Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC ’s-Hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15
[email protected] www.brabant.nl
Statenfractie PVV mevrouw M.A.J.L. Frijters-Klijnen mevrouw P. van der Kammen Postbus 90151 5200 MC ‘S-HERTOGENBOSCH
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen op grond van het Reglement van Orde betreffende vragen van mevrouw M.A.J.L. Frijters-Klijnen en mw. P van der Kammen van de PVV Statenfractie Noord-Brabant aan het college van GS inzake vervolgvragen salarisaanpassing Martijn Sanders.
Bank ING 67.45.60.043
*3379815*
Datum
26 maart 2013 Ons kenmerk
C2112346/3379815 Uw kenmerk
Contactpersoon
G.W.M. Lenders
Geachte mevrouw, Bij brief van 7 maart 2013, ingekomen op 7 maart 2013, heeft u namens de PVV fractie op grond van het Reglement van Orde voor Provinciale Staten schriftelijke vragen gesteld. Wij beantwoorden deze vragen als volgt. 1. Kan het College aangeven in welk bereik van salarisschalen projectmanagers bij de Provincie Noord-Brabant zijn ingeschaald? Graag zien wij een overzicht van functietitel, totaal aantal fte-en en inschaling plus bruto schaalloon inclusief ingehuurde krachten bij de Provincie NoordBrabant van projectleiders, projectmanagers, programmaleiders en programmamanagers (en eventuele soortgelijke functies)? Antwoord: De door u aangehaalde informatie van de rijksoverheid betreft voorbeeldfuncties en het genoemde salaris betreft peildatum 2007. In het functiehuis van de provincie Noord-Brabant vallen project - en programmamanagers die bij ons in dienst zijn in de schalen 13 t/m 15. Hierbij past een salaris tot € 6.658,74 (maximum schaal 15). Op dit moment zijn voor de provincie vijf senior-projectmanagers werkzaam. Allen werken fulltime. Vier daarvan zijn in dienst bij de provincie. Zij vallen in schaal 15. Eén werkt op basis van inhuur. Het tarief is € 156,- per uur.
Directie
Sociale en Culturele Ontwikkeling Telefoon
(073) 680 80 71 Fax
(073) 680 76 52 Bijlage(n)
E-mail
[email protected]
Het provinciehuis is vanaf het centraal station bereikbaar met stadsbus, lijn 61 en 64, halte Provinciehuis, met de treintaxi en met de OV-fiets.
2. Zijn er senior projectmanagers bij de Provincie die omgerekend het beloningsniveau zoals dat van Sanders genieten, namelijk €150 per uur? Zo nee, kan het College toelichten waarom zij de Stichting 2018ECH niet ogenblikkelijk opgedragen heeft de uitermate misleidende tekst van haar website te verwijderen? Antwoord: Een indicatie voor een vergelijking tussen het inhuurtarief van de heer Sanders en het salaris van een senior-projectmanager, geeft de 'Handleiding Overheidstarieven 2013' van het Ministerie van Financiën (http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/richtlijnen/2012/10/01/handleiding-overheidstarieven2013.html) Wij merken hierbij wel nadrukkelijk op dat het in deze handleiding gaat om door te belasten bedragen bij inhuur van personeel tussen overheden onderling. Dit levert dus een indicatie, maar geen berekening voor een marktconform tarief voor dit type dienstverlening. Voor niet-commerciële doorberekening tussen overheden in schaal 15, geeft de handleiding een uurtarief van € 112,-. Uitgangspunt daarbij is een gemiddeld salariskostenbedrag (dus niet het maximum van de schaal).
Datum
26 maart 2013 Ons kenmerk
C2112346/3379815
De stichting heeft ons meegedeeld dat zij met het bericht bedoeld heeft te refereren aan ingehuurde programmamanagers bij de provincie. 3. De strekking van de vraag kan u in onze beleving evenwelnauwelijks zijn ontgaan, en daarom vragen wij nogmaals of het nieuwe vergoedingsniveau van de heer Sanders omgerekend naar de jaarlijkse brutobeloning bij een voltijdse werkweek boven of onder de Brabantnorm ligt? Antwoord: De vraag lijkt eenvoudiger dan zij is. Onder bezoldigen dient immers te worden verstaan: in dienst hebben en salaris betalen. Het BBRA (Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren) regelt het salaris van ambtenaren. Dhr. Sanders is echter niet in dienst bij de stichting en in zijn verhouding tot de BrabantStadpartners niet gelijk te stellen met een ambtenaar. De stichting 2018Eindhoven|Brabant huurt hem in als zelfstandige. De honorering van dhr. Sanders ligt ongeveer 30% boven de niet-comerciële doorbelasting van schaal 15, en nog onder het tarief dat de Handleiding Overheidstarieven 2013 geeft voor doorbelasting van schaal 17 (t.w. € 154,-). Als salaris valt schaal 17 binnen de Brabantnorm. Wij herhalen echter dat dit slechts een indicatie is van de verhouding van de beloning van dhr. Sanders tot de Brabantnorm, die een salarisnorm is.
4. Ervan uitgaande dat een vergoedingsniveau van €150 per uur een bruto fulltime jaarvergoeding impliceert van ongeveer €300.000, mag dan worden geconcludeerd dat het vergoedingsniveau van de heer Sanders boven de Brabantnorm ligt? Kan het College aangeven waarom zij, wetende dat het contract door de nieuwe stichting werd overgenomen en dus opengebroken, niet alles uit de kast heeft gehaald om de toepassing van de Brabantnorm daadwerkelijk te realiseren?
2/5
Antwoord: Wij delen uw conclusie in het eerste deel van de vraag niet. Er is immers geen sprake van bezoldiging ofwel salaris.
Datum
26 maart 2013 Ons kenmerk
Overname van het contract betekende niet automatisch openbreken. Integendeel: uitgangspunt is ongewijzigde voortzetting met alleen verandering van de opdrachtgever. De stichting en dhr. Sanders hebben daarna in onderling overleg tot aanpassing besloten. Wij hebben ingestemd met de verlaging van het uurloon die hiervan het gevolg was.
C2112346/3379815
5. Kan het College aan de belastingbetaler uitleggen waarom zij in Statenvergaderingen grootsmeldt de signalen over de Brabantnorm en absurde beloningen van bestuurders te snappen, maar zij vervolgens niet thuis geeft als de daad bij het woord kan worden gevoegd? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Zie de beantwoording onder vragen 3 en 4. 6. Vindt het College net als de PVV de combinatie tussen dit feit en de wijze van communicatie van de Stichting (met medeweten van de Provincie) richting de belastingbetaler -namelijk een zogenaamde daling van het tarief tot dat van een senior projectmanager, later gecorrigeerd naar 20% daling- niet uitermate ongepast, zelfs een regelrechte vorm van misleiding en de belastingbetaler op het verkeerde been zetten? Zo nee, hoe zou het College dit dan willen betitelen? Antwoord: Nee. Om aan het maximale bedrag te komen, moet dhr. Sanders immers meer uren werk declareren dan onder de oude afspraken. Feit is dat het uurtarief is verlaagd: meer uren moeten werken voor een zelfde maximale vergoeding is een verlaging per uur. Wij hebben hier met instemming kennis van genomen. 7. Kan het College aangeven waarom zij in de beantwoording van vraag 4b niet de waarheid weergeeft over wat zij in de Statenvergadering van 22 juni gezegd zou hebben, namelijk over de ontbindingsclausule? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Uw stellingname dat wij PS onwaarheid hebben verkondigd werpen wij ver van ons. In uw vragen van 20 januari 2013 (beantwoord bij brief van 4 februari 2013) bracht u de termen 'ontbinding' en 'ontbindingsclausule' ter sprake. In de PS-vergadering van 22 juni 2012 heeft de gedeputeerde aangegeven dat 'lopende contracten worden gerespecteerd' (letterlijk citaat uit de notulen). In de termen van uw vragen van 20 januari 2013 betekent dat: we roepen niet de ontbindingsclausule in.
Letterlijk citaat uit ons antwoord van 4 februari jl.: 'Wij hebben PS op 22 juni aangegeven dat de BrabantStad-partners geen aanleiding zagen een beroep te doen op de ontbindingsclausule, en daarom de overeenkomst te respecteren.' Wij hebben daarmee uw terminologie van januari 2013 verenigd met onze uitspraak van juni 2012.
3/5
8. Kan het College ook aangeven waarom nu achteraf de suggestie wordt gewekt alsof PS reeds ter vergadering van 22 juni 2012 volledig op de hoogte konden zijn van het bestaan van een ontbindingsclausule? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Naar aanleiding van uw vragen van 21 maart 2012, beantwoord bij brief van 10 april 2012 (kenmerk C2069730/2914417) hebben wij de opdrachtovereenkomst in april via de griffie vertrouwelijk ter inzage voor PS gelegd. PS konden dus in juni op de hoogte zijn van de volledige inhoud van die overeenkomst.
Datum
26 maart 2013 Ons kenmerk
C2112346/3379815
9. Kan het College een nauwkeurige taakformulering en gekoppelde urenverantwoording overleggen van de ureninhuur van Sanders? Zo nee, waarom niet? Welke extra werkzaamheden voor het project ECH2018 zijn er die inhuur van een kwart meer uren voor Sanders rechtvaardigen? Graag zien wij de gerealiseerde urenverantwoording tot en met februari 2013 tegemoet. Antwoord: De taakformulering is niet gewijzigd ten opzichte van de overeenkomst, waarvan u reeds kennis heeft kunnen nemen (zie onder 8). Dhr. Sanders heeft dus geen extra taken gekregen. Wel bleek zijn opdracht omvangrijker dan ingeschat, bijvoorbeeld met betrekking tot nadere uitleg en andere communicatie rond de bieding. De volledige omvang van de gerealiseerde uren is pas eind 2013 bekend. Inzicht in de gerealiseerde uren tot maart 2012 hebben wij u verschaft bij beantwoording van uw vragen van 21 maart 2012. Van maart 2012 tot en met februari 2013 was de urenrealisatie als volgt: - Maart 2012 t/m augustus 2012: 288 uur (equivalent van feitelijke declaratie van 36 dagen). - September 2012 t/m februari 2013: 348,5 uur. De declaratie en uitbetaling op uurbasis ging in per september 2012. 10. Kan het College uitleggen wat de rol is van de firma Bergh Stoop en Sanders in het project 2018Einhoven? Zo nee, waarom niet? Is het eenmansbedrijf van Sanders gevestigd op hetzelfde adres als het advocatenkantoor Bergh Stoop en Sanders Advocaten? Zo nee, waarom wordt dit adres als correspondentieadres gebruikt door de Stichting als er gecommuniceerd wordt met Sanders? Antwoord: Wij verwijzen naar de uitgebreide beantwoording op dit punt in onze brief van 4 september 2012 (kenmerk C2090344/3098552) naar aanleiding uw vragen van17 augustus 2012.
4/5
11. Is het College het met de PVV eens dat de eerder gestelde vragen over belangenverstrengeling van 17 augustus 2012 uitermate relevant waren en bent u bereid om uw antwoorden op deze vragen te heroverwegen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Ons oordeel over de relevantie van vragen die PS stellen in het kader van hun informatierecht is irrelevant. Wij zien geen nieuwe feiten sinds onze beantwoording van uw vragen van 17 augustus 2012, die aanleiding geven om die beantwoording te heroverwegen.
Datum
26 maart 2013 Ons kenmerk
C2112346/3379815
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Voorzitter,
Secretaris,
5/5