-CONCEPTHoofdlijnennotitie invoering Passend onderwijs samenwerkingsverband Midden-Holland (PO-28-14)
versie 31 januari 2012
Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding Wettelijk kader Passend onderwijs Stand van zaken samenwerkingsverband Midden-Holland Partners bij de vormgeving van het Passend onderwijs Communicatie Opzet hoofdlijnennotitie
2.
Strategisch beleid
3.
Bestuurlijk-organisatorische inrichting nieuw samenwerkingsverband
4.
Basiskwaliteit en basisondersteuning
5.
Onderwijsondersteuningsplan 2013-2017
6.
Onderwijsondersteuningstoewijzing
7.
Dekkend netwerk van ondersteuning
8.
Personeel
9.
Ouderbetrokkenheid
10.
Toelating / aanmelding
11.
Financiën
12.
Verdeelmodellen
13.
Evaluatie, verantwoording en monitor
14.
Afstemming voortgezet onderwijs
15.
Afstemming gemeenten
16.
Communicatie
Bijlagen I meerjarenbudget SWV Midden-Holland (PO-28-14) II communicatietraject implementatie Passend onderwijs
2
1.
Inleiding
1.1 Wettelijk kader Passend onderwijs Op 29 november 2011 heeft de minister van OCW het wetsvoorstel Passend onderwijs naar de Tweede Kamer gestuurd. De Tweede en Eerste Kamer moeten nog instemmen met het voorstel. Het is de bedoeling dat de Wet passend onderwijs op 1 augustus 2012 in werking treedt. Daarna hebben scholen een jaar de tijd om zich voor te bereiden op de invoering van de volledige zorgplicht per 1 augustus 2013. In het kader van Passend onderwijs zal een aantal onderwijswetten worden gewijzigd, onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet medezeggenschap op scholen en de Wet op het onderwijstoezicht. Onlangs is de regio-indeling Passend onderwijs door de minister vastgesteld (stand najaar 2011) en zijn de financiële gevolgen voor de samenwerkingsverbanden door OCW in beeld gebracht. 1.2 Stand van zaken samenwerkingsverband Midden-Holland Vanaf september 2011 is het Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO) Passend onderwijs Midden-Holland een aantal keren bijeen geweest om een start te maken met het implementatietraject Passend onderwijs. Dit heeft geleid tot de volgende opbrengsten: Er is een projectplan opgesteld voor de implementatie van het Passend onderwijs, met daarin de diverse deelonderwerpen, de beoogde resultaten en een indicatieve planning. Ook ligt er een gezamenlijk opgestelde intentieverklaring, waarin afspraken zijn vastgelegd over de inen oprichting van het nieuwe samenwerkingsverband Passend onderwijs, het tijdpad van implementatie en dergelijke. Daarnaast is het RBO erin geslaagd een aantal bouwstenen te formuleren voor de uiteindelijke missie en visie, die voor de besturen leidend gaat zijn bij de invoering van Passend onderwijs in MiddenHolland. Deze worden nu door de schoolbesturen teruggekoppeld naar de eigen achterbannen. Wanneer consensus over de uitgangspunten is bereikt, zullen deze tot een aansprekende en inspirerende missie en visie worden verwerkt. Verder is afgesproken dat de schoolbesturen op korte termijn een inventarisatie aanleveren van in ieder geval die eigen verworvenheden / voorzieningen die men betaalt met middelen van de huidige samenwerkingsverbanden. Op basis daarvan zal verder worden nagedacht over de vraag welke voorzieningen „met elkaar‟ in stand gehouden zouden moeten worden, hoe deze kunnen worden georganiseerd (regionaal of door de afzonderlijke schoolbesturen) en hoeveel deze mogen gaan kosten. Tenslotte is afgesproken te streven naar een gezamenlijke opzet (format op schoolniveau) voor de beschrijving van het schoolondersteuningsprofiel voor alle scholen van het samenwerkingsverband. Hiertoe wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de voorbereidingen die in dit kader al door de scholen en hun besturen zijn gedaan. Alle gemaakte afspraken en opgestelde concept-documenten zullen in januari 2012 worden besproken met de schoolbesturen van het samenwerkingsverband die niet in het RBO zijn vertegenwoordigd. Direct daarna kan tot gezamenlijke ondertekening van de intentieverklaring worden overgegaan en kunnen de noodzakelijke vervolgstappen met elkaar worden gezet. 1.3 Partners bij de vormgeving van het Passend onderwijs Gelet op de raakvlakken van het Passend onderwijs met de taken die de gemeenten hebben op het gebied van jeugdzorg, centra voor jeugd en gezin e.d., heeft het RBO besloten het invoeringsproces in nauw overleg met de betrokken gemeenten in te gaan. Uiteraard met inachtneming van de onderscheiden verantwoordelijkheden die partijen hierin hebben. Uit praktische overwegingen is ervoor gekozen één gemeentelijk vertegenwoordiger namens alle betrokken gemeenten bij (een deel van ) de RBO-vergaderingen te laten aanschuiven.
3
Een andere belangrijke partner in het geheel is het voortgezet onderwijs. Afgesproken is dat de directeur van het samenwerkingsverband VO de RBO-vergaderingen zal bijwonen bij die onderwerpen die afstemming tussen primair en voortgezet onderwijs vereisen. 1.4 Communicatie Specifiek aandachtspunt vormt de wijze waarop de communicatie tijdens het traject wordt vormgegeven. Uitgangspunt daarbij is dat de communicatie met de eigen achterban over de inhoud en de voortgang van het proces primair de eigen verantwoordelijkheid van de leden van het RBO is. De schoolbesturen gebruiken hiervoor de eigen „kanalen‟ zoals hun websites. Na elk RBO-overleg wordt een kort communiqué opgesteld, dat onder een bredere kring van betrokkenen wordt verspreid, en ook op de websites wordt geplaatst. Het is van essentieel belang om alle direct betrokkenen in het werkveld bij het proces te betrekken. Dit verhoogt de kwaliteit van de besluitvorming en het uiteindelijke draagvlak voor de te maken keuzen. Om dit te bereiken zal er gewerkt gaan worden met een klankbordgroep van coördinatoren van de (huidige) samenwerkingsverbanden en – op termijn – een klankbordgroep van ouders. Deze klankbordgroepen zal worden gevraagd te adviseren over beleidsvoornemens van het RBO, voorafgaand aan de definitieve besluitvorming. Hiertoe worden gezamenlijke bijeenkomsten voor RBO en coördinatoren belegd, gekoppeld aan de reguliere RBO-bijeenkomsten. Een eerste overleg met de klankbordgroep coördinatoren heeft plaatsgevonden in december 2011. Hierin is afgesproken om ten aanzien van in ieder geval één onderdeel, te weten onderwijsondersteuningstoewijzing, al direct gezamenlijk op te trekken. Zie hiervoor de uitwerking onder paragraaf 6.2 van deze notitie. De klankbordgroep van ouders is nader uitgewerkt in paragraaf 5.2. 1.5 Opzet hoofdlijnennotitie Om tot een goede en tijdige implementatie van het Passend onderwijs te komen zullen nu al belangrijke richtinggevende keuzen moeten worden gemaakt en een aantal noodzakelijke stappen worden gezet. In deze hoofdlijnennotitie wordt per deelonderwerp benoemd welke verplichtingen er vanuit het wettelijk kader Passend onderwijs van toepassing zijn, en welke gewenste acties daaruit voortvloeien. Dit wordt steeds aan het begin van elk hoofdstuk in een tabel aangegeven. Vervolgens wordt, waar dit al kan, per onderwerp een eerste mogelijke uitwerking gegeven aan de hand van de opbrengsten uit de bijeenkomsten van het RBO. Verder wordt, voor zover van toepassing, een aantal vragen gesteld die relevant zijn voor de te kiezen richting of te nemen vervolgstappen.
4
2.
Strategisch beleid
2.1
Acties op basis van het wettelijk kader
Verplichtingen / gewenste acties opstellen werkmissie en –visie het vastleggen van de beoogde – en in latere jaren ook de bereikte – kwalitatieve en kwantitatieve resultaten van het onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben opmerking: opnemen in het onderwijsondersteuningsplan.
Planning 01-02-2012 01-07-2012
2.2 Uitwerking Het RBO heeft de afgelopen periode een aantal bouwstenen voor een werkmissie- en visie opgesteld, die nu door de schoolbesturen worden teruggekoppeld naar de eigen achterbannen. Wanneer consensus over de uitgangspunten is bereikt, zullen deze tot een aansprekende en inspirerende missie en visie worden verwerkt. Bouwstenen voor missie en visie Passend onderwijs Missie Het samenwerkingsverband Passend onderwijs Midden-Holland brengt samenwerking tussen de deelnemende schoolbesturen tot stand en onderhoudt deze, gericht op het bieden van een passende onderwijsplek voor alle leerlingen. Deze samenwerking vindt zijn grondslag in het wettelijk kader en Referentiekader Passend onderwijs. De – door het samenwerkingsverband te formuleren en in het schoolondersteuningsplan vast te leggen – visie en strategische doelstellingen zijn daarbij leidend voor de gezamenlijke vormgeving van het Passend onderwijs in Midden Holland. Visie Onze visie schetst een breed gedragen, ambitieus en richtinggevend beeld voor het organiseren van Passend onderwijs (een passende onderwijsplek) voor alle kinderen die wonen in (delen van) de gemeenten die deel uitmaken van het samenwerkingsverband. ‘Beweging naar de voorkant’ De samenwerkende schoolbesturen zetten in op een maximale beweging van curatieve naar preventieve onderwijsondersteuning, van indiceren naar arrangeren op basis van handelingsgerichte diagnostiek en van sectoraal naar integraal denken en werken. Dit vereist een hoogwaardige basisondersteuning binnen de scholen van het samenwerkingsverband, tot uiting komend in een adequaat onderwijsondersteuningsaanbod voor preventieve en (licht) curatieve (onderwijs)ondersteuning. Deze „beweging naar de voorkant‟ zal worden ondersteund door een verdeelsystematiek die hiervoor de juiste prikkels biedt. Het samenwerkingsverband stelt de kaders voor het niveau van de basisondersteuning en maakt outputafspraken over de basisondersteuning op alle scholen en over de middelen die daarbij horen. Deze worden aan de scholen en hun besturen overgedragen. De wijze waarop en met welke hulpbronnen invulling wordt gegeven aan deze onderwijsondersteuning – het hoe – is aan de schoolbesturen. Over het organiseren van extra onderwijsondersteuning, die moet kunnen bijdragen aan een compleet continuüm voor de kinderen van het samenwerkingsverband, kunnen separaat afspraken worden gemaakt met scholen en hun besturen. Basisondersteuning en extra ondersteuning Prioriteit wordt gegeven aan de verbetering van de kwaliteit van de basisondersteuning. In tweede instantie wordt waar mogelijk gestreefd naar een verbreding/ophoging van deze basis. Naarmate de basisondersteuning op de scholen van hogere kwaliteit is, kunnen meer leerlingen in de eigen wijk of buurt – dus thuisnabij – onderwijs volgen. Het kan echter voorkomen dat leerlingen vanwege hun specifieke ondersteuningsbehoefte zijn aangewezen op een andere school met een beter passend schoolondersteuningsprofiel zoals het speciaal basisonderwijs (SBO) of het speciaal onderwijs (SO). Het SO zal voor het bieden van zware ondersteuning noodzakelijk blijven. Het samenwerkingsverband Midden-Holland streeft ernaar zoveel mogelijk gebruik te maken van tussenvoorzieningen aan of dichtbij de (speciale) basisscholen. Waar nodig zal bestaande expertise van het SBO en het SO zal hiervoor worden gebruikt en onderhouden.
5
Samenwerking met ketenpartners Passend onderwijs kan niet zonder een goede samenwerking tussen schoolbesturen en ketenpartners. Zo zal het samenwerkingsverband proactief de samenwerking met de betrokken gemeenten opzoeken, om de noodzakelijke verbindingen tot stand te brengen met de ontwikkelingen rond de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG), de decentralisatie van de Jeugdzorg naar gemeenten en andere relevante gemeentelijke beleidsterreinen. Het samenwerkingsverband hecht daarbij aan een integrale benadering van de onderwijs- en gezinsaanpak. Inzet daarbij zal zijn het positioneren van de CJG-medewerker binnen de ondersteuningsstructuur (het zorgteam) van de school. Op die wijze zal het Passend onderwijs een belangrijke plek gaan krijgen binnen de Lokale en Regionale Educatieve Agenda (LEA en REA). Schoolbesturen en gemeenten maken daarbinnen kaderstellende afspraken. De school heeft een taak in het signaleren van opvoed- en opgroeiproblemen. Dit vereist de vaardigheid om te kunnen signaleren en deze op de juiste plek neer te kunnen leggen. Het personeel zal daarvoor worden getraind. Dit gebeurt in de setting (het zorgteam) die straks moet zorgdragen voor een sluitende aanpak binnen de school. Het accent zal gaan liggen op het organiseren / faciliteren van deze samenwerking. De ouders Bijzondere aandacht verdient de samenwerking tussen scholen en ouders. Gezamenlijk zijn zij verantwoordelijk voor het realiseren van de randvoorwaarden waaronder een kind zich optimaal kan ontwikkelen. Zij hebben daarbij ieder hun eigen verantwoordelijkheid. Ouders zijn daarbij primair verantwoordelijk voor de dagelijkse zorg en de opvoeding van hun kind, scholen zijn verantwoordelijk voor het realiseren van (passend) onderwijs. Bij het realiseren van passend onderwijs gaan scholen en ouders als gelijkwaardige partners met elkaar op zoek naar de beste ondersteuning. Daarbij zullen ouders primair het belang van hun kind behartigen. Van scholen wordt daarnaast verwacht dat zij ook steeds de balans zullen zoeken tussen het belang van het individuele kind en dat van de klas/groep waar het kind deel vanuit maakt. Een belangrijk uitgangspunt is en blijft bij bovenstaande de keuzevrijheid van ouders. In dat verband is transparantie over de kwaliteit van de scholen, ook richting ouders, van belang. Het onderwijsondersteuningsprofiel zal hierbij een belangrijke rol vervullen. De leerkracht De samenleving stelt steeds hogere eisen aan de professionaliteit van de leerkracht. Belangrijke competenties daarbij zijn: analytisch vermogen, systematisch werken aan verbeteringen en planmatig kunnen werken. Dit vereist een voortdurende professionalisering van de leerkracht. Daarnaast gaat het erom de benodigde expertise in de school goed te organiseren. Een sterke schoolleiding is daarbij essentieel. De vormgeving van het HR-beleid is een verantwoordelijkheid van het schoolbestuur. Daarbij gaat het erom de medewerkers zo goed mogelijk in hun rol neer te zetten waardoor zij optimaal kunnen presteren. De outputafspraken binnen het samenwerkingsverband bepalen wel mede de benodigde kwaliteit van de leerkrachten.
6
3.
Bestuurlijk-organisatorische inrichting nieuw samenwerkingsverband
3.1
Acties op basis van het wettelijk kader
Verplichtingen / gewenste acties verkrijgen duidelijkheid over deelname SO-schoolbesturen aan het SWV besluitvorming over bestuurlijke inrichting van het nieuwe SWV realisering bestuurlijke inrichting van het nieuwe SWV overgaan tot opheffing huidige centrale diensten / samenwerkingsverbanden
Planning 01-02-2012 01-07-2012 01-11-2012 01-08-2013
3.2 Uitwerking Met de invoering van Passend onderwijs worden de huidige samenwerkingsverbanden in het basisonderwijs en in het voortgezet onderwijs opgeheven en worden er – uiterlijk 1 november 2012 – samenwerkingsverbanden Passend onderwijs gevormd, uiteraard onder voorbehoud dat het wettelijk kader dan is vastgesteld door de Eerste en Tweede Kamer. De samenwerkingsverbanden Passend onderwijs zullen de vorm van een privaatrechtelijke rechtspersoon hebben, die wordt opgericht door de aangesloten schoolbesturen. Bij het oprichten van de privaatrechtelijke rechtspersoon worden statuten opgesteld. Het nieuwe samenwerkingsverband krijgt een eigen brinnummer en kan personeel aannemen. De ABP-regeling en de cao-PO zijn van toepassing. Aansluiting SO-besturen (cluster 3 en 4) Aandachtspunt daarbij is de aansluiting van het SO bij het samenwerkingsverband. Wettelijk uitgangspunt is dat SO-schoolbesturen met SO-vestigingen, behorend bij cluster 3 en 4, binnen de grenzen van het samenwerkingsverband deelnemen aan dat samenwerkingsverband. SOschoolbesturen met vestigingen buiten het samenwerkingsverband, maar met leerlingen op hun scholen uit dat samenwerkingsverband, hebben het recht desgewenst deel uit te maken van het samenwerkingsverband. Op dit moment zijn de Stichtingen Horizon en Klasse vertegenwoordigd in het RBO. Daarnaast zijn er echter nog 15 (!) SO-besturen met scholen buiten het samenwerkingsverband waar leerlingen uit het samenwerkingsverband Midden-Holland zijn geplaatst. In RBO-verband is er in beginsel voor gekozen om de betrokken SO-besturen te laten vertegenwoordigen door Horizon. Gelet op het recht van de SO-besturen om rechtstreeks deel te nemen aan het samenwerkingsverband Midden-Holland, zal deze lijn wel expliciet door alle betrokken SO-besturen moeten worden bevestigd. Inmiddels is door het RBO besloten een brief te zenden aan alle SO-besturen met één of meer leerlingen uit het samenwerkingsverband Midden-Holland op (één van) hun scholen met het verzoek in te stemmen met vertegenwoordiging door Horizon. Rechtspersoon Op 1 november 2012 moeten de schoolbesturen een privaatrechtelijke rechtspersoon, met bijbehorende statuten, hebben ingesteld waarvan het bestuur wordt gevormd door alle betrokken schoolbesturen. In principe kan worden gekozen voor een stichting, vereniging of coöperatieve vereniging. Inhoudelijk verschil tussen een stichting en een vereniging is dat een stichting een maatschappelijk of sociaal doel heeft, zoals onderwijs. In een vereniging werken de leden samen om een gemeenschappelijk doel te bereiken. Voor een slagvaardig bestuur is in het algemeen een Stichting een prima middel. Het bestuur gaat zelf over het beleid en is geen rekenschap verschuldigd aan de achterban. Voor de zeggenschap en toezicht van de achterban is een vereniging de juiste rechtspersoon. Het bestuur heeft voor haar beleid de goedkeuring nodig van haar leden. Om als vereniging aan slagvaardigheid te winnen kan worden gekozen voor een vereniging met vergaande bevoegdheden van het bestuur. De ledenvergadering stelt de koers vast in een meerjarenplan, een jaarwerkplan en de begroting. Binnen deze kaders is het bestuur handelingsbevoegd.
7
De coöperatieve vereniging verschilt in zoverre van de gewone vereniging dat de leden wel het hetzelfde belang dienen, maar daarbinnen (dus onderling) contracten afsluiten en tarieven bepalen voor aan elkaar te leveren diensten. Binnen de te kiezen rechtsvorm kan weer worden gekozen voor twee verschillende modellen, te weten een model dat uitgaat van een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur dan wel een raad van toezichtmodel, waarbij de functies van bestuur en van intern toezicht bij aparte organen van de rechtspersoon zijn belegd. Specifiek aandachtspunt vormt de wenselijkheid om in de statuten te regelen hoe wordt omgegaan met eventuele geschillen tussen de schoolbesturen in het samenwerkingsverband. Hiervoor bestaat geen afzonderlijke voorziening. De LGC wordt afgeschaft. In het RBO van 27 januari jl. is besloten, met het oog op een slagvaardig bestuur, in kiezen voor de stichtingsvorm en deze rechtsvorm nader uit te werken en vast te leggen in concept-statuten.
4.
Basiskwaliteit en basisondersteuning
4.1
Acties op basis van het wettelijk kader
Verplichtingen / gewenste acties het stellen van kaders voor het niveau van de basisondersteuning (en daarmee over de grens tussen basisondersteuning en extra ondersteuning) het maken van outputafspraken over de basisondersteuning op alle scholen en over de middelen die daarbij horen het voor elke school vaststellen van een schoolondersteuningsprofiel
Planning 01-07-2012 01-07-2012 01-07-2012
4.2 Uitwerking Het begrip basisondersteuning staat niet in de wet. In het Referentiekader Passend onderwijs wordt basisondersteuning omschreven als het door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en licht curatieve interventies die binnen de onderwijsondersteuningsstructuur van de school planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met ketenpartners, worden uitgevoerd. Schoolondersteuningsprofielen In het ondersteuningsprofiel staan de voorzieningen beschreven die op de school zijn getroffen voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Het ondersteuningsprofiel wordt opgesteld door het team van de school. De MR van de school heeft adviesrecht bij de vaststelling ervan. Het profiel wordt geplaatst in de schoolgids. Als binnen het samenwerkingsverband met uiteenlopende ondersteuningsprofielen wordt gewerkt, is het gewenst om een bovenschools overzicht te maken, waarin de ondersteuningsprofielen met elkaar vergeleken kunnen worden. Daardoor is het mogelijk uitspraken te doen over het geheel van het samenwerkingsverband, en kunnen de ondersteuningsmogelijkheden van scholen met elkaar worden vergeleken. Op basis van de nulsituatie kunnen gerichte afspraken worden gemaakt over de benodigde basiskwaliteit, de basisondersteuning en de extra ondersteuning. In het RBO van 2 december 2011 is afgesproken dat alle schoolbesturen de voor hun scholen gehanteerde schoolondersteuningsprofielen – geanonimiseerd – aanleveren om tot een goede vergelijking te kunnen komen. Een deel van de profielen is inmiddels aangeleverd. Een ander deel volgt nog.
8
5.
Onderwijsondersteuningsplan 2013-2017
5.1
Acties op basis van het wettelijk kader
Verplichtingen / gewenste acties instellen ondersteuningsplanraad, bestaande uit ouders en leraren die zijn afgevaardigd uit de bestaande (G)MR-en van de aangesloten scholen opstelling concept-onderwijsondersteuningsplan 2013-2017 op overeenstemming gericht overleg met gemeenten over ondersteuningsplan instemming ondersteuningsplanraad toezending ondersteuningsplan aan de inspectie 5.2
Planning 01-08-2012 01-12-2012 01-02-2013 01-04-2013 01-05-2013
Uitwerking
Instellen ondersteuningsplanraad Door het RBO was eerder besloten onder andere een klankbordgroep voor ouders in te stellen, bestaande uit een vertegenwoordiging vanuit de verschillende (G)MR-en. Inmiddels is besloten deze klankbordgroep uit te breiden met leerkrachten, om ook de betrokkenheid van de leerkrachten vanaf het begin van het implementatietraject te waarborgen. Deze klankbordgroep kan tevens een rol spelen in de totstandkoming van de ondersteuningsplanraad, waarin zowel ouders als leerkrachten vertegenwoordigd zijn. De klankbordgroep kan gedurende het implementatietraject fungeren als schakel tussen het RBO en de (G)MR-en van de betrokken schoolbesturen, mede gezien het adviesrecht dat de (G)MR-en hebben ten aanzien van samenwerkingsrelaties tussen het schoolbestuur met andere organisaties. Van belang is dan ook de klankbordgroep van ouders en leerkrachten vanaf het begin te betrekken bij de ontwikkeling van de hoofdlijnennotitie. Daarbij wordt voorgesteld om gedurende het implementatietraject een PO-bestuurder vanuit het RBO aan de klankbordgroep van ouders en leerkrachten toe te voegen, ten behoeve van een goede communicatie met het RBO, bij voorkeur een bestuurder die niet tevens in de agendacommissie van het RBO zitting heeft. Aan alle GMR‟en of – indien niet aanwezig – MR‟en zal schriftelijk worden gevraagd om een ouder en een leerkracht voor te dragen voor deelname aan de klankbordgroep van ouders en leerkrachten. Daarnaast zal een PO-bestuurder vanuit het RBO zal in de klankbordgroep participeren. Aan de klankbordgroep zal een adviserende rol worden gegeven bij de ontwikkeling van de hoofdlijnennotitie, voordat deze om advies aan de (G)MR‟en wordt voorgelegd. Daarbij zullen steeds concrete vragen vanuit het RBO aan de klankbordgroep worden meegegeven. Opstellen onderwijsondersteuningsplan Het samenwerkingsverband maakt minstens eens in de vier jaar een ondersteuningsplan, waarin het uiteenlopende aspecten van haar beleid beschrijft. In het wettelijk kader is vastgelegd dat de schoolondersteuningsprofielen deel uitmaken van het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. Dit onderwerp wordt nader toegelicht in de notitie „Schoolondersteuningsprofiel, instrumentarium passend onderwijs‟ (versie 6, 6 januari 2012, Ron Benjamins / Dick Rasenberg), die als bijlage bij de agenda voor 27 januari is gevoegd (agendapunt 8). In die notitie is onder meer aangegeven dat het niet goed werkbaar is om tientallen schoolondersteuningsprofielen zonder meer als bijlage toe te voegen aan het ondersteuningsplan. De samengevoegde schoolondersteuningsprofielen moeten inzichtelijk maken welke werking uitgaat van de afspraken die in het samenwerkingsverband worden gemaakt over basisondersteuning. Tevens moet daaruit blijken of in het aanbod van het samenwerkingsverband sprake is van een dekkend netwerk, op basis waarvan de schoolbesturen aan hun zorgplicht kunnen voldoen om aan iedere leerling passend onderwijs te bieden. Een samenvatting van de schoolondersteuningsprofielen, die antwoord geeft op de hierboven genoemde vragen, zal volstaan als onderdeel van het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband.
9
In de praktijk betekent dit dat in een vierjarige beleidcyclus de schoolondersteuningsprofielen moeten worden opgesteld in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het ondersteuningsplan wordt opgesteld. Dan is er tijd om het geheel van de nieuwe schoolondersteuningsprofielen te overzien en op basis daarvan nieuw beleid te ontwikkelen voor het samenwerkingsverband. Nu geldt een dergelijke beleidcyclus voor de meeste scholen en samenwerkingsverbanden nog niet. Er zijn scholen die één of twee jaar geleden een profiel hebben opgesteld en naar het zich laat aanzien zal in mei 2013 het samenwerkingsverband een ondersteuningsplan moeten opleveren. Het zal bovendien lastig zijn om op alle aspecten van passend onderwijs een ondersteuningsplan op leveren dat vier jaar lang richting kan geven. In de praktijk is de onderstaande tabel in veel gevallen goed werkbaar: Schooljaar 2011-2012 schoolplan opgesteld Schooljaar 2012-2013 ondersteuningsplan voor nieuw samenwerkingsverband opgesteld met een werking van twee jaar Schooljaar 2013-2014 tweejarig ondersteuningsplan operationeel Schooljaar 2013-2014 voorbereiding / bijstelling nieuwe schoolondersteuningsprofielen Advies MR Schooljaar 2014-2015 voorbereiding nieuw vierjarig ondersteuningsplan samenwerkingsverband Schooljaar 2015-2016 vierjarig ondersteuningsplan operationeel / tevens nieuwe schoolplan periode Het RBO heeft besloten hiermee in beginsel in te stemmen, met dien verstande dat het ondersteuningsplan een voortschrijdend, dynamisch plan zal zijn dat jaarlijks op actualiteit zal worden getoetst en zonodig aangepast.
6.
Onderwijsondersteuningstoewijzing
6.1
Acties op basis van het wettelijk kader
Verplichtingen / gewenste acties ontwikkelen van een procedure en criteria voor de plaatsing van leerlingen op de SBOscholen in het SWV en op (V)SO-scholen opmerking 1: In de nieuwe situatie vraagt de school waar de leerling is aangemeld of reeds ingeschreven staat een toelaatbaarheidsverklaring aan bij het SWV, dat daarover advies vraagt aan deskundigen (in commissieverband of anderszins). Bij AmvB wordt geregeld welke deskundigheid er aanwezig moet zijn. opmerking 2: opnemen in het onderwijsondersteuningsplan. instellen van een adviescommissie die adviseert over bezwaarschriften met betrekking tot beslissingen van het SWV over de toelaatbaarheid van leerlingen bij het SBO of (V)SO. ontwikkelen van een procedure en beleid met betrekking tot terugplaatsing of overplaatsing naar het BaO en VO voor leerlingen van wie de duur van de toelaatbaarheidsverklaring is afgelopen. opmerking: opnemen in het onderwijsondersteuningsplan. het treffen van de benodigde organisatorische maatregelen om tot een systeem van onderwijsondersteuningstoewijzing te komen (zoals voortzetting PCL-achtige constructie, inrichten zorgplatform of instellen „zorgmakelaar‟). opmerking: Per 01-08-2012 worden de CvI’s opgeheven. opstellen van schoolbestuurlijk beleid voor het implementeren van en het kunnen werken met een ontwikkelingsperspectief, ter vervanging van het handelingsplan. opmerking: Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere eisen aan het ontwikkelingsperspectief gesteld.
Planning 01-07-2012
01-02-2013
01-07-2012
01-07-2012
10
6.2
Uitwerking
Eénloketfunctie Hierbij zal worden betrokken het voorstel voor de éénloketfunctie, dat eerder voor Midden-Holland is vastgesteld (augustus 2010). Het voorstel geeft aan wat er op het niveau van de school georganiseerd zou moeten zijn (zorgteam met maximale onderwijs- en gezinsexpertise) en wat bovenschools. Op bovenschools niveau wordt nadrukkelijk de verbinding met het voortgezet onderwijs gelegd. Pilot K-5 gemeenten Daarnaast is in de eerste helft van 2011 in opdracht van het Regionaal Netwerk Passend onderwijs Midden-Holland gestart met de uitvoering van de pilot Krimpenerwaard. Met deze pilot wordt vormgegeven aan het schoolniveau van de 1-loketfunctie voor Passend onderwijs. Belangrijk element hierbij is de verbinding tussen onderwijs en zorg door middel van een zogenaamde “onderwijsspecialist “en een “gezins-/zorgspecialist”. Doel is daarbij dat zodra er problemen worden gesignaleerd bij de ontwikkeling van een kind de juiste acties op geïntegreerde wijze plaatsvinden. Beheersing van de indicaties Specifiek aandachtspunt bij dit onderwerp is het vraagstuk / de opdracht met betrekking tot de beheersing van de indicaties. Dit maakt immers deel uit van de voorbereiding van de nieuwe vorm van onderwijsondersteuningstoewijzing en zal afzonderlijk moeten worden uitgewerkt. Rol klankbordgroep van coördinatoren Zoals in paragraaf 1.4 al is aangegeven is afgesproken om ten aanzien van in ieder geval het onderwerp onderwijsondersteuningstoewijzing direct gezamenlijk op te trekken met de klankbordgroep van coördinatoren. Analoog aan de opzet voor de klankbordgroep voor ouders en leerkrachten (zie onder 5.2) heeft het RBO besloten – voor dit onderwerp – de klankbordgroep van coördinatoren uit te breiden met een PO-bestuurder en in dit geval ook een SO-bestuurder; ook hier bij voorkeur bestuurders uit het RBO die niet tevens zitting hebben in de agendacommissie. 1
Het RBO heeft besloten aan de klankbordgroep van coördinatoren als opdracht mee te geven een advies aan het RBO uit te brengen over de vormgeving van de onderwijsondersteuningstoewijzing voor het samenwerkingsverband Midden-Holland, in samenhang met de deelaspecten: 2 éénloketfunctie ; 3 pilot K-5 gemeenten ; beheersing van de indicaties. Belangrijke voorwaarden die bij deze opdracht aan de klankbordgroep worden meegegeven zijn: Hou het simpel en Beperk de bureaucratie (uiteraard binnen de mogelijkheden van het wettelijk kader).
7.
Dekkend netwerk van ondersteuning
7.1
Acties op basis van het wettelijk kader
Verplichtingen / gewenste acties ontwikkelen van een samenhangend geheel van voorzieningen voor extra ondersteuning binnen en tussen de scholen met als doel dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. Opmerking 1: hierbij betrekken het voorstel voor de doorgaande lijn, dat ongeveer een jaar geleden is opgesteld. Opmerking 2: opnemen in het onderwijsondersteuningsplan. afspraken over behoud expertise SBO en SO
Planning
1
In de komende periode zal vanuit de PO-Raad het nodige instrumentarium worden ontwikkeld dat behulpzaam kan zijn bij de verdere uitwerking, zoals modellen voor onderwijsondersteunings-toewijzing, scenario‟s voor de beheersing van indicaties e.d 2 Voor dit onderwerp wordt ook de directeur van het samenwerkingsverband VO voor Rijnstreek en MiddenHolland gevraagd aan te schuiven. 3 idem als onder 2.
11
7.2 Uitwerking Wanneer het samenwerkingsverband uitspraken heeft gedaan over het niveau van basisondersteuning dat wordt nagestreefd, is daarmee in feite de grens tussen basisondersteuning en extra ondersteuning bepaald. Vervolgens zal met elkaar moeten worden vastgesteld hoe aan deze extra ondersteuning inhoud wordt gegeven. Hierbij kan worden gedacht aan: - tijdelijk toegevoegde ondersteuning leraar / team op de eigen school; - budget voor specifieke onderwijsondersteuningsbehoefte voor specifieke leerling; - tijdelijke plaats voor leerling in een voorziening binnen de eigen school; - (tijdelijke) beschikbaarheid van specifieke hulpmiddelen voor leerlingen met (meervoudige) lichamelijke handicap die de basisondersteuning overstijgen; - (tijdelijke) plaats voor leerling binnen bovenschoolse voorziening; - gecombineerd traject onderwijs en jeugdzorg (onderwijs- en zorgarrangement); - (tijdelijke) plaats of observatie binnen SBO of SO Om een beeld te krijgen van de huidige – en eventueel toekomstige gewenste – voorzieningen is in RBO-verband afgesproken dat alle schoolbesturen een inventarisatie maken van de eigen verworvenheden / voorzieningen die men betaalt met middelen van de huidige samenwerkingsverbanden, aangevuld met enkele meer beleidsmatige vragen. Hiertoe is de matrix „Gemeenschappelijke voorzieningen en randvoorwaarden / uitgangspunten‟ opgesteld. Minimaal is het van belang inzicht te krijgen in de personele / financiële verplichtingen ten laste van de huidige samenwerkingsverbanden. Voor het uitvoeren van deze inventarisatie hebben de samenwerkingsverbanden hiertoe hun actuele begrotingen aangeleverd. Centrale of decentrale tussenvoorzieningen / extra ondersteuning? Op basis van deze inventarisatie zal in het RBO-overleg van 9 maart a.s. verder worden nagedacht over de vraag welke voorzieningen „met elkaar‟ in stand gehouden zouden moeten worden, en welke voorzieningen – al dan niet na een overgangstermijn – worden afgebouwd, hoe deze kunnen worden georganiseerd (regionaal of door de afzonderlijke schoolbesturen) en hoeveel deze mogen gaan kosten. Vragen daarbij zijn: Wat móet je als SWV centraal regelen? (wettelijk kader) Wat willen de schoolbesturen daarnaast centraal regelen? Dan is ook bekend wat er resteert per individueel bestuur. Met dat geld kunnen schoolbesturen ervoor kiezen extra ondersteuning (deels) gezamenlijk te organiseren. Uitgangspunt daarbij, zoals vastgelegd in de opgestelde werkvisie, is dat de financiële middelen maximaal zullen worden doorgesluisd naar de schoolbesturen.
8.
Personeel
8.1
Acties op basis van het wettelijk kader
Verplichtingen / gewenste acties beslissing over wel of geen opting out uitwerken afspraken mobiliteit (volgens onderhandelaarsakkoord mobiliteit) uitwerken ambities professionalisering (volgens concept-bestuursakkoord 2012-2015) uitwerken ambities opbrengstgericht werken (volgens concept-bestuursakkoord 20122015) uitwerken HR-beleid in relatie tot Passend onderwijs
Planning
8.2 Uitwerking Het personeel zal bij het traject worden betrokken via de klankbordgroep van ouders en leerkrachten.
12
9.
Ouderbetrokkenheid
9.1
Acties op basis van het wettelijk kader
Verplichtingen / gewenste acties voor de duur van het implementatietraject: het inrichten van een klankbordgroep van ouders, bestaande uit een vertegenwoordiging vanuit de verschillende MR-en / GMRen, die gevraagd en ongevraagd kan adviseren over de ontwikkelingen Passend onderwijs ouders informeren over de procedure rond geschillen over extra ondersteuning opmerking: De regeling is als volgt: ouders kunnen zich wenden tot de klachtencommissie van de school; de CGB kan bij geschillen over begeleiding aan zittende leerlingen om een oordeel worden gevraagd; in laatste instantie kunnen ouders geschil aanhangig maken bij de burgerlijke rechter. vastleggen van de manier waarop ouders worden geïnformeerd over de voorzieningen voor extra ondersteuning in het SWV. opmerking: opnemen in het onderwijsondersteuningsplan. 9.2
Planning 01-03-2012
01-08-2013
01-08-2013
Uitwerking
Voor wat betreft de geschillenregelingen moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen verschillende procedures, zoals die in deze notitie staan beschreven: verweer in het kader van de toelaatbaarheidsverklaring (zie onder punt 6.1); verweer in het kader van de toelating tot een school (zie onder punt 8.1; verweer in het kader van extra ondersteuning in de school (uitwerking van punt 11.1). De wijze waarop de ouders bij het implementatietraject worden betrokken – via de klankbordgroep van ouders en leerkrachten en later de ondersteuningsplanraad – is al eerder in deze notitie beschreven. Hier wordt volstaan met een verwijzing naar paragraaf 5.2.
10.
Toelating / aanmelding
10.1
Acties op basis van het wettelijk kader
Verplichtingen / gewenste acties toelatingsbeleid vaststellen en kenbaar maken: termijnen, zorgplicht in relatie tot denominatieve voorkeur ouders, plaatsruimte / wachtlijsten, tijdelijke plaatsing, e.d. beleid m.b.t. schorsing en verwijdering vaststellen en kenbaar maken verkrijgen van duidelijkheid over de rol van de onderwijsconsulenten bij verschil van inzicht tussen school en ouders over plaatsing of verwijdering opmerking: Deze consulenten bemiddelen in de fase waarin er nog geen geschil aanhangig is bij de Commissie Gelijke Behandeling of de rechter; dit is kosteloos voor ouders. Een en ander wordt uitgewerkt door de Stichting Ondersteuning Scholen en Onderwijs (SOSO). ouders informeren over procedure geschillen over toelating (bezwaar bij schoolbestuur opmerking: De regeling is als volgt: mogelijkheid van bezwaar bij schoolbestuur en het eventueel vragen van een oordeel van CGB. Uiteindelijk is beroep mogelijk tegen de beslissing op bezwaar bij de bestuursrechter (openbaar onderwijs) of burgerlijke rechter (bijzonder onderwijs). het eventueel ontwikkelen van een gezamenlijke procedure voor de aanmelding van leerlingen binnen het SWV opmerking: Schoolbesturen binnen het SWV kunnen, op basis van gezamenlijke afspraken, een vorm van centrale aanmelding inrichten. Dit ter voorkoming van overbodige administratieve handelingen door de scholen als gevolg van het feit dat ouders in de nieuwe situatie hun kind bij meerdere scholen tegelijk kunnen aanmelden.
Planning
13
10.2
Uitwerking
Toelatingsbeleid Voor de uitwerking van dit onderdeel is door het RBO besloten de klankbordgroep van coördinatoren en de klankbordgroep van ouders en leerkrachten, met de eerdergenoemde bestuurlijke betrokkenheid, samen te voegen. Aan de gecombineerde klankbordgroep wordt als opdracht meegegeven een advies uit te brengen over het te hanteren toelatingsbeleid, en daarbij in ieder geval in te gaan op: termijnen, zorgplicht in relatie tot denominatieve voorkeur ouders, plaatsruimte / wachtlijsten, tijdelijke plaatsing en schorsing en verwijdering. Ook hier wordt als voorwaarden meegegeven: Hou het simpel en Beperk de bureaucratie. Aanmeldingsbeleid Ook voor de uitwerking van dit onderdeel heeft het RBO besloten de klankbordgroep van coördinatoren en de klankbordgroep van ouders en leerkrachten, met de eerdergenoemde bestuurlijke betrokkenheid, samen te voegen. Aan de gecombineerde klankbordgroep wordt als opdracht meegegeven een advies uit te brengen over het eventueel hanteren van een gezamenlijke procedure voor de aanmelding van leerlingen binnen het samenwerkingsverband, en ook hier met de begeleidende voorwaarden: Houd het simpel en Beperk de bureaucratie.
11.
Financiën
11.1
Acties op basis van het wettelijk kader
Verplichtingen / gewenste acties in beeld brengen inkomsten voor de komende jaren nagaan huidige financiële verplichtingen per SWV ontwikkelen begrotingsmodule voor het SWV het onderzoeken van de wenselijkheid en mogelijkheid een fonds op bovenregionaal niveau in te stellen, om daarmee risico‟s op te vangen van niet-beïnvloedbare uitgaven voor zware zorg.
Planning 01-02-2012 01-02-2012 01-07-2012
11.2 Uitwerking In de bijlage I bij deze notitie is het Indicatief meerjarenbudget voor het samenwerkingsverband Midden-Holland weergegeven. Het in beeld brengen van de financiële verplichtingen is uitgewerkt in paragraaf 7.2. Het ontwikkelen van een begrotingsmodule en het onderzoek naar de wenselijkheid en mogelijkheid van een bovenregionaal fonds gebeurt op dit moment vanuit de PO-Raad. Zodra hiervoor handreikingen beschikbaar zijn kunnen deze onderwerpen verder worden opgepakt.
12.
Verdeelmodellen
12.1
Acties op basis van het wettelijk kader
Verplichtingen / gewenste acties het maken van afspraken (procedure en criteria) tussen de schoolbesturen over de verdeling, besteding en toewijzing van de middelen voor extra ondersteuning en de voorzieningen voor extra ondersteuning aan de scholen, inclusief een meerjarenbegroting opmerking 1: Op hoofdlijnen kan hierbij onderscheid worden gemaakt tussen het school-, expertise- en leerlingmodel, of een combinatie daarvan. opmerking 2: opnemen in het onderwijsondersteuningsplan. het maken van afspraken over de overdracht van het budget voor lichte ondersteuning
Planning 01-07-2012
01-07-2012
14
aan de scholen voor SBO opmerking: opnemen in het onderwijsondersteuningsplan. het maken van afspraken over de overdracht van middelen voor zware ondersteuning voor leerlingen die na de jaarlijkse teldatum van 1 oktober instromen in het (V)SO inclusief de afspraken over de overdracht van middelen aan het SWV door scholen bij een ontoereikend budget voor lichte ondersteuning. opmerking: opnemen in het onderwijsondersteuningsplan.
01-07-2012
12.2 Uitwerking Dit onderwerp hangt sterk samen met het onderwerp onderwijsondersteuningstoewijzing, zoals genoemd in hoofdstuk 6. Ook voor deze uitwerking zou de verbinding kunnen worden gelegd met de klankbordgroep van coördinatoren, uitgebreid met een PO- en een SO-bestuurder. Dit onderwerp zal verder door het RBO worden opgepakt zodra de eerste contouren van de onderwijsondersteunings-toewijzing bekend zijn (paragraaf 6.2).
13.
Evaluatie, verantwoording, monitor
13.1
Acties op basis van het wettelijk kader
Verplichtingen / gewenste acties opzetten planning & controlcyclus opzetten monitor Passend onderwijs
Planning 01-12-2012 01-07-2012
13.2 Uitwerking Voor de uitwerking van de planning & controlcyclus zal door de ondersteuners van het RBO een voorstel worden gedaan. Inmiddels heeft het RBO besloten de klankbordgroep van coördinatoren, PO- en SO-besturen als opdracht mee te geven een eerste opzet te maken voor een monitor voor het samenwerkingsverband Midden-Holland, bestaande uit: een set van gegevens die nodig zijn voor inzicht in de leerlingenstromen, om beleid te analyseren, te evalueren en te formuleren en zo mogelijk te komen tot benchmarking met landelijke cijfers; een beschrijving van de bronnen van deze gegevens, het moment waarop zij kunnen aanleveren en de wijze waarop; een kort draaiboek in de vorm van een cyclus (welke gegevens worden door wie in welke frequentie aangeleverd); een format voor de aanlevering van gegevens en een format voor de jaarlijks te publiceren monitor.
14.
Afstemming voortgezet onderwijs
14.1
Acties op basis van het wettelijk kader
Verplichtingen / gewenste acties afstemming loketontwikkeling opmerking: Aandachtspunt hierbij is het Coördinatieteam Voortijdig Schoolverlaten (CTVS) als onderdeel (VO-deel) van de loketfunctie. overgangsmomenten PO – VO opmerking: In dit kader wordt verwezen naar de memo van 10 januari 2011 met begeleidende notities, waarin de opbrengsten van deze trajecten staan beschreven en implementatievoorstellen worden gedaan. afstemming traject gemeenten, met dien verstande dat het PO en het VO inzake het op overeenstemming gericht overleg over het onderwijszorgplan ieder hun eigen verantwoordelijkheden behouden
Planning
15
14.2 Uitwerking In de notitie „Uitgangspunten communicatie bij de implementatie van het Passend onderwijs voor Midden-Holland‟, vastgesteld door het RBO op 31 oktober 2011, is inmiddels vastgelegd dat voor de bespreking van deze onderwerpen het voortgezet onderwijs in het RBO is vertegenwoordigd, de zogenaamde RBO+ vergaderingen.
15.
Afstemming gemeenten
15.1
Acties op basis van het wettelijk kader
Verplichtingen / gewenste acties maken van afspraken met gemeenten over de wijze van afstemming van het ondersteuningsplan (OOGO), en tevens over de plannen die de gemeente heeft voor de (jeugd-)zorg, de manieren waarop bijvoorbeeld zorgtoewijzing plaatsvindt voor een kind en het gezin. Het ligt voor de hand dit overleg via de LEA te voeren. opmerking: Aspecten daarbij zijn: afstemming met jeugdbeleid, samenwerking CJG, vorming zorgteams, inzet SMW, decentralisatie jeugdzorg, doorgaande lijn, leerplicht, leerlingenvervoer, onderwijshuisvesting, schoolbegeleiding, VVE.
Planning
15.2 Uitwerking In de notitie „Uitgangspunten communicatie bij de implementatie van het Passend onderwijs voor Midden-Holland‟, vastgesteld door het RBO op 31 oktober 2011, is inmiddels vastgelegd dat voor de bespreking van deze onderwerpen een afvaardiging van de gemeenten in het RBO zal zijn vertegenwoordigd. In schema is de relatie tussen het samenwerkingsverband en de gemeenten als volgt:
Regionaal overleg schoolbesturen met gemeenten REA (Regionaal Educatieve Agenda)
Kaderstellende afspraken
Gouda
K5
Boskoop
Zuidplas (deel)
Bodegraven
Waddinxveen
besluitvorming
besluitvorming
besluitvorming
besluitvorming
besluitvorming
Afspraken over/met CJG, JGZ, BJZ (provincie), GGZ, Jeugdzorg, MEE, CIZ, Leerplicht/RMC
besluitvorming
besluitvorming
- schoolbesturen primair onderwijs - schoolbesturen speciaal onderwijs
Samenwerkingsverband Passend onderwijs Midden-Holland
:
16
16.
Communicatie
16.1
Acties op basis van het wettelijk kader
Verplichtingen / gewenste acties communiqué‟s tijdens implementatietraject etc. informatie en communicatie met scholen informatie en communicatie met gemeenten informatie en communicatie met ketenpartners
Planning
16.2 Uitwerking Dit onderdeel wordt nader uitgewerkt in de bijlage II van deze hoofdlijnennotitie.
17
Bijlage I
teldatum
1-10-2011 1-10-2012 1-10-2013 1-10-2014 1-10-2015 1-10-2016 1-10-2017 1-10-2018 1-10-2019 1-10-2020
Meerjarenbudget SWV Midden-Holland (PO-28-14)
aantal leerl. BaO
aantal leerl. SBO
totaal BaO en SBO
schooljaar
18.840 18.840 18.840 18.840 18.840 18.840 18.840 18.840 18.840 18.840
387 387 387 387 387 387 387 387 387 387
19.227 19.227 19.227 19.227 19.227 19.227 19.227 19.227 19.227 19.227
2012/2013 2013/2014 2014/2015 2015/2016 2016/2017 2017/2018 2018/2019 2019/2020 2020/2021 2021/2022
bedrag per l.l. licht 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154
budget licht 2.907.012 2.907.012 2.907.012 2.907.012 2.907.012 2.907.012 2.907.012 2.907.012 2.907.012 2.907.012
bedrag per l.l. zwaar 0 onbekend 238 238 238 238 238 238 238 238
vergoeding budget zwaar 0 onbekend 4.572.950 4.572.950 4.572.950 4.572.950 4.572.950 4.572.950 4.572.950 4.572.950
vereveningperiode
DUO-korting SO-verwijzing
budget totaal
conform bestaande systematiek alleen schooldeel rugzakken naar SWV 1.156.073 2.228.128 1.040.466 2.228.128 867.055 2.228.128 693.644 2.228.128 346.822 2.228.128 0 2.228.128 0 2.228.128 0 2.228.128
Het gaat om een zeer indicatieve meerjarenbegroting, op basis van de volgende aannames: 1) Uitgegaan is van een gelijkblijvend aantal leerlingen BaO en SBO. 2) Uitgegaan is van een gelijkblijvend aantal SO-verwijzingen over de hele periode. Veranderingen daarin leiden onmiddellijk tot wijzigingen in het van OCW te ontvangen budget. 3) De cijfers zijn gebaseerd op de cijfers van OCW d.d. 1 december 2011. 4) Uitgegaan is van gelijkblijvende tarieven lichte en zware zorg. 5) De bedragen in de kolom 'vereveningsperiode' zijn op basis van teldatum 2010; in werkelijkheid vormt de teldatum 1-10-2011 hiervoor de basis. 6) Het overgangsjaar 2013/2014 is nog niet goed in beeld. Het SWV ontvangt gedurende dit jaar het reguliere schooldeel van de rugzakmiddelen op basis van de stand 1 oktober 2012 (het AB-deel gaat nog naar het SO).
4.095.761 4.211.368 4.384.779 4.558.190 4.905.012 5.251.834 5.251.834 5.251.834
Bijlage II
Communicatietraject implementatie Passend onderwijs
Inleiding In het implementatietraject Passend onderwijs is het van belang dat alle betrokkenen – schoolbesturen, scholen, ouders, gemeenten en ketenpartners – steeds tijdig worden geïnformeerd over en betrokken bij de ontwikkelingen (inhoud en tijdpad). Op die wijze kunnen betrokkenen zonodig via de eigen kanalen hun input leveren aan het proces. Een goede en tijdige communicatie kan daarmee leiden tot een verhoging van de kwaliteit van de besluitvorming, een breder draagvlak en daarmee een snellere implementatie. In de notitie „Uitgangspunten communicatie bij de implementatie van het Passend onderwijs voor MiddenHolland‟, vastgesteld door het RBO op 31 oktober 2011, is een aantal afspraken vastgelegd om de diverse betrokkenen in het proces goed te informeren respectievelijk bij het proces te betrekken. Concrete afspraken zijn onder andere: het opstellen van communiqué‟s ten behoeve van de diverse betrokken partijen die vervolgens zelf verantwoordelijk voor het verder brengen van de informatie binnen de eigen gremia; vertegenwoordiging van het voortgezet onderwijs respectievelijk de gemeenten in het RBO; het instellen van klankbordgroepen van coördinatoren en ouders. In deze bijlage wordt iets verder ingezoomd op de communicatie tijdens het implementatietraject, zodat de betrokkenen weten wat men op welk moment kan verwachten en welke inbreng men daarbij heeft. Achtereenvolgens wordt ingegaan op: 1. de klankbordgroep van coördinatoren 2. de klankbordgroep van ouders en leerkrachten 3. de schoolteams 4. de rol van de (G)MR-en 5. de ondersteuningsplanraad 1. de klankbordgroep van coördinatoren Er is inmiddels een klankbordgroep van coördinatoren ingericht. Deze klankbordgroep zal worden gevraagd te adviseren over door het RBO uit te brengen concept-besluiten. Wanneer daarvoor aanleiding bestaat zullen gezamenlijke bijeenkomsten voor RBO en coördinatoren worden belegd, gekoppeld aan de reguliere RBO-bijeenkomsten. Het ligt in de rede de concepten van de hoofdlijnennotitie steeds aan de klankbordgroep voor te leggen met het advies daarop te reageren. In de hoofdlijnennotitie zullen immers alle onderwerpen met betrekking tot de implementatie van het Passend onderwijs aan de orde komen. Voor de onderwerpen onderwijsondersteuningstoewijzing en ontwikkeling monitor zal aan de klankbordgroep worden gevraagd om, samen met een PO- en een SO-bestuurder, concrete voorstellen voor het RBO uit te werken.
Voorgestelde acties en tijdpad 27 januari 2012 - aanwijzen PO- en SO-bestuurder voor de uitgebreide klankbordgroep e 1e helft februari 2012 - om advies voorleggen 1 versie hoofdlijnennotitie - start klankbordgroep + bestuurders met uitwerken advies ondersteuningstoewijzing - start klankbordgroep + bestuurders met ontwikkeling monitor - start gecombineerde klankbordgroep (i.s.m. klankbordgroep ouders) met uitwerken advies toelatingsbeleid en aanmeldingsprocedures e e 1 helft maart 2012 - om advies voorleggen 2 versie hoofdlijnennotitie 1 juli 2012 - uitbrengen advies ondersteuningstoewijzing aan RBO - uitbrengen advies over monitor - uitbrengen advies over toelatingsbeleid en aanmeldingsprocedures
2. de klankbordgroep van ouders en leerkrachten De klankbordgroep van ouders en leerkrachten is nog niet ingesteld. Inmiddels is besloten om per schoolbestuur één ouder en één leerkracht vanuit zijn GMR of – indien niet aanwezig – MR aan te wijzen voor deelname aan de klankbordgroep van ouders en leerkrachten. Daarnaast zal een RBO-bestuurder aan deze klankbordgroep worden toegevoegd, bij voorkeur een bestuurder die niet tevens in de agendacommissie is vertegenwoordigd. Ook ten aanzien van deze klankbordgroep wordt geadviseerd de concepten van de hoofdlijnennotitie steeds aan de klankbordgroep voor te leggen met het verzoek daarin te willen meedenken. Dit staat los van de formele adviesbevoegdheid van de (G)MR (zie verder punt 4). Verder zal aan de klankbordgroep worden gevraagd een advies aan het RBO uit te brengen over de oprichting van de wettelijk verplichte ondersteuningsplanraad (zie verder punt 5).
Voorgestelde acties en tijdpad e 1e helft februari 2012 - om advies voorleggen 1 versie hoofdlijnennotitie e e 1 helft maart 2012 - om advies voorleggen 2 versie hoofdlijnennotitie 1 mei 2012 - uitbrengen advies aan RBO over instelling ondersteuningsplanraad, in overleg met de (G)MR-en van de deelnemende schoolbesturen
3. de schoolteams Van belang is alle schooldirecties en schoolteams vanaf het begin mee te nemen in de diverse ontwikkelingen. De formele inspraak van het personeel verloopt daarbij via de (G)MR-en, terwijl de schooldirecties hun invloed kunnen uitoefenen in het overleg met hun besturen. Om de schoolteams goed op de hoogte te houden, wordt geadviseerd alle concepten van de hoofdlijnennotitie – naast de gebruikelijke communiqué‟s – steeds (via de schoolbesturen) onder de scholen te verspreiden.
Voorgestelde acties en tijdpad e 1e helft februari 2012 - ter informatie toemailen 1 versie hoofdlijnennotitie aan de scholen (via de schoolbesturen) e e 1 helft maart 2012 - ter informatie toemailen 2 versie hoofdlijnennotitie aan de scholen (via de schoolbesturen)
4. de (G)MR-en Op grond van de Wet medezeggenschap scholen heeft de (G)MR onder andere adviesbevoegdheid ten aanzien van „het aangaan, verbreken of belangrijk wijzigen van een duurzame samenwerking met een andere instelling, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake‟. In dit licht lijkt het redelijk dit adviesrecht van toepassing te verklaren op de hoofdlijnennotitie implementatie Passend onderwijs, waarin in feite alle aspecten rond de samenwerking zijn vervat. Hiermee zal qua planning in het besluitvormingstraject rekening moeten worden gehouden. Gemiddeld zal rekening moeten worden gehouden met een adviestermijn van drie tot vijf weken. Dit kan per 4 schoolbestuur verschillend zijn geregeld .
4
De wet schrijft voor dat in het medezeggenschapsreglement de termijn bepaald moet worden, waarbinnen de medezeggenschapsraad het bevoegd gezag moet laten weten of hij al dan niet instemt met een voorstel en of hij al dan niet positief adviseert. Het wordt aan bevoegd gezag en de medezeggenschapsraad overgelaten de termijn concreet in te vullen. Die invulling kan op twee manieren plaatsvinden. Er kan een concrete termijn - bij voorbeeld drie, vier of vijf weken - in het reglement worden opgenomen, die dan voor alle voorstellen van het bevoegd gezag geldt. Voordeel van zo‟n uniforme termijn is dat alle partijen in iedere situatie vooraf weten, aan welke termijn ze gebonden zijn. Men kan er ook voor kiezen om in het reglement - in plaats van een concrete termijn - het begrip “redelijke termijn” op te nemen. Dat houdt in dat het bevoegd gezag bij toezending van een voorstel aan de medezeggenschapsraad aangeeft welke concrete termijn in die situatie van toepassing is. Voordeel van deze invulling is dat per geval -
e
Ervan uitgaande dat na de tweede adviesronde richting de beide klankbordgroepen (in de 1 helft van e maart 2012) nog een laatste aanpassing aan de concept-hoofdlijnennotitie plaatsvindt, kan deze in de 1 helft van april formeel om advies aan de (G)MR-en worden voorgelegd, zodat het RBO begin mei tot besluitvorming kan overgaan. Voor een optimale betrokkenheid van de (G)MR-en wordt voorgesteld alle concept-versies van de notities ter informatie onder de (G)MR-en te verspreiden.
Voorgestelde acties en tijdpad e 1e helft februari 2012 - ter informatie toemailen 1 versie hoofdlijnennotitie aan de (G)MR-en (via de schoolbesturen) e e 1 helft maart 2012 - ter informatie toemailen 2 versie hoofdlijnennotitie aan de (G)MR-en (via de schoolbesturen) e 1 helft april mei 2012 - hoofdlijnennotie om advies voorleggen aan de GMR-en of – indien niet aanwezig – de MR-en (via de schoolbesturen) eind april / begin mei - besluitvorming RBO over hoofdlijnennotitie
Naast adviesrecht over de hoofdlijnennotitie hebben alle afzonderlijke MR-en adviesrecht op het schoolondersteuningsprofiel. Zodra een concept-profiel voor een school is opgesteld en het schoolbestuur wil daarover een besluit nemen, wordt dit vooraf voor advies aan de MR van de betreffende school voorgelegd.
Voorgestelde acties en tijdpad indien voorgenomen besluitvorming over - profiel om advies voorleggen aan de MR van de desbetreffende school ondersteuningsprofiel
5. de ondersteuningsplanraad Zoals onder punt 2 aangegeven doet de klankbordgroep van ouders uiterlijk 1 mei 2012 een voorstel aan het RBO voor de instelling van de ondersteuningsplanraad, die bestaat uit ouders en leraren uit de (G)MR-en van de aangesloten schoolbesturen. De ondersteuningsplanraad heeft instemmingsrecht op de vaststelling van het ondersteuningsplan. Het ondersteuningsplan is in feite een nadere uitwerking en vastlegging van alle onderwerpen die in de hoofdlijnennotitie aan de orde komen, plus de uitwerking van de concrete gevolgen per onderwerp.
Voorgestelde acties en tijdpad 1 augustus 2012 - installatie ondersteuningsplanraad 1 februari 2013 - voorleggen concept-ondersteuningsplan 2013-2017 aan de ondersteuningsplanraad door het samenwerkingsverband 1 april 2013 - instemming ondersteuningsplanraad op ondersteuningsplan 1 mei 2013 - definitieve vaststelling ondersteuningsplan en toezending aan inspectie
afhankelijk van de complexiteit van het voorstel en andere specifieke omstandigheden - een passende termijn kan worden bepaald.