01 De hut vol info
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
Je staat aan het infobord. Lees de tekst en kijk naar het plan. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
1.
Geef de volledige naam van het natuurreservaat.
2. Hoe groot is het reservaat in ha? Een voetbalveld is ½ ha. Hoeveel voetbalvelden kunnen in het natuurreservaat? 3.
Welke rivier vind je in het gebied?
4.
Mag je hier met je hond wandelen? Wat moet je doen? Twee zaken.
5.
Kan je je waterschildpad hier een nieuwe thuis geven, als je er zelf niet meer voor kan zorgen? Waarom?
6.
Kleur in het kadertje het stuk dat aangeeft hoe groot het reservaat is.
02 Vier landschappen op rij
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
Voor jou ligt het natuurreservaat. Neem de 4 foto’s. Ga op de plek staan waar de fotograaf de foto’s nam. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
1.
Leg de foto’s op de grond in volgorde van de seizoenen. Begin met de lente. Schrijf één of meerdere kenmerken in de kadertjes.
2.
In elk seizoen ziet het natuurreservaat er anders uit. Wat is nu een meersgebied? Schrap wat niet past.
3. Wat zou er gebeuren als we deze graslanden aan de natuur overlaten?
03 Kaarten op tafel
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
Zet je neer aan een tafel. Leg de topografische kaarten juist aan elkaar met de Bodemlegende ernaast. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
1.
Welke rivier vind je in het natuurreservaat?
2.
Zie je de Ringvaart, dit is een grens van het reservaat. - Hoe lang is die grens. Druk uit in km. Gebruik de schaal op de kaart en de meetlat. - Is dit een kunstmatige of een natuurlijke waterloop. - Geef een voorbeeld van een natuurlijke waterloop.
3.
Zoek met behulp van de legende welke verschillende bodembedekkingen er zijn in het reservaat.
4.
Geef 2 namen van bekende plaatsen die je herkent ten Zuiden van het reservaat
5.
Vind je op de kaart de Vinderhoutse bossen terug? Daar woont een vos. Toch loopt hij rond het Valkenhuis. Hoe komt hij daar? Wat komt hij in het reservaat zoeken?
04 Een ‘groene’ architect
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
Voor het gebouw staan 2 dikke bomen. Stap vanaf de 2de boom 20 passen af richting reservaat. Kijk naar het gebouw. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
1.
Verbind de punten op het antwoordblad met elkaar en maak zo een schets van het gebouw.
2.
Teken opvallende onderdelen van het gebouw. Welke drie zaken vallen op in je tekening en aan het gebouw?
3.
Ga het gebouw binnen en vraag de onthaalbediende wat er typisch is aan het gebouw. Noteer kort wat dat betekent.
4. Zoek in het gebouw de 3 oranje tekstballonnen over: - glas - isolatie - gebruikte lucht. Noteer wat ontbreekt. 5.
Geef 2 redenen waarom dit gebouw milieuvriendelijk is.
6.
Weet je wat groene energie is? Geef 2 voorbeelden. Kan de onthaalbediende je helpen?
05 Vanop de stenen brug
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
Ga rechts van de brug staan. Zie je de peillat die het water van de Grijtgracht meet? Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
1.
Neem de vouwmeter, vouw open en laat die voorzichtig in het water zakken tot je de bodem voelt. Lees op de vouwmeter de diepte van het water af. Hoe diep is het water? Duid aan op de tekening.
2.
Lees op de peillat het waterpeil af. Duid aan op de tekening.
3.
Je hebt 2 verschillende resultaten! Vul op de stippellijn naast ‘0 m’ het juiste woord in. Kies uit de bodem - de weg - de zeespiegel
Ga nu naar de linkerkant van de brug.
4.
Neem de waterthermometer aan het touw vast en laat die hangen in het water. Wacht ± 3 minuten. Noteer de temperatuur van het water.
5.
- Neem de secchischijf. Lees eerst de bijlage. Laat de secchischijf zakken in het water. Noteer de resultaten van de 2 metingen en bereken het gemiddelde. - Wat heb je gemeten en voor wie of wat is dat belangrijk?
Droog met de handdoek vouwmeter, thermometer en secchischijf goed af.
06 In het populierenbosje
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
Ga in het bosje en doe 10 grote stappen. Halt. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
1.
Is dit bosje een natuurlijk of kunstmatig bosje? Geef 2 redenen.
2.
Zie je de verschillende lagen in het bos? - Vul het juiste nummer in op de tekening. - Kan je voor elke laag 1 voorbeeld van een plant en een dier geven? Gebruik eventueel de zoekkaarten.
Bekijk de bladsilhouetten op je antwoordblad. Dit zijn silhouetten van de populier, de esdoorn en de grote weegbree.
3.
Zoek 1 blad van die verschillende bomen en kruiden aan de rand van het bosje. Neem een afgevallen blad, indien je er geen vindt, dan pas pluk je er een. - Vergelijk het blad met het getekende silhouet, bekijk de nerven, teken ze en vul in: - handnervig - veernervig - parallelnervig.
07 Bijna zo groot als...
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
Recht voor het gebouw staan 2 grote bomen. Dit zijn schietwilgen. Meet de hoogte van de boom die het dichts bij je staat. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
1.
Schat de lengte van de eerste boom. Meet de lengte, gebruik de boommeter en de rolmeter. Lees eerst de bijlage.
2.
Schat de lengte van één van jullie. Meet de lengte, gebruik de lintmeter.
3.
Hoeveel keer kan jij in die boom?
08 Boom zoekt stamboom
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
In deze buurt staan 2 bomen met een rood lint. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
1.
Neem de ‘determinatietabel bomen’. - Zoek de naam van de 2 bomen op. - Zoek uit of het inheemse of uitheemse bomen zijn.
2.
In het reservaat groeien dus zowel inheemse bomen als uitheemse boom. Wat betekent dit?
3.
Neem de bijlage en lees de tekst over de Duindoorn, een struik die in onze kuststreek groeit. Als we deze struik in het reservaat planten is deze struik dan: - inheems - uitheems - streekeigen - niet streekeigen? (meerdere antwoorden mogelijk)
4.
In het reservaat wil men eigenlijk alleen maar planten hebben die inheems en streekeigen zijn. - Waarom? - Hoe kunnen we dit bereiken.
09 Dikke vriend
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
Recht voor het gebouw staan 2 grote bomen. Dit zijn schietwilgen. Meet de dikte van één van de bomen. Door de omtrek te meten en een rekensom te maken weet je hoe oud de boom ongeveer is. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
1.
Schat de omtrek van de stam en schat de leeftijd van de boom.
2.
Meet met het touw de omtrek zoals op de tekening. Het touw heeft om de 10 cm een knoopje. - Hoe dik is de boom? - Bereken zijn leeftijd, gebruik de tabel.
3.
Is je schatting juist?
10 Nu jij, ik kompas later
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
Ga in het grasland bij de eerste boom (eik) staan. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
1.
Neem de rode stift en kleur de kompasnaald op de tekening die naar het Noorden wijst. Noteer op de stippellijn waar: Duitsland, Frankrijk, Nederland en Groot-Brittannië liggen.
2.
Neem het kompas. Lees eerst de bijlage.
3.
Zoek in het landschap op hoeveel graden van het Noorden 1. Het Natuur- en Milieucentrum De Bourgoyen. 2. Het meetstation. Omcirkel telkens de graden op de tekening en noteer de naam.
4.
Zoek de schat! Hij ligt verborgen op 20 stappen van de eik, op 90° van het Noorden. - Wat is de schat? - Noteer de 2 vragen die je met Wikipedia moet beantwoorden.
Verberg de schat op dezelfde plaats.
11 Op het Appelpad
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
1.
Wandel op het Appelpad en stop aan de eerste appelboom. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
Zoek aan de hand van de foto’s de 4 planten (esdoorn, eik koninginnenkruid, braam) bij het Appelpad. Observeer elke plant en bekijk: - plant - blad - bladvorm - bladnerven - vrucht Neem de bijlage ‘Kenmerken van een plant’. Je kan ook de zoekkaart ‘Bloemen beschrijven’ gebruiken. Kies telkens het juiste antwoord en vul de tabel in.
12 Meten is weten
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
Dit is een meetstation. Lees eerst de bijlage. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
1.
Is het vandaag koud, warm of tussen de twee. - Schat de temperatuur. - Meet de temperatuur met de luchtthermometer. - Regent, hagelt of het sneeuwt?
Lees het bord bij het meetstation.
2.
Wat betekent VMM?
3.
Wat doet de VMM hier?
4.
Noteer in de tabel 3 namen van verontreinigende stoffen. Vul de tabel aan.
5. Op wat kan de vervuilde omgevingslucht schadelijke invloed hebben? 6.
Voor wie is dat nadelig?
7.
Hoe kan jij je omgevingslucht minder vervuilen?
13 Wegwijs met troep
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
Achter het vlechtwerk hangen muurpanelen. Lees eerst de informatie. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
1.
Wat betekent: - pmd - gft ?
2.
Wie vormt bladeren, maaisel en resten van fruit om tot compost?
3.
Hoe help jij de papierberg te verkleinen?
4.
Ik eet een appel en drink een frisdrank uit een flesje. Wat kan ik doen met het klokhuis en het flesje?
5.
Zoek een slagzin om mensen aan te zetten minder afval te maken.
6.
Wat kan er gebeuren indien de vuilniskar het vuil niet meer zou komen ophalen? Formuleer in 3 zinnen een positief verhaal.
14 Vogels beloeren
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
Ga zitten op de liggende boomstam. Hang de veldkijker voorzichtig aan je nek. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
1.
Speur met je veldkijker naar 5 vogels in het landschap. Zoek op de zoekkaart hun naam. Welke zie je en waar?
2.
Watervogels zijn aangepast aan hun biotoop. Verbind de vogel met de juiste poten en de juiste snavel.
15 De place toe bie
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
Ga zitten op de liggende boomstam. De muur die je ziet is gebouwd voor de wilde bijen. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
1.
Uit welke materialen is de muur gebouwd?
2.
Zie je een wilde bij of hommel bij de muur en wat doen ze? Tot welke groep dieren behoren zij? Zoek op de ‘Zoekkaart bijen’ de leukste bijennaam op!
3.
Waarom vermindert het aantal wilde bijen?
4.
Zoek holle stengels in de omgeving. Maak de stengels even lang (± 15cm). Bundel ze stevig samen met 3 touwtjes of ijzerdraad. Middenste touw wat langer zodat je het kan ophangen. Ziezo, nu heb je zelf een bijenhotelletje.
16 Leven in & rond het water
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
Ga tot aan het begin van de houten loopbrug. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
1.
Observeer het water. Is het water: - helder - troebel - zeer troebel?
2.
Kruis aan op het werkblad welke planten je ziet. Zijn de planten: - ondergedoken - drijvend - oeverplanten?
3. Zie je nog andere waterplanten? Gebruik ‘Zoekkaart Algemeen voorkomende waterplanten’. Zie je dieren in de omgeving van het water? - kruis aan: dieren die je ziet - teken: ander dier die je ziet 4.
Hoe kan je dit water: 1. vervuilen? 2. zuiver houden? Geef telkens 2 voorbeelden.
17 Een natje en een droogje
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
Aan de beide kanten van de sloot staat een paal in het grasland. Bij elke paal doe je dezelfde opdracht. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
1. Neem de vochtmeter. Lees eerst de bijlage. Meet bij de paal hoe vochtig de bodem is. Kruis aan: - grasland met paal 1 - grasland met paal 2 2.
Neem het touw en leg het in een vierkant rond de paal. Hoeveel verschillende kruiden staan er in het vierkant?
3.
Leg de kaartjes met de plantenafbeeldingen op een rij. Welke kruiden herken je in het vierkant?
4.
Hoe komt het dat de graslanden verschillende kruiden hebben?
Droog met de vod de vochtmeter af.
18 De onderwereld
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
Hier zoek je naar leven in de bodem. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
Neem het schopje en zet de witte bak op de grond. Schep wat aarde los, kijk onder takken en tussen bladeren en zoek diertjes. Doe de gevonden diertjes in de witte bak. Stop 1 diertje in het loeppotje en kijk goed.
1.
Zoek het diertje op met de ‘zoekkaart minidiertje’ en vul de tabel in. Zoek nog 3 andere diertjes.
Laat de diertjes terug vrij. Maak witte bak, potjes en schopje met vod proper.
19 Stille waters, diepe gronden
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
Tussen de bomenrij staat een hekje open. Zoek aan de gracht een plekje waar je makkelijk aan het water kunt. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
Haal alles uit de opdachtbak en zet de bak op het witte blad. Laat de bak staan!
Draai de keukenwekker op 10 minuten. Hoor je de wekker aflopen, dan is het tijd om met de opdracht te stoppen!
- Neem de emmer en schep water uit de sloot. - Doe het water in de opdrachtbak - Neem elk een schepnetje en schep heen en weer tussen de waterplanten. - Doe de inhoud van de netjes in de opdrachtbak. - Zie je beweging in de bak? Neem nu de kleine potjes en schep met elk potje 1 diertje uit de bak. - Neem de zoekkaart en zoek op welke diertjes je gevangen hebt. - Kan je het diertje ook tekenen? Schrijf zijn naam erbij.
Doe het water en de diertjes terug in de gracht. Droog met de handdoeken opdrachtbak, kleine potjes, netjes en emmer goed af.
20 Sporen van de mens
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
In het reservaat heeft de mens goede maar ook minder goede invloed. Bekijk op het plannetje de route van de postentocht. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
1. Ga tot aan de opdrachtpost 2 en terug. Kijk ondertussen naar de positieve en negatieve sporen die de mens achterliet. Noteer bij: - de positieve invloed - de negatieve invloed
2.
Vind je afval onderweg, stop ze in de plastiekzak. De natuur is je dankbaar! ♥
21 Zorg voor het natuurgebied
biotoopstudie
POSTENTOCHTvragenblad
❀ EERST LEZEN ❀ DAN DENKEN ❀ NU PAS DOEN ❀
De ‘schrijver’ gaat zitten. De ‘denker’ wandelt rond. Beantwoord volgende vragen. Noteer de antwoorden op het antwoordblad.
1.
Bespreek met elkaar hoe je zelf zorg kunt dragen voor het natuurgebied. Denk ook aan de zorg om de natuurgebieden op de hele wereld. Schrijf enkele van jullie ideeën neer.