Brussel, 8 juli 2009 (OR. en)
RAAD VA DE EUROPESE UIE
11863/09
DEVGE 198 RELEX 649 ACP 159 IGEKOME DOCUMET van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie ingekomen: 1 juli 2009 aan: de heer Javier SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger Betreft: Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Jaarverslag 2009 over het ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap en de tenuitvoerlegging van de externe bijstand in 2008
Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2009) 296 definitief.
Bijlage: COM(2009) 296 definitief
11863/09
rb DG E II
L
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
Brussel, 30.6.2009 COM(2009) 296 definitief
VERSLAG VA DE COMMISSIE AA DE RAAD E HET EUROPEES PARLEMET Jaarverslag 2009 over het ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap en de tenuitvoerlegging van de externe bijstand in 2008
{SEC(2009)831}
NL
NL
VERSLAG VA DE COMMISSIE AA DE RAAD E HET EUROPEES PARLEMET Jaarverslag 2009 over het ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap en de tenuitvoerlegging van de externe bijstand in 2008 2008 was een jaar met diverse uitdagingen voor de Europese Unie en haar ontwikkelingspartners. De stijgende voedsel- en energieprijzen en de wereldwijde financiële crisis hebben het vermogen van de EU om de lopende hulpverbintenissen na te komen en ook in nieuwe behoeften te voorzien, op de proef gesteld. De Europese Commissie heeft snel gereageerd om de impact van de hoge voedselprijzen voor arme landen te compenseren. De Europese Unie heeft aangetoond dat op haar kan worden gerekend: zij heeft vóór eind december met middelen uit de EUbegroting een Voedselfaciliteit van 1 miljard euro ingesteld voor 2008-2010. In de tussentijd heeft de Commissie de begroting voor humanitaire voedselhulp met 140 miljoen euro verhoogd met middelen van de reserve voor noodhulp, en middelen voor de voedselzekerheid bestemd voor de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. Verder heeft zij een beroep gedaan op 200 miljoen euro uit de niet-toegewezen reserve in het kader van het 10e Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). De Commissie heeft ook de macrofinanciële bijstand aan individuele landen in nood verhoogd. Ondanks de economische crisis hebben de EU en haar lidstaten opnieuw hun toezegging bevestigd om de ontwikkelingsbijstand de komende jaren te verhogen. Flexibel en doeltreffend reageren op de situatie naarmate deze zich ontwikkelt, blijft een belangrijke doelstelling voor 2009. Een werkelijk mondiale dimensie Het mondiale karakter van het externe beleid van de EU bleek in 2008 overduidelijk uit het feit dat de EU haar betrekkingen met haar partners in de wereld verdiepte en te kennen gaf met hen te willen samenwerken inzake mondiale vraagstukken, zoals klimaat en energie, handelsliberalisering en verwezenlijking van de millenniumdoelen voor ontwikkeling uit 2000 vóór streefdatum 2015. In mei heeft de EU haar betrekkingen met Latijns-Amerika een nieuwe grondslag gegeven op een topbijeenkomst in Lima. Leiders van beide partijen hebben daarbij een agenda goedgekeurd voor gezamenlijke maatregelen rond twee thema's: sociale cohesie en duurzame ontwikkeling. In juli had de EU haar eerste topontmoeting met Zuid-Afrika. Georgië werd in augustus helaas het middelpunt van de belangstelling als gevolg van het conflict met Rusland. De Commissie heeft in hoog tempo een driejarenpakket samengesteld van bijna 500 miljoen euro. Zij maakte vóór het einde van het jaar reeds een eerste betaling van 60 miljoen euro beschikbaar voor binnenlandse ontheemden in Georgië. De EU heeft in 2008 veel aandacht besteed aan de buurlanden in Oost-Europa en het Middellandse Zeegebied. Zij heeft in juli samen met haar partners het startsein gegeven voor de Unie voor het Middellandse Zeegebied; in december deed de Commissie haar voorstel voor een nieuw oostelijk partnerschap met de landen ten oosten van de EU. De onderhandelingen over een nieuwe
NL
2
NL
partnerschapsovereenkomst met Rusland, die de EU vanwege het conflict met Georgië in de ijskast had gezet, werden in november tijdens een topbijeenkomst tussen de EU en Rusland weer in gang gezet. In de loop van het jaar heeft de EU in totaal 498 miljoen euro verstrekt aan bijstand voor de Palestijnse bevolking; dit was voornamelijk ter dekking van de lopende kosten van de Palestijnse Autoriteit en ter ondersteuning van het Palestijnse plan voor hervorming en ontwikkeling. Gedurende het hele jaar hebben de EU en haar Afrikaanse partners werkzaamheden in de steigers gezet met betrekking tot de acht thematische partnerschappen die deel uitmaken van de ambitieuze gezamenlijke strategie waarover zij in december 2007 in Lissabon overeenstemming hadden bereikt. Beide partijen hebben tevens hun dialoog over mondiale vraagstukken versterkt, waaronder de impact van de financiële crisis, klimaatverandering en internationaal bestuur. Gezien de grotere betrokkenheid van China bij Afrika heeft de Commissie voorstellen gedaan voor samenwerking van de drie partijen, EU-China-Afrika, om gezamenlijke oplossingen te vinden voor gezamenlijke problemen. De Commissie heeft aangedrongen op meer regionale samenwerking en economische integratie tussen de partnerlanden uit Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), als mogelijkheid om groei, handel en ontwikkeling te bevorderen. Zij heeft haar inspanningen gericht op de onderhandelingen over regionale economischepartnerschapsovereenkomsten (EPA's), met groepen van landen ten zuiden van de Sahara en ACS-landen in de regio's Caribisch gebied en Stille Oceaan. De ACSlanden hebben ook geprofiteerd van de regionale component van het nieuwe EOF, zoals een bijdrage van 300 miljoen euro aan de Afrikaanse Vredesfaciliteit, steun voor de ACS-instellingen en voor het mondiaal Fonds ter bestrijding van aids, tuberculose en malaria. In de loop van het jaar heeft de Commissie haar inspanningen voortgezet om formele overeenkomsten te sluiten met strategische Aziatische partnerlanden, China en India, en met Zuid-Korea en lidstaten van de ASEAN (Associatie van Associatie van Zuidoost-Aziatische staten). De bijstand aan de ASEAN is gericht op haar inspanningen met het oog op integratie, zoals uiteengezet in de blauwdruk voor de economische gemeenschap van de ASEAN, en bouwt voort op de Europese ervaring met instrumenten voor regionale integratie, zoals statistiek, douane en gemeenschappelijke normen. De Commissie heeft ook de onderhandelingen voortgezet met het oog op brede associatieovereenkomsten (politieke dialoog, ontwikkelingssamenwerking en preferentiële handel) met de Andesgemeenschap en Centraal-Amerika. Beleid goed afstemmen De onverwachte gebeurtenissen in 2008 hebben de EU en de Europese Commissie niet afgeleid van hun ontwikkelingsprioriteiten. In de loop van 2008 heeft de Commissie halverwege de vorderingen met betrekking tot de millenniumdoelen voor ontwikkeling geanalyseerd. Zij heeft de technische en financiële bijstand van de EU geëvalueerd in de context van de acht millenniumdoelen voor ontwikkeling. De Commissie heeft in juni de EU-agenda voor actie met betrekking tot de millenniumdoelen voor ontwikkeling opgesteld. Deze omvat mijlpalen (ijkpunten) voor 2010 om verloren terrein terug te winnen wat betreft fundamentele sociale doelstellingen (met name op het gebied van gezondheid) en milieudoelstellingen.
NL
3
NL
Voor landen met een laag inkomen en een middeninkomen is de samenwerking vooral gericht op het ondersteunen van beleid ter bestrijding van armoede. In feite hebben deze gebeurtenissen de behoefte versterkt aan meer beleidssamenhang, met name met betrekking tot grote vraagstukken, zoals klimaatverandering, waar de EU zich in het centrum van het proces bevindt, en de wereldhandel. De armste en meest kwetsbare ontwikkelingslanden kunnen direct profiteren van het sterke profiel van de EU inzake klimaatverandering; dit bleek ook bij de operationele lancering van het aanpassingsfonds waarover op de VNconferentie inzake klimaatverandering in Poznan (Polen) in december 2008 overeenstemming werd bereikt. De eerste overeenkomst inzake vrijwillig partnerschap in het kader van het FLEGT-initiatief (wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw) werd in september 2008 gesloten met Ghana. In 2008 heeft de Commissie haar inspanningen vergroot om vraagstukken als gender, milieu, kinderrechten en inheemse bevolkingsgroepen volledig te integreren in het ontwikkelingsproces. In februari heeft de Commissie een pakket maatregelen voorgesteld gericht op kinderen in het buitenlands beleid. Dit omvat een aantal prioriteiten op regionaal en mondiaal niveau met betrekking tot kinderarbeid, kindersmokkel, kinderen die betrokken zijn bij gewapende conflicten en geweld tegen kinderen. In de loop van het jaar heeft de Commissie maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat ander EU-beleid, dat gevolgen heeft voor de ontwikkelingssamenwerking en -bijstand, daarop een positieve impact heeft. Dit zijn niet alleen handel, maar ook landbouw, energie, onderzoek en ontwikkeling, migratie, veiligheid en belastingen. In de loop van 2008 hebben enkele landen uit de regio's Caribisch gebied en Stille Oceaan zich ertoe verbonden de beginselen van goed bestuur op fiscaal gebied ten uitvoer te leggen. Dit was één van de criteria waarmee rekening is gehouden bij de toewijzing van de stimuleringstranche voor goed bestuur van het 10e EOF. De Commissie heeft democratisch bestuur bovenaan haar agenda geplaatst als markering en referentie voor planning en verlening van technische en financiële bijstand. Zij beschouwt democratisch bestuur als een beleidsterrein dat als zodanig moet worden ondersteund, maar ook als een horizontaal thema dat moet worden geïntegreerd in alle bijstandsprogramma's in alle sectoren. Het is ook een centraal thema in elke beleidsdialoog. In de loop van 2008 heeft de Commissie een methode gedefinieerd om het bestuursvraagstuk te analyseren en aan te pakken bij haar sectorale maatregelen. De uitdaging is dat het bevorderen van democratisch bestuur een uiterst gevoelig proces is, dat in elk land anders is. In 2008 heeft de Commissie zich ingespannen om haar bijstand doeltreffender te maken door te zorgen voor samenhang en synergie tussen de geografische en thematische instrumenten voor de bevordering van democratie en mensenrechten. In deze context zijn geografische programma's voornamelijk gewijd aan institutionele opbouw en democratische processen, zoals verkiezingen. Deze omvatten verkiezingsbijstand, steun voor parlementen, mensenrechten, maatschappelijke organisaties en de media. Als voornaamste thematische instrument van de EU is het Europees Instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR) de concrete vertaling van het belang dat de EU aan dit beleid hecht. Het EIDHR kan steun verlenen op plaatsen waar de EU doorgaans niet aanwezig is en, misschien nog belangrijker, zonder de toestemming van derde landen. De voornaamste
NL
4
NL
begunstigden zijn groepen en individuele personen die zich inzetten voor de democratie, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden binnen maatschappelijke organisaties. Sinds de uitzending van de eerst verkiezingswaarnemers van de EU naar Rusland in 1993, zijn de verkiezingswaarnemingsmissies van de EU een uiterst zichtbaar instrument van de Europese diplomatie geworden. In 2008 heeft de Europese Commissie EU-verkiezingswaarnemers uitgezonden voor nationale verkiezingen in tien landen in Azië, Afrika en Latijns-Amerika: Pakistan, Bhutan, Nepal, Cambodja, Rwanda, Angola, Ecuador, Guinee-Bissau, Ghana en Bangladesh. De Europese Commissie zet haar opleidingsprogramma voor verkiezingswaarnemers ook in 2009 voort. Meer en betere hulp Het bedrag dat de Commissie en haar delegaties aan hulp verlenen, is de laatste jaren gestaag en aanzienlijk gegroeid. In 2008 is 9,33 miljard euro vastgelegd, een stijging van ruim 90% ten opzichte van 2001. Ondanks de late ratificatie van het 10e EOF, kon de Commissie vóór het einde van het jaar uit hoofde van deze bron 4,89 miljard euro vastleggen. In het kader van die inspanning stelt de Commissie verschillende financiële instrumenten ter beschikking: het EOF voor de ACS-landen, het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor Azië en LatijnsAmerika, en het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument voor OostEuropa en de landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied. De Europese Unie is de drijvende kracht achter de inspanningen om hulp doeltreffender te maken door deze te verlenen via de systemen van de betrokken landen, om de eigen inbreng te versterken en om de transactiekosten voor de partnerlanden te verlagen. Tijdens het Derde Forum op hoog niveau over de doeltreffendheid van ontwikkelingshulp in Accra (Ghana) is in september bijzondere nadruk gelegd op de taakverdeling tussen donors, het gebruik van de systemen van de betrokken landen, de voorspelbaarheid van hulp, het wederzijds afleggen van verantwoording over de resultaten en minder voorwaarden. Het resultaat van het Forum, de Accra Agenda voor Actie (AAA), past prima binnen de eigen ambities van de EU. Bij de AAA is een groter aantal partners, donors en begunstigden betrokken dan ooit tevoren. De partnerlanden zelf, de opkomende donorlanden, landen met een middeninkomen en niet-overheidsactoren spelen allemaal een steeds belangrijkere rol. De Commissie kijkt ook verder dan de AAA en bespreekt daarom met de lidstaten hoe de agenda voor doeltreffendheid van hulp op Europees en internationaal niveau verder kan worden geholpen. Het is een kwestie van rendement – zowel voor de begunstigde landen als voor de Europese belastingbetaler. Als onderdeel van haar respons op de verbintenissen inzake het gebruik van de systemen van de betrokken landen en de voorspelbaarheid van hulp heeft de Commissie haar voorstellen voor het MDG-contract afgerond. Hierdoor kan op de lange termijn beter voorspelbare algemene begrotingssteun worden verleend aan goed presterende landen die hebben aangetoond begrotingssteun succesvol te kunnen uitvoeren. MDG-contracten werden in eerste instantie vastgesteld voor zeven ACSlanden (Burkina Faso, Ghana, Mali, Mozambique, Rwanda, Uganda en Zambia),
NL
5
NL
oftewel 40% van de geprogrammeerde algemene begrotingssteun in het kader van het 10e EOF. In de loop van 2008 heeft de Commissie intensief gewerkt aan de hervorming van haar eenheden voor technische samenwerking en projectimplementatie. In juli is hiervoor een basisstrategie goedgekeurd. Daarin worden een aantal beginselen gedefinieerd, waaronder de focus op de ontwikkeling van lokale capaciteit, vraaggestuurde aanpak, eigen inbreng van het partnerland tijdens de volledige beheercyclus van maatregelen en sterk resultaatgericht optreden. De Commissie heeft het aandeel van ontwikkelingshulp in de vorm van begrotingssteun verder verhoogd; wanneer de omstandigheden het toelaten, geeft zij aan dit instrument de voorkeur. Begrotingssteun, waarbij middelen rechtstreeks worden overgedragen naar de schatkist van het begunstigde land, treedt geleidelijk in de plaats van directe projectgekoppelde steun. In de loop van het jaar namen de vastleggingen voor begrotingssteun 39% (3,86 miljard euro) voor hun rekening van alle vastleggingen uit de EG-begroting en het EOF. De middelen worden verleend in de vorm van algemene begrotingssteun of als sectorale begrotingssteun wanneer de focus op één sector ligt. In 2008 vormden de vastleggingen voor algemene begrotingssteun 60% van alle nieuwe maatregelen op het gebied van begrotingssteun, oftewel 2,3 miljard euro. De voornaamste begunstigden waren ACS-landen (21 landen), landen in Azië (Laos en Vietnam) en Latijns-Amerika (Honduras). In 2008 is er niet alleen steeds meer sectorale begrotingssteun verleend, maar is deze ook in steeds meer verschillende sectoren toegepast, vooral in niet-ACS-landen1. In 2008 bedroegen de vastleggingen voor sectorale begrotingssteun in totaal 1,5 miljard euro, 40% van alle nieuwe maatregelen op het gebied van begrotingssteun. De maatregelen op het gebied van sectorale begrotingssteun vormden 18% van alle nieuwe vastleggingen voor begrotingssteun ten gunste van de ACS-regio, bijna 60% in Azië en tot 100% voor de oostelijke en zuidelijke buurlanden van de EU en Zuid-Afrika. In laatstgenoemde gevallen concentreerde de begrotingssteun zich op gebieden als justitie, wetgevingssteun, energie, handel en concurrentievermogen. In Azië hadden de meeste vastleggingen betrekking op de sociale sectoren. In Latijns-Amerika waren waterbeheer, onderwijs en werkgelegenheid de voornaamste sectoren. Hoewel de sectorale begrotingssteun in de ACS-landen gericht was op traditionele sectoren (wegen, gezondheid en onderwijs), zijn enkele nieuwe sectoren zoals justitie, beroepsopleiding en decentralisatie in opkomst. De Commissie ontwikkelt momenteel, in overleg met andere donors en de lidstaten, een alomvattende methode voor de evaluatie van algemene en sectorale begrotingssteun op het niveau van het betrokken land. Deze methode zal in 20092010 worden getest en daarna worden verfijnd. In 2008 is ook een omvattend overzicht van EG-programma's voor algemene begrotingssteun verricht, waarbij in totaal 46 programma's betrokken zijn. Daaruit blijkt onder meer dat gemiddeld in 70% van de gevallen de variabele betalingstranche, die gebaseerd is op specifieke prestatie-indicatoren, is uitbetaald. Dit is een indicatie dat de beoogde resultaten in vrij grote mate zijn bereikt.
1
NL
In dit document wordt Zuid-Afrika afzonderlijk beschouwd, losstaand van de ACS-regio.
6
NL
Een van de punten waarvan de begunstigde landen blijk moeten geven om begrotingssteun te krijgen, is hun capaciteit om de overheidsfinanciën te beheren. Effectief beheer van de overheidsfinanciën is essentieel om ervoor te zorgen dat overheden verantwoording afleggen over de besteding van het geld van de Europese belastingbetaler, dat zij tot voordeel van de bevolking moeten aanwenden. Net als met de meeste andere donors (waaronder het IMF en de Wereldbank) maakt de Europese Commissie gebruik van een eerste dynamische diagnose van het beheer van de overheidsfinanciën als basis voor het meten van vooruitgang. Vanaf juni 2005 tot eind 2008 zijn in 55 ACS-landen zogeheten PEFA-evaluaties2 verricht. Alle ACS-landen en vrijwel alle andere landen die EG-begrotingssteun ontvangen, hadden eind 2008 een PEFA-evaluatie ondergaan. De Commissie heeft zich ertoe verbonden begrotingssteun effectiever en transparanter te maken door de evaluatie van het beheer van overheidsfinanciën te versterken, structuur en formulering van financieringsovereenkomsten te verbeteren, de criteria voor begrotingssteun en de risicobeoordelingen verder te verfijnen, en de rapportagesystemen te verbeteren. In de toekomst zal meer en meer gebruik worden gemaakt van begrotingssteun om in de financieringsbehoeften van ontwikkelingslanden te voorzien. De Commissie zal aandacht blijven schenken aan de bijzondere behoeften van kwetsbare staten. Focus op resultaat Het resultaatgericht monitoringsysteem is een integrerend onderdeel van de uitvoering van de meeste programma's van de Commissie. Het maakt een transparante, snelle en brede analyse mogelijk van de wijze waarop een project op een gegeven tijdstip vordert en wordt in alle regio's van de externe samenwerking uitgevoerd door onafhankelijke deskundigen. Op basis van een goed gestructureerde en solide methode worden de bevindingen gepresenteerd volgens de internationaal overeengekomen criteria3. In acht jaar tijd heeft het resultaatgericht monitoringsysteem zijn nut niet alleen op projectniveau bewezen, als bron van informatie over de prestaties van projecten, maar ook op macroniveau, ter ondersteuning van managementbesluiten, en op programmeringsniveau, als bron van kwalitatieve gegevens voor analyses. In de periode 2006-2008 zijn ruim 530 afgeronde projecten achteraf gecontroleerd met het resultaatgericht monitoringsysteem. In een studie uit 2007 zijn de potentiële voordelen onderzocht; daarbij werd bevestigd dat deze methode rendabel en flexibel is. Voor lopende projecten is de methode van het resultaatgericht monitoringsysteem gestroomlijnd en verbeterd. Zodoende kunnen belangrijke thema's als mainstreaming van genderaspecten en milieuvraagstukken beter worden meegenomen. De noodzaak om van een zuiver kwantitatieve analyse over te stappen op een meer kwalitatieve analyse van de gegevens van het resultaatgericht monitoringsysteem is in 2008 eveneens aan bod gekomen.
2
3
NL
Public Expenditure Financial Accountability (financiële verantwoording inzake overheidsfinanciën) is een methode die de EG en andere grote donors gebruiken voor het beoordelen van het beheer van de overheidsfinanciën door de begunstigde landen. Relevantie en opzet, doelmatigheid, doeltreffendheid, impact en duurzaamheid.
7
NL
Daarnaast zijn in 2008 acht evaluatierapporten voltooid: vier geografische rapporten, één thematisch rapport en drie rapporten over de methoden voor de verlening van hulp. Er is een start gemaakt met twaalf nieuwe evaluaties. Tien daarvan hebben betrekking op individuele landen, terwijl de resterende twee te maken hebben met conflictpreventie en vredesopbouw enerzijds en werkgelegenheid en sociale integratie anderzijds. De Commissie houdt rekening met de resultaten van deze evaluaties om de kwaliteit en impact van haar externe bijstand te verbeteren. In het algemeen blijkt uit de evaluaties dat de prestaties goed zijn in termen van relevantie en doeltreffendheid van de EG-programmering en -implementatie. Gebieden waarop meer inspanningen nodig zijn: synergie tussen activiteiten; mix van de methoden voor de verlening van hulp; en samenhang tussen hulp voor landen en hulp voor regio's. De EG heeft de nodige inspanningen geleverd om de zichtbaarheid van haar activiteiten te versterken, met name wanneer middelen worden verleend via internationale organisaties of in de vorm van begrotingssteun. Samenwerken Meer donorcoördinatie, met name door het uitwisselen van ervaringen en het concentreren van activiteiten (taakverdeling), is van groot belang om de doeltreffendheid van hulp te versterken. Het wordt in vele landen toegepast. Tanzania, Mozambique, Uganda, Ghana, Burkina Faso en Mali zijn voorbeelden van landen in Afrika ten zuiden van de Sahara waar de coördinatie vergevorderd is en sprake is van een duidelijke taakverdeling. In december 2008 is door de Commissie en het Franse voorzitterschap van de EU een conferentie over EU-donorcoördinatie in Latijns-Amerika georganiseerd. In Afghanistan is een gezamenlijke EU-bijdrage voor de doeltreffendheid van de hulp voorbereid als onderdeel van de respons op de Afghaanse strategie voor nationale ontwikkeling. In bezet Palestijns gebied heeft de EG een efficiënt instrument, PEGASE, gecreëerd voor de verlening van de hulp, waaronder ook de bijdragen van de lidstaten. Sinds de lancering in februari 2008 heeft PEGASE (in de periode van twaalf maanden tot en met 31 januari 2009) 409,2 miljoen euro uitbetaald aan directe financiële steun. Verder is een bedrag van ruim 131 miljoen euro beheerd, afkomstig van in totaal 14 lidstaten van de EU; daarvan is in dezelfde periode 78% uitbetaald. De Commissie is verder een deel van haar ontwikkelingshulp blijven verlenen via de Verenigde Naties, de Wereldbank en andere internationale organisaties, in gevallen waar dat de meest doeltreffende manier was om die hulp te verlenen. In Irak is het overgrote deel van de 785 miljoen euro aan EG-steun sinds 2003 verleend via het IRFFI (International Reconstruction Fund Facility in Iraq), een in 2004 ingesteld multilateraal mechanisme. Volgens twee belangrijke in 2008 voltooide evaluaties hebben de Commissie, de Wereldbank en de VN-agentschappen geprofiteerd van de versterkte samenwerking, die werd gefaciliteerd door financiële en administratieve kaderovereenkomsten. Dankzij deze overeenkomsten kon de Commissie bijstand verlenen in landen waar de omstandigheden voor haar te moeilijk en riskant waren om eigen kanalen op te zetten voor het verlenen van haar hulp. Een nieuwe strategische aanpak moet echter worden overwogen en ook moet de zichtbaarheid worden versterkt. Daarnaast heeft de Commissie de samenwerking met de VN en de Wereldbank bij de respons op postcrisissituaties en de planning van hersteloperaties versterkt op basis van een gezamenlijke verklaring die op 25 september 2008 werd ondertekend. In het
NL
8
NL
kader van dit initiatief wordt een gezamenlijk platform opgericht om een doeltreffende en duurzame internationale respons te bieden bij crisissituaties als gevolg van rampen en conflicten. Alle donors en partners worden uitgenodigd zich bij deze inspanningen aan te sluiten. In 2008 werd de ENB-investeringsfaciliteit ingesteld. Subsidiemiddelen van de Commissie en de lidstaten worden daarbij samengevoegd, zodat investeringen van de publieke financiële instanties uit de EU in de partnerlanden meer effect sorteren. De leningsactiviteiten hebben voornamelijk betrekking op drie prioritaire sectoren: energie, vervoer en milieu. In het kader van de faciliteit is de financiering van 15 projecten goedgekeurd met een totale bijdrage van de ENB-investeringsfaciliteit van 70,95 miljoen euro. Dit zorgde voor leningen van Europese financiële instellingen ter hoogte van 1,65 miljard euro. Behalve de bijdrage uit de EU-begroting hebben de lidstaten voor 2008-2010 tot dusver 37 miljoen euro toegezegd aan directe bijdragen uit het Trustfonds van de ENB-investeringsfaciliteit. Tot slot heeft de Commissie een beleidsdocument uitgebracht: Plaatselijke overheden als ontwikkelingsactoren. Daarin worden de eerste elementen uiteengezet van een strategie om de ervaringen van plaatselijke overheden als partners in het ontwikkelingsbeleid beter te benutten. In 2009 zullen vele landen door de economische crisis ongetwijfeld in een nog penibelere situatie terechtkomen. Daardoor zal het verwezenlijken van de millenniumdoelen voor ontwikkeling er niet makkelijker op worden. Om die reden richt het EU-beleid inzake externe bijstand zich op het behalen van concrete resultaten, het verbeteren van de flexibiliteit van steuninstrumenten en het stimuleren van actie op het gebied van regionale integratie.
NL
9
NL
2000-2008 Focus op armoede Netto-uitbetalingen 50% 45,8%
44,5% 43,1%
43,7%
44,3%
43,6%
44,3% 41,0%
39,5%
40%
36,9%
37,9% 32,0%
30%
35,8% 33,4%
32,7% 30,7%
33,5%
24,9% 21,8%
20%
35,1%
26,6%
26,0%
31,0%
26,7%
21,6%
35,0% 32,9%
22,4%
27,9%
22,3%
18,4%
18,1%
19,1%
20,0%
16,3%
15,1%
13,0% 10,4%
11,2%
10,4%
10,3% 8,7%
10%
10,8%
10,7% 10,0%
8,6% 10,4%
5,3% 3,1%
3,0%
2,5%
9,2%
5,9%
2,9%
0% 2000
2001
2002 LDC
2003 OLIC
LMIC
2004 UMIC
2005 REGION / UNALLOC
2006
2007
2008
LDC+OLIC
2000-2003: EG-rapportage aan DAC (volgens dezelfde methode, d.w.z. LDC's/LIC's: landenspecifieke toewijzing -inclusief EIB- /totaal uitbetalingen) 2004: informatie jaarrapport 2005, 2006, 2007: informatie jaarrapport volgens DAC-lijst van begunstigden, bijgewerkt in 2006 2008: voorlopige cijfers procedure jaarrapport, volgens DAC-lijst van begunstigden, bijgewerkt in 2008 LDC : Least Developed Countries (minst ontwikkelde landen) OLIC : Other Low Income Countries (andere landen met een laag inkomen) LMIC : Lower Middle Income Countries (landen met een lager middeninkomen) UMIC : Upper Middle Income Countries (landen met een hoger middeninkomen) REGION / UNALLOC : Regionale programma's en niet-toegewezen
De cijfers op het gebied van armoedebestrijding bevestigen de trend van de afgelopen jaren: 35% van de officiële ontwikkelingshulp gaat naar de minst ontwikkelde landen. De afname van de officiële ontwikkelingshulp aan de andere landen met een laag inkomen is voornamelijk het resultaat van de aanpassing van de lijst van begunstigde landen door de Commissie voor Ontwikkelingshulp van de OESO (DAC). In de nieuwe lijst van de Commissie voor Ontwikkelingshulp van de OESO, die in 2008 van kracht werd, is een aantal van die andere landen met een laag inkomen ingedeeld als landen met een lager middeninkomen: Kameroen, Kaapverdië, India, Moldavië, Mongolië, Nicaragua en de Republiek Congo.
NL
10
NL
Uitsplitsing naar sector 9. Overig/niettoegewezen: admin. kosten, steun aan ngo's, niet-gespecificeerd; 785 mln €; 6,5%
7. Noodhulp, wederopbouw; 1 115 mln €; 9,3% 6. Maatregelen i.v.m. schuldenlast; 65 mln €; 0,5%
1. Sociale infrastructuur: onderwijs, gezondheid, water, overheid en maatschappelijk middenveld en overig; 3 864 mln €; 32,1%
5. Begrotingssteun, voedselhulp, voedselzekerheid; 2 666 mln €; 22,2%
4. Meerdere sectoren omvattend/horizontaal: milieu, overig; 993 mln €; 8,3%
2. Economische infrastructuur en diensten: transport, communicatie, energie, overige diensten; 1 786 mln €; 14,9% 3. Productie: landbouw, bosbouw en visserij, industrie, mijnbouw en bouwnijverheid, handel en toerisme; 748 mln €; 6,2%
Vastleggingen 2008 (miljoen €) Door de Europese Commissie beheerde middelen officiële ontwikkelingshulp/officiële hulp
NL
11
NL
Europese consensus: terreinen van de EU-ontwikkelingssamenwerking
1. Bestuur en steun voor economische en institutionele hervorming; 1 404 mln €; 11,7% 2. Handel en regionale integratie; 413 mln €; 3,4%
10. Gebieden met meerdere aspecten; 3 837 mln €; 31,9%
3. Infrastructuur en transport; 1 402 mln €; 11,7%
4. Water en energie; 433 mln €; 3,6% 5.Sociale cohesie en werkgelegenheid; 655 mln €; 5,4%
9. Conflictpreventie en fragiele staten; 1 645 mln €; 13,7%
6. Menselijke en sociale ontwikkeling; 1 128 mln €; 9,4% 8. Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen; 344 mln €; 2,9%
7. Plattelandsontwikkeling, territoriale planning, landbouw en voedselzekerheid; 761 mln €; 6,3%
Vastleggingen 2008 (miljoen €) Door de Europese Commissie beheerde middelen officiële ontwikkelingshulp/officiële hulp
NL
12
NL