Notitie Concept
Contactpersoon Benjamin Flierman Datum 8 mei 2013 Kenmerk N011-1212596BJF-V01
Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid, FF/75C/2012/0341 In het kader van de Flora- en faunawet ontheffingsaanvraag (kenmerk FF/75C/2012/0341) heeft Dienst Regeling om aanvullende informatie gevraagd met betrekking tot de te treffen maatregelen voor de Huismus en Steenuil binnen het project IJsseldelta-Zuid fase 1. De voorliggende notitie bevat, in aanvulling op een brief met aanvullende informatie van 18 februari 2013 (kenmerk L0041212596LBN-mfv-V01-NL), de gevraagde aanvullende informatie.
1.1
Aanvullende informatie huismus
In totaal zijn 32 locaties met huismussen aangetroffen, hiervan worden zeven locaties gesloopt. Deze zeven locaties zijn aangegeven als A t/m G (rood) in de onderstaande figuur en bevatten in samen 20 broedparen van de huismus. Niet aangetaste locaties met Huismus zijn weergegeven in groen en te slopen locaties zonder Huismus in geel.
Figuur 1 Te slopen locaties met Huismus in rood (A-G)
Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid - versie 1 - Concept
1\8
Concept
Kenmerk N011-1212596BJF-V01
Mitigerende maatregelen huismus Het voorstel is uit te gaan van het bieden van alternatieve nestgelegenheid voor 200% van de 20 aangetroffen broedparen, daarbij aansluitend op de soortenstandaard van de soort. Door alternatieve gelegenheid te creëren voor 40 broedparen kan gegarandeerd worden dat genoeg alternatieve nestmogelijkheid wordt geboden en de lokale staat van instandhouding niet wordt aangetast, mits de nieuwe verblijven aangeboden worden op locaties die naast het fysieke verblijf ook voldoende (foerageer)mogelijkheden bieden. Door de maatregelen uit te voeren bij bestaande bebouwing kan hierin in voldoende mate worden voorzien. Indien er onvoldoende draagvlak wordt gevonden bij bewoners om alle gewenste maatregelen bij bestaande bebouwing te realiseren, dan kan in het uiterste geval aanvullend gebruik worden gemaakt van kunstmatige (nieuwe) bebouwing, zoals schuurtjes. De ecologische functionaliteit hiervan is echter beperkter en bovendien dient deze optie in nauwe afstemming met de gemeente te worden uitgewerkt vanwege mogelijk ongewenste landschappelijke en planologische consequenties. Het heeft daarom de absolute voorkeur de voorzieningen te realiseren bij bestaande bebouwing. Als mitigerende voorzieningen wordt gebruik gemaakt van kunstmatige verblijfplaatsen voor huismussen. Hierbij adviseert de soortenstandaard gebruik te maken van vogelvides (onder dakpannen) en houten huismuskasten. Het gebruik van dit type voorzieningen heeft dan ook de voorkeur. Echter, indien noodzakelijk kan er ook gebruik worden gemaakt van geschikte alternatieve voorzieningen. De exacte ophanglocaties en het type voorzieningen worden nader bepaald aangezien deze afhankelijk zijn van de specifieke (bouw)technische mogelijkheden en medewerking van bewoners. De zoekgebieden voor de mitigatielocaties waarbinnen de maatregelen gerealiseerd zullen worden zijn in de navolgende paragraaf weergegeven. De mitigatielocaties zijn geselecteerd op grond van vergelijkbaarheid van erfinrichting en –gebruik, ligging ten opzichte van het bestaande territorium en aanwezigheid van andere huismusterritoria. Mitigatielocaties huismus De drie locaties A, B en C (aangegeven in figuur 1) bevatten samen 10 broedparen en worden gemitigeerd door 10 nestkasten en 10 meter vogelvide te plaatsen. De meest nabij gelegen locatie met bebouwing bevindt zich ten noorden van het cluster A, B en C in de hoek van de Buitendijksweg en de Hanzelijn (/Cellesbroeksweg). De locatie is weergegeven als mitigatielocatie 1 in figuur 2. Daar bevinden zich meerdere woningen en bijgebouwen en is voldoende gelegenheden om de mitigerende maatregelen voortkomend uit locatie A, B en C toe te passen, en ontstaan geen conflicten met andere huismusterritoria. De locatie D bevat drie broedparen en wordt gemitigeerd door drie nestkasten en tenminste drie meter vogelvide. De meest nabij gelegen locatie met bebouwing bevindt zich er ten zuiden van, in
2\8
Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk N011-1212596BJF-V01
het verlengde van De Chalmotweg. De locatie is weergegeven als mitigatielocatie 2 in de onderstaande figuur. Daar bevinden zich meerdere woningen en bijgebouwen en is voldoende gelegenheden om de mitigerende maatregelen voortkomend uit locatie D toe te passen, en ontstaan geen conflicten met andere huismusterritoria. De twee locaties E en F bevatten samen vier broedparen en worden gemitigeerd door vier nestkasten en tenminste vier meter vogelvide te plaatsen. Dit wordt gedaan op het erf van de woning aan de oostzijde van de Kamperstraatweg die als terp behouden blijft. De locatie is weergegeven als mitigatielocatie 3 in de onderstaande figuur. Hier is voldoende gelegenheden om de mitigerende maatregelen voortkomend uit locatie E en F toe te passen, en ontstaan geen conflicten met andere huismusterritoria. De locatie G bevat drie broedparen en wordt gemitigeerd door drie nestkasten en ten minste drie meter vogelvide. De meest nabij gelegen locatie met bebouwing bevindt zich er ten zuiden van, in het verlengde van de Kamperstraatweg, de te behouden woning met erf juist buiten het plangebied. De locatie is weergegeven als mitigatielocatie 4 in de onderstaande figuur. Eventueel zouden ook woningen aan de Venedijk-Zuid of de Jules van Hasseltweg gebruikt kunnen worden. Gezien de meest geringe afstand tot het huidige territorium heeft de woning aan de Kamperstraatweg echter de voorkeur. Hier is voldoende gelegenheden om de mitigerende maatregelen voortkomend uit locatie G toe te passen, en ontstaan geen conflicten met andere huismusterritoria.
1 3
2
4
Figuur 2 Mitigatielocaties huismussen (blauw omcrickeld)
Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid - versie 1 - Concept
3\8
Concept
Kenmerk N011-1212596BJF-V01
1.2
Aanvullende informatie steenuil
Door Dienst Regelingen is verzocht meer informatie te verstrekken over de te treffen maatregelen voor de Steenuil waardoor de aanwezige steenuilpaartjes behouden kunnen blijven (indien nodig op een andere plek). De onderstaande tekst bevat deze informatie. In en direct nabij het onderzoeksgebied van de bypass liggen vijf territoria van de Steenuil. Vier territoria blijven onaangetast omdat zowel de nestgelegenheid als het foerageergebied onveranderd blijven door de ontwikkeling. Eén territorium wordt door de ontwikkeling gedeeltelijk aangetast. Het betreft het territorium aan de Buitendijkseweg in het westen van het plangebied (zie blauwe pijl in onderstaande figuur). Er is geen sprake van aantasting van verblijfplaatsen maar omdat het foerageergebied deels verandert worden voor dit territorium mitigerende maatregelen getroffen.
Figuur 3 Steenuilterritoria rood, ransuil oranje, kerkuil geel. Blauwe pijl betreft te mitigeren steenuilterritorium
Een territorium van een steenuilpaar is gemiddeld tussen de 10 en 20 ha groot (tenminste 5 en maximaal 30 ha). Binnen dit leefgebied dienen voldoende mogelijkheden aanwezig te zijn om (ondermeer) te broeden en foerageren. De Steenuil is daarbij vooral afhankelijk van kleinschalige
4\8
Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk N011-1212596BJF-V01
landschapselementen. Boerenerven en randstedelijke gebieden vormen doorgaans de best geschikte situaties. Het territorium aan de Buitendijkseweg bevat eveneens boerenerven. De aanwezige boerenerven binnen en het territorium blijven bestaan, inclusief de aanwezige bebouwing. Een deel van het open, landelijke gebied ten westen van de Buitendijkseweg (dat een beperkt deel uitmaakt van het bestaande territorium) wordt omgevormd. Ook een deel van de erven zal te maken zal krijgen met het (deels) vervallen van de agrarische functieverandering waardoor veranderingen binnen de erven mogelijk zijn. Exacte veranderingen op de erven zijn niet op voorhand te voorspellen. Echter, door specifiek enkele aanvullende belangrijke elementen te creëren kan de instandhouding van het leefgebied binnen het territorium aan de Buitendijkseweg in stand gehouden worden. Mitigerende maatregelen op boerenerven De te treffen maatregelen op de erven worden nader bepaald aangezien deze deels op de boerenerven binnen het territorium getroffen zullen worden, en daardoor afhankelijk zijn van de specifieke mogelijkheden op de erven en de medewerking van bewoners. In de onderstaande figuur zijn de erven aangegeven die aangemerkt zijn als mitigatielocatie. Welke maatregelen op welke erven getroffen worden zal bij een nadere analyse van de erven en bewonersmedewerking bepaald worden. De te treffen mitigerende maatregelen op de erven bestaan uit het creëren van ten minste twee nestkasten om de broed- en rustmogelijkheden uit te breiden waarmee tevens parasieten tegengegaan worden. Op ten minste twee erven worden takkenrillen of houtstapels gecreëerd ten behoeve van foerageer- en schuilmogelijkheden. Aansluitend aan ten minste twee erven wordt een ruigtestrook/braakstrook gecreëerd op de kopakker van het naastgelegen weiland door een dubbel raster te plaatsen. De strook zal deels ingezaaid worden met zomergraan wat vervolgens niet gemaaid of geoogst wordt. De strook vormt zo een leefgebied voor muizen, die weer als voedsel dienen voor de steenuil. De strook heeft een breedte van ten minste vier meter en zal aan de weilandzijde voorzien worden van aanvullende uitkijkpaaltjes. De aanwezigheid van voldoende rust- (en nest)plaatsen en braakstroken binnen het territorium is daarmee voldoende gewaarborgd. Het gaat in totaal om circa 200 m2. Indien graanteelt niet landschappelijk inpasbaar blijkt te zijn, volstaat ook een ruig grasmengsel en/of braakstrook in plaats van graan.
Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid - versie 1 - Concept
5\8
Concept
Kenmerk N011-1212596BJF-V01
Figuur 4 Mitigatielocaties steenuil: boerenerven (rood) [territoriumgrens (ca. 25ha) blauw gestippeld]
Naast de fysieke maatregelen op de erven zullen de omwonenden voorgelicht worden over de steenuilen in het gebied. Hierbij wordt geïnformeerd over waardevolle elementen in het landschap zoals hoogstamboomgaarden, kapschuren en dergelijke. Daarnaast worden omwonenden voorgelicht over bedreigingen voor de Steenuil zoals het gebruik van open drinkbakken waarin steenuilen kunnen verdrinken en het gebruik van insecticiden en pesticiden. Het doel van de voorlichting is het verbeteren van de geschiktheid van het gebied voor steenuilen. Mitigerende maatregelen in het landelijk gebied De functie die in het landelijk gebied verloren gaat betreft de foerageerfunctie. De Steenuil zoekt voedsel op erven, tuinen en rommelhoekjes maar ook op weilanden en dergelijke. Aangezien de Steenuil veel op muizen foerageert, hebben extensief beheerde graslanden met ruigere vegetatie de voorkeur omdat deze juist voor muizen een geschikt leefgebied vormen. Echter ook weides met korte vegetatie (pony- en schapenweides) kunnen voor steenuilen geschikt zijn, omdat de Steenuil daar gemakkelijk kan foerageren op regenwormen en kevers. Deze elementen moeten daarom voldoende aanwezig zijn binnen het territorium. Onderaan de nieuwe dijk (parallel) ten westen van de Buitendijkseweg wordt aan de oostzijde een afwateringsloot gerealiseerd. Deze sloot kan aanvullende mogelijkheden creëren voor
6\8
Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk N011-1212596BJF-V01
amfibieën en andere insecten die als voedsel kunnen dienen voor de steenuil. Bij deze sloot worden uitkijkpaaltjes geplaatst vanwaar de Steenuil kan foerageren. Hierbij wordt rekening gehouden met de landschappelijke inpassing van de palen.Ten westen van de nieuwe dijk wordt in het kader van het inrichtingsplan IJsseldelta-Zuid een moeraszone ingericht waarin eveneens gefoerageerd kan worden op amfibieën en andere soorten van vochtige omstandigheden. De aanwezigheid van vochtige habitats binnen het territorium is daarmee voldoende gewaarborgd. Het talud van de nieuwe dijk wordt ingezaaid en zal extensief beheerd worden middels begrazing door schapen. De nieuwe dijk zal deels binnen het territorium vallen waardoor de foerageermogelijkheden die hier ontstaan daadwerkelijk beschikbaar zijn voor het steenuilpaartje aan de Buitendijkseweg. Ook de bermtaluds van de Hanzelijn aan de zuidzijde van het territorium zullen bestaan uit extensief beheerde grasvegetatie. Ook deze foerageermogelijkheid zal binnen het bereik van het steenuilpaartje komen. Beide locaties zijn aangegeven in de onderstaande figuur. Beide locaties worden voorzien van uitkijkpaaltjes vanwaar de Steenuil kan zoeken naar muizen en andere prooidieren. De aanwezigheid van begraasde en ruigere grasvegetaties binnen het territorium is daarmee voldoende gewaarborgd. Idealiter wordt parallel aan de sloot onderaan het talud van de nieuwe dijk wordt een lage heg van ongeveer één meter hoogte gecreëerd. Deze kan dienen als leefgebied voor kleine vogels, muizen en andere bodem gebonden organismen zoals amfibieën en insecten. Door de ligging onderaan de dijk en de beperkte hoogte ervan heeft de heg een zeer beperkt effect op het landschappelijk beeld van het gebied. Vanuit landschappelijk oogpunt kan als alternatief ook gekozen worden voor een rij knotwilgen met ruige ondergroei. Het beoogde extensieve beheer van de spoorlijndijk, de nieuwe dijk en het randenbeheer langs de oostwest georiënteerde sloten verbetert de voedselbeschikbaarheid van steenuilen. Het randenbeheer kan verder worden uitgebreid door aanwezige sloten binnen het territorium één meter te verbreden en af te rasteren met houten paaltjes en draad, op een afstand van 1,5 tot 2 meter vanaf de insteek van de sloot. Dit aanvullende randenbeheer is mogelijk als alternatieve maatregel indien de voorkeursmaatregelen op erven en in de vorm van een heg of knotwilgenrij Niet of slechts beperkt mogelijk zijn.
Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid - versie 1 - Concept
7\8
Concept
Kenmerk N011-1212596BJF-V01
Figuur 5 Mitigatielocaties Steenuil: foerageergraslanden (groen), sloot (blauw) en heg (oranje) [territoriumgrens (ca. 25ha) blauw gestippeld]
Planning uitvoering maatregelen Steenuil Bij de uitvoering van mitigerende maatregelen is het van belang dat deze gerealiseerd en ecologisch functioneel zijn, voordat de huidige functies weggenomen worden. De maatregelen op de boerenerven zullen getroffen worden gedurende 2013 zodat deze in 2014 ecologisch functioneel zijn en daarmee gereed voorafgaand de start van de grondverzetwerkzaamheden ten westen van de Buitendijkseweg. Het bermtalud van de Hanzelijn is op dit moment (voorjaar 2013) vrijwel gereed en ingezaaid, waardoor dit in 2014 ecologisch functioneel is, eveneens voorafgaand aan de start van de grondverzetwerkzaamheden. Het grasland op de nieuwe dijk zal niet gerealiseerd kunnen worden voordat het dit gebied weggenomen (omgevormd) wordt. Echter, het huidige landelijk gebied ter plaatse van de nieuwe dijk is eenvormig van aard en biedt relatief weinig foerageermogelijkheden. Er is daarom geen sprake van een dusdanig verlies van foerageermogelijkheden die in combinatie met de overige mitigerende maatregelen tot een tijdelijke verslechtering van het leefgebied zal leiden.
8\8
Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid - versie 1 - Concept