Deel I 1. Bespreek: res nullius, onbeheerde goederen, verloren zaken en schatten Res nullius zijn roerende zaken die op een bepaald tijdstip aan niemand toebehoren, alhoewel ze het voorwerp kunnen zijn van toe-eigening. Ze zullen toebehoren aan de persoon die ze als 1e in bezit neemt. Onbeheerde goederen zijn roerende of onroerende goederen die ofwel nooit het voorwerp van eigendom hebben uitgemaakt, ofwel door hun eigenaar zijn verlaten en bepaalde tijd zonder eigenaar zijn geweest en in een toestand worden achtergelaten waaruit blijkt dat de eigenaar niet langer de bedoeling had zelf vruchten uit die zaak te halen of ze zelf te gebruiken voor bewoning. Ze behoren toe aan de Staat. Verloren zaken zijn zaken die een eigenaar hebben die momenteel onbekend is, de verkrijging van deze zaken wordt geregeld door bijzondere wetten. Schatten zijn weggestopte zaken die een eigenaar hebben gehad. De vinder wordt eigenaar van de zaak; hij krijgt de zaak in volle eigendom indien hij ze op zijn eigen grond vindt, in mede-eigendom indien hij de zaak op andermans grond vindt. 2. Wat zijn vervangbare zaken en wat is het nut ervan? Vervangbare zaken zijn verwisselbaar als gelijksoortige zaken en worden enkel bepaald naar hun generieke eigenschappen. Ze worden verhandeld volgens hun gewicht, getal en maat en missen elke individualiteit. Ze kunnen het voorwerp uitmaken van verbruikleen. Of iets al dan niet een vervangbare zaak is moet afgeleid worden uit de wil van de partijen. In het zakenrecht is dit onderscheid van geen belang, maar in het verbintenissenrecht wel. Zo is er een verschil in eigendomsoverdracht en risico tussen beide en is wettelijke schuldvergelijking enkel mogelijk bij vervangbare zaken. 3. Wat zijn verbruikbare en niet-verbruikbare zaken? Verbruikbare zaken gaan teniet door het 1e normale gebruik ervan. Ze maken het voorwerp uit van verbruikleen en oneigenlijk vruchtgebruik, maar ze kunnen niet verhuurd worden. Niet-verbruikbare zaken gaan niet verloren bij het 1e normale gebruik. Ze maken het voorwerp uit van bruikleen en vruchtgebruik. Of iets al dan niet een verbruikbare zaak is hangt af van de aard van de zaak zelf. 4. Wat zijn afzonderlijke zaken en algemeenheden, geef een voorbeeld? Afzonderlijke zaken worden afzonderlijk als een eenheid beschouwd. Algemeenheden zijn een hoeveelheid van zaken die als een eenheid worden beschouwd. Een feitelijke algemeenheid (kudde, bibliotheek) wordt niet aanzien als een zaak op zichzelf. Een juridische algemeenheid (nalatenschap, vennootschapsvermogen, huwelijksgoederengemeenschap) bestaat uit een geheel van rechten en plichten die als een afzonderlijk vermogen worden opgevat.
5. Leg het intern en extern aspect van zakelijke rechten uit. Het intern aspect is de relatie die ontstaat tussen de titularis van het recht en de zaak waarop zijn recht slaat. Een zakelijk recht verleent onmiddellijke heerschappij over een zaak. Het extern aspect slaat op het feit dat zakelijke rechten tegenwerpelijk zijn aan derden. 6. Wat zijn de kenmerken van de zakelijke rechten? Volgrecht: de titularis van het recht kan de zaak waarop het recht slaat terugvorderen, ongeacht de persoon in wiens bezit de zaak is. Recht van voorrang (voorkeurrecht): de persoon die een zakelijk recht heeft op het geheel of het gedeelte van iemands vermogen word tin principe bij voorrang betaald met de opbrengst van het goed waarop zijn zakelijk recht slaat. 7. Welke zijn de onroerende goederen uit hun aard? Gronderven Met de grond verenigde werken en gebouwen (en hun uitrusting) Beplantingen Delfstoffen 8. Wat zijn de objectieve vereisten voor een onroerend goed door bestemming? Materiële zaak: enkel lichamelijke roerende goederen komen in aanmerking. Ingeschakeld in productieproces Bestemd voor een onroerend goed uit zijn aard Bestemd voor de diensten en de exploitatie van een erf Blijvend door de eigenaar met het erf verbonden: incorporatie 9. Wat zijn de gevolgen van een onroerendmaking? De koop/verkoop van een onroerend goed strekt zich uit tot het toebehoren en alles wat voor het blijvend gebruik met onroerend goed bestemd is. Onroerende goederen door bestemming hoeven niet te worden opgenomen in de boedelbeschrijving bij vruchtgebruik. Hypotheek op een onroerend goed strekt zich uit tot de roerende goederen die onroerend zijn geworden door bestemming. Zaken die onroerend zijn geworden door bestemming kunnen nooit afzonderlijk in beslag worden genomen. Onroerende goederen worden beheerst door Belgische wetten. Het voorrecht van de onbetaalde verkoper van roerende goederen gaat verloren indien die goederen onroerend worden door bestemming. Verkoop van onroerende goederen door bestemming kan onderworpen zijn aan registratierecht.
10. Zijn schuldvorderingen roerend of onroerend, geef voorbeelden? In principe zijn schuldvorderingen roerend, maar de schuldvorderingen die ertoe strekken eigendom of een ander zakelijk recht te verkrijgen op een onroerend goed zijn onroerend, op voorwaarde dat het verkrijgen van de eigendom of het zakelijk recht niet samenvalt met het afsluiten van de overeenkomst. Voorbeelden: De leveringsplicht van een strook grond van een bepaalde oppervlakte waarbij men slechts eigenaar wordt na de afbakening door de verkoper. De leveringsplicht van een onroerend goed van de schuldenaar wanneer de schuldenaar de keuze heeft uit verschillende onroerende goederen, men wordt slechts eigenaar na de keuze van de schuldenaar. De leveringsplicht van een onroerend goed wanneer de partijen zijn overeengekomen dat de eigendom wordt overgedragen door een afzonderlijke levering. 11. Wat is de draagwijdte van inboedel en huisraad? Het betreft geen dwingend recht, maar slechts aanvullende interpretatieregels. Inboedel kent een negatieve definitie en stelt dat geld, edelgesteenten, inschulden, boeken, gedenkpenningen, werktuigen voor wetenschappen, kunsten, ambachten, lijflinnen, paarden, rijtuigen, wapens, granen, wijnen, hooi en andere waren er niet bijhoren, het bevat ook niet vat het voorwerp uitmaakt van handel. Huisraad omvat alleen de meubelen die dienen tot het gebruik en versiering van de vertrekken en eveneens de schilderijen en beelden die van een inboedel van een vertrek uitmaken. 12. Bespreek de anticipatie. Bij anticipatie worden bepaalde goederen die het voorwerp uitmaken van een rechtshandeling aanzien als los van het onroerend goed uit zijn aard alhoewel ze er feitelijk gezien nog aan vastzitten. Toepassingsvoorwaarden: juridische scheiding d.m.v. rechtshandeling en materiële scheiding binnen een bepaalde termijn. Gevolgen: het is een roerend recht dat bestaande en bepaalde zaken tot voorwerp heeft, de fiscale administratie heeft het recht om BTW te heffen op deze goederen; de goederen worden verkregen door inbezitname. 13. Bespreek het juridisch statuut van het openbaar domein Het gaat om een uitzonderingsstatuut, de materie wordt beheerst door 3 categorieën van wetten, doch heeft weinig betekenis voor het burgerlijk recht. Het uitzonderingsstatuut begint bij de affectatie en eindigt bij de desaffectatie. Gevolgen van de niet-vrije beschikking: onvervreemdbaarheid, onverjaarbaarheid, niet vatbaar voor vestiging van erfdienstbaarheden, onverhuurbaarheid en niet vatbaar voor hypotheek of beslag.
14. Bespreek het privaat domein. Het privaat domein omvat alle goederen van de publiekrechtelijke rechtspersonen, die niet voor de werking van de openbare dienst bestemd zijn. De totstandkoming gebeurt door verkrijging ten bezwarende titel, desaffectatie van goederen van het openbaar domein, verkrijgen van verloren zaken, giften, verkrijgende verjaring, door nationalisatiedecreten of op basis van bepaalde wetsartikelen. De goederen van het privaat domein zijn wel vervreemdbaar, verjaarbaar, vatbaar voor erfdienstbaarheden, vatbaar voor huur of concessie en hypotheek, maar principieel niet voor beslag.
Deel II 15. Bespreek de aard van het bezit. Bezit is het houden of genieten van een zaak die men in zijn macht heeft of van een recht dat men uitoefent, hetzij in persoon, hetzij door een ander die in naam van die persoon de zaak in zijn macht heeft of het recht uitoefent. Bezit bevat 2 hoofdbestanddelen: corpus possessionis en animus possessionis. De bezitter treedt op als de schijnbare titularis van een zakelijk recht op een goed. Alle vermogensrechten zijn vatbaar voor bezit op voorwaarde dat dit bezit zich in bepaalde handelingen kan veruiterlijken. Bezit is een feitelijke toestand waaraan rechtsgevolgen kunnen gehecht worden. Bezit is een bron van recht, maar niet zelf een recht. 16. Bespreek de functies van het bezit Bezit is een grondslag voor eigendomsverkrijging bij roerende goederen. Bij onroerende goederen kent bezit 4 functies: politionele functie, verjaringsfunctie, bewijsfunctie en procesrechtelijke functie. 17. Bespreek detentie. Detentie is het uitoefenen van de feitelijke macht op een zaak, zonder dat men het intentioneel bestanddeel heeft. Men heeft een zaak in bezit met toelating en voor rekening van de eigenaar. De detentor geniet geen bescherming. Totstandkoming: conventioneel, ingevolge de wet of door een gerechtelijke beschikking. Detentie geldt absoluut. De detentor kan de zaak niet door verjaring verkrijgen, hij kan wel zijn recht overdragen aan derden. De detentor kan geen bezitsvordering instellen, tenzij de reïntegranda, in bepaalde gevallen heeft hij het retentierecht. De detentor kan zich verzetten tegen de eigenaar van de zaak wanneer de eigenaar de zaak wil terugnemen, en dit zolang hij al zijn verplichtingen t.a.v. de detentor niet heeft vervuld. Einde detentie: einde van rechtstitel, titelverandering, tegenspraak van het recht van de eigenaar.
18. Bespreek de bezitshoedanigheden Voortdurend en onafgebroken bezit (tijdelijk en absoluut gebrek): de bezitsdaden moeten elkaar op geregelde wijze opvolgen zonder leemten te vertonen. Ongestoord bezit (tijdelijk en relatief gebrek) Openbaar bezit (tijdelijk en relatief gebrek): eenieder die er belang bij heeft moet in staat zijn de bezitsdaden vast te stellen. Ondubbelzinnig bezit (tijdelijk en absoluut gebrek): de bezitsdaden moeten op onbetwistbare wijze de uiting zijn van het recht waarop de bezitter aanspraak maakt. 19. Bespreek de visies van rechtspraak en rechtsleer i.v.m. ongestoord bezit Volgens de rechtsleer tast het geweld van anderen het bezit niet aan, net als het tijdelijk verzet van de bezitter tegen een stoornis van derden. Is het bezit aanvankelijk op gewelddadige wijze tot stand gekomen dan kan dit bezit maar deugdelijk worden als alle stoornis en geweld daadwerkelijk ophouden. Volgens de rechtspraak kan een zekere vorm van geweld vanwege een derde tijdens het bezit, het bezit ondeugdelijk maken. 20. Wat is het verschil tussen art.2230 en 2279 B.W.? Art.2230 B.W.: Bezitter wordt geacht eigenaar te zijn, tegenbewijs is mogelijk door alle middelen van recht. Art.2279 B.W.: Bezitter wordt geacht een eigendomstitel te hebben (= sterker en preciezer vermoeden), tegenbewijs kan enkel door een titel. 21. Wat zijn de voorwaarden voor de toepassing van het vermoeden van art.2279 B.W.? Wezenlijke bestanddelen: corpus possessionis en animus possessionis Deugdelijk bezit Goede trouw De bewijslast wordt aldus omgekeerd indien de eiser een bezitsgebrek aantoont, de kwade trouw aantoont of aantoont dat de titel niet wettig is. 22. Bespreek hinder uit nabuurschap en de verschillen i.v.m. vergoeding bij art.1382 B.W. en art.544 B.W. juncto art.16 GW (niet het arrest). Indien er een fout en oorzakelijk verband is met de schade, wordt art.1382 B.W. toegepast. Dit zorgt ervoor dat ook de geringste schade in aanmerking komt en dat er bijgevolg een grotere schadeloosstelling zal zijn. Er wordt geen rekening gehouden met eventuele meerwaarde of voordelen die voortvloeien uit de hinderverwekkende zaak. Indien er geen foutief gedrag is wordt de evenwichtsleer toegepast: wie bovenmatige hinder verwekt is aansprakelijk. De benadeelde kan dan aanspraak maken op een billijke en passende compensatie o.g.v. art.544 B.W. juncto art.16 GW. Hier komt alleen de overlast in aanmerking voor vergoeding en zal er bijgevolg een kleinere vergoeding zijn. Men gaat bovendien de feitelijke toestand na en zal men de compensatie verminderen indien er voordelen blijken uit dit nabuurschap. Doorgaans zal er een grotere compensatie worden verleend bij nieuwere gebouwen en aan werkelijke eigenaars.
23. Hoe wordt de verjaringstermijn berekend? De verjaringstermijn wordt berekend bij dagen. De dies a quo wordt niet meegeteld, de dies ad quem wel. De termijn vervalt wanneer de laatste dag van de vereiste termijn verlopen is. Zon- en feestdagen zijn in de termijn begrepen, ook wanneer de dies a quo er één is. Maanden en jaren worden volgens de Gregoriaanse kalender gerekend. 24. Bespreek de stuiting Stuiting is het uitoefenen of erkennen van het recht dat voorwerp uitmaakt van de verjaring door de persoon tegen wie de verjaring loopt. Het kan enkel voor onroerende goederen en vereist bekwaamheid. Natuurlijke stuiting: bezitter is gedurende meer dan een jaar van het genot der zaak beroofd (geldt erga omnes) Burgerlijke stuiting: dagvaarding, bevel tot betaling of beslag (geldt tussen partijen) Gevolgen van de stuiting: de tijd voor de stuiting komt niet meer in aanmerking, maar de aard van het betrokken recht wijzigt niet; na de stuiting begint een nieuwe verjaringstermijn te lopen. 25. Bespreek de schorsing en de toegevoegde oorzaken door rechtsleer en rechtspraak. Schorsing is een feit waardoor de termijn dadelijk ophoudt te lopen om daarna verder te lopen. Wettelijke oorzaken: onbekwaamheid eigenaar, echtgenoten, bepaalde vorderingen. Toevoegingen door rechtspraak en rechtsleer: overmacht en onwetendheid 26. Welke verjaringstermijnen zijn er? Lange verjaringstermijn van 30 jaar voor de bezitter te kwader trouw of de bezitter zonder titel. Korte verjaringstermijn van 20 jaar voor de bezitter te goeder trouw waarbij de ware eigenaar buiten het rechtsgebied van het hof van beroep woont waar het onroerend goed gelegen is. Korte verjaringstermijn van 10 jaar voor de bezitter te goeder trouw waarbij de ware eigenaar in het rechtsgebied van het hof van beroep woont waar het onroerend goed gelegen is.
27. Bespreek het recht van natrekking. Het recht van natrekking is een grond van eigendomsverkrijging. De eigendom van een roerende of onroerende zaak geeft recht op al wat de zaak voortbrengt en op hetgeen, hetzij natuurlijk, hetzij kunstmatig, als bijzaak ermee verenigd wordt. Natrekking zorgt ervoor dat grote economische verliezen of waardeverminderingen worden vermeden en beschermt eveneens de schuldeisers. Voorwaarden: materiële band tussen 2 onderscheiden materiële zaken, waarbij men een onderscheid kan maken tussen hoofd- en bijzaak. Het recht van natrekking raakt de openbare orde niet. I.v.m. natrekking betreffende onroerende goederen bestaan er 2 wettelijke weerlegbare vermoedens. Natuurlijke natrekking: enkel door toedoen van de natuur verwerft de eigenaar van een onroerend goed de eigendom van zekere zaken die zich van buitenuit met zijn goed komen verenigen teneinde er 1 lichaam mee te maken. 28. Geef de vormen van eigendom met tijdsbepaling. Opstalrecht Erfpacht of cijnspacht Geoorloofde erfstellingen over de hand Mijnwetgeving Multi-eigendom 29. Wat zijn de kenmerken van gewone mede-eigendom? Toevallig: geen gemeenschappelijke wilsuiting. Niet-georganiseerd: binnen de grenzen van het privatief deel kan men doen wat men wil. Tijdelijk: niemand kan gedwongen worden in onverdeeldheid te blijven. 30. Wat zijn de rechten en plichten van de mede-eigenaars bij gewone medeeigendom? Binnen het kader van het privatief deel heeft iedere mede-eigenaar een volledig recht van gebruik, genot, beheer en beschikking. Voor de gemeenschappelijke zaak is een akkoord van de andere mede-eigenaars vereist, tenzij i.v.m. gebruik en genot in overeenstemming met de bestemming en verenigbaar met de rechten van de deelgenoten, daden van behoud van het goed en daden van louter beheer. Iedere mede-eigenaar draagt bij in de nuttige uitgaven tot behoud en onderhoud, alsook in de kosten van beheer, de belastingen en andere lasten betreffende de gemeenschappelijke zaak. 31. Bespreek de vrijwillige mede-eigendom. Vrijwillige mede-eigendom komt tot stand doordat verschillende personen eenzelfde goed verwerven zonder dat zij daarom een vereniging of vennootschap stichten. De geldmiddelen worden samengelegd. De mede-eigendom geldt tot wanneer de overeenkomst een einde neemt. Er is een minimale wettelijke tussenkomst i.v.m. auteursrechten en schepen.
32. Wat is tontine? Tontine is een kansbeding ten bezwarende titel tussen de verkoper en de kopers, waarbij ieder zijn aandeel verwerft onder ontbindende voorwaarde van zijn vóóroverlijden en het aandeel van de andere verwerft onder opschortende voorwaarde van diens vóóroverlijden. Tontine heeft terugwerkende kracht.
33. Bespreek de gedwongen mede-eigendom als bijzaak en de theorie van Hansenne. Het betreft zaken die accessoir bestemd zijn tot het gemeenschappelijk gebruik van 2 of meer onderscheiden en aan verschillende eigenaars toebehorende erven. Theorie van Hansenne: De gemene zaken bij aanpalende erven kunnen ontstaan door overeenkomst, testament en verjaring. Er is echter ook een feitelijk vermoeden wanneer een goed gedurende een zekere tijd tot het gemeenschappelijk gebruik strekt van 2 of meer, aan verschillende eigenaars toebehorende erven dat deze toestand stilzwijgend werd gewild. Rechten mede-eigenaars: kunnen hun aandeel in de onverdeelde goederen niet overdragen of met zakelijke rechten bezwaren, unanimiteitsregel, vrij om op eigen kosten veranderingen aan te brengen aan de gemeenschappelijke zaak, afzonderlijke bevoegdheid om aan de gemeenschappelijke zaak werken te laten uitvoeren die strekken tot behoud, herstelling of vernieuwing. Plichten mede-eigenaars: bestemming niet wijzigen, geen afbreuk doen aan de rechten van de deelgenoten, bijdragen in de kosten, kosten dragen van de veranderingen die de nutsfunctie overschrijden 34. Hoe ontstaat appartementsmede-eigendom De appartementsmede-eigendom ontstaat door het opmaken van statuten van het gebouw (of groep gebouwen), de basisakte en het reglement van mede-eigendom en door de overdracht of toekenning van tenminste 1 kavel. Het speelt geen rol of het gebouw opgericht is of nog op te richten is. Uitz.: de aard van de goederen sluit de toepassing van de wet uit en alle mede-eigenaars stemmen in met de afwijking. 35. Bespreek de algemene vergadering. Ieder eigenaar van een kavel is lid van de algemene vergadering, vertegenwoordiging is mogelijk. De algemene vergadering kan bijeengeroepen worden door de syndicus, de vrederechter of de mede-eigenaars. Om rechtsgeldig te beraadslagen moet meer dan de helft van de mede-eigenaars aanwezig zijn en voorzover tenminste de helft van de aandelen in de gemeenschappelijke delen in hun bezit zijn. Iedere mede-eigenaar beschikt over een aantal stemmen dat overeenstemt met zijn aandeel in de gemeenschappelijke delen. De beslissingen van de algemene vergadering worden bij volstrekte meerderheid genomen en worden opgetekend in een register. De bevoegdheden van de algemene vergadering worden uitgewerkt in de statuten. Zij heeft volheid van bevoegdheid om alle daden van behoud en van beheer van de medeeigendom te stellen.
36. Bespreek de syndicus De syndicus is geen orgaan, doch een lasthebber. De benoemingsprocedure wordt uitgewerkt in de statuten. Het mandaat van de syndicus kan in geen geval 5 jaar te boven gaan. Beheersbevoegdheid: syndicus kan alle bewarende maatregelen treffen en daden van voorlopig beheer stellen, hij kan ook de algemene vergadering bijeenroepen Vertegenwoordigingsbevoegdheid: de syndicus vertegenwoordigt de vereniging van medeeigenaars in feite en in recht Syndicus is als enige aansprakelijk voor zijn beheer 37. Bespreek de publiciteit, informatie en tegenwerpelijkheid bij appartementsmedeeigendom. Publiciteit: overschrijving statuten op hypotheekkantoor, aanstelling syndicus (aanplakking) Informatie: inlichten syndicus bij instellen rechtsvordering, verplichting algemene vergadering bijeen te roepen, meedelen openstaande kosten verbonden aan de mede-eigendom aan optredende notaris bij eigendomsoverdracht van een kavel, tegenwerpelijkheid van het reglement van orde en beslissingen van de algemene vergadering. Tegenwerpelijkheid: statuten en wijzigingen door vrederechter overschrijven op hypotheekkantoor, reglement van orde en beslissingen van algemene vergadering overschrijven op hypotheekkantoor (kan ook bij onderhandse akte, dan geldt dubbele publiciteit: neerlegging op de zetel van de vereniging van mede-eigenaars door de syndicus binnen de maand en meedelen van het verlenen van een zakelijk of persoonlijk recht), ontbinding van de vereniging van mede-eigenaars wordt gekantmeld bij de overschrijving van de statuten, afsluiting van de vereffening wordt overgeschreven op het hypotheekkantoor. 38. Wat zijn de procedureregels m.b.t. de appartementsmede-eigendom? De vereniging van mede-eigenaars wordt vertegenwoordigd door de syndicus. Bijgevolg wordt de betekening aan de syndicus gedaan. De tenuitvoerlegging van beslissingen, waarbij de vereniging van mede-eigenaars veroordeeld wordt, kan gedaan worden op het vermogen van iedere mede-eigenaar (geen hoofdelijkheid en geen volgorde). Vrederechter is bevoegde rechter, RVEA neemt kennis van het beroep en vorderingen > 1860 €. 39. Bespreek het bewijs bij mandeligheid. Materie werd ingevoerd om de bewijsvoering te vergemakkelijken. Het is namelijk van uitzonderlijk belang te weten wie de eigenaar is. De mandeligheid kan verkregen worden door louter bezit en de meegaande verjaring. Mandeligheid kan worden verkregen door een rechtshandeling. Mandeligheid ontstaat door wettelijke vermoedens: men bouwde een gemeenschappelijke muur op gezamenlijke kosten of de scheiding werd door 1 eigenaar opgetrokken en de nabuur verkreeg later de mede-eigendom.
40. Bespreek de bezitsvorderingen Bezitsvorderingen strekken tot handhaving van bezit indien het in rechte of in feite aangevochten wordt, of tot herstel van bezit indien het door geweld of feitelijkheden gestoord wordt of verloren is gegaan. De eigendomstitel wordt nooit onderzocht en de oplossing is slechts voorlopig. Kenmerken: bevoegdheid van de vrederechter, daad van beheer, termijn van 1 jaar sinds stoornis of ontzetting, enkel voor onroerende goederen en rechten die verkregen kunnen worden door verjaring. Klachte Reïntegranda 41. Bespreek het bewijs van eigendom bij eigendomsvorderingen. De bewijslast ligt bij de eiser, hij kan vermoedens en verjaring inroepen als bewijzen. Indien beide partijen een titel hebben die uitgaat van dezelfde persoon, heeft de titel die als 1e is overgeschreven op het hypotheekkantoor voorrang, of in geval van overdracht ter oorzake des doods, de titel die als laatste gedagtekend is. Indien beide partijen een titel voorleggen van verschillende personen, heeft de verweerder voorrang o.g.v. zijn bezit. Indien slechts 1 partij een titel heeft, krijgt deze voorrang en kan de verweerder het enkel halen o.g.v. verjaring. Indien geen van beiden een titel kan voorleggen, komt enkel het bezit in aanmerking.
Deel III 42. Welke zijn de kenmerken van het vruchtgebruik? Zakelijk recht Recht op andermans zaak Tijdelijk recht Niet van openbare orde (uitz.: termijn) 43. Welke zijn de bronnen van het vruchtgebruik? Door de wet Door de wil van de mens: vereist bekwaamheid, vestiging bij testament of overeenkomst Door verkrijgende verjaring 44. Bespreek de vestigingsdaden van vruchtgebruik door de wil van de mens en de bijzondere gevallen. Het vruchtgebruik bij testament heeft slechts uitwerking indien het testament geldig is, het laatste is en nadat het aanvaard werd. Vruchtgebruik bij overeenkomst kan ten kosteloze of ten bezwarende titel en kan gebeuren door vervreemding of door voorbehoud. Men kan een vruchtgebruik op meerdere personen vestigen, op voorwaarde dat die personen reeds geboren zijn of verwekt en levensvatbaar geboren worden.
45. Bespreek het recht op de vruchten bij het vruchtgebruik De vruchtgebruiker heeft recht op het genot van alle vruchten. De natuurlijke en nijverheidsvruchten komen toe vanaf het ogenblik dat ze van de zaak afgescheiden zijn, deze inning moet een daad van goede huisvader zijn. Burgerlijke vruchten worden geacht van dag tot dag verkregen te zijn. 46. Waar ligt de moeilijkheid bij het vruchtgebruik van aandelen in een vennootschap? Er zijn verschillende interpretaties mogelijk indien de vruchtgebruik zich nooit heeft ingelaten met de vennootschap. Regeling in de statuten Dekkers: restrictieve interpretatie: alleen het genot (recht op dividenden). Vandenberghe: extensieve interpretatie: alle regelingen verenigbaar met de normale uitoefening van de lidmaatschapsrechten Franse Vennootschapswet: enkel algemeen stemrecht 47. Wat zijn de verplichtingen van de vruchtgebruiker bij aanvang van het vruchtgebruik Staat: beschrijven van de onroerende goederen en hun uitbating Boedelbeschrijving: tellen en beschrijven roerende goederen + ramen en schatten Borgstelling: strekt tot zekerheid voor de blote eigenaar 48. Wat zijn de verplichtingen van de vruchtgebruiker tijdens het vruchtgebruik? Genot als goede huisvader Behoud van de zaak en onderhoud Dragen van schulden en lasten: de vruchtgebruiker onder bijzondere titel moet niet bijdragen in de schulden. 49. Wat zijn de verplichtingen van de vruchtgebruiker op het einde van het vruchtgebruik? Teruggave Afrekening 50. Wat zijn de rechten van de blote eigenaar bij vruchtgebruik? Behoud en toekomstig genot Beschikking Genot: uitzonderlijk, bij schatten en losgerukt en bij toevallig gebroken hoogstammig hout Instellen van rechtsvorderingen nodig tot bescherming van het eigendomsrecht
51. Wat zijn de plichten van de blote eigenaar bij vruchtgebruik? Zaak niet beschadigen Bestemming eerbiedigen Huurder niet uitzetten Instaan voor bijzondere lasten tijdens het vruchtgebruik Grove herstellingen Vrijwaren bij vruchtgebruik ten bezwarende titel of als bruidsschat 52. Bespreek het genotsmisbruik bij vruchtgebruik. Bij welke zakelijke rechten vindt dit nog toepassing? Enkel toegepast i.v.m. aanwending van het vruchtgebruik. Rechter is niet verplicht het verval uit te spreken. Schuldeisers kunnen tussenkomen bij verval om hun rechten te behouden. Ook bij: recht van gebruik en bewoning, opstal en erfpacht 53. Welke zijn de rechten en plichten van de opstalhouder volgens de wet Vervreemden Met hypotheek bezwaren In vruchtgebruik of huur geven Met erfdienstbaarheden bezwaren De hem toebehorende gebouwen en beplantingen afbreken Uitbating wijzigen Belastingen van de hem toebehorende beplantingen en bouwwerken betalen Bestaande beplantingen en bouwwerken kopen 54. Welke zijn de conventionele afwijkingen i.v.m. de wettelijke regeling van opstalrecht Gebouwen die zich in de ondergrond bevinden of daar worden opgericht kunnen ook het voorwerp uitmaken van opstal. Vergoeding verschuldigd aan grondeigenaar. Opstalhouder verboden zijn opstalrecht te vervreemden of te hypothekeren, mits toestemming eigenaar. Grondeigenaar moet gene vergoeding betalen bij het einde van de opstal voor de verkregen gebouwen en beplantingen. 55. Wat is het gevolg van de afstand van het recht van natrekking? Geen zakelijk recht Valt onder de Opstalwet (vertoont meeste gelijkenissen met opstal)
56. Hoe eindigt de erfpacht? Vermenging Verstrijken van de termijn Vergaan van de grond Bevrijdende verjaring Onteigening ten algemene nutte Algemene wijze van tenietgaan (ontbinding/vernietiging titel, afstand, genotsmisbruik,...) Erfpacht is niet vatbaar voor stilzwijgende vernieuwing. Wanbetaling cijns of canon leidt tot toepassing van het stilzwijgend ontbindend beding Gaat niet teniet door de dood van de erfpachter 57. Wat zijn de gevolgen van de beëindiging van de erfpacht? Eigenaar kan schadevergoeding eisen veroorzaakt door nalatigheid van de erfpachter of door gebrek van onderhoud van het erf of door verlies van rechten door de fout van de erfpachter. Erfpachter mag de werken wegnemen. Werken behoren de eigenaar kosteloos toe indien de erfpachter ze niet wegneemt. 58. Hoe komen erfdienstbaarheden tot stand? Natuurlijke erfdienstbaarheden: aflopen van water Wettelijke erfdienstbaarheden: opgelegd door de wet Erfdienstbaarheden bij de wil van de mens: door een titel, verjaring of bestemming door huisvader 59. Bespreek de erfdienstbaarheid van het aflopen van water. De erfdienstbaarheid van het aflopen van water verplicht de eigenaar zich neer te leggen bij de onvermijdelijke eisen van de natuurlijke ligging van de grond. Men is verplicht om water dat neerkomt op een hoger gelegen erf en dat op natuurlijke wijze afloopt naar een lager gelegen erf, niet tegen te houden. Geen schadevergoeding. Natuurlijk water buiten het toedoen van de mens en alles wat erdoor wordt meegesleept. Vordering tot ontkenning van de erfdienstbaarheid (bevoegdheid vrederechter) Wijziging mogelijk door overeenkomst, verjaring of bestemming door huisvader 60. Bespreek de wettelijke erfdienstbaarheden tot openbaar nut. Zijn onderworpen aan eigen regels. Geven geen recht op schadevergoeding. Gemakkelijk gevestigd door openbare besturen (K.B.) Werkelijke erfdienstbaarheden Eveneens eenzijdige lasten
61. Bespreek de erfdienstbaarheden van licht en uitzicht. Zijn wederkerige wettelijke erfdienstbaarheden tot privaat nut. Licht: venster dat niet opengaat Uitzicht: venster dat wel opengaat Bij gemene muur is toestemming vereist. Door overeenkomst, verjaring of bestemming van de huisvader mogelijk. 62. Bespreek het recht van uitweg. De eigenaar wiens erf ingesloten ligt omdat dit geen voldoende toegang heeft tot de openbare weg en deze toegang niet kan inrichten zonder overdreven onkosten of ongemakken, kan een uitweg vorderen over de erven van zijn naburen, tegen betaling van een vergoeding in verhouding tot de schade die hij mocht veroorzaken. Openbare orde. Vestiging door onderlinge overeenkomst of door rechter. Houdt op te bestaan indien ze niet meer nodig is, of op een minder schadelijke plaats gevestigd kan worden. 63. Bespreek de erfdienstbaarheden bij de wil van de mens. Komen tot stand door een titel, verjaring of door bestemming door de huisvader. Verjaring en bestemming door de huisvader kan enkel bij voortdurende en zichtbare erfdienstbaarheden. Bij bestemming door de huisvader moet het gaan om 2 verschillende erven waar er een juridische scheiding tussen is. 64. Bespreek de uitoefening van de erfdienstbaarheden door de eigenaar van het heersend erf. Wanneer men een erfdienstbaarheid vestigt, wordt men geacht alles toe te staan wat voor het gebruik ervan nodig is. De kosten verbonden aan het uitvoeren van werken zijn ten laste van de eigenaar van het heersend erf. De eigenaar van het heersend erf mag slechts gebruik maken van zijn erfdienstbaarheid overeenkomstig zijn titel en zonder het recht te hebben de last van de erfdienstbaarheid te verzwaren. 65. Hoe gaan erfdienstbaarheden teniet? Niet-uitoefening gedurende 30 jaar (opgelet: schorsing/stuiting tegen 1 persoon geldt voor alle personen). Onmogelijkheid tot gebruiken (opgelet: kan herleven) Vermenging Verlies van het nut van de erfdienstbaarheid
66. Bespreek de inpandgeving. Inpandgeving is een contract waarbij een schuldenaar aan zijn schuldeiser een zaak afgeeft tot zekerheid van de schuld. Goederen die krachtens de wet niet vatbaar zijn voor overdracht, kunnen evenmin in pand worden gegeven. Zakelijk recht Bijkomend recht Eenzijdig contract Roerend goed 67. Welke zijn de bijzondere geldigheidsvereisten van de inpandgeving? Eigendomsrecht Bestaan van een hoofdverbintenis Traditio 68. Bespreek de voorrechten Het voorrecht is een recht dat de schuldeiser, krachtens de wet en uit hoofde van de aard van de schuldvordering toekomt, waardoor hij voorrang verkrijgt boven andere schuldeisers. Uitsluitend uit de wet Omwille van de aard van de schuldvordering Voorrang schuldeiser 69. Bespreek de hypotheek. De hypotheek is een zakelijk recht op onroerende goederen, die verbonden zijn ter voldoening van een verbintenis. Zakelijk, onroerend, bijkomend en ondeelbaar recht Nauwkeurig omschreven Publiciteit Recht van voorrang volgrecht 70. Welke goederen zijn vatbaar voor een hypotheek? Onroerende goederen uit hun aard Onroerende zakelijke rechten door de wet opgesomd Gebouwen waarvan de oprichting begonnen is of nog maar ontworpen is