1 Geconsolideerde Balans per 31 december Geconsolideerde Staat van Baten en Lasten over

71 Hoofdstuk 5 | Jaarrekening NWO 2012

5

Jaarrekening 2012

Inhoudsopgave 1

Geconsolideerde Balans per 31 december 2012

72

2

Geconsolideerde Staat van Baten en Lasten over 2012

73

3

Geconsolideerd Kasstroomoverzicht over 2012

74

Toelichting behorende tot de geconsolideerde jaarrekening 2012

75

4

4.1 Algemeen

75

4.2

Overgang naar de waarderingsgrondslagen in overeenstemming met RJ660

75

4.3

Toegepaste standaarden

75

4.4

Continuïteit

76

4.5

Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling

76

4.6

Toelichting op de geconsolideerde balans

84

4.7

Toelichting op de geconsolideerde winst -en verliesrekening

94

5

Enkelvoudige Balans per 31 december 2012

6

Enkelvoudige Staat van Baten en Lasten over 2012

100

7

Enkelvoudig kasstroomoverzicht over 2012

101

Toelichting behorende tot de enkelvoudige jaarrekening 2012

102

8

9

99

8.1 Algemeen

102

8.2

Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling

102

8.3

Toelichting op de Staat van Baten en Lasten

110

8.4

Financiële baten en lasten

115

8.5

Aandeel in resultaat van ondernemingen waarin wordt deelgenomen

115

8.6

Honoraria van de accountant

115

8.7

Bezoldiging van bestuurders

115

Overige gegevens

117

9.1 Controleverklaring

117

9.2

Voorstel tot resultaatbestemming

120

9.3

Gebeurtenissen na balansdatum

120

1

NWO-groep, verbonden partijen en deelnemingen

121

2

Model G (enkelvoudig) ministerie van OCW

124

3

Model G (enkelvoudig) ministerie van EZ

126

4

Model G (enkelvoudig) ministerie van BUZA

126

Bijlagen


1

Geconsolideerde Balans per 31 december 2012 31-dec-12

bedragen in k€ Activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vaste activa Voorraden

1-jan-12

31-dec-11

3.597

1.905

1.450

118.161

111.842

114.814

915.997

911.887

21.394

1.037.755

1.025.634

137.658

512

434

434

7.930

9.398

5.767

Vorderingen

256.009

287.864

46.018

Liquide middelen

320.056

339.620

341.135

584.507

637.316

393.354

Totaal

1.622.262

1.662.950

531.012

Passiva

Eigen vermogen

309.170

325.819

338.875

Aandeel derden

2.151

1.492

-

Groepsvermogen

311.321

327.311

338.875

142.389

146.852

-

11.138

11.618

17.003

504.873

607.913

4.568 170.566

Onderhanden projecten

Vlottende activa

Egalisatierekening Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Vreemd vermogen

Totaal

652.541

569.256

1.310.941

1.335.639

192.137

1.622.262

1.662.950

531.012


2

Geconsolideerde Staat van Baten en Lasten over 2012 bedragen in k€ Baten

2012

2011 *

576.263

508.754

Specifieke subsidies OCW

38.831

75.813

Overige overheidsbijdragen en -subsidies

68.083

47.642

Subsidies & bijdragen van derden

38.912

44.126

Overige baten

11.875

22.013

Totale baten

733.964

698.348

Rijksbijdragen OCW

Lasten

Verstrekte subsidies

499.074

504.794

Personeelslasten

162.416

151.812

Afschrijvingen

12.479

9.298

Huisvestingslasten

12.393

10.182

Overige lasten

70.093

72.511

Totale lasten

756.455

748.597

Saldo baten en lasten

-22.491

-50.249


Resultaat Resultaat deelnemingen Aandeel derden

Netto resultaat

4.344

5.993

-18.147

-44.256

-252

80

659

27

-17.740

-44.149

*) Vergelijkende cijfers zijn niet aangepast voor stelselwijziging, wel voor aanpassing naar categoriaal model (zie paragraaf 4.5.5.)


3

Geconsolideerd Kasstroomoverzicht over 2012

bedragen in k€ Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten Aanpassingen voor: Afschrijvingen (im)materiele vaste activa Aankoop Yerseke Mutaties voorzieningen Vrijval egalisatierekening Veranderingen in vlottende middelen: Voorraden Onderhanden projecten Vorderingen Kortlopende schulden

2012

2011*

-22.491

-50.249

12.479

9.298

1.750

-

-480

-5.442

-4.463

-

-78

-104

1.468

1.258

30.783

1.523

-19.436

3.562

-468

-40.154

Ontvangen rente

5.418

7.650

Betaling dividend

-84

-99

4.866

-32.603

Kasstroom uit bedrijfsoperaties Financiele baten en lasten

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in (im)materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa

-20.896

-15.030

405

-2.402

Toename financiële vaste activa

-774

-1.159

Afname financiële vaste activa

1.664

2.058

5

-

-19.596

-16.533

-212.763

-

208.248

-

499.074

-

Aankoop/verkoop effecten

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Opboeking vordering OCW Aflossing vordering OCW Verstrekte subsidies Betaalde subsidies

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Totaal uit kasstromen Mutatie liquide middelen Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen

Eindstand liquide middelen *) Vergelijkende cijfers zijn niet aangepast voor stelselwijziging.

-499.393

-

-4.834

-19.564

-49.136

339.620

388.756

-19.564

-49.136

320.056

339.620


4

Toelichting behorende tot de geconsolideerde jaarrekening 2012

4.1

Algemeen De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), gevestigd te Den Haag, is een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO). De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is met een budget van ruim 600 miljoen per jaar één van de grootste wetenschapsfinanciers in Nederland. NWO stimuleert kwaliteit en vernieuwing in de wetenschap door het beste onderzoek te selecteren en te financieren. NWO beheert onderzoeksinstituten van (inter)nationaal belang, geeft mede richting aan het wetenschappelijk onderzoek in Nederland en brengt wetenschap en maatschappij dichter bij elkaar. Onderzoeksvoorstellen worden beoordeeld en geselecteerd door vooraanstaande wetenschappers uit binnen- en buitenland. Dankzij financiering van NWO kunnen meer dan vijfduizend wetenschappers onderzoek doen. Onder verantwoordelijkheid van het Algemeen Bestuur van NWO wordt de geconsolideerde jaarrekening opgesteld voor de organisatie NWO en de aan NWO verbonden groepsorganisaties, waaronder de onder NWO ressorterende onderzoeksorganisaties zoals vastgelegd in het NWO Reglement. In de jaarrekening zijn opgenomen de geconsolideerde jaarrekening en de enkelvoudige jaarrekening van NWO. Met de geconsolideerde jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over de financiële uitkomsten van de uitvoering van de wettelijke taak van NWO in 2012. Met de enkelvoudige jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van de door de Minister van OCW goedgekeurde begroting 2012.

4.2

Overgang naar de waarderingsgrondslagen in overeenstemming met RJ660 Het Ministerie van OCW heeft bij brief d.d. 17 januari 2012 met kenmerk 359312 bepaald dat NWO vanaf 2012 haar jaarrekening dient op te stellen in overeenstemming met Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn, met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. Zie voor een toelichting op de geconsolideerde effecten van de stelselwijziging paragraaf 4.5.5 Stelselwijziging. De effecten van de stelselwijziging voor de enkelvoudige jaarrekening zijn opgenomen in de toelichting bij de enkelvoudige jaarrekening.

4.3

Toegepaste standaarden De financiële verantwoording is opgesteld volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn, met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten.


4.4

Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.

4.5 4.5.1

Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling Algemeen Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de organisatie zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de Balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de Balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. De jaarrekening wordt gepresenteerd in Euro’s, de functionele valuta van de organisatie. Alle financiële informatie in Euro’s is afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal.

4.5.2

Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.

4.5.3

Grondslagen voor consolidatie De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van NWO en haar groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend dan wel waarover de centrale leiding bestaat. Groepsmaatschappijen zijn deelnemingen waarin NWO een meerderheidsbelang heeft, of waarop op een andere wijze een beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Bij de bepaling of beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend, worden financiële instrumenten die potentiële stemrechten bevatten en direct kunnen worden uitgeoefend, betrokken. Participaties die worden aangehouden om ze te vervreemden worden niet geconsolideerd. Nieuw verworven deelnemingen worden in de consolidatie betrokken vanaf het tijdstip waarop beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie betrokken tot het tijdstip van beëindiging van deze invloed. In de geconsolideerde jaarrekening zijn de onderlinge schulden, vorderingen en transacties geëlimineerd, evenals de binnen de groep gemaakte winsten. De groepsmaatschappijen zijn integraal geconsolideerd, waarbij het minderheidsbelang van derden afzonderlijk tot uitdrukking is gebracht. Voor een overzicht van de geconsolideerde groepsmaatschappijen wordt verwezen naar bijlage 1 NWO-groep, verbonden partijen en deelnemingen.


4.5.4

Grondslagen voor de omrekening van vreemde valuta’s Transacties in vreemde valuta’s In vreemde valuta’s luidende monetaire activa en verplichtingen worden per balansdatum in de functionele valuta omgerekend tegen de op die datum geldende wisselkoers. Niet-monetaire activa en passiva in vreemde valuta’s die tegen historische kostprijs worden opgenomen, worden naar Euro’s omgerekend tegen de geldende wisselkoersen op de transactiedatum. De bij omrekening optredende valutakoersverschillen worden als bate of last in de staat van baten en lasten opgenomen.

4.5.5

Stelselwijziging Stelselwijziging uit hoofde van toepassing artikel 407 lid 1: In de geconsolideerde jaarrekening van NWO worden de entiteiten opgenomen waarin NWO overheersende zeggenschap kan uitoefenen. Stichting Wetenschapspark Centrum Watergraafsmeer (hierna te noemen Stichting WCW) werd op basis hiervan tot en met 2011 geconsolideerd. Stichting WCW is de parkbeheerder van de bewoners op de NWO-grond in het Science Park in Amsterdam. NWO heeft besloten om met ingang van boekjaar 2012 Stichting WCW niet meer te consolidieren. De vrijstelling voor consolidatie van WCW is mogelijk op grond van het feit dat de invloed van WCW op de solvabiliteit en liquiditeit van NWO van te verwaarlozen betekenis is (artikel 407 lid1). Zie voor het effect op de vergelijkende cijfers het overzicht zoals dat is opgenomen voor de stelselwijzijging “wijziging waarderingsgrondslagen naar Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs”. Wijziging waarderingsgrondslagen naar Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs NWO heeft tot en met 2011 als uitgangspunt voor de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling de Richtlijnen Begroting en Financiële verslaglegging NWO van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (d.d. 1 juli 1998) gevolgd. Deze grondslagen waren zo veel als mogelijk gebaseerd op RJ640 “Organisaties-zonder-winststreven” (hierna: RJ640). De belangrijkste afwijking van RJ640 betrof de verwerking van de subsidiestromen. De baten en lasten uit hoofde van deze subsidiestromen waren gebaseerd op het kasstelsel (rekening houdend met begrote betalingsmomenten) in plaats van het verplichtingenstelsel. De nog niet betaalde bedragen werden onder de oude grondslagen opgenomen onder de Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen. NWO stelt met ingang van het verslagjaar 2012 haar jaarrekening op in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn, met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. Navolgend overzicht geeft de financiële effecten op de balans van 31 december 2011 weer van de stelselwijziging naar RJ 660 als ook de hiervoor weegegeven stelselwijziging uit hoofde van toepassing artikel 407 lid 1. In dit overzicht zijn alleen de balansposten opgenomen die zijn gewijzigd door deze stelselwijziging:


Overzicht effect stelselwijziging: bedragen in k€

Toelichting

31-dec-11

Effect vervallen consolidaties

Effect Conversie RJ660

1-jan-12

Immateriele vaste activa

6

1.450

455

1.905

Materiële vaste activa

6

114.814

-2.527

-445

111.842

Financiele vaste activa

1/3/7

21.394

890.493

911.887

Voorraden

434

434

Onderhanden projecten

1

5.767

3.631

9.398

Vorderingen

1

46.018

2.595

239.251

287.864

Liquide middelen

341.135

-1.515

-

339.620

Totaal activa Eigen vermogen Belang derden

Totaal groepsvermogen

531.012

-1.447

1.133.385

1.662.950

1 /2 / 5

338.875

-2.379

-10.677

325.819

7

-

1.492

1.492

338.875

-2.379

-9.185

327.311

Egalisatierekening

5

-

146.852

146.852

Voorzieningen

4

17.003

-5.385

11.618 607.913

Langlopende schulden

1

4.568

603.345

Kortlopende schulden

1

170.566

932

397.758

569.256

192.137

932

1.142.570

1.335.639

Totaal passiva

De stelselwijziging naar RJ 660 heeft per saldo een negatieve vermogensmutatie van € 9,2 miljoen tot gevolg. Het gewijzigde groepsvermogen bedraagt per begin van het boekjaar 2012 € 327,3 miljoen. Hieronder volgt een toelichting op de hierboven aangegeven effecten. 1. De belangrijkste aanpassing heeft betrekking op het verantwoorden van zowel de subsidiegerelateerde baten als de verstrekte subsidies op basis van het realisatie – en het verplichtingenstelsel in plaats van het kasstelsel. Deze aanpassing heeft geleid tot de opname van een vordering op het Ministerie van OCW onder financiële vaste activa (€ 893,5 miljoen), een toename van de nog te ontvangen bijdragen uit hoofde van doelsubsidies onder vorderingen en onderhanden projecten van in totaal (€ 242,9 miljoen) en een stijging van de nog te betalen subsidieverplichtingen onder zowel de lang- als kortlopende schulden (in totaal € 1.001,1 miljoen). 2. De immateriële vaste activa bevatten een bedrag van € 0,9 miljoen aan geactiveerde onderzoekskosten, betreffende zelf vervaardigde software. In de openingsbalans is derhalve ten laste van de algemene reserve een wettelijke reserve gevormd. De vorming van deze wettelijke reserve leidt tot een negatieve algemene reserve. 3. NWO heeft tot en met 2011 verstrekte renteloze leningen opgenomen onder financiële vaste activa. Overeenkomstig RJ 290.1007 (Financiële instrumenten) , behoeft de waardering van de financiële instrumenten die zijn aangegaan vóór de datum van de stelselwijziging niet te worden herzien. De waardering van renteloze leningen die zijn verstrekt vóór toepassing van de stelselwijziging worden gewaardeerd op basis van nominale waarde. 4. De afname van de voorzieningen wordt verklaard doordat in de voorziening een bedrag van € 5,4 miljoen voor oninbaarheid op verstrekte leningen in mindering was gebracht. Per 1 januari 2012 wordt het risico van oninbaarheid direct in mindering gebracht van de betreffende van de leningen zoals deze is opgenomen onder financiële vaste activa. 5. Voor ontvangen investeringssubsidies vormt NWO een egalisatierekening. Jaarlijks valt een deel van de egalisatierekening vrij ter ten gunste van het resultaat ter compensatie van de betreffende afschrijvingslasten. De egalisatierekening van € 146,9 miljoen is geherrubriceerd vanuit de bestemde reserves. 6. Een herrubricering van € 0,5 miljoen materiële vaste activa naar immateriële vaste activa heeft betrekking op verkregen concessies door NIOZ.


7. Opname deelnemingen in verbonden partijen € 1,5 miljoen onder de financiële vaste activa gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde. Vergelijkende cijfers boekjaar 2011 Bij de toepassing van een stelselwijziging dient voor het inzicht in de jaarrekening de ter vergelijking opgenomen cijfers te worden aangepast naar de nieuwe grondslagen voor waardering en resultaatsbepaling. Daarnaast dient de impact hiervan te worden toegelicht. De overgang naar Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs heeft geleid tot een significante hoeveelheid werkzaamheden voor de conversie van de openingsbalans 2012. Deze werkzaamheden omvatten onder meer het integrale beoordeling van alle contracten van subsidie gerelateerde baten en de daaraan gerelateerde verstrekte subsidies. Gezien de hoeveelheid contracten is dit traject zeer arbeids- en tijdsintensief. Richtlijn 140 “Stelselwijzigingen” biedt de mogelijkheid, dat in het uitzonderlijke geval dat het cumulatieve effect redelijkerwijs niet kan worden bepaald, kan worden afgezien van het aanpassen van de vergelijkende cijfers. NWO maakt gebruik van deze vrijstellingsmogelijkheid. Het gebruik van deze vrijstelling is goedgekeurd door Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De balanspositie per 1 januari 2011 alsmede de vergelijkende cijfers in de Staat van baten en lasten 2011 zijn om voorgenoemde redenen niet herzien naar de nieuwe waarderingsgrondslagen. De Staat van baten en lasten als ook de Balans bevatten derhalve de financiële gegevens in overeenstemming met het waarderingstelsel van NWO zoals dat tot en met verslagjaar 2011 van toepassing was. Indien de conversie van de vergelijkende cijfers 2011 wel zou zijn doorgevoerd, dan zou dit hebben geleid tot aanpassing van de bedragen zoals weergegeven bij de subsidiegerelateerde baten en de verstrekte subsidies en de hieraan gerelateerde balansposities op 1 januari 2011. Overeenkomstig RJ 660 is de staat van baten en lasten aangepast van het functioneel naar het categoriaal model. De impact van de stelselwijziging uit hoofde van de toepassing van artikel 407 lid 1 op het resultaat 2011 en het vermogen 2011 is van te verwaarlozen betekenis. 4.5.6

Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen, effecten, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. In de verantwoording zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: verstrekte leningen en overige vorderingen en overige financiële verplichtingen. Financiële instrumenten worden bij de eerste waardering verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis) agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.

De stelselwijziging heeft geleid tot conversie van de balans per 31 december 2011 naar een gewijzigde openingsbalans per 1 januari 2012 volgens toepassing van de RJ 660. Wanneer de conversie heeft geleid tot een gewijzigde balanspositie per 1 januari 2012 is ter vergelijking en verduidelijking ook de stand per 31 december 2011 vóór stelselwijziging opgenomen. De wijzigingen worden nader toegelicht. Wanneer geen sprake is van een gewijzigde balanspositie wordt enkel de openingsbalans per 1 januari 2012 gepresenteerd. Verstrekte leningen en overige vorderingen Verstrekte leningen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Overeenkomstig RJ 290.1007 (Financiële instrumenten), behoeft de waardering van financiële instrumenten die zijn aangegaan vóór de datum van de stelselwijziging niet te worden herzien naar de nieuwe waarderingsgrondslag. Renteloze leningen die zijn verstrekt vóór de toepassing van de stelselwijziging worden gewaardeerd op basis van nominale waarde. Overige financiële verplichtingen Overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.


De aflossingsverplichtingen t+1 op de langlopende schulden worden opgenomen onder de kortlopende schulden. 4.5.7

Immateriële vaste activa Ontwikkelingskosten Ontwikkelingskosten voor zelf vervaardigde software worden geactiveerd voor zover deze betrekking hebben op nieuwe of verbeterde procesvoering en worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs. Zij omvatten voornamelijk de salariskosten van het betrokken personeel, alsmede de kosten van inhuur. De geactiveerde kosten worden na beëindiging van de ontwikkelingsfase afgeschreven over de verwachte gebruiksduur, die 4 jaar bedraagt. De afschrijving vindt plaats volgens de lineaire methode en vindt plaats vanaf moment van ingebruikname. Voor het nog niet afgeschreven deel van de geactiveerde ontwikkelingskosten wordt een wettelijke reserve gevormd. Concessies, vergunningen en rechten van intellectuele eigendom Concessies, vergunningen en rechten van intellectueel eigendom worden gewaardeerd tegen aanschafprijs en hebben betrekking op licenties voor de op basis daarvan zelfontwikkelde software. Het geactiveerde bedrag wordt bij ingebruikname volgens de lineaire methode in vier jaar afgeschreven. Vooruitbetalingen op immateriële vaste activa Vooruitbetalingen op immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Op vooruitbetalingen op immateriële vaste activa wordt niet afgeschreven.

4.5.8

Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen aanschaffings- of vervaardigingprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. Ontvangen investeringssubsidies worden opgenomen als een overlopende passiva gevolgd door een systematische vrijval ten gunste van het resultaat over de economische levensduur van de activa waarop de subsidies betrekking hebben. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op ‘terreinen’ wordt niet afgeschreven. De volgende afschrijvingspercentages per jaar worden hierbij gehanteerd: –– Gebouwen

3%

–– Vaartuigen

7,5%

–– Installaties en apparatuur

10, 15 of 20% (afhankelijk van economische gebruiksduur)

–– Computerapparatuur (inclusief software)

25%

–– Kantoormeubelen

10%

–– Transportmiddelen

20%

Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen. 4.5.9

Financiële vaste activa Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde. Bij de bepaling van de nettovermogenswaarde worden de waarderingsgrondslagen van NWO gehanteerd. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer NWO garant staat voor de schulden van de betreffende deelneming wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening wordt primair ten laste van de vorderingen op deze deelneming gevormd en voor het overige onder de voorzieningen ter grootte van het aandeel in de door de deelneming geleden verliezen, dan wel voor de verwachte betalingen door de organisatie ten behoeve van deze deelneming.


Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of duurzaam lagere bedrijfswaarde. De geconsolideerde onderzoeksorganisaties (stichtingen) waarmee NWO duurzaam is verbonden overeenkomstig de Wet NWO, voldoen niet aan criteria voor opname als een deelneming in de enkelvoudige balans en zijn derhalve niet als financieel vast actief in deze financiële verantwoording opgenomen. NWO heeft op basis van consolidatiecriteria overheersende zeggenschap op de in de NWO-Wet genoemde onderzoeksorganisaties. In de geconsolideerde jaarrekening van NWO worden deze onderzoeksorganisatie derhalve wel als groepsmaatschappijen opgenomen. Hierdoor wijkt het geconsolideerd eigen vermogen af van het enkelvoudige eigen vermogen van NWO. De leningen aan niet-geconsolideerde deelnemingen worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, onder aftrek van bijzondere waardeverminderingsverliezen. De grondslagen voor overige financiële vaste activa zijn opgenomen onder Financiële instrumenten. Dividenden worden verantwoord in de periode waarin zij betaalbaar worden gesteld. Rentebaten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Eventuele winsten of verliezen worden verantwoord onder financiële baten en lasten. 4.5.10

Bijzondere waardeverminderingen Vaste activa met een lange levensduur dienen te worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de geschatte contante waarde van de toekomstige netto kasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde.

4.5.11

Vervreemding van vaste activa Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde.

4.5.12

Voorraden Grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen aanschafprijs op basis van de ‘first-in, first-out’ (FIFO)-methode of lagere actuele waarde. Bij de waardering van de voorraden wordt rekening gehouden met de eventueel op balansdatum opgetreden waardeverminderingen.

4.5.13

Onderhanden projecten In de waardering van onderhanden projecten worden de kosten die direct betrekking hebben op het project (zoals personeelskosten voor werknemers direct werkzaam aan het project, kosten van constructiematerialen en aanschaffing van installaties en uitrusting die bij de uitvoering van het project worden gebruikt), de kosten die toerekenbaar zijn aan projectactiviteiten in het algemeen en toewijsbaar zijn aan het project en andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend, begrepen. De toerekening van opbrengsten, kosten en winstneming op onderhanden projecten geschiedt naar rato van de verrichte prestaties bij de uitvoering van het werk (‘percentage of completion’-methode) per balansdatum op basis van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Gedeclareerde termijnen en verwachte verliezen worden in mindering op onderhanden projecten gebracht. Verliezen worden onmiddellijk in de staat van baten en lasten als een last verwerkt. Projecten met een positief saldo worden opgenomen onder onderhanden projecten. Projecten met een saldo vooruitontvangen bedragen worden opgenomen onder de kortlopende schulden.


4.5.14

Vorderingen en effecten De grondslagen voor de waardering van vorderingen en effecten zijn beschreven onder Financiële instrumenten.

4.5.15

Eigen vermogen Onder het eigen vermogen worden gepresenteerd: –– algemene reserve; –– wettelijke reserve; –– bestemde reserves; –– bestemde fondsen. De bestemde reserves zijn reserves waarin interne organen beperkingen hebben aangebracht ten aanzien van de besteding ervan. De bestemde fondsen geven het bedrag weer dat nog niet is verplicht van de door het Ministerie van OCW, overige departementen en door overige derden subsidiegevers voor specifieke doelen aan NWO beschikbaar gestelde bedragen.

4.5.16

Aandeel derden Het aandeel derden wordt gewaardeerd op het aandeel van derden in de nettovermogenswaarde, bepaald overeenkomstig de waarderingsgrondslagen van de onderneming.

4.5.17

Egalisatierekening investeringsmiddelen Door de Rijksoverheid of derden ter beschikking gestelde middelen ter compensatie van de door NWO en haar groepsonderdelen gedane investeringen in een actief worden op de balans gepassiveerd en systematisch ten gunste gebracht van de staat van baten en lasten gedurende de gebruiksduur van het actief.

4.5.18

Voorzieningen Alle voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen. Een voorziening wordt in de balans opgenomen, wanneer er sprake is van: –– een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en –– waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en –– het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is. Voorzieningen in verband met toegezegde personeelsverplichtingen zijn; –– Wachtgelduitkeringen, getroffen voor gewezen werknemers van NWO die recht hebben op een werkloosheidsuitkering (WW). De WW uitkering wordt door de uitvoeringsorganisaties bij NWO in rekening gebracht. De berekening van de omvang van de voorziening geschiedt op persoon niveau en op basis van toegekend recht; de maximale uitkering die op basis van de WW mogelijk is op basis van de voorhanden zijnde gegevens op balansdatum. –– Reorganisatie, getroffen om structurele maatregelen te kunnen treffen die leiden tot een gezonde financiële bedrijfsvoering. Het in de voorziening opgenomen bedrag dient gebaseerd te zijn op een formeel vastgesteld reorganisatieplan. –– Seniorenverlof, gevormd voor verplichtingen uit hoofde van aan personeel in dienst van NWO toegekende senioren verlofuren en is gebaseerd op een berekening van de tot ultimo van het jaar opgebouwde rechten door de personeelsleden. Het gaat hier uitsluitend om de rechten van personeelsleden die per balansdatum ook daadwerkelijk gebruik maken van de regeling. –– Jubileumuitkeringen, gevormd voor de verplichtingen uit hoofde van toekomstige uitkeringen bij ambtsjubilea van personeel in dienst van NWO en is gebaseerd op een berekening van de tot ultimo van het jaar opgebouwde rechten door de personeelsleden.


4.5.19

Schulden De waardering van langlopende en kortlopende schulden is toegelicht onder Financiële instrumenten.

4.5.20

Opbrengstverantwoording De Rijksbijdrage wordt toegerekend aan de periode waarop zij betrekking heeft. Overheidssubsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruitontvangen baten zodra er redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat NWO zal voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden. Subsidies ter compensatie van door NWO gemaakte kosten worden systematisch als opbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen in dezelfde periode als die waarin de kosten worden gemaakt. Subsidies ter compensatie van NWO voor de kosten van een actief worden systematisch in de staat van baten en lasten opgenomen gedurende de gebruiksduur van het actief. Onder de overige baten zijn inkomsten uit royalties, licenties ten gunste van het resultaat opgenomen.

4.5.21

Verstrekte subsidies De post ‘verstrekte subsidies aan derden’ is gelijk aan de bedragen die beschikbaar zijn gesteld voor werk aan onderzoeksprojecten gedurende het verslagjaar. Daarnaast kent NWO steunvormen waarbij de toekenning geschiedt in de vorm van een premie of toekenning waarmee voor meerdere jaren onderzoek wordt uitgevoerd. Deze toekenningen worden in het jaar van toekenning voor het gehele bedrag als last verantwoord.

4.5.22

Personeelsbeloningen/pensioenen NWO is aangesloten bij Stichting Pensioenfonds ABP. ABP is een bedrijfstakpensioenfonds met een toegezegde pensioenregeling (multi-employer defined benefit-regeling). Gezien het feit dat de pensioenregeling een multi-employer regeling betreft is de pensioenregeling als een toegezegde bijdrageregeling (defined contribution-regeling) verantwoord. Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. In geval van een tekort bij het pensioenfonds heeft NWO geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen (anders dan hogere toekomstige premies).

4.5.23

Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. Onder geldmiddelen wordt verstaan de liquide middelen. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen kasstroom uit operationele activiteiten, investerings - en financieringsactiviteiten. De ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. De verworven financiële belangen en verstrekte leningen zijn opgenomen onder de kasstromen uit investeringsactiviteiten. De vordering OCW en de subsidieverplichtingen (zowel kort als langlopend) zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten.


4.5.24

Bepaling reële waarde De reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en van elkaar onafhankelijk zijn. Een aantal grondslagen en toelichtingen in de financiële verantwoording vereisen de bepaling van de reële waarde van financiële instrumenten. De reële waarde van niet-beursgenoteerde financiële instrumenten wordt bepaald door de verwachte kasstromen contant te maken tegen een disconteringsvoet die gelijk is aan de geldende risicovrije marktrente voor de resterende looptijd vermeerderd met kredieten liquiditeitsopslagen.

4.6 4.6.1

Toelichting op de geconsolideerde balans Immateriële vaste activa Het verloop van de immateriële vaste activa is als volgt weer te geven: bedragen in k€

Concessies, vergunningen en rechten van intellectueel eigendom

Stand per 1 januari 2012:

Vooruitbetalingen op immateriële vaste activa

Totaal

Aanschafprijs

1.905

1.905

Boekwaarde

-

1.905

1.905

Mutaties in de boekwaarde:

1.753

1.753

In gebruik genomen activa

596

-596

-

Afschrijvingen

-61

-

-61

535

1.157

1.692

Aanschafprijs

596

3.062

3.658

Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen

-61

-

-61

535

3.062

3.597

Investeringen

Saldo Stand per 31 december 2012:

Boekwaarde

De investeringen in 2012 betreft vooral de bouw van het Informatie Systeem voor Aanvragen, Archivering en Communicatie (ISAAC). Het nieuwe systeem ISAAC wordt ondersteunend aan de bedrijfsprocessen bij NWO, STW en FOM. De vooruitbetalingen op immateriële vaste activa bestaat uit licentiekosten op basis waarvan ISAAC wordt ontwikkeld (€ 0,6 miljoen) en uit ontwikkelingskosten (€ 2,5 miljoen). Voor het deel van de ontwikkelingskosten is een wettelijke reserve gevormd. Op de vooruitbetalingen wordt nog niet afgeschreven omdat het systeem nog niet in gebruik is genomen. Naar verwachting zal ISAAC in 2013 in gebruik worden genomen. De bouw is gestart in 2011.


4.6.2

Materiële vaste activa Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt weer te geven: Terreinen

bedragen in k€

Stand per 1 januari 2012: Aanschafprijs Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Activa in aanbouw

Boekwaarde

Gebouwen Vaartuigen

Installaties Computer- Kantooren apparatuur meubelen apparatuur

Totaal

2.387

122.323

21.038

71.318

20.813

12.527

1.225

251.631

-

-56.255

-15.754

-47.479

-16.548

-8.308

-1.042

-145.386

-

5.597

-

5.477

-

120

-

-

2.387

71.545

5.284

23.959

4.265

4.219


Transportmiddelen

183 111.842

Investeringen

-

5.412

99

3.595

2.507

159

86

11.858

Desinvesteringen

-

-17.534

-13.592

-18.624

-2.286

-708

-816

-53.560

Afschrijvingen

-

-3.422

-553

-4.745

-2.699

-927

-72

-12.418

Afschrijvingen desinvesteringen

-

17.534

13.592

18.508

2.231

644

796

53.305

Waardeverminderingen

-

-

-

-150

-

-

-

-150

Acitva in aanbouw, investeringen

-

7.793

101

2.036

317

-

42

10.289

Activa in aanbouw, desinvesteringen

-

-4.136

-101

-1.679

-213

-

-42

-6.171

Aankoop CEME (Yerseke)

Cummulatieve investeringen

-

2.267

1.121

1.368

185

88

87

5.116

Cummulatieve afschrijvingen

-

-41

-1.090

-652

-88

-62

-87

-2.020

Acitva in aanbouw, investeringen

-

-

-

70

-

-

-

70

Saldo

-

7.873

-423

-273

-46

-806

-6

6.319

Stand per 31 december 2012:

2.387

112.468

8.666

57.657

21.219

12.066

582

215.045

-

-42.184

-3.805

-34.518

-17.104

-8.653

-405

-106.669

-

9.785

Aanschafprijs Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Activa in aanbouw

Boekwaarde

-

9.134

-

547

104

-

2.387

79.418

4.861

23.686

4.219

3.413

177 118.161

De materiële vaste activa zijn met € 6,3 miljoen toegenomen tot een bedrag van € 118,2 miljoen. Vooral investeringen in en renovatie van gebouwen hebben geleid tot een waardestijging van de materiële vaste activa. Met ingang van 1 januari 2012 maakt het Centrum voor Estuariene en Mariene Ecologie (CEME) in Yerseke, tot dan onderdeel van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), onderdeel uit van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek (NIOZ). Hiermee hebben de twee belangrijkste Nederlandse instellingen op het gebied van fundamenteel kust- en zeeonderzoek hun krachten gebundeld en daarmee de strategische positie van Nederland op dit terrein versterkt. Terreinen De terreinen van het Science Park Amsterdam (Science Park, 1098 XG Amsterdam) hebben een boekwaarde van € 0,9 miljoen en zijn in eigendom van NWO. De terreinen in eigendom van NIOZ en FOM (Rijnhuizen) hebben een boekwaarde van € 1,4 miljoen respectievelijk € 0,1 miljoen. NWO acht de huidige marktwaarde van de terreinen niet lager dan de boekwaarde.


Gebouwen De gebouwen betreffen de huisvesting van de onderzoeksorganisaties ASTRON, CWI, FOM-instituten AMOLF, NIKHEF en Rijnhuizen, NIOZ en SRON. De activa in aanbouw betreft met name nieuwbouw ASTRON in Dwingeloo (€ 5,3 miljoen). Vaartuigen Het NIOZ maakt voor het zeegaand onderzoek gebruik van eigen onderzoeksvaartuigen, elk geschikt voor een specifiek werkgebied. De boekwaarde van de vaartuigen per ultimo boekjaar bedraagt € 4,9 miljoen. Installaties en apparatuur De installaties en apparatuur bestaat hoofdzakelijk uit activa die gebruikt wordt door de NWOinstituten ten behoeve van de uitvoering van hun taken in het onderzoeksveld. Computerapparatuur Computerapparatuur bestaat voornamelijk uit hardware en software. De (afschrijvingen) desinvesteringen en waardeverminderingen betreffen de desinvestering en afwaarderingen van de niet meer aan het bedrijfsproces dienstbare materiële vaste activa. 4.6.3

Financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt weer te geven:

bedragen in k€

Boekwaarde Boekwaarde 31-12-2011 1-1-2012

Toename

Afname

Resultaat deelnemingen

Resultaat effecten, depots en overige

Boekwaarde 31-12-2012

Deelnemingen

2.450

3.868

-

-

407

84

4.359

Vorderingen op OCW

9.076

902.549

212.763

-208.249

-

-

907.063

Effecten Overige vorderingen

Totaal financiële vaste activa

61

60

-

-5

-

2

57

9.807

5.410

774

-1.085

-

-581

4.518

21.394

911.887

213.537

-209.339

407

-495

915.997


Deelnemingen De deelnemingen passen in het kader van de uitoefening van de taak van NWO, namelijk het stimuleren en versterken van wetenschappelijk onderzoek, zie onderstaande overzicht voor een specifcatie. Naam

Juridische Statutaire Waardering vorm zetel deelneming 31-12-2012

Aandeel resultaat 2012

Art 2 403 BW Ja/ Nee

Deelname %

Consolidatie %

Amsterdam Science Park NV

NV

Amsterdam

2.176

-54

Nee

25%

0%

CV Exploitatie Internationale Magneetfaciliteit CVIM

CV

Utrecht

43

-115

Nee

67%

0%

Stichting LOFAR

stichting

Dwingeloo

Nee

0%

LOFAR cv

CV

Dwingeloo

10

Nee

0%

NOFIQ Holding BV

BV

Dwingeloo

4

Nee

23%

0%

Dysi holding BV

BV

Assen

25

Nee

16%

0%

Dutch Sigma BV

BV

Dwingeloo

4

Nee

20%

0%

Filitron BV

BV

Dwingeloo

Nee

25%

0%

Dagstuhl

5

Nee

nvt

0%

Vecho BV

BV

Amsterdam

5

Nee

22%

0%

MonetDB BV

BV

Almere

3

Nee

14%

0%

Adaptive Planet BV

BV

Ijsselstein

2

Nee

12%

0%

Spinque BV

BV

Utrecht

4

-84

Nee

22%

0%

stichting

Amsterdam

140

84

Nee

67%

0%

Amsterdam

1.938

576

4.359

407

IBFI Schloss Dagstuhl

Stichting Beheer Wetenschappelijk Centrum Watergraafsmeer NL-eScience

stichting

Nee

50%

0%

Vorderingen op OCW De vordering op OCW heeft een boekwaarde van € 907,1 miljoen. In paragraaf 8.2.4 worden deze posten nader toegelicht. Overige vorderingen In totaal bedragen de overige vorderingen ultimo 2012 € 4,5 miljoen. De vordering bestaat voor € 4.2 miljoen uit een pensioendepot dat FOM aanhoudt bij Centraal Beheer en bij het ministerie van Financiën ter dekking van verplichtingen voor pensioenen die niet bij het ABP zijn ondergebracht. Voorts heeft NWO de volgende leningen verstrekt aan derden: –– Een renteloze lening (€ 1,6 miljoen) aan stichting LOFAR, die vanwege het aanwezige risico dat de lening niet kan worden afgelost voorzichtigheidshalve afgewaardeerd is naar nihil. Dit geldt eveneens voor de vordering die ASTRON heeft op stichting LOFAR ad € 3,4 miljoen. –– Een lening aan Biogeneration Ventures B.V.,Naarden, van € 4,5 miljoen. De vordering is vanwege het aanwezige risico voor oninbaarheid voorzichtigheidshalve afgewaardeerd naar nihil; –– Een verstrekte lening (rente jaarlijks 0,3%) van € 98 duizend aan IIP Create. De lening zal eind 2013 worden afgelost. De vordering WCW (€ 1,0 miljoen), renteloos, overbruggingskrediet voor investeringen in 10 kV station, die in 2013 wordt afgelost is opgenomen onder de overlopende activa en vorderingen. Voor een nadere toelichting op de overige vorderingen die betrekking hebben op NWO paragraaf 8.2.4. 4.6.4

Voorraden De voorraden betreffen hulpmaterialen van FOM (€ 0,3 miljoen) en NIOZ (€ 0,2 miljoen).


4.6.5

Onderhanden projecten Onderhanden projecten met debetsaldo Stand 31-12-2012

Stand 1-1-2012

Stand 31-12-2011

Gerealiseerde projectkosten

19.758

35.862

9.591

Af: Te verwachten verliezen

-12

-

-

-11.816

-26.464

-3.824

7.930

9.398

5.767

bedragen in k€.

Af: Gedeclareerde termijnen

Totaal

De onderhanden projecten in uitvoering bij ASTRON, NIOZ, FOM en SRON bedragen ultimo 2012 € 1,1 miljoen, € 3,0 miljoen, € 3,3 miljoen en respectievelijk € 0,5 miljoen.

Onderhanden projecten met creditsaldo bedragen in k€

Stand 31-12-2012

Stand 1-1-2012

Stand 31-12-2011

9.576

11.924

-66

Gerealiseerde projectkosten Af: Te verwachten verliezen Af: Gedeclareerde termijnen

Totaal

-188

-

-

-21.102

-22.378

-7.230

-11.714

-10.454

-7.296

De onderhanden projecten in uitvoering bij groepsonderdelen waarbij de gedeclareerde termijnen hoger zijn dan de gerealiseerde projectkosten zijn als vooruit ontvangen bedragen opgenomen onder kortlopende schulden. 4.6.6

Vorderingen bedragen in k€

31-dec-12

1-jan-12

31-dec-11

99.426

108.596

21.506

132.601

159.194

-

23.982

20.074

24.512

256.009

287.864

46.018

Debiteuren Vordering derden en overige overheden inzake bijdragen en subsidies Overlopende activa en vorderingen

Totaal

In totaal zijn de vorderingen met € 31,9 miljoen afgenomen tot totaal € 256,0 miljoen. Debiteuren De vorderingen hebben vooral betrekking op doorbelaste kosten aan overige overheden, vorderingen uit hoofde van projecten, universiteiten en andere onderzoeksinstanties. De looptijd van de vorderingen is korter dan 1 jaar. Vordering derden en overige overheden inzake bijdragen en subsidies Deze vordering is opgenomen voor programma’s waar de aangegane subsidieverplichting de hiermee samenhangende ontvangen gelden overstijgt. Deze vordering is in 2012 met € 26,6 miljoen afgenomen tot € 132,6 miljoen.


4.6.7

Liquide middelen bedragen in k€

31-dec-12

1-jan-12

31-dec-11

103.574

90.214

91.729

30

20

20

216.452

249.386

249.386

320.056

339.620

341.135

Banktegoeden in rekening courant Kassen Deposito’s

Totaal

De liquide middelen zijn in 2012 met € 19,6 afgenomen tot € 320,1 miljoen. De afname van de liquide middelen is toegelicht in het Kasstroomoverzicht Door de afgifte van een bankgarantie (trekkingsrecht) ad. € 0,9 miljoen ter garantstelling van de nakoming van de verplichtingen inzake de huur van de kantoorruimte NWO met parkeergelegenheid aan de laan van Nieuw Oost Indië te Den Haag is een langlopend deposito afgesloten. De bankgarantie loopt in 2021 af. STW en FOM hebben via het Ministerie van Financien een borgstelling van € 86 duizend respectievelijk € 83 duizend afgegeven voor de huur van kantoorruimte. De bij het ministerie van Financiën aangehouden middelen worden uit oogpunt van rendement zoveel mogelijk belegd in deposito’s. Een zo laag mogelijk bedrag wordt in rekening courant bij het ministerie van Financiën aangehouden. De rente op de rekening courant van het ministerie van Financiën is gebaseerd op de dagrente EONIA fixing, gemiddeld was de rente over 2012 0,23% (2011: 0,88 %) . De rente bedroeg ultimo 2012 0,13% (2011: 0,73%). 4.6.8

Groepsvermogen Het verloop van het groepsvermogen is als volgt: bedragen in k€

Stand op 1 januari Bij: overname CEME Yerseke Af: resultaat boekjaar

Stand op 31 december

4.6.9

Eigen vermogen

Aandeel derden

Totaal 2012

2011

325.819

1.492

327.311

383.051

1.750

-

1.750

-

-18.399

659

-17.740

-44.176

309.170

2.151

311.321

338.875

Aandeel derden 2012

bedragen in k€ Aandeel derden in deelneming: Stichting Beheer CWI Incubator Stichting Beheer Wetenschappelijk Centrum Watergraafsmeer Stichting NL-eScience

Totaal

2011

73

74

140

55

1.938

1.363

2.151

1.492

Het aandeel derden omvat het eigen vermogen van stichtingen waarin NWO participeert en waar NWO geen beschikkingsmacht over het eigen vermogen heeft. Dit betreft Stichting Beheer CWI Incubator, Stichting Beheer Wetenschappelijk Centrum Watergraafsmeer en stichting NL-eScience.


4.6.10

Egalisatierekening Onderstaand overzicht geeft de egalisatierekening weer die is gevormd voor ontvangen investeringssubsidies ten behoeve van investeringen in materiele vaste activa. bedragen in k€

Stand per december 2011

-

Effect stelselwijziging RJ 660

146.852

Boekwaarde per 1 januari 2012

146.852


Toevoeging egalisatie rekening

145

Vrijval egalisatierekening

-4.608

Saldo

-4.463

Boekwaarde per 31 december 2012

142.389

De egalisatierekening heeft voornamelijk betrekking op investeringen in gebouwen (€ 128,3 miljoen) door FOM, ASTRON, NIOZ en CWI. Jaarlijks valt een deel van de egalisatierekening vrij ter compensatie van de afschrijvingslasten op het betreffende materieel vast actief. 4.6.11

Voorzieningen De voorzieningen zijn in 2012 met € 0,5 miljoen afgenomen tot € 11,1. Het verloop van de voorzieningen over 2012 is als volgt:

bedragen in k€

Pensioenen Wacht- en uitkeringsgelden Reorganisatie

Stand Stand Toevoegingen per 31 per 1 ten laste van december januari het resultaat 2011 2012

Onttrekkingen

Vrijval Stand ten per 31 gunste december van het 2012 resutaat

Kortlopend deel < 1 jaar

Langlopend deel > 1 jaar

213

147

66

-

-143

70

46

24

2.659

2.809

1.462

-1.219

-77

2.975

1.180

1.795

256

181

94

-54

-75

146

35

111

Jubileumuitkeringen

1.447

1.447

268

-151

-

1.564

220

1.344

Seniorenverlofregeling

1.074

1.074

517

-468

-

1.123

372

751

-

5.248

798

-34

-853

5.159

246

4.913

11.354

712

-

-611

-

101

101

-

17.003

11.618

3.205

-2.537

-1.148

11.138

2.200

8.938

Overige personele voorzieningen Overige voorzieningen

Totaal

Voorziening pensioenen Dit betreft pensioenverplichtingen van FOM die niet bij het ABP zijn ondergebracht. Deze pensioenrechten zijn opgebouwd bij Centraal Beheer voordat de pensioenrechten bij het ABP werden verzekerd. De dotatie van € 66 duizend heeft betrekking op gerealiseerde rentebaten ten behoeve van deze voorziening. Er zijn 25 actieve verzekerden die op 1-1-2013 de 65-jarige leeftijd nog niet hebben bereikt. Voorziening wachtgeld en uitkeringsgelden Deze voorziening geeft de verplichtingen weer voor de lopende wachtgeldregelingen getroffen met voormalig personeel conform de CAO. Per saldo is de voorziening met € 0,2 miljoen toegenomen tot € 3,0 miljoen.


Voorziening reorganisatie Dit is de resterende voorziening van in voorgaande jaren uitgevoerde reorganisatie NIOZ. De dotatie van € 94 duizend betreft een regeling die door NIOZ is overgenomen bij overname van CEME Yerseke en dient ter dekking voor toekomstige salarislasten van boventallige medewerkers. Voorziening jubileumuitkeringen Deze voorziening is gevormd voor verplichtingen uit hoofde van toekomstige uitkeringen bij ambtsjubilea van personeel in dienst van NWO en groepsonderdelen. Voorziening seniorenverlof Deze voorziening is getroffen voor het doorbetaalde deel van de werktijdvermindering bij werknemers van NWO die deelnemer zijn aan de zogenaamde “Seniorenregeling (SOP)”. Overige personele voorzieningen De post overige personele voorzieningen van € 5,2 miljoen bestaat voornamelijk uit een voorziening FOM voor personele verplichtingen (€ 4,3 miljoen). De voorziening heeft betrekking op de relocatie van DIFFER van Nieuwegein naar Eindhoven en de verhuizing van FELIX naar Nijmegen. Overige voorzieningen In de jaarrekening 2011 was onder de overige voorzieningen een bedrag van € 4,5 miljoen opgenomen met betrekking tot de afwaardering van de lening aan Biogeneration Ventures B.V.,Naarden. Deze afwaardering is in 2012 gesaldeerd met de vordering zoals deze onder de financiële vaste activa is opgenomen. Daarnaast zijn personele voorziening afzonderlijk gepresenteerd onder ‘overige personele voorzieningen’. 4.6.12

Langlopende Schulden Onderstaand overzicht betreffen de schulden met een looptijd van langer dan 1 jaar bedragen in k€ Toegekende, niet uitgekeerde bedragen (subsidies)

31-dec-12

1-jan-12

31-dec-11

502.335

603.345

-

Vooruitontvangen bedragen

1.104

1.128

2.143

Overige langlopende schulden

1.434

3.439

2.425

504.873

607.912

4.568

Totaal

De langlopende schulden van NWO zijn in 2012 met € 103,0 miljoen afgenomen tot een bedrag van € 504,9 miljoen. Toegekende, niet uitgekeerde bedragen bedragen in k€

Stand 1 januari Bij: verstrekte subsidies Af: Betalingen

Stand 31 december

2012 1.038.224 499.074 -499.393

1.037.905

waarvan korter dan 1 jaar:

535.570

waarvan langer dan 1 jaar:

502.335

Vooruit ontvangen bedragen Vooruitontvangen bedragen betreft de afkoop van erfpachtcanon (t/m 2060) door de UvA ad € 1,1 miljoen. Hiervan heeft € 1,0 miljoen betrekking op een looptijd langer dan vijf jaar. Overige langlopende schulden De overige langlopende schulden betreft met name niet-opgenomen vakantiedagen, waarvan niet verwacht wordt dat deze binnen een jaar worden opgenomen.


4.6.13

Kortlopende Schulden bedragen in k€

31-dec-12

Crediteuren Toegekende, niet uitgekeerde bedragen (subsidies) Schulden aan andere deelnemingen Te betalen belastingen en premies sociale verzekeringen

1-jan-12

31-dec-11

15.864

6.171

10.909

535.570

434.879

51.333

158

-

-

10.133

9.006

9.197

Schulden ter zake van pensioenen

1.137

991

806

Nog te betalen bedragen uit hoofde van vakantieuitkering

4.562

4.252

4.352

Nog te betalen bedragen uit hoofde van openstaande verlofen spaarverlofdagen

7.150

6.567

6.467 15.901


2.604

4.786

Derden en overige overheden inzake bijdragen en subsidies

26.726

40.935

-

Onderhanden projecten (creditstand)

11.714

10.454

7.296

Overlopende passiva en schulden

36.923

51.215

64.305

652.541

569.256

170.566

Totaal

De totale kortlopende schulden zijn met € 83,3 miljoen toegenomen tot € 652,5 miljoen. De schulden van NWO hebben voor het overgrote deel betrekking op de voor wetenschappelijk onderzoek door onderzoeksinstellingen opeisbare, maar nog niet door NWO uitbetaalde gelden. Toegekende, niet uitgekeerde bedragen (Subsidies) De toegekende, niet uitgekeerde bedragen (subsidies) zijn in 2012 met € 100,7 miljoen toegenomen tot € 535,6 miljoen. Zie tevens paragraaf 4.6.12. Het overgrote deel van de toegekende, niet uitgekeerde bedragen (€ 433,2 miljoen) heeft betrekking op NWO enkelvoudig. Van het restant (€ 102,4 miljoen) van de toegekende, niet uitgekeerde bedragen (subsidies) heeft het overgrote deel betrekking op door STW verstrekte subsidies. Derden en overige overheden inzake bijdragen en subsidies Deze schuld betreft programma’s waar de reeds ontvangen gelden de aangegane subsidieverplichtingen overstijgen. Onderhanden projecten (creditstand) Deze post betreft de onderhanden projecten in uitvoering bij groepsonderdelen waarbij de gedeclareerde termijnen hoger zijn dan de gerealiseerde projectkosten. Zie paragraaf 4.6.5 voor een nadere specificatie. Overlopende passiva en schulden Het totaal van de overige schulden en overlopende passiva is met € 14,3 miljoen gedaald van € 51,2 naar € 36,9 ultimo 2012. Het overgrote deel ultimo boekjaar heeft betrekking op schulden van NWO enkelvoudig en STW (€ 6,7 miljoen respectievelijk € 21,5 miljoen). De belangrijkste post betreft te veel vooruitontvangen subsidie door STW van het ministerie van EZ (€ 14 miljoen). 4.6.14

Financiële instrumenten Algemeen NWO (inclusief groepsonderdelen) maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de organisatie blootstelt aan marktrisico inclusief valutarisico, reële waarde renterisico, kasstroomrenterisico en prijsrisico), kredietrisico en liquiditeitsrisico. Om deze risico’s te beheersen heeft NWO een beleid inclusief een stelsel van limieten en procedures opgesteld om de risico’s van onvoorspelbare ongunstige ontwikkelingen op de financiële markten en daarmee de financiële prestaties van de onderneming te beperken. NWO maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten om risico’s te beheersen.


Kredietrisico NWO (inclusief groepsonderdelen) loopt kredietrisico over leningen en vorderingen opgenomen onder financiële vaste activa, handels- en overige vorderingen, liquide middelen. Het maximale kredietrisico bedraagt € 1,6 miljard. Het kredietrisico is geconcentreerd bij de Rijksoverheid en gerelateerde partijen. De hoogste vordering bedraagt € 0,9 miljard en betreft de vordering op het ministerie van OCW. Deze tegenpartijen zijn gerelateerd aan de Rijksoverheid en met deze tegenpartijen bestaat een lange relatie; zij hebben altijd aan hun betalingsverplichtingen voldaan. Renterisico, kasstroomrisico en valutarisico NWO (inclusief groepsonderdelen) loopt over haar schulden geen renterisico, aangezien deze posten niet rentedragend zijn. De vordering van NWO op OCW kent geen rentevergoeding. NWO loopt geen valutarisico, omdat nagenoeg alle transacties in euro’s plaatsvinden. Liquiditeitsrisico NWO bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor NWO steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Per 31 december 2012 zijn de niet contant gemaakte contractuele betalingsverplichtingen en vorderingen van de grootste posten als volgt: Korter dan 1 jaar

Tussen 1 en 5 jaar

Langer dan 5 jaar

Vordering OCW

284.948

563.187

58.928

Toegekende, niet uitgekeerde bedragen (subsidies)

535.570

502.335

-250.622

60.852

58.928

bedragen in k€

Stand per 31 december 2012

Het verwachte liquiditeitstekort van € 250,6 miljoen zal worden gefinancierd uit de Rijksbijdrage 2013. Van de liquide middelen staat € 0,9 miljoen niet ter vrije beschikking uit hoofde van een verstrekte bankgaranties. Reële waarde De reële waarde van in de balans opgenomen financiële instrumenten verantwoord onder kasmiddelen, kortlopende vorderingen en schulden e.d. benadert de boekwaarde daarvan. De reële waarde van de overige in de balans verantwoorde financiële instrumenten kan als volgt worden weergegeven: bedragen in k€ Vordering OCW Toegekende, niet uitgekeerde bedragen (subsidies)


Boekwaarde 2012

Marktwaarde 2012

907.063

903.314

1.037.905

1.035.256

-130.842

-131.942

De reële waarde is de contante waarde van toekomstige kasstromen gebaseerd op een rente die per balansdatum zou gelden voor gelijksoortige leningen vermeerderd met een risicopremie voor iedere individuele lening. Voor de vordering OCW en toegekende, niet uitgekeerde bedragen (subsidies) is een rentepercentage gehanteerd van 0,13%. Deze rente is gelijk aan de rente van schatkistbankieren. 4.6.15

Aansprakelijkheid en garanties NWO heeft voor een bedrag € 1,2 miljoen aan garanties en borgstellingen afgegeven voor: –– Bankgarantie huur kantoorgebouwen Den Haag en Utrecht (€ 0,9 miljoen). –– Borgstelling ten behoeve van ASP NV, inzake aangegane kredieten door ASP bij de Rabobank voor de bouw van het Matrix V gebouw te Amsterdam (€ 0,4 miljoen). In 2007 is gestart met het verstrekken van een lening aan Biogeneration Ventures B.V. te Naarden conform de aangegane leningsovereenkomst. Biogeneration Ventures investeert in technostarters en is voornamelijk actief op het gebied van life-sciences. NGI/NWO zorgt voor de initiële financiering in de vorm van een renteloze achtergestelde lening met winstdeling voor een bedrag van maximaal € 6 miljoen. Tot en met 2012 is het uitgeleende bedrag


opgelopen tot € 4,5 miljoen. NWO heeft per balansdatum nog een uitstaande maximale verplichting van € 1,5 miljoen. NWO is een van de deelnemende organisaties in EDCTP, een naar Europees recht in 2003 opgerichte rechtspersoon (European Economic Interest Grouping, EEIG). Bij deze rechtsvorm kunnen alle deelnemende rechtspersonen aangesproken worden op de eventuele tekorten die ontstaan bij EDCTP. 4.6.16

Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Voor de huur van gebouwen in gebruik bij het bureau NWO Den Haag, heeft NWO een jaarlijkse verplichting van € 5,0 miljoen. De huurcontracten voor de twee gebouwen in Den Haag lopen tot 2020 respectievelijk 2021, met een jaarlijkse last van € 3,7 miljoen. Hiervan wordt een gedeelte in rekening gebracht bij ZonMw en andere onderhuurders. Het andere deel van de niet in de balans opgenomen verplichtingen ad. € 1,3 miljoen heeft betrekking op kantoorfaciliteiten (schoonmaak, catering, automatisering en onderhoud). Voor de periode 1 januari 2013 tot en met 31 maart 2021 is een herziening van het tot en met 2012 geldende huurcontract van STW met de verhuurder overeengekomen. De huurprijs is € 0,2 miljoen per jaar. Ten behoeve van de onderhoudsovereenkomst voor de onderzoekschepen, lease- en service overeenkomsten van printers en apparatuur heeft NIOZ overeenkomsten afgesloten van € 1,1 miljoen. Voor een drietal erfpachtcanons met Staatsbosbeheer, lease verplichtingen en een tijdelijke huisvesting zijn door ASTRON meerjarige overeenkomsten afgesloten met een totale waarde van € 0,3 per jaar. SRON heeft verplichtingen in zake lease, huurcontracten en andere overeenkomsten een jaarlijkse verplichting van € 0,9 miljoen. De jaarlijkse verplichting uit meerjarige contracten CWI bedraagt € 1,7 miljoen. Verder zijn verplichtingen aangegaan voor contributies voor deelname in internationale faciliteiten zoals de Europese faciliteit ESRF, te gebruiken door Nederlandse onderzoekers. In het kader van de zogenaamde Coördination Actions en Specific Support Actions uit het zesde en zevende Kaderprogramma van de EU zijn diverse NWO-onderdelen betrokken bij ERANET-projecten, al dan niet als coördinator. Partijen die onderdeel uitmaken van een ERANET zijn verantwoordelijk voor het opvangen van de financiële risico´s als één van de betrokken partijen afvalt en de EU geld terugvordert. De inbreng van FOM in Commanditaire Vennootschap van de internationale magneetfaciliteit te Nijmegen bedraagt maximaal € 16,2 miljoen. De inbreng tot en met 2012 bedraagt € 13,7 miljoen. Naar verwachting hoeft de inbreng niet meer te worden verhoogd.

4.7 4.7.1

Toelichting op de geconsolideerde winst -en verliesrekening Begroting 2012 NWO heeft geen geconsolideerde begroting, alleen een begroting op enkelvoudig niveau. De begroting 2012 en de toelichting daarop is derhalve in de enkelvoudige jaarrekening opgenomen.

4.7.2

Vergelijkbaarheid 2012-2011 In de staat van baten en lasten zijn de cijfers voor 2011 opgenomen op basis van de waarderingsgrondslagen zoals opgenomen in de jaarrekening 2011. Zie voor een nadere toelichting paragraaf 4.5.5 Stelselwijziging. De vergelijkbaarheid met de cijfers 2012 is hierdoor voor met name de subsidiegerelateerde posten niet adequaat. In de hierna volgende toelichting zal hierdoor alleen daar waar mogelijk een vergelijking met de cijfers 2011 worden toegelicht.


4.7.3

Baten De baten kunnen als volgt worden gespecificeerd: 2012

2011

576.263

508.754


38.831

75.813


68.083

47.642


38.912

44.126

Overige baten

11.875

22.013

Totaal baten

733.964

698.348

bedragen in k€ Rijksbijdrage OCW

De totale baten van NWO zijn in 2012 ten opzichte van 2011 met € 35,6 toegenomen tot € 734 miljoen. Rijksbijdrage OCW 2012

bedragen in k€ Rijksbijdrage OCW

Brief d.d. 20 september 2011 met kenmerk 328909

549.337

Correctie op brief d.d. 20 september 2011

-1.500


23.911

571.748

Mutatie vordering OCW

Totaal Rijksbijdrage 2012

4.515

576.263

De baten van NWO bestaan voornamelijk uit de rijksbijdrage van OCW. Deze rijksbijdrage heeft een structureel karakter. De rijksbijdrage is in vergelijking met 2011 met € 67,5 miljoen toegenomen tot € 576,3 miljoen. De toename heeft mede betrekking op het verkregen budget voor investeringen in grote onderzoeksfaciliteiten (€ 36 miljoen) en ter verbetering van valorisatie van het technologisch en technisch-wetenschappelijk onderzoek (€ 10 miljoen). Overige overheidsbijdragen en subsidies Naast het ministerie van OCW en EZ stellen ook andere departementen, alsmede andere financiers, aan NWO middelen beschikbaar voor specifieke bestedingsdoelen. In de onderstaande tabel worden de door verschillende financiers toegekende middelen gespecificeerd. bedragen in k€ Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

2012

2011

40

340

Ministerie van Buitenlandse Zaken

5.757

4.170

Ministerie van Economische Zaken

28.199

25.258

4.291

3.837

Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Veiligheid en Justitie Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Overige ministeries

-

62

570

647

68

379

119

-

EU subsidies

14.776

5.363

Subsidies van overige overheden

14.263

7.586

68.083

47.642

Totaal


Subsidies en bijdragen van derden 2012

2011

Subsidies van bedrijfsleven

22.042

12.861

Overige subsidies

16.870

31.265

38.912

44.126

bedragen in k€

Totaal Overige baten bedragen in k€ Opbrengst uit royalties, octrooien, licenties

2012

2011

753

805

Vrijval voorziening

1.148

9.400

Vrijval egalisatie rekening

4.463

-

Overige baten

5.511

11.808

11.875

22.013

Totaal

In 2012 is een bedrag gerealiseerd van € 0,8 miljoen (€ 0,8 miljoen in 2011) aan opbrengsten uit royalties, octrooien en licenties. In het bijzonder door STW in het kader van het beleid rond kennishandel. Benodigde voorzieningen worden periodiek geactualiseerd. Naast dotaties is in een bedrag van € 1,1 miljoen vrijgevallen ten gunste van het saldo baten en lasten. Voor een nadere specificatie van de voorzieningen wordt verwezen naar zie paragraaf 4.6.11. De overige baten ter hoogte van € 5,5 miljoen in 2012 (2011: € 11,8 miljoen) hebben betrekking op overige inkomsten (zoals verhuurbaten gebouwen en internet exchange verhouding) van de instituten NIOZ, FOM en CWI. 4.7.4

Lasten De lasten van NWO hebben betrekking op verstrekte subsidies voor onderzoeksprogramma’s, personeelskosten, afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa, huisvestingslasten en overige lasten zoals dotaties aan voorzieningen.

4.7.4.1

Verstrekte subsidies bedragen in k€ Subsidies aan derden Af: Afwikkelingen op projectsubsidies

Totaal 4.7.4.2

2012

2011

501.096

511.555

-2.022

-6.761

499.074

504.794

Personeelskosten bedragen in k€ Lonen en salarissen

2012

2011

111.327

103.098

Pensioenlasten

16.347

13.908

Sociale lasten

17.983

15.940

Mutatie personele voorzieningen Overige personele lasten

Totaal

3.205

1.750

13.554

17.116

162.416

151.812

De stijging van het aantal fte’s is, naast cao-aanpassingen, de oorzaak van de stijging van lonen en salarissen NWO van € 8,2 miljoen tot € 111,3 miljoen. De mutaties personele voorzieningen hebben betrekking op de wachtgelden, jubileumuitkeringen en seniorenverlofvoorzieningen (zie 4.6.11. Voorzieningen) De overige personele lasten bestaan voor € 7,0 miljoen uit inhuur van externen en uitzendkrachten voor 2012, ten opzichte van 2011 € 5,7 miljoen. Binnen NWO wordt de toename van inhuur voornamelijk veroorzaakt door administratieve ondersteuning bij de overgang naar verslaggeving


volgens de RJ 660, de herinrichting van de financiële functie en verdere inrichting van het financieel systeem. Personeelsbestand Gedurende het boekjaar 2012 bedroeg het gemiddeld aantal werknemers bij de groep, omgerekend naar volledige mensjaren 2.397 (2011: 2.258). Deze personeelsomvang (gemiddeld aantal personen) is als volgt onder te verdelen naar verschillende personeelscategorieën: 2012

2011

NWO totaal (fte)

2.397

2.258

NWO totaal (aantallen)

2.577

2.434

Wetenschappers

55%

50%

Vrouw

29%

29%

Waarvan in percentage van fte:

Waarvan in percentage van aantallen: Buitenlandse medewerkers

4.7.4.3

33%

33%

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa

Onder staand overzicht geeft de specificatie weer van de afschrijvingen op de materiële vaste activa. 2012

2011

61

-

Gebouwen

3.422

1.125

Vaartuigen

553

589

Installaties & apparatuur

4.745

4.302

Computerapparatuur

2.699

2.439

Kantoormeubilair

927

789

Transportmiddelen

72

54

12.479

9.298

bedragen in k€ Immateriele vaste activa

Totaal

Ten opzichte van vorig jaar zijn de afschrijvingen op de materiële vaste activa met € 3,1 miljoen toegenomen tot € 12,5 miljoen in 2012. De hogere afschrijvingslasten op gebouwen is hiervan de belangrijkste oorzaak. 4.7.4.4

Huisvestingslasten De huisvestingslasten kunnen als volgt worden gespecificeerd. bedragen in k€ Huur Verzekeringen

2012

2011

4.901

4.399

494

242

Onderhoud

2.405

1.620

Energie

2.950

2.215

Schoonmaakkosten

1.367

1.181

Overige huisvestingskosten

Totaal

276

525

12.393

10.182

Ten opzichte van vorig jaar zijn de huisvestingslasten met € 2,2 miljoen toegenomen tot € 12,4 miljoen.


4.7.4.5

Overige lasten De overige lasten kunnen als volgt worden gespecificeerd. bedragen in k€ Projectgebonden kosten

2012

2011

19.145

31.748

Dotatie voorziening

4.023

682

Automatisering

2.089

2.752

Advies en consultancy kosten

2.851

1.416

Exploitatiekosten

9.056

5.667

Administratie en beheerskosten

14.384

13.490

Overige kosten

18.545

16.756

70.093

72.511

Totaal

De totale overige lasten zijn met € 2,4 miljoen afgenomen tot € 70,1 miljoen. De verscheidenheid in de groepsonderdelen leidt tot verschillende rubriceringen van de overige lasten. De dotatie voorziening bestaat vooral uit een afwaardering van de vordering die ASTRON heeft op LOFAR. Zie ook par 4.6.3. Financiële vaste activa. 4.7.5

Financiële baten en lasten De financiële baten zijn in 2012 (€ 4,3 miljoen) gedaald ten opzichte van 2011 (€ 6,0 miljoen) met € 1,7 miljoen. Deze afname wordt met name veroorzaakt door een daling van het gemiddeld uitstaand saldo aan deposito’s. Het gemiddeld rentepercentage over de beleggingen in deposito’s is in 2012 gelijk gebleven ten opzichte van 2011 en bedraagt 1,4%.


5

Enkelvoudige Balans per 31 december 2012 (na resultaatbestemming) 31-dec-12

bedragen in k€ Activa Immateriële vaste activa

1-jan-12

3.052

31-dec-11

1.450

1.450

Materiële vaste activa

4.087

4.705

4.705

Financiële vaste activa

935.223

928.344

40.269

Vaste activa

942.362

934.499

46.424

Vorderingen

144.744

176.441

17.247

Liquide middelen

184.199

203.838

203.838

328.943

380.279

221.085

1.271.305

1.314.778

267.509

Vlottende activa

Totaal Passiva

Algemene reserve

-7.907

-850

-203.673

Wettelijke reserve

2.452

850

-

Bestemde reserve

-

86.853

49.069

125.292

72.449

281.671

Eigen vermogen

Bestemde fondsen

119.837

159.302

127.067

Voorzieningen

2.673

2.937

8.334

576.505

659.323

5.666 126.442

Langlopende schulden Kortlopende schulden Vreemd vermogen

Totaal

572.290

493.216

1.151.468

1.155.476

140.442

1.271.305

1.314.778

267.509


6

Enkelvoudige Staat van Baten en Lasten over 2012 Realisatie 2012

bedragen in k€ Baten Rijksbijdragen OCW

Begroting 2012

Realisatie 2011*

576.263

552.011

508.754


33.679

25.213

74.164


19.642

33.820

18.690


18.465

4.050

7.828

Overige baten

326

6.301

338

Totale baten

648.375

621.395

609.774

636.743

708.033

649.724

30.278

24.629

28.781

Afschrijvingen

1.604

1.849

1.324

Huisvestingslasten

3.758

3.587

3.793

Overige lasten

17.473

18.921

14.867

Totale lasten

689.856

757.019

698.491

Saldo baten en lasten

-41.481

-135.624

-88.717

2.070

-1.000

4.740

-39.411

-136.624

-83.977

-54

-

-22

-39.465

-136.624

-83.999

-5.456

-43.816

-57.077

-86.853

125

15.775

Lasten Verstrekte subsidies Personeelslasten


Resultaat Resultaat deelnemingen

Netto resultaat Resultaatbestemming Resultaat lopend boekjaar Resultaat Bestemde Reserve Resultaat Bestemde Fondsen

Netto resultaat

52.844

-92.933

-42.697

-39.465

-136.624

-83.999

*) Vergelijkende cijfers zijn niet aangepast voor stelselwijziging, wel voor aanpassing naar categoriaal model (zie paragraaf 4.5.5.)


7

Enkelvoudig kasstroomoverzicht over 2012 2012

bedragen in k€ Kasstroom uit operationele activiteiten

Saldo baten en lasten Aanpassingen voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen: Vorderingen Kortlopende schulden

Kasstroom uit bedrijfsoperaties Financiele baten en lasten Ontvangen rente Bankkosten en koersresultaten

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten

2011 *

-41.481

-88.717

1.604

1.324

383

1.016

31.997

11.882

-32.257

-1.620

-39.754

-76.115

3.142

3.083

-56

17

-36.668

-73.015

Investeringen immateriële vaste activa

-1.602

-1.450

Investeringen materiële vaste activa

-1.221

-1.876

Verstrekte leningen groepsmaatschappijen en gelieerde partijen

-6.000

-

Desinvesteringen materiële vaste activa Aflossing op leningen groepsmaatschappijen en gelieerde partijen Aankoop verkoop effecten Mutatie overige verstrekte leningen financiële vaste activa

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Opboeking vordering OCW

235

-

1.253

1.149

5

12

361

1.978

-6.968

-187

-212.763

-

Aflossing vordering OCW

208.248

Verstrekte subsidies

636.743

-

-608.230

-7.752

Betaalde subsidies

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Totaal uit kasstromen Mutatie liquide middelen Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen

Eindstand liquide middelen

*) Vergelijkende cijfers zijn niet aangepast voor stelselwijziging.

-

23.998

-7.752

-19.639

-80.954

203.838

284.792

-19.639

-80.954

184.199

203.838


8

Toelichting behorende tot de enkelvoudige jaarrekening 2012

8.1

Algemeen De enkelvoudige jaarrekening maakt deel uit van de jaarrekening 2012 van NWO. Voor zover posten uit de enkelvoudige balans en de enkelvoudige staat van baten en lasten hierna niet nader zijn toegelicht, wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten.

8.2

Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling De grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gelijk aan die voor de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten, met uitzondering van het volgende:

8.2.1

Financiële instrumenten In de enkelvoudige jaarrekening worden financiële instrumenten gepresenteerd op basis van de juridische vorm. Onderzoeksorganisaties, stichtingen waarmee NWO duurzaam mee is verbonden overeenkomstig de Wet NWO, voldoen niet aan criteria voor opname als een deelneming in de enkelvoudige balans en zijn derhalve niet als financieel vast actief in deze financiële verantwoording opgenomen. NWO heeft op basis van consolidatiecriteria overheersende zeggenschap op de in de NWO-Wet genoemde onderzoeksorganisaties. In de geconsolideerde jaarrekening van NWO worden deze groepsmaatschappijen wel opgenomen. Hierdoor wijkt het geconsolideerd eigen vermogen af van het enkelvoudige eigen vermogen van NWO.

De stelselwijziging heeft geleid tot conversie van de enkelvoudige balans per 31 december 2011 naar een gewijzigde openingsbalans per 1 januari 2012 volgens toepassing van de RJ 660. Wanneer de conversie heeft geleid tot een gewijzigde balanspositie per 1 januari 2012 is ter vergelijking en verduidelijking ook de stand per 31 december 2011 vóór stelselwijziging opgenomen. De wijzigingen worden nader toegelicht. Wanneer geen sprake is van een gewijzigde balanspositie wordt enkel de openingsbalans per 1 januari 2012 gepresenteerd. 8.2.2

Immateriële vaste activa Onder de immateriële vaste activa zijn opgenomen de geactiveerde kosten van de bouw van het nieuwe informatiesysteem ISAAC. Het verloop over 2012 is als volgt: Vooruitbetalingen op immateriële vaste activa

bedragen in k€ Stand per 1 januari 2012:

Totaal

Aanschafprijs

1.450

1.450

Boekwaarde

1.450

1.450

Mutaties in de boekwaarde: Investeringen Stand per 31 december 2012:

1.602

1.602

Aanschafprijs

3.052

3.052

Boekwaarde

3.052

3.052

De investeringen in 2012 ad. € 1,6 miljoen in de immateriële vaste activa betreft de bouw van het Informatie Systeem voor Aanvragen, Archivering en Communicatie (ISAAC). Het nieuwe systeem ISAAC wordt ondersteunend aan het bedrijfsproces bij NWO, STW en FOM. De vooruitbetalingen op immateriële vaste activa bestaat uit licentiekosten op basis waarvan ISAAC wordt ontwikkeld (€ 0,6 miljoen) en uit ontwikkelingskosten (€ 2,5 miljoen). Voor het deel van de ontwikkelingskosten is een wettelijke reserve gevormd.


Op de investeringen wordt nog niet afgeschreven omdat het systeem nog niet in gebruik is genomen. Naar verwachting gebeurt dit vanaf 2013. De bouw is gestart in 2011. 8.2.3

Materiële vaste activa Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt: Terreinen Installaties en apparatuur

bedragen in k€ Stand per 1 januari 2012:

Aanschafprijs

Transportmiddelen

Totaal

559

8.905

6.943

36

17.358

-

-367

-7.101

-5.156

-29

-12.653

915


Kantoormeubelen

915


Boekwaarde

Computerapparatuur

192

1.804

1.787

7

4.705

Investeringen

-

-

1.221

-

-

1.221

Desinvesteringen

-

-116

-55

-64

-

-235

-

-25

-1.134

-438

-7

-1.604

-

-141

32

-502

-7

Afschrijvingen

Saldo Stand per 31 december 2012:

Aanschafprijs

-618

915

430

10.066

6.871

36

18.319

-

-379

-8.231

-5.587

-36

-14.232

915

52

1.835

1.285

-

4.087


Boekwaarde

Terreinen De terreinen van het Science Park Amsterdam (Science Park, 1098 XG Amsterdam) hebben een boekwaarde van € 0,9 miljoen. De huidige marktwaarde is niet lager dan de boekwaarde van het terrein. Installaties en apparatuur De categorie installaties en apparatuur bestaat hoofdzakelijk uit activa die gebruikt wordt ten behoeve van de uitvoering van de taken van NWO. Computerapparatuur Onder computerapparatuur is verantwoord de boekwaarde van de door NWO aangeschafte hardware en software. De investering 2012 van totaal € 1,2 miljoen hebben voor € 0,7 miljoen betrekking op hardware en voor € 0,5 miljoen software (datawarehouse en inter/intranet).

8.2.4

Financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:

bedragen in k€

Boekwaarde Boekwaarde per per 31-12-2011 01-01-2012

Verstrekte lening

Aflossing Waardelening vermindering

Deelnemingen

2.230

2.230

-

Vorderingen op deelnemingen

22.367

22.367

4.683

-1.253

-0

Resultaat deelnemingen en effecten

Boekwaarde per 31-12-2012

-54

2.176

25.797

Overige vorderingen

6.536

1.138

674

-1.035

-647

130

Vordering OCW

9.076

902.548

212.763

-208.248

907.063

60

60

-5

2

57

40.269

928.344

218.121

-210.542

-647

-52

935.223

Effecten

Totaal


Deelnemingen De deelnemingen passen in het kader van de uitoefening van de taak van NWO, namelijk het stimuleren en versterken van wetenschappelijk onderzoek. De kapitaalinbreng in de deelneming Amsterdam Science Park (ASP) bedraagt € 2,7 miljoen en heeft als doel te participeren in initiatieven om wetenschappelijk onderzoek te bevorderen en te versterken. In 2007 is de lening ad € 2,3 miljoen aan Amsterdam Science Park C.V. omgezet in vennootschappelijk kapitaal in verband met de financiële herstructurering van ASP. In 2007 hebben de vennoten, waaronder NWO, het recht van tweede hypotheek verworven op de Matrix-gebouwen I t/m V van ASP. Het publiek belang van ASP C.V. en ASP N.V. is vooral laagdrempelige huisvesting bieden aan startende (ICT & life-science) ondernemers op het Science Park-terrein en zo als kennisstation te functioneren. Hiertoe zijn vijf gebouwen (kantoren en laboratoria) ontwikkeld die door de C.V. worden geëxploiteerd (de zogenaamde Matrix gebouwen).

Naam Amsterdam Science Park NV

Juridische Statutaire zetel Eigen vermogen vorm 31-12-2012 NV

Amsterdam

8.056

Resultaat 2012

Art 2 403 BW Ja/ Nee

Deelname %

Consolidatie %

-216

Nee

25%

0%

Vorderingen op deelnemingen De vorderingen op deelnemingen betreffen uitstaande leningen aan groepsonderdelen en hebben een duurzaam karakter en zijn gericht op het realiseren van nieuwbouw en infrastructurele voorzieningen voor onderzoeksactiviteiten van de instituten van NWO. Deze leningen bestaan uit: –– ASTRON (€ 11,6 miljoen), renteloos, in verband met de realisatie van wetenschappelijke infrastructuur (€ 6,3 miljoen) en nieuwbouw (€ 5,3 miljoen). –– In 2012 is een renteloze lening verstrekt van € 6 miljoen voor nieuwbouw met een looptijd tot 2028. Deze lening is bij de eerste waardering tegen reële waarde gewaardeerd (rekenrente 3,12%). De reele waarde bij eerste waardering bedraagt € 4,7 miljoen. Met ASTRON zijn afspraken gemaakt over de aflossing van de leningen. De lening voor de realisatie van de infrastructuur dient uiterlijk ultimo 2017 te zijn afgelost. –– NIOZ (€ 1,7 miljoen), waarvan € 1,3 miljoen rentedragend (4% jaarbasis), ten behoeve van bouwkundige aanpassingen en nieuwbouw. De rentedragende annuïtaire lening heeft een looptijd tot 2021. Van de renteloze lening (€ 0,4 miljoen) wordt jaarlijks € 41 duizend afgelost en deze loopt tot 2024. –– CWI (€ 12,5), renteloos, ten behoeve van nieuwbouw met een looptijd tot 2038 en een jaarlijkse aflossing van € 0,5 miljoen. Overige vorderingen De overige vorderingen betreffen leningen aan derden en bestaan uit: –– Een renteloze lening (€ 1,6 miljoen) aan de stichting LOFAR. Tot en met 2007 zijn door NWO ten behoeve van het LOFAR-project rentedragende leningen aan ASTRON verstrekt. De vordering van rente die op deze wijze is ontstaan is in 2008 omgezet van een vordering op ASTRON in een renteloze lening aan de stichting LOFAR. De vordering is vanwege het aanwezige risico dat de lening niet kan worden afgelost voorzichtigheidshalve gewaardeerd op nihil. –– In 2007 is gestart met het verstrekken van een lening aan Biogeneration Ventures B.V. te Naarden conform de aangegane leningsovereenkomst. De organisatie heeft die ten doel te investeren in technostarters die voornamelijk actief zijn op het gebied van life-sciences. NGI/ NWO zorgt voor de initiële financiering in de vorm van een renteloze achtergestelde lening met winstdeling voor een bedrag van maximaal € 6 miljoen. –– Aflossing van de lening vindt plaats door toekomstige aan NWO/NGI toekomende rendementen uit de investeringen die met het geleende geld zijn gedaan door Biogeneration Ventures B.V. NWO heeft een totale lening verstrekt van € 4,5 miljoen. De vordering is vanwege het aanwezige risico dat de lening niet kan worden afgelost voorzichtigheidshalve gewaardeerd op nihil; –– Een verstrekte lening (rente jaarlijks 0,3%) ad € 98 duizend aan IIP Create, af te lossen ultimo 2013.


De vordering WCW (€ 1,0 miljoen), renteloos, overbruggingskrediet voor investeringen in 10 kV station, die in 2013 wordt afgelost is opgenomen onder de overlopende activa en vorderingen (zie 8.2.5 Vorderingen). Vordering OCW De vordering OCW is opgenomen op basis van de afspraken met het Ministerie van OCW zoals opgenomen in de brief van het ministerie van OCW d.d. 17 januari 2012, met kenmerk 359312 en d.d. 18 september 2012, kenmerk 442152. In de brieven is afgesproken dat het financiële kader voor deze onvoorwaardelijke vordering is dat deze maximaal drie keer de niet-geoormerkte Rijksbijdrage van het jaar t+1 zoals opgenomen in de Rijksbegroting mag bedragen. Dit komt overeen met € 930,9 miljoen voor 2012 (2011: € 934,6 miljoen). Aangezien dit een vordering op de rijksoverheid betreft wordt een waardevermindering vanwege mogelijke oninbaarheid niet noodzakelijk geacht. De vordering OCW bevat ultimo 2012 een bedrag van € 85,2 miljoen (2011: € 90,5 miljoen) aan vorderingen uit hoofde van aangegane nieuwbouw/investeringsverplichtingen. Deze verplichtingen zijn aangegaan door NWO-instituten en worden deels gefinancierd door OCW. Het resterende deel van de vordering OCW heeft betrekking op vorderingen uit hoofde van door NWO aangegane subsidieverplichtingen met derden. De vordering bedraagt per 1 januari 2012 € 902,5 miljoen. Ultimo boekjaar 2012 is de vordering toegenomen met € 4,5 miljoen tot € 907,1 miljoen. Hiervan heeft € 284,9 miljoen een looptijd van < 1 jaar en € 58,9 miljoen een looptijd van > 5 jaar. Effecten De effecten zijn onderdeel van het legaat Vening Meinesz Fonds (VMF). Periodiek wordt vanuit de beleggingsopbrengsten uit dit fonds een VMF-prijs toegekend. In 2008 is voor het laatst een prijs van € 10 duizend toegekend.

8.2.5

Vorderingen bedragen in k€ Debiteuren Vordering derden en overige overheden inzake bijdragen en subsidies Overlopende activa en vorderingen

Totaal

31-dec-12

1-jan-12

31-dec-11

4.652

11.243

11.243

132.862

159.194

-

7.230

6.004

6.004

144.744

176.441

17.247

In totaal zijn de vorderingen met € 31,7 miljoen afgenomen tot totaal € 144,7 miljoen.

Debiteuren De vorderingen hebben vooral betrekking op doorbelaste kosten aan overige overheden, (NWO) instituten, universiteiten en andere onderzoeksinstanties. De vorderingen hebben een looptijd van korter dan 1 jaar. Vordering derden en overige overheden inzake bijdragen en subsidies Deze vordering is opgenomen voor die programma’s waar de aangegane subsidieverplichting de reeds hiermee samenhangende ontvangen gelden overstijgt. Deze vordering is in 2012 met € 26,3 miljoen afgenomen tot € 132,9 miljoen. Overlopende activa en overige vorderingen De overlopende activa en overige vorderingen bestaan grotendeels uit vooruitbetaalde bedragen. Hieronder is een bedrag van ongeveer € 3,3 miljoen (waarvan € 2,9 miljoen langlopend) opgenomen aan betaalde BTW-schade aan verhuurder Ageas N.V. (voorheen Fortis N.V.) betreffende de huur van de kantoorgebouwen in Den Haag. Deze BTW-schade wordt over de resterende looptijd van de huurperiode toegerekend aan de beheerskosten. Per 30 maart 2010 zijn de kantoorgebouwen


in Den Haag door Ageas N.V. verkocht aan WestInvest Gesellschaft für Investment fonds mbH te Düsseldorf, Duitsland. De bestaande afspraken omtrent de BTW schade zijn door de nieuwe eigenaar overgenomen. Daarnaast is opgenomen een vordering WCW (€ 1,0 miljoen), renteloos, overbruggingskrediet voor investeringen in 10 kV station, die in 2013 wordt afgelost. 8.2.6

Liquide middelen De liquide middelen zijn met € 19,6 miljoen afgenomen tot een bedrag van € 184,2 miljoen. 31-dec-12

bedragen in k€ Tegoeden op bankrekeningen

1.988

175.869

201.850

184.199

203.838

Deposito’s

Totaal

1-dec-12

8.330

De bij het ministerie van Financiën aangehouden middelen worden uit oogpunt van rendement zoveel mogelijk belegd in deposito’s. Het depositosaldo betreft de depositorekeningen bij het Ministerie van Financiën. De gemiddelde rente over 2012 bedroeg 1,4%. Door de afgifte van een bankgarantie (zgn. trekkingsrecht) ad. € 0,9 miljoen ter garantstelling van de nakoming van de verplichtingen inzake de huur van de kantoorruimte met parkeergelegenheid aan de laan van Nieuw Oost Indië te Den Haag is een langlopende deposito afgesloten. De bankgarantie loopt in 2021 af. Een zo laag mogelijk bedrag wordt in rekening courant bij het ministerie van Financiën aangehouden. De rente op de rekening courant van het ministerie van Financiën is gebaseerd op de dagrente EONIA fixing, gemiddeld was de rente over 2012 0,23%. De rente bedroeg ultimo 2012 0,13%. 8.2.7

Eigen vermogen

bedragen in k€

Algemene reserve

Wettelijke reserve

Bestemde reserve (publiek)

Bestemde fondsen (publiek)

Totaal

-203.673

-

49.069

281.671

127.067

Stand per 31 december 2011 Effect stelselwijziging RJ 660

203.673

37.784

-209.222

32.235

Vorming wettelijke reserve

-850

850

Stand per 1 januari 2012

-850

850

86.853

72.449

159.302

-86.853

52.843

-39.465

Resultaatsbestemming

-5.455

Dotatie wettelijke reserve

-1.602

1.602

-7.907

2.452

-

125.292

119.837


Algemene reserve De algemene reserve bedraagt ultimo boekjaar € 7,9 miljoen negatief. De negatieve stand van de algemene reserve bestaat uit: 1. Het negatieve resultaat van beheerslasten (€ 4,1 miljoen); 2. Het negatieve effect van het bepalen van de reële waarde van de verstrekte renteloze lening aan Astron (€ 1,3 miljoen); 3. De vorming van een wettelijke reserve voor ontwikkelingskosten van immateriële vaste activa (€ 2,5 miljoen) De negatieve stand van de algemene reserve veroorzaakt door punt 2 en 3 wordt respectievelijk over de looptijd van de verstrekte lening dan wel de afschrijvingstermijn van immateriële vaste activa ingelopen. De negatieve algemene reserve veroorzaakt door het negatieve resultaat op de beheerslasten wordt door toekomstige rijksbijdragen gedekt.


Wettelijke reserve Ter hoogte van het bedrag dat is geactiveerd onder de immateriële vaste activa voor ontwikkelingskosten van het informatiesysteem ISAAC is vereist een wettelijke reserve aan te houden. Investeringen in 2012 hebben geleid tot een toevoeging van € 1,6 miljoen tot € 2,5 miljoen. Bestemde reserves De bestemde reserve bedraagt ultimo boekjaar nihil. Bestemde fondsen Onder bestemde fondsen zijn de door het ministerie van OCW en de andere financiers beschikbaar gestelde middelen opgenomen voor specifieke geoormerkte onderzoeksprogramma´s, die ultimo 2012 nog niet zijn verplicht. De aansluiting tussen het enkelvoudig en het geconsolideerd vermogen is als volgt: 31-12-2012

01-01-2012

119.837

159.302

Stichting ASTRON

19.275

24.576

Stichting CWI

13.838

13.496

Stichting FOM

96.402

89.288

Stichting NIOZ

6.797

6.320

Stichting NSCR

1.431

1.448

Stichting SRON

28.626

10.371

Stichting STW

19.964

18.018

306.170

322.819

bedragen in k€ NWO

Totaal eigen vermogen

8.2.8

Voorzieningen De voorzieningen zijn in 2012 met € 0,3 miljoen afgenomen tot € 2,7 miljoen. De voorzieningen hebben voor € 1,8 een looptijd van langer dan 1 jaar. Het verloop van de voorzieningen over 2012 is als volgt: Stand per 31 december 2011

Stand per 1 januari 2012

Toevoegingen ten laste van het resultaat

Onttrekkingen

1.948

1.948

375

781

Jubileumuitkeringen

644

644

208

Seniorenverlof

345

345

228

Lening Biogeneration

3.822

-

Lening stg. LOFAR

1.575

-

8.334

2.937

bedragen in k€

Wacht- en uitkeringsgelden

Totaal

Stand per 31 Kortlopend december deel < 1 jaar 2012

Langlopend deel > 1 jaar

1.542

655

887

44

808

150

658

250

323

93

230

-

-

811

1.075

2.673

898

1.775

Voorziening wacht- en uitkeringsgelden Deze voorziening geeft de verplichtingen van NWO weer voor de lopende wachtgeldregelingen, conform CAO, getroffen met voormalig personeel. Voorziening jubileumuitkeringen Deze voorziening is gevormd voor verplichtingen uit hoofde van toekomstige uitkeringen bij ambtsjubilea van personeel in dienst van NWO. Voorziening seniorenverlof Deze voorziening is gevormd voor het doorbetaalde deel van de werktijdvermindering bij werknemers van NWO die deelnemer zijn aan de zogenaamde “Seniorenregeling (SOP)”.


8.2.9

Langlopende schulden bedragen in k€ Schulden aan groepsmaatschappijen Toegekende, niet uitgekeerde bedragen (subsidies) Vooruitontvangen bedragen

Totaal

31-dec-12

1-jan-12

31-dec-11 4.538

4.538

4.538

570.863

653.657

-

1.104

1.128

1.128

576.505

659.323

5.666

De langlopende schulden zijn met € 82,8 miljoen afgenomen tot € 576,5 miljoen.

Schulden aan groepsmaatschappijen De over de jaren 2002 tot en met 2005 aan FOM opgelegde kaskorting van € 4,5 miljoen voor onbepaalde tijd. In 2001 is besloten dat uitsluitend bij opheffing van één der organisaties of bij ingrijpende beleidsveranderingen wijzigingen kunnen ontstaan in de aard en omvang van deze post. Toegekende, niet uitgekeerde bedragen (subsidies) 2012

bedragen in k€

Stand 1 januari

965.668

Bij: verstrekte subsidies Af: Betalingen

Stand 31 december

636.743 -608.230

994.181

waarvan korter dan 1 jaar:

423.318

waarvan langer dan 1 jaar, maar korter dan 5 jaar:

570.863

Vooruitontvangen bedragen Vooruitontvangen bedragen betreft de afkoop van erfpachtcanon (t/m 2060) door de UvA ad € 1,1 miljoen. Hiervan heeft € 1,0 miljoen betrekking op een looptijd langer dan vijf jaar. 8.2.10

Kortlopende schulden bedragen in k€ Crediteuren

31-dec-12

1-jan-12

31-dec-11

2.708

-

4.733


423.318

312.011

53.029

Schulden aan groepsmaatschappijen

111.971

124.140

49.315

2.680

2.612

2.612

Te betalen belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen

37

30

30

Nog te betalen bedragen uit hoofde van vakantieuitkering

1.657

1.596

1.596

Nog te betalen bedragen uit hoofde van openstaande verlofen spaarverlofdagen

1.007

987

987


1.875

4.225

4.225

20.274

30.601

-

6.763

17.014

9.915

572.290

493.216

126.442

Derden en overige overheden inzake bijdragen en subsidies Overlopende passiva en schulden

Totaal

De schulden van NWO hebben voor het overgrote deel betrekking op de voor wetenschappelijk onderzoek door onderzoeksinstellingen opeisbare, maar nog niet door NWO uitbetaalde gelden. De totale kortlopende schulden zijn met € 79,1 miljoen toegenomen tot € 572,3 miljoen. Toegekende, niet uitgekeerde bedragen (Subsidies) en Schulden aan groepsmaatschappijen De toegekende, niet uitgekeerde bedragen (subsidies) zijn in 2012 met € 111,3 miljoen toegenomen tot € 423,3 miljoen. Zie tevens paragraaf 8.2.9.


De Schulden aan groepsmaatschappijen van € 112,0 miljoen ultimo 2012 betreffen de rekeningcourant tegoeden uit hoofde van door NWO toegekende bijdragen en subsidies, aangehouden bij NWO van de Stichting Technische Wetenschappen en NWO instituten. Derden en overige overheden inzake bijdragen en subsidies Deze schuld is opgenomen voor die programma’s waar de reeds ontvangen gelden de aangegane subsidieverplichtingen overstijgen. Overlopende passiva en overige schulden De overlopende passiva en overige schulden bedragen ultimo 2012 € 6,8 miljoen en hebben vooral betrekking op verschuldigde bijdragen inzake o.a. SURF, stichting Netherlands e-science Center en het Projectbureau WCW. 8.2.11

Financiële instrumenten Algemeen NWO maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de organisatie blootstelt aan marktrisico inclusief valutarisico, reële waarde renterisico, kasstroomrenterisico en prijsrisico), kredietrisico en liquiditeitsrisico. Om deze risico’s te beheersen heeft NWO een beleid inclusief een stelsel van limieten en procedures opgesteld om de risico’s van onvoorspelbare ongunstige ontwikkelingen op de financiële markten en daarmee de financiële prestaties van de onderneming te beperken. NWO maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten om risico’s te beheersen. Kredietrisico NWO loopt kredietrisico over leningen en vorderingen opgenomen onder financiële vaste activa, handels- en overige vorderingen, liquide middelen. Het maximale kredietrisico bedraagt € 1,3 miljard. Het kredietrisico is geconcentreerd bij de Rijksoverheid en gerelateerde partijen. De hoogste vordering bedraagt € 0,9 miljard en betreft de vordering op het ministerie van OCW. Deze tegenpartijen zijn gerelateerd aan de Rijksoverheid en met deze tegenpartijen bestaat een lange relatie; zij hebben altijd aan hun betalingsverplichtingen voldaan. Renterisico, kasstroomrisico en valutarisico NWO loopt over haar schulden geen renterisico, aangezien deze posten niet rentedragend zijn. De verstrekte leningen onder de financiële vaste activa zijn nagenoeg allemaal renteloos verstrekt. De vordering OCW kent geen rente vergoeding. NWO loopt geen valutarisico, omdat nagenoeg alle transacties in Euro plaatsvinden. Liquiditeitsrisico NWO bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor NWO steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Per 31 december 2012 zijn de niet contant gemaakte contractuele betalingsverplichtingen van de grootste posten als volgt: Korter dan 1 jaar

Tussen 1 en 5 jaar

Langer dan 5 jaar

Vordering OCW

284.948

563.187

58.928


423.318

570.863

-138.370

-7.676

58.928

bedragen in k€


Het verwachte liquiditeitstekort van € 138,4 miljoen zal worden gefinancierd uit de Rijksbijdrage 2013. Van de liquide middelen staat € 0,8 miljoen niet ter vrije beschikking uit hoofde van een verstrekte bankgarantie.


Reële waarde De reële waarde van in de balans opgenomen financiële instrumenten verantwoord onder kasmiddelen, kortlopende vorderingen en schulden e.d. benadert de boekwaarde daarvan. De reële waarde van de overige in de balans verantwoorde financiële instrumenten kan als volgt worden weergegeven: bedragen in k€

Boekwaarde 2012

Marktwaarde 2012

25.797

19.438

Vorderingen deelnemingen Vordering OCW


907.063

903.314

932.860

922.752

994.181

991.411

994.181

991.411

De reële waarde is de contante waarde van toekomstige kasstromen gebaseerd op een rente die per balansdatum zou gelden voor gelijksoortige leningen vermeerderd met een risicopremie voor iedere individuele lening. Het percentage is 3,122% voor vorderingen deelnemingen. Voor de vordering OCW en toegekende, niet uitgekeerde bedragen (subsidies) 0,13%, dit rentepercentage is op basis van schatkistbankieren. 8.2.12

Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Op grond van diverse contracten, waaronder die voor de huur van gebouwen in gebruik bij het bureau NWO Den Haag, heeft NWO een jaarlijkse verplichting van € 5,0 miljoen. De huurcontracten voor de twee gebouwen in Den Haag lopen tot 2020 respectievelijk 2021, met een jaarlijkse last van € 3,7 miljoen. Hiervan wordt een gedeelte in rekening gebracht bij ZonMw en andere onderhuurders. Het andere deel van de niet in de balans opgenomen verplichtingen ad. € 1,3 miljoen heeft betrekking op kantoorfaciliteiten (schoonmaak, catering, automatisering en onderhoud). Met betrekking tot de ontwikkeling van het Informatie Systeem voor Aanvragen, Archivering en Communicatie (ISAAC) is voor € 4,3 miljoen een niet in de balans opgenomen investeringsverplichting aangegaan lopend tot 2014.

8.2.13

Aansprakelijkheid en garanties NWO heeft voor een bedrag van totaal € 1,2 miljoen aan garanties en borgstellingen afgegeven voor huur kantoorgebouwen Den Haag (€ 0,8 miljoen) en een borgstelling ten behoeve van Amsterdam Science Park NV., inzake aangegane kredieten door ASP bij de Rabobank ten behoeve van de bouw van het Matrix V gebouw te Amsterdam (€ 0,4 miljoen). In 2007 is gestart met het verstrekken van een lening aan Biogeneration Ventures B.V. te Naarden conform de aangegane leningsovereenkomst met deze organisatie die ten doel heeft te investeren in technostarters die voornamelijk actief zijn op het gebied van life-sciences. NGI/NWO zorgt voor de initiële financiering in de vorm van een renteloze achtergestelde lening met winstdeling voor een bedrag van maximaal € 6 miljoen. Tot en met 2012 is het geleende bedrag opgelopen tot € 4,5 miljoen. Daarom is per balansdatum nog een uitstaande maximale verplichting aanwezig van € 1,5 miljoen.

8.3 8.3.1

Toelichting op de Staat van Baten en Lasten Begroting 2012 De staat van baten en lasten laat de realisatie zien van de door de Minister van OCW goedgekeurde begroting. Deze begroting geeft de geldverdelende rol van het NWO weer. De conversiebegroting 2012 is in augustus 2012 aan het ministerie van OCW aangeboden. Op het moment van conversie van de begroting waren de daadwerkelijke effecten van de RJ 660 nog moeilijk in te schatten. De conversie van de begroting vond plaats vóór afronding van de conversie van de openingsbalans 2012. De begrote subsidiestromen zijn derhalve niet goed vergelijkbaar.


Om deze reden is de toelichting van de realisatiecijfers ten opzichte van de door de Minister van OCW goedgekeurde begroting in deze jaarrekening beperkt tot een toelichting op de posten waar de stelselwijziging geen of beperkt effect op heeft. De personele lasten zijn € 5,6 miljoen hoger dan begroot. Het overgrote deel (€ 4,6 miljoen) wordt veroorzaakt door meer overige personeelslasten. Inhuur van derden voor administratieve ondersteuning bij de overgang naar verslaggeving volgens de RJ 660, de herinrichting van de financiële functie, verdere inrichting van (financiële) systemen zijn enkele redenen. De hogere begrote overige lasten van € 1,4 miljoen betreft vooral een verschuiving van overige bureaukosten naar verstrekte subsidies met betrekking tot ZONMW en STW (totaal € 3,1 miljoen). Daar tegen over zijn meer consultancy –en accountantskosten gemaakt onder andere als gevolg van de overgang naar de RJ 660. 8.3.2

Vergelijkbaarheid 2012-2011 In de staat van baten en lasten zijn de cijfers voor 2011 opgenomen op basis van de waarderingsgrondslagen zoals opgenomen in de jaarrekening 2011. Zie voor een nadere toelichting paragraaf 4.5.5 Stelselwijziging. De vergelijkbaarheid met de cijfers 2012 is hierdoor voor met name de subsidiegerelateerde posten niet adequaat. In de hierna volgende toelichting zal hierdoor alleen daar waar mogelijk een vergelijking met de cijfers 2011 worden toegelicht.

8.3.3

Baten De baten kunnen als volgt worden gespecificeerd: bedragen in k€ Rijksbijdrage OCW

2012

2011

576.263

508.754


33.679

74.164


19.642

18.690


18.465

7.828

Overige baten

326

338

Totaal baten

648.375

609.774

Rijksbijdrage en specifieke subsidies van OCW De baten van NWO bestaan voor het overgrote deel uit inkomsten van het ministerie van OCW, onder te verdelen in rijksbijdrage en specifieke subsidies van OCW. 2012

bedragen in k€ Rijksbijdrage OCW Brief d.d. 20 september 2011 met kenmerk 328909

549.337

Correctie op brief d.d. 20 september 2011

-1.500


23.911

571.748

Mutatie vordering OCW

Totaal Rijksbijdrage 2012

4.515

576.263

De mutatie vordering OCW is toegelicht onder 8.2.4 Financiële vaste activa. Ten opzichte van vorig jaar is de rijksbijdrage verhoogd. In het Regeerakkoord (Rutte I) waren intensiveringen opgenomen ten behoeve van innovatie en onderzoek. Onder andere leidde dit tot een verhoging van het budget voor investeringen in grote onderzoeksfaciliteiten (€ 36 miljoen) en budget ter verbetering van de valorisatie van het technologisch en technisch-wetenschappelijk onderzoek (€ 10 miljoen).


Overige overheidsbijdragen en -subsidies De overige overheidsbijdragen en -subsidies zijn als volgt nader gespecificeerd. bedragen in k€ Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

2012

2011

40

340

5.708

4.170

6

-

Ministerie van Economische Zaken

1.797

2.837

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

3.929

3.610

-

62

59

50

55

379

Ministerie van Buitenlandse Zaken Ministerie van Defensie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Veiligheid en Justitie Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport EU subsidies

6.560

826

Subsidies van overige overheden

1.488

6.416

19.642

18.690

Totaal

Subsidies & bijdragen van derden De subsidies en bijdragen van derden komen voor 2012 uit op een bedrag van € 18,5 miljoen. bedragen in k€

2012

2011

Subsidies van bedrijfsleven

1.366

2.967

17.099

4.861

18.465

7.828

Overige subsidies

Totaal

De toename is vooral het gevolg van bijdrage MFS II evaluatie (€ 10,8 miljoen). Dit betreft een bijdrage van ministerie van Buitenlandse Zaken (zie ook bijlage Model G). Overige baten De overige baten betreffen hoofdzakelijk opbrengsten uit hoofde van het beheer van het Science Park te Amsterdam. 8.3.4 8.3.4.1

Lasten Verstrekte subsidies De verstrekkingen aan groepsonderdelen bestaan naast de basissubsidies ook uit de in competitie aan de groepsonderdelen toegekende projectsubsidies. 2012

2011

Subsidies aan derden

419.846

459.165

Subsidies aan groepsonderdelen

218.919

197.321

bedragen in k€

Af: Afwikkelingen op projectsubsidies

Totaal

-2.022

-6.761

636.743

649.724


8.3.4.2

Personeelslasten De totale personeelslasten over 2012 bedraagt € 30,3 miljoen. Een toename van € 1,4 miljoen ten opzichte van 2011. Een opbouw van de totale personeelskosten blijkt uit onderstaande tabel. bedragen in k€ Totaal lonen en salarissen Af: Doorbelastingen aan programma’s Af: Doorbelastingen aan groepsonderdelen en gelieerde partijen

2012

2011

36.348

35.002

-402

-482

-21.289

-20.333

Lonen en salarissen

14.657

14.187

Pensioenlasten

2.407

2.139

Sociale lasten

3.984

3.702

Mutatie personele voorzieningen

811

958

Overige personele lasten

8.419

7.795

30.278

28.781

Totaal Personeelsbestand

Gedurende het boekjaar 2012 bedroeg het gemiddeld aantal werknemers, omgerekend naar volledige mensjaren 815 (2011: 793). Nagenoeg zijn alle werknemers werkzaam in Nederland. Deze personeelsomvang (gemiddeld aantal personen) is als volgt onder te verdelen naar verschillende personeelscategorieën: Fte NWO Buiten NWO geplaatste medewerkers

Totaal

2012

2011

328

318

487

475

815

793

De buiten NWO geplaatste medewerkers zijn geplaatst bij zowel groepsmaatschappijen als gelieerde partijen. De lichte stijging van het aantal fte’s is, naast cao-aanpassingen, de oorzaak van de stijging van lonen en salarissen NWO van € 0,5 miljoen tot € 14,7 miljoen. De mutaties personele voorzieningen hebben betrekking op de wachtgeld -en uitkeringen, jubilea uitkeringen en seniorenverlofvoorzieningen (zie 8.2.8. Voorzieningen) De overige personele lasten bestaan voor € 4,7 miljoen uit inhuur van externen en uitzendkrachten voor 2012, ten opzichte van 2011 € 3,9 miljoen. De toename van inhuur wordt voornamelijk veroorzaakt door administratieve ondersteuning bij de overgang naar verslaggeving volgens de RJ 660, de herinrichting van de financiële functie en verdere inrichting van het financieel systeem. 8.3.4.3

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Onder staand overzicht geeft de specificatie weer van de afschrijvingen op de materiële vaste activa. bedragen in k€ Installaties & apparatuur Computerapparatuur Kantoormeubilair Transportmiddelen

Totaal

2012

38

1.134

1.011

438

267

7

8

1.604

1.324

Ten opzichte van vorig jaar zijn de afschrijvingen op de materiële vaste activa met € 0,3 miljoen toegenomen tot € 1,6 miljoen in 2012

2011

25


8.3.4.4

Huisvestingslasten

De huisvestingslasten kunnen als volgt worden gespecificeerd. 2012

2011

4.017

3.958

Energie

475

343

Schoonmaakkosten

322

337

bedragen in k€ Huur

Overige huisvestingskosten Af: doorbelaste huisvestingslasten aan groepsmaatschappijen en gelieerde partijen

Totaal

1.024

1.295

-2.080

-2.139

3.758

3.793

De huisvestingslasten 2012 van € 3,8 miljoen zijn ongewijzigd ten opzichte van de kosten over 2011. De huisvestingslasten hebben vooral betrekking op de huur van de kantoorgebouwen te Den Haag. De doorbelaste huisvestingslast betreft de doorbelasting van huisvestingskosten aan medegebruikers van de kantoorgebouwen van € 2,1 miljoen. 8.3.4.5

Overige lasten 2012

2011

1.761

1.346

647

1.060

Directe kosten programma’s

6.486

6.593

Accountants en advieskosten

2.706

1.341

Overig

5.873

4.527

Totaal

17.473

14.867

bedragen in k€ Kosten projectbureau (wcw) Dotatie voorzieningen

Kosten projectbureau (wcw) Het projectbureau verzorgt een gefaseerde ontwikkeling van het deel van het Science Park in Amsterdam waar NWO grond heeft. Hierbij worden gronden bouwrijp gemaakt om deze vervolgens in erfpacht uit te geven. De kosten 2012 bestaan voor € 1,3 miljoen uit civieltechnische kosten. Dotatie voorzieningen De dotatie in 2012 van € 0,6 miljoen betreft een voorziening voor de incourante lening aan Biogeneration Ventures B.V. In verband met het risico op niet terugbetaling van de verstrekte lening is een voorziening getroffen voor hetzelfde bedrag (Zie 8.2.4. Financiële vaste activa). Directe kosten programma’s De directe kosten programma’s betreffen voornamelijk kosten van kennisoverdracht, bijeenkomsten, contributies en reis -en verblijfkosten en overige algemene onderzoekkosten niet zijnde subsidieverstrekkingen. Ten opzichte van 2011 zijn deze kosten met € 0,1 miljoen afgenomen tot € 6,5 miljoen. Accountants en advieskosten De accountants en advieskosten zijn ten opzichte van vorig jaar met € 1,4 miljoen toegenomen tot € 2,7 miljoen. De overgang naar verslaggeving volgens de RJ 660, de herinrichting van de financiële functie zijn de voornaamste oorzaken. In paragraaf 8.6 Honoraria van de accountant is een nadere uitsplitsing en toelichting van de kosten opgenomen. Overig De post overige bestaat onder meer uit kosten voor kantoorfaciliteiten, automatisering, communicatie, en onderhoudskosten. Per saldo zijn de kosten met € 1,3 miljoen toegenomen. De toename wordt vooral veroorzaakt door kosten voor automatisering en onderhoudskosten.


8.4

Financiële baten en lasten bedragen in k€ Rente baten Effect reele waardebepaling verstrekte lening

2012

2011

3.443

4.723

-1.317

-

Overig

-56

17

Totaal

2.070

4.740

De financiële baten zijn in 2012 (€ 3,4 miljoen) gedaald ten opzichte van 2011 (€ 4,7 miljoen) met € 1,3 miljoen. Deze afname wordt met name veroorzaakt door een daling van het gemiddeld uitstaand saldo aan deposito’s. Het gemiddeld rentepercentage over de beleggingen in deposito’s is in 2012 gelijk gebleven ten opzichte van 2011 en bedraagt 1,4%. Het effect van de reële waardebepaling bij eerste waardering van de verstrekte renteloze lening aan Astron bedraagt € 1,3 miljoen.

8.5

Aandeel in resultaat van ondernemingen waarin wordt deelgenomen Het resultaat deelneming betreft het aandeel van NWO in het negatieve resultaat van voorgaand boekjaar in Amsterdam Science Park N.V.

8.6

Honoraria van de accountant De volgende honoraria van KPMG Accountants N.V. zijn in rekening gebracht, een en ander zoals bedoeld in artikel 2:382a lid 1 en 2 BW. De bedragen zijn exclusief btw. KPMG Accountants N.V. 2012

KPMG-netwerk 2012

Totaal KPMG 2012

2011

Jaarrekeningcontrole

300

300

225

Andere controleopdrachten

739

739

312

380

380

-

1.039

380

1.419

537

bedragen in k€

Andere niet-controlediensten

Totaal

De toename van € 0,9 miljoen ten opzichte van 2011 is het gevolg van de extra werkzaamheden die KPMG Accountants heeft verricht in het kader van de stelselwijziging RJ 660. Deze conversie heeft geleid tot enerzijds advieswerkzaamheden (w.o. Handboek Financiële verslaggeving RJ 660) en anderzijds meer controle werkzaamheden.

8.7

Bezoldiging van bestuurders fte

2012

2011

Dhr. prof. dr. J.J. Engelen (voorzitter)

0,8

151

147

Mw. prof. dr. F.M.G. de Jong

0,4

61

60

Mw. prof. dr. M. de Visser

0,4

64

62

Dhr. prof. dr. B. de Kruijff

0,4

60

60

Dhr. prof. dr. C.P. Veerman

0,4

65

63

401

392

bedragen in k€

Totaal

Aan bezoldigingen met inbegrip van pensioenlasten als bedoeld in artikel 2:383, lid 1, BW, is in het boekjaar ten laste van NWO en groepsmaatschappijen gekomen voor bestuurders en voormalige bestuurders een bedrag van € 0,4 miljoen (2011: € 0,4 miljoen).


De bezoldiging van mevrouw prof. dr. F.M.G. de Jong en de heer prof. dr. B. de Kruijff wordt het NWO separaat in rekening gebracht. Opgenomen bezoldiging is exclusief btw. De andere bestuursleden hebben een dienstverband met NWO. De heer prof. dr. E.W. Meijer is in november 2012 door staatssecretaris OCW de heer drs. S. Dekker van het ministerie van OCW benoemd als bestuurslid van NWO. Hij treedt per 1 januari 2013 toe tot het algemeen bestuur van NWO. Hij volgt vertrekkend lid prof. dr. B. de Kruijff op. Den Haag, 17 juli 2013

Het Algemeen Bestuur: Het Algemeen Bestuur (AB) van NWO bestaat uit een voorzitter en vier leden: 1. Dhr. prof. dr. J.J. Engelen (voorzitter) 2. Mw. prof. dr. F.M.G. de Jong 3. Mw. prof. dr. M. de Visser 4. Dhr. prof. dr. C.P. Veerman 5. Dhr. prof. dr. E.W. Meijer De secretaris van het Algemeen Bestuur van NWO, tevens algemeen directeur, is de heer drs. J.H. de Groene.


9

Overige gegevens

9.1

Controleverklaring


Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het Algemeen Bestuur van Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening over 2012 van Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek te Den Haag gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2012 en de geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

Verantwoordelijkheid van het Algemeen Bestuur Het Algemeen Bestuur van de organisatie is verantwoordelijk is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het Algemeen Bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de financiële verantwoording verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het Algemeen Bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opstellen van de financiële verantwoording mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de financiële verantwoording op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het controleprotocol OWB-instellingen. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de financiële verantwoording. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de financiële verantwoording een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het in alle van materieel belang zijn aspecten opmaken van de financiële verantwoording alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de organisatie. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het Algemeen Bestuur van de organisatie gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de financiële verantwoording. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.


Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze financiële verantwoording verantwoorde baten, lasten en balansmutaties 2012 voldoen in alle van materieel belang zijnde aspecten aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 1.8. Referentiekader van het controleprotocol OWB-instellingen.

Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Den Haag, 17 juli 2013 KPMG Accountants N.V.

W.A. Touw RA


9.2

Voorstel tot resultaatbestemming Het boekjaar 2012 wordt afgesloten met een nadelig resultaat van € 39,5 miljoen. Een bedrag van € 52,8 miljoen dient als gevolg van de oormerking door het ministerie van OCW, derden en het Algemeen Bestuur te worden toegevoegd aan de bestemde fondsen. Aan de bestemde reserves wordt € 86,9 miljoen onttrokken zodat aan de reserve ter beschikking van het Algemeen Bestuur € 5,5 wordt onttrokken.

9.3

Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben na de balansdatum geen materiële gebeurtenissen plaatsgevonden die noodzaken tot een bijstelling van de financiële verantwoording per 31 december 2012.

121 Bijlage 1 | NWO-groep, verbonden partijen en deelnemingen

Bijlage 1 | NWO-groep, verbonden partijen en deelnemingen Onder verantwoordelijkheid van het Algemeen Bestuur wordt de geconsolideerde jaarrekening opgesteld voor de organisatie NWO en de aan NWO verbonden organisaties, waaronder de onder NWO ressorterende onderzoeksorganisaties, zoals vastgelegd in het NWO Reglement. Consolidatie vindt plaats op grond van de economische en organisatorische verbondenheid op grond van de artikelen 1.2 en 12.4 van het NWO Reglement. In de jaarrekening zijn opgenomen de geconsolideerde jaarrekening en de enkelvoudige jaarrekening van NWO. Met de geconsolideerde jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over de financiele uitkomsten van de uitvoering van de wettelijke taak van NWO in 2012. Met de enkelvoudige jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van de door de Minister van OCW goedgekeurde begroting 2012. Daarnaast wordt met de in de bijlage opgenomen specificatie model G verantwoording afgelegd over de specifieke subsidies die NWO (exclusief groepsonderdelen) heeft ontvangen van het ministerie Onderwijs Cultuur en Wetenschap, het ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Buitenlandse Zaken.

NWO-groep, verbonden partijen en deelnemingen Enkelvoudig In de enkelvoudige jaarrekening zijn de financiële gegevens opgenomen van de onderdelen die vallen onder ‘NWO Den Haag’:

de gebiedsbesturen –– Aard- en Levenswetenschappen (ALW)1 –– Chemische Wetenschappen (CW) –– Exacte Wetenschappen (EW) –– Geesteswetenschappen (GW) –– Maatschappij- en Gedragswetenschappen (MaGW) –– Medische Wetenschappen (MW)2 –– Natuurkunde (N) –– Technische Wetenschappen (TW)3

de subsidieorganisaties –– WOTRO Science for Global Development –– Stichting Nationale Computerfaciliteiten (NCF)

de tijdelijke aansturingsorganen –– Advanced Chemical Technologies for Sustainability (ACTS) –– Nationaal Initiatief Hersenen & Cognitie (NIHC) –– Netherlands Genomics Initiative (NGI)

1

Inclusief de Stichting Biowetenschappen en Maatschappij Deze middelen worden beschikbaar gesteld aan ZonMw 3 Deze middelen worden beschikbaar gesteld aan STW 2


Consolidatie In de geconsolideerde jaarrekening zijn, naast de enkelvoudige jaarrekening, opgenomen de financiele gegevens van: De groepsonderdelen van NWO die deel uitmaken van NWO: –– Stichting Technische Wetenschappen (gebiedsbestuur Technische Wetenschappen) te Utrecht; –– Stichting ASTRON Netherlands Institute for Radio Astronomy te Dwingeloo4; –– Stichting Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) te Amsterdam5; –– Stichting Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM) te Utrecht, met daarin begrepen: –– de drie onderzoeksinstituten: –– FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica (AMOLF) te Amsterdam; –– Nationaal instituut voor subatomaire fysica (NIKHEF) te Amsterdam; –– FOM-Instituut voor Plasmafysica Rijnhuizen te Nieuwegein. –– de door het gebiedsbestuur Natuurkunde ter beschikking gestelde middelen voor de geldverdelende functie van FOM voor de natuurkunde; –– Stichting NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek op Texel; –– Stichting Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) te Amsterdam; –– Stichting SRON Netherlands Institute for Space Research (SRON), te Utrecht. –– Stichting Wetenschapspark Centrum Watergraafsmeer (WCW), te Amsterdam Niet geconsolideerd in de jaarrekening van NWO zijn de volgende organisaties waar NWO (inclusief de groepsonderdelen) wel duurzaam mee verbonden is op grond van de mogelijkheid tot het direct of indirect voordragen, benoemen of ontslaan van een van de bestuurders: –– Centre Europeen de Calcul Atomatique et Moleculaire (CECAM) te Lyon; –– Commanditaire Vennootschap Lofar te Dwingeloo; –– Commanditaire Vennootschap tot exploitatie van de Internationale Magneetfaciliteit te –– Utrecht; –– Consortium ITER-NL te Delft; –– European and Developing Countries Clinical Trials Partnerschip (EDCTP) te Den Haag; –– European Synchotron Radiation Facility te Grenoble; –– Samenwerkingsverband Buro ESF-CRAF te Dwingeloo; –– Samenwerkingsverband Nederlands Instituut voor Systeembiologie (NISB) te Amsterdam; –– Samenwerkingsverband SAF/NIKHEF te Amsterdam; –– Stichting Beheer CWI Incubator te Amsterdam; –– Stichting Beheer Internationale Magneetfaciliteit (SBIM) te Utrecht; –– Stichting C.A. Muller Radio Station te Dwingeloo; –– Samenwerkingsverband Darwin Center te Utrecht; –– Stichting Dutch Polymer Institute te Eindhoven; –– Stichting Eurandom te Eindhoven; –– Stichting Hague Institute for the internationalisation of Law (HiiL) te Den Haag; –– Stichting JIVE te Dwingeloo; –– Stichting LOFAR te Dwingeloo; –– Stichting International LOFAR Telescope (ILT), Dwingeloo; –– Stichting Nationaal GBIF Kennisknooppunt (NL-BIF) te Amsterdam; –– Stichting Netherlands Bioinformatica Centre (NBIC) te Amersfoort; –– Stichting Netherlands Proteomic Centre (NPC) te Utrecht; –– Stichting Nicis Institute te Den Haag; –– Stichting SURF te Utrecht; –– Stichting Zeeinzicht op Texel; –– Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) topsectorenbeleid 2012-2013; –– Vereniging (in oprichting) Marbef+; 4 5

Inclusief het aan ASTRON verbonden ASTROTEC Holding BV Inclusief het aan CWI verbonden CWI Incubator BV en de Stichting Wiskunde & Informatica Conferenties


–– Vereniging Neth-ER te Brussel; –– Werkgeversvereniging Onderzoeksinstellingen (WVOI) te Den Haag; –– ZonMw te Den Haag. In de geconsolideerde jaarrekening van NWO zijn de volgende organisaties, waar NWO geen beslissende zeggenschap uitoefent maar wel een duurzaam kapitaalbelang in heeft, verantwoord als deelneming onder de financieel vaste activa: –– Adaptive Planet B.V. te IJsselstein; –– Amsterdam Science Park C.V te Amsterdam; –– Amsterdam Science Park N.V. te Amsterdam; –– Commanditaire Vennootschap tot exploitatie van de Internationale Magneetfaciliteit te –– Utrecht; –– Commanditaire vennootschap Lofar te Dwingeloo; –– Dutch Sigma B.V. te Dwingeloo; –– Dysi Holding B.V. te Assen; –– IBFI Schloss Dagstuhl te Wadern, Duitsland; –– Filitron B.V. te Dwingeloo; –– MonetDB B.V. te Amsterdam; –– NOFIQ Holding B.V. te Assen; –– Spinque B.V.; –– Vecho B.V. –– Stichting NL e-Science, te Amsterdam;

124 Bijlage 2 | Model G (enkelvoudig) ministerie van OCW

Bijlage 2 | Model G (enkelvoudig) ministerie van OCW Programma (OCW)

Kenmerk brief

Datum

Toekenning

Saldo nog te besteden 01/01/2012

Ontvangen t/m 2012

Rubicon

OWB/AI/2005/31266

6-12-05

24.796.400

614.600

24.796.400

Aspasia

BEK/BPR-2009/22460U

25-03-09

14.541.020

4.201.200

14.541.020

Mozaïek

BEK/BPR-2009/59301

16-07-09

18.000.000

147.700

18.366.001

Toptalent

BVH/BHO-2006/129625 M

27-07-06

16.281.100

1.765.100

16.281.100

Promotiebeurs voor Leraren

OND/ODB-11/32560 U

22-03-12

12.000.000

-3.242.503

3.458.844

Samenwerking Rusland (FRR)

OWB/FO/2004/49172

21-09-04

28.356.046

441.268

28.356.046

Smartmix

OWB/FO/2007/44877

3-12-07

50.403.585

4.928.914

50.403.600

PrepSKa

BVH/BHO-2008/25181 U

12-03-08

55.000

16.526

55.000

China JSTP Emerg. Science Nat.

OND/ODB-12/21699 U

12-04-12

4.500.000

485.000

3.100.000

T&T China-Netherlands

OND/ODB-12/74136 U

9-10-12

325.000

-

167.500

Samenwerking India

OND/ODB-2009/141173 U

17-12-09

550.000

-

550.000

SKA

OND/ODB-11/70266U

15-11-11

1.000.000

-

250.000

Zwaartekracht

HO&S/CBV395783

12-03-12

600.000

-

-

BIG

OWB/WG/2006/6301

19-07-06

103.873.300

1.079.300

103.873.300

Aardgericht

OWB/WG/2006/24946

12-07-06

16.228.744

503.900

16.228.744

ZKO

BEK/BPR-2011/74222 U

25-11-11

9.534.000

-1.316.246

9.534.000

IPY

OND/ODB-2008/152073 U

5-12-08

3.050.000

68.738

3.050.000

Ondersteuning Ruimteonderzoek OWB/WG/2006/24946

12-07-06

21.256

-

21.256

Lorentz Centrum

BVH/BHO-2006/182420 M

16-11-06

1.894.000

292.510

1.894.000

Wiskundeclusters DIAMANT, NDNS EN GQT

HO/BS/2004/53152

17-11-04

2.127.400

-

2.127.400


BVH/BHO-2006/177763 M

16-11-06

2.000.000

-

2.000.000

CATCH II

MLB/LB/7724

28-04-08

1.006.000

95.346

1.006.000

CATCH PLUS

353024

10-12-12

1.945.618

-

1.945.618

PIPP

BEK/BPR-2010/23723

19-04-10

2.511.000

1.011.000

1.011.000

CRISP

327676

11-10-11

10.182.500

-5.869.700

5.195.000

MVI (Thema)

BVH/BHO-2006/195245 M

8-12-06

500.000

64.481

500.000

Odyssee

DCE/24221

3-10-06

3.000.000

45.301

3.000.000

JPI

JPI CH pilot call

10-12-12

200.000

-

150.000

ROO Pre-COOL

Kennis/2009/90592

22-01-09

5.333.400

-415.694

2.250.000

PROO Rekenen

OND/ODB-10-81536 U

14-10-10

2.950.000

-1.527.865

1.800.000

PROO Cool spec meeting

OND/ODB-2010/27362

7-04-10

493.600

338.687

400.000

BOPO IV

OND/ODB/-10/48068 U

15-11-10

3.387.621

-87.959

3.387.621

PROO Taal

OND/ODB-2011/28050U

18-11-11

2.500.000

-1.198.896

1.375.600

HILL

OND/ODB-10-42929 U

2-10-10

3.000.000

-

3.000.000

TIER

OND/ODB-10-42929 U

22-12-10

5.300.000

-1.000.000

5.300.000

H&C BCIA

1454754

7-11-07

200.000

20.332

200.000

PROO Excellentie

OND/ODB-2012/19343 U

22-03-12

1.800.000

-

600.000

HIIL 3

OND/ODB-12/52275 U

15-08-12

3.000.000

-

1.500.000

BOPO V

484272

11-02-13

1.633.610

-

-

IIP-Cooperation Challenge

BGS/UBT-2007/108565 U

6-09-07

21.958.000

1.596.894

21.958.000

GATE

bvh/bho-2006/195243M

30-11-06

10.252.000

-38.000

10.252.000

IM-PACT IBBT

MLB/LB/56745

23-09-08

202.000

-82.200

177.000

NIHC

BEK/BPR-2009/137966 U

15-12-09

20.000.000

-9.983.017

13.900.000

NGI

OWB/FO/2007/52561

13-12-07

271.000.000

-109.487.245

190.000.000

682.492.200

-116.532.529

567.962.050

125 Bijlage 2 | Model G (enkelvoudig) ministerie van OCW

Last 2012 doelsubsidie

Last t/m 2012 doelsubsidie


Status

Programma (OCW)

-

24.181.800

614.600

Niet afgerond

Rubicon

4.201.200

14.541.020

-

Niet afgerond

Aspasia

2.041.753

18.260.054

105.947

Uitgevoerd en afgerond

Mozaïek

-28.007

14.487.993

1.793.107

Niet afgerond

Toptalent

4.026.426

8.445.671

-4.986.828

Niet afgerond

Promotiebeurs voor Leraren

9.714

27.924.492

431.554

Niet afgerond

Samenwerking Rusland (FRR)

634.268

46.108.954

4.294.646

Niet afgerond

Smartmix

-

38.474

16.526

Niet afgerond

PrepSKa

332.801

2.089.591

1.010.409

Niet afgerond

China JSTP Emerg. Science Nat.

30.698

146.804

20.696

Niet afgerond

T&T China-Netherlands Samenwerking India

-

550.000

-

Niet afgerond

250.000

250.000

-

Niet afgerond

SKA

274.293

274.293

-274.293

Niet afgerond

Zwaartekracht

5.075.959

102.415.415

1.457.885

Niet afgerond

BIG

-32.564

15.713.536

515.208

Niet afgerond

Aardgericht

84.456

9.434.702

99.298

Niet afgerond

ZKO

-2.192

2.979.070

70.930

Niet afgerond

IPY

21.256

21.256

-

-

1.601.490

292.510


Lorentz Centrum

-

2.127.400



-

2.000.000



8.219

918.873

87.127


CATCH II

568.317

1.945.618

-


CATCH PLUS

-

-

1.011.000

Niet afgerond

PIPP

411.347

9.031.047

-3.836.047

Niet afgerond

CRISP

2.946

438.465

61.535

Niet afgerond

MVI (Thema)

-119.653

2.835.046

164.954

Niet afgerond

Odyssee

-

-

150.000

Niet afgerond

JPI

1.951.845

4.217.539

-1.967.539

Niet afgerond

ROO Pre-COOL

37.306

2.815.171

-1.015.171

Niet afgerond

PROO Rekenen PROO Cool spec meeting

Niet afgerond Ondersteuning Ruimteonderzoek

-60.859

454

399.546


479.942

3.138.717

248.904

Niet afgerond

BOPO IV

93.334

2.042.230

-666.630

Niet afgerond

PROO Taal

-

3.000.000

-

Niet afgerond

HILL

-

5.300.000

-

Niet afgerond

TIER

2.898

182.566

17.434

Niet afgerond

H&C BCIA

1.708.121

1.708.121

-1.108.121

Niet afgerond

PROO Excellentie

3.000.000

3.000.000

-1.500.000

Niet afgerond

HIIL 3

327

327

-327

Niet afgerond

BOPO V

241.434

19.793.492

2.164.508

Niet afgerond

IIP-Cooperation Challenge

-212.736

10.000.064

251.936

Niet afgerond

GATE

-

259.544

-82.544

Niet afgerond

IM-PACT IBBT NIHC

16.983

20.000.000

-6.100.000

Niet afgerond

8.629.061

264.116.306

-74.116.306

Niet afgerond

33.678.893

648.335.596

-80.373.547

NGI

126 Bijlage 3 en 4 | Model G (enkelvoudig) ministerie van EZ en BUZA

Bijlage 3 | Model G (enkelvoudig) ministerie van EZ Programma (EZ)

Kenmerk brief

Datum

Toekenning


Ontvangen t/m 2012

ZKO

DK. 2007/2680

13-03-08

Biodiversiteit werkt

DKI/2009/1417

11-09-09

1.500.000

28.910

1.500.000

1.250.000

-511.438

750.000

Waardering van Dierenwelzijn

TRCDKI/2009/2074

IPY

DK.2006/393

15-10-09

2.670.000

83.133

2.670.000

13-03-05

1.000.000

22.537


1.000.000

OI/I/PPO/4076727

20-12-04

2.000.000

-

2.000.000

MVI (Thema)

DK.2008/1901

13-10-08

1.200.000

-145.245

1.200.000

MVI (Topsectoren)

*

126.771

-

126.771

Omstreden Democratie

TRCDK-DH/07/2714

23-10-07

200.000

9.098

160.000

NvN

I/ICT/IO/02062408

13-02-03

4.212.556

-389.077

3.297.244

Energy Trans

UEOS0918597

27-11-09

1.000.000

1.000.000

IBOS

I/MI/V01062273

18-12-01

4.537.800

-882.677

3.630.200

Koepel II (2008-2012)

DPSV0821142

12-11-08

300.200

33.910

185.200

Duurzaam Waterstof

OI/I/7034875

3-05-07

9.075.600

-1.500.520

7.260.500

ASPECT

I/MI/DT3006478

18-06-03

5.000.000

-926.840

4.000.000

Process on a chip (PoaC)

DSMA0787556

28-09-07

3.950.000

-1.039.467

2.811.000

B-Basic

I/MI/V 4001301

16-01-04

25.000.000

143.856

25.000.000

TA- low Energy Routes

TASC1101

23-06-11

532.750

40.664

314.300

TA- Biomass

TASC1101

23-06-11

500.000

42.667

314.300

TA- Syngas

TASC1101

23-06-11

500.000

37.967

314.300

TA- COAST

TASC1101

23-06-11

2.250.000

-2.019.082

707.000

Koepel I

OI/I/ 8079890

24-06-08

318.126

47.360

318.126

IM-PACT IBBT

MLB/LB/56745

23-09-08

404.000

71.475

404.000

-6.852.770

58.962.941

* MVI (Topsectoren) toekenning betreft een overheveling van het programma MVI (THEMA)

Bijlage 4 | Model G (enkelvoudig) ministerie van BUZA Programma (BuZA)

Kenmerk brief

Activiteiten nummer

Datum

Toekenning


Ontvangen t/m 2012

NPP

DES/ET-48/03

26-03-07

2.152.100

-80.882

2.152.100

NPP

DES/MI-83/07

16047

26-03-07

5.156.000

-193.776

5.156.000

IPY

DES/MI-677/07

16957

21-11-07

2.500.000

-56.343

2.500.000

DCO/OC-559/06

14764

4-12-06

19.400.000

-4.656.529

13.495.001

DME/MW/-390/12

19415

19-03-09

4.863.000

4.402

2.316.644

Science for International Development COCOON Global Health Systems MFS II Global Health Platform Intellectuele eigendomsrechten en Innovatie voor MDG’s

DSI/SB-64/09

18969

13-03-09

6.000.000

2.189.424

1.925.000

DSO/MO-525/10

1-11-10

11.676.538

-4.498.471

4.669.415

DSI-SB/516-07

16707/22946

25-10-07

585.700

-103.167

377.274

DSO-00-090-09

19278

23-11-09

435.300

21.600

413.350 18.123.500

NACCAP

DSI-SB-94-04

6523

26-04-04

20.000.000

865.600

Urbansing Delta of the World

DME/830/12

24709

8-12-12

4.868.000

112.000

Naccap II

DSO/GA -219/12

24173

20-07-12

4.509.188

875.623

MVI (Thema)

DCO/OC-493/08

17861

11-11-08

500.000

-64.481

375.000

82.645.826

-6.572.623

52.490.907

127 Bijlage 3 en 4 | Model G (enkelvoudig) ministerie van EZ en BUZA


Last t/m 2012 doelsubsidie


Status

Programma (EZ)

13.288

1.484.377

15.623

Niet afgerond

ZKO

124.975

1.136.414

-386.414

Niet afgerond

Biodiversiteit werkt

28.058

2.614.924

55.076

Niet afgerond

Waardering van Dierenwelzijn

-719

976.744

23.256

Niet afgerond

IPY

-

2.000.000

-



7.071

1.052.316

147.684

Niet afgerond

MVI (Thema)

93.839

93.839

32.932

Niet afgerond

MVI (Topsectoren)

552

151.453

8.547

Niet afgerond

Omstreden Democratie

21.152

3.707.473

-410.229

Niet afgerond

NvN

11.132

898.485

101.515

Niet afgerond

Energy Trans

-10.266

4.502.611

-872.411


IBOS

20.938

172.228

12.972


Koepel II (2008-2012)

147.456

8.908.476

-1.647.976

Niet afgerond

Duurzaam Waterstof

-4.059

4.922.781

-922.781


ASPECT

-11.885

3.803.583

-992.583

Niet afgerond

Process on a chip (PoaC)

53.465

24.909.609

90.391

Niet afgerond

B-Basic

293.356

95.850

218.450

Niet afgerond

TA- low Energy Routes

495.067

500.000

-185.700

Niet afgerond

TA- Biomass

490.367

500.000

-185.700

Niet afgerond

TA- Syngas

23.013

2.250.000

-1.543.000

Niet afgerond

TA- COAST

-

270.766

47.360


Koepel I

-

332.525

71.475

Niet afgerond

IM-PACT IBBT

1.796.800

65.284.456

-6.321.515


Last t/m 2012 Doelsubsidie


Status

Programma (BuZA)

75.109

2.146.327

5.773

Niet afgerond

NPP

179.945

5.142.169

13.831

Niet afgerond

NPP

-1.796

2.441.861

58.139

Niet afgerond

IPY

1.205.432

19.356.962

-5.861.961

Niet afgerond

Science for International Development

642.049

2.688.096

-371.452

Niet afgerond

COCOON Global Health Systems

1.634.229

4.866.653

-2.941.653

Niet afgerond

10.789.302

10.960.246

-6.290.831

Niet afgerond

MFS II

165.342

516.910

-139.636

Niet afgerond

Global Health Platform

-

434.990

-21.640

Niet afgerond

Intellectuele eigendomsrechten en Innovatie voor MDG’s

704.844

19.693.951

-1.570.451

Niet afgerond

NACCAP

5.506

5.506

106.494

Niet afgerond

Urbansing Delta of the World

1.094.546

1.094.546

-218.923

Niet afgerond

Naccap II

2.946

438.465

-63.465

Niet afgerond

MVI (Thema)

16.497.454

69.786.681

-17.295.774

128 Bijlage 5 | Samenstelling besturen NWO-koepel in 2012

Bijlage 5 | Samenstelling besturen NWO-koepel in 2012 NWO wordt bestuurd door een algemeen bestuur met daaronder diverse decentrale besturen gericht op een deelterrein van de wetenschap. Hieronder een overzicht van alle leden van NWO-besturen in 2012 en hun affiliaties.

Algemeen Bestuur Dhr. prof. dr. J.J. Engelen (voorzitter), Universiteit van Amsterdam Mw. prof. dr. F.M.G. de Jong (vice-voorzitter), Universiteit Twente en Erasmus Universiteit Rotterdam Dhr. prof. dr. B. de Kruijff, Universiteit Utrecht Dhr. prof. dr. C.P. Veerman, Tilburg University en Bracamonte B.V. Mw. prof. dr. M. de Visser, Academisch Medisch Centrum, Universiteit van Amsterdam Secretaris: dhr. drs. J.H. de Groene, algemeen directeur

Gebiedsbestuur Aard- en Levenswetenschappen (ALW) Dhr. prof. dr. ir. J.T. Fokkema (voorzitter), Technische Universiteit Delft Dhr. prof. dr. M.J.R. Wortel (vice-voorzitter), Universiteit Utrecht Dhr. prof. dr. A.J.M. Driessen, Rijksuniversiteit Groningen Mw. dr. ir. S. Heimovaara, Royal Van Zanten Dhr. prof. dr. B.J.J.M. van den Hurk, Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut Mw. prof. dr. M. Oitzl, Universiteit van Amsterdam en Leids Universitair Medisch Centrum, Universiteit Leiden Mw. prof. dr. ir. I.M.C.N. Rietjens, Wageningen Universiteit en Researchcentrum Dhr. prof. dr. N.M. van Straalen, Vrije Universiteit Amsterdam Dhr. prof. dr. ir. H.J. de Vriend, Deltares Secretaris: dhr. dr. F.M. Martens, directeur ALW

Gebiedsbestuur Chemische Wetenschappen (CW) Dhr. prof. dr. B.L. Feringa (voorzitter), Rijksuniversiteit Groningen Dhr. prof. dr. J.H. de Winde (vice-voorzitter), Technische Universiteit Delft Dhr. prof. dr. M.A. Cohen Stuart, Wageningen Universiteit en Researchcentrum Dhr. dr. T. Graafland, Shell Dhr. prof. dr. J.H.J. Hoeijmakers, Erasmus Universiteit Rotterdam Dhr. prof. dr. K. Lammertsma, Vrije Universiteit Amsterdam Dhr. dr. ir. B.J. Lommerts, Latexfalt Mw. prof. dr. T.K. Sixma, Nederlands Kanker Instituut Dhr. prof. dr. ir. B.M. Weckhuysen, Universiteit Utrecht Dhr. dr. M.G. Wubbolts, DSM Secretaris: dhr. dr. L.B.J. Vertegaal, directeur CW

Gebiedsbestuur Exacte Wetenschappen (EW) Dhr. prof. dr. E.H.L. Aarts (voorzitter), Technische Universiteit Eindhoven (tot 31 december 2012) Mw. prof. dr. E.F. van Dishoeck, Universiteit Leiden, Sterrenwacht Dhr. prof. dr. A. Doelman, Universiteit Leiden en Lorentz Center


Dhr. prof. dr. P.C. van der Kruit, Rijksuniversiteit Groningen (tot 1 juni 2012) Dhr. prof. dr. F. W. Vaandrager, Radboud Universiteit Nijmegen Secretaris: dhr. dr. L.B.J. Vertegaal, directeur EW

Gebiedsbestuur Geesteswetenschappen (GW) Dhr. prof. dr. G.J. Dorleijn (voorzitter), Rijksuniversiteit Groningen Dhr. prof. dr. J.E. Bosma, Vrije Universiteit Amsterdam Mw. prof. dr. J.F.T.M. van Dijck, Universiteit van Amsterdam Mw. prof. dr. A.M.C. van Kemenade, Radboud Universiteit Nijmegen Mw. prof. dr. A.J.A.C. Korte, Universiteit Utrecht Mw. P.C.M. van der Linden, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Dhr. prof. dr. M.R. Prak, Universiteit Utrecht Dhr. drs. H. Pröpper, De Bezige Bij Mw. prof. dr. A. Visser, Universiteit Leiden Secretaris: mw. drs. A.M. Bos, directeur GW

Gebiedsbestuur Maatschappij- en Gedragswetenschappen (MaGW) Dhr. prof. dr. P. Hooimeijer (voorzitter), Universiteit Utrecht Dhr. prof. dr. F.A. van der Duyn Schouten (vice-voorzitter), Tilburg University en Netspar Dhr. prof. dr. M.A.P. Bovens, Universiteit Utrecht Dhr. prof. dr. A.J. Dijksterhuis, Radboud Universiteit Nijmegen Dhr. prof. mr. C.J.H. Jansen, Radboud Universiteit Nijmegen Dhr. prof. dr. ir. A. Smidts, Erasmus Universiteit Rotterdam Mw. prof. dr. P.M. Valkenburg, Universiteit van Amsterdam Mw. prof. dr. B.G.M. Völker, Universiteit Utrecht Secretaris: mw. dr. R.R. van Kessel-Hagesteijn, directeur MaGW

Bestuur ZonMw (tevens gebiedsbestuur Medische Wetenschappen) Mw. prof. dr. P.L. Meurs (voorzitter), Erasmus Universiteit Rotterdam Dhr. prof. dr. M.M. Levi (vice-voorzitter), Academisch Medisch Centrum, Universiteit van Amsterdam Dhr. prof. dr. B.R. Bloem, Universitair Medisch Centrum St. Radboud Mw. E.R. Carter MBA, Erasmus MC Dhr. prof. dr. B.C.J.M. Fauser, Universiteit Utrecht Dhr. prof. dr. R.T.J.M. Janssen, Altrecht GGZ Mw. prof. dr. C.L. Mummery, Leids Universitair Medisch Centrum Mw. T.H. Tjoa, Nederlands Migratie Instituut Mw. drs. M.I. Verstappen, Achmea Zorgverzekeringen Dhr. prof. dr. W.A. van Gool (waarnemer), Gezondheidsraad Dhr. drs. J.H. de Groene (op uitnodiging van de voorzitter), NWO Secretaris: dhr. drs. H.J. Smid, directeur ZonMw

Gebiedsbestuur Natuurkunde (N) (tevens Uitvoerend Bestuur Stichting FOM) Dhr. prof. dr. N.J. Lopes Cardozo (voorzitter), Technische Universiteit Eindhoven Dhr. prof. dr. D. Lohse (vice-voorzitter), Universiteit Twente Mw. prof. dr. N.H. Dekker, Technische Universiteit Delft Dhr. prof. dr. T.H.M. Rasing, Radboud Universiteit Nijmegen Dhr. dr. T.J.H. Smit, Shell Secretaris: dhr. dr. ir. W. van Saarloos, directeur Stichting FOM


Gebiedsbestuur Technische Wetenschappen (TW) (tevens bestuur Stichting voor de Technische Wetenschappen STW) Dhr. prof. dr. P.M.G. Apers (voorzitter), Universiteit Twente Mw. prof. dr. ir. M.P.C. Weijnen (vice-voorzitter), Technische Universiteit Delft Dhr. dr. C.A. Linse, Shell International B.V. Dhr. ir. A.H. Schaaf, CTO Océ Dhr. ir. D.Ph. Schmidt, TNO Ruimte en Infrastructuur Secretaris: dhr. dr. E. Bruins, directeur STW

Bestuur Stichting WOTRO Science for Global Development Dhr. prof. dr. W.J.M. van Genugten (voorzitter), Tilburg University Dhr. prof. dr. E.H. Bulte, Wageningen Universiteit en Researchcentrum Mw. prof. dr. D.J.M. Hilhorst, Wageningen Universiteit en Researchcentrum Dhr. prof. dr. M.J.M. van Loosdrecht, Technische Universiteit Delft Dhr. prof. dr. H.H.G. Savenije, Technische Universiteit Delft Dhr. prof. dr. E.M.A. Smaling, Koninklijk Instituut voor de Tropen (tot 31-08-12)/Vacature Secretaris: dhr. dr. H.A. Molenaar, adjunct-directeur WOTRO

Bestuur ASTRON Netherlands Institute for Radio Astronomy Dhr. prof. dr. K.J.F. Gaemers (voorzitter) Dhr. prof. dr. ir. J.A.M. Bleeker Mw. prof. dr. J.C.M. van Eijndhoven, Erasmus Universiteit Rotterdam Dhr. prof. dr. J.T.M. de Hosson, Rijksuniversiteit Groningen Mw. drs. J.P. Rijsdijk Dhr. drs. S.B. Swierstra Secretaris: dhr. prof. dr. M. Garrett, directeur ASTRON

Bestuur Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) Dhr. dr. P. van Laarhoven (voorzitter), Schiphol Group Dhr. dr. ir. A.A.J.M. Franken, Radboud Universiteit Nijmegen Mw. prof. dr. L. Hagdorn-van der Meijden, TNO Dhr. prof. dr. W.Th.F. den Hollander, Universiteit Leiden Dhr. prof. dr. J.N. Kok, Universiteit Leiden Mw. prof. dr. L.C. Verbrugge, Rijksuniversiteit Groningen Dhr. prof. dr. J.C.M. Baeten, directeur CWI

Bestuur NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek Dhr. prof. dr. P. Vellinga, (voorzitter), Wageningen Universiteit en Researchcentrum Dhr. prof. dr. E.A. Koster, Universiteit Utrecht Dhr. prof. dr. J.T.M. Elzenga, Rijksuniversiteit Groningen Dhr. mr. G.F.C. van der Kamp Dhr. ir. A. Lubbes, Fugro N.V. Mw. prof. dr. J. Olsen, Rijksuniversiteit Groningen Mw. prof. dr. M. Vincx, Universiteit Gent Dhr. prof. dr. H. Brinkhuis, directeur NIOZ


Bestuur Nederlands Centrum voor Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) Dhr. mr. Y. Buruma (voorzitter), Hoge Raad der Nederlanden Dhr. prof. mr. A.J. Akkermans, Vrije Universiteit Amsterdam Dhr. dr. K.W.H. van Beek, Ministerie van Veiligheid en Justitie Dhr. prof. dr. K.L.K. Brants, Universiteit van Amsterdam Dhr. prof. dr. C.D. van der Vijver, Universiteit Twente Secretaris: dhr. prof. dr. G.J.N. Bruinsma, directeur NSCR

Bestuur SRON Netherlands Institute for Space Research Dhr. ir. P.A.O.G. Korting (voorzitter), Energieonderzoek Centrum Nederland Dhr. prof. dr. W.J. van der Zande (vice-voorzitter), Radboud Universiteit Nijmegen Dhr. dr. J. Marks Dhr. prof. dipl.-ing. H. Stoewer, Space Associates Beratungs GmbH Dhr. prof. dr. R.A.M.J. Wijers, Universiteit van Amsterdam Secretaris: dhr. prof. dr. L.B.F.M. Waters, directeur SRON

Raad van Toezicht Netherlands Genomics Initiative (NGI) Dhr. prof. dr. S.W.J. Lamberts (voorzitter), Erasmus Universiteit Rotterdam Dhr. prof. dr. P.J. van Bladeren, Nestlé Research Center Zwitserland Mw. prof. dr. L.J. Gunning-Schepers, Universiteit van Amsterdam Dhr. mr. dr. M. Oosting, Raad van State Dhr. ir. O. van de Stolpe, Galapagos Mw. E.G. Terpstra Mw. prof. dr. L.E.M. Vet, Nederlands Instituut voor Ecologie, KNAW Secretaris: dhr. dr. C. Laane, directeur NGI

Raad van Toezicht Nationaal Initiatief Hersenen en Cognitie (NIHC) Dhr. drs. W.J. Deetman (voorzitter), Raad van State Dhr. prof. dr. E.H.L. Aarts, Technische Universiteit Eindhoven Mw. prof. dr. J.M. Bensing, Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg Dhr. prof. dr. P. Hagoort, Donders Institute, Radboud Universiteit Nijmegen Dhr. prof. dr. W. Raub, Universiteit Utrecht Dhr. dr. T.B.P.M. Tjin-A-Tsoi, Nederlands Forensisch Instituut Dhr. prof. dr. P.J. Werkhoven, TNO Defensie en Veiligheid dhr. prof dr. L. Kenemans, wetenschappelijk directeur NIHC Secretaris: mw. dr. R.R. van Kessel-Hagesteijn, directeur MaGW

Bestuur Netherlands eScience Center (NLeSC) Dhr. ing. A.H. Lundqvist (voorzitter), Stichting SURF Dhr. prof. dr. J.J. Engelen, NWO Dhr. drs. J.H. de Groene, NWO Dhr. dr. W.B.G. Liebrand, Stichting SURF Secretaris: dhr. prof. dr. J. de Vlieg, directeur NLeSC

132 Bijlage 6 | NWO-organisatie (per 31-12-2012)

Bijlage 6 | NWO-organisatie (per 31-12-2012) NWO wordt bestuurd door het Algemeen Bestuur en bestaat uit verschillende organisatieonderdelen:

NWO-organisatie (per 31-12-2012) wetenschaps-gebieden, stichtingen, (onderzoeks)instituten en tijdelijke regieorganen. Deze hebben elk hun eigenbestuurd werkveld NWO wordt door en het bestuur. Algemeen Bestuur en bestaat uit verschillende organisatieonderdelen: wetenschapsgebieden, stichtingen, (onderzoeks)instituten en tijdelijke regieorganen. Deze hebben elk hun eigen werkveld en bestuur.

Algemeen Bestuur NWO

Algemene Directie

Onderzoeksinstituten ASTRON Netherlands Institute for Radio Astronomy

Wetenschapsgebieden Aard- en Levenswetenschappen (ALW) Chemische Wetenschappen (CW) Exacte Wetenschappen (EW) Geesteswetenschappen (GW) Maatschappij- en Gedragswetenschappen (MaGW) Medische Wetenschappen – ondergebracht bij ZonMw Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie (met VWS) Natuurkunde (N) – grotendeels via Stichting FOM Technische Wetenschappen – ondergebracht bij Technologiestichting STW (met EZ) WOTRO Science for Global Development

CWI Centrum Wiskunde & Informatica AMOLF FOM-instituut AMOLF Nikhef FOM-instituut voor subatomaire fysica (i.s.m. UU, UvA, RU, VU) DIFFER FOM-instituut voor funderend energieonderzoek DIFFER NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek

Regieorganen

NSCR Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving

NGI Netherlands Genomics Initiative

SRON Netherlands Institute for Space Research

NIHC Nationaal Initiatief Hersenen & Cognitie NRO Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek

DANS* Data Archiving and Networked Services i.s.m. KNAW NLeSC* Netherlands eScience Center i.s.m. SURF

* Niet opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening

1 Geconsolideerde Balans per 31 december Geconsolideerde Staat van Baten en Lasten over

Recommend Documents