RAAD VA DE EUROPESE UIE
Brussel, 30 april 2009 (OR. en)
5556/09 ADD 1
ACP 22 WTO 19 COAFR 27 RELEX 54
WETGEVIGSBESLUITE E ADERE ISTRUMETE Betreft: Besluit van de Raad tot ondertekening en voorlopige toepassing van de tussentijdse overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een economische partnerschapsovereenkomst tussen staten in Oostelijk en Zuidelijk Afrika, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds
5556/09 ADD 1
CS/mg DG E II
L
LIJST VAN BIJLAGEN
Bijlage I
Douanerechten op producten van oorsprong uit de OZA-staten bij invoer
Bijlage II
Lijst van OZA-staten die verbintenissen uit hoofde van hoofdstuk II aangaan en douanerechten op producten van oorsprong uit EU-staten bij invoer in de overeenkomstsluitende OZA-staten
Bijlage III
Uitzonderingen voor de OZA-staten ten aanzien van de uitvoerrechten en -belastingen en de nationale behandeling op het gebied van interne belastingen en regelgeving
Bijlage IV
Ontwikkelingsmatrix
Protocol 1
Betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking
Protocol 2
Wederzijdse administratieve bijstand in douaneaangelegenheden
CE/ESA/L/nl 1
BIJLAGE I
DOUANERECHTEN OP PRODUCTEN VAN OORSPRONG UIT DE OZA-STATEN
1.
Onverminderd de punten 2, 4, 5, 6 en 7 worden de douanerechten van de EG, hierna de "EG-
douanerechten" genoemd, op alle producten van de hoofdstukken 1 tot en met 97 van het geharmoniseerd systeem, behalve op die van hoofdstuk 93 daarvan, van oorsprong uit een OZAstaat, bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst volledig afgeschaft. Op producten van hoofdstuk 93 blijft de EG de toegepaste meestbegunstigingsrechten heffen. Voor indicatieve doeleinden is de lijst van EG-douanerechten op producten van oorsprong uit een OZA-staat in een aanhangsel van deze bijlage opgenomen.
2.
EG-douanerechten op de producten van post 1006 van oorspong uit de OZA-staten worden
afgeschaft met ingang van 1 januari 2010, met uitzondering van de EG-douanerechten op de producten van subpost 1006 10 10, die worden afgeschaft bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst.
CE/ESA/BIJLAGE I/nl 1
3.
De EG en de overeenkomstsluitende OZA-staten komen overeen dat protocol 3 van de
Overeenkomst van Cotonou, hierna het "suikerprotocol" genoemd, tot en met 30 september 2009 van toepassing blijft, en dat het suikerprotocol na die datum tussen hen niet meer van kracht zal zijn. Voor de toepassing van artikel 4, lid 1, van het suikerprotocol loopt de leveringsperiode 2008/2009 van 1 juli 2008 tot en met 30 september 2009. De gegarandeerde prijs voor 1 juli tot en met 30 september 2009 wordt vastgesteld na de in artikel 5, lid 4, bedoelde onderhandelingen.
4.
De EG-douanerechten op producten van post 1701 van oorsprong uit een OZA-staat worden
per 1 oktober 2009 afgeschaft. Tot de EG-douanerechten volledig zijn afgeschaft, wordt, voor producten van post 1701 van oorsprong uit de OZA-staten, voor het verkoopseizoen1 2008/2009 naast de toekenning van contingenten met nulrecht als bepaald in het suikerprotocol, een contingent met nulrecht van 75 000 ton, uitgedrukt in wittesuikerequivalent, geopend. Er zal geen invoervergunning worden verleend voor producten die onder dit bijkomende contingent worden ingevoerd, tenzij de importeur zich ertoe verplicht die producten te kopen tegen een prijs die minstens gelijk is aan de gegarandeerde prijzen die zijn vastgesteld voor suiker die in het kader van het suikerprotocol in de EG wordt ingevoerd.
1
Voor de toepassing van de punten 4, 5, 6 en 7 wordt onder "verkoopseizoen" de periode van 1 oktober tot en met 30 september verstaan. CE/ESA/BIJLAGE I/nl 2
5.
a)
De EG kan tijdens de periode van 1 oktober 2009 tot en met 30 september 2015 het toegepaste meestbegunstigingsrecht heffen op producten van post 1701 [suiker] van oorsprong uit de OZA-staten waarvan de invoer onderstaande drempels, uitgedrukt in wittesuikerequivalent, overschrijdt, en wordt geacht de EG-suikermarkt te verstoren:
i)
3,5 miljoen ton per verkoopseizoen van deze producten van oorsprong uit staten die lid zijn van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) en die de Overeenkomst van Cotonou hebben ondertekend;
ii)
voor het verkoopseizoen 2009/2010 1,38 miljoen ton van deze producten van oorsprong uit ACS-staten die door de Verenigde Naties niet als minst ontwikkeld land worden erkend. Deze drempel van 1,38 miljoen ton stijgt tot 1,45 miljoen ton voor het verkoopseizoen 2010/2011 en tot 1,6 miljoen ton voor de vier daaropvolgende verkoopseizoenen.
CE/ESA/BIJLAGE I/nl 3
b)
De invoer van producten van post 1701 van oorsprong uit een OZA-staat die door de Verenigde Naties als minst ontwikkeld land wordt erkend, is niet onderworpen aan de bepalingen van punt 5, onder a). Op deze invoer blijven evenwel de bepalingen van artikel 21 (vrijwaringsclausule) van toepassing1.
c)
Het toegepaste meestbegunstigingsrecht vervalt aan het eind van het verkoopseizoen waarvoor het werd ingesteld.
d)
Maatregelen die krachtens dit punt worden ingesteld, worden onverwijld gemeld aan het EPO-comité; met dat comité wordt geregeld overleg gepleegd over deze maatregelen.
6.
Voor de toepassing van artikel 21 (vrijwaringsclausule) kunnen, vanaf 1 oktober 2015,
verstoringen van de markt voor producten van post 1701 worden geacht te ontstaan wanneer de marktprijs van witte suiker in de Europese Gemeenschap gedurende twee opeenvolgende maanden lager is dan 80 procent van de marktprijs van witte suiker in de Europese Gemeenschap tijdens het voorgaande verkoopseizoen.
1
Hiertoe kunnen in afwijking van artikel 21 op een staat die door de Verenigde Naties als minst ontwikkeld land is erkend, vrijwaringsmaatregelen van toepassing zijn. CE/ESA/BIJLAGE I/nl 4
7.
Van 1 januari 2008 tot en met 30 september 2015 worden producten van de onderverdelingen
1704 90 99, 1806 10 30, 1806 10 90, 2106 90 59 en 2106 90 98 aan een speciaal toezichtmechanisme onderworpen om te waarborgen dat de regelingen in de punten 4 en 5 niet worden ontweken. In het geval van een cumulatieve stijging van de omvang van de invoer van deze producten van oorsprong uit de OZA-staten met meer dan 20 procent tijdens een periode van 12 opeenvolgende maanden ten opzichte van het gemiddelde van de jaarlijkse invoer tijdens de voorgaande drie perioden van 12 maanden, analyseert de EG het handelspatroon en de economische rechtvaardiging en het suikergehalte van deze invoer; indien zij oordeelt dat deze invoer wordt gebruikt om de regelingen in de punten 4 en 5 te ontwijken, kan zij de preferentiële regeling opschorten en het specifieke meestbegunstigingsrecht instellen dat overeenkomstig het gemeenschappelijk douanetarief van de Europese Gemeenschap geldt voor producten van de posten 1704 90 99, 1806 10 30, 1806 10 90, 2106 90 59 en 2106 90 98 van oorsprong uit de OZA-staten. De punten 5 b), c) en d) zijn van overeenkomstige toepassing op maatregelen krachtens dit punt.
8.
Van 1 oktober 2009 tot en met 30 september 2012 wordt voor producten van post 1701 geen
preferentiële invoervergunning afgegeven tenzij de importeur zich ertoe verplicht die producten te kopen tegen een prijs die niet lager is dan 90 procent van de door de EG voor het desbetreffende verkoopseizoen vastgestelde referentieprijs. De partijen nemen er notitie van dat de referentieprijs op het moment van parafering van de overeenkomst opgenomen is in Verordening (EG) nr. 318/2006.
CE/ESA/BIJLAGE I/nl 5
9.
De punten 1, 3 en 4 zijn niet van toepassing op producten van post 1701, van oorsprong uit de
OZA-staten, die in de Franse overzeese departementen in het vrije verkeer worden gebracht. Deze bepalingen gelden voor een periode van tien jaar. Tenzij de partijen anders beslissen, wordt die periode met nog eens tien jaar verlengd.
_________________
CE/ESA/BIJLAGE I/nl 6