binnen de bebouwde kom, in een zone 30, schoolomgeving, woonerf en erf: snelheidsoverschrijding tot 10 km/u: 50 euro; snelheidsoverschrijding van meer dan 10 km/u: 50 euro + 10 euro voor elke bijkomende km/u. b. op andere wegen: snelheidsoverschrijding tot 10 km/u: 50 euro; snelheidsoverschrijding van meer dan 10 km/u: 50 euro + 5 euro voor elke bijkomende km/u. •
STRAFBARE ALCOHOLOPNAME
137,50 euro: de ademanalyse geeft een alcoholconcentratie van ten minste 0, 22 milligram en minder dan 0,35 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht aan. Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
12
VERKEERSREGLEMENTERING
Memofiche
29
de bloedanalyse geeft een alcoholconcentratie van ten minste 0,5 gram en minder dan 0,8 gram per liter bloed aan. •
ANDERE OVERTREDINGEN 300 euro voor de overtredingen van de vierde graad (onmiddellijke inning enkel van toepassing voor personen zonder vaste verblijfplaats of woonplaats in België) 150 euro voor de overtredingen van de derde graad, 100 euro voor de overtredingen van de tweede graad, 50 euro voor de overtredingen van de eerste graad * (* overige overtredingen van de reglementen uitgevaardigd op grond van de wet betreffende de politie over het wegverkeer).
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
13
VERKEERSREGLEMENTERING
Memofiche
29
De onmiddellijke inning is uitgesloten in volgende gevallen: • • • • •
•
Indien de overtreder minder dan 18 jaar is; Indien één van de overtredingen die bij dezelfde gelegenheid vastgesteld zijn geen aanleiding kan geven tot een onmiddellijke inning; de overtreding wordt begaan door een van de personen bedoeld in de Indien artikelen 479 en 483 van het Wetboek van Strafvordering (voorrang van rechtsmacht) (art. 65 §8 Wegverkeerswet); Indien de overtreding begaan wordt door personen die immuniteiten genieten;
Indien de overtreder een woonplaats of vaste verblijfplaats heeft in België: •
wanneer de totaal te innen som meer dan 300 euro bedraagt. De voorziene 137,50 euro voor lichte alcoholopname (art. 34 §1 Wegverkeerswet) wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van voornoemde som. Of;
•
wanneer een snelheidsbeperking met meer dan 40 kilometer per uur wordt overtreden. Of;
•
wanneer een snelheidsbeperking met meer dan 30 kilometer per uur wordt overtreden binnen de bebouwde kom, in een zone 30, schoolomgeving, woonerf en erf. Of;
•
wanneer een overtreding van de derde graad tegelijkertijd wordt vastgesteld met een andere overtreding. Of;
•
wanneer een overtreding van de vierde graad wordt vastgesteld.
•
Vaststelling van overtreding op Art 78 en Art 80 van KB 01/12//1975 betreffende het signaleren van werken, verkeersbelemmeringen en aanbrengen van verkeerstekens (zie col uitgaande van Parket generaal ter zake)
•
Art 2§1 en Art 3§1 van KB 20/07/2001 betreffende voertuigen welke niet zijn ingeschreven (zie col uitgaande van Parket generaal ter zake).
•
Art 5.1 en Art 15.1 van KB 08/01/1996 betreffende misbruik van commerciële kentekenplaat (zie col uitgaande van Parket generaal ter zake).
Indien de overtreder geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België heeft: •
mag de geïnde som niet hoger zijn dan 750 euro.
•
Deze som wordt beperkt tot 350 euro wanneer het uitsluitend gaat om meerdere overtredingen van de eerste of tweede graad.
De voorziene 137,50 euro voor lichte alcoholopname (art. 34 §1 Wegverkeerswet) wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van voornoemde sommen. Consignatie Indien de overtreder geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België heeft, en niet onmiddellijk de voorgestelde som betaalt, is de in consignatie te geven som gelijk aan de totale som vermeerderd met een forfaitair bedrag van 110 euro. Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
14
VERKEERSREGLEMENTERING
Memofiche
29
Het uitzonderlijk vervoer: Is het vervoer van ondeelbare voorwerpen en het verkeer van voertuigen of van aanhangwagens die gebruikt worden om voorwerpen te vervoeren waarvan de afmetingen, de eigen massa of de massa in beladen toestand de door dit reglement of de door het KB van 15 maart 1968 vastgestelde maxima overschrijden. Bij uitzonderlijk vervoer wordt door de Minister van Mobiliteit en vervoer of zijn gemachtigde onder de door hem vastgestelde voorwaarden een vergunning afgegeven. Art 48 in casu onderrichtingen bijlagen B/2001 uitgaande van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, directie Wegverkeer, Dienst Uitzonderlijk vervoer te 1210 BRUSSEL, Vooruitgangstraat 56.
Meest voorkomende inbreuken: Betreffende het uitzonderlijk vervoer: Maatregelen: doorrijverbod en steeds verslag aan Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. - Géén geldige originele vergunning voor het uitzonderlijk vervoer; - Verkeerde reisweg of uitvoeren van transport wanneer verboden volgens vergunning; - Voldoet het transport aan de voorwaarden inzake signalisatie/rijverbod/verplichte begeleiding opgelegd in de vergunning méér specifiek bijlage B/2001; - Werden de doortochten vermeldt in de vergunning aangevraagd; - Vergunning niet afgeleverd voor de firma die het transport uitvoert; - Voertuigen staan vermeld op de vergunning; maar het trekkend voertuig is steeds vervangbaar door een identiek voertuig - Geldigheidsduur vergunning verlopen; (opletten met verlengingen welke bijgevoegd zijn aan de originele vergunning. Deze twee gaan altijd samen); - Vergunning is niet geldig voor de vervoerde lading (cf nominatieve lijst van FOD MOB); - Combinatie/lading voldoet niet aan de karakteristieken. Betreffende de lading van de voertuigen: - Signalisatie van de uitstek van de lading achterwaarts; - Lading wanneer voorzien in de wetgeving niet bedekt met dekzeil of net; - Lading overeenkomstig de wetgeving niet stevig vastgemaakt dit aan voertuig of onderling zodat deze de stabiliteit van het voertuig in het gedrang brengt of op de openbare weg kan vallen of slepen; - Lading die méér dan 1 meter uitsteekt niet voorzien van de verplichte signalisatie. Andere: - Negeren verkeersborden; - Negeren snelheidsbeperking.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
15
Memofiche
VERKEERSTAKS
30
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit (√)
Federale en Lokale Politie √
Douane en Accijnzen √
TSW
SI
RSZ
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen. 9 Diverse decreten en ordonnanties.
Principe: Verkeersbelasting is een belasting die wordt geheven op alle motorvoertuigen en aanhangwagens die gebruikt worden voor het vervoer van personen en goederen op de openbare weg. Het fiscaal kenteken heeft een blauwe kleur voor de “even jaren” en een grijze kleur voor de “oneven jaren”. Modeldocument bijgevoegd. De taak van de Douane, de Federale en de Lokale Politie bestaat voornamelijk uit: -
nagaan dat het fiscaal kenteken wel echt is (vorm en kleur) of de geldigheidsduur niet verstreken is en de vermeldingen op het fiscaal kenteken overeenstemmen met de aangegeven voertuigconfiguratie; nagaan dat het fiscaal kenteken wel degelijk bevestigd is op het voertuig waarvoor het bestemd is of op een voertuig dat onder dekking van het bevestigde kenteken mag worden gebruikt; nazien dat de afkortingen op het fiscaal kenteken aangaande de aanslagbasis (fiscale paardenkracht, MTM) en de eventuele gebruiksouderdom van het voertuig aan de werkelijkheid beantwoorden; toezicht op de handelaarplaten en proefrittenplaten;
Meest voorkomende inbreuken: Niet geautomatiseerde voertuigen: - Geen fiscaal kenteken wegens gebrek aan aangifte voor het gebruik van het voertuig op de openbare weg; - Niet-bevestiging van het fiscaal kenteken op de voorgeschreven wijze. Geautomatiseerde voertuigen: - Geen voor het voertuig bestemd kentekenbewijs kan worden voorgelegd. - De kentekenplaat is geschrapt. - De kentekenplaat stemt niet overeen met het voertuig.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
1
VERKEERSTAKS
Memofiche
30
Document
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
2
VERVOER VAN GEVAARLIJKE GOEDEREN (ADR)
Memofiche
31
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit √
Federale en Lokale Politie √
Douane en Accijnzen (√)
TSW
SI
RSZ
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Europees Verdrag van 30 september 1957 betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR); 9 Wet van 10 augustus 1960 houdende goedkeuring van het Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR) en van bijlagen, ondertekend op 30 september 1957, te Genève; 9 Richtlijn 95/50 (EG) betreffende gelijkvormige procedures inzake de controle van ADR; 9 Koninklijk Besluit van 24 maart 1997 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van inbreuken inzake het vervoer over de weg van gevaarlijke goederen, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen; 9 Koninklijk Besluit van 19 oktober 1998 houdende uitvoering van de richtlijn 95/50 (EG); ** betreffende het blokkeren van een ADR-transport; ** de noodzaak van het opmaken van een controlerapport naar aanleiding van controle; 9 Koninklijk Besluit van 09 maart 2003 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen. 9 Koninklijk besluit betreffende de opleiding van bestuurders van transporteenheden die andere gevaarlijke goederen dan radioactieve stoffen over de weg vervoeren. 9 Koninklijk Besluit van 23 maart 2006 ter uitvoering van de richtlijn 2004/112/EG van de commissie van 13 december en tot wijziging van het KB van 19 oktober 1998 ter uitvoering van de richtlijn 95/50/EG van de raad van 06 oktober 1995 betreffende de uniforme procedures voor controle op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg.
Principe: De Gemeenschap heeft een aantal maatregelen vastgesteld welke gericht zijn op de verwezenlijking van een interne markt waarin o.a. het vrije verkeer van goederen overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag wordt verzekerd. Een aanpassing van de wetgevingen der Lidstaten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen werd verwezenlijkt in uitvoering van de richtlijn 94/55/EG. De controles worden uitgevoerd aan de hand van een lijst van gemeenschappelijke elementen die in de gehele Gemeenschap op dit vervoer van toepassing is. De controles kunnen zowel op de weg als in de ondernemingen plaatshebben. Uitwisseling van gegevens tussen de Lidstaten naar aanleiding van inbreuken is voorzien. De politieambtenaren hebben de mogelijkheid de boorddocumenten te controleren betreffende deze wetgeving. Tevens gaat gepaard met deze wetgevingen, de controle op de rij- en rusttijden en het aspect wegvervoer. De opname van een staal van de vervoerde stof behoort niet tot onze bevoegdheid. Wij doen slechts een administratieve controle inzake de boorddocumenten en de wettelijke uitrusting nopens het voertuig en de bestuurder. Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
1
VERVOER VAN GEVAARLIJKE GOEDEREN (ADR)
Memofiche
31
Bij overtreding wordt er proces verbaal opgesteld of bestaat de mogelijkheid over te gaan tot het uitschrijven van een onmiddellijke inning of consignatie van een som overeenkomstig het Koninklijk Besluit van 24 maart 1997 aangepast door het Koninklijk Besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en consignatie van een som. Bij sommige inbreuken op de ADR-wetgeving kan er zelfs een rijverbod opgelegd worden waarbij alle kosten die te wijten zij aan het doorrijverbod ten laste vallen van de overtreder. Dit rijverbod wordt bepaald door de indeling in Risicocategorieën I, II of III. Deze inbreuken zijn vastgelegd in de bijlage II. Wordt er een overtreding op Risicocategorie I vastgesteld dan mag de controle ambtenaar een doorrij verbod opleggen en kan men de bestuurder bevelen zijn voertuig te parkeren op een plaats die volgens het hoofdstuk 8.4 van het ADR bepaalde veiligheidsgaranties biedt, zolang de tekortkomingen niet zijn verholpen. De bestuurder is verplicht de bevelen van de controleambtenaar op te volgen. FEDERALE EN LOKALE POLITIE: Er wordt gestreefd naar een samenwerking bij controle met de dienst ADR van de Federale overheidsdienst Mobiliteit en vervoer te land. Er wordt tevens naar aanleiding van elke ADR-controle een controlefiche ADR (nieuw modeldocument bijgevoegd) opgemaakt waarop tevens de risicocategorie zijn opgenomen opgemaakt. Deze fiche bestaat uit twee delen, één deel voor de betrokkene (wit gedeelte origineel) en het andere gedeelte (roze kopie) blijft bewaard in de eenheid die controle uitvoerde. Een afschrift van deze kopie wordt opgestuurd aan de Politie EUPEN, Rue de Herbesthal 12 te 4700 EUPEN.
Bijzondere opmerking BIJ AFVALTRANSPORT: Wanneer het een afvaltransport betreft moet er een ECO-formulier (modeldocument bijgevoegd) opgesteld worden in duplo en dit moet gericht worden aan de Federale Politie dienst DGJ / DJB afdeling LEEFMILIEU. Controle van volgende punten is aangewezen dit in logische volgorde: - Boorddocumenten; - Elementen met betrekking tot het verkeer, gemeenschappelijk aan alle vervoerswijzen zoals de etikettering, de oranje schilden, enz …; - Elementen betreffende het verkeer van tanks; - Elementen betreffende het verkeer van het los gestort vervoer; - Elementen betreffende het verkeer van het collie vervoer; - Uitrusting van het voertuig in verband met de ADR-wetgeving; - Persoonlijke uitrusting bestuurder in verband met de ADR-wetgeving.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
2
VERVOER VAN GEVAARLIJKE GOEDEREN (ADR)
Memofiche
31
Meest voorkomende inbreuken: - Géén geldig ADR-opleidingsgetuigschrift; - Vervoersdocument specifiek ADR niet correct ingevuld; - Veiligheidskaarten (schriftelijke instructies) ontbreken, of voor de verkeerde stoffen of verkeerde taal; - Signalisatieborden (oranje schilden) zijn verkeerd, ontbreken of onleesbaar; - Gevaarsetiketten zijn verkeerd, ontbreken of onleesbaar; - Keuringsdocumenten specifiek ADR-vervoer dit zowel internationaal als nationaal ontbreken, zijn niet geldig voor de categorie van vervoer of zijn vervallen; - Persoonlijke veiligheidsuitrusting bestuurder ontbreekt of onvolledig; - Veiligheidsuitrusting specifiek ADR van het voertuig ontbreekt of onvolledig; - Goederen mogen niet worden vervoerd; - Het ontbreken van een verklaring van de afzender over het conform zijn van de stoffen en van de verpakking voor het vervoer; - Het voertuig vertoont, bij controle lekkage van gevaarlijke stoffen ten gevolge van het niet hermetisch gesloten zijn van de tanks of van de verpakking; - Het certificaat van goedkeuring van het voertuig ontbreekt of is niet-reglementair; - Het voertuig of de verpakking is ongeschikt; - De bestuurder beschikt over geen voorgeschreven vakbekwaamheidcertificaat voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg; - De brandblusapparaten ontbreken of zijn niet-reglementair; - Het vervoersdocument/begeleidend document ontbreekt of de verklaringen betreffende de vervoerde gevaarlijke goederen ontbreken of zijn niet-reglementair; - De nationale afwijking ontbreekt of de overeenkomst is niet reglementair; - De tank is te overladen.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
3
VERVOER VAN GEVAARLIJKE GOEDEREN (ADR)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
Memofiche
31
4
Memofiche
VERZEKERINGEN
32
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit √
Federale en Lokale Politie √
Douane en Accijnzen (√)
TSW
SI
RSZ
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
Principe: Wat het niet verzekerd zijn van een motorvoertuig of aanhangwagen betreft overeenkomstig de wet van 21 november 1989 hebben we controlerecht tot nagaan van een geldige verzekering en bij afwezigheid tot een tijdelijke inbeslagname van het voertuig (niet de lading) totdat er een geldige verzekering voor het voertuig ter zake van 3 maand is afgesloten. - Art 20: inbeslagname recht van niet verzekert voertuig; - Art 22§1: rijden zonder geldige burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering op een openbare plaats; - Art 23: verplichting tot het bij zich hebben en vertonen van een geldig verzekeringsbewijs.
Meest voorkomende inbreuken: - Motorvoertuig of aanhangwagen meer dan 750 kg MTM is niet verzekerd; - Bestuurder kan géén geldig verzekeringsdocument vertonen voor het voertuig.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche opgesteld op 15/05/2004
1
WET OP DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN
Memofiche
33
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie
Douane en Accijnzen
TSW
SI
RSZ
FLI
√
Wettelijke bepalingen: 9 Wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de Paritaire Comités.
Principe: Deze wet definieert het toepassingsgebied en de bevoegdheid van de Paritaire Comités. Een Paritair Comité is een orgaan opgericht binnen een bepaalde sector waarin vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers zetelen. Een Paritair Comité sluit overeenkomsten af, collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO’s) genoemd waarin tal van zaken geregeld worden en die bindend zijn voor alle werkgevers en werknemers van deze bedrijfssector. Bovendien worden de meeste CAO’s ook algemeen verbindend verklaard bij Koninklijk Besluit. Dit betekent dat ze afdwingbaar zijn op straffe van strafrechterlijke vervolging. De directie Toezicht op de Sociale Wetten van het FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (TSW) werd aangeduid om de naleving van deze wet te controleren. Bij niet naleving van een algemeen verbindend verklaarde CAO kan de directie Toezicht op de Sociale Wetten, Pro-Justitia opstellen waarvan een afschrift naar de Arbeidsauditeur wordt verzonden. Die kan een strafrechterlijke vervolging instellen voor de correctionele rechtbank. Het Paritair Comité nr.140 voor het vervoer en de logistiek maakt bij het afsluiten van de CAO’s ook onderscheid naargelang de specifieke activiteit. Er wordt onderscheid gemaakt tussen volgende subsectoren: - 140/01 voor de autobussen en autocars, uitgez. stadsautobussen (de vroegere 140/01, 140/02 en 140/03); - 140/02 voor de taxi’s (de vroeger 140/06); - 140/03 voor het wegvervoer en de logistiek voor rekening van derden (de vroegere 140/04 en 140/09); - 140/05 verhuisondernemingen; - 140/08 afhandeling op luchthavens; Volgende zaken kunnen bij CAO geregeld worden: - De minimumlonen en indeling in beroepsklassen; - Toekenning premies, toeslagen en vergoedingen; - Inkorting van de arbeidsduur - Afwijking op de wet betreffende de betaalde feestdagen; - Eindejaarspremies; - Tussenkomsten bij verplaatsingen woon- werkverkeer; - Oprichting fondsen van bestaanszekerheid; Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
1
WET OP DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN -
Memofiche
33
Aanvullende vergoedingen in geval van ziekte, ongeval, werkloosheid, enz.; Oprichting syndicale delegatie; Afwijkende opzegtermijnen.
De hieronder vermelde zaken zijn bij CAO geregeld en vormen de verschillende loonbestanddelen waarop een chauffeur, werkzaam in de sector van het goederenvervoer, naargelang zijn prestaties aanspraak kan maken: -
-
Arbeidsloon: elk gepresteerd arbeidsuur (rijtijd, laden en lossen, eventuele andere arbeidstijden) moeten betaald worden volgens een vastgestelde loonschaal; Beschikbaarheidvergoeding: elk uur dat als beschikbaarheidtijd beschouwd wordt (zie dagelijkse prestatieblad) moet aan een vastgesteld bedrag (momenteel 99 % van het arbeidsloon) betaald worden; Gewaarborgd dagloon en weekloon: voor elke begonnen dag is het gehele loon verschuldigd en op weekbasis is 38, 39 of 40 uren volgens het vastgelegd werkrooster (5 of 6 dagen week) verschuldigd; Inhaalrustloon: op het ogenblik dat compensatie wordt genomen voor de gepresteerde overuren moet het normaal dagloon worden uitbetaald; Vergoeding voor vast verblijf in het buitenland: wanneer een bemanningslid genoodzaakt is in het buitenland te verblijven zonder daarbij arbeidsprestaties te leveren, heeft hij recht op de betaling van 8 uren prestaties ( deze uren worden niet als arbeidsuren beschouwd); Loon voor werk op zon- en feestdagen: moet betaald worden met een toeslag van 100%; Onkostenvergoedingen; ARAB vergoedingen: dit is een vergoeding te betalen door de werkgever aan de bemanningsleden als forfaitaire regeling voor onkosten gemaakt door de bemanningsleden bij het gebruik van sanitaire voorzieningen. Per begonnen aanwezigheidsuur (dit is elk arbeidsuur en/of elk beschikbaarheiduur) ontvangt een bemanningslid een vaste vergoeding per dag; Verblijfsvergoedingen: wanneer bemanningsleden genoodzaakt zijn buiten hun woonplaats of de in hun arbeidsovereenkomst voorziene verblijfplaats te overnachten hebben zij recht op een verblijfsvergoeding (er zijn 3 soorten verblijfsvergoedingen); Andere vergoedingen: soms worden door de werkgever nog andere vergoedingen toegekend, indien het daarbij gaat om werkelijk gemaakte kosten wordt dit door de sociale inspectiediensten aanvaard; Dagelijks prestatieblad: gezien de werkgever in de onmogelijkheid verkeert correct na te gaan hoe een bemanningslid zijn tijd spendeert, werd bij CAO een model prestatieblad vastgelegd waarop de juiste tijdbesteding van het bemanningslid dient ingevuld te worden. Wanneer beide partijen tekenen voor akkoord, is iedere betwisting ervan onontvankelijk. Betwistingen zijn mogelijk wanneer één van beide partijen weigert het prestatieblad te ondertekenen. Bovendien rust de bewijslast op de werkgever wanneer er betwisting bestaat over de juistheid van de ingevulde vermeldingen. Beide partijen kunnen wel niet zonder wettige of nauwkeurige redenen weigeren om het prestatieblad te ondertekenen.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
2
WET OP DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN
Memofiche
33
Voor de chauffeurs van autocarbedrijven zijn afzonderlijke CAO’s afgesloten. Daarbij wordt nog een onderscheid gemaakt tussen ongeregeld vervoer en pendeldiensten en internationaal geregelde diensten en bijzonder geregeld vervoer (bijv. leerlingenvervoer, woonwerkverkeer). Voor het vaststellen van het loon houdt men voor het geregeld vervoer en de pendeldiensten en de internationaal geregelde diensten rekening met de gepresteerde diensttijd (=amplitude), dit is de periode tussen twee dagelijkse rusttijden of tussen een dagelijkse rusttijd en een wekelijkse rusttijd. Naar gelang de duur van de gepresteerde diensttijd (of amplitude) wordt een gewaarborgd dagloon toegekend. Bij overschrijding van de grens van 12 uren diensttijd bij het ongeregeld vervoer moet per uur een bepaald bedrag bijbetaald worden. Voor het bijzonder geregeld vervoer is een uurloon vastgesteld per gepresteerd arbeidsuur. Daarnaast zijn er nog bedragen voorzien voor inactiviteitdagen in het buitenland, bij het niet toekennen binnen de zes dagen van een dag inhaalrust bij prestaties op zondagen en bij het presteren van overuren. Twee CAO’s voeren de verplichting in tot het bijhouden van een prestatieblad in de ondernemingen van het geregeld en het bijzonder geregeld vervoer. De chauffeurs hebben ook recht op ARAB-vergoedingen, een audiovisuele premie, een eindejaarspremie, ….
Meest voorkomende inbreuken: -
Het niet of onjuist bijhouden van de prestatiebladen; Het niet betalen van verplaatsingsvergoedingen. Het niet toekennen van het loonbedrag bij niet toekenning van inhaalrust binnen de zes dagen bij prestaties op zondagen.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
3
Memofiche
AETR-WETGEVING
34
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit √
Federale en Lokale Politie √
Douane en Accijnzen (√)
TSW
SI
RSZ
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Wet van 10 Februari 1975 houdende de goedkeuring van de Europese overeenkomst nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het Internationaal vervoer over de weg (AETR), bijlage en Protocol van ondertekening opgemaakt te Genève op 1 juli 1970 (BS 12 juli 1978) Enig artikel: de Europese overeenkomst nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het internationaal vervoer over de weg AETR, de bijlage en het protocol van ondertekening opgemaakt te Genève op 01 juli 1970 zullen volkomen uitwerking hebben. Tevens hebben de amendementen volgens artikel 13 volledig hun toepassing sedert 24/04/1995 (tweede amendement).
TOEPASSINGSGEBIED: 1. Voertuig ingeschreven in een EG-land: ** Bij vervoer uit of naar een AETR-land is de AETR-overeenkomst van toepassing. 2. Voertuig ingeschreven in een AETR–land doch niet EG-land: ** Vervoer uit de EG naar een AETR-land dan is de AETR-overeenkomst van toepassing. ** Vervoer uit een AETR-land naar een EG-land dan is de AETR-overeenkomst van toepassing 3. Voertuig ingeschreven in een derde land: ** Vervoer uit de EG naar een derde land dan is de AETR-overeenkomst van toepassing. ** Vervoer uit een derde-land naar de EG dan is de AETR-overeenkomst van toepassing. Opgelet: De AETR-overeenkomst is enkel van toepassing voor het traject dat binnen de EG wordt gereden. Voorbeeld: Voertuig met Marokkaanse nationaliteit (derde land) doet vervoer van zaken van Spanje naar Marokko (van de EG naar derde land). Elk vervoer binnen de EG zelfs met voertuigen ingeschreven in een AETR-land of een derde land zijn onderworpen aan de EG-Verordening 561/2006. Voorbeeld: Voertuig met Marokkaanse nationaliteit (derde land) doet vervoer van zaken van Spanje naar Frankrijk (binnen de EG).
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
1
AETR-WETGEVING
Memofiche
34
Welke landen hebben de AETR-overeenkomst ondertekend? Alle EG-landen en Noorwegen, Kroatië, Bosnië-Herzegovina Zwitserland, en de GOSrepublieken waaronder Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Kazakstan, Kirgizstan, Moldavië, Oekraïne, Oezbekistan, Rusland, Wit Rusland, Tadzjikistan, Turkmenistan, Servië, Montenegro, Macedonië, Andorra en Turkije. De belangrijkste bepalingen zijn de volgende: • de dagelijkse rijtijd mag niet meer bedragen dan 9u; hij mag twee keer in de loop van de week verlengd worden tot 10u; • de totale rijtijd over twee opeenvolgende weken mag niet meer dan 90u bedragen; • na vier en een half uur rijden moet er een onderbreking van de rijtijd zijn van 45 minuten of moeten één of meer onderbrekingen van 15 minuten worden ingelast tijdens of onmiddellijk na de vier en een half uur rijtijd; • de dagelijkse rusttijd per periode van 24 uur bedraagt 11 achtereenvolgende uren of 3 keer 9u per week mits compensatie voor het eind van de volgende week of 8u ononderbroken mits er in totaal 12u rust genomen wordt in een periode van 24u; • de wekelijkse rusttijd (na zes dagelijkse rijtijden) bedraagt 45 achtereenvolgende uren of 36 achtereenvolgende uren indien deze rust wordt opgenomen in de gebruikelijke standplaats van de chauffeur en mits compensatie binnen de drie weken of 24 achtereenvolgende uren indien deze wordt opgenomen buiten de gebruikelijke standplaats van de chauffeur of het voertuig mits compensatie binnen de drie weken door een even grote onafgebroken rusttijd.
Meest voorkomende inbreuken: Inbreuken inzake rij- en rusttijden -
Overschrijding dagelijkse rijtijd; Geen of onvoldoende rijonderbrekingen; Onvoldoende dagelijkse rusttijd; Onvoldoende wekelijkse rust; Overschrijding rijtijd over twee weken.
Een aantal categorieën van voertuigen zijn uitgesloten. 1. Voertuigen die bestemd zijn voor het goederenvervoer en waarvan het toegestane maximumgewicht, dat van de aanhangwagen en de opleggers inbegrepen, niet meer dan 3,5 tot bedraagt; 2. Voertuigen die bestemd zijn voor personenvervoer en die volgens hun bouwtype en uitrusting ten hoogste negen personen, de bestuurder daaronder begrepen, kunnen vervoeren en daartoe zijn bestemd; 3. Voertuigen die bestemd zijn voor het geregeld personenvervoer waarvan de lengte van het traject niet groter is dan 50 kilometer; 4. Voertuigen waarvan de toegestane maximale snelheid niet meer dan 30 km per uur bedraagt; 5. Voertuigen van of onder toezicht van strijdkrachten, bescherming burgerbevolking, brandweer en korpsen voor de handhaving van de openbare orde; Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
2
AETR-WETGEVING
Memofiche
34
6. Voertuigen van rioleringsdiensten, de diensten ter bescherming van overstromingen, of van de diensten van de water-, gas- en elektriciteitsvoorziening, de gemeentereiniging, de vuilnis ophaling, de telegraaf en telefoon, de postzendingen, de radio-omroep,de televisie en de opsporing van radio- en televisie zend- en ontvangtoestellen; 7. Voertuigen die gebruikt worden in noodsituaties of voor reddingsoperaties; 8. Speciaal voor medische doeleinden uitgeruste voertuigen; 9. Voertuigen voor vervoer van circus of kermismateriaal; 10. Voertuigen die speciaal zijn uitgerust voor reparaties of wegslepen; 11. Voertuigen die op de weg worden beproefd met het oog op de technische ontwikkeling, reparatie of onderhoud, en onderhoud, en nieuwe of vernieuwde voertuigen die nog niet in gebruik zijn genomen; 12. Voertuigen die worden gebruikt voor niet- commercieel goederenvervoer voor privé doeleinden; 13. Voertuigen voor het ophalen van melk op de boerderijen en het terugbrengen van melkbussen of zuivelproducten voor de veevoeding naar de boerderijen. Uitzonderingen. Iedere chauffeur die het voertuig bestuurt moet bij het begin van elke rit een registratieblad inbrengen in het analoge apparaat of zijn bestuurderskaart indien met een digitaal apparaat gereden wordt De volgende gegevens worden op het registratieblad aangebracht daarop aangebracht: naam en voornaam, datum en plaats bij het begin en einde van het gebruik, nummerplaat van de vrachtwagen en de kilometerstand bij begin en einde van de rit. Verder moet de bestuurder met de schakelorganen het juiste tijdsgebruik weergeven zodat onderscheid kan worden gemaakt tussen rijtijd, andere werktijden, tijden van aanwezigheid op het werk, arbeidsonderbrekingen en rusttijden. Bij controle langs de weg moet de bestuurder die met een analoog controleapparaat rijdt de registratiebladen kunnen tonen voor de lopende week en het blad van de laatste dag van de voorafgaande week waarin hij gereden heeft. De bestuurderskaart indien hij hiervan in het bezit is. Indien de bestuurder met een digitaal apparaat rijdt moet hij de bestuurderskaart kunnen tonen waarvan hij houder is, de registratiebladen van dezelfde periode als hiervoor beschreven. Op de zetel van de onderneming moeten de registratiebladen na gebruik ten minste één jaar geordend bewaard worden en moeten op verzoek van de controleambtenaren kunnen voorgelegd worden.
Inbreuken inzake het controleapparaat en de registratiebladen -
Afwezigheid of niet gebruik controleapparaat; Herstelling niet uitgevoerd door erkende installateur; Afwezigheid van de verzegelingen of onregelmatige verzegelingen; Niet toezien op de juiste werking van het apparaat; Geen registratieblad; of verkeerde registratieblad; Meerdere registratiebladen per dag;
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
3
AETR-WETGEVING -
Memofiche
34
Onvolledige gegevens op het registratieblad; Geen of onjuist gebruik van de tijdsgroepen; Voorlegging van valse verlofattesten om de uren te dekken die hijzelf gereden heeft; Rijden met een bestuurderskaart van een collega.
Fraudes inzake het controleapparaat -
Handelingen om zich te onttrekken aan de controles; Vervalsingen geregistreerde gegevens; Uitwissen van geregistreerde gegevens; Vernietigen van geregistreerde gegevens; Manipulaties van het registreerapparaat; doormiddel van externe voorwerpen en toestellen (kabels ,draden, paperclips, impulsmeters, enz…); Verbreken van verzegelingen; Selectieknop van de tachograaf wijzigen; De k-waarde (aantal impulsen per kilometer dat de tachograaf van de versnellingsbak van het voertuig ontvangt) veranderen, stemt dus niet méér overeen met installatieplaatje; Verandering van het wegdraaital/wegimpulstal (W – factor); Uitschakelen van zekeringen waardoor de voeding van de tachograaf wordt uitgeschakeld of dat de verbinding tussen de impulsgever en de tachograaf wordt onderbroken; Door verandering van de bandenomtrek; Door verbuiging van de stiften van de tachograaf; Plaatsen van een trekstaal op de versnellingsbak waardoor de tacho bij gebrek aan impulsen op rust valt tijdens het rijden.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
4
Memofiche
ACCIJNZEN
35
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie
Douane en Accijnzen √
TSW
SI
RSZ
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Verordening (EG) nr. 2719/92 van de Commissie van 11 september 1992 betreffende het administratieve geleidedocument voor het verkeer onder de schorsing van rechten van accijnsproducten. 9 Verordening (EG) nr. 3649/92 van de Commissie van 17 december 1992 betreffende een vereenvoudigd geleidedocument voor het intracommunautaire verkeer van accijnsproducten die in de Lidstaat van verzending tot verbruik zijn uitgeslagen. 9 Verordening (EG) nr. 31/96 van de Commissie van 10 januari 1996 betreffende het certificaat van vrijstelling van accijnzen. 9 Algemene wet inzake douane en accijnzen van 18 juli 1977: artikelen 4, 16, 113 t/m 126, 158 t/m 160, 186 t/m 192 en 193. 9 Wet van 3 april 1997 betreffende het fiscaal stelsel van gefabriceerde tabak. 9 Wet van 22 december 2009 betreffende de algemene regeling inzake accijnzen. 9 Wet van 7 januari 1998 betreffende de structuur en de accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken. 9 Programmawet van 27 december 2004. 9 Wet van 10 juni 2006 betreffende de biobrandstoffen. 9 Ministerieel Besluit van 1 februari 1994 betreffende het accijnsstelsel van bier. 9 Ministerieel Besluit van 10 juni 1994 betreffende het accijnsstelsel van wijn, andere gegiste dranken en tussenproducten. 9 Ministerieel Besluit van 30 oktober 2009 betreffende het accijnsstelsel van ethylalcohol en de uitvoeringsmodaliteiten betreffende de vrijstellingen inzake ethylalcohol en alcoholhoudende dranken. 9 Ministerieel Besluit van 1 augustus 1994 betreffende het fiscaal stelsel van gefabriceerde tabak. 9 Ministerieel Besluit van 27 oktober 2005 betreffende de belasting van energieproducten en elektriciteit. 9 Ministerieel besluit van 18 maart 2010 betreffende de algemene regeling inzake accijnzen. 9 Koninklijk besluit van 17 maart 2010 betreffende de algemene regeling inzake accijnzen.
Principe: De Belgische accijnzen zijn verschuldigd op accijnsgoederen die buiten een schorsingsregeling inzake accijnzen worden binnengebracht voor commerciële doeleinden. Het verkeer van accijnsgoederen voor commerciële doeleinden moet geschieden onder dekking van, hetzij administratieve vervoerdocumenten, hetzij commerciële documenten mits zij dezelfde gegevens bevatten als de administratieve documenten. Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
1
ACCIJNZEN
Memofiche
35
De ambtenaren moeten de transporten, die door particulieren buiten de schorsingsregeling worden binnengebracht in België, controleren of zij al dan niet voor commerciële doeleinden zijn bestemd. Het verkeer van communautaire accijnsgoederen voor commerciële doeleinden moet geschieden onder dekking van 1) een administratief geleidedocument (AGD) indien onder schorsing of van een commercieel document mits het dezelfde gegevens bevat als het AGD, 2) ofwel een e-AD ofwel 3) van een VGD (niet onder schorsing) of van een commercieel document (accijns in België betaald). Bij het uitoefenen van hun controle viseren zij deze documenten. Modeldocument bijgevoegd.
Meest voorkomende inbreuken: -
Particulieren vervoeren grotere hoeveelheden accijnsproducten dan de hoeveelheden voorzien voor eigen gebruik. Het vervoer van accijnsgoederen voor commerciële doeleinden zijn niet vergezeld van de vereiste documenten.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
2
ACCIJNZEN
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
Memofiche
35
3
ACCIJNZEN
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
Memofiche
35
4
Memofiche
T - DOCUMENTEN
36
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie
Douane en Accijnzen √
TSW
SI
RSZ
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het Communautair douanewetboek. 9 Verordening (EEG) van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het Communautair douanewetboek. 9 Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer
Principe: De doorvoerbewegingen geschieden in het kader van het nieuwe geautomatiseerd doorvoersysteem NCTS. Daaruit volgt, behalve in geval de noodprocedure wordt toegepast, dat de zendingen vergezeld zijn van een begeleidingsdocument. Bij toepassing van een noodprocedure vergezelt een T-document (exemplaren 4 en 5) of het begeleidingsdocument doorvoer/"begeleidingsdocument douanevervoer/veiligheid", gekenmerkt door een rechthoekige rode stempel met onder andere de vermelding “noodprocedure NCTS”, de zending. Modeldocument en douanevervoer begeleidingsdocument bijgevoegd.
Meest voorkomende inbreuken: -
Met de hand geschreven vermeldingen (of verbetering) van de nummerplaat van het voertuig die niet werd gewaarmerkt (vakken 18 en 21). - Ontbreken van de nummerplaat van het voertuig (vakken 18 en 21) of van de containernummers (vak 31). De dienst die de onregelmatigheden vaststelt laat ze zonder gevolg maar verbetert ze indien mogelijk.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
1
T - DOCUMENTEN
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
Memofiche
36
2
T - DOCUMENTEN
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
Memofiche
36
3
T - DOCUMENTEN
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
Memofiche
36
4
FEDERAAL AGENTSCHAP voor de VEILIGHEID van de VOEDSELKETEN (FAVV)
Memofiche
37
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) Provinciale Controle-eenheden (PCE)T Provincie ANTWERPEN Italiëlei 124 bus 92 2000 ANTWERPEN Tel. (03)202 27 11 Fax. (03)202 28 11 Provincie LIMBURG Kempische Steenweg 297 bus 4 3500 HASSELT Tel. (011)26 39 84 Fax. (011)26 39 85 Provincie OOST-VLAANDEREN Zuiderpoort – Blok B 10de verd. Gaston Crommenlaan 6/1000 9050 GENT Tel. (02)208 48 17 Fax. (09)210 13 20 Provincie WEST-VLAANDEREN AIPM Koning Albert I laan 122 8200 BRUGGE Tel. (050)30 37 10 Fax. (050)30 37 12 Provincie VLAAMS BRABANT Greenhill campus Interleuvenlaan 15 blok E 3001 LEUVEN Tel. (016)39 01 00 Fax. (016)39 01 10 BRUSSEL Administratief Centrum Kruidtuin Food Safety Center Kruidtuinlaan 55 1000 BRUSSEL Tel.: (02)211 92 00 Fax. (02)211 91 80
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/05/2009
1
Memofiche
DOORVOER VAN AFVALSTOFFEN
38
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie √
Douane en Accijnzen √
TSW
SI
RSZ
FLI √
Wettelijke bepalingen: 9 Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen. 9 Verordening (EG) nr. 1418/2007 van de Commissie van 29 november 2007 betreffende de uitvoer, met het oog op terugwinning, van bepaalde in bijlage III of IIIA bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad genoemde afvalstoffen naar bepaalde landen waarop het OESO-besluit betreffende het toezicht op de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen niet van toepassing is. 9 Verordening (EG) nr. 740/2008 van de Commissie van 29 juli 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1418/2007 wat de te volgen procedures betreft voor de uitvoer van afvalstoffen naar bepaalde landen. 9 Verordening (EG) nr. 669/2008 van de commissie van 15 juli 2008 ter aanvulling van bijlage IC van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de overbrenging van afvalstoffen. 9 Verordening (EG) nr. 308/2009 van de commissie van 15 april 2009 houdende wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang, van de bijlagen IIIA en VI van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de overbrenging van afvalstoffen. 9 Verordening (EG) nr. 967/2009 van de commissie van 15 oktober 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1418/2007 betreffende de uitvoer, met het oog op terugwinning, van bepaalde afvalstoffen naar bepaalde niet-OESO-landen. 9 Verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen 9 Verdrag van Basel van 22 maart 1989 inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan. 9 OESO besluit van 1992 betreffende het toezicht op de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen bestemd voor nuttige toepassing. 9 Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). 9 Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen. 9 De wet van 9 juli 1984 betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van afvalstoffen (BS 4 oktober 1984) en haar uitvoeringsbesluiten. 9 Het koninklijk besluit van 16 november 2000 tot aanduiding van de ambtenaren van de Dienst voor het Leefmilieu die belast zijn met toezichtopdrachten, gewijzigd door het koninklijk besluit van 17 september 2005 (BS 5 oktober 2005).
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
1
DOORVOER VAN AFVALSTOFFEN
Memofiche
38
Principe: Art. 53 van de Verordening (EG) nr. 1013/2006 bepaalt dat er per lidstaat één autoriteit optreedt als de bevoegde autoriteit voor het toezicht van en de controle op de overbrenging van afvalstoffen doorheen deze lidstaat (doorvoer). De Federale Leefmilieu inspectie van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (VVVL) werd als dusdanig aangeduid. Onder doorvoer wordt verstaan elke overbrenging van een afvalstof die niet in België is ontstaan, noch in België een behandeling, zijnde nuttige toepassing of verwijdering, zal ondergaan. De toepassing van bovengenoemde wettelijke bepalingen heeft tot doel de internationale beweging van afval te controleren en aldus bij te dragen tot het internationale beleid inzake de overbrenging van afvalstoffen dat een wereldwijd milieubeschermend controlesysteem beoogt. Ten behoeve dan de eco-databank van de Federale Gerechtelijke Politie – Dienst Leefmilieu – worden Eco-formulieren Afval (EFA) ingevuld (zie bijlage). De controleurs van afvaltransporten beschikken niet over de hoedanigheid van officier of agent van gerechtelijke politie. Zij kunnen optreden op eigen initiatief, in opdracht van de dienstoverste of in het kader van campagnes, op klacht van derden of op basis van inlichtingen verkregen van derden. Bij vaststelling van inbreuken is er geen onmiddellijke inning mogelijk. Een PV kan opgemaakt worden door de dienstoversten. Er kan geen administratieve boete opgelegd worden. Deze ambtenaren zijn – met betrekking tot de verplichtingen uit de Wet doorvoer afvalstoffen en haar uitvoeringsbesluiten – bevoegd om: - waarschuwingen te geven; - een termijn te bepalen waarbinnen de overtreder aan de wet moet voldoen; - het afval, de verpakkingen, de werktuigen en vervoermiddelen die voor het plegen van de overtreding zijn gebruikt, zelfs indien de houder niet de eigenaar is, te verzegelen of in beslag te nemen; - over te gaan tot elk onderzoek, elke controle en elke enquête, alsook alle inlichtingen in te winnen die zij nodig achten om zich te vergewissen of de wettelijke bepalingen worden nageleefd, en met name: o alle personen te ondervragen over feiten die zij nuttig achten te kennen voor de uitoefening van hun toezicht; o zich zonder verplaatsing alle bescheiden en boeken te doen voorleggen die door de wet en haar uitvoeringsbesluiten zijn voorgeschreven. Hiervan mogen ze afschriften of uittreksels opmaken. Zij mogen deze tegen ontvangstbewijs in beslag nemen; o inzage te nemen van alle boeken en bescheiden die nodig zijn voor het volbrengen van hun opdracht; o zonder kosten monsters te nemen voor het bepalen van de samenstelling van de afvalstoffen. Desgevallend mogen zij van de houders van die zaken de nodige verpakking eisen voor het vervoeren en bewaren van die monsters. - de bijstand te vorderen van de lokale en federale politie.
Meest voorkomende inbreuken: -
Illegale overbrenging; een overbrenging van afvalstoffen zonder kennisgeving aan alle betrokken bevoegde autoriteiten; zonder toestemming van de betrokken bevoegde autoriteiten; of met een door vervalsing, verkeerde voorstelling van zaken of fraude
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
2
DOORVOER VAN AFVALSTOFFEN
-
-
Memofiche
38
verkregen toestemming van de betrokken bevoegde autoriteiten; of zonder overeenstemming met de kennisgeving of de vervoersdocumenten; of resulterend in een verwijdering of nuttige toepassing die in strijd is met de communautaire of internationale regelgeving; of waarbij ontdekt is dat de afvalstoffen niet vermeld zijn in bijlage III, IIIA of IIIB of niet voldaan is aan artikel 3 lid 4; of dat de overbrenging gebeurt op een wijze die niet gespecifieerd is in de bijlage VII. Inbreuk op het uitvoerverbod buiten de EG van producten die de ozonlaag aantasten (aanwezigheid van verboden koelmiddelen in ijskasten, diepvriezers, airco’s,…); Het opzettelijk niet respecteren van de wetgeving: - het meervoudig gebruik van transportformulieren; - het fout vermelden (valse verklaring) van de soort afvalstof (om de vereiste toelating te omzeilen); - formulier met verkeerde informatie(s): lading niet conform met de documenten, land van bestemming is niet conform, eindbestemmeling niet vermeld; - toegelaten afvalstoffen gebruiken om illegale transporten af te dekken; Voor de doorvoer: datum van vertrek, onvolledige communicatie m.b.t. het transport (route niet genoeg gepreciseerd), het niet respecteren van het voorziene traject of de opgelegde reisweg; Het blijven rijden met een afgelopen kennisgeving; Geen transportmelding (kennisgeving afgeleverd); De andere inbreuken betreffen vooral vormelijke inbreuken, zoals onleesbare documenten, onvolledig ingevulde transportformulieren.
Overzicht van mogelijke overtredingen op Verordening 1013/2006, met vermelding artikels: Overbrenging van afval voor of na de driedagenvoormelding art 16 b overbrenging van afval zonder de driedagenvoormelding art 16 b datum van overbrenging op het document komt niet overeen met actuele transportdatum art 16a overbrenging van afval vergezeld van een overbrengingsdoc niet getekend door kennisgever of niet volledig of correct ingevuld art 16 a vermenging/samenvoegen van afval van verschillende art 19 kennisgevingen/bijlage VII autoriteiten werden niet ingelicht over wijziging van de art 17 transportroute illegale overbrenging naar een vooraf goedgekeurde inrichting voor nuttige toepassing art 14 onzorgvuldig behandelen van afval tijdens transport/ art 49 §2 sub a onverantwoord beheer geen geldig vervoers-/kennisgevings-document bij het afval art 16 a, b en c ontbreken van bijlage VII bij overbrenging Annex III afval voor art 18 en art 2 §35 sub g nuttige toepassing iii) export naar niet-OESO-land met niet-respecteren van de export- art 36 en 37 en art 2 §35 procedures vereist voor dit land (verordening 1418/2007) a/b/e/f
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
3
Memofiche
DOORVOER VAN AFVALSTOFFEN
negeren van de voorwaarden van één van de bevoegde autoriteiten negeren van de voorwaarden door één van de firma's betrokken bij de overbrenging de firma's betrokken bij de overbrenging hebben de begeleidende documenten niet correct ingevuld of ondertekend de illegale overbrenging is veroorzaakt onder valse verklaringen of fraude
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
38
art 10 art 10 art 16 en art 18 §1 sub b art 2 § 35 sub C
4
DOORVOER VAN AFVALSTOFFEN
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
Memofiche
38
5
Memofiche
LIMOSA
39
Bevoegdheid van de diensten: Mobiliteit
Federale en Lokale Politie √
Douane en Accijnzen
TSW
SI
RSZ
√
√
√
FLI
Wettelijke bepalingen: 9 Programmawet van 27/12/2006 houdende diverse bepalingen (I), art. 137 en volgende – BS 28/12-2006. Wijziging van artikel 6ter tot 6sexies van het KB nr. 5. 9 KB van 20/03/07 tot uitvoering van Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen – BS 28/03/07, 1e Ed.
Principe: Vanaf 1 april 2007 moeten de gedetacheerde werknemers en stagiairs die tijdelijk of gedeeltelijk in België komen werken (en die hetzij gewoonlijk op het grondgebied van een of meerdere andere landen dan België werken, hetzij in een ander land dan België in dienst worden genomen) en die in principe niet aan de Belgische sociale zekerheid zijn onderworpen, bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid worden gemeld. Deze wet schrijft gelijkaardige verplichtingen voor de zelfstandigen en de zelfstandige stagiairs voor. In dit geval moet de melding evenwel worden gericht aan het RSVZ (Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen).
MELDING: Voorafgaand aan de tewerkstelling van een werknemer of van een stagiair op het Belgische grondgebied zijn de buitenlandse werkgever van de werknemer, de gedetacheerde buitenlandse stagiair of de instelling waar hij zijn studies of zijn beroepsopleiding volgt, ertoe gehouden een melding (LIMOSA-1) te verrichten, bij voorkeur via elektronische weg. De melder zal onmiddellijk een ontvangstbewijs bekomen waarin het feit wordt bevestigd dat een formeel geldige melding werd ingediend. Dit document zal als bewijs van melding dienen en moet aan de Belgische gebruiker voorafgaand aan elke tewerkstelling en eveneens in geval van een controle worden voorgelegd. Er moet op worden gewezen dat als het om een regelmatig in verschillende landen voor andere activiteiten dan deze in de bouwsector en de sector voor de uitzendkrachten tewerkgestelde werknemer gaat, deze slechts over een “ vereenvoudigd ” ontvangstbewijs zal moeten beschikken, waarin een volledige periode van 12 maanden vermeld staat en noch de plaats van tewerkstelling noch het uurrooster of de Belgische klant worden beschreven.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
1
LIMOSA
Memofiche
39
VERPLICHTINGEN VAN DE BELGISCHE GEBRUIKER: De Belgische gebruiker moet voorafgaand aan de rechtstreekse of in onderaanneming toevertrouwde tewerkstelling van de werknemers of stagiairs nagaan of laatstgenoemden wel degelijk in het bezit zijn van dit bewijs van melding, met name de ontvangstbevestiging. Indien dit niet het geval is, zal hijzelf (of zijn mandataris) de RSZ hiervan op de hoogte moeten brengen via een melding «afwezigheid van het formulier L-1». Deze melding kan door middel van een eenvoudige toepassing op de portaalsite van de sociale zekerheid www.socialezekerheid.be gebeuren. Uitzondering: De gebruiker zal eveneens een ontvangstbewijs ontvangen, waarop de hoger vermelde gegevens vermeld zullen staan.
Sancties: Deze LIMOSA-melding is wettelijk verplicht. De wet voorziet bij niet naleving ervan zowel strafrechtelijke als administratieve sancties.
UITSLUITING: Internationaal vervoer In bepaalde gevallen, waaronder het internationaal vervoer, en onder bepaalde voorwaarden (geen cabotage-activiteiten), kunnen de gedetacheerde werknemers vrijgesteld worden van de LIMOSA-melding. Zijn aldus uitgesloten: werknemers, tewerkgesteld in het internationaal vervoer van personen of goederen, indien zij geen cabotage-activiteiten verrichten op het Belgisch grondgebied. zelfstandigen, werkzaam in het internationaal vervoer van personen of goederen, indien zij geen cabotage-activiteiten verrichten op het Belgisch grondgebied.
Internationaal transport en LIMOSA-meldingsplicht Een aantal situaties kunnen zich voordoen in het geval dat een in een buitenland gevestigde transportonderneming werknemers in België tewerkstelt: 1. Er wordt niet aan cabotage gedaan (m.a.w. rechtstreeks vervoer tussen twee punten binnen België): Î geen meldingsplicht 2. Er wordt wel aan cabotage gedaan: a. De werknemer in kwestie wordt permanent en volledig binnen België tewerkgesteld (m.a.w. hij rijdt, vaart, vliegt,…) enkel in België: Î geen meldingsplicht b. De werknemer doet maar af en toe aan cabotage in België: Î wel meldingsplicht via de gewone melding c. De werknemer doet regelmatig aan cabotage in België: Î wel meldingplicht via de vereenvoudigde melding (elk jaar opnieuw)
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
2
LIMOSA
Memofiche
39
Voorbeelden van cabotage: - ophalen van containers in de haven van Antwerpen om die te leveren bij in België gevestigde klanten. Geen cabotage: - ophalen van vracht in het buitenland en leveren in België; - ophalen van vracht in België en leveren in het buitenland; - ophalen van vracht in het buitenland en leveren in België en vervolgens ophalen van een andere vracht in België (bij dezelfde of een andere klant in België) en leveren in het buitenland.
Bronnen
Algemene onderrichtingen aan de werkgevers RSZ: http://www.onssrszlss.fgov.be/Onssrsz/NL/Ige/Brochures/consult_home.htm ; http://www.limosa.be.
Contactcentrum LIMOSA: - telefoon: 02/788.51.57 - fax: 02/788.51.58 - e-mail:
[email protected] - Openingsuren: maandag tot vrijdag van 7.00 u. tot 20.00 u.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche gewijzigd op 01/07/2010
3
Memofiche
EXPERTISE
40
FOD Mobiliteit Landbouwvoertuigen: Vervoer van goederen voor eigen rekening en rekening van derden tegen vergoeding.
Vergunning Inschrijving tractor Inschrijving aanhangwagen Rijbewijs Vervoerdocument Technische keuring Gebruik tachograaf Massa Brandstof Eurovignet
Landbouwactiviteiten/eigen Vervoer in het Vervoer voor rekening algemeen, eigen derden rekening neen neen ja ja ja ja neen neen Ja Zie wetgeving, fiche 19 neen neen ja Vóór eerste ingebruikstelling neen neen Neen Zie identificatieverslag technische keuring douane douane douane neen neen neen
FOD Financien Landbouwtractoren - Brandstof Iedere landbouwtractor (= als zodanig ingeschreven) kan rijden met gemerkte brandstof (= "rode" gasolie): - hetzij vrijgesteld (= uitsluitend landbouw, tuinbouw of bosbouw); - hetzij belast aan verminderd tarief voor industrieel en commercieel gebruik, als hij niet gebruikt wordt in de gevallen waarvoor vrijstelling voorzien is (vb. strooien van wegenzout in de winter, verhuis, goederenvervoer niet in het kader van landbouwexploitatie, enz.). Als een persoon, met inbegrip van een landbouwer, (gemerkte) gasolie waarvoor vrijstelling verleend is, gebruikt wordt voor een niet-vrijgestelde bestemming, dient hij een regularisatieaangifte in te dienen en de in het spel zijnde accijnzen te betalen (21 EUR/1.000 liter aan 15 °C) de 10de van de maand die volgt op de levering van de gasolie. Deze betaling gebeurt op het kantoor der accijnzen van het ambtsgebied (cfr. art. 22ter van het Ministerieel Besluit van 14 mei 2004 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop. Basis: Programmawet, art. 422 & 429, § 2, i), + uitvoeringsbesluiten en beslissing D.A. 238.243 van 14 juni 2007. De problematiek in verband met de tanks van de landbouwtractors heeft geen invloed want ze mogen in alle gevallen met gemerkte gasolie rijden.
Vademecum Actieplan Vervoer Memofiche opgesteld op 01/05/2009
1