Duin- en Bollenstreek
• • • • • • • • • • • 1 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Gebiedsprofiel
• • • • • • • • • • • 2 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
In opdracht van Provincie Zuid-Holland Grontmij bv i.s.m. Feddes/Olthof landschapsarchitecten bv en HappelCornelisse Architecten
30 juni 2014, Utrecht
• • • • • • • • • • • 3 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
• • • • • • • • • • • 4 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
1 2
3
Inleiding
7
4
In de praktijk
105 107 116 122
Het verhaal van de streek
11
4.1 4.2 4.3
2.1 2.2 2.3 2.4
13 17 21 23
Bronnen Colofon
Deel van de Hollandse kust Bollentapijt Woonlandschap Ambitiebeeld
Gebiedsprofielkaarten
25
Natuurlijke duinen Rust en stilte Historische landgoederen in de binnenduinrand Water als structuurdrager Doorsnijdend spoor, stationsomgeving Weg door stad en land Verbindend vrijetijdslandslandschap Bollenlandschap in de binnenduinrand Droogmakerij als herkenbare eenheid Werkgebied met karakter Identiteitsdragers Kwaliteit in stad- en dorpsgebied Kwaliteit van de stads- en dorpsrand Linten blijven linten
27 33 35 39 47 51 61 69 73 75 79 83 87 95
Bedrijfsuitbreiding in het entreegebied Woningen in een Zandnederzettingslint Woningen in een Zanderijenlint
• • • • • • • • • • • 5 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Inhoudsopgave
Kwaliteitskaart Provinciale Structuurvisie
• • • • • • • • • • • 6 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
De provincie Zuid-Holland maakt werk van kwaliteit in de ruimtelijke ordening. Zij wil de karakteristieken van de Zuid-Holandse landschappen herkenbaar en beleefbaar houden en tegelijk ook ruimte bieden voor nieuwe ontwikkelingen. De kwaliteitskaart in de Visie ruimte en mobiliteit is hiervoor de basis. Deze kwaliteitskaart is voor een 16-tal gebieden uitgewerkt in “gebiedsprofielen ruimtelijke kwaliteit”. Een gebiedsprofiel omvat een beschrijving van karakteristieken (wat is er), ontwikkeling (wat speelt er), kwaliteiten (wat is waardevol) en ambitie (wat willen we) van het landschap van het betreffende gebied. Het gebiedsprofiel is in samenwerking met gemeenten en andere overheden en gebiedspartners opgesteld als gezamenlijke basis voor de ruimtelijke kwaliteit van dit gebied. Gedeputeerde Staten stellen het gebiedsprofiel vast als bevestiging van dit gezamenlijke vertrekpunt en tegelijk als uitgangspunt voor provinciale plannen. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moeten passen in het bestemmingsplan (of het bestemmingsplan wordt daarop aangepast). Het bestemmingsplan is gebonden aan het provinciale ruimtelijke beleid zoals dat is opgenomen in de Visie ruimte en mobiliteit en de bijbehorende Verordening ruimte. De kwaliteitskaart uit de Visie ruimte en mobiliteit is uitgangspunt bij het opstellen van het gebiedsprofiel. De kwaliteitskaart is een belangrijk onderdeel van het ‘handelingskader ruimtelijke kwaliteit’. Dit handelingskader is de basis van de provincie voor ruimtelijke kwaliteit. Het bestaat verder uit de richtpunten bij de kwaliteitskaart en de regelgeving uit de Verordening ruimte. De richtpunten beschrijven (generiek voor Zuid-Holland en gebiedsspecifiek) puntsgewijs de bestaande kenmerken en waarden en de wijze waarop nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen hiermee rekening kunnen
houden. In artikel 2.2.1 van de verordening zijn regels met betrekking tot ruimtelijke kwaliteit opgenomen waar (bestemmings)plannen aan moeten voldoen. Het gebiedsprofiel werkt de richtpunten voor iedere regio uit en geeft daarmee een handreiking hoe gemeenten en initiatiefnemers daarmee om kunnen gaan. Het staat tussen de provinciale kwaliteitskaart en de beeldkwaliteitsparagrafen / –plannen van/bij bestemmingsplannen van de gemeenten in. De kwaliteitskaart is een integratie van 4 kaarten die 4 onderscheiden lagen verbeelden. Het betreft de: • laag van de ondergrond: de grondslag binnen de provincie en natuurlijke, landschapsvormende processen; • laag van de cultuur- en natuurlandschappen: het zichtbare landschap en het grondgebonden nut); • laag van de stedelijke occupatie: het bebouwde gebied en de doorlopende netwerken van (vaar)wegen, spoor en groen; • laag van de beleving: kenmerkende waarden van recreatie, cultuur etc. De legenda-eenheden van deze kaarten zijn uitgewerkt in de hiervoor genoemde richtpunten. De legenda-eenheden zijn in het gebiedsprofiel uitgewerkt in kaart, beeld en tekst. Bij het opstellen van het gebiedsprofiel is het huidige landschap met de huidige kwaliteiten als uitgangspunt genomen; het landschap zoals dat er vandaag de dag bij ligt. Dit betekent dat op stapel staande ontwikkelingen, die nog niet in uitvoering zijn, niet zijn meegenomen.
• • • • • • • • • • • 7 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
1 Inleiding
• • • • • • • • • • • 8 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Leeswijzer In het eerste deel wordt ingegaan op het verhaal van de streek. Hierin wordt een korte omschrijving gegeven van de ontstaansgeschiedenis en de kenmerken van het gebied. Dit verhaal dient als kennismaking met het gebied (geschiedenis en ligging in de ruimere context) en de ontwikkelingen die er spelen. In het tweede deel worden de voor het gebied relevante legenda-eenheden uit de kwaliteitskaart uitgewerkt. Hierbij wordt eerst ingegaan op de karakteristiek, de ontwikkelingen en de ambities van de legenda-eenheid als geheel. Daarna wordt ze verder uitgewerkt in kaart, beeld en tekst. In het hoofdstuk ‘In de praktijk’ is uitgewerkt hoe de kwaliteiten uit de gebiedsprofielen meegenomen kunnen worden in verdere planvorming. In het laatste deel wordt een aantal casussen uitgewerkt als voorbeeld van hoe het gebiedsprofiel kan worden ingezet bij het inspireren en het sturen op ruimtelijke kwaliteit. Het gebiedsprofiel is via de provinciale website in te zien en te gebruiken.
• • • • • • • • • • • 9 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Wat is een gebiedsprofiel? Het gebiedsprofiel is een handreiking om de kwaliteit van plannen en ontwikkelingen te stimuleren om zo de ruimtelijke kwaliteit te behouden of te versterken. Het gebiedsprofiel bevat een schat aan informatie die gebruikt kan worden om te bepalen met welke kwaliteiten het wenselijk is rekening te houden bij ruimtelijke ontwikkelingen. Het gebiedsprofiel is de basis voor het plannen met kwaliteit. Elke ontwikkeling vraagt uiteindelijk om maatwerk. Er wordt niet bepaald waar welke functie mag komen; er staan geen bestemmingen of functies in. Het is een aanzet om wederzijds het gesprek over ruimtelijke kwaliteit van initiatieven en over planvorming aan te gaan. Het gebiedsprofiel is dus nadrukkelijk geen blauwdruk hoe dingen moeten en daarmee geen ontwikkelingsplan. De gebiedsprofielen zijn in eerste instantie bedoeld voor de gemeenten en hun adviseurs en dienen ook als inspiratiekader voor particuliere initiatieven.
Historische kaart van 1898 Topografische kaart van 2009
• • • • • • • • • • • 10 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
• • • • • • • • • • • 11 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
2 Het verhaal van de streek
• • • • • • • • • • • 12 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Duinen Strandwallen en -vlaktes Oeverwal Droogmakerij Veenplassen
Duin en Bollenstreek in het grotere verband van de Hollandse Kust
Landschappelijke hoofdindeling
2.1 Deel van de Hollandse kust De Bollenstreek is door de transformatie van het landschap een specifiek onderdeel van het Hollandse binnenduinlandschap geworden; met zijn kenmerkende zanderijlandschappen en veel verspreide bewoning is het gebied minder lommerrijk dan de aangrenzende binnenduinlandschappen van Haarlem en Wassenaar. Deze zanderijlandschappen zijn vooral heel karakteristiek langs de westrand van de strandwal Sassenheim-Lisse en ter plaatse van de voormalige Oosterduinen bij Noordwijkerhout.
Duinen Strandwal Landgoed
Voormalige strandwallen zijn nog te herkennen in enkele parallelle structuren langs de kust
• • • • • • • • • • • 13 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
De Duin- en Bollenstreek is onderdeel van het binnenduinlandschap, dat zich achter de Hollandse kustboog uitstrekt van Hoek van Holland naar Den Helder. De bodemkundige ondergrond van de binnenduinrand bestaat uit een patroon van strandwallen en strandvlakten parallel aan de jonge duinen. De Zuid-Hollandse bollenstreek is een bijzonder onderdeel van de kuststrook, omdat het reliëfrijke patroon van strandwallen en strandvlakten hier sinds het einde van de 18de eeuw is geëgaliseerd. Delen van de strandwallen zijn afgegraven ten behoeve van wegenaanleg en stadsuitbreidingen. Daardoor kwam de afgevlakte zandige bodem dichter boven het grondwater te liggen en ontstonden er uitstekende condities voor de bollenteelt. Vervolgens zijn ook delen van de natte en venige strandvlakten omgespoten om ze als bollengrond te kunnen gebruiken. Het verschil tussen de strandwallen en -vlakten is in dit gebied niet meer goed herkenbaarbaar in het reliëf. Op enkele plekken is nog de oorspronkelijke parallelle ligging van strandvlakten en strandwallen zichtbaar; vooral in het zuidelijke deel van de bollenstreek waar in de natte strandvlaktes nog delen als grasland in gebruik zijn. Begin 20ste eeuw waren er in het gebied op de strandwallen bij Lisse/Hillegom en Noordwijk/Noordwijkerhout nog uitgestrekte landgoedzones aanwezig. Slechts enkele restanten van deze landgoedzones zijn bewaard gebleven (o.a. Keukenhof, Leeuwenhorst, huis Warmond). Landgoed De Keukenhof met het aangrenzende gebied van de Lageveenspolder vormt de grootste landgoedcomplex in de bollenstreek. De bosranden hebben een grote ruimtelijke kwaliteit voor de omgeving.
• • • • • • • • • • • 14 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Door de hoofdlijnen van het landschap is de bollenstreek wel onderdeel van, en verbonden met het Hollandse kustlandschap als geheel. De smalle rij duinen, de spoorlijn, de Haarlemmertrekvaart, de doorgaande autowegen en de reeks kernen op de strandwal tussen Haarlem en Leiden zijn noord-zuid gerichte patronen die ook buiten het gebied doorlopen. In deze patronen is het onderscheid strandwalstrandvlakte nog wel herkenbaar. De trekvaart tussen Leiden en Haarlem is hiervan een opvallend voorbeeld. Deze vaart werd in 1657 in de laag gelegen strandvlakte aangelegd. Twee eeuwen later werd het spoor langs deze trekvaart gelegd, met als gevolg dat deze lijnen op afstand van de dorpen op de strandwal lopen. Vanwege de sterke noord-zuid gerichtheid van het wegenpatroon en het feit dat de bollenstreek vanuit de noordelijke randstad gezien achter de Haarlemmermeerpolder ligt is de Bollenstreek in oost-west richting slecht ontsloten. Ook het natuurlandschap van de jonge duinen heeft de laatste eeuw veel veranderingen ondergaan. Er is een scherpe harde grens tussen de duinen en het agrarische productielandschap, die niet wordt verzacht door binnenduinrandbossen of natuurzones. Er liggen op deze rand wel enkele terreinen voor verblijfsrecreatie en instituten (ESTEC). In vergelijking met andere delen van de Hollandse kust zijn de campings en huisjesterreinen bescheiden van omvang. De Oude Rijn doorsnijdt ter hoogte van Katwijk het binnenduinlandschap en de duinenrij. Langs de Oude Rijn - die in de Romeinse tijd een hoofdrivier was - heeft zich een hoger gelegen oeverwal gevormd met een bodem van rivierklei. Binnen het Duin-en Bollengebied vormt deze oeverwal een verstedelijkte zone. Ondanks de smalle duinen heeft dit deel van de kust een toeristisch
Zanderijenlandschap
In de kenmerkende zanderijlandschappen zijn de voormalige strandwallen afgegraven ten behoeve van zandwinning en de bollenteelt.
Boulevard Noordwijk aan Zee
AMBITIES TE KOPPELEN AAN DIT THEMA • In inrichting van de wegen en bebouwingslinten het onderscheid strandwallen en strandvlaktes zichtbaar maken • Doorzichten naar de duinen, landgoederen en de binnenduinrand behouden • Waar mogelijk opgaande beplanting op de strandwallen aanbrengen • Behoud van de karakteristieken van het zanderijlandschap: het raster van brede waterlopen en de hoger gelegen, met hagen beplante wegen
De Keukenhof
Belangrijkste attracties van de Duin- en Bollenstreek
• • • • • • • • • • • 15 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
recreatieve betekenis voor de zuidelijke Randstad. Dat heeft vooral te maken met de aantrekkingskracht van Noordwijk. Noordwijk is naast Scheveningen de mondaine badplaats van de Randstad, met veel voorzieningen langs de boulevard en congresfaciliteiten van internationaal niveau. Katwijk, een voormalig vissersdorp, heeft zich meer ontwikkeld tot familiebadplaats. In Noordwijk is een nieuwe duinenrij aangebracht als kustversterking van de ‘zwakke schakels’. Ook Katwijk maakt deel uit van de ‘zwakke schakels’. Een andere attractie van internationaal niveau is de Keukenhof, sinds 1949 elk voorjaar een openlucht expositie van de bollenteelt. De Hollandse kust is een geliefd woongebied en die druk op het grondgebruik is ook in de Bollenstreek merkbaar. De afweging in hoeverre er bollengrond wordt opgegeven voor woningbouw of recreatieterreinen is de laatste decennia intensief gevoerd en heeft inmiddels geleid tot afspraken over het minimaal te handhaven areaal bollengrond.
• • • • • • • • • • • 16 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Het Bollengebied kent één dominant grondgebruik: de bollenteelt, met als specialisatie de hyacintenteelt. De kalkrijke bodem van de afgegraven strandwallen en de goed te controleren grondwaterspiegel vormen ideale omstandigheden voor de bollenteelt. In de lente vormt de hele bollenstreek een kleurig tapijt. De rest van het jaar zijn de agrarische gronden veelal kaal. Vanuit de trein is de ervaring van de bloeiende bollenvelden elk jaar weer een feest. Vanaf de doorgaande wegen in de bollenstreek is die ervaring minder spectaculair. De N206 is grotendeels ingeplant met struweel en provinciale wegen die vanaf de A44 de bollenstreek in leiden gaan grotendeels door een gebied dat verdicht is met bedrijfsbebouwing. De bollengrond strekt zich uit van de rand van de jonge duinen tot aan de bebouwingskernen Hillegom, Lisse en Sassenheim op de strandwal. In de Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport (ISG) is vastgelegd dat er altijd 2625 ha eerste klas bollengrond (grond geschikt voor hyacintenteelt) gehandhaafd moet blijven. Het verlies van oppervlakte van deze bollengrond moet gecompenseerd worden: door het slopen van bebouwing, het verbeteren van de kwaliteit van tweede klas bollengrond of door het omzetten van daarvoor aangewezen graslanden. Deze regel is een harde garantie voor het behoud van productiegrond en voor het behoud van open ruimte. Door de verspreide bebouwing langs de wegen wordt de ruimtelijke opbouw van het bollenlandschap ervaren als ‘kamers’: vlakke open ruimtes met verdichte randen. In het Landschapsperspectief van de ISG is aangegeven in welke kamers er nog verdichting van bebouwing mag plaatsvinden, waar dat alleen onder voorwaarden mag plaatsvinden (‘ja,mits’) en waar gestreefd wordt naar het actief vergroten van de openheid.
Bollengebied
Het grootste deel van het land is in gebruik voor bollenteelt, waarbij het oppervlak eerste klas bollengrond is vastgelegd.
• • • • • • • • • • • 17 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
2.2 Bollentapijt
• • • • • • • • • • • 18 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
AMBITIES BIJ DIT THEMA: • De specifieke kwaliteiten van het landschap als ‘bollentuin’ versterken door zones open te houden en groene randen langs de kamers op de strandwallen te maken. • Vanuit de oost-west wegen de verschillende landschappen zichtbaar maken. • Entrees en randen van het ‘bollentapijt’ accentueren. • Aan bollenteelt gekoppelde bedrijfsgebouwen goed vormgeven verspreid door het landelijk gebied.
Open zone Kamerstructuur
De bollenstreek laat zich onderverdelen in verschillende ruimtes. Centraal ligt de noord-zuid georiënteerde open zone langs de trekvaart, de zone achter de binnenduinrand is ook grotendeels open maar kleinschaliger van opzet. De oostelijk aangrenzende gebieden hebben een kleinschalige kamerstructuur.
• • • • • • • • • • • 19 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Uit die beleidskeuzes komt het beeld naar voren dat langs de binnenduinrand, in de strandvlaktes langs de Haarlemmertrekvaart en ten zuiden van de Keukenhof de openheid actief wordt vergroot. Hier kunnen daardoor grootschalige open zones ontstaan, die de landschapsstructuur zichtbaar maken. In delen van het waardevolle zanderijlandschap ten westen van Lisse is verdichting door bebouwing onder voorwaarden mogelijk. Het is een ontwerpopgave hoe hierbij de landschappelijke karakteristieken behouden kunnen blijven. De bollenteelt is nog steeds aan een sterke intensivering en schaalvergroting onderhevig. Het is een productielandschap met veel dynamiek, waar grondruil en verbetering van de ontsluiting en ontwatering nog steeds aan de orde is. Aan deze verbetering van de productieomstandigheden is ook de ambitie van de landschapsbouw toegevoegd: compenserende maatregelen die een ondernemer moet treffen om te kunnen uitbreiden. Het maken van een groen landschappelijk kader kan zorgen voor een natuurlijke windbeschutting voor de bollen en voor een betere recreatieve ontsluiting van het landschap. Sterke groene randen van de kamers vormen een duidelijk landschappelijk kader voor de bebouwing. Het landschappelijke raamwerk laat uitbreiding van bestaande bedrijven of nieuwe bebouwing toe, zonder dat het beeld te rommelig wordt. Een zorgvuldige vormgeving en positionering van de bebouwing is belangrijk voor de beeldkwaliteit van het productielandschap.
• • • • • • • • • • • 20 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Landelijk lint met tuinderswoningen, Westeinde in Noordwijkerhout
Sancta Maria; transformatie van voormalig instituut tot woningen
Stedelijk lint, Stationsweg Hillegom
Recreatiewoningen bij Ruigenhoek
De duin- en bollenstreek is een kustlandschap, een productielandschap voor de tuinbouw en een woonlandschap. Het is een verstedelijkt gebied, met een grote variatie in woonvormen: tuinderswoningen, arbeidershuisjes, landhuizen, stedelijke linten, buurtschappen, kernen op de strandwal, kernen in de binnenduinrand, recreatiewoningen, duinvilla’s, klooster, instituten en voormalige instituten die tot woningen zijn getransformeerd. De bollenteelt brengt specifieke bebouwing met zich mee: bollenschuren, ondersteunend glas en aan de bollenteelt gelieerde bedrijvigheid en transport. Juist die menging en variatie is een karakteristiek van het gebied. In de loop van de tijd hebben zich niet alleen langs de noord-zuid verlopende wegen maar ook langs de oost-west wegen bebouwingslinten ontwikkeld. Het is kenmerkend voor de bebouwingslinten dat ze bijna altijd uit een mix aan woningen bestaan, die een verschillende omvang en ouderdom hebben. Bijna alle lintbebouwing is aan twee zijden van de weg gesitueerd. In de bollenstreek ligt de opgave om naast de voorziene uitbreiding van de woonkernen in het buitengebied nog 600 ‘Greenport’-woningen te bouwen. Dit kan deels geclusterd worden uitgevoerd, en deels ook gespreid door het gebied. Deze bouwopgave kan worden benut om landschappelijke verschillen in het gebied te versterken. Waar bollenbedrijven stoppen doet zich in de linten de opgave voor om de sloop van bedrijvengebouwen te compenseren door woningbouw. Hierbij gaat het om een zorgvuldige inpassing van de bebouwing in het lint.
Ambities bij dit thema • Voorkomen dat de kernen aan elkaar groeien • Behouden en versterken diversiteit van het woonlandschap • Benutten bouwopgave voor het versterken van de landschapsstructuur
Stedelijk gebied Dorpen Linten Losse bebouwing
Het gebied is naast een bollenlandschap ook een woonlandschap met verschillende kernen, linten, en losse bebouwing
• • • • • • • • • • • 21 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
2.3 Woonlandschap
Ambitiebeeld
• • • • • • • • • • • 22 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
2.4 Ambitiebeeld Legenda
Behoud van de scherpe overgang tussen duinen en bollen, door: • zicht op de bollenvelden open te houden • duintypische beplanting aan de kant van de duinen toe te voegen, voor zover mogelijk
Het kenmerkende zanderijenlandschap koesteren, door: • Behouden van de hoge met hagen beplante wegen en het raster van brede waterlopen • Nieuwe ontwikkelingen respecteren, maat en hoogteligging van de hoger liggende weg en bebouwing.
De landschappelijke kamerstructuur versterken, door: • De specifieke kwaliteiten van het landschap als ‘bollentuin’ versterken door groene randen langs de kamers te maken. • Vanuit de oost-west wegen de verschillende landschappen zichtbaar maken.
Een rijk en gevarieerd woonlandschap, door: • Voorkomen dat de kernen aan elkaar groeien • Behouden en versterken diversiteit van woonmilieus
• • • • • • • • • • • 23 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Versterken van het contrast tussen (voormalige) strandwallen en de strandvlaktes, door: • de openheid in de centrale ruimte langs de trekvaart te behouden en versterken • doorgaande linten op de strandwallen met lanen te beplanten • nieuwe woningbouwenclaves op de strandwallen
• • • • • • • • • • • 24 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
• • • • • • • • • • • 25 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
3 Gebiedsprofielkaarten
Natuurlijke duinen Duinen Amsterdamse Waterleidingduinen Strandwal Strandvlakte
• • • • • • • • • • • 26 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Atlantikwall
Karakteristiek De duinen liggen als een smalle strook langs de kust, waar de duinen breder worden maken ze onderdeel uit van de Amsterdamse Waterleidingduinen. Alle duingebieden in de regio zijn aangewezen als Natura2000-gebieden. De natuurlijke duinen staan in groot contrast tot het intensief gebruikte agrarische achterland. Voor zandwinning en bollenteelt zijn de voormalige strandwallen grotendeels afgegraven en de strandvlakten veelal omgespoten. Daardoor is het verschil tussen strandwallen en strandvlaktes in het gebied nauwelijks nog waarneembaar.
Ontwikkeling Ontwikkelen van nieuwe natuur en ecologische verbindingszones zoals benoemd in de Ecologische Hoofdstructuur.
Ambitie Kwaliteitskaart Duin/ Dynamisch natuurgebied • Veiligheidsmaatregelen zijn zo vormgegeven dat ze het natuurlijk kustkarakter versterken. • Behouden van de bijzondere landschappelijke en natuurlijke kwaliteit. Beschermen en versterken van het reliëfrijk zandlandschap van jonge duinen. Natuurlijke processen als verstuiving, vernatting en bosvorming bepalen waar mogelijk het beeld. • Vergroten kwaliteit en allure van de badplaatsen met versterking van de eigenheid van die plaatsen (zie ook ‘Gevarieerd en verbindend vrijetijdslandschap’). • Versterken van het ecologische verband tussen zee- en landzijde. • Versterken van het kustgevoel landinwaarts; het versterken van de visuele en fysieke verbinding tussen duinen en achterland. Atlantikwall • Ontwikkelingen dragen bij aan het behoud van de elementen van deze verdedigingslinie.
• • • • • • • • • • • 27 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Natuurlijke duinen
• • • • • • • • • • • 28 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Duinen De natuurlijke duinen van de Duin- en Bollenstreek liggen als een relatief smalle strook langs de kust. Ondanks de beperkte ruimte vormen ze een natuurlijk en recreatief aantrekkelijke omgeving. De duinen vormen een sterk contrast met het aangrenzende agrarische gebied. Tussen Katwijk en Noordwijk zijn de duinen buiten het broedseizoen vrij toegankelijk en mag ook buiten de paden door de duinen gestruind worden.
Amsterdamse Waterleidingduinen Ter hoogte van De Zilk wordt het duingebied breder. De duinen maken onderdeel uit van de Amsterdamse Waterleidingduinen, een groter gebied doorlopend in de provincie Noord-Holland. Door de grotere maat is er meer ruimte voor een gevarieerd duinlandschap dan in de zuidelijk aangrenzende strook. Het gebied is voor wandelears goed ontsloten en er mag buiten de paden gestruind worden, fietsen is niet toegestaan.
Aanvullende ambitie • Behoud van de scherpe overgang van natuurlijke duinen naar bollengebied waar deze aanwezig is. • Verblijfsrecreatieterreinen in de binnenduinenrand passen qua uitstraling in de natuurlijke omgeving.
Aanvullende ambitie • Ontwikkelingen worden in samenhang met het gebied in de provincie Noord-Holland en de aangrenzende duinen ten zuiden bekeken. • Het gebied ook voor fietsers toegankelijk maken.
De Coepelduynen tussen Katwijk en Noordwijk
Aanvullende ambitie • Het contrast tussen de open vlakten en de verdichte zones (bebouwing en beplanting) versterken, daarbij doorzichten op de bollenvelden open houden. • Nieuwbouwprogramma koppelen aan de dorpen en linten op de voormalige standwallen. Daarbij de strandwallen niet compleet verdichten, maar zones tussen de dorpen open houden.
• • • • • • • • • • • 29 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Strandwal Door afgravingen van de oude duinen en de strandwallen veranderde het geaccidenteerde oude duinlandschap in het vlakke zanderijenlandschap. Het zand werd afgegraven en voor ophogingen in onder andere Haarlem en Leiden gebruikt. De ontzanding betekende dat het nieuwe maaiveldniveau voor een deel aanzienlijk lager kwam te liggen dan de oude bewoningslinten op de strandwallen. De oorspronkelijke landschappelijke opbouw is nog zichtbaar in de noord-zuid oriëntatie van de hoofdstructuur, de locaties van landgoederen en bossen en in het patroon van zanderijvaarten.
Strandwal is duidelijk herkenbaar in landgoed De Keukenhof
• • • • • • • • • • • 30 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Strandvlakte Door afgraving van de strandwallen zijn de hoogteverschillen tussen de strandwallen en –vlaktes nauwelijks nog zichtbaar. Oorspronkelijk waren de lager gelegen en natte strandvlaktes graslanden, vandaag vindt op een groot deel van de strandvlaktes ook bollenteelt plaats. Hiervoor zijn de gronden in het verleden ‘omgespoten’, lager gelegen bodemlagen werden naar boven gebracht en daarmee geschikt voor de bollenteelt. Delen van de oorspronkelijke graslanden bleven behouden omdat de gronden te nat waren of de landgoedeigenaar niet wilde omspuiten. Aanvullende ambitie • In stand houden van de nog gave graslanden op de strandvlaktes als contrast met de voor de bollenteelt in cultuur genomen (afgezande) oude duinen en strandwallen. • Nieuwe ontwikkelingen nemen de ruimtelijke eenheden, die samenhangen met de poldergrenzen (bijvoorbeeld Lageveenseen Hogeveense Polder, Zilkerpolder, Zanderijpolder) als leidraad.
Het verschil tussen strandvlakte en strandwal is in de Elsgeesterpolder duidelijk te zien.
Atlantikwall De Atlantikwall is in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers aangelegd, bedoeld om een invasie van geallieerde zijde te voorkomen. De Atlantikwall liep van de Noordkaap tot Zuid-Frankrijk. Langs de Hollandse kust zijn nog veel resten te vinden van de verdedigingswerken. Veel bunkers, kazematten en tankgrachten zijn bewaard gebleven, waarvan een deel verscholen ligt onder het duinzand. Een bunker in Noordwijk aan Zee is ingericht als museum. Aanvullende ambitie • Versterken van de herkenbaarheid en de beleefbaarheid van de Atlantikwall als geheel. • Verbeteren van de toegankelijkheid en bereikbaarheid van de belangrijke bunkercomplex bij Katwijk-Noordwijk; verder herstel van het gangenstelsel.
Atlantikwall museum in Noordwijk aan Zee
• • • • • • • • • • • 31 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Rust en stilte (
(
(
(
(
(
(
(
(
(
(
(
(
(
(
Stiltegebied
• • • • • • • • • • • 32 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
20KE contour Schiphol
Rust en stilte
Ontwikkeling De groei van Schiphol met de bijbehorende geluidsontwikkeling en de discussie over het wijzigen van de 20KE contour.
Ambitie Kwaliteitskaart • De huidige stille gebieden stil houden als belevingskwaliteit van het buitengebied.
• • • • • • • • • • • 33 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Karakteristiek De stiltegebieden zijn de (relatief ) luwe gebieden met beperkte verstedelijking, waar het dagelijks geluid de 40 decibel niet overstijgt. Hier vindt men rust en stilte als contrast met het dynamisch stedelijk gebied. In de door de provincie aangewezen stiltegebieden is alleen ruimte voor “gebiedseigen” geluid. In het stiltegebied van de Duin- en Bollenstreek zijn, afhankelijk van de windrichting, regelmatig de geluiden van opstijgende en aankomende vliegtuigen vanaf Schiphol te horen.
Historische landgoederen in de binnenduinrand Landgoederenzone Landgoederen en kastelen
• • • • • • • • • • • 34 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Instituut in groene setting
Historische landgoederen in de binnenduinrand
Ontwikkeling De uitvoering van het Masterplan Keukenhof met nieuwe entree, parkeerplaats en ontsluiting. De ontwikkeling van woningbouw bij op voormalige instituut-terreinen (Noordwijker Duin, Sancta Maria en Bavo-terrein)
Ambitie Kwaliteitskaart • Versterking van de afwisseling tussen beboste strandwallen met landgoederen en buitenplaatsen en open strandvlakten. • Verbetering van de kwaliteit van het ensemble van het landhuis, bijgebouw, tuin en park en de herkenbaarheid van het landgoed in het landschap. • Vergroten van de herkenbaarheid van de landgoederenzone als samenhangend geheel
• • • • • • • • • • • 35 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Karakteristiek De historische landgoederen in de Duin- en Bollenstreek zijn van grote betekenis voor de omgeving. Ze vormen met hun bossen, bijbehorende graslanden en houtwallen en door hun statige karakter een contrast met het bollengebied. Deze gebieden hebben een hoge cultuurhistorische en recreatieve waarde. Met name De Keukenhof is een symbool van de hele streek en een toeristische attractie van internationaal belang.
• • • • • • • • • • • 36 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Landgoederenzone Herkenbaar en afwisselend patroon van landgoederen, volgroeide bossen en open ruimtes met deels agrarische functie. Hier is de landschappelijke opbouw van strandwallen en strandvlaktes nog herkenbaar terug te vinden. Deze gebieden hebben een hoge recreatieve en cultuurhistorische waarde. Aanvullende ambitie • Versterken van de regionale ensemblewaarde van de twee clusters landgoederen (Noordwijk-Noordwijkerhout en KeukenhofDever-Teylingen) door: - de clusters als samenhangende groengebieden te ontwikkelen, - historische structuren, zoals waterlopen, lanen en zichtassen versterken of herstellen, - lokale ontwikkelingen, zoals het herstel van de ruïne van Teylingen, in te passen in grotere groen- en routestructuren • De landgoederenzones uitbouwen tot robuuste en duurzame groengebieden door aan te haken op bestaande groene verbindingen, het toevoegen van landschapsbouw-maatregelen en nieuwe landgoederen op de strandwallen. • Ontwikkeling van nieuwe landgoederen - in combinatie met waterberging, natuurontwikkeling en recreatie - als kwaliteitsimpuls voor de landgoederenzone.
Landgoederen en kastelen Binnen de Duin- en Bollenstreek zijn nog drie gebieden aanwezig waar de aanwezigheid van landgoederen in belangrijke mate bepalend is voor het landschapsbeeld: In het landgoedensemble van de Keukenhof zijn veel kenmerken van het negentiende eeuwse landschap van voor de zandafgravingen bewaard. De inrichting bestaat onder andere uit hakhoutpercelen en weilanden, de overgang van de hogere oude duinen naar de lager gelegen strandvlaktes is nog waarneembaar. Bijzonder zijn de randen van het landgoed waar bollenvelden omzoomd worden door bossingels en houtwallen. Ook binnen de landgoederen van Leeuwenhorst en Offem zijn niet afgezande delen van de strandwallen herkenbaar. Huis te Warmont ligt op de meest oostelijke strandwal, op de overgang naar het veenweidegebied. Het historische lint van Wormond loopt door in de landgoedstructuur en de laan langs de rand van het landgoed vormt een mooi entree naar het dorp.
Laan aan de rand van landgoed Warmont
Aanvullende ambitie • Verankeren van de cultuurhistorische waarden • Versterken van recreatief medegebruik en koppeling aan recreatieve routes • Versterking van de ecologische betekenis • Behoud en versterking van groene randen van de landgoederen • Behoud en versterking van de openheid van aangrenzende bollenvelden en graslanden. • Landgoed Keukenhof koppelen met de overige toeristische kwaliteiten in de regio
Toegang vanuit het dorp naar landgoed Warmont
Instituut in groene setting Kenmerkend voor het gebied zijn grote instituten zoals het zorgcentrum Noordwijker Duin en de psychiatrische centra als Santa Maria en Bavo. Deze liggen of aan de rand van een landgoed of in een landgoedachtige setting Aanvullende ambitie • Behoud en versterking van de representatieve en hoogwaardige uitstraling van het instituut als ensemble • Behoud en versterking van de groene inpassing • Handhaven en versterken landschappelijk raamwerk • Koppeling aan recreatieve netwerken
Zorgcentrum Noordwijker Duin in de binnenduinrand
• • • • • • • • • • • 37 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Kleiner van omvang maar met grote betekenis voor de plek zijn de kastelen in het gebied (Ruïne en Oud-Teylingen en Huys Dever) en restanten van oude landgoederen, zoals het Overbosch bij Voorhout.
Water als structuurdrager Oude Rijn / Oegstgeester Kanaal Ringvaart Haarlemmermeer Haarlemmertrekvaart Boezemwatersysteem Zanderijvaarten
• • • • • • • • • • • 38 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Polderwatersysteem Plas
Karakteristiek In het watersysteem is de hoofdstructuur van het landschap duidelijk te herkennen. De Haarlemmertrekvaart is aangelegd op een lage strandvlakte parallel aan de kust en ook de Ringvaart van de Haarlemmermeer volgt deze richting. Overige hoofdwaterlopen in het gebied liggen meestal haaks op de twee vaarten en zijn onderschikt aan deze. In het lokale watersysteem is het verschil tussen natte strandvlakten en droge strandwallen nog duidelijk te zien. De Oude Rijn met zijn oost-west oriëntatie onderbreekt de kustlijn en begrenst de Duin- en Bollenstreek. Ontwikkelingen De aanleg van extra water in het poldergebied ten behoeve van voldoende berging en goede aan- en afvoer, door het verdiepen en verbreden van bestaande vaarten en tochten ter behoeve van waterberging. De lokale wateropgave (=waterbergingstekorten) oplossen door: • Vasthouden in bovenstroomspeilvak, aanleg open water, ophogen in de laagste delen in een peilvak (dit zijn de ruimtelijk belangrijkste maatregelen) • Maatwerk en innovatieve oplossingen op peilgebiedniveau Verbeteren van de waterkwaliteit door: • Vermindering van landbouwemissies • Bewust omgaan met zoet water en meer inzetten op meer zelfvoorziening in verband met toename verzilting • Bescherming van zoete kwel gebieden • Aanleg van natuurvriendelijke inrichting van oevers De ontwikkeling van een recreatieve waterstructuur en de upgrading van het openluchtrecreatiegebied Oosterduinse Meer (een visie wordt momenteel opgesteld).
Ambitie Kwaliteitskaart • Een beleefbaar waterstelsel als dragende structuur van ZuidHolland: verbeteren van de zichtbaarheid, toegankelijkheid, en uitstraling van het water. • Bewaken en herstellen van continuïteit van landschappelijke structuurdragers als kanalen en vaarten. • Waar mogelijk wordt gezocht naar duurzaam waterbeheer en gewerkt aan een klimaatbestendige en robuuste inrichting van het watersysteem. • Waar mogelijk verbeteren van de ecologische waterkwaliteit door natuurvriendelijk inrichten van de oevers langs vaarten en sloten. • De (provinciale en historische) vaarwegen krijgen de uitstraling van regionale landschappelijke dragers door een doorgezette eenheid van inrichting van de oevers en begeleidende beplanting en door de vormgeving van kruisende infrastructuur. Aandacht voor zicht op en vanaf het water. • Als ontwikkelingen plaatsvinden aan kanalen en vaarten buiten het stedelijk gebied, dan dragen deze bij aan versterking van hun rustige en voorname karakter, behoud en versterking van erfgoed als identiteitsdragers en herstel van continuïteit (ook aanliggend landschap) waar nodig. • Als ontwikkelingen plaatsvinden langs de rivier dan krijgen deze (ook) een voorkant naar de rivier en dragen deze bij aan behoud of versterking van het eigen karakter van de rivier. • De oevers van rivieren, vaarten, kanalen en plassen zijn waar mogelijk openbaar toegankelijk. Om oevers en water toegankelijk en beleefbaar te houden is er geen ruimte voor verdere verdichting (privatisering) van de oevers, direct grenzend aan het water. • Versterken van het recreatieve en/of natuurlijke karakter van de plassen.
• • • • • • • • • • • 39 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Water als structuurdrager
• • • • • • • • • • • 40 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Oude Rijn / Oegstgeester Kanaal De monding van de Oude Rijn onderbreekt het strandwallenlandschap langs de kust. Terwijl verder langs de kust de beeldbepalende lijnen parallel langs de kust lopen is rond de oeverwal van de Oude Rijn de oost-west richting dominant. De Oude Rijn heeft binnen de begrenzing van de Duin- en Bollenstreek meer het karakter van een uitwateringskanaal dan van een rivier. Oude Rijn en Oegstgeester Kanaal vormen de zuidelijke begrenzing van het plangebied. Aanvullende ambitie • Versterken van de herkenbaarheid van de Oude Rijn • Ter hoogte van de doorsnijding van de duinen de kwaliteit van de openbare ruimte in overeenstemming brengen met het (historische) belang van de Oude Rijn
De Oude Rijn in Katwijk, Biltlaan
Boezemwatersysteem Het boezemwater is, met uitzondering van de trekvaart en ringvaart, geen structuurdrager in het gebied. De watergangen van het boezemsysteem liggen meestal haaks op de kustlijn en de hoofdrichting van het landschap. De boezemwatergangen doorsnijden veelvuldig de strandwallen en zijn opgebouwd uit korte rechte stukken met veel bochten. Aanvullende ambitie • Ecologische verbindingen koppelen aan het boezemwatersysteem • Aanleg van natuurlijke oevers langs het boezemwater • Ontwikkelingen aan de watergangen dragen bij aan de versterking van zichtlijnen in het gebied.
Aanvullende ambitie • Het contrast van twee landschappen (kustlandschap en droogmakerij) aan weerskanten versterkt de oriëntatie in het gebied. • Behoud van de groene, openbare zone langs de ringvaart
De Ringvaart in Lisse
• • • • • • • • • • • 41 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Ringvaart Haarlemmermeerpolder De ringvaart (voltooid in 1845) vormt een duidelijke begrenzing van de Duin- en Bollenstreek. Samen met de Haarlemmertrekvaart en enkele oost-west georiënteerde watergangen vormt ze een ladderachtig watersysteem. De randen langs de ringvaart zijn overwegend openbare groengebieden, er staat geen bebouwing georiënteerd op de ringvaart.
• • • • • • • • • • • 42 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Haarlemmertrekvaart De trekvaart uit 1657 verbindt Haarlem met Leiden en diende onder meer voor personenvervoer en het vervoer van afgegraven zand. De trekvaart ligt hoger dan de bollenvelden in de omgeving waar de grond werd afgegraven. De trekvaart heeft een belangrijke rol in de waterhuishouding in het gebied.
De openheid in de centrale ruimte langs de trekvaart blijft behouden en wordt waar mogelijk versterkt.
Aanvullende ambitie • Herkenbaar houden van de vaart als lange structurerende lijn in de centrale open ruimte • Herkenbaar houden van het profiel van de vaart • Behoud en herstel van vaarwegpanorama’s en zichtlijnen • Handhaven en herstellen van zichtlijnen tussen trekvaart en parallel liggende spoorlijn. • Handhaven en herstellen van zichtlijnen tussen trekvaart, bollenvelden en historische bebouwing. • Aanleg van waterbuffers in combinatie met ecologische verbindingen en de inrichting van rietlanden. • Kruispunten met oost-west gerichte wegen als herkenbare oriëntatiepunten in het gebied, daarbij de continuïteit van de vaart bewaken. (zie ook N-wegen)
Aanvullende ambitie • Herkenbaar houden van het patroon van vaarten als kenmerkend element in het zanderijlandschap • Het contrast tussen de zanderijvaarten en de overige watergangen in het gebied wordt behouden en versterkt, door het kenmerkende brede profiel te handhaven en geen natuurvriendelijke oevers langs de vaarten aan te leggen • Ontwikkelingen aan de watergangen dragen bij aan de versterking van zichtlijnen in het gebied.
Bij eventuele ontwikkelingen in de zanderijen blijft het zicht over de lange brede vaarten bewaard.
• • • • • • • • • • • 43 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Zanderijvaarten De afgegraven strandwallen kenmerken zich door het strakke patroon van brede zanderijvaarten. Gecombineerd met de bollenvelden en de hoger gelegen wegen (op het oude niveau van de strandwallen) zijn ze kenmerkend voor dit gebied.
• • • • • • • • • • • 44 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Polderwatersysteem Het polderwatersysteem bestaat vooral uit smalle watergangen. Vergeleken met de zanderijvaarten zijn de sloten veel onopvallender en hebben een grilliger verloop. Het verschil tussen strandvlaktes en nog intakte strandwallen is vaak nog in het grotere aantal watergangen in de vlaktes te herkennen. Daarnaast liggen nog een aantal bredere sloten in de strandvlaktes. Deze zijn vaak oude watergangen die het water afvoerden in de richting van de Oude Rijn. De brede sloten hebben vaak een karakteristiek verloop en zijn bepalend voor de structuur van de polder (bijvoorbeeld Elsgeesterpolder).
Polderwatergang langs de trekvaart
Aanvullende ambitie • Zoete kwel als kans voor natuurontwikkeling in de duinen gebruiken (en daarmee wateroverlast in het bollengebied beperken) • Polderwater in graslanden: de waterbergingsopgave combineren met de aanleg van natuurvriendelijke oevers • Polderwater in strandvlaktes: de waterberging koppelen aan de doorgaande noord-zuid georiënteerde watergangen en herstel van zichtlijnen
Aanvullende ambitie • Het water toegankelijk en beleefbaar houden, waar mogelijk zijn de oevers openbaar toegankelijk. • Geen verdere uitbreiding van verblijfsrecreatieterreinen langs de oevers.
Zwemplek aan de Klinkenberger plas
• • • • • • • • • • • 45 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Plas In het gebied liggen twee plassen, het Oosterduinse meer en de Klinkenberger plas, beide zijn ontstaan door zandwinning. Beide plassen zijn aangewezen als zwemwaterlocaties. Bij het Oosterduinse meer liggen langs de westelijke oever een aantal verblijfsrecreatiecomplexen, de andere drie zijden worden omzoomd door bollengebied.
Doorsnijding spoor, verdichte stationsomgeving Spoor
¯ Á
Station
• • • • • • • • • • • 46 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
OV-panorama
Karakteristiek In de Duin- en Bollenstreek zijn de spoorlijnen voor een groot deel gekoppeld aan andere infrastructuurlijnen, de Haarlemmertrekvaart en aan de A44. Samen vormen ze barrières in verband met de geringe oversteekbaarheid. Aan de spoorlijnen liggen enkele kleine stations, de stationsomgeving hebben geen uitgesproken programma. De zogeheten ov-panorama’s zijn die plekken waar het typische ZuidHollandse (bollen-)landschap beleefbaar en zichtbaar is.
Ontwikkeling Aanleg van een recreatief-transferium bij station Sassenheim en het promoten en ontsluiten van de verschillende recreatief aantrekkelijke gebieden. Ontwikkeling van een hoogwaardig busnetwerk voor de regio.
Ambitie Kwaliteitskaart • Een visuele relatie tussen spoor en omgeving is gewenst; dit betekent dat ontwikkelingen rekening houden met het zicht vanuit de trein op de omgeving. • Specifieke aandacht voor de visuele relatie tussen spoor en landschappelijke omgeving geldt in de openbaar vervoerpanorama’s. Hier ervaart men vanuit de trein de kwaliteiten van Zuid-Holland. Behouden van het zicht op het omringende landschap. Dit houdt in: behoud van de openheid en respect voor bestaande kwaliteiten binnen het panorama. • Er ontstaan stationsgebieden met een aantrekkelijke kwaliteit die passend is bij de aard en omvang van het station, de stedelijke omgeving en haar ligging in het netwerk.
• • • • • • • • • • • 47 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Doorsnijding spoor, verdichte stationsomgeving
• • • • • • • • • • • 48 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Spoor Het spoor tussen Leiden en Haarlem werd langs de Haarlemmertrekvaart in de laag gelegen strandvlakte gebouwd, waardoor het spoor op afstand van de dorpen kwam te liggen. Het gebied rond het spoor is open en vanuit de trein is in het voorjaar een prachtig uitzicht op de bollenvelden. De tweede spoorlijn tussen Leiden en Schiphol volgt de A44 en ligt op de grens tussen kustlandschap en veenweidegebied.
Spoorlijn tussen Leiden en Haarlem
Aanvullende ambitie • Nieuwe ontwikkelingen liggen met de voorkant naar het spoor. • Zichtlijnen tussen spoor en trekvaart handhaven en versterken. • Kale functionele vormgeving van de spoorlijn zonder begeleidende beplanting etc. met een minimale ruimtelijke impact op het landschap. • De barrièrewerking van het spoor minimaliseren door aangename en bruikbare dwarsverbindingen. Deze verbindingen worden logisch vormgegeven, zodat het landschappelijke structuren en historische routes herkenbaar en afleesbaar zijn en zoveel mogelijk intact blijven.
Aanvullende ambitie • Ontwikkelingen in de stationsomgeving houden rekening met de ligging van het station ten opzichte van de dorpskern: - de stations Sassenheim en Hillegom ontwikkelen als recreatietransferiums (zie vrijetijdslandschap) - in Voorhout de stationsomgeving in samenhang met het centrum ontwikkelen.
Station Hillegom
OV-Panorama Het traject tussen Hillegom en Voorhout is een visitekaartje voor de Hollandse kust. In het voorjaar maken veel (inter-)nationale toeristen speciaal de treinreis voor een perfect uitzicht op de bollenvelden. De tweede spoorlijn heeft ter hoogte van Sassenheim uitzicht op de Kagerplassen. Aanvullende ambitie • Handhaven en versterken van het zicht op de bollenvelden en de duinen vanuit de trein, zodat het OV-panorama optimaal behouden blijft. • Open houden van het OV-panorama op het veenweidelandschap met de Kagerplassen.
Spoorlijn tussen bollenvelden bij Hillegom
• • • • • • • • • • • 49 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Station Alleen in Voorhout ligt het station centraal in het dorp. De overige twee stations in het gebied, Sassenheim en Hillegom, liggen buiten het dorp. In Sassenheim wordt de rand van het dorp door de snelweg gevormd en ligt het station aan de andere kant van de snelweg richting de Kagerplassen. Station Hillegom ligt op afstand van het dorp vlak bij de Haarlemmer trekvaart.
Weg door stad en land Autosnelweg op overgang dorp-land Autosnelweg landelijke doorsnijding Autoweg N-weg Weg langs binnenduinrand
H>G
• • • • • • • • • • • 50 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Lokaal wegennet
& &
Panorama Open venster Entrees voor het gebied
Weg door stad en land
Ontwikkeling Geplande wegen zijn de randweg Voorhout, de Duinpolderweg en de Noordelijke Randweg Rijnsburg. Ambitie Kwaliteitskaart Autoweg • Daar waar de snelweg tegelijkertijd de rand van de bebouwing vormt, is extra aandacht voor de kwaliteit van de dorpsrand, waaronder doorgaande verbindingen tussen dorp en ommeland. • Buiten het stedelijk gebied doorsnijdt de snelweg het landschap zonder functionele, logistieke interactie met dit landschap. • Een visuele relatie tussen weg en omgeving is gewenst; Vanaf de snelweg zijn de omringende landschappen en kruisingen met landschappelijke hoofdstructuren beleefbaar. • Ontwikkelingen aan de snelweg zijn altijd integrale gebiedsopgaven. Daarbij wordt specifieke aandacht gevraagd voor: • Verknoping met andere manieren van vervoer en het onderliggend wegennet • Verminderen van de barrièrewerking van wegen voor doorgaande recreatieve verbindingen
• •
Doorgaande ecologische verbindingen Nieuwe ontwikkelingen concentreren zich rond af- en opritten van de snelweg. Hier wordt rekening gehouden met de entreefunctie van de ontwikkeling naar het achterliggende stedelijk gebied.
N-weg • Bij nieuwe infrastructuur beweegt de weg waar mogelijk mee met de hoofdrichting van het landschap. • Nieuwe of aan te passen infrastructuur wordt altijd beschouwd als een integrale gebiedsopgave inclusief inpassingsvraagstukken. Onder inpassing wordt naast ligging in het landschap ook verstaan; omgaan met doorlopende landschappelijke structuren, logische oplossingen voor doorgaande recreatieve verbindingen en behoud van gebruikswaarde van het omliggend gebied. • Waar N-wegen landschappelijke hoofdstructuren kruisen, bijvoorbeeld vaarten, dient de landschappelijke lijn als afzonderlijke structuur zichtbaar en herkenbaar te blijven (door bijvoorbeeld een brug). Deze ‘contactpunten’ worden met zorg ontworpen en komen terug in de beeldkwaliteitsparagraaf.
• • • • • • • • • • • 51 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Karakteristiek Ondanks de centrale ligging in de Randstad en de nabijheid van Schiphol ligt de Duin- en Bollenstreek relatief verkeersluw, grote doorgaande wegen zoals de A44 liggen aan de rand van de streek. Twee provinciale wegen, de N206 en N208 vormen de hoofdontsluiting van het gebied. Belangrijke entrees van het gebied zijn naast de snelweg afritten, de afritten van de N206 en de aantakking van de N207 uit de Haarlemmermeerpolder.
• • • • • • • • • • • 52 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Auto snelweg op overgang dorp-land De A44 ligt op de overgang van de meer verdichte strandwal naar het veenweidegebied. De weg vormt hier een scherpe grens tussen Sassenheim dat tot aan de A44 gegroeid is en het landelijke open gebied. Aan de kant van Sassenheim wisselen groenstroken en bedrijventerreinen elkaar af, richting het veenweidegebied is het zicht open met slechts losse beplanting.
Auto snelweg landelijke doorsnijding Een kort stuk van A44 tussen Sassenheim en Haarlemmermeerpolder ligt op de grens tussen de enige droogmakerij in het gebied en de veenweideplassen. Richting noorden is er een open panorama richting de droogmakerij en ringvaart. De zuidkant van de snelweg met zicht richting de Kagerplassen is dicht geplant met een bosstrook.
Aanvullende ambitie • Aandacht voor de kwaliteit van de rand, waaronder doorgaande verbindingen tussen dorp en ommeland. Extra aandacht voor toeristische routes tussen duinen en veenplassengebied. • Waar A44 en spoor parallel lopen ontwikkelingen in samenhang beoordelen. • Zichtbaarheid van het veenweidegebied aan de oostkant vergroten.
Aanvullende ambitie • Zichtbaarheid van de gradiënt tussen kustlandschap en veenweidegebied vergroten.
Snelweg en spoor lopen deels parallel, het achterliggende veenweidegebied is deels zichtbaar
Zicht naar het noorden met op de achtergrond de kust en rechts de ringvaart Haarlemmermeerpolder
Aanvullende ambitie • Karakter als ‘kustautoweg’ behouden en versterken door karakteristieke beplanting • Karakteristieke zichten op het landschap behouden en versterken • Aantal doorzichten op het bollengebied vergroten
• • • • • • • • • • • 53 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Autoweg De N206 ligt vrij in het landschap en loopt parallel aan de kustlijn. Ten noorden van Katwijk tot aan de provinciegrens is de weg uitgebouwd als autoweg. In de bebouwde kom van Noordwijkerhout ligt de weg verhoogd en autonoom van de bebouwing. Over grote delen is de weg ten minste aan één kant beplant, het zicht op het landschap is daardoor beperkt. Toch is door de weginrichting en beplanting de nabijheid van de kust duidelijk waarneembaar. Ter hoogte van de Zilk loopt de N206 direct langs de duinen met prachtig zicht op het duingebied.
De N206 heeft het karakter van een kustautoweg
an d
rD u
zi
N
la
nd
go
20 o 6 zi rië tr c h n t eekk t a t vvaa o p i e pu aarr n tt
c du ht o in p en
z bz io i c h b o clhl e t o l l e t on p n p gr oe ne dr ag er
Te
in
op gr en as l
c du ht o in p en
zi
Huis
ed
t
• • • • • • • • • • • 54 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
du
ne
i N4
N2
N 44
42
zee 08
3
N444 Vier wegen naar de kust met elk een eigen karakter
n
Aanvullende ambitie • Bij nieuwe infrastructuur volgt de weg waar mogelijk de hoofdrichting van het landschap of loopt haaks erop. • Onderscheid tussen wegen op de strandwallen en wegen in strandvlaktes, door wegen op de strandwallen met bomen te beplanten en wegen in de strandvlaktes open te houden. • Vanaf de oost-west georiënteerde wegen de uitzicht op de duinen en de bollenvelden koesteren en waar mogelijk verbeteren. • Langs de noord-zuid gerichte wegen doorzichten door de lintbebouwing bewaren. (zie ook open vensters en linten) • De N208 als ‘groene drager’ van het gebied: doorgaande laanbeplanting realiseren (zie ook linten) • Kruispunten met de trekvaart als herkenbare oriëntatiepunten in het gebied, daarbij de continuïteit van de vaart bewaken.(zie ook water)
Doorgaande linten op de strandwallen worden beplant als lanen.
De oost-west georiënteerde wegen vormen doorsnedes door het gebied zorgen voor de beleving van open strandvlaktes en de dichtere strandwallen en uiteindelijk de duinen, en bieden zicht op de bollenvelden.
• • • • • • • • • • • 55 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
N-weg De twee hoofdwegen in het gebied, de N206 en de N208, volgen de landschappelijke structuur van zuidoost naar noordwest en vormen samen met de andere N-wegen een ladderstructuur (N206: zie autoweg). De N208 is ontstaan door opwaardering van oudere wegen en deels nieuwe randwegen om de dorpen. Waar de N208 de oudere wegen volgt staat veel lintbebouwing langs de weg (zie linten). De weg zelf is niet beplant, het beschutte karakter komt door beplanting van aangrenzende kavels. De N-wegen (N442, N443 en N444) liggen haaks op de landschappelijke structuur en zijn ondergeschikt aan de hoofdstructuur, daardoor zijn de verbindingen van het achterland naar de kust niet overal goed.
• • • • • • • • • • • 56 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Lokaal wegennet De wegen in het gebied zijn nauwelijks met bomen beplant maar door weg begeleidende hagen. De hagen werden vroeger als natuurlijke windkeringen aangeplant en zorgen voor ‘aankleding’ van het verder relatief open landschap met name in het zanderijlandschap en de strandvlaktes. Kenmerkend bij oude wegen in het zanderijlandschap is de hoogteligging op het oorspronkelijke niveau van de strandwallen. Het omliggende gebied is afgegraven, langs de wegen liggen heel steile taluds.
Hagen langs de wegen versterken de kamerstructuur.
Aanvullende ambitie • Zichtbaar houden van hoogteverschillen tussen de ‘hoge wegen’ en het zanderijenlandschap • De hagen langs wegen handhaven en nieuw aanleggen. Nieuwe hagen planten met name langs wegen met weinig bebouwing en langs bollenvelden. • Langs het zuidelijke deel van de Jacoba van Beierenweg en de Gooweg op de (voormalige) strandwallen een doorgaande laanbeplanting realiseren (zie ook linten) • Aanleg van meer stopplaatsen bij vensters op het bollenlandschap
De karakteristiek hoge wegen in de zanderijen blijven behouden en, voor zover dat nog niet het geval is, beplant met hagen.
Aanvullende ambitie • Accentueren van de scherpe grens door toevoegen van duintypische beplanting aan de kant van de duinen • Zicht op het bollengebied openhouden • Aanleg stopplaatsen bij vensters op het bollenlandschap
• • • • • • • • • • • 57 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Weg langs binnenduinrand Langs de voet van de duinen vanaf Noordwijk aan Zee tot aan de Zilk vormt de weg de hoofdroute voor het recreatieve verkeer. De weg ligt op de scherpe grens tussen duinen en bollen, het ‘kustgevoel’ is sterk aanwezig en tegelijk zijn vanaf de weg een aantal mooie panorama’s op de bollenvelden. De meeste verblijfsrecreatiecomplexen in de binnenduinrand worden vanaf deze weg ontsloten.
De scherpe overgang van duinen naar bollenveld blijft behouden door dicht ingeplante duinen, en openheid naar de velden.
• • • • • • • • • • • 58 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Panorama De Duin- en Bollenstreek is een verdicht kamerlandschap waar langs bijna elke weg bebouwing staat, daardoor zijn grote vergezichten relatief zeldzaam. Grote panorama’s zijn te vinden langs enkele hoofdwegen: Vanaf de A44 op het veenweidegebied en de Elsgeesterpolder, vanaf de N206 op bollenvelden en de binnenduinrand, vanaf de N444 op de Elsgeesterpolder en vanaf de weg langs de binnenduinrand op de bollenvelden in het noordelijke deel. Aanvullende ambitie • Behoud van panorama’s op kenmerkende landschappen zoals de duinen, het bollengebied en de landgoederen. • Koesteren van panorama’s waar meerdere van deze landschappen samen zichtbaar zijn.
Open venster Vanaf de wegen en linten bestaat er regelmatig zicht op het landschap en de bollenvelden. Deze zichten zijn geen brede vergezichten maar eerder korte openingen - vensters - naar het landschap. De open vensters zijn belangrijk voor de attractiviteit van het gebied en de beleving van het landschap. De vensters langs een aantal routes zijn daarbij bijzonder van belang: • de vensters vanuit de duinenrand op de bollenvelden en vice versa vanaf het achterland op de duinen, • de vensters langs de oost-west georiënteerde wegen met zicht op de langgerekte open ruimtes parallel aan de kust • en de vensters met zicht op de landgoederen. • (Voor overige vensters en zichten op het landschap zie ook de beschrijving en ambities bij linten.)
Groot panorama vanaf een hoofdweg
Panorama vanaf de N206 richting Oosterduinse meer
Open vensters tussen de bebouwing en beplanting
Open venster met zicht op de duinen in Noordwijk-Binnen, Nieuwe Zeeweg
Entrees voor het gebied De afritten van de snelweg A44 en de autoweg N206 en de N-wegen vanuit het noorden en de Haarlemmermeerpolder vormen de entrees naar de Duin- en Bollenstreek. Zij zijn het visitekaartje van de streek voor zakelijke en recreatieve bezoekers. Aanvullende ambitie • Verbetering beeldkwaliteit van de entree van de bollenstreek door verrommeling op te ruimen, het zicht op het landschap en de bollenvelden te verbeteren en de entrees op de strandwallen te beplanten.
Stopplaats bij een toeristisch uitzichtspunt
Een van de entrees naar de Duin- en Bollenstreek: de N207 vanuit de Haarlemmermeerpolder
• • • • • • • • • • • 59 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Aanvullende ambitie • Behoud en versterking van open vensters op de duinen, het bollenlandschap en de landgoederen. • Benutting van open vensters als toeristische uitzichtpunten.
Gevarieerd en verbindend vrijetijdslandschap Strand Badplaats Landgoederen en kastelen Keukenhof Verblijfsrecreatie
• • • • • • • • • • • 60 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Natuurgebied Weidevogelgebied Stedelijk groen / recreatiegebied Lange afstand fietsroute Lange afstand wandelroute Fietsknooppuntennetwerk Wandelroutenetwerk Vaarroute R !
Recreatietransferium
Karakteristiek In de Duin- en Bollenstreek komen twee toeristische troeven bij elkaar. Aan een kant het strand en duinengebied met de badplaatsen Noordwijk aan Zee (en buiten het plangebied Katwijk aan Zee) en aan de andere kant het - vooral in het voorjaar - veel bezochte bollengebied met de Keukenhof. De twee toeristische troeven staan vandaag los naast elkaar, door deze met elkaar te verbinden kan het toeristisch-recreatief seizoen verlengd worden en een breder aanbod ontstaan.
Ontwikkeling -
Ambitie Kwaliteitskaart Vrijetijdslandschap en provinciale landschappen in het bijzonder • Ontwikkeling tot een samenhangend, gevarieerd, verbindend en aantrekkelijk stelsel van gebieden en routes op de schaal van de provincie door: • Voorkomen van (nieuwe) obstakels in het recreatief netwerk door bijvoorbeeld verbreding en aanleg van wegen of nieuwe woonlocaties. • Opheffen van barrièrewerking door het waar mogelijk toevoegen van openbare verbindingen en routes. • Inzet van de provincie richt zich vooral op nieuwe ontwikkelingen in de provinciale landschappen: toegankelijke en multifunctionele landschappen in de nabijheid van de stad met een hoge gebruiksen belevingswaarde.
Fiets-, wandel- en vaarroutes: • Sterke verbinding stad-land door een aansluitend routenetwerk voor fietsen, varen en wandelen. De basis van een regionaal fijnmazig netwerk wordt gevormd door de langeafstandroutes aangevuld met stadlandverbindingen en de recreatietransferia. Maaswijdte routenetwerk: wandelaars 0.5 km, fietsers 2 km. Dit netwerk verbindt tevens het Zuid-Hollandse vrijetijdslandschap met omliggende provincies. • Uitwerking van de regionale recreatieve bereikbaarheid naar routes en bestemmingen (transferia, poorten en toeristische overstappunten) vormt de basis voor het planologisch mogelijk maken van recreatieve ontwikkelingen rond de knooppunten. Voor de uitbreiding van recreatieve voorzieningen wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van cultuurhistorisch erfgoed, maar kunnen ook nieuwe bijzondere locaties worden toegevoegd. • Zuid-Holland is als waterprovincie bereikbaar en aantrekkelijk. Verbeteren van de recreatieve gebruikswaarde en belevingskwaliteit van de vaarnetwerken en daar waar mogelijk toevoegen van nieuwe verbindingen. Havens, aanlegplaatsen en dergelijke zijn onderdeel van het netwerk. Duin • Vergroten kwaliteit en allure van de badplaatsen met versterking van de eigenheid van die plaatsen (zie ook ‘Natuurlijke duinen’).
• • • • • • • • • • • 61 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Gevarieerd en verbindend vrijetijdslandschap
• • • • • • • • • • • 62 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Groengebieden/recreatiegebieden: • Verbinden van het stedelijk groen (binnen en buiten de contour) door middel van recreatieve doorgaande routes die aansluiten op het recreatief routenetwerk. • Ontwikkelingen dragen bij aan het verbeteren van de kwaliteit ter plaatse en de samenhang tussen het binnenstedelijk en buitenstedelijk groen. • Ontwikkelingen vergroten de diversiteit in ruimtelijke inrichting en programma tussen de verschillende recreatie- en groengebieden. Deze diversiteit is gebaseerd op de ligging ten opzichte van het stedelijk weefsel, de recreatievraag, de landschappelijke kenmerken ter plaatse en de ligging ten opzichte van andere stedelijk groen. Het aanbod wordt hierdoor specifieker en sterker verbonden met de Zuid-Hollandse kwaliteiten. • Waar nodig en mogelijk toevoegen van nieuw stedelijk groen of recreatiegebied.
Strand Het strand met aangrenzende zee en de duinen is een belangrijke toeristische trekker voor het gebied, met Noordwijk aan Zee als enige kustplaats binnen het plangebied. Ten zuiden van de Oude Rijn, buiten het plangebied, ligt badplaats Katwijk aan Zee. Het overige deel van het strand ligt verscholen achter de duinen, veel strandopgangen zijn alleen voor wandelaars en fietsers bereikbaar. Aanvullende ambitie • Het strand behoud zijn natuurlijk karakter • Behouden en versterken van het natuurlijke karakter van de strandopgangen • Concentreren van voorzieningen rond de strandopgangen
Natuurgebieden: • Toegankelijk en beleefbaar maken van unieke natuurlandschappen van Zuid-Holland in evenwicht met de ecologische draagkracht ter plaatse. Transferia • De transferia zijn gebiedsspecifiek ingericht, herkenbaar als transferium en representatief met een hoge ontwerpkwaliteit. • Waar mogelijk transferia koppelen aan stedelijk groen zodat ze functioneren als publieke ruimte voor de stad en het landelijk gebied. Hier komen stad en land samen in bijvoorbeeld pleisterplaatsen, ervaringsmomenten en routes.
Strand bij Noordwijk
Aanvullende ambitie • Rond en in bebouwd gebied wordt de versterking van de waterkering samen opgepakt met de stedelijke vernieuwing. • De visuele en functionele relatie tussen boulevard, strand en zee versterken, door het zicht op de zee te behouden en versterken en door bijvoorbeeld strandopgangen toe te voegen. • Bij Noordwijk de relatie met het bollengebied in het achterland versterken en zo seizoensverbreding mogelijk maken. • (zie ook dorpsrand: Zeefront) Landgoederen en kastelen (zie landgoederen)
De Keukenhof (zie identiteitsdragers)
Boulevard Noordwijk aan Zee
• • • • • • • • • • • 63 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Badplaats De badplaats Noordwijk aan Zee ligt vooruit geschoven voor Noordwijk-Binnen aan de kust tussen de duinen. De oude vissersplaats heeft zich ontwikkeld tot één van de belangrijkste badplaatsen langs de Hollandse kust. De eigenlijke badplaats heeft een boulevard direct aan de kust. Het overige deel van het dorp ligt verscholen achter de duinen, van daaruit leiden strandafslagen met een meer natuurlijk karakter naar de zee. Centraal tussen beide boulevards ligt Huis ter Duin, een bekend hotel met een lange en roemrijke geschiedenis. Ten zuiden van de Oude Rijn ligt badplaats Katwijk aan Zee (buiten het plangebied).
• • • • • • • • • • • 64 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Natuurgebied Duinen, landgoederen en de weidevogelgebieden zijn de belangrijkste natuurgebieden in het gebied. De kwaliteiten van de gebieden zelf zijn hoog, maar onderling zijn de natuurgebieden niet goed met elkaar verbonden; ze vormen groene eilanden binnen het intensief agrarisch gebruikte gebied.
Stedelijk groen / recreatiegebied Recreatiegebieden liggen rond de twee plassen, het Oosterduinsemeer en de Klinkenbergerplas. Het nieuw ingerichte Landschapspark Tespelduyn inclusief golfbaan ligt rondom de voormalige vuilnisbelt. Verspreid over het gebied liggen een groot aantal sportparken aan de rand van de dorpen.
Aanvullende ambitie • Ecologische verbindingen tussen de verschillende gebieden versterken, bijvoorbeeld door natuurlijke oevers langs watergangen, wegbegeleidende hagen en extensief beheerde bermen. • Ecologische verbindingen in de binnenduinrand respecteren het contrast tussen duinen en bollengebied door een vormgeving die bij de omgeving aansluit. • Aanleg nieuwe natuur met recreatief medegebruik (afhankelijk van draagvermogen), zoals Hillegom-Noord
Aanvullende ambitie • Versterken van de relatie tussen dorpsgebied en het omringende landschap (zie groene dorpsrandzone) • Kwalitatieve upgrading recreatiegebieden, met name Oosterduinsemeer en Klinkenbergerplas. (zie water)
Fietsknooppuntennetwerk en wandelnetwerk In Zuid-Holland is een knooppunten netwerk gerealiseerd. Op deze manier is er een provinciedekkend netwerk dat door recreanten makkelijk te benutten is. Aanvullende ambitie • Vanuit de dorpen, de kust en de stations zijn er aantrekkelijke en herkenbare recreatieve routes en makkelijk bereikbare en herkenbare startlocaties voor een recreatieve dagtocht. • Het regionale routenetwerk voor fietsen en wandelen is compleet en knelpuntvrij, medegebruik van drukke en smalle wegen wordt vermeden. • De toegankelijkheid van het gebied wordt behouden of verbeterd. • Koppelen van cultureel erfgoed aan het recreatief routenetwerk.
Vormgeving van ecologische zones sluit aan bij de omgeving: organische vormen in de duinen, lange rechte lijnen in het bollengebied
Aanvullende ambitie • Recreatieve routes verbinden kustrecreatiegebieden met toeristisch aantrekkelijk gebieden in het achterland.
Lokale wegen, zoals Veenenburgerlaan, maken onderdeel uit van recreatieve netwerk
Vaarroute De belangrijkste vaarroutes in het gebied zijn de Haarlemmertrekvaart, Ringvaart Haarlemmermeer, de Oude Rijn, het Oegstgeesterkanaal en het Additioneel Kanaal. Deze verbinden het gebied met overige routes in Zuid- en Noord-Holland. Langs de vaarroutes liggen een aantal aanlegplaatsen maar geen bijzondere recreatieve voorzieningen. Aanvullende ambitie • Nieuwe vaarroutes tussen trekvaart en de ringvaart ontwikkelen. • Waarborgen bevaarbaarheid voor waterrecreanten • Haarlemmertrekvaart onderdeel van het waterrecreatie netwerk met plassen en ringvaart • Haarlemmertrekvaart koppelen met landgoederenzone door aanleg geschikte overstap/aanlegpunten voor fiets- en wandelbestemmingen
Nieuwe vaarroutes verbinden de trekvaart met de Haarlemmer ringvaart
• • • • • • • • • • • 65 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Lange afstand fiets- en wandelroutes De lange afstand routes maken deel uit van een landelijk systeem van routes. De routes lopen langs de mooiste en kenmerkende elementen van het gebied. De bestaande routes lopen alleen door de duinen.
• • • • • • • • • • • 66 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Recreatietransferium Een recreatietransferium is een belangrijk start- en knooppunt in het recreatief netwerk en biedt voorzieningen voor mensen die met de trein of auto komen naar het gebied komen en een dag willen fietsen of wandelen. In het gebied is nog geen transferium aanwezig. Aanvullende ambitie • Realisatie van een recreatietransferium bij station Sassenheim voor het veenplassengebied. • Onderzoeken of een de realisatie van een extra recreatietransferium voor treinreizigers bij station Hillegom voor het bollengebied en duinen/strand wenselijk is. • Bij de ontwikkeling van het transferium streven naar hoge ruimtelijke kwaliteit en een ontwerp dat relatie legt met de bestemming.
Verblijfsrecreatie Langs de binnenduinrand ligt een aantal verblijfsrecreatiegebieden van overwegend matige ruimtelijke kwaliteit. Aanvullende ambitie • Kwaliteitsimpuls verblijfsrecreatie • Zonering van de verblijfsrecreatiegebieden achter de duinen; niet de hele binnenduinrand verdichten. Panorama’s en zichtlijnen tussen duinen en bollen blijven behouden. • Campings in de binnenduinrand passen qua uitstraling in de natuurlijke omgeving.
Recreatieterrein in de binnenduinrand
• • • • • • • • • • • 67 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Bollenlandschap in de binnenduinrand Bollengebied Compensatie grasland Waardevol grasland
• • • • • • • • • • • 68 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Zanderijlandschap
Karakteristiek Het bollenlandschap is een uniek ontginningslandschap ontstaan door het vergraven van oude duinen en strandwallen, het ‘zanderijlandschap. Kenmerkend is de afwisseling van kleurrijke bollenvelden (seizoensgebonden), verspreide bebouwing en begroeiing, vaarten en sloten. Bijzonder zijn de (restanten van) landgoederen en oude duinen. Door omspuiten van de gronden zijn ook grote delen van de strandvlaktes geschikt gemaakt voor de bollenteelt. De kwaliteit en herkenbaarheid van dit landschap komen steeds verder onder druk door toenemende bedrijfsbebouwing en verstedelijking die niet geënt is op een samenhangende en herkenbare ruimtelijke structuur. Mede door intensivering van de bollenteelt raakt het gebied daarmee verder versnipperd. Het zicht op de bollenvelden wordt door bebouwing vaak beperkt. Ontwikkeling Herstructurering van het Greenportgebied door landschapsverbetering, de sanering van verrommeling en schaalvergroting en intensivering gaat gepaard met de ambitie om het bollenareaal en de waardevolle graslanden te behouden. Daarnaast is er een integrale wateropgave voor de het Greenportgebied. Het behoud van bollenareaal in de streek voor de Greenport gebeurt door middel van bollengrondcompensatie voor ontwikkeling van functies die niet direct aan de bollenteelt zijn gerelateerd. Deze bollengrondcompensatie verloopt via de Greenportontwikkelingsmaatschappij en voldoet aan de regels zoals ook in de Verordening Ruimte zijn opgenomen.
Ambitie Kwaliteitskaart • Nieuwe ontwikkelingen worden geplaatst in het ruimtelijk perspectief van de Duin- en Bollenstreek als geheel. Dit betekent dat zo’n ontwikkeling een bijdrage levert aan een samenhangende en herkenbare ruimtelijke structuur, op een logische plek ligt in deze structuur en toekomstbestendig is. Opgave hierbij is om de intensivering in de landbouw en de verstedelijking te koppelen aan een versterking van de landschappelijke structuur. • In stand houden van de nog gave strandvlakten als contrast met de voor de bollenteelt in cultuur genomen (afgezande) oude duinen en strandwallen. • Verbeteren van de beleefbaarheid en de aantrekkelijkheid van het unieke ontginningslandschap (bollenteelt). • Het behouden en versterken van het zicht op de bollenvelden en het contrast tussen de open vlakten en de bestaande verdichte zones (bebouwing en beplanting).
• • • • • • • • • • • 69 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Bollenlandschap in de binnenduinrand
• • • • • • • • • • • 70 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Bollengebied De bollenteelt begon op afgravingen van strandwallen en jonge duinen. Vanaf 1980 werden de bollen ook op strandvlaktes geteeld door de zand uit de ondergrond naar boven te halen (omspuiting). Het bollengebied heeft naast de landbouwfunctie ook een grote toeristische waarde. Kenmerkend voor het gebied zijn de bollenvelden in combinatie met historische bollenschuren, kleine rijtjes arbeiderswoningen en wegbegeleidende hagen. Aanvullende ambitie • Koesteren van bebouwing die het gebied haar identiteit verleent zoals bollenschuren en arbeiderswoningen. • Bedrijfsuitbreiding wordt zoveel mogelijk gekoppeld aan landschapsbouw, bijvoorbeeld door aanplant van erfbeplanting. • Aantrekkelijkheid van het bollengebied versterken door landschapsbouw, bijvoorbeeld door: - toevoegen van beplanting op de strandwallen (lanen, houtwallen, bosschages, hagen) - aanplant van hagen in het zanderijenlandschap - aanleg van natuurvriendelijke oevers langs noord-zuid gerichte watergangen in de strandvlaktes en langs het boezemwater (zie ook Handleiding bedrijfsuitbreiding Duin- & Bollenstreek)
Zanderijenlandschap Het zanderijenlandschap is een specifiek onderdeel van de Duin- en Bollenstreek, waarbij de voormalige strandwallen afgegraven zijn ten behoeve van zandwinning en bollenteelt. Het zanderijenlandschap is open en vlak met een kenmerkend rasterpatroon van brede waterlopen. De oude wegen liggen op het niveau van de voormalige strandwallen. Bij het afgraven van de strandwallen werden de bestaande wegen gespaard. Hierdoor liggen deze wegen, en vaak ook de aangrenzende bebouwing, nu een stuk boven de aangrenzende bollenvelden. Recentere wegen en (bedrijfs-)bebouwing liggen laag, op het huidige niveau van het maaiveld. Langs de wegen zijn veelal hagen geplant als windschermen voor de bollenteelt. De fraaiste voorbeelden van het zanderijenlandschap zijn te vinden rond de Veenenburgerlaan ten noorden van Lisse.
Compensatie grasland Compensatie graslanden zijn relatief kleinschalige graslandpercelen die aansluiten op bollengrond. Deze graslanden zijn aangewezen ter compensatie van bollengrond die elders verloren gaat (zie Intergemeentelijk Structuurvisie Greenport). Aanvullende ambitie • Compensatie graslanden omzetten naar bollengrond als deze elders verloren gaat. Historische bollenschuur ten midden van bollenvelden langs de Zwartelaan
Waardevol grasland Waardevolle graslanden zijn de open weidegebieden op de natste gronden van de strandvlakten (polder Elsgeest, polder Hoogeweg, Leeweg en Zilkerduinweg), graslanden als onderdeel van landgoederen die niet omgespoten zijn (landgoed Keukenhof en Leeuwenhorst) en de graslanden in de droogmakerij Poelpolder. Aanvullende ambitie • In stand houden van de nog gave graslanden als contrast met de voor de bollenteelt in cultuur genomen (afgezande) oude duinen en strandwallen. • Verbeteren van de toegankelijkheid en beleefbaarheid van de Elsgeesterpolder en Roodemolenpolder in zoverre de ecologische draagkracht, natuurontwikkeling en openheid dit toelaten. • Behoud van waardevolle graslanden als weidevogelgebieden. • Behoud van de openheid van het landschap.
Zanderijenlandschap rond de Veenenburgerlaan
Waardevol grasland in de Elsgeesterpolder
• • • • • • • • • • • 71 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Aanvullende ambitie • Behouden en versterken van de samenhang tussen alle onderdelen binnen deze ruimtelijke eenheid: brede waterlopen, rechthoekige kavels, hoge wegen en kenmerkende bebouwing zoals bollenschuren. • Herkenbaarhouden van het rechthoekige verkavelingspatroon van het zanderijenlandschap (zie ook zanderijvaarten)
Droogmakerij als herkenbare eenheid Droogmakerij klei
• • • • • • • • • • • 72 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Dijk met ringsloot
Droogmakerij als herkenbare eenheid
Ontwikkeling Ambitie Kwaliteitskaart • De droogmakerij blijft als eenheid herkenbaar door het beleefbaar houden van de randen (ringdijk en sloot) en het hoogteverschil tussen laaggelegen droogmakerij en omringend land. • Behoud van de (ring)dijk en/of vaart als herkenbare landschappelijke structuurdrager en begrenzing van de droogmakerijpolders.
Aanvullende ambitie • De droogmakerij blijft als eenheid herkenbaar door het beleefbaar houden van de randen (ringdijk en –vaart) en het hoogteverschil tussen laaggelegen droogmakerij en omringend land. • Gezien de ligging van de polder op de overgang van kustlandschap en naar veenweidegebied, de polder openhouden voor de beleefbaarheid van het landschap. • Behoud van waardevolle graslanden als weidevogelgebieden. • Behoud van de openheid van het landschap.
Dijk en ringsloot Dijk en ringsloot van de Poelpolder grenzen aan de noord- en zuidkant aan de Ringvaart Haarlemmermeerpolder. Dijk en ringsloot zijn een intakte eenheid en grotendeels vrij van bebouwing. In het noordelijke deel lopen dijk en ringsloot door het bebouwde gebied van Lisse. Aanvullende ambitie • Behoud van de dijk en ringsloot als herkenbare landschappelijke structuurdrager en begrenzing van de droogmakerijpolder.
Droogmakerij klei De Poelpolder is een kleine droogmakerij tussen Sassenheim en Lisse, grenzend aan de Ringvaart Haarlemmermeerpolder en het enige open gebleven gebied tussen de Duin- en Bollenstreek en de veenplassen. Het noordelijke deel van de polder maakt deel uit van de bebouwde kom van Lisse. De polder ligt twee à drie meter lager dan de omgeving. Poelpolder, zicht richting De Engel
• • • • • • • • • • • 73 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Karakteristiek Droogmakerijen zijn ontstaan door drooglegging van meren, ze worden begrenst door een ringdijk met aan de buitenzijde een hoog gelegen ringvaart. De Duin- en Bollenstreek bestaat voor het grootste deel uit een kustlandschap. Alleen aan de rand naar de Haarlemmermeerpolder en de Kagerplassen ligt een kleine droogmakerij binnen de plangrenzen. Terwijl de droogmakerijen verder westelijk in het veenweidegebied meestal in gebruik zijn als akkerland (omdat daar de droogste gronden zijn) is de droogmakerij in de Duin- en Bollenstreek in gebruik als grasland (omdat de gronden natter zijn dan de zandgronden langs de kust).
Werkgebieden met karakter Werkgebied aan de dorpsrand Watergebonden werkgebied Kassengebied Verspreide kassen en bedrijfsgebouwen
• • • • • • • • • • • 74 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
!
Hightech werkgebied
Karakteristiek De bedrijven in het gebied zijn verweven met de bollenteelt en het functioneren van de greenport. Naast reguliere terreinen ligt een groot aantal bedrijfsgebouwen en kassen verspreid over het gebied.
Ontwikkeling Ruimte geven aan de Greenport gerelateerde bedrijvigheid, door: • Herstructurering van de concentratiegebieden voor glastuinbouw Rijnsburg en Rooversbroek • Herstructurering en beperkte uitbreiding van reguliere bedrijven op duurzame bedrijventerreinen • Herstructurering en intensivering van het bestaand glastuinbouwgebied Zijlhoek-De Woerd. • Uitbreiding glastuinbouw Rooversbroek, KloosterschuurTrappenberg en Teylingen • Nieuw beschikbaar bedrijventerrein: Klei-oost Zuid in Katwijk en Oosthoutlaan in Teylingen • Uitbreiding voor agrarische handels en exportbedrijven (Delfweg te Noordwijkerhout)
Ambitie Kwaliteitskaart • Weggebonden bedrijvigheid; dit zijn werkgebieden gekoppeld aan een op/afrit van het hoofdinfrastructuurnet. Er is ruimte voor bedrijven die afhankelijk zijn van een betrouwbare en vlotte bereikbaarheid via de weg. Het terrein heeft een ruime, verkeersveilige, functionele opzet met voldoende (gedeelde) parkeervoorzieningen en een gepaste overgang tussen terrein en omgeving gebaseerd op bestaande
•
•
•
•
landschappelijke structuren. Deze terreinen zijn veelal zichtbaar vanaf het hoofdinfrastructuurnet. Terreinen ontwikkelen daarom een aantrekkelijke of opvallende voorkant naar de weg. Daar waar bedrijventerreinen de entree van een stad of dorp vormen wordt extra aandacht geschonken aan de beeldkwaliteit (rand) van het terrein. Deze terreinen zijn het visitekaartje van hetdorp. Doorgaande routestructuren worden gerespecteerd of krijgen een gelijkwaardige vervanger. Het terrein of haar omgeving is aantrekkelijk voor verschillende gebruikers. Watergebonden werkgebieden; dit zijn werkgebieden gekoppeld aan binnenvaartwater. Er is ruimte voor overslag en opslag. De relatie tussen functie en vorm is duidelijk zichtbaar. Bij ontwikkelingen wordt gezorgd voor een gepaste overgang tussen terrein en omgeving en het benutten van de milieuruimte zonder hinder voor de omgeving. Er wordt respectvol omgegaan met aanwezig cultuurhistorische erfgoed (zoals het industrieel erfgoed langs de Oude Rijn); Kassengebied; Ontwikkelingen in de glastuinbouw dragen bij aan een grootschalig, geconcentreerd, modern uiterlijk en functioneren. Gericht op zoveel mogelijk meervoudig ruimtegebruik en collectieve voorzieningen, met aandacht voor aansluiting op bestaande landschappelijke structuren. Een dooradering van het gebied met water en recreatieve routes is gewenst. Hightech werkgebied; Deze werkgebieden hebben een toegevoegde waarde voor het imago van Zuid-Holland in zijn geheel. Er is ruimte voor kennisintensieve bedrijvigheid. Ontwikkelingen dragen bij aan een werkgebied van internationale allure met een representatieve uitstraling en een prettige werkomgeving.
• • • • • • • • • • • 75 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Werkgebieden met karakter
• • • • • • • • • • • 76 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Werkgebieden aan de dorpsrand Bedrijventerreinen van verschillende omvang liggen vooral op de dichtbebouwde strandwal langs de N208. De bedrijventerreinen liggen veelal langs de doorgaande weg aan de rand van de dorpen en zijn bepalend voor de beleving van de dorpsentree en het doorgaande karakter van de lintbebouwing. Aanvullende ambitie • Bedrijventerreinen zijn zoveel mogelijk onderdeel van het dorp of maken deel uit van de lintbebouwing. • Bedrijventerreinen worden functioneel en landschappelijk verbonden met de omgeving. Dit betekent dat routes en landschappelijke structuren uit de omgeving doorlopen en dat het gebied aantrekkelijk is voor werknemers, bezoekers en bewoners. • De overgang tussen bedrijventerrein en landschap wordt zorgvuldig vormgegeven. Beplanting zorgt voor een (visuele) afscherming vanuit het landschap.
Watergebonden werkgebied Watergebonden werkgebieden (natte bedrijventerreinen) zijn werkgebieden gekoppeld aan binnenvaartwater. Bedrijventerrein ’t Heen grenst aan het Uitwateringskanaal. Aanvullende ambitie • Bedrijven staan bij voorkeur met de voorkant naar het water en houden rekening met de zicht vanaf het water en de overkant.
Hightech werkgebied Aan de binnenduinrand tussen Katwijk en Noordwijk aan Zee ligt het ‘European Space Research and Technology Centre’ (ESTEC). Het ESTEC is het technische en administratieve centrum van de Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA). Op het terrein bevind zich ook een voor publiek toegankelijke permanente tentoonstelling. Aanvullende ambitie • Hightech werkgebieden hebben een toegevoegde waarde voor het imago van de stad en Zuid-Holland in zijn geheel. Er is ruimte voor kennisintensieve bedrijvigheid. Ontwikkelingen dragen bij aan een werkgebied van internationale allure met een representatieve uitstraling en een prettige werkomgeving. • Landschappelijke groene inbedding in de binnenduinrand (zie ook Instituten in groene setting)
Bedrijventerrein aan de noord-westrand van Sassenheim
Aanvullende ambitie • Groene dooradering met routes brengen het landschap binnen het kassengebied. Ze worden gekoesterd en nieuw aangelegd. • Kassen staan achter op het erf, niet direct aan de weg. Erfbeplanting is gekoppeld aan het woonhuis of kantoorgebouw van het bedrijf. • Meervoudig ruimtegebruik van de glastuinbouw, bijvoorbeeld kas op een woongebouw, drijvende kas, kas op palen gecombineerd met waterberging, recreatie of natuur.
Kassengebied Rijnsburg
Verspreide kassen en bedrijfsgebouwen Kenmerkend voor de Duin- en Bollenstreek zijn het relatief grote aantal verspreid staande kassen en bedrijfsgebouwen. Vaak gaat het om oorspronkelijke tuindersbedrijven die hun activiteiten hebben uitgebreid of van functie zijn veranderd. Aanvullende ambitie • Verspreide kassen(-complexen) passen in het werklandschap mits zij ondergeschikt aan overige bebouwing blijven. • Kassen staan achter op het erf, niet direct aan de weg (uitzondering zijn rol-kassen, deze zijn verplaatsbaar en leveren een wisselend beeld per seizoen). • Stimuleren van erfbeplanting; erfbeplanting versterkt het ensemble van woonhuis en bedrijfsgebouwen en zorgt voor een groene uitstraling van het erf.
Nieuwe bedrijfsgebouwen aan het Westeinde in Noordwijkerhout
• • • • • • • • • • • 77 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Kassengebied Aan de noordrand van Rijnsburg ligt het enige grootschalige kassengebied van de Duin- en Bollenstreek. Het kassengebied is verweven met het omringende landschap omdat twee oude linten door het gebied lopen (Rijnsburgerweg en Noordwijkerweg). De randen van het kassengebied grenzen aan de strandvlaktes van de Elsgeesteren Hogewegpolder. De niet-beplante randen van het kassengebied passen bij het open karakter van de polders.
Identiteitsdragers van Zuid-Holland Bollengebied Landgoederen en kastelen Keukenhof Haarlemmertrekvaart
• • • • • • • • • • • 78 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
D ( !
Molen met molenbiotoop Oriëntatiepunt Atlantikwall Limes
Identiteitsdragers van Zuid-Holland Karakteristiek Het bollengebied, bloembollententoonstelling De Keukenhof, de Haarlemmertrekvaart, Atlantikwall en Limes zijn kenmerkende onderdelen van de Duin- en Bollenstreek. Verschillende torens en molens zorgen voor oriëntatie in het gebied.
Ambitie Kwaliteitskaart • Ontwikkelingen dragen bij aan het behoud van de uitzonderlijke kwaliteit van de identiteitsdrager, het leesbaar houden van het verhaal dat deze oriëntatiepunten in tijd en ruimte vertellen. • In standhouden en versterken van de beleefbaarheid van de identiteitsdragers met aandacht voor bereikbaarheid en toegankelijkheid van de gebieden.
• • • • • • • • • • • 79 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Ontwikkeling Uitvoering van het Masterplan Keukenhof, door onder andere samenvoegen van entrees en parkeerterreinen.
Bollengebied (zie bollengebied in de binnenduinrand)
• • • • • • • • • • • 80 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Landgoederen en kastelen (zie historische landgoederen in de binnenduinrand) De Keukenhof De bloemenbollententoonstelling De Keukenhof is een icoon van de bollenteelt, het park van 32 ha is een belangrijke internationale toeristische attractie die mede het beeld van Nederland in het buitenland bepaald. Ook de uitgestrekte bollenvelden in de omgeving en de nabijheid van de kust dragen bij aan de attractiviteit.
Haarlemeertrekvaart (zie water als structuurdrager)
Molen met molenbiotoop Molens zijn voor de Duin- en Bollenstreek minder kenmerkend dan voor andere Zuid-Hollandse gebieden. De molens vormen net als kerktorens oriëntatiepunten in het landschap. Aanvullende ambitie • Bij nieuwe ontwikkelingen wordt het zicht op de molen open gehouden en de vrije windvang voldoende gegarandeerd.
Aanvullende ambitie • Ontwikkelingen dragen bij aan het behoud van de uitzonderlijke kwaliteit van landgoed Keukenhof. • Openheid rond landgoed Keukenhof bewaren
Landgoederenlandschap met houtwallen en bollenvelden ten zuiden van De Keukenhof
Molen als toeristische attractie bij De Keukenhof
Aanvullende ambitie • In standhouden van de zichtbaarheid van oriëntatiepunten en zichtlijnen tussen de oriëntatiepunten onderling.
Atlantikwall (zie natuurlijke duinen)
Kerktoren De Zilk
Limes De Limes is de noordelijke grens van het voormalige Romeinse rijk. Deze erfgoedlijn vormt het grootste archeologische monument van het land. Van de verdedigings- en transportlinie langs de Oude Rijn is vrijwel niets meer in dit gebied te herkennen, maar de geschiedenis van dit gebied kan een inspiratiebron zijn voor ruimtelijke ontwikkelingen binnen deze zone. Aanvullende ambitie • Versterken van de beleefbaarheid van de Limes; archeologische vindplaatsen en cultuurhistorische objecten herkenbaar en beleefbaar maken en eventueel ontwikkelen tot recreatieve knooppunten. • De Limes vormt een inspiratiebron bij ontwikkelingen rond deze voormalige grenszone.
Watertoren Sassenheim
• • • • • • • • • • • 81 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Oriëntatiepunt Oriëntatiepunten in het gebied zijn voornamelijk torens (kerk-, wateren vuurtorens). Maar ook bijzondere, op grote afstand zichtbare gebouwen zoals Huis ter Duin en het radiostation in de duinen vormen herkenningspunten in het landschap.
Kwaliteit in stads- en dorpsgebied Historische nederzetting Zandnederzetting Badplaats
• • • • • • • • • • • 82 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Stedelijk uitleggebied
Karakteristiek Het hele gebied is te typeren als een woonlandschap daardoor is het verschil tussen stads- en dorpsgebied aan de ene kant en het landelijke gebied aan de andere kant niet overal even duidelijk. De dorpen liggen op de voormalige strandwallen en hebben hun historische centrum langs de oude wegen op de strandwallen. Noordwijk aan Zee is één van de belangrijke badplaatsen van de Hollandse kust. In de Duin- en Bollenstreek is geen stad aanwezig maar de bebouwing van Katwijk en Oegstgeest heeft wel het karakter van een stedelijke uitbreiding. Groengebieden zijn met name in de vorm van sportparken aanwezig. Ontwikkeling Woningbouw op verschillende locaties binnen de huidige bebouwingscontour en de ontwikkeling van woningbouw op voormalige instituutterreinen (Noordwijkerduin, Sancta Maria en Bavo-terrein). In de gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek zijn een aantal woningbouwlocaties buiten de huidige bebouwingscontour aangewezen.
Ambitie Kwaliteitskaart • Behoud en versterking van een brede waaier aan woon- en werkmilieus; elk dorp zijn eigen kleur; vergroten van de diversiteit van dorpen. • Zwaartepunt van de verstedelijking ligt binnen de invloedssfeer van hoogwaardig openbaar vervoer. • Elke kern ontwikkelt zijn eigen identiteit en bouwt voort op zijn karakteristieke structuur en ligging aan en in het landschap. • Het dorp is deel van het omringende landschap, doordat onderliggende patronen herkenbaar zijn in de structuur van het dorp. • Waar mogelijk blijven karakteristieke en beschermde stads- en dorpsgezichten ervaarbaar vanuit het omringende landschap. • Bij nieuwe ontwikkelingen wordt gebruik gemaakt van de groenen waterstructuur als onderdeel van het stads- en dorpsontwerp. • Cultuurhistorisch waardevolle gebouwen worden behouden door ze waar mogelijk een functie te geven die aansluit bij de behoeften van deze tijd. • Als ontwikkelingen plaatsvinden in of in de nabijheid van het historisch centrum dan dragen deze bij aan behoud en versterking van de vitale stads- en dorpscentra met een gevarieerd functioneel en ruimtelijk beeld. Het eigen karakter van het historisch centrum wordt opgezocht en versterkt. • Als herstructurering, transformatie of uitbreiding plaatsvindt binnen de stad, dan draagt dit bij aan het in balans brengen van de mix aan woonmilieus.
• • • • • • • • • • • 83 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Kwaliteit in stads- en dorpsgebied
• • • • • • • • • • • 84 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Historische nederzetting De historische nederzettingen lagen vooral ‘hoog en droog’, of zoals Noordwijk aan Zee als vissersplaats in de duinen of als lintbebouwing langs wegen op de strandwallen. Later is ook een enkele keer in de strandvlakte op een knooppunt van weg en trekvaart een nederzetting ontstaan. Aanvullende ambitie • Behoud en versterking van de kenmerkende kwaliteiten; transformaties respecteren schaal en structuur van de historische kern. • Behoud en versterking van doorzichten naar het landschap (zie ook ingesloten zandnederzettingslinten)
Historisch centrum Warmond
Zandnederzetting De dorpen zijn ontstaan uit agrarische nederzettingen op de strandwallen, de zogenoemde zandnederzettingen. De meeste dorpen liggen midden op een brede strandwal zodat uitbreiding in alle richtingen mogelijk was, alleen Warmond ligt op een smalle strandwal direct grenzend aan het veenweidegebied. De voormalige lintbebouwing is rond de kerken verdicht tot dorpscentrum. Het centrum bestaat vaak uit een enkel lint langs de doorgaande weg met enkele korte zijstraten. Aanvullende ambitie • De dorpen op de strandwallen niet aan elkaar laten groeien. • Sassenheim niet aan de Haarlemmermeerpolder laten groeien. • Warmond: Behoud en versterking van ligging op de landschappelijke gradiënt.
Er wordt voorkomen dat bebouwingskernen aan elkaar groeien door een aantrekkelijke (open) groene ruimte te handhaven tussen de kernen.
Stedelijk uitleggebied Het stedelijke gebied van Leiden, Oegstgeest, Rijnsburg en Katwijk ligt op de oeverwal van de Oude Rijn. De centra van de steden en dorpen liggen ten zuiden van de Oude Rijn en het Oegstgeester kanaal en vallen buiten het plangebied. De uitbreidingen van Katwijk en Oegstgeest vallen wel binnen het plangebied en liggen op de oeverwallen en aangrenzende strandwallen. Aanvullende ambitie • Concentratie van de stedelijke ontwikkelingen op de oeverwal langs de Oude Rijn
Stedelijke uitbreiding aan de noordrand van het Oegstgeester kanaal
• • • • • • • • • • • 85 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Badplaats (zie vrijetijdslandschap)
Kwaliteit van de stads- en dorpsrand Groenzone aan de dorpsrand Heldere landschappelijke grens Rand aan een hoofdweg Rand verweven met het landschap
• • • • • • • • • • • 86 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Zeefront
Kwaliteit van de stads- en dorpsrand
In de Duin- en Bollenstreek onderscheiden we de volgende stads- en dorpsranden: • de ‘heldere landschappelijke grens’ met de kwaliteit van een front (dorpsrand aan een kanaal of vaart of aan het duinlandschap). • het ‘zeefront’ van de badplaats is een front met een onderscheidende eigen kwaliteit. • de ‘rand aan een hoofdweg’ is een bijzondere vorm van een rand met de kwaliteit van het front, waar een weg op de grens van bebouwing en landschap ligt. • de ‘rand verweven met het landschap’ kan een woon- of werkgebied zijn dat grenst aan het bollenlandschap of waardevolle graslanden. • de ‘groenzone aan de dorpsrand’ is een dorpsrand die geleidelijk overgaat in een recreatie- of groengebied of grenst aan een landgoed. De kwaliteit van de groene rand zit in de overlap.
Ontwikkeling (zie stads- en dorpsgebied)
Ambitie Kwaliteitskaart Ontwikkelingen aan de stads- of dorpsrand dragen bij aan het realiseren van een rand met overgangskwaliteit.
• • • • • • • • • • • 87 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Karakteristiek Met stads- en dorpsranden worden de zones op de grens van bebouwd gebied en landschap bedoeld. Hier komen het landschap en de stad of dorp bij elkaar, hetgeen een zekere kwaliteit met zich meebrengt. De relatie tussen bebouwd gebied en landschap is afhankelijk van de karakteristieken van de bebouwingsrand en die van het aangrenzende landschap. De kwaliteit van de overgangszone kan op verschillende manieren tot uitdrukking komen. Waar landschap en bebouwing als het ware ‘met het gezicht naar elkaar’ zijn gekeerd met een heldere en vaststaande landschappelijke grens onderscheiden we de kwaliteit van het front (contrast). Randen waar bebouwd gebied en landschap zijn verbonden door zichtbare en begaanbare doorlopende landschappelijke structuren worden gekenmerkt door de kwaliteit van verweving (contactkwaliteit). Randen waar de grens tussen bebouwing en landschap diffuus is bezitten de kwaliteit van de overlap tussen stad en landschap (contract).
• • • • • • • • • • • 88 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Groenzone aan dorpsrand Deze randen worden gekenmerkt door een geleidelijke overgang tussen bebouwd gebied en landschap. Stedelijke en landschappelijke programma’s lopen in elkaar over. Dit grensgebied wordt vaak gevormd door een mix van recreatiegebieden, sportvelden, campings, golfbanen en andere stadsrandfuncties. De inrichting van de gebieden is zeer groen, maar vaak weinig specifiek. Op enkele plekken wordt de groenzone aan de stadsrand gevormd door een landgoed. Deze stadrandzones zijn over het algemeen goed dooraderd door recreatieve wandel en fietsroutes. Aanvullende ambitie • Ontwikkelingen worden geïntegreerd ontworpen en sluiten zo veel mogelijk aan bij de ruimtelijke kwaliteit van het omringende landschap. • Nieuwe ontwikkelingen passen wat betreft korrelgrootte, vorm en oriëntatie in het geheel. • De toegankelijkheid van de groene dorpssrandzones blijft behouden en wordt waar mogelijk versterkt door aantrekkelijke groene openbare fiets- en wandelroutes. • Functies in de groene dorpsrandzone presenteren zich met de voorkant richting de bebouwingsrand of richting openbare paden. • De groene dorpsrandzones zijn zo min mogelijk in zichzelf gekeerd, en sluiten aan op omringende landschappelijke kwaliteiten.
Aanvullende ambitie • De bebouwing is ondergeschikt aan de landschappelijke grens en respecteert de landschappelijke structuur. • Een duidelijke rand met contrast, waarbij bebouwing en landschap hun eigenschappen maximaal tot expressie brengen. Dit geldt voor woonbebouwing en werkgebieden. • Nieuwe ontwikkelingen zorgvuldig positioneren en inrichten, zodat ze de landschappelijke structuur versterken. • Vormen van hoogbouw kunnen aan het karakter bijdragen. • Tussen de bebouwing en de landschappelijke grens ligt een groenzone met openbaar toegankelijke route.
• • • • • • • • • • • 89 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Heldere landschappelijke grens Het landschap vormt een heldere grens tegenover de bebouwing. In deze gebieden wordt de rand sterker door het landschap bepaald dan door de bebouwing zelf. De Ringvaart van de Haarlemmermeer en de Oude Rijn/Oegstgeester Kanaal zijn zulke heldere grenzen en ook de duinen bij Katwijk en Noordwijk. De bebouwing ligt meestal met de achterkant naar het landschap.
• • • • • • • • • • • 90 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Rand aan een hoofdweg Bij dorpsranden aan een hoofdweg is de directe relatie met het omringende landschap verstoord. De hoofdweg vormt vaak zowel fysiek als visueel een barrière tussen de stad of het dorp en het landschap. De dorpsranden aan een hoofdweg kunnen met de voorkant naar de weg en het landschap zijn georiënteerd, waardoor frontkwaliteit kan ontstaan, maar het kan ook dat de bebouwing zich juist van de weg en het landschap afkeert. In zo’n geval ligt er vaak een groenstrook als buffer tussen weg en bebouwing. De weg vormt in alle gevallen een heldere grens. Op enkele plekken richten bedrijfsgebouwen zich met het gezicht naar de weg. Hier ontwikkelt de stadsrandzone zich als zichtlocatie.
Aanvullende ambitie • De barrièrewerking van een hoofdweg beperken door aantrekkelijke verbindingen te maken met het landschap. • Waar de dorpsrand met de voorkant naar de weg en het landschap toe is georiënteerd, heeft de rand een aantrekkelijke en representatieve uitstraling, en worden visuele relaties met het ommeland gewaarborgd en waar mogelijk versterkt. • Waar de dorpsrand zich van de weg en het landschap afkeert wordt kwaliteit gecreëerd door de zone tussen bebouwing en weg in te richten als groene dorpsrand, met verblijfskwaliteit voor de aangrenzende buurten. • Waar bedrijventerreinen zicht ontwikkelen als zichtlocatie, dient te worden zorggedragen voor een aantrekkelijke en groene voorkant.
Aanvullende ambitie • Dorpen blijven afzonderlijk herkenbaar door in te zetten op het contrast tussen de besloten dorpsrand en het open landschap. • Afzonderlijke kernen blijven zichtbaar. Waar bebouwing van verschillende dorpen aan elkaar dreigt te groeien blijft het open landschap als buffer behouden.
•
•
•
•
•
De dorpen hebben een heldere, groene en informele rand naar het open landschap. Deze rand kan zowel een voorkant zijn als een achterkant. Waar bedrijfsgebouwen met de achterkant naar het landschap liggen, past de maat en schaal van de bebouwing bij de schaal van het aangrenzende landschap. Bij een kleinschalig landschap zorgt beplanting voor de nodige groene buffer tussen bebouwing en landschap. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt zorggedragen dat ze een nieuwe heldere landschappelijke afronding vormen voor het dorp of de stad. Belangrijke landschappelijke structuren zoals watergangen, lanen en linten, lopen waar mogelijk door in het bebouwd gebied en vormen visuele en fysieke verbindingen tussen dorp en land. Waar mogelijk worden de randen dooraderd door recreatieve verbindingen.
• • • • • • • • • • • 91 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Rand verweven met het landschap Dorpsranden aan het bollenlandschap of aan de graslanden hebben een directe relatie met het landschap. De rand is herkenbaar ten opzichte van het landschap door het onderscheid tussen de beslotenheid van stad of dorp en de openheid van het landschap. Patronen vanuit het landschap, zoals lanen, vaarten, linten en kavelpatronen lopen door in het bebouwd gebied. De structuur die stad en land verbindt, kan een herkenbare landschappelijke onderlegger hebben, zoals een strandwal. De rand is niet specifiek ontworpen als definitieve grens en ligt dan ook niet vast. Door nieuwe ontwikkelingen kan de rand verschuiven. De randen aan het landschap zijn verschillend vormgegeven. Soms ligt de bebouwing met het gezicht naar het landschap gericht, soms wordt de rand gevormd door een rafelige achterkant. Deze variatie, en een zekere mate van informaliteit is een karakteristieke kwaliteit van de rand aan het landschap. Op enkele plekken vormt de bebouwing een zeer ‘koude’ en stedelijk rand waardoor ze afbreuk doen aan het silhouet van het dorp vanuit het landschap. Sommige randen aan het landschap worden gevormd door bedrijventerreinen, kassen of loodsen. De gebouwen liggen over het algemeen met de achterkant direct tegen het landschap zonder groene buffer. Door de hoge mate van verstedelijking in het gebied, met een grote variatie in bebouwingsvormen en linten die in de loop van de tijd zijn uitgebreid tot kernen, zijn de overgangen tussen dorp en land niet altijd goed herkenbaar. Een voorbeeld van een verdicht landelijk gebied is het kassencomplex bij Rijnsburg, de randen van dit gebied worden onder ‘Werklandschappen’ beschreven.
• • • • • • • • • • • 92 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Zeefront De boulevard van Noordwijk aan Zee vormt een scherpe rand van het dorp, en is volledig gericht op de kust. Dorp en kust liggen hier met de gezichten naar elkaar toe en de kwaliteiten van de bebouwing en van het duinlandschap komen volledig tot hun recht. Vanaf de boulevard is zicht mogelijk over de duinen naar de zee.
Aanvullende ambitie • Nieuwe ontwikkelingen dragen bij aan het karakter van de rand als zeefront. • Vergroten van de kwaliteit en allure van de badplaats met versterking van de eigenheid bij stedelijke vernieuwing. • Vormen van hoogbouw kunnen aan dit karakter bijdragen. • Behouden van het zicht op het water. • Geen gesloten zeefront, doorzichten naar het achterland behouden. • Nieuwe ontwikkelingen in het front zijn ook met het gezicht naar de kust gericht.
• • • • • • • • • • • 93 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Linten blijven linten Zandnederzettingslint Zandnederzettingslint (ingesloten) Zanderijlint Tuinderslint
• • • • • • • • • • • 94 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Boezemlint
Linten blijven linten Ontwikkeling Toename van het aantal en het volume van bedrijfsgebouwen Toename van het aantal niet-grondgebonden bedrijven in de linten.
Ambitie Kwaliteitskaart • Linten blijven linten als onderscheidende bebouwingsvorm in het gebied. • Linten behouden hun lineaire karakter, waarbij de achterzijde van de bebouwing een direct contact met het landschap heeft en de voorzijde aan de openbare weg of waterloop grenst. • Bij nieuwe ontwikkelingen zijn de huidige korrel, profiel, transparantie en respect voor historische gaafheid van een lint richtinggevend. • Bij grootschalige ontwikkelingen blijft het lint herkenbaar als bebouwingsvorm. Dit betekent dat er op gepaste afstand van het lint gebouwd wordt, waarbij het landschap, het lint en de nieuwe ontwikkeling bepalend zijn voor deze afstand. Het lint behoud zijn eigen gezicht.
• • • • • • • • • • • 95 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Karakteristiek Het gebied kenmerkt zich door het grote aantal linten waarvan de meeste als zandnederzettingen ontstaan zijn. Opvallend is de grote variatie aan bebouwingstypen: vrijstaande tuinderswoningen, korte rijtjes arbeiderswoningen, twee-onder-een kap woningen uit verschillende bouwperiodes en ook die voor het gebied typische bollenschuren zijn meestal onderdeel van de lintbebouwing. Belangrijk voor de beleving van het landschap en de zicht op de bollenvelden zijn de onbebouwde kavels tussen de lintbebouwing. Een bijzonder type zijn de Zanderijlinten waarbij de aangrenzende gronden zijn afgegraven en de weg inclusief de oude bebouwing boven het landschap lijkt te zweven. Daarnaast liggen er een aantal linten op de strandvlaktes of zijn later op de afgegraven gronden ontstaan. Langs deze linten liggen tuinderswoningen met bedrijfsgebouwen op grotere afstand van elkaar. De ruimtelijke structuur wordt bepaald door een afwisseling van parallel aan de kustlijn gelegen open en verdichte zones.
• • • • • • • • • • • 96 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Bebouwingstypen
Tuinderswoning
Historische bollenschuur
Twee-onder-één kapper
• • • • • • • • • • • 97 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Arbeidershuisjes
• • • • • • • • • • • 98 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Zandnederzettingslint De zandnederzettingslinten zijn ontstaan op de evenwijdig aan de kust lopende strandwallen. De bebouwingsstructuur en -typologie is heel divers, vrijstaande tuinderswoningen, kleine rijtjes arbeiderswoningen, later toegevoegde rijen twee-onder-een kappers en bedrijfsgebouwen wisselen elkaar af. Bij de meeste linten ligt de bebouwing verspreid, naast een bebouwingscluster volgen een aantal vrije kavels die zicht op het landschap bieden. Maar ook het tegenovergestelde is aanwezig: heel besloten bebouwingslinten waar het achterliggend landschap niet zichtbaar is en die de illusie wekken dat het lint midden in de bebouwde kom ligt (zoals bijvoorbeeld de Stationsweg in Hillegom). Aanvullende ambitie • Behoud en versterking van de grote variatie aan bebouwingstypen en -structuren • In stand houden van de relatie met het landschap en de zicht op de bollenvelden door het koesteren van onbebouwde kavels of doorzichten tussen de lintbebouwing. • Koesteren van kenmerkende bebouwing zoals bollenschuren en arbeiderswoningen. • De doorgaande linten op de voormalige strandwallen (N208 en Gooweg) beplanten met lanen • Linten langs lokale wegen beplanten met een enkele bomenrij en hagen
Heereweg (N208) tussen Lisse en Sassenheim
Zandnederzettingslint (ingesloten) Op de brede strandwallen zijn delen van de linten rond de kerken uitgegroeid tot dorpen, het oorspronkelijke lint ligt dan ingesloten en is uitgegroeid tot historisch centrum. Door later toegevoegde bebouwing en verkeerskundige aanpassingen is de historische loop van de linten niet altijd goed te herkennen. (Het lint van Warmond ligt op korte afstand van de Kagerplassen, vanuit het smalle lint zijn soms doorzichten naar het water.)
• • • • • • • • • • • 99 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Aanvullende ambitie • In stand houden en versterken van het doorgaande karakter (visueel) van het lint. • Ontwikkelingen houden rekening met de maat en functie van het centrum en de lintbebouwing • De doorgaande linten op de voormalige strandwallen (N208 en Gooweg) beplanten met lanen.
Heereweg in het centrum van Lisse
• • • • • • • • • • • 100 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Zanderijlint Bij de zanderijlinten zijn de aangrenzende gronden afgegraven waardoor een hoogteverschil tussen het lint en het zanderijenlandschap ontstond. Het meest opvallend is dit bij de Veenenburgerlaan, in Noordwijkerhout zijn de hoogteverschillen ook binnen de dorpsbebouwing bewaard. Aanvullende ambitie • Zichtbaar houden van de hoogteverschillen tussen ‘hoge wegen’ en het zanderijenlandschap • De hoog liggende linten behouden hun karakteristiek profiel. • Nieuwe ontwikkelingen respecteren maat en hoogteligging van de hoger liggende weg en bebouwing. • Enkelzijdig bebouwde linten worden behouden door geen nieuwe bebouwing aan de overzijde te plaatsen. • Linten langs lokale wegen beplanten met een enkele bomenrij en hagen
Veenenburgerlaan met eenzijdige bebouwing en duidelijk hoogteverschil
Tuinderslint De tuinderslinten liggen verspreid in het gebied, de bebouwingsstructuur varieert, maar is over het algemeen losser dan bij de Zanderijnederzettingslinten. Tussen de bebouwing zijn regelmatig doorzichten naar het landschap en de bebouwing wordt afgewisseld met een aantal onbebouwde kavels. Meest voorkomende bebouwingstype zijn tuinderswoningen met bijbehorende bedrijfsgebouwen (waaronder vaak ook kassen) en vrijstaande burgerwoningen; arbeiderswoningen komen niet voor. • • • • • • • • • • • 101 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Aanvullende ambitie • Vasthouden aan de openheid en de verspreide bebouwingsstructuur van de linten. • De linten beplanten met hagen; hagen zorgen voor ‘aankleding’ van het landschap zonder de openheid van de strandvlaktes aan te tasten. • Stimuleren van erfbeplanting; erfbeplanting versterkt het ensemble van tuinderswoning en bedrijfsgebouwen en zorgt voor een groene uitstraling van het erf. • Continueren van het overwegend agrarische karakter van de bebouwing. • Bij nieuwe ontwikkelingen ligt de woonbebouwing voor op de kavel, evenwijdig aan de kavelgrens. Bedrijfsgebouwen liggen achter de rooilijn van de woonbebouwing.
De Boender, Noordwijk
• • • • • • • • • • • 102 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Boezemlint Lint met de bebouwing op of aan de kade van het boezemwater. Het profiel is vaak asymmetrisch met aan één zijde van de weg het water en aan de andere de bebouwing. De bebouwingsdichtheid van het lint hangt af van de landschappelijke ligging; langs de Haarlemmer trekvaart, die grotendeels op een strandvlakte ligt, is de bebouwing verspreid in enkele clusters. Waar het boezemwater door de strandwal snijdt is het lint dichter bebouwd. Aanvullende ambitie • Vasthouden aan de verspreide bebouwingsstructuur van de linten. • Behoud en versterking van het zicht op het water • Asymmetrie behouden: slechts aan één zijde bebouwing
Oosteinderlaan, Hillegom
• • • • • • • • • • • 103 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
• • • • • • • • • • • 104 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Uitwerking van drie casussen In het gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek worden drie casussen uitgewerkt. Het doel van deze uitwerkingen is het laten zien hoe het gebiedsprofiel in de praktijk gebruikt kan worden. Bij deze voorbeelduitwerkingen worden in enkele stappen de randvoorwaarden voor een goed ruimtelijk plan uitgezet. In eerste instantie wordt gekeken welke gebiedsprofielkaarten een rol spelen bij de specifieke casus. Per gebiedsprofielkaart worden de ambities van de legenda-eenheid kort beschreven. Vervolgens wordt aangegeven welke bouwstenen (aanknopingspunten) er volgen uit de beschreven ambities voor deze specifieke case. De bouwstenen worden samengebracht in een raamwerkkaart die inzichtelijk maakt hoe de gewenste ruimtelijke ontwikkeling vorm kan krijgen. Dit is een mogelijke uitkomst van de opgave, maar zeker niet de enige. De keuzes die hier zijn gemaakt zijn voorbeelden. Het gebiedsprofiel en de kwaliteitskaart bieden sturing in de vorm van randvoorwaarden en ambities. Om tot goede ruimtelijke plannen te komen zal er altijd een samenspraak moeten zijn tussen opdrachtgever, ontwerpers en andere betrokkenen.
De opgave De drie casussen die in het Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek worden uitgewerkt zijn gebaseerd op concrete vragen die door betrokkenen in het gebied naar voren zijn gebracht. De eerste casus (4.1) onderzoekt de mogelijkheden voor bedrijfsuitbreiding gecombineerd met landschapsbouw rond een belangrijk entreegebied voor de Duin- en Bollenstreek langs de N443. De andere twee casussen gaan over de nieuwbouw van woningen. In het gebied liggen afspraken voor het realiseren van ‘Greenport’-woningen; dit zijn in principe vrijstaande woningen in het buitengebied. Als financiële impuls voor de kwaliteitsslag van de Duin- en Bollenstreek is de realisatie van deze woningen van groot belang. De ruimtelijke principes uit het gebiedsprofiel helpen de gebiedspartijen en beleidsmakers bij het maken van ruimtelijke afwegingen. Voor de woningen zijn er een tweetal casussen uitgewerkt: 4.2. Woningen in een Zandnederzettingslint 4.3. Woningen in een Zanderijenlint De bouwstenen voor de twee casussen zijn schematisch, zonder concrete locatie, uitgewerkt en dus toepasbaar op alle Zandnederzettingslinten en Zanderijenlinten in het gebied.
• • • • • • • • • • • 105 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
4 In de praktijk
• • • • • • • • • • • 106 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Opgave Door schaalvergroting van de bollenbedrijven is op veel plaatsen uitbreiding van de bedrijfsbebouwing aan de orde. In deze case gaan we op zoek naar ruimtelijke bouwstenen en principes die kunnen helpen bij het maken van ruimtelijke beleidskeuzen voor het toestaan van uitbreiding van bedrijfsbebouwing. Als testlocatie stellen we daarvoor het ‘entreegebied’ van de Bollenstreek voor aan weerszijden van de N443. In het Landschapsperspectief zijn hier voor verschillende kamers verschillende strategieën aangegeven: in welke kamers onder voorwaarden uitbreiding mogelijk is en in welke kamers wordt ingezet op het actief vergroten van de openheid van het landschap. Ook de landschappelijke inrichtingsprincipes uit de Handreiking Bedrijfsuitbreiding Duin&Bollenstreek willen we in deze case gebruiken.
Legenda-eenheden en ambities Op basis van de locatie en de specifieke opgave voor deze plek zijn de volgende gebiedsprofielkaarten met bijbehorende ambities van toepassing op de casus:
Entreegebied langs de N443
Kleinschalig gebied binnen het entreegebied
• • • • • •
Historische landgoederen in de binnenduinrand Water als structuurdrager Bollenlandschap in de binnenduinrand Weg door stad en land Gevarieerd en verbindende vrijetijdslandschap Linten blijven linten
• • • • • • • • • • • 107 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
4.1 Bedrijfsuitbreiding in het entreegebied
• • • • • • • • • • • 108 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Ambities Historische landgoederen in de binnenduinrand • Versterken van de regionale ensemblewaarde van het landgoedcluster KeukenhofDever-Teylingen door: - de clusters als samenhangende groengebieden te ontwikkelingen, - historische structuren, zoals waterlopen, lanen en zichtassen versterken of herstellen, - lokale ontwikkelingen, zoals het herstel van de ruïne van Teylingen, in te passen in grotere groen- en routestructuren
Bouwstenen • Aansluitend aan landgoed Keukenhof beplanting in het gebied toevoegen. • De beplanting langs de noord-zuid wegen versterken. • Stimuleren van beplanting op particuliere gronden.
Bouwstenen • Verbreden van het boezemwater en aanleg brede ecologische verbindingen tussen trekvaart en ringvaart • Het grillige patroon van de zanderijvaarten tussen Loosterweg en Torenlaan zichtbaar houden. • Het brede profiel van de zanderijvaarten herkenbaar houden, geen natuurvriendelijke oever aanleggen
• • • • • • • • • • • 109 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Ambities Water als structuurdrager • Verdiepen en verbreden van het bestaande boezemwatersysteem ter behoeve van waterberging • Ecologische verbindingen koppelen aan het boezemwatersysteem • Ontwikkelingen aan de watergangen dragen bij aan de versterking van zichtlijnen in het gebied. • Herkenbaar houden van het patroon van zanderijvaarten als kenmerkend element in het zanderijlandschap • Het contrast tussen de zanderijvaarten en de overige watergangen in het gebied wordt behouden en versterkt, door het kenmerkende brede profiel te handhaven en geen natuurvriendelijke oevers langs de vaarten aan te leggen
• • • • • • • • • • • 110 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Ambities Bollenlandschap in de binnenduinrand • Koesteren van bebouwing die het gebied haar identiteit verleent zoals bollenschuren en arbeiderswoningen. • Bedrijfsuitbreiding wordt zoveel mogelijk gekoppeld aan landschapsbouw. Bijvoorbeeld door: - aanplant van erfbeplanting - toevoegen van beplanting op de strandwallen (lanen, houtwallen, bosschages, hagen) - aanplant van hagen in het zanderijenlandschap - aanleg van natuurvriendelijke oevers langs noord-zuid gerichte watergangen in de strandvlaktes en langs het boezemwater (zie ook Handleiding bedrijfsuitbreiding Duin- & Bollenstreek)
Bouwstenen • Houtwallen op de kavelgrenzen aanplanten en daarmee de samenhang met landgoed Keukenhof versterken • Bedrijfsuitbreidingen inpassen door aanplant van erfbeplanting
Bouwstenen • Zicht vanaf de N443 op de bollenvelden behouden en versterken. • De uitzicht is steeds in beide richtingen tegelijk, langs de weg ontstaat een sequentie van open-dicht.
• • • • • • • • • • • 111 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Ambities Weg door stad en land • Vanaf de oost-west georiënteerde N-wegen het uitzicht op de bollenvelden koesteren en waar mogelijk verbeteren. • Behoud en versterking van open vensters op het bollenlandschap en de landgoederen. • Benutting van open vensters als toeristische uitzichtpunten.
• • • • • • • • • • • 112 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Ambities Gevarieerd en verbindende vrijetijdslandschap • Vanuit de dorpen, de kust en de stations zijn er aantrekkelijke en herkenbare recreatieve routes en makkelijk bereikbare en herkenbare startlocaties voor een recreatieve dagtocht. • De toegankelijkheid van het gebied wordt behouden of verbeterd. • Koppelen van cultureel erfgoed aan het recreatief routenetwerk. • Haarlemmertrekvaart onderdeel van het waterrecreatie netwerk met plassen en ringvaart • Haarlemmertrekvaart koppelen met landgoederenzone door aanleg geschikte overstap/aanlegpunten voor fiets- en wandelbestemmingen
Bouwstenen • Aanleg recreatieve fietsroute Keukenhof - Ruïne van Teylingen - Huis te Warmont • Gebruik maken van de aantrekkende werking van de bloembollententoonstelling Keukenhof, eventueel koppelen met bedrijfsaktivieiten in het gebied. • Recreatieve routes naar station Sassenheim aanleggen en verbeteren. • Kansen voor vaarnetwerk tussen trekvaart en ringvaart onderzoeken.
Bouwstenen • Laanbeplanting langs de Jacoba van Beierenweg • Enkele bomenrij met wegbegeleidende hagen langs de lokale wegen op de (voormalige) strandwallen • Bedrijfsuitbreidingen liggen achter de rooilijn van de woonbebouwing
• • • • • • • • • • • 113 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Ambities Linten blijven linten • Behoud en versterking van de grote variatie aan bebouwingstypen en -structuren • In stand houden van de relatie met het landschap en de zicht op de bollenvelden door het koesteren van onbebouwde kavels of doorzichten tussen de lintbebouwing. • Koesteren van kenmerkende bebouwing zoals bollenschuren en arbeiderswoningen. • De doorgaande linten op de (voormalige) strandwallen beplanten met lanen • Linten langs lokale wegen beplanten met een enkele bomenrij en hagen • Stimuleren van erfbeplanting; erfbeplanting versterkt het ensemble van tuinderswoning en bedrijfsgebouwen en zorgt voor een groene uitstraling van het erf. • Continueren van het overwegend agrarische karakter van de bebouwing. • Bij nieuwe ontwikkelingen ligt de woonbebouwing voor op de kavel, evenwijdig aan de kavelgrens. Bedrijfsgebouwen liggen achter de rooilijn van de woonbebouwing.
• • • • • • • • • • • 114 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
mogelijke bedrijfsuitbreiding met erfbeplanting
nieuwe houtwallen
nieuwe laanbeplanting
aanplant enkele bomenrij en wegbegeleidende haag
doorzichten vanaf N443 op bollenvelden en graslanden
aanleg nieuwe recreatieve route
ecologische verbinding langs boezemwater en mogelijke nieuwe vaarverbinding
Bedrijfsuitbreidingen worden gecombineerd met de aanplant van erfbeplanting en de aanleg van houtwallen langs de kavelgrenzen. Langs de doorgaande wegen op de strandwallen worden lanen geplant en langs de smalle wegen in het gebied enkele bomenrij met hagen. De N443 wordt niet beplant zodat de doorzichten op de bollenvelden behouden blijven. De contrasten in het watersysteem kunnen versterkt worden door langs het boezemwater brede ecologische verbindingen aan te leggen en het profiel van de zanderijvaarten in stand te houden. Fiets- en vaarroutes ontsluiten het gebied voor recreanten. • • • • • • • • • • • 115 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Raamwerkkaart Bedrijfsuitbreiding in het entreegebied De Raamwerkkaart laat zien hoe door het toevoegen van beplanting een stevig kader ontstaat waarin bedrijfsuitbreiding samengaat met de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. Door het toevoegen van beplanting en recreatieve routes wordt ook de ruimtelijke samenhang van het landgoedcluster Keukenhof-Dever-Teylingen versterkt.
Impressie Oude Herenweg: De lokale weg is beplant met hagen aan weerszijden en een enkele bomenrij. Bedrijfsuitbreiding wordt gecombineerd met erfbeplanting een de aanleg van houtwallen.
4.2 Woningen in een Zandnederzettingslint Opgave Wat is het maximale laadvermogen voor ‘Greenport’-woningen in een zandnederzettingslint met verbetering van de ruimtelijke kwaliteit?
• • • • • • • • • • • 116 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Legenda-eenheden en ambities Op basis van de specifieke opgave zijn de volgende gebiedsprofielkaarten met bijbehorende ambities van toepassing op de casus: • • • •
Natuurlijke duinen Bollenlandschap in de binnenduinrand Weg door stad en land Linten blijven linten
Bouwstenen
Weg door stad en land • Behoud open vensters langs de oost-west georiënteerde wegen met zicht op de langgerekte open ruimtes parallel aan de kust. • Aanleg van meer stopplaatsen bij vensters op het bollenlandschap.
• • •
De strandvlaktes aan weerskanten van de strandwal open houden. Het zicht op de bollenvelden vanaf de oost-west wegen blijft behouden. De strandwal door beplanting en nieuwbouw verdichten.
• • • • • • • • • • • 117 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Ambitie Natuurlijke duinen • Het contrast tussen de open vlakten en de verdichte zones (bebouwing en beplanting) versterken, daarbij het zicht op de bollenvelden behouden. • Nieuwbouwprogramma koppelen aan de dorpen en linten op de voormalige standwallen. Daarbij de strandwallen niet compleet verdichten, maar zones tussen de dorpen open houden. • In stand houden van de nog gave graslanden op de strandvlaktes als contrast met de voor de bollenteelt in cultuur genomen (afgezande) oude duinen en strandwallen.
• • • • • • • • • • • 118 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Ambities Linten blijven linten • Behoud en versterking van de grote variatie aan bebouwingstypen en -structuren • In stand houden van de relatie met het landschap en de zicht op de bollenvelden door het koesteren van onbebouwde kavels of doorzichten tussen de lintbebouwing. • Linten langs lokale wegen beplanten met een enkele bomenrij en hagen
Bouwstenen
• •
Belangrijke doorzichten in de bochten van de weg vrij houden van nieuwe bebouwing Zicht vanaf het lint open houden door de enkelzijdige bebouwing in stand te houden en de onbebouwde kavels te koesteren.
•
Hagen en enkele bomenrij langs de weg aanplanten
•
Nieuwe bebouwing reageert op de kleine, bestaande korrel van het lint: maximaal drie nieuwe woningen naast elkaar
•
Doorzichten tussen de bebouwing zijn minimaal zo breed dat tuinbouw mogelijk blijft
• • • • • • • • • • • 119 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Bouwstenen
• • • • • • • • • • • 120 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Raamwerkkaart Woningen in een Zandnederzettingslint De Raamwerkkaart laat zien hoe met behoud van belangrijke zichtlijnen naar het landschap het bestaande lint verdicht kan worden. De belangrijkste zichtlijnen zijn de zicht over de open strandvlaktes en de doorzichten in bochten van de weg. De doorzichten tussen de bebouwing zijn minimaal zo breed dat tuinbouw mogelijk blijft. De zone waar nieuwe woningen gebouwd kunnen worden loopt evenwijdig aan het lint en respecteert de bestaande verkaveling. De zone is ongeveer 100 - 130 meter breed. Nieuwe woningen op grotere afstand van het lint zijn niet wenselijk in verband met het behoud van de zichtlijnen. Gezien de huidige losse bebouwing en de overwegend kleine korrel van de bebouwing worden maximaal drie nieuwe woningen naast elkaar geplaatst. Als bebouwingstypen passen vooral vrijstaande (tuinders-)woningen maar ook twee-onder-een-kapwoningen in het lint. De weg wordt beplant met een enkele bomenrij en hagen.
strandvlaktes open houden
doorzichten in bochten van de weg
enkelzijdige bebouwing in stand houden, aaneengesloten, onbebouwde kavels open houden
zone voor nieuwe woningen
aanplant enkele bomenrij en wegbegeleidende haag
• • • • • • • • • • • 121 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Bebouwingstypen
Tuinderswoning Twee-onder-één kapper
4.3 Woningen in een Zanderijenlint Opgave Wat is het maximale laadvermogen voor ‘Greenport’-woningen in een zanderijenlint met verbetering van de ruimtelijke kwaliteit?
• • • • • • • • • • • 122 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Legenda-eenheden en ambities Op basis van de specifieke opgave zijn de volgende gebiedsprofielkaarten met bijbehorende ambities van toepassing op de casus: • • • • • •
Natuurlijke duinen Historische landgoederen in de binnenduinrand Water als structuurdrager Bollenlandschap in de binnenduinrand Weg door stad en land Linten blijven linten
Historische landgoederen in de binnenduinrand • Versterken van de regionale ensemblewaarde van landgoedclusters door: - de clusters als samenhangende groengebieden te ontwikkelingen, - historische structuren, zoals waterlopen, lanen en zichtassen versterken of herstellen. • De landgoederenzones uitbouwen tot robuuste en duurzame groengebieden door aan te haken op bestaande groene verbindingen, het toevoegen van landschapsbouw-maatregelen en nieuwe landgoederen op de strandwallen.
Bouwstenen
• • •
De (voormalige) strandwal door toevoegen beplanting en nieuwbouw zichtbaar maken. De doorgaande weg met laanbeplanting beplanten. Nieuwbouw in landgoedachtige setting toevoegen.
• • • • • • • • • • • 123 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Ambities Natuurlijke duinen • Het contrast tussen de open vlakten en de verdichte zones (bebouwing en beplanting) versterken, daarbij het zicht op de bollenvelden behouden. • Nieuwbouwprogramma koppelen aan de dorpen en linten op de voormalige standwallen. Daarbij de strandwallen niet compleet verdichten, maar zones tussen de dorpen open houden.
• • • • • • • • • • • 124 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Ambities Water als structuurdrager • Herkenbaar houden van het patroon van vaarten als kenmerkend element in het zanderijlandschap • Het contrast tussen de zanderijvaarten en de overige watergangen in het gebied wordt behouden en versterkt, door het kenmerkende brede profiel te handhaven en geen natuurvriendelijke oevers langs de vaarten aan te leggen • Ontwikkelingen aan de watergangen dragen bij aan de versterking van zichtlijnen in het gebied.
Bouwstenen
Bollenlandschap in de binnenduinrand • Behouden en versterken van de samenhang tussen alle onderdelen binnen het zanderijenlandschap: brede waterlopen, rechthoekige kavels, hoge wegen en kenmerkende bebouwing zoals bollenschuren. • Herkenbaarhouden van het rechthoekige verkavelingspatroon van het zanderijenlandschap (zie ook zanderijvaarten) • • •
Ontwikkelingen respecteren het vaartenpatroon en het profiel van de vaarten Zicht op de zanderijvaarten vanaf de hoger gelegen weg blijft behouden. De samenhang tussen hoge weg en haaks erop liggende rechthoekige kavels blijft behouden.
Bouwstenen
Linten blijven linten • Zichtbaar houden van de hoogteverschillen tussen ‘hoge wegen en het zanderijenlandschap • De hoog liggende linten behouden hun karakteristiek profiel. • Nieuwe ontwikkelingen respecteren maat en hoogteligging van de hoger liggende weg en bebouwing. • Enkelzijdig bebouwde linten worden behouden door geen nieuwe bebouwing aan de overzijde te plaatsen.
• • •
•
Handhaven van het karakteristieke profiel van de hoog gelegen weg. Enkelzijdige bebouwing van het lint handhaven, doorzichten door het lint op de zanderijvaarten. Uitbreiding van bestaande, op weg-niveau liggende bebouwing, respecteert het wegprofiel en maat en schaal van de overige hoog liggende (historische) bebouwing. Nieuwe woningen worden op het lage niveau van de kavels gebouwd.
• • • • • • • • • • • 125 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Ambities Weg door stad en land • Zichtbaar houden van hoogteverschillen tussen de ‘hoge wegen’ en het zanderijenlandschap • Aanleg van meer stopplaatsen bij vensters op het bollenlandschap.
• • • • • • • • • • • 126 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Raamwerkkaart Woningen in een Zanderijenlint De Raamwerkkaart laat zien hoe een lint verdicht kan worden gebruikmakend van de kwaliteiten van het open zanderijenlandschap en het aangrenzende landgoedkarakter. De enkelzijdige bebouwing van de weg wordt gehandhaafd en het zicht op de bollenvelden open gehouden. Aan de bebouwde zijde blijven doorzichten langs de zanderijvaarten bestaan door brede zones open te houden. Het karakteristiek profiel van de hoog gelegen weg wordt gehandhaafd door nieuwe bebouwing op het niveau van het huidige maaiveld van het landschap toe te voegen. De continuïteit van de weg op de (voormalige) strandwal wordt versterkt door de beplanting vanuit het landgoed door te zetten. De weg krijgt een laanbeplanting en de strook tussen weg en parallel liggende zanderijvaart wordt beplant waarbij zones langs de vaarten open gehouden worden. De nieuwe woningen kunnen in deze landgoedachtige setting gebouwd worden. Als bebouwingstypen passen vrijstaande woningen en compacte volumes zoals een ‘getransformeerde bollenschuur’.
herkenbaarhouden zanderijvaarten en versterken zichtlijnen
landgoedachtig woonmilieu
laanbeplanting
• • • • • • • • • • • 127 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Bebouwingstypen
Getransformeerde bollenschuur Tuinderswoning
• • • • • • • • • • • 128 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Bronnen Provincie • Regioprofielen Cultuurhistorie Zuid-Holland, provincie Zuid-Holland (2010) • Actieprogramma Greenports Zuid-Holland, provincie Zuid-Holland (2008) • Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek, provincie Zuid-Holland (2006) • Streekplan Zuid-Holland West, provincie Zuid-Holland (2003) Regio • Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport Duin- en Bollenstreek, Greenport Duin- en Bollenstreek (2010) • Regionale Structuurvisie 2020 Holland Rijnland (2009) • Excelleren! Visie 2040, Greenport(s) Nederland (2008) • Handreiking bedrijfsuitbreiding Duin- en Bollenstreek, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving BV (2008) • Ruimtelijk Perspectief 2030 Hillegom, Lisse en Noordwijkerhout (2007) • Greenport Duin- en Bollenstreek, Analyse en Uitvoeringsagenda 2006-2020 (2006) • Regiovisie Groen, Water en Landschap Duin- en Bollenstreek, Milieu Overleg Duin- en Bollenstreek, Zuid-Hollands Landschap, Stichting Duinbehoud (oktober 2006) • Regionale collectie bollenschuren, www.bollenschuren.nl • Gebiedsvisie De Polders Groen Genoegen - Site Gemeente Hillegom • Onderzoek compensatiemogelijkheden bollengrond, Grontmij (2006) • Aanvullend onderzoek compensatie bollengrond, Commissie Heijkoop (2007) • Pact en Offensief van Teylingen (2002) • Landschapsbeleidsplan Duin- en Bollenstreek (1997) • Beeldkwaliteitskader Duin- en Bollenstreek (2004) • Landschapsonderzoek Open Geest, Samenwerkingsorgaan Duin- en Bollenstreek (2003) • Agrarische structuuronderzoek Veehouderijen Duin- en Bollenstreek (2003) • Opengrondstuinbouw in de Duin- en Bollenstreek, LTO Noord (2003) • Duurzame Greenports in de Randstad: een wereldkans, Greenport Westland-Oostland, Greenport Aalsmeer, Greenport Duin- en Bollenstreek, Greenport Regio Boskoop (2009) • Natuurgebiedsplan Bollenstreek-Ade-Rijnstreek Noord, provincie Zuid-Holland (2003)
• • • • • • • • • • • 129 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Rijk • Nota Ruimte, VROM (2006) • Randstad Urgent, VROM (2007)
• • • • • • • • • • • 130 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Colofon Het gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek is opgesteld door Grontmij in samenwerking met Feddes/Olthof in opdracht van Provincie Zuid-Holland.
Grontmij Yolanda Boekhoudt (landschapsarchitect) Jan-Willem Bronkhorst (Gis-specialist) HappelCornelissen Ninke Hapel (architect) Marije Stelloo (architect)
Team opdrachtgever Ebel Schepers (projectleider) Bernadet Keijsper Jasper Dijkema
project 280 Utrecht, juni 2014
• • • • • • • • • • • 131 Gebiedsprofiel Duin- en Bollenstreek
Werkteam Feddes/Olthof landschapsarchitecten Yttje Feddes (landschapsarchitect) Angela Hinz (landschapsarchitect) Yoran van Boheemen (landschapsarchitect)