RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 7 april 2003 (28.04) (OR. en,fr)
7038/03
PESC 111 FIN 92 PE 57
NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het COREPER/de RAAD nr. vorig doc.: 7330/02 PESC 100 FIN 108 PE 28 Betreft: Jaarlijks verslag van de Raad aan het Europees Parlement over de voornaamste aspecten en de fundamentele keuzen van het GBVB, met inbegrip van de financiële gevolgen ervan voor de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (punt H.40 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999) - 2002 1.
In punt H.40 van het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) van 6 mei 1999 over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure, is bepaald dat "het voorzitterschap van de Raad het Europees Parlement eenmaal per jaar raadpleegt over een document van de Raad dat de voornaamste aspecten en de fundamentele keuzen van het GBVB, met inbegrip van de financiële gevolgen ervan voor de algemene begroting der Europese Gemeenschappen behelst".
2.
De Groep Raden buitenlandse betrekkingen heeft op 31 maart en 3 en 7 april 2003 een door het secretariaat-generaal van de Raad ingediend ontwerp-verslag besproken en ermee ingestemd de tekst in de bijlage voor te leggen aan het Coreper.
7038/03
cle/LEP/rb DG E Coord
1
NL
3.
4.
Het document voldoet aan dezelfde criteria als de vorige verslagen 1, namelijk: -
het document beperkt zich tot de beschrijving van GBVB-activiteiten, bijvoorbeeld gemeenschappelijke standpunten, gemeenschappelijke optredens en uitvoeringsbesluiten, verklaringen en demarches, politieke dialoog (in voorkomend geval, waar dat nodig is om een volledig beeld van de activiteiten te geven, wordt verwezen naar acties die buiten titel V van het VEU vallen);
-
het is een aanvulling op het hoofdstuk externe betrekkingen van het jaarverslag betreffende de vorderingen van de Europese Unie, dat aan het Parlement wordt uitgebracht op grond van artikel 4 van het VEU;
-
de globale prioriteiten van de Unie op het gebied van de externe betrekkingen, zoals die bijvoorbeeld zijn geformuleerd in de conclusies van de Europese Raad, komen in het "artikel 4"-verslag aan de orde.
Het Comité wordt verzocht: -
de overeenstemming over de tekst van het ontwerp-document (zie bijlage) te bevestigen;
-
de Raad aan te bevelen in de A-rubriek zijn goedkeuring te hechten aan het document inzake de voornaamste aspecten en de fundamentele keuzen van het GBVB, met inbegrip van de financiële gevolgen ervan voor de algemene begroting van de Gemeenschappen, opdat het aan het Europees Parlement kan worden voorgelegd op grond van punt H.40 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999. _______________
1
Doc. 7087/98 PESC 66 PE 23, 7051/99 PESC 71 FIN 91 PE 26, 5990/00 PESC 50 FIN 37 PE 8, 7853/01 PESC 130 FIN 117 PE 27 en 7330/02 PESC 100 FIN 108 PE 28.
7038/03
cle/LEP/rb DG E Coord
2
NL
BIJLAGE DOCUMENT VAN DE RAAD INZAKE DE VOORNAAMSTE ASPECTEN EN DE FUNDAMENTELE KEUZEN VAN HET GBVB, MET INBEGRIP VAN DE FINANCIËLE GEVOLGEN ERVAN VOOR DE BEGROTING DER EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, VOORGELEGD AAN HET EUROPEES PARLEMENT OP GROND VAN PUNT H.40 VAN HET INTERINSTITUTIONEEL AKKOORD VAN 6 MEI 1999
Inleidende opmerkingen In het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) van 6 mei 1999 wordt bepaald dat "het voorzitterschap van de Raad het Europees Parlement eenmaal per jaar raadpleegt over een document van de Raad dat de voornaamste aspecten en de fundamentele keuzen van het GBVB, met inbegrip van de financiële gevolgen ervan voor de algemene begroting der Europese Gemeenschappen, behelst". De Raad heeft het eerste van deze verslagen aangenomen op 30 maart 1998 1. Het had betrekking op de GBVB-acties die van juli 1997 tot en met maart 1998 zijn aangenomen. De volgende verslagen 2 bestreken het gehele kalenderjaar 1998 (waarbij dus voor het eerste kwartaal van 1998 het vorige verslag werd overlapt), 1999 3, 2000 4 en 2001 5 . Het onderhavige verslag bestrijkt het jaar 2002 en gaat ook in op de vooruitzichten voor het optreden in de toekomst, zoals dit sinds het verslag over 1999 gebruikelijk is. Dit verslag is opgesteld aan de hand van dezelfde criteria als de eerdere verslagen, namelijk: -
het verslag blijft beperkt tot een beschrijving van GBVB-activiteiten, bijvoorbeeld gemeenschappelijke standpunten, gemeenschappelijke optredens en uitvoeringsbesluiten, verklaringen en demarches, politieke dialoog (waar passend en nodig om een alomvattend beeld van de activiteiten te schetsen, wordt ook melding gemaakt van acties die buiten titel V van het VEU vallen);
-
het verslag vormt een aanvulling op het hoofdstuk inzake externe betrekkingen van het jaarverslag over de vorderingen van de Europese Unie dat op grond van artikel 4 van het VEU aan het Parlement wordt voorgelegd;
-
de globale prioriteiten van de externe betrekkingen van de Unie zoals die bijvoorbeeld zijn geformuleerd in de conclusies van de Europese Raad, komen in het "artikel 4"-verslag aan de orde.
Informatie over de volgende GBVB-onderwerpen is beschikbaar op de Internetwebsite van de Raad (http://ue.eu.int): lijst van GBVB-wetgevingsbesluiten; verklaringen; speciale gezanten van de EU en de waarnemersmissie van de Europese Unie (EUMM); het tijdsschema van de GBVB-activiteiten, met inbegrip van de vergaderingen in het kader van de politieke dialoog met derde landen, alsmede basisteksten over de militaire structuren van de EU.
1 2 3 4 5
Doc. 7087/98 PESC 66 PE 23. Doc. 7051/99 PESC 71 FIN 91 PE 26. Doc. 5990/00 PESC 50 FIN 37 PE 8. Doc. 7853/01 PESC 130 FIN 117 PE 27. Doc. 7330/02 PESC 100 FIN 108 PE 28.
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/rb DG E Coord
3
NL
I.
VOORNAAMSTE ASPECTEN EN FUNDAMENTELE KEUZEN VAN HET GBVB
A.
PRIORITEITEN IN DE VERSCHILLENDE REGIO'S
1.
WESTELIJKE BALKAN
a)
Regionale aspecten
De Raad van Kopenhagen heeft in december 2002 het Europees perspectief van de vijf landen van de Westelijke Balkan bevestigd en nogmaals verklaard dat de Europese Unie vastbesloten is hun inspanningen - als potentiële kandidaat-lidstaten - op het gebied van toenadering tot de Europese Unie te steunen. Het stabilisatie- en associatieproces blijft het beleidskader om deze landen daarbij te helpen en wordt door de gehele internationale gemeenschap en door de landen van de regio erkend en gesteund. Het gaat om een strategie die toegang biedt tot Europa en die Europese waarden, principes en normen in de regio introduceert en de landen te zijner tijd toegang zal verschaffen tot de Europese Unie. Het proces en de vooruitzichten die het biedt fungeren als anker voor hervormingen in de Westelijke Balkan, zoals het toetredingsproces dat was in Midden- en Oost-Europa. Om het bevoorrechte karakter van het partnerschap tussen de SAP-landen en de EU duidelijk te maken, besloot de Raad op 13 mei ook een nieuw politiek forum op hoog niveau tussen de EU en de SAP-landen - het Proces van Zagreb - op te richten. De Raad dankte Griekenland, dat zich bereid verklaarde om tijdens zijn voorzitterschap van de Unie in Thessaloniki een vergadering op hoog niveau tussen de lidstaten van de EU en de SAP-landen te beleggen als follow-up van de Top van Zagreb. De Raad is ook de horizontale vraagstukken die de gehele regio aanbelangen, van nabij blijven volgen: De Raad bevestigde bij verschillende gelegenheden dat hij het internationaal tribunaal voor voormalig Joegoslavië (ICTY) volledig steunt en stelde dat het uitblijven van volledige samenwerking met het ICTY verdere toenadering tot de Europese Unie voor de landen in de regio ernstig in gevaar zou brengen. Ondanks enkele verbeteringen in hun samenwerking met het ICTY bestaan er in vele landen van de regio nog steeds problemen op dit gebied. De Raad herinnerde er op 15 april en 22 september aan dat het recht op terugkeer van alle vluchtelingen en ontheemden een fundamenteel mensenrecht is. Ook uitte de Raad op 19 november zijn ernstige bezorgdheid over wapenverkopen die een regelrechte schending van de VN-sancties betekenen. De Raad wees op het ernstige gevaar dat de georganiseerde criminaliteit vormt voor de stabiliteit, de welvaart en de vooruitgang in de regio, en wees erop dat dit ook ernstige gevolgen heeft voor geheel Europa; daarom is dit een topprioriteit bij de samenwerking met de landen in de Westelijke Balkan. Derhalve gaf de Raad op 9 december zijn volledige steun aan de positieve resultaten van de op 25 november gehouden Conferentie van Londen over georganiseerde criminaliteit.
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/rb DG E Coord
4
NL
In aansluiting op de conclusies van 13 mei over de tweede jaarlijkse toetsing van het SAP, waarin de Raad erop wees hoe belangrijk het is dat de bevolking van de regio een beter inzicht krijgt in het SAP en in de voorwaarden, verplichtingen en vooruitzichten daarvan, hechtte de Raad op 18 november zijn goedkeuring aan de richtsnoeren ter versterking van de operationele coördinatie en bekendmaking van het optreden van de EU in de Westelijke Balkan. Op 25 november heeft de Raad het gemeenschappelijk optreden inzake de waarnemersmissie van de Europese Unie en het mandaat van het hoofd van de EUMM, ambassadeur Antóin MAC UNFRAIDH verlengd. De 5e Top van het Zuidoost-Europees Samenwerkingsproces (SEECP) is op 28 maart in Tirana gehouden. Daaraan werd deelgenomen door één lidstaat (Griekenland), door kandidaat-lidstaten (Slovenië, Roemenië, Bulgarije en Turkije) en door landen van het stabilisatie- en associatieproces van de EU (Albanië, de Federale Republiek Joegoslavië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Bosnië en Herzegovina, en Kroatië als waarnemer). Bij de Balkanleiders voegden zich Erchard Busek, de coördinator van het Zuidoost-Europees stabiliteitspact en Michael Steiner, hoofd van UNMIK. De Federale Republiek Joegoslavië heeft voor het komende jaar het voorzitterschap van het regionaal initiatief overgenomen. De Raad herinnert aan de waardevolle bijdrage die andere regionale en subregionale initiatieven hebben geleverd aan de stabiliteit op de Balkan. b)
Stabiliteitspact
Op 11 maart heeft de Raad de speciale coördinator van het stabiliteitspact voor Zuidoost-Europa, Erhard Busek, aangemoedigd om het geschetste beleid inzake werkmethoden en prioritaire doelstellingen voor 2002 voort te zetten. Op 19 november heeft de Raad zijn onverdeelde steun betuigd aan de speciaal coördinator voor het stabiliteitspact, Erhard Busek, in het bijzonder wat betreft diens belangrijkste taak, namelijk te zorgen voor meer complementariteit met het stabilisatie- en associatieproces van de EU. De Raad wenst dat de speciaal coördinator over deze essentiële taak vóór de in juni 2003 te houden Top van Zagreb in Thessaloniki verslag uitbrengt, evenals, tijdig, over de voorgestelde doelstellingen voor de werkzaamheden in het kader van het stabiliteitspact in 2003. Het mandaat van de heer Busek als speciaal vertegenwoordiger van de EU werd tot 30 juni 2003 verlengd. c)
Albanië
Op 28 januari bevestigde de Raad dat de Unie bereid is zo spoedig mogelijk onderhandelingen te beginnen over een stabilisatie- en associatieovereenkomst met Albanië. De Raad prees de inspanningen van de Albanese regering in dit verband, maar stelde vast dat de aandacht was afgeleid van de vitale hervormingen die essentieel zijn voor een SAO. Op 17 juni sprak de Raad zijn tevredenheid uit over het bereiken van een politiek akkoord over de inhoud van het onderhandelingsmandaat voor een SAO met Albanië. De Raad was ingenomen met de politieke stabiliteit die na de presidentsverkiezingen van juni in Albanië heerst en met de toezegging van de nieuwe regering dat zij essentiële hervormingen zal doorvoeren. Hij machtigde de Commissie derhalve op 21 oktober om onderhandelingen te openen met Albanië. Tegelijkertijd zullen er vergaderingen van de Adviserende Task Force blijven plaatsvinden, teneinde verdere hervormingen te stimuleren. Albanië werd ook verzocht de nodige maatregelen te treffen om de voor de uitvoering van de SAO vereiste capaciteiten op te bouwen.
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/rb DG E Coord
5
NL
d)
Bosnië en Herzegovina
Op 3 juni is Lord Ashdown benoemd tot hoge vertegenwoordiger in Bosnië en Herzegovina, ter vervanging van de heer Wolfgang Petritsch. Bij de vaststelling van het gemeenschappelijk optreden inzake de politiemissie van de EU op 11 maart is Lord Ashdown, in het kader van een afzonderlijk gemeenschappelijk optreden, tevens benoemd tot speciaal vertegenwoordiger van de EU in Bosnië en Herzegovina. De Raad heeft op 30 september verklaard dat het EU-routeschema voor Bosnië in wezen voltooid is. In een aparte boodschap heeft hij de bevolking van Bosnië en Herzegovina opgeroepen de verkiezingen van 5 oktober te gebruiken om een mandaat te verlenen aan degenen die zich werkelijk beijveren voor de economische en wettelijke hervormingen die Bosnië en Herzegovina dringend nodig heeft. Na de verkiezingen herhaalde de Raad de toezegging van de EU om actief samen te werken met de nieuwe autoriteiten, opdat vooruitgang kan worden geboekt op basis van hun inzet voor rechtvaardigheid, welvaart en een hechtere Europese integratie door middel van ingrijpende hervormingen, zoals uiteengezet in het SAP. e)
Kroatië
Na instemming van het Europees Parlement heeft de Raad op 28 januari 2002 besloten de op 30 oktober 2001 met Kroatië ondertekende interimovereenkomst te sluiten, hetgeen voor dit land een belangrijke stap was in het stabilisatie- en associatieproces. De overeenkomst, die reeds vanaf 1 januari 2002 voorlopig werd toegepast, is op 1 maart 2002 officieel van kracht geworden. f)
Federale Republiek Joegoslavië (FRJ)
De Raad sprak zijn volledige steun uit voor de inspanningen van de hoge vertegenwoordiger, Javier Solana, om de dialoog tussen Belgrado en Podgorica, over de grondwettelijke toekomst van de Federale Republiek Joegoslavië, te begeleiden, vanuit de overtuiging dat samenblijven in een functionerende federale staat voor Belgrado en Podgorica de beste en snelste manier is om bij de Europese integratie te worden betrokken. Op 15 april verwelkomde Raad de bekrachtiging door het Servische en het Montenegrijnse parlement van de procedurepunten voor de herstructurering van de betrekkingen tussen Servië en Montenegro, die mede door toedoen van de hoge vertegenwoordiger Javier Solana op 14 maart in Belgrado zijn overeengekomen. De Raad moedigde tevens het federale parlement en de parlementen van de beide deelrepublieken aan om zo spoedig mogelijk de commissie in te stellen die uiterlijk eind juni het constitutioneel handvest voor Servië en Montenegro moet opstellen. Omdat de vorderingen trager verliepen dan verwacht, heeft de Raad, in zijn maandelijkse bijeenkomsten over externe betrekkingen, bij de partijen herhaaldelijk aangedrongen op een spoedige aanneming van het constitutioneel handvest, van het actieplan voor de interne markt, handel en douane, zodat het land vorderingen kan maken richting EU. i)
FRJ/Servië
Op 21 oktober sprak de Raad zijn teleurstelling uit over het feit dat de opkomst voor de verkiezingen van 13 oktober 2002 in Servië niet groot genoeg was om een nieuwe president te kunnen kiezen. De Raad riep alle politieke partijen op, ervoor te zorgen dat het verdere verloop van de verkiezingen van een nieuwe president voor Servië de democratische stabiliteit in een periode van hervorming niet in gevaar zou brengen.
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/rb DG E Coord
6
NL
Op 10 december heeft de Raad zich ingenomen betoond met de recente vorderingen met betrekking tot het constitutioneel handvest en verklaarde hij te hopen op een spoedige goedkeuring door het Parlement. Hij nam met bezorgdheid kennis van de uitslag van de Servische presidentsverkiezingen van december. De Raad sprak als zijn verwachting uit dat alle partijen tot een constitutioneel verantwoorde, transparante en democratische oplossing zouden komen, met behoud van de institutionele stabiliteit en voortgang van het hervormingsproces. ii)
FRJ/Montenegro
Op 21 oktober heeft de Raad zich ingenomen getoond met het vreedzame en ordelijke verloop van de parlementsverkiezingen in Montenegro. Hij sprak de verwachting uit dat er snel een regering zal worden gevormd die zich ten volle wil inzetten voor de uitvoering van het hervormingsprogramma van Montenegro. iii)
FRJ/Kosovo
De Raad heeft bij diverse gelegenheden benadrukt dat Resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad nog steeds de grondslag vormt voor de toekomst van Kosovo. De Raad toonde zich op 28 januari ingenomen met de benoeming, door de VN-Veiligheidsraad, van Michael Steiner tot nieuwe speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal voor Kosovo; hij sprak bij die gelegenheid zijn grote waardering uit voor de inspanningen van de vorige speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN, Hans Haekkerrup, en de door hem bereikte resultaten. De Raad verklaarde op 11 maart het eens te zijn met de doelstelling van de speciale vertegenwoordiger om in te spelen op de uitdagingen teneinde de basis te leggen voor economische vooruitgang, de rechtsstaat te ontwikkelen, mede door bestrijding van criminaliteit en geweld, en een eerlijke en rechtvaardige samenleving met waardigheid voor iedereen op te bouwen. De Raad riep alle partijen op bij het nastreven van deze doelstellingen volledig samen te werken met UNMIK en KFOR. De Raad sprak eveneens de verwachting uit dat de autoriteiten in Belgrado op constructieve wijze zullen voortwerken in het kader van het gemeenschappelijk document, waarover Belgrado en UNMIK overeenstemming hebben bereikt. De Raad verklaarde op 19 november ingenomen te zijn met het vrije en eerlijke verloop van de gemeenteraadsverkiezingen van 26 oktober. Hij sprak tevens zijn voldoening uit over de geslaagde coördinatievergadering van donoren van 5 november 2002, die aantoont hoe noodzakelijk het nietaflatende engagement van de internationale gemeenschap en de inzet van de lokale politieke leiders is voor het opbouwen van een multi-etnische en verdraagzame samenleving. g)
Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM)
De Raad toonde zich op 11 maart verheugd over de komende conferentie van donoren voor FYROM, die door de Europese Commissie en de Wereldbank gezamenlijk is georganiseerd en die op 12 maart in Brussel zou plaatsvinden. De Raad riep alle partijen en alle leiders van de gemeenschappen in FYROM op om even vastberaden als de internationale gemeenschap bij te dragen tot het economisch herstel, de inter-etnische verzoening en de stabiliteit van het land door de onverkorte uitvoering van de kaderovereenkomst van Ohrid, en riep tevens op om gestaag verder te gaan met de hervormingen in de context van het SAP. De Raad toonde zich op 21 oktober ingenomen met het akkoord betreffende de vorming van de nieuwe regering in Skopje na de algemene verkiezingen, en moedigde de nieuwe regering aan prioriteit te geven aan de volledige uitvoering van de kaderovereenkomst van Ohrid en aan het SAP. 7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/rb DG E Coord
7
NL
De Raad prees op 30 september de scheidende speciale vertegenwoordiger van de EU, Alain Le Roy, voor zijn buitengewone inzet voor en resultaten op het gebied van stabiliteit en democratie in de FYROM. De Raad kwam overeen Ambassadeur Alexis Brouhns als de nieuwe speciale vertegenwoordiger van de EU met standplaats Skopje te benoemen. Op 21 oktober is met dit doel een gemeenschappelijk optreden aangenomen, dat vervolgens op 10 december met zes maanden is verlengd. In de loop van 2002 zijn voorbereidingen getroffen voor de eerste militaire operatie van de EU, die aansluit op de operatie "Allied Harmony" van de NAVO. Doel van de operatie is bij te dragen tot een stabiel veilig klimaat in de FYROM en aldus de uitvoering te vergemakkelijken van de kaderovereenkomst van Ohrid die de kern van de inspanningen van de internationale gemeenschap in de FYROM vormt. 2.
OOST-EUROPA EN CENTRAAL-AZIË
a)
Rusland
De betrekkingen tussen de EU en Rusland zijn op alle samenwerkingsgebieden verder geïntensiveerd. Tijdens de Top in mei is overeenstemming bereikt over praktische stappen voor de ontwikkeling van een politieke dialoog en over samenwerking op het gebied van crisisbeheersing en veiligheidsaangelegenheden. Op basis hiervan zijn verkennende besprekingen begonnen tussen het secretariaat van de Raad en Rusland over het gebruik door de EU van Russisch luchtvervoer over lange afstanden. De bestrijding van het terrorisme is hoog op de agenda blijven staan en tijdens de Top in november is een actieplan op dit gebied overeengekomen. In de tweede helft van het jaar waren de inspanningen vooral gericht op het vinden van een voor beide partijen aanvaardbare oplossing voor het transitoverkeer van personen en goederen tussen Kaliningrad en de rest van Rusland, in verband met de komende uitbreiding. Tijdens de Top in november is overeenstemming bereikt over een maatregelenpakket waarvan de uitvoering hoge prioriteit heeft gekregen. De EU is steun blijven verlenen aan het economische en democratische hervormingsproces in Rusland. De EU heeft uiting gegeven aan haar bezorgdheid over de situatie in Tsjetsjenië en heeft Rusland aangespoord een politieke oplossing voor het conflict te vinden. De EU betreurde ten zeerste het besluit om de permanente missie van de OVSE in Tsjetsjenië aan het eind van het jaar te sluiten. In november 2002 besloot de Raad met Rusland een politieke dialoog aan te gaan over LatijnsAmerika. b)
Oekraïne
De EU bleeft de pro-Europese opstelling van Oekraïne steunen en verklaarde zich bereid de betrekkingen EU-Oekraïne te versterken. Ook de samenwerking uit hoofde van de partnerschapsen samenwerkingsovereenkomst is verder geïntensiveerd. Er is vooruitgang geboekt met bijvoorbeeld de onderlinge aanpassing van de wetgeving, energie, nucleaire veiligheid en milieu. Het secretariaat van de Raad en Oekraïne hielden, met betrekking tot samenwerking bij crisisbeheersing, verkennende besprekingen over het gebruik door de EU van Oekraïens luchtvervoer over lange afstanden.
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/rb DG E Coord
8
NL
De Unie spoorde de nieuwe regering van Oekraïne aan economische en structurele hervormingen na te streven. De Unie is de democratische ontwikkeling in Oekraïne blijven steunen. De EU maakte van de vele bijeenkomsten in het kader van de politieke dialoog gebruik om de verslechtering van de situatie van de media in Oekraïne, onder meer in de vorm van aanvallen op journalisten, op alle niveaus aan de orde te stellen. De EU drong aan op een snelle oplossing van de kwestie van de uitvoer van Kolchuga-radarapparatuur naar Irak en toonde zich verontrust over de wapenexport naar Afrika. De Unie riep Oekraïne tevens op, steun te verlenen aan de inspanningen om een oplossing te bereiken in het conflict in Trans-Dnjestrië. c)
Belarus
De EU blijft ernstig bezorgd over de onverminderde aantasting van de democratie en de rechtsstaat in Belarus en over het feit dat Belarus zijn internationale verplichtingen niet nakomt. De EU heeft de autoriteiten van Belarus herhaaldelijk opgeroepen de situatie van politici van de oppositie, kritische journalisten en intellectuelen te verbeteren en zijn afkeuring uitgesproken over de aanneming van de wet op de vrijheid van geweten en godsdienst. De houding van het leiderschap van Belarus heeft de ontwikkeling van een benchmarkbenadering voor de geleidelijke intrekking van de in 1997 door de Raad opgelegde beperkende maatregelen belemmerd. Onder deze omstandigheden, en vooral gezien de feitelijke ontbinding van de Adviserende en Toezichthoudende Groep (AMG) van de OVSE in Minsk in oktober 2002, hebben de meeste lidstaten besloten de nodige maatregelen te nemen om de binnenkomst van de president van Belarus, het hoofd van de presidentiële administratie, de minister-president en vier ministers van de regering, alsmede de voorzitter van het comité voor nationale veiligheid op hun grondgebied te beletten. Later kon overeenstemming worden bereikt over de aanwezigheid van de OVSE in Minsk. De EU is zich blijven inzetten voor bijstand en steun aan het maatschappelijk middenveld in Belarus. De EU herhaalde dat zij het van groot belang acht dat Belarus daadwerkelijk verdere hervormingen uitvoert en zich bereid toont om zijn internationale verplichtingen volledig na te komen en de gemeenschappelijke waarden van democratie, rechtsstaat en mensenrechten te eerbiedigen. d)
Moldavië
De EU is de pro-Europese opstelling van Moldavië blijven steunen en heeft zich bereid verklaard de betrekkingen tussen de EU en Moldavië te versterken. De vierde samenwerkingsraad in april bood de gelegenheid de vorderingen met de uitvoering van de PSO te beoordelen. Bovendien werd een nieuw prioritair gebied voor samenwerking ingesteld ter verhoging van de inspanningen om in Moldavië een beter investeringsklimaat te scheppen. In de zomer heeft een trojka van staatssecretarissen een bezoek gebracht aan Moldavië. Het secretariaat-generaal heeft een onderzoeksmissie naar Moldavië gestuurd, die aanbevelingen heeft opgesteld betreffende de manier waarop het EU-beleid inzake Moldavië zou kunnen worden versterkt. De EU overwoog haar beleid ten aanzien van Moldavië te herzien teneinde de vooruitzichten met betrekking tot de levensvatbaarheid van het land op de lange termijn te verbeteren. De EU heeft toegezegd dat zij zich nog meer zal inspannen voor een snelle oplossing van het conflict in TransDnjestrië, met volledige inachtneming van de territoriale integriteit van Moldavië. De EU betreurde het dat Rusland zijn belofte om de terugtrekking/vernietiging van Russisch militair materiaal en munitie in Trans-Dnjestrië vóór 31 december 2002 af te ronden, niet is nagekomen en benadrukte de Russische verantwoordelijkheid in deze zaak.
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/rb DG E Coord
9
NL
e)
Uitgebreid Europa - nieuwe-buurstateninitiatief
In Kopenhagen heeft de Europese Raad gekeken naar de betrekkingen tussen de uitgebreide Unie en haar buren, en daarbij benadrukt dat de uitbreiding een belangrijke kans biedt om de betrekkingen met de naburige landen te verbeteren op basis van gemeenschappelijke politieke en economische waarden. De Europese Raad heeft zijn aandacht vooral gericht op de betrekkingen met de Westelijke Balkan, Rusland, de Oost-Europese landen en de zuidelijke mediterrane landen. De Europese Raad verklaarde dat hij ervan overtuigd is dat de uitbreiding tot versterking van de betrekkingen met Rusland zal leiden. De Europese Raad bevestigde opnieuw het Europese perspectief van de landen van de Westelijke Balkan die betrokken zijn bij het stabilisatie- en associatieproces. Hij heeft tevens de wens geuit de betrekkingen, onder meer via het nieuwebuurstateninitiatief, met Oekraïne, Moldavië, Wit-Rusland en de zuidelijke mediterrane landen te verbeteren via een langetermijnbenadering die politieke en economische hervormingen, duurzame ontwikkeling en handel bevordert. De Raad verzocht de Commissie en de hoge vertegenwoordiger meer gedetailleerde voorstellen uit te werken voor mogelijkheden om dit initiatief verder te ontwikkelen. f)
Noordelijke dimensie
Met de besprekingen over de verdere ontwikkeling van de noordelijke dimensie vanaf 2003 en daarna, is in 2002 begonnen. Op basis van de resultaten van de ministeriële conferentie over de noordelijke dimensie en het arctisch venster, die op 28 augustus 2002 op Groenland is gehouden, zijn tijdens een conferentie van ministers van Buitenlandse Zaken in Luxemburg op 21 oktober 2002 nader uitgewerkte richtsnoeren opgesteld voor de aanstaande aanneming, in 2003, van een nieuw actieplan dat in 2004 in werking moet treden. De Commissie heeft bij de Europese Raad in Kopenhagen een jaarlijks voortgangsverslag ingediend over de uitvoering van het actieplan, zoals in Götenborg besloten. g)
Kaukasus
Begin 2002 was het doel van de EU in de zuidelijke Kaukasus in de eerste plaats het verder uitvoeren van en voortbouwen op initiatieven van het voorgaande jaar. Al snel leidde de ontvoering van een ambtenaar van de Commissie in Georgië echter tot een totale herziening van de EU-hulp, in het bijzonder aan Georgië, terwijl tegelijkertijd werd voortgewerkt aan de ontwikkeling van een EU-beleid voor de Zuidelijke Kaukasus. Ondanks het feit dat er het gehele jaar geen vooruitgang van betekenis is geboekt bij de aanpak van een aantal onopgeloste conflicten in de regio, is de EU zich blijven beijveren voor de eerbiediging van de territoriale integriteit van Georgië en de oplossing van het conflict in Nagorno-Karabach. De EU is ook praktische steun blijven geven aan de gemeenschappelijke controlecommissie voor ZuidOssetië en de "Border Monitoring and Observation Mission" (grensobservatie en -monitoringmissie) van de OVSE aan de grens tussen Georgië en de Tsjetsjeense Republiek van de Russische Federatie. Ter gelegenheid van de in oktober in Brussel gehouden Samenwerkingsraden vond een bijeenkomst plaats van de ministers van Buitenlandse Zaken van Armenië, Azerbeidzjan en Georgië met het voorzitterschap, hoge vertegenwoordiger Solana en Commissielid Patten. Voorts bracht in september een trojka van politieke directeuren voor het eerst een bezoek aan deze drie landen. Naast een ontmoeting met president Sjevarnadze heeft de trojka een aantal nuttige gesprekken gevoerd op ministerieel niveau. 7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/rb DG E Coord
10
NL
h)
Centraal-Azië
De Raad besloot in december 2001 om actievere betrekkingen aan te knopen met de landen in Centraal-Azië en Brussel was vervolgens getuige van een aantal ontwikkelingen die aan dit besluit vorm moesten geven. Naast de gebruikelijke bilaterale samenwerkingsraden met Oezbekistan, Kazachstan en Kirgizië, vond in oktober een officiële plechtigheid plaats ter gelegenheid van de ondertekening van het drugsactieplan voor Centraal-Azië (en Tadzjikistan). Ook heeft de Commissie in oktober een nieuwe strategie aangenomen voor haar hulp aan de regio voor de periode 2002-2006, aangezien de verdubbeling van de Tacis-steun effect begon te sorteren. De EU heeft in 2002 veel nadruk gelegd op de coördinatie van de actie in Centraal-Azië, in het bijzonder met andere donoren. De Commissie organiseerde in juli een vergadering met IFI's en heeft actief deelgenomen aan de coördinatie die plaatsvond onder leiding van andere organisaties. Ook is de samenwerking met de OVSE voorspoedig verlopen. In haar contacten met de CentraalAziatische regeringen is de EU blijven wijzen op de voordelen van verdere vooruitgang in de regionale samenwerking. De EU heeft haar aanwezigheid in de regio verder uitgebouwd als bijdrage aan het politieke en economische hervormingsproces. In juni heeft een trojka van regionale directeuren een bezoek gebracht aan Kazachstan, Kirgizië en Oezbekistan. Vervolgens heeft de Commissie haar besluit bekendgemaakt om kantoren te openen in Bishkek en Dushanbe. In december is, voor het eerst in Tadzjikistan, een succesvolle (tweede) vergadering van het Gemengd Comité EU-Tadzjikistan gehouden. 3.
MIDDEN- EN OOST-EUROPA
De politieke contacten met de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa zijn verder versterkt door middel van: -
bijeenkomsten van de staatshoofden en regeringsleiders en de ministers van Buitenlandse Zaken tijdens de Europese Raden in Barcelona, Sevilla en Kopenhagen;
-
ministeriële vergaderingen in het kader van de Associatieraden met Estland, Letland en Litouwen (19 februari), Roemenië en Slowakije (12 maart), Slovenië (15 april), Bulgarije, Tsjechië, Hongarije en Polen (18 november);
-
vergaderingen op het niveau van de politieke directeuren op 1 maart in Budapest en op 18 oktober in Vilnius;
-
regelmatige vergaderingen van de trojka op deskundigenniveau in verband met: Westelijke Balkan, Oost-Europa en Centraal-Azië, Verenigde Naties, non-proliferatie, uitvoer van conventionele wapens, OVSE, terrorisme, ontwapening, mensenrechten en consulaire aangelegenheden.
De geassocieerde landen sloten zich ook nu weer regelmatig aan bij de verklaringen in verband met het GBVB (131 van de 202) en bij de gemeenschappelijke standpunten van de EU (9) in de vorm van verklaringen. De samenwerking met de geassocieerde landen is voortgezet in internationale organisaties en fora, zoals de VN en de OVSE.
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/wb DG E Coord
11
NL
4.
ZUIDOOST-EUROPA
a)
Turkije
De 41e zitting van de Associatieraad EG-Turkije vond op 16 april in Luxemburg plaats. De ministers wisselden uitvoerig van gedachten over de betrekkingen tussen de EU en Turkije en over andere onderwerpen van gemeenschappelijk belang. Zij bekeken meer bepaald de vorderingen van Turkije in het kader van de pretoetredingsstrategie en de vorderingen wat betreft het naleven van de prioriteiten van het partnerschap voor de toetreding, en bespraken de prioriteiten van de verdere werkzaamheden in het kader van de associatieovereenkomst. In het kader van de zitting vond voorts een politieke dialoog op het niveau van de ministers plaats, die toegespitst was op Cyprus, de vreedzame oplossing van geschillen en de situatie in het Midden-Oosten. In het kader van de versterkte politieke dialoog zijn op 8 januari en 17 mei in Madrid, op 12 juli in Rungsted en op 31 oktober in Ankara vergaderingen gehouden op het niveau van de politieke directeuren. De besprekingen waren toegespitst op de betrekkingen tussen de EU en Turkije, maar ook regionale onderwerpen van gemeenschappelijk belang zijn ter sprake gekomen. Turkije werd daarbij aangemoedigd vaart te zetten achter zijn hervormingsprogramma en alles in het werk te stellen om volledig te voldoen aan de politieke criteria van Kopenhagen, inclusief de toepassing daarvan. Meer in het bijzonder werd beklemtoond dat Turkije de mensenrechtensituatie moet verbeteren, een constructieve bijdrage moet leveren tot een alomvattende regeling van de kwestieCyprus, en werk moet maken van de toepassing van punt 4 van de conclusies van Helsinki. Turkije heeft ook deelgenomen aan dialoogvergaderingen met de andere kandidaat-lidstaten. In augustus sprak de Raad in een verklaring zijn tevredenheid uit over de door het Turkse parlement aangenomen wetgevingshervormingen. In december concludeerde de Europese Raad in Kopenhagen dat de toetredingsonderhandelingen met Turkije onverwijld zullen worden geopend indien de Europese Raad in december 2004 oordeelt dat Turkije voldoet aan de politieke criteria van Kopenhagen. b)
Cyprus
In de loop van het jaar heeft de Raad steeds zijn krachtige steun betuigd aan de inspanningen van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, om een alomvattende regeling voor de kwestie-Cyprus te vinden, en aangedrongen op rechtstreekse besprekingen tussen de leiders van de twee gemeenschappen op Cyprus. Na de indiening van een plan voor een alomvattende regeling door de SGVN in november, heeft de Raad de partijen met name opgeroepen om op basis van dit plan door onderhandelingen tot een overeenkomst te komen. Nadat de toetredingsonderhandelingen met Cyprus waren afgerond, heeft de Europese Raad van Kopenhagen in december besloten Cyprus als nieuwe lidstaat toe te laten tot de Europese Unie. De Europese Raad bevestigde echter zijn sterke voorkeur voor de toetreding van een verenigd Cyprus. De Europese Raad drong er bij de partijen op aan deze unieke kans aan te grijpen en op basis van de voorstellen van de SGVN verder te onderhandelen teneinde vóór 28 februari 2003 tot een regeling te komen. In dit verband werd eraan herinnerd dat de EU bereid is in het toetredingsverdrag plaats in te ruimen voor de bepalingen van een regeling. Cyprus nam deel aan dialoogvergaderingen met de andere kandidaat-lidstaten.
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/wb DG E Coord
12
NL
c)
Malta
De Europese Raad van Kopenhagen heeft besloten Malta als nieuwe lidstaat toe te laten tot de Europese Unie. Malta nam deel aan dialoogvergaderingen met de andere kandidaat-lidstaten. 5.
VREDESPROCES IN HET MIDDEN-OOSTEN
De situatie in verband met het Israëlisch-Palestijnse conflict is verder verslechterd. De spiraal van geweld duurt voort en aan beide zijden is een steeds groter aantal burgers omgekomen of gewond geraakt. De Europese Raad heeft in maart in Barcelona duidelijk gesteld dat de algemene doelstelling van de EU tweeledig is: vorming van een democratische, levensvatbare en onafhankelijke staat Palestina, waarmee een eind komt aan de bezetting van 1967, en daarnaast het recht van Israël om te leven binnen veilige grenzen die worden gewaarborgd door een verbintenis van de internationale gemeenschap, en met name de Arabische landen. Het initiatief van Saoedi-Arabië, dat door de Top van de Arabische Liga van Beiroet is onderschreven, werd in het bijzonder door de EU toegejuicht. De internationale gemeenschap is blijven zoeken naar een uitweg uit deze crisis. In dit verband speelde de EU een zeer actieve rol binnen het kwartet (EU, Rusland, VS en VN), vooral via de hoge vertegenwoordiger, Solana, en de SVEU, Moratinos, op het niveau van gezanten. De EU legde aan de andere leden van het kwartet in het bijzonder een gezamenlijk scenario voor, met nauwkeurige termijnen, voor een Palestijnse staat die uiterlijk in 2005 tot stand moet zijn gekomen. De uitvoering van een dergelijk scenario moet gebaseerd zijn op parallelle vorderingen - op het vlak van veiligheid, en op het politieke en het economische vlak - en moet door het kwartet nauwlettend worden gevolgd. Er is inderdaad een scenario aangenomen tijdens de bijeenkomst van het kwartet op 20 december in Washington, maar dit is niet bekendgemaakt. De EU ging op een groot aantal andere uitdagingen in de regio in. Een voorbeeld daarvan was de crisis rond de Geboortekerk in Bethlehem: op 21 mei heeft de Raad een gemeenschappelijk standpunt aangenomen betreffende de tijdelijke opvang van een aantal Palestijnen die bij deze crisis betrokken waren, door lidstaten van de EU. Steun voor de Palestijnse hervormingen was een van de belangrijkste prioriteiten van de EU: zij droeg bij tot de werkzaamheden van de kwartet-task force voor hervorming, die regelmatig een evaluatie heeft gemaakt van de vorderingen en de belemmeringen op het gebied van de hervormingen. De EU heeft deelgenomen aan een donorbijeenkomst van het ad hoc verbindingscomité (AHLC) op 24-25 april in Oslo, waar de steeds dramatischer wordende humanitaire situatie in de gebieden is benadrukt. De begrotingssteun van de EU aan de Palestijnse autoriteit is voortgezet, voorzien van duidelijke doelstellingen en voorwaarden. In haar demarches en verklaringen gaf de EU eens te meer scherp en ondubbelzinnig uiting aan haar afkeuring van elke vorm van terrorisme. Zelfmoordaanslagen brengen onherstelbare schade toe aan de Palestijnse zaak. De EU erkende weliswaar Israëls legitieme bezorgdheid over zijn veiligheid, maar deed niettemin een beroep op Israël om een einde te maken aan het excessieve gebruik van geweld en aan de buitengerechtelijke executies, die de Israëlische bevolking geen veiligheid brengen. De Europese Raad van Kopenhagen van december was ook verontrust over het feit dat de bouw van illegale nederzettingen nog altijd doorgaat, waardoor de twee-statenoplossing in de praktijk onuitvoerbaar dreigt te worden.
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/wb DG E Coord
13
NL
Het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de EU werd op 10 december met zes maanden verlengd. 6.
MIDDELLANDSE-ZEEGEBIED
a)
Europees-mediterraan partnerschap: proces van Barcelona
Het Spaanse voorzitterschap heeft op 22/23 april de vijfde conferentie van ministers van Buitenlandse Zaken in Valencia georganiseerd, die een vernieuwd wederzijds engagement betekende en die het Europees-mediterrane partnerschap meer diepgang zal geven; dit engagement moet bijdragen tot regionale stabiliteit en vrede, in het bijzonder door een versterkt bewustzijn van de eigen inbreng in het proces van Barcelona. Syrië en Libanon waren niet vertegenwoordigd. De conferentie heeft een actieplan aangenomen waarin rekening wordt gehouden met het integrale karakter van het proces in het hoofdstuk betreffende politiek en veiligheid. De ministers besloten de politieke dialoog, ook over defensieaangelegenheden, te versterken. Zij bereikten overeenstemming over een gemeenschappelijke aanpak inzake dialoog en samenwerking in de bestrijding van terrorisme, spoorden aan tot intensivering van de dialoog betreffende de mensenrechten; en schetsten tevens de hoofdlijnen van de toekomstige werkzaamheden inzake partnerschapstimulerende maatregelen. Ook gaven de ministers opnieuw uitdrukking aan hun onwrikbare politieke engagement met betrekking tot democratie, mensenrechten en de rechtsstaat in de regio, en stemden zij ermee in de parlementaire dimensie van het partnerschap verder te ontwikkelen. Zij betoonden zich voldaan over de bijeenkomst van de voorzitters van de Europees-mediterrane parlementen in Athene van februari jl., erkenden de waarde van de bestaande Europees-mediterrane fora en stemden in met de aanbeveling om, zoals het Europees Parlement heeft voorgesteld, een Europees-mediterrane parlementaire vergadering in te stellen. Wat meer in het bijzonder het gebied van het partnerschap voor politiek en veiligheid betreft, geeft het actieplan van Valencia aan dat de politieke dialoog onder meer moet worden toegespitst op -
daadwerkelijke dialoog over politieke en veiligheidsaangelegenheden, met inbegrip van het EVDB verhoging van de stabiliteit en versterking van de democratische instellingen conflictpreventie, crisisbeheersing en bestudering van de oorzaken van instabiliteit regelmatige informatie over ontwikkelingen inzake de uitbreiding van de EU en de gevolgen ervan voor het Europees-mediterrane partnerschap, met in aanmerkingneming van de belangen van de mediterrane partners.
7.
MACHREK/MAGHREB
a)
Algerije
Op 22 april is in Valencia (Spanje), in aanwezigheid van eerste minister Aznar en president Bouteflika, in de marge van de Europees-mediterrane ministersconferentie de Europees-mediterrane overeenkomst ondertekend. Wanneer de overeenkomst door alle partijen is bekrachtigd, zal deze de politieke dialoog institutionaliseren en de basis vormen voor bilaterale samenwerking op vele gebieden, waaronder samenwerking bij de bestrijding van terrorisme.
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/wb DG E Coord
14
NL
Op 5 juni is in Algiers één politieke-dialoogvergadering op ministerieel niveau gehouden. De partijen wisselden daar van gedachten over de mensenrechtensituatie in Algerije, en de situatie na de verkiezingen in mei. Er is gesproken over de situatie in het Midden-Oosten, de Westelijke Sahara en de Unie van de Arabische Maghreb. Algerije benadrukte dat er meer moet worden samengewerkt bij het afgeven van visa en bij het bestrijden van racisme in Europa. b)
Tunesië
De 3e zitting van de Associatieraad is op 29 januari in Brussel gehouden en omvatte onder meer een politieke dialoog op ministersniveau over de uitbreiding van de Unie, het proces van Barcelona, de situatie in het Midden-Oosten, de bestrijding van het terrorisme, de consolidering van het democratisch proces en regionale aangelegenheden (UAM, proces van Agadir). Op 25 september is in Tunis een derde vergadering van het Associatiecomité gehouden, waar beide partijen ook van gedachten hebben gewisseld over politieke aangelegenheden. c)
Westelijke Sahara
De EU is de situatie op de voet blijven volgen en de inspanningen van de SGVN en zijn persoonlijke gezant, James Baker, voor een rechtvaardige en duurzame oplossing van het conflict blijven steunen. De EU moedigde alle contacten aan die tot herstel van het vertrouwen tussen de partijen kunnen leiden en steunde humanitaire maatregelen die onverwijld dienen te worden uitgevoerd. De EU was in het bijzonder verheugd over de vrijlating van 101 krijgsgevangenen uit kampen in Tindouf in juli. d)
Libië
Libië werd opnieuw als waarnemer uitgenodigd op een aantal vergaderingen van het proces van Barcelona. Als speciale gast van het voorzitterschap nam het deel aan de Europees-mediterrane conferentie in Valencia (Spanje) van 21/22 april. e)
Israël
Op 21 oktober hield de Associatieraad in Brussel zijn derde vergadering, waarop een politieke dialoog is gevoerd over Iran, Irak, terrorismebestrijding en regionale aangelegenheden. De debatten tijdens de lunch waren vooral gewijd aan de situatie in het Midden-Oosten. De Associatieraad was voorbereid door een derde vergadering van het Associatiecomité op 8 oktober in Jeruzalem, waar de twee partijen van gedachten wisselden over politieke aangelegenheden van gemeenschappelijk belang. Beide partijen herhaalden dat zij ernaar streven een bevredigende oplossing te bereiken voor de kwestie van de oorsprongsregels voor uit de Israëlische nederzettingen afkomstige producten, in overeenstemming met de associatieovereenkomst. f)
Libanon
Op 17 juni werden in Luxemburg de Europees-mediterrane associatieovereenkomst en een briefwisseling over de bestrijding van het terrorisme ondertekend. Bij deze gelegenheid is tevens een interimovereenkomst ondertekend op basis waarvan de handels- en samenwerkingsaspecten van de overeenkomst worden uitgevoerd zonder dat moet worden gewacht op de voltooiing van de bekrachtigingsprocedure. 7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/wb DG E Coord
15
NL
Wanneer de overeenkomst door alle partijen is bekrachtigd, zal daarbij een politieke dialoog ingesteld zijn en de basis zijn gelegd voor bilaterale samenwerking op verschillende gebieden, waaronder samenwerking bij de bestrijding van terrorisme. g)
Jordanië
Na de inwerkingtreding van de Europees-mediterrane overeenkomst op 1 mei, is op 10 juni in Luxemburg de eerste Associatieraad gehouden waarbij een politieke dialoog heeft plaatsgevonden over het proces van Barcelona en de verklaring van Agadir, de situatie in het Midden-Oosten, Irak en de democratische ontwikkelingen in de regio. Op 7 november is in Brussel de eerste vergadering van het Associatiecomité gehouden. De twee partijen hebben van gedachten gewisseld over politieke aangelegenheden van gemeenschappelijk belang. h)
Syrië
De onderhandelingen over een Europees-mediterrane overeenkomst werden voortgezet tijdens twee onderhandelingsrondes, respectievelijk op 5/6 juni in Damascus en op 11/12 november in Brussel. 8.
MIDDEN-OOSTEN/GOLF
a)
Samenwerkingsraad van de Golf (GCC)
De 12e EU-GCC Gezamenlijke Raad en ministervergadering vond op 28 februari in Granada (Spanje) plaats. Bij de besprekingen kwamen tal van onderwerpen aan bod, waaronder politieke aangelegenheden van wederzijds belang zoals mensenrechten, het vredesproces in het MiddenOosten, terrorismebestrijding en het tegengaan van de verspreiding van massavernietigingswapens. Verder vond in september in de marge van de Algemene Vergadering van de VN een ontmoeting van de EU-trojka en de GCC-trojka plaats. Bij deze gelegenheid heeft de EU de GCC laten weten voornemens te zijn in al haar overeenkomsten met derde landen, waaronder de vrijhandelsovereenkomst waarover nu met de GCC wordt onderhandeld, bepalingen over terrorismebestrijding op te nemen. b)
Iran
De betrekkingen tussen de EU en Iran zijn in 2002 beduidend hechter geworden. Op 17 juni heeft de Raad een politiek akkoord bereikt over de opening van onderhandelen met Iran over een handels- en samenwerkingsovereenkomst en over bepalingen inzake een politieke dialoog en terrorismebestrijding. Dit werd gevolgd door de formele aanneming op 12 juli van onderhandelingsrichtsnoeren voor de Commissie en het voorzitterschap. De onderhandelingen over alle onderwerpen zijn op 12 december in Brussel officieel geopend. Daarna vond een eerste onderhandelingsronde plaats over de politieke aspecten, die werd voorgezeten door het voorzitterschap, en een eerste onderhandelingsronde over handel en samenwerking, die werd voorgezeten door de Commissie. Dit zijn onderling afhankelijke, onlosmakelijk verbonden en elkaar versterkende elementen van de alomvattende aanpak die het uitgangspunt vormt voor vooruitgang in de betrekkingen tussen de EU en Iran. Op 10 september vond in Teheran de 9e alomvattende politieke dialoog op het niveau van de onderministers van Buitenlandse Zaken plaats. Deze vergadering bood gelegenheid voor een debat over economische en politieke kwesties en er werd besloten een dialoog tussen de EU en Iran te beginnen over mensenrechten, naar het voorbeeld van de mensenrechtendialoog die de EU reeds met China voert. De eerste mensenrechtendialoog vond in december plaats in Teheran.
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/wb DG E Coord
16
NL
c)
Irak
De EU heeft in juli het nieuwe "olie-voor-voedsel"-programma uitgevoerd - als gevolg waarvan de sanctieregeling aanzienlijk is verlicht - om de humanitaire situatie van de bevolking van Irak te verzachten. Tot tevredenheid van de Raad werd op 19 november Resolutie 1441 van de VN-Veiligheidsraad unaniem aangenomen, waarmee Irak een laatste kans werd geboden om aan zijn ontwapeningsverplichtingen te voldoen. De Europese Raad van Kopenhagen van 12-13 december heeft een verklaring aangenomen waarin de Europese Raad nadrukkelijk verklaart dat Resolutie 1441 van de VN-Veiligheidsraad van 8 november 2002 volledig en ondubbelzinnig door hem wordt gesteund en dat de doelstelling van de EU de ontmanteling blijft van de massavernietigingswapens van Irak in overeenstemming met de desbetreffende VN-resoluties. De Europese Raad stelde dat Irak deze laatste kans moest aangrijpen om zijn internationale verplichtingen na te komen. De Europese Raad beklemtoonde bovendien dat de VN-inspecteurs hun belangrijke taak zonder inmenging moeten kunnen voortzetten en daarbij ten volle gebruik moeten kunnen maken van de instrumenten die hun krachtens Resolutie 1441 ter beschikking staan. Voorts werd gezegd dat de EU de beoordeling van de verklaring van Irak over massavernietigingswapens, die Irak overeenkomstig Resolutie 1441 aan de VN-inspecteurs heeft verstrekt, met belangstelling tegemoet ziet. 9.
AZIË - OCEANIË
Multilateraal a)
ASEAN en ARF
In februari 2002 besloot de EU de EG-ASEAN-samenwerkingsovereenkomst van 1980 zodanig uit te breiden dat de Democratische volksrepubliek Laos er ook onder valt. Gedurende 2002 heeft de EU grote waarde gehecht aan de betrekkingen tussen de EU en de ASEAN en aan het bevorderen van de dialoog tussen de EU en de ASEAN, als een fundamentele bouwsteen voor het strategische partnerschap tussen Europa en Azië. In dit verband heeft de EU de ASEAN-landen benaderd ter voorbereiding van de 14e ministeriële bijeenkomst EU-ASEAN, die op 27-28 januari 2003 in Brussel wordt gehouden. Het belang van het ARF voor de dialoog en de samenwerking inzake veiligheidsaangelegenheden in de regio Azië-Stille Oceaan blijft groeien. De EU heeft actief deelgenomen aan de ministeriële bijeenkomst van de ARF in juli 2002 in Brunei Darussalam en aan de twee tussentijdse bijeenkomsten van de groep over vertrouwenscheppende maatregelen (ISG en CBM) die in april in Hanoi en in november in Wellington zijn gehouden. De EU heeft steeds geijverd voor een verdere versterking van dit forum, met name middels uitbreiding van de vertrouwenscheppende maatregelen, preventieve diplomatie en praktische samenwerking bij het aanpakken van gemeenschappelijke dreigingen en problemen. b)
ASEM
2002 was een druk en succesvol jaar voor wat betreft het ASEM-proces. Ter voorbereiding van de 4e ASEM-Top in Kopenhagen op 23/24 september is een aantal belangrijke vergaderingen gehouden.
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/wb DG E Coord
17
NL
De belangrijkste vergaderingen waren de ministeriële ASEM-vergadering over milieu (17/18 januari, Peking), de ministeriële vergadering over het beheer van migratiestromen (4/5 april, Lanzarote), de vergadering van ASEM-ministers van Buitenlandse Zaken (6/7 juni, Madrid) en van de ASEM-ministers van Economische Zaken op 19 september. Tijdens de 4e ASEM-Top stelden de leiders met tevredenheid vast dat er in de ASEM vooruitgang was geboekt op economisch, sociaal en politiek gebied en onderschreven zij nogmaals de beginselen die op voorgaande toppen waren overeengekomen. Een van de belangrijkste besluiten was dat er met name een studiebijeenkomst zal worden gehouden over terrorismebestrijding, en dat een begin zal worden gemaakt met een ad hoc informeel raadplegingsmechanisme binnen de ASEM. Ook bereikten de leiders overeenstemming over een verklaring inzake samenwerking ter bestrijding van internationaal terrorisme. Bilateraal a)
Afghanistan
De Raad is blijven aandringen op vrede, herstel van de democratie en eerbiediging van de mensenrechten in Afghanistan, overeenkomstig het Akkoord van Bonn. In dit verband toonde de Raad zich ingenomen met de Petersberg II-conferentie, die de weg heeft vrijgemaakt voor het vaststellen van ijkpunten ter beoordeling van de uitvoering van het Akkoord van Bonn. Ook was de Raad verheugd over de oprichting van het Afghaanse Nationale Leger en over de verklaring van goed nabuurschap die Afghanistan en zijn zes buurlanden in december hebben ondertekend. In 2002 was de EU de grootse donor voor Afghanistan. De EU heeft met de Afghaanse autoriteiten essentiële problemen aangepakt zoals mensenrechten, juridische hervormingen, politieopleiding en onderwijs. De EU-lidstaten hebben aanzienlijk bijgedragen aan ISAF. Duitsland en Nederland hebben laten weten dat zij vanaf februari 2003 het commando over ISAF vanaf februari 2003 zullen overnemen. Gezien de enorme toename van de papaverteelt heeft de Raad bij diverse gelegenheden uiting gegeven aan zijn bezorgdheid over het gevaar van drugs uit Afghanistan. Op 17 juni besloot de Raad een nieuwe speciale vertegenwoordiger, Francesc Vendrell, te benoemen, die in Afghanistan is gestationeerd en onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger handelt. Zijn mandaat is op 10 december met zes maanden verlengd. b)
Australië en Nieuw-Zeeland
Evenals in voorgaande jaren heeft de EU een ministeriële bijeenkomst gehouden met Australië (31 januari 2002, Madrid), en met Nieuw-Zeeland (6 mei 2002, Madrid). c)
Bangladesh
De Raad heeft de situatie in Bangladesh nauwlettend gevolgd. Hij heeft er bij de regering op aangedrongen de mensenrechten te eerbiedigen, in het bijzonder bij de uitvoering van de antimisdaadcampagne "Clean Heart".
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/wb DG E Coord
18
NL
d)
Birma/Myanmar
Gedurende het hele jaar 2002 is de EU zich blijven inzetten voor het herstel van de democratie, het totstandbrengen van nationale verzoening en de bescherming van de mensenrechten in Birma/Myanmar. Zij gaf herhaaldelijk uiting aan haar grote bezorgdheid over de voortdurende schending van de mensenrechten in Birma/Myanmar en betuigde opnieuw haar steun aan de speciale rapporteur van de VN over de mensenrechtensituatie, Paolo Sergio Pinheiro. Zij toonde zich voorts uiterst bezorgd over de humanitaire situatie in Birma/Myanmar en drong er bij de autoriteiten op aan ervoor te zorgen dat de humanitaire bijstand de meest kwetsbare bevolkingsgroepen bereikt. De EU heeft de ontwikkelingen in het land nauwlettend gevolgd en twee trojka's naar het land gezonden, in maart en in september 2002, voor besprekingen met vertegenwoordigers van de regering, oppositieleider Daw Aung San Suu Kyi en NLD-leden, vertegenwoordigers van de etnische minderheden, de missiehoofden in Rangoon, VN-organisaties en NGO's. Ook is de EU de inspanningen van de speciale vertegenwoordiger van de SGVN, Razali, blijven steunen. De EU heeft zich ingenomen getoond met de opheffing van het huisarrest van Aung San Suu Kyi begin mei 2002 en met de vrijlating van een aantal politieke gevangenen, maar heeft vervolgens haar teleurstelling uitgesproken over het feit dat deze eerste veelbelovende stappen niet hebben geleid tot een breder politiek proces. De EU heeft de politiek gemotiveerde detenties en arrestaties in het najaar aan de kaak gesteld en heeft een klemmend beroep gedaan op de Birmaanse autoriteiten om met spoed en ernst een politiek proces met de oppositie en de etnische minderheden op gang te brengen dat moet leiden tot verzoening en een overgang naar civiel bestuur. Aangezien er geen tastbare vooruitgang is geboekt, heeft de EU twee maal, op 22 april en op 21 oktober, besloten het gemeenschappelijk standpunt inzake Birma/Myanmar met zes maanden te verlengen en de ontwikkeling van de politieke situatie in het land nauwlettend te volgen. De EU bevestigde tevens dat zij bereid is zowel in positieve als negatieve zin proportioneel op de ontwikkelingen in Birma/Myanmar te reageren. e)
China
De betrekkingen met China hebben zich ook in 2002 gestaag verder ontwikkeld. Op 24 september 2002 heeft in Kopenhagen de vijfde EU-China-Top plaatsgevonden, waar beide partijen hebben benadrukt dat zij vastbesloten zijn de samenwerking tussen de EU en China op alle gebieden uit te breiden en te intensiveren en te werken aan de ontwikkeling van een alomvattend partnerschap. De EU en China besloten in het bijzonder om hun politieke dialoog te versterken door middel van veelvuldige formele en informele contacten. De EU heeft verscheidene politiekedialoogbijeenkomsten belegd met Chinese gesprekspartners waar een breed scala aan onderwerpen aan bod is gekomen, zoals de situatie in het Midden-Oosten, Irak, het Koreaanse schiereiland, terrorismebestrijding, ontwapening en non-proliferatie, illegale migratie en grensoverschrijdende criminaliteit akslede de mensenrechten. Ook heeft de EU de samenwerking met China in multilateraal verband, zoals de ASEM en het ARF, voortgezet. De EU heeft de toetreding van China tot de WTO toegejuicht en heeft het 16e Congres van de Communistische partij van China, waar het nieuwe politieke leiderschap van het land is aangewezen, nauwlettend gevolgd. Wat betreft de dialoog met China over mensenrechten zijn er twee gespreksrondes gehouden, respectievelijk op 5-6 maart in Madrid en op 25-26 oktober in Peking. Beide partijen herhaalden dat zij zich inzetten om te werken aan positieve resultaten. De EU heeft bij deze en verscheidene andere gelegenheden uiting gegeven aan haar bezorgdheid over een lange reeks problemen in verband met mensenrechten, zoals de doodstraf, marteling en administratieve aanhouding, vrijheid van
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/wb DG E Coord
19
NL
meningsuiting en van de media, de situatie in Tibet en Xinjiang, de ratificatie van het IVBPR en de uitvoering van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, en heeft voorts op een aantal individuele gevallen gewezen. Tijdens de bijeenkomst van november is een door de Europese Commissie gefinancierd verkiezingsproject in de provincie Jiangxi bezocht. Het hele jaar door is op dit gebied samengewerkt in bilaterale projecten, in het bijzonder via het academisch netwerk van de EU en China voor de ratificatie en de uitvoering van de VN-verdragen inzake mensenrechten en de faciliteit kleine projecten mensenrechten. Voorts werden op 30-31 mei en op 17-18 oktober in Beijing seminars van het netwerk met ambtenaren uit China en de EUlidstaten gehouden over de thema's voorkoming van foltering en nationale mensenrechteninstellingen. Wat Tibet betreft toonde de EU zich ingenomen met het bezoek aan China van vertegenwoordigers van de Dalai Lama, medio september. De Europese Unie memoreerde dat zij beide zijden al lang aanmoedigt een dialoog te starten en hoopte dat dit bezoek de weg zou vrijmaken voor een rechtstreekse dialoog tussen Peking en de Dalai Lama die tot een vreedzame en duurzame oplossing voor het Tibetaanse vraagstuk leidt. f)
Oost-Timor
De EU heeft zich bijzonder verheugd over de onafhankelijkheid van Oost-Timor op 20 mei 2002; zij heeft de bevolking en de gekozen leiders gelukgewenst en de bevolking van Oost-Timor geprezen voor haar niet aflatende inspanningen, die nu eindelijk zijn beloond. De EU heeft benadrukt dat de keuze van Oost-Timor voor democratie en innige en vriendschappelijke betrekkingen met de buurlanden de enige weg was voor het bereiken van vrede en vooruitgang. Voorts zette de EU zich in voor de snelle toetreding van Oost-Timor tot de Overeenkomst van Cotonou. De EU zal aanzienlijke inspanningen blijven leveren om de nieuwe staat te steunen, niet het minst met de hulp die de Commissie en de lidstaten verstrekken. Aan de opeenvolgende VN-missies in Oost-Timor is deelgenomen door verscheidene EU-onderdanen, en dat zal ook het geval zijn met de VN-ondersteuningsmissie voor Oost-Timor (UNMISET). De EU is zich ervan bewust dat de nieuwe natie de voortdurende steun nodig heeft van de internationale gemeenschap, via VN en internationale hulpverlening, en zal dit proces steeds blijven steunen. g)
Japan
De nauwe samenwerking tussen de EU en Japan is in 2002 voortgezet. Dit heeft geleid tot de succesvolle top EU/Japan, die op 8 juli 2002 in Tokio plaatsvond. De top gaf een communiqué uit met een overzicht van de vorderingen met de uitvoering van het actieplan EU-Japan h)
India en Pakistan
De Raad heeft de politieke dialoog van de Unie met Pakistan voortgezet en aangedrongen op herstel van de democratie. EU-waarnemers hebben de algemene verkiezingen van oktober gevolgd. De betrekkingen van de EU met India bleven zich in de loop van het gehele jaar verder ontwikkelen. Op de derde topbijeenkomst EU-India, die op 10 oktober in Kopenhagen plaatsvond, is een nieuwe actieagenda overeengekomen met het oog op de verdere intensivering van het ontwikkelingspartnerschap.
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/wb DG E Coord
20
NL
De spanningen tussen India en Pakistan, evenals het gevaar van een oorlog tussen de twee kernwapenstaten, hebben de Unie grote zorgen gebaard. Middels bezoeken op hoog niveau aan de regio, waaronder een bezoek van de hoge vertegenwoordiger, heeft de EU daadwerkelijk bijgedragen tot handhaving van de internationale druk op beide partijen. De EU heeft aangedrongen op hervatting van de dialoog in de geest van het akkoord van Simla en de verklaring van Lahore. Zij heeft Pakistan verzocht maatregelen te nemen tegen de in Pakistan gevestigde terroristische groeperingen die buiten het land, vooral in India, actief zijn. Ook drong zij er bij India op aan te werken aan verbetering van de algemene levensomstandigheden, met inbegrip van de mensenrechtensituatie, voor de bevolking in Jammu en Kashmir. i)
Indonesië
De dialoog tussen de EU en Indonesië is zich in 2002 blijven ontwikkelen en de nauwe betrekkingen tussen beide partijen zijn nog belangrijker geworden na de terreuraanslagen op Bali van 12 oktober 2002. De EU heeft bij verscheidene gelegenheden herhaald dat zij hecht aan een democratisch, stabiel, verenigd en welvarend Indonesië. Zij bevestigde haar steun aan de territoriale integriteit van Indonesië en aan het lopende democratiseringsproces, en bevestigde in het bijzonder dat zij bereid is Indonesië met ondersteuning en waarneming te helpen bij de presidents- en parlementsverkiezingen van 2004. De EU erkende dat Indonesië zich inspant om de economie te stabiliseren en dat het land resultaten heeft geboekt bij de decentralisatie, en spoorde aan tot verdere vooruitgang bij het aanpakken van andere problemen, zoals justitiële, wettelijke en verdere economische hervormingen. De EU bleef echter teleurgesteld over de geringe vooruitgang op het gebied van de eerbiediging van de mensenrechten, zoals onder meer blijkt uit de uitkomst van de eerste zaken die zijn behandeld door het mensenrechtentribunaal voor Oost-Timor; zij heeft de regering aangespoord de tekortkomingen van dit tribunaal te verhelpen en ervoor te zorgen dat alle daders van ernstige mensenrechtenschendingen voor de rechter worden gebracht. Ook beklemtoonde de EU dat het van belang is krachtig te streven naar vreedzame oplossingen voor de interne separatistische en sectarische conflicten in Centraal Sulawesi, op de Molukken, Irian Jaya, Aceh en Centraal Kalimantan. De EU was verheugd over de positieve ontwikkelingen in de betrekkingen van Indonesië met OostTimor. Het feit dat president Megawati de viering van de onafhankelijkheid in Dili in mei heeft bijgewoond en dat president Gusmao vervolgens een bezoek heeft gebracht aan Jakarta, heeft veel bijgedragen aan het opbouwen van een goede burenrelatie tussen de twee staten. De EU heeft de Indonesische regering aangespoord zich te blijven inspannen voor de totstandbrenging van goede betrekkingen met Oost-Timor. De EU heeft de terreuraanslagen van 12 oktober op Bali krachtig veroordeeld. In de lijn van 's Raads conclusies van 22 juli over extern optreden van de EU tegen terrorisme, heeft de EU verklaard voornemens te zijn op alle niveaus nauw met de regering van Indonesië samen te werken. Overeenkomstig de toezegging van de EU dat zij de politieke dialoog met Indonesië over terreurbestrijding zal versterken, heeft een trojka op hoog niveau in november een bezoek gebracht aan Indonesië en uiting gegeven aan de gemeenschappelijke vastbeslotenheid iedere terroristische dreiging voortvarend aan te pakken. Tevens heeft de EU haar samenwerking met Indonesië inzake antiterrorismemaatregelen uitgebreid en Indonesië aangewezen als pionierland voor bijstand bij de uitvoering van Resolutie 1373 van de VN-Veiligheidsraad, in het bijzonder bij de bestrijding van het witwassen van geld en het financieren van terrorisme. Ook heeft de EU besloten op andere terreinen die relevant zijn voor de terrorismebestrijding, zoals goed bestuur, rechtsstaat en grensbeheer, de EU-bijstand aan Indonesië en andere delen van Zuidoost-Azië bespoedigen.
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/mg DG E Coord
21
NL
De Europese Unie begroette de besluiten van het Raadgevend Volkscongres van Indonesië (MPR) over de wijziging van de Indonesische grondwet als een belangrijke stap in de richting van verdere versterking van de democratie in Indonesië. De aangenomen wijzigingen hebben de weg gebaand voor de rechtstreekse verkiezing van de president en de vice-president en voor een MPR dat in de toekomst volledig uit verkozen leden zal bestaan en daardoor rechtstreeks verantwoording verschuldigd zal zijn aan het Indonesische volk. De Europese Unie heeft ook steun betuigd voor de huidige inspanningen van de Regering van Indonesië en de GAM (Beweging Vrij Aceh), gericht op het bereiken van een vreedzame oplossing voor het geweld in Aceh. De Europese Unie verheugt zich over de staakt-het-vuren-overeenkomst van 9 december en heeft beide partijen aangespoord een alomvattende dialoog aan te gaan die moet leiden tot een blijvende oplossing voor het conflict in Aceh en tot democratie, eerbiediging van de mensenrechten en ontwikkeling. De EU heeft tevens bevestigd bereid te zijn om bij te dragen aan de uitvoering van de staakt-het-vuren-overeenkomst en hulp te bieden aan Aceh na afloop van het conflict. j)
Het Koreaanse schiereiland
De EU bleef ernaar streven bij te dragen tot het verzoeningsproces op het Koreaanse schiereiland, met name door het bezoek van de trojka (regionale directeuren) aan Pyongyang en Seoel in juni. De EU kreeg in maart in Brussel ook bezoek van een ministeriële delegatie op hoog niveau van de DVK over economische aangelegenheden. De EU heeft tijdens de 4e ASEM-Top in Kopenhagen op 23/24 september deelgenomen aan de opstelling van een verklaring voor vrede op het Koreaanse schiereiland. De EU heeft voorts in oktober 2002 uiting gegeven aan haar bezorgdheid over de verslechterende situatie in Korea na meldingen van een DVK-programma voor uraniumverrijking. Een en ander leidde ertoe dat het dagelijks bestuur van de KEDO in december heeft besloten de levering van olie aan Noord-Korea stop te zetten. Dit heeft begin 2003 geleid tot een ernstige situatie in verband met Noord-Korea's nucleaire activiteiten, die de internationale gemeenschap grote zorgen baart. Met Zuid-Korea heeft de EU op 24 september 2002 in Kopenhagen een succesvolle bijeenkomst gehouden waarop diepgaand is gesproken over aangelegenheden betreffende het Koreaanse schiereiland. k)
Nepal
De Raad heeft de verslechterende politieke en veiligheidssituatie gevolgd die het gevolg was van het afblazen van de voor november geplande verkiezingen. De Raad heeft er bij de regeringen en de maoïsten op aangedrongen de mensenrechten te eerbiedigen en een dialoog aan te gaan om het conflict op te lossen. De regering werd ook verzocht de dieper liggende oorzaken van het conflict, met name de armoede, uitsluiting en corruptie, aan te pakken. l)
Sri Lanka
Na de ondertekening van de staakt-het-vuren-overeenkomst in februari, heeft de Unie blijk gegeven van zijn grote inzet voor het vredesproces en steun verleend aan de inspanningen, vooral van de kant van Noorwegen, om een einde te maken aan het gewelddadige conflict tussen de regering van Sri Lanka en de Tamil Tijgers. De EU-trojka heeft tijdens een bezoek op hoog niveau aan het land met alle belangrijke partijen gesproken en hen aangespoord door te gaan met de vredesonderhandelingen. De belangrijkste prioriteiten van de EU zijn het opruimen van mijnen, de wederopbouw en de mensenrechten. De EU heeft er in het bijzonder met nadruk op gewezen dat er een eind moet worden gemaakt aan het ronselen van kindsoldaten. 7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/mg DG E Coord
22
NL
10.
AFRIKA
Multilateraal a)
Dialoog Afrika-Europa
In het kader van het follow-up-proces van Caïro 1 organiseerde de EU, samen met de Afrikaanse Unie en Marokko op 28 november 2002 in Ouagadougou de tweede Afrikaans-Europese ministeriële bijeenkomst. De bijeenkomst bracht een bevestiging van de toezegging van de staatshoofden en regeringsleiders een impuls te geven aan en toe te zien op de uitvoering van het Actieplan van Caïro en te streven naar een nieuwe strategische dimensie voor het alomvattende partnerschap tussen Afrika en Europa. Een en ander werd beschouwd als een cruciale stap op weg naar de top van Lissabon, die voor de eerste helft van 2003 is gepland 2. De follow-up van het Actieplan van Caïro wordt verzorgd door een biregionale groep van hoge ambtenaren van de Europese Unie en de Afrikaanse landen. De groep kwam in de loop van 2002 twee keer bijeen: op 23-25 september in Rabat (Marokko), ter voorbereiding van de ministeriële bijeenkomst, en op 25-26 november in Ouagadougou (Burkina Faso), voorafgaand aan de ministeriële bijeenkomst. b)
Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (ECOWAS)
De derde ministeriële bijeenkomst van de Europese Unie en ECOWAS vond op 29 november 2002 in Ouagadougou plaats. De EU erkende het werk dat de ECOWAS verricht in het kader van conflictpreventie en economische integratie in West-Afrika en steunde het ten volle. De ECOWAS bevestigde nogmaals zich volledig te zullen inzetten voor de coördinatie van de NEPAD-uitvoering. Beide partijen bij de dialoog herhaalden hun toezegging de samenwerking verder te versterken en uit te diepen, onder andere door een regelmatiger dialoog in Abuja tussen de EU-missiehoofden die hun accreditatie bij de ECOWAS overwegen. c)
Gebied van de Grote Meren
De EU is volledige steun blijven verlenen voor de inspanningen van de VN en de OAE (thans de AU), en van de regionale leiders en andere partijen, om de voorwaarden te scheppen voor een oplossing van de crisis en het herstel van de vrede in de regio, met name in Burundi en de Democratische Republiek Congo (DRC). Op 10 december hernieuwde de Raad het mandaat van de speciale EU-vertegenwoordiger voor het gebied van de Grote Meren, de heer Aldo Ajello. In de loop van 2002 voerde de heer Ajello uitgebreid overleg met de regionale leiders en de regeringen en overige betrokken partijen. Hij onderhield nauw contact met de VN, de OAE (thans de AU) en andere internationale organisaties en nam actief deel aan het vredesproces van Arusha betreffende Burundi en aan de intercongolese dialoog.
1
2
Eerste top van staatshoofden en regeringsleiders van Afrikaanse staten en van de Europese Unie, 3-4 april 2000. De EU heeft in februari van dit jaar besloten deze top uit te stellen.
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/mg DG E Coord
23
NL
d)
Mano River Union (MRU)
De hoofddoelstelling van de EU-aanpak voor de MRU-regio bestaat erin een strategische bijdrage te leveren tot vrede, veiligheid en stabiliteit, als voorwaarden voor een duurzame ontwikkeling. Er is een alomvattende aanpak uitgewerkt voor de complexe conflicten, waarbij rekening wordt gehouden met de bijkomende crisis in Ivoorkust. Beide voorzitterschappen (Spanje en Denemarken) hebben het mandaat verlengd van de heer Hans Dahlgren (voor het eerst benoemd in juli 2001) als hun vertegenwoordiger die de contacten op hoog niveau en de dialoog met de landen in de MRU dient voort te zetten, en die tevens een nauwe dialoog met de ECOWAS en de VN dient te onderhouden over de manieren en de middelen om tot een vreedzame oplossing voor de politieke en humanitaire crisis te komen. Zijn activiteiten omvatten voorts de betrokkenheid van de EU bij de internationale contactgroep voor Liberia (co-voorzitterschap sinds het einde van het tweede semester), die zich niet alleen toespitst op het conflict in Liberia, maar zich tevens bezighoudt met de regionale gevolgen, hetgeen aantoont dat het opbouwen van vertrouwen tussen de drie MRU-landen noodzakelijk is. e)
Zuid-Afrikaanse Ontwikkelingsgemeenschap (SADC)
In het kader van de voortdurende alomvattende dialoog tussen de EU en de Zuid-Afrikaanse Ontwikkelingsgemeenschap (SADC) kwam het Gemengd comité van hoge ambtenaren SADC-EU op 25-26 april 2002, in Luanda (Angola) bijeen met het oog op de verdere voorbereiding van de vijfde ministeriële bijeenkomst SADC-EU en, in het bijzonder, de evaluatie van de dialoog tussen de EU en de SADC, die door de groep moet worden voorbereid. De vijfde ministeriële conferentie SADCEU vond op 7-8 november 2002 plaats in Maputo, Mozambique. De conferentie heeft een verslag goedgekeurd over de herziening van het initiatief van Berlijn en heeft uitvoerige besprekingen gevoerd over de situatie in Zimbabwe. Bilateraal a)
Angola
In mei heeft de Raad zijn voldoening uitgesproken over de bemoedigende ontwikkelingen in Angola na de ondertekening, op 4 april 2002, door de Angolese strijdkrachten en de strijdkrachten van UNITA, van een memorandum van overeenstemming dat tot een algeheel staakt-het-vuren heeft geleid. In het licht van de aanzienlijke politieke veranderingen die sinds 2000 in Angola zijn opgetreden heeft de Raad op 25 juni het gemeenschappelijk standpunt van 2000 ingetrokken. De EU bevestigde dat zij het vredesproces, de nationale verzoening en de democratie in Angola via de bevordering van behoorlijk bestuur zal steunen. b)
Burundi
In het eerste jaar van de overgangsregering heeft de EU de gebeurtenissen op de voet gevolgd, nieuwe uitbarstingen van geweld veroordeeld en de overgangsregering en de rebellen aangespoord verder te onderhandelen over een staakt-het-vuren. De EU toonde zich verheugd over het resultaat van de regionale Top over Burundi in Dar es Salaam en de ondertekening van een staakt-het-vurenovereenkomst tussen, enerzijds CNDD-FDD (Jean-Bosco Ndayikengurukiye) en Palipehutu-FNL (Alain Mugarabona) en, anderzijds, de overgangsregering. In december heeft de EU ook nota genomen van de ondertekening van een staakt-het-vuren-overeenkomst tussen FDD (Pierre Nkurunziza) en de overgangsregering, zodat nu alleen nog de FNL (Agathon Rwasa) een overeenkomst moet sluiten. 7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/mg DG E Coord
24
NL
c)
Kameroen
Op 30 juni verwelkomde de EU weliswaar de parlements- en gemeenteraadsverkiezingen, maar toonde zij zich tevens bezorgd over de onregelmatigheden die zich hebben voorgedaan tijdens het verkiezingsproces en drukte zij de regering van Kameroen op het hart dat een grondige hervorming nodig is vóór de presidentsverkiezingen in 2004. d)
Ivoorkust
Sinds de uitbarsting van het gewelddadige conflict op 19 september is de EU op alle niveaus op de gebeurtenissen blijven toezien. Op 21 oktober bevestigde de Raad nogmaals zijn veroordeling van het geweld dat tegen de wettige regering in Ivoorkust is uitgeoefend en betreurde hij de verliezen aan mensenlevens waarmee dat gepaard is gegaan. Hij wees andermaal op de grote waarde die hij hecht aan de beginselen van de Afrikaanse Unie, die een veroordeling inhouden van ieder gebruik van geweld om politieke veranderingen teweeg te brengen. Tezelfdertijd verheugde de Europese Unie zich over de ondertekening van een staakt-het-vuren tussen de opstandelingen en de bemiddelaar van de ECOWAS. Naar aanleiding van latere gebeurtenissen zijn nieuwe verklaringen afgelegd: één op 15 november, waarin er bij de partijen op aangedrongen wordt een protocol te ondertekenen met regelingen die in het kader van ECOWAS zijn opgesteld en waarin elke vorm van geweld tegen personen, ongeacht herkomst ervan, wordt veroordeeld, en één op 17 december waarin de Europese Unie zich geschokt toont over de ontdekking van massagraven en zij elke vorm van geweld tegen de bevolking veroordeelt. e)
Centraal-Afrikaanse Republiek
Op 30 oktober veroordeelde de EU krachtig de nieuwe poging tot een staatsgreep van 28 oktober, riep zij de rebellerende soldaten op de wapens neer te leggen en verzocht zij de buurlanden te voorkomen dat de rebellen destabiliserende acties uitvoeren vanaf hun grondgebied. In een aanvullende verklaring van 10 december riep de EU onder andere de staatshoofden van de CentraalAfrikaanse Republiek en de Republiek Tsjaad op hun streven naar een vreedzame regeling door middel van een dialoog te bevestigen en drong zij er bij de CEMAC en de CEN-SAD op aan passende maatregelen te treffen voor de consolidatie van vrede en veiligheid in de CentraalAfrikaanse Republiek. De inzet van de surveillancemacht van de CEMAC zou de terugtrekking van alle buitenlandse milities mogelijk moeten maken. f)
Democratische Republiek Congo
De EU is nauwlettend blijven toezien op de situatie in de DRC. Op 11 maart heeft de Raad een gemeenschappelijk standpunt vastgesteld betreffende steun voor de uitvoering van de staakt-hetvuren-overeenkomst en het vredesproces in de DRC. Er staat in dat de EU zich zal beijveren voor een snelle uitvoering van het proces van ontwapening volgens de overeenkomst van Lusaka en steun zal verlenen aan de wederopbouw en de ontwikkeling van het land. Naast een gemeenschappelijk standpunt uit 2001 betreffende steun voor ontwapening in naoorlogse situaties, met bijzondere aandacht voor de opruiming van landmijnen heeft de Raad op 21 oktober een gemeenschappelijk standpunt vastgesteld betreffende de levering van bepaalde uitrusting aan de DRC voor de opruiming van landmijnen en het in 1993 aan Zaïre opgelegde wapenembargo aldus gewijzigd. De EU heeft steeds haar veroordeling uitgesproken van het uitbreken van gevechten in de DRC, met name in het oosten, en van de gevolgen ervan voor de voortzetting van de inter-Congolese dialoog (ICD). De EU heeft steeds haar steun betuigd aan besprekingen in het kader van de ICD. In dit verband heeft de EU de regeringen van de DRC en van Rwanda gelukgewenst met de ondertekening van een vredesovereenkomst op 30 juli in Pretoria en met de op 6 september in Luanda tussen de DRC en Oeganda ondertekende overeenkomst over de volledige terugtrekking van Oegandese troepen uit de DRC. De EU heeft alle Congolese partijen gelukgewenst met het feit
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/mg DG E Coord
25
NL
dat op 17 december in Pretoria een algemene en alomvattende overeenkomst is gesloten inzake de overgang in de DRC. De Unie heeft haar waardering uitgesproken voor de bemiddeling van de speciale vertegenwoordiger van de SGVN, de heer Mustapha Niasse, en van Zuid-Afrika, en herhaalde dat zij de uitvoering van de overeenkomst zal begeleiden. De EU heeft ook steeds blijk gegeven van haar bezorgdheid over de situatie van de mensenrechten in het land en heeft de derde commissie van de 57e AVVN daarover een resolutie voorgelegd. g)
Equatoriaal-Guinea
In verband met haar bezorgdheid over de verslechtering van het politieke klimaat en met name van de mensenrechtensituatie, gaf de EU, na de arrestatie en berechting van leden van de oppositie, op 10 juni een verklaring uit. In een verklaring van 18 december uitte de EU haar bezorgdheid naar aanleiding van de verkiezingen van 15 december, waarin de oppositie niet op gepaste wijze vertegenwoordigd was. De EU drong er bij de regering en de politieke oppositie op aan een alomvattende politieke dialoog te voeren over het democratiseringsproces en over het vaststellen van waarborgen ter eerbiediging van de mensenrechten. h)
Eritrea
Naar aanleiding van haar bezorgdheid over de binnenlandse ontwikkelingen in Eritrea op het gebied van de mensenrechten, de rechtsstaat en behoorlijk bestuur, wilde de Unie een trojka op hoog niveau voor het land organiseren, teneinde de in september 2001 afgebroken politieke dialoog te hervatten. Na verscheidene pogingen om een datum vast te leggen, werd overeengekomen om op 3 september een bijeenkomst van de trojka te beleggen in de marge van de Wereldtop over Sociale Ontwikkeling in Johannesburg. De Eritreeërs zegden deze bijeenkomst echter op het laatste ogenblik af met het argument dat president Isaias niet onder druk over een opgelegde agenda wilde praten. In het kader van een briefwisseling van november/december tussen de voorzitter van de EU en de Eritrese president Isaias werd een eerste stap voor de hervatting van de dialoog ondernomen, met het plan om in de nabije toekomst een bijeenkomst op hoog niveau te beleggen. i)
Ethiopië
Naar aanleiding van ernstige botsingen tussen de politie en demonstranten in Tepi en Awassa, waarbij een groot aantal doden viel, ondernam de EU in Addis Abeba demarches om een transparant en onafhankelijk onderzoek naar de incidenten te eisen. Tijdens bijeenkomsten met de autoriteiten in het kader van de politieke dialoog bleef de EU dit onderzoek volgen en drong zij er bij de regering op aan doeltreffende maatregelen te nemen om dergelijke incidenten in de toekomst te voorkomen. j)
Ethiopië -Eritrea
De EU steunde de internationale inspanningen om een einde te maken aan het grensconflict tussen de twee landen. In aansluiting op het besluit van de Grenscommissie van 13 april betreffende de definitieve juridische regeling inzake de vaststelling van de grens tussen Ethiopië en Eritrea, verwelkomde de EU in haar verklaring van 15 april de verklaringen van beide regeringen dat zij dit besluit als definitief en bindend beschouwen. De EU zegde haar volledige steun toe aan de VNmissie voor Eritrea en Ethiopië (UNMEE) en aan de speciale vertegenwoordiger van de SGVN, ambassadeur Legwaila, en benadrukte hun cruciale rol bij de uitvoering van het besluit van de Grenscommissie. Ingevolge deze positieve ontwikkeling en de toezeggingen van beide partijen, was de EU van oordeel dat een specifieke EU-bemiddeling niet langer vereist was. Het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van het voorzitterschap, senator Rino Serri, liep in juni af. 7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/mg DG E Coord
26
NL
k)
Guinee
De parlementsverkiezingen zijn herhaaldelijk uitgesteld en uiteindelijk gepland voor 30 juni. Een EU-verkenningsmissie, die in april naar het land werd gestuurd, oordeelde dat niet werd voldaan aan de vereisten voor een EU-verkiezingswaarnemingsmissie. l)
Kenia
De EU hechtte veel belang aan de monitoring van de presidents- en parlementsverkiezingen van 27 december. Kenia gold als prioriteit voor EU-steun, met name met betrekking tot het inzetten van een EU-verkiezingswaarnemingsmissie. Het voorzitterschap maakte op 30 december een verklaring bekend waarin de resultaten met instemming werden begroet en de inspanningen werden geprezen van de verkiezingscommissie en van andere autoriteiten, alsook van de Keniaanse bevolking, gezien de manier waarop de verkiezingen waren verlopen. m)
Liberia
Het overleg met Liberia uit hoofde van de artikelen 96 en 97 van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst is in maart 2002 afgerond. De in het besluit opgenomen maatregelen zullen twee jaar na de aanneming van het Raadsbesluit verstrijken. De EU bleef de regionale vredesinitiatieven ondersteunen en benadrukte haar overtuiging dat een militaire oplossing niet mogelijk was en dat alle partijen moesten streven naar een dialoog om het conflict te beëindigen. Naar aanleiding van de intensivering van de gevechten maakte de EU op 24 mei een verklaring bekend waarin zij de pogingen van de gewapende rebellengroeperingen om de macht over te nemen, veroordeelde en alle partijen verzocht de bescherming van de burgers en van humanitaire initiatieven te waarborgen. De verslechtering van de mensenrechtensituatie leidde tot een andere EU-verklaring, op 30 juli, waarin er bij de regering op werd aangedrongen de fundamentele mensenrechten volledig te eerbiedigen. In overeenstemming met Resolutie 1408 (2002) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties tot wijziging van de bij Resolutie 1343 (2001) genomen maatregelen tegen Liberia, stelde de Raad op 13 juni een gemeenschappelijk standpunt vast betreffende dergelijke maatregelen. n)
Nigeria
Op 27 januari betuigde de EU haar oprechte sympathie aan de regering en de slachtoffers van de vreselijke ontploffing op een legerbasis in Lagos, waarbij honderden burgers omkwamen. De EU verwelkomde op 27 maart de vrijspraak, na intense internationale druk, van Safiya Hussaini die veroordeeld was tot de dood door steniging, herhaalde haar standpunt omtrent de doodstraf en moedigde de regering ertoe aan te streven naar de afschaffing van deze wrede straf. Daarna volgde de EU nauwlettend de zaak van Amina Lawal die eveneens was veroordeeld tot de dood door steniging en uitte zij op 21 augustus haar diepe bezorgdheid omtrent de beslissing van het hof van beroep om het beroep van Amina Lawal te verwerpen.
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/mg DG E Coord
27
NL
De EU heeft met de verdediging van Amina Lawal contact onderhouden om te bespreken hoe zij het best kan worden geholpen. De EU heeft benadrukt dat Amina Lawal geen misdrijf heeft gepleegd. In de politieke dialoog met de regering van Nigeria heeft de EU onderstreept dat zij de doodstraf en wrede vormen van executie, zoals steniging, die buitensporig lijden veroorzaken, scherp veroordeelt. De EU is van oordeel dat deze vormen van executie niet alleen een schending van het recht op leven inhouden, maar ook een wrede, onmenselijke en vernederende behandeling of bestraffing vormen. Op 27 mei stelde de Raad ten aanzien van Nigeria een gemeenschappelijk standpunt vast, teneinde de wederzijds voordelige betrekkingen tussen de EU en Nigeria op alle gebieden van gemeenschappelijk belang te versterken. De EU zal ten aanzien van Nigeria een consistente en samenhangende aanpak volgen die gericht is op de politiek, de economie, de handel en de ontwikkeling, ter ondersteuning en stimulering van de inspanningen die Nigeria zelf levert om de democratie en de eerbiediging van de mensenrechten te consolideren, de armoede terug te dringen en zijn vermogen te vergroten om een bijdrage te leveren aan de regionale integratie, de vrede, de veiligheid en de ontwikkeling. Met het oog op de presidentsverkiezingen en de verkiezingen van de Nationale Vergadering en de deelstaatparlementen, die voor april 2003 gepland zijn, achtte een in november uitgestuurde verkenningsmissie het waarnemen van de verkiezingen haalbaar, raadzaam en een nuttig middel om het vertrouwen in het verkiezingsproces te verhogen. Naar aanleiding van de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof in de zaak "Bakassi-schiereiland" betreffende de gemeenschappelijke grens met Kameroen, maakte de EU op 29 november een verklaring bekend waarin zij beide partijen aanmoedigt hun dialoog voort te zetten met het oog op een vreedzame oplossing voor het grensconflict. o)
Republiek Congo
De EU nam nota van de resultaten van de presidentsverkiezingen van 10 maart tijdens welke het Congolese volk uiting heeft kunnen geven aan zijn verlangen naar vrede en aan zijn afkeer van geweld. De EU stelde echter ook zekere tekortkomingen vast in de organisatie en het verloop van de verkiezingen en zij drong er bij de regering op aan corrigerende maatregelen te treffen, zodat de aanstaande parlementsverkiezingen beter georganiseerd zullen zijn. p)
Rwanda
De Raad heeft nauwlettend de ontwikkelingen in Rwanda gevolgd, alsmede de rol van dit land in het conflict in de DRC. De Raad, die het legitieme streven van Rwanda naar veiligheid erkent, heeft er onophoudelijk bij de Rwandese regering op aangedrongen een politieke oplossing voor dit conflict te zoeken overeenkomstig de relevante resoluties van de VN-Veiligheidsraad, met name Resolutie 1304 van 2000, 1341 van 2001, 1355 van 2001, 1376 van 2001, 1399 van 2002 en 1417 van 2002. De EU heeft op 30 juli de regeringen van de DRC en van Rwanda gelukgewenst met de ondertekening van de vredesovereenkomst tussen beide regeringen betreffende de terugtrekking van de Rwandese troepen uit het grondgebied van de DRC en de ontwapening van de strijdkrachten van het voormalige Rwandese leger en de Interahamwe in de DRC. Op 21 oktober heeft de Raad een gemeenschappelijk standpunt over het beleid van de EU ten aanzien van Rwanda vastgesteld. q)
Sierra Leone
In overeenstemming met Resolutie 1385 (2001) van de VN-Veiligheidsraad tot verlenging, voor een periode van zes maanden, van de bij Resolutie 1306 (2000) opgelegde maatregelen, stelde de Raad op 11 januari 2002 een gemeenschappelijk standpunt vast betreffende een verbod op de invoer van ruwe diamant uit Sierra Leone, zoals vervat in de UNSC-resolutie. Een volgend gemeenschappelijk standpunt betreffende het verbod op de invoer van ruwe diamant uit Sierra Leone werd in aansluiting op Resolutie 1446 (2002) van de VN-Veiligheidsraad op 19 december vastgesteld.
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/mg DG E Coord
28
NL
Naar aanleiding van de positief verlopen presidents- en parlementsverkiezingen van mei feliciteerde de EU in haar verklaring van 12 juli president Kabbah bij zijn inauguratie en herhaalde zij haar toezegging dat zij de nieuwe regering van Sierra Leone zal helpen bij het aangaan van de enorme uitdaging om het land na de lange en wrede burgeroorlog weer op te bouwen. r)
Somalië
Op 1 februari verwelkomde de EU het besluit betreffende een verzoeningsconferentie voor Somalië en moedigde zij de IGAD en de frontlijnstaten aan de inspanningen om dit doel te bereiken, op te voeren. De Raad nam in juli conclusies over Somalië aan, waarin hij de nadruk legde op de EU-strategie ter ondersteuning van het IGAD-initiatief voor vrede en verzoening in het land door de dialoog en de onderhandelingen tussen alle Somalische partijen te bevorderen, met het oog op een vredesovereenkomst die een einde moet maken aan alle vijandelijkheden en de humanitaire situatie moet verbeteren. Met het oog op het begin van de verzoeningsconferentie op 15 oktober in Eldoret, Kenia, sprak de EU op 4 oktober haar steun uit voor het IGAD-vredesproces en riep zij alle partijen op een actieve bijdrage te leveren en op constructieve wijze te werk te gaan, teneinde alle hindernissen uit de weg te ruimen en de onderhandelingen van Eldoret te doen slagen. Op de dag dat de verklaring betreffende de beëindiging van de vijandelijkheden in Somalië werd ondertekend (31 oktober), feliciteerde de EU alle deelnemers voor hun inspanningen om aan de conflicten een einde te maken en vrede, stabiliteit en een normaal leven voor alle Somaliërs mogelijk te maken. De Raad stelde op 10 december een gemeenschappelijk standpunt vast betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië, in overeenstemming met Resolutie 1425 (2002) van de VN-Veiligheidsraad houdende uitbreiding van het wapenembargo tot een verbod op de rechtstreekse en onrechtstreekse verstrekking van technisch advies, financiële of andere bijstand, alsmede opleiding in verband met militaire activiteiten. s)
Sudan
De EU heeft de politieke dialoog voortgezet in de maandelijkse vergaderingen tussen de missiehoofden in Khartoem en de regering van Sudan, waarbij de aandacht vooral uitging naar het Machakos-vredesproces, teneinde een alomvattende vredesovereenkomst te kunnen sluiten. De EU verklaarde dat zij ten volle bereid is steun en bijstand te verlenen voor de consolidatie van een alomvattende vredesovereenkomst in Sudan. De EU spoorde de regering van Sudan op positieve wijze aan tot het sluiten van een vredesovereenkomst door bekend te maken dat de EU zich zou voorbereiden op en bereid zou zijn tot het volledig normaliseren van de betrekkingen met Sudan en het hervatten van de ontwikkelingssamenwerking zodra er een vredesovereenkomst is ondertekend - maar niet eerder. De jaarlijkse beoordeling van de in 2002 in de dialoog geboekte vooruitgang vond plaats in december, op het ogenblik dat een missie op hoog niveau van de trojka het land bezocht. De trojka onderhandelde met de regering van Sudan over benchmarks voor 2003 en benadrukte dat mensenrechten, democratie en de rechtsstaat ook na een vredesovereenkomst de fundamentele elementen in het hele proces zullen blijven. De EU beschouwde de staakt-het-vuren-overeenkomst in de Nuba-bergen (ondertekend op 19 januari) als een belangrijke stap naar een regeling ter beëindiging van de Sudanese burgeroorlog en verwelkomde dit resultaat in haar verklaring van 1 februari. De EU zag zich in haar verklaring van 28 februari echter ook genoodzaakt uitdrukking te geven aan haar diepe bezorgdheid over het bombarderen van burgerdoelen door de regering van Sudan. 7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/mg DG E Coord
29
NL
De Raad nam in juni conclusies over Sudan aan waarin een gemeenschappelijke EU-aanpak voor Sudan wordt uiteengezet en de voornaamste prioritaire gebieden voor een eventueel EU-optreden in de betrekkingen met de regering van Sudan en de SPLM/A worden goedgekeurd. De Europese Unie was weliswaar ingenomen met de opening van inhoudelijke onderhandelingen in het kader van de Machakos-vredesgesprekken binnen de IGAD, maar bleef uiterst bezorgd over de humanitaire situatie in vele delen van Sudan en verzocht op 25 juni om een onbeperkte, onmiddellijke en ongehinderde toegang voor internationale humanitaire organisaties, teneinde hulp te kunnen verlenen aan de door het conflict getroffen burgerbevolking. De EU gaf op 16 augustus en 4 november samen met andere donors verklaringen over dezelfde kwestie uit, waarin herinnerd wordt aan de toezeggingen van beide partijen betreffende ongehinderde toegang voor humanitaire acties voor alle noodlijdende gebieden en mensen waartoe was overeengekomen in het op 15 oktober door beide partijen ondertekende memorandum van overeenstemming inzake het beëindigen van de vijandelijkheden. Op 23 juli verwelkomde de EU de overeenkomst van 20 juli tussen de regering van Sudan en de SPLM/A betreffende twee van de meest omstreden vraagstukken (het recht op zelfbeschikking, en staat en religie). Toen de vredesgesprekken in september werden opgeschort, drong de EU er bij beide partijen sterk op aan terug te keren naar de onderhandelingstafel, teneinde een volledige mislukking te voorkomen. In aansluiting op demarches inzake de doodstraf, gaf de EU op 30 augustus uiting aan haar diepe bezorgdheid over het hoge aantal doodvonnissen dat door een speciale rechtbank in Zuid-Sudan is uitgesproken. t)
Togo
Ondanks de opgeschorte samenwerking handhaafde de EU een politieke dialoog, teneinde de betrekkingen te normaliseren. De EU bleef met het oog op de parlementsverkiezingen ook nauwlettend de politieke situatie volgen. De dialoog tussen de regering en de oppositie in Togo, op basis van de kaderovereenkomst van Lomé, is mislukt en de EU heeft derhalve het mandaat van de drie Europese bemiddelaars niet verlengd. Voorts heeft de EU er bij President Eyadema steeds op aangedrongen om de heer Agboyibo, zoals beloofd, in vrijheid te stellen. In haar verklaring van 7 februari deelde de EU de regering mee dat haar verbintenissen ter ondersteuning van het verkiezingsproces tijdelijk waren opgeschort ingevolge de weigering om het mandaat van de leden van de onafhankelijke nationale verkiezingscommissie (CENI) te verlengen en ingevolge de aanpassing van de kieswet die het verkiezingproces in gevaar bracht. Op 5 november uitte de EU haar bezorgdheid over het verloop van de parlementsverkiezingen van 27 oktober, die door de belangrijkste oppositiepartijen werden geboycot. De EU verklaarde dat de omstandigheden waaronder de verkiezingen werden gehouden, niet bevorderlijk zullen zijn voor de dialoog binnen het land. In de marge van de EU-ECOWAS-bijeenkomst van 29 november in Ouagadougou ondernam de EU-trojka een openbare demarche bij de Togolese minister van Buitenlandse Zaken, Koffi Panou. u)
Zimbabwe
De Raad achtte de verkiezingen in Zimbabwe van 9-10 maart 2002 van cruciaal belang voor de toekomst van de democratie in Zimbabwe. Daarom werd op 28 januari besloten om het overleg uit hoofde van artikel 96 van de overeenkomst van Cotonou te beëindigen en gerichte sancties toe te passen indien de regering de verkiezingen op enigerlei wijze zou hinderen.
7038/03 BIJLAGE
cle/LEP/mg DG E Coord
30
NL
Het voortduren van het politieke geweld, de ernstige schendingen van de mensenrechten en de beperkingen die de Zimbabwaanse media zijn opgelegd deden twijfels rijzen over de mogelijkheid van vrije en eerlijke verkiezingen; dit bracht de Raad tot de conclusie dat de beginselen van artikel 9 van de Cotonou-overeenkomst niet zijn nageleefd. Derhalve heeft de Raad besloten het overleg uit hoofde van artikel 96 te beëindigen en passende maatregelen te nemen. Voorts heeft de Raad besloten gerichte sancties op te leggen in de vorm van een embargo op de verkoop, de levering of de overdracht van wapens en technisch advies, technische opleiding en bijstand in verband met militaire activiteiten, en een embargo op de verkoop en de levering van uitrusting die in Zimbabwe kan worden gebruikt voor binnenlandse repressie, alsmede een in- en doorreisverbod voor personen die zich schuldig maken aan ernstige schendingen van de mensenrechten en van de vrijheid van meningsuiting, vereniging en vreedzame vergadering in Zimbabwe, waarbij de tegoeden, financiële vermogensbestanddelen en economische middelen worden bevroren. De gerichte sancties zijn in de loop van het jaar tweemaal verlengd; wijzigingen in de regering zijn daarbij in aanmerking genomen en een groter aantal personen valt nu onder de sancties. De gerichte sancties betroffen uitsluitend de personen die volgens de EU verantwoordelijk waren voor het geweld, de schendingen van de mensenrechten en voor het belemmeren van vrije en eerlijke verkiezingen in Zimbabwe. De EU besloot tevens alle niet-humanitaire hulp aan Zimbabwe op te schorten. De EU bleef de bevolking van Zimbabwe gedurende het jaar humanitaire bijstand verstrekken. De EU bleef het hele jaar door humanitaire steun verlenen aan de bevolking van Zimbabwe. De EU heeft in 2002 de dialoog over Zimbabwe met SADC, de ACS en andere internationale partners voortgezet.
11.
LATIJNS-AMERIKA EN HET CARIBISCH GEBIED
a)
EU-LAC
De tweede EU-LAC-Top vond op 17 mei 2002 plaats in Madrid. Bij deze gelegenheid hebben de staatshoofden en regeringsleiders van de twee regio's een politieke verklaring aangenomen met een aantal verbintenissen inzake samenwerking op politiek en economisch gebied en op het gebied van cultuur, onderwijs, wetenschap, technologie, alsmede sociale en mensenrechten. Tevens hebben zij een document over "gemeenschappelijke waarden en standpunten" en het "beoordelingsverslag" aangenomen, dat de resultaten bevat van het in 1999 in Rio de Janeiro geïntegreerde strategische partnerschap EU-LAC. Ook is besloten dat de derde EU-LAC-Top in 2004 in Mexico zal plaatsvinden. De staatshoofden en regeringsleiders hebben de biregionale mechanismen opgedragen te blijven toezien op de follow-up van de Toppen met, indien toepasselijk, de steun van de internationale financiële fora die betrokken zijn bij biregionale samenwerkingsprogramma's. In dit verband is op 4 december 2002 een vergadering gehouden van hoge ambtenaren van de EU-LAC. De partijen hebben daar een gedachtewisseling gehouden over de opgedane ervaringen en de balans van de Top van Madrid, ter voorbereiding van de volgende Top, en over de samenwerking in internationale fora. Zij hebben in het bijzonder gesproken over de samenwerking EU-LAC inzake mensenrechten en onderwijs. De directeuren ontwikkelingssamenwerking EU-LAC zijn op 28-29 november 2002 in Costa Rica bijeengekomen. Dit bood hen de gelegenheid de opzet en het operationele kader voor de biregionale samenwerking, waaronder de strategie, zowel als de mechanismen en instrumenten voor de financiering en uitvoering daarvan, opnieuw te bezien, met inbegrip van de prioritaire gebieden en de verschillende samenwerkingsinitiatieven in dit verband.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/td
31
NL
b) Regionale groeperingen •
Mercosur, Chili en Bolivia
De staatshoofden en regeringsleiders van EU-Mercosur zijn op 17 mei 2002 in Madrid bijeengekomen. Bij deze gelegenheid hebben zij opnieuw uitdrukking gegeven aan hun wil om de bestaande politieke en economische betrekkingen, de handelsrelaties en de samenwerking tussen beide regio's te intensiveren en te verdiepen. Zij hebben voorts met tevredenheid nota genomen van de vooruitgang die door het onderhandelingscomité is geboekt met het oog op het aangaan van een interregionale strategische associatie op het gebied van politieke en economische aangelegenheden, handel en samenwerking. Tijdens de EU-Mercosur-bijeenkomst op ministerieel niveau op 23 juli in Rio de Janeiro hebben de partijen overeenstemming bereikt over een werkprogramma voor de periode juli 2002 tot en met de tweede helft van 2003, ter intensivering van de EU-Mercosur-onderhandelingen over de interregionale associatieovereenkomst. Er is overeengekomen drie vergaderingen van het biregionale onderhandelingscomité af te spreken alsmede een bijeenkomst op ministerieel niveau, ter afsluiting van de onderhandelingsperiode. •
Andesgemeenschap (Bolivia, Colombia, Ecuador, Peru en Venezuela)
De staatshoofden en regeringsleiders van de EU en de Andesgemeenschap zijn op 18 mei 2002 in Madrid bijeengekomen. De staatshoofden en regeringsleiders waren verheugd over het nieuwe initiatief om te onderhandelen over een politieke en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en de Andesgemeenschap, en over het besluit de samenwerking op het gebied van handel, investeringen en economische betrekkingen te versterken. Zij wezen erop dat de verwezenlijking van de doelstellingen van deze overeenkomst en de versterking van hun samenwerking de voorwaarden dienen te scheppen waaronder, voortbouwend op de resultaten van het werkprogramma van Doha, tussen beide regio's kan worden onderhandeld over een haalbare en voor beide partijen nuttige associatieovereenkomst, met inbegrip van een vrijhandelsovereenkomst. Met de komende onderhandelingen over een overeenkomst aangaande een politieke dialoog en samenwerking kunnen vorderingen worden gemaakt in het nastreven van de gemeenschappelijke doelstellingen van versterking van de democratie, goed bestuur en eerbiediging van de mensenrechten, stimulering van het integratieproces van de Andesgemeenschap en bevordering van de economische ontwikkeling. Zij kwamen ook overeen hun samenwerking te versterken om gezamenlijk te strijden tegen terrorisme, het drugsprobleem en aanverwante delicten, die een bedreiging vormen voor hun democratieën. In december is begonnen met het bespreken van een voorstel van de Commissie voor de onderhandelingen over een dergelijke overeenkomst. Tijdens de ministeriële bijeenkomst van de EU en de Andesgemeenschap op 14 september 2002 in de marge van de AVVN in New York, hebben beide partijen besloten tot meer samenwerking met als doel de terugdringing van armoede, hetgeen overeenkomstig de millenniumverklaring, een belangrijk doel is van deze samenwerking. ∙
EU-Groep van San José
Tijdens de 18e ministeriële conferentie van de EU en de Groep van San José van 18 mei 2002 in Madrid, besloten de ministers de betrekkingen te actualiseren en aan te passen aan de nieuwe behoeften en doelstellingen die voortvloeien uit de interne realiteiten van elke regio, alsook van de huidige internationale situatie, en te streven naar een nieuwe etappe van meer dynamische, vooruitstrevende en substantiële betrekkingen, die de continuïteit en de algehele geldigheid van de Dialoog van San José bevestigt. Zij stelden de volgende hoofdthema's vast, die bedoeld zijn als referentiekader voor een vernieuwde gemeenschappelijke agenda: ▪ ▪
democratie, mensenrechten, rechtsstaat, bestuurbaarheid en civiele samenleving; regionale integratie;
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/td
32
NL
▪ ▪ ▪ ▪
economische betrekkingen tussen de beide regio's; veiligheid; milieu en natuurrampen; politiek overleg over internationale aangelegenheden van gemeenschappelijk belang.
Met deze doelstelling stelden zij een nieuwe formule vast voor hun bijeenkomsten: de ministeriële conferenties van San José zullen steeds tijdens het eerste halfjaar worden gehouden door de Trojka van de Europese Unie en de Centraal-Amerikaanse ministers van Buitenlandse Zaken, waarbij de vergaderplaats alterneert. De plenaire conferenties worden bijeengeroepen door een van de partijen, waarbij zoveel mogelijk wordt gealterneerd. Zij verheugden zich over het nieuwe initiatief voor onderhandelingen over een politieke en samenwerkingsovereenkomst, en over het besluit de samenwerking op het gebied van handel, investeringen en economische betrekkingen te versterken. Zij beklemtoonden dat de verwezenlijking van de doelstellingen van zo'n overeenkomst en de versterking van hun samenwerking de voorwaarden moeten scheppen waaronder tussen de twee regio's moet kunnen worden onderhandeld over een haalbare en voor beide partijen nuttige associatieovereenkomst die tevens een vrijhandelsovereenkomst inhoudt, dit op basis van het werkprogramma van Doha dat zij, volgens hun verbintenis, vóór 2004 moeten voltooien. In december is begonnen met het bespreken van onderhandelingsrichtsnoeren voor een nieuwe overeenkomst over politieke dialoog en samenwerking met Midden-Amerika. c)
Chili
Na afronding van de onderhandelingen over een associatieovereenkomst met Chili, heeft de Raad op 18 november een besluit aangenomen betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van de overeenkomst tot oprichting van een associatie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds. De overeenkomst is derhalve op 18 november 2002 door beide partijen ondertekend. d)
Colombia
De EU heeft de dramatische ontwikkelingen in Colombia nauwlettend gevolgd, met name na het mislukken van het vredesproces begin 2002. De EU toonde zich verheugd over het verloop van het verkiezingsproces in Colombia, waaruit blijkt dat de democratie en de wens van een heel volk om in vrede en in vrijheid te leven, springlevend zijn. Toch betreurt de Europese Unie de slechte veiligheidsomstandigheden, veroorzaakt door de herhaalde terroristische aanvallen op de democratische instellingen van het land, hun vertegenwoordigers en de samenleving als geheel. De EU uitte de wens dat de nieuw verkozen president, Alvaro Uribe, zich resoluut baserend op de rechtsstaat en met volledige eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, ten volle aan de aspiraties naar vrede en welvaart van zijn gehele volk zal kunnen tegemoetkomen. De Europese Unie verklaarde dat zij het Colombiaanse volk en zijn regering zal blijven begeleiden bij dit streven naar rechtvaardigheid, sociale vooruitgang en verzoening van alle Colombianen en bij hun strijd tegen terrorisme, straffeloosheid en schendingen van de mensenrechten en van het internationaal humanitair recht. De Unie heeft het streven naar een op onderhandelingen gebaseerde oplossing voor het conflict dat in Colombia woedt, ondersteund. In zijn conclusies van
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/td
33
NL
10-11 december toonde de Raad zich verheugd over de politieke en economische hervormingen die President Uribe heeft aangekondigd teneinde de ongelijkheden in het land aan te pakken en duurzame ontwikkeling te bevorderen. Tegelijkertijd riep de Raad de Colombiaanse regering op tot erkenning en ondersteuning van de rol van het maatschappelijk middenveld en niet-gouvernementele organisaties als relevante belanghebbenden bij de uitvoering van deze hervormingen en de totstandbrenging van een oplossing van het binnenlandse gewapende conflict via onderhandelingen. Tot slot riep de Raad de lidstaten en de Commissie op om het EU-werkprogramma te verbeteren teneinde bij te dragen tot de versterking van de overheidsinstellingen, de verlichting van de humanitaire crisis en het zoeken naar alternatieven voor de drugsproductie. Ook is de Raad begonnen met het bespreken van mogelijke maatregelen ter verlichting van de situatie waarin meer dan 2 miljoen binnenlands ontheemden - meer dan in enig ander land ter wereld - zich bevinden. e)
Cuba
Op basis van het op 2 december 1996 aangenomen gemeenschappelijke standpunt heeft de Raad de situatie in Cuba in juni en december geëvalueerd. De Raad constateerde dat de Cubaanse regering geen significante positieve maatregelen heeft genomen om de verwezenlijking van de doelstellingen van het gemeenschappelijk standpunt naderbij te brengen. De Raad geeft weliswaar toe dat er enkele positieve signalen zijn, zoals een grotere godsdienstvrijheid, het niet-voltrekken van de doodstraf in de afgelopen drie jaar, alsmede meer economische mogelijkheden voor particulieren, maar merkt op dat er geen vooruitgang te bespeuren valt in het doorvoeren van hervormingen die moeten leiden tot een politiek systeem waarin de burgerlijke en politieke vrijheden worden geëerbiedigd. Alle burgerlijke initiatieven waarbij wordt gestreefd naar politieke vrijheid en eerbiediging van de burgerrechten en die gericht zijn op een politiek systeem dat op democratische waarden stoelt - zoals het Varela-project - moeten worden aangemoedigd. De Raad meende dat voortzetting van de politieke dialoog nodig is om de doelstellingen van het gemeenschappelijk standpunt op een meer efficiënte wijze naderbij te brengen en opdat met name op het gebied van politieke, economische en burgerrechten tastbare resultaten kunnen worden bereikt. Daarnaast pleitte de Raad voor versterking van de ontwikkelingssamenwerking van de EU in Cuba op gebieden waar dat de overgang naar een pluralistische democratie en de eerbiediging van de mensenrechten stimuleert, alsook in sectoren die bijdragen tot de verbetering van de levensstandaard van de Cubaanse bevolking en bevorderlijk zijn voor een duurzame economische groei. De Raad was ingenomen met het besluit van de Commissie om ter versterking van die samenwerking een kantoor in Havana te openen. De Raad heeft besloten dat het gemeenschappelijk standpunt in december 2003 zal worden getoetst. De tweede vergadering van de hervatte politieke dialoog is op 4 november 2002 in Kopenhagen gehouden en beide partijen hebben daarbij benadrukt dat er meer punten van overeenstemming dan van verschil waren. Er werd openlijk toegegeven dat er nog steeds geen overeenstemming was over het gemeenschappelijk standpunt van de EU, de mensenrechtensituatie op Cuba en samenwerking inzake mensenrechten in internationale fora. Cuba deed een krachtige toezegging dat het hervormingen zal doorvoeren, gericht op het instellen van een marktgerichte economie. De volgende vergadering zal eind 2003 in Havana plaatsvinden.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/td
34
NL
f)
Guatemala
Tijdens de vergadering van de adviesgroepen van de Internationale Ontwikkelingsbank (IDB) over Guatemala op 12 februari 2002 in Washington, benadrukte de EU, als lid van de internationale donorgemeenschap, dat zij volledige steun zal blijven geven aan de uitvoering van de vredesakkoorden en aan de versterking van de democratische instellingen in Guatemala. De hernieuwde toezegging van de regering van Guatemala dat zij voort zal gaan met de uitvoering van de vredesakkoorden als onderdeel van het overheidsbeleid, werd toegejuicht. De EU stelde als voorwaarde voor haar bijdrage echter dat deze toezeggingen worden nageleefd. Bij verscheidene gelegenheden is de EU opgetreden in aangelegenheden betreffende de mensenrechten, zoals de zaak Gerardi, en heeft zij haar bezorgdheid geuit over de recente verslechtering van de mensenrechtensituatie in Guatemala wat betreft het aantal bedreigingen en het geweld tegen verdedigers van de mensenrechten. De EU heeft benadrukt dat iedere regering verantwoordelijk is voor het waarborgen van de veiligheid van alle burgers die zich bezighouden met legale activiteiten en zij heeft er bij de regering op aangedrongen de noodzakelijke maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat degenen die verantwoordelijk zijn voor misdaden en bedreigingen aan het adres van mensenrechtenverdedigers, voor de rechter worden gebracht. Het engagement van de internationale gemeenschap ter ondersteuning van het vredesproces en de negen-punten-agenda van de raadgevende groep zullen pas resultaten afwerpen wanneer alle Guatemalteken beginnen samen te werken om hun geschillen bij te leggen in een omgeving zonder geweld en intimidatie. g)
Haïti
De EU heeft zich meermalen uitgelaten over de situatie in Haïti. Wat betreft haar besluit van februari 2001 om haar financiële steun gedeeltelijk op te schorten door middel van de "passende maatregelen" van artikel 96, lid 2, sub c), van de Overeenkomst van Cotonou, betreurde de Raad het dat de democratische beginselen in Haïti nog niet zijn hersteld. Hij heeft derhalve besloten de maatregelen die hij op 20 januari 2001 had aangenomen als volgt te herzien: -
Zolang er geen basisakkoord is ondertekend tussen de twee partijen bij de politieke crisis, zullen de passende maatregelen die de Raad van de EU op 29 januari 2001 heeft vastgesteld, gehandhaafd blijven, en wel tot aan de ondertekening van een dergelijk akkoord of, bij het uitblijven daarvan, tot 31 december 2002.
-
Zodra een akkoord tussen de twee partijen is ondertekend, zullen alle samenwerkingsinstrumenten die door de maatregelen van 29 januari 2001 zijn getroffen, geleidelijk opnieuw in werking worden gesteld aan de hand van indicatoren voor het oplossen van de crisis.
De Unie koestert niet de wens de Haïtiaanse bevolking te treffen en zal doorgaan met de samenwerkingsprogramma's die buiten deze maatregelen vallen. De Unie is de bemiddelende rol van de OAS en de bevriende landen blijven steunen.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/td
35
NL
Eind 2002 waren de democratische beginselen in Haïti nog steeds niet hersteld. Daarom heeft de EU, ter ondersteuning van de internationale inspanningen om, in het bijzonder middels Resolutie 822 van de OAS, een oplossing te vinden voor de afschuwelijke sociaal-economische situatie van de bevolking, het volgende besloten: a)
heroriëntering van de resterende middelen van de eerste tranche van het 8e EOF en terbeschikkingstelling van de tweede tranche van het 8e EOF voor projecten die direct ten goede komen aan de Haïtiaanse bevolking, het maatschappelijk middenveld en de particuliere sector en voor projecten ter ondersteuning van de democratie, de versterking van de rechtsstaat en het verkiezingsproces;
b)
kennisgeving van de toewijzing van de middelen van het 9e EOF en ondertekening van het overeenkomstige nationaal indicatief programma zullen niet tijdens de looptijd van dit besluit plaatsvinden.
Besluiten over de geleidelijke reactivering van de door deze maatregelen getroffen samenwerkingsinstrumenten zullen worden genomen afhankelijk van de vordering van het verkiezingsproces en in het licht van de hervatting van de samenwerking met de internationale financiële instellingen. h)
Mexico
Op 13 mei vond de tweede zitting plaats van de Gezamenlijke Raad EU-Mexico, die is ingesteld bij de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking. De partijen bespraken de resultaten van de eerste 18 maanden van toepassing van de overeenkomst en benadrukten dat de contacten op hoog niveau moeten worden geïntensiveerd teneinde de bilaterale politieke dialoog te verdiepen. De Top EU-Mexico is op 18 mei 2002 in Madrid gehouden. Bij deze gelegenheid hebben de trojka van de EU en president Fox besloten in de toekomst soortgelijke ontmoetingen te organiseren in het kader van de topconferenties EU-Latijns-Amerika en hebben zij van gedachten gewisseld over regionale en internationale aangelegenheden van wederzijds belang. i)
Nicaragua
De EU heeft de situatie in Nicaragua nauwlettend in de gaten gehouden. Zij heeft haar tevredenheid geuit over de maatregelen van president Bolaños die erop gericht zijn een deugdelijk bestuur in te stellen en corruptie te bestrijden, het openbare leven naar een hoger ethisch niveau te tillen en de Nicaraguaanse economie te rationaliseren. De EU zei ervan overtuigd te zijn dat de voor de ontwikkeling van het land noodzakelijke maatregelen alleen via een nationale dialoog succesvol kunnen worden verwezenlijkt. j)
Venezuela
De EU heeft met grote bezorgdheid de verontrustende ontwikkelingen in Venezuela gevolgd. Bij diverse gelegenheden heeft zij haar volle steun betuigd aan de inspanningen van de tripartiete werkgroep, gevormd door de OAS, het UNDP en het Carter Centre, om een nationale dialoog te bevorderen. De Europese Unie was ingenomen met de belangrijke rol van de secretaris-generaal van de OAS, de heer Gaviria, bij het streven naar een vreedzame, constitutionele en democratische oplossing voor de politieke crisis in Venezuela. De Europese Unie onderstreepte hoe belangrijk het is grote problemen op te lossen door middel van dialoog, en drong er bij de regering, de politieke partijen en de civiele samenleving op aan zich in te zetten voor een oplossing via onderhandelingen en een brede nationale consensus, met inachtneming van de grondwet van Venezuela, de universele rechten van de mens en de democratische waarden die zijn opgenomen in het Inter-Amerikaans Democratisch Handvest. In dit verband onderschreef de EU Resolutie 833 van de permanente Raad van de OAS.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/td
36
NL
12.
TRANSATLANTISCHE BETREKKINGEN
Overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van 1990 over de betrekkingen EG-VS, vond op 2 mei 2002 een topontmoeting plaats in Washington. Daar werd in het bijzonder de nadruk gelegd op het hechte en diepgaande karakter van de transatlantische betrekkingen, op de gezamenlijke wens het terrorisme te bestrijden en op de noodzaak op duurzame en vastbesloten wijze op te treden tegen de verspreiding van massavernietigingswapens. Tijdens de top werd besloten onderhandelingen te openen over een overeenkomst inzake wederzijdse rechtshulp/uitlevering. Overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van 1990 over de betrekkingen EG-Canada en in het kader van de gezamenlijke politieke verklaring van december 1996, vonden in 2002 twee topontmoetingen tussen de EU en Canada plaats. In Toledo is op 8 mei 2002 in de gezamenlijke verklaring de aandacht gevestigd op de samenwerking bij het bestrijden van terrorisme en op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken, evenals op het gebied van het buitenlands beleid, veiligheid en defensie. Op de top van Ottawa van 19 december 2002 besloten de EU en Canada hun bilaterale betrekkingen in hun geheel te evalueren, met als doel gezamenlijke conclusies aan te nemen over de vraag hoe deze banden verder kunnen worden aangehaald. Er is ook een voortgangsverslag aangenomen over de samenwerking tussen de EU en Canada inzake noordelijke aangelegenheden. B.
VEILIGHEIDS- EN DEFENSIEKWESTIES
a)
Crisisbeheersing
In 2000 zijn de crisisbeheersingsprocedures en de conceptuele basis voor het uitvoeren van crisisbeheersingsoperaties verder uitgewerkt. Er is in het bijzonder nadruk gelegd op de verbetering van de civiel-militaire coördinatie in de crisisbeheersing van de EU teneinde in crisissituaties een doeltreffende reactie te waarborgen. De Raad stond positief tegenover een actieplan op dit gebied. De eerste crisisbeheersingsoefening van de EU, CME 02, is in mei 2002 gehouden en heeft de gelegenheid geboden om, in een fictieve crisis, de structuren, de procedures en de regelingen van het EVDB uit te proberen. Deze oefening heeft bevestigd dat de EU in staat is bij het oplossen van internationale crises steeds zwaardere verantwoordelijkheden op zich te nemen en haar rol op het internationale toneel volledig te vervullen, dankzij het zeer brede scala aan civiele en militaire instrumenten dat haar ter beschikking staat. De Raad heeft in juni 2002 een document goedgekeurd over de financiering van operaties die gevolgen hebben op militair of defensiegebied. Daarin zijn de algemene beginselen vastgelegd voor de financiering van die operaties, waaronder met name een lijst van de uitgaven die voor gemeenschappelijke financiering in aanmerking komen. Dankzij de toezeggingen van de lidstaten heeft de EU in Bosnië en Herzegovina als eerste operatie van de EU in het kader van het EVDB een politiemissie van de Europese Unie (EUPM) kunnen opzetten, die op 1 januari 2003 de taken van de Internationale Politiemacht (IPTF) van de VN overgenomen heeft. Deze zal bijdragen tot andere EU- en internationale inspanningen ter ondersteuning van de rechtsstaat en de democratische structuren in Bosnië en Herzegovina en voor de EU een belangrijke bron van ervaringen vormen bij de toekomstige ontwikkeling van crisisbeheersingsvermogens. Alle lidstaten van de EU en 18 derde landen leveren personeel aan deze missie, die 500 politiemensen en meer dan 300 internationale civiele en plaatselijke personeelsleden omvat.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/td
37
NL
Het jaar 2002 was ook het jaar waarin de Europese Unie zich bereid verklaarde twee militaire operaties in de Balkan over te nemen: de NAVO-operatie Amber Fox (sinds december Allied Harmony genaamd) en de door de NAVO geleide operatie SFOR in Bosnië. Hiervoor is onmiddellijk begonnen met verder overleg. Zodra alle gedetailleerde regelingen een feit zijn, biedt de overeenkomst van december met de NAVO over Berlijn Plus de mogelijkheid tot nauw overleg met de NAVO in het kader van crisisbeheersingsoperaties, alsook tot het gebruik van NAVO-middelen en -vermogens door de EU. -
Civiele vermogens
De op 19 november gehouden ministeriële conferentie over civiele crisisbeheersing wees uit dat de door de Europese Raad voor 2003 gestelde concrete doelen op de prioritaire civiele gebieden (politie, rechtsstaat, civiel bestuur en civiele bescherming) door de vrijwillige toezeggingen van de lidstaten zijn overtroffen. Er is ook vooruitgang geboekt bij de ontwikkeling van de conceptuele aspecten van de civiele crisisbeheersing van de EU, met name met betrekking tot de rechtsstaat. Er is een akkoord bereikt over de deelneming van derde landen aan civiele crisisbeheersingsoperaties en over het opzetten van de nodige planningscapaciteit in het secretariaat van de Raad voor alle vier prioritaire gebieden. De ontwikkeling van het civiele crisisbeheersingsvermogen van de EU is echter een ononderbroken proces. Om de vermogens zo operationeel, efficiënt en samenhangend mogelijk te maken, moeten er nog belangrijke problemen worden opgelost. Hiertoe behoren: -
-
verdere verbetering van de coördinatie in het veld tussen de verschillende civiele elementen van een missie, alsmede een gemeenschappelijke commandostructuur bij EU-missies; volledige synergie tussen instrumenten van de Europese Gemeenschap en die van de EU; coördinatie van de civiele en de militaire crisisbeheersingsinstrumenten van de EU; versterking van de kwalitatieve aspecten van de capaciteiten van de EU op dit gebied, met name door middel van opleiding.
Militaire vermogens
Op het gebied van de militaire vermogens is gestaag vooruitgang geboekt. De Raad heeft de catalogus van het hoofddoel van Helsinki 2002 (HHC) goedgekeurd. Op deze basis is de lidstaten verzocht gerichtere bijdragen te leveren aan het hoofddoel, dan wel de bestaande bijdragen aan te passen, teneinde een aantal tekortkomingen weg te werken. De algemene beoordeling, gemaakt op basis van de tussentijdse verslagen van de ECAP-panels in 2002, werd als bemoedigend beoordeeld, gelet op het feit dat 19 panels zich over de meeste van de significante lacunes die verholpen moeten worden hebben gebogen. De eindverslagen van alle ECAP-panels moeten op 1 maart 2003 klaar zijn. De Raad heeft zich ook reeds gebogen over de volgende fase van het proces, inclusief het gebruik van bestaande mechanismen of nieuwe instrumenten (bijv. projectgroepen) die in het ECAP-kader ingezet zouden kunnen worden. De Raad is het er over eens dat het nodig is een verdere politieke stimulans te geven en na te denken over adequate maatregelen voor het stroomlijnen van de financiële aspecten, de aankoop en alle andere defensiebeleidsaspecten van de militaire vermogens die nodig zijn ter ondersteuning van het ECAP-proces.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/td
38
NL
-
Betrekkingen met de NAVO, samenwerking met internationale organisaties en regelingen met derde landen
De Europese Raad van Brussel (24 en 25 oktober) heeft een document aangenomen over de uitvoering van de bepalingen van de Europese Raad van Nice aangaande het inschakelen van de Europese NAVO-landen die geen lid van de EU zijn. De Europese Raad wees erop dat daarbij de bepalingen van het Verdrag betreffende de Europese Unie nageleefd moeten worden, met name de in artikel 11 genoemde doelstellingen en beginselen van het GBVB. De Raad heeft de uitvoeringsbepalingen aangenomen voor de regelingen die de Europese Raad van Nice had vastgesteld voor de deelneming van de Europese bondgenoten die geen lid van de EU zijn. Er is ook een verklaring van de Europese Unie en de NAVO aangenomen over het EVDB. De Europese Raad van Sevilla heeft regelingen aangenomen voor het overleg en de samenwerking inzake crisisbeheersing met Rusland, Oekraïne en Canada. b)
Conflictpreventie
De werkzaamheden van de Europese Unie op het gebied van conflictpreventie zijn in 2002 voortgezet op basis van het EU-programma voor de preventie van gewelddadige conflicten dat de Europese Raad van Göteborg in 2001 bekrachtigd heeft. Er zijn stappen ondernomen in de richting van een systematischere aanpak van de vroegtijdige waarschuwing. Daartoe heeft de Raad van Ministers van de EU aan het begin van het Spaanse en het Deense voorzitterschap uitvoerige besprekingen aan de potentiële conflicthaarden gewijd. Er is een lijst van specifieke situaties in landen opgesteld die als basis voor nauwkeurige controle en evaluatie moet dienen. Er werd ook verder gewerkt aan de versterking van de diplomatieke instrumenten dankzij de persoonlijke inzet in prioritaire gebieden van de hoge vertegenwoordiger, de heer Solana, en het netwerk van speciale vertegenwoordigers. Alle mandaten voor die speciale vertegenwoordigers van de EU werden ondergebracht in een samenhangend kader waarin de hoge vertegenwoordiger de operationele leiding heeft, er een rechtstreekse verbinding is met het Politiek en Veiligheidscomité dat het belangrijkste contactpunt met de Raad is, en waarin regelmatig rapportage, coördinatie en verbindingsactiviteiten plaatsvinden. De samenwerking tussen de EU en de andere speciale vertegenwoordigers in de Westelijke Balkan is geïntensiveerd. Evenals in voorgaande jaren hebben het nauw betrekken van de hoofden van de missies bij de situatiebeoordeling en een meer doelgericht gebruik van de politieke dialoog ook bijgedragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen op het gebied van conflictpreventie. De EUMM is opgetreden als monitoringinstrument door de uitbreiding van haar aanwezigheid in de FYROM. Met de ervaringen van de EUMM als uitgangspunt is begonnen aan de ontwikkeling van een breder monitoringvermogen van de EU als een algemeen instrument voor crisisbeheersing. Het opzetten van de Politiemissie van de EU kan ook gezien worden als een bijdrage tot conflictbeheersing en maakt deel uit van de algehele steun van de EU aan de rechtsstaat in Bosnië en Herzegovina (gefinancierd uit het EG-programma CARDS voor de opbouw van de institutionele structuur). De EUPM coördineert haar activiteiten met de lokale politie-autoriteiten van Bosnië en Herzegovina en met de internationale organisaties. Met de laatstgenoemde bieden de door de SFOR, OVSE, UNHCR en het OHR opgerichte groepen voor strategisch bewustzijn een forum voor informatie-uitwisseling en voor een zinvol gebruik van mechanismen voor vroegtijdige waarschuwing.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/td
39
NL
Er is ook gestaag verdergewerkt aan de versterking van de EU-capaciteit om op een meer doelgerichte en samenhangende wijze preventieve actie te ondernemen door midel van efficiëntere partnerschappen met een veelheid aan actoren. De samenwerking met de VN, de OVSE en de NAVO werd zowel in de hoofdkwartieren als op het terrein verder ontwikkeld. In augustus 2002 was Zweden gastland voor een bijeenkomst voor conflictpreventie tussen de EU en haar regionale partners in Europa. -
Kimberleyproces
In 2002 heeft de Commissie namens de Europese Gemeenschap onderhandelingen gevoerd over een overeenkomst tot invoering van een internationale regeling voor de certificering van ruwe diamanten. Die is bedoeld om te voorkomen dat met behulp van "conflict"-diamanten gewapende conflicten gefinancierd worden waardoor de officiële markt voor ruwe diamant, die een belangrijke econmische bijdrage vormt, vooral voor bepaalde ontwikkelingslanden in Afrika, in diskrediet gebracht zou worden. De regeling is in november 2002 tijdens een ministeriële bijeenkomst in het kader van het Kimberleyproces aangenomen. Dankzij de EG-verordening tot uitvoering van de Kimberleycertificering, die op 20 december 2002 is aangenomen, is de Gemeenschap oprichter-deelnemer en kan zij in de bestrijding van diamantconflicten een leidende rol spelen. De certificering is in de eerste plaats een regeling voor de controle op in- en uitvoer. De producerende landen controleren de productie en het vervoer van ruwe diamanten van de mijn tot het punt van uitvoer. De diamanten worden verzonden in moeilijk te vervalsen verpakkingen en elke zending gaat vergezeld van een Kimberleycertificaat. c)
Veiligheid, ontwapening en non-proliferatie
Steun aan de versterking van mondiale non-proliferatie en ontwapening blijft de kern van het externe optreden van de EU, die ook een actieve bijdrage heeft geleverd tot de werkzaamheden van diverse aan deze doelstellingen gewijde internationale conferenties en andere fora. De lidstaten bleven streven naar een coherente gezamenlijke presentatie van hun standpunten op internationale conferenties (Eerste Commissie van de AVVN, Organisatie voor het verbod van chemische wapens, Vijfde Toetsingsconferentie voor het Verdrag inzake biologische wapens, Algemene Conferentie van de IAEA, voltallige vergaderingen van de Australiëgroep, de Groep van Nucleaire Exportlanden, de Missile Technology Control Regime, de Toetsingsconferentie voor het Conventionelewapensverdrag, de Conferentie voor de aanneming van de gedragscode van Den Haag en het Eerste voorbereidend comité van de Toetsingsconferentie van het NPV). Op 15 april 2002 heeft de Raad conclusies aangenomen over de gevolgen van de terroristische dreiging voor het beleid van de Europese Unie op het gebied van non-proliferatie, ontwapening en wapenbeheersing. Deze conclusies bouwden voort op het gerichte initiatief dat de Raad op 10 december 2001 heeft gelanceerd en bevatten een lijst van concrete maatregelen die de EU moet nemen als reactie op de terroristische dreiging. De maatregelen zijn toegespitst op multilaterale instrumenten, exportcontrole, internationale samenwerking en een versterkte politieke dialoog. In dit verband heeft de Raad zich op politiek niveau beijverd voor universele toetreding tot instrumenten betreffende massavernietigingswapens. Alle lidstaten van de EU hebben zich aangesloten bij de gezamenlijke ministeriële verklaring ter ondersteuning van het CTBT van 14 september 2002. De aankondiging door Noord-Korea van zijn voornemen om zich uit het NPV terug te trekken leidde tot een verklaring van de EU die door alle geassocieerde landen, tezamen met IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, werd gesteund.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/td
40
NL
De EU bleef actief betrokken bij politieke maatregelen tegen de verspreiding van raketten en de bijbehorende technologie. Het jaar 2002 was op dit gebied een mijlpaal. Dankzij het actieve leiderschap van de EU, in het bijzonder onder het Spaanse en het Deense voorzitterschap, is het multilaterale proces voor de aanneming van de internationale gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten in november succesvol afgerond tijdens de door de Nederlandse regering daartoe in Den Haag georganiseerde conferentie. Hiermee heeft de EU de doelstelling van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/567/GBVB van de Raad van 23 juli 2001verwezenlijkt. In Den Haag is de gedragscode, die een reeks vertrouwenscheppende maatregelen omvat, alsmede een multilateraal kader voor samenwerking om op te treden tegen dreigingen ten gevolge van de verspreiding van ballistische raketten en de daarmee samenhangende technologie, door 94 staten onderschreven. Zij wezen Oostenrijk aan als rechtstreeks centraal contactpunt, overeenkomstig de bepalingen van de Code. De inspanningen van de EU en de lidstaten leidden tot de aanneming door de Australiëgroep van richtsnoeren met een vangnetbepaling gebaseerd op het model van de EU-verordening inzake tweeërlei gebruik en, binnen het Wassenaar Arrangement, van richtsnoeren inzake de beste praktijken voor de uitvoer van handvuurwapens en lichte wapens. d)
EU-gedragscode betreffende wapenuitvoer
Tijdens het vierde jaar van toepassing is de status van de Gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer als het meest omvattende internationale systeem voor toezicht op de wapenexport geconsolideerd: de code waarborgt een hoge mate van interne en externe transparantie, dialoog, respect voor kennisgevingen van weigering en dynamiek. In het belang van de transparantie is besloten om, als onderdeel van het vierde jaarverslag, een repertorium te publiceren van overeengekomen praktijken, met een systematische opsomming van alle besluiten van de lidstaten aangaande de gedragscode en de toepassing ervan. In combinatie met de code zelf biedt het repertorium een totaalbeeld van de Gedragscode en van de wijze waarop de code door de lidstaten wordt toegepast. Het zal in elk van de toekomstige jaarverslagen worden bijgewerkt. e)
Handvuurwapens, lichte wapens en antipersoonsmijnen
Op 12 juli 2002 heeft de Raad zijn gemeenschappelijk optreden van 1998 zodanig gewijzigd dat munitie daar nu ook onder valt. Uit hoofde van dit gemeenschappelijk optreden nam de Raad besluiten aan over een bijdrage van de EU aan de bestrijding van de destabiliserende accumulatie en verspreiding van handvuurwapens en lichte wapens in Albanië door middel van een financiële bijdrage aan het UNDP-project "Programma voor de beheersing van handvuurwapens en lichte wapens in Albanië", en heeft de Raad de EU-bijdrage voor Cambodja uitgebreid en gewijzigd. De EU publiceerde haar tweede jaarverslag over de uitvoering van het gemeenschappelijk optreden en van het EU-programma ter voorkoming en bestrijding van illegale handel in conventionele wapens. De EU bleef de toegenomen transparantie bij de internationale wapenoverdrachten steunen - vooral door middel van het indienen van verslagen bij het VN-register van Conventionele Wapens - en spoorde alle VN-lidstaten ertoe aan hun nationale gegevens tijdig aan het Register toe te zenden. De EU zette haar dialoog over handvuurwapens met verschillende regio's voort, ten einde de noodzaak van een spoedige uitvoering van het VN-actieprogramma ter voorkoming, bestrijding en uitroeiing van alle aspecten van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens te behandelen.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/rv DG E Coord
41
NL
De EU blijft zich inzetten voor de totale uitbanning van antipersoonsmijnen overal ter wereld. De Unie nodigde opnieuw alle staten uit zich aan te sluiten bij dit streven, waaraan de EU met name bijdraagt via demarches in de lijn van de doelstellingen die in het Verdrag van Ottawa zijn opgenomen. De EU wees op het belang van een tijdige indiening van de verslagen inzake artikel VII van het Verdrag van Ottawa. De EU hecht veel belang aan het Verdrag inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionele wapens met name voor wat betreft de voorschriften inzake en het verbod op wapens die geacht kunnen worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben. De EU steunt actief de Werkgroep achtergebleven oorlogsexplosieven en antivoertuigmijnen. De EU wees ook op de noodzaak van regelingen om de eerbiediging van de bepalingen van het verdrag te waarborgen. f)
Verdrag inzake chemische wapens
Tijdens de Zevende Conferentie van de staten die partij zijn bij het Verdrag inzake chemische wapens, verbond de EU zich er opnieuw toe zich in te zetten voor de universele toepassing van dit verdrag. De EU ondernam stappen om dat doel naderbij te brengen. De EU zegde de partijen opnieuw steun toe bij het streven naar de integrale uitvoering van het verdrag door het verstrekken van aanzienlijke financiële en technische bijstand, met name aan de Russische Federatie. In 2002 heeft de EU de projecten inzake non-proliferatie en ontwapening in de Russische Federatie op basis van het gemeenschappelijk optreden van de EU van 1999 inzake non-proliferatie in Rusland verder gesteund met nog eens 6,1 miljoen euro, waarvan 2,8 miljoen euro bestemd is voor projecten op het gebied van de vernietiging van chemische wapens. g)
Verdrag inzake biologische en toxinewapens
De EU heeft een essentiële rol vervuld bij inspanningen die hebben geleid tot de aanneming door de Vijfde Toetsingsconferentie van een werkprogramma en de instandhouding van de multilaterale dialoog tussen de staten die partij zijn bij het verdrag over maatregelen ter versterking van de naleving van het verdrag. C.
MONDIALE VRAAGSTUKKEN/MULTILATERALE FORA
a)
Terrorismebestrijding
Voortbouwend op het actieplan dat de Europese Raad in september 2001 heeft aangenomen, geeft het verslag van het voorzitterschap over de activiteiten van de Europese Unie in de strijd tegen het terrorisme van 9 december een overzicht van alle EU-activiteiten op drie hoofdgebieden: bevordering van rechtvaardigheid, veiligheid en bescherming van burgers; bestrijding van de financiering van het terrorisme, en het externe optreden van de EU ter bestrijding van het terrorisme.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/rv DG E Coord
42
NL
In het kader van het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid werden de volgende acties ondernomen: i)
Extern optreden van de EU ter bestrijding van terrorisme
In het verlengde van de verklaring van de Europese Raad van Sevilla over de bijdrage van het GBVB en het EVDB aan de terrorismebestrijding nam de Raad Algemene Zaken op 22 juli 2002 conclusies aan over het extern optreden van de EU tegen het terrorisme. De Raad keurde een uitgebreid kader en een veelzijdige aanpak goed waarbij de terrorismebestrijding in alle aspecten van het externe beleid van de EU, waaronder het GBVB, geïntegreerd wordt. Er zijn risicoanalyses ten aanzien van een groot aantal landen en regio's opgesteld als basis voor de integratie van terrorismebestrijding in de betrekkingen van de EU met derde landen. Die analyses moeten de basis vormen voor operationele maatregelen van de EU, zoals de politieke dialoog, opneming van elementen van de terrorismebestrijding in contractuele betrekkingen met derde landen en projecten voor technische bijstand aan derde landen op het gebied van terrorismebestrijding. De EU heeft een procedure opgesteld voor het "toetsen en aanpassen van de antiterrorismeaspecten in de betrekkingen met derde landen, eventueel ook in de contractuele betrekkingen, na de systematische evaluatie waarmee de Raad Algemene Zaken in oktober 2001 een aanvang heeft gemaakt." Antiterrorismeaspecten worden, waar nodig, in aanmerking genomen op basis van een evaluatie aan de hand van een aantal criteria die van belang zijn in de strijd tegen het terrorisme. Er is een aantal concrete maatregelen genomen met het oog op een "scherper toespitsen van de politieke dialoog op bepaalde landen, regio's en multilaterale verbanden en op specifieke vraagstukken in verband met terrorismebestrijding, en zorgen voor follow-up". Sinds 11 september 2001 is terrorismebestrijding een topprioriteit in de politieke dialoog van de EU met derde landen, hetgeen geresulteerd heeft in een aantal belangrijke politieke verklaringen met vele partners. Voor het "vaststellen van specifieke acties om derde landen bij te staan bij de uitvoering van hun verbintenissen uit hoofde van Resolutie 1373 van de VN-Veiligheidsraad" heeft de Commissie een strategie ontwikkeld waarmee een aantal derde landen aanvullende, doelgerichte projecten voor technische bijstand kan worden aangeboden. De Commissie besloot Indonesië, de Filipijnen, en mogelijkerwijs Pakistan als eerste proeflanden aan te wijzen. Prioritaire landen voor bijstand werden gekozen op basis van criteria die de Raad na overleg met het VN-Comité terrorismebestrijding (CTC) heeft goedgekeurd. Er zullen concrete projecten uitgewerkt worden in nauwe samenwerking met het betrokken derde land, op basis van een evaluatiemissie waaraan de Commissie en nationale deskundigen van de lidstaten deelnemen. De Commissie zal regelmatig verslag uitbrengen aan de Raad. Ter verbetering van de coördinatie van de bestaande activiteiten in het kader van technische bijstand aan derde landen is een interne inventaris van bilaterale en multilaterale activiteiten in de EU en de lidstaten opgemaakt, die regelmatig zal worden bijgewerkt. Voor het "uitvoeren en verder ontwikkelen van de gerichte initiatieven op het gebied van nonproliferatie, ontwapening en wapenbeheersing die de Raad Algemene Zaken op 15 april 2002 heeft aangenomen" is er een mechanisme uitgewerkt voor de uitvoering van de concrete maatregelen die de Raad aanneemt, dat toegespitst is op een doeltreffende uitvoering van multilaterale instrumenten, exportcontroles, internationale samenwerking en politieke dialoog.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/rv DG E Coord
43
NL
De EU werkt op het gebied van terrorismebestrijding nauw samen met internationale organisaties en het multilaterale forum met Latijns-Amerika/het Caraïbisch gebied, de ASEM, de ARF, het proces van Barcelona, het Centrum voor internationale misdaadpreventie in Wenen, enz. De EU is ook actief betrokken bij de uitvoering van het actieplan van de ministers van de Raad van Europa en de werkzaamheden van de Multidisciplinaire Groep terrorisme. De samenwerking tussen EU en OVSE heeft zich uitgebreid. Doel is profijt te treken van de comparatieve voordelen van beide organisaties, vooral in Centraal-Azië. Tenslotte steunt de EU de Verenigde Naties actief in hun centrale rol als wereldforum ter bestrijding van terreuraanslagen. ii)
Strijd tegen de financiering van het terrorisme
Om de inspanningen van de EU op dit terrein te vergroten zijn economische en financiële maatregelen genomen teneinde de bronnen voor de financiering van terrorisme droog te leggen. De EU nam maatregelen in de vorm van wetsbesluiten ter uitvoering van de VN-Veiligheidsraadsresoluties betreffende de financiering van terrorisme (1373(2001) en 1390 (2002)). Een studiebijeenkomst over het voorkómen van financiering van terrorisme vond plaats op 27 november 2002 en leverde een kader op voor de uitwisseling van ervaringen en analyses van de tekortkomingen en mogelijke oplossingen die de lidstaten op dit punt verschaft hebben. In GBVB-verband is er een analyse van de financiering van terrorisme uitgevoerd, in het kader waarvan een onderzoek is verricht naar de internationale samenwerking en instrumenten die beschikbaar zijn in de strijd tegen het terrorisme, en waarin de strategie van de EU ten aanzien van derde landen en multilaterale fora op dit gebied wordt uiteengezet. De EU heeft actieve steun verleend aan de bijzondere aanbevelingen van de Financiële Actiegroep witwassen van geld (FATF) inzake financiering van terrorisme. De Raad ECOFIN heeft op 3 december de richtlijn inzake marktmisbruik aangenomen die moet helpen pogingen tot het financieren van terrorisme door misbruik van de financiële markten tegen te gaan. iii)
Bescherming van de bevolking tegen CBRN-dreigingen.
De Raad keurde op 20 december een gezamenlijk programma van de Commissie en de Raad goed. Doel is een betere samenwerking in de Europese Unie bij het voorkomen en het beperken van de gevolgen van chemische, biologische, radiologische en nucleaire dreigingen. Het programma zal in 2003 uitgevoerd worden in het licht van de strategische doelstellingen en de gebieden waarop actie vereist is. b)
Mensenrechten
De bescherming en de bevordering van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden is een van de beginselen waarop het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid gegrondvest is, en dit beginsel is in de bilaterale betrekkingen van de EU en bij haar activiteiten in multilaterale fora voortdurend benadrukt. De EU heeft verder steeds gereageerd op schendingen van de mensenrechten in de gehele wereld, en ook een actieve rol gespeeld in de bevordering van de naleving van de mensenrechten.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/rv DG E Coord
44
NL
Bij schendingen van de mensenrechten in de landen van alle regio's in de wereld heeft de EU met diverse instrumenten, zoals standpuntbepalingen, demarches en verklaringen, een beroep gedaan op de betrokken regeringen om de situatie te verbeteren. Zij heeft de dialoog met China over mensenrechten voortgezet: in het kader daarvan hebben in 2002 twee bijeenkomsten plaatsgevonden. Bovendien heeft de EU in oktober 2002 met Iran een mensenrechtendialoog aangeknoopt, de eerste in het kader van de in december 2001 aangenomen EU-richtsnoeren inzake de mensenrechtendialoog. De eerste zitting van de mensenrechtendialoog tussen EU en Iran vond in december 2002 plaats in Teheran en omvatte een rondetafelconferentie waaraan vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld van beide partijen deelnamen, en vergaderingen van regeringsfunctionarissen. Daarnaast was de EU één van de belangrijkste actoren in de VN-Commissie voor de rechten van de mens (CHR), waarvan de 58e vergadering van 18 maart tot en met 26 april in Genève plaatsvond. Dankzij de EU zijn er in dit kader resoluties aangenomen over de mensenrechtensituatie in de Democratische Republiek Congo, Irak, Myanmar, Sudan, Zuidoost-Europa en de Israëlische nederzettingen in de bezette Arabische gebieden. Zij heeft ook met succes resoluties ingediend over de kwestie van de doodstraf en de rechten van het kind. De CHR 58 was echter een zeer moeilijke vergadering vanwege de spanningen ten gevolge van de groeiende kloof tussen noord en zuid, de duidelijke afkeer van landenresoluties, het toegenomen gebruik van blokstemming, waarbij komt dat een en ander werd overschaduwd door de kwestie van het Midden-Oostenvraagstuk. Deze factoren droegen ertoe bij dat de EU-initiatieven aangaande Iran en Tsjetsjenië vruchteloos bleven en dat haar resolutie over Zimbabwe geblokkeerd werd door een motie om geen actie te ondernemen. In de zomer van 2002 is reeds begonnen met het beraad over de vraag hoe de inbreng van de EU in de toekomstige zittingen van CHR efficiënter gemaakt kan worden. De EU heeft een actieve rol gespeeld in de bijzondere VN-zitting over kinderen in mei, waarin zij erin slaagde de "op rechten gebaseerde" benadering van kindervraagstukken in het slotdocument van de zitting te doen opnemen. De EU was tevens nauw betrokken bij de Tweede Wereldconferentie over vergrijzing in april, en bij de werkzaamheden van de commissie voor maatschappelijke ontwikkeling die als voorbereidingscomité gefungeerd heeft. In de Derde Commissie van de 57e zitting van de Algemene Vergadering van de VN heeft de EU een algemene verklaring ingediend met een nieuwe thematische aanpak van mensenrechtenschendingen in de hele wereld, toegespitst op de doodstraf en het uitroeien en voorkomen van martelpraktijken. Dankzij de EU zijn er ook resoluties aangenomen over de DRC, Sudan, Irak, en - voor de eerste keer in de Derde Commissie - Birma; de EU werkte samen met de groep landen van Latijns-Amerika om een omnibusresolutie over de rechten van het kind aangenomen te krijgen. Het meest positieve resultaat van de 57e Algemene Vergadering van de VN voor de EU was echter wellicht de definitieve aanneming van het Facultatief Protocol bij het Verdrag tegen foltering, waarvoor de EU in elke fase van de besluitvorming op actieve wijze campagne heeft gevoerd. In oktober 2002 heeft de EU haar vierde "Jaarverslag over de mensenrechten" gepubliceerd. Ideeën ter verbetering van de toekomstige jaarverslagen vormden een van de discussiepunten tijdens het jaarlijkse discussieforum over de mensenrechten dat in december in Kopenhagen plaatsvond, en waaraan, zoals gewoonlijk, vertegenwoordigers van NGO's, academici, Europarlementariërs en functionarissen van de regeringen van de lidstaten en de EU-instellingen deelnamen.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/rv DG E Coord
45
NL
Met het oog op haar prioriteiten ter bevordering van de naleving van de mensenrechten ging de EU voort met haar beleid om met alle betrokken landen te streven naar een algehele afschaffing van de doodstraf, overeenkomstig de richtsnoeren van 1998 over dit vraagstuk. Voorts heeft de EU, voor een betere uitvoering van de EU-richtsnoeren inzake de preventie en uitroeiing van foltering, in december een werkdocument aangenomen over de uitvoering van de richtsnoeren, met suggesties voor talrijke praktische maatregelen, waaronder regelmatige rapportering door de hoofden van de missies. In december heeft de Raad ook conclusies aangenomen over de uitvoering van de follow-up van de conclusies van de Raad van 25 juni 2001 over mensenrechten en democratisering in derde landen. In die conclusies, en in het daaraan gehechte verslag van de werkgroep mensenrechten (COHOM), wordt een groot aantal maatregelen beschreven die genomen moeten worden door de Raad, COHOM, het secretariaat van de Raad, de Commissie en de hoofden van de missies, om te zorgen voor samenhang en consistentie, mainstreaming, openheid, en regelmatige evaluatie van de prioriteiten in het EU-beleid inzake mensenrechten en democratisering. c)
Duurzame ontwikkeling
De EU bleef speciaal de nadruk leggen op de integratie van de economische, sociale en ecologische dimensies van duurzame ontwikkeling, en in die context op het belang van een beter bestuur op alle niveaus. De EU zag de Wereldtop inzake duurzame ontwikkeling in Johannesburg als een belangrijke kans om de mondialisering op een nieuwe koers van duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding te brengen. De uitvoering van Agenda 21 en de verwezenlijking van de internationaal overeengekomen ontwikkelingsdoelen, met name die van de Millenniumverklaring en van alle belangrijke VN-conferenties en internationale overeenkomsten sinds 1992, stonden centraal in het EU-standpunt in Johannesburg. De EU schonk speciale aandacht aan Afrika en greep de herziening van de UN/NADAF aan om haar gehechtheid en steun aan het NEDAP-proces te bevestigen. De top van Johannesburg werd gezien als een onderdeel van een proces waarin wordt voortgebouwd op de reeds bereikte resultaten, zoals de Ontwikkelingsagenda van Doha en de Consensus van Monterrey. In dit verband bevestigde de EU zich te committeren aan de resultaten van de Derde MOL-conferentie, de ministeriële bijeenkomst van Doha, de Internationale conferentie inzake ontwikkelingsfinanciering van Monterrey, de Wereldvoedseltop en de WDO in Johannesburg. d)
Internationale ontwikkelingssamenwerking/ Verwezenlijking van de Millenniumontwikkelingsdoelstellingen/Ontwikkelingsfinanciering
In maart 2002 is de EU in Monterrey de verbintenis aangegaan om de officiële ontwikkelingshulp (ODA) ingrijpend te verhogen, en wel met een bedrag van 18 miljard euro tussen nu en 2006. De Europese Raad van Barcelona heeft dat standpunt bevestigd op basis van een verslag van de Commissie en een overlegronde met de lidstaten. Dit was de eerste keer dat de EU-lidstaten instemden met coördinatie van de begrotingen voor ontwikkelingshulp onder leiding van de Commissie. Met de afspraak om de EU-ODA tot 2006 gemiddeld te verhogen van 0,33% tot 0,39% van het BBP, spreken de resultaten voor zich. Dit is een belangrijke stap op weg naar het VN-doel van 0,70%.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/rv DG E Coord
46
NL
e)
Verenigde Naties
De EU bleef een actieve rol spelen bij de 57e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en bij de besprekingen van andere belangrijke instanties, organisaties en conferenties van de VN (zie in het bijzonder de punten Veiligheid, Mensenrechten en Terrorisme in dit verslag). Op 22 juli 2002 heeft de Raad voor de derde opeenvolgende keer een prioriteitennota aangenomen met de EU-prioriteiten voor de AVVN. In de nota wordt in het algemeen de krachtige inzet van de Raad op het gebied van multilateralisme en de VN bevestigd en wordt de integrale uitvoering van de millenniumverklaring aangeduid als een topprioriteit. Voorts noemt de nota specifieke prioritaire doelstellingen op verschillende werkterreinen van de Algemene Vergadering. In het bijzonder wordt bevestigd dat het hervormingsproces waarin de organisatie de afgelopen jaren betrokken was, moet worden verdiept. De EU heeft speciale aandacht besteed aan de toepassing van de resultaten van het proces van Monterrey en Johannesburg op alle niveaus van het VN-systeem, alsmede aan de follow-up van die processen. De EU heeft verdergewerkt aan de invoering van de euro in de begrotingen en boekhoudingen van de in Europa gevestigde VN-organisaties. De procedures voor de uitvoering van artikel 19, lid 2, tweede alinea, van het VEU ten aanzien van de activiteiten van de Veiligheidsraad, zijn in New York met hernieuwde kracht toegepast. f)
Internationaal Strafhof (ICC)
Op 20 juni 2002 heeft de Raad zijn gemeenschappelijk standpunt betreffende het ICC gewijzigd in verband met de komende inwerkingtreding van het Statuut van Rome op 1 juli 2002, en zich ten doel gesteld ervoor te zorgen dat het Hof universele steun geniet door een zo breed mogelijke deelname aan het Statuut van Rome te stimuleren. De EU is de bekrachtiging van het Statuut van Rome actief blijven bepleiten, in het bijzonder middels demarches bij regeringen van derde landen. Op 30 september 2002 heeft de Raad conclusies aangenomen waarin hij bevestigt vastbesloten te zijn de doelstellingen van zijn gemeenschappelijk standpunt na te streven en zich in te zetten voor het ICC, en waarin hij leidende beginselen aangeeft voor regelingen tussen een staat die partij is bij het Statuut van Rome en de Verenigde Staten betreffende de voorwaarden voor overlevering van personen aan het Hof. g)
OVSE
In 2002 heeft de EU zich nog krachtiger ingespannen om de synergie tussen de EU en de OVSE verder te versterken. Er is met voorrang verder gewerkt aan de ontwikkeling van de werkrelatie tussen de EU en de OVSE, onder meer door de toespraak van de hoge vertegenwoordiger tot de permanente Raad van de OVSE in Wenen. Het aantal contacten tussen Brussel en Wenen is op alle niveaus, en op het terrein, opgevoerd. Er is met name verder samengewerkt op gebieden zoals politie, alsook op een aantal regionale gebieden (Westelijke Balkan, Nieuwe Buurstaten, Zuidelijke Kaukasus en Centraal-Azië). Er wordt gewerkt aan verdere verbetering van de samenwerking.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/rv DG E Coord
47
NL
De EU was verheugd over de aanneming van het handvest voor het voorkómen en bestrijden van terrorisme door de ministeriële bijeenkomst van de OVSE in Porto. Ook heeft de EU met name actief steun verleend aan het besluit om een alomvattende OVSE-strategie te ontwikkelen teneinde te kunnen reageren op bedreigingen van de veiligheid en de stabiliteit in de 21e eeuw. De EU benadrukte dat de inspanningen voor het ontwikkelen van een dergelijke strategie gericht moeten zijn op het reageren op bedreigingen in de drie OVSE-dimensies, met volledige gebruikmaking van de multidimensionele OVSE-benadering van veiligheid. De EU was eveneens ingenomen met het besluit om de rol van de economische dimensie en de milieudimensie van de OVSE te versterken. h)
Raad van Europa
De Unie is voortgegaan met het steunen van de belangrijke rol van de Raad van Europa bij de verdere ontwikkeling van de politieke en institutionele stelsels van de lidstaten. De Unie bleef ook bijzonder veel belang hechten aan een pragmatische en constructieve versterking van haar samenwerking met de Raad van Europa op het gebied van conflictpreventie en civiele crisisbeheersing, hetgeen vooral tot uiting kwam in het bezoek van de hoge vertegenwoordiger in februari aan Straatsburg. De werkrelatie tussen de EU en de Raad van Europa is verder ontwikkeld, vooral door meer contacten tussen het personeel van beide organisaties. In verband met het nieuwe buurstateninitiatief benadrukte de Raad dat samenwerking met belangrijke internationale organisaties op dit gebied, zoals de OVSE en de Raad van Europa, een belangrijk onderdeel wordt van de uitvoering van het initiatief.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/rv DG E Coord
48
NL
II.
BESLUITEN MET FINANCIERING UIT DE GBVB-ONDERDELEN VAN DE GEMEENSCHAPSBEGROTING
In 2002 heeft de Raad op de volgende gebieden besluiten aangenomen (zie Bijlage I bij de BIJLAGE) die gefinancierd moesten worden uit de GBVB-onderdelen van de begroting: A.
WESTELIJKE BALKAN
1.
FYROM
Op 18 februari heeft de Raad formeel uitvoering gegeven aan het beginselakkoord dat in de zitting van 28 januari bereikt was, door een gemeenschappelijk optreden 1 aan te nemen waarbij het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de EU in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de heer Alain Le Roy, tot en met 30 juni 2002 verlengd werd. De heer Le Roy was op 29 oktober 2001 als speciaal vertegenwoordiger aangewezen. Zijn taak is een nauw contact met de FYROM-regering en de bij het politieke proces betrokken partijen tot stand te brengen en te onderhouden, en de adviezen en medewerking van de EU aan het politieke proces te verlenen. Het financiële referentiebedrag werd vastgesteld op 100.000 euro voor de administratieve uitgaven (zie financieel overzicht in bijlage VI a) bij de BIJLAGE). Op 25 juni heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan het gemeenschappelijk optreden 2 waarbij het mandaat van de heer Alain Le Roy met zes maanden, van 1 juli tot en met 31 december 2002, verlengd werd. Het financiële referentiebedrag voor die periode is vastgesteld op 150.000 euro (zie financieel overzicht in bijlage VI b) bij de BIJLAGE). Op 21 oktober heeft de Raad een gemeenschappelijk optreden 3 aangenomen betreffende de benoeming van een nieuwe speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, waarbij de heer Alexis Brouhns met ingang van 1 november 2002 de heer Alain Le Roy verving als speciaal vertegenwoordiger van de Europese Unie in Skopje. Op 10 december 2002 heeft de Raad het mandaat verlengd tot en met 30 juni 2003 4 (zie bijlage VI c) bij de BIJLAGE voor het financiële overzicht, voor een bedrag van 288.000 euro). 2.
EU-politiemissie in Bosnië en Herzegovina
Op 11 maart 2002 heeft de Raad een gemeenschappelijk optreden 5 aangenomen tot oprichting van een politiemissie van de Europese Unie (EUPM) ter vervanging, met ingang van 1 januari 2003, van de Internationale Politiemacht van de VN (IPTF) in Bosnië en Herzegovina. Het gemeenschappelijk optreden betreft de belangrijkste parameters van de EUPM: structuur (hoofdkwartier in Sarajevo); hoofd van de missie/directeur van de politie (zie hieronder het besluit over zijn benoeming); personeel; commandostructuur, met inbegrip van de positie van de speciale vertegenwoordiger van de EU (zie hieronder het besluit over zijn benoeming); deelneming van derde landen; financiële regelingen (14 miljoen euro voor aanloopkosten voor 2002 en maximaal 38 miljoen euro voor de jaarlijkse bedrijfskosten voor de jaren 2003-2005); en de status van het EUPM-personeel (voor financieel overzicht, zie bijlage VI d) bij de BIJLAGE).
1 2 3 4 5
2002/129/GBVB, PB L 47 van 19.2.2002. 2002/497/GBVB, PB L 167 van 26.6.2002. 2002/832/GBVB, PB L 285 van 23.10.2002. 2002/963/GBVB, PB L 334 van 11.12.2002. 2002/210/GBVB, PB L 70 van 13.3.2002, L 119 van 7.5.2002.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/rv DG E Coord
49
NL
De Raad heeft ook het gemeenschappelijk optreden 1 aangenomen inzake de benoeming van Lord Ashdown tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina. Door de toekomstige hoge vertegenwoordiger in Bosnië en Herzegovina te benoemen tot de speciale vertegenwoordiger van de EU aldaar, heeft de EU een duidelijk signaal gegeven dat de toekomst van het land gelegen is in integratie in de Europese structuren die gebaseerd zijn op het stabilisatie- en associatieproces. De rol van de speciale vertegenwoordiger loopt geenszins vooruit op het mandaat van de hoge vertegenwoordiger in Bosnië en Herzegovina zoals dat omschreven is in het vredesakkoord van Dayton/Parijs. De speciale vertegenwoordiger zal toezien op alle activiteiten op het gebied van de rechtsstaat. Hij is bevoegd om zo nodig richtsnoeren te verstrekken aan het hoofd van de missie/directeur van politie van de EU-politiemacht. Hij zal via de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger verslag uitbrengen aan de Raad. Lord Ashdown is de speciale vertegenwoordiger van de EU sinds 3 juni 2002, op welke datum ook zijn ambtstermijn als hoge vertegenwoordiger in Bosnië en Herzegovina is ingegaan. Ten slotte heeft de Raad het besluit 2 aangenomen betreffende de benoeming van de heer Sven Christian Frederiksen tot hoofd van de missie/directeur van de politie van de politiemissie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina met ingang van 1 januari 2003. Tot die datum was de heer Frederiksen hoofd van de politiemissie/hoofd van het planningsteam. Het besluit is tot en met 31 december 2005 van kracht. Met het oog op een snellere aanbestedingsprocedure tijdens de oprichting van de EUPM heeft de Commissie op 24 juni 2002 een speciale tijdelijke regeling aangenomen voor de aankopen van het planningsteam van de EUPM. Op 10 december 2002 heeft de Raad het besluit 3 aangenomen tot uitvoering van Gemeenschappelijk Optreden 2002/210/GBVB. In het besluit is bepaald dat de begroting voor de EUPM voor 2003 38 miljoen euro bedraagt, waarvan een referentiebedrag van 20 miljoen euro gefinancierd zal worden uit de algemene EU-begroting (voor het financieel overzicht, zie bijlage VI e) bij de BIJLAGE). 3.
Waarnemersmissie van de Europese Unie (EUMM)
Op 26 november 2002 heeft de Raad een gemeenschappelijk optreden 4 aangenomen tot verlenging van het mandaat van de Waarnemersmissie van de Europese Unie (EUMM) in de Westelijke Balkan tot en met 31 december 2003. Het referentiebedrag voor de uitvoering van het gemeenschappelijk optreden bedraagt 5,18 miljoen euro (voor het financieel overzicht, zie bijlage VI f) bij de BIJLAGE). Op 22 december 2002 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2000/811/GBVB inzake de EUMM aangenomen, dat in november 2001 tot en met 31 december 2002 is verlengd. De missie is voordien, sinds 1991, opgetreden als Waarnemersmissie van de Europese Gemeenschap (ECMM) op basis van een memorandum van overeenstemming tussen de deelnemende landen. De belangrijkste doelstelling van de EUMM is op flexibele wijze, via gegevensverzameling en analyses volgens de aanwijzingen van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger en de Raad, bij te dragen aan een doeltreffende formulering van het beleid van de Unie ten aanzien van de Westelijke Balkan. 1 2 3 4
2002/211/GBVB, PB L 70 van 13.3.2002. 2002/212/GBVB, PB L 70 van 13.3.2002. 2002/968/GBVB, PB L 335 van 12.12.2002. 2002/921/GBVB, PB L 321 van 26.11.2002, PB L 324 van 29.11.2002.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/rv DG E Coord
50
NL
De Raad heeft tevens het besluit 1 aangenomen tot verlenging van het mandaat van het hoofd van de missie van de EUMM, de heer Antóin Mac Unfraidh, tot en met 31 december 2003. B.
ZUIDELIJKE KAUKASUS: GEORGIË
Op 21 mei 2002 heeft de Raad een gemeenschappelijk optreden 2 aangenomen met betrekking tot een bijdrage van de Europese Unie aan de versterking van het vermogen van de Georgische autoriteiten om steun en bescherming te verlenen aan de OVSE-waarnemersmissie bij de grens van Georgië met de Republiek Ingoesjetië en de Republiek Tsjetsjenië, die beide tot de Russische Federatie behoren. Het hieraan toegewezen bedrag is 100.000 euro (zie bijlage VI g) bij de BIJLAGE voor het financieel overzicht). C.
MIDDEN-OOSTEN/GOLFREGIO
Op 10 december 2002 heeft de Raad het gemeenschappelijk optreden 3 aangenomen houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger voor het vredesproces in het Midden-Oosten, de heer Miguel Moratinos, tot en met 30 juni 2003. Het financieel referentiebedrag is vastgesteld op 621.000 euro (zie bijlage VI h) bij de BIJLAGE voor het financieel overzicht). D.
ZUIDOOST-EUROPA
Op 10 december 2002 heeft de Raad ook het gemeenschappelijk optreden 4 aangenomen houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger voor het Stabiliteitspact voor Zuidoost-Europa, de heer Erhard Busek, tot en met 30 juni 2003. Het financieel referentiebedrag is vastgesteld op 160.000 euro uit de administratieve begroting van de Raad en 841.000 euro uit de GBVB-begroting (zie bijlage VI i) bij de BIJLAGE voor het financieel overzicht). E.
AZIË
Afghanistan Op 27 mei heeft de Raad een gemeenschappelijk optreden 5 aangenomen tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Afghanistan, de heer Klaus Klaiber, tot en met 30 juni 2002. Het financieel referentiebedrag is vastgesteld op 30.000 euro (zie bijlage VI j) bij de BIJLAGE voor het financieel overzicht). Het gemeenschappelijk optreden van 10 december 2001 tot benoeming van de speciale vertegenwoordiger verstreek op 10 juni 2002.
1 2 3 4 5
2002/922/GBVB, PB L 321 van 26.11.2002, PB L 324 van 29.11.2002. 2002/373/GBVB, PB L 134 van 22.5.2002. 2002/965/GBVB, PB L 334 van 11.12.2002. 2002/964/GBVB, PB L 334 van 11.12.2002. 2002/403/GBVB, PB L 139 van 29.5.2002.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/rv DG E Coord
51
NL
Ingevolge het akkoord dat de Raad op 17 juni 2002 bereikt heeft over de benoeming van de heer Francesc Vendrell als de nieuwe speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Afghanistan, ter vervanging van de heer Klaiber, heeft de Raad op 25 juni het gemeenschappelijk optreden 1 aangenomen tot wijziging en verlenging van Gemeenschappelijk Optreden 2001/875/GBVB tot benoeming van de speciale vertegenwoordiger. De heer Vendrell werd benoemd voor een periode van zes maanden, van 1 juli tot en met 31 december 2002 2. Het financieel referentiebedrag is vastgesteld op 250.000 euro (zie bijlage VI k) bij de BIJLAGE voor het financieel overzicht). Diens mandaat is vervolgens verlengd tot en met 30 juni 2003 bij het gemeenschappelijk optreden dat de Raad op 10 december 2002 heeft aangenomen. Het financieel referentiebedrag is vastgesteld op 341.000 euro (zie bijlage VI l) bij de BIJLAGE voor het financieel overzicht). F.
AFRIKA
Gebied van de Grote Meren Op 10 december 2002 heeft de Raad ook het mandaat verlengd, tot en met 30 juni 2003 3, van de heer Aldo Ajello als speciaal vertegenwoordiger van de EU voor het gebied van de Grote Meren in Afrika (financieel referentiebedrag: 341.000 euro - voor het financieel overzicht, zie bijlage VI m) bij de BIJLAGE). G.
ONTWAPENING EN NON-PROLIFERATIE
1.
Rusland
Op 21 mei 2002 heeft de Raad het besluit aangenomen tot uitvoering van Gemeenschappelijk Optreden 1999/878/GBVB 4 door een financiële bijdrage (645.000 euro) te verstrekken aan het team van deskundigen, in het kader van het samenwerkingsprogramma van de Europese Unie voor non-proliferatie en ontwapening in de Russische Federatie. Dit besluit is bedoeld om het programma in 2002 en 2003 te kunnen voortzetten (zie bijlage VI n) bij de BIJLAGE voor het financieel overzicht). 2.
Internationale gedragscode tegen de proliferatie van ballistische raketten
Op 27 mei 2002 heeft de Raad een gemeenschappelijk optreden 5 aangenomen betreffende financiële steun voor het internationale onderhandelingsproces dat moet leiden tot de aanneming van een internationale gedragscode tegen de proliferatie van ballistische raketten. De financiële steun daarvoor bedraagt 55.000 euro (zie bijlage VI o) bij de BIJLAGE voor het financieel overzicht). Hierdoor kon de gedragscode in Den Haag gemakkelijker worden aangenomen.
1 2 3 4 5
2002/496/GBVB, PB L 167 van 26.6.2002. 2002/961/GBVB, PB L 334 van 11.12.2002. 2002/962/GBVB, PB L 334 van 11.12.2002. 2002/381/GBVB, PB L 136 van 24.5.2002. 2002/406/GBVB, PB L 140 van 30.5.2002.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/lm DG E Coord
52
NL
3.
Handvuurwapens en lichte wapens
Op 12 juli 2002 heeft de Raad een gemeenschappelijk optreden aangenomen inzake de bijdrage van de EU aan de bestrijding van de destabiliserende verspreiding van handvuurwapens en lichte wapens 1, waarbij Gemeenschappelijk Optreden 1999/34/GBVB (PB L 9 van 15.1.1999) wordt ingetrokken. Het nieuwe gemeenschappelijk optreden is vooral bedoeld om daarin de munitie voor handvuurwapens en lichte wapens op te nemen, die door het panel van de regeringsdeskundigen betreffende handvuurwapens als reden voor bezorgdheid wordt beschouwd. In het kader van het gemeenschappelijk optreden wil de EU internationale consensus over de beginselen voor de bestrijding van de destabiliserende verspreiding van handvuurwapens en lichte wapens tot stand brengen en financiële en technische bijstand verlenen aan specifieke projecten die daartoe bijdragen, zoals het inzamelen van wapens, de hervorming van de veiligheidssector, programma's voor demobilisatie en reïntegratie en specifieke bijstand aan slachtoffers. Op 21 oktober 2002 heeft de Raad het uitvoeringsbesluit 2 aangenomen dat voorziet in een financieel referentiebedrag van 200.000 euro. Uit hoofde van dat besluit zal de EU bijdragen aan het in Belgrado gevestigde regionaal uitwisselingscentrum voor Zuidoost-Europa inzake de beperking van het aantal handvuurwapens, dat onder auspiciën van het UNDP en het Stabiliteitspact voor Zuidoost-Europa is opgericht (voor het financieel overzicht, zie bijlage VI p) bij de BIJLAGE). Op 11 november 2002 heeft de Raad een besluit 3 aangenomen tot verlenging en wijziging van Besluit 1999/730/GBVB met het oog op een bijdrage van de Europese Unie aan de bestrijding van de destabiliserende accumulatie en verspreiding van handvuurwapens en lichte wapens in Cambodja, waarbij de Europese Unie haar steun met een jaar verlengt, tot en met 15 november 2003. De financiële bijdrage is vastgesteld op 1.568.000 euro (voor het financieel overzicht, zie bijlage VI q) bij de BIJLAGE). De voortzetting van de bijdrage van de Europese Unie ligt in het verlengde van het Actieprogramma ter voorkoming, bestrijding en uitroeiing van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens, dat door de Conferentie van de Verenigde Naties in juli 2001 in New York is aangenomen.
1 2 3
2002/589/GBVB, PB L 191 van 19.7.2002. 2002/842/ GBVB, PB L 289 van 26.10.2002. 2002/904/ GBVB, PB L 313 van 16.11.2002.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/lm DG E Coord
53
NL
III. BESLUITEN ZONDER FINANCIËLE IMPLICATIES A.
POLITIEMISSIE VAN DE EUROPESE UNIE (EUPM)
Op 30 september 2002 heeft de Raad een besluit 1 aangenomen betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina (BiH) betreffende de activiteiten van de politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnië en Herzegovina. In het besluit wordt de status van de EUPM aldaar vastgesteld, met inbegrip van de privileges, immuniteiten en verdere garanties die nodig zijn voor de voltooiing en het soepele verloop van de missie van de EUPM. Deze is op 11 maart 2002 bij Gemeenschappelijk Optreden 2002/210/GBVB ingesteld, en operationeel sedert 1 januari 2003, toen het de Internationale Politiemacht van de VN afloste. Op 10 december 2002 heeft de Raad een besluit aangenomen betreffende de sluiting van overeenkomsten uit hoofde van artikel 24 van het Verdrag betreffende de Europese Unie tussen de EU en een reeks derde landen betreffende de deelname van deze landen aan de politiemissie van de Europese Unie. De betrokken landen zijn: Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Estland, Hongarije, IJsland, Letland, Litouwen, Noorwegen, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Zwitserland, Turkije en Oekraïne. Het besluit betreffende de deelname van Polen is op 19 december 2002 aangenomen. B.
VREDESPROCES IN HET MIDDEN-OOSTEN
Op 21 mei 2002 heeft de Raad een gemeenschappelijk standpunt 2 aangenomen betreffende de tijdelijke opvang van een aantal Palestijnen door lidstaten van de Europese Unie. Het gaat hierbij om 12 van de 13 Palestijnen die deel uitmaakten van de groep waarover de Palestijnse autoriteit en de regering van Israël per 5 mei 2002 overeenstemming hebben bereikt met betrekking tot de vreedzame ontruiming van de Geboortekerk in Bethlehem; de betrokkenen hebben ermee ingestemd om tijdelijk naar lidstaten van de Europese Unie te worden overgebracht en daar te worden opgevangen. C.
MIDDEN-OOSTEN/GOLFREGIO: IRAK
Op 22 juli 2002 heeft de Raad een gemeenschappelijk standpunt 3 aangenomen als aanvulling op Gemeenschappelijk Standpunt 96/741/GBVB inzake afwijkingen van het embargo tegen Irak. Op 14 mei 2002 heeft de VN-Veiligheidsraad Resolutie 1409 aangenomen, die een nieuwe regeling bevat voor afwijkingen van het embargo tegen Irak, gebaseerd op een "Goods Review List" en vereenvoudigde procedures voor de toepassing ervan. Het gemeenschappelijk standpunt bepaalt dat in het kader van het embargo dat met name bij Resoluties 661(1990) en 687(1991) tegen Irak is ingesteld, onder de in Resolutie 1409 bepaalde voorwaarden, de bij Resolutie 986(1995) vastgestelde en overeenkomstig het memorandum van overeenstemming van 20 mei 1996 tussen Irak en de secretaris-generaal van de VN uitgevoerde afwijkingen van het embargo, worden toegestaan.
1 2 3
2002/845/GBVB, PB L 293 van 29.10.2002. 2002/400/GBVB, PB L 138 van 28.5.2002. 2002/599/GBVB, PB L 194 van 23.7.2002.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/lm DG E Coord
54
NL
D.
AZIË
1.
Afghanistan
Ingevolge de ontwikkeling van de situatie in Afghanistan, en met name de ondertekening van de overeenkomst van Bonn op 10 december 2001, heeft de Raad op 21 januari 2002 een gemeenschappelijk standpunt aangenomen waarbij Gemeenschappelijk Standpunt 2001/56/GBVB inzake Afghanistan wordt ingetrokken. 1 Ter uitvoering van Resolutie 1390(2002) van de VN-Veiligheidsraad van 16 januari 2002, die voorziet in maatregelen tegen Osama bin Laden, de leden van de Al-Qa'ida-organisatie, de Taliban en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten, vanwege hun rol in het terrorisme, heeft de Raad een gemeenschappelijk standpunt 2 aangenomen betreffende beperkende maatregelen tegen die personen en entiteiten, en tot intrekking van de vorige gemeenschappelijke standpunten die ten tijde van het Taliban-regime zijn aangenomen (96/746/GBVB, 1999/727/GBVB, 2001/154/GBVB en 2001/771/GBVB). Het standpunt verbiedt de directe of indirecte levering, verkoop en verzending aan die personen, groepen, ondernemingen, en entiteiten van wapens en alle soorten aanvullend materiaal. Tevens worden alle tegoeden en andere financiële of economische middelen bevroren, en moeten de lidstaten maatregelen nemen om te voorkomen dat de betrokkenen hun grondgebied binnenkomen. 2.
Birma/Myanmar
Op 22 april 2002 heeft de Raad een gemeenschappelijk standpunt 3 aangenomen houdende verlenging van Gemeenschappelijk Standpunt 96/635/GBVB betreffende Birma/Myanmar met zes maanden. Daarin wordt geconstateerd dat Birma/Myanmar op het gebied van de mensenrechten te weinig voortgang heeft geboekt. Op 21 oktober 2002 heeft de Raad een gemeenschappelijk standpunt 4 aangenomen houdende wijziging en verlenging van Gemeenschappelijk Standpunt 96/635/GBVB met zes maanden, om rekening te houden met de veranderde samenstelling van het regime in Birma/Myanmar. Het omvat beperkende maatregelen (visumverbod, bevriezing van tegoeden) ten aanzien van een aantal personen.
1 2 3 4
2002/42/GBVB, PB L 20 van 23.1.2002. 2002/402/GBVB, PB L 139 van 29.5.2002. 2002/310/GBVB, PB L 107 van 24.4.2002. 2002/831/GBVB, PB L 285 van 23.10.2002.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/lm DG E Coord
55
NL
E.
AFRIKA
1.
Angola
Op 25 juni 2002 heeft de Raad, in het licht van de ingrijpende politieke veranderingen die zich in de loop van het jaar in Angola hebben voorgedaan, een gemeenschappelijk standpunt aangenomen betreffende Angola 1 en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2000/391/GBVB. In de context van dit gemeenschappelijk standpunt streeft de Unie met name het volgende na: ● ondersteunen van het vredesproces, de nationale verzoening en de democratie in Angola; ● ondersteunen van een duurzame politieke oplossing; ● de regering en de UNITA ertoe aansporen ten volle uitvoering te geven aan alle bepalingen van het memorandum van overeenstemming van 4 oktober 2002; ● de UNITA aanmoedigen bij haar inspanningen om zichzelf te reorganiseren tot een politieke partij; ● de regering aanmoedigen zo spoedig mogelijk vrije en eerlijke verkiezingen te houden; ● de regering ertoe aansporen haar inspanningen op te voeren om verlichting te brengen in de humanitaire situatie en de voorwaarden te scheppen waaronder de internationale gemeenschap op dit punt kan helpen. Teneinde die doelstellingen te bereiken zal de Unie: ● een politieke dialoog onderhouden; ● in GBVB-verband steun bieden voor initiatieven die bijdragen tot een duurzame politieke oplossing; ● handelen overeenkomstig het besluit van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties om het reisverbod voor hooggeplaatste UNITA-functionarissen voor een periode van 90 dagen op te schorten, en zich bereid verklaren onmiddellijk volledige uitvoering te geven aan een intrekking door de Veiligheidsraad van de sancties, als het memorandum van overeenstemming eenmaal positief is uitgevoerd. Op 19 december 2002 heeft de Raad een gemeenschappelijk standpunt 2 aangenomen tot intrekking van de beperkende maatregelen tegen de União Nacional para a Independência Total de Angola (UNITA) en tot intrekking van de gemeenschappelijke standpunten 97/759/GBVB en 98/425/GBVB. Het gemeenschappelijk standpunt ligt in het verlengde van Resolutie 1448 (2002) van de Veiligheidsraad van de VN van 9 december 2002, waarbij de sancties die in 1993, 1997 en 1998 zijn opgelegd, werden ingetrokken. 2.
Liberia
Op 13 juni 2002 heeft de Raad een gemeenschappelijk standpunt 3 aangenomen tot wijziging en verlenging, tot en met 7 mei 2003, van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/357/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Liberia. Gemeenschappelijk Standpunt 2001/357/GBVB was bedoeld om uitvoering te geven aan Resolutie 1343 van de Veiligheidsraad tot instelling van maatregelen tegen Liberia vanwege de Liberiaanse steun aan gewapende groepen opstandelingen in de regio. Op 7 mei 2002 heeft de Veiligheidsraad Resolutie 1408 aangenomen tot wijziging en verlenging, tot en met 7 mei 2003, van de maatregelen die bij Resolutie 1343 zijn opgelegd. 1 2 3
2002/495/GBVB, PB L 167 van 26.6.2002. 2002/991/GBVB, PB L 348 van 21.12.2002. 2002/457/GBVB, PB L 155 van 14.6.2002.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/lm DG E Coord
56
NL
3.
Nigeria
Op 27 mei 2002 heeft de Raad een gemeenschappelijk standpunt 1 aangenomen dat ertoe strekt de betrekkingen tussen de Europese Unie en Nigeria te versterken en Gemeenschappelijk Standpunt 2001/373/GBVB in te trekken. De Europese Unie wenst aldus een positieve, constructieve en samenhangende aanpak te volgen om Nigeria te steunen in zijn streven de democratie te consolideren en vorderingen te maken in zijn sociaal-economische ontwikkeling. De kerngebieden die de Unie heeft gekozen zijn: • ontwikkeling van een democratische cultuur; • versterking van de institutionele capaciteiten; • armoedebestrijding; • groei en ontwikkeling van de economie. 4.
Gebied van de Grote Meren
Op 11 maart 2002 heeft de Raad een gemeenschappelijk standpunt aangenomen betreffende steun van de EU voor de uitvoering van de staakt-het-vuren-overeenkomst van Lusaka en het vredesproces 2 in de Democratische Republiek Congo. Het gemeenschappelijk standpunt, waarbij Gemeenschappelijk Standpunt 2001/83/GBVB van 29 januari 2001 wordt ingetrokken, loopt tot en met 28 februari 2003. De overeenkomst van Lusaka is op 31 augustus 1999 ondertekend door de DRC, Angola, Namibië, Rwanda, Uganda, Zimbabwe en de "Mouvement pour la libération du Congo" (MLC) en de "Rassemblement congolais pour la démocratie" (RCD). De Unie zal in het kader van het gemeenschappelijk standpunt: • de maatregelen van de VN en de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid (OAE) steunen; • blijven ijveren voor een strikte naleving van het staakt-het-vuren, met name door de MONUC te steunen; • zich beijveren voor een snelle uitvoering van het proces inzake ontwapening, demobilisatie, repatriëring, herintegratie en hervestiging (DDRRR) van de strijders van de gewapende groepen; • de inter-Congolese dialoog blijven aanmoedigen en bijstand blijven bieden; • een passend niveau van humanitaire hulp aan de DRC handhaven en de wederopbouw en ontwikkeling van het land steunen; • steun verlenen voor het houden van een internationale conferentie over vrede, veiligheid, democratie en ontwikkeling in het gebied van de Grote Meren, zodra de vorderingen in het kader van de vredesprocessen van Lusaka en Arusha dat toestaan. Op 21 oktober 2002 heeft de Raad een gemeenschappelijk standpunt 3 aangenomen tot wijziging van het op 7 april 1993 opgelegde wapenembargo, teneinde daarin enkele vrijstellingen op te nemen ter ondersteuning van de uitvoering van de staakt-het-vuren-overeenkomst van Lusaka en het vredesproces in de Democratische Republiek Congo.
1 2 3
2002/401/GBVB, PB L 139 van 29.5.2002. 2002/203/GBVB, PB L 68 van 12.3.2002. 2002/829/GBVB, PB L 285 van 23.10.2002.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/lm DG E Coord
57
NL
In het licht van de ontwikkelingen sinds november 2001 heeft de Raad diezelfde dag een nieuw gemeenschappelijk standpunt inzake Rwanda 1 en tot intrekking van het gemeenschappelijk standpunt van 19 november 2001 (2001/799/GBVB) aangenomen. Doel is de regering van Rwanda aan te moedigen en te steunen in het proces van herstel na de genocide, de bevordering van de nationale verzoening, de wederopbouw, armoedebestrijding en ontwikkeling, de bescherming en bevordering van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, en de overgang naar democratie. 5.
Sierra Leone
In het verlengde van de resoluties 1306(2000) van 5 juli 2000 en 1385(2001) van 19 december 2001 heeft de Raad op 11 januari 2002 een gemeenschappelijk standpunt aangenomen betreffende het verbod op de invoer van ruwe diamanten uit Sierra Leone 2. Die maatregelen zijn ingevolge Resolutie 1446(2002) van de VN-Veiligheidsraad van 4 december 2002, per 5 december 2002 met 6 maanden verlengd bij het op 19 december 2002 3 door de Raad aangenomen gemeenschappelijk standpunt. 6.
Somalië
De Raad heeft op 10 december 2002 een gemeenschappelijk standpunt aangenomen betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië 4. Daarbij werd de levering of verkoop aan Somalië van wapentuig en alle soorten aanverwant materieel, waaronder wapens en munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, paramilitaire uitrusting alsmede onderdelen daarvan, door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten verboden, ongeacht of de goederen daar oorspronkelijk vandaan komen of niet. Tevens wordt de rechtstreekse of onrechtstreekse verstrekking aan Somalië van technisch advies, financiële of andere bijstand, en opleiding in verband met militaire activiteiten, waaronder technische opleiding en bijstand die samenhangt met de levering, de fabricage, het onderhoud of het gebruik van bovengenoemde goederen door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten, verboden. 7.
Zimbabwe
Op 18 februari 2002 heeft de Raad geconcludeerd dat de beginselen van artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou niet nageleefd zijn, ondanks alle pogingen die de Europese Unie in het werk heeft gesteld middels de in artikel 8 bedoelde dialoog en het in artikel 96 bedoelde overleg. Derhalve heeft de Raad een gemeenschappelijk standpunt aangenomen betreffende beperkende maatregelen tegen Zimbabwe 5. Die gerichte sancties zijn alleen bedoeld voor de personen die de EU verantwoordelijk acht voor het geweld, de schendingen van de mensenrechten en het voorkómen van het houden van vrije en eerlijke verkiezingen in Zimbabwe en zijn zo opgezet dat onschuldige burgers van Zimbabwe of zijn buurlanden geen schade ondervinden; evenmin vormen zij een beletsel voor een dialoog tussen de EU en Zimbabwe om de economische en andere problemen van dat land aan te pakken. De EU verbindt zich ertoe het volk van Zimbabwe humanitaire bijstand te blijven verlenen. 1 2 3 4 5
2002/830/GBVB, PB L 285 van 23.10.2002. 2002/22/GBVB, PB L 10 van 12.1.2002. 2002/992/GBVB, PB L 348 van 12.12.2002. 2002/960/GBVB, PB L 334 van 11.12.2002. 2002/145/GBVB, PB L 50 van 21.2.2002.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/lm DG E Coord
58
NL
Op 22 juli 2002 heeft de Raad besloten de lijst van personen waarop het gemeenschappelijk standpunt van 18 februari 2002 van toepassing was, uit te breiden tot alle overige ministers van het Kabinet, secretarissen van het Politbureau, vice-ministers, adjunct-secretarissen van het Politbureau en de echtgenote van President Mugabe, mevrouw Grace Mugabe 1. Op 13 september 2002 heeft de Raad het besluit aangenomen tot wijziging van de lijst van de in de gemeenschappelijke standpunten 2002/145/GBVB en 2002/600/GBVB 2 bedoelde personen. F.
TERRORISMEBESTRIJDING
Op 2 mei 2002 heeft de Raad via de schriftelijke procedure een gemeenschappelijk standpunt aangenomen 3 tot bijwerking van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme. Het gemeenschappelijk standpunt bevat een definitie van "terreuraanslagen", de "personen, groepen en entiteiten" die daarbij betrokken zijn, en de procedure voor de opstelling van de lijst. De bijlage bevat de lijst met namen van de personen en entiteiten. Het standpunt schrijft voornamelijk voor dat de tegoeden en andere financiële middelen of economische bronnen van die personen, groepen en entiteiten bevroren dienen te worden. Deze lijst is vervolgens bijgewerkt bij de gemeenschappelijke standpunten van 17 juni 2002 4, 28 oktober 2002 5 en 12 december 2002 6. G.
INTERNATIONAAL STRAFHOF
Op 20 juni 2002 heeft de Raad het gemeenschappelijk standpunt aangenomen tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/443/GBVB 7 betreffende het Internationaal Strafhof. Dit gemeenschappelijk standpunt is bedoeld om, in het vooruitzicht van de inwerkingtreding van het statuut van het Hof, steun te verlenen ten behoeve van de snelle oprichting en de efficiënte werking van het Hof, en algemene steun voor het Hof te bevorderen door op een zo groot mogelijke schaal onderschrijving van het statuut te stimuleren.
1 2 3 4 5 6 7
2002/600/GBVB, PB L 195 van 24.7.2002. 2002/754/GBVB, PB L 247 van 14.9.2002. 2002/340/GBVB, PB L 116 van 3.5.2002. 2002/462/GBVB, PB L 160 van 18.6.2002. 2002/847/GBVB, PB L 295 van 30.10.2002. 2002/976/GBVB, PB L 337 van 13.12.2002. 2002/474/GBVB, PB L 164 van 22.6.2002.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/lm DG E Coord
59
NL
IV.
OVERIGE GBVB-ACTIVITEITEN: VERKLARINGEN, DEMARCHES, POLITIEKE DIALOOG, VERSLAGEN VAN DE HOOFDEN VAN MISSIES
A.
VERKLARINGEN (Bijlage II bij de BIJLAGE)
In 2002 heeft de Unie 202 verklaringen afgelegd aangaande haar standpunt, verzoeken of verwachtingen ten aanzien van derde landen en internationale vraagstukken. GBVB-verklaringen worden tijdens de zittingen van de Raad of de Europese Raad verspreid als verklaringen van de EU of als verklaringen van het voorzitterschap namens de EU. In 2002 hadden de verklaringen vooral betrekking op de verdediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, de steun aan vredes- en democratiseringsprocessen en de bestrijding van terrorisme. In 131 gevallen hebben de met de Europese Unie geassocieerde landen, alsmede Noorwegen, IJsland en Liechtenstein (de EVA-lidstaten van het EER) zich aangesloten bij de GBVB-verklaringen die in het hier besproken jaar zijn afgelegd. B.
DEMARCHES (Bijlage III bij de BIJLAGE)
In 2002 zijn er meer dan 300 demarches ondernomen met derde landen, bijvoorbeeld ter ondersteuning van de Internationale Gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten, het Verdrag inzake biologische en toxinewapens en de bekrachtiging van het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof. C.
POLITIEKE DIALOOG (Bijlage IV bij de BIJLAGE)
In 2002 zijn de volgende bijeenkomsten in het kader van de politieke dialoog gehouden: Staatshoofden en regeringsleiders: in het kader van de top-bijeenkomsten met: Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied (17 mei), vierde Ontmoeting Azië-Europa (ASEM) (23-24 september), Canada (8 mei, 19 december), China (24 september), de Andesgemeenschap (18 mei), Zuid-Korea (18 mei), Verenigde Staten (25 februari), Japan (8 juli), Mercosur (17 mei), Mexico (18 mei), Rusland (29 mei en 11 november) en Oekraïne (4 juli). Ministers: de geassocieerde landen, bijeenkomsten van de EER-Raad (12 maart en 22 oktober), tweede ministeriële bijeenkomst van de Afrika-Europa dialoog (28 november), Albanië (13 maart), Algerije (5 juni), Armenië (30 september), FYROM (16 april), ASEAN/ARF PMC (31 juli1 augustus), Australië (31 januari, 31 juli), Azerbeidzjan (30 september), Canada (6 maart, 7 oktober), ECOWAS (29 november), China (12 september), de Andesgemeenschap (14 september), Samenwerkingsraad van de Golf (28 februari, 14 september), Zuid-Korea (30 juli), Noord-Korea (1 augustus), Kroatië (19 februari), Verenigde Staten (10 april, 13 september, 18 december), Georgië (30 september), de Groep van Rio (13 september), San José (18 mei, 13 september), India (14 februari, 10 oktober), Indonesië (24 september), Israël (23 april, 21 oktober), Jordanië (10 juni), Kazachstan (23 juli), Kirgizstan (23 juli), Mercosur (14 september), Mexico (13 mei), Moldavië (16 april, 7 juni), beweging van niet-gebonden landen (15 september), Nieuw-Zeeland (6 mei, 20 september), Islamitische Conferentie Organisatie (ICO) (14 september), Palestijnse Autoriteit (23 april), Oezbekistan (29 januari), Rusland (2 april, 15 april, 13 september, 17 oktober), SADC (7/8 november),Turkmenistan (29 januari), Oekraïne (10 januari, 11 maart) en de secretaris-generaal van Verenigde Naties (13 september);
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/lm DG E Coord
60
NL
-
Hoge ambtenaren: de geassocieerde landen, de biregionale groep Afrika-Europa, LatijnsAmerika en het Caraïbisch gebied; Armenië, ASEAN, Azerbeidzjan, Canada, ECOWAS, China, Samenwerkingsraad van de Golf, Zuid-Korea, Noord-Korea, Cuba, Verenigde Staten, Georgië, India, Indonesië, Iran, Japan, Kazachstan, Kirgizstan, Mexico, Nigeria, Oezbekistan, Pakistan, in het kader van het proces van Barcelona, Rusland, SADC, Sudan en Oekraïne;
-
het Politiek en Veiligheidscomité heeft 16 politieke-dialoogvergaderingen gehouden met derde landen (Rusland, Canada, Oekraïne, VS en OVSE);
-
Deskundigen: er zijn 148 vergaderingen gehouden over de volgende onderwerpen: mensenrechten, Verenigde Naties, veiligheid, drugs, Midden-Europa, Oost-Europa en Centraal-Azië, OVSE, non-proliferatie, ontwapening, terrorisme, Afrika, Westelijke Balkan, vredesproces in het Midden-Oosten, Latijns-Amerika, Azië, Zuidoost-Europa, consulaire zaken, MachrekMaghreb, Midden-Oosten/Golfregio.
D.
SAMENWERKING IN DERDE LANDEN EN COÖRDINATIE IN INTERNATIONALE ORGANISATIES
1.
EU-samenwerking in derde landen: Verslagen van de hoofden van de missies (bijlage V bij de BIJLAGE)
In 2002 hebben de missies van de lidstaten en de delegaties van de Commissie in derde landen 325 gezamenlijke verslagen opgesteld over de politieke situatie (of specifieke kwesties) in het betrokken land, op verzoek van het Politiek en Veiligheidscomité of een werkgroep, dan wel op basis van plaatselijke overeenstemming over het feit dat de situatie een dergelijk verslag vereist (zoals vastgelegd in de door het Interimcomité voor politieke en veiligheidsvraagstukken op 6 oktober 2000 goedgekeurde richtsnoeren betreffende de samenwerking tussen de missies van de lidstaten en de delegaties van de Commissie in derde landen en bij internationale organisaties betreffende vraagstukken die onder het GBVB vallen. Deze door Coreu verspreide verslagen zijn een belangrijk instrument voor de versterking van de samenwerking tussen de missies in derde landen, met name voor het uitwisselen van politieke informatie, en vormen een belangrijke bijdrage aan het GBVB-besluitvormingsproces. 2.
EU-coördinatie in internationale fora
Krachtens artikel 19 van het VEU coördineren de lidstaten op actieve wijze hun optreden in internationale organisaties en op internationale conferenties. Het voorzitterschap brengt regelmatig het standpunt van de Unie naar voren in verklaringen in internationale fora, met name de VN en de OVSE.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/lm DG E Coord
61
NL
V.
VOORUITZICHTEN VOOR HET OPTREDEN IN DE TOEKOMST
De Unie zal naar versterking van het GBVB blijven streven, onder meer door de haar ter beschikking staande instrumenten, waaronder de activiteiten van de hoge vertegenwoordiger en de speciale vertegenwoordigers van de EU, verder te ontwikkelen en te verfijnen. De toekomst van een aantal activiteiten, alsmede in sommige gevallen de doeltreffendheid ervan, zal ook afhangen van de beschikbaarheid van voldoende financiële middelen uit de GBVB-begroting. De kwesties die waarschijnlijk in 2003 de agenda van de Raad op GBVB-gebied zullen domineren, zijn de volgende. a)
De beoogde GBVB-prioriteiten in de geografische gebieden:
Westelijke balkan: De Raad zal actief steun blijven bieden aan de bevordering van de veiligheid, politieke stabiliteit, democratisering en economische ontwikkeling in de vijf landen in de regio.Hij zal via het stabilisatie- en associatieproces (SAP) steun blijven verlenen aan het hervormingsproces in Albanië, Bosnië en Herzegovina, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de Federale Republiek Joegoslavië (Servië en Montenegro). De Commissie maakte op 27 maart haar tweede jaarverslag over het SAP openbaar, waarin de ontwikkelingen op de Westelijke Balkan sinds mei 2002 worden geanalyseerd en wordt nagegaan in hoeverre de vijf landen in de regio vooruitgang hebben gemaakt binnen het SAP. Het bevat ook passages over de doeltreffendheid en samenhang van de SAP-instrumenten. Rekening houdend met het verslag van de Commissie zal de Raad zelf tot een beoordeling van de SAP-studie komen en eigen conclusies hierover aannemen. Deze conclusies vormen de basis voor de Raadsbesluiten die dit jaar hierover zullen worden aangenomen met het oog op de top tussen de EU en de Westelijke Balkan in Thessaloniki in juni aanstaande. De voor 21 juni 2003 geplande bijeenkomst in Thessaloniki heeft een tweeledig doel: enerzijds moet de EU bevestigen dat zij het Europese perspectief van de regio met kracht blijft onderschrijven en zal zij het belang van het SAP-proces bevestigen. Anderzijds moeten de vijf landen in de regio in de gelegenheid worden gesteld om te bevestigen dat zij zich ten volle blijven inzetten voor het uitvoeren van de nodige hervormingen. Bovendien zal tijdens de top getracht worden het SAP in politiek opzicht beter zichtbaar te maken, een ondersteunend politiek kader te creëren voor de verwezenlijking van de SAP-doelstellingen, waaronder regionale samenwerking, het SAP te verrijken met elementen uit het uitbreidingsproces, en de SAP-landen te informeren over en te betrekken bij de belangrijkste ontwikkelingen in de EU, en gezamenlijk te bespreken hoe alle aspecten van samenwerking gecontinueerd of uitgebreid kunnen worden om te komen tot een zo volledig mogelijke integratie van die landen in de politieke en economische hoofdstroom van Europa, mede op basis van het conditionaliteitsbeleid dat de Raad vastgesteld heeft, rekening houdend met de status van die landen als potentiële kandidaten voor het EU-lidmaatschap. Ten slotte zal de top van Thessaloniki zorg dragen voor de follow-up van de onlangs gehouden conferentie van Londen over de georganiseerde criminaliteit (november 2002). De Raad zal de politieke ontwikkelingen in de westelijke Balkan op de voet blijven volgen, vooral via de voortgezette uitvoering van de kaderovereenkomst van Ohrid in FYROM, de uitvoering van de nieuwe grondwettelijke regeling tussen Servië en Montenegro, en de volledige uitvoering van Resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad in Kosovo, waar de EU zich ook ten volle achter de aanpak ("standards before status") van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN schaart. De Raad hecht ook veel belang aan de uitvoering van de met Kroatië en de FYROM ondertekende stabilisatie- en associatieovereenkomsten en aan de interimovereenkomsten. Ingevolge het besluit van 21 oktober 2002 om de Commissie toe te staan met Albanië over een soortgelijke overeenkomst te onderhandelen, zal de Raad de Commissie in die onderhandelingen bijstaan en met haar samenwerken.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/lm DG E Coord
62
NL
De Raad blijft actief betrokken bij de hervorming van het stabiliteitspact, in overeenstemming met de beleidslijnen die eind vorig jaar zijn goedgekeurd. De Raad zal ook de nodige aandacht besteden aan de follow-up door de SAP-landen van hun toezeggingen tijdens de Conferentie van Londen over georganiseerde criminaliteit. Daarbij zal gebruik worden gemaakt van de evaluatiemechanismen van het SAP. Midden- en Oost-Europa: Na de afronding van de toetredingsonderhandelingen tijdens de Europese Raad van Kopenhagen op 12/13 december 2002, krijgen acht van de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa (Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slowakije en Slovenië) na de ondertekening van het toetredingsverdrag, die gepland is voor 16 april 2003, de status van "actief waarnemer" in de Raadsinstanties: de specifieke bepalingen voor de politieke dialoog met die landen zijn dan niet langer noodzakelijk. Wat de beide andere landen, Bulgarije en Roemenië, betreft, blijft de Associatieraad eenmaal per jaar op ministerieel niveau bijeenkomen. Dat zal tevens gebeuren in het geval van Turkije. Bovendien zal de dialoog op alle andere passende niveaus voortgezet en geïntensiveerd worden. Europese Conferentie: Er is een bijeenkomst van de Europese Conferentie gepland op 16 april 2003 in Athene. Zuidoost-Europa: De EU zal steun blijven verlenen aan een algehele uitvoerbare en functionele oplossing van het Cyprus-vraagstuk, en alle betrokken partijen aanmoedigen alles in het werk te stellen om tot een akkoord te komen. De EU steunt met name het VN-voorstel om een internationale donorconferentie te houden zodra er een akkoord bereikt is. De Commissie is bereid die te organiseren. Doel van die conferentie is de internationale gemeenschap bij financiële ondersteuning van de regeling te betrekken en tegelijkertijd het signaal te geven dat die regeling internationale politieke steun geniet. In overeenstemming met de conclusies van Kopenhagen zal de EU, in overleg met de regering van Cyprus, nagaan hoe de economische ontwikkeling van het noordelijk gedeelte van Cyprus bevorderd kan worden en hoe dit deel van het eiland dichter bij de Unie gebracht kan worden. Bovendien krijgen Malta en Cyprus, zodra het Toetredingsverdrag op 16 april 2003 ondertekend is, de status van "active waarnemer" in de Raadsinstanties: dan zijn de specifieke bepalingen voor de politieke dialoog met die landen niet langer nodig. Vredesproces in het Midden-Oosten: Ondanks de toenemende spanning in de regio, en tegen de achtergrond van de crisis rond Irak, zal de Unie actief blijven bijdragen aan het streven naar vrede en stabiliteit, met name door een snelle uitvoering van het draaiboek van het kwartet zoals dat op 20 december 2002 is goedgekeurd, en aan de toekomstige welvaart voor het Midden-Oosten. Zij zal samenwerken met de diverse partijen, alsmede met andere internationale actoren, met name de VS, de overige leden van het kwartet van het Midden-Oosten, en de meest betrokken Arabische landen, om te trachten een einde te maken aan het geweld en te bewerkstelligen dat de onderhandelingen voor een overeenkomst in het kader van VN-Veiligheidsraadresoluties 242 en 338 worden hervat. Zij steunt internationale donorinspanningen ter verlichting van de schrijnende economische, sociale en humanitaire situatie waaronder de Palestijnse bevolking lijdt.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/lm DG E Coord
63
NL
Oost-Europa en Centraal-Azië: De Unie zal een algemene evaluatie van de betrekkingen tussen de EU en Rusland verrichten om na te gaan of er nieuwe samenwerkingsmechanismen besproken kunnen worden tijdens de EU-Rusland-Top in Sint-Petersburg in mei 2003. De Unie zal de situatie in Tsjetsjenië nauwlettend volgen, met inbegrip van het referendum over de grondwet in maart 2003. Tevens zal zij met grote aandacht de Russische parlementsverkiezingen in het najaar volgen. In het licht van de gedetailleerde voorstellen van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger over het nieuwe buurstaten-initiatief, zal de EU bespreken hoe de betrekkingen met Oekraïne, Moldavië en Wit-Rusland verder kunnen worden uitgebouwd. De Unie zal de presidentsverkiezingen in Oekraïne in november 2003 en de aanloop daartoe nauwlettend volgen en bijzondere aandacht besteden aan de positie van de media. De Unie zal zich actiever inzetten voor Moldavië door de uitvoering van de politieke en economische hervormingen aan te moedigen en de inspanningen voor een oplossing van het conflict in Trans-Dnjestrië te steunen. De EU zal steun bieden ten behoeve van het komende voorzitterschap van de Raad van Ministers van de Raad van Europa door Moldavië. In Wit-Rusland zal de Unie zich blijven beijveren voor positieve stappen op de weg naar politieke hervormingen en democratisering die een geleidelijke verbetering van de betrekkingen mogelijk zouden maken; zij zal steun blijven bieden ten behoeve van het maatschappelijk middenveld. Wat de noordelijke dimensie betreft, zal er voor de periode 2004-2006 een nieuw actieplan aangenomen worden op basis van de richtsnoeren die de ministeriële conferentie in oktober 2002 in Luxemburg uitgestippeld heeft. Wat de zuidelijke Kaukasus betreft, zal de Unie het verloop en de follow-up van de presidentsverkiezingen in Armenië en Azerbeidzjan, alsmede de parlementsverkiezingen in Georgië, nauwlettend in het oog houden. In Centraal-Azië zal de Unie aandringen op een hechtere regionale samenwerking, en haar eigen aanpak aanpassen aan de bijzondere omstandigheden in elk van de vijf landen. Azië-Oceanië: -
Birma/Myanmar: De EU zal zich blijven inspannen voor van het herstel van de democratie, nationale verzoening en de bescherming van de mensenrechten.
-
India/Pakistan: Wat dit subcontinent betreft, zal de EU zich inzetten voor het welslagen van de vierde Top EU-India met het oog op de versterking van de politieke betrekkingen tussen de EU en India. Daartoe heeft in januari reeds een geslaagde ministeriële bijeenkomst plaatsgevonden, en zijn er vergaderingen op hoog niveau gepland in de aanloop naar de Top, die onder het Italiaanse voorzitterschap zal plaatsvinden. De EU zal ook aandringen op een dialoog tussen India en Pakistan om tot een oplossing te komen van het geschil over Kasjmir. De Unie zal de ontwikkelingen in Pakistan op weg naar volledige democratie op de voet volgen.
-
China en Zuidoost-Azië: De Unie streeft naar een succesvol verloop van de top tussen EU en China die in het najaar van 2003 onder het Italiaanse voorzitterschap plaatsvindt, en naar een succesvolle ministeriële ARF-bijeenkomst in juni 2003 in Phnom Penh, om aldus de betrekkingen van de EU met de Aziatische partners te verbeteren. De EU zal de ontwikkelingen in de verschillende landen nauwlettend blijven volgen. Zij zal de politieke en mensenrechtendialoog met China voortzetten, en de antiterrorismeinspanningen en de economische en politieke hervormingen in Indonesië alsook de opbouw van Oost-Timor als natie steunen. De EU zal ook een verkiezingswaarnemingsmissie naar Cambodja sturen voor de parlementsverkiezingen in juli 2003.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/lm DG E Coord
64
NL
-
Sri Lanka: De Unie zal steun blijven verlenen aan de lopende vredesonderhandelingen in Sri Lanka, onder meer door actieve deelneming aan de komende donorconferentie in Tokio.
-
Nepal: de Unie zal zich aansluiten bij de internationale inspanningen om vrede te brengen in het land.
-
Afghanistan: de Unie zal de uitovering van de Overeenkomst van Bonn nauwlettend volgen en steun blijven geven aan de wederopbouwactiviteiten.
-
Koreaanse schiereiland: de EU is bereid alle pogingen tot verzoening op het schiereiland te steunen en te helpen bij het vinden van een oplossing voor het Noord-Koreaanse atoomvraagstuk. Zij zal hierover nauw contact onderhouden met de belangrijkste internationale partners. In dit stadium is nog niet duidelijk hoe de discussies zullen verlopen.
-
ASEM: de komende ASEM-ontmoeting van de ministers van Buitenlandse Zaken in juli in Indonesië zal een evaluatie omvatten van de uitvoering van de besluiten die de leiders tijdens de 4e ASEM-Top in september 2002 hebben genomen, alsmede een eerste bespreking over de volgende Top in Vietnam (in oktober 2004).
-
Japan: tijdens de volgende Top tussen de EU en Japan, in mei 2003 in Athene, zullen de vooruitzichten voor verdere acties en nauwere samenwerking worden besproken.
-
Australië/Nieuw-Zeeland: de EU zal actief met deze landen blijven samenwerken en, met name tijdens de ministeriële bijeenkomsten later in 2003, een dialoog aangaan.
Europees-Mediterraan partnerschap - proces van Barcelona: Het Griekse voorzitterschap zal op 26/27 mei 2003 een tussentijdse ministeriële conferentie organiseren om de balans op te maken van de vooruitgang die de Europees-mediterrane partners geboekt hebben bij de uitvoering van het actieplan van Valencia, en om een nieuw elan te geven aan de werkzaamheden van het partnerschap in de aanloop tot de ministeriële bijeenkomst van Napels in december 2003. Trans-Atlantische betrekkingen: Op 25 juni 2003 is een topontmoeting met de VS in Washington gepland. Verwacht wordt dat de belangrijkste GBVB-aspecten, zoals de bestrijding van terrorisme, non-proliferatie, veiligheidsvraagstukken en regionale crises, punten van bespreking zullen zijn. Op 28 mei 2003 vindt een topontmoeting met Canada plaats. De besprekingen zullen waarschijnlijk gaan over de lopende, algehele evaluatie van de bilaterale betrekkingen, over relevante regionale aspecten, veiligheid en non-proliferatie, en over multilaterale samenwerking. Naar verwachting zal er voor eind 2003 een tweede topontmoeting plaatsvinden. Afrika: In Afrika bezuiden de Sahara zal de EU haar volledige steun blijven verlenen aan de VN en aan de regionale en subregionale organisaties in hun streven naar het herstel van de vrede, met name in het gebied van de Grote Meren, de Hoorn van Afrika (de vredesprocessen onder auspiciën van de IGAD in Sudan en Somalië, de definitieve regeling van het grensconflict tussen Ethiopië en Eritrea) en de Unie van de rivier Mano (Guinee, Sierra Leone en Liberia), alsmede in Ivoorkust (uitvoering van de Linas-Marcoussis-overeenkomst).
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/lm DG E Coord
65
NL
In overeenstemming met haar gemeenschappelijk standpunt inzake conflictpreventie in Afrika zal de Unie streven naar meer coherentie in haar beleid op dat gebied, onder andere door de handel in handvuurwapens tegen te gaan en de Afrikaanse capaciteit inzake vredeshandhaving te steunen. Wat de mensenrechtensituatie in verschillende landen in de regio betreft, zal de EU zorgen voor een betere coördinatie van het optreden van de internationale organisaties ter zake en zal zo extra maatregelen nemen om de externe activiteiten coherenter en consistenter te maken, in overeenstemming met het gemeenschappelijk standpunt inzake mensenrechten, democratische beginselen, de rechtsstaat en goed bestuur, en met de overeenkomst van Cotonou. De Unie draagt actief bij tot de verbetering van de dialoog EU-Afrika op verschillende niveaus, rekening houdend met de regionale organisaties, de nieuwe Afrikaanse Unie (AU) en het nieuwe partnerschap voor de ontwikkeling van Afrika (NEPAD). Voorts werkt de EU in 2003 aan de voorbereiding van het toezicht op het constitutionele referendum en de presidents- en parlementsverkiezingen in Rwanda, en de federale en nationale verkiezingen in Nigeria. Betrekkingen met Latijns-Amerika: Hoofddoel van de EU is versterking van de betrekkingen met de landen van Latijns-Amerika. Er zal vooral de nadruk worden gelegd op de uitvoering van de verbintenissen waarover tijdens de tweede Top EU-LAC (27 mei 2002, Madrid) en tijdens andere vergaderingen op hoog niveau in de marge van bovengenoemde top, overeenstemming is bereikt met de Andesgemeenschap, Centraal-Amerika, Mercosur en Mexico. De voorbereiding van de derde EU-LAC-top, die in het eerste halfjaar van 2004 in Mexico zal plaatsvinden, verdient grote aandacht van alle partijen die bij de betrekkingen met die gebieden betrokken zijn. Ter voorbereiding van de nieuwe topontmoeting zullen regelmatig vergaderingen plaatsvinden tussen hoge ambtenaren van de EU en de LAC. Bijzondere aandacht zal eveneens uitgaan naar de onderhandelingen met Mercosur, om zo spoedig mogelijk de associatieovereenkomst tussen EU en Mercosur te kunnen sluiten. Na de aanneming van de onderhandelingsrichtsnoeren zal de EU vaart zetten achter de onderhandelingen met de Andesgemeenschap en Centraal-Amerika, met het oog op de sluiting van overeenkomsten inzake de politieke dialoog en de samenwerking met die subregio's. Ook zal bijzonder de nadruk worden gelegd op de uitvoering van de associatieovereenkomst tussen de EU en Chili, wanneer, met ingang van 1 februari 2003, het overgrote deel van de bepalingen daarvan voorlopig van toepassing wordt. De EU gaat door met de uitvoering van de algemene overeenkomst EU-Mexico teneinde de betrekkingen met dat Latijns-Amerikaanse land op het gebied van politiek, samenwerking en economie verder te versterken. De EU zal belangrijke ministeriële bijeenkomsten houden met de bovengenoemde landen en subregio's: EU-Groep van Rio, EU-Andesgemeenschap, EU-Mercosur, Associatieraad EU-Chili en Gezamenlijke Raad EU-Mexico (27-28 maart 2003, Vouliagmeni, Griekenland) en de Groep EUSan José (12 mei, Panama). Tijdens die bijeenkomsten zullen de ministers van beide regio's interne en internationale vraagstukken van gemeenschappelijk belang bespreken. In de betrekkingen met Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied zal de EU vrede, democratie en mensenrechten bevorderen. De Unie blijft haar steun verlenen aan het vredesproces in Colombia, op basis van de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. De EU zal tevens toezicht houden op en bijstand verlenen aan de tot dusver onbevredigende uitvoering van de vredesakkoorden in Guatemala, en aan het herstel van de democratie in Haïti. 7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/lm DG E Coord
66
NL
b) Met betrekking tot het Europees veiligheids- en defensiebeleid blijft de Raad voorrang geven aan de ontwikkeling van de militaire vermogens van de Europese Unie om het in Helsinki vastgestelde hoofddoel voor 2003 te verwezenlijken. Gelet op de catalogus van de doelstellingen van Helsinki die in 2002 is opgesteld, worden de lidstaten verzocht hun toezeggingen op vrijwillige basis bij te stellen of te wijzigen om de lacunes op te vullen. Tegelijkertijd moeten de in het kader van het Europese actieplan voor militaire vermogens (ECAP) ingestelde werkgroepen hun eindverslagen voorleggen over de opties voor concrete oplossingen voor het merendeel der "significante" lacunes. Het ECAP heeft daarmee zijn eerste fase van analyse en onderzoek afgerond; er breekt nu een nieuwe fase aan waarin de aandacht zich vooral zal richten op de uitvoering van de voorgestelde oplossingen. In het kader daarvan kan de Unie gebruik maken van bestaande instrumenten en ook "projectgroepen" oprichten, zoals wordt voorgesteld in het verslag van het voorzitterschap aan de Europese Raad van Kopenhagen over het EVDB. Op basis van die werkzaamheden kan de versie 2003 van de voortgangscatalogus (HPC 2003) opgesteld worden, die een nieuwe analyse zal bevatten van de resterende lacunes en van de gevolgen daarvan voor de mogelijkheden van de Unie om het hoofddoel te bereiken. De besprekingen ter voorbereiding van de eerste gezamenlijke EU/NAVO-oefening inzake crisisbeheersing (CME/CMX 03) in november, worden voortgezet. In het kader van die oefening kan de uitvoering van permanente regelingen op het gebied van coördinatie en samenwerking tussen EU en NAVO voor crisisbeheersing getest worden. Basis is het draaiboek van oefening CME 02 van de Europese Unie. Overeenkomstig de conclusies van de Raad van 19 november 2002 moeten de komende besprekingen over de snelle reactie erop gericht zijn dat het vermogen van de Unie om te reageren op een crisis waarop snel moet worden gereageerd, met name voor humanitaire en reddingsoperaties, wordt uitgebreid, hetgeen een versnelde besluitvorming en inzetbaarheid zal vereisen. Het militaire concept van snelle reactie van de EU moet zo spoedig mogelijk worden ingevuld. Er moet een voortgangsverslag worden opgesteld, met bijzondere nadruk op een snelle militaire reactie van de EU in de algemene context van crisisbeheersing van de EU. In 2003 moeten er regelingen worden getroffen waarin de nadere bepalingen voor de betrekkingen tussen NAVO en EU op het gebied van crisisbeheersing nauwkeurig worden omschreven. De Unie voert in 2003 haar eerste militaire operatie uit, in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, in aansluiting op de NAVO-operatie, als blijk dat de Unie het lopende proces in FYROM steunt. Er zal gebruik gemaakt worden van de NAVO-planningscapaciteit en van de gemeenschappelijke middelen en vermogens van de NAVO. De Europese Raad van Kopenhagen heeft verklaard dat de Unie bereid is leiding te geven aan de militaire operatie in Bosnië en Herzegovina, in aansluiting op het SFOR-optreden. Hij heeft de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger en het komende voorzitterschap verzocht in overleg te treden met de autoriteiten van Bosnië en Herzegovina, de hoge vertegenwoordiger Lord Ashdown, de NAVO en andere internationale spelers. Tevens heeft hij de betrokken Raadsinstanties verzocht in te dienen voor een algemene aanpak, met inbegrip van het wettelijk kader.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/lm DG E Coord
67
NL
c) De invoering van de Haagse gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten is een eerste stap in het proces van de opstelling van algemene normen aangaande het tegengaan van de verspreiding van raketten. De EU zal zich blijven inzetten voor de Haagse gedragscode, en zal ernaar streven landen die de code nog niet hebben onderschreven, daartoe over te halen. d) Met betrekking tot handvuurwapens en lichte wapens alsmede biologische en toxinewapens zal de Unie aandacht blijven besteden aan de bestrijding van de destabiliserende accumulatie en verspreiding van handvuurwapens en lichte wapens. De EU zal een actieve rol spelen in de eerste tweejaarlijkse bijeenkomst van de staten over de uitvoering van het VN-actieprogramma, ter voorkoming, bestrijding en uitroeiing van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten. De EU zal actief bijdragen tot de eerste conferentie voor de evaluatie van het verdrag inzake chemische wapens en de eerste jaarvergadering van deskundigen en van de staten die partij zijn bij het Verdrag inzake biologische en toxinewapens. e) Wat multilaterale fora en mondiale vraagstukken betreft, blijft de EU in VN-verband een actieve rol spelen, zowel in de Algemene Vergadering als in andere VN-organen, met name op het gebied van veiligheid, mensenrechten en terrorisme. Zij zal een leidende rol blijven spelen in de multilaterale fora betreffende mensenrechten, met name in de commissie mensenrechten van de VN en de Derde Commissie van de Algemene Vergadering van de VN. De Unie zal de afschaffing van de doodstraf en de strijd tegen foltering blijven steunen, en zal de maatregelen uitvoeren die de Raad heeft goedgekeurd om de samenhang en consistentie, mainstreaming en openheid in het beleid van de EU op het gebied van mensenrechten en democratisering te verwezenlijken. De Unie zal blijven streven naar een snelle oprichting en efficiënte werking van het Internationaal Strafhof en naar een zo breed mogelijke deelneming aan het Statuut van Rome. Naarmate de capaciteit van de EU op het gebied van de beheersing van burgerlijke crises zich verder ontwikkelt, zullen de mogelijkheden voor interactie tussen de EU en de internationale organisaties zoals de OVSE en de Raad van Europa blijven toenemen. Met het oog daarop zal het kader voor de betrekkingen tussen de EU en de OVSE op het gebied van conflictpreventie en crisisbeheersing verder versterkt worden. Bovendien moet rekening gehouden worden met de gevolgen van de EU-uitbreiding voor de betrekkingen tussen de EU en de OVSE; vanaf mei 2004 zullen 25 van de 55 OVSE-landen lidstaat van de EU zijn. Met hetzelfde doel voor ogen zal de samenwerking tussen de EU en de Raad van Europa uitgebouwd worden. In de strijd tegen het terrorisme zullen vooral de volgende werkzaamheden worden voortgezet: ●
opstellen van een gemeenschappelijke beoordeling van de terroristische dreigingen tegen de lidstaten. Daartoe zal er, voortbouwend op de verklaring van Sevilla van 21/22 juni 2002 inzake de bijdrage van het GBVB, inclusief het EVDB, aan de strijd tegen het terrorisme, en op de aanneming van het CBRN-programma in december 2002, een analyse van de dreigingen door CBRN-terrorisme worden uitgevoerd.
●
nagaan of er militaire en civiele vermogens ingezet kunnen worden om te helpen de burgerbevolking te beschermen tegen de gevolgen van terreuraanslagen, waaronder CBRN. Daarvoor zal een databank met militaire middelen en vermogens worden aangelegd ten behoeve van de bescherming van de burgerbevolking tegen terreuraanslagen, inclusief CBRN; er wordt verder gewerkt aan het vaststellen van de voorwaarden waaronder het communautair mechanisme een werktuig kan zijn om de in titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie bedoelde crisisbeheersing te vergemakkelijken en te ondersteunen.
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/lm DG E Coord
68
NL
●
bepalen welke vermogens nodig zijn om de troepenmacht die wordt ingezet voor door de EU geleide militaire operaties voor crisisbeheersing te beschermen tegen terreuraanslagen, inclusief CBRN.
●
verfijning van de analyse van de gevolgen van de terroristische dreiging voor de ontwikkeling van militaire vermogens, met name in het kader van het ECAP-proces.
●
onverwijld voortzetten van de EU-proefprojecten voor technische bijstand aan derde landen in verband met de uitvoering van Resolutie 1373 van de VN-Veiligheidsraad. Uit een snelle evaluatie van de ervaringen die bij de proefprojecten zijn opgedaan, kunnen lessen getrokken worden voor de voorbereiding van de toekomstige bijstandsprojecten op dit gebied.
________________________
7038/03 BIJLAGE
yen/LEP/lm DG E Coord
69
NL
Bijlage I bij de BIJLAGE ACTES JURIDIQUES 2002 LISTE THEMATIQUE
OBJET
DATE
BASE JURIDIQUE
REFERENCE J.O.
AFGHANISTAN 10.12.2002
Prorogation du mandat du représentant spécial de L'UE
art. 14 et 18§5
2002/961/PESC L 334 (11.12.2002)
25.06.2002
Nomination de M. Vendrell comme représentant spécial de l'UE
art. 14 et 18§5
02/496/PESC L 167 (26.06.2002)
27.05.2002
Prorogation du mandat du représentant spécial de l'UE
art. 14 et 18§5
02/403/PESC L 139 (29.05.2002)
27.05.2002
Mesures restrictives à l'encontre d'Oussama ben Laden, des membres de l'organisation Al-Qaida ainsi que des Taliban; abrogation des positions communes 96/746/PESC, 99/727/PESC, 01/154/PESC et 01/771/PESC
art. 15
02/402/PESC L 139 (29.05.2002)
21.01.2002
Abrogation de la position commune 2001/56/PESC
art. 15
02/42/PESC L 20 (23.01.2002)
ANGOLA 19.12.2002
Mesures restrictives à l'encontre de l'UNITA, abrogation des positions commune 97/759/PESC et 98/425/PESC
art. 15
02/991/PESC L 348 (21.12.2002)
25.06.2002
Politique de l'UE, abrogation de la position commune 2000/391/PESC
art. 15
02/495/PESC L 167 (26.06.2002)
BALKANS OCCIDENTAUX 19.12.2002
Participation de la Pologne aux activités de la MPUE en Bosnie-Herzégovine
art. 24
02/..../PESC L ..... (...............)
10.12.2002
Participation de la Bulgarie, Chypre, l'Estonie, la Hongrie, l'Islande, la Lettonie, la Lituanie, la Norvège, la République slovaque, la République tchèque, la Roumanie, la Slovénie, la Suisse, la Turquie et l'Ukraine aux activités de la MPUE en BosnieHerzégovine
art. 24
02/..../PESC L ..... (...............)
10.12.2002
Prorogation du mandat du représentant spécial dans l'ARYM
art. 14 et 18§5
02/963/PESC L 334 (11.12.2002)
10.12.2002
Mission de police de l'Union européenne
Action commune 2002/210/PESC art. 23§2
02/968/PESC L 335 (12.12.2002)
26.11.2002
Progation du mandat du chef de la Mission de surveillance de l'UE
art. 23§2
02/922/PESC L 321 (26.11.2002) + rectificatif L 324 (29.11.2002)
26.11.2002
Prorogation du mandat de la Mission de surveillande de l'UE
art. 14
02/921/PESC L 321 (26.11.2002) + rectificatif L 324 (29.11.2002)
21.10.2002
Nomination du représentant spécial dans l'ARYM
art. 14 et 18§5
02/832/PESC L 285 (23.10.2002)
30.09.2002
Accord relatif aux activités de la Mission de police de l'Union européenne (MPUE) en Bosnie-et-Herzégovine
art. 24
02/845/PESC JO 293 (29.10.2002)
25.06.2002
Prorogation du mandat du représentant spécial dans l'ARYM
art. 14 et 18§5
02/497/PESC L 167 (26.06.2002)
11.03.2002
Nomination du chef/commissaire de police de la MPUE
art. 23§2
02/212/PESC L 070 (13.03.2002)
11.03.2002
Nomination du Représentant spécial en Bosnie-et-Herzégovine
art. 14 et 18§5
02/211/PESC L 070 (13.03.2002)
11.03.2002
Création d'une Mission de police de l'UE (MPUE)
art. 14
02/210/PESC L 070 (13.03.2002) L 119 (07.05.2002)
18.02.2002
Prorogation du mandat du représentant spécial dans l'ARYM
art. 14 et 18§5
02/129/PESC L 047 (19.02.2002)
7038/03 Bijlage I bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
70
EN/FR
BIRMANIE 21.10.2002
Prorogation position commune 96/635/PESC
art. 15
02/831/PESC L 285 (23.10.2002)
22.04.2002
Prorogation position commune 96/635/PESC
art. 15
02/310/PESC L 107 (24.04.2002)
art. 15
01/474/PESC L 164 (22.06.2002)
art. 14 et 18§5
02/964/PESC L 334 (11.12.2002)
Renforcement de la capacité des autorités géorgiennes à appuyer et protéger la mission d'observation de l'OSCE
art. 14
02/373/PESC L 134 (22.05.2002)
Dérogations à l'embargo
art. 15
02/599/PESC L 194 (23.07.2002)
art. 15
02/457/PESC L 155 (14.06.2002)
COUR PENALE INTERNATIONALE 20.06.2002
Modification de la Position commune 01/443/PESC
EUROPE DU SUD-EST 10.12.2002
Prorogation du mandat du représentant spécial de l'UE
GEORGIE 21.05.2002 IRAK 22.07.2002
LIBERIA 13.06.2002
Mesures restrictives à l'encontre du Liberia LUTTE CONTRE LE TERRORISME
12.12.2002
Mise à jour de la position commune 2001/931/PESC; abrogation de la position commune 2002/847/PESC
art. 15 et 34
02/976/PESC L 337 (13.12.2002)
28.10.2002
Mise à jour de la position commune 2001/931/PESC; abrogation de la position commune 2002/462/PESC
art. 15 et 34
02/847/PESC L 295 (30.10.2002)
17.06.2002
Mise à jour de la position commune 2001/931/PESC; abrogation de la position commune 2002/340/PESC
art. 15 et 34
02/462/PESC L 160 (18.06.2002)
02.05.2002
Mesures spécifiques en vue de lutter contre le terrorisme
art. 15 et 34
02/340/PESC L 116 (03.05.2002)
art. 15
02/401/PESC L 139 (29.05.2002)
NIGERIA 27.05.2002
Abrogation de la position commune 2001/373/PESC NON-PROLIFERATION
11.11.2002
Contribution de l'UE à la lutte contre l'accumulation et la diffusion déstabilisatrices des armes légères et de petit calibre au Cambodge; prorogation de la décision 99/730/PESC
art. 23§2 action commune 02/589/PESC
02/904/PESC L 313 (16.11.2002
21.10.2002
Mise en oeuvre de l'action commune 2002/589/PESC
action commune 2002/589/PESC art. 23§2
02/842/PESC L 289 (26.10.2002)
12.07.2002
Contribution de l'UE à la lutte contre l'accumulation et la diffusion déstabilisatrices des armes légères et de petit calibre et abrogation de l'action commune 1999/34/PESC
art. 14
02/589/PESC L 191 (19.07.2002)
27.05.2002
Code de conduite international contre la prolifération des missiles balistiques
art. 14
01/406/PESC L 140 (30.05.2002)
PROCESSUS DE PAIX AU MOYEN-ORIENT 10.12.2002
Prorogation du mandat du représentant spécial de l'UE
art. 14 et 18§5
02/965/PESC L 334 (11.12.2002)
21.05.2002
Accueil temporaire de certains Palestiniens par des Etats membres de l'UE
art. 15
02/400/PESC L 138 (28.05.2002)
REGION DES GRANDS LACS 10.12.2002
Prorogation du mandat du représentant spécial de l'UE
art. 14 et 18§5
02/962/PESC L 334 (11.12.2002)
21.10.2002
Abrogation de la position commune 2001/799/PESC
art. 15
02/830/PESC L 285 (23.10.2002)
7038/03 Bijlage I bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
71
EN/FR
21.10.2002
Interdiction de la fourniture de certains équipements à destination de la République démocratique du Congo
art. 15
02/829/PESC L 285 (23.10.2002)
11.03.2002
Soutien de l'UE à la mise en oeuvre de l'accord de cessez-le-feu de Lusaka et du processus de paix en RDC; abrogation de la position commune 01/83/PESC
art. 15
02/203/PESC L 68 (12.03.2002)
art. 23§2 Action commune 99/878/PESC
02/381/pesc l 136 524.05.2002°
RUSSIE 21.05.2002
Non-prolifération et désarmement
SIERRA LEONE 19.12.2002
Interdiction des importations de diamants bruts
art. 15
02/992/PESC L 348 (21.12.2002)
11.01.2002
Interdiction des importations de diamonts bruts
art. 15
02/22/PESC L 10 (12.01.2002)
art. 15
02/960/PESC L 334 (11.12.2002)
SOMALIE 10.12.2002
Mesures restrictives
ZIMBABWE 13.09.2002
Mise en oeuvre de la Position commune 2002/145/PESC
Position commune 02/754/PESC + art. 23§2
02/754/PESC L 247 (14.09.2002)
22.07.2002
Modification de la Position commune 2002/145/PESC
art. 15
02/600/PESC L 195 (24.07.2002)
18.02.2002
Mesures restrictives
art. 15
02/145/PESC L 050 (21.02.2002)
7038/03 Bijlage I bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
72
EN/FR
Bijlage II bij de BIJLAGE
LIST OF CFSP DECLARATIONS (1) 2002
COUNTRY CONCERNED
Nr DECLARATION 001
P/EU
SUBJECT
DATE
ARGENTINA
Crisis in the country
03.01.2002
002
P/EU/ASS/EFTA
FIGHT AGAINST TERRORISM
Alignment to Common Position 2001/930/CFSP
17.01.2002
003
P/EU/ASS/EFTA
FIGHT AGAINST TERRORISM
Alignment to Common Position 2001/931/CFSP
14.01.2002
004
P/EU
INDIA
Attack on the Indian Parliament
15.01.2002
005*
P/EU
COLOMBIA
Latest events
17.01.2002
006*
P/EU
COLOMBIA
Schedule Agreement between the Government of Colombia and the FARC-EP
22.01.2002
007*
P/EU
HAITI
Situation in the country
23.01.2002
008*
P/EU
INDIA
Ballistic test in the Bay of Bengal
28.01.2002
009*
P/EU
SOMALIA
Resolution adopted by the 9th IGAD Summit
28.01.2002
INTERNATIONAL CRIMINAL COURT
Alignment to Common Position 2001/443/CFSP
29.01.2002
010*
P/EU/ASS/EFTA
011
P/EU
RUSSIA
Situation of the media
29.01.2002
012*
P/EU
SUDAN
Nuba mountains cease-fire agreement
31.01.2002
013
CANCELLED
014*
P/EU
NIGERIA
Lagos accident
04.02.2002
015*
P/EU
TOGO
Political situation
06.02.2002
016*
P/EU
INDONESIA
Flooding
07.02.2002
017*
P/EU
CAMBODIA
Khmer Rouge Tribunal
19.02.2002
018*
P/EU
DRC
Inter-congolese dialogue and Sun City meeting
21.02.2002
019*
P/EU
COLOMBIA
Breakdown of peace negotiations
22.02.2002
020
P/EU
MADAGASCAR
Political crisis
22.02.2002
021
P/EU
MADAGASCAR
Recent events
25.02.2002
022
P/EU
ALBANIA
New government
25.02.2002
023*
P/EU
SRI LANKA
Cease-fire
25.02.2002
024*
P/EU
MOLUCCAS
Peace agreement
25.02.2002
025*
P/EU
MANO RIVER
Mano River Union Summit
26.02.2002
026
P/EU
ANGOLA
Death of Jonas Savimbi
27.02.2002
027
P/EU
SUDAN
Bombing of civilian targets
28.02.2002
028*
P/EU
CAMBODIA
Commune elections in Cambodia
1.03.02
029
P/EU
KOSOVO
Election of the President and government
5.03.02
030*
P/EU
GEORGIA
Parliamentary elections in Abkhazia
12.03.2002
031*
P/EU
MANO RIVER
Mano River Union Summit
12.03.2002
032
P/EU
BiH
Constitutional Reform in Bosnia and Herzegovina
12.03.2002
033*
P/EU
ZIMBABWE
Restrictive measures
18.03.2002
034*
P/EU
COMOROS
Elections and process of national reconciliation
18.03.2002
035*
P/EU
DRC
Recent events in Democratic Republic of Congo
22.03.2002
7038/03 Bijlage II bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
73
EN/FR
036
/EU
CONGO
Presidential election in the Republic of the Congo
22.03.2002
037
/EU
DRC
Common position on EU support for Lusaka cease-fire agreement
25.03.2002
038*
/EU
SAO TOME/ PRINCIPE
Legislative elections
26.03.2002
039*
/EU
BURMA
Visit of Razala
26.03.2002
040*
P/EU
NIGERIA
Safiya Hussaini
27.03.2002
041*
P/EU
KYRGYZSTAN
Incidents in Kyrgyzstan
28.03.2002
042
P/EU
FRY/KOSOVO
Release of Kosovo Albanian detainees by the authorities in Belgrade
27.03.2002
043
P/EU
KAZAKHSTAN
The Zhakiyanov case
31.03.2002
044*
P/EU
UKRAINE
Parliamentary elections
10.04.2002
045*
P/EU
ANGOLA
Signature memorandum
17.04.2002
046*
P/EU
INTERNATIONAL CRIMINAL COURT
Entry into force of the ICC Statute
11.04.2002
047
P/EU
KOREA
Visit to Pyongyang
11.04.2002
048*
P/EU
ETHIOPIA/ERITREA
Boundary Commission Decision
15.04.2002
049*
P/EU
MADAGASCAR
Deterioration of the situation
17.04.2002
050
P/EU
MADAGASCAR
Dakar agreement
22.04.2002
051
P/EU
BOSNIA AND HERZEGOVINA
Constitutional Reforms in Bosnia and Herzegovina
23.04.2002
052*
P/EU
BOSNIA AND HERZEGOVINA
Bosnia and Herzegovina's accession to the Council of Europe
24.04.2002
053*
P/EU
GUATEMALA
Fourth anniversary of the murder of Bishop Gerardi
24.04.2002
054
P/EU
MIDDLE EAST
Peace Process
24.04.2002
055*
P/EU
DRC
Outcome of the meeting of the inter-congolese dialogue
30.04.2002
056
P/EU
BURMA/MYANMAR
Extension of the common position on Burma/Myanmar
30.04.2002
057
P/EU
LIBERIA
Case of Liberian Lawyer Taiwan Gongloe
30.04.2002
058*
P/EU
BURUNDI
Situation in Burundi
03.05.2002
FIGHT AGAINST TERRORISM
Alignment to Common Position 2002/340/PESC
16.05.2002
059
P/EU/ASS/EFTA
060*
P/EU
MADAGASCAR
Situation in Madagascar
16.05.2002
061*
P/EU
NEPAL
Situation in Nepal
08.05.2002
062*
P/EU
BURMA
Release of Aung San Suu Kyi
08.05.2002
063
P/EU
BELARUS
OSCE relations
08.05.2002
064*
EU
USA
US position towards ICC
14.05.2002
065
EU
IRAQ
Meetings between M. Naji Sabri et M. Kofi Annan
20.05.2002
066
P/EU
INDIA
Terrorist attack
15.05.2002
067
P/EU
INDONESIA
Joint statement
17.05.2002
068
P/EU
COMOROS
Elections
17.05.2002
069*
P/EU
INDIA/PAKISTAN
Latest tensions
22.05.2002
070*
P/EU
DRC
Events in Kisangani
23.05.2002
071*
P/EU
LIBERIA
Situation in Liberia
24.05.2002
072
P/EU
US-RUSSIA
Reduction in nuclear arms arsenals
24.05.2002
073*
P/EU
MALI
Presidential elections
07.06.2002
074*
P/EU
KAZAKHSTAN
Recent attacks against the independent media
29.05.2002
075*
P/EU
LESOTHO
Elections
06.06.2002
076*
P/EU
COLOMBIA
Elections
29.05.2002
077*
P/EU
BELARUS
OSCE relations
04.06.2002
078*
P/EU
EQUATORIAL GUINEA
Human rights
10.06.2002
079*
P/EU
MALAWI
Amendment to constitution
19.06.2002
FIGHT AGAINST TERRORISM
Alignment to Common Position 2002/462/CFSP
18.06.2002
SRI LANKA
Peace process
19.06.2002
080* 081*
P/EU/ASS/EFTA P/EU
7038/03 Bijlage II bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
74
EN/FR
082*
CE
INDIA-PAKISTAN
Tensions between the countries
21.06.2002
CE
MIDDLE EAST
Crisis in the region
21.06.2002
INTERNATIONAL CRIMINAL COURT
Alignment to Common Position 2002/474/CFSP
24.06.2002
P/EU/ASS/EFTA
083*
P/EU
SUDAN
Situation in Southern Sudan
25.06.2002
084*
P/EU
ALBANIA
The election of Mr Moisiu as President of the Republic of Albania
27.06.2002
085*
EU
HUMAN RIGHTS
Declaration on the occasion of the International Day in support of victims of torture
25.06.2002
086*
P/EU
INTERNATIONAL CRIMINAL COURT
Declaration to mark the entry into force of the Rome Statute of the ICC
01.07.2002
087*
P/EU
NICARAGUA
Situation in the country
28.06.2002
088*
P/EU
AFRICAN UNION
The African Union
09.07.2002
089*
P/EU
BOLIVIA
Elections
05.07.2002
090*
P/EU
SIERRA LEONE
Inauguration of President Kabbah
12.07.2002
091
P/EU
AFGHANISTAN
Death of Afghan Vice President
09.07.2002
092*
P/EU
MADAGASCAR
Reconciliation process
10.07.2002
093
P/EU
MALAYSIA
Appeal by Datuk Seri Anwar Ibrahim
12.07.2002
094*
P/EU
HAITI
Report of the Commission of Inquiry
19.07.2002
095*
P/EU
COLOMBIA
Presidential election of Alvaro Uribe
08.08.2002
096*
P/EU
GEORGIA
Recent attack on the Liberty Institute in Tbilisi
22.07.2002
097*
P/EU
SUDAN
Peace talks
23.07.2002
098
EU
099
P/EU/ASS/EFTA
MONTENEGRO
Media and electoral legislation
27.07.2002
DISARMAMENT
Alignment to Joint Action 2002/589/CFSP
30.07.2002
100
P/EU
EGYPT
Trial against Dr. Saad Eddin Ibrahim and others
30.07.2002
101
P/EU
SYRIA
Human Rights
08.08.2002
102
P/EU
SOUTHERN SERBIA
Municipal elections
30.07.2002
103
P/EU
RWANDA
Agreement between Rwanda and DRC
30.07.2002
104
P/EU
LIBERIA
Human rights situation
30.07.2002
105*
P/EU
NAGORNO KARABAKH
Forthcoming presidential elections
02.08.2002
106
P/EU
TURKEY
Efforts towards Accession Partnership
06.08.2002
107
P/EU
BURUNDI
Bombing of Bujumbura by armed groups
05.08.2002
108*
P/EU
BOLIVIA
Inauguration President Gonzalo Sánchez de Lozada
07.08.2002
109*
P/EU
PAKISTAN
Violence in Kashmir
07.08.2002
110
P/EU
CAMEROON
Elections in Cameroon
07.08.2002
111*
P/EU
GEORGIA
Recent violations of Georgian airspace
12.08.2002
112*
P/EU
KAZAKHSTAN
Trial of Mr Zhakiyanov
12.08.2002
113*
P/EU
INDONESIA
Outcome of People's Consultative Assembly (MPR)
16.08.2002
114*
P/EU
SUDAN
Donors/UN urgent call for unimpeded humanitarian access
14.08.2002
115*
P/EU
SRI LANKA
Recent progress in the peace process
20.08.2002
116*
P/EU
TIMOR
Human rights tribunal
21.08.2002
117*
P/EU
BELARUS
Law on freedom of conscienceand religious organisations
26.08.2002
118
P/EU
KOSOVO
Recent arrests in Kosovo
20.08.2002
119*
P/EU
NIGERIA
Death sentence by stoning of Amina Lawal
21.08.2002
120*
P/EU
RUSSIA (CHECHNYA AND DAGESTAN)
The kidnapping of humanitarian aid workers in Northern Caucasus
26.08.2002
121
P/EU
GEORGIA
Violations of Georgian Airspace
28.08.2002
122*
P/EU
SUDAN
Death sentences
30.08.2002
123
P/EU
JAPAN
Visit of PM Koizumi to North Korea
02.09.2002
7038/03 Bijlage II bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
75
EN/FR
124*
P/EU
SUDAN
Suspension of Peace Negotiations
05.09.2002
125*
P/EU
ANGOLA
Peace process
06.092002
126*
P/EU
DRC
Luanda agreement
12.09.2002
127*
P/EU
CHINA/TIBET
Visit by representatives of the Dalai Lama to China
12.09.2002
128*
P/EU
INDIA
Killing of Mushtaq Ahmed Lone
18.09.2002
129*
P/EU
BELARUS
Belarus – OSCE relations
17.09.2002
130
P/EU
FYROM
Parliamentary elections
17.09.2002
131*
P/EU
KOREA
Visit of Japanese PM to North Korea
19.09.2002
132
P/EU
ISRAEL
Middle East Peace Process
20.09.2002
133
P/EU
COTE D’IVOIRE
Violence against the Government
24.09.2002
134*
EU
CUBA
Accession to NPT
27.09.2002
135
P/EU
BURUNDI
Evénements au Gitega
25.09.2002
136*
P/EU
PAKISTAN
Attack in Karachi
26.09.2002
137*
P/EU
INDE
Attack in Gandhinagar
26.09.2002
140*
P/EU
MEXICO
Fight against corruption
27.09.2002
HUMAN RIGHTS
Council Declaration on Death penalty and particularly cruel forms of execution
30.09.2002
141*
P/EU
BELIZE/GUATEMALA
Territorial differendum
03.10.2002
142*
P/EU
BELARUS
Freedom of media and freedom of expression
04.10.2002
143
P/EU
FRY/Kosovo
SRSG Steiner’s 7-point plan for Mitrovica
04.10.2002
144*
P/EU
SUDAN
Humanitarian situation
04.10.2002
145
P/EU
SLOVAKIA
Parliamentyary elections
08.10.2002
146*
P/EU
VENEZUELA
Polarized political situation in Venezuela
09.10.2002
147*
P/EU
BURUNDI
Outcome of Regional Summit on Burundi (Dar es Salaam on 7-10-02)
10.10.2002
149
P/EU
FRY/SERBIA
Second Round of the Serbian Presidential elections
10.10.2002
150*
P/EU
JAMMU & KASHMIR
Assembly elections
11.10.2002
151*
P/EU
NEPAL
Situation in Nepal
11.10.2002
152*
P/EU
BURMA/MYANMAR
Recent politically motivated detentions
11.10.2002
153*
P/EU
JAMAICA
Elections
14.10.2002
154*
P/EU
SUDAN
Resumption of peace negotiations
14.10.2002
155*
P/EU
PAKISTAN
General Elections
15.10.2002
156*
P/EU
INDIA
Withdrawal of troops from Indo-Pakistani border
18.10.2002
157*
P/EU
DRC
Ongoing fighting in eastern and north-eastern areas
22.10.2002
158*
P/EU
NORTH KOREA
North Korea Nuclear Programme
18.10.2002
BURMA/MYANMAR
Alignment to Common Position 2002/831/CFSP
28.10.2002
159*
P/EU/ASS/EFTA
160*
P/EU
SOMALIE
Cessation des hostilités
31.10.2002
161*
P/EU
CENT.AFRICAN REP.
Attempted coup
30.10.2002
162*
P/EU
BRÉSIL
Election présidentielle
29.10.2002
163*
P/EU
TOGO
Parliamentary elections
05.11.2002
164*
P/EU
SUDAN
Unimpeded Humanitarian access
6.11.2002
165
P/EU
INDONESIA
Cessation of hostilities between the Government of Indonesia and GAM
4.11.2002
166
P/EU
BAHRAIN
Elections
5.11.2002
FIGHT AGAINST TERRORISM
Alignment to Common Position 2002/847/CFSP
11.11.2002
167*
P/EU/ASS/EFTA
168*
P/EU
CÔTE D’IVOIRE
L’assassinat du Dr Benoît Dacoury-Tabley
15.11.2002
169
P/EU
IRAQ
Security Council Resolution 1441 (Iraq)
14.11.2002
7038/03 Bijlage II bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
76
EN/FR
170
CANCELLED
171*
P/EU
NORTHERN CAUCASUS
Kidnapping of humanitarian aid workers
20.11.2002
172
P/EU
PAKISTAN
Election of new Prime Minister
22.11.2002
173*
P/EU
SYRIA
Release of Riad al Turk
21.11.2002
174 *
P/EU
JAMMU & KASHMIR
Terrorist attacks
26.11.2002
175 *
P/EU
ANGOLA
Conclusion of the Peace Process
02.12.2002
176*
P/EU
ECUADOR
Presidential election
26.11.2002
177 *
P/EU
NIGERIA/CAMEROON
Ruling concerning land and maritime boundaries
02.12.2002
178*
P/EU
BURUNDI
Signing of a cease-fire
04.12.2002
180 *
P/EU
SOMALIA
Peace process
06.12.2002
181
P/EU
MOLDOVA
The Transniestria conflict
04.12.2002
182
P/EU
CROATIA
National Minorities Law
06.12.2002
183 *
P/EU
DRC
Situation in Ituri
11.12.2002
185 *
P/EU
CEN.AFRICAN REP.
State of insecurity
10.12.2002
186*
P/EU
TURKMENISTAN
Violence
10.12.02
187
P/EU
INDONESIA
Cessation of hostilities
9.12.02
188
P/EU
HUMAN RIGHTS
Efforts to prevent and eradicate torture
11.12.02
189*
P/EU
HUMAN RIGHTS
International Convention against torture
19.12.02
190 *
P/EU
DRC
Situation in Pool region
16.12.02
192 *
P/EU
DRC
Inter-Congelese negotiations in Pretoria
17.12.02
193 *
P/EU
CÔTE D’IVOIRE
Acts of violence
18.12.02
194
EU
HONG KONG
SAR Government's proposal to implement Art. 23 of the basic law
17.12.02
195
P/EU/ASS/EFTA
FIGHT AGAINST TERRORISM
Alignment to Common Position 2002/976/CFSP
23.12.02
196 *
P/EU
EQUAT. GUINEA
Elections
18.12.02
197 *
P/EU
NEPAL
Human rights
18.12.02
198*
P/EU
AFGHANISTAN
Kabul
22.12.02
199*
P/EU
MADAGASCAR
Elections parlementaires
23.12.02
200*
P/EU
ZIMBABWE
Arrest of Trade Union Leaders
20.12.02
201*
P/EU
VENEZUELA
Internal Situation
23.12.02
202*
P/EU
SOUTH KOREA
Presidential Elections in ROK
20.12.02
203
P/EU
HONG KONG
Implementation of Article 23 of the Basic Law
23.12.02
204
P/EU
BOSNIA AND HERZEGOVINA
Police mission
31.12.02
____________________________ P/EU EU EC *
Declaration by the Presidency on behalf of the European Union Declaration by the European Union Declaration by the European Council Declarations with which countries associated with the European Union and/or EFTA countries have aligned
7038/03 Bijlage II bij de BIJLAGE
themselves
IR/sh DG E Coord
77
EN/FR
Bijlage III bij de BIJLAGE LIST OF CFSP DEMARCHES - 2002 DATE
SUBJECT
11/1/2002
ISRAEL: affair KARINE-A
14/1/2002
GUINNEE-BISSAU: Recent evolution in the country
22/1/2002
ANGOLA: Zimbabwe
22/1/2002
YUGOSLAVIA: Kosovar Albanian prisoners
23/1/2002
ZIMBABWE: Observation of the elections
24/1/2002
INDIA: Ballistic tests
25/1/2002
CAMBODIA: Election-related violence
28/1/2002
LEBANON: Death penalty
29/1/2002
MOLDOVA: Reaction on the demonstration in the Central Square of Chisinau
31/1/2002
UGANDA: Death penalty
…/1/2002
LIBYA: Human Rights
…/1/2002
EGYPT, IRAN, LIBYA, SYRIA: draft code of conduct on non-proliferation of ballistic missiles
01/02/2002
CHINA: case of Gong Shenliang
05/2/2002
KENYA: Somalia
07/2/2002
THAILAND: Death penalty
08/2/2002
ETHIOPIA: Somalia
11/02/2002
NIGERIA: Application of Death Penalty
11/02/2002
DJIBOUTI: Somalia
14/02/2002
HAITI: co-operation with Haiti
15/02/2002
RUSSIA: mines antipersonnel
15/02/2002
MOZAMBIQUE: Zimbabwe
15/02/2002
SOUTH AFRICA: Zimbabwe
18/02/2002
NAMIBIA: Zimbabwe
18/02/2002
SEYCHELLES: Zimbabwe
18/02/2002
DRC: Zimbabwe
18/02/2002
JAPAN: recent executions and death penalty
19/02/2002
BELARUS: human rights
20/02/2002
MALAWI: Zimbabwe
21/02/2002
LESOTHO:Zimbabwe
26/02/2002
NIGERIA: Zimbabwe
26/02/2002
BOTSWANA: Zimbabwe
02/03/2002
RUSSIA: Tchetchenie
04/03/2002
GEORGIA: Death penalty. Tracy Housel Case
05/03/2002
FRY: Albanian prisoners
05/03/2002
ZAMBIA: Zimbabwe
06/03/2002
MOZAMBIQUE: Zimbabwe
07/03/2002
NAMIBIA: Zimbabwe
07/03/2002
DRC: Zimbabwe
08/03/2002
VIETNAM: Rapatriement des montagnards vietnamiens du Cambodge
12/03/2002
AZERBAIJAN: réserve à l’égard de la convention sur le déplacement de personnes condamnées
12/03/2002
SUDAN: Bombing of civilian targets
13/03/2002
VANUATU: signature et ratification du status de la cour pénale internationale
7038/03 Bijlage III bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
78
EN/FR
14/03/2002
INDONESIA: establishment of ad hoc human rights tribunals
18/03/2002
Director general of the OPCW executive council
18/03/2002
ISRAEL: Sécurité des représentations à Ramallah
15/03/2002
ANGOLA: Zimbabwe
16/03/2002
ANGOLA: Military, Political and Humanitarian situation in the country
19/03/2002
MAURITANIA: illégalisation d’une partie politique et situation dans la prison Cheik Melainine
19/03/2002
UGANDA: Ratification of statute of ICC
20/03/2002
SRI LANKA: Handing over of the report of the EU Election Observation Mission
26/03/2002
MYANMAR: Visit of Razali
29/03/2002
KAZAKHSTAN: OSCE budget and scales of contributions
30/03/2002
TUNISIE: affaires Hammami, Taamallha et Madouri
04/04/2002
SRI LANKA: Political situation
09/04/2002
LIBAN: poussée de la tension et réaction du gouvernement
11/04/2002
ISRAEL: protection consulaire ressortisants européens
15/04/2002
KAZAKHSTAN: Zhakiyanov case
15/04/2002
BURMA: back Razali’s visit to Burma/Myanmar
16/04/2002
UGANDA: draft optional protocol to the international Convention against Torture
16/04/2002
ZAMBIA: draft resolution on Zimbabwe
22/04/2002
SYRIA: députés arrêtés et 8 autres arrêtés pour des raisons politiques
23/04/2002
VIETNAM AND CAMBODIA: montagnards
23/04/2002
RWANDA: arrestation de l’ancien président Paste
25/04/2002
TRINIDAD AND TOBAGO: universality of BTWC
09/05/2002
ISRAEL: several demarches about the church of Nativity
13/05/2002
CHINA: Human Rights
16/05/2002
KAZAKHSTAN: Zakiyanov case
17/05/2002
THAILAND: Documents et passeports falsifiés
18/05/2002
RUSSIA: racist incidents
24/05/2002
GUATEMALA: Human Rights
28/05/2002
ISRAEL: Accès aux territoires palestiniens
28/05/2002
IRAN: Restrictions on freedom of expression – case of Mr. Pourzand
31/05/2002
UKRAINE: OSCE projects co-ordinator’s office in Kiev
03/06/2002
RWANDA: arrest of former president Bizimungu
05/06/2002
ALGERIA/MOROCCO/WESTERN SAHARA: questions humanitaires
11/06/2002
PHILIPPINES: Strasbourg Convention on tranfer of convicted persons
12/06/2002
SOUTH AFRICA: Situation in Burundi
12/06/2002
GABON: Situation in Burundi
12/06/2002
ANDORRA: Adoption of protocol on torture
12/06/2002
SOUTH KOREA: Adoption of protocol on torture
12/06/2002
BENIN: Response on electoral support
13/06/2002
HAITI: Assassinat du citoyen suédois Hennig
14/06/2002
AUSTRALIA: Adoption of protocol on torture
17/06/2002
SYRIA: Détention de citoyens communautaires
17/06/2002
NIGERIA: Position of Nigeria against torture
19/06/2002
UNITED STATES: ICC and ASPA BILL
20/06/2002
LIBAN: L’affaire Hindi, Bassil et Younes
20/06/2002
AUSTRALIA: ICC
7038/03 Bijlage III bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
79
EN/FR
21/06/2002
ETHIOPIA: protocol on torture
24/06/2002
ANGOLA: protocol on torture
25/06/2002
UGANDA: protocol on torture
25/06/2002
UNITED STATES: ICC – ASPA legislation
25/06/2002
JAPAN: protocol on torture
25/06/2002
ISRAEL: démarche confidentielle (raisons humanitaires)
25/06/2002
ETHIOPIA: Ottawa Convention on Antipersonnel landmines
26/06/2002
NAMIBIA: ratification of the Rome statute
26/06/2002
UNITED ARAB EMIRATES, HOLY SEE, ANGOLA, EGYPT, MOZAMBIQUE, MAURITANIA, NAMIBIA, SYRIAN ARAB REPUBLIC, HAITI, ANDORRA, MOROCCO, NEPAL, TRINIDAD AND TOBAGO, TANZANIA, ANTIGUA AND BARBUDA, AZERBAIJAN, GUYANA, KIRIBATI, TAJIKISTAN, KYRGYZSTAN, CAMEROON, GABON, KAZAKHSTAN: Universalisation of BTWC
26/06/2002
UNITED STATES: ICC and ASPA
27/06/2002
RUSSIA: refugees from Tchetchenia
28/06/2002
MALAWI, MOZAMBIQUE, SOUTH AFRICA: Zimbabwe
28/06/2002
MYANMAR: BTWC universalization
28/06/2002
UNITED STATES: Cour pénale internationale et ASPA
…/06/2002
GUATEMALA: Human rights
01/07/2002
RUSSIA: draft protocol on torture
02/07/2002
SURINAME: human rights
02/07/2002
GUINEE EQUATORIALE: droits de l’homme
05/07/2002
ETHIOPIA: events in Tepi and Awassa
12/07/2002
CROATIA/YUGOSLAVIA: visit to Sarajevo by presidents Mesic and Kostunica
12/07/2002
MALAWI/MOZAMBIQUE/SOUTH AFRICA: Zimbabwe
15/07/2002
CROATIA: contribution of the country to a peaceful climate in the region
15/07/2002
GHANA: adoption of protocol to the UN Convention against torture
19/07/2002
CHINA: North Korea
24/07/2002
SUDAN: death penalty
25/07/2002
PAKISTAN: draft constitutional changes
30/07/2002
CUBA: EU common position
30/07/2002
KENYA : Upcoming elections
02/08/2002
RWANDA: human rights situation
04/08/2002
PALESTINA/GAZA Strip: two death sentences
06/08/2002
IRAN: Pourzand case
07/08/2002
ISRAEL: acces to and free movement in the Occupied Territories
14/08/2002
IRAN: closure of reformist paper
16/08/2002
UGANDA: situation in Eastern DRC
19/08/2002
SUDAN: death penalty
20/08/2002
ISRAEL: house demolition
21/08/2002
SWAZILAND: purchase of aircrafts
23/08/2002
NEPAL: elections
27/08/2002
RUSSIA: Ammunition disposal in Transnistria
27/08/2002
CAMEROON: legislative and municipal elections
28/08/2002
MALAYSIA: arrests of refugees*
28/08/2002
PHILIPPINES: death penalty
29/08/2002
ERITREA: terrorist entities in the country
30/08/2002
INDONESIA: case of the murder of Sander Thoenes
7038/03 Bijlage III bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
80
EN/FR
12/09/2002
ERITREA: démarche ICOC (International Code of Conduct against Ballistic Missile Proliferation)
13/09/2002
MALI: global démarche ICOC
13/09/2002
GABON: Universalization of the Ottowa Convention
13/09/2002
BELARUS/ BRUNEI/ LAOS: Universalization of the Ottowa Convention
16/09/2002
UKRAINE: Universalization of the Ottowa Convention
16/09/2002
HAITI/ KYRGYZ REPUBLIC: Universalization of the Ottowa Convention
16/09/2002
NIGERIA/ JORDAN/ KUWAIT: ICOC global démarche
16/09/2002
KAZAKHASTAN/ IRAQ/ LIBYA: Universalization of the Ottowa Convention
16/09/2002
UNITED ARAB EMIRATES/ LIBYA: ICOC global démarche
16/09/2002
SRI LANKA: Universalization of the Ottowa Convention
16/09/2002
MOZAMBIQUE: weaknesses in legal sector and spread of corruption and crime
17/09/2002
SYRIA: Human Rights
17/09/2002
CROATIA: démarche ICOC
18/09/2002
PERU: démarche ICOC
18/9/2002
BAHRAIN/ EAST TIMOR/ MAURITIUS/ MONGOLIA/ SEYCHELLES/ YEMEN : Démarche ICOC
18/09/2002
PANAMA: démarche ICOC
18/09/2002
COSTA RICA: Human rights
20/09/2002
ETHIOPIA: démarche ICOC
23/09/2002
UZBEKISTAN: Death of Avazov an Alimov
27/09/2002
TAJIKISTAN: refugee refoulement
…/09/2002
ARMENIA/ AZERBAIJAN/ BUTHAN/ CHINA/ CUBA/ ESTONIA/ GEORGIA/ INDIA/ IRAN/ ISRAEL/ KUWAIT/ LATVIA/ LEBANON/ MOROCCO/ PAKISTAN/ REPUBLIC OF KOREA/ RUSSIAN FEDERATION/ SAUDI ARABIA/ SINGAPORE/ SYRIA/ TURKEY/ UNITED ARAB EMIRATES/ UNITED STATES/ FEDERAL REPUBLIC OF YUGOSLAVIA/ CYPRUS/ INDONESIA/ LITHUANIA/ POLAND/ SUDAN: Universalization of the Ottowa Convention
…/09/2002
KAZAKHSTAN/ ZIMBABWE/ VENEZUELA/ SUDAN/ UKRAINE/ DRC/ URUGUAY/ MAROCCO/ FYROM/ TUNESIA/ THE HOLY SEE/ CAMEROON/ ARMENIA/ ALGERIA/ BENIN/ BHUTAN/ BOLIVIA/ BOSNIA AND HERZEGOVINA/ BULGARIA/ BURKINA FASO/ CHILE/ CYPRUS/ ESTONIA/ FRY/ GHANA/ KENYA/ LATVIA/ LIECHTENSTEIN/ LITHUANIA/ MEXICO/ MONACO/ MOZAMBIQUE/ NEPAL/ NICARAGUA/ RUMANIA/ SINGAPORE/ SLOVAKIA/ SLOVENIA/ TANZANIA/ THAILAND/ UGANDA/ ZAMBIA/ ANGOLA/ BELARUS/ COLOMBIA/ EQUADOR/ IVORY COAST/ NAMIBIA/ OMAN/ PHILIPPINES/ QATAR/ SENEGAL/ SRI LANKA : démarche in support of ICOC
…/09/2002
ETHIOPIA/UNITED ARAB EMIRATES/ERITREA/ EGYPT/LEAGUE OF ARAB STATES/QATAR/ DJIBOUTI/SUDAN/KENYA/SAUDI-ARABIA/YEMEN/ LIBYA : Démarche on peace process in Somalia
01/10/2002
DRC: Implementation of Pretoria Agreement
02/10/2002
LEBANON: closure of MTV TV-Station
03-05/10/2002
INDIA/ CUBA/ UGANDA/ CAMEROON/ AUSTRALIA/ BRAZIL/MEXICO/ SENEGAL/ GHANA :Démarche on optional protocol to CAT
04/10/2002
UGANDA: Luanda agreement
04/10/2002
DPKO/DRC: Implementation of Pretoria Agreement
04/10/2002
JAPAN: Death penalty of prisoners by hanging
07/10/2002
BURUNDI: Graves événements près de Gitega
07-08/10/2002
MALAYSIA/ R.of KOREA/ OMAN: Draft optional protocol to CAT
09/10/2002
COTE D’IVOIRE: crisis in the country
09-13/10/2002
CHINA/ THAILAND/ PAKISTAN/ ETHIOPIA/ NEW ZEALAND/ PERU/ SUDAN/ ZIMBABWE/ JAPAN/ ALGERIA/ BENIN/ RUSSIA/ URUGUAY/ KUWAIT: Optional protocol to CAT
14-17/10/2002
SAUDI ARABIA/ SOUTH AFRICA/ VIETNAM/ SINGAPORE : Optional protocol to CAT
10/10/2002
COTE D’IVOIRE: dégradation de la situation politique, militaire et sociale
11/10/2002
BELARUS: Démarches concerning a) Law on freedom of conscience b) Freedom of media and freedom of expression c) Anticipation of a request to allow HOMS to visit prof. Bandazhevsky in jail
14/10/2002
ECUADOR: démarche on ICC
14/10/2002
BELIZE: constitutional amendments
15/10/2002
RUSSIA: Technical amendment to UNSCR 1267 AND 1390
7038/03 Bijlage III bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
81
EN/FR
15/10/2002
CROATIA: Bobetko case
16/10/2002
CHINA: Human Rights
16/10/2002
CHINA: Human Rights
18/10/2002
NIGERIA: Death sentences by stoning
22/10/2002
PALESTINA/GAZA Strip: Death penalties
24/10/2002
ANGOLA: Ratification of the chemical weapons convention
25/10/2002
FRY: Presidential elections
26/10/2002
CONGO: Death Penalty
31/10/2002
IVORY COAST: Support ICoC
…/10/2002
QUATAR, IRAN, NIGERIA, ZAMBIA: Draft protocol to CAT
10-11/2002
CONGO, LEBANON, DRC, DOMINICAN REPUBLIC, RWANDA, ANDORRA, AFGHANISTAN, BHUTAN, EGYPT, ISRAEL, MARSHALL ISLANDS, ST KITTS AND NEVIS, SYRIA, THAILAND, TUVALU : Universality of the Chemical Weapons Convention
01/11/2002
CAMBODGE, BOTSWANA, TOGO: Adoption du protocole facultatif à la convention contre la torture
11/11/2002
PALESINA: passing of death sentences
12/11/2002
CONGO: Convention sur l’interdiction des armes chimiques
13/11/2002
TUNISIA: human rights situation
14/11/2002
UKRAINE: media situation
14/11/2002
ISRAEL: settler harassment and violence against Palestinan civilians
15/11/2002
HONDURAS: killing of street children
16/11/2002
COTE D’IVOIRE: déclaration sur la crise dans le pays
20/11/2002
CAPE VERDE, SAO TOME E PRINCIPE: chemical weapons convention
20/11/2002
BURMA: political prisoners
21/11/2002
ANGOLA, COTE D’IVOIRE, OMAN, PHILIPPINES, QATAR, SRI LANKA: ratification du statut de Rome
22/11/2002
SENEGAL: Groupe de contact international sur le Liberia
25/11/2002
SUDAN: troop build up in east Sudan
26/11/2002
CHECHNYA: Return of IDPs from Ingushetia
26/11/2002
SWAZILAND: threaths tp the independence of the judiciary
28/11/2002
LAOS: death sentences of drug traffickers in Laos
29/11/2002
TOGO: parliamentary elections
…/11/2002
AFGHANISTAN, ALGERIA, BANGLADESH, BHUTAN, CHILE, EGYPT, INDIA, INDONESIA, IRAN, KENYA, MALAYSIA, MEXICO, MOZAMBIQUE, PAKISTAN, TANZANIA, THAILAND, VIETNAM, CUBA, AZERBAIJAN, ETHIOPIA, KUWAIT, MOROCCO, DRC, LIBYA, GEORGIA, SUDAN, KAZAKHSTAN, GABON, JAMAICA, RWANDA, MAURITANIA, LAOS: support of ICOC
…/11/2002
ALBANIA, ANGOLA, ARMENIA, AZERBAIJAN, BURKINA FASO, CAPE VERDE, CHILE, CHINA, COTE D’IVOIRE, CZECH REPUBLIC, EGYPT, GEORGIA, INDONESIA, JAPAN,KENYA, KUWAIT, LEBANON, MALAYSIA, MEXICO, MONACO, MAROCCO, NICARAGUA, OMAN, PAKISTAN, PHILIPPINES, QATAR, REP. OF KOREA, RUSSIAN FEDERATION, SAO TOME E PRINCIPE, SINGAPORE, SRI LANKA, SYRIA, THAILAND, UNITED ARAB EMIRATES, VIETNAM, DOMINICAN REPUBLIC, EL SALVADOR, JAMAICA, KYRGYSZTAN, MALTA, BAHAMAS, BAHRAIN, BARBADOS, GUATEMALA, SAINT LUCIA, SOLOMON ISLANDS, YEMEN, ALGERIA, BANGLADESH, INDIA, IRAN, LITHUANIA, MOZAMBIQUE, TUNESIA, : Rome statute of the ICC
5/12/2002
SUDAN: troop build up in East Sudan
10/12/2002
ARMENIA: media situation
13/12/2002
CHINA: Death sentences in Tibet
13/12/2002
FRY: ICTY Co-operation
16/12/2002
CHECHNYA: return of IDPs from Ingushetia
18/12/2002
ISRAEL: IDF destruction of Palestinian infrastructure
18/12/2002
CHECHNYA: Joint EU-US demarche on the mandate of the OSCE Assistance Group to Chechnya
19/12/2002 + 21/12/2002
WESTERN SAHARA: moroccan prisoners of war
23/12/2002
NORTH KOREA: nuclear facilities
7038/03 Bijlage III bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
82
EN/FR
23/12/2002
CHECHNYA: return of IDPs from Ingushetia
27/12/2002
NORTH KOREA: Russian views of situation in North Korea
30/12/2002
TURKEY: note vebal on Cyprus’s eligibility for EU membership
31/12/2002
ZIMBABWE: breach of Vienna Convention
7038/03 Bijlage III bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
83
EN/FR
Bijlage IV bij de BIJLAGE
DIALOGUE POLITIQUE AVEC LES PAYS ASSOCIES (PECOs, Chypre, Malte, Turquie) REUNIONS TENUES en 2002
Niveau Chefs d'Etat
(1) (2) (3) (4)
Niveau ministériel
Niveau Hauts fonctionnaires
Niveau experts
1er semestre 2002 (ES)
19.02.02 804/02 (Estonie) 19.02.02 854/02 (Lettonie) 19.02.02 904/02 (Littuanie) 12.03.02 1804/02 (Roumanie) 12.03.02 2009/02+7187/02 (Rép. Slovaque) 15.04.02 957/02 (Slovénie) 16.04.02 (Turquie)
08.01.02 (4) 01.03.02 (1)(2)(3)(4) (informelle) 17.05.02 (4)
[8]
2e semestre 2002 (DK)
18.11.02 1735/02 (Rép. Tchèque) 18.11.02 1916/02 (Bulgarie) 18.11.02 1516/02 (Hongrie) 18.11.02 1425/02 (Pologne)
12.07.02 (4) 17-18.10.02 (1)(2)(3)(4) (informelle)ACN VIL170/02 31.10.02 (4)
[7]
Bulgarie, Hongrie, Pologne, Roumanie, République Slovaque, République Tchèque, Slovénie Estonie, Lettonie, Lituanie Chypre, Malte (à partir 2e semestre 1999) Turquie (à partir 1er semestre 2000)
7038/03 Bijlage IV bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
84
EN/FR
DIALOGUE POLITIQUE AVEC LES PAYS TIERS REUNIONS TENUES EN 2002 ([x] : nombre de réunions au niveau "Experts") AELE/EEE Niveau et Composition:
Chefs d'Etat/Gouvernement
Ministres
Hauts fonctionnaires
Experts
1er sem. 02 (ES)
12.03.02 1604/02
[6]
2e sem. 02 (DK)
22.10.02 1609/02
[7]
AFRIQUE Niveau et Composition:
Chefs d'Etat/Gouvernement
Ministres
Hauts fonctionnaires
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
28.11.02 15197/02
24-25.09.02 12533/02 25-26.11.02 15114/02
ALBANIE Niveau et Composition:
Ministres
1er sem. 02 (ES)
Hauts fonctionnaires
12.03.02
2e sem. 02 (DK) ALGERIE Niveau et Composition:
Ministres
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
05.06.02
AMERIQUE LATINE ET CARAÏBES Niveau et Composition: 1er sem. 02 (ES)
Chefs d'Etat/Gouvernement
Hauts fonctionnaires
17.05.02 8802/02
29/30.01.02 1151/02 11/12.03.02 1152/02 25/26.04.02 1153/02
[1]
2e sem. 02 (DK) ARMENIE Niveau et Composition:
Chefs d'Etat/Gouvernement
Ministres
Hauts fonctionnaires
Experts
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
30.09.02 12458/02
8-10.10.02
ARYM Niveau et Composition:
Ministres
1er sem. 02 (ES)
Hauts fonctionnaires
16.04.02
Experts [1]
2e sem. 02 (DK)
[1]
ASEAN Niveau et Composition:
Ministres
1er sem. 02 (ES)
Hauts fonctionnaires 16.05.02
2e sem. 02 (DK)
31.7-1.8.02
20-22.11.02
ASIE-EUROPE (ASEM) Chefs d'Etat/Gouvernement
Ministres
Hauts fonctionnaires
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
23-24.09.02
7038/03 Bijlage IV bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
85
EN/FR
AUSTRALIE Niveau et Composition:
Ministres
1er sem. 02 (ES)
31.01.02
2e sem. 02 (DK)
31.07.02
Hauts fonctionnaires
Experts [1]
AZERBAÏDJAN Niveau et Composition:
Chefs d'Etat/Gouvernement
Ministres
Hauts fonctionnaires
Experts
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
30.09.02 12459/02
8-10.10.02
BRESIL Niveau et Composition:
Experts
2e sem. 02 (DK)
[2]
CANADA Niveau et Composition:
Chefs d'Eat/Gouvernement
Ministres
Hauts fonctionnaires
Experts
1er sem. 02 (ES)
08.05.02 + 8664/02 + 8492/1/02
6.03.02
22.02.02
[8]
2e sem. 02 (DK)
19.12.02 15860/02
7.10.02
15.09.05
[15]
CEDEAO/ECOWAS Niveau et Composition:
Hauts fonctionnaires
1er sem. 02 (ES)
9.04.02
2e sem. 02 (DK)
29.11.02 15405/02 0094/03
CHINE Niveau et Composition:
Ministres
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
24.09.02 12335/02
12.09.02
Hauts fonctionnaires
Experts
18.06.02
[2]
18.11.02 5.11.02
[3]
COMMUNAUTE ANDINE Niveau et Composition: 1er sem. 02 (ES)
Chefs d'Etat/Gouvernement
Ministres
18.05.02 8804/02
2e sem. 02 (DK)
14.09.02
CONSEIL DE COOPERATION DU GOLFE Niveau et Composition:
Ministres
1er sem. 02 (ES)
28.02.02 3502/02
2e sem. 02 (DK)
14.09.02
Hauts fonctionnaires 05.02.02
COREE DU SUD Niveau et Composition:
Chefs d'Etat/Gouvernement
Ministres
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
Hauts fonctionnaires,
Experts
27.03.02 18.06.02 24.09.02 12334/02
30.07.02
[2]
COREE DU NORD Niveau et Composition:
Ministres
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
7038/03 Bijlage IV bij de BIJLAGE
Hauts fonctionnaires
Experts
15-18.06.02 01.08.02
IR/sh DG E Coord
86
EN/FR
CROATIE Niveau et Composition: 1er sem. 02 (ES)
Ministres
Hauts fonctionnaires
Ministres
Hauts fonctionnaires
19.02.02
2e sem. 02 (DK) CUBA Niveau et Composition: 1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
14.11.02
ETATS UNIS Niveau et Composition: 1er sem. 02 (ES)
Chefs d'Etat/Gouvernement
25.02.02
2e sem. 02 (DK)
Ministres
Hauts fonctionnaires
Experts
10.04.02
22.01.02 (troika+"15")
[21]
13.09.02 18.12.02
08.07.02
[14]
GEORGIE Niveau et Composition:
Chefs d'Etat/Gouvernement
Ministres)
Hauts fonctionnaires
Experts
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
30.09.02 12462/02
8-10.10.02 28.11.02
GROUPE DE RIO Niveau et Composition:
Ministres
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
13.09.02
GROUPE DE SAN JOSE Niveau et Composition:
Ministres
1er sem. 02 (ES)
18.05.02 8806/02
2e sem. 02 (DK)
13..09.02
INDE Niveau et Composition:
Chefs d'Etat/Gouvernement
Ministres
Hauts fonctionnaires
1er sem. 02 (ES)
14.02.02
02.05.02
2e sem. 02 (DK)
10.10.02 12994/02
16.09.02
Experts
[2]
INDONESIE Niveau et Composition:
Ministres
Hauts fonctionnaires
Experts
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
24.09.02
7/8.11.02
IRAN Niveau et Composition:
Hauts fonctionnaires
1er sem. 02 (ES)
04.02.02
2e sem. 02 (DK)
10.09.02
[1]
ISRAËL Niveau et Composition:
Ministres
1er sem. 02 (ES)
23.04.02
2e sem. 02 (DK)
21.10.02 13329/02
7038/03 Bijlage IV bij de BIJLAGE
Hauts fonctionnaires
IR/sh DG E Coord
Experts
87
EN/FR
JAPON Niveau et Composition:
Chefs d'Etat/Gouvernement
Ministres
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
Hauts fonctionnaires 28.03.02
Experts [4]
08.07.02 10853/02
[4]
JORDANIE Niveau et Composition:
Ministres
1er sem. 02 (ES)
Hauts fonctionnaires
10.06.02 9703/02
2e sem. 02 (DK) KAZAKHSTAN Niveau et Composition:
Ministres
Hauts fonctionnaires
Experts
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
23.07.02 11252/02
10-14.06.02
KIRGHIZSTAN Niveau et Composition:
Ministres
Hauts fonctionnaires
Experts
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
23.07.02 11251/02
10-14.06.02
MERCOSUR Niveau et Composition: 1er sem. 02 (ES)
Chefs d'Etat/Gouvernement
Ministres
Hauts fonctionnaires
Ministres
Hauts fonctionnaires
17.05.02 8803/02
2e sem. 02 (DK)
14.09.02
MEXIQUE Niveau et Composition: 1er sem. 02 (ES)
Chefs d'Etat/Gouvernement
18.05.02 8805/02
13.05.02 3855/02
2e sem. 02 (DK)
3.10.02
MOLDOVA Niveau et Composition: 1er sem. 02 (ES)
Ministres
Hauts fonctionnaires
16.04.02 7927/02 07.06.02
2e sem. 02 (DK) NIGERIA Niveau et Composition:
Hauts fonctionnaires
1er sem. 02 (ES)
11.06.02
2e sem. 02 (DK) NON ALIGNES Niveau et Composition:
Ministres
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
15.09.02
NOUVELLE ZELANDE Niveau et Composition:
Ministres
1er sem. 02 (ES)
06.05.02
2e sem. 02 (DK)
20.09.02
7038/03 Bijlage IV bij de BIJLAGE
Experts
IR/sh DG E Coord
88
EN/FR
OCI Niveau et Composition:
Hauts fonctionnaires
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
14.09.02
OLP Niveau et Composition: 1er sem. 02 (ES)
Ministres
Hauts fonctionnaires
Ministres
Hauts fonctionnaires
23.04.02
2e sem. 02 (DK) OUZBEKISTAN Chefs d'Etat/Gouvernement
Niveau et Composition: 1er sem. 02 (ES)
Experts
29.01.02
2e sem. 02 (DK)
10-14.06.02
PAKISTAN Niveau et Composition:
Hauts fonctionnaires
1er sem. 02 (ES)
Experts
16.03.02 (ad hoc) 19.03.02 (ad hoc)
2e sem. 02 (DK) PROCESSUS DE BARCELONE Niveau et Composition:
Ministres
1er sem. 02 (ES)
22+23.04.02 8254/02
2e sem. 02 (DK)
Hauts fonctionnaires 06.02.02 04.04.02 12.06.02 18.09.02
RUSSIE Niveau et Composition:
Chefs d'Etat/Gouvernement
Ministres
Hauts fonctionnaires
Experts
1er sem. 02 (ES)
29.05.02 9424/02
2.04.02 15.04.02 7926/02
20.02.02 15.03.02
[14]
2e sem. 02 (DK)
11.11.02
13.09.02 17.10.02
2.10.02 9.12.02
[14]
SADC Niveau et Composition:
Ministres
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
Hauts fonctionnaires 25+26.04.02 8546/02
7/8.11.02 14100/02
[1]
SOUDAN Niveau et Composition:
Hauts fonctionnaires
1er sem. 02 (ES)
05.02.02 12.03.02 04.06.02
2e sem. 02 (DK)
9-10.12.02
SRI LANKA Niveau et Composition:
Ministres
Hauts fonctionnaires
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
7038/03 Bijlage IV bij de BIJLAGE
14-17.10.02
IR/sh DG E Coord
89
EN/FR
TURKMENISTAN Niveau et Composition: 1er sem. 02 (ES)
Hauts fonctionnaires
Experts
Hauts fonctionnaires
Experts
29.01.02
2e sem. 02 (DK) UKRAINE Niveau et Composition:
Chefs d'Etat/Gouvernement
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
Ministres 10.01.02 11.03.02 7026/02
04.07.02 10607/02
30.05.02
[5]
28.10 26.11.02
[4]
ETATS-UNIS/CANADA Niveau et Composition:
Hauts fonctionnaires
Experts
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
27.09.02
NATIONS UNIES Niveau et Composition:
Ministres
Hauts fonctionnaires
1er sem. 02 (ES) 2e sem. 02 (DK)
7038/03 Bijlage IV bij de BIJLAGE
13.09.02
IR/sh DG E Coord
90
EN/FR
Bijlage V bij de BIJLAGE RAPPORTS DES CHEFS DE MISSION DES ETATS MEMBRES DE L'UNION EUROPEENNE 2002 PAYS
OBJET
DATE
AFGHANISTAN
Human Rights
13/03/2002
ALBANIA
Suggestions en vue d’une stabilisation de la situation
13/02/2002
ALBANIA
SAP for Albania
26/04/2002
ALGERIE
Situation politique avant les élections
09/05/2002
ARGENTINA
Situation in the country
06/03/2002
ARMENIA
Priorities for EU action on Southern Caucasus
30/08/2002
AZERBAIJAN
Referendum in Azerbaijan
30/08/2002
BANGLADESH
Violence against minorities
05/02/2002
BANGLADESH
Governement deployment of army troops in anti-crime drive
28/11/2002
BALI
Terrorist attacks
19/10/2002
BELARUS
Economy in Belarus
01/02/2002
BELARUS
Death penalty in Minsk
21/03/2002
BELARUS
Proposed WEU PA visit to Belarus
03/05/2002
BELARUS
Belarus-Russia G8
24/06/2002
BELARUS
Belarusian Humanities University
02/09/2002
BELARUS
Human Rights and freedom of expression
23/09/2002
BELARUS
Issue of AMG in Belarus
15/10/2002
BELARUS
Coming EU-Russia Summit
15/10/2002
BELARUS
Report on 3 démarches
15/10/2002
BELARUS
EU benchmarking programme towards the country
29/10/2002
BELARUS
Agenda of coming EU-Russia Summit
18/10/2002
BENIN
Demarche regarding the elections
15/04/2002
BENIN
Rapport sur le Forum des parlementaires africains pour le NEPAD
15/10/2002
BENIN
Continuing démarche
06/11/2002
BOSNIA AND HERZEGOVINA
Human Rights
15/03/2002
BOSNIA AND HERZEGOVINA
SAP in BiH
23/04/2002
BOSNIA AND HERZEGOVINA
Production and export of arms
29/05/2002
BURKINA FASO
Elections législatives
16/05/2002
BURKINA FASO
Death penalty
17/11/2002
BURUNDI
Human Rights in 2001
07/05/2002
BURUNDI
Négociations en vue d’un cessez-le-feu
11/09/2002
BURUNDI
Death penalty
08/11/2002
BURUNDI
Negotiations in Dar Es Salaam
18/11/2002
BURUNDI
Evaluation de la situation actuelle dans le pays
02/12/2002
CAMBODIA
Human Rights
07/03/2002
7038/03 Bijlage V bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
91
EN/FR
PAYS
OBJET
DATE
CAMEROUN
Déroulement des élections
25/07/2002
CAMEROUN
Bakassi peninsula
18/11/2002
CAMEROUN
Death penalty
12/12/2002
CAP VERT
Death penalty
21/11/2002
CENTRAL ASIA
EU-OSCE Cooperation in Central Asia
08/11/2002
CENTRAL AFRICAN REPUBLIC
Relations with Tchad
28/11/2002
CHECHNYA
Human Rights
12/03/2002
CHILI
CEPAL
06/06/2002
CHINA
Human Rights
12/02/2002
CHINA
Human Rights
01/10/2002
CHINA
Article 23 of the basic law of Hong Kong
28/11/2002
COLOMBIA
First steps adopted by the president
21/06/2002
COLOMBIA
Situation in the country and the role of the international community
20/09/2002
COLOMBIA
Internal displacement and current situation
04/12/2002
CONGO
Referendum Constitutionnel
07/02/2002
CONGO
Observation du processus électoraux
06/05/2002
CONGO
Situation humanitaire
04/06/2002
CÔTE D’IVOIRE
Dialogue politique et art. 8 de l’accord de Cotonou
31/01/2002
CÔTE D’IVOIRE
Regional Elections
24/07/2002
CÔTE D’IVOIRE
Vue de Burkina Faso sur les actions des rebelles
01/10/2002
CÔTE D’IVOIRE
Situation dans le pays
17/10/2002
CÔTE D’IVOIRE
Situation dans le pays
28/10/2002
CÔTE D’IVOIRE
Crise dans le pays
07/11/2002
CÔTE D’IVOIRE
Rencontre avec le président Gbagbo
19/11/2002
CÔTE D’IVOIRE
Rencontre avec le premier ministre Pascal Affi N’guessan
26/11/2002
CROATIA
Human Rights
06/03/2002
CROATIA
Situation in the country
22/04/2002
CUBA
Human Rights situation
27/02/2002
CUBA
Political dialogue
13/09/2002
CUBA
Human rights situation
25/10/2002
DJIBOUTI
Situation interne
17/06/2002
DJIBOUTI
Situation interne
08/07/2002
DJIBOUTI
Violations supposées des droits de l’homme
04/09/2002
DRC
Situation politique et économique
05/09/2002
DRC
Death penalty
30/10/2002
DRC
Death penalty
06/11/2002
DPRK
Human Rights situation
25/02/2002
DPRK
Presidential Elections
26/03/2002
DPRK
Current situation in the country
07/10/2002
DPRK
Latest situation in the country
04/12/2002
7038/03 Bijlage V bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
92
EN/FR
PAYS
OBJET
DATE
EAST TIMOR
Human Rights
08/03/2002
EGYPT
Death penalty
06/11/2002
ERITREA
Democratisation process
11/01/2002
ERITREA
Situation in the country
12/04/2002
ERITREA
Position on SR Serri
02/05/2002
ERITREA
Position on SR Serri
03/05/2002
ERITREA
High level troika mission to Asmara
08/07/2002
ERITREA
Position of Eritrea on the peace process
09/07/2002
ERITREA
Latest developments in the country
29/08/2002
ERITREA
Overall political trend
03/10/2002
ERITREA
Developments between Eritrea and Sudan
21/10/2002
ERITREA
Possibilities of resumption of the dialogue between the Government of Eritrea and the EU
28/10/2002
ERITREA
Recent developments between Eritrea and the Sudan
28/10/2002
ERITREA
Yemen Eritrea fishing rights
24/10/2002
ERITREA
Death penalty
08/11/2002
ETHIOPIA
Policy towards Somalia and Nairobi peace conference
30/05/2002
ETHIOPIA
Report on the visit of Senator Serri
31/05/2002
ETHIOPIA
Economic Commission for Africa
04/06/2002
ETHIOPIA
Incidents in Tepi and Awassa
28/06/2002
ETHIOPIA
Events in Tepi and Awassa
09/07/2002
ETHIOPIA
Incidents in Tepi and Awassa
30/09/2002
ETHIOPIA
Death Penalty
06/11/2002
ETHIOPIA
Developments in the country
08/11/2002
ETHIOPIA
Political Dialogue
29/11/2002
ETHIOPIA
Follow-up to incidents in Tepi ans Awassa
12/12/2002
FRY
FRY’s accession to the Council of Europe
08/10/2002
FRY
FRY’s accession to the Council of Europe
01/11/2002
FYROM
SAP for FYROM
23/04/2002
FYROM
Recontruction, de-mining and See-University
12/06/2002
FYROM
Political assessment of the security situation in FYROM
11/07/2002
GABON
Elections législatives
08/02/2002
GABON
Death penalty
06/11/2002
GEORGIA
Religious Freedom
07/03/2002
GEORGIA
Priorities for EU action on Southern Caucasus
30/08/2002
GEORGIA
Conclusions of the fourth EU-Georgia Cooperation Council
24/10/2002
GEORGIA
HOM meeting with President Shevardnadze
10/12/2002
GHANA
EU-Ghana informal Dialogue
27/02/2002
GHANA
EU-Ghana informal Dialogue
10/05/2002
GUATEMALA
Human Rights
26/07/2002
GUATEMALA
Demarche in June 02 concerning Human Rights
20/09/2002
7038/03 Bijlage V bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
93
EN/FR
PAYS
OBJET
DATE
GUATEMALA
Record of lunch with President Portillo
24/12/2002
GUINEE-BISSAU
Développements après la démarche
30/01/2002
GUINEE-BISSAU
TOR for establishment of a flexible dialogue
28/03/2002
GUINEE-EQUATORIALE GUINEEEQUATORIALE GUINEEEQUATORIALE
Situation politique et droits de l’homme
06/05/2002
Démarche des CdM à Malabo
23/05/2002
Proces de Malabo
14/06/2002
GUINEE
Situation politique
15/02/2002
GUINEE
Situation politique
29/04/2002
GUINEE
Préparation des élections
29/05/2002
GUINEE
Déroulement des élections législatives
23/07/2002
GUINEE
Elections législatives
14/08/2002
HAITI
Situation in the country
09/10/2002
HONDURAS
Situation in the country
23/12/2002
INDIA
Gujarat events
18/04/2002
INDIA
Riots in Gujarat
23/04/2002
INDIA
Humanitarian situation in Gujarat
31/07/2002
INDIA
Observing of Jammu and Kashmir assembly elections in the autumn of 2002
20/08/2002
INDIA
Assembly Elections in Jammu and Kashmir
08/10/2002
INDIA
Prospects for future dialogue in Jammu & Kashmir and with Pakistan
31/10/2002
INDIA
Jammu and Kashmir and human rights
03/12/2002
INDIA
Jammu and Kashmir and human rights
04/12/2002
INDONESIA
Visit to Papua Province
03/05/2002
INDONESIA
Implementation of the GAC Conclusions
05/09/2002
IRAN
Political situation
07/02/2002
IRAN
Human Rights situation
12/02/2002
IRAN
Possible Human Rights dialogue with Iran
18/07/2002
IRAN
EU-Iran meetings on 12, 16 and 17 December
10/12/2002
ISRAEL
Arab minority in Israel
27/03/2002
ISRAEL
Recent events in Jenin
06/06/2002
JORDANIE
Situation in the country
24/05/2002
KAZAKHSTAN
Regrouping of missions
11/02/2002
KAZAKHSTAN
Zakiyanov case
30/03/2002
KAZAKHSTAN
Zakiyanov case
12/04/2002
KENYA
Elections
05/04/2002
KENYA
Meeting with minister of Finance
30/05/2002
KENYA
Meeting with minister of Environment
30/05/2002
KENYA
Election preparation and observation
05/07/2002
KENYA
Situation in the country
06/09/2002
KENYA
Status in the Eldoret of the IGAD sponsored peace process
25/10/2002
7038/03 Bijlage V bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
94
EN/FR
PAYS
OBJET
DATE
KENYA
Sudanese peace negotiations
24/10/2002
KENYA
Death penalty
21/11/2002
KENYA
Elections
26/11/2002
KENYA
Developments in electoral situation
20/12/2002
LEBANON
ESCWA
05/06/2002
LESOTHO
Elections
27/05/2002
LESOTHO
Voting in the Elections
27/5/2002
LESOTHO
Death penalty
13/11/2002
LIBERIA
Désordre généralisé dans le pays
09/07/2002
LIBERIA
Situation in the country
05/09/2002
LIBERIA
Meeting with liberian minister of foreign affairs
12/12/2002
LIBYA
Death penalty
06/11/2002
MADAGASCAR
Elections
01/02/2002
MADAGASCAR
Elections
19/02/2002
MADAGASCAR
Situation in the country
04/03/2002
MADAGASCAR
Situation in the country
10/04/2002
MADAGASCAR
Situation in the country
12/04/2002
MADAGASCAR
Derniers événements
30/04/2002
MADAGASCAR
Situation in the country
06/05/2002
MADAGASCAR
Situation in the country
23/05/2002
MALI
Elections présidentielles
27/05/2002
MALI
Parliamentary elections
21/08/2002
MALI
Death penalty
14/11/2002
MALI
Meeting with president Toure
09/12/2002
MALAWI
Political Developments
11/01/2002
MALAWI
Rapidly evolving political situation
25/06/2002
MALAWI
Political situation in the country
25/10/2002
MALAWI
Political situation
07/11/2002
MALAWI
Death penalty
20/11/2002
MALAWI
Support for political parties ahead of elections in 2004
16/12/2002
MALEISIA
EU-Asean relations
16/12/2002
MAURETANIE
Situation politique
04/02/2002
MOLDAVIE
Situation politique
07/03/2002
MOLDOVA
EU assistance
03/06/2002
MOLDOVA
PACE resolution
09/10/2002
MOLDOVA
Sanctions towards Transniestria
02/12/2002
MOLDOVA
Résolution 1280 de l’APCE
31/07/2002
MOLDOVA
Chairmanship in COE Committee of ministers
17/12/2002
MORROCO
Reformes législatives dans le domaine politique
18/06/2002
MORROCO
Death penalty
06/11/2002
7038/03 Bijlage V bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
95
EN/FR
PAYS
OBJET
DATE
MOZAMBIQUE
Political Dialogue with Mozambique
23/05/2002
MOZAMBIQUE
Death penalty
17/11/2003
MYANMAR
Situation of Human Rights
05/02/2002
MYANMAR
Meeting with Daw Aung San Suu Kyi
03/06/2002
MYANMAR
Measures by the EU in response to political situation
07/06/2002
MYANMAR
ASSK’s freedom of movement
02/07/2002
MYANMAR
Possible EU demarche on death penalty
01/11/2002
MYANMAR
Latest developments
13/12/2002
NAIROBI
Economic situation for Africa
04/06/2002
NAMIBIA
Land reform process
04/10/2002
NAMIBIA
Land reform process
18/11/2002
NAMIBIA
Proposal for démarche
16/12/2002
NEPAL
Bhutanese Refugees
08/01/2002
NEPAL
Escalation of conflict
18/03/2002
NEPAL
Human Rights
03/04/2002
NEPAL
Human Rights
08/04/2002
NEPAL
Deteriorating security and political situation
08/05/2002
NEPAL
Latest developments in Nepal and the dissolution of the local elected bodies
16/08/2002
NEPAL
EU Elections Observation
30/09/2002
NEPAL
Human Rights situation
13/11/2002
NICARAGUA
Elections
09/05/2002
NICARAGUA
Situation in the country
27/09/2002
NIGERIA
Death sentence by stoning of Amina Lawal
28/08/2002
NIGERIA
Death penalty
06/11/2002
NIGERIA
Engagement of EU and Independent National Electoral Commission
07/11/2002
NIGERIA
Bakassi peninsula
18/11/2002
NIGERIA
Situation in the country
16/12/2002
NORTH KOREA
DPRK’s foreign relations at the beginning of 2002
05/02/2002
NORTH KOREA
DPRK/ROK Naval Crash
31/07/2002
NORTH KOREA
Briefing by DPRK MFA
25/10/2002
NORTH KOREA
Latest developments
25/10/2002
NORTH KOREA
Increasing pressure on the DPRK
04/12/2002
PARAGUAY
Political, economic and social situation
27/06/2002
PAKISTAN
Security of EU election observers and proposed constitutional an electoral reforms
16/7/2002
PERU
Recent political and economic developments
11/11/02
PERU
Situation in the country
17/12/2002
PHILIPPINES
Death penalty in the Philippines
19/08/2002
PHILIPPINES
Death penalty in the Philippines
19/08/2002
RUSSIA
Case of Grigorii Pasko
01/02/2002
7038/03 Bijlage V bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
96
EN/FR
PAYS
OBJET
DATE
RUSSIA
Death Penalty
01/02/2002
RUSSIA
Human Rights Dialogue
27/09/2002
RUSSIA
Situation of the Meskhetian Turks
08/10/2002
RWANDA
Human Rights
21/03/2002
RWANDA
Internal Political Situation
11/04/2002
RWANDA
Implementation of Pretoria Agreement
07/10/2002
RWANDA
Political situation
01/11/2002
RWANDA
Death penalty
25/11/2002
SAO TOME
Death penalty
21/11/2002
SAUDI ARABIA
Human Rights
18/12/2002
SENEGAL
Participation du secteur privé du Nepad
23/04/2002
SENEGAL
Death penalty
06/11/2002
SIERRA LEONE
Elections
10/06/2002
SLOVAKIA
Political situation
06/05/2002
SRI LANKA
EU Election Observation Mission
08/02/2002
SRI LANKA
Declaration on peace process and Hom‘s visit
30/07/2002
SOMALIA
Nairobi Reconciliation Conference on Somalia
10/05/2002
SOMALIA
Peace process in Somalia
14/08/2002
SOMALIA
Monitoring of the ceasefire in Somalia by the AU
17/11/2002
SOMALIA
Peace process in Eldoret, Kenya
03/12/2002
SOMALIA
Eldoret peace process
03/12/2002
SOUTH AFRICA
EU-South Africa political dialogue
04/07/2002
SOUTH AFRICA
EU-South Africa political dialogue
16/09/2002
SOUTH KOREA
ROK perceptions of developments in DPRK
31/10/2002
SOUTH KOREA
Relations with North Korea
11/11/2002
SOUTH KOREA
Lunch meeting with Minister Choi Hong Sung
20/11/2002
SOUTH KOREA
Human Rights
13/12/2002
SUDAN
EU-Sudan dialogue meeting
12/02/2002
SUDAN
Human Rights
13/02/2002
SUDAN
Nuba mountains
20/02/2002
SUDAN
Latest dialogue meeting in Khartoum
22/03/2002
SUDAN
Meeting with the Sudanese Ambassador to Eritrea
22/03/2002
SUDAN
Mission to the South
23/04/2002
SUDAN
Meeting with the Sudanese Governement
06/05/2002
SUDAN
Meeting with chairman of the CEAWC
17/05/2002
SUDAN
EU-Sudan Dialogue meeting
12/06/2002
SUDAN
Meeting with Minister of Guidance and Endownments
13/06/2002
SUDAN
EU-Sudan dialogue
23/07/2002
SUDAN
New Demarche on death penalty
27/08/2002
SUDAN
Sudanese peace process
12/09/2002
7038/03 Bijlage V bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
97
EN/FR
PAYS
OBJET
DATE
SUDAN
Sudanese peace process and situation in the country
18/09/2002
SUDAN
Meeting with Igad Mediator
11/10/2002
SUDAN
EU-Sudan political dialogue
31/10/2002
SUDAN
Death penalty
11/11/2002
SUDAN
Assessment of the progress on the 2002 commitments
13/11/2002
SUDAN
Political dialogue meeting
06/12/2002
SUDAN
Meeting with the board of the National Press Council
12/12/2002
SWAZILAND
Meeting of EU Heads of Mission in Mbabane and the King of Swaziland
19/09/2002
SWAZILAND
Situation in the country and reaction to démarche
12/12/2002
SWITZERLAND
UN office in Geneva
06/06/2002
SYRIA
Political situation and elements for political dialogue
02/08/2002
TANZANIA
Situation of refugees in Burundi
29/06/2002
TANZANIA
Death penalty
08/11/2002
TCHAD
Elections législatives
14/05/2002
THAILAND
ESCAP
04/06/2002
THAILAND
Exiled Burmese political activists
11/09/2002
TOGO
Deterioration de la situation politique à Togo
29/01/2002
TOGO
Anticipated legislative elections
27/03/2002
TOGO
Political situation
24/05/2002
TOGO
Elections législatives
09/10/2002
TOGO
Elections législatives
28/10/2002
TUNESIA
Death penalty
06/11/2002
UGANDA
Progress against key indicators
12/02/2002
UGANDA
Death penalty
06/11/2002
UKRAINE
Frontière Moldavo-Ukrainienne
04/02/2002
UKRAINE
Forthcoming elections
21/03/2002
UKRAINE
The media situation in the country
21/10/2002
UKRAINE
Media situation
17/12/2002
VENEZUELA
Political and economic situation
05/04/2002
VENEZUELA
Situation politique
17/05/2002
VENEZUELA
Meeting with OAS Secretary
11/11/2002
VENEZUELA
Situation politique
28/11/2002
VENEZUELA
Situation in the country
09/12/2002
VIETNAM
Human Rights
18/04/2002
YEMEN
Yemen Eritrea fishing rights
21/10/2002
YEMEN
Election monitoring
20/12/2002
YUGOSLAVIA
Human Rights
08/03/2002
ZAMBIA
Electoral process in Zambia
11/01/2002
ZAMBIA
EU Troika visit to President Mwanawasa
24/01/2002
ZAMBIA
Electoral process
01/02/2002
7038/03 Bijlage V bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
98
EN/FR
PAYS
OBJET
DATE
ZAMBIA
Zambia’s cobalt
01/02/2002
ZAMBIA
Elections
28/02/2002
ZANZIBAR
Assessment on the evolution of the political reconciliation process
05/02/2002
ZIMBABWE
Situation in Zimbabwe and Art. 96 consultations
21/01/2002
ZIMBABWE
Electoral observations
14/02/2002
ZIMBABWE
Presidential Elections
18/03/2002
ZIMBABWE
Elections
11/04/2002
ZIMBABWE
Sanctions against Zimbabwe
10/07/2002
ZIMBABWE
Government reshuffle in Zimbabwe
09/09/2002
ZIMBABWE
Food crisis in Zimbabwe
04/11/2002
ZIMBABWE
Death penalty
06/11/2002
ZIMBABWE
South african policy on Zimbabwe
26/11/2002
7038/03 Bijlage V bij de BIJLAGE
IR/sh DG E Coord
99
EN/FR
Bijlage VI(a) bij de BIJLAGE
FICHE FINANCIERE ACTION COMMUNE 2002//PESC portant nomination du Représentant spécial de l'Union européenne dans l'ancienne République yougoslave de Macédoine (Dépenses administratives)
LIGNE BUDGETAIRE : Section II Conseil : ligne 1113 du Budget 2002 "Conseillers spéciaux et autres personnes mandatées par le Conseil".
BASE JURIDIQUE Décision du Conseil du 30.3.2000 concernant "les directives relatives à la procédure de nomination et au régime administratif applicable aux RSUE" (doc. 7089/00 PESC 136 FIN 104). Déclaration du 20.7.2000 (doc. 10455/00) du Parlement européen et du Conseil sur les dépenses de la politique étrangère et de sécurité commune imputées au Budget général. Action commune 2001/760/PESC du 29 octobre 2001 portant nomination du Représentant spécial de l'Union européenne dans l'ancienne République yougoslave de Macédoine. 1 ° °
°
L'action commune expire le 30 juin 2002. L'action commune du 29 octobre 2001 dispose, dans son Article 3, paragraphe 2 que : "A compter du 1er janvier 2002, les dépenses administratives du Représentant spécial de l'Union européenne sont progressivement prises en charge par le budget du Conseil, sur décision du Secrétaire général/Haut Représentant et dans la limite des dotations disponibles pour les Représentants spéciaux sur la ligne 1113 du Budget de l'Union européenne, Section II (Conseil)."
1
JO n° L 287 du 31.10.2001, p. 1.
7038/03 Bijlage VI(a) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
100
EN/FR
Les dépenses administratives qui peuvent être prises en charge par le Budget (Section II) du Conseil sont : § § § § §
Les frais de déplacement Skopje/Bruxelles du RSUE Les frais courants de bureau Les frais de télécommunications pour le RSUE Les frais de représentation pour le RSUE Les frais administratifs divers.
Ces frais peuvent être imputés sur le Budget (Section II) du Conseil à concurrence d'un plafond global de € 100.000 pour le période 1 mars 2002- 30 juin 2002.
7038/03 Bijlage VI(a) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
101
EN/FR
Bijlage VI(b) bij de BIJLAGE
FICHE FINANCIERE ACTION COMMUNE 2002//PESC portant nomination du Représentant spécial de l'Union européenne dans l'ancienne République yougoslave de Macédoine (Dépenses administratives)
LIGNE BUDGETAIRE : Section II Conseil : ligne 1113 du Budget 2002 "Conseillers spéciaux et autres personnes mandatées par le Conseil".
BASE JURIDIQUE Décision du Conseil du 30.3.2000 concernant "les directives relatives à la procédure de nomination et au régime administratif applicable aux RSUE" (doc. 7089/00 PESC 136 FIN 104). Déclaration du 20.7.2000 (doc. 10455/00) du Parlement européen et du Conseil sur les dépenses de la politique étrangère et de sécurité commune imputées au Budget général. Action commune 2001/760/PESC du 29 octobre 2001 portant nomination du Représentant spécial de l'Union européenne dans l'ancienne République yougoslave de Macédoine. (1) ° °
°
L'action commune expire le 31 décembre 2002. L'action commune du 29 octobre 2001 dispose, dans son Article 3, paragraphe 2 que : "A compter du 1er janvier 2002, les dépenses administratives du Représentant spécial de l'Union européenne sont progressivement prises en charge par le budget du Conseil, sur décision du Secrétaire général/Haut Représentant et dans la limite des dotations disponibles pour les Représentants spéciaux sur la ligne 1113 du Budget de l'Union européenne, Section II (Conseil)."
(1)
JO n° L 287 du 31.10.2001, p. 1.
7038/03 Bijlage VI(b) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
102
EN/FR
Les dépenses administratives qui peuvent être prises en charge par le Budget (Section II) du Conseil sont : § § § § §
Les frais de déplacement Skopje/Bruxelles du RSUE Les frais courants de bureau Les frais de télécommunications pour le RSUE Les frais de représentation pour le RSUE Les frais administratifs divers.
Ces frais peuvent être imputés sur le Budget (Section II) du Conseil à concurrence d'un plafond global de € 150.000 pour la période 1er juillet 2002- 31 décembre 2002.
7038/03 Bijlage VI(b) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
103
EN/FR
Bijlage VI(c) bij de BIJLAGE
FICHE FINANCIERE Financement par le Conseil des dépenses administratives relatives aux Représentants Spéciaux de l'Union européenne - Renouvellement mandat de M. BROUHNS-
LIGNE BUDGETAIRE : Section II Conseil : ligne 1113 "Conseillers spéciaux ".
BASE JURIDIQUE Décision du Conseil du 30.3.2000 concernant "les directives relatives à la procédure de nomination et au régime administratif applicable aux RSUE" (doc. 7089/00 PESC 136 FIN 104). Déclaration du 20.7.2000 (doc. 10455/00) du Parlement européen et du Conseil sur les dépenses de la politique étrangère et de sécurité commune imputées au Budget général.
7038/03 Bijlage VI(c) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
104
EN/FR
REPRESENTANT SPECIAL FYROM(1) FICHE FINANCIERE - BUDGET 2003 (euros) A - Frais de personnel Représentant spécial : rémunération brute conforme aux articles 5 et 82 du régime applicable aux autres agents des Communautés européennes (2) : Salaire du personnel local :
130.000 46.800
Total frais de personnel :
176.800
p.m. : le personnel détaché reste rémunéré par son Etat membre d'origine.
B - Frais de mission Per diem / hôtel Pour le RSUE
24.600
Transport Pour le RSUE:
11.400
Total frais de mission
: 36.000
C - Autres frais administratifs Assurances personnel local Assurances RSUE Frais de télécommunications Location des bureaux Gestion de bureau Répas de sécurité rapprochée Frais de représentation
900 5.000 28.800 18.000 6.000 4.800 6.000 Total autres frais administratifs : Total imprévus 2% Total général
: : : Total :
7038/03 Bijlage VI(c) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
69.500 282.300 5.700 288.000 288.000
105
EN/FR
Bijlage VI(d) bij de BIJLAGE FICHE FINANCIERE PESC Domaine politique: PESC. Politique Extérieure et de Sécurité Commune Activité: EUPM European Union Police Mission in BiH DÉNOMINATION DE L’ACTION: ACTION COMMUNE DU CONSEIL DU 11 MARS 2002 RELATIVE A LA MISION DE POLICE DE L’UE EN BOSNIE AND HERZEGOVINE (EUPM) 1.
LIGNE BUDGÉTAIRE + INTITULÉ B8-012: «Résolution de conflits, vérifications, soutien aux processus de paix et stabilisation» sous réserve des disponibilités des crédits.
2.
DONNÉES CHIFFRÉES GLOBALES
2.1
Enveloppe totale de l’action (partie B): +/- 74Mio€ en CE
2.2
Période d’application: 2002-2005. Décision annuelle du Conseil sur le budget.
2.3
Estimation globale pluriannuelle des dépenses: (Réf: Conclusions du Conseil du 18 février 2002 relatives à la EUPM. Annexe IV sur les aspects financiers)
a) Echéancier 2002 crédits d'engagement/crédits de paiement (intervention financière) PM 2002 «Redéploiement entre les priorités existantes au sein du budget PESC» (cf. point 6.1.1) Mio€ Année n+5 2002 2003 2004 2005 n + 4 et Total exer. suiv. Crédits 14 14M€ d'engagement Mio€ Crédits de paiement
14M€
14M€
a.1) Echéancier 2003-2005 crédits d'engagement/crédits de paiement (intervention financière) (Réf: Conclusions du Conseil du 18 février 2002 relatives à la EUPM. Annexe IV sur les aspects financiers en annexe) (voir aussi point 2.4) Mio€ Année n+5 2002 2003 2004 2005 n + 4 et Total PM exer. suiv. Crédits 14 20M€ 20M€ 20M€ 74M€ d'engagement Mio€ Crédits de paiement
14M€
7038/03 Bijlage VI(d) bij de BIJLAGE
20M€
20M€
15M€
5M€
74M€
MCL/sh DG E Coord
106
EN/FR
b) Assistance technique et administrative (ATA) et dépenses d’appui (DDA) (cf. point 6.1.2) CE 0 CP 0 Sous-total a+b CE
0
CP
0
c) Incidence financière globale des ressources humaines et autres dépenses de fonctionnement (cf. points 7.2 et 7.3) CE/CP
0
TOTAL a+b+c
2.4
2.5
CE
74M€
CP
74M€
Compatibilité de l’action (2003-2005) avec la programmation financière et les perspectives financières. X
Proposition compatible avec la programmation financière existante jusqu’au montant de 10M€. Pour le montant restant de 10M€ voir conclusions du Conseil du 18 février 2002 relatives à la EUPM et son annexe sur les aspects financiers en annexe.
X
Proposition compatible avec le plafond des perspectives financières, jusqu’au montant de 10M€. Pour le montant restant de 10M€ voir conclusions du Conseil du 18 février 2002 relatives à la EUPM et son annexe sur les aspects financiers en annexe.
X
Recours aux dispositions de l’accord interinstitutionnel (consultation avec le Parlement Européen) et/ou art.28.3TUE. Voir conclusions du Conseil du 18 février 2002 relatives à la EUPM et son annexe sur les aspects financiers en annexe.
Incidence financière sur les recettes x Aucune implication financière (concerne des aspects techniques relatifs à la mise en œuvre d'une mesure)
7038/03 Bijlage VI(d) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
107
EN/FR
3.
CARACTÉRISTIQUES BUDGÉTAIRES
Nature de la dépense DNO
Nouvelle
Participation AELE
Participation pays tiers1
OUI/
NON
/NON
CD
Rubrique PF N° 4
2002
4.
BASE LÉGALE Traité de l’Union Européenne, en particulier l’article 14 du Traité.
5.
DESCRIPTION ET JUSTIFICATION *.- Il s’agit d’une décision politique du Conseil *.- L’article 9 de la Décision du Conseil prévoit un montant indicatif pour 2002 de 14.000.000€ sur le budget PESC nécessaire à sa réalisation.
5.1
Nécessité d'une intervention de l’Union
5.1.1 Objectifs poursuivis Cette Action Commune (EUPM) est la première mission de police que l’UE lance dans le cadre du développement de la PESC/PESD. A la fin de cette année les Nations Unies clôtureront leur mission de police en Bosnie and Herzebovine (IPTF) et c’est l’UE qui va reprendre à l’intérieur de la EUPM plusieurs fonctions jusqu’à présent assurées par les NU. En 2002, l’UE lance la phase de planification de la mission de police de l’UE qui sera pleinement effective en 2003, 2004 et 2005. Pendant 2002, la structure de la mission devra être mise en place, tous les appels d’offres devront être lancés et tout le matériel nécessaire à la mission devra être acheté. Le budget 2002 vise notamment l’achat de matériel nécessaire à la mission pendant les années suivantes. Les budgets annuels 2003-2005 feront l’objet d’un libellé postérieur. 5.1.2 Dispositions prises relevant de l’évaluation ex-ante Plusieurs rapports ont étés faits afin de prévoir la reprise de la mission de NU (IPTF) par l’UE et/ou par une autre organisation internationale comme l’OSCE. Dans ce cadre l’on peut citer le rapport Monk de novembre 2001.
1
La participation de pays tiers est prévue pour la phase 2003-2005. Le libellé des contributions sera fait dans les Fiches Financières respectives
7038/03 Bijlage VI(d) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
108
EN/FR
En outre deux missions conjointes Conseil/Commission ont eu lieu à Sarajevo en décembre 2001 et Janvier 2002 afin de faire l’analyse de faisabilité politico-institutionel sur place. L’unité police du Secrétariat Générale du Conseil a effectué aussi des missions techniques à Sarajevo afin d’étudier les différents volets techniques ainsi que les coûts de l’opération. 5.1.3 Dispositions prises à la suite de l’évaluation ex-post Une évaluation ex-post (premier semestre 2003) de la phase de planification devra être effectuée par la Commission afin de vérifier le bon fonctionnement de toute la structure administrative mise en place pour les questions budgétaire et d’appels d’offres et afin de contrôler la bonne exécution du budget 2002 et dans le respect de procédures d’appel d’offres visant l’achat de matériel. 5.2
Actions envisagées et modalités de l'intervention budgétaire Appels d’offres visant l’achat du matériel dans les domaines suivants: Transport, Télécommunications, Matériel de bureau. Coûts en personnel en découlant.
5.3
Modalités de mise en œuvre Selon la pratique dans la PESC la Commission conclut un contrat type 1avec le Chef de la Mission de Planification /Chef de la Mission / Police Commissionner , M. XXX et en conformité avec l’art. XXX dudit contrat elle met à sa disposition le montant déterminé dans la décision du Conseil et qui est nécessaire à l’accomplissement de sa mission en 2002. Il sera responsable de la bonne gestion de ce budget ainsi que pour les appels d’offres et l’achat du matériel nécessaire à la mission.
6.
INCIDENCE FINANCIÈRE
6.1
Incidence financière totale sur la partie B (pour toute la période de programmation)
(Le mode de calcul des montants totaux présentés dans le tableau ci-après doit être expliqué par la ventilation dans le tableau 6.2. ) 6.1.1 Intervention financière 2002 Ventilation
Année 2002
Transport CIS Office Equipment Medical + Miscellaneus Planning costs Imprevus TOTAL
7.468.250€ 4.039.000€ 1.047.985€ 30.000€ 1.400.000€ 14.765€ 14.000.000€
1
CE en Mio€ n+1
n+2
n+3
n+ 4
n + 5 et exercices suivants
Total 7.468.250€ 4.039.000€ 1.047.985€ 30.000€ 1.400.000€ 14.765€ 14.000.000€
Contrat type de « special advisor » agrée par le Service Juridique, DG Admin, DG Budget de la Commission.
7038/03 Bijlage VI(d) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
109
EN/FR
6.1.2 Assistance technique et administrative (ATA), dépenses d'appui (DDA) et dépenses TI (crédits d’engagement) NEANT
6.1.3 Intervention financière 2003-2005 CE en Mio€ (Réf: Conclusions du Conseil du 18 février 2002 relatives à la EUPM. Annexe IV sur les aspects financiers en annexe) (voir aussi point 2.4) Ventilation Transport CIS Office Equipment Medical + Miscellaneus Planning costs Imprevus Operational running costs Personnel costs (international civilian staff and local staff) 2 TOTAL
6.2.
Année 2002 PM 7.468.250€ 4.039.000€ 1.047.985€ 30.000€ 1.400.000€ 14.765€
Total 1
2003
2004
11.000.000 9.000.000
11.000.000 9.000.000
2005
11.000.000 9.000.000
14.000.000€
7.468.250€ 4.039.000€ 1.047.985€ 30.000€ 1.400.000 14.765€ 33.000.000 27.000.000
74.000.000€
Calcul des coûts par mesure envisagée en partie B (pour 2002) CE en Mio€ LINE
CONCEPT
ESTIMATION
vehicles 4x4 vehicles 4x4 armored vehicles Sedan vehicles Minibuses Truck with crane Medium truck Medium forklift Carlog equipment
Based on UNMBIH and EUMM experience 235 vehicles 3 vehicles 2 vehicles 2 vehicles 1 vehicle 1 vehicle 1 vehicle 1 per vehicle 4x4
1. TRANSPORTATION 1.1 Vehicles 1.1.1 Vehicles 4x4 1.1.2 Armored vehicles 1.1.3 Sedan 1.1.4 Minibuses 1.1.5 Truck 1.1.5 Truck 1.1.6 Forklift 1.1.7 Carlog Total vehicles
1
2
QTY
235 3 2 2 1 1 1 235
BASE
25000 150100 25000 28000 75000 70000 38000 450
TOTAL
5.875.000 450.300 50.000 56.000 75.000 70.000 38.000 105.750 6.720.050
Une adaptation du budget et de la FF sera fait annuellement avec le libellé des dépenses annuelles. Les détachements de « international civilian staff » effectués par les Etats participants à la EUPM et/ou par les Institutions Communautaires pourraient affecter les prévisions budgétaires.
7038/03 Bijlage VI(d) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
110
EN/FR
Based on UNMBIH and EUMM experience
1.2 Workshop 1.2.1 Hoist till 1.2.2 Bridge till 2 t 1.2.3 Exhaust 1.2.4 Compressor 1.2.5 Equipment 1.2.6 Stock Total Workshop 1.3 Air operations 1.3.1 Positioning 1.3.2 Painting Total air operations TOTAL TRANSPORTATION 2. CIS 2.1 Radio
Heavy-duty four-post hoist till 4t
480.000 697.200 Heli pad
VHF/UHF equipment
Based on UNMBIH planing and estimation (Could be saved if it is possible to use the current net.) (Could be saved if it is possible to use the current net.) 1 every field office and the HQ, and one in reserve 1 every person Only to be used in Sarajevo and for emergency purposes 1 every vehicle
2.1.2 Repeaters
Repeaters, trunked
2.1.3 Base stations 2.1.4 Handy talkieVHF 2.1.5 Handy talkie
Handy talkie, VHF Handy talkie, UHF trunked
2.1.6 Mobile radio 2.1.7 Pagers 2.1.8 Paging encoders 2.1.9 Trunking controller 2.1.10 GSM Total Radio communication 2.2 Satellite equip. 2.2.1 Phones Total Satellite equipment 2.3 Switching equip. 2.3.1 Exchange
Mobile radio
Satellite phones
Telephone exchange for Main HQ Small telephone exchange
2.3.5 Console
Landlines Non-secure plain paper facsimile Telephone operators console
2.3.6 Crypt
Telephone set crypt
2.3.7 Voice system Total Switching equipment 2.4 Miscellaneous 2.4.1 Facsimile
Voice mail system
Total Miscellaneous 2.5 Test and Workshop 2.5.1 Communications 2.5.2 Devices 2.5.3 IT Total Test an Workshop
10.000 193.000
Helicopter positioning Helicopter painting
Repeaters, general
2.3.3 Phones 2.3.4 Facsimile
2.500 5.200
Exhaust system with 4 connections Heavy-duty air compressor Hand and machine tools and special equipment Spare parts
2.1.1 Repeaters
2.3.2 Exchange
6.500
Facsimile machines, crypt
43.000 8.000 51.000 7.468.250
50
4000
200.000
12
8000
96.000
30
1700
51.000
520 35
400 1200
208.000 42.000
244 20 6 1 250
500 150 500 30000 150
122.000 3.000 3.000 30.000 37.500 792.500
30
2500
75.000 75.000 50.000
1 every field office, 1 in Main HQ and 1 in reserve
1 every field office, 1 in Main HQ and 1 in reserve 1 every field office, 1 in Main HQ and 1 in reserve
1 every field office, 1 in Main HQ and 1 in reserve
30
5000
150.000
210 45
60 1200
12.600 54.000
30
2000
60.000
30
8500
255.000
1
34000
34.000 615.600
30
8500
255.000
255.000 100.000 30.000 120.000 250.000
Spare parts IT equipment, spare parts
7038/03 Bijlage VI(d) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
111
EN/FR
2.6 Other equipment 2.6.1 Copier 2.6.2 Copier
Copier, high volume Copier, medium volume
2.6.3 Projector
Computer projectors
2.6.4 Shredders Total Other equipment 2.7 Data processing 2.7.1 Desktop computer 2.7.2 Printers 2.7.3 UPS 2.7.4 Notebook 2.7.5 Network switch 2.7.6 Router 2.7.7 Scanners 2.7.8 Digital cameras 2.7.9 Software 2.7.10 Tools 2.7.11 Server 2.7.12 Mirror server 2.7.13 Backup system 2.7.14 Installation Total Data processing TOTAL CIS 3. OFFICE EQUIPMENT 3.1 Module 3.1.1 Chair and desk 3.1.2 Filing cabinet 3.1.3 Bookcase 3.1.4 Visitor chair 3.1.5 Computer table 3.1.6 Coat stand 3.1.7 Safe 3.1.8 Meeting room 3.1.9 Cafeteria Total module for offices 3.2 Containers 3.2.1 Containers
Total containers 3.3 Module
Computer with monitor Network laser printers Uninterrupted power system Notebook computer Network switch for HQ. Network router Scanners Digital photo cameras Software licenses Micosoft office, antivirus, protection Server (file and mail) Mirror server Back-up system Installation costs
Equipment for the main HQ
1 per person in main HQ, rest one PC every 2-3 officers 1 every computer
1 every computer
5 30
18000 10000
90.000 300.000
6
6400
38.400
32
4500
144.000 572.400
300
1500
450.000
60 300 70 30 1 30 30 300
1000 300 2400 12000 4000 1000 1000 150
60.000 90.000 168.000 360.000 4.000 30.000 30.000 45.000 44.000
2 1
15000 15000
30.000 15.000 2.500 150.000 1.478.500 4.039.000
125 90 90 90 125 90 5
370 289 179 120 120 20 2000
46.250 26.010 16.110 10.800 15.000 1.800 10.000 12.000 50.000 187.970
150
4400
660.000
International personnel and local staff
Computer table and chair Safe Cafeteria equipment
Containers for offices, fully equiped
In case could not be used local police premises
Module to equiped the containers
For an average team of 15 police officers 2 chair and desk per container 1 per container 1 per 2 container 2 coat stand every 28 field offices
660.000
3.3.1 Chair and desk 3.3.2 Filing cabinet 3.3.3 Bookcase 3.3.3 Coat stands Total Module for containers 3.4 Miscellaneous
1 every field office, 1 in Main HQ and 1 in reserve Pool for presentations purposes
Other office equipments
300
370
111.000
150 75 56
289 179 40
43.350 13.425 2.240 170.015 30.000
Staples, pen, papers, whiteboard, folders,…..
TOTAL OFFICE EQUIPMENT 4. MEDICAL 4.1 Medical 5. MISCELLANEOUS 5.1 Maps 5.2 Various Total Miscellaneous
1.047.985
Medical treatment, equipment
10.000
Operational maps Flags, berets, badges,…
5.000 15.000 20.000
7038/03 Bijlage VI(d) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
112
EN/FR
6. PLANNING COSTS 6.1 International staff1 6.2 Local staff 6.3 Mission travel costs 6.4 Investements costs 6.5 Operating costs 6.6 Unforseen Total 7.- IMPREVUS TOTAL SET UP COSTS
Cost for the planning Contratcts for 10 international Civ. For 9 months 5 local staff
630.000 52.250 185.000 270.000 240.500 22.250 1.400.000 14.765 14.000.000
Cars, télf., computers, etc Bills, services, supply, etc
7.
INCIDENCE SUR LES EFFECTIFS ET LES DEPENSES ADMINISTRATIVES
7.1.
Incidence sur les ressources humaines (NEANT)
7.2
Incidence financière globale des ressources humaines NEANT)
7.3
Autres dépenses de fonctionnement découlant de l’action (NEANT)
8.
SUIVI ET ÉVALUATION
8.1
Système de suivi La Présidence a la responsabilité politique de la mise en œuvre des décisions prises en vertu du titre V du TUE (Action Commune). La Commission va entreprendre une évaluation technique de l’action dans le cadre de sa compétence d’exécution budgétaire. L’art. 9.4 de l’AC sur l’EUPM «The Head of Mission shall report fully to and be supervised by the Commission on the activities undertaken in the framework of his contract.»
8.2
Modalités et périodicité de l’évaluation prévue Une évaluation ex-post (premier semestre 2003) de la phase de planification est déjà prévue par la Commission (voir point 5.1.3) afin de vérifier le bon fonctionnement de toute la structure administrative mise en place pour les questions budgétaire et d’appels d’offres et afin de contrôler la bonne exécution faite dans l’exécution du budget 2002 et dans le respect de procédures d’appel d’offres visant l’achat de matériel.
9.
MESURES ANTI-FRAUDE Des contrôles pourront être effectués par les services compétents de la Commission y inclut l’Office Européen de Lutte Anti-Fraude, ainsi que par la Cour des Comptes.
1
Des informations sur le libellé définitif des coûts pourraient être données par le SG du Conseil (si disponibles). PM certaines variables pourraient influencer fortement le libellé de toute la rubrique 6 : salaire du Chef de la Mission ; devoir faire recours au marché libre de travail afin de pourvoir certains postes spécialisés (ex : appels d’offres) à des prix de salaires plus élevés.
7038/03 Bijlage VI(d) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
113
EN/FR
Bijlage VI(e) bij de BIJLAGE
FICHE FINANCIERE PESC
Domaine politique: PESC. Politique Extérieure et de Sécurité Commune Activité: EUPM : Mission de Police de l’Union Européenne en BiH
DÉNOMINATION DE L’ACTION: ACTION COMMUNE DU CONSEIL DU 11 MARS 2002 RELATIVE A LA MISSION DE POLICE DE L’UE 1.
LIGNE BUDGÉTAIRE + INTITULÉ B8-012: «Résolution de conflits, vérifications, soutien aux processus de paix et stabilisation» sous réserve des disponibilités des crédits.
2.
DONNÉES CHIFFRÉES GLOBALES
2.1
Enveloppe totale de l’action (partie B): +/- 74Mio€ en CE
2.2
Période d’application: 2002-2005. Décision annuelle du Conseil sur le budget.
2.3
Estimation globale pluriannuelle des dépenses: (Réf: Conclusions du Conseil du 18 février 2002 relatives à la EUPM, Annexe IV sur les aspects financiers et Action Commun 2002/210/PESC du 11 mars 2002 relative à la Mission de Police de l’UE, Art. 9)
a) Echéancier 2002 crédits d'engagement/crédits de paiement (intervention financière) PM 2002 «Redéploiement entre les priorités existantes au sein du budget PESC» (cf. point 6.1.1) Mio€ Année Année 2002 2002 2003 2004 2005 Total bis Crédits 14 3.3101 16.6902 34 d'engagement Crédits de paiement
1
2
14
2.960
17.040
34
Although the Council decision relates to EUPM 2003 expenditure, part of the amount will be committed on the 2002 Community budget in order to ensure availability of funds from January 2003 on. This amount represents the maximum contribution from the Community budget, of which the contributions of participating Third States will be deducted as they represent a contribution to EUPM running costs (Art.8.1 and 9 of the Joint Action, see also point 6.3)
7038/03 Bijlage VI(e) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
114
EN/FR
a.1) Echéancier 2003-2005 crédits d'engagement/crédits de paiement (intervention financière) Réf: Conclusions du Conseil du 18 février 2002 relatives à la EUPM. Annexe IV sur les aspects financiers en annexe et Action Commune du Conseil 2002/210/PESC du 11 mars 2002, Art.9 (voir aussi point 2.4) Mio€ Année 2002 PM Crédits d'engagement
14 Mio€
Crédits de paiement
14M€
Année 2002 2004 bis + 2003 20M€ 20M€
20M€
20M€
15M€
20M€
2005
n+4
n+5 et exer. suiv.
Total
74M€ 5M€
74M€
b) Assistance technique et administrative (ATA) et dépenses d’appui (DDA) (cf. point 6.1.2) CE
0
CP
0
Sous-total a+b CE
0
CP
0
c) Incidence financière globale des ressources humaines et autres dépenses de fonctionnement (cf. points 7.2 et 7.3) CE/CP
0
TOTAL a+b+c
2.4
CE
74M€
CP
74M€
Compatibilité de l’action (2003-2005) avec la programmation financière et les perspectives financières. X
Proposition compatible avec la programmation financière existante. Cette décision de mise en œuvre de l’action Commune 2002/210/PESC sera financée par le budget de la PESC dans les limites de la décision finale sur le budget 2003.
7038/03 Bijlage VI(e) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
115
EN/FR
2.5
Incidence financière sur les recettes x
3.
Aucune implication financière (concerne des aspects techniques relatifs à la mise en œuvre d'une mesure)
CARACTÉRISTIQUES BUDGÉTAIRES
Nature de la dépense DNO
Nouvelle
Participation AELE
Participation pays tiers1
OUI/
NON
OUI
CD
Rubrique PF N° 4
2003-2005 € 491.500 in 2003 4.
BASE LÉGALE Traité de l’Union Européenne, en particulier l’article 14 du Traité. Action Commun du Conseil 2002/210/PESC du 11 mars 2002, en particulier art. 9
5.
DESCRIPTION ET JUSTIFICATION *.- Il s’agit d’une décision de mise en oeuvre du Conseil *.- P.M. : L’article 9 de l’Action Commune du Conseil prévoit un montant indicatif pour 2002 de 14.000.000€ sur le budget PESC nécessaire à sa réalisation. *.- L’article 9 de l’Action Commune du Conseil prévoit un montant indicatif pour 2003-2005 de 20 Mio € par an.
5.1
Nécessité d'une intervention de l’Union
5.1.1 Objectifs poursuivis Cette Action Commune (EUPM) est la première mission de police que l’UE lance dans le cadre du développement de la PESC/PESD. A la fin de cette année les Nations Unies clôtureront leur mission de police en Bosnie and Herzegovine (IPTF) et c’est l’UE qui va reprendre à l’intérieur de la EUPM plusieurs fonctions jusqu’à présent assurées par les NU. En 2002, l’UE a lancé la phase de planification de la mission de police de l’UE qui sera pleinement effective en 2003, 2004 et 2005. Pendant 2002, la structure de la mission été mise en place, une grande parti des appels d’offres étaient lancés et une parti du matériel nécessaire à la mission a été acheté. Le budget 2002 visait notamment à l’achat de matériel nécessaire à la mission pendant les années suivantes.
1
La participation de pays tiers est prévue pour la phase 2003-2005. Le libellé des contributions est fait dans les Fiches Financières respectives
7038/03 Bijlage VI(e) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
116
EN/FR
A partir du 1 janvier 2003 la EUPM sera 100% opérationnel. Le budget couvrira pour la plupart le coût opérationnel, inclues les salaires de personnel civil international, local, et les coûts de communication et transport. En plus de ça des appels d’offres pour matériel additionnel peut être financé si nécessaire. 5.1.2 Dispositions prises relevant de l’évaluation ex-ante Plusieurs rapports ont étés faits afin de prévoir la reprise de la mission de NU (IPTF) par l’UE et/ou par une autre organisation internationale comme l’OSCE. Dans ce cadre l’on peut citer le rapport Monk de novembre 2001. En outre deux missions conjointes Conseil/Commission ont eu lieu à Sarajevo en Décembre 2001 et Janvier 2002 afin de faire l’analyse de faisabilité politico-institutionel sur place. L’unité police du Secrétariat Générale du Conseil a effectué aussi des missions techniques à Sarajevo afin d’étudier les différents volets techniques ainsi que les coûts de l’opération. Depuis le début de la « start-up phase » de EUPM le Secrétariat du Conseil et la Commission évaluent le progrès de la mission régulièrement, sur niveau politico/institutionnel autant que administrative et technique. 5.1.3 Dispositions prises à la suite de l’évaluation ex-post Une évaluation ex-post (au cours de l’année 2003) de la phase de planification devra être effectuée par la Commission afin de vérifier le bon fonctionnement de toute la structure administrative mise en place pour les questions budgétaire et d’appels d’offres et afin de contrôler la bonne exécution du budget 2002 et dans le respect de procédures d’appel d’offres visant l’achat de matériel. En accord avec art. 6.1.c du contrat entre la Commission et le chef de mission de EUPM un auditeur indépendant et réputé fera à la fin de la « start-up phase » un audit concernant les aspects financier et les appels d’offres. 5.2
Actions envisagées et modalités de l'intervention budgétaire Appels d’offres visant l’achat du matériel additionnelles dans les domaines suivants: Transport, Télécommunications, Matériel de bureau. Couverture du coût de la mission pendant un an.
5.3
Modalités de mise en œuvre Selon la pratique dans la PESC la Commission conclut un contrat type 1 avec le Chef de la Mission de Planification /Chef de la Mission / Police Commissionner , M. Sven Christian Frederiksen et en conformité avec l’art. 5 dudit contrat elle met à sa disposition le montant déterminé dans la décision du Conseil et qui est nécessaire à l’accomplissement de sa mission en 2003. Il sera responsable de la bonne gestion de ce budget ainsi que pour les appels d’offres et l’achat du matériel nécessaire à la mission.
1
Contrat type de « special advisor » agrée par le Service Juridique, DG Admin, DG Budget de la Commission.
7038/03 Bijlage VI(e) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
117
EN/FR
6.
INCIDENCE FINANCIÈRE
6.1
Incidence financière totale sur la partie B (pour toute la période de programmation)
(Le mode de calcul des montants totaux présentés dans le tableau ci-après doit être expliqué par la ventilation dans le tableau 6.2. ) 6.1.1 Intervention financière 2003
CE en Mio€
Personnel
Année 2002 bis + 2003 9.622.000
Transportation
3.330.000
Premises
1.344.000
CIS services
3.578.000
Miscellaneous
1.165.000
Ventilation
Contingency
N+ 1
n+ 2
n+3
n+ 4
n + 5 et exercices suivants
Total
961.000 TOTAL
20.000.0001
6.1.2 Assistance technique et administrative (ATA), dépenses d'appui (DDA) et dépenses TI (crédits d’engagement) NEANT 6.1.3 Intervention financière 2003-2005 (Réf: Conclusions du Conseil du 18 février 2002 relatives à la EUPM. Annexe IV sur les aspects financiers en annexe) (voir aussi point 2.4) CE en Mio€
Transport (equipment)
Année 2002 PM 7.468.250
CIS (equipement)
4.039.000
4.039.000
Office Equipment
1.047.985
1.047.985
Miscellaneus
30.000
Planning costs
1.400.000
Imprevus
14.765
Ventilation
2002 bis + 20032
Total 2004
2005 7.468.252
1.165.000
1.195.000 1.400.000
961.000
975.765
Transport (services)
3.330.000
3.330.000
Premises
1.344.000
1.344.000
Personnel
9.622.000
9.622.000
CIS (services)
3.578.000
3.578.000
TOTAL
1 2
14.000.000€
20.000.000
+/- 20M€
+/- 20M€
+/-74.000.000
Maximum amount to be funded from Community budget, see point 6.3. Une adaptation du budget et de la FF sera fait annuellement avec le libellé des dépenses annuelles.
7038/03 Bijlage VI(e) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
118
EN/FR
6.2.
Calcul des coûts par mesure envisagée en partie B (pour 2002) CE en Mio€
PERSONNEL 1.1. Civilian Police SECONDED 1.1.1 Civpol.
Mission Subsistence Allowance
1.2. Interna. Civilian
Salaries under contract
SECONDED
1.2.1 Commisioner
Salary
11.000 euros per month
1
132.000
132.000
1.2.2 Principal advisor
Salary
8.000 euros per month
2
96.000
192.000
1.2.3 Interna. Experts
Salary
5.800 euros per month
37
69.600
2.576.000
7.000 euros per month
10
84.000
1.2.4 Chief of Unit, specialist 1.3 Insurance
Insurance (disability, death)
840.000 250.000
1.4 Salary reserve
750.000
1.5 Miscellaneous International personnel
45.000
Total Inter. personnel
4.785.000
1.4 Local Staff
Salaries under contract
1.4.1 Interpreter/clerk
Salary
Based on EUMM and UNMBIH average costs 850 euros per month
253
10.200
2.581.000
1.4.2 Drivers
Salary
750 euros per month
2
9.000
18.000
1.4.3 Administrative
Salary
950 euros per month
28
11.400
319.000
1.4.4 Workshop employes
Salary
750 euros per month
7
9.000
63.000
1.4.5 Security employes
Salary
480 euros per month
16
5.760
92.000
1.4.6 Cleaning personnel
Salary
400 euros per month
8
4.800
1.4.7 Social security
Percentages (different for RS and Federation) of calculated salary
1.4.8 Meal allowance
meal allowance
assistant
39.000 1.015.000
0 euro per working day (250 per
0
year) 1.4.9 Other expenses
All other expenses
1% of salaries
1.4.10 Legal assistants /
Salary
1150 euros per month
33.000 10
13.800
138.000
Experts 1.4.11 Tax
Percentages (different for RS and Federation) of calculated salary
121.000
Total Local staff
4.419.000
1.5 Travel costs
1.5.2 Interna. Personnel
Travel to Brussels (and
50.000
elsewhere) 1.5.3 Senior staff
Conferences and meetings
204.000
1.5.4 Local staff 1.5.5 In mission travel 1.5.6 Freight
Accomodations, daily allowances Freight, carriage and other
106.000
Part of Article 6.7 Postage
expenditure 1.5.7 Travel insurance 1.5.8 International Civilian
8.000 Incoming and outcoming experts on contract
50
1.000
50.000
experts Total travel costs
418.000
TOTAL PERSONNEL
7038/03 Bijlage VI(e) bij de BIJLAGE
9.622.000
MCL/sh DG E Coord
119
EN/FR
2. TRANSPORTATION 2.1 Vehicles 2.1.1 Fuel
Fuel costs
9,500,000 Km per year at 9,5 Km/l. 1.063. at 0.75 euro/liter
0,75
797.000
158
2.1.2 Lubricants
Lubricants costs
Standard rate of 10% of fuel costs
2.1.3 Maintenance
Spare parts and maintenance
400 euros per year
321
400
130.000
80.000
2.1.4 Insurance
Cars insurance
Current rates: 650 euros per year
321
650
208.000
Total vehicles
1.215.000
2.2 Workshop 2.2.1 Running costs 2.2.2 Tyres
Based on expert estimation Change due to wear and
Based on expert estimation
170.000 678
115
78.000
208
67.000
damage 2.2.3 Carwash
Normal use cars once a week
4 euro per car per week
321
Total Workshop
315.000
2.3 Air operations 2.3.1 Helicopter rental
Rental costs for a helicopter
40 hours per month at EUR 3,750
2.3.2 Fuel&lubricants
aviation fuel and lubricants and
480
3.750
1.800.000
per hour included in rental
necessary equipment Total air operations
1.800.000
TOTAL TRANSPORTATION
3.330.000
3. PREMISES 3.1 Rental 3.1.1 Mission HQ
Service fee use of UN house
50000 Sq. meters necessary
3.1.2 Field offices
Rent (incl. Heating)
Rent of local premises (average
5.000
65
325.000
42
19.000
791.000
KM 3,000 per month) Total rental
1.116.000
3.2 Supply/maintenance 3.2.1 Mission HQ
Costs of mission HQ premises
Part of service fee
3.2.2 Field offices
Shared costs in local police
none
0
premises 3.2.3 Maintenance
Maintenance and refurbishment
45.000
Total supply/maintenance 3.3 Other expenditures
45.000 Sanitation and cleaning material 15250 euros per month
12
TOTAL PREMISES
15.250
183.000 1.344.000
4. CIS 4.1 Satellite commu.
Satellite charges
Based on EUMM costs and figures
522.000
4.2 Telephone/fax
Fixed tel/fas charges
Based on EUMM costs and figures
1.543.000
4.3 Mobile commu.
Mobile communications charges Based on EUMM costs and figures
979.000
4.4 ISP network
ISP network
15,600 euros per month
187.000
4.5 Field cost
Network costs for field offices
included under 4.2
4.6 Maintenance
Maintenance, repair,
80.000
replacement 4.7 IT supplies
Toners, Cdwritables, backup
4.8 Radio
Base and mobile stations
241.000
supplies 26.000
TOTAL CIS
7038/03 Bijlage VI(e) bij de BIJLAGE
3.578.000
MCL/sh DG E Coord
120
EN/FR
5. SERVICES 5.1 Contracts
0
included in 3.3 other expenditure premises
6. MISCELLANEOUS 6.1 Supplies
Stationary and offices supplies
6.2 Representation
Representational and public
120.000 55.000
relations 6.3 Press
News services/news papers
30.000
6.4 Medical evacuation
Emergency medical evacuation
12.000
6.5 Uniform presentation Berets, car stickers, badges, insignia etc. 6.6 Security measures
9.000
Close protection and additional
744.000
security measures for the Commissioner 6.7 Postage
costs of mail and expedition
6.8 Financial costs
Costs of banking
6.9 Welfare
Gymnasium, visits, receptions
6.10 Auditing
Auditing EUPM (financial)
15.000 5.000 100.000 40.000
reports 6.11 Miscellaneous
Unforeseen
35.000
TOTAL MISCELLANEOUS
1.135.000
7. SPECIAL PROJECTS 7.1 Contingency
961.000
Unforeseeable expenditures
TOTAL RUNNING COSTS
20.000.000
6.3 Third States Contributions to the running costs
491.500
Based on an Art. 24 TEU agreement (Draft Council Doc. 12644/1/02) 18 Third States will participate in EUPM (Bulgaria, Canada, Cyprus, Czech Republic, Estonia, Hungary, Iceland, Latvia, Lithuania, Norway, Poland, Romania, Russia, Slovakia, Slovenia, Switzerland, Turkey and Ukraine). According to the draft financial arrangement between the Head of EUPM and the Third States the obligatory contribution to the running costs of 25.000 € as well as any additional voluntary contributions will have to be deposited in EUPM’s bank account by 31 March 2003. Total pledges so far add to the total amount of 491.500 € but only after 31 March 2003 this amount can be confirmed. Art. 8.1 and 9 of the Joint Action 2002/210/CFSP of 11 March 2002 as well as Art.6 (Contributions to the running costs) of the Art. 24 TEU agreement to be concluded with Third States contributing to EUPM states that these contributions are part of the running costs. Consequently they will be deducted from the total amount of agreed running costs. 7.
INCIDENCE SUR LES EFFECTIFS ET LES DEPENSES ADMINISTRATIVES
7.1.
Incidence sur les ressources humaines (NEANT)
7.2
Incidence financière globale des ressources humaines NEANT)
7.3
Autres dépenses de fonctionnement découlant de l’action (NEANT)
7038/03 Bijlage VI(e) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
121
EN/FR
8.
SUIVI ET ÉVALUATION
8.1
Système de suivi La Présidence a la responsabilité politique de la mise en œuvre des décisions prises en vertu du titre V du TUE (Action Commune). La Commission va entreprendre une évaluation technique de l’action dans le cadre de sa compétence d’exécution budgétaire. L’art. 9.3.b de l’AC sur l’EUPM «Le Chef de la mission/commissaire de police rend pleinement compte à la Commission, qui supervise son action, des activités entreprises dans le cadre de son contrat.»
8.2
Modalités et périodicité de l’évaluation prévue Une évaluation ex-post (au cours de 2003) de la phase de planification est déjà prévue par la Commission (voir point 5.1.3) afin de vérifier le bon fonctionnement de toute la structure administrative mise en place pour les questions budgétaire et d’appels d’offres et afin de contrôler la bonne exécution faite dans l’exécution du budget 2002 et dans le respect de procédures d’appel d’offres visant l’achat de matériel.
9.
MESURES ANTI-FRAUDE Des contrôles pourront être effectués par les services compétents de la Commission y inclut l’Office Européen de Lutte Anti-Fraude, ainsi que par la Cour des Comptes.
7038/03 Bijlage VI(e) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
122
EN/FR
Bijlage VI(f) bij de BIJLAGE FICHE FINANCIERE LEGISLATIVE
Domaine(s) politique(s):
PESC – Politique Etrangère et de Sécurité Commune
Activité(s): EUMM – Mission de Surveillance de l’Union Européenne
DÉNOMINATION DE L’ACTION: Action Commune 2002/…/PESC du …/11/2002 prorogeant le mandat de la Mission de Surveillance de l'Union Européenne (EUMM).
1.
LIGNE(S) BUDGÉTAIRE(S) + INTITULÉ(S) B8-010 "Prévention de conflits et gestion de crises"
2.
DONNÉES CHIFFRÉES GLOBALES 2.1
Enveloppe totale de l’action (partie B) :
5,182,563 € en CE
2.2
Période d’application 1 janvier - 31 décembre 2003
2.3
Estimation globale pluriannuelle des dépenses
a) Echéancier crédits d'engagement/crédits de paiement (intervention financière) (cf. point 6.1.1) Million € (à la 3ème décimale) Année 2002 Crédits d'engagement Crédits de paiement
Année 2003
5.183
Total 5.183
5.183
5.183
b) Assistance technique et administrative (ATA) et dépenses d’appui (DDA) (cf. point 6.1.2) néant
7038/03 Bijlage VI(f) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
123
EN/FR
c) Incidence financière globale des ressources humaines et autres dépenses de fonctionnement (cf. points 7.2 et 7.3) néant TOTAL a+b+c Crédits d'engagement
5.183
Crédits de paiement
5.183 5.183
5.183
2.4 Compatibilité avec la programmation financière et les perspectives financières þ Proposition compatible avec la programmation financière existante ¨ Cette proposition nécessite une reprogrammation de la rubrique concernée des perspectives financières ¨ y compris, le cas échéant, un recours aux dispositions de l’accord inter-institutionnel. 2.5 Incidence financière sur les recettes þ Aucune implication financière (concerne des aspects techniques relatifs à la mise en œuvre d'une mesure) 3.
CARACTÉRISTIQUES BUDGÉTAIRES
Nature de la dépense DNO
4.
Nouvelle
Participation AELE
Participation pays candidats
Rubrique PF
NON
OUI
OUI
N° 4
CD
BASE LÉGALE
Traité établissant la Communauté européenne Traité sur l'Union européenne, en particulier l'Article 14 du Traité 5.
DESCRIPTION ET JUSTIFICATION
Décision politique du Conseil. L’article 6 de l’Action Commune prévoit un montant de référence de 5.183 million € estimés nécessaires à sa réalisation.
7038/03 Bijlage VI(f) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
124
EN/FR
5.1
Nécessité d'une intervention communautaire
5.1.1 Objectifs poursuivis L'objectif premier de la Mission est de contribuer, de manière souple, en rassemblant et en analysant des informations, conformément aux directives du Secrétaire général/Haut Représentant et du Conseil, à une formulation efficace de la politique de l’Union européenne à l’égard des Balkans occidentaux. A cette fin, l’EUMM est chargée plus particulièrement : a) de suivre l’évolution de la situation politique et en matière de sécurité dans la zone relevant de sa compétence; b) d’accorder une attention particulière à la surveillance des frontières, aux questions interethniques et au retour des réfugiés; c) d’établir des rapports analytiques sur la base des instruction reçues; d) de contribuer à l’alerte rapide du Conseil, à l’instauration de la confiance, dans le cadre de la politique de prévention des conflits et de stabilisation et en consultation avec la Commission. 5.1.2 Dispositions prises relevant de l’évaluation ex ante Les objectifs de l’action ont été conjointement agréés par le Conseil, le Secrétaire général/Haut Représentant et la Commission sur la base de 9 ans d’expérience avec la Mission de Surveillance de la Communauté européenne, le prédécesseur de l’EUMM. 5.1.3 Dispositions prises à la suite de l’évaluation intérim L’EUMM rend compte au Conseil de l’accomplissement de ses tâches, par l’intermédiaire du Secrétaire général/Haut Représentant. Le Secrétaire général/Haut Représentant veille à ce que la Mission fonctionne de façon flexible et rationalisée. Dans cette perspective, il réexamine régulièrement les fonctions et le territoire géographique couvert par l’EUMM afin de continuer à adapter l’organisation interne de la Mission aux priorités de l’Union européenne dans les Balkans occidentaux. En septembre 2002, le Secrétaire général/Haut Représentant a soumis au Conseil un rapport spécial qui a établi une base pour les discussions qui ont abouti au renouvellement du mandat du EUMM. La Commission a été pleinement associée. 5.2
Actions envisagées et modalités de l'intervention budgétaire
Pour réaliser les objectifs et actions précisés sous point 5.1.1, l'UE fournira les ressources opérationnelles nécessaires sous forme d'un budget annuel. Dans le domaine de la responsabilité (AOR) de l’EUMM, les bénéficiaires principaux sont des personnes habitant dans les régions le plus souvent affectées par des affrontements entre groupes et par du conflit politique, qui peuvent profiter des mesures de renforcement de confiance et de sécurité augmentée assurée par la présence des moniteurs de l’EUMM.
7038/03 Bijlage VI(f) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
125
EN/FR
5.3
Modalités de mise en œuvre
La gestion de ces dépenses opérationnelles sera confiée au chef de mission qui agira sous la responsabilité directe de la Commission. Le chef de mission signera un contrat de «Conseiller spécial» avec la Commission. La Commission est chargée de prendre toutes les mesures nécessaires au bon fonctionnement de l'Action, ainsi que de son évaluation. 6.
INCIDENCE FINANCIÈRE
6.1
Incidence financière totale sur la partie B (pour toute la période de programmation)
6.1.1 Intervention financière 5.212 Million € en CE Subvention à 98.11% des dépenses reprises en 6.2.2 Ventilation Contribution CE: Contributions en nature par les Etats Membres (*):
Pourcentage 98.11%
A, B, D, DK, EL, E FIN, F, IRL, IT, NL, PT S, UK
Année 2003 5.183
Total 5.183
1.69% 0.20%
0.089 0.011
0.089 0.011
100%
5.282
5.282
p.m.
Etats Membres non participants: L
néant
Autres contributions (**): Norvège République slovaque TOTAL
(*) Les moniteurs de l’EUMM seront détachés par les pays participants qui continueront à assumer le coût des salaires de base relatif. (**)
La répartition des charges au pro rata pour la Norvège et la République Slovaque repose sur une méthode de calcul basée sur le PNB (chiffres Nations Unies de1993 à 1998). Cette répartition a l'avantage de refléter exactement le même pourcentage pour la Norvège et la République slovaque qu'elles contribuaient avant 2001 au ECMM.
6.1.2 Assistance technique et administrative (ATA), dépenses d'appui (DDA) et dépenses TI (crédits d’engagement) néant
7038/03 Bijlage VI(f) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
126
EN/FR
6.2. Calcul des coûts par mesure envisagée en partie B (pour toute la période de programmation) 6.2.1 Mode / méthode de calcul de l’action (see detailed budget in Annex I) The proposed budget for 2003 is based on the EUMM organisation at the end of 2002, consisting of 114 international and 87 locally-employed personnel (LEP). The budget for 2003 is 5,282,400 EURO, which represents a decrease of 1.83 million € as compared to the EUMM budget of 2002. The decrease is primarily due to cost reductions in three cost centres: · · ·
cost centre 2 (transport, reduced by 1.13 million €), which was exceptionally large due to the fact that the EUMM made a one-off purchase of nine armoured vehicles; cost centre 3 (communications), where a significant reduction has taken place in the use of satellite communications; cost centre 7 (special projects), with the elimination of the provision for possible relocation costs of the HQ made for 2002 (decision was made during 2002 to maintain HQ in Sarajevo).
The budgeting of the EUMM is based on its long-term planning process, available documents and figures as well as on financial forecasting jointly made by cost centre administrators and Mission Office representatives. The budget of 2003 was prepared using current available figures for the first half of 2002 and forecasts of expenditure for the remainder of the year. The costs of the Headquarters (HQ) are high compared to the costs of the Mission Offices (MO) and Regional Offices (RO). HQ buys all the capital items of the Mission. In addition, reserves, all special projects, car insurance, satellite communications, maintenance of communications and IT (except internet costs) and medical expenses are all included in the HQ budget. Also included are the rent and communication costs of the co-located MO Sarajevo.
Justification: Cost Centre 0:
Head of Mission
The salary of the Head of Mission (HOM) corresponds to the basic salary of the grade A2, 4th level, as fixed at Article 66 of the EC staff regulations, determined on the basis of Commission Communication SEC(98)925 (corrigendum SEC(98)1264). In the calculation, salaries are estimated to be revised upward by 2.5 % with retroactive effect to 1 July 2002. A further increase of 2.5 % has been estimated to take effect on 1 July 2003. A hardship allowance of 20 % is added to gross salary. Mission expenditure: on average, HOM is estimated to be on mission 10 days and 9 nights per month. 4 reporting missions to Brussels are budgeted in 2003. The budget covers air travel expenses of HOM. The high-risk insurance is maintained at the same level as in 2002.
7038/03 Bijlage VI(f) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
127
EN/FR
Cost Centre 1:
Local Staff
The number of LEPs has increased from 78 in 2001 to 87 in 2003. Three additional interpreters have been employed in Presevo Valley and of 6 in FYROM. Due to the need to communicate daily with two different ethnicities in these two areas of responsibility, 2 interpreters are needed in each team. Salaries
·
The number of LEP (87) is estimated to be constant in 2002.
·
Salaries of LEPs have been calculated on the basis of current scales used by EU Commission Delegations in different AOR countries without taking into account possible annual revisions. Salary scales are aligned with the EC Delegations in Bosnia and Herzegovina (HQ and MO Sarajevo), Croatia and FYROM. As for salaries of LEPs in the other AOR countries, a provision for a possible alignment to Delegation scales is included in cost centre 7
·
For the employment of day by day employees, especially in the field, the criterion laid down in the standard operating procedures (SOP) is followed and controlled by HQ Head of Personnel.
Insurance contributions ·
Social insurance contributions, consisting of employer’s contributions for pension, disability, health and unemployment insurance, will be paid on the salaries of LEPs in Bosnia and Herzegovina, Croatia and FYROM. In other AORs countries, all applicable social insurance contributions are paid to the employees who are in charge of making these contributions on their own account.
·
In addition, the EUMM will have to pay liability insurance for all LEPs of 0.71 % of the basis salary, amounting to a total amount of 8,600 €.
Cost Centre 2:
Transport
The budget of this cost centre was temporarily higher in 2002 due to the one-off purchase of 9 new armoured vehicles. In 2003, the EUMM will return to normal expenditure level, which follows the replacement rate of written-off vehicles. In 2003, the mission intends to write off 15 SLRs, 4 vans, 2 Discoveries and 10 armoured vehicles. It plans to purchase 4 vans and 6 SLRs. The purchase of 5 SLRs, initially planned for 2003, was brought forward to 2002, with the approval of the Commission. The fuel, maintenance and insurance costs are lower than in 2002.
Cost Centre 3:
Communications
There is a significant decrease in communications costs. The use of satellite communications is reduced due to introduction of Internet connections throughout the mission (see under cost centre 4).
7038/03 Bijlage VI(f) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
128
EN/FR
Cost Centre 4:
IT Equipment
The mission started in 2002 to standardise the IT operating system throughout the mission (Windows 2000). The purchase of licences for these programmes amounts to a total of 80,000
.
A new cost centre 4D has been introduced for Internet costs. In 2002 the costs were accounted for under cost centre 3.
Cost Centre 5:
Logistics
The main part of expenditure consists of the rent of the HQ building (42,500
monthly), which includes the rent of
the co-located MO Sarajevo.
Cost Centre 6: Miscellaneous Medical expenses and newspaper costs remain at their 2002 levels.
Air operations and the sub-heading “all other expenses” decrease by 67 %.
Cost Centre 7:
Special Projects
The special projects authorised by HOM represent a total of 202,000 € of which: – 15,000 € for a possible Medical Evacuation; – 63,000 € is a provision for the possible payment of the social security contributions in the rest of the AOR (Albania, Serbia, Kosovo, Montenegro); – 84,000 € is a provision for the possible increase in salaries of the LEP due to the adaptation of salaries to the EU Commission Delegation scales in Albania, Serbia, Kosovo and Montenegro;
– 40,000 € is for a general reserve. Cost Centre 8:
Representational Entertainment
The representational entertainment and public relations costs are calculated according to the SOP. The rest of the amount is for working luncheons and receptions. There is a decrease of 10,000
Cost Centre 9:
in comparison with 2002.
Contingencies
If the mandate of the EUMM is not extended to 2004, the EUMM should be informed before the end of October 2003 in order to allow for sufficient time to cancel the letting agreements for all accommodations and the employment contracts with the LEP. Part of the contingencies may need to be used to cover possible severance payments to the LEP as well as possible penalty rents and damages to EUMM accommodation.
7038/03 Bijlage VI(f) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
129
EN/FR
6.3
Ventilation par élément de l’action (Budget indicatif en €) Budget indicatif 2002 en €
Centre de dépense
Budget indicatif 2003 en €
245,152 €
242,500 €
1. Personnel local
1,406,375 €
1,443,700 €
2. Transport
1,999,648 €
879,700 €
3. Communications
904,406 €
598,750 €
4. Equipement informatique
144,660 €
263,650 €
1,565,136 €
1,433,800 €
93,413 €
66,350 €
580,651 €
212,350 €
8. Frais de représentation
94,400 €
84,400 €
9. Imprévus
79,603 €
57,200 €
7,113,444 €
5,282,400 €
0. Chef de Mission
5. Location de bâtiments 6. Divers 7. Provisions et frais bancaires
Total
7.
INCIDENCE SUR LES EFFECTIFS ET LES DEPENSES ADMINISTRATIVES
7.1
Incidence sur les ressources humaines p.m.
7.2
Incidence financière globale des ressources humaines p.m.
7.3
Autres dépenses de fonctionnement découlant de l’action p.m.
8.
SUIVI ET ÉVALUATION
8.1
Système de suivi
La Commission peut entreprendre une évaluation de l’Action au courant de l'exercice dans le cadre de sa compétence d’exécution budgétaire. En tout état de cause, le SG/HR, agissant en étroite coordination avec la présidence et la Commission : – définit les tâches de l'EUMM conformément à la politique de l'UE à l'égard des Balkans occidentaux arrêtée par le Conseil ;
7038/03 Bijlage VI(f) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
130
EN/FR
– fournit au Conseil une information régulière sur l'EUMM ; – adapte, en tant que besoin, l'organisation interne de l'EUMM aux priorités de l'UE dans les Balkans occidentaux. 8.2
Modalités et périodicité de l’évaluation prévue
Les objectifs de cette action sont difficilement quantifiables. Des indicateurs de performance et de suivi seront établis en ayant recours si nécessaire à des indicateurs de nature indirecte, en collaboration avec les représentants du Secrétariat Général du Conseil en vue d'évaluer la réussite de l'action proposée. Le Secrétaire Général/Haut Représentant est chargé de réexaminer régulièrement les fonctions et le territoire géographique couvert par l'EUMM, compte tenu des priorités de l'EU dans les Balkans occidentaux, et il en rend compte au Conseil. Le chef de Mission rend pleinement compte à la Commission, qui le supervise, des activités entreprises dans le cadre de son contrat. 9.
MESURES ANTI-FRAUDE
Les services de la Commission, dont l’OLAF, ainsi que la Cour de Comptes auront la possibilité d’effectuer des contrôles. La Commission organisera en 2003 un audit externe qui couvrira les acomptes des deux premières années de l’opération de l’EUMM.
7038/03 Bijlage VI(f) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
131
EN/FR
Cost Centres
HQ
MO Belgrade
MO
EUMM
MO Tirana MO Sarajevo
MO
Skopje
Budget 2003
Zagreb
0 Head of Mission A Salary
216.400
0
0
0
0
0
216.400
13.100
0
0
0
0
0
13.100
C Travel expenses
3.500
0
0
0
0
0
3.500
D High risk insurance
9.500
0
0
0
0
0
9.500
242.500
0
0
0
0
0
242.500
B Mission Allowances
Total 1
Local Staff
A
Salaries
434.000
248.500
157.600
50.000
43.200
55.400
988.700
B
Insurance contributions
102.800
50.050
54.500
9.300
10.600
25.500
252.750
C
Meal allowance
72.000
66.350
28.500
12.900
9.200
10.300
199.250
D
All other expenses
3.000
0
0
0
0
0
3.000
611.800
364.900
240.600
72.200
63.000
91.200
1.443.700
60.000
61.750
37.200
5.550
8.100
10.700
183.300
200.000
19.100
31.600
9.800
4.800
8.400
273.700
Total 2
Transport
A
Fuel
B
Servicing and maintenance
C
Insurance costs
83.000
0
0
0
0
0
83.000
D
Freight and all other
15.000
2.600
300
200
400
2.200
20.700
242.500
1.443.700
expenses
7038/03 Bijlage VI(f) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
132
EN/FR
Cost Centres
HQ
MO Belgrade
MO
EUMM E
Capital expenditure
Total
MO Tirana MO Sarajevo
MO
Skopje
Budget 2003
Zagreb
319.000
0
0
0
0
0
319.000
677.000
83.450
69.100
15.550
13.300
21.300
879.700
44.800
0
0
0
0
0
44.800
879.700
3 Communications A
Satellite comms charges
B
Fixed Tel/Fax charges
200.000
91.350
72.000
36.200
8.700
8.700
416.950
C
Mobile comms charges
53.000
30.900
19.950
4.450
0
5.000
113.300
D
Maintenance of comms
25.000
0
0
0
0
0
25.000
eqpt E
Reimb of private tel calls
63.900
2.000
2.250
450
1.200
0
69.800
F
All other expenditure
16.000
0
0
0
0
0
16.000
G
Capital expenditure
52.500
0
0
0
0
0
52.500
327.400
120.250
89.700
40.200
7.500
13.700
598.750
13.850
0
0
0
0
0
13.850
2.550
0
0
0
0
0
2.550
143.350
0
0
0
0
0
143.350
48.100
29.600
7.600
9.600
0
9.000
103.900
207.850
29.600
7.600
9.600
0
9.000
263.650
Total 4
IT Equipment
A
Maintenance of IT Eqpt
B
All other expenditure
C
Capital expenditure
D
Internet costs
Total 5
598.750
263.650
Logistics
7038/03 Bijlage VI(f) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
133
EN/FR
Cost Centres
HQ
MO Belgrade
MO
EUMM
MO Tirana MO Sarajevo
MO
Skopje
Budget 2003
Zagreb
A
Rent of all EUMM accn
509.300
259.750
90.450
63.800
42.050
54.150
1.019.500
B
Supply/maintenance of
258.500
41.800
15.000
41.000
3.150
6.500
365.950
84.600
53.300
23.200
12.600
4.650
8.600
186.950
80.000
3.800
600
4.500
3.700
2.850
95.450
services C
Income from EUMM
rented premises D
Reimb of duty accn to
monitors E
All other expenditure
80.000
4.200
2.000
3.000
650
0
89.850
F
Capital expenditure
50.000
0
0
0
0
0
50.000
893.200
256.250
84.850
99.700
44.900
54.900
1.433.800
25.200
4.600
1.600
2.600
300
1.600
35.900
8.000
0
0
0
0
0
8.000
Total 6
Miscellaneous
A
News services/
1.433.800
newspapers B
Medical expenses
C
Air operations
10.000
0
500
0
0
0
10.500
D
All other expenses
10.000
1.150
300
0
500
0
11.950
53.200
5.750
2.400
2.600
800
1.600
66.350
212.000
0
0
0
0
0
202.000
20.000
5.500
3.450
1.200
0
350
30.500
Total 7
Special Projects
A
Authorised by HOM
B
Bank charges
7038/03 Bijlage VI(f) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
66.350
134
EN/FR
Cost Centres
HQ
MO Belgrade MO
EUMM C
Interest / currency exch diff
D
MO Tirana MO Sarajevo
MO
Skopje
Budget 2003
Zagreb
-5.000
0
0
0
0
-150
-5.150
Cash advances
0
0
0
0
0
0
0
E
Cash withdrawal
0
0
0
0
0
0
0
F
Funds
-15.000
0
0
0
0
0
-15.000
G
Bookings between accounts
0
0
0
0
0
0
0
212.000
5.500
3.450
1.200
0
200
212.350
212.350
HQ Total 8
Representational Entert
40.000
21.600
8.400
4.800
4.800
4.800
84.400
84.400
9
Contingencies
77.200
0
0
0
0
0
57.200
57.200
3.342.150
887.300
506.100
245.850
134.300
196.700
5.282.400
5282400
TOTAL Contributions: EU 98,11 %
Total
5.182.563 5182562,64
Norway 1,69 %
89.273
89272,56
Slovakia 0,20 %
10.565
10564,8
100 %
7038/03 Bijlage VI(f) bij de BIJLAGE
5.282.400
MCL/sh DG E Coord
135
EN/FR
Bijlage VI(g) bij de BIJLAGE
LEGISLATIVE FINANCIAL STATEMENT
Policy area(s): CFSP – Common Foreign and Security Policy Activity(ies):
Provision of logistical equipment to the Border Guards of Georgia
Title of action: COUNCIL JOINT ACTION 2002/ /CFSP of ... 2002 regarding a contribution of the European Union towards reinforcing the capacity of the Georgian authorities to support and protect the OSCE Observer Mission on the border of Georgia with the Ingush and Chechen Republics of the Russian Federation 1.
BUDGET LINE(S) + HEADING(S) B8-0120 “Conflict Resolution, verification, support to peace processes and stabilisation”
2.
OVERALL FIGURES 2.1.
Total allocation for action (Part B):
2.2.
Period of application:
0,100 million € for commitment
The operation’s duration of execution will be 12 months, to be counted as from the day following that on which the Grant Agreement between the OSCE and the Commission is concluded.
2.3.
Overall multiannual estimate on expenditure:
a) Schedule of commitment appropriations/payment appropriations (financial intervention) (see [€ million (to 3rd decimal place)]
point 6.1.1) Year n [2002] Commitments
0.100
Payments
0.078
7038/03 Bijlage VI(g) bij de BIJLAGE
n+1
n+2
n+3
n+4
n+5 and subs. years
Total
0.100 0.022
0.100
MCL/sh DG E Coord
136
EN/FR
b) Technical and administrative assistance and support expenditure(see point 6.1.2) N/A c) Overall financial impact of human resources and other administrative expenditure (see points 7.2 and 7.3) N/A TOTAL a+b+c Commitments
0.100
Payments
0.078
A. þ
0.100 0.022
0.100
Compatibility with the financial programming and the financial perspective Proposal compatible with the existing financial programming
¨ This proposal will entail reprogramming of the relevant heading in the financial perspective ¨ B.
This may entail application of the provisions of the Interinstitutional Agreement Financial impact on revenue:
þ No financial implications (involves technical aspects regarding implementation of a measure)
3.
BUDGET CHARACTERISTICS Type of expenditure
New
EFTA participation
Participation applicant countries
Non-comp
Diff/
NO
NO
NO
DNO
CD
NON
NON
NON
4.
Heading Financial Perspective No 4
LEGAL BASIS Treaty:
Article 14 TEU
Joint Action: COUNCIL JOINT ACTION 2002/ /CFSP of ... 2002
7038/03 Bijlage VI(g) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
137
EN/FR
5.
DESCRIPTION AND GROUNDS 5.1. Need for Community intervention 5.1.1.
Objectives pursued
The overall objective of the action is to improve the security of the OSCE Observer Mission by giving renewed support to the Georgian border guards. On 20 July 2000, the Council adopted Joint Action 2000/456/CFSP1 regarding a contribution of the European Union towards reinforcing the capacity of the Georgian authorities to support and protect the OSCE Observer Mission on the border of Georgia with the Chechen Republic of the Russian Federation, which expired on 31 December 2000. The Stockholm European Council reiterated its strong concerns over the situation in Chechnya and stressed the need for a political solution of the conflict as a matter of urgency. From 28 May to 1 June 2001, General Sir Garry Johnson, as EU Expert, carried out an upto-date assessment mission on the spot, as a result of which he concluded that there is a need for further EU support to permit the Georgian Border Guards to perform their duties effectively, in particular the protection of the OSCE Observer Mission. On 26 July 2001, the Council adopted Joint Action 2001/568/CFSP2 with a view to ensuring the continued support of the European Union towards to stability in the Caucasus region; this JA also concerned exclusively the Chechen section of the border. On 13 December 2001, the OSCE decided to expand the mandate of the OSCE Mission to Georgia to observe and report on movement across the border between Georgia and the Ingush Republic of the Russsian Federation. This new JA is intended to be used to provide material support to the Georgian border guards protecting the OSCE Observer Mission along both, the borders between Georgia and the Ingush and Chechen Republics of the Russian Federation. This aid to the Government of Georgia in the form of equipment shall be made available, via the OSCE Mission to Georgia – and in particular its “Border Monitoring Operation” – to the Georgian Border Guards. 5.1.2.
Measures taken in connection with ex ante evaluation
From 28 May to 1 June 2001, General Sir Garry Johnson, as EU Expert, carried out an assessment mission on the spot, as a result of which he concluded that there is a need for further EU support to permit the Georgian Border Guards [Chechen and Ingush borders, for the latter only if and when the OSCE decided to extend the “Border Monitoring Operation (BMO)” to that stretch of the border] to perform their duties effectively, in particular the protection of the OSCE Observer Mission. The needs were re-assessed by the OSCE BMO, with the help of the Commission Delegation, taking into account a change in the monitoring options envisaged earlier, as well as an adaptation to “Georgian standards” of the equipment after having acquired some experience in the field with equipment used earlier.
1 2
OJ L 183, 22.7.2000, p. 3. OJ L 202, 27.7.2001, p. 2.
7038/03 Bijlage VI(g) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
138
EN/FR
5.1.3.
Measures taken following ex post evaluation
The procurement operation of 2000 was successfully completed; the items to be purchased have been made available to the Georgian Border Guards in time. The items to be purchased under the 2001 operation have arrived in Georgia to be handed over to the Georgian Border Guards. On both occasions, the Commission, through its Delegation in Tbilisi, liaised closely with the OSCE in order to monitor and evaluate the effective delivery of the equipment to the Georgian Border Guards and its further use, so as to ensure the success of the action as well as the correct use of the grant. 5.2. Actions envisaged and arrangements for budget intervention The main objective is to provide, at the Ingush and Chechen border sections of Georgia, complementary equipment the Georgian Border Guards (GBG) need to escort the unarmed OSCE observers on patrols in the difficult and isolated border country. The purpose of the forward detachments is to detect, monitor, delay and if possible, to resist illegal border crossing. 5.3. Methods of implementation While the Commission is entrusted with taking all the measures required for making available the financial means and allocating the grant, the OSCE Mission to Georgia shall implement the action [procurement of the items, and making them available to the Georgian Border Guards] and also monitor the use of the equipment by the latter. The Grant will be awarded on the basis of a standard “Agreement with an International Organisation” to be concluded between the Commission and the OSCE. The Commission Delegation in Tbilisi will be entrusted to monitor and evaluate progress in order to ensure the success of the action, as well as the correct use of the Grant. 6.
FINANCIAL IMPACT 6.1. Total financial impact on Part B - (over the entire programming period)
(The method of calculating the total amounts set out in the table below must be explained by the breakdown in Table 6.2. ) 6.1.1.
Financial intervention Commitments in € million (to the 3rd decimal place) Year N
Breakdown
Total
[2002]
Contribution EC Bilateral Contributions by Member States Other financial contributions TOTAL
7038/03 Bijlage VI(g) bij de BIJLAGE
0.100
0.100
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
0.100
0.100
MCL/sh DG E Coord
139
EN/FR
6.1.2.
Technical and administrative assistance, expenditure ( Commitment appropriations)
support
expenditure
and
IT
N/A 6.2.
Calculation of costs by measure envisaged in Part B (over the entire programming period) The costs indicated under 6.3. are based on a table received from the OSCE Mission to Georgia. The items indicated under 1. to 4. are the items to be procured by the OSCE. The indicative breakdown of the quantities by border section is based on indications contained in an “OSCE Non Paper” dated 15 February 2002.
6.3.
Itemised Breakdown of costs [indicative]
1. Personal Equipment Quantity #
Item
1
Alpine rescue equipment
2
Total
Unit
Ingush
Chechen
Price
Grand Total
Section
Section
(EUR)
(EUR)
2
2
-
2,000
Mountain boots
60
40
20
100
6,000
3
Ponchos
10
10
-
50
500
4
Rucksacks (big)
15
5
10
200
3,000
5
Cooking sets
60
15
45
100
6,000
6
Sweaters
120
30
90
70
8,400
7
Underwear
120
30
90
40
4,800
8
Socks
480
120
360
10
4,800
9
Flashlights/Torches
100
20
80
30
3,000
10
Water filtering equipment
20
5
15
1,250
25,000
Subtotal 1.
4,000
65,500
2. Accommodation
1
Tents
10
10
-
425
Subtotal 2.
7038/03 Bijlage VI(g) bij de BIJLAGE
4,250 4,250
MCL/sh DG E Coord
140
EN/FR
3. Communication
1
CODAN-9780
2
2
-
4,500
9,000
2
QMAQ 90
1
1
-
5,200
5,200
3
MOTOROLA HT 1000
6
6
-
420
2,520
4
Accumulators 12 V
18
5
13
50
900
5
Accumulators chargers
8
2
6
100
800
Subtotal 3.
18,420
4. Tyres 1
Tyre replacement (Niva 8 pcs, UAZ 32 pcs, Kamaz 6 pcs)
46
30
16
var.
3,120
Subtotal 4.
3,120
Grand Total of equipment to be procured [Subtotals 1 + 2 + 3 + 4] = Subtotal “Direct Project Costs” Administrative costs for OSCE Mission in Georgia [see Annex II of Grant Agreement; “General Conditions”, Appendix B: “Calculation of Indirect Costs”] = 7% of Subtotal Direct Project Costs
91,290 6,390
Total eligible Project Costs [= “Subtotal Direct Project Costs + Admin. Costs]
97,680
Contingency reserve [Maximum 5% of “Total eligible Project Costs”] (only to be used after written confirmation by the Commission) Total Costs [“Total eligible costs” + “Contingency Reserve”]
[2.38%]
2,320
100,000
6.4. Financial Precedents Budgetary Year
Credits for Commitments
Commitments
Council Joint Action 2000/456/CFSP of 20 July 2000 [OJ L 183, 22.7.2000, p. 3.] regarding a contribution of the European Union towards reinforcing the capacity of the Georgian authorities to support and protect the OSCE Observer Mission on the border of the Republic of Georgia with the Chechen Republic of the Russian Federation
2000
€ 1,000,000
€ 1,000,000
Council Joint Action 2001/568/CFSP of 26 July 2001 [OJ L 202, 27.7.2001, p. 2.] with a view to ensuring the continued support of the European Union towards to stability in the Caucasus region; this JA also concerned exclusively equipment for the Georgian Border Guards at the Chechen section of the border
2001
€ 45,000
€ 45,000
Council Joint Actions
7038/03 Bijlage VI(g) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
141
EN/FR
7. IMPACT ON STAFF AND ADMINISTRATIVE EXPENDITURE 7.1.
Impact on human resources p.m.
7.2.
Overall financial impact of human resources p.m.
7.3.
Other administrative expenditure deriving from the action p.m.
8.
FOLLOW-UP AND EVALUATION 8.1.
Follow-up arrangements Since the Council’s COEST Group suggested that this will be the last JA of this kind to the Georgian Border Guards, there will, in principle, be no more follow-up.
8.2.
Arrangements and schedule for the planned evaluation The Commission will conduct controls, on-the-spot checks and an evaluation of the action in the context of its budgetary execution competence.
9.
ANTI-FRAUD MEASURES
Controls may be undertaken by the Commission services, including OLAF, as well as by the European Court of Auditors.
7038/03 Bijlage VI(g) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
142
EN/FR
Bijlage VI(h) bij de BIJLAGE
FICHE FINANCIERE
Financement par le Conseil des dépenses administratives relatives aux Représentants Spéciaux de l'Union européenne - Renouvellement mandat de M. MORATINOS -
LIGNE BUDGETAIRE : Section II Conseil : ligne 1113 "Conseillers spéciaux ".
BASE JURIDIQUE Décision du Conseil du 30.3.2000 concernant "les directives relatives à la procédure de nomination et au régime administratif applicable aux RSUE" (doc. 7089/00 PESC 136 FIN 104). Déclaration du 20.7.2000 (doc. 10455/00) du Parlement européen et du Conseil sur les dépenses de la politique étrangère et de sécurité commune imputées au Budget général.
7038/03 Bijlage VI(h) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
143
EN/FR
REPRESENTANT SPECIAL au Moyen Orient (1) FICHE FINANCIERE - BUDGET 2003 (euros) A - Frais de personnel Représentant spécial : rémunération brute conforme aux articles 5 et 82 du régime applicable aux autres agents des Communautés européennes (2) : Personnel non détaché : Expert administratif et financier, rémunération brute : Total frais de personnel :
131.200 68.300 199.500
p.m. : le personnel détaché reste rémunéré par son Etat membre ou son Institution d'origine (3).
B - Frais de mission Per diem / hôtel, Pour le RSUE : Pour le collaborateur à la charge du Conseil :
25.000 22.500
Transports aériens, Pour le RSUE : Pour le collaborateur à la charge du Conseil:
80.000 65.000
Transports terrestres, Entretien voiture, chauffeur, taxi en mission : Total frais de mission :
25.000 217.500
C - Autres frais administratifs Assurances conformément aux contrats déjà souscrits dans l'exercice précédent : Frais de bureau, télécommunications provision pour télecommunications(4) autres frais de bureau logements à Chypre RSUE
19.000 65.000 75.000 7.500 20.000
Frais de représentation : Total autres frais administratifs : Total imprévus Total général
Notes :
: : :
7.500 194.000
611.000 10.000 621.000 Total :621.000
(1) (2)
mandat du 1 janvier 2003 jusqu'a 30 juin 2003 rémunération équivalente au grade A1, 4ème échelon + indemnité de dépaysement + indemnité pour coût de la vie + allocations familiales (3) 1 collaborateur détaché par la Commission, 2 secrétaires (106.000 €) et 1 administrateur (125.000 €, salaire et logement) détachées par le Conseil. (4) à utiliser après accord préalable des services compétent
7038/03 Bijlage VI(h) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
144
EN/FR
Bijlage VI(i) bij de BIJLAGE
FICHE FINANCIERE
Financement par le Conseil des dépenses administratives relatives aux Représentants Spéciaux de l'Union européenne (Pacte de stabilité)
- Mandat de M.Busek-
LIGNE BUDGETAIRE : Section II Conseil : ligne 1113 "Conseillers spéciaux ".
BASE JURIDIQUE Décision du Conseil du 30.3.2000 concernant "les directives relatives à la procédure de nomination et au régime administratif applicable aux RSUE" (doc. 7089/00 PESC 136 FIN 104). Déclaration du 20.7.2000 (doc. 10455/00) du Parlement européen et du Conseil sur les dépenses de la politique étrangère et de sécurité commune imputées au Budget général.
7038/03 Bijlage VI(i) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
145
EN/FR
REPRESENTANT SPECIAL
Pacte de Stabilité (1)
FICHE FINANCIERE - BUDGET 2003 (euros) A - Frais de personnel Représentant spécial : rémunération brute conforme aux articles 5 et 82 du régime applicable aux autres agents des Communautés européennes (2) :
104.100
Total frais de personnel :
104.100
p.m. : le personnel détaché reste rémunéré par son État ou son Institution d'origine .
B - Frais de mission Per diem / hôtel, Pour le RSUE
8.000
Transports aériens, Pour le RSUE
35.000 Total frais de mission :
43.000
C - Autres frais administratifs Assurances: Frais de représentation :
Notes :
4.535 5.000 Total autres frais administratifs :
9.535
Total : imprévus 2% : Total général :
156.635 3.365 160.000
Total :
160.000
(1) mandat du 1 janvier 2003 jusqu'a 30 juin 2003 (2) rémunération équivalente au grade A1, 4ème échelon + indemnité de dépaysement + allocations familiales .
7038/03 Bijlage VI(i) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
146
EN/FR
LEGISLATIVE FINANCIAL STATEMENT Policy area(s): CFSP – Common Foreign and Security Policy Activity(ies):
EUSR – Stability Pact for South-Eastern Europe
TITLE OF ACTION: Council Joint Action 2002/964/CFSP of 10/12/2002 appointing the Special Representative of the European Union to act as Coordinator of the Stability Pact for South-Eastern Europe
1.
2.
BUDGET LINE(S) + HEADING(S) B8-012
“Conflict resolution, verification, support for the peace process and stabilisation”
PM
Expenditure related to the secondment to the Stability Pact office the EU Special Representative, Mr. Erhard Busek, are covered by the administrative budget of the Council (Section II Council, budget article 1113 : …….. €) and subject to a separate financial statement
OVERALL FIGURES 2.1. Total allocation for action (Part B):
840,631 € for commitment
2.2. Period of application: The Joint Action shall enter into force on 1 January 2003. It shall apply until 30 June 2003, in accordance with the new standard duration of the mandates of all EUSRs. 2.3. Overall multi-annual estimate on expenditure: a) Schedule of commitment appropriations/payment appropriations (financial intervention) (see point 6.1.1) million € (to 3rd decimal place) Year N+1 2002 Total Commitments 0.841 0.841 Payments
0.841
0.841
b) Technical and administrative assistance and support expenditure(see point 6.1.2) N/A
7038/03 Bijlage VI(i) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
147
EN/FR
c) Overall financial impact of human resources and other administrative expenditure (see points 7.2 and 7.3) N/A TOTAL a+b+c Commitments
0.841
0.841
Payments
0.841
0.841
2.4. Compatibility with the financial programming and the financial perspective þ
Proposal compatible with the existing financial programming
¨
This proposal will entail reprogramming of the relevant heading in the financial perspective
¨
This may entail application of the provisions of the Interinstitutional Agreement
2.5. Financial impact on revenue: þ 3.
4.
No financial implications (involves technical aspects regarding implementation of a measure)
BUDGET CHARACTERISTICS Type of expenditure
New
EFTA participation
Participation applicant countries
Heading Financial Perspective
DNO
NON
NON
NON
No 4
CD
LEGAL BASIS Treaty establishing the European Community Treaty on the European Union, and in particular Articles 14 and 18(5)
5.
DESCRIPTION AND GROUNDS 5.1. Need for Community intervention
5.1.1. Objectives pursued In accordance with Article 2 of the Joint Action, the Special Representative shall carry out the tasks envisaged by the Stability Pact for South-Eastern Europe, as follows:
7038/03 Bijlage VI(i) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
148
EN/FR
(a) promote achievement of the Pact's objectives within, and between, the individual countries in SEE, where the Pact proves to have an added value; (b)
chair the South-Eastern Europe Regional Table;
(c) maintain close contact with all participants and facilitating States, organisations and institutions of the Pact, as well as relevant regional initiatives and organisations, with a view to fostering regional co-operation and enhancing regional ownership; (d) co-operate closely with all institutions of the European Union and its Member States in order to promote the role of the European Union in the Pact in accordance with points 18, 19, and 20 of the Stability Pact document and to ensure complementarity between the work of the Pact and the Stabilisation and Association Process; (e) meet periodically and collectively as appropriate with the Chairs of the Working Tables to ensure strategic overall co-ordination and provide the secretariat of the South Eastern Europe Regional Table and its instruments; (f) Work on the basis of a list, agreed in advance and in consultation with the participants of the Pact, a list of priority actions for the Stability Pact to implement during the course of 2003, and keep the working methods and structures of the Pact under review, ensuring coherence and efficient use of resources. According to art. 6.2 of the JA, the EU will finance the operational expenditure related to the Stability Pact central office in Brussels. This expenditure is covered by the CFSP contribution. 5.1.2. Measures taken in connection with ex ante evaluation No ex ante evaluation was conducted prior to the inception of the action in July 1999. The action has since been renewed three times, in December 1999, December 2000 and December 2001, respectively. 5.1.3. Measures taken following ex post evaluation The member states and the Commission established a document “EU Priorities within the Stability Pact”, which was adopted by the General Affairs Council on 11 June 2001. The General Affairs Council of 19 November 2001 adopted conclusions on the future orientations of the Stability Pact, including (1) concentration and refocusing of activities on priority areas, (2) emphasis on regional co-operation and (3) complementarity with the Stabilisation and Association process of the EU. These orientations were followed up in the GAC of 11 March 2002 and the prioritisation was undertaken under the direction of the new Special Coordinator. The SCSP has undertaken an internal review and has presented its core objectives and achievables for 2003 in order to further enhance the focusing of its activities and to follow-up results from 2002. 5.2. Actions envisaged and arrangements for budget intervention The main beneficiaries are countries and people of South-Eastern Europe. The working tables of the Stability Pact, financed by the present action, co-ordinate donor assistance and promote regional cooperation in the fields of democracy and human rights, development and reconstruction, security as well as in justice and home affairs. 7038/03 Bijlage VI(i) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
149
EN/FR
5.3. Methods of implementation The EU Special Representative, seconded by the Council, shall sign a contract with the Commission for the specific purpose of managing operational expenditure related to the mandate. The EUSR shall sign employment contracts with his local staff. The terms of reference of these contracts shall be submitted to the Commission for prior approval. Existing employment contracts, including terms of reference, have already been endorsed by the Commission. 6.
FINANCIAL IMPACT 6.1.
Total financial impact on Part B – (over the entire period)
6.1.1. Financial intervention1 Project funded by EC contribution and contributions in kind by Member States: Commitments in € million Year N 2002
Breakdown Contribution EC: Bilateral contributions by Member States2:
N+1
N+2
N+3
N+4
N + 5 and subs. Years
0.841
Total
0.841
0.65 A, B, D, DK, EL, IRL, I, NL, S
0.65
Non contributing Member States: E, F, FIN, L, PT, UK Council General Secretariat
3
Other financing contributions4 USA, Switzerland, Canada, Croatia, FYROM, Hungary, Turkey, Czech Republic TOTAL
1
2 3 4
none p.m. 1.75
1.75
3.241
3.241
Adjustments may take place during the financial year in contributions by member states and non-EU participants. Estimate based on extrapolation of assessment made in 2001. Contribution is specified in the Financial Statement of the Council GS. Estimate based on extrapolation of assessment made in 2001.
7038/03 Bijlage VI(i) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
150
EN/FR
CONTRIBUTIONS IN KIND EU Member States and Institutions § 10 A grade staff members of SCSP: 4 Cabinet members (Head of Cabinet, Deputy Head of Cabinet, 2 Cabinet Members), 2 Heads of Unit and 4 experts. In 2002, these secondments were made by A [2], S, D, NL, B, IRL, I [2] and COM. § 1 personal assistant to the EUSR, seconded by A § 3 secretaries, seconded by A § Mission costs of the Cabinet members are borne by the seconding member states. § 2 joint meetings of Regional table and working tables (in Thessaloniki or Brussels) to be hosted respectively by EL or [Council Sec/B] § 2 Table Chairs (EL, I) and 1 Sub-Table Chair (S) § Office in Thessaloniki (EL) §
Regional Return Initiative (RRI) and Migration and Asylum Initiative (MAI) Steering Committee Chairman and Assistant (DK)
§
The SG of the Council will second to the office of the Stability Pact the Special Coordinator. It will cover mission expenditure, high-risk insurance and hospitality expenses of the Special Representative. It will also provide, as appropriate, translation services to the EUSR. This expenditure is included in a separate financial statement by the SG of the Council.
Non-EU Participants §
9 A grade staff members of SCSP: 1 Deputy SC with logistical back-up, 1 Cabinet member, 1 Spokesperson, 1 Head of Unit and 5 experts - all with associated mission costs. In 2002, the USA provided Deputy Special Coordinator at ambassadorial level, logistical back-up and missions and 1 Cabinet Member. Switzerland provided 1 Spokesperson, Canada provided 1 Head of Unit. In 2002 contributors of experts from South Eastern Europe were: Croatia, FYROM, Hungary, Turkey and Czech Republic.
§
3 Table co-chairs (principally missions). Rotating at yearly intervals between SEE states.
§
1 Table chair + assistant (principally missions) (Croatia).
§
12 related Stability Pact meetings (task forces, Szeged Process etc.). Various SEE countries.
7038/03 Bijlage VI(i) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
151
EN/FR
6.1.2. Technical and administrative assistance, support expenditure and IT expenditure (Commitment appropriations) N/A 6.2. Calculation of costs by measure envisaged in Part B (over the entire programming period) 6.2.1. Salaries Salaries of non-seconded staff members of the Stability Pact secretariat are covered by the CFSP budget. All salaries have been calculated on the basis of current contracts. Secretariat Staff ·
Salaries of 4 secretaries of the working tables of the Stability Pact.
An increase of 3 % has been budgeted as a provision for indexation. Working table expert (Ex-Royaumont Staff) ·
Salary of working table expert (1 of 2 “Ex-Royaumont” posts)
The “Royaumont acquis” was integrated in the activities of Working Table I (human rights and democracy) in 2000. They have continued to be developed into initiatives in the areas of parliamentary co-operation, the promotion of independent media and relations with the NGOs. One Expert post will be maintained to carry out this work, while the other "ex-Royaumont" post is cancelled. For the post maintained, a provision for a higher salary rate has been included. Financial and Administrative Staff · Salaries of financial officer, bookkeeper and management officer The functions of the financial officer and bookkeeper are necessary for the Commission to fulfil its obligation to supervise the proper implementation of the Community Budget used for the projects foreseen in a Joint Action. These functions can be considered indispensable to ensure sound financial management of CFSP funds attributed to the Stability Pact Joint Action, irrespective of the co-existence of the political-diplomatic activities of the EUSR and his Cabinet. In 2002, the Council General Secretariat financed 50 % of the salaries of financial officer and bookkeeper. At the request of the Council, the new Special Co-ordinator Erhard Busek, who took office on 1 January 2002, has refocused and prioritised his activities during 2002. This refocusing has resulted in an increase of operational activities of the Pact as compared to those related to the diplomatic and political mandate of the EUSR. This has had a direct impact on the work of the financial officer and bookkeeper, and justifies the increase of financing of these posts from the CFSP budget from 50 % to 100 %.
7038/03 Bijlage VI(i) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
152
EN/FR
The post of the administrative manager, which in 2002 was financed by the Council administrative budget, is converted into a post of management officer and will be taken over by the CFSP budget. This post has since 2002 constituted a counterbalance in the SCSP financial control system in the management of operational expenditure. The job description of the management officer will be written, in agreement with the Commission, in such a way as to take full account of the financial control function (including countersignature), and of the responsibility for management of the Stability Pact secretariat. As a result of a needs assessment, the post of the Financial and Administrative assistant which in 2002 was financed by the Council administrative budget, is converted to a secretarial post and financed by Austria. For the financial officer and bookkeeper an increase of 3 % has been budgeted on the basis of expected indexation and in view of past compensation history, which stayed below regular indexation steps. The salary of the management officer is based on the administrative manager's salary in 2002. 6.2.2. Missions Those mission expenditure related to staff of the Stability Pact secretariat are attributed to the CFSP budget, with the exception of staff seconded by non-member states. All mission costs are calculated on the basis of real costs in 2002. There is decrease in travels but an increase in hotels and per diems. This reflects the practice under the new Special Coordinator of spending longer periods on fewer missions. The reorganisation of working methods of the SCSP could lead in some savings during 2003, but the size of these savings is difficult to estimate at this stage. · Missions of 2 Working tables Directors (3rd Director not financed by the MS); ·
Missions of 5 Working tables Experts (including 1 ex-Royaumont post).
6.2.3. Equipment, communications, services and other supplies Equipment This budget line is reduced by 34 % as compared to 2002. Instead of purchasing new lap top computers, the memory of existing lap top computers is extended. Communications A 30 % saving on mobile phone charges is achieved as compared to 2002 due to the SCSP's inclusion in the Commission's framework contract for mobile phone communications. According to Art. 7.6. of the Joint Action, the equipment, supplies and premises for the Brussels office of the SCSP shall be purchased or rented on behalf of and for the European Communities. This provision grants an exemption from the value-added tax (VAT).
7038/03 Bijlage VI(i) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
153
EN/FR
6.2.4. Insurance This budget heading covers the high-risk insurance of the working table expert financed by the CFSP budget. The missions are undertaken in the context of activities related to working tables, analogous to those of Working Tables experts seconded by participating states and institutions. It also covers occasional short-term insurance for other non-seconded staff members who may be required to travel to high risk areas. 6.2.5. Office rent The budget is foreseen to cover rental of office space in the form of a service contract with a business centre. On the basis of Art. 7.6. of the Joint Action, office rent is exempted from value-added tax (VAT). 6.2.6. Contingencies Should the Joint Action not be continued after 30 June 2003, the Special Coordinator should be informed by 31 March 2003 in order to allow for sufficient time to cancel the employment contracts with the staff, whose minimum notice period under the Belgian law is 3 months. The contingency reserve includes a provision for severance payments and advance holiday allowance to the local employees according to Belgian law. 6.3.
Itemised breakdown of cost (indicative) BUDGET HEADING
COST IN 2002 (€)
COST IN 2003 (€)1
NUMBER OF STAFF
p.m.
p.m.
1
p.m. p.m. p.m.
p.m. p.m. p.m.
1 1 1
p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. 92,500 195,666 p.m. 124,943
p.m. p.m. p.m. p.m. 45,650 95,300 115,850 p.m. 43,750
4 3 10 1 1 2 4 3 1
413,109
300,550
33
I. Salaries -
Special Coordinator (seconded) Deputy Special Coordinator (seconded, non-EU) Head of Cabinet (seconded) Deputy Head of Cabinet (seconded) Members of Cabinet (seconded, 2 nonEU) Heads of Unit (seconded, one non-EU) Experts (seconded, 5 non-EU) personal assistant to the EUSR Management officer Financial officer & Bookkeeper Secretaries to the Working Tables Other secretaries Working table expert (ex-Royaumont post)
Total Salaries COST IN 2002 (€)
1 2
COST IN 2003 (€)2
Budget in 2002 for 12 months and budget in 2003 for 6 months. Budget in 2002 for 12 months and budget in 2003 for 6 months.
7038/03 Bijlage VI(i) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
154
EN/FR
II. Mission expenses -
Travel Hotels Per diems
Total Mission Expenses III. Equipment -
Equipment
191,583 27,126 11,936
87,500 15,000 7,000
230,645
109,500
33,235
22,000
33,235
22,000
127,786 127,641
59,250 55,250
255,427
114,500
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
5,000
3,000
5,000
3,000
386,115
222,065
386,115 1,323,531
222,065 771,615
96,759
69,016
1,420,290
840,631
Total Equipment IV. Running Costs -
Services and miscellaneous Communications Total Running Costs
V. Hospitality -
Hospitality Total Hospitality
VI. Insurance – –
High-risk insurance EUSR High-risk insurance working table expert (ex-Royaumont) Total Insurance
VII. Rent -
Office rental Total Rent
Sub-Total (I to VII) Contingencies 1(1) TOTAL
1
Contingencies shall be used only with a prior written approval of the Commission.
7038/03 Bijlage VI(i) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
155
EN/FR
6.4.
Financial precedents Joint Action
Council Joint Action 1998/375/CFSP appointing an EU Special Representative for the FRY (Mr. F. Gonzalez), extended until 31.1.2000 by Council Decisions 1998/741/CFSP and 1999/75/CFSP of 25.1.1999 Council Decision 1999/694/CFSP of 22.10.1999 implementing Common Position 98/633/CFSP based on the article J.2 of the EU Treaty regarding the process on stability and good-neighbourliness in South-Eastern Europe Council Joint Action 1999/523/CFSP of 29.7.1999, confirming the appointment of Mr. Bodo Hombach as EU Special Representative to act as Coordinator of the Stability Pact for South-East Europe Council Joint Action 1999/480/CFSP of 19.7.1999 concerning the organisation of a meeting of Heads of State and Government in Sarajevo, BiH regarding the Stability Pact for South-Eastern Europe Council Joint Action 1999/822/CFSP of 9.12.1999 extending and modifying the Joint Action 1999/523/CFSP, confirming the appointment of Mr. Bodo Hombach as EU Special Representative to act as Coordinator of the Stability Pact for South-Eastern Europe Council Joint Action 2000/793/CFSP of 14.12.2000 appointing Mr. Bodo Hombach as EU Special Representative to act as Coordinator of the Stability Pact for SouthEastern Europe and repealing the Joint Action 1999/523/CFSP Council Joint Action 2001/915/CFSP of 19.12.2001 appointing the Special Representative of the European Union to act as Coordinator of the Stability Pact for SouthEastern Europe
7038/03 Bijlage VI(i) bij de BIJLAGE
Budget Allocation of year appropriations 1998 900,000 €
Commitments 900,000 €
Payments [262,561.8 €]
1999
550,000 €
550,000 €
[]
1999
850,000 €
850,000 €
[]
1999
1,250,000 €
1,250,000 €
[]
2000
2,485,000 €
2,485,000 €
[]
2001
2,020,000 €
2,020,000 €
[]
2002
1,420,290 €
1,420,290
[]
MCL/sh DG E Coord
156
EN/FR
7.
8.
IMPACT ON STAFF AND ADMINISTRATIVE EXPENDITURE 7.1
Impact on human resources
p.m.
7.2
Overall financial impact of human resources
7.3
Other administrative expenditure deriving from the action
p.m. p.m.
FOLLOW-UP AND EVALUATION 8.1
Follow-up arrangements
The Presidency is responsible for the implementation of the decisions made according to title V of the TEU (Joint Action). According to Art. 4.1 of the present Joint Action, the EUSR shall be responsible for implementing his mandate acting under the authority and operational direction of the High Representative. The EUSR shall be accountable to the SG/HR for administrative expenditure and to the Commission for operational expenditure incurred in respect of his activities. According to Art. 4.2, the EUSR shall maintain privileged link with the Political and Security Committee (PSC), which shall provide strategic guidance and political input to the EUSR within the framework of the mandate. According to Art. 8, as a rule, the Special Representative will report in person to the High Representative and to the PSC and may report also to the relevant Working Group. Regular written reports will be circulated to the High Representative, Council and Commission. The EUSR may report to the General Affairs and External Relations Council on the recommendation of the HR and the PSC. According to Art. 9, to ensure the coherence of EU external action, the activities of the EUSR shall be coordinated with those of the HR, Presidency and the Commission. In the field, close liaison shall be maintained with Presidency, Commission and Heads of Mission as well as with other international actors. According to Art. 10, the Special Representative shall present a comprehensive written report on the implementation of the mandate to the High Representative, Council and Commission two months before the mandate expires, which shall form a basis for evaluation of the Joint Action in the relevant working groups and by the PSC. 8.2
Arrangements and schedule for the planned evaluation
The Commission may conduct an evaluation of this action in the framework of its budgetary competence.
7038/03 Bijlage VI(i) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
157
EN/FR
9.
ANTI-FRAUD MEASURES Controls may be undertaken by the Commission services, including OLAF, as well as by the European Court of Auditors. An external audit was organised by the Commission in 2001. It covered the SCSP accounts 1999 and 2000, with satisfactory results.
7038/03 Bijlage VI(i) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
158
EN/FR
Bijlage VI(j) bij de BIJLAGE
FICHE FINANCIERE
Financement par le Conseil des dépenses administratives relatives aux Représentants Spéciaux de l'Union européenne (Afghanistan)
- Mandat de M. Klaiber -
LIGNE BUDGETAIRE : Section II Conseil : ligne 1113 "Conseillers spéciaux et autres personnes mandatées par le Conseil".
BASE JURIDIQUE Décision du Conseil du 30.3.2000 concernant "les directives relatives à la procédure de nomination et au régime administratif applicable aux RSUE" (doc. 7089/00 PESC 136 FIN 104). Déclaration du 20.7.2000 (doc. 10455/00) du Parlement européen et du Conseil sur les dépenses de la politique étrangère et de sécurité commune imputées au Budget général.
7038/03 Bijlage VI(j) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
159
EN/FR
REPRESENTANT SPECIAL en Afghanistan (1) FICHE FINANCIERE - BUDGET 2002 (euros) A - Frais de personnel Représentant spécial : rémunération brute conforme aux articles 5 et 82 du régime applicable aux autres agents des Communautés européennes (2) : Assurances :
15000 800
Total frais de personnel :
15.800
p.m. : le personnel détaché reste rémunéré par son Etat membre ou son Institution d'origine.
B - Frais de mission du RSUE(3) Bruxelles-Afghanistan
3900
Total frais de mission :
3900
C - Autres frais administratifs · · · · ·
frais de déplacement notamment dans la région pour le RSUE frais courants de bureau frais de télécommunications pour le RSUE frais de représentation pour le RSUE frais administratifs divers
Ces frais peuvent être imputées sur le Budget (section II) du Conseil à concurrence d'un plafond global de 10.300 € pour l'exercice 2002 (jusqu'a 30 juin) Total autres frais administratifs :
Total général :
Notes : (1) (2) (3)
10.300
30.000
prolongation du mandat du 10.juin 2002 jusqu'a 30 juin 2002 rémunération équivalente au grade A1, 4ème échelon + indemnité de dépaysement + indemnité pour coût de la vie + allocations familiales. 1 fois aller et retour en avion business class
7038/03 Bijlage VI(j) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
160
EN/FR
Bijlage VI(k) bij de BIJLAGE
FICHE FINANCIERE
Financement par le Conseil des dépenses administratives relatives aux Représentants Spéciaux de l'Union européenne (Afghanistan)
- Mandat de M. Vendrell-
LIGNE BUDGETAIRE : Section II Conseil : ligne 1113 "Conseillers spéciaux et autres personnes mandatées par le Conseil".
BASE JURIDIQUE Décision du Conseil du 30.3.2000 concernant "les directives relatives à la procédure de nomination et au régime administratif applicable aux RSUE" (doc. 7089/00 PESC 136 FIN 104). Déclaration du 20.7.2000 (doc. 10455/00) du Parlement européen et du Conseil sur les dépenses de la politique étrangère et de sécurité commune imputées au Budget général.
7038/03 Bijlage VI(k) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
161
EN/FR
REPRESENTANT SPECIAL en Afghanistan (1) FICHE FINANCIERE - BUDGET 2002 (euros) A - Frais de personnel Représentant spécial : rémunération brute conforme aux articles 5 et 82 du régime applicable aux autres agents des Communautés européennes (2) : Assurances :
128000 7000
Total frais de personnel :
135.000
p.m. : le personnel détaché reste rémunéré par son Etat membre ou son Institution d'origine (3).
B - Frais de mission du RSUE (4) Bruxelles – Afghanistan
25.000
Total frais de mission :
25.000
C – Autres frais administratifs · · · · ·
frais de déplacement notamment dans la région pour le RSUE frais courants de bureau frais de télécommunications pour le RSUE frais de représentation pour le RSUE frais administratifs divers
Ces frais peuvent être imputées sur le Budget (section II) du Conseil à concurrence d'un plafond global de 90.000 € pour l'exercice 2002 (jusqu'a 31 décembre) Total autres frais administratifs :
Total général :
Notes : (1) (2) (3) (4)
90.000
250.000
mandat du 1.juillet 2002 jusqu'a 31 décembre 2002 rémunération équivalente au grade A1, 4ème échelon + indemnité de dépaysement + indemnité pour coût de la vie + allocations familiales. détachement éventuel par le Conseil de 1 sécretaire et 1 administrateur à convenir avec le nouveau RSUE 6 fois aller et retour en avion business class (tarif 3900 €) et frais locaux
7038/03 Bijlage VI(k) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
162
EN/FR
Bijlage VI(l) bij de BIJLAGE
FICHE FINANCIERE
Financement par le Conseil des dépenses administratives relatives aux Représentants Spéciaux de l'Union européenne - Renouvellement mandat de M. VENDRELL-
LIGNE BUDGETAIRE : Section II Conseil : ligne 1113 "Conseillers spéciaux ".
BASE JURIDIQUE Décision du Conseil du 30.3.2000 concernant "les directives relatives à la procédure de nomination et au régime administratif applicable aux RSUE" (doc. 7089/00 PESC 136 FIN 104). Déclaration du 20.7.2000 (doc. 10455/00) du Parlement européen et du Conseil sur les dépenses de la politique étrangère et de sécurité commune imputées au Budget général.
7038/03 Bijlage VI(l) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
163
EN/FR
REPRESENTANT SPECIAL AFGHANISTAN(1) FICHE FINANCIERE - BUDGET 2003 (euros) A - Frais de personnel Représentant spécial : rémunération brute conforme aux articles 5 et 82 du régime applicable aux autres agents des Communautés européennes (2) : Salaire du personnel local :
130.000 40.000
Total frais de personnel :
170.000
p.m. : le personnel détaché reste rémunéré par son Etat membre d'origine.
B - Frais de mission Per diem / hôtel Pour le RSUE
6.000
Transport Pour le RSUE:
29.000
Total frais de mission
: 35.000
C - Autres frais administratifs Assurances RSUE Frais de télécommunications pour le RSUE Frais courants de bureau et loyer Frais de bureautique Frais de représentation
5.000 35.000 80.000 55.000 10.000 Total autres frais administratifs : Total
:
Total arrondi :
185.000 390.000
390.000
Notes : (1) mandat du 1 janvier 2003 jusqu'a 30 juin 2003 (2) rémunération équivalente au grade A1, 4ème échelon + indemnité de dépaysement + indemnité pour coût de la vie + allocations familiales.
7038/03 Bijlage VI(l) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
164
EN/FR
Bijlage VI(m) bij de BIJLAGE
FICHE FINANCIERE
Financement par le Conseil des dépenses administratives relatives aux Représentants Spéciaux de l'Union européenne - Renouvellement mandat de M. AJELLO-
LIGNE BUDGETAIRE : Section II Conseil : ligne 1113 "Conseillers spéciaux ".
BASE JURIDIQUE Décision du Conseil du 30.3.2000 concernant "les directives relatives à la procédure de nomination et au régime administratif applicable aux RSUE" (doc. 7089/00 PESC 136 FIN 104). Déclaration du 20.7.2000 (doc. 10455/00) du Parlement européen et du Conseil sur les dépenses de la politique étrangère et de sécurité commune imputées au Budget général.
7038/03 Bijlage VI(m) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
165
EN/FR
REPRESENTANT SPECIAL Région des Grands Lacs (1) FICHE FINANCIERE - BUDGET 2003 (euros) A - Frais de personnel Représentant spécial : rémunération brute conforme aux articles 5 et 82 du régime applicable aux autres agents des Communautés européennes (2) : Personnel non détaché : Assistant administratif :
130.246 45.326
Total frais de personnel :
175.572
p.m. : le personnel détaché reste rémunéré par son Etat membre d'origine (3).
B - Frais de mission Per diem / hôtel Pour le RSUE Pour les collaborateurs à la charge du Conseil
21.620 20.180
Transport aériens Pour le RSUE: Pour les collaborateurs à la charge du Conseil
45.950 52.250 Total frais de mission
: 140.000
C - Autres frais administratifs Assurances conformément aux contrats déjà souscrits dans l'exercice précédent : Frais de télécommunications, et fonctionnement local : Frais de représentation :
6.436 7.500 4.800
Total autres frais administratifs : Total imprévus 2% Total général
: : : Total :
18.736 334.308 6.692 341.000 341.000
Notes : (1) mandat du 1 janvier 2003 jusqu'a 30 juin 2003 (2) rémunération équivalente au grade A1, 4ème échelon + indemnité de dépaysement + indemnité pour coût de la vie + allocations familiales. (3) 1 sécretaire (53.000 €) et 1 administrateur (110.000 €) détaché par le Conseil
7038/03 Bijlage VI(m) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
166
EN/FR
Bijlage VI(n) bij de BIJLAGE
DRAFT LEGISLATIVE FINANCIAL STATEMENT Policy area(s): CFSP – Common Foreign and Security Policy Activity(ies): EU Co-operation programme for Non-Proliferation and Disarmament in the Russian Federation Title of action: Council Decision to replenish the budget of the expert unit responsible for the coordination and implementation of the EU co-operation Programme for non-proliferation and disarmament in the Russian Federation, established by Council Joint Action 1999/878/CFSP of 17 December 1999
1.
BUDGET LINE(S) + HEADING(S) Budget Article B8-011
2.
OVERALL FIGURES
2.1. Total allocation for action (Part B): 645,000 € for commitment (390,000 € for 2002 commitment and 255,000 € for 2003 commitment) 2.2. Period of application: From Commission Decision until the expiry date of the Joint Action, 4th June 2003. The budget has been made for a period of 14 months.
2.3. Overall multiannual estimate on expenditure: a)
Schedule of commitment appropriations/payment appropriations (financial intervention) (see point 6.1.1)
Year n
N+1
€ million (to 3rd decimal place) n+5 N+2 n+3 n+4 and subs. Years
Total
Commitments
0.390
0.255
0.645
Payments
0.350
0.295
0.645
7038/03 Bijlage VI(n) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
167
EN/FR
b)
Technical and administrative assistance and support expenditure (see point 6.1.2) naught
c)
Overall financial impact of human resources and other administrative expenditure (see points 7.2 and 7.3) naught TOTAL a+b+c Commitments
0.390
0.255
0.645
Payments
0.350
0.295
0.645
2.4. Compatibility with the financial programming and the financial perspective þ Proposal compatible with the existing financial programming ¨
This proposal will entail reprogramming of the relevant heading in the financial perspective
¨ This may entail application of the provisions of the Interinstitutional Agreement. 2.5. Financial impact on revenue: þ
3.
4.
No financial implications (involves technical aspects regarding implementation of a measure)
BUDGET CHARACTERISTICS Type of expenditure
New
EFTA participation
Participation applicant countries
DNO
NON
NON
NON
CD
Heading Financial Perspective No 4
LEGAL BASIS
Treaty on the European Union, and in particular Articles 14 and 18(5).
7038/03 Bijlage VI(n) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
168
EN/FR
5.
DESCRIPTION AND GROUNDS
5.1. Need for Community intervention 5.1.1. Objectives pursued In general, the objectives of the Expert Unit are directly linked to the attainment of objectives of the EU Co-operation programme, which supports the Russian Federation in its efforts towards arms control and disarmament and to that end: -
to co-operate with the Russian Federation in the latter’s pursuit of a safe, secure and environmentally sound dismantlement and/or reconversion of infrastructure and equipment linked to its WMD;
-
to provide a legal and operational framework for an enhanced EU role in co-operative risk reduction activities in the Russian Federation through project-oriented co-operation;
-
to promote co-ordination as appropriate of programmes and projects in this field at Community, member state and international level.
In particular, the objectives of the Expert Unit are directly linked to the attainment of objectives of the 10 projects implemented under the EU Cooperation programme, as set out in the terms of reference annexed to the Joint Action 1999/878/CFSP and Council Decision 2001/493/CFSP as well as in the related Financial Statements. 5.1.2. Measures taken in connection with ex ante evaluation No ex-ante evaluation was carried out prior to the Joint Action 1999/878/CFSP of 17 December 1999. The largest financial contribution specified in the Joint Action (5.97 million €) is to a chemical weapons destruction project in Gorny, Saratov district. The implementing agency in this project is the German Government, which already had the experience of over 5 years in financing the construction of the chemical weapons destruction plant in Gorny. The projects included in the Council Decision of 2001/493/CFSP of 25 June 2001 were prepared by the expert unit. 5.2. Methods of implementation The Commission was entrusted in the said Joint Action of December 1999 to supervise the implementation of projects under the EU Co-operation programme on non-proliferation and disarmament in the Russian Federation. To assist the Commission in this task, the Joint Action established an Expert Unit with a Policy and Project Co-ordination Section at the Commission in Brussels and a project assistance team based in Moscow. In the Joint Action and the subsequent Council Decision of June 2001, 10 projects were adopted for implementation in the chemical and nuclear sectors in Russia. The tasks of the expert unit include co-ordination with the Member State implementing agencies, negotiation with the Russian counterparts, supervision, on-site inspections, evaluation and preparation of new projects (the full terms of reference of the unit are included in Annex III to the said Joint Action). The Head of the expert unit has the overall responsibility for the implementation of the Joint Action. The unit provides reports to the Council and Member States on a regular basis.
7038/03 Bijlage VI(n) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
169
EN/FR
The Brussels section is composed of: -
a Head of Section (Commission official) a chemical seconded national expert (joined in April 2001) a nuclear seconded national expert (joined in September 2001) an administrative assistant (joined in May 2001) a secretary (joined in May 2001) another seconded national expert is expected to join in 2002
The Moscow team is composed of: -
a seconded national expert (joined in October 2001 and based in Moscow since January 2002) a secretary, expected to join in July 2002.
The expert unit will continue to supervise on-going projects and ensure the co-ordination of assistance projects and related policies at Community and Member States levels. Under the Joint Action 1999/878/CFSP, the project in the field of chemical weapons destruction and 2 out of 4 projects in the nuclear sector are underway. The other 2 projects are expected to be launched in the first half of 2002. Three out of five projects adopted in the Council Decision 2001/493/CFSP are expected to be launched in the first half of 2002, and the two in the second half of 2002. It is further proposed that the expert unit plays an important role in the organisation of the NDCI Conference in Moscow, which would be co-financed by other countries. In the Joint Action 1999/878/CFSP, an amount of 535,000 € was budgeted for the expert unit. The budget needs to be replenished in order to ensure the functioning of the unit until the expiry date of the Joint Action, which has been set to coincide with the EU's Common Strategy with Russia on 4 June 2003. A budget of 645,000 € is for a period of 14 months, covering the remaining 8 months of 2002 and 6 months in 2003. The amount decided by the Council will be subject to two separate commitment decisions by the Commission on the budgets of 2002 and 2003, respectively. 6.
FINANCIAL IMPACT
6.1. Total financial impact on Part B - (over the entire programming period) Details of calculation are provided in part 6.2 and in annex 1. 6.1.1. Financial intervention Commitments in € million (to the 3rd decimal place) Year 2002
Breakdown EU Contribution TOTAL
Year 2003
N+2
N+3
N+4
N + 5 and subs. years
Total
0.390
0.255
0.645
0.350
0.295
0.645
7038/03 Bijlage VI(n) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
170
EN/FR
CONTRIBUTIONS IN KIND EU Member states · Secondment of 4 national experts (at present 3, and 1 to be recruited) Commission · · · ·
1 Commission official as Head of expert unit 5 offices in the Commission in Brussels telecommunications in the Brussels office 2 offices in the Commissions’ delegation in Moscow
6.1.2. Technical and administrative assistance, support expenditure and IT expenditure (Commitment appropriations) Naught 6.2.
Calculation of costs by measure envisaged in Part B (over the entire programming period)
6.2.1. Salaries Salaries of the 4 experts in the unit are covered by the seconding member states. The Head of the expert unit is a Commission official. The salaries of the administrative assistant and the secretary in Brussels are covered by the budget of the Joint Action. They have auxiliary contracts with the Commission. The salary of the locally-employed secretary is covered by the budget of the Joint Action. All salaries have been calculated on the basis of current contracts with provisional adaptation forecasted in 2002/2003. Personnel/Staff BRUSSELS ·
Administrative assistant: 4,000 EUR per month * 14 months = 56,000 EUR
·
Secretary: 4,000 EUR per month * 14 months = 56,000 EUR
7038/03 Bijlage VI(n) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
171
EN/FR
MOSCOW ·
ALAT secretary, Group 3, step 10: to be recruited in July 2002 for a period of 12 months. 2,739 EUR/month * 12 months * 1.21 = 46,399 EUR per year.
6.2.2. Allowances and travel costs The rates are based on the seconded national expert scheme between the Member States and the Commission, and the costs are attributed to the budget of the Joint Action. BRUSSELS 6.2.2.1. Complementary daily allowances: 4 seconded national experts (Chemical + General + nuclear + export control): 104.03 EUR per day, 425 days for 14 months Total = 104.03 EUR * 4 * 425 = 176,851 EUR 6.2.2.2. Monthly travel costs: 4 seconded national experts, 350 EUR on average per month. Total = 350 EUR * 14 months * 4 experts = 19,600 EUR. Covers monthly travel to home country as per the seconded national expert scheme. MOSCOW 6.2.2.3. Long duration mission allowance: 1 seconded national expert, 400 days per 14 months, 67.5 EUR per day = 27,000 EUR 6.2.3. Mission costs All mission expenditures are attributed to the budget of the Joint Action. The rates are based on the existing mission rules as per the staff regulations applicable to officials of the European Communities, replaced and complemented as appropriate by administrative notices of the Commission. The number of missions and the associated budget are based on real costs incurred in 2001, taking into account the number of staff during any given month. 6.2.3.1. Flights experts BRUSSELS ·
Flight tickets to the Russian Federation. 4 experts, 1 mission every 2 months, 900 EUR on average per mission. Total = 4 * 900 EUR * 7 = 25,200 EUR
·
Flight tickets to EC destinations. 4 experts, 1 mission per month, 500 EUR on average per mission. Total = 4 * 500 EUR * 14= 28,000 EUR
·
Flight tickets administrative assistant. 2 missions per year, 900 EUR on average. Total = 1,800 EUR
7038/03 Bijlage VI(n) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
172
EN/FR
MOSCOW ·
Flight tickets from Russia to Brussels: 900 EUR (average from between 510 and 1300 EUR), 1 ticket/quarter * 5 quarters. Total = 900 EUR * 5 = 4,500 EUR
·
Flight tickets from Russia to EC except Brussels: 900 EUR on average. 2 tickets/quarter * 5 quarters. Total 2 * 900 EUR * 5 = 9,000 EUR
·
Travel tickets outside Moscow in the Russian Federation. 450 EUR on average. 2 missions per month * 14 months. Total 14 * 450 EUR * 2 = 12,600 EUR
6.2.3.2. Accommodation BRUSSELS ·
Hotels in EC capitals are covered by daily allowances
·
Hotels in the Russian Federation, experts. 1 mission every 2 months * 4 experts * 12 months a year. Average of 4 nights per mission with 150 EUR per night. Total = 1 * 4 * 7 * 150 EUR * 4 = 16,800 EUR
·
Hotels in the Russian Federation, administrative assistant. 2 missions per year * 3 nights * 150 EUR per night on average. Total = 2 * 3 * 150 EUR = 900 EUR
MOSCOW ·
Hotels in EC capitals are covered by daily allowances
·
Hotels in the Russian Federation. 2 missions per month. Average of 4 nights per mission with 100 EUR per night. Total = 2 * 14 * 100 EUR * 4 = 11,200 EUR
6.2.3.3. Daily allowances BRUSSELS ·
Daily allowances, missions to EC capitals. 4 experts, 1 mission per month, 4 days per mission. Average = 150 EUR per day. Total = 4 * 1 * 4 * 150 EUR * 14 = 33,600 EUR
·
Daily allowances, missions to Russian Federation. 4 experts, 1 mission every 2 months, 5 days per mission, 90 EUR per day. Total = 4 * 1 * 5 * 90 * 7 = 12,600 EUR
·
Daily allowances, administrative assistant. 2 missions per year, 4 days per mission, 90 EUR per day. Total = 2 * 4 * 90 = 720 EUR
·
Taxi Airport/Hotel. 45 EUR average. Travels = 4 experts with 1 mission every 2 months (7 missions in 14 months per expert) + 2 missions for the administrative assistant. Total = ((7 * 4) + 2) * 45 EUR * 2 = 2,700 EUR. Taxis in Brussels are covered by daily allowances.
7038/03 Bijlage VI(n) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
173
EN/FR
MOSCOW ·
Daily allowances, missions to EC capitals = 150 EUR on average. 2 missions per quarter with 5 nights per mission * 5 quarters. Total = 2 * 5 * 150 EUR * 5 = 7,500 EUR
·
Taxi Airport/Hotel. 45 EUR on average. 10 missions for Moscow expert. Total = 10 * 45 EUR * 2 = 900 EUR.
6.2.4. Operating Expenditure The expenditure is calculated on the basis of real costs incurred in 2001, taking into account the number of staff employed during any given month of expenditure. BRUSSELS 6.2.4.1. Telecommunications: p.m. in-kind contribution by the Commission 6.2.4.2. Books and subscriptions: 350 EUR per subscription, 5 subscriptions. Total = 5 * 350 EUR = 1,750 EUR 6.2.4.3. Preparatory studies for projects. Provision of 5,000 EUR. MOSCOW 6.2.4.4. Telecommunications: ·
Mobile phone. 350 EUR per month. 350 EUR * 14 = 4,900 EUR
·
Phone for 1 ALAT = 100 EUR * 12 months = 1,200 EUR
·
Fax = 250 EUR per month. 250 EUR * 14 = 3,500 EUR
Total = 4,900 EUR + 1,200 EUR + 3,500 EUR = 9,600 EUR 6.2.4.5. Books and subscriptions: 350 EUR per subscription, 5 subscriptions. Total = 5 * 350 EUR = 1,750 EUR 6.2.5. Capital Expenditure BRUSSELS naught MOSCOW 6.2.5.1. Desktop computer, EUR 2,500. 6.2.5.2. Laser-jet Printer, EUR 2,000.
7038/03 Bijlage VI(n) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
174
EN/FR
6.2.6. Conferences The expert unit will play an important role in the organisation of the NDCI Conference, expected to be co-financed by other countries. In addition, the expert unit will organise other, smaller, meetings in Moscow and Brussels. 6.2.6.1 General costs Brussels/Moscow BRUSSELS ·
Translation/Interpretation: Translation Russian/English: 15 EUR per sheet, 200 sheets = 3,000 EUR. Interpretation Russian/English/Russian: 2 € per minute, 600 minutes = 1,200 EUR. Total = 4,200 EUR
·
Organisation of meetings in Brussels: 1,000 EUR
·
Participation fees in conferences. 4 conferences per year, 500 EUR per conference. Total = 4 * 500 EUR = 2,000 EUR
MOSCOW ·
Organisation of meetings in Moscow: 1,000 EUR.
·
Participation fees in conferences. 4 conferences a year, 500 EUR per conference. Total 4 * 500 EUR = 2,000 EUR
6.2.6.2 Organisation of conferences ·
NDCI: The maximum EU contribution for the conference is 30,000 EUR.
- APEX flights for participants from CIS (20 participants) = 12,500 EUR - Conference room, conferencing equipment, coffee breaks and lunches for 170 participants = 16,400 EUR - Hotel accommodation for 30 persons during 2 nights = 4,500 EUR - Lunch/Dinner for 170 participants: 7,000 EUR - Total = 40,400 EUR (EU share = 30,000 EUR) ·
Export Control
- APEX flights for participants from CIS (10 participants) = 6,300 EUR - Conference room, conferencing equipment, coffee breaks and lunches for 40 participants = 4,000 EUR - Hotel accommodation for 10 persons during 2 nights = 1,500 EUR - Lunch/dinner for 40 participants: 1,800 EUR - Total = 13,600 EUR
7038/03 Bijlage VI(n) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
175
EN/FR
6.2.7. Hospitality BRUSSELS 6.2.7.1. Hospitality = 2,000 EUR MOSCOW 6.2.7.2. Hospitality = 2,000 EUR 6.2.8. Rent 6.2.8.1 BRUSSELS p.m. in-kind contribution by the Commission 6.2.8.2. MOSCOW p.m. in-kind contribution by the Commission
6.3. Itemised breakdown of cost (indicative) BUDGET HEADING
COST IN 2001 (€)1
COST IN 2002-2003 (€)2
I. Salaries
171,000
158,399
II. Allowances and Travel
199,293
223,451
III. Missions
94,780
168,020
IV. Operating Expenditure
12,000
18,100
V. Capital Expenditure
28,000
4,500
5,000
4,000
13,000
53,800
523,073
630,270
11,927
14,730
535,000
645,000
VI. Hospitality VII. Conferences & meetings Sub-total Contingencies TOTAL
1 2
budget for 12 months budget for 14 months
7038/03 Bijlage VI(n) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
176
EN/FR
6.4. Financial precedents
Joint Action
Budget Year
Allocation of appropriations
Council Joint Action 1999/878/CFSP of 17 December 1999 establishing a EU Cooperation programme for non-proliferation and disarmament in the Russian Federation (Expert Unit)
2000
535,000 €
7.
Commitments 535,000 €
Payments []
IMPACT ON STAFF AND ADMINISTRATIVE EXPENDITURE
7.1. Impact on human resources With the exception of the Head of the expert unit, who is a Commission official, all staff costs are financed from part B of the budget. Due to the fact that the Commission has been directly charged with the setting up of the expert unit at the Commission by the Joint Action (Annex III), the unit has benefited from employment possibilities within the Community schemes (ENDs, auxiliary contracts, ALAT). This is the most cost-efficient solution, bringing savings for the budget of the programme. With the exception of the Head of Expert Unit, all posts have been established only for the duration of this operation.
Staff to be assigned to management of the action using existing and/or additional resources
Types of post
Number of permanent posts Permanent officials or Temporary staff
A B C
Other human resources Total
1A
1
Total
Description of tasks deriving from the action
Number of temporary posts 4 A (END), 1 B, 1 C
7
1 local/ALAT staff 7
1 8
8.
FOLLOW-UP AND EVALUATION
8.1
Follow-up arrangements
Head of expert unit, 4 national experts, 1 administrative assistant, 1 secretary Local or ALAT staff
The Presidency is responsible for the implementation of the decisions made according to title V of the TEU (Joint Action).
7038/03 Bijlage VI(n) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
177
EN/FR
According to Article 5(1) of the Joint Action, the Council shall review annually the actions taken pursuant to this programme. Together with the implementing agencies, the Commission will conduct regular on-the-spot missions to monitor project implementation. These missions are incorporated in the Financing Agreements signed between the Commission and the implementing agencies (Governments of Germany and France [existing] and the UK [to be signed]). 8.2
Arrangements and schedule for the planned evaluation
According to article 5(2) of the Joint Action, independent evaluations and audit shall be conducted at periodic stages, depending on progress. An evaluation of selected projects under the Joint Action is planned to be undertaken before the expiry date of the Joint Action. 9.
ANTI-FRAUD MEASURES
Controls may be undertaken by the Commission services, including OLAF, as well as by the European Court of Auditors. Auditing by national audit services of member states have been built in the Financing Agreements signed between the Commission and the member state implementing agencies.
7038/03 Bijlage VI(n) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
178
EN/FR
Bijlage VI(o) bij de BIJLAGE
DRAFT LEGISLATIVE FINANCIAL STATEMENT Policy area(s): CFSP – Common Foreign and Security Policy Activity(ies):
Meeting on International Code of Conduct on Missile Non-Proliferation (ICOC)
TITLE OF ACTION:
1.
BUDGET LINE(S) + HEADING(S) B8-011:
2.
Council Joint Action 2002/…./CFSP regarding financial support for the international negotiating process leading to the adoption of an International Code of Conduct against Ballistic Missile Proliferation (ICOC)
“Non-proliferation and Disarmament"
OVERALL FIGURES 2.1. Total allocation for action (Part B):
0.055 million € for commitment
2.2. Period of application: The Joint Action shall enter into force on … and shall apply until 31 December. The financial contribution shall cover the expenditure related to the holding of the 2nd meeting on ICOC, as specified in section 6.2, incurred from the date of adoption of the Joint Action. 2.3. Overall multiannual estimate on expenditure: a)
Schedule of commitment appropriations/payment appropriations (financial intervention) (see point 6.1.1) € million (to 3rd decimal place) n+5 Year n n + 1 N + 2 n + 3 n + 4 and Total subs. years Commitments 0.055 0.055 Payments 0.055 0.055
b) Technical and administrative assistance and support expenditure(see point 6.1.2) naught
7038/03 Bijlage VI(o) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
179
EN/FR
c)
Overall financial impact of human resources and other administrative expenditure (see points 7.2 and 7.3) naught TOTAL a+b+c Commitments Payments
0.055 0.055
0.055 0.055
2.4. Compatibility with the financial programming and the financial perspective þ
Proposal compatible with the existing financial programming
¨
This proposal will entail reprogramming of the relevant heading in the financial perspective
¨
This may entail application of the provisions of the Interinstitutional Agreement
2.5. Financial impact on revenue: þ
3.
No financial implications (involves technical aspects regarding implementation of a measure)
BUDGET CHARACTERISTICS Type of expenditure
Comp/ Non-comp DNO
4.
Diff/ Non-diff CD
New
EFTA participation
YES/ NO NON
YES/NO NON
Participation applicant countries YES/NO NON
Heading Financial Perspective No 4
LEGAL BASIS
Treaty on the European Union, in particular article 14
5.
DESCRIPTION AND GROUNDS 5.1. Need for Community intervention
The EU is committed to the implementation and reinforcement of the existing multilateral instruments in the field of non-proliferation, disarmament and arms control. Among these instruments, the EU promotes the universalisation of the draft International Code of conduct against ballistic missile proliferation with a view to its adoption by the end of 2002.
7038/03 Bijlage VI(o) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
180
EN/FR
5.1.1.
Objectives pursued
Overall objective: Realisation of a universally-accepted international code of conduct for missile non-proliferation (ICOC) as a first step to address the problem of missile proliferation. Project purpose: preparedness achieved for signature of the ICOC document in December 2002 Project results: draft document adopted to be signed in the final conference in December 2002
5.1.2 .
Measures taken in connection with ex ante evaluation
No ex ante evaluation was conducted. Encouraged by and following the wide participation in a first meeting in Paris on 7-8 February 2002, the Spanish Presidency of the EU is organising a second meeting in Madrid to continue the process for the realisation of the ICOC.
5.2. Actions envisaged and arrangements for budget intervention The meeting, organised in Madrid on 17-19 June, 2002, is a second negotiating session on the ICOC. The negotiation process is envisaged to finalise the ICOC, leading to an International Conference for its adoption no later than 2002. The EU contribution will contribute to the EU Presidency's efforts in organising, staging and hosting of the meeting. The meeting will be chaired by the Presidency in close co-ordination with the chair of the first meeting. The organisation of the meeting only became relevant after the first meeting in Paris, which took place during the on-going Presidency. No financial contribution is envisaged for the third meeting to be organised in December 2002.
5.3. Methods of implementation The action is implemented by the Spanish Ministry of Foreign Affairs. The Commission will sign a grant contract with the Spanish Ministry of Foreign Affairs, through its Embassy in Brussels, covering the financing and management of the action. The Spanish Ministry of Foreign Affairs in turn will sign, or use a potentially already correctly awarded, contract with a company that will be responsible for organising the practical aspects of the meeting in accordance with the budget specified in section 6.2.
7038/03 Bijlage VI(o) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
181
EN/FR
6.
FINANCIAL IMPACT 6.1. Total financial impact on Part B - (over the entire programming period)
Project funded by EC contribution and contributions in kind by Member States: Commitments in € million (to the 3rd decimal place) Year N 2002
Breakdown Contribution EC:
N+1
N+2
N+3
N+4
N + 5 and subs. Years
0.055
Total
0.055
Bilateral contributions by Member States: E
p.m.
Other financing contributions
None TOTAL
0.055
0.055
CONTRIBUTIONS IN KIND EU Member States and Institutions § Spanish Ministry of Foreign Affairs Meeting Rooms: Auditorium, 3 meetings rooms, 8 translation cabins, 3 meeting halls Security: 4 full-time security staff
6.2. Calculation of costs by measure envisaged in Part B (over the entire programming period) The calculation is based on an estimated number of 200 participants. The expenditure related to their travel and accommodation is not covered by the EU contribution. 6.2.1 Translators and hostesses 10 translators * 60 € /hour * 21 hours (7 hours/day during 3 days) 6 hostesses * 121.16 € /day * 3 days Hostesses overtime * 13.46 €/hour * 72 hours (4 hours/day during 3 days)
= 12,600 € = 2,180.88 € = 969.12 €
6.2.2 Meals and coffee 3 working lunches * 30 € person * 200 persons 3 coffee breaks * 7,21 € person * 200 persons
7038/03 Bijlage VI(o) bij de BIJLAGE
= 18,000 € = 4,326 €
MCL/sh DG E Coord
182
EN/FR
6.2.3 Organisation and co-ordination (during 1 month) Secretariat before meeting (information to and from participants; updating the list of participants, arranging of materials) = 3,520.12 € Secretariat during meeting (5 days, in 6 official languages of the UN) = 2,632.12 € Control of attendance, verification of identification tags = 486.51 € General co-ordination, including follow-up of mounting of auditorium, reception points, dining rooms, etc. = 993.25 €
6.2.4 Other expenditure Presidency large poster Country table identification (90 units) Participant identification (200 units) Folders with writing material (200 units) Decoration: – Conference Hall (3 centres * 180 €/unit) – 1 flower centre in reception – lunch table little flower centres (16 units * 15 €/unit)
= 540.91 € = 1,350 € = 240 € = 1,800 € = 540 € = 100 € = 240 €
Sub-total 6.2.1 - 6.2.4
= 50,518.91 €
Contingencies
= 4,481.09 €
Total amount
= 55,000 €
6.3. Itemised breakdown of cost (indicative) HEADING
COST
1. Translators and hostesses
15,750 €
2. Meals and coffee
22,326 €
3. Organisation and co-ordination
7,632 €
4. Other expenditure
4,810.91 €
Sub-total 1.-4.
50,518.91 €
Contingencies
4,481.09 €
Total amount
55,000 €
7038/03 Bijlage VI(o) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
183
EN/FR
6.4. Financial precedents Joint Action 1999/480/CFSP: Council Joint Action of 19 July 1999 in relation to the holding of a meeting of Heads of State and Government in Sarajevo, Bosnia and Herzegovina, concerning the Stability Pact for South-Eastern Europe; Official Journal L 188, 21/07/1999 P. 0002 - 0002
Budget Allocation of CommitPayments year appropriations ments 1999 1,250,000 € 1,250,000 € 1,250,000 €
2000
Council Joint Action of 16 November 2000 on the holding of a meeting of Heads of State or of Government in Zagreb (Zagreb Summit); Official Journal L 290, 17/11/2000 p. 0054 – 0054
7.
770,000 €
770,000 €
314,407 €
IMPACT ON STAFF AND ADMINISTRATIVE EXPENDITURE 7.1. Impact on human resources naught 7.2. Overall financial impact of human resources naught 7.3. Other administrative expenditure deriving from the action naught
8.
FOLLOW-UP AND EVALUATION 8.1. Follow-up arrangements
The Presidency is responsible for the implementation of the decisions made according to title V of the TEU (Joint Action). The success of the action is measured by (1) the realisation of the ICOC and (2) the global coverage of the ICOC. 8.2. Arrangements and schedule for the planned evaluation The Commission may conduct an evaluation of this action in the framework of its budgetary competence. 9.
ANTI-FRAUD MEASURES
Controls may be undertaken by the Commission services, including OLAF, as well as by the European Court of Auditors.
7038/03 Bijlage VI(o) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
184
EN/FR
Bijlage VI(p) bij de BIJLAGE
FINANCIAL STATEMENT [“SEE Small Arms”, 2002]
Policy area(s): CFSP – Common Foreign and Security Policy Activity(ies):
Combating the proliferation of SALW in South East Europe
Title of action: Implementation of Council Joint Action 2002/589/CFSP of 12 July 2002, with a view to combating the destabilising accumulation and spread of Small Arms and Light Weapons [SALW] in South East Europe
1.
BUDGET LINE(S) + HEADING(S) B8-011 “Non Proliferation and Disarmament”
2.
OVERALL FIGURES
2.1.
Total allocation for action (Part B): 0,200 million € for commitment
2.2.
Period of application: The operation’s duration of execution will be 12 months, to be counted as from the day following that on which the Grant Agreement between the UNDP and the Commission is concluded.
2.3.
Overall multiannual estimate on expenditure:
a) Schedule of commitment appropriations/payment appropriations (financial intervention) (see [€ million (to 3rd decimal place)]
point 6.1.1)
n+5 Year n
n+1
n+2
n+3
[2002]
n+4
and
Total
subs. Years
Commitments
0.200
Payments
0,160
7038/03 Bijlage VI(p) bij de BIJLAGE
0.200 0,040
0.200
MCL/sh DG E Coord
185
EN/FR
b) Technical and administrative assistance and support expenditure (see point 6.1.2) N/A c) Overall financial impact of human resources and other administrative expenditure (see points 7.2 and 7.3) N/A TOTAL a+b+c Commitments
0.200
Payments
0,160
0.200 0,040
0.200
2.4. Compatibility with the financial programming and the financial perspective þ
Proposal compatible with the existing financial programming
¨ This proposal will entail reprogramming of the relevant heading in the financial perspective ¨
This may entail application of the provisions of the Interinstitutional Agreement
2.5. Financial impact on revenue: þ No financial implications (involves technical aspects regarding implementation of a measure) 3.
BUDGET CHARACTERISTICS Type of expenditure
New
EFTA
Participation
Heading
participation
applicant
Financial
countries
Perspective
Non-comp
Diff/
NO
NO
NO
DNO
CD
NON
NON
NON
4.
No 4
LEGAL BASIS
Treaty:
Article 14 TEU
Joint Action: COUNCIL DECISION 2002/.../CFSP of .. … 2002, implementing Council Joint Action 2002/589/CFSP of 12 July 2002
7038/03 Bijlage VI(p) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
186
EN/FR
5.
DESCRIPTION AND GROUNDS
5.1. Need for Community intervention 5.1.1. Objectives pursued The overall objective of the action is to combat the destabilising accumulation and spread of small arms and light weapons in the countries of South East Europe through an EU contribution of € 200,000 in the form of a grant to the UNDP. The problem of small arms in South Eastern Europe The uncontrolled proliferation and illicit trafficking of small arms and light weapons (SALW) is a serious problem in South Eastern Europe. SALW proliferation has undermined the rule of law, fuelled crime and insecurity, exacerbating conflict in the region and undermining post conflict peacebuilding. Problems related to SALW are likely to pose a serious constraint to economic and social development in South Eastern Europe (SEE)1. The widespread availability of weapons is a legacy of conflicts in the region. However, the problem needs to be understood and addressed in a broader context. Economic and social development, the rule of law, and democratic governance are essential for long-term solutions to small arms problems. Efforts are also required to counter cultural acceptance of violence and illicit gun use. The international community has an important role to play in these respects in facilitating and supporting local, national and regional Government and civil society initiatives. The role of regional actors Recommendations for measures to prevent and reduce small arms proliferation were endorsed by the UN Conference on the Illicit Trade in Small Arms and Light Weapons in all its Aspects in July 2001. Regional mechanisms are foreseen to reinforce trans-border customs cooperation and networks for information sharing among law enforcement, border and customs control agencies as well as for strengthened legislative frameworks and capable stockpile management. A number of key initiatives have emerged with relevance for South Eastern Europe. One of these initiatives is the “Small Arms and Light Weapons Regional Implementation Plan”, developed by the Stability Pact for South Eastern Europe. Building on the political will and commitments in the UN, OSCE and other fora, this plan aims to provide a framework of agreed approaches and measures to tackle SALW in the region that can be adopted by the countries of Southeast Europe and supported by international organizations and bilateral donors. The plan covers Disarmament and Demobilization, the Security Sector, Legislative and Administrative Capacity, Collection and Disposal Programs, as well as Public Awareness. The “Clearinghouse” A need was discerned for an agreed mechanism for developing workable projects and measures to address SALW and for facilitating the funding and implementation of these. This projet concerns a role for UNDP in this respect through the establishment of such a mechanism: a “South East Europe Clearinghouse for Small Arms Reduction”, located in Belgrade, and consisting of a technical support unit, supporting a number of regional and national level operational activities
1
Albania, Bulgaria, Bosnia and Herzegovina, Croatia, FYROM, Moldova, Romania, and the Federal Republic of Yugoslavia
7038/03 Bijlage VI(p) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
187
EN/FR
The SEE Clearinghouse will initially be a 3 year technical programme, operating at both regional and national levels, sponsored by UNDP and the Stability Pact, with substantive support from OSCE, Szeged, NATO, the UN Department of Disarmament Affairs and expertise from other relevant UN departments/agencies. Its overall objectives include: · To backstop the Stability Pact Implementation Plan that aims to stem the flow and availability of small arms and light weapons in the region; · To consolidate the gains associated with the implementation plan at the national and local levels; · To support the socio-economic conditions for peace and development. The EU contribution of € 200,000 in the form of a grant to the UNDP will be used to contribute to the salaries of two experts for this Clearinghouse: · Team Leader / Senior Advisor [12 months] ·
NGO Coordinator [11 months]
5.1.2. Measures taken in connection with ex ante evaluation N/A
5.1.3. Measures taken following ex post evaluation N/A; this is the first operation of this kind in South East Europe.
5.2. Actions envisaged and arrangements for budget intervention 5.3. Methods of implementation While the Commission is entrusted with taking all the measures required for making available the financial means and allocating the grant, the UNDP shall implement the action. The Grant for co-financing certain staff costs of the Clearinghouse will be awarded on the basis of a standard “Agreement with an International Organisation” to be concluded between the Commission and the UNDP.
7038/03 Bijlage VI(p) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
188
EN/FR
6.
FINANCIAL IMPACT
6.1. Total financial impact on Part B - (over the entire programming period) 6.1.1. Financial intervention Commitments in € million (to the 3rd decimal place) Year N Breakdown
Total
[2002]
Contribution EC Bilateral Contributions by Member States Other financial contributions TOTAL
0.200
0.200
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
6.1.2. Technical and administrative assistance, support expenditure and IT expenditure (Commitment appropriations) N/A 6.2. Calculation of costs by measure envisaged in Part B (over the entire programming period) The costs indicated under 6.3. are based on a budget received from the UNDP. 6.3. Itemised Breakdown of costs [indicative] Expenses 1. Human Resources Team Leader NGO Co-ordinator Other Human Res.
Subtotal 1. 2. Travel 3. Equipment/Supplies 4. Local Office 5. Other costs, Services 6. Real Estate, Works 7. Other 8. Subtotal [1. – 7.] Direct Project Costs
7038/03 Bijlage VI(p) bij de BIJLAGE
# of units
Unit Per month Per month
12 11
Unit Rate [in EUR] 11,000 5,000
Costs [in EUR] 132,000 55,000
p.m.[such costs for the whole project will be taken on by the UNDP, the Stability Pact, other donors (via the fund set up for this)] 187,000 p.m. [these costs for the whole project will be taken on by the UNDP, the Stability Pact, other donors (via the fund set up for this)] 187,000
MCL/sh DG E Coord
189
EN/FR
9. Administrative Costs
13,000
[Maximum 7% of 8., direct eligible project costs]
10. Total [8. + 9.] eligible Project Costs 11. Contingencies 12. Total Costs [10. + 11.]
200,000 0 200,000
6.4. Financial Precedents [in €]
Legal Basis – Council Decisions [All Council Decisions have been taken on the basis of, and implement, Council Joint Action 1999/34/CFSP of 17 December 1998] Council Decision 1999/320/CFSP of 10 May 1999 concerning the recovery and destruction of weapons in Albania
Budgetary Year
Credits for
Commitments
Commitments
1999
500.000
500.000
1999
500.000
2000
1.300.000
2001
1.768.200
1999
200.000
200.000
2000
90.000
90.000
2001
345.000
345.000
2001
550.000
550.000
Council Decision 1999/730/CFSP of 15 November 1999 concerning the European
Council Decision 2000/724/CFSP of 20 November 2000 extending and amending Decision 1999/730/CFSP of 15 November 1999 concerning a European Union contribution to combating the destabilising accumulation and spread of small arms and light weapons in Cambodia
twice extended]
arms and light weapons in Cambodia
500.000
[The same project,
Union contribution to combating the destabilising accumulation and spread of small
1.300.000
Council Decision 2001/796/CFSP of 15 November 2001 with a view to the continuation of the European Union contribution to combating the destabilising
1.768.200
accumulation and spread of small arms and light weapons in Cambodia Council Decision 1999/845/CFSP of 17 December 1999 concerning the recovery and destruction of weapons in Mozambique (Operation “Rachel” – South African Police]) Council Decision 2000/803/CFSP concerning the promotion of control, collection and destruction of Small Arms and Light Weapons in South Ossetia [Georgia] Council Decision 2001/200/CFSP of 12 March 2001 concerning the European Union contribution to combating the destabilising accumulation and spread of small arms and light weapons in Latin America and the Caribbean [UN-LiREC, Lima] Council Decision 2001/850/CFSP of 29 November 2001 concerning the European Union contribution to combating the destabilising accumulation and spread of small arms and light weapons in Albania [UNDP]
7038/03 Bijlage VI(p) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
190
EN/FR
7.
IMPACT ON STAFF AND ADMINISTRATIVE EXPENDITURE
7.1. Impact on human resources p.m. 7.2.
Overall financial impact of human resources p.m.
7.3.
Other administrative expenditure deriving from the action p.m.
8. 8.1.
FOLLOW-UP AND EVALUATION Follow-up arrangements To be addressed by the relevant Council Working Group [CODUN], in the light of experience gained through this project
8.2.
Arrangements and schedule for the planned evaluation The Commission will conduct controls, on-the-spot checks and an evaluation of the action in the context of its budgetary execution competence.
9.
ANTI-FRAUD MEASURES
Controls may be undertaken by the Commission services, including OLAF, as well as by the European Court of Auditors.
_______________
7038/03 Bijlage VI(p) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
191
EN/FR
Bijlage VI(q) bij de BIJLAGE DRAFT LEGISLATIVE FINANCIAL STATEMENT
Policy area(s): CFSP – Common Foreign and Security Policy Activity(ies): Small arms - Cambodia
TITLE OF ACTION: Council Decision 2002/…/CFSP of … November 2002 extending and amending Council Decision 1999/730/CFSP concerning a European Union contribution to combating the destabilising accumulation and spread of small arms and light weapons in Cambodia
1.
BUDGET LINE(S) + HEADING(S) “Non-proliferation and Disarmament"”
B8-011
2.
OVERALL FIGURES 1.1.
Total allocation for action (Part B):
1.2.
Period of application:
1,567,792 € for commitment
The intended duration of the action is 12 months, which will be specified in the contract between the Project Manager and the Commission. 1.3.
Overall multi-annual estimate on expenditure:
a) Schedule of commitment appropriations/payment appropriations (financial intervention) (see point 6.1.1) million € (to 3rd decimal place)
Commitments
Year n 2002 1.568
Payments
N+1 2003
Total 1.568
1.568
1.568
b) Technical and administrative assistance and support expenditure(see point 6.1.2) N/A c) Overall financial impact of human resources and other administrative expenditure (see points 7.2 and 7.3) N/A
7038/03 Bijlage VI(q) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
192
EN/FR
TOTAL a+b+c Commitments
1.568
Payments
1.568 1.568
1.568
1.4.
Compatibility with the financial programming and the financial perspective
þ
Proposal compatible with the existing financial programming
¨ This proposal will entail reprogramming of the relevant heading in the financial perspective ¨ This may entail application of the provisions of the Interinstitutional Agreement 1.5.
Financial impact on revenue:
þ No financial implications (involves technical aspects regarding implementation of a measure)
3.
4.
BUDGET CHARACTERISTICS Type of expenditure
New
EFTA participation
Participation applicant countries
Heading Financial Perspective
DNO
NON
NON
NON
No 4
CD
LEGAL BASIS Treaty establishing the European Community Treaty on the European Union, and in particular Article 14
5.
DESCRIPTION AND GROUNDS
5.1. Need for Community intervention 5.1.1. Objectives pursued In pursuing the objectives set out in article 1 of Joint Action 2002/589/CFSP on the European Union's contribution to combating the destabilising accumulation and spread of small arms and light weapons, the Union shall: · combat, and contribute to ending, the destabilising accumulation and spread of small arms, · contribute to the reduction of existing accumulations of these weapons and their ammunition to levels consistent with countries’ legitimate security needs, and · help solve the problems caused by such accumulations.
7038/03 Bijlage VI(q) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
193
EN/FR
The European Union considers that the accumulation and uncontrolled spread of small arms and light weapons in Cambodia poses a threat to peace and security and reduces prospects for sustainable development. For this purpose, the European Union shall assist the Government of Cambodia · in the development of appropriate laws and regulations on the ownership, possession, use, sale and transfer of arms and ammunition; · in the record-keeping and the management and security of weapons and in the development of policies, guidelines and practices in this regard within the security forces; · in the public destruction of collected and surplus weapons and ammunition through a number of provincial destruction ceremonies; · in identifying and destroying surplus weapons in connection with the demobilisation and reintegration of the armed forces; · in the execution of voluntary arms surrender by the civilian population, through “Weapons for Development” projects; · by supporting civil society programmes to raise public awareness on problems related to small arms and light weapons and to further develop civil society co-operation with the weapons collection and destruction process, in particular by supporting activities of the NGO's concerned. The beneficiary of the action will be the Government of Cambodia which will be informed by the Presidency of the continuation of the programme. The EU ASAC project manager, Mr. David de Beer, will continue to be based in Phnom Penh and will manage the action drawing upon both European and local expertise. 5.1.2. Measures taken in connection with ex ante evaluation A feasibility study was conducted in 1999 before the first Council Decision. The project design is based on the study, notably its integrated approach including many, mutually-supporting components. Following the recommendation of the external evaluator in 2001, a feasibility study on registration and safe storage of police weapons was undertaken in May 2002, which forms the basis for implementing this component in 2003. 5.1.3. Measures taken following ex post evaluation The project is on-going. 5.2. Actions envisaged and arrangements for budget intervention Ultimately the beneficiaries are the people of Cambodia as a whole, in terms of improved peace and security. In particular, the target groups in areas where Weapons for Development projects (voluntary arms surrender by the civilian population) are implemented, will benefit from increased security and, as a corollary, small development benefits brought about by their participation. A new project component on the registration and safe storage of police weapons will be implemented in 2003. This pilot project will be implemented in three provinces and at a national level. It includes the delivery and installation of 250 racks to store duty weapons, one for each police post; a construction of a small depot in each province and a larger one at national level; for record keeping, the provision of photocopiers, computers and the relevant software to the National Police at the national and provincial levels; organisation of 4 training courses on logistics, weapons management and the use of the software.
7038/03 Bijlage VI(q) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
194
EN/FR
The Project Manager will monitor the completed projects on registration and safe storage of military weapons in Military Region 2 (Kampong Cham) and Military Region 5 (Battambang). If funds are available he will organise a project in a further military region. The arms law, drafted and commented on with the support of EU ASAC is expected to enter into force in late 2002. In 2003, EU ASAC expert assistance will be given for the drafting of and commenting on the necessary secondary legislation, including sub-degrees and regulations. The government of Cambodia has assured that no sanctions for carrying illegal weapons will be applied to population engaged in EU ASAC funded Weapons for Development projects. In 2001, the EU ASAC organised eight large provincial destruction ceremonies (“Flames of Peace”) comprising a destruction total of some 50,000 weapons. By mid October 2002, a total of 20,064 weapons had been destroyed in 2002 in four large ceremonies and two small ceremonies. Provided that the Government will continue its support to arms collection and destruction, at least this number of weapons is expected to be destroyed in 2003. In addition, arms destruction will take place in several small-scale destruction ceremonies, in the context of WfD schemes and of the dismantling of weapons caches hidden during the years of war. Apart from quantifiable objectives the immaterial, but specific and overriding, objective is the introduction and reinforcement of an environment of confidence and security within the population. This effort will be continued by awareness-raising focusing on three main themes: the importance of the destruction of weapons, the civic responsibility of police and military and the community’s responsibility for its own essential security. The project was launched in March 2000. In September 2001, an external evaluator assessed the project to be relevant, efficient and effective. At the same time he recommended continuation for the project to fulfil the more long-term criteria of impact and sustainability. 5.3. Methods of implementation The Project Manager shall sign a Special Adviser contract with the Commission for the specific purpose of managing expenditure related to the project. The Project Manager shall sign services contracts with his international staff and employment contracts with his local staff. The terms of reference of these contracts shall be submitted to the Commission for prior approval. 6.
FINANCIAL IMPACT
The EU ASAC is financially the EU's largest project in the field of small arms and light weapons and is also the only one implemented by European Union Project Manager and experts. Apart from the development component in the WfD schemes, the project is solely financed by the EU, which has granted and will continue to grant the Union ample visibility. The budget of the project is reduced by approximately 11 percent, from 1.77 million € in the 2001 budget to 1.57 million € in the 2002 budget. This decrease is due, first, to the successful finalisation of two safe storage and registration projects in the military districts of Kampong Cham and Battambang, respectively. The project manager will encourage the Cambodian government to
7038/03 Bijlage VI(q) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
195
EN/FR
replicate the project in other military districts with own resources or with support from other donors. Second, the project budget was cut in line with the general reduction of the CFSP budget from 36 million to 30 million € in 2002. The amounts indicated in 6.2 are calculated on the basis of estimates and may be revised in the context of the establishment of the contract between the Project Manager and the Commission.
6.1. Total financial impact on Part B – (over the entire period) 6.1.1. Financial intervention Project funded by EC contribution and contributions in kind by Member States: Commitments in € million (to the 3rd decimal place) Year N Breakdown
N+1
N+2
N+3
N+4
N + 5 and
Total
subs.
2002
years Contribution EC:
1.567
1.567
1.567
1.567
Bilateral contributions by Member States:
Other financing contributions TOTAL
OTHER POSSIBLE FINANCING CONTRIBUTIONS The Project Manager will try to find bilateral contributions of Member States and other interested donors outside the EU and/or international organisations, notably to finance the development elements of the Weapons for Development schemes. In 2000-2002, such contributions have been made by the Netherlands (also for police support and police family support), Germany, Japan and the World Food Organisation. Canada has been financing police training.
CONTRIBUTIONS IN KIND The Government of Cambodia and Cambodian NGOs including the coalition “Working Group for Weapons Reduction in Cambodia” will be closely involved in the programme and will bear the costs related to the participation of Cambodian officials in the programme, with the exception of travel costs of those officials in the context of consultations in Europe.
7038/03 Bijlage VI(q) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
196
EN/FR
6.1.2. Technical and administrative assistance, support expenditure and IT expenditure (Commitment appropriations) N/A 6.2. Calculation of costs by measure envisaged in Part B (see Annex for details) 6.2.1. Salaries and insurance
513,468€
Salaries
489,600 € th
Salary of project manager: A4, 4 step, based on the salary scale defined in Commission Communication no. 925 of 1998. The amount includes a provision for the annual review of salaries with effect from 1 July 2003. Reference cost used for the locally recruited employees – ECHO local support staff. Insurance
23,868 €
High-risk insurance project manager: 12 months * 1000€/month
= 12,000€
High-risk insurance technical experts: 24 months * 400€/month
=
9,600€
Insurance local staff: 108 months * 21€/month
=
2,268€
6.2.2. Travel costs
68,800€
Project manager: 4 reporting missions to Brussels Brussels/Phnom Penh/Brussels : 4 * 3,000€
= 12,000€
excess weight for equipment (200€*2)
=
400€
Per diem 12 * 200€
=
2,400€
Deputy project manager and technical experts : Brussels/Phnom Penh/Brussels: 6 * 3,000€
= 18,000€
excess weight for equipment 3 * 200€
=
600€
Cambodian officials:
Phnom Penh-Brussels-Phnom Penh: 1 * 3,000€
=
3,000€
Per diem (hotel & meals): 8 * 300€
=
2,400€
As in the past years, a high-ranking official of the Cambodian Government will travel to Europe to learn and observe how arms control and law and order issues are dealt with in some selected states of the European Union, particularly with a view to future regional developments and cross border co-operation with Cambodia’ neighbours.
6.2.3. Project Activities (see Annex)
857,100€
6.2.4. Operational cost (see Annex)
63,160€
6.2.5. Representation
19,600€
Project Manager:
12 months * 300 €/month
Weapons destruction ceremonies: 8 ceremonies * 2,000 €/ceremony
7038/03 Bijlage VI(q) bij de BIJLAGE
=
3,600€
= 16,000€
MCL/sh DG E Coord
197
EN/FR
6.3. Itemised breakdown of cost (indicative) Indicative Budget 2001 in €
Budget Heading
Indicative Budget 2002 in €
495,200
1. Salary and insurance
513,468
74,200
2. Travel
68,800
3. Project activities
1,049,400
857,100
4. Operational cost
61,600
63,160
5. Representation1
3,600
19,600
6. Contingencies2
84,200
45,664
1,768,200
1,567,792
Total
6.4. Financial precedents Budgetary Credits for Year Commitments
Joint Action Joint Action 1999/320/CFSP of 10 May 1999 concerning the recovery and destruction of weapons in Albania Council Decision 1999/730/CFSP of 15 November 1999 concerning the European Union contribution to combating the destabilising accumulation and spread of small arms and light weapons in Cambodia Council Decision 1999/845/CFSP of 17 December 1999 concerning the recovery and destruction of weapons in Mozambique (Operation “Rachel”) Council Decision 2000/724/CFSP of 20 November 2000 extending and amending Decision 1999/730/CFSP of 15 November 1999 concerning a European Union contribution to combating the destabilising accumulation and spread of small arms and light weapons in Cambodia Council Decision 2001/850/CFSP of 29 November 2001 implementing Joint Action 1999/34/CFSP with a view to a European Union contribution to combating the destabilising accumulation and spread of small arms and light weapons in Albania
1
2
Commitments
1999
500,000
The action could not be implemented and was repealed.
1999
500,000
500,000
1999
200,000
200,000
2000
1,300,000
1,300,000
2001
550,000
550,000
In 2002, all representation costs are included under this heading. In 2001, representation cost related to ceremonies was included under the heading "project activities". In 2002 contingencies represent 3 percent of the total amount. Contingencies are to be used only with a prior written approval of the Commission.
7038/03 Bijlage VI(q) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
198
EN/FR
Council Decision 2001/796/CFSP of 16 November 2001 extending and amending Decision 1999/730/CFSP of 15 November 1999 concerning a European Union contribution to combating the destabilising accumulation and spread of small arms and light weapons in Cambodia Council Decision 2002/ … /CFSP of … October 2002 implementing Joint Action 2002/589/CFSP of 12 July 2002 with a view to a European Union contribution to combating the destabilising accumulation and spread of small arms and light weapons in South East Europe
2001
1,768,200
1,768,200
2002
200,000
200,000
7.
IMPACT ON STAFF AND ADMINISTRATIVE EXPENDITURE
7.1
Impact on human resources p.m.
7.2
Overall financial impact of human resources p.m.
7.3
Other administrative expenditure deriving from the action p.m.
8.
FOLLOW-UP AND EVALUATION
8.1
Follow-up arrangements The EU Presidency is responsible for the implementation of the decisions made according to title V of the TEU (Joint Action). The project was audited at the end of 2001. According to the Project Manager, the recommendations of the audit have been implemented. The Commission will undertake an on-the-spot control mission in 2003. The following indicators will be used for measuring the performance of the project:
· ·
arms law adopted and effectively implemented; number of secondary legislation, including sub-decrees and regulations, adopted and effectively implemented;
7038/03 Bijlage VI(q) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
199
EN/FR
·
number of racks delivered and installed in police posts to store duty weapons;
·
number of police arms depots constructed;
·
record-keeping equipment and software delivered, installed and functioning;
·
number of training courses organised on logistics, weapons management and the use of the software;
·
·
number of military arms depots constructed (if implemented);
·
number of weapons destroyed;
number of destruction ceremonies organised, large and small; ·
number of weapons collected under Weapons for Development schemes;
·
number of weapons caches dismantled and number of weapons collected from them;
·
number of training courses organised for the local police in the context of WfD schemes;
·
number of awareness-raising courses organised by NGOs.
8.2
Arrangements and schedule for the planned evaluation In May 2001, an external small arms expert conducted an interim evaluation on the basis of terms of reference prepared by the Commission. No external evaluation is planned for 2003. Should the operation be discontinued at the end of 2003, an ex-post evaluation will be carried out within 6 months from the end of the operation.
9.
ANTI-FRAUD MEASURES Controls may be undertaken by the Commission services, including OLAF, as well as by the European Court of Auditors.
7038/03 Bijlage VI(q) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
200
EN/FR
ITEMS
Unit Costs Nº of Nº of Total budget in Euro (€ ) Units Months in Euro (€ )
1,SALARIES AND INSURANCES : 1.1. Salaries Costs: 1.1.1. Programme Manager
€ 14.000
1
12
€ 168.000
1.1.2. Deputy Programme Manager / Safe Storage Officer
€ 10.000
1
12
€ 120.000
1.1.3. Technical Experts
€ 10.000
2
6
€ 120.000
€ 3.500 € 1.500 € 900 € 500 € 200
1 1 1 1 2
12 12 12 12 12
€ 42.000 € 18.000 € 10.800 € 6.000 € 4.800
1.1.4. Locally recruited Weapons for Development Project Officer 1.1.5. Locally recruited Assistants / Translators: (1x € 600 + 2 x € 450) 1.1.6. Locally recruited Administrative Accountant and Cashier (1 x € 500 + 1x € 400) 1.1.7. Locally recruited Secretary (1 x € 500) 1.1.8. Locally recruited Clerk / Technical Assistant (2 x € 200) SUB-TOTAL ( 1.1,):
€ 489.600
1.2, Insurance Costs: 1.2.1. Programme Manager
€ 1.000 € 400 € 21
1.2.2. Deputy Programme Manager/ Technical Experts 1.2.3. Locally recruited staff
1
12 24 108
€ 12.000 € 9.600 € 2.268
SUB-TOTAL ( 1.2,):
€ 23.868
TOTAL: ( 1, Salaries & Insurance Costs ) :
€ 513.468
2,TRAVEL COSTS 2.1, International travel costs of Programme manager 2.1.1. Return ticket Bxl-Phnom Penh
€ 3.000 € 200 € 200
2.1.2. Excess weight luggage 2.1.3. Per diem & Accommodation costs
4 2 12
€ 12.000 € 400 € 2.400
SUB-TOTAL ( 2.1,):
7038/03 Bijlage VI(q) bij de BIJLAGE
€ 14.800
MCL/sh DG E Coord
201
EN/FR
ITEMS
Unit Costs Unit Nº of Total budget in Euro (€ ) Costs Months in Euro (€ )
2.2, International travel costs Technical experts 2.2.1. Return ticket Europe-Phnom Penh
€ 3.000 € 200
2.2.2. Excess weight luggage
6 3
€ 18.000 € 600
SUB-TOTAL ( 2.2,):
€ 18.600
2.3, Cambodian officials travel to / in Europe 2.3.1. Return ticket Phnom Penh-Europe
€ 3.000 € 300
2.3.2. Per diems & Accommodation costs
1 8
€ 3.000 € 2.400
SUB-TOTAL ( 2.3,):
2.4. Travel in Cambodia
€ 5.400 € 30.000
€ 30.000
TOTAL : ( 2, Travel Costs ):
€ 68.800
3, PROJECT ACTIVITIES : 3.1, Public awareness and NGOs support 3.2, Destruction Assistance:
€ 110.000
3.2.1. Provincial destruction ceremonies
€ 10.000 € 5.000 € 600
3.2.2. Local destruction ceremonies 3.2.3. Local Expert staff : (1 x € 600)
€ 110.000 8 5 12
SUB- TOTAL: ( 3.2, )
€ 80.000 € 25.000 € 7.200 € 112.200
3.3, Project-related activities by Government Officials & Civil Society 3.3.1. Follow-up assistance on the Arms Law
€ 20.000 € 30.000
3.3.2. Demobilisation and arms decommissioning
€ 20.000 € 30.000
SUB- TOTAL: ( 3.3, )
7038/03 Bijlage VI(q) bij de BIJLAGE
€ 50.000
MCL/sh DG E Coord
202
EN/FR
ITEMS
Unit Costs
Unit
Nº of
in Euro (€ ) Costs Months
Total budgets in Euro (€ )
3.4.1, Voluntary weapons surrender projects : Weapons for Development 3.4.1.1. Field Coordination (in two provinces) 3.4.1.2. Field Offices (office supplies/travel expenses/petrol costs/ tel. charges). 3.4.1.3. Public awareness in WfD areas
€ 25.000 € 20.000 € 25.000
2 2 2
€ 50.000 € 40.000 € 50.000
SUB-TOTAL: (3.4.1,)
3.4.2, Micro Weapons for Development projects with Local NGO's
€ 140.000 € 40.000
6
€ 240.000
TOTAL: (3.4,)
€ 380.000
3.5. Police Weapons Registration and Safe Storage project: 3.5.1, Project Supervision: 3.5.1.1. Project supervisor
€ 750 € 600
3.5.1.2. Local experts
1 1
12 6
SUB-TOTAL: (3.5.1, ):
€ 9.000 € 3.600 € 12.600
3.5.2, Additional costs: 3.5.2.1. Additional office costs
€ 100 € 300 € 100 € 200 € 600 € 500
3.5.2.2. Computer/printer upgrade and maintenance 3.5.2.3. Communications costs 3.5.2.4. Reports and translations 3.5.2.5. Rental car 3.5.2.6. Travel expenses
1 1 1 1 1 1
6 6 6 6 6 6
SUB-TOTAL: (3.5.2, ):
7038/03 Bijlage VI(q) bij de BIJLAGE
€ 10.800
MCL/sh DG E Coord
€ 600 € 1.800 € 600 € 1.200 € 3.600 € 3.000
203
EN/FR
ITEMS
Unit Costs
Unit
Nº of
in Euro (€ ) Costs Months
Total budgets in Euro (€ )
3.5.3, Registration systems: 3.5.3.1. Printing, Distribution, Manuals 3.5.3.2. Computer and copier system for police regions at two levels; HQ and three provinces 3.5.3.3. Software and systems purchase and maintenance
€ 500 € 5.000 € 8.000
1 4 1
6 1 1
SUB-TOTAL: (3.5.3, ):
€ 3.000 € 20.000 € 8.000 € 31.000
3.5.4, Improved stockpiling: 3.5.4.1. Building weapons and ammunitions structures
€ 65.000 € 45.000 € 8.000
3.5.4.2. Racks and fittings (including cost of transportation and fitting) 3.5.4.3. Design, engineering and supervision
1 1 1
1 1 1
SUB-TOTAL: (3.5.4, ):
€ 65.000 € 45.000 € 8.000 € 118.000
3.5.5, Training Personnel : 3.5.5.1. High level managers courses
€ 4.500 € 6.000 € 6.000 € 8.000 € 8.000
3.5.5.2. Computer staff training 3.5.5.3. Training courses for logistical staff 3.5.5.4. Manual registration 3.5.5.5. Information days for regional and district police commanders
7038/03 Bijlage VI(q) bij de BIJLAGE
1 1 1 1 1
1 1 1 1 1
€ 4.500 € 6.000 € 6.000 € 8.000 € 8.000
SUB-TOTAL: (3.5.5, ):
€ 32.500
TOTAL: (3.5,):
€ 204.900
TOTAL: (3, Project Activities ):
€ 857.100
MCL/sh DG E Coord
204
EN/FR
ITEMS
Unit Costs
Unit
Nº of
in Euro (€ ) Costs Months
Total budgets in Euro (€ )
4, OPERATIONAL COSTS : 4.1. Office rental 4.2. Car rental 4.3. Telecommunications
€ 2.300 € 800 € 500 € 400 € 170 € 5.000 € 8.000 € 10
4.4. Office supplies 4.5. Bank Charges / Bank services 4.6. Visibility costs 4.7. Software/hardware updates 4.8. Professional Services (visa costs)
1 1 1 1 1
12 12 12 12 12
1
12
€ 27.600 € 9.600 € 6.000 € 4.800 € 2.040 € 5.000 € 8.000 € 120
TOTAL : (4, Operational costs) :
€ 63.160
5, REPRESENTATION COSTS: 5.1. Project Manager's Representation Costs 5.2. Weapons Destruction Ceremonies
€ 300
12
€ 2.000
8
€ 3.600 € 16.000
TOTAL : (5, Representation Costs):
€ 19.600
SUB-TOTAL: ( 1 + 2 + 3 + 4 + 5 )
€ 1.522.128 € 45.664
6, CONTINGENCIES (3%) :
€ 45.664 € 1.567.792
TOTAL COSTS : ( 1 + 2+ 3 + 4 + 5 + 6 ) :
_________________
7038/03 Bijlage VI(q) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
205
EN/FR
7038/03 Bijlage VI(q) bij de BIJLAGE
MCL/sh DG E Coord
206
EN/FR