Verslag
Vergadering van
De Statencommissie Ruimte en Leefomgeving Vergaderdatum
Kenmerk
8 mei 2013
RenL 2013
Status verslag
Concept Verslaglegging door
Telefoonnummer
Mevrouw W.L. Walkate (Notuleerservice Nederland)
7507
Verslag van de vergadering van de Statencommissie Ruimte en Leefomgeving, gehouden op 8 mei 2013 in het provinciehuis te Den Haag AANWEZIG: Voorzitter: Commissiegriffier:
de heer Loose mevrouw Pieters
PvdA CDA
de heer Keulen, mevrouw Hassan mevrouw Verkoelen, de heer Van der Stoep, mevrouw Kip, de heer Démoed VVD mevrouw Van Dobben de Bruijn, de heer Van Santen, de heer Ludema ChristenUnie en SGP de heer Schaapman, de heer Van Dieren SP de heer Snellink PVV de heer Van Assendelft GroenLinks mevrouw Van Egmond D66 mevrouw Van der Tas, mevrouw Meurs PvdD mevrouw Van Viegen AFWEZIG:
de heer Vermeulen
AANWEZIGE GEDEPUTEERDEN: de heer Veldhuijzen, de heer Weber AGENDA: 1a. Opening en mededelingen 1b. Vaststellen van de agenda 1c. Spreekrecht 2. Bespreekstukken 2a. Jaarstukken 2012 2b. Integraal programmeren woon- en werklocaties 2c. LTA Statencommissie Ruimte en Leefomgeving 2013 3. Stukken ter kennisname 4. Verslag vorige vergadering 5. Besluitenlijst vorige vergadering 6. Sluiting 1. 1a.
Opening Opening en mededelingen
De VOORZITTER opent de vergadering om 19.00 uur en deelt mee dat er bericht van verhindering is binnengekomen van de heer Vermeulen. 1b.
Vaststellen van de agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 1c.
Spreekrecht
Mevrouw BENJERT spreekt in naar aanleiding van de brief van GS aan de stuurgroep Westlandse Zoom over glascompensatie Kwintsheul-Noord. De inspreekster vertegenwoordigt een woningbouwcorporatie en drie bouw- en projectontwikkelingsbedrijven. De inhoud van de brief van GS aan de stuurgroep Westlandse Zoom is zeer nadelig voor haar cliënten. In 2002 hebben de gemeente Westland en andere overheden het convenant Westlandse Zoom vastgesteld. Daarin is opgenomen dat grote oppervlakken grond aan de glastuinbouw zouden worden onttrokken en worden ingericht voor woningbouw. Gemeente Westland heeft op basis van dit convenant verschillende locaties aangewezen voor woningbouw, waaronder Kwintsheul-Noord. Ook werd een gezamenlijke onderneming opgericht, met onder andere Bouwfonds, om de gronden commercieel te ontwikkelen. Vrijwel alle aangewezen gronden zijn door de gemeente Westland aangekocht met uitzondering van die in KwintsheulNoord. Cliënten hebben die gronden aangekocht. Tot nu toe heeft de gemeente Westland de gronden niet voor woningbouw aangewezen, terwijl de overige gronden in Westlandse Zoom wel voor wonen zijn bestemd. Cliënten hebben aangegeven bereid te zijn alle exploitatiekosten van Kwintsheul-Noord op zich te nemen. Bij de ontwikkeling van Westlandse Zoom zijn grote tekorten ontstaan. Daarom heeft de gemeente Westland heronderhandeld met Bouwfonds over een wijziging van de samenwerkingsovereenkomst. Daarbij is onder andere gesproken over een herverdeling van kosten. Uitkomst van deze onderhandeling is dat de gemeente Westland heeft besloten om Kwintsheul-Noord niet langer te willen ontwikkelen. In plaats daarvan wordt een ander stuk grond in Kwintsheul aangewezen als woningbouwlocatie. De gronden zijn al in het bezit van Bouwfonds en de gemeente Westland. De achtergrond van deze verplaatsing van het woningbouwcontingent is om miljoenen euro's winst te maken indien daar woningbouw op de nieuwe locatie zal plaatsvinden. De nieuwe locatie is zeer ongeschikt voor woningbouw en heeft geen enkele ruimtelijke onderbouwing. De nieuwe locatie is gelegen in duurzaam glastuinbouwgebied en wordt afgetrokken van het areaal duurzaam glastuinbouwgebied. Ook dient hiertoe de rode contour te worden verplaatst. De compensatie hiervoor is door de gemeente Westland gevonden in het niet langer bestemmen van Kwintsheul-Noord als woningbouwlocatie. Cliënten worden hiervan de dupe. GS stemmen in met het laten vervallen van de rode contour rondom Kwintsheul-Noord. Deze compensatie geldt ook voor de uitbreiding van industriële bedrijfsactiviteiten in het gebied, zoals van Priva en Tuin en Terras. Dit gaat ook ten koste van cliënten. Spreekster vraagt PS hiertegen bezwaar te maken. De heer VAN DER STOEP vraagt of hij goed heeft begrepen dat de cliënten van de inspreekster gronden hebben aangekocht in een gebied dat nog niet was
Pagina 2/19
bestemd voor woningbouw. Is dit niet een bedrijfsrisico? Op het gebied ligt nog steeds de bestemming glastuinbouw. Mevrouw BENJERT wil deze vraag naar mevrouw Zwinkels doorgeleiden. Mevrouw Zwinkels zal de vragen graag schriftelijk beantwoorden. De heer VAN DIEREN vraagt of de cliënten de gronden in Kwintsheul-Noord in bezit hebben. Is er onlangs een bestemmingsplan voor Kwintsheul vastgesteld? Zijn voorstel is om dit onderwerp voor de volgende vergadering te agenderen. Mevrouw BENJERT antwoordt dat de cliënten de gronden in eigendom hebben. De tweede vraag zal zij naar mevrouw Zwinkels doorgeleiden. De heer VAN SANTEN wil het onderwerp agenderen, zodat de gedeputeerde kan aangeven of er sprake is van een onherroepelijk bestemmingsplan voor Kwintsheul met de bestemming wonen voor Kwintsheul-Noord. De heer KEULEN vindt de brief van GS niet duidelijk en wil die graag bespreken. Spreker gaat ervan uit dat GS geen besluiten nemen over de verlegging van de rode contour, omdat dit aan PS is voorbehouden. De heer VELDHUIJZEN deelt mee dat in het convenant Westlandse Zoom is afgesproken dat een aantal glastuinbouwlocaties woningbouwlocaties zal worden. In de gemeente Westland zijn problemen ontstaan, omdat uitbreidingen in glastuinbouwgebied moesten worden gerealiseerd waarvoor geen compensatie beschikbaar was. De gemeente Westland heeft besloten om een gebied waar glas ligt en dat tot nog toe een glastuinbouwbestemming heeft weer een glastuinbouwstatus te geven. GS nemen pas een besluit als de stuurgroep Westlandse Zoom daarover een besluit heeft genomen. Oorspronkelijk heeft de stuurgroep besloten om in het gebied woningbouw te plegen. Als de stuurgroep een besluit heeft genomen, kan de gemeente Westland aan GS vragen om de provinciale planologie aan haar wens aan te passen. Daartegen heeft spreker geen bezwaar, omdat de gemeente deze afweging moet maken. Intussen heeft de gemeente Westland een conserverend bestemmingsplan voor glas gemaakt. De provincie ziet dat als voldoende compensatie voor de uitbreiding ten behoeve van Priva en Tuin en Terras. Na besluitvorming in de stuurgroep Westlandse Zoom zal in deze commissie over het onderwerp worden gesproken. De heer VAN DIEREN merkt op dat PS dit gebied in hun PSV en de PVR voor woningbouw hebben bestempeld. De gemeente is dan verplicht om dit binnen een bepaalde tijd in een bestemmingsplan om te zetten. Spreker heeft zorgen over het vaststellen van een bestemmingsplan dat in strijd is met de PSV en de PVR. Daarom wil hij het onderwerp in de volgende vergadering bespreken. De VOORZITTER concludeert dat de commissie in meerderheid wil dat het stuk onder 3.1.f de volgende keer op de agenda komt. De heer MARTENS spreekt in over het ontwerpbestemmingsplan Maximabrug. Spreker maakt van de gelegenheid gebruik om namens de vereniging Maak het Hart niet Hard PS te informeren over de actuele situatie rond het Pagina 3/19
ontwerpbestemingsplan Maximabrug en de grote rondweg Alphen-West. Deze weg zal er nooit komen. Op 25 april 2013 heeft de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn het ontwerpbestemmingsplan Maximabrug goedgekeurd. Op geen van de 22 ingediende zienswijzen heeft de gemeente positief gereageerd. De inbreng van een aantal burgers is genegeerd en aan diverse constructieve alternatieven is geen enkele aandacht besteed. Ondanks alle onzekerheden en het ontbreken van een realistische onderbouwing van nut en noodzaak wordt er krampachtig vastgehouden aan de aanleg van een te hoge en te brede, doodlopende Maximabrug op de verkeerde locatie, waardoor een groot deel van een zeer waardevolle polder voor altijd wordt vernietigd. Nu er geen realistisch uitzicht is op de aanleg van een grote of kleine rondweg moet de gekozen locatie voor de Maximabrug weer ter discussie worden gesteld. Een lagere en smallere brug veel dichter bij Koudekerk voldoet volledig aan de oorspronkelijk gestelde doelstellingen en kan op termijn als vervanger van de Koudekerksebrug worden gebruikt. De daaraan verbonden kosten zijn aanzienlijk lager dan de bijna 50 miljoen euro die door het Rijk, de provincie en de burgers van Alphen aan den Rijn en Rijnwoude moeten worden opgebracht. Het kan niet door de beugel dat voor 48 miljoen euro gemeenschapsgeld een Maximabrug wordt aangelegd, terwijl er op allerlei terreinen enorm moet worden bezuinigd. De gemeente wil de brug aanleggen om de 25 miljoen euro subsidie niet mis te lopen. Spreker doet een dringend verzoek aan PS om de uitvoering van de gesloten overeenkomst voor de aanleg van de Maximabrug aan een grondig onderzoek te onderwerpen. Mevrouw VAN DOBBEN DE BRUIJN vraagt of de heer Martens het belang van de industrie bij de aanleg van de brug in zijn afweging heeft meegenomen. De heer MARTENS is voor een brug over de Oude Rijn ten behoeve van de ontlasting van de Dorpsstraat en het vervoer van grote palen van schokbeton. De gemeente Alphen aan den Rijn heeft enkele jaren geleden besloten de aanleg van een grote rondweg te koppelen aan de aanleg van een grote en hoge brug. Een lagere brug kan nog steeds voldoen aan alle eisen om de lange betonnen palen te vervoeren. De grote rondweg zal er voorlopig niet komen. Er komt nu een groot stuk beton dat uitkomt op een doodlopende weg in de polder. Dat is in deze tijd niet meer naar de burgers te verantwoorden. Mevrouw VERKOELEN wil weten hoe zeker het is dat de rondweg er niet komt. De heer MARTENS antwoordt dat in het Vervoers- en verkeersplan de wens voor een kleine rondweg is uitgesproken. De kleine rondweg kan er misschien na de planperiode van tien jaar komen. Er is geen geld om de kleine rondweg tijdens de planperiode aan te leggen. De raad van de gemeente Alphen aan den Rijn kijkt niet naar nut en noodzaak. Bij de nieuwe brug gaat het over maximaal 10.000 verkeersbewegingen, terwijl het bij de bestaande brug over 35.000 verkeersbewegingen gaat. Mevrouw VAN EGMOND vraagt of er een relatie bestaat tussen de wens om een grote rondweg aan te leggen en de wens om Alphen aan den Rijn uit te breiden met nieuwe woningbouwlocaties.
Pagina 4/19
De heer MARTENS antwoordt dat er tot 2020 in de Gnephoek geen woningbouw komt. De kans is groot dat die er na 2020 ook niet komt. Dat komt door de fusie van de drie gemeenten. Er is nu bouwgrond beschikbaar in Zoeterwoude-Dorp, Boskoop en Koudekerk. Daarom is er geen noodzaak om binnen de Gnephoek te bouwen. In de overeenkomst staat dat de financiering van de grote rondweg moet worden betaald uit de opbrengsten van de woningbouw in de Gnephoek. 1d.
Rondvraag
Er is geen rondvraag ingediend. 2. 2a.
Bespreekstukken Jaarstukken 2012
De VOORZITTER meldt dat gedeputeerde Van der Sande niet in deze vergadering aanwezig kan zijn in verband met een vergadering van de subcommissie van Bestuur en Middelen over de jaarstukken. De heer KEULEN zegt dat een aantal prestaties nog niet is gerealiseerd. Bij een aantal dossiers is minder geld uitgegeven dan is verwacht, waardoor 50 miljoen euro aan de algemene reserve kan worden toegevoegd. De ISV3-gelden zijn nog niet aan gemeenten uitgedeeld. Dat is vreemd, omdat er genoeg stedelijke vernieuwing moet plaatsvinden. Spreker ziet de operatie bodemsanering vertragen. Over het tempo van saneren zegt het jaarverslag niets. De locaties met humane risico's moeten voor een bepaalde datum worden aangepakt. Als dit afhankelijk is van bouwontwikkelingen is de vraag of dat tempo wordt gehaald. Het aantal inwoners en bedrijven in gebieden met een hoog overstromingsrisico is toegenomen. Er staat nergens of hieraan risico's zijn verbonden. Spreker verwacht hierbij een reactie van GS over een in te zetten instrumentarium. Misschien moet naar een andere doelstelling voor sturing op bestemmingsplannen worden gekeken. Kan de gedeputeerde de meest actuele stand van zaken geven ten aanzien van de achterstand in Den Haag en Rotterdam voor huisvesting van verblijfsgerechtigden? De PvdA maakt zich zorgen over de stand van zaken bij de doelstellingen voor windenergie. Kan hierover een actuele stand van zaken worden gegeven? Mevrouw VAN DOBBEN DE BRUIJN bedankt voor het heldere stuk dat goed leesbaar is. 60% van de woningbouwprogramma's kan misschien niet worden gehaald. Is het verstandig om dat percentage op pagina 65 te noemen? Moet niet veel meer aandacht uitgaan naar de verbetering van kwaliteit en herbestemmingsmogelijkheden? Moeten die punten niet worden genoemd, indien over de oorspronkelijke verstedelijkingsopgave vragen worden gesteld aan gemeenten? Op pagina 66 wordt groei met een duurzaam karakter genoemd. De opzienbarende groei van de werkeloosheid wordt hier weggelaten. Het aantal arbeidsplaatsen neemt af en groeit niet. De urgentie om tot een gezonde economie te komen, ontbreekt in dit stuk en dat is jammer. Haar fractie vindt het teleurstellend dat opgave 1 op pagina 68 goed scoort en de andere vier een wisselend beeld geven of slecht scoren. Haar fractie hoopt dat de jaarstukken en alle andere voorstellen gebaseerd zijn op recentere cijfers dan die uit 2007 of 2008, aangezien de wereld de laatste vijf jaar sterk is veranderd. Als er geen Pagina 5/19
aparte cijfers voor deze provincie beschikbaar zijn, moeten landelijke cijfers als vergelijkingsmateriaal worden genomen. De heer VAN ASSENDELFT vindt de informatie in de jaarstukken over doelen en prestaties te vaak ontbreken of onduidelijk. Ook wordt de economische crisis als oorzaak gebruikt voor het niet behalen van doelen, terwijl bestuurlijk falen ook een reden kan zijn. Bij te veel indicatoren staat aangegeven dat er geen duidelijk beeld of gegevens zijn. Kan de gedeputeerde aangeven op welke termijn de commissie een beeld kan verwachten van de prestaties op de indicatoren? Welke acties worden genomen naar aanleiding van de resultaten? De doelstelling om zeven gebiedsprofielen te realiseren, is niet gehaald. Op dit moment zijn er vier klaar. In de tegenbegroting van de PVV staat dat er geen gebiedsprofielen hoeven te komen. Zij zijn duur en hebben geen nut en noodzaak, omdat de ruimtelijke kwaliteit voldoende wordt geborgd in de PSV. De PVV pleit er dan ook voor om de ontwikkeling van de overige gebiedsprofielen stop te zetten. De doelstelling voor een schonere bodem was om tien spoedlocaties te saneren. Het is nog niet bekend of deze doelstelling is gehaald, omdat de onderzoeken tijdens de opstelling van de jaarrekening nog liepen. De onderzoeken moeten inzicht geven in de aard, omvang, aanpak en kosten van de problematiek. Aan de hand van die informatie kan worden bepaald of de doelstelling voor 2012 wordt gehaald. In de jaarrekening staat dat de onderzoekresultaten in februari 2013 aan de provincie zouden worden verstrekt. Welke inzichten heeft dit opgeleverd? Op hoeveel locaties zijn de risico's in 2012 weggenomen en verminderd? Onderzoeken naar de rendementsontwikkelingen op de lange termijn hebben ertoe geleid dat de verwachtingen rond het rendement van middelen in het Fonds nazorg gesloten stortplaatsen moeten worden bijgesteld om aan de wettelijke eeuwig durende nazorgverplichtingen te voldoen. Hiervoor wordt een voorziening getroffen van 7,9 miljoen euro. Uit onderzoek blijkt dat het rendement van 5%, waarop de provincie rekende maar iets meer dan 3% is. Dit vindt de PVV een onacceptabele ontwikkeling. Hoe heeft dit kunnen gebeuren en wat kunnen PS nog meer verwachten? Waarom heeft de provincie niet jaarlijks gekeken of het rendement een reëel rendement is, zeker gelet op de economische ontwikkelingen van de afgelopen jaren? Kan de gedeputeerde toezeggen dat er van nu af aan wel jaarlijkse aandacht zal zijn voor de rendementen waarmee wordt gerekend? Kan de gedeputeerde aangeven of de bijgestelde rendementen voor rekening van de exploitanten van de nog in functie zijnde stortplaatsen komen en niet later op het bordje van de provincie terechtkomen? Mevrouw KIP vindt dat de jaarrekening aanleiding geeft om nog veel energie te stoppen in het behalen van de doelen. In de stukken staat dat de Glas-voorglasregeling niet meer als indicator wordt opgenomen, omdat de bevoegdheid naar de gemeenten is overgegaan. Het is interessant om te bekijken wat de effectiviteit van de regeling is en of er redenen zijn om de regeling nog effectiever te maken. Is de gedeputeerde van plan de regeling te evalueren? Bij de barometer van de provinciale belangen heeft spreekster het idee dat er gegevens ontbreken. Is de verwachting dat deze indicator zich in de opbouwfase bevindt en op den duur met alle gegevens wordt gevuld? De heer VAN DIEREN gaat ervan uit dat GS de gegevens voor de indicatoren economie en provinciale belangen zo snel mogelijk, nadat die bekend zijn, aan Pagina 6/19
PS aanreiken. In de tekst staat dat door een transparante bestuursstijl het niet past om alle gemeentelijke ruimtelijke belangen door de provincie te laten beoordelen. Hoe pakt dit uit? Uit de krant moet spreker lezen dat de Raad van State een bestemmingsplanwijziging heeft vernietigd, omdat die in strijd is met de PVR. Heeft de provincie dit gezien of is dat er bewust doorheen geglipt? Hierbij doelt spreker ook op bedrijventerrein Schelluinen-West. Het provinciale beleid wordt daar niet op een juiste wijze tot uitvoering gebracht. Heeft de provincie grip op de uitvoering door de gemeenten van het vastgestelde provinciale beleid? Op pagina 70 staat dat de provincie vijf reactieve aanwijzingen heeft gegeven. Hebben de gemeenten hieraan gevolg gegeven? Hebben de gemeenten zich hiertegen verzet en is hiervoor een procedure gestart? Is de reactieve aanwijzing hierbij in stand gebleven? Het inpassingsplan Gouweknoop is onherroepelijk geworden. Hoe staat het met de heer Knook? Is het onderzoek naar de spoedlocaties voor bodemsanering beschikbaar? Kan dit op korte termijn in de commissie worden besproken? Hoe staat het met de doelstelling voor duurzame energie? Waarom zet de coalitie hier niet meer spoed achter? Mevrouw VAN EGMOND wil weten of de commissie de uitkomsten van de hoofdopgaven krijgt en kan bespreken. Het aantal woningen buiten de contour neemt toe. Hoe kan dit en om welke categorie woningen gaat het? Hoe valt dit verschijnsel te rijmen met de opmerkingen dat meer woningen buiten de rode contour geen tendens meer is in de huidige woningmarkt? De gebiedsprofielen zijn gemaakt om te sturen op kwaliteit. Haar fractie heeft behoefte aan een evaluatie op het punt van de omvang van de gebiedsprofielen. Functioneren ze daarom niet als sturingsinstrument op kwaliteit? Wanneer kan de evaluatie er komen? Er is afgesproken om naast de selectieve toetsing een algemene steekproef te houden naar de invulling van de digitale formulieren door de gemeente. Houden de gemeenten zich aan de juiste beantwoording van de vragen en komt hieruit de goede selectie? De jaarlijkse woningproductie blijft nauwelijks achter bij de doelstelling. Voor de transformatie van woningen zijn er geen cijfers beschikbaar. Aangegeven wordt dat er een aanzienlijke achterstand in de ontwikkeling wordt verwacht. Wat zijn hiervan de oorzaken? Hierover heeft haar fractie enige zorg, omdat in de toekomst er meer in het stedelijk gebied zal worden gebouwd en er meer gebruik zal worden gemaakt van hergebruik en herstructurering. In de inventarisatie wordt aan de orde gesteld of bepaalde locaties moeten worden gesaneerd. Dat is het geval bij de spoedlocaties, de diffuse verontreiniging en bij de gasfabriekterreinen. Hier wordt de sanering vertraagd, omdat er minder woningen worden gebouwd. Wat is er aan de hand met de diffuse verontreiniging en de spoedeisende locaties? Het is vreemd om EHSgelden te gebruiken om vervuilde gronden op te knappen, zoals in de Krimpenerwaard het geval is. Mevrouw MEURS vindt dat op net iets te veel punten iets te weinig drang is om iets te bereiken. Spreekster verwacht dat in de komende periode een tandje hoger wordt geschakeld. De barometer voor de provinciale belangen is een aardig instrument dat kan worden gebruikt bij de ontwikkeling van het sturingsinstrumentarium voor de PSV. Er wordt gesproken over het opstarten van een ROM. Hierover is nog geen besluit genomen door PS. Alle spoedeisende locaties moeten in 2015 zijn gesaneerd. Kan dit nog worden gehaald en zijn daarvoor de vertragende factoren weggeruimd? Pagina 7/19
Mevrouw VAN VIEGEN vraagt wat de reden is van de vertraging van het uitvoeringsprogramma Herstructurering bedrijventerreinen. Wat doen GS om het programma te versnellen? De cijfers van het CBS over multifunctionele landbouwbedrijven in 2012 zijn in het voorjaar van 2013 beschikbaar. Wanneer kunnen PS die cijfers krijgen? Valt de provinciale regeling Agrarische structuurversterking ondersteunde bedrijven met verbeterde structuur niet onder staatssteun? Indien dit niet zo is, kan de gedeputeerde uitleggen waarom dit niet het geval is? Welke extra inzet wordt er door GS gepleegd om de duurzame energiedoelen te halen? Wat hebben GS het afgelopen jaar aan het speerpunt zonne-energie gedaan? Wat wordt er in 2013 aan gedaan? Komt dit terug in de Jaarrekening 2013? Wat is de inzet van GS om de bodemsanering bij gasfabrieken te versnellen? Hoe is de achterstand bij het saneren van spoedeisende locaties te verklaren? Wat wordt hieraan gedaan? Hoe kan het dat de bodemsanering uit EHS-gelden wordt betaald en gebeurt dit vaker? De heer WEBER deelt mee dat het op orde brengen van de waterkeringen op tempo ligt. Er is nu geen sprake van een onveilige situatie, want er wordt door de waterschappen goed gemonitord. De definitieve resultaten van de toetsing worden zeer binnenkort in de commissie GWM geagendeerd. Er is geen sprake van staatssteun bij de regeling Agrarische structuurversterking. Hierop wordt scherp gelet. Er is sprake van een minimumregeling waarmee de overheid bedrijven wat mag steunen. De provincie doet dit wegens het provinciale belang, namelijk een vitale landbouw. Het antwoord over de functionele landbouwcijfers zal spreker schriftelijk geven. De heer VELDHUIJZEN deelt mee dat er aparte regelingen zijn voor de sanering van gasfabriekterreinen. Die terreinen liggen vaak binnen de bebouwde kom en hebben vaak een relatie met herontwikkelingsplannen van gemeenten. Als die plannen stokken, stokt ook de sanering van gasfabriekterreinen. Dat is ernstig als het over spoedlocaties gaat. Bij bodemsanering moet aan een spoedlocatie binnen een afzienbaar aantal jaren iets worden gedaan. Een groot aantal locaties, dat humane risico's met zich meebrengt, voldoet niet meer aan die norm. Dat kan te maken hebben met het feit dat zij in het verleden te lichtvaardig als spoedlocatie met humane risico's zijn aangeduid of dat, als in de bodem wordt gekeken, de situatie wat minder ernstig is dan op basis van het bronnenonderzoek werd verwacht. Bij nader onderzoek ziet het beeld er zonniger uit dan wat werd verwacht. Het is verstandig om grondig onderzoek te doen voordat er allerlei maatregelen worden genomen. Na de zomervakantie zal informatie over de resultaten van het onderzoek worden gegeven. Dan kan ook inzicht worden gegeven of de vertraging ertoe zal leiden dat de einddoelstelling niet op tijd wordt gehaald. De ISV-budgetten die zijn gerelateerd aan bodemsanering zijn voor de helft aan gemeenten uitgegeven. De andere helft is achtergehouden om gemeenten tegemoet te kunnen komen als een sanering erg tegenvalt. Het is niet zo dat met EHS-geld bodemsanering wordt gepleegd. In de Krimpenerwaard hebben allerlei slootdempingen met verontreinigd materiaal plaatsgevonden. Dat moet worden afgedekt met grond. De grootste kosten hiervan zijn het transport van grond. Dat betekent dat hiervoor het liefst grond uit de Krimpenerwaard zelf wordt gebruikt. Daarmee wordt de relatie met de EHS gelegd. De EHS-ontwikkeling levert vaak grond op. Er is besloten dat de provincie niet elk bestemmingsplan van gemeenten in het geheel zal doorlezen om te Pagina 8/19
kijken of er iets gebeurt dat niet in overeenstemming is met het provinciaal belang. Het komt voor dat gemeenten een e-formulier niet juist invullen en dat een bestemmingsplan niet bij de provincie aankomt. In de gemeente Leerdam was sprake van een bestemmingsplan voor een hervestiging van een supermarkt buiten het bestaande centrum. De gemeente had niet gezien dat dit een provinciaal belang raakte en het bestemmingsplan was niet aan de provincie voorgelegd. De Raad van State heeft geconstateerd dat het bestemmingsplan in strijd was met de wet. Dit doet de Raad van State ook als de provincie niet zelf aan de bel trekt. De heer VAN DIEREN merkt op dat de Raad van State alleen een uitspraak kan doen als er bezwaar wordt ingediend. Als dit in Leerdam niet het geval was geweest, was het er doorheen geglipt. Ook voor het regionale bedrijventerrein Hoeksche Waard wil men bedrijven buiten de regio aantrekken om behoefte te creëren, omdat die er binnen de regio niet is. Aan de uitspraak "afspraak is afspraak" zou gestalte moeten worden gegeven. De heer VELDHUIJZEN antwoordt dat dit niet is uit te sluiten. Als de provincie elk bestemmingsplan uitpluist, is het ook niet uit te sluiten dat er eens een fout wordt gemaakt. Als het om een groot belang gaat, werkt het piepsysteem meestal wel. In de afgelopen jaren zal er wel eens een bestemmingsplan in strijd met het provinciaal beleid onherroepelijk zijn geworden. Als er niet over wordt gepiept, dan weet de provincie dit niet. De provincie houdt steekproeven om te kijken of er geen dingen gebeuren die bewust aan haar waarneming worden onttrokken. GS zoeken uit wat er in Schelluinen-West aan de hand is. De totale omvang van locale en regionale ruimte voor bedrijvigheid in de Hoeksche Waard was gebaseerd op een redelijke meting van de hoeveelheid behoefte die er toen was. Als de lokale bedrijven geen behoefte hebben om zich op het regionale bedrijventerrein te vestigen, is de vraag of het zo vreselijk is dat er zich bedrijven van buiten de Hoeksche Waard op dat bedrijventerrein vestigen. De Hoeksche Waard moet echter niet aankomen met het verhaal dat het regionale bedrijventerrein vol is en dat er een bedrijf in Strijen is dat graag wil uitbreiden. De heer KEULEN vraagt zich af of de provincie een rechte rug houdt op het moment dat een gemeente een verzoek doet om een nieuw regionaal bedrijventerrein aan te leggen. Mevrouw VAN VIEGEN vraagt wat de gedeputeerde ervan vindt om het regionale bedrijventerrein voorlopig op te schorten als blijkt dat er geen behoefte vanuit de bedrijven in de regio is. De heer VELDHUIJZEN vindt het bedrijventerrein in Schelluinen-West iets anders dan het regionaal bedrijventerrein in de Hoeksche Waard. Op basis van de regionale behoefte aan bedrijventerreinen is gesteld dat er in de Hoeksche Waard een regionaal bedrijventerrein wordt gesitueerd. Er is niet vooraf gezegd dat de regionale behoefte aan werkgelegenheid en bedrijvigheid uitsluitend moest worden ingevuld met bedrijven uit de regio die wilden uitbreiden op een plek waar dat niet mogelijk is.
Pagina 9/19
Mevrouw VAN EGMOND bestrijdt het feit dat de behoefte aan werkgelegenheid de reden was voor het regionale bedrijventerrein. Het ging uitsluitend om uitplaatsing van bestaande bedrijven binnen de Hoeksche Waard die te groot waren en te veel verkeersoverlast gaven. In die zin is het volledig vergelijkbaar met Schelluinen-West. De heer VELDHUIJZEN zal de geschiedenis van het regionaal bedrijventerrein nazoeken. Er zijn geen cijfers over de verblijfsgerechtigden in Rotterdam en Den Haag in 2012 bekend, omdat de verantwoordelijkheid voor de huisvesting voor verblijfsgerechtigden tot en met 2012 buiten de stadsregio's bij de provincie lag. Binnen het gebied van de stadsregio's lag de verantwoordelijkheid bij de stadsregio's. Per 1 januari 2013 is dit veranderd. De provincie heeft de verantwoordelijkheid voor de huisvesting binnen en buiten de stadsregio's. Aan de hand van de rapportage op 1 juli 2013, het moment van rapportage aan het ministerie van BZK, zullen PS worden geïnformeerd over de stand van zaken op dat moment. GS hebben aan de gemeenten, waarbij locaties voor windenergie aan de orde waren, een brief gestuurd met de vraag of zij er zelf voor zorgen dat er windturbines komen. Er is gevraagd om binnen drie maanden te antwoorden. Indien gemeenten er niet zelf voor willen zorgen, zal de provincie de initiatiefnemers in staat stellen zich bij haar te melden en er zelf zorg voor te dragen dat de windturbines er komen. Na de zomer zullen GS PS informeren over de stand van zaken per locatie. Spreker heeft geen reden om te veronderstellen dat de opgave niet in 2020 is gerealiseerd. De provincie is ervan uitgegaan dat ongeveer 60% van de veronderstelde bouwprogramma's bij de gemeenten realiseerbaar zou moeten zijn. Bij vervangende nieuwbouw is dat percentage lager. Sloop en nieuwbouw zijn bijna stilgevallen. Corporaties geven er de voorkeur aan om woningen door middel van een simpele renovatie langer in bedrijf te houden, omdat dit financieel behapbaar is in tegenstelling tot sloop en nieuwbouw. Bij herbestemming zal gedacht moeten worden of dat alleen voor woningen zal gelden. In het kantorenbeleid is het ook relevant om te kijken of bestaande leegstaande kantoren ook herbestemd kunnen worden voor woningen. Met de toenemende leegstand van kantoren blijkt het dat van kantoren ook woningen kunnen worden gemaakt, bijvoorbeeld voor studentenhuisvesting. In het kader van de discussie over de PSV moet verder worden gesproken over de vraag of het bevorderen van herbestemming onderdeel moet worden van het provinciaal beleid. De provincie voert geen conjunctuurbeleid, maar faciliteert de innovatiekracht van de regionale economie. Dat is een bescheiden bijdrage die niet zonder betekenis is. Dat is betrekkelijk onafhankelijk van de conjuncturele situatie, want de ondersteuning van de innovatiekracht van de bestaande economie richt zich vooral op startende en doorgroeiende ondernemers. Als die goed innoveren, dan hebben zij ook in een moeizaam functionerende economie heel goede kansen. De barometer gaat zich in toenemende mate vullen met gegevens, zodat de meest actuele gegevens over de stand van zaken beschikbaar zijn. Dat zal leiden tot De staat van Zuid-Holland die volgend jaar wordt uitgebracht. De gegevens zullen ook de basis vormen voor de PSV die volgend jaar wordt vastgesteld. Spreker wil de commissie erop wijzen dat het eerste gebiedsprofiel in het begin van het vorige jaar is vastgesteld. Aan het einde van 2014 zullen de gebiedsprofielen klaar zijn. Het is veel te vroeg om ze te evalueren en het is onverstandig om ermee te stoppen. Als de functie van de gebiedsprofielen is gedefinieerd in het kader van de nieuwe sturingsfilosofie van Pagina 10/19
een nieuwe PSV, dan is het zinvol om te praten over de vraag wanneer moet worden geëvalueerd. Afgesproken is om met de gebiedsprofielen proef te draaien om te kijken hoe plannen er hadden uitgezien als er gebiedsprofielen zouden zijn gehanteerd. Daarover heeft de commissie kort geleden een presentatie gezien. Daarover kan worden gerapporteerd en op grond daarvan kan de discussie over kwaliteitstoetsing in het kader van de nieuwe sturingsfilosofie worden gevoerd. In de Koersnotitie zal daarover iets worden opgenomen. De gebiedsprofielen hebben waarde om de provincie een steviger positie te geven bij de beoordeling van de kwalitatieve gebiedskenmerken die in een bepaald gebied aan de orde zijn. De vraag over de rol van de gebiedsprofielen in de sturingsfilosofie in de toekomst moet in de PSV aan de orde komen. Daarover moeten uitspraken worden gedaan in de Koersnotitie. De provincie is verantwoordelijk voor de nazorg van gesloten stortplaatsen. Daarvoor wordt gespaard door stortplaatsenexploitanten. Het spaargeld brengt rente op en draag bij aan de kosten voor de eeuwig durende nazorg. Hoe hoger het rentebedrag hoe lager de bijdrage is die stortplaatsenexploitanten in een fonds hoeven te storten. Er wordt niet elk halfjaar bekeken of de rente weer veranderd is en of er meer moet worden gespaard. In 2009 is in IPO-verband vastgesteld dat een redelijk rendement 5,5% is. Dit werd voor tien jaar vastgelegd. In de laatste jaren is er een verschil ontstaan tussen dit rendement en het feitelijke rendement. Onlangs is besloten aan PS voor te leggen om het rendement vast te stellen op 3,99%. De 702 miljoen euro is voor de gesloten stortplaatsen. De exploitanten van de andere stortplaatsen krijgen een rekening van de provincie. De Glas-voor-glasregeling moet over een paar jaar worden geëvalueerd. Spreker zal een overzicht sturen van alle gegeven reactieve aanwijzingen. Ook zal daarbij worden aangegeven of daarbij beroep bij de Raad van State is aangetekend en of de provincie dat heeft gewonnen of verloren. Zijn idee is dat de meeste reactieve aanwijzingen in stand zijn gebleven. De situatie van de heer Knook zal worden nagegaan. Er zijn woningen buiten de contour geprojecteerd, zoals de zeshonderd greenportwoningen. Ook valt landelijk wonen buiten de contour en worden er Ruimte-voor-ruimteregelingen toegepast. Een overzicht van de aantallen woningen buiten de contour kan aan de commissie worden overlegd. Aanstaande dinsdag 14 mei 2013 zullen GS een besluit nemen over het peilen van de wensen en bedenkingen van PS over ROM Zuidvleugel, afhankelijk van besluitvorming door de minister. Het onderwerp kan in principe voor de volgende vergadering worden geagendeerd. Zonne-energie is geen speerpunt van de provincie. Ruimtelijke vraagstukken rond zonne-energie zullen aan de orde komen in het kader van de PSV. Onlangs is hiervoor een subsidieregeling opengesteld met het geld dat de provincie van het Rijk heeft gekregen. Dit is gebeurd om boeren te verleiden om hun asbestdaken te verwijderen en daar daken met zonnecellen op te leggen. De herstructurering van bedrijventerreinen is vertraagd door de economische crisis. Gemeenten hebben daardoor minder middelen. Van de 100 miljoen subsidiegeld wordt minder dan 1 miljoen euro van gemeenten teruggevorderd bij gebrek aan herstructurering. De verwachting dat de herstructurering tot stand zal komen, is nog aanwezig. GS houden dit goed in de gaten. Bedrijventerreinen die moeten worden geherstructureerd, functioneren vaak heel goed. Het is positief hoeveel arbeidsplaatsen op die bedrijventerreinen aanwezig zijn.
Pagina 11/19
Mevrouw VAN VIEGEN merkt op dat in PS een motie is aangenomen waarin zonne-energie als speerpunt is opgenomen. De heer VELDHUIJZEN gaat dit na. De VOORZITTER concludeert dat GS toezeggingen hebben gedaan. De heer Weber zal de cijfers over multifunctionele landbouw schriftelijk melden. De heer Veldhuijzen zal kort na de zomervakantie de stand van zaken van de bodemsanering en de einddoelstellingen melden. Nagezocht zal worden waarvoor het bedrijventerrein in de Hoeksche Waard bedoeld was. Na 1 juli 2013 zal gerapporteerd worden over de stand van zaken van de verblijfsgerechtigden in Den Haag en Rotterdam. Na de zomervakantie zal de stand van zaken van de windmolenlocaties per gemeente worden aangegeven. Een overzicht van de reactieve aanwijzingen, beroepen bij de Raad van State en het resultaat ervan zal worden overlegd. De situatie van de heer Knook in relatie tot het inpassingsplan Gouweknoop zal worden nagegaan. Getracht zal worden om een overzicht op te stellen van woningen buiten de contour. Of zonne-energie een speerpunt van de provincie is, zal worden uitgezocht. In de Koersnotitie zal worden opgenomen wat de rol van de gebiedsprofielen in de sturingsfilosofie zal zijn. De jaarrekening zal als bespreekpunt voor de PS-vergadering van 29 mei 2013 worden geagendeerd. 2b.
Integraal programmeren woon- en werklocaties
Mevrouw VAN EGMOND merkt op dat in het stuk een aantal malen wordt verwezen naar organische ontwikkelingen. Dat is een vaag begrip. Wat is daarvan de definitie en wat kan daarvan worden verwacht? Ten aanzien van de SER-ladder stelt spreekster de volgende vragen. Er moet een regionale visie zijn die voldoet aan de inhoudelijke eisen van de provincie. Een bouwplan of bestemmingsplan moet daarbinnen passen. Wat is het gevolg van het ontbreken van een regionale visie of het niet voldoen van een regionale visie aan de provinciale eisen? Er moet prioriteit worden gegeven aan herstructurering en herbestemming. Dan gaat het over leegstaande gebouwen. Indien een gemeente iets wil doen, dan moet zij een leegstandsbeleid hebben met een bijbehorend instrumentarium. In welke mate hebben gemeenten binnen de provincie een leegstandsbeleid? Wat betekent op pagina 5 de zin: "Opstellen van een kader met schaduwwerking als prikkel om zelf een tegenbod te laten organiseren"? Mevrouw VERKOELEN vindt het niet relevant om een discussie over een SERladder te voeren, want die vragen van mevrouw Van Egmond moeten aan de Statenleden zelf worden voorgelegd, maar niet in de context van deze notitie. Mevrouw VAN EGMOND stelt dat de SER-ladder niet ter discussie staat. Spreekster probeert een weg te zoeken om de herstructurering en herbestemming op gang te brengen. Er is hierbij meer achterstand dan bij nieuwbouw in de uitbreidingslocaties. In de nota staat dat in het landelijk gebied het woonmilieubalansverhaal een eigen verantwoordelijkheid kan zijn van de gemeenten, omdat zij zich langzamerhand bewust worden van de krimp. Tot nu toe heeft spreekster te veel gemeenten gezien die zich daarvan geheel niet bewust zijn. Daarom heeft zij daarin niet veel vertrouwen. Spreekster kan zich iets voorstellen bij het ruimtelijk sturen op de woonmilieus in het stedelijk gebied. Pagina 12/19
Elders in het stuk staat dat elke drie jaar opnieuw wordt bekeken hoe de behoefte in de komende periode zal zijn. Tussentijds zal er een aanpassing kunnen zijn. De ruimtelijke verdeling moet elke keer weer worden bekeken. Hierdoor kan alles op de schop worden genomen. Bij het schrappen van bouwplannen zou spreekster de SER-ladder willen betrekken. Bouwen binnen stedelijk gebied waar ruimte is, is te verkiezen boven bouwen in een andere gemeente buiten het stedelijk gebied. Deze keuze wordt ingegeven door ruimtelijke kwaliteit en ruimtelijke prioriteiten van de provincie. Hoe daaraan verder vorm kan worden gegeven, wil zij bespreken. Haar fractie ziet de noodzaak van menging van functies. Daarbij moeten de normale milieu- en verkeersnormen gelden. Dat zou een rol moeten krijgen in de sturing van wat in het lint, in het lokale of in bedrijventerreinen moet komen. In het bestaande stads- en dorpsgebied zou een contour niet meer nodig zijn. Haar fractie vindt dit een verkeerde gedachtegang. Hoe moet worden beslist waar wel of niet moet worden uitgebreid? Indien de woningmarkt of kantorenmarkt aantrekt, dan wordt aan de projectontwikkelaars overgelaten om te gaan speculeren en dat leidend te laten zijn voor verdere uitbreiding. De grip op de kwaliteit van de ruimte wordt hiermee losgelaten. De contour speelt nog steeds een rol bij de SER-ladder. De heer SNELLINK zegt dat het met de woningmarkt op dit moment dramatisch is gesteld en dat de leegstand van winkels en kantoren steeds groter wordt. Voor de SP is het dan ook logisch dat de provincie hierop beleid ontwikkelt. Een aanpak hiervoor is niet eenvoudig, omdat de financiële belangen van de gemeenten en de provincie hierbij een rol spelen. Het is logisch dat in de nota staat dat de gemeenten verlies op hun grondposities moeten nemen indien plannen worden geschrapt of gefaseerd worden uitgevoerd. Het gevolg hiervan is dat voorzieningen voor burgers verdwijnen. Het is een onderwerp dat de fractie zorgen baart. Daarom is spreker blij dat er in het stuk over een samenhang wordt gesproken tussen het financiële toezichtsinstrumentarium en het ruimtelijke toezichtsinstrumentarium. De fractie is benieuwd hoe dit wordt uitgewerkt. In een onderzoek naar de leegstand van winkels en kantoren in Nederland staat een aanbeveling voor het bovenlokaal afstemmen bij transformatie en nieuwbouwplannen en het voeren van een strikte toelatingsplanologie. Deze beide aanbevelingen zijn voor de SP van belang. Voor woonlocaties is de SP voorstander van regionale afstemming van de woningbehoefte. Het lijkt de SP goed om de bovenregionale bedrijvenlocaties in gebruik te nemen als uit de provinciale monitoring blijkt dat er voldoende vraag is. Tot die tijd kunnen deze gebieden worden ingezet voor andere doeleinden. De voorgestelde functiemenging vindt zijn fractie interessant. Spreker kan zich voorstellen dat aan studentenhuisvesting wordt gedacht bij bedrijventerreinen aan de randen van steden waar veel leegstand is. Wat gaat er gebeuren met kantoren die leeg staan en leeg blijven? De verwachting is dat een deel altijd leeg zal blijven staan in verband met de crisis en het nieuwe werken. Transformatie of sloop worden dan alternatieven. De SP vindt de toepassing van een Ruimte-voor-ruimteregeling voor kantoren een interessante gedachte. Voor elke vierkante meter nieuwbouw 2 zou bijvoorbeeld 2 m leegstand moeten worden gesloopt. Wil de gedeputeerde deze gedachte meenemen? De SP maakt zich grote zorgen over de leegstand in de detailhandel. Hierdoor staat de leefbaarheid en het voorzieningenpeil in stadsen dorpscentra onder druk. Afhaalpunten voor internetwinkelen kunnen gemakkelijk in leegstaande winkels worden gerealiseerd. De afhaalpunten zorgen Pagina 13/19
voor een toestroom van consumenten die ook andere winkels bezoeken. De discussie over de rode contouren vindt zijn fractie lastig. De rode contour biedt duidelijkheid en geeft een goede bescherming aan kwetsbare gebieden. De heer SCHAAPMAN vindt het een mooie notitie om te bespreken in aanloop naar de PSV. Spreker vraagt zich af wat er gebeurt als de provincie helemaal niet meer gaat sturen. Dat geldt vooral bij de woningbouwlocaties. Indien de ambitie bestaat om op een bepaalde plek woningen te bouwen, zie je dat die vaak wordt doorkruist door het feit dat daarvoor geen markt is. Deze tijd vraagt een heel ander instrumentarium dan in tijden van hausse toen de gedachte leefde dat elke gebouwde woning wel zou worden verkocht. Over de detailhandel zou spreker hetzelfde kunnen zeggen behalve voor een FOC waarop kan worden gestuurd. Regionaal moet worden aangetoond dat niet binnen stedelijk gebied kan worden gebouwd. Dat is lastig, want wat is een regio? Wat is een subregionaal woningmarktgebied waarvoor een regionale woonvisie moet worden gemaakt? De regionale woonvisie kan een vertekend beeld geven bij de demografische ontwikkeling. Een woningbehoefte voor een groter gebied is gemiddeld en misschien wordt er in een kleine kern gebouwd waar geen behoefte is aan woningen. Mevrouw VAN VIEGEN sluit zich volledig bij het betoog van de heer Snellink aan. De heer VAN ASSENDELFT vindt dat de basis van programmering van woon- en werklocaties dient te liggen in vraag en aanbod. De PVV vindt het onacceptabel dat plancapaciteiten worden aangepast of faseringen worden doorgevoerd om schaarste te creëren ten einde de woningmarkt vlot te trekken. De PVV pleit voor een organische groei. Voor de provincie ziet de PVV een faciliterende rol ten aanzien van de programmering van woon- en werklocaties weggelegd. De provincie mag de door de gemeenten en de regio's gewenste ontwikkelingen niet frustreren. Het is niet aan de provincie om te bepalen of bouwprojecten doorgang kunnen vinden. De PVV krijgt juist de indruk dat de provincie de andere kant wil opgaan. In de nieuwe PSV wil de provincie allerlei kaders opnemen die beperkend werken en ontwikkelingen aan banden willen leggen. Het ontwikkelen van woon- en werklocaties moet worden overgelaten aan de markt. De bemoeienis van de overheid moet daarbij beperkt zijn tot een minimaal niveau. De fractie vraagt aandacht voor de huidige woningschaarste. Ondanks de economische crisis is er onder starters, studenten en jonge gezinnen grote behoefte aan betaalbare koop- en huurwoningen. Dit onderstreept het belang van het bouwen op basis van de behoefte van de burger. Mevrouw VERKOELEN merkt op dat de economische recessie veel op losse schroeven zet. In het verleden heeft de provincie niet goed gekeken naar vraag en aanbod en heeft zij toegestaan dat er veel werd ontwikkeld. Nu is het een mooi moment om alles te gaan herijken. De vraag moet worden gesteld of de provincie nog wel moet sturen en hoe zij dat moet doen. Hoe gaat de provincie kijken naar vraag en aanbod? Als alles ter discussie wordt gesteld, waarom zou het rodecontourenbeleid dan niet aan de orde komen? Het CDA vindt dat kwaliteit in de toekomst boven kwantiteit moet gaan. In plaats van organisch groeien zou spreekster liever willen zeggen dat maatwerk van belang is. Haar fractie denkt dat de vraag voorligt of de provincie meer gaat sturen op programmeren of op Pagina 14/19
locaties. Wil de provincie nog aan het stuur zitten? De provincie moet wel naar bovenlokale belangen kijken, want dat is de taak van de provincie. In het stedelijk gebied is nog veel te doen en in het landelijk gebied moet terughoudendheid worden betracht. Van functiemenging en regionaal verband is het CDA een voorstander. Er moet flexibel worden gebouwd, zodat gebouwen een andere bestemming kunnen krijgen. Haar fractie is voor flexibiliteit gecombineerd met woon- en werkmilieus. Herstructureringsopgaven binnen de bestaande voorraad vindt het CDA positief. De heer VAN SANTEN zegt dat de provincie op een andere manier moet kijken naar de samenleving. Nu voeren de conjuncturele elementen de boventoon, maar de opbouw van de samenleving heeft ook een aantal structurele kenmerken. De notitie is erg toegespitst op de vraag op de korte termijn. De provinciale regio's corresponderen niet met de arbeidsmarktregio's. Die hebben een andere dynamiek dan de provincie in haar ruimtelijke ordening definieert. Zijn er cijfers van de ontwikkeling van bedrijventerreinen in het landelijk gebied? Ook staat er dat bedrijventerreinen een lokaal karakter hebben. Dat gaat niet altijd op; er is bijvoorbeeld een scheepstimmerbedrijf in Strijen dat bijna markleider is in het bedienen van jachtenbouwers. Dat bedrijf heeft niets met lokale bedrijvigheid te maken. In het landelijk gebied zijn veel innovatieve bedrijven gevestigd. Moet een toets op de kwaliteit van bedrijfsterreinen alleen in het landelijk gebied plaatsvinden en niet op kwaliteit van bedrijventerreinen in het stedelijke gebied? In de notitie staat dat de bedrijventerreinen pas kunnen worden ontwikkeld als de eindgebruiker ervan bekend is. Dat is in Nederland een zeer grote uitzondering. Met dit soort onderdelen in de notitie kan spreker niet uit de voeten. Het is fantastisch dat de notitie spreekt van afstemming. Daarvoor moet wel een curriculum worden ontwikkeld waarin een systeem van verevening moet worden opgenomen. In de notitie mist spreker een aantal basiselementen. Moet de provincie niet kijken welk instrumentarium nodig is om de nieuwe PSV handen en voeten te geven? De notitie behoeft een verdere uitdieping. Het is een uitdaging voor de gedeputeerde en zijn ambtenaren om een diepergaande notitie de volgende keer aan de commissie voor te leggen. Mevrouw VAN DER TAS vindt dat een goed ruimtelijk ordeningsbeleid een versterking van de agglomeratiekracht en de ruimtelijke kwaliteit inhoudt. Ook moet het aanbod aansluiten op de behoefte. Bij de discussie over bestaand stads- en dorpsgebied of rode contouren vindt D66 dat er sprake moet zijn van een goed en helder afwegingskader. Er moeten duidelijke regels en een goede mogelijkheid voor sturing door de provincie en PS zijn. Daarop zal D66 de plannen van het college beoordelen. Het schrappen van reserveringen voor nieuwe woonwijken is een interessant idee en is in sommige gevallen echt nodig. Spreekster zou meer inzicht willen krijgen in de financiële consequenties hiervan. Met de koppeling van de ruimtelijke ordening en het financiële beleid is D66 blij. De functievermenging steunt haar fractie ook, zeker waar die de leefbaarheid bevordert. Haar fractie is er niet van overtuigd dat de bewaking van een goede woonmilieubalans kan worden overgelaten aan gemeenten, zoals in de discussienotitie wordt gesuggereerd. Bij het bouwen voor lagere middeninkomens zou de provincie een rol kunnen spelen, omdat de gemeenten dit niet financieel aantrekkelijk vinden. Voor de sociale woningbouw is het belangrijk dat het coalitieakkoord wordt gevolgd. Er moet voldoende sociale nieuwbouw worden Pagina 15/19
geprogrammeerd, maar het percentage sociale nieuwbouw kan per regio en binnen regio's variëren. De subregionale woningmarktgebieden sluiten beter aan bij de behoefte van kopers en huurders, maar minder op de werkelijkheid van bestuurders. Spreekster vraagt zich af of de regio's de verantwoordelijkheid voor de woningmarkt bij de subregionale woningmarktgebieden willen neerleggen en subregionaal gaan sturen. Hoe verhoudt zich dit met het woningbouwprogrammeren in de regio's? D66 vindt dat er zeer terughoudend moet worden omgegaan met bestemmingsplannen voor bedrijventerreinen. Hoe wil de gedeputeerde omgaan met de strategieën van de regio's Haaglanden, Rotterdam en Holland Rijnland die niet binnen de provinciale kaders passen? Haar fractie wil dieper ingaan op de greenports dan nu in de nota is gedaan. De sanering van de kassen wordt nu vaak uit landschappelijk perspectief door de overheid betaald. Spreekster vindt het een ideale situatie als de gebruiker betaalt. Daarvoor zou een fonds of een statiegeldregeling in het leven moeten worden geroepen. Bij de flexibilisering van de greenports zou rekening moeten worden gehouden met de verschillende rollen en belangen die daar spelen. Haar fractie wil bij de herziening van de PSV ook kijken naar de manier waarop de provincie de duurzaamheid kan stimuleren. De heer KEULEN vindt dat de provincie in haar struringsfilosofie meer moet kijken naar de structurele kenmerken en conjuncturele verschijnselen moet behandelen. De cijfers moeten in tijden van onzekerheid vaker worden geactualiseerd. Voor sociale woningbouw wil spreker speciale aandacht vragen. Een discussie over functiemenging zonder een daaraan gekoppeld doel is niet verstandig. Bij de duurzaamheidsdiscussie wil zijn fractie niet over functiemenging spreken, maar wil zij wel het principe van co-siting uitwerken. Functies moeten bij elkaar in de buurt worden gebracht, zoals op het gebied van reststromen of energievoorziening. Deze kunnen van elkaar profiteren. Als dit niet verder wordt uitgewerkt, dan wil zijn fractie overwegen daarvoor een initiatiefvoorstel te maken. De gedeputeerde zou nog terugkomen op de afhaalpunten voor internetaankopen. Daarbij zou hij het advies van de PAL kunnen betrekken. De rode contour heeft een belangrijke functie gehad bij het tegenhouden van de oprukkende verstedelijking in tijden van hoogconjunctuur. Waarom zou de contour moeten worden geschrapt in tijden van laagconjunctuur? De groene contour wordt gemist. De doelstellingen voor de recreatie- en de natuurgebieden moeten ook bij de herziening van de PSV worden vertaald. De provincie krijgt een rol bij het stimuleren van herbestemming. Bij de vorige rondes heeft de PvdA gevraagd of de provincie een rol zou kunnen spelen bij het faciliteren van het herbestemmen van kantoren. Toen werd hierop negatief gereageerd, omdat dit een gemeentelijke verantwoordelijkheid zou zijn. Herbestemming is goed, omdat anders de effecten van leegstand en overprogrammering nog jarenlang in stand blijven. De heer VELDHUIJZEN geeft aan dat, indien wordt gestreefd naar loslaten en ruimte geven aan flexibiliteit, het duidelijk moet zijn binnen welke kaders dat kan gebeuren. De woningbouwproductie is helemaal niet te groot en is dat in het verleden ook niet geweest. In de goede tijden was er 1% nieuwbouw ten opzichte van de bestaande voorraad. Dan is daarbij nog niet de facilitering van de groei van de woningbehoefte betrokken. Daarover maakt spreker zich zorgen. ZuidHolland verwacht nog een groei van 200.000 huishoudens in de komende 20 jaar. Pagina 16/19
Die moeten op de een of andere manier worden gefaciliteerd. De koopkrachtige en financierbare vraag ontbreekt op dit moment. Hierdoor neemt de uitbreiding van woningvoorraad af. De aard van de uitbreiding van de woningvoorraad zal anders zijn dan in het verleden werd verwacht in de Vinex-locaties. Er zal minder geld zijn voor wonen bij de nieuwe huishoudens waar een eenverdiener is. Daardoor zal er een andere vraag naar woonmilieus zijn. De vraag zal meer gericht zijn op binnenstedelijke milieus die binnen bestaand stads- en dorpsgebied moeten worden gerealiseerd. De behoefte aan uitleg zal verder afnemen. Bij de toepassing van de SER-ladder heeft spreker last van de rode contour. In het landelijk gebied heeft de rode contour een veel te ruim karakter. Nagedacht moet worden welke consequenties dit heeft in de toekomst. Misschien is de meest optimale terugdringing van de rode contour wel het handhaven van de contour van het bestaande dorpsgebied in het landelijk gebied. Het versterken van het bestaande stads- en dorpsgebied kan risico's, in de vorm van schadeplichtigheid, voor de provincie met zich meebrengen. Organische ontwikkeling is een ontwikkeling op een minder planmatig niveau dan in het verleden gebruikelijk was. Dat vraagt een andere ruimtelijke ontwikkeling dan in het verleden bij grote wijken met rondwegen erdoorheen aan de orde was. Het is niet duidelijk hoe een kader met schaduwwerking in de ruimtelijke ordeningswetgeving kan worden geëffectueerd, ook al is het een interessante gedachte. Het enige wat voor bedrijventerreinen is geregeld, is dat het verboden is om woningen te bouwen. GS vragen of een goede ruimtelijke ordening hiervoor niet aan gemeenten kan worden overgelaten. Het criterium dat de hoogste milieucategorie daar wenselijk is, moet in stand worden gehouden en zal door de provincie worden getoetst. De provincie geeft de gemeenten meer mogelijkheid om aan functiemenging te werken. Hetzelfde geldt voor centrumontwikkeling, waarbij gemeenten iets willen realiseren, maar nog niet weten of daar woningen of kantoren zullen komen. De gemeenten moeten zich houden aan de locaties en programmering van kantoren. De VOORZITTER concludeert dat de gedeputeerde bij het opstellen van de Koersnotitie zijn voordeel zal doen met de gemaakte opmerkingen en de gestelde vragen. 2c.
LTA Statencommissie Ruimte en Leefomgeving 2013
De VOORZITTER deelt mee dat motie 220 als afgedaan kan worden beschouwd. De heer DÉMOED deelt mee dat motie 388 als afgedaan kan worden beschouwd. Het CDA heeft waardering voor de manier waarop het programmaplan IRP Goeree-Overflakkee is aangepakt. Hoe gaat de gedeputeerde ervoor zorgen dat er veel gaat gebeuren op Goeree en er niet alleen een mooi proces komt? Voor de getijdencentrale worden middelen gereserveerd om een volgende stap te zetten. Dat is vermoedelijk gebaseerd op het feit dat de eerste verkenningen daarvan succesvol zijn. Kan de gedeputeerde aangeven of deze conclusie juist is? Hoe wordt aan het vervolg invulling gegeven? De gedeputeerde doet een aantal voorstellen om met een aantal gebiedspartijen aan de noordrand van Goeree-Overflakkee een aantal ontwikkelingen te realiseren. Daarbij wordt niet veel gezegd over de positie van agrariërs. Pagina 17/19
De heer VAN DIEREN gaat akkoord met het afdoen van de motie, maar het programmaplan wil hij nog niet goedkeuren. Mevrouw VAN DOBBEN DE BRUIJN wil kritische kanttekeningen bij het stuk zetten, terwijl het goed is dat het stuk voorligt. De heer KEULEN deelt mee dat er nog een motie is die bij dit onderwerp hoort en moet worden afgedaan. Spreker wil het stuk graag agenderen voor een volgende vergadering. De VOORZITTER concludeert dat het stuk voor de volgende vergadering wordt geagendeerd. De planning van het werkbezoek en de hoorzitting Nieuw Reijerwaard op 22 mei 2013 is rondgestuurd. Het verzoek is om de intekenlijst in te vullen voor zover dat nog niet is gedaan. De heer KEULEN vraagt of de antwoorden op de vragen van de PVV over de handhaving ten aanzien van recreatiewoningen in Zuidplas voor de volgende commissievergadering kunnen worden geagendeerd met een notitie van GS, waarbij de rol van de provincie wordt aangegeven. De VOORZITTER stelt voor de antwoorden af te wachten en de commissieleden de mogelijkheid te geven om agendering hiervan te vragen. De inhoud van de antwoorden zal zijn dat de provincie geen rol kan spelen bij de handhaving. Dan is het niet zinvol om het onderwerp te agenderen. De langetermijnagenda wordt vastgesteld. 3.
Stukken ter kennisneming
Brief 1f wordt voor de volgende vergadering geagendeerd. De overige stukken worden voor kennisgeving aangenomen. 4.
Verslag vorige vergadering 1. Conceptverslag R en L 3 april 2013
Het verslag wordt vastgesteld. 5.
Besluitenlijst vorige vergadering 1. Conceptbesluitenlijst 3 april 2013
Op pagina 3, tweede bullet wordt de tekst vervangen door: "De initiatieven tot starten met een kavelwinkel zullen worden ondersteund." Op pagina 3, vierde bullet wordt de tekst vervangen door: "Een passage zal worden opgenomen ter ondersteuning van de ambitie van de Grondbank om te komen tot een risicoloze onderneming." Op pagina 3, vijfde bullit wordt de tekst varvangen door: "De strategie voor de verkoop van gronden wordt in de vorm van een tekstvoorstel voor USK geformuleerd. Daarin zal ook de verkoop onder de boekwaarde (in principe niet) worden opgenomen als mede enkele andere kaders."
Pagina 18/19
Met inachtneming van deze wijzigingen wordt de besluitenlijst vastgesteld. 6.
Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering om 22.25 uur.
Pagina 19/19