De Ampersand Periodiek van de Genkse Vereniging van Boekbinders Secretariaat: Churchilllaan NL 6226 CT Maastricht E-mail:
[email protected] Website vereniging: www.ampersand-boekbinders.be
Nummer 16
Januari 2015
& && && &
werden er kinderen geboren, nu worden er boeken gemaakt.
Inhoudsopgave Hoe wij begonnen te binden, het vervolg Chris Lebeau, Een veelzijdig kunstenaar Jaarlijkse excursie ‘Ampersand’ Bizarre (en vieze) zaken tussen pagina’s Boekbindwedstrijd “Van schossel tot slingerpad”
& & & && &
1 3 7 8 9
Redactioneel
A
llereerst wens ik jullie een gelukkig nieuwjaar met veel inspiratie op boekbindgebied. Deze maand ontvangen jullie de uitnodiging voor onze jaarvergadering in februari. De opdracht voor deze keer is het maken van een miniboekje. Als je er om wat voor reden dan ook niet aan toegekomen bent, neem dan in elk geval een ander boek mee dat je hebt ingebonden. Tot besluit, jullie kunnen de kopij voor de volgende Ampersand insturen voor 15 mei 2015. Wim Heijnen
HOE WIJ BEGONNEN TE BINDEN… EN HOE HET GROEIDE…
het vervolg op het begin in Ampersand nr. 14 door Guy Rutten en Anny van Dooren Een vaste stek…..
A
an mooie liedjes komt een einde. In de zomer van 1991 konden we niet meer terecht in de bibliotheek.
“Als er een geschikt lokaal gevonden wordt, breng ik al mijn toestellen, klein en groot gerief, bekleding, papier, karton……., mee naar dat lokaal” aldus Frieke Hermans in die zomer 1991. Uiteindelijk kwam deze zoektocht, via de Genkse stadsbibliothecaris, ter ore van de directeur van het S.A.P.K. te Genk. Hij vond dat dit atelier in zijn academie paste en had een geschikt lokaal. De school is gevestigd in het oude “Sint - Janziekenhuis”. De vroegere Materniteitsafdeling was de geschikte plaats voor ons. Vroeger 1
vlnr: Bets Nouwen, Guy Rutten, Mia Gysen, Eugene Achten, Frieke, Marcel Breukers, Anny van Dooren, Winston Edey
D
e stedelijke diensten haalden met een paar vrachtwagens Friekes materiaal op. Met man en macht, en vooral met de hulp van de harde kern boekbindliefhebbers werd het boekbindatelier ingericht. Een luxe. Frieke kon les geven in een ruim lokaal met al de machines, gereedschap en materiaal dat nodig is om fatsoenlijk te kunnen werken. Een klein probleempje was wel dat er van het Ministerie van Onderwijs geen nieuwe richtingen meer mochten starten. De oplossing was dat wij een onderafdeling van de richting Grafiek werden. Zodoende kon de toenmalige directeur Jan van de Kerkhof ons samen met nog enkele andere cursisten inschrijven in het eerste jaar. De lessen werden gegeven op donderdag tussen 13 u. en 21u30. Vermits we eigenlijk in de richting Grafiek zaten kregen we ook enkele tekenlessen bij Rik Jacobs. Bij het opstellen van het contract tussen Frieke en de Academie hield ze wel een stevige vinger in de pap. Ze had bijv. een sleutel van de voordeur van de school en kon ten alle tijden komen en gaan om er te werken. Dat hield in dat wij ook tijdens de schoolvakanties konden komen. Vermits we de donderdag van 13u tot 21u30 les hadden zorgde Frieke ervoor dat er een heuse “keuken” was waar we konden eten, en tussentijds koffiedronken.
Er stond zelfs een zetelbed, zodat Frieke in tijd van nood daar kon blijven slapen. In huidige tijden totaal ondenkbaar, maar in “de goede oude tijd” heel gewoon.
I
n 1991 brachten Harrie Knoors, Fons Schepers, Guy Rutten, Anny van Dooren en Frieke een bezoek aan de hoogbejaarde boekbinder Heinz Petersen te Dusseldorf.
maar op een HALVE MM juist is”. “Het moet niet GOED zijn, het moet PRECIES zijn. Bij hem was boekbinden een langzaam groeiproces en het boekbinden werd een KUNSTAMBACHT boekbinden. Als we in onze ogen een mooi decor ontworpen hadden kregen we als commentaar: “Dit is een goed begin, werk het nu maar uit”. Hij moedigde ons aan om onze blik te verruimen. “Kijk eerst wat anderen doen en leer ervan”. Hij was streng maar de humor was nooit ver weg. Op de vraag: “Edgard, heb je even tijd?” antwoordde hij steevast: “Ja, ik heb de eeuwigheid”. Het leder deed z’n intrede, met daarbij de nadruk om waardevolle boekblokken te kopen. Kwestie van geen goedkope boekjes te bekleden met duur leder. Ook nieuwe bindtechnieken kwamen aan bod: De Gonet, Edelpappband, Kloosterbinding met zelfgemaakte sloten, mm-band en zijn eigen ontwikkelde Kanteelbinding.
vlnr, staand: boekbindster, hulp van Petersen, Anny van Dooren, Guy Rutten; zittend H. Petersen en Frieke
Hij schreef zelf wedstrijden uit en moedigde ons aan om deel te nemen aan wedstrijden. Hij kwam met de school naar buiten. De eerste uitstappen naar Wittociana en Parijs werden gemaakt.
Hij maakte o.a. boeken waarbij een deel van het boek niet bekleed is zodat je de constructie nog duidelijk kunt zien. Frieke had ons op het hart gedrukt om de boeken vooral niet aan te raken. Dat kon de goede man niet hebben. Maar wij hadden geluk: zijn boeken kwamen net terug van een tentoonstelling. Wij mochten ze uit de verpakking nemen en naar hartenlust bestuderen.
Intussen kon de afdeling boekbinden als zelfstandige richting gestart worden en mochten wij in het 3de jaar beginnen omdat we al 5 jaar achter de rug hadden. In 1999 behaalden we als eersten het getuigschrift “Kunstambacht Handboekbinden”. Jan Camps en Kulche jureerden.
Gedurende de eerste jaren groeide het aantal cursisten tot ongeveer een 20-tal.
Maar ook aan dit mooie liedje kwam een einde. Edgard verhuisde naar Denderleeuw en startte er een eigen school. Hij kon niet meer naar Genk komen. Hij verliet de academie en werd vervangen door Jan Camps. Bij hem volgenden wij onze specialisatiejaren.
Frieke leerde ons om van een boek een eigen uniek exemplaar te maken. Na 5 jaar, in 1996 behaalden we, samen met Bets Nouwen, als eersten het getuigschrift voor een interne jury. Weliswaar onder de noemer Grafiek, maar de beloning van 5 jaar inspanning was er. We dachten dat we nu de boekbindkunst helemaal onder de knie hadden. Gedurende de volgende jaren kwamen we er wel achter hoezeer we ons daarin vergist hadden. Frieke werd een dagje ouder en er werd uitgekeken naar een vervanger.
M
et Jan waaide er wederom een nieuwe wind door het atelier. We leerden allerlei nieuwe technieken. Intussen weten we dat daar nooit een einde aan komt en dat je nog iedere dag kunt bijleren. Ook Jan nam ons mee op uitstap. De Koninklijke Bibliotheek, het cultuurcentrum Mariemont, de Erfgoedbibliotheek H. Concience. In Parijs was er steeds een bezoek aan de Bibliothéque Nationale en Bibliothéque
Een frisse wind…
H
et oog viel op Edgard Claes. Kruisheer en boekbinder in het klooster te Diest.
Ook op zaterdag werd er lesgegeven tussen 8u30 en 16u30. Edgard dacht iets anders over ons “kunnen en onze kunsten”. Er ging een wereld voor ons open. Bij het “boekbinden” voegde hij de woorden “KUNST” en “DECOR” met “PERFECTIE” als basis. Er werd gemeten en alles moest perfect zijn. “Het steekt niet op een mm, als het 2
vlnr: Guy Rutten, Jan Camps, Kulche, Anny van Dooren, Edgard Claes
de la ville de Paris; ook de winkels Rogier et Plé en Relma, met hun rijke waaier aan boekbindersmateriaal stonden op het programma. We bezochten het Gutenbergmuseum te Mainz met de tentoonstelling van boekbanden ter gelegenheid van het Gutenbergjaar; het leder- en schoenmuseum in Offfenbach en het Klingspormuseum. Veel cursisten namen deel aan de wedstrijd: “KunstBoek+Band 2 Eros”, op 14-15 oktober 2000.
Chris Lebeau Een veelzijdig kunstenaar in de periode van de Nieuwe Kunst. door Harrie Knoors
Om nog een jaar langer les te kunnen volgen leverden we geen eindwerken af in juni 2001.
I
n juni 2002 behaalden we, samen met Renée De Gent en Harrie Knoors het: ”Kwalificatiegetuigschrift van de Specialisatiegraad Kunstambacht- Boekkunst- Kunstboekbinden”.
Chris Lebeau
Inleiding
C
hris Lebeau is een kunstenaar-tijdgenoot van Lion Cachet aan wie ik aandacht besteedde in “De Ampersand” nummer 12 van januari 2013. Beiden zijn vertegenwoordigers van de Nieuwe Kunst.
vlnr: Guy Rutten, Renée De Gent, Anny van Dooren, Harrie Knoors
I
n totaal hebben we elf jaar les gekregen in de Academie, van drie leerkrachten: Frieke Hermans, Edgard Claes en Jan Camps. Zij leerden ons, ieder op hun eigen specifieke manier, met hun eigen sterke kanten, naar boeken kijken en aan boeken werken.
Ze brachten ons zo veel liefde voor boeken en boekbinden bij dat we dat gegeven en het contact met mekaar levend wilden houden. En zo ontstond de Genkse vereniging voor in Genk afgestudeerde boekbinders: “&”. Deze Genkse vereniging van boekbinders “ & “ bevordert het contact onderling en komt naar buiten met tentoonstellingen om het Kunstambacht boekbinden in de schijnwerpers te zetten.
Naschrift: De foto van Frieke’s boek bij het eerste deel kregen we van Jan Camps.
3
De periode in de kunstgeschiedenis tussen 1880 en 1910, aangeduid met de namen Jugendstil, Art Nouveau en Modern Style, werd in Nederland veelal aangeduid met de naam Nieuwe Kunst. In de verschillende landen waren wel accentverschillen, maar overal was men bezield door dezelfde geest. Men werkte aan een spectaculair programma met als doel een brug te slaan tussen verleden en toekomst en die van toepassing moest zijn op alle levensgebieden. De nieuwe beweging was een reactie op de materiële, intellectuele en sociale veranderingen van die tijd. Privésituatie
C
hris werd op 26 mei 1878 geboren in een Amsterdamse kelderwoning. Zijn ouders waren Jacques Charles Lebeau machinist en winkelier en Grietje Scholte.Vader was een overtuigd socialist. Hij kondigde de geboorte van zijn zoon in De Werkmansbode aan met het volgende “niet-welkomstbericht”: “Wij ondergeteekenden geven door dezen met leedwezen te kennen, dat ons een Broeder is geboren onder de naam van Joris Johannes Christiaan, verder betreuren wij alle de geboorte van dat kind, om reden dat wij door onze ouders verplicht zullen worden weer elk één gedeelte van onze voeding, kleeding en dekking te moeten missen”. Chris was het vierde en laatste kind in dit in bittere armoede levende arbeidersgezin, temeer omdat vader dronk. Mogelijk hierdoor was Chris zijn hele leven lang geheelonthouder, vegetariër en niet-roker en gebruikte zelfs geen koffie en thee. Hij zou zich later zelf “een kind van het lompenproletariaat” noemen. Vanwege de overtuigde en praktiserende socialistische houding van de vader werden bij het gezin Lebeau re-
gelmatig de ruiten ingegooid en moest vader Lebeau vaak van beroep veranderen.
H
et huwelijksleven van Chris was niet bepaald stabiel. Op 7 mei 1902 huwde hij Anna Leverington. Zij kregen een dochter. Het huwelijk werd op 27 februari 1919 ontbonden. Chris had zijn vrouw al op 22 juni 1915 verlaten om samen te gaan wonen met Nella Augusta Heijting, weduwe van Abraham van der Vies en die al een dochter en een zoon had. In maart 1925 eindigde ook deze relatie. Op 7 mei 1932 begon hij een relatie met Maria Sofia Herman. Nadat de nationaal-socialisten in Duitsland aan de macht waren gekomen sloot Lebeau een schijnhuwelijk met een Duits joodse vluchtelinge. Op 12 november 1935 trouwde hij in Londen met Ilse Ruth Voigt. Dit huwelijk werd op 14 januari 1937 ontbonden.
Graf van Chris Lebeau te Loenen
Opleiding en onderwijstaak
C
Chris Lebeau noemde zichzelf een religieuze anarchocommunist. Zijn anarchisme uitte zich in zijn hele persoonlijkheid, levenshouding en levenswijze, ook tijdens zijn gevangenschap tegenover de nationaal-socialisten.
hris vertoonde al op jonge leeftijd zijn aanleg voor tekenen. Gestimuleerd door zijn onderwijzer wist hij ondanks de ongunstige gezinssituatie met succes de Amsterdamse Kunst Nijverheid Tekenschool ‘Quellinus’ in de jaren 1892-1895 af te maken en vervolgens de Rijksschool voor Kunstnijverheid tussen 1895 en 1899. Hij volgde ook tekenlessen aan de door Lauweriks en De Bazel opgerichte theosofische Vâhanaschool.
Zo was hij ook in zijn kunst compromisloos: glaswerk om alcohol uit te drinken weigerde hij te maken en ook weigerde hij een ontwerp te maken voor een postzegel met de beeltenis van koningin Wilhelmina. De monarchie paste niet binnen zijn opvattingen. Hij maakte echter wel een ontwerp boekband voor de Julianabijbel die de jonge prinses bij haar geboorte werd aangeboden.
Lebeau was een succesvol leraar aan de avondvakschool in de Jordaan en van 1904 tot 1914 aan de School voor Kunstnijverheid te Haarlem. Als leraar vond hij karaktervorming even belangrijk als artistieke ontwikkeling. Uiteindelijk nam hij ontslag als leraar om zich helemaal te kunnen wijden aan zijn eigen artistiek werk. Wel bleef hij les geven aan individuele leerlingen. Veelzijdig kunstenaar
I
n 1904 was Lebeau mede-oprichter van de Nederlandsche Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst, bij afkorting VANK. In 1908 werkte hij een tijd in Antwerpen. In 1914 verbleef hij enige tijd in Indonesië met het toneelgezelschap van Verkade waarvoor hij decors maakte. Hierna vestigde hij zich in Den Haag. Tussen 1926 en 1929 ging hij enkele keren naar Bohemen voor het maken van glaswerk. Bij de Kamerverkiezingen van 1922 stond hij op de lijst van de Kunstenaarspartij.
Bijbel voor Prinses Juliana met een band van Chris Lebeau
T
ijdens W.O.II gebruikte Chris zijn kunstzinnige en ambachtelijke kennis voor het vervalsen van persoonsbewijzen en documenten voor het verzetswerk. Hij en zijn vriendin werden hiervoor en voor hulp aan joodse Nederlanders op 3 november 1943 gearresteerd. Zijn vriendin kwam echter vrij omdat Lebeau alle verantwoordelijkheid op zich nam. Op 24 februari 1944 werd hij naar kamp Vught gebracht en vandaar op 25 mei 1944 naar concentratiekamp Dachau. In gevangenschap bleef hij zijn vegetarisch opvattingen trouw. Van uitputting overleed hij in Dachau aan typhus op 2 april 1945. Hij werd op 9 december 1961 herbegraven op de Centrale begraafplaats van de Oorlogsgravenstichting in Loenen.
4
Als kunstenaar was Chris Lebeau zeer veelzijdig. Hij bleef als kunstenaar de Jugendstil/Art Nouveau altijd trouw. Echter in zijn olieverfschilderijen uit de jaren dertig liet hij de Jugendstil los en kwam hij tot een zuiver realisme. Hij zag het kunstenaarschap als een sociale taak en evenals Morris en Crane wilde hij de schoonheid terug brengen in het ambacht. Zij waren van mening dat de schoonheid door het kapitalisme, met zijn mechanische produktie, verdreven was. Zijn veelzijdigheid moge blijken uit de grote verscheidenheid aan technieken die hij beheerste. Zijn batiks en zijn ontwerpen voor de damastweverij zijn getuigen van een grote verfijning. Lebeau ontwierp tussen 1905 en 1939 57 ontwerpen voor linnen damast voor Van Dissel te Eindhoven.
H
ij introduceerde de batikkunst, die destijds in Europa vrijwel onbekend was, op de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs.
Ontwerp postzegels “De vliegende postduif” van Chris Lebeau 1924
Batikontwerp van Chris Lebeau voor een boekband Damastontwerp van Chris Lebeau
Hij maakte grafische ontwerpen, vrije grafiek, theaterdecors, lithografieën, krijt- en pentekeningen, schilderijen, glaswerk en glas-in-lood, wandschilderingen, houtsneden, sculpturen en theaterinterieurs en –exterieurs.
Keramiek ontwerp van Chris Lebeau
Zijn toegepaste werk omvat o.a. tafellinnen, boekbandontwerpen, boekversieringen, affiches, spotprenten, postzegels, ex-libris, kalenders, vaandels, catalogi en diploma’s.
Glas: ontwerp Chris Lebeau
Ex libris ontwerp van Chris Lebeau
Wandschildering trouwzaal voormalig stadhuis Amsterdam 1927 van Chris Lebeau
Glas-in-lood ontwerp van Chris Lebeau voor het toenmalige stadhuis Amsterdam 1917
5
Wandschildering van Chris Lebeau in de Oud-Katholieke kerk
Boekband voor “In en om de Philips fabrieken” ontwerp Chris Lebeau
Affiche ontwerp Chris Lebeau Leiden 1926-1928
Boekband voor “De stille kracht” ontwerp Lebeau
T
ijdens zijn leven werd er in negentien eenmansexposities en in zeventien groepsexposities aandacht besteed aan zijn werk. Na 1945 vonden er nog enkele grote exposities plaats o.a. een overzichtstentoonstelling in het Drents Museum te Assen in 1985.
Bronvermeldingen Boekband voor “Over Kunst” ontwerp Chris Lebeau
* Harrie Knoors, De boekband en de Nieuwe Kunst. Een verkenning van de Nederlandse situatie, RoermondGenk 2002 * Audrey Wagtberg Hansen, Gesloten boeken. De mooiste boekbanden van het Koninklijk Huis, Den Haag 2003 * Marieke E. Spliethoff, Feestelijke geschenken voor de jonge koningin 1898-1913, Amsterdam- ’s-Gravenhage 1998 * H.T.M. van Vliet, Versierde verhalen. De oorspronkelijke boekbanden van Louis Couperus’werk (1884-1925), Amsterdam-Antwerpen 2000
Boekband voor “Pension Brocke” ontwerp Chris Lebeau
* Mechteld de Bois, Chris Lebeau 1878-1945, Haarlem 1987 * Ernst Braches, Nieuwe Kunst en het boek. Een studie in Art Nouveau, Amsterdam 2003
6
Jaarlijkse excursie ‘Ampersand’ door Wim Heijnen
van een muurschildering. We waren onder de indruk van het minutieuze werk en het grote geduld die dit werk vereist. Net boekbinders!
D
e jaarlijks terugkerende excursie van Ampersand leidde ons dit jaar naar Maastricht. Rond 9.30 uur heette Jos van Och ((hoofd ateliers), ons welkom bij de Stichting Restauratie Atelier Limburg aan de Avenue Céramique 224. De opkomst was goed; we waren met maar liefst twintig mensen. De rondleiding startte met een algemeen verhaal over het instituut. Het begon in 1987 als provinciaal restauratie-atelier in het kloostercomplex Rolduc in Kerkrade. In 1990 kwam er een vestiging in Maastricht en werden de activiteiten uitgebreid naar collecties en monumenten buiten Limburg. Nog steeds is het een restauratie-atelier dat schilderijen, beelden, historische interieurs en moderne kunst tot hun oorspronkelijke staat probeert terug te brengen. Daarnaast worden ook studenten opgeleid, cursussen gegeven en wordt er onderzoek verricht vaak in samenwerking met andere – ook buitenlandse – academische opleidingen en instituten. Voor ons was het jammer, maar we wisten dat al vooraf, dat de afdeling papierrestauratie niet meer bestond. Tijdens de rondleiding kwam steeds weer het belang naar voren van onderzoek. Voordat er ook maar iets gedaan wordt aan bijvoorbeeld een leren wandpaneel, een Christusbeeld of een schilderij moet worden vastgesteld wat de oorspronkelijke kleur ervan kan zijn geweest, of er eerdere restauraties zijn uitgevoerd, wat de oorzaken van het verval zijn… Daarbij wordt gebruik gemaakt van de modernste technieken, zoals Röntgenfotografie en infraroodreflectografie.
Nieuw voor mij was dat restauraties tegenwoordig zo te worden uitgevoerd dat ze gemakkelijk ongedaan kunnen worden gemaakt zodat de kunstwerken niet beschadigd raken. Men gaat ervanuit dat met de tijd ideeën over bijvoorbeeld kleur kunnen veranderen. We hebben verschillende ruimtes kunnen bekijken, waar gewerkt werd aan schilderijen, leren wandpanelen, beelden en muurschilderijen. In de laatste zaal kregen we uitleg over de restauratie van de orgelluiken van een 18de-eeuws orgel en hebben we studenten aan het werk gezien bij het schoonmaken 7
Restauratie 18de-eeuwse orgelluiken van het Markusorgel in Goes
Rond kwart voor 11 uur stonden we weer buiten en in de miezerregen trokken de meesten Maastricht in voor de lunch.
O
m half twee ’s middags werden we in de UB aan de Grote Looiersstraat 17 ontvangen door Guy Jaegers en Odin Essers die ons zouden rondleiden in de Jezuïtenbibliotheek. Deze bevindt zich onder de algemene bibliotheek.
Annie van Dooren en Ger Houben
Bij het naar binnengaan van de kelderruimte raakten we onder de indruk van de hoeveelheid boeken die daar in de rekken stond (zo’n 265.000 banden), van de variatie in grootte en van de uiteenlopende onderwerpen. De collectie biedt veel aanknopingspunten voor de onderzoeks- en onderwijsactiviteiten van een groot aantal faculteiten van de Universiteit Maastricht. De oudste boeken dateren uit het begin van de 16e eeuw, de meest recente uit de zeventiger jaren van de vorige eeuw.
D
e groep werd opgesplitst in tweeën. De ene groep startte in de aparte kluis met uitzonderlijke en zeldzame boeken. Onze groep begon de rondleiding bij een grote lange tafel waar een aantal boeken waren uitgestald, waarvan de conservator dacht dat die interessant zouden kunnen zijn voor boekbinders.
V De tafel klopt, de boeken erop niet.
De bindingen waren divers, het materiaal was leer, perkament, een soort fluweel en hoorn van schildpadden. Interessant vond ik de binding van de perkamenten bandjes – een soort van omslag vastgemaakt aan de rug van het boek. We mochten alle boeken vastpakken en goed bekijken, ook de banden in de rekken. Voor ons als kunstboekbinders ongehoord, maar per slot van rekening bevonden we ons in een bibliotheek.
an de boeken in de rekken hadden er veel een perkamenten of leren omslag. De staat van de boeken was vaak erbarmelijk slecht. Voor restauratie is bijna geen geld. Via donatieacties probeert men toch nog wat restauratiewerkzaamheden te laten uitvoeren. Ook is er de mogelijkheid boeken te adopteren. Dan betalen particulieren een bepaald bedrag voor een boek en als er genoeg geld binnen is kan er aan de restauratie worden begonnen. Het blijkt een druppel op de gloeiende plaat te zijn. Misschien iets voor een van ons?
De conservator vertelde nog over de vele vijanden van de boeken waaronder muizen. Dit was een goede reden om alle eten uit de bibliotheek te weren. In de ruimte moeten temperatuur en vocht steeds op peil worden 7
gehouden om de boeken in goede conditie te houden. Waterschade was de grootste vijand. Tijdens een zeer natte periode is water de bibliotheek binnengekomen, maar de schade was toen beperkt.
G
ezien de reacties na afloop denk ik dat iedereen het wel naar zijn zin heeft gehad zowel in de UB als in het Restauratie Atelier. Met een aantal hebben we de excursie afgesloten met een drankje bij Café Lure aan de Grote Looyerstraat. De foto’s in de Jezuïtenbibliotheek zijn gemaakt door Renée De Gent.
Bizarre (en vieze) zaken die soms tussen pagina’s zitten Uit Het Belang Van Limburg, 13-11-2013 door Guy Rutten
D
at er op sommige boeken wat (cocaïne, red.) zit, dat had ik verwacht”, vertelt toxicoloog Jan Tydgat… Maar op élk van de tien geteste boeken, dat verbaast me. Zelfs op het kinderboek “De schildpaddenschat van Jommeke zat de drug. Toch zal je niet meteen high worden van het lezen.’ Tydgats collega en bacterioloog Johan Van Eldere vond wel nog een ander “beestje” in één van de vijf boeken: het herpesvirus… Niet toevallig vond men het in de erotische thriller “Vijftig tinten grijs” en in “Tango” van Pieter van Aspe. ‘Dat is niet abnormaal: onze huid en speeksel verspreiden overal bacteriën en virussen’, zegt van Eldere. ‘Je moet al aan een boek likken om ziek te worden.’ Wat hij wél vaak ziet is rommel tussen de pagina’s. ‘Vaak onschuldige briefjes, maar we hebben ook al eens een vette plak kaas teruggevonden tussen een kookboek. Dat was naar de vaantjes en de lezer heeft dat moeten betalen. Net als de persoon die zwarte vingers achterliet in een boek over automechanica.’ Soms vergeten lezers ook waardevolle dingen. Éen dametje liet 1.000 euro zitten… “Ik vond eens een condoomverpakking. En laatst troffen we op de toiletten een erotische strip aan. Wat daar tussen kleefde, daar moet ik geen tekening bij maken”, zegt Marleen Kaers.
8
& Stencil Std Bold
Boekbindwedstrijd “Van schossel tot slingerpad” door Harrie Knoors
V
rijdag 11 juli zijn Ellie en ik naar Oldeberkoop getogen, alwaar op zaterdag 12 juli de presentatie en de prijsuitreiking plaats had van de aldaar georganiseerde boekbindwedstrijd in combinatie met de jaarlijkse (al meer dan 40 jaar) “Open Stal”, een kunstroute doorheen het dorp op diverse locaties. De organiserende Stichting Stellingwarver Schrieversronte heeft samen met de Stichting Handboekbinden de wedstrijd boekbinden georganiseerd. In het gebouw van de Stellingwarver Schrieversronte heeft men een prachtige expositie ingericht van de 40 ingezonden boekbanden. Het in te binden boek “Van schossel tot slingerpad” bevat werk van diverse Oldeberkoopse kunstenaars. De fraai uitgegeven catalogus “Gebonden Kunst” ( 16 x 16 cm, prijs € 7.50) geeft een totaaloverzicht van de ingezonden werken. Jan Bosch, voorzitter van de Stichting Handboekbinden, maakte tijdens een gezellige bijeenkomst voor ongeveer 100 bezoekers de drie prijswinnaars, aangewezen door een vakjury, bekend t.w.:
9
E
erste prijs: An Taveirne (België), met als motivering “De gekruiste structuurbinding van An Taveirne, die uitgevoerd is in een eenvoudige band, gemaakt van papier (WILD 300 gr. en WILD 150 gr.), is van een dusdanige schoonheid dat haar werk als nummer 1 uitgekozen is”. Tweede prijs: Harrie Knoors (Nederland), met als motivering “Nummer 2 is de inzending van Harrie Knoors. Hij is er in geslaagd een zeer strak en mooi uitgevoerd boek te binden in de ‘Jean de Gonet binding’. Met de combinatie van materialen als kurk, geitenleer en Ingrespapier is er een fraai en natuurlijk uitziend boek gebonden”. Derde prijs: Sacha de Ven (Nederland), met als motivering “Sacha van de Ven is bindster van het boek dat de derde plaats heeft gekregen. Het artistieke gebruik van de diverse natuurlijke materialen, in samenhang met de Koptische bindwijze hebben haar de punten opgeleverd voor die derde plaats”. In het algemeen voegde de vakjury er wat hun drie keuzes betreft er nog aan toe: “Unaniem hebben we voor die ‘perfecte eenvoud’ gekozen, waarbij ook de uitvoering en bindwijze meteen opviel”.
! t a i c fi o r P , e i Harr