Waterschap Roer en O v e r m a a s
Sittard, 5 april 2012
WA NO
2012.08156
'ALLEI
AAN HET D A G E L I J K S B E S T U U R INGEK.
& APR 2012
UITNODIGING voor de vergadering van het dagelijks bestuur, te houden op d i n s d a g 10 april 2012 v a n 08.30 tot 10.00 uur in d e Dali B o a r d r o o m v a n het V a n d e r V a l k Hotel V e n l o , N i j m e e g s e w e g 90, 5916 P T te V e n l o . De a g e n d a en de daarbij behorende stukken treft u hierbij a a n . Aansluitend start zoals bekend vanaf 10.30 uur in de Venlonazaal, Hogeweg 10, 5911 E B te Venlo, het officiële gedeelte in het kader van de opening van het Waterpaviljoen van de Limburgse waterpartners. D e voorzitter,
N B : L e t op d e a f w i j k e n d e v e r g a d e r l o c a t i e !
120931/TI
Waterschap Roer en O v e r m a a s
1
...asSm
A G E N D A V O O R D E V E R G A D E R I N G V A N H E T D A G E L I J K S B E S T U U R V A N 10 A P R I L 2012 nr.
onderwerp/voorstel
besluit
Besluitenlijst van de vergadering van het dagelijks bestuur van 27 maart 2012 Voorstel: vaststellen. Ingekomen stukken, openstaande vragen en acties, W B L - . B s G W - , UvW- en G R HWH-aangelegenheden, beantwoording van vragen e n mededelingen Voorstel: besluiten conform de geformuleerde voorstellen. Beroepschriften tegen afgewezen verz o e k e n om kwijtschelding Voorstel: instemmen met de afwijzingen en betrokkenen hiervan in kennis stellen. Grensoverschrijdende samenwerking slibverwerking Voorstel: instemmen met het bijgevoegde, a a n g e paste, waterschapsblad. Zienswijze ontwerp-programmabegroting 2 0 1 3 van het Waterschapshuis (wordt per e - m a i l o p 6 april 2012 nagezonden) Voorstel: instemmen met het conceptwaterschapsblad. Concept-besluitenlijsten commissievergaderingen Voorstel: 1. de concept-besluitenlijsten van de recentelijk gehouden commissievergaderingen voor kennisgeving aannemen;
120926/TI
1/2
Waterschap Roer en O v e r m a a s
nr.
7
onderwerp/voorstel 2.
instemmen met de in de 'Aanvulling Nota R e s e r v e s en Voorzieningen 2012' uitgewerkte rekenvoorbeelden en d e z e aanvulling als bijlage bij het desbetreffende waterschapsblad ter bespreking en besluitvorming voorleggen a a n het algemeen bestuur;
3.
de concept-besluitenlijsten ter kennisneming toezenden a a n de leden van het algemeen bestuur.
3
besluit
Rondvraaq
120926/TI
2/2
Waterschap Roer en O v e r m a a s
O B - v e r g a d e r i n g 10-04-2012
Agendapunt 1
B E S L U I T E N L I J S T VAN D E V E R G A D E R I N G VAN HET D A G E L I J K S B E S T U U R VAN 27 M A A R T 2012 Aanwezig: de heren L.H. Dohmen, C . H . J . M . L e b e n s , J . H . J . van der Linden en R.L.M. Sleijpen voorzitter: secretaris/directeur:
de heer J . J . Schrijen de heer J . M . G . In den Kleef
Afwezig met bericht van verhindering: de heer H.M.G. Hartmann en mevrouw M.H.M.G. L e e n d e r s - S t a s s e n nr.
onderwerp/voorstel
besluit
1
Besluitenlijst van de veraaderinq van het dagelijks bestuur van 13 maart 2012
Conform voorstel besloten.
Voorstel: vaststellen. 2
Ingekomen stukken, openstaande vragen en acties. W B L - . B s G W - , UvW- en G R HWH-aangelegenheden, beantwoordinq van vragen e n mededelingen 1
Ingekomen stukken
1. Persbericht van de NWB Bank aangaande de resultaten 2011.
Conform voorstel besloten.
Voorstel: voor kennisgeving aannemen en ter kennisneming opnemen op lijst van ingekomen stukken van het algemeen bestuur. 2. Brief van de provincie Limburg van 28 februari 2012 inzake Belastingoverzicht 2012
Conform voorstel besloten.
Voorstel: voor kennisgeving aannemen. 3. Afschrift van brief van Gedeputeerde Conform voorstel besloten. Staten van Limburg aan de voorzitter ^ en leden van Provinciale Staten va/i„ Limburg inzake vervolgvragen extra waterschapslasten door ICT-fiasco Voorstel: voor kennisgeving aannemen.
120794/KL
1/5
Waterschap Roer en O v e r m a a s
nr.
onderwerp/voorstel
besluit
4. Afschrift van een brief van Waterschap Conform voorstel besloten. Aa en Maas van 14 maart 2012 aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu inzake de bestuursovereenkomst waterveiligheid Maas Voorstel: voor kennisgeving aannemen. 5. Brief van de heer Kerckhoffs uit Heerlen van 24 februari 2012, gericht aan het algemeen bestuur, inzake onttrekking van water uit de Geleenbeek
Eerst afdoen. Brief van de heer Kerckhoffs daarna mét het antwoord van het D B ter kennis brengen van het A B .
Voorstel: opnemen op lijst van ingekomen stukken voor het algemeen bestuur en voorstellen de brief ter afdoening in handen te stellen van het dagelijks bestuur. 6. Brieven van de heerdr. W.F.A. Heemskerk uit Echt-Susteren d.d. 15 maart 2012 inzake water/milieubedreigingen vanuit het buitenland
De voorzitter maakt e e n korte reactie.
Voorstel: voor kennisgeving aannemen. 7. Advies van de Adviescommissie Water Conform voorstel besloten. (AcW) over waterveiligheid (9 maart 2012) Voorstel: voor kennisgeving aannemen. 8. Uitnodiging Conferentie Afvalwaterketen Limburgse Peelen op 29 maart 2012 te Heel
De conferentie zal worden bijgewoond door de voorzitter, de heer Dohmen e n de secretaris/directeur.
Voorstel: bespreken. 9. Vooraankondiging Nationaal Deltacongres op 1 november 2012 te Rotterdam
Het congres zal worden bezocht door het D B en de directie.
Voorstel: vooralsnog voor kennisgeving aannemen.
120794/KL
2/5
Waterschap Roer en O v e r m a a s
nr.
onderwerp/voorstel II
besluit
O p e n s t a a n d e vragen en acties
Lijsten van openstaande vragen en acties uit het dagelijks bestuur, het algemeen bestuur en de commissies
Conform voorstel besloten.
Voorstel: voor kennisgeving aannemen. Hi W B L - a a n g e i e g e n h e d e n
Niet voorhanden. IV B s G W - a a n g e l e g e n h e d e n
Niet voorhanden. V
UvW-aangelegenheden
1. Nieuwsbrief week 10 Unie van Waterschappen voorzitters en secretarissen/ directeuren
Conform voorstel besloten.
Voorstel: voor kennisgeving aannemen. 2. Brief van de Unie van Waterschappen van 14 maart 2012 inzake het natuurakkoord KRWen PAS
Notitie opstellen omtrent de betekenis van het natuurakkoord K R W en P A S voor het beleid van W R O .
Voorstel: voor kennisgeving aannemen. 3. Agenda van de Ledenvergadering van 23 maart 2012 met daarbij gevoegd het verslag van de ledenvergadering van 16 december 2011
Conform voorstel besloten.
Voorstel: voor kennisgeving aannemen en ter kennis brengen van de commissie Algemeen Bestuurlijke Aangelegenheden. VI
G R HWH-aangelegenheden
Niet voorhanden. VII B e a n t w o o r d i n g v a n v r a g e n
Niet voorhanden.
120794/KL
3/5
Waterschap ^jj Roer en O v e r m a a s
nr.
onderwerp/voorstel
besluit
Vlii M e d e d e l i n g e n
Tijdens een gebiedsbijeenkomst op 5 maart 2012 te Montfort zijn door het waterschap de resultaten van de actualisatie van het AGOR voor het gebied Grootbroek/Eerselen gepresenteerd en toegelicht. Het verslag van deze bijeenkomst treft u ter kennisneming hierbij aan.
Conform voorstel besloten.
Voorstel: voor kennisgeving aannemen. Beroepschriften tegen afgewezen verzoeken om kwijtschelding
Conform voorstel besloten.
Voorstel: instemmen met de afwijzingen en betrokkenen hiervan in kennis stellen. A a n p a s s i n g drempelbedragen I actualisering Uitvoeringsregels Inkoop en A a n b e steden
Conform voorstel besloten.
Voorstel: 1. instemmen met het a a n p a s s e n van de drempelbedragen voor het bepalen van de aanbestedingsprocedure; 2. de bijgevoegde geactualiseerde Uitvoeringsregels Inkoop en A a n besteden vaststellen. Grensoverschrijdende samenwerking slibverwerking Voorstel: instemmen met het bijgevoegde conceptwaterschapsblad.
Het stuk met betrekking tot de afweging van de rechtsvormen als bijlage toevoegen a a n het waterschapsblad. T e k s t van het waterschapsblad a a n p a s s e n . Overigens conform voorstel besloten.
Rondvraag Programma A B - e x c u r s i e op 15 mei 2 0 1 2
120794/KL
Aangezien de A B - l e d e n zijn uitgenodigd voor de officiële opening van het Waterpaviljoen op de Floriade, ligt e e n bezoek „aan de Floriade in het kader van de jaarlijkse A B - e x c u r s i e niet voor de hand. Besloten wordt tot e e n bezichtiging van de nieuwe lossluizen en voetbrug bij watermolen Lombok a a n de J e k e r te Maastricht. T e v e n s zullen enkele projecten in de herinrichting Mergelland-Oost worden bezocht.
4/5
Waterschap Roer en O v e r m a a s
nr.
onderwerp/voorstel
besluit E e n en ander communiceren richting AB-leden.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van De secretaris/directeur,
D e voorzitter,
ing. J . M . G . In den Kleef
dr. J . J . Schrijen
120794/KL
5/5
Waterschap Roer en O v e r m a a s
D B - v e r g a d e r i n g 10-04-2012
Agendapunt 2
Onderwerp Ingekomen stukken, openstaande vragen e n acties, W B L - , B s G W - , UvW- en G R HWHaangelegenheden, beantwoording van vragen e n mededelingen Portefeuillehouders) Diverse Afdeling Diverse Bestuursprogramma Niet van toepassing. Waterbeheersplan Niet van toepassing. P r o g r a m m a begroting Niet van toepassing. Routing Dagelijks bestuur Commissie A B A Commissie M F B Commissie W S Algemeen bestuur
10 april 2012
24 april 2012
Voorstel Besluiten conform de geformuleerde voorstellen voor afdoening.
nr.
omschrijving 1
voorstel voor afdoening
Ingekomen stukken
1
Brief van dr. W . F . A . Heemskerk d.d. 2 2 maart 2012 inzake nieuwe informatie over vanuit Duitsland bedreigd grondwater in MiddenLimburg.
Voor kennisgeving aannemen.
2
Brief van Ministerie van Infrastructuur e,B Milieu d.d. 28 maart 2012 inzake functiewisseling Hoofdingenieur-Directeur Rijkswaterstaat Limburg.
Voor kennisgeving aannemen.
120890/TI
:
1/2
Waterschap Roer en O v e r m a a s
nr.
omschrijving il
./.
1
./.
O p e n s t a a n d e v r a g e n en a c t i e s
Lijsten van openstaande vragen e n acties uit het dagelijks bestuur, het algemeen bestuur en de c o m m i s s i e s . Ill
Voor kennisgeving a a n n e m e n .
WBL-aangelegenheden
Managementrapportage 4 e kwartaal 2011 van het Waterschapsbedrijf Limburg
IV
voorstel voor afdoening
Voor kennisgeving aannemen e n ter kennisneming opnemen op de lijst van ingekomen stukken en mededelingen voor het algemeen bestuur.
BsGW-aangelegenheden
Niet voorhanden. V
UvW-aangelegenheden
1
Brief van de Unie van Waterschappen d.d. 16 maart 2012 inzake Wet Houbare overheidsfinanciën.
Voor kennisgeving aannemen.
2
Brief van de Unie van Waterschappen d.d. 2 7 maart 2 0 1 2 inzake toezending goedgekeurde jaarrekening 2011 van de Unie v a n Waterschappen.
Voor kennisgeving aannemen e n ter kennisneming opnemen op de lijst van ingekomen stukken voor het algemeen bestuur.
3
Nieuwsbrieven week 11 en week 12 Unie van Waterschappen voorzitters en s e c r e t a r i s s e n / directeuren.
Voor kennisgeving a a n n e m e n .
VI 1
GR
HWH-aangelegenheden
Brief van Het Waterschapshuis inzake bestuur H W H / Begroting 2013. VII
Voor kennisgeving aannemen.
Beantwoording van vragen
Niet voorhanden. VIII
Mededelingen
Voor zover voorhanden, zullen mededelingen mondeling ter vergadering worden g e d a a n . D e secretaris/directeur,
ing. J . M . G . In den Kleef
120890/TI
2/2
Dr. W.F.A. Heemskerk : (gemakshalve!): Waterjurist (NL/Dld); oud- db-lid Waterschap Z.L.; oud- burg. Echt; oud-docent Staats-en bestuursrecht; oud-Lid SER Cie; oud-Lid van de Raad voor de Territoriale Decentralisatie; oud-vice voorz. Stadsgewest Roermond/ publicist (1921 Maastricht) p.a. Julianastraat 64 6101 HJ Echt. tel. 0475-481523 ; vvvvw.drwillemheemskerk.nl
Echt, 20 maart 2012 Betr. : Nieuwe informatie over vanuit Duitsland bedreigd grondwater in M.Limburg* Aan:
1) Bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas te Sittard; • 2) Bestuur van het Waterschap Peel en Maasvallei te Venlo ; 3) Heer Regio Zuid -Directeur c.s. van het Staatsbosbeheer Tilburg (BEHEERDER van het Nationaal Park de Meinweg Limbuijg)
2012
ZOrtc>2/y$~
'
' aan
Jf
Geacht(e) Voorzitters, Bestuursleden en Directeur c.s. Gezien de gezamenlijke(grote) belangen is deze brief (met bijlagen) van mij gericht aan u allen. Daarbij vestig is VOORAL uw aandacht op bijgaand INGEZONDEN stuk van mij ( met opschrift: " UITBREIDING DUITSE BRUINKOOLWINNING EN VERONTRUST LIMBURG " in het nieuwe Weekblad ECHTNIEUWS van 14 maart 2012. Die forse , zorgelijke uitbreiding van de multinational W.Duitse bruinkoolwinner RWE-POWER/Essent (opvolger van Rheinbraun AG) - daar nodig in verband met de stoplegging van de kernenergie - leidt vooral in de zo kwetbare , internationaal gelegen, regio Midden-Limburg (met haar Roerdalslenk juncto Peelrandbreuk!) tot grote zorgen ten aanzien van de massalere onttrekking van ook ONS-kostbaar-grondwater. waarover al gepubliceerd is. U ALLEN IN HET BIJZONDER VERWIJZEND NAAR DE SLOTALINEA van dat ingezonden stuk van mij ( punten : a : b en c ) wil ik hier nog eens stipuleren, dat meer dan ooit in krachtiger samenwerking tussen water- en natuurbeheerders in ons goede , maar steeds meer uitgeput rakend , Limburg dient te worden opgetreden. DIT IS D A N OOK een heel goed punt om eens spoedig in het raam van de nieuwe BESTUURSAKKOORDEN aan de orde te stellen. Daarbij ware aan de volgende aspecten grote aandacht te schenken,mede om wat ons NU ten deze te wachten staat (denk hierbij ook aan de te verwachten!desastreuze SCHALIEGASBORINGEN met chemische stoffen en VEEL watergebruik!) ; onze goede drinkwatervoorziening plus Natuur en Landschap komen steeds meer in gevaar. Daarvoor zal ons nageslacht, als dit alles ZO - zonder VOLDOENDE gezamenlijk!' Tegenspel' doorgaatons zeker niet erkentelijk zijn. KORTOM : die door mij bedoelde aspecten zijn : 1) nieuw onderzoek (met medewerking van TU Delft en TNO/Deltares naar het TOEZICHT (thans door onze weinig transparante kleine Provincie) m.b.t. tot de effecten van de grondwateronttrekkingen voor de Duitse energie. Dit behoort naar letter en geest van het Internationaal Burenrecht thuis bij het RIJK! A l mijn u bekend boek over :Waterbeheer in de grensprovincie Limburg; kritische beschouwingen, ECHT NL 1997, ISBN : 90-9010716-9 stekt dat de primaire regel van dat Recht juncto het;. Volkenrecht is : dat geen staat op zijn territoir aan een NABUURSTAAT aanzienlijke schade mag toebrengen. " Sic utere tuo, ut alienum non laedas" ! Dit werd ook aangehaald in het befaamde Kalimijnenarrest van onze Hoge Raad van 23 september 1988, nr. 13303 (p.m. : de vervuiler betaalt!). 2) nog krachtiger zal onzerzijds bestuurlijk (zo nodig via raaplegende referenda) gearbeid moeten worden aan een structureel ! MEER samenhangend grensoverschrijdend waterbeheer in de vorm van een EGTS dan wel van een Internationaal waterschap (lieftst in fases; daarvoor
moeten onze DUITSE buren zich veel meer open stellen 1 3) daarbij is het THANS al dringend gewenst dat zowel onze thans nog toezichthoudende Provincie als onze waterdistributeur de N.V.Waterleidingmij Limburg, die regelmatig Vermogensschade lijdt door die onttrekkingen onsburgers veel meer en duidelijker informatie terzake verschaft; onze burgers staan daarop te wachten!! Die informatie raakt mede een goede, verantwoorde .'uitvoering vanEur.Kaderrichtlijn Water en de Eur. Regeling inzake Natura 2000 gebieden. 4) er zal,met name in het licht van wat ons nog ten deze in de toekomst te wachten staat, met het oog op een goede rechtsbescherming in onze rechtsstaat, een verantwoorde Schadevergoedingsregeling, juncto procedures, moeten komen voor ons getroffen Limburgers. Ten deze verwijs ik o.m, naar het Studierapport van mr, J, Vergoosen (waaraan ik bescheiden meewerkte): N.V. Waterleiding Maatschappij Limburg: :WML/Rheinbraun, Maastricht 26 juni 1995 ; het Rapport van TNO Delft 1991 (H.Rolf) over: Evaluatie van het DIEPE GRONDWATER in de Roerdalslenk MXimbug, vooral pag. 88 etc. ( 6 0 % van de daling van het grondwater komt voor rekening van de Duitse bruinkoolwinning ! ) ; en ten slotte het EEG-Executieverdrag ( EEX-verdrag) dd 27/9-1968, Trblad 1969,101, waartoe Nederland en Duitsland opl februari 1973 zijn toegetreden (procedures schadevergoedingen ca.) I K weet zeker namens vele bezorgde burgers in het toch al zo getroffen MiddenLimurg te spreken (denk bijv. aan de onnatuurlijkegrindgaten; de aantasting van de Swalm en het (HELAAS nu al) aan het infuus liggend befaamd nationaal park de Meinweg)als ik voor het vorenstaande nogmaals uw indringende aandacht vraag, liefst ook in samenwerking met onze actieve Unie van Waterschappen in Den Haag. In afwachting verblijft met hoogachting en vriendelijke groet: Dr.Willem Heemskerk, Waterjurist/publicist Echt L. B ij agen : diverse. -* ' ?-> - ^ ' : V
L
woensdag 14 maart 2012
"I 1
1& T n « r ^ 7 o | e n (^cX^^j
, ^Mfo ECHT
' i }
'
'
n (
Uitbreiding Duitse bruinkoolwinning en verontrust Limburg
Metpang voorgevoel nam ik kennis van een bericht in de Financieele Telegraafvan 7 maart 2012 (T.22) met alstitel:"Bruinkoolhfplaats van Duitse kernenergie". Nawurhjk^bjigjtijgikde zótgec^^rjk^èoergie}^a^ede DtatelaÊu^ffifëSfêêfcpen), maar dat ne^t'mpt w^dajtik mij bij uitbreidir^$M$WestDuitse bruh^oölmnhnjgen'door RWE^owëf/Esi^ernstige zorgen ga maken over de positie van grondwater/drinkwater in Limburg, in het bijzonder vóor Midden-Limbtirg, dat door de onnatuurlijke grindgafen juncto dumpingen vah chemisch gifafval daarinveel te lijdeni heeft gehad. 1 \
, ] 1
De Telegraafvan 7/3 stelt, dat Duitsland bij de afkering van kernenergie het sterk vervuilend goedje van bruinkool de belangrijkste bron voor stroomproductie bij onze oosterburen wordt. Voor de klimaatafspraken in het kader van de EUen Kyoto is'dït desastreus; bruinkool levert veel CO2'.uitstootop!'Ei-zijn alacht kerncentrales van het netgehaald; alle verdwenen stroom komt nu van de walmende bruinkoolcentrales. De stroomproducénten (waaronder Essent W.H.) rekenen de komendejaren, 'mét eèn gróter verbruik vah bruinkool, naarmate meer kerncentrales verdwijnen; zij kunnen immers vierentwintig uur per etmaal De gó-jarige Willem HêëmskëHc toont ue zilveren legpenning draaien...
'
I j
j j
j
_J
dje hij uit handen van de Unie van Waterschappen-vooizftter 1 Peter Glas ontving. I
~
j
Mijnerzijds voeg ik hieraan met klem toe, dat onze overheidsbesturen (beide Limburgse waterschappen, gemeenten en vooral ook de toezichthoudende, ten deze Wéinig transparante, Pro- ^ vincie Limburg) zich spoedig dienen te beraden op reacties. Op alle fronten komen er voor ons toch al zo getroffen grens-territoir grote gevaren boven drijven. Bij toenemende'grondwateronttrekkingen door de West-Duitse bruinkoolwin- ) ners volgen nog sterkere grondwaterdalingen (vanafi955 tot heden is daardoor als ru^ ' grondwater mede aan onze bodem onttrokken, zonder dat wij genoeg weten over schadevergoedingen op basis van toepas- \ singvan hetinternationaal'burenrecht, datbenadelingvan een staat dooreen buurstaat verbiedt.] Frappant daarbij is dat haastgeen overheid bij ons de-moed heeft daartegen in het openbaar te protesteren Moet hier dan toch 1 eindelijk onze nationale ombudsman, dr. Alex Brehninkmeijer, in het geweer korhenxifzelfs het Europees Hof voor de rech- j ten van de mens te Straatsburg? Waarom blijven ogen en monden van onze eigen politici zo gesloten, wanneer door deskun- \ digen wordt gewezen op voor de gezondheid schadelijke te dunne bodems in enkele grindgaten (P.M. Brant, Ooi, Grote Heg...) r en wié durft eindelijkeens zijn of'haar stem te laten horen tegen de continue aantasting van de idyllische Swalm (vraag het de r Stichting'Milietifederatiè\Limburg)eh het: aljaren aan het fa g dóordébmïhkoolwinning? ' h •
"'"
<ï
" C ;
:
-
;
-
n
Kortom, beste overheden en (waterdistributeur): N. V: Watetleidingmij Limburg, die ten deze met vermogensschade te kam- Is. pen heeft: Let op uw zaak, in het, algemeen belangt Ik weet dat onze beide goede waterschappen (WRO-Sittard en WPM- v I! Venlo) ook ten deze attent zijn. Maar er zijn juist nu (na bestudering van het Ned/Duitswaterrecht en waterbeheer!) vooral d ! 1 nodig: a) een spoedig navorsen van de Duitsebesluityormmgta.v. deze nieuwe brmnkoólóntwikkelmgyb) een veelmeer sa- g ' menhangendgremoverschrijdehd'waterbeheerNed./D'uitslwd, annex sluitende regéliti r * dig onafhankeÜjk onderzoek van onze (grondjwaterpositie, 'mepmame in het zo getroffen Midden-LhWutg,"met haar li j Rosrdalslenkjuncto Péelnindbreuk; alsmede een veel betere openbare voorlichting van het te onzichtbare Provinciebestuur, g j Wij rekenen .op ü; anders moet er maar eens hierover snel een raadplegend referendum komen! ï T..... . ". g Pr. Willem Heemskerk (rechtsvergelijkend Nl, Did) waterjurist/ oud-waterschapsbestuurder, publicist Echt, bezorgd burger r • van Limburg: ~~ " c 1
mmm
<
J
1
™3
i
I D
0
i
f
§
*5 fO
4
MM msser
«sof*
0)
7^ O
i
* I f IS I P (£3
1 5
1 I
i s
i
111Iti i l l
i l l : i I i i • «3 1 a
§ ^
l ï ! - f I «* 2* I 3 ¥ f if i IS (0 11111 i s s 3 2 * o 3 ™ s T » a. * l i I s * s * 1 i" % g ? S S i ' f0 4 3
3
i f s titF-f ï i
j j
!
<
Q«3
O
Zaterdag 17 maart 2012 © -«r
www.limburger.nl
Ö
Commentaar
Duitse
deelstaat
D
uitsland e n Nederland hebben een w a t ongemakkelijke verhouding met elkaar. W e z i j n directe buren, vormen economisch zelfs een tandem, maar b l i j v e n t o c h vreemden voor elkaar. I n geopolitiek opzicht is de b l i k v a n Nederland eerder gericht op het westen (de Angelsaksische wereld) dan op het oosten (Duitsland). Z o k a n het gebeuren dat we w e l de Republikeinse voorverkiezingen i n de VS tot i n elk absurd detail volgen, maar amper a_ oog hebben v o o r de politiek i n Duitsland. Deze wéék is bijvoorbeeld de regering v a n de Duitse deelstaat Noordrijrdand-Westfalen (NRW) gevallen, zonder dat d i t i n Nederland is o p g e m e r k t Zeer t e n onrechte. N R W is de grootste Duitse deelstaat m e t 18 m i l j o e n Inwoners e n een bruto - nationaal product van 580 miljard. D e deelstaat grenst direct aan L i m b u r g , Gelderland en Overijssel. Er is sprake v a n een grote verwevenheid tussen de Duitse deelstaat e n de v r i j w e l compléte' oostflank van ons land. Werken, ondernemen, w i n k e l e n , recreëren, maar ook w o n e n : N R W e r s doen het b i j ons en w i j o p onze beurt bij hen. Düsseldorf, de regeringszetel v a n NRW, ligt op een steenworp afstand van ons vandaan. Dat kan van onze eigen residentie D e n Haag niet gezegd w o r d e n . Als h e t i n Duitsland regent d a n druppelt het bij ons, zeggen economen w e l eens. Anders gezegd: als het m e t Duitsland goed gaat, d a n p i k k e n w i j daar ook een graantje van mee. Maar dan moeten . w i j van onze kant w e l i n die relatie investeren. Duitsland is verreweg onze grootste handelspartner. Maar o m een relatie te verdiepen, moet je elkaar w e l beter w i l l e n kennen. N e e m n u die val van de regering, een minderheidsregering van SÉDen Groenen. Geen<«ïbeduidend i n c i d e n t - NR\^tl|leideiide deelstaat i n Duitsland. Wat daar gebeur^ k l i n k t direct d o o r i n Berlijn. Zo komen er n u o p korte t e r m i j n nieuwe verkiezingen i n NRW. S^ï) e n Groenen staan o p w i n s t i n de peilingen, FDP e n D i e Linke o p verlies. Een slechte u i t - • slag voor Merkels CDU e n haar coalitiepartner FDP i n NRW zal de positie van de bondskanselier i n Berl i j n hoe dan o o k verzwakken. Alle r e d e n dus o m die verkiezingen goed te vólgen e n n i e t w e g te kijken. Daarvoor is N R W te dichtbij e n te belangrijk.
P O R T R E T
natheid.
y- Z 5<2 <* ft :
BESTUURSAKKOORD
M
Waterschappen, gemeenten, provincies, drinkwaterbedrijven eii het Rijk hebben een bestuu is akkoord waterge!?S?ScI over het waterbeleid tn Mederland. Doel is her land tegen minder kosten en bestuurlijke rompslomp droog en vélig te houden en voldoende schoon water ter beschikking te hebben. Oe waterschappen krijgen meer taken toebedeeld.
Erkenning vooriinr^ tfifjuristvan Nederland* Onlangst ntving bl|dëWepennïngvande tyrvtshpfityiiir
van^tenzeïoos waterbeheer. RICHTLIJN pereaüRBANOs H^emsterkiMaasttlcf)t't921}igeQC)üczljn klassle-. ketriïntftaslumpprefïiiogroVentoeo wlgdterw d^tëQ&taatstanchting en fcandidaat5,rediten. HiJWerfcte als ambtenaar bij degcmeefite Venlo rand^staatsrecrtcenvergelijkend bestuursrecht en volkenrecfi w a n detoenmalfge Katholieke UnrvfipfreitNJJmegeaQakbekjeeddahijburgemeesteescfiappeo In PosterhofWStCWIIIénbeig (19S9-W66lert£ditt1966-1S8&^Va.n«telaatste pSaatsishu nog steedïerebutger. Verder was hij dertien jaar lid van het dagelijks bestuur van waterschap-Zuivenngssehaptimburg; Zijn bemoeienissen met waterbeheer leidden rot een avondstudie Internationaal waterrecht aan de Rijksuniversiteit Utrecht Dat resulteerde In 19gS in een dissertatle'Rechtsvergelijkend watertecfitówaterschapstechtNt/Dr hetGrenswater de Roer/die Bur' Het was met name dit weit waarvoor Heemskerk op 2 mei de Uniepenning ontving uit banden van voorzitter Peter Glas van de Unie van Waterschappen. De Europese Kader Richtlijn Water, die voorschrijft dat stroomgebiedsbeheer grensoverschrijdend moet worden aangepakt/maakt duidelijk hoezeer hij zijn tijd vooruitwas. :
Verouderde richtlijnen ontmoedigen de keuze voor duurzame of zuinige «raai.vtrlichr.ing {led, dimmen). Daarom is onlangs een nieuwe richtlijn voor openbare verlichting verschenen, die onnodige belemmeringen opheft. Met gedimde verlichting kan bijvoorbeeld veel energie worden bespaard. Met ministerie van I en M en de tasfcforce Verlichting hebben hiertoe het initiatief genomen.
Heerasl^BéE^dtte£wpei ^ contactmet^u^te^WterbJ^^i^^ile^ organisaties» ( ^ o ^ p f l * p « a ^ e ^ % "TjOifrJeai^eld^iS^g>ein,. een van o o q r ^ a g j | r x ^ l ^ 4 l ^ 8 l l ^ ^ & ! Is.omgebttèhfcStèfa.r'" - * * * * * * * Oafcdeei oudewaterniol dankt hljechKrals.'kJoltltepWaervirfhetwateir de grootsrJiaffg^bruinkciotolnnlng door AWE, net over daDultMgrem.ratgaatgepaard met
gl^ntlschëgrprtóvirateiBnttretófn"^
, BEZWAREN A74 -] De Raad van State heeft alle bezwaren tegen de j aanleg van de A74 bij Venlo ongegrond verklaard. Als alles volgens planning verloopt, is de ! weg In 2012 beschikbaar voor verkeer. De nieuwe | weg zorgt voor een betere doorstroming naar de | Duitse grens. Bovendien wordt in 2012 de Floriai de in Venlo gehouden.
burg-zal de pafs bettto'9é'
t/ots,
LAND+WATER NR. 6/7 - JUNI 2011
(1
i.
J
-»u ét, J"
3
\
\
2* rh ****
l p
, 1
J
Ap
O
1
/c?
S
Rijkswaterstaat
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
> Retouradres Postbus 25 6200 MA Maastricht
Rijkswaterstaat
3 0 HAART 2012
i' ' ^~ t '1
a a n
:
i 1 r w n s r K n ig e n
Limburg
js
kL pot
Lee.
A J g o d a s s n é.é.
Avenue Ceramique 125 6221 KV Maastricht Postbus 25 6200 MA Maastricht T (043) 329 44 44 F (043)325 5136 www.rljkswaterstaat.nl
Contactpersoon Mevr. N. Poolmans T 06-21561377
[email protected]
Datum 28 maart 2012 Onderwerp Functiewisseling Hoofdingenieur-Directeur Rijkswaterstaat Limburg
Ons kenmerk Uw kenmerk Bijlage(n)
Hierbij deel ik u mede dat ik na vijf jaar afscheid neem van Rijkswaterstaat Limburg. Ik word opgevolgd door Jannita Robberse, naast waarnemend HID van Rijkswaterstaat Limburg, ook HID van Rijkswaterstaat Noord-Brabant. De afgelopen jaren hebben in het teken gestaan van topproductie en veranderingen. Rijkswaterstaat Limburg heeft zich in die tijd verder ontwikkeld tot een betrouwbare partner als het gaat om het beheersen van de dynamiek van de Maas en het uitvoeren van complexe aanleg- en onderhoudsprojecten. De successen die de dienst heeft behaald, waren alleen mogelijk dankzij een goede samenwerking, met u en uw organisatie. Daarvoor ben ik u dan ook erkentelijk.
Veranderingen Rijkswaterstaat is en blijft in verandering. Met het huidige ondernemingsplan 2015 wil Rijkswaterstaat kleiner en slagvaardiger worden. Rijkswaterstaat wil als integrale netwerkbeheerder haar taken in goede samenwerking met regiopartners uitvoeren. In dat kader zijn een aantal veranderingen te benoemen. Ik vervul vanaf 1 maart een nieuwe functie als kwartiermaker/beoogd hoofdingenieurdirecteur van een nieuw te vormen organisatieonderdeel binnen Rijkswaterstaat: Realisatie Regionale Projecten en Onderhoud. Jannita Robberse neemt mijn taken voor Rijkswaterstaat Limburg over. Onder leiding van Jannita Robberse wordt de ambitie om in de regio een sterke samenwerkingspartner zijn, verder vormgegeven. Mevrouw Robberse is een bekende in de Rijkswaterstaat organisatie. Daarnaast heeft zij vanuit haar vorige functie als regionaal directeur bij de VROM-inspectie een netwerk opgebouwd in de politiek-bestuurlijke omgeving van de provincie Ljrnburg.
Pagina 1 van 2
Rijkswaterstaat Zuid-Nederland Mevrouw Robberse zal in het licht van het ondernemingsplan 2015 toewerken naar Rijkswaterstaat Zuid-Nederland. De vorming van Rijkswaterstaat ZuidNederland is een ontwikkelproces dat loopt tot 2015. Zodra hier meer over bekend is, informeert mevrouw Robberse u. Ik laat de organisatie in vertrouwen achter. Ik ben ervan overtuigd dat mevrouw Robberse de samenwerking op een prettige en productieve manier zal voortzetten.
Met vriendelijke groet, DE HOOFDINGENIEUR-DIRECTEUR
Jean L u c Beguin
Rijkswaterstaat Limburg
Datum 26 maart 2012 Ons kenmerk
•
Roer en O v e r m a a s
DB-vergadering 10-04-2012 L I J S T VAN O P E N S T A A N D E V R A G E N EN A C T I E S UIT HET D A G E L I J K S B E S T U U R DATUM VERGADERING
VRAAG/ACTIE UIT HET DAGELIJKS BESTUUR
RICHTDATUM VOOR AFHANDELING
13/03/2012
Naar aanleiding van het artikel 'Twitterverkeer kan crisis helpen indammen' uit Binnenlands Bestuur van 6 maart 2012, is gevraagd een voorstel hieromtrent in het DB aan de orde te stellen.
01/07/2012
27/03/2012
Naar aanleiding van een brief van de Unie van Waterschappen van 14 maart 2012 inzake het natuurakkoord KRW en PAS, is gevraagd een notitie op te stellen omtrent de betekenis van het natuurakkoord voor het beleid van WRO.
08/05/2012
120815
STAND VAN ZAKEN
Waterschap Roer en O v e r m a a s
L U S T VAN O P E N S T A A N D E V R A G E N EN A C T I E S UIT HET A L G E M E E N B E S T U U R DATUM VERGADERING
VRAAG/ACTIE UIT HET ALGEMEEN BESTUUR
RICHTDATUM VOOR AFHANDELING
05/07/2011
Toegezegd is dat getracht zal worden na te gaan, waar Waterschap Roer en Overmaas staat ten opzichte van andere waterschappen voor wat betreft de mate van uitbesteden van werkzaamheden.
24/04/2012
29/11/2011
In de op te stellen integrale nota over het kwijtscheldingsbeleid ook ingaan op het al dan niet verlenen van kwijtschelding aan kleine ondernemers en op het voorkomen van een 'dubbele' inkomens- en vermogenstoets in het geval van kwijtschelding van enerzijds gemeentelijke belastingen en anderzijds waterschapslasten.
01/07/2012
120815
STAND VAN ZAKEN
Beantwoording wordt geagendeerd voor AB-vergadering van 24/04/2012
Waterschap Roer en O v e r m a a s
L I J S T VAN O P E N S T A A N D E V R A G E N EN A C T I E S UIT D E COMMISSIE A L G E M E E N B E S T U U R LIJKE AANGELEGENHEDEN DATUM VERGADERING
VRAAG/ACTIE UIT DE COMMISSIE ALGEMEEN BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN
RICHTDATUM VOOR AFHANDELING
30/08/2011
In 2012 zal een nieuw klanttevredenheidsonderzoek met betrekking tot het watertoetsloket worden uitgevoerd.
01/01/2013
27/03/2012
Toegezegd is, dat de commissie te zijner tijd zal worden geïnformeerd over de eindbalans landbouwkundige onttrekkingen.
30/10/2012
27/03/2012
Toegezegd is, dat het aantal gemeentelijke overstorten in beeld zal worden gebracht. Daarbij zal tevens worden aangegeven waar verbetering mogelijk is.
29/05/2012
Toegezegd is, dat tijdens een themabijeenkomst van het algemeen bestuur zal worden ingegaan op social media.
22/05/2012
27/03/2012
120815
STAND VAN ZAKEN
-
Waterschap Roer en O v e r m a a s
L I J S T VAN O P E N S T A A N D E V R A G E N EN A C T I E S UIT D E COMMISSIE MIDDELEN E N FINANCIEEL B E L E I D
DATUM VERGADERING
VRAAG/ACTIE UIT DE COMMISSIE MIDDELEN EN FINANCIEEL BELEID
RICHTDATUM VOOR AFHANDELING
01/11/2011
Gevraagd is om een evaluatie van de Stimuleringsregeling NKG.
01/09/2012
01/11/2011
Toegezegd is, dat te zijner tijd een integrale notitie omtrent het kwijtscheldingsbeleid in de commissie aan de orde zal worden gesteld (zie ook lijst van openstaande acties AB).
01/07/2012
120815
STAND VAN ZAKEN
, ^ ^ S A
Waterschap Roer en O v e r m a a s
L U S T VAN O P E N S T A A N D E V R A G E N E N A C T I E S UIT D E COMMISSIE W A T E R S Y S T E M E N DATUM VERGADERING
VRAAG/ACTIE UIT DE COMMISSIE WATERSYSTEMEN
RICHTDATUM VOOR AFHANDELING
27/03/2012
Toegezegd is, dat een overzicht zal worden opgesteld waarin inzichtelijk wordt gemaakt welke gemeenten niet voldoen aan de basisinspanning met betrekking tot de gemeentelijk overstorten (zie ook actielijst commissie ABA).
29/05/2012
120815
STAND VAN ZAKEN
r
3
W A T E R S C H A P S B E O R I J F
-s,
201202431
WATERSCHAPSBEDRIJF LIMBURG
~
L I M B U R G
Maria Theresialaan 99 Postbus 1315 6040 KH Roermond KvK-nr. 504.534.83 Bank: 63.67.60.464
ISO 9001
ISO 14001
OHSAS 18001
Tel: 088-8420000 Fax:0475-311605
Waterschap Roer en Overmaas t.a.v. het Bestuur Postbus 185 6130 AD SITTARD
www.wbl.nl
[email protected]
0 2 APR. 2012
l CXlOj. ! 3 < ^
UW KENMERK
BEHANDELD DOOR
UW BRIEF VAN
TELEFOONNUMMER
porten/2012.06806 geen Managementrapportage (MARAP) t/m december 2011
ONS KENMERK BIJLAGE(N) ONDERWERP
W A S . Pörteners +31 655742253
[email protected] 30 maart 2012
E-MAIL DATUM
Geacht Bestuur, 1.
Inleiding Op 28 maart 2012 is de Managementrapportage (MARAP) t/m december 2011 (4
e
kwartaal)
besproken en vastgesteld in het Algemeen Bestuur van het W B L Hierbij sturen wij u ter informatie een korte samenvatting van de belangrijkste punten van deze MARAP. Indien u geïnteresseerd bent in
dé
gehele
MARAP
dan
is deze
toegankelijk
via
de
internetside:
www.wbl.nl
(zie
Organisatie/publicaties -> MARAP). 2.
ExploitatieoverschotZ-tekort t/m 4" kwartaal 2011 De Marap 4e kwartaal 2011 is de laatste Marap over 2011. Bij deze Marap wordt het begrote exploitatiesaldo vergeleken met het daadwerkelijk gerealiseerde exploitatiesaldo over jaar 2011. Op begrotingsbasis is uitgegaan van een sluitende begroting zonder positief/negatief resultaat. Op rekeningbasis is over 2011 een positief resultaat behaald van € 3,5 min (bij de Marap t/m het 3e kwartaal werd een positief resultaat verwacht van € 2,5 min). Het positieve resultaat wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere kapitaallasten, lagere personeelslasten en lagere overige diensten door derden dan gepland, alsook door hogere baten dan gepland. Bij het opstellen van de nieuwe MJR 2013-2017 / Begroting 2013 zal rekening worden gehouden met de structurele componenten welke onderdeel vormen van het resultaat 2011.
3.
Begrotingswijzigingen bij Marap t/m 4 kwartaal 2011 e
Bij de Marap t/m december 2011 zijn de onderstaande door de directeur goedgekeurde (budgettair neutrale) wijzigingen in de begroting doorgevoerd:
Waterschapsbedrijf Limburg is een samenwerkingsverband van Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas
IIIlUlllOllllIIMIlllll
binnen de unit IPP (IT en Product- en Procesontwikkeling) is budget overgeheveld van aanschaf
sofWhardware
en
van
onderhoudscontracten automatisering
naar kosten
datacommunicatie (in totaal € 70.000,-); binnen unit operations is het budget voor chemicaliënverbruik verhoogd met € 155.000,gecompenseerd door verlagingen op de posten roostergoed en zandvangerzand en afzet ontwaterd slib. Daarnaast is de post rijksheffingen verhoogd met € 52.000- onder verlaging van de budgetten voor personeelslasten en kosten participaties leidingen; binnen de unit onderhoud is de post onderhoud gebouwen, terreinen en leidingen verhoogd met € 142.000,- gecompenseerd door verlaging van personeelslasten en door een verhoging van de opbrengst van werkzaamheden voor gemeenten; binnen de unit HRM is € 25.000,- budget overgeheveld van personeelslasten naar extern advies en onderzoek; binnen de unit directie is € 3.000,- overgeheveld van budget goederen en diensten derden naar.vorming, training en opleiding. De bovenstaande omschreven doorgevoerde wijzigingen zijn tevens in onderstaande tabel weergegeven. Xbst,enj|.;.%; unit IT, Product- en Procesontwikkeling aanschaf hard-/software onderhoudscontracten automatisering kosten datacommunicatie unit Operations Chem icaliënverbruik slibontwatering roostergoed, zandvangerzand afzet ontwaterd slib belasting rijksheffingen personeelslasten kosten participaties leidingen unit Onderhoud onderhoud gebouwen, terreinen, leidingen personeelslasten opbrengst werkzaamheden voor gemeenten unit HRM personeelslasten extern advies en onderzoek
-20.000 -50.000 70.000 0
0
155.000 -90.000 -65.000 52.000 -45.000 -7.000 0
0
142.000 -22.000 120.000
120.000 120.000
-25.000 25.000 0
0
3.000 -3.000 0
0
Directie vorming, training, opleiding goederen en diensten door derderf
Investeringsuitgaven t/m 4 kwartaal 2011 e
Bij de voorgaande kwartaal-Maraps werd de raming van de investeringsuitgaven over 2011 verlaagd van de oorspronkelijke raming van € 38,5 min naar € 30,9 min. De gerealiseerde investeringsuitgaven t/m het 4e kwartaal van 2011 bedragen € 26,7 min. De investeringen blijven daarmee € 4,2 min achter op de voor 2011 bijgestelde planning. Ten opzichte van de oorspronkelijke raming in het MIP van € 38,5 min zijn de investeringsuitgaven 2011 in totaliteit €11,8 min lager. De € 11,8 min lagere uitgaven ten opzichte van oorspronkelijk voor 2001 geraamd kunnen als volgt worden verklaard: •
lagere kosten / bestedingsvoordeel
€ 3,5 min
•
vertraging/ opschuiven investering
€ 7,8 min
•
uitstel i.v.m. MDR
€ 0,5 min
De lagere uitgaven in 2011 en het opschuiven van investeringen worden deels verklaard uit het gegeven dat bij de beoordeling van de investeringsuitgaven nu al rekening wordt gehouden met het op relatief korte termijn kunnen inspelen op een nieuwe bouwfilosofie. Dus voor de kortere termijn zo weinig mogelijk levensduur verlengend onderhoud. Ten aanzien van de lagere uitgaven in 2011 is relevant dat hiervan maximaal € 3,8 min mag worden doorgeschoven naar 2012.
Operations Prestaties: Zuiveren afvalwater I • .' 'Bè^rM^^j^>V^j3téj4ijh .- en I :'
, s i i b l l j ^ | ^ % | > K ^ - ' ' . •" .•'
. realisatie t/rn' -, december 2011 .' ; ' december ,i011 91,4
• CZV-verwijdering,
92,2
P-verwijdering
77,6
78,2
i N-verwijdering
77,5
80,4
; Drögcsiofgohaltë~öntwaterd slib
24,8
24,6
;
Prestaties: Verwerken en afzetten van zuiveringsslib raalisatlo t/m december 2011
Bedrijfsvoering ' .
' • -mmm^-': Technisch fénöérpent Procesrendement Tutddl rent t ment Droge stofgehaite gedroogd slib
deititóber2011 D
84,0
z>
90,0
84,0
75,6'
67,0
93,0
91,4
B
r
79,7"
1) technisch rendement: geplande draai-uren/ max.draai-uren; gerealiseerde draai-uren/max. draai-uren 2) procesrendement
: geplande draai-uren/ capaciteit; gerealiseerde draai-uren/capaciteit
3) totaal rendement
: technisch rendement x proces rendement/100
-4-
Zowel de slibontwateringen als beide drogers werken goed. De droger Susteren heeft in het begin van het jaar minder goed gewerkt. In februari is de warmtewisselaar vervangen en sinds die tijd werkt ook deze installatie goed.
Onderhoud De afname van het aantal storingen in vergelijking met 2010 is te verklaren doordat unit Onderhoud in 2011 meer planmatig is gaan werken. Preventief Onderhoud tijdig uitvoeren en adequate opvolging geven aan het uitvoeren van Correctief Onderhoud, heeft als resultaat dat storingen afnemen. Dit is een extra impuls in het streven geen achterstand te hebben in de planning en uitvoering van het Correctieve Onderhoud. Ten opzichte van 2010 is het aantal storingen in 2011 met ca. 35% afgenomen. Preventief Onderhoud (planmatig onderhoud gericht op het voorkomen van storingen): Met ingang van 2011 is gestart met het gebundeld uitvoeren van Preventief Onderhoud bij de rioolwaterzuiveringsinstallaties. Het bundelen van het Preventief Onderhoud resulteert in een betere kwaliteit van onderhoud en heeft een positieve arbeidsbeleving in de zin van provinciale samenwerking, meer kennisdeling en ervaring opdoen bij meerdere locaties. In 2011 is 88% Preventief Onderhoud gerealiseerd, 2% staat open als workload binnen de streefdatum. De overige 10% is geannuleerd of om diverse redenen niet uitgevoerd, bijvoorbeeld omdat er een MIP project in uitvoering was. In 2010 is 72% Preventief Onderhoud gerealiseerd. Correctief Onderhoud (planmatig onderhoud waarbij een geconstateerd gebrek wordt verholpen): Met betrekking tot het Correctief Onderhoud is de nagestreefde 100% realisatie binnen streefdatum, nog niet bereikt. Van het totale aanbod van Correctief Onderhoud is 89% uitge-voerd, 8% staat nog open als workload binnen de streefdatum. Op totaal 2011 is 3% van het Correctief Onderhoud te laat uitgevoerd. IBA's: •
In 2011 hebben de IBA systemen, als gevolg van diverse verbeteracties die door het WBL In gang zijn gezet, verbetering opgeleverd op het gebied van werking en kosten. Er is sprake van een afname van het aantal storingen ten opzichte van de voorgaande jaren, 103 storingen in 2011 ten opzichte van 194 in 2010 en 236 in 2009.
Storingen bij gemeenten en WPM: •
Het aantal storingen bij gemeenten bedraagt 331 tegen 312 in dezelfde periode vorig jaar. Het aantal storingen is het hoogst in de maand januari (hoogwaterperiode) en de maand juni (door een korte hevige regenperiode vooraf gegaan door een lange periode van droogte);
•
Het aantal storingen bij WPM bedraagt 26 tegen 23 in dezelfde periode vorig jaar. Het aantal storingen valt voor 2011 hoger uit dan vo©r*2010 doordat in het eerste jaar door WPM niet alle storingen werden doorgemeld. Met ingang van 2011 gebeurt dit wel.
-5-
Opgemerkt wordt dat de facturen voor gemeenten en WPM door WBL op basis van nacalculatie worden opgemaakt. Daarnaast wordt opgemerkt dat er door WBL voor WRO geen onderhoudswerkzaamheden worden verricht.
7. Laboratorium De productie van Intertek bedroeg in 2011 circa 1.315.000 laboratorium punten. Volgens het contract mogen jaarlijks 1.339.900 laboratoriumpunten worden besteed (gemiddeld 111.659 punten per maand). De bij de aanvang van het contract afgesproken verdeling is 60% voor WBL + BsGW, 20% voor WRO en 20% voor WPM. Totaal 2010 Totaal WBL BsGW WRO WPM
8.
Begroot Jan-Maart Aoni-Juni 20112011 2011
1.254.614 1.339.900 503.545 66.005 346.432 338.632
Juli-Sept 2011
Totaal 2011
Okt-Dec 2011
315.591
331.582
339.320 1.314.789
673.940 ' 151.932" 110.825 130.000 " 23.917 25.869 81.547'' 92.089 267.980 ' 267.980 " 70.900 86.808
118.164 19.117 99.853 94.448
152.545 35.728 89.249 61.798
328.296
r
r
r
r
r
r
533.466 104.631 362.738 313.954
HRM, bestuurs- en juridische ondersteuning, facilitaire zaken In 2011 is een huurcontract voor 10 jaar met BsGW afgesloten. In het huurcontract zijn o.a. afspraken gemaakt over de huursom en de facilitaire dienstverlening aan BsGW, een en ander overeenkomstig de gehanteerde uitgangspunten in de gesplitste begroting 2011. De huursom voor 2011 is verrekend met BsGW.
9.
Financiën, Planning, Concerncontrol Met ingang van 2011 is het Handboek Inkoop en Aanbesteding geactualiseerd incl. de in dezen af te leggen verantwoording met betrekking tot nieuwe opdrachten. De kwartaalrapportage omtrent deze verantwoording treft u als bijlage aan in de Marap. Uit de bijlage blijkt dat in totaal t/m het 4e kwartaal 186 verantwoordingsformulieren zijn ingevuld, waarbij: •
119 formulieren (64%) betrekking hebben op enkelvoudig onderhands aanbestede opdrachten (leveringen/diensten en werken) met een waarde van € 1.656.889,-;
•
47
formulieren
(25%)
betrekking
heJÉen
op
meervoudig
aanbestede
opdrachten
(leveringen/diensten en werken) met eetf waarde van € 2.458.709,-; •
20 formulieren (11%) betrekking hebben op nationaal/europees aanbestede (leveringen/diensten en werken) met een opdrachttotaal van € 17.212.442,-.
Over het jaar 2011 is een audit inkoop uitgevoerd, welke moet aantonen of voor alle inkopen waarover op deze manier verantwoording
heeft plaatsgevonden, wordt voldaan aan de
rechtmatigheidcriteria. Deze audit is op dit moment nog niet afgerond omdat er naar aanleiding van de bevindingen een verdiepingsslag plaatsvindt.
Namens het Algemeen Bestuur, Hoogachtend, de directeur,
ingyEJöfTPelzer MMO
UNIH VAN W A T E R S C H A P P E N
lien 2012Ö2238
Bezoekadres Koningskade 40 2596 AA Den Haag Postadres Postbus 93118
•V'ttérèchap • zrt O v e r m a a s
m
2 6
2509 A E Den Haag Telefoon 0703519751 Fax
2012
0703544641 o
:
t ;
£ 3 r _
Ter atcl
De leden-waterschappen
1
• :t.
aan j9
tc"L
Lee
f 4 ^
i A*t}»<j*ari d.sl.
datum
ons kenmerk
contactpersoon
16 maart 2012
63050 JR
J.W.C. Dekking
bijiage(n)
uw kenmerk
e-mail
2
[email protected]
betreft
doorklesnummer
Wet Houdbare overheidsfinanciën
070- 351 98 59
Geachte leden, In december 2011 hebben wij de waterschappen geïnformeerd over en betrokken bij onze reactie op het wetsvoorstel Houdbare overheidsfinanciën. Met bijlage 1 van deze brief informeren wij u over het proces zoals dat vanaf dat moment met de waterschappen en in Den Haag is verlopen. Daarbij wordt aandacht besteed aan de resultaten van het op 5 maart jl. met het kabinet gehouden overleg. Mede naar aanleiding van dit bestuurlijke overleg hebben wij inmiddels met de provincies en gemeenten een gezamenlijke reactie uitgebracht (bijlage 2). De uiteindelijke wet kan grote consequenties voor de waterschappen hebben. Om de ledenwaterschappen nader te informeren en bij het proces te betrekken, organiseren wij op vrijdag 20 april a.s. vanaf 13.30 uur een 'Klankbordgroepbijeenkomst' voor portefeuillehouders financiën, voorzitters en secretaris-directeuren over de Wet Hof. De waterschappen ontvangen hiervoor via e-mail nog een aparte uitnodiging. Indien u naar aanleiding van deze brief nog vragen heeft, kunt u deze stellen aan Wijnand Dekking. U vindt zijn contactgegevens in het briefhoofd.
Hoogachtend,
ir.ing. A.J. Verthuë Algemeen directe*
U N I E VAN W A T E R S C H A P P E N
Bijlage 1
Bijlage
Proces Wetsvoorstel Houdbare overheidsfinanciën 1 Aanleiding e n hoofdlijnen w e t s v o o r s t e l Op dit moment gelden in Nederland bestuurlijke afspraken tussen kabinet en decentrale overheden om het EMU-saldo te kunnen beheersen. De afspraken zijn voor het laatst in september 2011 vastgelegd in de Bestuursafspraken 2011-2015 ('Hoofdlijnenakkoord') van Rijk en decentrale overheden en luiden als volgt: • Beheersing EMU-saldo is een gemeenschappelijke opgave voor Rijk en medeoverheden. » Tussen het Rijk en de medeoverheden is bestuurlijk een percentage van 0,5% van het BBP overeengekomen als plafond voor het EMU-tekort voor medeoverheden. Dit plafond is opgedeeld 0,38% BBP voor gemeenten, 0,07% BBP voor provincies en 0,05% BBP voor waterschappen. In 2011 wordt een breed onderzoek gedaan naar de actualisatie van deze percentages. Tot afronding van het onderzoek gelden de huidige percentages. • Het Rijk zal bij een dreigende overschrijding in bestuurlijk overleg treden met provincies, gemeenten en waterschappen om afspraken te maken over het gezamenlijk terugdringen van het EMU-tekort. Pas als de EU besluit Nederland een boete op te leggen wegens overschrijding van de EMU-norm én de medeoverheden de 0,5%-norm overschrijden, zal de minister van Financiën - na regulier bestuurlijk overleg - vaststellen voor welk deel medeoverheden bijdragen in de boete. • Gemeenten, provincies en waterschappen dragen ook samen met het Rijk een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de informatievoorziening over het EMU-tekort van Nederland. De volledige informatievoorziening EMU (IV3 en EMU- begrotingsenquête) zal vallen onder de bestaande sanctieregimes ten aanzien van financiële informatievoorziening door de medeoverheden aan het Rijk. Voor de waterschappen geldt dus een maximaal EMU-tekort van 0,05% BBP, oftewel ruim € 300 miljoen. Nieuwe, aangescherpte afspraken die in Europa over de beheersing van financiën van de lidstaten zijn gemaakt, eisen van ons kabinet dat zij verdergaande afspraken met de decentrale overheden maakt over de beheersing van het Nederlandse EMU-saldo en dit in regelgeving vastlegt. Hiertoe gaat het kabinet het voorstel voor de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof) aan het parlement voorleggen. Op grond van in Europa gemaakte afspraken moet de wet op 1-1-2013 in werking treden. De Wet Hof heeft als doelen een structurele reductie van het EMU-tekort, een houdbare overheidsschuld en voor langere termijn houdbare overheidsfinanciën. De wet gaat regelen dat de decentrale overheden een aan het rijk gelijkwaardige inspanning aan deze doelstellingen gaan leveren. Omdat alleen het rijk, mede voor de decentrale overheden, door Europa wordt aangesproken, gaat de wet regelen dat het Rijk zijn verantwoordelijkheid ook echt waar kan maken. Op zich biedt het wetsvoorstel ruimte om de huidige normen te handhaven, maar de wet kan ook tot gevolg hebben dat het kabinet bepaalt dat de waterschappen aan strengere EMUnormen moeten voldoen, dat er strengerfejézichtop de naleving van deze normen wordt uitgeoefend en dat er bij overschrijding boetes' worden opgelegd. Dit kan tot gevolg hebben dat waterschappen minder kunnen investeren of de belastingen omhoog zullen moeten doen om aan aangegane verplichtingen te kunnen blijven voldoen. De ingrijpendheid van de wet hangt echter in belangrijke mate af van de bijdrage aan de verbetering van de EMU-saldi die het kabinet van de waterschappen (en de andere decentrale overheden) gaat verlangen. Dit laatste wordt niet in de wet vastgelegd, maar moet zich in bestuurlijk overleg dat op basis van de wet gevoerd gaat worden, uitkristalliseren. Op dit moment bestaat hierover nog geen duidelijkheid.
Pagina 2 van 4
2 B e h a n d e l i n g in U n i e v e r b a n d Op 16 december jl, heet de Ministerraad (MR) met het wetsvoorstel ingestemd, waarna het ministerie van Financiën de consultatie is gestart. Wij kregen aanvankelijk tot 20 januari 2012 de tijd om te reageren, maar na protest van de koepels over de onredelijkheid van een dergelijke termijn bij een wetsvoorstel dat ingrijpende gevolgen kan hebben, is de consultatieperiode verlengd tot 16 maart. Het wetsvoorstel is samen met een eerste analyse van het Uniebureau op 20 december via de hoofden financiën en leden van de Werkgroep Middelen breed bij de waterschappen uitgezet. Vanuit 15 waterschappen is een reactie ontvangen. Op basis van punten uit de analyse en die door de waterschappen haar voren zijn gebracht is een concept-Uniestandpunt opgesteld. Omdat we in eerste instantie uiterlijk 1 februari met een bestuurlijk standpunt zouden moeten komen, hebben we de waterschappen via de leden van de Uniecommissie B C F en de Werkgroep Middelen door middel van een extra schriftelijke ronde op 11 januari jl. gevraagd om op het concept-standpunt te reageren. Van 22 leden is een reactie ontvangen en na weging hiervan heeft het Uniebestuur ons standpunt bepaald.
3 H a a g s e lobby Vanaf de tweede week van januari 2012 vindt ambtelijk overleg over het wetsvoorstel plaats. Wat betreft de inhoud van de wet was onze inzet met name gericht op het voorkomen dat de waterschappen: a. een aan het Rijk evenredige bijdrage aan de verbetering van het EMU-saldo zouden moeten leveren; b. de verplichting zouden krijgen om op individueel niveau de begroting in overeenstemming met het maximaal toegestane EMU-saldo te brengen. We zijn wel bereid een collectief plafond te accepteren, mits van voldoende omvang. c. boetes zouden kunnen krijgen als Nederland zijn EU-norm niet overschrijdt. Dergelijke boetes zijn buiten proportie en werken bovendien averechts. Wat ons betreft moet er ander sturingsmechanisme komen. In de lobby trekt de Unie gezamenlijk op met VNG en 1PO en stemt steeds af met l&M. Inmiddels zijn op de zojuist genoemde punten reeds de volgende resultaten bereikt. a Evenredige bijdrage Begrip 'evenredige bijdrage' hebben we uit het wetsvoorstel weten te krijgen. Er wordt nu gesproken over 'gezamenlijke verantwoordelijkheid' en 'gelijkwaardige inspanning'. In het bestuurlijk overleg zoals dat op grond van de wet gaat worden gevoerd, wordt deze 'gelijkwaardige inspanning' in een meerjarenperspectief gekwantificeerd. b Individuele norm Ook deze verplichting is inmiddels uit het wetsvoorstel. Er komt wel een macronorm per geleding van de overheid. 'In ruil' hebben we e j n betere beheersing van het EMU-saldo aangeboden, inclusief coördinatie in de planvorming tussen de waterschappen waarbij het ËMUperspectief een rol speelt. Dit punt wordt inmiddels verder uitgewerkt. c Boetes Mede n.a.v. deze kritiek heeft het Rijk het beheersingsproces uitgeschreven. Boetes worden daarin op zich als ultimum remedium neergezet, maar zijn nog niet uit beeld. Bleef dus een punt voor nader (bestuurlijk) overleg.
Pagina 3 van 4
Het voorgaande geeft aan dat het wetsvoorstel lopende het proces van de afgelopen weken is aangepast ten opzichte van de versie die eerder aan de waterschappen is voorgelegd. 4 R e s u l t a t e n bestuurlijk overleg o p 5 maart j l . In het kader van de consultatie hebben de koepels van de provincies, gemeenten en waterschappen op 5 maart jl. overlegd met drie leden van het kabinet, namelijk minister De Jager van Financiën, minister Spies van BZK en staatssecretaris Atsma van l&M. Namens de Unie namen voorzitter Peter Glas en portefeuillehouder financiën Huub Hieltjes aan het overleg deel. In zijn korte opening gaf minister De Jager aan dat het de bedoeling van het kabinet is dat ook de decentrale overheden in een aantal jaren naar begrotingsevenwicht in EMU-termen toe werken. Vervolgens gaven de decentrale overheden in hun reactie aan dat zij op zich erkennen dat zij medeverantwoordelijk zijn voor het EMU-saldo en van goede wil om een bijdrage aan verbetering van het saldo te leveren. Echter, de verschillen tussen het baten-lastenstelsel dat zij hanteren en de EMU-systematiek uit Europa maakt begrotingsevenwicht in EMU-termen voor hen niet mogelijk. Bovendien is het volgens de koepels moeilijk uit te leggen dat organisaties met een gezonde financiële positie en een sluitende begroting beperkingen opgelegd krijgen die voortvloeien uit andere boekhoudregels. En dat er bij dezelfde condities zelfs sancties voor decentrale overheden kunnen volgen als Nederland zich aan de Europese spelregels houdt, wordt door de decentrale overheden afgewezen. Door de Uniedelegatie is naar voren gebracht dat specifiek voor de waterschappen geldt dat zij investeringen uitvoeren die vastgelegd zijn in nationale en internationaal afspraken, bestuursakkoorden en regelgeving. Waterschappen hebben ruimte in het EMU-saldo nodig om te kunnen blijven voldoen aan wettelijke normen en bestuurlijke afspraken. Het nakomen van de eerder bedoelde afspraken is in het geplande tempo niet mogelijk als ook een verbetering van het EMU-saldo wordt gevraagd en tegelijk de lokale lasten niet meer dan gematigd mogen stijgen. Het alternatief, een grote lastenverhoging voor burgers en bedrijven, is in deze tijd van economische crisis ook geen optie. We hebben neergelegd dat het bij ons investeringsvolume van ruim € 1 miljard grof rekenend om de volgende keuze gaat: € 500 miljoen minder investeren en afspraken niet nakomen óf de belastingen met ruim 20% verhogen om de gemaakte afspraken na te komen. Vervolgens ontstond een discussie over de vraag of het bij een sluitende begroting in batenlastentermen überhaupt mogelijk is een EMU-evenwichtssituatie te bereiken. Vanuit de decentrale overheden is daarbij naar voren gebracht dat er in drie standaardsituaties een negatieve bijdrage aan het EMU-saldo wordt geleverd: vervanging van bestaande voorzieningen tegen hogere kostprijs, investeringsimpulsen en aanwending van vermogen/reserves. Voorts zijn er decentralisaties die tot verschuivingen van financiering tussen overheden hebben geleid of nog leiden. Hierbij hebben wij ons specifieke geval van de overname van de financiering van het HWBP naar voren gebracht, wat breed werd herkend. Besloten werd dit alles helder in beeld te gaan brengen en ook zo veel mogelijk cijfermatig inzichtelijk te maken. Bezien zal worden of onafhankelijke partijen, zoals de Raad voor de Financiële Verhoudingen en/of een hoogleraar openbare financiën voor de inhoudelijke en het Centraal Planbureau voor de cijfermatige uitwerking een bijdrage kunnen leveren. Minister De Jager heeft aandacht gevraagd; voor het feit dat Nederland ten aanzien van 2013 een grote uitdaging heeft, omdat het begrotingstekort met minimaal 1,5% BBP moet worden teruggebracht. Hij wil hiervoor graagte afspraak maken dat de decentrale overheden zich gezamenlijk aan hun maximaal tekort van 0,5% BBP houden. Hierop heeft onze delegatie aangegeven dat de waterschappen een deel van de financiering van het HWBP van het rijk hebben overgenomen en dat deze verschuiving pleit voor een ruimer EMU-aandeel voor de waterschappen. Dit is één van de elementen van het in de Bestuursafspraken 2011-2015 afgesproken onderzoek naar de verdeling van de EMU-saldi en wij gaan er
Pagina 4 van 4
vanuit dat dit daar gehonoreerd gaat worden. Er is afgesproken dat de resultaten van dit onderzoek in het volgende bestuurlijke overleg op 10 mei a.s. op tafel zullen liggen en dat we dan kunnen bezien wat de decentrale overheden in 2013 kunnen bijdragen; Aan het slot van het overleg hebben de decentrale overheden gemeld dat zij op dit moment niet met het wetsvoorstel kunnen instemmen. Niet alleen omdat operationalisering van de principes van de beheersing van het EMU-saldo nog niet ver genoeg is uitgewerkt, maar vooral omdat de consequenties getalsmatig nog onvoldoende helder zijn. De koepels hebben hun medewerking aan de uitwerking van beide aspecten toegezegd, zodat zij in het volgende bestuurlijk overleg van 10 mei a.s. een finaal oordeel over het wetsvoorstel kunnen geven. De decentrale overheden hebben aangekondigd dat zij hun huidige bedenkingen ook nog in een gezamenlijke brief aan het kabinet zullen verwoorden. Als bijlage 2 is een afschrift van deze brief bijgevoegd. Waarschijnlijk gaat het kabinet,.om te voorkomen dat het proces te grote vertraging oploopt, het wetsvoorstel medio maart toch aan de Raad van State voorleggen. Het finale oordeel van de decentrale overheden kan dan betrokken worden in het wetsvoorstel dat naar de Tweede Kamer gaaf.
5 Slotbeschouwing Het is goed nogmaals aan te geven dat de wet alleen het proces van beheersing van het EMUsaldo vastlegt, maar geen cijfers van startsaldi, meerjarenperspectief e.d. gaat bevatten. Dat laatste wordt in bestuurlijke overleggen tussen kabinet en mede-overheden voorbesproken en uiteindelijk door het kabinet bepaald. Wellicht dat er in mei a.s. meer zicht komt op wat er in dit dossier van de waterschappen wordt gevraagd en verlangd, mede omdat dan ook de voorjaarsnota van het kabinet bekend is. Weliswaar is de Wet Hof dan nog niet van kracht en heeft het kabinet daardoor nog geen titel om ons voor 2013 iets voor te schrijven, maar een bijdrage aan beperking van het saldo van onze kant kan helpen om het Rijk af te brengen van zijn boetesystematiek. Uiteraard zal één en ander in Unieverband via de Werkgroep Middelen en de Commissie BCF worden voorbereid.
Bijlage 2 I n t e r p r o v i n c i a a l Ov*<-!fc$
v
O Sm
S
UNIC VAN WATCRSCHAPPCN
Den Haag, 16 maart 2012 De minister van Financiën de heer mr.drs. J.C. de Jager Postbus 20201 2500 E E DEN HAAG
Betreft: Gezamenlijke voorlopige reactie van VNG, IPO en UvW op Wet Houdbare overheidsfinanciën Geachte heer De Jager, Op 16 december 2011 hebben VNG, IPO en UvW het wetvoorstel Houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) ontvangen voor consultatie. Met het wetsvoorstel wil het kabinet op grond van Europese afspraken het principe van begrotingsevenwicht in EMU-termen en het aanscherpen van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) verankeren in nationale wetgeving. Op basis van de bespreking in het bestuurlijk overleg van 5 maart jl. ontvangt u hierbij de voorlopige reactie van VNG, IPO en UvW. De definitieve reactie ontvangt u - zoals afgesproken - ais er meer duidelijkheid is over de gevolgen van de wet voor de gemeenten, provincies en waterschappen. Wij gaan er van uit dat die duidelijkheid er is in het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen van 10 mei a.s. Daarna ontvangt u spoedig onze definitieve reactie(s). Wij begrijpen heel goed de achtergrond van het wetsvoorstel en voelen ons met het rijk medeverantwoordelijk voor het Nederlandse EMU-saldo. Echter, omdat er op dit moment bij ons onvoldoende zekerheid bestaat dat er bij de uitwerking van het wetsvoorstel voldoende rekening wordt gehouden met de specifieke situatie van de decentrale overheden in Nederland, kunnen wij niet met het voorliggende wetsvoorstel instemmen. Deze specifieke situatie betreft in het bijzonder de begrotingssystematiek die de decentrale overheden hanteren. Een andere reden om op dit moment nog geen steun aan het wetsvoorstel te geven Is dat het systeem voor de gezamenlijke beheersing van het EMU-saldo nog onvoldoende is uitgewerkt om daarover een definitief oordeel te geven. Een laatste punt is dat wij principiële bezwaren hebben tegen de sanctiemogelijkheid voor decentrale overheden in de situatie dat Nederland als lidstaat in dit verband geen sancties vanuit Europa krijgt opgelegd. In het vervolg van onze brief lichten wij onze belangrijkste bezwaren nader toe.
EMU-tekort als gevolg van verschillen in boekhoudkundige stelsels De decentrale overheden voldoen aan de verplichting om een sluitende begroting op te stellen op basis van het baten-lastenstelsel, maar kunnen desondanks een EMU-tekort hebben omdat het EMUsaldo wordt berekend op transactiebasis. Het verschil zit vooral in twee onderdelen: de investeringsuitgaven en het aanwenden van de reserves. De investeringsuitgaven belasten in het baten-lastenstelsel via afschrijvingen uitgesmeerd over de jaren van de gebruiksduur van de investering het exploitatiesaldo, terwijl voor de berekening van het EMU-saldo de investeringsuitgaven volledig worden toegerekend aan het jaar waarin de investering plaatsvindt. Dit leidt tot verschillen, die volledig doorwerken in het EMU-saldo. In een steady state worden de verschillen over een langere periode bezien of voor een grote groep als geheel uitgevlakt. Maar voor een kleine groep, zoals het geval Is bij de provincies en de waterschappen, zullen de investeringen een grilliger verloop vertonen dan de afschrijvingen. De kans
dat door uitschieters de EMU-norm wordt overschreden, is daarmee ook groot. In principe is dit probleem te kenschetsen als een statistisch probleem waarbij de pieken en dalen van investeringen van de afzonderlijke overheden onvoldoende tegen elkaar worden uitgevlakt. Het probleem wordt nog vergroot omdat er momenteel en de komende jaren geen sprake is van een steady state, maar van investeringsimpulsen. Op grond van verschillende internationale en nationale wettelijke verplichtingen en bestuurlijke afspraken zijn de decentrale overheden gehouden aan nieuwe investeringen. Deze investeringsimpulsen leiden tot grotere verschillen tussen de investeringsuitgaven en de afschrijvingen in het zelfde jaar en dus tot een grotere negatieve belasting van het EMU-saldo. Ook de decentralisaties conform de Bestuursafspraken 2011-2015 (inclusief het Bestuursakkoord Water 2011) kunnen hetzelfde effect hebben. Het aanwenden van reserves belast het EMU-saldo ook direct. Dit geldt voor alle overheden die over reserves beschikken en deze willen aanwenden, bijvoorbeeld omdat zij hebben gespaard voor grote uitgaven. Op het moment dat ze dan die uitgave doen, wordt het EMU-saldo belast. Wij vinden dit niet uit te leggen. Hoeveel houdbaarder kunnen de overheidsfinanciën zijn dan eerst te sparen voor de uitgaven? De rekenregels zijn zelfs nog meer bizar voor de provincies en gemeenten die vermogens hebben verkregen door de verkoop van de energiedeelnemingen. Hierbij worden ontvangsten en uitgaven asymmetrisch behandeld. Zo leidt de boekwinst bij de verkoop van de aandelen in dat betreffende jaar niet tot een positief EMU-saldo, maar belast het aanwenden van die reserves daarna wel het EMU-saldo. Een wrang feit is dat financieel gezonde provincies en gemeenten die over ruime reserves beschikken en daar ook gebruik van maken, boekhoudkundig een groot EMU-tekort hebben. Moeten provincies en gemeenten dan de opbrengsten van hun verkochte aandelen tot in lengte van jaren als spaargeld beheren in plaats van deze te Investeren in de samenleving? Dit leidt tot forse economische schade aan de samenleving.
Gelijkwaardige inspanning of bovenproportionele inspanning? De verplichting voor de decentrale overheden in artikel 3 om door het treffen van maatregelen een gelijkwaardige inspanning te leveren als de rijksoverheid om aan de EU-normen te voldoen, mag niet uitmonden in een bovenproportionele inspanning van de decentrale overheden. Deze inspanning komt namelijk bovenop de wettelijke verplichting voor een sluitende begroting, de bestuurlijke afspraken om de lastenstijging door middel van besparingen te beperken en bovenop de doorwerking van de rijksbezuinigingen via de norrneringssystematiek op het gemeente- en provinciefonds. Een EMU-norm voor de decentrale overheden die is afgeleid van de norm voor een maximaal tekort van 3% BBP leidt derhalve al tot een behoorlijke inperking van de investeringsmogelijkheden van de decentrale overheden. Een verdere aanscherping voor de decentrale overheden richting de middellange-termijndoelstelling (MTO) voor Nederland van een EMU-saldo tussen de - 0,5% BBP en + 0,5% BBP mag niet leiden tot een slot op de activiteiten van de decentrale overheden waardoor zij hun kerntaken niet meer kunnen uitvoeren. De financieringsruimte van de gezamenlijke decentrale overheden moet ook In de toekomst voldoende blijven om de rekening van publieke voorzieningen bij de toekomstige gebruikers te kunnen neerleggen. Zij hebben ruimte nodig om zowel de bestaande voorzieningen te vervangen (vervangingsinvesteringen) als nieuwe ontwikkelingen te bekostigen. Bij dit laatste gaat het onder andere om de in de bestuursafspraken overeen gekomen investeringen als het NUP, het Bestuursakkoord Water, het Deelakkoord Natuur en individuele afspraken over gebiedsontwikkeling en aanleg van infrastructuur (bijvoorbeeld Noord-zujöüjn), Voorde noodzakelijke vervangingsinvesteringen bijvoorbeeld in riolering^ veel geld nodig namelijk jaarlijks € 700 min, De vrijvallende jaarlijkse afschrijvingslasten in de riolering bedragen € 200 min. Om te voldoen aan de afspraken in het Bestuursakkoord Water is dus al een additionele ruimte van € 500 min. noodzakelijk. Provinciale projecten die in gevaar komen vanwege een aanscherping van de EMU-normen zijn bijvoorbeeld de zeesluis in IJmuiden en de tunnel in Sluiskil. De uitvoering van het nationale waterbeleid, dat voor een belangrijk deel gebeurt door de waterschappen, en waarmee wordt ingespeeld op ontwikkelingen zoals zeespiegelstijging, langere perioden met meer en met minder
neerslag, verstedelijking, bodemdaling, verzilting en aangescherpte (Europese) milieu-eisen komt ernstig in gevaar. Waterschappen hebben ruimte in het EMU-saldo nodig om te kunnen blijven voldoen aan de wettelijke normen en bestuurlijke afspraken waarin het beleid is vastgelegd. Wij merken op dat vanuit Europa de eerder geschetste een-op-een doorvertaling van de MTO naar de decentrale overheden niet wordt voorgeschreven. Nederland kan een eigen invulling geven aan het bereiken van de MTO. Wij vinden dat het kabinet bij het overleg met de Europese Commissie over het nieuwe MTO rekening moet houden met het andere boekhoudstelsel van de decentrale overheden. Binnen dat stelsel moeten zij sluitende begrotingen opstellen en daarmee is sprake van houdbare overheidsfinanciën. Bij het bepalen van de nieuwe MTO voor Nederland moet een vaste ruimte worden meegenomen voor een EMU-tekort van de decentrale overheden.
Geen eigen sancties voor Nederland Volgens het wetsvoorstel kan een decentrale overheid op twee manieren een sanctie worden opgelegd. Zo kan op grond van artikel 9 een boete die vanuit Europa aan Nederland worden opgelegd vanwege overschrijding van de EMU-norm, worden doorberekend aan de decentrale overheden die aan de overschrijding hebben bijgedragen door hun aandeel in de EMU-norm te overschrijden. VNG, IPO en UvW kunnen hier alleen mee instemmen als bij het bepalen van de EMU-normen voor de decentrale overheden voldoende rekening wordt gehouden met de eerder genoemde specifieke omstandigheden, zoals een sluitende begroting op basis van het baten-lastenstelsel, de aanwending van de reserves, de investeringsopgaven/decentralisaties en de normeringssystematiek. Op grond van artikel 8 kan ook een sanctie worden opgelegd zonder dat sprake is van een boete vanuit Europa. VNG, IPO en UvW vinden deze preventieve boete principieel niet acceptabel, ook mede gezien de strenge voorwaarden die verbonden zijn aan het terugkrijgen van het renteloos depot. De voorwaarde dat gedurende 3 jaar tenminste 2 jaar geen overschrijding van de norm plaatsvindt, houdt in dat grote investeringen tenminste 2 jaar niet kunnen plaatsvinden en moeten worden uitgesteld. Maar ook daarna kan de situatie nog dusdanig zijn dat het EMU-saldo verhindert dat de investering alsnog plaatsvindt.
Definitieve reactie komt na 10 mei In het bestuurlijk overleg op 5 maart is afgesproken dat VNG, IPO en UvW hun definitieve reactie opstellen als zij meer duidelijkheid hebben over de gevolgen van de wet voor de gemeenten, provincies en waterschappen. Daartoe is het nodig dat het onderzoek naar de actualisatie van de EMU-normen voor de decentrale overheden voortvarend wordt opgepakt zodat op basis van dat onderzoek de nieuwe EMU-normen in het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen van 10 mei a.s. bestuurlijk kunnen worden vastgesteld. In dat onderzoek wordt ook rekening gehouden met de decentralisaties. VNG, IPO en UvW zullen hoge prioriteit toekennen aan dit onderzoek en daar ten volle aan meewerken. Op 5 maart hebben we met u afgesproken dat onafhankelijke instanties, zoals het Centraal Planbureau, de Raad voor de Financiële Verhoudingen en/of een hoogleraar openbare financiën, bij het onderzoek en de verdere uitwerking van het beheersingsmechanisme betrokken zullen worden. We hebben ook besproken dat er gekeken zal worden naar creatieve oplossingen om de gevolgen voor de decentrale overheden te bepêrken. We gaan er vanuit dat van uw kant daar ook ten volle aan wordt meegewerkt.
Een afschrift van deze brief sturen wij aan de Minister van BZK en de staatssecretaris van l&M
Hoogachtend,
Bil
Owl
J.W. Remkes Voorzitter Interprovinciaal Overleg
mr.drs. P.C.G. Glas Voorzitter Unie van waterschappen
A. Jorritsma-Lebbink Voorzitter Vereniging van Nederlandse Gemeenten
«VI
UN IJl VAN W A T E R S C H A P P E N C
3L
;
t.
"
% Z. O Z- -
s » s !- j
!
;
;
~
r
"
5 ;
;
3 f
O
C 4
O
O
i
2 ; a
r
W
«
c
^
;
^
3
" 3 s 5 f
O
1
D
i e_
? c
Telefoon
f>i
U,hr. Ter afd Dfr,
0>.
.i
AJïlJAL-LJP/t. Atfj'idesn d.d
önsTcïrimsnr 63063 E L
cuniactpersoorr'
27 maart 2012 bijlage(n)
uw kenmerk
e-mail
datum
mw. L.S. Yeung
1
[email protected]
betreft
doorkiesnummer
Jaarrekening 2011
070 351 98 54
Geachte heer, mevrouw, Hierbij zend ik u de, door de leden op 23 maart jl. goedgekeurde, Jaarrekening 2011.
Hoogachten
mr
dstra
2596 A A Den Haag Postadres Postbus 93218
28N 'AAKT 2812 De leden-waterschappen t.a.v. de hoofden financiën
Koningskade 40
2509 A E Den Haag
W'f erscbap <<>)
Bezoekadres
0703519751 Fox 0703544642
.Lr:.*
S r U N I E VAN
WATERSCHAPPEN
•11
C l C l I 1 ^ 7 i \ v ? I 111
I \JÊ
u
v 1
I
iilil
11111111
Üllll ilili?
li iliiill il
•IS
! i « « i i l i ï i l i i « i l |lillllaB»iiilMll
mmmmmÊÊ^m^QiD^M
_
:
Directieverslag 2011
3
Financiële positie
6
Balans per 31 december 2011
8
Staat van baten en lasten
9
Grondslag voor waardering van de activa en passiva en de resultaatbepaling
10
Toelichting op de balans per 31 december 2011
11
Toelichting op de staat van baten en lasten
14
Overige gegevens
16
Strategie De Unie van Waterschappen is de vereniging van alle waterschappen in Nederland en is de werkgeversorganisatie van ongeveer 11.000 waterschapsmedewerkers bij 25 waterschappen. De waterschappen zijn verantwoordelijk voor het regionale waterbeheer. De Unie ondersteunt de leden op het gebied van beleidsontwikkeling, belangenbehartiging en de lobby bij o.a. ministeries, het parlement en de Europese Unie. Dit jaarverslag beschrijft in kort bestek de activiteiten van het Uniebureau. De waterschappen werken aan duurzaam waterbeheer. De Unie heeft een leidende positie in de strategische discussie over regionaal waterbeheer. Deze leidende positie verwerft de Unie door een inspirerende gesprekspartner te zijn en strategische initiatieven te nemen binnen relevante netwerken.
Corporate Governance De Nederlandse waterschappen zijn verenigd in de Unie van Waterschappen. Het hoogste orgaan is de ledenvergadering. Alle leden van de Unie zijn in de ledenvergadering vertegenwoordigd. De ledenvergadering vergadert 4 keer per jaar. De ledenvergadering benoemt de leden van het bestuur. De bestuursleden en de voorzitter van het bestuur worden benoemd voor een periode van 3 jaar met de mogelijkheid tot eenmalige herbenoeming. De algemeen directeur van de Unie is secretaris van het bestuur. Op verzoek van het bestuur kan de ledenvergadering commissies instellen die, op hun afgebakende beleidsterreinen, besluiten kunnen nemen. KPMG is de controlerend accountant van de Unie sinds 2009. De werkzaamheden ten behoeve van de jaarrekening zijn door KPMG gestart op 6 februari 2012. Door de Unie is gezorgd voor een uitgebreide hoeveelheid relevante gegevens op basis van een door KPMG van te voren uitgereikte checklist. Alvorens met de daadwerkelijke controle van de jaarrekening werd gestart heeft in oktober 2011 een interim-controle plaatsgevonden. Daar zijn geen nieuwe bevindingen en relevante verbetersuggesties uit naar voren gekomen.
Organisatie Onder leiding van een 2-hoofdig directieteam is in 2011 gewerkt binnen programma's en het account. Samen clusteren deze producten van het Uniebureau op een samenhangende wijze. Ontwikkelingen kunnen leiden tot nieuwe programma's, stopzetten van bestaande programma's of het vergroten/verkleinen van de inzet in een programma. De jaarlijkse begrotingscyclus vormt hiervoor het kader. Per 1 januari 2011 is vanwege de betere herkenbaarheid en evenredige verdeling van medewerkers over de programma's een wijziging doorgevoerd. De taken zijn per die datum verdeeld over de volgende programma's: • • • • •
Waterbeleid Moderne Overheid Vereniging en Communicatie Innovatie en Internationaal Bestuurlijk-Juridisch Account
Het Stafbureau Bedrijfsvoering ondersteunt de programma's door middel van automatisering, financiën, personeelszaken, een secretariaat en facilitaire zaken.
3
Beleidsmedewerkers kunnen werkzaam zijn in meer dan één programma. De invulling van taken door middel van de programma's heeft betekenis voor de werkwijze, reservering van tijd en middelen en voor de ontwikkeling van kernwaarden en competenties. De directe doorvertaling van programma's, producten, tijd en benodigde financiën worden jaarlijks expliciet zichtbaar gemaakt in jaarbegroting, programmaplannen en werkplannen. De veranderde werkwijze (nadruk op hobby, communicatie en regie) is binnen de Unie een bijzonder punt van aandacht wat betreft persooneelsbeleid waarbij ontwikkeling van deze kernkwaliteiten centraal staat. In 2011 is mede om die reden een overkoepelend HR beleid vervaardigd dat de basis vormt voor het personeelsbeleid. In het Bestuursprogramma (2010-2013) zijn de volgende prioriteiten benoemd.: • Behartigen van belangen van de waterschappen • Bevorderen van de zichtbaarheid van de waterschappen « Bevorderen van de samenwerking tussen waterschappen en met ketenpartners. * Bevorderen van innovatie (bestuurlijk, organisatorisch en instrumenteel) • Vormgeven van goed werkgeverschap van de waterschappen opdat de waterschappen zich als moderne, diverse en duurzame werkgever kunnen presenteren P r e s t a t i e s 2011 Centraal in de werkzaamheden van het Uniebureau staan de uitvoering van het Bestuursprogramma en het Bestuursakkoord Water. Nadat in 2009 de zgn. Storm brief was uitgekomen, waarin de waterschappen eensgezind aangaven hoe zij de Rijksbegroting met structureel 100 miljoen minder konden belasten is in het in 2010 opgestelde Regeerakkoord afgesproken dat het Rijk met de betrokken overheden wilde komen tot een doelmatiger waterbeheer. In 2011 heeft de Unie veel inspanningen geleverd om op het juiste moment en op de juiste wijze invloed te krijgen in het zogenaamde Bestuursakkoord (Water) dat de basis voor dat doelmatige waterbeheer is. Samen met het Rijk, IPO en VNG is dit in 2011 afgerond (Bestuursakkoord Water) en is gelijk gestart met de uitvoering van de daarin afgesproken acties. Het Uniebureau heeft in deze een coördinerende en initiërende taak. In 2011 bleek nogmaals dat een solide en gerichte lobby zijn vruchten kan afwerpen en dat de waardering voor de waterschappen groeide. Dit via een alerte wijze van communiceren waarbij de taakuitoefening van de waterschappen hoog werd geacht. De uitreiking van de prijs 'Waterman van het Jaar" door de Deltacommissaris aan de voorzitter van de Unie is daar een mooi resultaat van. In 2011 is gezorgd voor een significante bijdrage vanuit de Unie in het Deltaprogramma waarmee invloed wordt aangewend op bijvoorbeeld de gebieden Waterveiligheid, Zoetwatervoorziening en met betrekking tot het dossier Nieuwbouw en herstructurering. In het kader van het Waterketenbeleid is er voor gezorgd dat de samenwerking tussen waterschappen en gemeenten steeds duidelijker vormen begint aan te nemen. Een visie op bedrijfsvergelijkingen is in 2011 afgerond. Ook is in 2011, samen met het Water Governance Centre een voorstel geschreven om, aan de hand van cases, inzicht te krijgen in de bestuurskracht van de waterschappen. Visies op dienstverlening maar ook op innovatie zijn in 2011 eveneens gepubliceerd. Inzet is geleverd aan de zogenaamde innovatie-estafette met daaruit voortvloeiende o.a. een Convenant 'Building with Nature'. In 2011 is een belangrijke richting gegeven aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma en de voortgang bij het KRW project. Er is in oktober een 'Green Deal' namens de waterschappen met als doel de duurzaamheid in het werk te versterken.ln 2011 is ook gestart met de positionering van de Unie op het Wereld Water Forum 6. Aan het ministerie van l&M zijn verschillende adviezen uitgebracht, o.a., voor aanpassing van het belastingsysteem. De voorkeur van de Unie voor directie verkiezingen is op diverse plaatsen kenbaar gemaakt. Daarnaast heeft de Unie gereageerd op de vele wetsvoorstellen en AMvB's. In het bijzonder in de discussie over het Omgevingsrecht in verband met het belang van het behoud van de regulerende bevoegdheden van de waterschappen. Veel inspanning is geleverd vanuit de Unie om als uitvloeisel van afspraken uit de CAO het Individueel Keuze Budget te implenteren. Dit vergde coördinatie- en improvisatietalent maar vooral doorzettingsvermogen.
meer mogelijkheden om snel gegevens tussen waterschappen onderling en tussen Unie en waterschappen uit te wisselen. De vernieuwing van de website van de Unie (met de vele afgeleiden daarvan) is een belangrijk vliegwiel bij het verbeteren van het imago van de waterschappen en de herkenbaarheid van de Unie. De dagelijks uitgebrachte nieuwsbrief (digitaal) door de Unie is ook in 2011 een succes gebleken dat zal worden voortgezet. In het kader van de uitbreiding van de mogelijkheden inzake Social Media heeft de Unie sinds kort een account op Twitter. De HRM cyclus is gedigitaliseerd op basis van een bij andere waterschappen gebruikt systeem.
Het exploitatie resultaat 2011 bedraagt € 211.406,- (negatief). Geraamd was een tekort van € 610.368,-. Het verschil wordt hieronder op enkele hoofdpunten verklaard : • • • •
een algemeen en meer strikt begrotingsbeleid niet geraamde inkomsten van nieuwe huurders (Aqua for All en het Water Governance Centre) lagere hypotheekrente-kosten i.v.m. eind 2010 afgesloten rente-herziening lagere energiekosten
» minder afschrijvingskosten dan was geraamd; het uitstel van investeringen in 2010, vanwege wel of niet continuering huisvesting werkte door in 2011 en dit gold ook voor de voorziening Groot Onderhoud • op posten Huisvesting, Algemene Lasten en Diensten is door scherpe begrotingsdiscipline minder uitgegeven • zoals vorig jaar aangekondigd bij de behandeling van de jaarrekening was er de mogelijkheid dat het bestemde bedrag van € 40.000,- voor de gedragscode Flora-Wet en Fauna-Wet toch niet benut zou worden (en terug zou vloeien naar de Algemene Reserve), hetgeen ook daadwerkelijk is gebeurd.
Risicomanagement/interne beheersing De programma's en het account worden aangestuurd door programmaleiders. Drie keer per jaar rapporteren zij over de voortgang van de werkzaamheden aan de directeur. Wekelijks zijn er bilaterale gesprekken tussen de directie en programmaleiders over ontwikkelingen die van invloed zijn op de prestaties. De administratieve organisatie met daarin begrepen maatregelen van interne beheersing vormt een belangrijk en onmisbaar instrument om een betrouwbare en toereikende informatievoorziening te verkrijgen. Dit is van belang voor elk niveau in de organisatie ter ondersteuning en sturing van het interne beheer en het interne toezicht. De tijdregistratie van externe projecten, van belang voor bijvoorbeeld het verkrijgen van subsidies, is in 2011 goed verlopen. Vooruitblik 2012 Vanwege de lage rente-inkomsten op deposito's is de Waterschapsbank in 2011 uitsluitend benut als bank voor de rekening-courant. De liquide middelen zijn via flexibele spaarvormen ondergebracht bij de ING. Dit beleid zal worden gecontinueerd. De liquiditeitspositie van de Unie is blijvend een punt van aandacht en zal scherp in de gaten gehouden worden teneinde te voorkomen dat korte tijd geld geleend zal moeten worden. Tijdige betaling van de contributie door de waterschappen zal daarbij helpen. Perl mei 2012 verlaat een grote huurder het pand van de Unie. Een makelaar is reeds enige tijd bezig een nieuwe huurder te vinden. Echter, gezien de leegstand is de verwachting dat dit niet heel spoedig gerealiseerd zal zijn. In de begroting 2012 is daarmee rekening gehouden. In 2011 is bij de begrotingsbesprekingen een afspraak gemaakt over het benutten van het overschot van de Algemene reserve.
Den Haag, 9 maart 2012 AJ.Vermuë Algemeen Directeur
Hierna een overzicht van de financiële positie per 31 december 2011. Dit overzicht richt zich In het bijzonder op de middelen die beschikbaar zijn voor de financiering van het werkkapitaal. De gegevens zijn ontleend aan de balans per 31 december 2011.
Middelen op lange termijn Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden
2011
2010
Mutatie 2011
3.111.040 167.514 7.781.877
3.322.446 167.514 8.135.599
-211.406 0 -353.722
Vastgelegd op lange termijn Vaste activa
11.060.431
11.625.559
-565.128
12.256.993
12.391.320
134.327
Netto werkkapitaal
-1.196.562
-765.761
-430.B01
1.727.102 413.698 276.816 274.053 998.124
1.736.495 754.060 277.272 235.989 207.551
-9.393 -340.362 -456 38.064 790.574
3.689.792
3.211.367
478.427
Beschikbaar
2.493.231
2.445.606
47.626
Aangewend voor Voorraden Vorderingen Liquide middelen
0 293.471 2.199.760
47.230 221.439 2.176.937
-47.230 72.033 22.823
2.493.231
2.445.606
47.626
Middelen op korte termijn Schulden In verband met financieringsprojecten Schulden aan leveranders Schulden inzake belastingen, premies sociale verzekeringen en pensioenen Schulden aan personeel Overige schulden en overlopende passiva
De afname van de liquide middelen is middels onderstaand kasstroomoverzicht als volgt te analyseren: 2011 EUR
Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat voor financiële baten en lasten
EUR 166.708
Aanpassingen voor:
Afschrijvingen op materiële vaste activa Onttrekking voorzieningen
237.220 -96.420 140.800
Verandering in werkkapitaal:
Vorderingen Voorraden Kortlopende schulden (exclusief financieringsprojecten)
-72.033 47.230 487.820 463.017
Kasstroom uit bedrijfsoperaHes
770.525
Ontvangen rente Betaalde rente
67.443 -349.137 -281.694
Kasstroom uit operationele activiteiten
488.831
Kasstroom uit Investeringsactiviteiten Investeringen in materiele vaste activa
-102.893
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Afname financieringsprojecten Aflossing langlopende schulden
-9.393 -353.722 -363.115
Toename/afname geldmiddelen
22.823
Mutatie geldmiddelen Geldmiddelen per 1 januari Toename/(afname) geldmiddelen
2.176.937 22.823
Geldmiddelen per 31 december
2.199.760
6
Es
c
N
i X
B
r 3
i
e
-
i 1
lit
lis
111 I
IB S3
rats
SEC
5
'ell l p
m
-on I
«SS,
3 3 3 n
m
1
k. ft. I .
1
111
****** asss
*
m
*
VIA
r% r>. v>8
•
i
i
PI
IN
***
******
mS mHOOI i/> -< It N in
m
IN v m n at in ID M w m
B O N N
B
A
vO
ON
* a*
* e
* * * * * *
t
g Mm
*
t
* * * t
t
8 " S * :
Ptl IN
CO
f
10 C7>
i
s ID
C
f
01
2
in
>
3
I 9)
Uj
o
CO
III
c
i l11 l
c "D >
10
10
u X
O
(J
J
£
M
5 >
4£
J
01
3
g V
UH i
0t
8
5 - ift t ï.' I ) Ik 2 '2 m. V rt. (A T I)
?
M
0)
3
(voor rcsultaatDestemming z o u ) ACTIVA A. VASTE ACTIVA I. Materiële vaste activa I. Gebouwen
£ 12.053.866
€
12.216.441
tl. Inventaris
C
C
174.879
203.127 12.256.993
12.391.320
B. VLOTTENDE ACTIVA I. Voorraden
E
II. Verteringen
C
III. Belastingen IV. Overige vorderingen en overlopende activa IV. liquide middelen
€
47.230
48.926
€
45.815
C
5.514
£
53.655
C
239.032
€
121.970
£
2.199.760
C
2.176.937
Totaal activa
2.493.232
2.445.607
14.750.225
14.836.927
PASSIVA C. EIGEN VERMOGEN I. Bestemmingsreserve
C
40.000
C
77.300
II. Verenigingsvermogen
£
3.282.446
£
3.395.562
III. Exploitatiesaldo
£
£
150.416-
211.4063.111.040
3.322.446
0. VOORZIENINGEN 1. Pensioenen
€
39.503
£
39.503
II. Egalisatievoorziening
C
128.011
£
128.011
167.514
167.514
7.781.B77
8.135.599
E. LANGLOPENDE SCHULDEN I. Langlopende geldlening F. KORTLOPENDE SCHULDEN I. Financieringsprojecten
€
1.727.102
1.736.495
n. Crediteuren
C
413.698
754.060
III. Belastingen, premies sociale verzekeringen en pensioenen
C
276.816
277.272
IV. Personeel
274.053
235.989
V. Overige schulden en overlopende passiva
998.124
207.551
Totaal passiva
£
3.689.792
3.211.367
14.750.22S
14.836.927
Ai Paten 8.110.986
8.111.306
7.274.988
Verhuur
490.951
459.000
476.542
III. Programma's
183.137
176.000
192.767
IV. Overige baten
20.833
I.
Contributies
II.
€
Totaal
8.805.907
31.459 €
8.746.306
€
7.975.756
B. Lasten I.
Projectkosten programma's en directie
2.885.437
2.924.000
1.991.774
II.
Personeelskosten
4.556.529
4.653.367
4.430.722
III. Huisvestingskosten
308.293
320.500
304.122
IV. Algemene kosten
440.671
448.000
467.134
V.
149.172
154.500
152.224
VI. Afschrijvingen vaste activa
237.220
337.000
286.960
VII. Onvoorzien/Reorganisatie
61.877
50.000
50.438
Kosten diensten
Totale bedrijfslasten Resultaat voor financiële baten en lasten
8.639.199
€
166.708
€
8.887.367
€
7.683.374
141.061-
€
292.382
€
20.383
C. Financiële baten en lasten Rentebaten
67.443
80.000
II. Rentelasten
349.137
423.051
441.935
96.420
126.256
21.246
I.
III. Overige lasten Saldo financiële baten en lasten
€
378.114-
€
469.307-
€
442.798-
Exploitatieresultaat
€
211.406-
€
610.368-
€
150.416-
Onttrekkingen (Toevoegingen) via verenigingsvermogen
€
211.406
€
610.368
e
150.416
o
Deze jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 6 4 0 Organisaties zonder winststreven. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis v a n kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost a n d e r s wordt v e r m e l d , de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. De baten en lasten worden toegerekend a a n de periode waarop deze betrekking hebben. Baten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde v a n het verslagjaar, in acht g e n o m e n indien zij voor het opmaken v a n de jaarrekening bekend zijn geworden. Grondslagen voor de waardering v a n activa en passiva
Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs verminderd met de cumulatieve en indien v a n toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op v a n een v a s t percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment v a n ingebruikneming.
Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde onder aftrek van de noodzakelijk geachte voor het risico van oninbaarheid. De vorderingen hebben een looptijd van maximaal één jaar.
Liquide middelen De liquide middelen s t a a n , voor zover niet a n d e r s vermeld, ter vrije beschikking.
Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en w a a r v a n de omvang op betrouwbare wijze is te schatten.
De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting v a n de bedragen die noodzakelijk zijn o m de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. W a n n e e r verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat d e z e vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling v a n de verplichting. Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren.
Schulden Schulden zijn gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Indien er geen s p r a k e is van agio of of transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde v a n de schuld. Schulden zijn gerangschikt onder de kortlopende schulden als deze binnen 12 maanden na kunnen worden opgeëist en onder de langlopende schulden als dit niet het geval is.
Pensioenen Uitgangspunt is dat de pensioenlast gelijk is a a n de verschuldigde pensioenpremie, tenzij sprake is v a n additionele verplichtingen op balansdatum.
Kasstroomo verzich t Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis v a n de indirecte methode. Kasstromen in buitenlandse valuta zijn herleid n a a r euro's met gebruikmaking van de gewogen gemiddelde omrekeningskoersen voor de betreffende periodes. 10
ACTIVA A. VASTE ACTIVA ]. Materiële vaste activa Het verloop van de materiële vaste activa kan als volgt worden weergegeven: Boekwaarde per 01-01-11 12.216.441 174.879
1, Gebouwen en terreinen 2. Inventaris Totaal
Investering 2011
€
12.391.320
€
Afschrijving 2011
102.893
-162.575 -74.645
102.893
-237.220
Boekwaarde per 31-12-11 12.053.866 203.127 C
12.256.993
De verwachte economische levensduur voor gebouwen bedraagt 50 jaren. Op grond wordt niet afgeschreven. De verwachte economische levensduur voor hardware en software bedraagt 3 Jaren. De verwachte economische levensduur voor de overige inventaris bedraagt 7 jaren. B. VLOTTENDE ACTIVA I. Voorraden Deze post is als volgt te specificeren:
Per 31-12-2011
-
Voorraad publicaties Af: Voorziening voor incourantheid Totaal
Per 31-12-2010
e
47.230 €
47.230
II. Vorderinaen Deze post Is als volgt te specificeren:
Waterschappen Derden
25.600 23.326 48.926
Af: Voorziening voor oninbaarheid Totaal
C
48.926
€
£
5.514
53.655 €
Per 31-12-2011
rv. Overige vorderinoen en overlopende activa Vooruitbetaalde en nog te ontvangen posten Nog te factureren posten NWB fonds Diversen
99.025 139.264
Totaal
239.032
54.334 44.157 17.039 6,440
-
€
Per 31-12-2011
Nederlandse Waterschapsbank N.V,, betaalrekeningen ING Kas
2.199.760
121.970 Per 31-12-2010
1.735,868 463.627 265 £
53.655
Per 31-12-2010
743
V. Llouide middelen.
45.815 Per 31-12-2010
5.514
Omzetbelasting
Totaal
35.389 10.426 45.&i'5
Per 31-12-2011
III. Belastinaen
Totaal
Per 31-12-2010
Per 31-12-2011
2.107.184 69.393 360 C
2.176.937
PASSIVA C, Eigen vermogen
I. Beaemrpingsreserve Hel verloop van de bestemmingsreserve kan als volgt worden weergegeven: Stand per Bij 01-01-2011 59.200 4.000 . B.100 6.000
C08 Digitale communicatie LI 121 Kaderrichtlijn Water P12 Beleid arbeidsvoorwaarden en HRM F19 Financiën algemeen 110 Waterbeleid €
77.300
-59.200 -4.000 -8.100 -6.000
40.000 €
Stand per 31-12-2011
Af
40.000
40.000
-77.300
40.000
II. Verentoinosvermooen Het verloop van het verenigingsvermogen kan als volgt worden weergegeven: Stand per 01-01-2011
Stand per 31-12-2011
Af
Bij
Saldo aanvang boekjaar
3.39S.562
-
-
3.395.562
Resultaat vorig boekjaar
-
-
-113.116
-113.116
€
3.395.562
€
€
113.116- € Per 31-12-2011
m. Exoloitatiesaldo
Per 31-12-2010
-211.406
Saldo
3.282.446
-150.416
p. VOORZIENINGEN Het verloop van de voorzieningen kan als volgt worden weergegeven: Stand per 01-01-2011
Bij Dotaties
39.503 128.011
1, Pensioenen 2, Egalisatievoorziening €
167.514
96.420 €
96.420
Stand per 31-12-2011
Af Onttrekkingen
39.503 128.011
-96.420 €
96.420- e
167.514
Pensioenen betreft een pensioenvoorziening in eigen beheer van één oud-medewerker. Egalisatievoorziening is t.b.v. uitgaven conform het meerjaren-onderhoudsplan van het kantoorpand. E. LANGLOPENDE SCHULDEN ?.Lanoloaende leningen Per 31 december zijn de volgende langlopende leningen aanwezig: Per 31-12-2011 Nederlandse Waterschapsbank N.V. Totaal
Per 31-12-2010
7.781.877 €
7,781.877
8.135.599 €
8.135.599
Betreft een een langlopende lening met een afgegeven negatieve hypotheekverklaring verstrekt voor een bedrag van EUR 13.431.894 met een resterende looptijd van 22 jaar. De renté over deze lening bedraagt 4,28% en is vastgesteld tot en met 1 januari 2021. De bedrijfsgebouwen en terreinen dienen als zekerheid voor deze lening.
F. KORTLOPENDE SCHULDEN I. FinancierinosDroiecten Deze post is als volgt te specificeren:
Per 31-12-2011
Financieringsprojecten
Per 31-12-2010
1.727.102
Totaal
€
1.727.102
1.736.495 €
1.736.495
Deze post is per ultimo 2011 als volgt te specificeren: Bestede kosten Veiligheid Nederland in Kaart Kadastraal Recht Bouwbestekken Project duurzaam inkopen Fuwater XBRL-EMU WOZ-compensatie EUWMA Ziektekostenverzekering Arbeidscomm unica tie VNG Zuid Afrika Glami Regionale Uitvoeringsdiensten Aanbesteding Arbodienst Implementatie 1KB VROM DGM Klimaataccoord Nationale Ombudsman Nederland van Boven Databeheer bedrijfsvergelijkingen
Gefactureerde termijnen
4.059.476 627.500 216.324 342.507 76.379 26.537 33.038 28.368 41.234 15.317 67.043 223.390 16.341 39.285 51.021 21.925 75.482 59.500 0
€
4.412.798 1.612.398 250.793 342.494 94.671 34.231 71.362 32.013 50.000 60.000 75.981 270.284 30.222 41.285 0 111.166 70.310 7.761 180.000
6.020.667 e
II. Crediteuren Deze post is als volgt te specificeren:
353.322 984.898 34.469 -13 18.292 7.694 38.324 3.645 B.766 44.683 8.938 46.894 13.881 2.000 -51.021 89.241 -5.172 -51.739 180.000
7.747.769 €
368.698 45.000 e
413.698
1.7577I0T
Per 31-12-2010
Per 31-12-2011
Derden Waterschappen Totaal
Saldo per 31-12-11
731.957 22.103 C
754.060
III. Belastinoen. oremies sociale verzekerinaen en Densioerten Per 31-12-2010
Deze post is als volgt te specificeren.' Loonbelasting en premies sociale verzekeringen Pensioenpremies Totaal
Per 31-12-2010
210.221 66.595 €
276.816
213.445 63.827 e
277.272
IV. Personeel Deze post is als volgt te specificeren: Per 31-12-2011 Reservering vakantiegeld Reservering vakantiedagen Reservering bijdrage levensloop Te betalen netto lonen Totaal
Per 31-12-2010
154.035 101.887 17.659 472 €
274.053
149.325 86.664
€
235.989
V. Overioe schulden en overlociende Dassiva Deze post is als volgt te specificeren: Per 31-12-2011 282.877 353.722 348.204 10.000
Te betalen project- en overige kosten Kortlopende deel hypothecaire lening NWB bank Te betalen hypotheekrente Te betalen advieskosten Te betalen energiekosten Vooruitontvangen huur Onterecht ontvangen bedragen Totaal
Per 31-12-2010 174.357 0 0 16.500 10.000 5.759 935
3.321
€
998.124
C
207.551
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen De verplichtingen uit hoofde van met derden aangegane leaseovereenkomsten van bedrijfsauto's en kopieerapparatuur bedragen in totaal € 58.396. Hiervan vervalt na 1 jaar € 47.763 en het overige binnen 5 jaar.
A. B a t e n Opbrengst "Het Waterschap" Opbrengst overige publicaties III. Proaramma's
156.000 27.137 €
Diversen IV. Overiae baten
183.137
156.000 20.000 €
176.000
20.833
€
-
20.833 €
156.000 36.767
€
_
192.767 31.459
€
31.459
B. L a s t e n Moderne Overheid Vereniging en Communicatie Innovatie en Internationaal Waterbeleid Account BJZ Directie Bijzondere posten *
336.859 575.604 524.233 106.143 101.204 665.394 576.000
330.000 669.000 531.000 108.000 93.000 617.000 576.000
426.487 389.587 537.638 82.760 97.823 457.479
* De zogenaamde bijzondere posten (vroeger extracomtabele posten) zijn in 2011 in de begroting opgenomen als apart onderdeel. In 2012 zijn de bijzondere posten conform afspraak over de Programma's verdeeld.
I. Projectkosten proaramma's
€
Salariskosten Pensioenlasten Uitzendkrachten Sociale lasten Wervingskosten Overige personeelskosten Opleidingskosten Reis- en verblijfkosten Terug ontvangen salarissen II. Personeelskosten
€
3.626.023 537.565 186.804 318.040 357 94.677 62.735 83.946 -353.618 €
Gemiddeld aantal fte
4.556.529
2.924.000
€
3.612.719 541.908 130.000 259.475 15.000 91.000 90.318 70.778 -157.831 €
4.653.367
€
308.293
4.430.722 51,9
82.989 70.166 56.239 30.630 52.685 15.157 427 €
1.991.774 3.660.000 511.800 82.255 317.348 21.037 86.787 66.472 79.422 -394.399
51,7
Schoonmaak Energie Klein Onderhoud gebouw Belastingen Kantoor Brussel Beveiliging gebouw Overige huisvestingskosten III. Huisvestinaskosten
2.885.437
80.500 86.500 47.500 27.500 64.000 14.500 €
320.500
76.814 85.684 44.415 25.518 56.644 14.511 536 €
304.122
Kantoorkosten Telefoonkosten Accountants- en advieskosten Documentatie Portokosten / drukwerk Contributies en abonnementen Verzekeringen
146.874 97.455 41.035 50.171 78.431 2.556 24.149
IV. Algemene kosten
158.000 110.000 58.000 39.000 60.000 0
130.696 103.096 72.448 61.074 74.687 1.569 23.564
23.000
440.671
467.134
448.000
79.549 44.853 24.770
72.000 59.000 23.500
78.251 56.345 17.628
VI. Kosten diensten
149.172
154.500
152.224
Afschrijvingslasten gebouwen Afschrijvingslasten hardware Afschrijvingslasten software Afschrijvingslasten overige inventaris
162.575 39.735 8.742 26.168
163.000 40.000 24.000 110.000
162.575 41.429 13.072 69.884.
VII. Afschrijvingen vaste activa
237.220
337.000
286.960
Onvoorzien/Reorganisatie
61.877
50.000
50.438
VIII. Reorganisatiekosten
61.877
€
50.000
50.438
Restaurant Receptie Lasten verhuur
C. Financiële baten en lasten Rente betaalrekeningen Rente fiscus
€
67.443
€
80.000 0
€
15.561 4.822
I. Rentebaten
€
67.443
€
80.000
€
20.383
348.204 933
Rente hypothecaire lening Financiële lasten II. Rentelasten
€
Mutatie voorziening groot onderhoud Dotatie pensioenvoorziening Dotatie dubieuze debiteuren III. Overige lasten
15
423.051 0
441.445 490
423.051
441.935
96.420
116.256 10.000
14.033 7.363 -150
€ 96.420
€ 126.256
€ 21.246
349.137
€
VOORSTEL TOT VERWERKING VAN HET RESULTAAT In het jaar 2011 is een exploitatieresultaat behaald van C
Wij stellen voor de resultaten aan de navolgende reserves te bestemmen: Exploitatieresultaat Vrijgekomen bestemmingsreserve 2010 110
Waterbeleid
Dotatie bestemmingsreserve 2011 C20 Vereniging en Communicate (Waterschapsdag) ROS Innovatie en Internationaal (Waterwegen) Lil Waterbeleid (Waterkwaliteit) Onttrekken aan verenigingsvermogen
CONTROLEVERKLARING
40.000 63.000 31.000 20.000
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Directie en het Bestuur van de Unie van Waterschappen Wij hebben de jaarrekening 2011 van de Unie van Waterschappen te Den Haag gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2011 en de staat van baten en lasten over 2011 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de vereniging is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 "Organisaties zonder winststreven". Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vereniging. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de vereniging gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
I TV W m / 1 OyOflDRR 1 id71P "^"AVWMiTiLir u
KPMG Accountants N.V.. ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263683, is een dochtermaatschappij van KPMG Europe LLP en lid van hst KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG international Cooperative ('KPMG International*], een Zwitserse entiteit
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van de Unie van Waterschappen per 31 december 2011 en van het resultaat over 2011 in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 "Organisaties zonder winststreven". Den Haag, 9 maart 2012
U VWCO/l 2X00088144Z1P
2
UNIX VAN WATERSCHAPPEN I pa urn mm• •••*••>•>•><)>••••• • • • • • • • • I m i • • • • m i n i m i i i i i i IIIIMI •••••tiiiimi IIIIIIIIIII m u l l ituIlttM'^iiiiliiHii IIIIIIIII fiiiiMl.illtiin ililiiiiiiiniiiiiliiiiiia m i n i • • • pa PI ••••••••>• I • • • • • ••«.Bui • • • • pips aaaBaaaaaaaaao-oaaaa-aaaaa • a ai I H I I I I ••••••> • • •••••«••••• • i n n • I t O - a ' aa • I I I I I I at • a « i | i m i •itMtf IMIIHFI • • «1 a n Pa • • « • • • • • • Plata* f i l l » « • • • • p « ft• • • t a aaa t f a ( • • | 4 > i » m taaaaaaa • • • • • • i a • • • • • m i aa,aaaaaaa ass id • • • < • • • • • • •••••••••••••••••••••••••«••••••••i ••••• fiiaiiiiin » i 4 i i i i i i i i i i i a i i i i i i i i i i i i i i i n i a i i i i i i i laiaaaaaraavaa-a aa iiiiitii»iiiii»i«iiaitiiiitiiiiiiBiiiiiiii>iini»iiii*iit •iiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiBiiiiiiiiiaiiiiiiaiiiiaiiiiiinti
I
i Nieuwsbrief voorzitters en secretarissendirecteuren week 11
Overleg Het Waterschapshuis - Unie van Waterschappen In het reguliere overleg is gesproken over de ontwikkeling van de database bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer. Op korte termijn worden contractuele afspraken vastgelegd. Ten behoeve van de najaarsnota (een toekomstverkenning voor HWH) zal het Uniebureau inbreng leveren op de gebieden dienstverlening, inkoop, databeheer en e-overheid. Het project Cybersecurity is ook besproken: eerst vindt een scan van de SCADA-systemen plaats, daarna een mogelijk vervolg.
Adviesraad Kwaliteitsborging HWBP2 Ter ondersteuning van de keringbeheerders en het programmabureau is een adviesraad ingesteld onder leiding van oud-dijkgraaf Gerrit Kok. Er is gesproken over de taak en samenstelling van de adviesraad, mede in het licht van het nHWBP. De lijn is dat de raad zich de komende jaren via onder andere visitatie richt op de beheerders met projecten in het HWBP2, maar dat deze aanpak ook toegepast kan worden in het volgende programma.
nHWBP prioriteringssystematiek Met het projectbureau VNK-2 en de opdrachtnemer (HKV Lijn in water) is gesproken over de ontwikkeling van een prioriteringssystematiek ten behoeve van nHWBP, gebaseerd op de VNK-resultaten en producten. Hoewel VNK-2 met de berekening van de risico's in alle dijkringen tot en met 2015 loopt, lijkt het goed mogelijk een prioriteringssystematiek op te stellen waarmee de keringbeheerders dit jaar de afgekeurde keringen en kunstwerken kunnen prioriteren. Wel vergt dit nog enige dóórontwikkeling, een proefperiode en ondersteuning van de beheerders. Hierover worden binnenkort afspraken gemaakt.
Wereld Water Forum 6 Met gemengde gevoelens kwam Unievoorzitter Peter Glas een paar dagen geleden terug uit Marseille, waar op 12 maart de aftrap van het 6e Wereld Water Forum plaats vond. Een verslag is te lezen op de website van de Unie van Waterschappen.
Waterschapsdag 2012 De Waterschapsdag op 19 maart in Theater Diligentia in Den Haag is druk bezocht en had dit jaar een vorstelijk tintje. Z.K.H. Prins Willem Alexander stak in zijn rol als voorzitter van de Adviescommissie Water de aanwezigen een hart onder de riem. "Het kan altijd doelmatiger en beter. [..] Maar laten we zuinig zijn op onze verworvenheden en onze waterschappen. Laten we het kind niet met het badwater weggooien." Peter Glas riep in zijn iaarrede op tot een Blue Deal. Waterschappen willen zich committeren aan innovatieve samenwerking binnen de Gouden Driehoek van overheid, kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Uitgangspunt is dat de innovaties die binnen de Topsector Water ontwikkeld worden, starten bij de vraag van de waterbeheerders. Staatssecretaris Joop Atsma van Infrastructuur en Milieu debatteerde op de Waterschapsdag over de samenwerking binnen de Gouden Driehoek met VNO/NCW-voorzitter Bernard Wientjes, bestuurslid Stefan Kuks van de Unie van Waterschappen en Ed Brinksma, rector magnificus van de Universiteit Twente. Bestuursakkoord Water
Chris Kuipers bij vergadering S D ' s Op 16 maart schoof Chris Kuipers, DG Ruimte en Water en voorzitter van de stuurgroep Doelmatig Waterbeheer, aan bij de reguliere vergadering van de SD's in Amersfoort.
In een open en constructief kringgesprek is ingegaan op wat de komende tijd nodig is om een goede doorwerking van het Bestuursakkoord Water te realiseren. Dit betreft onder meer: -Goede inspirerende voorbeelden genereren en uitventen -Monitoring wat het BAW (financieel) oplevert -Resultaat boeken op gezamenlijke inkoop en aanbesteding -Inzetten.op innovatie -Doorgaan op samenwerking waterketen van waterschappen met gemeenten en drinkwaterbedrijven (opschaling loopt, voortgang wordt nu op kaart van NL aangegeven, interventieladder met visitatiecommissie) -Verdere professionalisering van organisaties via kennisuitwisseling (trainees, Water ontmoet Water, snuffelstages waarbij l&M medewerkers korte tijd van plek wisselen met waterschappers) -Het BAW is bij gemeenten vaak nog niet goed bekend. Waterambassadeurs spelen een belangrijke rol om de bekendheid te vergroten. Het is van groot belang om resultaten te laten zien, zoals staatssecretaris Atsma op de conferentie van 8 maart aangaf. De stuurgroep Doelmatig waterbeheer zal deze zaken oppakken. Afgesproken is om elkaar 1 a 2 keer per jaar te ontmoeten om ontwikkelingen en aandachtspunten te bespreken. SOCIAL MEDIA COLOFON
DISCLAIMER
Dit is een uitgave van de Unie van Waterschappen 2012.
De informatie in deze nieuwsbrief is strikt vertrouwelijk en uitsluitend bestemd voor de geadresseerde(n). Aan deze nieuwsbrief kunnen geen rechten worden ontleend.
Wilt u meer informatie over de items in deze nieuwsbrief of wenst u deze nieuwsbrief niet meer te ontvangen, dan kunt een e-mail sturen naar
[email protected]
UN IC VAN WATERSCHAPPEN i:Ka« al««3t»4*i«atZS^ ••ii>iH««tiiiiU(>(ti*t*a«
v»>>aii***»ai(*inir>*ii • i<«a*aa«aaa«Laa*iaaa*aaaa«aaaaaaaaBaB»MB4«ïa^aIa4a»aa«»«.a aat IHI m l H M ••<*•••*•<«• >•<,• u a i u i u i i i i t i u i a
•
a a a aaaaa a a a «a • * • • • • • • •• •• B B a a aaa aa •
4a a aaa aft a a a • * naajlaaa a « • • • a a S a aa • • • aa a
it
• a a
a a
1
• • aa aa
a t a n aaa
BBBB
a«a a • - a i«ifó«*^a.*^*^*a^r*jYB4i*ï a a a ••>•>•->«•>•!•••••••*«• tat a t a aaa • a a | | * a » a > a a a B B J i » a a a a a a « i * a « * a a a a a • a • B Bi B.iia.»aj B B B B B • B a a a a a a • • • • • » • * • • • aaa aa
ST-* at.
«
I Nieuwsbrief voorzitters en secretarissendirecteuren week 12
Bestuurlijk overleg waterschapsbelastingstelsel Op uitnodiging van de staatsecretaris van l&M voerde het bestuur van de Unie van Waterschappen overleg met L T 0 Nederland, de gemeente Midden Delfland en het Hoogheemraadschap van Delfland. Aanleiding vormde de eerder gemaakte afspraak om per 2013 een wijziging van de wet te hebben doorgevoerd die ervoor zorgt dat de agrariërs in Delfland een lager tarief ongebouwd krijgen. Het conceptwetsvoorstel dat de staatssecretaris op basis van het eerdere Unievoorstel had ingevoerd, kan volgens de staatssecretaris op te weinig steun rekenen. Hierdoor komt de invoeringsdatum van 1 januari 2013 in gevaar. Namens de Unie van Waterschappen maakte voorzitter Peter Glas zich sterk voor het eerder gedane voorstel en nakoming van de bestuurlijke afspraak over 2013. Portefeuillehouder Huub Hieltjes betwijfelde of LTO haar steun aan dit voorstel zou ontzeggen. De dijkgraaf van het Hoogheemraadschap van Delfland bepleitte met de burgemeester de invoeringsdatum 2013 en stelde voor om een facultatieve factor in de wet in te voeren. Na discussie stelde de staatssecretaris voor dat eerst een wetsvoorstel opgesteld zal worden om de weeffout op te lossen op basis van het voorstel van Delfland en daarna de discussie over het Combimodel voort te zetten. Hiervoor doet het departement een procedurevoorstel. Peter Glas gaf aan het voorstel van de staatssecretaris te willen bespreken met zijn achterban. Dit gebeurde op 23 maart in de ledenvergadering.
Kennisplatform Verkeer en Vervoer De stuurgroep KPVV stelde het jaarverslag en de jaarrekening 2011 vast. Op basis van het besluit van het Bestuurlijk Koepeloverleg over de voortzetting van dit kenniscentrum is afgesproken om een nieuwe bestuursovereenkomst tussen partijen (l&M, IPO, vervoersautoriteiten, VNG en Unie van Waterschappen) op te stellen alsmede een dienstverleningsovereenkomst (CROW, l&M). De financiering van het kenniscentrum KpVV vindt nu plaats via een subsidie uit de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU). Het Kabinet wil de BDU stoppen en de gelden overmaken naar provincies. Daarom moet voor de voortzetting van de financiering een aparte afspraak worden gemaakt. De stuurgroep is er voorstander van om voordat de BDU wordt overgeheveld naar het Provinciefonds, meerjarig het subsidiebedrag hiervan af te zonderen en te bestemmen voor het KpVV.
Ledenvergadering 23 maart in de bijlage bij deze mail vindt u de terugmelding van de ledenvergadering van 23 maart jl.
Informatiebijeenkomsten tijdens adempauze C A O onderhandelingen Na ruim een halfjaar onderhandelen hebben beide delegaties eikaar half februari gevonden op de hoofdlijnen voor een nieuwe CAO. Beide delegaties vonden elkaar op afspraken in de kwaliteitsdossiers en de loonparagraaf. Het LAWA heeft een samenvatting van de gedeelde ideeën uitgebracht. Op verzoek van het werkgeversberaad zijn er in de tweede helft van maart 5 bijeenkomsten voor P&O medewerkers georganiseerd. Centraal in deze bijeenkomsten stonden de werktijden en het Individueel KeuzeBudget, de belangrijkste moderniseringen uit de CAO en de samenvatting van de gedeelde afspraken van de CAO onderhandelingen. De vakbonden willen in april 7 bijeenkomsten organiseren om de samenvatting met de achterban te bespreken. Werkgeversdelegatie en werkgeversberaad delen dat de nu voorliggende ideeën een goed kwalitatief akkoord zouden betekenen voor de waterschappen en hebben de waterschappen gevraagd de bijeenkomsten van de vakbonden te faciliteren.
Hoorzitting Tweede Kamer over Waterveiligheid Op 20 maart vond een hoorzitting plaats over de actualisering tón de normering en de rol van meerlaagsveiligheid bij de bescherming van Nederland tegen overstromingen. Jan Geluk werd naast kennisinstituten, adviesraden, de deltacommissaris en IPO en VNG gehoord. Zij werden bevraagd door parlementariërs van de VVD, PvdA, CDA, D66, GroenLinks en de Christenunie. De hoorzitting was een voorbereiding op het AO Waterkwantiteit van 4 april 2012.
1
Er lag een vraag of niet al genoeg in preventie gestoken is en dat nu geïnvesteerd moet worden in rampenbeheersing. Als de middelen beperkt zijn, kan er beter geïnvesteerd worden in preventie. Er liggen wel verbeteropgaven voor de rampenbeheersing. De deltacommissaris gaat ook de veiligheidsregio's betrekken bij het Deltaprogramma. Investeren in gevolgenbeperkende maatregelen is niet overal toepasbaar. Verder was er eenstemmigheid over het toewerken naar de 'overstromingskans' als vorm waarin de waterveiligheidsnormen in de toekomst worden uitgedrukt. De heer Geluk gaf aan dat er snel helderheid moet komen met het oog op de maatregelen in het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma (nHWBP), die vanaf 2015 uitgevoerd gaan worden. Het gebiedsgerichte proces van het deltaprogramma moet een iteratief proces zijn dat leidt tot een voorstel voor het tegengaan van 'piping' en een actualisatie van de waterveiligheidsnormen. Ook de indeling van dijkringen worden daarin meegenomen, volgens de Deltacommissaris. Enkele dagen voor het debat gaf staatssecretaris Atsma n.a.v. het advies van de ACW de reactie dat hij onderschrijft over te stappen op een overstromingsrisicobenadering en werkt richting een wettelijke implementatie in 2017. In 2012-2013 vindt onder andere de uitwerking van gebiedsgerichte strategieën, VNK, het ontwikkelen van het benodigde instrumentarium en het opstellen en prioriteren van het nHWBP plaats. Voor de gebiedsgerichte uitwerking gaf Atsma mee dat het verstandig is om meerdere varianten uit te werken, maar dat in ieder geval één variant wordt uitgewerkt waarin het individueel risico een kans van 10-5 wordt gehanteerd als oriëntatiewaarde en aanvullend wordt gekeken of een hoger beschermingsniveau op grond van kosteneffectiviteit of groepsrisico nodig is. Deze brief zorgde voor enige rust in het debat, omdat hiermee de staatssecretaris wel een richtinggevende uitspraak doet over de normering. Meer informatie vindt u in de bijlage bij deze nieuwsbrief.
Monitor bedreigd bestuur 2012 Minister Spies van BZK laat onderzoeken in welke mate politieke ambtsdragers last hebben van agressie en geweld en beschuldigingen van belangenverstrengeling. U kunt tot 1 april meedoen aan beide onderzoeken. Politieke ambtsdragers zijn kwetsbaar voor agressie en geweld door burgers en voor beschuldigingen van belangenverstrengeling of ander ongewenst gedrag. Het is belangrijk goed inzicht te hebben in de aard van deze problematiek en in de mate waarin organisaties een actief beleid voeren. Hiervoor zijn 2 onderzoeken uitgezet. Voor het slagen van de onderzoeken is deelname van zo veel mogelijk mensen cruciaal. Op de website van Regioplan vindt u meer informatie over de onderzoeken, en kunt u doorklikken naar de vragenlijst.
WWE Tijdens de WWE van 23 maart jl. kwam een aantal belangrijke onderwerpen aan de orde. De WWE boog zich over de stand van zaken van de samenwerking in de afvalwaterketen. Met een monitor worden de lopende initiatieven in kaart gebracht. Ook is de een conceptversie van de Routekaart 2030 gereed, die ter bespreking in de WWE voorlag. Daarnaast kwam ook het onderwerp overdracht zwemwatertaken aan de orde. Over overdracht wordt door de waterschappen verschillend gedacht. Het geformuleerde voorstel wordt doorgeleid naar de CWE. Voorgesteld wordt om de discussie regionaal op te pakken. Verder werd de WWE bijgepraat over de consequenties van de richtlijn prioritaire stoffen en de inzet van de waterschappen op dat dossier. Bestuursakkoord Water
Programmateam Doelmatig waterbeheer Op 21 maart is teruggekeken op de Werkconferentie. Geconstateerd is de dag heeft geholpen om gezamenlijke energie te behouden. Daarnaast zijn er verbeterpunten, gericht op het verkleinen van de afstand tussen de ochtendsessie en de parallelle werksessies in de middag. De voortgang van het Bestuursakkoord Water zal in Water in Beeld worden meegenomen. Het programmateam organiseert een interne bijeenkomst over de sturingsfilosofie van de Stuurgroep en het Programmateam Doelmatig Waterbeheer. Enerzijds is deze gericht op de implementatie van het BAW. Anderzijds wordt gekeken naar het toekomstig functioneren, het licht van een mogelijke integratie van het bestuurlijk overleg: de DWO-lijn met de Stuurgroep Doelmatig waterbeheer.
S
UN IC VAN W A T E R S C H A P P E N
Rondetafelgesprek Hoogwaterbescherming Standpunt w a t e r s c h a p p e n : Meer tijd nodig voor actualisering normen, wel s n e l helderheid over normen in het rivierengebied, Rijnmond Drechtsteden en Almere om vertraging te voorkomen. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft in november bouwstenen naar de Tweede Kamer gestuurd voor de actualisering van de nieuwe normering voor de primaire waterkeringen, maar nog geen principebesluit genomen. De waterschappen delen de mening van de staatssecretaris dat er meer tijd nodig is voor de actualisering van de normering, maar willen wel dat er snel helderheid komt over de normering in het rivierengebied, delen van Rijnmond-Drechtsteden en Almere met het oog op de maatregelen in het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma, die vanaf 2015 uitgevoerd gaan worden. Het overstromingsrisico en niet de huidige wettelijke overschrijdingskans zal de basis moeten vormen voor de herziening van de normen. Toelichting: Degelijk stelsel v a n dijken in s t a n d houden Nederland heeft een bijzonder degelijk stelsel van dijken, duinen en waterkerende constructies. Nederland mag trots zijn op zijn dijken. Het op orde brengen en houden van deze dijken vergt een voortdurende investering in de dijken. Deze maatregelen zijn opgenomen in verschillende programma's: Het Hoogwaterbeschermingsprogramma H W B P 2 (tot c a . 2017) en het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma n-HWBP (vanaf 2015), Ruimte voor de Rivier, de Maaswerken en de zandsuppleties voor de kustlijn. De kwaliteit van een dijk wordt getoetst op basis van normen. Uit de huidige toetsing blijkt dat van de c a 3.500 km waterkering ongeveer 1.225 km niet voldoet. Ongeveer 475 km wordt aangepakt binnen het huidige H W B P 2 dat loopt tot c a 2017. Voor het merendeel, ongeveer 745 km, beginnen we nu met de voorbereiding van de uitvoering in het n-HWBP. S t a p over op o v e r s t r o m i n g s r i s i c o bij opstellen nieuwe norm Als norm voor de bescherming tegen overstromingen is in de huidige Waterwet de o v e r s c h r i j d i n g s k a n s opgenomen. De overschrijdingskans is de kans van optreden van de maximale waterstand die een dijk(vak) veilig moeten kunnen keren. Waterschappen bepleiten echter bij het vaststellen van nieuwe normen gebruik te maken van het o v e r s t r o m i n g s r i s i c o , ook wel risicobenadering genoemd. Normen gebaseerd op het overstromingsrisico gaa.tr.uit van de kans dat een daadwerkelijke overstroming plaatsvindt en de effecten daarvan (risico= kans x effect). Zij bieden daarom beter inzicht in de werkelijke veiligheid van de dijk. Met deze norm kan ook directer geïnvesteerd worden in de plekken waar de effecten het grootst zijn. Met deze methodiek kunnen wij ook beter prioriteiten stellen in de werkzaamheden die de komende jaren nodig zijn. Op dit moment wordt met de overstromingsrisicobenadering het project Veiligheid Nederland in Kaart (VNK2) uitgevoerd. Hierin worden de huidige overstromings-
•;—r
Pagina 2 van 2
risico's in Nederland geanalyseerd. Voor een gedeelte van Nederland zijn hier al resultaten voor. De volledige analyse zal in 2015 gereed zijn. Meer tijd nodig v o o r de actualisering v a n de normering Met de Maatschappelijke Kosten-Batenanalyse (MKBA) en de slachtofferrisicoanalyse is door het Rijk informatie geleverd voor de discussie over de actualisering van de normering. Er is echter nog geen set nieuwe normen. De discussie over de overstap van de huidige normen op basis de van overschrijdingskans en nieuwe normen op basis van overstromingskansen is complex en vergt ook een politiek-bestuurlijk oordeel. W e moeten zorgen voor een heldere en eenvoudig te beargumenteren overstap naar de overstromingsrisicobenadering die op draagvlak kan rekenen. In 2014 voorstel D e l t a c o m m i s s a r i s voor nieuwe normen De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft de Deltacommissaris gevraagd om in 2014 met een voorstel te komen voor mogelijke actualisatie van de norm en andere maatregelen. De Deltacommissaris heeft de regio gevraagd deze informatie mee te nemen in de gebiedsgerichte deelprogramma's van het Deltaprogramma ter voorbereiding van de deltabeslissingen in 2014. Het is de bedoeling om in de gebiedsgerichte deelprogramma's in de komende twee jaar in kaart te brengen welke combinaties van maatregelen in preventie, gevolgenbeperking en evacuatie mogelijk zijn om de veiligheid in de toekomst te waarborgen en de risico's te minimaliseren. De waterschappen zullen hieraan meewerken. W e willen er voor waken dat deze discussie leidt tot vertraging. Wel s n e l duidelijkheid normen in het rivierengebied, delen v a n R i j n m o n d Drechtsteden e n Almere Uit de rapporten van Deltares blijkt dat de huidige beschermingsniveaus niet meer passend zijn in het boven- en benedenrivierengebied, delen van Rijnmond- Drechtsteden en Almere. Hier moet zo snel mogelijk een aangepaste normering komen. Daarnaast adviseren wij om bij de prioritering van de werken in het n-HWBP rekening te houden met het overstromingsrisico. De waterschappen willen hiermee de komende tijd aan de slag gaan bij de voorbereiding van het n-HWBP. Daarbij is het nemen van een Deltabeslissing over de actualisering van de norm in 2014 essentieel met het oog op die investeringen in het n-HWBP. Hiermee worden doelmatige investeringen gedaan en kan Nederland veiliger worden gemaakt. De taak van de overheid is om er voor te zorgen dat Nederland goed beschermd is tegen overstromingen op basis van alle kennis die wij hebben. Dit mag de burger van de overheid verwachten. Het uiteindelijk vaststellen van de veiligheidsnorm is een politieke afweging is. Wij vinden het van belang dat de Tweede Kamer haar commitment uitspreekt aan de door de waterschappen voorgestelde aanpak.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Judith van den B o s , bereikbaar op telefoonnummer 06-51 74 93 28.
Korte terugmelding IV van 23 maart 3 Presentatie Waterwegen Een filmpje en presentatie. Waterwegen maakt doorstart via de VDW/ innovatieplatform. Waterwegen beklijft niet echt intern de waterschapsorganisatie. Op 26 april is er een workshop over bestuurlijke vernieuwing waar LV-leden voor worden uitgenodigd. Er komt nog een gesprek tussen de voorzitter van de Stuurgroep Waterwegen (Michiel Van Haersma Buma) en portefeuillehouder innovatie (Stefan Kuks).
4lnnovatiecontract Topsector Water Toelichting door Stefan Kuks. Waterschappen komen nu in strategische positie om de binding met het rijk te verbreden. We zijn pas laat gevraagd waardoor de normale procedure in Unieverband niet kon worden doorlopen. Er zijn 14 business cases en er wordt met twee gestart. Er zijn voldoende projecten bij waterschappen en de Stowa waarmee we invulling kunnen geven aan de gevraagde financiële bijdragen. De Business cases Watertechnologie en Digitale Delta moeten nog opstarten en daar kunnen de waterschappen met veel innovaties bij aan haken. Als sector stralen we uit dat we beschikbaar zijn om projecten op te pakken. De leden waarschuwen voor mogelijke bezuinigingen door het Rijk waardoor de Topsector water in elkaar kan ploffen. Een ledenbrief met overzicht van de projecten en het traject wordt de komende week verzonden naar de waterschappen. De LV stemt in met ondertekening van de innovate contracten maar heeft wel zorg over het ambivalente optreden van het Rijk (bezuinigingen, kijk op rol waterschappen in buitenland, top down benadering) en wil dat de waterschappen met hun projecten een duidelijkere rol/positie krijgen
5 Oprichting Stichting Samenwerkingsverband van bronhouders Basisregistratie Grootschalige Topografie De LV stemt in met het ondertekenen van de intentieverklaring, de oprichting van de stichting en de kosten van het lidmaatschap. De heer Dijk wordt gemachtigd om namens de Unie de stichting mede op te richten.
6 Jaarrekening 2011 Met het voorstel om het tekort op de jaarrekening ten laste te laten komen van de Algemene Reserve en 114.000,- op te nemen in de bestemmingsreserve wordt ingestemd.
7 Evaluatie watermuseum De evaluatiecommissie bestaat uit Marga Kool (voorzitster), Paul van Erkelens, Manfred van der Heijde (Amstel Gooi en Vecht) en Toine Poppelaars. Ondersteuning komt van Hanneke Heeres
8 Herbenoeming Peter Glas De heer Verwolf treedt op als portefeuillehouder. De LV.acht een evaluatiecommissie om het functioneren van de voorzitter te evalueren niet nodji'. De Ledenvergadering zien graag dat de voorzitter een tweede termijn aanvaardt. Vanuit énkele leden wordt daarom Voorgesteld dat de voorzitter een rondje maakt om per landsdeel met bestuursleden van gedachten te wisselen over de afgelopen periode en de toekomst. Het uniebureau wordt verzocht dit te regelen. Aldus wordt besloten.
9 Mededelingen Afscheid Gert Verwolf De heer Verwolf geeft aan dat hij op 5 oktober afscheid wil nemen als lid van het Uniebestuur. De komende week zal de procedure in een brief aan de leden kenbaar worden gemaakt. 9.1 Het waterschap 2020 Dit onderwerp is nu afgerond . Er zijn een aantal acties benoemd die worden opgepakt, een herziening van de visie is niet nodig.
9.2 SvZWet Hof Op 20 april is er een Klankbordgroep over de Wet en het nHWBP
9.3 Voortgang bestuursakkoord Water V.k.a.
9.4 CAO Gelet op de huidige situatie (Catshuis) is er vanuit de Unie geen druk om CAO snel af te sluiten.
9.5 Innovatieplatform V.k.a.
9.6 Belastingen De heer Hieltjes geeft aan dat Atsma de weeffout versneld wil oplossen per 2013. Tarief wegen kan dan van 100-300% omhoog gaan. Toetsing door provincies verdwijnt. Voor de zomer zal er een wetsvoorstel worden ingediend. De kostentoedelingsverordeningen zullen vervolgens door de waterschappen moeten worden aangepast. De politieke urgentie om verdere aanpassingen op basis van het Unievoorstel (sept.2011) te doen lijkt te ontbreken. De Ledenvergadering geeft aan dat de Unie zich altijd op het standpunt heeft gesteld dat de weeffout in samenhang met de integrale aanpassing van het belastingstelsel moet worden aangepakt. De Ledenvergadering kan daarom alleen instemmen met het voorstel van Atsma als ook het Unievoorstel in wetgeving wordt omgezet. De heer Glas wordt verzocht met Atsma contact op te nemen en een briefte sturen waarin we verwijzen naar de motie Dijkgraaf en de weeffout wegnemen via het Combimodel.
9.7 Catshuis V.k.a.
9.8 Verkiezingen 11 april een Hoorzitting. Nagaan of we zijn uitgenodigd. 9.10 Lobby Tweede Kamer Er worden profielen gemaakt van partijprogramma's waarbij niet alleen naar het waterdeel wordt gekeken maar breder (financiën, staatrechtelijk). Op maat gemaakte teksten kunnen worden ingebracht t.b.v. de teksten voor de partijprogramma's. Drie lijnen worden benut te weten: 1 Handwerk richting Kamer, 2 aanhaken gekozenen en 3 missie statement neer zetten. Mogelijk worden zullen de bestuurlijke duo's weer een rol spelen.
Rondvraag Anti-afhaakproblematiek heeft aandacht van de EU. Hét'Rijk zal op korte termijn een verlenging van de regeling aanvragen.
;
11 Verslag LV 9 maart (VERTROUWELIJK) Mevrouw Van Vliet bij aanwezigen plaatsen. Het verslag wordt vastgesteld. 12 SvZTax-i (VERTROUWELIJK) De heer Vos geeft aan dat er overleg is geweest tussen Uniebestuur en Stichtingsbestuur conform de procedure zoals deze is bepaald in de LV van 9 maart jl.. De afronding van Tax-i kent drie fasen. Te weten 1 afronding met logica. 2 verrekening van de kosten tussen de waterschappen en 3 evaluatie van het Tax-i proces in relatie tot het Waterschapshuis. Het driemanschap heeft medegedeeld dat ze onderhandelingsakkoord met Logica hebben bereikt. Het resultaat past binnen het gegeven mandaat en het Uniebestuur heeft het Stichtingsbestuur geadviseerd hiermee akkoord te gaan. Het stichtingsbestuur heeft vervolgens besloten akkoord te gaan met het onderhandelingsakkoord met Logica. Ondertekening heeft vandaag plaatsgevonden en er wordt vandaag een persbericht en brief verzonden naar de waterschappen met tekst en uitleg. Communicatie is met logica afgestemd en indien er vragen worden gesteld dan doorverwijzen naar Pieter Walraven. De brief is openbaar. Fase twee gaat over de verrekening. Het driemanschap heeft al veel voorwerk verricht. Besloten wordt om eind april begin mei een klankbordgroep te beleggen die ingaat op de verrekening. Aanwezigen wordt verzocht niet met onderlinge claims te komen. Finale besluitvorming over de verrekening wordt voorzien in juni. In de LV van 29 juni zal dit onderwerp ter advisering worden voorgelegd. Stukken daarvoor worden niet als vertrouwelijk bestempeld. Na fase 2 en voor fase 3 (evaluatie) zal men te spreken komen over de instelling van de Gemeenschappelijke Regeling.
na
HetWaterschapshuis
2 2 MAART 2012
Waterschap Roer en Overmaas Dagelijks bestuur
j
Postbus 185
j
6131 KG SITTARD
aan
jf'
ArZëê
J/ocj • / '.VK.^.'-n
Behandeld door
d.d
Aantal pagina's
Marianne van der Veen Datum
Uw kenmerk
19 maart 2012
[XXXX]
Onderwerp Bestuur Het Waterschapshuis / Begroting 2013
Ons kenmerk
2012-2683
Geacht bestuur, Bij deze wil Ik u informeren over de procedure inzake de Programmabegroting 2013. Het stichtingsbestuur heeft uitgesproken de procedures die in de Gr HWH zijn opgenomen te handhaven. Dit houdt in dat de ontwerp Programmabegroting 2013 aan de besturen van de waterschappen wordt voorgelegd. De besturen kunnen hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het stichtingsbestuur zal de commentaren waarin de zienswijzen zijn vervat bij de ontwerpbegroting voegen en zal deze ontwerpbegroting voor advies voorleggen aan de Ledenvergadering Unie van Waterschappen. Na advisering door de Ledenvergadering stelt het stichtingsbestuur de begroting 2013 vast. Deze begroting wordt vervolgens ter kennisneming aangeboden aan het algemeen bestuur Gr HWH. De begroting die aan de algemene besturen wordt voorgelegd is de zogenaamde "going concern" begroting. De going concern begroting wordt door HWH opgesteld in overleg met de begeleidingscommissies, die HWH namens de waterschappen ondersteunen bij de uitvoering van de programma's. Bovendien is er een meerjarenraming in opgenomen, voor het going concern tot 2016. De going concern begroting wordt niet voorgelegd aan de programmaraad. De programmaraad adviseert over eventuele nieuwe ontwikkelingen. Nieuwe ontwikkelingen worden via een separaat besluitvormingstraject aan het stichtingsbestuur voorgelegd.
HetWaterschapshuis Stationsplein 89 3818 LE Amersfoort • Postbus 2180 3800 CD Amersfoort • T 033 460 31 00 • F 033 460 31 01 info@hetwaterschapshüis.nl » www.hetwaterschapshuis.nl « Nederlandse Waterschapsbank 63.6756.262 » KvK-nummer 37122563
# •# HetWaterschapshuis Pagina 2 van 2
Planning De ontwerp Programmabegroting 2013 wordt in week 14 aan de waterschappen gezonden. De zienswijzeprocedure eindigt 11 mei 2012. Op 29 juni 2012 wordt de ontwerpbegroting voorzien van de zienswijzen en een reactie daarop van het stichtingsbestuur ter advisering voorgelegd aan de Ledenvergadering UvW. Op 5 juli 2012 wordt de begroting besproken met het algemeen bestuur Gr HWH. Najaarsnota De nieuwe ontwikkelingen voor de komende jaren zullen geclusterd worden in de zogenaamde "Najaarsnota". Deze nota is te vergelijken met de Voorjaarsnota, zoals waterschappen deze kennen. In de Najaarsnota wordt vooruit gekeken naar de programmering van projecten, met financieel en planmatig inzicht. De waterschappen kunnen dit als input gebruiken voor hun Voorjaarsnota. De Najaarsnota zal na een besluitvormingstraject via i-platform, programmaraad en bestuur in november 2012 aan de waterschappen worden aangeboden.
Ter informatie ontvangt u een afschrift van de brief die op 2 maart jl. is verstuurd aan de leden van het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis (Gr HWH). Tevens ontvangt u een afschrift van de brief die op 2 maart jl. is verstuurd aan de Ledenvergadering Unie van Waterschappen (UvW). In deze brieven wordt informatie gegeven over het bestuur van Het Waterschapshuis en de plaats die het algemeen bestuur Gr HWH respectievelijk de Ledenvergadering UvW daarin heeft.
Hoogachtend, namens het bestuur stichting Het Waterschapshuis,
5. J.W.A. van Enst directeur
HetWaterschapshuis Stationsplein 89 3818 LE Amersfoort» Postbus 2180 3800 CD Amersfoort => T 033 460 31 00 • F 033 460 31 01 [email protected]» www.hetwaterschapshuis.nl» Nederlandse Waterschapsbank 63.67.56.262 • KvK-nummer 37122563
Aan de Ledenvergadering Unie van Waterschappen
Behandeld door
Aantal pagina's
M.H. van der Veen-Brouwer
3
Datum
Uw kenmerk
23 februari 2012 Onderwerp
Ons kenmerk
Bestuur Het Waterschapshuis
2012-2674
Geachte heer/mevrouw, Door middel van deze brief wil ik u informeren over het bestuur van Het Waterschapshuis en de plaats die de Ledenvergadering van de Unie van Waterschappen daarin heeft.
1.
Bestuur stichting Het Waterschapshuis
Op 28 december 2005 is de stichting Het Waterschapshuis (St. HWH) opgericht. Deze stichting heeft een bestuur van zeven personen. Na statutenwijziging (december 2011) kan het stichtingsbestuur bestaan uit minimaal drie personen, waarbij het bestuur zelf het aantal bestuursleden bepaalt. Per 27 • « • • »
december 2011 bestaat het bestuur van de st. HWH uit: De heer J.A.M. Vos (voorzitter) De heer G.J, van den Brandhof (secretaris) De heer H. Ruben (penningmeester) De heer A.F. Kolkman (lid) De heer H. Pluckel (lid)
Deze bestuurders zijn benoemd na voordracht door de Ledenvergadering van de Unie van Waterschappen (LV UvW) d.d. 16 december 2011. De Ledenvergadering had zeven bestuurders voorgedragen. Twee van deze bestuurders hebben echter afgezien van hun kandidatuur.
2.
Bestuur Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis
Op 1 juli 2010 is de Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis (Gr HWH) in werking getreden. De Gr HWH is opgericht om de informatie- en bedrijfsprocessen van de waterschappen te ondersteunen. Het Waterschapshuis heeft tot taak als ondersteunende organisatie en aankoopcentrale te fungeren voorde waterschappen en zodoende een bijdrage te leveren aan het verbeteren van qie informatie- en bedrijfsprocessen ter bevordering van de kwaliteit en efficiëntie van de taakuitvoering door de waterschappen. Deze taak werd en wordt tot aan de transitie naar de Gr HWH vervuld door de stichting Het Waterschapshuis. Bij transitie naar de Gr HWH zal een overdrachtsovereenkomst worden
Pagina 2 van 3
aangegaan waarmee de activa en passiva van de stichting aan de Gr HWH worden overgedragen. In de constituerende vergadering van het algemeen bestuur d.d. 1 juli 2010 werd een voorzitter aangewezen en vier dagelijks bestuursleden a.i., evenals een secretaris a.i. en een programmaraad a.i. Dit DB a.i. bestaat uit: • • • • • •
De De De De De De
heer heer heer heer heer heer
J.A.M. Vos (voorzitter) J.M. Geluk* (lid) H. Ruben (lid) A.F. Kolkman (lid) H. Pluckei (lid) 3.W.A. van Enst (secretaris)
*De heer Geluk heeft per 1 januari 2012 zijn functie neergelegd. Taak van het DB a.i. is het beoordelen van de overdrachtsovereenkomst en -documenten waarmee de stichting HWH, HWH overdraagt aan de Gr HWH. Behandeling en besluitvorming over de overdracht heeft in het algemeen bestuur echter nog niet plaatsgevonden omdat er onvoldoende duidelijkheid is over de afronding van het project TAX-i dat HWH in opdracht van de waterschappen uitvoert. Het stichtingsbestuur heeft inmiddels de afronding van dit project in handen gelegd van een bestuurlijke commissie. Deze commissie legt formeel verantwoording af aan het stichtingsbestuur en materieel aan de Ledenvergadering van de Unie van Waterschappen. Hierbij is in de LV van de Unie van Waterschappen d.d. 16 december 2011 afgesproken dat de bestuurlijke commissie eerst de LV zal informeren, waarna de LV haar conclusies zal voorleggen aan het stichtingsbestuur met het verzoek deze ten uitvoer te brengen. Na de afronding van het project TAX-i met de leverancier (stap 1), worden tussen HWH en de waterschappen formele afspraken gemaakt over de afronding van het project (stap 2) en volgt een evaluatie (stap 3). Na elke stap zal worden bezien of er voldoende draagvlak is voor de overdracht van de activa en passiva van HWH van stichting HWH aan Gr HWH. Tot die tijd wordt HWH bestuurd door het stichtingsbestuur.
3.
Samenwerking besturen
Omdat de wens bestaat dat HWH te zijner tijd volledig gaat functioneren als Gr, is nagegaan in hoeverre het mogelijk is dat zoveel mogelijk binnen de governance van de Gr wordt geopereerd, waarbij de formele besluitvorming bij de stichting ligt. Daarbij is gedacht aan een zgn. herenakkoord tussen stichting en Gr. Ook de mogelijkheid van het inrichten van een Raad van Toezicht binnen de stichting is genoemd. Omdat er uiterlijk 28 december 2011 een nieuw stichtingsbestuur moest worden benoemd, was er onvoldoende tijd deze opties uit te werken en vorm te geven. Binnen het voormalig stichtingsbestuur waren ook bedenkingen tegen deze constructies omdat, welke constructie ook wordt gekozen, het stichtingsbestuur uiteindelijk volledig juridisch verantwoordelijk en aansprakelijk is voor HWH. Individuele bestuurders zullen dan ook zeggenschap willen hebben over de besluitvorming. Ook het nieuwe stichtingsbestuur heeft deze bedenkingen en heeft besloten deze constructies vooralsnog niet verder uit te werken. Mede omdat deze uitwerking veel tijd zal kosten en het niet duidelijk is wanneer de bestuurijke commissie, adviseert over de afronding van het project TAX-i. ^ Omdat er sinds 27 december 2011 sprake i l van personele unies tussen stichtingsbestuur en dagelijks bestuur a.i. hebben de dagelijks bestuursleden a.i. hun functie neergelegd. Bovendien meent het DB a.i. dat het voorbereiden van de stukken t.b.v. de transitie voorlopig in voldoende mate is afgerond. Tegen de tijd dat de overdracht van st. HWH naar
Pagina 3 van 3
Gr HWH kan plaatsvinden, zal het algemeen bestuur Gr HWH dagelijks bestuursleden aanwijzen en zal dit DB samen met het stichtingsbestuur de definitieve transitie voorbereiden en voor een vergadering met het AB agenderen.
4.
Stichtingsbestuur en Ledenvergadering Unie van Waterschappen
Het stichtingsbestuur is op dit moment volledig verantwoordelijk voor HWH en dient te handelen conform de statuten van HWH. Dit houdt ondermeer in dat het stichtingsbestuur de Ledenvergadering van de Unie van Waterschappen zal verzoeken een advies uit te brengen ten aanzien de begroting 2013. Dit zal gebeuren tijdens LV UvW d.d. 29 juni 2012. Tevens wordt aan de LV UvW gevraagd de jaarlijkse bijdragen van de waterschappen aan HWH vast te stellen. Hierbij zal de stichting HWH zich houden aan de procedure zoals die gebruikelijk is in de Gr (zienswijze periode waarin de waterschappen hun visie op de begroting kenbaar kunnen maken en bespreking van de begroting in het algemeen bestuur Gr HWH). Indien aan de orde zal een eventueel besluit tot wijziging van de statuten of ontbinding van de stichting voor advies worden voorgelegd aan de LV UvW. Ook zal het bestuur aan de LV UvW alle inlichtingen betreffende aangelegenheden van de stichting verschaffen die deze mocht verlangen. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u nadere informatie verlangen kunt u zich wenden tot één van de de leden van het stichtingsbestuur of de directeur van Het Waterschapshuis, de heerJ.W.A. van Enst. Hoogachtend,
J.A.M. Vos, Voorzitter Stichtingsbestuur Het Waterschapshuis
Aan de leden van het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis
Behandeld door
Aantal pagina's
M.H. van der Veen-Brouwer
3
Datum
Uw kenmerk
23 februari 2012 Onderwerp
Ons kenmerk
Bestuur Het Waterschapshuis
2012-2673
Geachte heer/mevrouw, Door middel van deze brief wil ik u informeren over het bestuur van Het Waterschapshuis en de plaats die het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijk regeling Het Waterschapshuis daarin heeft.
Terugblik
1.
Op 1 juli 2010 is de Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis (Gr HWH) in werking getreden. De Gr HWH is opgericht om de informatie- en bedrijfsprocessen van de waterschappen te ondersteunen. Het Waterschapshuis heeft tot taak als ondersteunende organisatie en aankoopcentrale te fungeren voor de waterschappen en zodoende een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de informatie- en bedrijfsprocessen ter bevordering van de kwaliteit en efficiëntie van de taakuitvoering door de waterschappen. Deze taak werd en wordt tot aan de transitie naar de Gr HWH vervuld door de stichting Het Waterschapshuis. Bij transitie naar de Gr HWH zal een overdrachtsovereenkomst worden aangegaan waarmee de activa en passiva van de stichting aan de Gr worden overgedragen. In de constituerende vergadering van het algemeen bestuur d.d. 1 juli 2010 werd een voorzitter aangewezen en vier dagelijks bestuursleden a.i., evenals een secretaris a.i. en een programmaraad a.i. Dit DB a.i. bestaat uit: • . • » • •
De De De De De De
heer J.A.M. Vos (voorzitter) heer J.M. Geluk* (lid) heer H. Ruben (lid) heer A.F. Kolkman (lid) heer H. Pluckel (lid) heer J.W.A. van Enst (secretaris)
*De heer Geluk heeft per 1 januari 2012 zijn functie neergelegd. Taak van het DB a.i. is het beoordelen van de overdrachtsovereenkomst en -documenten waarmee de stichting, HWH overdraagt aan de Gr. Behandeling en besluitvorming over de overdracht heeft in het algemeen bestuur echter nog niet plaatsgevonden omdat er onvoldoende duidelijkheid is over de afronding van het project TAX-i dat HWH in opdracht van de waterschappen uitvoert.
Pagina 2 van 3
Het stichtingsbestuur heeft inmiddels de afronding van dit project in handen gelegd van een bestuurlijke commissie. Deze commissie legt formeel verantwoording af aan het stichtingsbestuur en.materieel aan de Ledenvergadering van de Unie van Waterschappen. Hierbij is In de LV van de Unie van Waterschappen d.d. 16 december 2011 afgesproken dat de bestuurlijke commissie eerst de LV zal informeren, waarna de LV haar conclusies zal voorleggen aan het stichtingsbestuur met het verzoek deze ten uitvoer te brengen. Na de afronding van het project TAX-i met de leverancier (stap 1), worden tussen HWH en de waterschappen formele afspraken gemaakt over de afronding van het project (stap 2) en volgt een evaluatie (stap 3). Na elke stap zal worden bezien of e r voldoende draagvlak is voor de overdracht van de activa en passiva van HWH van stichting aan Gr HWH. Tot die tijd wordt HWH bestuurd door het stichtingsbestuur.
2.
Bestuur stichting Het Waterschapshuis
Op 28 december 2005 is de st. HWH opgericht. Deze stichting heeft een bestuur van zeven personen. Na statutenwijziging (december 2011) kan het stichtingsbestuur bestaan uit minimaal drie personen, waarbij het bestuur zelf het aantal bestuursleden bepaalt. Per 27 • • • • o
december 2011 bestaat het bestuur van de st. HWH uit: De heer J.A.M. Vos (voorzitter) De heer G.J. van den Brandhof (secretaris) De heer H. Ruben (penningmeester) De heer A.F. Kolkman (lid) De heer H. Pluckel (lid)
Deze bestuurders zijn benoemd na voordracht door de Ledenvergadering van de Unie van Waterschappen (LV UvW) d.d. 16 december 2011. De Ledenvergadering had zeven bestuurders voorgedragen. Twee van deze bestuurders hebben echter afgezien van hun kandidatuur.
3.
Samenwerking besturen
Omdat de wens bestaat dat HWH te zijner tijd volledig gaat functioneren als Gr is nagegaan in hoeverre het mogelijk is dat zoveel mogelijk binnen de governance van de Gr wordt geopereerd, waarbij de formele besluitvorming bij de stichting ligt. Daarbij is gedacht aan een zgn. herenakkoord tussen stichting en Gr. Ook de mogelijkheid van het inrichten van een Raad van Toezicht binnen de stichting is genoemd. Omdat er uiterlijk 28 december 2011 een nieuw stichtingsbestuur moest worden benoemd, was er onvoldoende tijd deze opties uit te werken en vorm te geven. Binnen het voormalig stichtingsbestuur waren ook bedenkingen tegen deze constructies omdat, welke constructie ook wordt gekozen, het stichtingsbestuur uiteindelijk volledig juridisch verantwoordelijk en aansprakelijk is voor HWH. Individuele bestuurders zullen dan ook zeggenschap willen hebben over de besluitvorming. Ook het nieuwe stichtingsbestuur heeft deze bedenkingen en heeft besloten deze constructies vooralsnog niet verder uit te werken. Mede omdat deze uitwerking veel tijd zal kosten en het niet duidelijk is wanneer de bestuurijke commissie adviseert over de afronding van het project TAX-i. Het stichtingsbestuur realiseert zich echter dat de situatie niet gehandhaafd kan blijven omdat er sprake is van personele unies tussen stichtingsbestuur en dagelijks bestuur a.i.
4.
Dagelijks bestuur a.i.
Het DB a.i. had tot taak de overdrachtsovereenkomst en -documenten die door de stichting HWH zijn opgesteld, te beoordelen. De documenten zijn door het DB a.i. ter behandeling en besluitvorming voorgelegd voor de vergadercrig van het algemeen bestuur Gr HWH van 1 juli 2011. Voor dezelfde vergadering waren 00k voorstellen geagendeerd om de ad interim status van het DB op te heffen en de a.i. leden definitief aan te wijzen. Behandeling van deze onderwerpen heeft echter niet plaatsgevonden. Het DB a.i. heeft geen functie meer totdat weer met de stichting in overleg wordt getreden over de overdracht van HWH aan de Gr. Dit houdt in dat de dagelijks bestuursleden a.i. hun functie hebben neergelegd.
Pagina 3 van 3
Hierdoor is geen sprake meer van een personele unie tussen stichtingsbestuur en dagelijks bèstuur a.i. Bovendien meent het DB a.i. dat het voorbereiden van de stukken t.b.v. de transitie voorlopig in voldoende mate is afgerond. Tegen de tijd dat de overdracht van st. HWH naar Gr HWH kan plaatsvinden, zal het algemeen bestuur Gr HWH dagelijks bestuursleden aanwijzen en zal dit DB samen met het stichtingsbestuur de definitieve transitie voorbereiden en voor een vergadering met het algemeen bestuur agenderen.
5.
Stichtingsbestuur
Het stichtingsbestuur is op dit moment volledig verantwoordelijk voor HWH en dient te handelen conform de statuten van HWH. Dit houdt ondermeer In dat het stichtingsbestuur de Ledenvergadering van de Unie van Waterschappen zal verzoeken een advies uit te brengen ten aanzien de begroting. Tevens wordt aan de LV UvW gevraagd de jaarlijkse bijdragen van de waterschappen aan HWH vast te stellen. Ook zal het bestuur aan de LV UvW alle inlichtingen betreffende aangelegenheden van de stichting verschaffen die deze mocht verlangen. Indien aan de orde zal een eventueel besluit tot wijziging van de statuten of ontbinding van de stichting voor advies worden voorgelegd aan de LV UvW.
6.
Vooruitblik Gr HWH
Het stichtingsbestuur heeft uitgesproken zoveel mogelijk volgens de goverance van de Gr HWH te werken. Dit houdt onder meer in dat de ontwerpbegroting 2013 aan de waterschappen zal worden voorgelegd in de zgn. zienswijzeprocedure en dat de begroting 2013 wordt besproken door het algemeen bestuur Gr HWH. Besluitvorming zal echter, na consultatie van de LV, in de stichting plaatsvinden. Daarnaast zal het stichtingsbestuur zich over de ontwikkeling van nieuwe programma's en eventuele andere zaken laten adviseren door de programmaraad a.i. van de Gr HWH. Omdat het stichtingsbestuur meent dat de toekomst van de samenwerking tussen de waterschappen haar beslag moet krijgen in de Gr HWH hecht het stichtingsbestuur wel aan een discussie met het algemeen bestuur Gr HWH over de ontwikkeling van de strategie en een lange termijn visie voor Het Waterschapshuis. Hiertoe is HWH thans begonnen met het opstellen van een 'najaarsnota' die, vergelijkbaar met de voorjaarsnota van waterschappen, een toekomst beeld zal schetsen. Hiermee nodig ik u uit voor de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur Gr HWH d.d. 5 juli 2012 13,30 uur te Amersfoort. Tijdens deze vergadering komt de begroting 2013 aan de orde en zal worden gesproken over de strategie en visie van Het Waterschapshuis. Afhankelijk van de ontwikkelingen wordt in de loop van het jaar bezien wanneer er in het tweede halfjaar van 2012 een vergadering van het algemeen bestuur wordt gehouden. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u nadere informatie verlangen kunt u zich wenden tot één van de de leden van het stichtingsbestuur of de directeur van Het Waterschapshuis, de heer 3.W.A. van Enst. Hoogachtend,
J.A.M. Vos, Voorzitter a.i. algemeen bestuur Gr Het Waterschapshuis
-*„' ' " '
drs. 3.W.A. van Enst, Secretaris a.i. algemeen bestuur Gr Het Waterschapshuis
Waterschap Roer en O v e r m a a s
D B - v e r g a d e r i n g 10-04-2012
Agendapunt 3
Onderwerp Beroepschriften tegen afgewezen verzoeken om kwijtschelding Portefeuillehouders) C.H.J.M. L e b e n s Afdeling Middelen Bestuursprogramma Niet van toepassing Waterbeheersplan Niet van toepassing P r o g r a m m a begroting Bestuur, externe communicatie en belastingen Routing Dagelijks bestuur Commissie A B A Commissie MFB Commissie W S Algemeen bestuur
10 april 2012
Voorstel Instemmen met de afwijzingen en betrokkenen hiervan in kennis stellen.
Toelichting O p grond van het thans geldende kwijtscheldingsbeleid kunnen degenen a a n wie e e n aanslag watersysteemheffing ingezetenen en/of e e n aanslag zuiverings-/verontreinigingsheffing is opgelegd, in aanmerking komen voor kwijtschelding. D e formele b a s i s voor het gevoerde kwijtscheldingsbeleid ligt vast in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 en de ter uitvoering van dit artikel gestelde nadere regelgeving, in c a s u de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. In laatstgenoemde regelgeving zijn de regels van het te voeren kwijtscheldingsbeleid opgenomen e n is vastgelegd onder welke voorwaérden al dan niet kwijtschelding kan worden verleend. O p basis van d e z e bepalingen kan kwijtschelding worden verleend indien de belastingschuldige niet in staat is anders dan met buitengewoon bezwaar de belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen. De bevoegdheid om (in eerste aanleg) te beschikken op ingediende kwijtscheldingsverzoeken berust op grond van artikel 144 van de W a t e r s c h a p s w e t bij de ambtenaar belast met
120913
1/2
Waterschap Roer en O v e r m a a s
de invordering (= directeur Belastingsamenwerking G e m e e n t e n e n Waterschappen). T e g e n de afwijzende beslissing kunnen verzoekers in beroep komen bij uw bestuur (administratief beroep). Bij de beoordeling v a n het beroepschrift wordt uitgegaan van de g e g e v e n s die zijn vermeld in het eerste verzoek alsmede van de kwijtscheldingsnormen die van toepassing waren bij de beoordeling van het eerste verzoek. T e g e n e e n afwijzing van het beroepschrift staan geen verdere rechtsmiddelen open. Onderstaande heffingsplichtigen hebben e e n beroepschrift ingediend tegen de afwijzende beslissingen op ingediende kwijtscheldingsverzoeken. O m privacyredenen zijn alleen de namen van de betrokkenen vermeld. 1. 2. 3.
E . J . H . van de Veerdonk N.J.M. S t e v e n s Z. Softic
Reclamanten voeren aan ten onrechte e e n afwijzende beslissing op hun verzoek om kwijtschelding te hebben gekregen omdat m e n over voldoende betalingscapaciteit zou beschikken. D e door reclamanten verstrekte g e g e v e n s vormen de basis voor de beoordeling van het kwijtscheldingsverzoek en de berekening van de betalingscapaciteit. Gelet op de verstrekte informatie heeft er e e n herberekening plaatsgevonden, waaruit is gebleken dat de bovengenoemde belastingplichtigen over voldoende betalingscapaciteit beschikken om de betreffende a a n s l a g e n (gedeeltelijk) te voldoen.
Gelet op bovenstaande argumentatie wordt voorgesteld de beroepschriften van bovenvermelde reclamanten ongegrond te verklaren en de beroepen af te wijzen. 4.
A.M.M. de Wit (gemotoriseerde voertuigen)
Reclamant voert a a n ten onrechte e e n afwijzende beslissing op het verzoek om kwijtschelding te hebben gekregen omdat men over vermogen zou beschikken. Onder vermogen wordt verstaan de waarde in het economische verkeer van de bezittingen, verminderd met de schulden van de belastingschuldige. G e n o e m d e reclamant heeft voldoende saldo op de bankrekening wat (vrij) opneembaar is of heeft vermogen in de vorm van onroerend goed, het bezit van e e n gemotoriseerd voertuig met e e n waarde van meer dan € 2.269,00 of het bezit van m e e r dan é é n gemotoriseerd voertuig.
Gelet op bovenstaande argumentatie wordt voorgesteld het beroepschrift van bovenvermelde reclamant ongegrond te verklaren en het beroep af te wijzen. B e o o g d effect Afhandeling van ingediende beroepschriften. Communicatie D e beslissingen zullen aan betrokkenen worden meegedeeld. s e CKetaris/airecK Dfe secretaris/directeur, MGrir^dèrrk
120913
2/2
Waterschap Roer en O v e r m a a s
D B - v e r g a d e r i n g 10-04-2012
Agendapunt 4
Onderwerp Grensoverschrijdende samenwerking slibverwerking Portefeuillehouders) J . J . Schrijen Afdeling Middelen Bestuursprogramma Pagina 9, 1 bullet e
Waterbeheersplan Niet van toepassing P r o g r a m m a begroting Zuiveren Routing Dagelijks bestuur Commissie A B A Commissie MFB Commissie W S Algemeen bestuur
10 april 2012
24 april 2012
Voorstel Instemmen met het bijgevoegde, aangepaste, waterschapsblad.
Toelichting In uw vergadering van 27 maart 2012 is e e n concept-waterschapsblad inzake grensoverschrijdende samenwerking slibverwerking onderwerp van bespreking geweest. Besloten is het stuk met betrekking tot de afweging van de rechtsvormen als bijlage toe te voegen aan het waterschapsblad en de tekst van het waterschapsblad a a n te p a s s e n . ./.
./.
Het overeenkomstig uw besluit aangepaste waterschapsblad treft u ter finale beoordeling hierbij a a n . Aangezien de Duitse partners ons op 4 april 2012 e e n definitieve, door juristen getoetste tekst van de te treffen regeling h e b b e a d ó e n toekomen, treft u d e z e tekst e v e n e e n s ter finale beoordeling hierbij a a n . Gebleken is, dat de definitieve tekst niet wezenlijk afwijkt van de eerder a a n u voorgelegde tekst. E r is slechts sprake van enkele kleine taalkundige a a n p a s s i n g e n .
120929/RL
1/2
Waterschap Roer en O v e r m a a s « M
Verdere procedure R e e d s eerder is aangegeven, dat met de Duitse W a s s e r v e r b a n d e is afgesproken om de besluitvorming eind april gereed te hebben. Gelet op d e z e afspraak is in uw vergadering van 27 maart 2012 besloten om d e z e aangelegenheid zonder voorafgaande behandeling in de commissie A l g e m e e n Bestuurlijke Aangelegenheden te agenderen voor de AB-vergadering van 24 april 2012. Ondertekening van de regeling is voorzien op 13 juni 2012. D e secretaris/directeur,
ing. J . M . G . In den Kleef
120929/RL
2/2
1
CONCEPT Waterschap Roer en Overmaas
WATERSCHAPSBLAD 2012, N U M M E R . . . BIJL: 1 Agendapunt:
#
Sittard,
AAN HET A L G E M E E N B E S T U U R
Onderwerp: Grensoverschrijdende samenwerking slibverwerking
Voorstel Instemmen met het treffen van de bijgevoegde regeling.
Aanleiding De huidige afzet van slib, dat vrijkomt bij het zuiveren v a n afvalwater door W a t e r s c h a p s bedrijf Limburg, is contractueel gegarandeerd tot medio 2018. P e r 2018 eindigt de afzetmogelijkheid bij E N C I Maastricht. Het is z a a k tijdig een beeld te vormen v a n 'toekomstige slibverwerking W B L ' . Aspecten die daarbij e e n rol spelen zijn de huidige bedrijfsvoering, behaalde resultaten in bestaande samenwerkingstrajecten, technologische en bedrijfseconomische ontwikkelingen op het gebied van slibverwerking, potentiële k a n s e n van (internationale) samenwerking op korte en lange termijn e n de introductie van de modulaire slibverwerking. D e z e notitie ziet enkel op potentiële k a n s e n van (internationale) samenwerking.
./.
Grensoverschrijdende samenwerking In 2010-2011 is e e n onderzoek uitgevoerd naar juridische vraagstukken rondom gemeenschappelijke slibverwerking door de beide Limburgse waterschappen en een viertal Duitse W a s s e r v e r b a n d e . Het eindrapport van dit onderzoek treft u als bijlage hierbij a a n . In dit rapport staat (ten onrechte) dat Nederlandse waterschappen geen lid kunnen zijn van e e n E E S V . Uit nader onderzoek (en navraag bij e e n specialist bij de Universiteit van Utrecht) is evenwel gebleken dat samenwerking via e e n E E S V ook mogelijk is. O p basis van de uitkomsten van het onderzoek is tijdens e e n bestuurlijk overleg tussen de betrokken partijen op 17 maart 2011 geconcludeerd dat er meerdere mogelijkheden voor samenwerking zijn. Het onderzoek heeft echter geen antwoord kunnen geven op de vraag wat de beste s a m e n werkingsvorm is. Voor die vraag zijn vele aspecten van belang (zoals fiscale aspecten, transport, milieuregels, verschillen in nationaal recht, e t c ) . De betrokken partijen willen nu een volgende stap zetten. Niet alleen om onderzoek te doen naar wat de beste samenwerkingsvorm I s , maar meer in het bijzonder betreft dit het g e z a menlijk doen uitvoeren van een onderzoek naar de alle juridische en technische vereisten voor de oprichting en de bedrijfsvoering van e e n installatie voor het gezamenlijk verwijderen van zuiveringsslib. Ook het transport van zuiveringsslib wordt in het onderzoek betrokken.
120785/RL
1/2
CONCEPT '•M
Waterschap ^jjj Roer en O v e r m a a s 2
Partijen achten het in dit verband gewenst dat (uitsluitend) voor het doen uitvoeren van het onderzoek e e n aparte juridische entiteit wordt opgericht. Daarbij wordt geopteerd voor instellen van e e n E u r o p e e s E c o n o m i s c h Samenwerkingsverband ( E E S V ) a l s bedoeld in de EU-verordening 2137/85. Het concept v a n e e n dergelijke regeling, waarover partijen op 19 oktober 2011 overeenstemming nebben bereikt, treft u ter beoordeling hierbij a a n . De voorliggende regeling, die vergelijkbaar is met e e n gemeenschappelijke regeling naar Nederlands recht, vormt het juridische kader waarbinnen de grensoverschrijdende s a m e n werking verder wordt verkend. Het betreft e e n voor de aard van de taakopdracht (doen uitvoeren van onderzoek) p a s s e n d e / lichte samenwerkingsvorm. B e h o u d e n s e e n enkele uitzondering ('uitsluiten van deelname') vindt besluitvorming e e n stemmig plaats. D e taakopdracht van de regeling is beperkt tot het doen uitvoeren van onderzoek. Het samenwerkingsverband is beoogd opdrachtgever voor het onderzoek. Partijen verbinden zich (nog) niet om ook daadwerkelijk tot grensoverschrijdende samenwerking bij slibverwerking over te g a a n . E v e n m i n verbinden partijen zich om daarbij wederom als vorm te opteren voor e e n E u r o p e e s E c o n o m i s c h Samenwerkingsverband. Het a l g e m e e n bestuur is bevoegd te besluiten tot het treffen van de regeling. Het besluit tot oprichting v a n de E E S V moet in Nederland ter voldoening van het bepaalde in artikel 19b van het Reglement voor het W a t e r s c h a p R o e r e n O v e r m a a s respectievelijk het Reglement voor het W a t e r s c h a p P e e l en Maasvallei ter kennisneming worden toegezonden aan het college van gedeputeerde Staten van Limburg. Ondertekening van de overeenkomst tot oprichting van de E E S V is voorzien medio juni 2012. Beoogd effect Met het treffen van de onderhavige regeling wordt beoogd de grensoverschrijdende s a m e n werking te formaliseren. D e regeling biedt e e n kader voor het onderzoek grensoverschrijdende samenwerking toekomstige slibverwerking. Met de regeling kan bovendien ervaring worden opgedaan met de rechtsvorm E u r o p e e s E c o n o m i s c h Samenwerkingsverband. Financiële conseguenties Met W a t e r s c h a p P e e l en Maasvallei e n Waterschapsbedrijf Limburg is afgesproken dat de met het onderzoek gemoeide kosten van de Limburgse waterschappen voor rekening van Waterschapsbedrijf Limburg komen. Voorstel Wij stellen u voor in te stemmen met het treffen van de bijgevoegde regeling. Het dagelijks bestuur, de secretaris/directeur,
de voorzitter,
ing. J . M . G . In den Kleef
dr. J . J . Schrijen
120785/RL
2/2
I:\see\agw\201 l\anm. rossel- markup 27599_as_dut_myna_flde_clean 14-021 lgemeinsame_klarschlammverbrennung rl.doc Datum 03,03.2011
J u r i d i s c h e vraagstukken betreffende d e g e m e e n s c h a p p e l i j k e slibverbranding door vier bijzondere w a t e r s c h a p p e n ten w e s t e n van de Rijn e n twee w a t e r s c h a p p e n in Nederland
Inhoud 1.
Overzicht
3
2.
Uitgangspositie en vraagstelling
4
3.
Gezamenlijke aanbesteding van de zuiveringsslibverbranding
4
4.
Rechtsvorm van de exploitant van de te bouwen installatie
5
4.1. Rechtsvormen naar Duits recht
5
4.1.1.
De GmbH
5
4.1.2.
DeoHG
6
4.1.3.
DeGbR
6
4.1.4.
E e n publiekrechtelijke instelling - de AöR
7
4.1.5.
Doelcorporatie
7
4.1.6.
Wasser- und Bodenverband
7
4.1.7.
Coöperatie
8
4.2. Rechtsvormen naar Nederlands recht
8
4.2.1.
De besloten vennootschap (bv)
9
4.2.2.
De vennootschap onder firma (vof)
4.2.3.
De maatschap (mts)
'.
9 9
4.3. Rechtsvormen naar supranationaal recht
9
4.3.1.
Europees economisch samenwerkingsverband, de E E S V
9
4.3.2.
Europese groepering voor territoriale samenwerking, de E G T S
9
4.4. Besluitvormingscriteria
10
5.
10
Verbandsrecht
5.1.1.
Overdracht van de uitvoeringstaak afvalverwerking aan een GmbH
11
5.1.2.
Winstoogmerk?
12
5.1.3.
Toestemming van bestuur en toezichthouders
12
5.2. Overdracht volgens Nederlands recht
12
6.
13
Aanbestedingswetten
6.1. Aanbesteding van de slibverbranding aan derden
13
6.2. Interne slibverbranding
13
6.2.1.
Vooraf: de bouwopdracht
6.2.2.
Aanbestedingsvrije inbesteding van de slibverbranding
,
13 13
6.2.3. Intercommunale coöperatie volgens het zogenaamde Hamburg-arrest van het Europese Hof van Justitie
13
7.
14
Milieuvergunningen
'.
2
7.1.1. 8.
AfValtransport
Financiële steun voor de bouw en exploitatie van de installatie
15 15
8.1. Financiële steun van Europa
15
8.2. Financiële steun van de landelijke overheid
15
8.3. Financiële steun van de deelstaten
15
8.4. Financiële steun volgens Nederlands recht
15
3
1.
Overzicht
De gemeenschappelijke verbranding van zuiveringsslib, dat als restproduct bij de Nederlandse en Duitse waterschappen overblijft, roept technische, juridische, commerciële en politieke vragen op. Deze notitie geeft een overzicht van de relevante juridische vraagstukken en is het resultaat van een bespreking tussen de juristen van alle waterschappen. Zowel de Nederlandse als de Duitse rechtspositie wordt behandeld. Samenwerken veronderstelt een gezamenlijke coöperatie. E e n wezenlijk element van zo'n samenwerkingsverband is dat belangrijke besluiten in goed overleg worden genomen. Voor een gemeenschappelijke zuiveringsslibverbranding bestaat enerzijds de mogelijkheid een gezamenlijke aanbesteding te doen voor de opdracht tot verwerking van de totale hoeveelheid slib (eventueel opgedeeld in regionale contracten) of door opdracht te geven voor de bouw en/of exploitatie van een verbrandingsinstallatie. Anderzijds kunnen de waterschappen ook zelf (via een eigen rechtspersoon of rechtstreeks) samen een (bestaande of nieuwe) verbrandingsinstallatie exploiteren. Het bouwen en exploiteren van een installatie voor de gemeenschappelijke verbranding van zuiveringsslib is vanuit juridisch oogpunt in principe geoorloofd. Er dienen echter wel enkele lastige juridische kwesties, vaak ook in een technische en natuurwetenschappelijke context, te worden opgelost, waarvan de details pas zullen worden getoetst als de bouw van een installatie te voorzien is. Het valt niet uit te sluiten dat derden bezwaar zullen aantekenen tegen verstrekte vergunningen of dat de overheid de noodzakelijke vergunningen niet of niet volgens de aanvraag, verstrekt. Bij nieuw- of verbouw van een installatie moet vaststaan wie de installatie bouwt en exploiteert. Van doorslaggevend belang hierbij is welke rechtsvormen volgens het nationale Duitse of Nederlandse recht toepasbaar of geschikt zijn. Voorts spelen de respectievelijke belasting- en aansprakelijkheidswetten een rol. De mogelijke rechtsvormen worden beschreven bij punt 4. E e n Europese aanbesteding voor de slibverbranding kan worden vermeden, als aan de voorwaarden van interne aanbestedingen resp. van het 'Hamburg-arrest' van het Europese Hof van Justitie van 09-06-2009 is voldaan. De aanbesteding van de eigenlijke bouwopdracht staat daar los van. Voor de bouw en exploitatie van de verbrandingsinstallatie kan subsidie worden aangevraagd, de details daarvan voegen zich naar de op het moment van de bouw geldende rechtspositie. Momenteel komt bijvoorbeeld financiële steun van de Europese Unie of een van de deelnemende landen in aanmerking. Deze notitie bevat zowel in het Duits als Nederlands dezelfde inhoud.
3
4
2.
Uitgangspositie en vraagstelling
De vier bijzondere waterschappen ten westen van de Rijn, het Erftverband (EV), Wasserverband Eifel-Rur ( W V E R ) , Linksniederrheinische Entwasserungs-Genossenschaft (LINEG) en Niersverband (NV) laten momenteel in het kader van hun uitvoeringstaak de verwerking van het afvalwater resterende gedroogde slib onder andere bij externe bedrijven verbranden, bijvoorbeeld in de installaties van R W E Power A G . De contractuele verbanden tussen de waterschappen en R W E Power A G zijn van uiteenlopende aard, en zijn deels in de vorm van een order of contract opgesteld, deels echter ook op basis van het contractrecht, voor zover R W E Power A G lid van het waterschap is. Het laatste is bij E V en W V E R het geval. De verbrandingscapaciteit van R W E Power A G zal waarschijnlijk tot 2025 te gebruiken zijn. De Nederlandse waterschappen Waterschap Roer en Overmaas en Waterschap Peel en Maasvallei' drogen het, zo nodig ontwaterde, slib in twee slibdrooginstallaties. Het gedroogde vaste materiaal gaat in de vorm van granulaat naar de firma ENCI in Maastricht, waar het tot cement wordt verwerkt. Het verdrag met de firma E N C I loopt tot halverwege het jaar 2018. Zowel de waterschappen ten westen van de Rijn als de Nederlandse waterschappen onderzoeken momenteel of z e het na hun werkzaamheden resterende slib gemeenschappelijk zullen laten verbranden, bijvoorbeeld in een gemeenschappelijk te bouwen en exploiteren installatie. Voor een dergelijke grensoverschrijdende coöperatie moet een reeks vragen worden beantwoord, die in deze notitie zijn opgenomen en waarvoor een eerste oplossing wordt aangereikt. Waar hierna wordt gesproken van 'het waterschap', worden alle waterschappen bedoeld. 3.
G e z a m e n l i j k e a a n b e s t e d i n g v a n de zuiveringsslibverbranding
Het is mogelijk dat de waterschappen gezamenlijk de verbranding van het zuiveringsslib aanbesteden en derden de gunning verstrekken. De kwestie van de bouw en exploitatie van een verbrandingsinstallatie speelt dan geen rol meer. De regels van het Europese aanbestedingsrecht en eventueel relevante nationale bepalingen dienen in acht te worden genomen, wanneer de naar het Europese aanbestedingsrecht beslissende grenswaarde van momenteel €193.000 netto wordt overschreden. Al naargelang de vorm van deze varianten moet duidelijk worden of telkens z e s waterschappen een gunning verstrekken, dus of er z e s afvalverwerkingscontracten zijn, of dat slechts één waterschap de gunning verstrekt voor de bij de waterschappen totale hoeveelheid resterend slib. Voor de aanbesteding/gunning hebben de Duitse waterschappen volgens de statuten altijd goedkeuring van het bestuur nodig, eventueel ook in het kader van economische plannen. Deze alternatieven kunnen worden uitgewerkt, voor zover bestuurders dat wenselijk achten.
Slib is een restproduct bij het zuiveren van afvalwater. Laatstgenoemde activiteit voeren de Nederlandse waterschappen gezamenlijk uit via een aparte rechtspersoon, het Waterschapsbedrijf Limburg. 1
5
4.
R e c h t s v o r m v a n de exploitant v a n de te bouwen installatie
Onder dit punt wordt het alternatief van de bouw en exploitatie van een nieuwe verbrandingsinstallatie behandeld. Waar wordt gesproken van aansprakelijkheid, wordt aansprakelijkheid 'naar buiten' bedoeld, dus ten opzichte van zakenpartners, zoals bouwbedrijven, maar ook ten opzichte van de overheid, bijvoorbeeld in verband met milieuheffingen. Intern, dus tussen de waterschappen onderling, kunnen afwijkende, in contracten vast te leggen compensatieregelingen gelden. De eerste vraag is wie de exploitant wordt. Dit dient zorgvuldig te worden onderzocht, aangezien het besluit achteraf moeilijk kan worden teruggedraaid. De exploitant van de installatie treedt naar buiten op en is tijdens de bouwfase of bij het inhuren van bedrijven, die voor het onderhoud van de installatie zorgen, de contractpartner van bouwbedrijven en ingenieursbureaus. Aan de exploitant worden ook alle ambtelijke beschikkingen gericht die voortvloeien uit de exploitatie van de installatie en dat zijn op de eerste plaats bepalingen betreffende milieuwetten. Bovendien is hij ook het aanspreekpunt voor de belastingdienst. Vervolgens moet worden vastgesteld of de bouw en exploitatie van de installatie in een zelfstandige rechtspersoon moet worden ondergebracht, die voor dat doel wordt opgericht, of dat een van de waterschappen de installatie exploiteert en met de andere waterschappen een overeenkomst over de verdeling van kosten en risico's sluit. Er dient dus te worden uitgezocht welke organisatievormen juridisch in aanmerking komen en in hoeverre z e op basis van het
Verbandsrecht en aanbestedingswetten realiseerbaar
zijn. In aanmerking komen de volgende organisatievormen: 4.1.
R e c h t s v o r m e n naar Duits recht
4.1.1.
De G m b H
Juridisch relatief eenvoudig is de oprichting van een GmbH, de Duitse besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, waarvan de vennoten de z e s waterschappen zijn. De rechten en plichten van een GmbH zijn vastgelegd in de wet. De vennootschap is het aanspreekpunt voor alle bedrijven waarmee de waterschappen met betrekking tot de gemeenschappelijke verbranding van zuiveringsslib een zakelijke relatie onderhouden. Daarnaast is z e het aanspreekpunt voor de overheid, met name wat betreft de betekening van beschikkingen uit het milieu- of belastingrecht. De GmbH is bovendien het aanspreekpunt voor de banken die de bouw van de verbrandingsinstallatie financieren. De contractpartners naar buiten zijn dus niet de vennoten, met andere woorden de waterschappen, maar de GmbH. De GmbH kan door het sluiten van een akte opgericht worden. De bedrijfsresultaten zijn aan omzetbelasting (btw) onderhevig, zodat op de verbranding van slib in opdracht van de vennoten momenteel 19% omzetbelasting wordt geheven. Daarnaast zijn er nog andere belastingen, zoals de vennootschapsbelasting ep-bedrijfsbelasting. De omzetbelasting betalen de waterschappen aan 'hun' vennootschap. Z e herfinancieren zich via de ledenbijdrage. Dat is niet anders dan momenteel ten opzichte van bijvoorbeeld R W E Power AG. Wat betreft de omzetbelasting bestaat tijdens de bouwfase het recht van aftrek van de voorbelasting, zodat de rechtsvorm GmbH althans tijdens de bouwfase voordelig lijkt. Tijdens
6 de exploitatie van de installatie is de omzetbelasting een kostenpost, die alleen uit betrokken diensten van derden (zoals onderhoud) kan worden gecompenseerd. Of over de arbeidsprestaties van het personeel van de GmbH ook btw moet worden betaald, hangt onder andere ervan af of de GmbH zelf personeel in dienst heeft of dat de vennoten personeel beschikbaar stelt. Dit dient aan de hand van concrete cijfers te worden doorberekend. Over eventuele winst die de GmbH maakt, moet belasting worden betaald. Zoals in het deel over het overdragen aan de GmbH van de uitvoeringstaak 'Verwerking van het bij de verwijdering van afvalwater resterende afval' nog te behandelen is, bestaan er voor een winstoogmerk mogelijke belemmeringen die in het hoofdstuk Verbandsrecht
worden
behandeld. Naar buiten toe is de GmbH met zijn vermogen zelf aansprakelijk en niet de vennoten, dus de waterschappen. 4.1.2.
DeoHG
E e n andere optie is de oprichting van een o H G , de Duitse vennootschap onder firma. De rechten en plichten van een oHG zijn vastgelegd in §§ 105 e.v. H G B
(Handelsgesetzbuch).
Voor de oprichtingsakte en de activiteiten van de oHG kan voor een groot deel naar de GmbH verwezen worden. Wel moet worden gelet op de verschillende belastingen, die aan de hand van een concreet geval zijn door te berekenen. In principe is deze vennootschap voor haar schulden met haar vermogen aansprakelijk, § 124 H G B . Daarnaast zijn echter ook de vennoten met hun privévermogen aansprakelijk, § 128 H G B . Bedrijfsschulden zijn alle verplichtingen die de oHG als zodanig is aangegaan en dient te vervullen. Dat zijn enerzijds uit naam van de o H G aangegane verplichtingen en anderzijds op de wet berustende verplichtingen. De aansprakelijkheid van de vennoot van een o H G is persoonlijk en onbeperkt, met andere woorden, met zijn gehele eigen vermogen. Zo'n aansprakelijkheid kan ook niet door een contract worden ingeperkt. De aansprakelijkheid is bovendien direct en primair, dat wil zeggen dat een schuldeiser zijn vordering rechtstreeks bij de vennoten aanhangig kan maken en zich niet eerst op het bedrijfsvermogen hoeft te richten, zelfs niet wanneer dit in de betaling van de vordering zou resulteren. De aansprakelijk is ook hoofdelijk. Als een derde partij bij een vennoot een vordering indient, moet deze de verplichtingen van de vennootschap nakomen, maar intern kan hij zich schadeloos stellen door van de overige vennoten hun aandeel te vragen. 4.1.3.
DeGbR
Gesellschaft bürgeriichen Rechts (GbR). De rechten van een G b R zijn vastgelegd in §§ 705 e.v. B G B {Bürgerliches Gesetzbuch), Nog een mogelijkheid is de oprichting van een
Dit is het loste samenwerkingsverband van meerdere rechtspersonen. Het is echter twijfelachtig of een dermate losse overeenkomst een geschikte rechtsvorm is voor zulke complexe activiteiten als de hier geplande b o u w e n exploitatie van een verbrandingsinstallatie voor zuiveringsslib. B i j ^ e verbranding van slib gaat het om de uitvoering van e e n publieke taak in de vorm van afvalverwijdering (en niet van het 2
waterrechtl).
2
Bundesverwaltungsgericht, oordeel van 14.12.2006 - 7 C 4/06 - = NVWZ 2007,338
7
G b R ' s zijn echter ruim vertegenwoordigd bij bijvoorbeeld de afwikkeling van omvangrijke bouwplannen in de vorm van samenwerkingsverbanden. Zulke samenwerkingsverbanden ,
worden evenwel opgericht om een bepaald bouwplan door te voeren en na de realisatie ervan weer opgeheven. Het zijn dus geen langetermijnorganisaties. Dat ligt bij de hier beoogde bouw en exploitatie van een slibverbrandingsinstallatie anders. Het
i
samenwerkingsverband dient voor de gehele levensduur van de installatie. Daarnaast
J
moeten de rechten en plichten van de deelnemers aan de G b R zo gedetailleerd worden vastgelegd, dat het in feite om een document met de complexiteit van een oprichtingsakte
j
van een GmbH of een oHG gaat. Om deze reden is de G b R als rechtsvorm voor de bouw en
)
exploitatie van een slibverbrandingsinstallatie af te raden. Naar buiten zijn de deelnemers - in dit geval de waterschappen - met hun gehele vermogen aansprakelijk. Overige afwijkende overeenkomsten zijn theoretisch wel maar praktisch niet mogelijk.
"j
4.1.4.
E e n publiekrechtelijke instelling - d e AöR
Volgens § 114a van de Noordrijn-Westfaalse Gemeindeordnung
mogen gemeenten,
Anstalt des öffentlichen Rechts (AöR),
I
ondernemingen en instellingen als rechtsvorm een
j
een publiekrechtelijke instelling, kiezen. § 53b Landeswassergesetz
('de landelijke waterwet')
staat het gemeenten toe, de uitvoeringstaak het afvalwater te verwijderen op zodanige wijze i
over te dragen dat deze verplichting van de gemeente op de AöR overgaat. Deze
j
mogelijkheid geldt echter niet voor de bijzondere waterschappen, omdat hiervoor een bestemming ontbreekt die hun toestaat een AöR op te richten. Als rechtsvorm komt een AöR dus niet in aanmerking. 4.1.5.
J J
Doelcorporatie
De oprichting van een doelcorporatie komt niet in aanmerking. De voorwaarden voor de oprichting van zo'n corporatie, met een zetel in Noordrijn-Westfalen, zijn vastgelegd in de
G K G , Gesetz über kommunale Gemeinschaftsarbeit. j
§ 4 G K G bepaalt dat gemeenten en regionale publiekrechtelijke lichamen zich kunnen verenigen in een doelcorporatie. Bij de opgerichte doelcorporatie kunnen zich dan weer andere publiekrechtelijke lichamen, zoals de bijzondere waterschappen, aansluiten. Voorwaarde is echter dat minstens een gemeente bij de doelcorporatie is aangesloten, hetgeen bij de hier beoogde constructie niet het geval is. E e n doelcorporatie komt dus niet in aanmerking. 4.1.6.
Wasser- und Bodenverband
Deze rechtsvorm komt eveneens niet in aanmerking. De toegestane taken van deze organisatievorm zijn vastgelegd in § 2 W V G
(Wasserverbandsgesetz).
j
Hiertoe behoort volgens § 2 punt 10 W V G de afvalverwijdering in samenhang met de
i
uitvoering van waterschapstaken. Aangezien een
Wasser- und Bodenverband in de
gebieden van de bijzondere waterschappen niet vóór de verwijdering van afvalwater in de betekenis van § 2 nr. 9 W V G verantwoordelijleis, is het niet mogelijk deze rechtsvorm op te richten voor de verwijdering van het buiten het uitvoeringstaken ontstane afval, hier slib.
8
4.1.7.
Coöperatie
Als alternatief voor de hierboven genoemde vormen van bouw en exploitatie van een slibverbrandingsinstallatie in eèn nieuw op te richten rechtspersoonlijkheid bestaat de mogelijkheid dat één waterschap de verbrandingsinstallatie in eigen naam opricht en exploiteert. Anders dan bij de G b R ligt bij de coöperatie het eigendomsrecht van de te bouwen installatie bij een waterschap. De rechten en plichten van de coöperatie vloeien voort uit een te sluiten overeenkomst maar zijn ook onderhevig aan het contractrecht; twijfelgevallen en eventuele hiaten in de overeenkomst zijn door interpretatie op te vullen. Tot zover bestaan er parallellen met de G b R . Dit ene waterschap zou het adres zijn voor milieuwettelijke beschikkingen. Hetzelfde geldt voor beschikkingen van de belasting en vorderingen van zakenpartners. Voor de bouw en exploitatie van de installatie in een van de waterschappen moeten maatregelen binnen het betreffende waterschap worden genomen en een reeks contractuele overeenkomsten met de overige waterschappen gesloten. Het exploiterende waterschap zou dan niet alleen het in zijn gebied ontstane afval verwerken, maar ook dat van de waterschappen ten westen van de Rijn en de Nederlandse. In andere vergelijkbare coöperatieovereenkomsten gaan de deelnemende partijen ervan uit, dat de door de exploitant verrichte diensten btw-vrij zijn. Onderzocht moet echter nog worden wat de situatie is als de coöperatie niet alleen van overheidswege werkzaam is voor de vier Duitse waterschappen, maar ook voor de Nederlandse. Het is namelijk mogelijk dat de vier waterschappen ten westen van de Rijn de slibverbranding vanwege de vrijstelling van btw goedkoper kunnen aanbieden dan een privaatrechtelijke Nederlandse of Duitse btw-plichtige onderneming. Dit kan in de ogen van eventuele concurrenten op een ongeoorloofde bevoordeling van de coöperatie lijken, hetgeen echter met kennis van de bijzonderheden te verifiëren is. E e n oplossing hangt ook af van de Nederlandse situatie met betrekking tot de omzetbelasting. Naar buiten toe is de aansprakelijkheid van de exploitant onbeperkt. 4.2.
R e c h t s v o r m e n naar Nederlands recht
De Nederlandse waterschappen kunnen (binnen hun wettelijke taak) ook privaatrechtelijke rechtspersonen oprichten of aan een privaatrechtelijke ondernemingsvorm zonder rechtspersoonlijkheid deelnemen. Als een installatie in Duitsland moet worden gebouwd, ligt het voor de hand een Duitse rechtspersoon op te richten, komt de installatie in Nederland, dan is een Nederlandse rechtspersoon zinvoller, aangezien de installatie dan in het land staat waar zich ook de zetel van de bijbehorende rechtspersoon bevindt. Hiervoor zijn al de Duitse rechtspersonen beschreven, die voor de samenwerking in aanmerking zouden kunnen komen. Nu volgt een beschrijving van Nederlandse rechtsvormen.
9 4.2.1.
De b e s l o t e n ven n o o t s c h a p (bv)
De bv is een rechtspersoon die het meest op de Duitse GmbH lijkt. De verschillen tussen de Nederlandse bv en de Duitse GmbH zijn zo miniem, dat de BV geen verdere toelichting behoeft. 4.2.2.
D e v e n n o o t s c h a p onder firma (vof)
De vof is een ondernemingsvorm die overeenkomsten heeft met de Duitse oHG. E r zijn echter verschillen. Anders dan de oHG heeft de vof geen rechtspersoonlijkheid. De vennoten zijn allen hoofdelijk aansprakelijk. De vof heeft geen rechtstreekse connectie met de belastingdienst. Voor alle vennoten gelden afzonderlijke fiscaalrechtelijke randvoorwaarden. 4.2.3.
D e m a a t s c h a p (mts)
De mts is een ondernemingsvorm die op de Duitse G b R lijkt. Bij een mts zijn de deelnemers niet persoonlijk verantwoordelijk, maar samen voor het geheel. Vandaar dat in Nederland dezelfde afkeuring/bezwaar tegen een mts bestaat als in Duitsland tegen een G b R . O m een mts praktisch vorm te geven, moeten verregaande onderlinge afspraken worden gemaakt, die de mts eigenlijk beperken. Bovendien wordt een mts in Nederland meestal opgericht door uitoefenaars van vrije beroepen (bijvoorbeeld artsen of advocaten). Het zou ongebruikelijk zijn een mts op te richten voor de bouw of exploitatie van een slibverbrandingsinstallatie.
4.3.
R e c h t s v o r m e n naar supranationaal recht
4.3.1.
Europees economisch samenwerkingsverband, de E E S V
Een mogelijkheid is de oprichting van een rechtssubject op basis van de zogenaamde EESV-verordening 2137/85. E e n bekend voorbeeld van een E E S V is het tv-kanaal Arte. 3
De EESV-verordening heeft rechtstreeks rechtsgeldigheid in Duitsland en Nederland. De Nederlandse en Duitse waterschappen passen dus hetzelfde recht toe. Dit onderscheidt deze rechtsvorm van andere rechtsvormen in Duitsland en Nederland (zie hierboven). Naar buiten is de E E S V als eerste aansprakelijk maar als dit niet toereikend is ook zijn leden, en wel onbeperkt. Deze rechtsvorm heeft echter als nadeel, dat Nederlandse waterschappen er niet tot kunnen toetreden, volgens art. 4.1 van de verordening. 4.3.2.
E u r o p e s e groepering voor territoriale s a m e n w e r k i n g , d e E G T S
Ook een samenwerkingsverband in de vorm van een E G T S is mogelijk. De basis hiervoor is EG-verordening 1082/06 . Deelnemers aan een E G T S zijn op de eerste plaats 4
publiekrechtelijke lichamen. Echter ook Nederlandse waterschappen kunnen zich aansluiten. In eerste instantie is de E G T S aansprakelijk voor zijn schulden, maar als dit niet toereikend is ook de deelnemers.
3 4
Pb. 199/85 1 e.v. Pb. L 210 van 31-07-2006, blz. 19 e.v.
> '' :
10 4.4.
Besluitvormingscriteria
Natuurlijk kan op deze plaats geen definitieve aanbeveling voor een bepaalde rechtsvorm worden gegeven. Voor de besluitneming spelen naar de huidige stand van zaken vooral de volgende criteria een rol: •
De oprichtingsakte moet duidelijk stellen, dat alle belangrijke besluiten eensgezind worden genomen. In Duitsland is dit in elk geval volgens het constitutionele recht en het
•
Verbandsrecht vereist.
O p welke wijze is de slibverbranding het meest rendabel? Hierbij spelen fiscaalrechtelijke kwesties een rol. Momenteel kan ervan worden uitgegaan, dat de verwerking van slib uit overheidswege net zo min een belastbare dienst is als de verwijdering van afvalwater uit overheidswege. Zolang deze taken verder van overheidswege worden uitgevoerd en niet belastingvrij aan derden kunnen worden overgedragen, zal er aan de btw-ontheffing waarschijnlijk niets veranderen.
•
Wat betreft de economische overwegingen dienen niet alleen tijdelijke voordelen uit de aftrek van de voorbelasting doorslaggevend te zijn, maar alle fiscaalrechtelijke belastingen in achtneming van alle mogelijkheden tot aftrek van voorbelasting gedurende de totale exploitatietijd van de installatie.
•
E r moet een rechtsvorm worden gekozen die ook voldoet als de fiscaalrechtelijke voorwaarden veranderen. Dit geldt met name, als over de lozing van afvalwater en de verwerking van slib btw moet worden betaald.
•
Wie is bij betalingsverplichtingen juridisch aansprakelijk? De rechtsvorm zelf of de aangesloten partijen, en tot welke hoogte? Zulke vorderingen kunnen eveneens voortkomen uit de wet (schadevergoeding, milieuwettelijke compensatiekosten, geldstraffen) of een contract.
•
Met betrekking tot het vennootschapsrecht moet het samenwerkingsverband van de waterschappen zo worden vormgegeven, dat het rechtsgeldig blijft indien de waterschappen in Nederland of Duitsland vanwege wetsveranderingen van publiekrechtelijke lichamen zouden veranderen in bijvoorbeeld privaatrechtelijke rechtspersonen.
•
Het moet nog worden onderzocht of het uittreden van een der waterschappen uit het samenwerkingsverband rechtshalve mogelijk is.
•
Of een E E S V en E G T S geschikte rechtsvormen zijn, is niet alleen afhankelijk van juridische criteria maar ook van het feit of deze rechtsvormen in de politiek en het zakenverkeer bekendheid genieten.
5. Het
Verbandsrecht
Verbandsrecht is een typische Duitse juridische' kwestie, niet een Nederlandse.
Duitse juridische kwesties Het
Verbandsrecht is voor de waterschappen ten westen van de Rijn in meerdere opzichten
te raadplegen. Het is de vraag of de overdracht van de uitvoeringstaak of de uitvoering ervan op basis van het
Verbandsrecht überhaupt geoorloofd is, en zo ja, in welke vorm en welke
controlerechtelijke toestemming te verkrijgen is.
11
5.1.1.
O v e r d r a c h t van de uitvoeringstaak afvalverwerking a a n e e n G m b H
De waterschappen zijn wettelijk verplicht het slib, dat resteert n a de uitvoering van hun taak afvalwater te verwijderen, te verwerken. De tekst van het Verbandsrecht
(bijvoorbeeld § 2 lid
1 ErftVG) is duidelijk: 'Het waterschap heeft in zijn gebied de volgende taken:... 9. Verwerking van het bij de uitvoering van de waterschapstaken ontstane afval."
5
Het toedelen aan de waterschappen van de taak het slib te verwerken houdt tevens in, dat in dit opzicht niet alleen de afvalwaterlozing maar ook de afvalverwerking van overheidswege wordt uitgevoerd en er om die reden momenteel geen omzetbelasting over wordt geheven. Volgens § 16 lid 2
Kreislaufwirtschafts- und Abfallgesetz, de KrW-/AbfG (wet over het
hergebruik van afval), bestaat wel de mogelijkheid van een belastingvrije overdracht van de afvalverwerkingsplicht aan privaatrechtelijke rechtspersonen, maar alleen met toestemming van het voor de verwerking verantwoordelijke orgaan, hier dus van het betreffende bijzondere waterschap. Het uitsluitend belasten van de waterschappen met de afvalverwerkingsplicht ten aanzien van het er ontstane zuiveringsslib, heeft nog verdere rechtsgeldigheid. Na de ontwatering is zuiveringsslib afval, onafhankelijk van de verwerking tot brandstof of meststof. Het ontwaterde slib is met name niet meer onderhavig aan het waterschapsrecht. De hoedanigheid van afval berust daarop dat het volgens § 3 lid 1 in samenhang met appendix 1 punt Q 12 Krw-/ AbfG in te delen is in een afvalgroep en het waterschap dit afvalproduct volgens § 3 lid 4 Krw-/AbfG ook moet verwerken. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor gruis en zandvang. De hoedanigheid van afval wordt pas opgeheven, als het slib daadwerkelijk een andere toepassing krijgt, bijvoorbeeld in de landbouw, en het daadwerkelijk als meststof wordt gebruikt. Om het louter als meststof te bestempelen is niet voldoende om het slib van zijn hoedanigheid van afval te ontheffen. De uitvoeringstaak het afval te verwijderen kan niet op zodanige wijze aan derden worden overgedragen dat het waterschap van deze taak wordt ontheven, delegeren is niet geoorloofd. Het waterschap mag voor de verwerking van het afval slechts de hulp van derden inroepen (mandateren of privaat uitbesteden). Dit is mogelijk door een beroep te doen op een lid van het waterschap, bijvoorbeeld W V E R of E V ten opzichte van de verbrandingscapaciteit van de krachtcentrale van hun lid R W E Power A G (maar niet met betrekking tot het transport van het slib!) of middels een - aanbestedingsplichtig - contract met een derde partij, bijvoorbeeld Remondis. Het afsluiten van zo'n contract verandert echter niets aan de plichtspositie van het waterschap, zoals die voortvloeit uit het
Verbandsrecht.
Het is het waterschap ook niet toegestaan, de uitvoeringstaak belastingvrij aan een GmbH over te dragen, als het waterschap de enige vennoot. Bij het Erftverband heeft de toezichthouder, het huidige M K M L N C , dit duidelijk met betrekking tot de Aquatec GmbH in 6
het kader van de toestemming volgens § 58 lid 1 nr. 1 in samenhang met § 25 lid 5 nr. 7 ErftVG (oprichting van een GmbH of oHG) tot uitdrukking gebracht. Hetzelfde is gedaan in samenhang met de oprichting van de KlarschlamrrwoHG door de E V en W V E R . Vanuit het oogpunt van het
Verbandsrecht kuarien een GmbH en een oHG de
waterschappen dus alleen helpen bij de uitvoering van hun taken.
Vrb. Erftverband Ministerie voor klimaatbeheersing, milieu, landbouw, natuur- en consumentenbescherming van de deelstaat Noordrijn-Westfalen - MKMLNC
3 6
12 5.1.2.
Winstoogmerk?
Het is twijfelachtig of zo'n GmbH of oHG winst mag maken. Volgens het
Verbandsrecht
moeten de waterschappen het algemene welzijn en nut van zijn bewoners dienen. Daaruit volgt een verbod op een duurzaam winstoogmerk (afgezien van een redelijke rente op het kapitaal). Het valt te bezien of dit verbod op een duurzaam winstoogmerk feitelijk ontweken kan worden als de uitvoeringstaak van de waterschappen wordt overgedragen aan een GmbH waarvan de vennoten juist deze waterschappen zijn en aan wie ook een winst van de GmbH overeenkomstig de oprichtingsakte moet worden uitgekeerd. Bij nader onderzoek lijkt deze kwestie evenwel theoretisch. Indien op basis van het
Verbandsrecht de GmbH of de oHG (vrijwel) uitsluitend voor zijn vennoten werkte en ook uitsluitend van hen de voor de bouw en exploitatie van de slibverbrandingsinstallatie vereiste middelen ontving en ze vervolgens in rekening bracht, zouden de kosten van en inkomsten uit activiteiten van de GmbH misschien tegen elkaar wegvallen. E e n uitgebreidere behandeling van de geoorloofdheid van een winstoogmerk van de GmbH en de oHG is vooralsnog overbodig. 5.1.3.
T o e s t e m m i n g van bestuur e n t o e z i c h t h o u d e r s
De oprichting van een GmbH of een oHG vereist allereerst op basis van het
Verbandsrecht
toestemming van het waterschapsbestuur resp. een bevoegd orgaan. Volgens § 25 lid 5 nr. 7 ErftVG behoeft de vorming van of toetreding tot handelsmaatschappijen en publiekrechtelijke verenigingen toestemming van het waterschapsbestuur. Bovendien moet de toezichthouder, hier dus het MKMLNC, de oprichting goedkeuren (volgens § 58 lid 1 nr. 1 ErftVG). De waterschappen hebben een wettelijke aanspraak op verlening van toestemming, indien de verbranding van het in de waterschappen resterende slib in een aan de GmbH toebehorende verbrandingsinstallatie juridisch geoorloofd is. In het verlengde van een gedetailleerde planning is het echter van politieke zijde aanbevelenswaardig te onderzoeken of goedkeuring van de zijde van het MKMLNC verleend zou worden of via een juridische procedure zou moeten worden afgedwongen. Bij een E E S V zou het anders kunnen liggen. Volgens art. 1 lid 1 van de verordening 2137/85 zijn de voorwaarden voor de oprichting van zo'n vereniging resumerend in de verordening opgenomen. E r is niet vastgelegd dat de oprichting van een E E S V eveneens afhankelijk moet worden gemaakt van de toestemming van een toezichthouder. Toestemmingseisen van een toezichthouder zouden niet toegestaan zijn; die zijn met betrekking tot de E E S V ook niet in het
Verbandsrecht ie vinden. Iets anders kan slechts uit andere EU-voorschriften
voortvloeien. Daarentegen behoeft de E G T S mogelijk de goedkeuring van het MKMLNC, terwijl volgens art. 4 lid 3 van de EGTS-verordening goedkeuring overeenkomstig de constitutionele structuur van de betrokken staat vereist is. 5.2.
O v e r d r a c h t v o l g e n s Nederlands recht *
De leidinggevende verantwoordelijkheid blijft bij de Nederlandse waterschappen. Dat de uitvoering door anderen wordt verzorgd, veranderd hier niets aan.
13
6.
Aanbestedingswetten
De toetsing van aanbestedingsrechtelijke bepalingen gebeurt in Duitsland en Nederland met dezelfde Europese juridische bepalingen. De eigenlijke bouwopdracht alsmede de opdrachtverstrekking aan een GmbH of o H G , waarvan de vennoten de waterschappen zijn, roept aanbestedingsrechtelijke vragen op. De waterschappen zijn publieke opdrachtgevers. Als elk waterschap apart de GmbH of oHG de opdracht tot de slibverbranding geeft, zou elk van de waterschappen de huidige grenswaarde van €193.000,00 overschrijden. E e n aanbestedingsvrije overdracht aan de GmbH door de waterschappen is slechts dan mogelijk, wanneer er bij uitzondering geen aanbestedingsplicht is. 6.1.
A a n b e s t e d i n g v a n de slibverbranding a a n derden
De gemeenschappelijke aanbesteding van de slibverbranding is onderhavig aan het Europese aanbestedingsrecht. Dit geldt eveneens als de waterschappen een rechtspersoon volgens punt 4 oprichten en daaraan de slibverbranding overdragen. 6.2.
Interne slibverbranding
Als de waterschappen het slib zelf willen verbranden, geldt het volgende: 6.2.1.
Vooraf: d e bouwopdracht
De bouwopdracht moet vanwege het overschrijden van de grenswaarde Europees worden aanbesteed. 6.2.2.
A a n b e s t e d i n g s v r i j e inbesteding v a n de slibverbranding
De aanbestedingsplicht van de eigenlijke slibverbranding moet worden getoetst. Hierbij hangt het ervan af, in welke rechtsvorm de exploitatie van de verbrandingsinstallatie plaatsvindt. Gebeurt dit in de rechtsvorm van een GmbH of een o H G , dan komt het erop aan of aan de voorwaarden van een aanbestedingsvrije inbesteding is voldaan. Het Europese Hof van Justitie heeft in het Carbothermo-arrest bepaald, dat aan het gezagscriterium van 7
het zogenaamde Teckal-arrest voor een interne aanbesteding ook is voldaan, wanneer de publieke opdrachtgever slechts een van meerdere publiekrechtelijke vennoten van de lasthebbers is en er geen privékapitaal in het samenwerkingsverband zit. Dit zou het geval zijn bij een GmbH, waarvan de vennoten uitsluitend de waterschappen zijn. In het geval, dat de installatie brandstoffen die niet van de waterschappen afkomstig zijn, kan opnemen, mag het aandeel hiervan niet groter dan 10% zijn, omdat anders niet aan het tweede Teckalcriterium, het werkzaamhedenaandeelcriterium, wordt voldaan. E e n opdrachtverstrekking aan de GmbH zonder voorafgaande aanbesteding zal dan niet meer geoorloofd zijn.
6.2.3.
Intercommunale coöperatie v o l g e n s het z o g e n a a m d e Hamburg-arrest van het E u r o p e s e Hof v a n Justitie
E e n aanbestedingsvrije opdrachtverstrekking aari de GmbH, o H G of een losse coöperatie van de waterschappen is onder bepaalde voorwaarden zonder de interneaanbestedingscritejïa in aanmerking te nemen, toelaatbaar.
7
Zaak C- 430/04
14 Dit volgt uit actuele rechtspraak van het Europese Hof van Justitie, met name na het zogenaamde Hamburg-arrest van 9 juni 2009. Dit arrest verlegt de huidige grenzen van de 8
aanbestedingsvrije gunning en stelt dat publieke opdrachtgevers hun uitvoeringstaken niet zelf hoeven uit te voeren. Z e mogen zich zonder voorgaande aanbesteding voor de gemeenschappelijke uitvoering van de hun toegewezen en het algemene belang dienende taken verenigen, zonder dat de voorwaarden van de interne aanbesteding in het geding zijn. Het Europese recht schrijft niet eens een speciale rechtsvorm voor deze samenwerking voor. Aan dit samenwerkingsverband mag echter geen onderneming in privaatrechtelijke vorm deelnemen, de coöperatie moet op de voorgrond staan.
1
Volgens dit besluit zouden de waterschappen bevoegd zijn zich voor de bouw en exploitatie van de verbrandingsinstallatie te verenigen, als aan de coöperatie geen privaatrechtelijke rechtspersonen deelnemen en het slechts om de gezamenlijke uitvoering van de taken gaat. Verder is het nodig, dat naast de gezamenlijke uitvoering van de taken ook wederzijdse plichten voor steun worden vastgesteld. De aanbestedingsvrije coöperatie vooronderstelt vandaar als eerste dat de waterschappen publiekrechtelijke lichamen zijn en blijven. Bovendien moet ze alleen de plicht tot verwerking van het zuiveringsslib zijn toebedeeld. De overeenkomst zou daarom een eventuele wettelijke verandering van de rechtsvorm van de waterschappen in ogenschouw moeten nemen. De aanbestedingsvrije coöperatie buiten de Teckal-criteria is - voor zover momenteel duidelijk - alleen geoorloofd om de uitvoeringstaken van de waterschappen te vervullen. Taken, die de waterschappen niet volgens het
Verbandsrecht zijn toegewezen, zouden
waarschijnlijk in een aanbestedingsvrij opgerichte coöperatie wegens een enge interpretatie van een uitzondering op de anders uitgevaardigde aanbestedingsplicht, niet mogen worden uitgevoerd. De coöperatie op basis van het arrest van het Europese Hof van Justitie houdt in dat het bij de verbrandingsinstallatie waarschijnlijk gaat om een installatie die uitsluitend slib van de waterschappen verwerkt. Het moet op zijn minst aan het
Verbandsrecht- niet aan het
milieurecht - worden getoetst of het geoorloofd is andere materialen mee te verbranden, in het bijzonder biologisch afval, zoals zuivelproducten, hoewel deze afvalproducten niet zijn ontstaan bij de uitvoering van de waterschapstaken (bijvoorbeeld verlopen zuivelproducten of andere producten die in het kader van de gezamenlijke vergisting in een privaat geëxploiteerde slibverbrandingsinstallatie zouden in aanmerking kunnen komen). Het zou wellicht mogelijk kunnen zijn uitvoeringstaken, die de waterschappen op basis van het
Verbandsrecht met toestemming van het daarvoor bevoegde orgaan overgenomen hebben, in die coöperatie over te nemen.
7.
Milieuvergunningen
Voor de oprichting en exploitatie van de slibverbrandingsinstallatie is een reeks milieuvergunningen vereist. Z e zijn afhankelijk» van de soort en locatie van de installatie en kunnen pas worden besproken zodra bekend is wat er zal worden gebouwd. Wel kan hier gewezen worden op het punt van het grensoverschrijdend afvaltransport.
Zaak C- 480/06
15
7.1.1.
Afvaltransport
Zuiveringsslib is afval. Dit afval moet over de grens van de Nederlandse waterschappen naar de Duitse verbrandingsinstallatie vervoerd worden, of omgekeerd. Het transport van afval binnen de landen van de Europese Unie is wettelijk toegestaan en vastgelegd in de Afvaltransportverordening 1013/2006/EG. Volgens artikel 3 van de verordening moet het transport van afval vooraf worden bekendgemaakt als het afval moet worden verwerkt. Hieronder valt ook verbranding, volgens art. 1 Iid1 van richtlijn 2006/12/EG in samenhang met appendix II D. De verordening is in meer dan 90 bladzijden uitgewerkt. De gevolgen kunnen worden getoetst, zodra de details van het project vaststaan. 8.
Financiële s t e u n voor de bouw e n exploitatie v a n de installatie
Ten aanzien van de aanzienlijke financiële lasten van de bouw en exploitatie van de installatie en de daarmee verbonden gevolgen voor de inwoners van de gemeenten binnen het waterschapsgebied komt de kwestie van de financiële steun van Europa, deelstaten of de landelijke overheid naar voren. Het volgende overzicht geeft de situatie weer op het moment dat deze notitie werd opgesteld. De daadwerkelijke juridische situatie op het moment van de bouw van de installatie valt natuurlijk niet te voorzien. Het onderstaande is het resultaat van een onderzoek op het internet aan de hand van hypothetische gevallen. E e n uitgebreider onderzoek heeft momenteel weinig zin, aangezien de bouw van een installatie niet in de nabije toekomst te verwachten is. Voorbeelden zijn 8.1.
Financiële s t e u n van E u r o p a
•
Life+ (http://ec.europa.eu/environment/life/proiect/Proiects/index.cfm ?fuseaction=search.dspPa qe&n proi id=3079)
•
cip http://ec.europa.eu/cip/
•
Eureka
8.2. •
Financiële s t e u n v a n de landelijke overheid Milieu-innovatieprogramma van de Duitse Bondsregering (http://www.umweltministerium.de/wirtschaft
8.3.
und
umwelt/downloads/doc/45653.php)
Financiële s t e u n v a n de deelstaten
Hierbij valt te denken aan steun uit de opbrengsten uit de afvalwaterheffing. § 13 lid 2 nr. 4 AbwAG
{Abwasserabgabengesetz) bepaalt nadrukkelijk, dat de inkomsten ook mogen
worden aangewend om de bouw en exploitatie van een installatie voor de verwerking van zuiveringsslib te financieren. De aanwending va»*de opbrengsten wordt in NoordrijnWestfalen geregeld in een richtlijn over de kostenaccenten. 8.4.
Financiële s t e u n v o l g e n s Nederlands recht
Dit is nog niet onderzocht.
16
Februari 2011 Friederike Deutzmann, Manuela Merzyn, Clemens Muller, Frank Niesen, Nico R o s s e l , Britta Schulz, Per Seeliger, Kai Sobottka, Geert Vogels
sz © ©
>
CO CO
25 © .£2
c
CO CO
CO Ui UJ
D)
i
I
"O
e ra
*. I 2
g> I
I £
0 .2 es t . E §"
SE «
>
CO
©
CO
co © -
B ti CO m
CO © CO
© co CO
©
> i
I
c
'3
%
2
CD ©
S3 E
co
« a.
C ©
JC
.a ©
(0
«3 Q. O
3 UJ
> © -° —
CO
©
^
CO TJ CD in O) •
^
CO CD
c
5
E?
I
~
c
-I—«
CO CO
s i ©
TJ TJ
c
C
© Ü
CO .2 *c CO •©
£© o
0_
© 55 CO Q. CO 2 55 CO —
s -s I O
©
Q. '© CO c c SZ CO Ü :i 3_ S3
CO :C0 © ~- CO
w
£ O
'©
I I^
CO
e ©
"Ü © 5 -a
£
3
§ 1
©
TJ
io -e Si E CO CO co c© UJ E c © c E TJ © !C CO 3 ® § =co co a: 05 N O _!.
c
© o
g
TJ CO
CD
c
O
B^! ©
UJ
H e € ^ i
.C O
w "co CO
E
3
c
©
>
O
=C0 ©
>
© O
Ql TJ c cz C C © Q. © © CO J C co Ü CO TJ -Q tn SZ .9? 53 c SZ _ ö) CO CO
CD v
Q
c •
CO
I—
.© Z
3
JQ
©
O
- I n
c
N CO
>
sz
,
c ©
'§ 1 3
TJ
sz ©
cz
© c
92 53 o © co
SZ
3
TJ
CD
c
E ©
3
5 t: UJ
TJ 3
©
0
© TJ
c ©
it. ©
E
TO •co j= c Ü
55 co
I s
CO
>
<
f§ ?I
-c CO © CO CD
M it
Ü ©
TJ
-77 CO
©
CO
JO =3
©
c
Ü £
~
© O TJ
1
SZ
CO SZ
—
ti
0 :C0
Ü 3
SZ
I
©
TJ
3
© c
c "S •© E ©
© SZ
a
SZ
<
Ö ju: o
O
CO CO
3
©
E E _co Ü
£
UJ bt. CD
Q
5 '
O
CO
-Q
§
Q. O .CO ?n CD CO N
c
O) CD .t;
SZ 3
I
N E ©
CO
>
©
TJ
3
N
7 3
CD
::33
CD
©
E £
JQ
N
*=
CD - °
5 <
SZ
§ 3
CO
o 3 CO co CD • - TJ =co Q .
L.
O
©
3
^
^
© > CD ©
CO
3
CD
"c TJ > SZ '2 ©
©
UJ 1
:3
£>>
© b
CD
£
§
CO O) JC O ©
*c_ '© CD
>
c ©
CO CD ©
TJ
SZ ©
IO CO CO CO
CO ©
TJ
Hn
C
"E C co o o ©
SZ ©
SZ
© E
© CD C
i—
J=
JO
© © CO SZ ©
O > CO
!C0 UJ
_ro
©
H
co 53 J2 © io
JC0
©
S N CO
CO TJ CO CO CZ c
>
>
'©
TJ
Ë § lïi f ^
CO CO
r- TJ "O
CO
TJ ©
•©
3
SZ ©
C
© SZ ©
© c
CO
CO CO
3
b
©
>
CO
© CD
TJ
O
O O
1 © TJ
8 ï UJ © m > £ UJ Q co
Ü JO © CO
CO
cn O c
©
©
O
C
TJ
Jd
I
3
1
>
© E m E tz •o «o SZ •g o ©
5
o c
SZ CO O
3
TJ
© E
c ©
SZ O
c
TJ =C0 (D
N
Q. ©J> CO C
SZ " © 3 CO Ü JQ 3 C © CO
© CO
© C
üSZ <
CO ©
TJ
©
© o>
CD •*-"
O)
N
C
N SZ
©
t= 3
l i f e
sz
© 55 = © c
cSZ C—O CO c © a. E SZ © o CO TJ © > N © © O) TJ
Ï
T3 UJ
c
© © > o © © © CD © Q TJ TJ
c
4_;
JC
©
JS Q
S
© X
-*—
I UJ '<= > © CD > _ c 53 © ^ F TJ > © Q. © Ss & o O > 2 ©
CO
2 O £ © © Ü a3 "o rs, © c •="? TJ C c E© © © O c > © TJ C CO
SZ
5 CO ID co 00 •© JC c Ü CO © CO © £ CN sz ©
O
fl)
g c c >
©
CO a)
CO o D) - C
©
-g © « > TJ C c © ©
E
UJ
% %
©
c ©
-4-.
•—.
c
5
o o o
2 «
sz © ©
- Ö
© Q- J * Q. C>O O © Q. O) _ o CO
O Q. f0 CCOO
©
OT
ui I s =
Q. c O JC Q. Ü
I
i £ -9 ' O l —
-*—'
© © a o
mm*
¥
O O © O g TJ SZ CO .= CO CO ro
CO
• °
> •c
3
CO CD
UJ
©
£ © © '*= > JS
© X}
©
or co ^
: © o O
o 1
c c CO © co "03
»
S e c
?
O
c © > ©
§5
5
©
c
©
c E CO co ©
c © > ©
3
1
© sz
©
© TJ
.Q
O O >
I-
©
© r
CO CN
SZ 3 SZ
O
©
i_ © SZ
:3
TJ CO C
3
3
i—
O) ©
CD
C CD c c
cu c c TJ O) CD "03 c > 0 x: x: O TJ 3 Q. O cF O O £Z > Q. .CD rw
3
icie
c CD C O CO
CD
1
CL CO •§-«
x: o
ke
' L _
CD
CD c ra cz CD *-— ra< E co CO c CD c O) CD c w C D CO 3
CD
ve CD een
dez
CD
C
>
cn 0
o
TJ CU XI
O O
>
CD E N O 3 CD > CO -•—'
x: CD o O CD E
CD ü c CD E co N CD O)
0
E £ co co ü .5= 0
01 C ~D CO O) T3 0 E TJ E ra sz N o TJ co 3 i£5 W O) ^ CL c c O £
LU
>
O) 0 _ c 3 CO CD ö) E E CO) O
Era© O co co Ü 0
3
0
E 0
N
0
rr °) 0
0
co „ CD 0 N
~
3
C
co
£
.s O
0 > 0
co
CO t CD > '3
N _ CO >
is ra
Z c
©
O)
c 0 c c
:0
J£
CO
x: o
£
co >
't—
Q_
co 0
TJ CZ 0
c O 0
Q_ 0
x: o co c co © _ co
cz
<
TJ C LU 3
•©
TJ sz O TJ
0
c
co XJ
_0
Ï « 0
CO
c > CD 05 _ LU LU US C 0) O TJ 0 co Q. > c 0 N TT 2
0
a SZ 0
co co >
Uü
O
£
Irijfsv
OA
ee
rm
ez
"05 •*-* x: o
CO
0
=?= :3
CO Z
&_ 0
©
O)
>
O > co 'cz 5. CD TJ CD ra TJ CD CD C CO > CO c CD
z
LU > CO UJ UI c
CC DO > co co
0 c
co >
™
c CD CD CD
TJ E CD O
> UJ —: (0
O)
c
£ O
'tZ
o. O
CO O > C CO >, E CD > LU ,3 CC O _L c CD S= cu c CD LU 5) CD TJ cö "2 O CD CD £ UCD c co « > £ SI O 5 CD CD O co > co .58 cö CD ra CD c
a
x: co c CD co co O C CD
c CD E co
E E CD -2 § o co 2
UJ
UJ
CD
° CD TJ CO C
55
'55 ij£ cu 3 > N co
TJ '3
> co LU UJ CD
TJ
LU
§
§
SJ
E co co
C
CD
c
CU
O
O
co 'c
>
'0
TJ sz TJ co 0 X) 'cz L_ co 0 _ > c 0co 0
Z
> i
>
0
LU
I_ c
ta»
O
co c 3
•o c :3
(D
1 co co co
1—
o
0
0 0 0_
c co c
Q.
co
sz
O CD co UJ co
0
CD 0
TJ cz
> c 0 co co 2
0
8
3
i
s
i_
0
3
XJ
E
0 -•-»
(3
Q .
co
> CO UJ UJ
CD TJ c co > co ' co ra o. co CD
c co CD
>
• '•^ '0
co 0
cz 0
x: O CD
co
x> E E -P
0
> co
% sz
-e
-+—'
CL
§ LU
0
x: O TJ sz co O 'cz 0 E .co 'ö5 Cö =co Z g- cö k.
I -
0
•
ï
CD LU
CU
Q
3
SZ
E co CO £ 55
F
O
>
CU TJ c C2U CU O) cu 53 O
CD TJ o 0CL CO O C D
>
C
J
UJ
co
1_
co
TJ
0
0
XJ LU 1_
TJ •ö 00
>
o
>CD
0
0
TJ _
cz <= C£O co CO co CL sz O 0 O £ 0
c O co C > SZ 0 O ' c TJ TJ co co c cca sz > co "CD TJ x: sz c O 0 CD CD CO c 'cz cz 0 TJ TJ o 0
%
0
0
> = co CO CO 0 0 c ra sz TJ ju CL ^ co CD O CÖ ~ '3 sz
& 9ï °
0
0
—
1
ö) tO O 0 x: TJ ü co sz O
-
1 CD
*
TJ
ra < £
88*
I ?co ^o> Cd 0
0
3
0
0
c O CO O O
•g 5 1
CD sz
E
0
JE
c 0 TJ
1
TJ
sz
•
"O
0
CD .-t; > TJ CD 0 > u_ co CD CD<* c UJ E c0 O) 0 c 0 co ' l _ CD E "o 0 XI 2 E TJ O LU © 0 JE £ ë 5? > TJ 00 0 ~ CD 3 co TJ CO" ^ CO T J 0 CM cz TJ 0i- C D 0 > CD 0
>
0
0
lil
TJ c co > c CD TJ CU
0
N sz
O O co co 1— Cü
1
c
CU LU
3
3
m 0 UJ CD LU
1 ' CD 1?
S
I C*D
c TJ
0
0
co > > O
s
c CD ra CD TJ CO "2 c5 •3 2 55 TJ 5 > CCO co 0 — TJ CD
sz
O) £ 2 Ë ifö
O co ':C0 co CL -2 O (u u3 . £ LU TJ C D 0sz TJ
q TJ co E S Ct. cz CD x: C =co c O0 X) 3 _ co l_ _ cz ' 0 0 0 0 0 0 cz > co £ ra O) O 0 .58 0 TJ ü 0 c C Cö LU 3 CZ =2
B CU
co
CO CD CD O) 5
sz
>
b
UJ
sz
0
'0
1_
0
ü
E 'cu
O
O) 'c
0
c
3
iCO sz co XI O co DU co 0 TJ co sz co LU > E > co • e x: > XI ü > 0 .2 0 0 co ' UJ
C
O g co 2 CD CL O O X. CD JJ x: o — co .fo 'cz cu =co x: o. CO 2 c 3
3
cz
O)
cz
CD sz
sz
UJ
% sz
TJ
0
sz
CM
SU
CD co CD sz C CD O TJ co CD E -E o CD c > O O ü CD UJ TJ co CD TJ CU CD CL sz O sz
^
CD
CD > co
CL
0 0
'
CO cz ö) B 3 ,g> 3 XI D E C co CU
l—
0_
.5 a) tn S *
CD _l -5
CD CO 'i—
SZ
O
TJ c co X)
CO
TJ sz co JQ i_ CD > TZ
3
LU LU
0
CO TJ CO CO
C
> co
a>
O
<0)
TJ
l
^ cz
0)
co CO ra u_ cz 0
D)
-I—»
O)
~ TJ co 0 5 :3 u_
co ^1 - J ra Cö c CO g TJ CD .2 c 0 Si. co sz ° > 0 cp. 0 oo TJ 1 ^ _ •« CJ " XI 0 CD 0 co co x: co sz CO T ^J CD O « co T0J
£ * § Ë
c
0
X) 0
<§>
cö
I s co •ft _cz cz
£
0
TJ
c
0
TJ
c 0 XI 0
cz
I CO C
© 73
sz
cz *CZ CD
1
CO
£ o O x: L. c CU cu
TJ
^ _
CU TJ
c?
C
O
2
E
CO 5
o ri o 0 CO j*: •-
-e
SZ 0 0 0 TJ SZ 0
CL CZ
r > 0
o
0
CD jd J= 0
CO
0
& O >
0 TJ 0
cz
"°
3
m X 0 >
0 Q
cz "a o <£ 0
co 0 •<=: co •g .2
if
0
•I x: T J TJ
a: i
CD
0
5 £ Q
(2
CL
ill CM
«0»
0
0
T? c
jy
O O
x: o
0
0
x: o
O 0
cz
2
CO CO Q.
CZ 0 sz 0
CZ
7=
CD
O co 0 -2 0_ CD
c
0 CL
e> 0
Z5 ,> UJ
TJ £Z 3
0 TJ
CD
0
TJ
TZ :3
•55
CD SZ
1 CO c
<
x: Ü
a 3 -*—< CO
z
0
CD
0
0 XJ
0=
-*—'
x: sz _ o u0 CO cu > s 0_ C
>
sz CO
CO 0 0 0 CC CD co 0 CZ CO
TJ TJ
Ü
0
sz 0
0
0
0
3
0 O CO cz > 0
Sz co
>C '3 N
SZ
"8 Ï 8. I 0
>
0
sz Ü
CD XJ
co TJ
a sCZ T4SZJ> ^
Q.
32,
0 TJ
0 >
CD 0 C TJ
^
0 >
O
§ -°
0
0
o
C
O O >
>
0
i_
#f
1 1
TJ
0
s
1
0
0
CO
CO E E Ü co x: UJ o CO) CO 3 © i£0 •tr T J y; © c © ©
©
T J^
x: o
c
©
.?o
>1 ^
CD
->-;
O
x: o c CO 0 B "cz CO CO x: cz — o 3
C
CO x: CZ o sz x: o 0 c 2 0 C 0 to Ü CD T J * : CO co CZ co CO "Io _ > o > to w
0 XJ 0
CD C
0
i-
CD
3 0
x: o
0 TJ
©
_
o
2
a
J2
0
TJ
c
TJ 0 CD
>
0
3
as
x: O cz V o 0 co a) fu "cz = 0 > o & CO c? .S> S i ® UJ UJ CO 05 X — C3O co ë O X I (0 Q- o TJ 0 2 w JO 0 cz CZ CD .!= J= T J 0 0 S x: CD
2? S2 0
CD ~c
CZ 0 TJ
>
CZ 0
0_ 0 .
0
O
cz O
X
c
TJ CL
CO -g 0 TJ tJ cz 0
X0I TJ
0 > 0 CD
I
0 CL CO c O
O
TJ
c
0 TJ
cz
to
°- r 8S
0
CO TO CD
O
sz •o
ZZ
0 XJ
0 cz
co to Io > cz
XI
cz cz
UJ
CO
TJ
0
x: o co "E o c
g « > 8. % 2 >
:
.*-» ••-»
T?
O CO
c
X O
._
TJ CZ
it: © cz o O Z 4S " 0 2 ZZ C O co E o CD
tz
CO 0 x: u o 2 » CO
m CU 0 (O
tf <
O >
CD
I >
0 TJ
O
2
in
0 0 CD
x:
'2
ZJ GO
JO
c c
CD 1ZJ » SZ CO 3 XJ CZ TJ c
TJ
Ss
0
c
N
'— "5
2 sz 0 XL
E
a >
J r P
X 0
E 0
0
0
CZ CD
>
0 XL
c
CO CO c O
O CO
U
CO
xl 0CO
0
c
0 CL
O
0 0
CZ o > 42 ;9 o "fT co o T J CO > 0 0CD
CZ CO
0
1 X 1
CD CD
O
CZ 3
0
CL CO UJ cz uJ
©
o
0
SZ
0
>
2
x
•Ë >
0 c CO CO
cz
O
f 1 XJCO
sz sz
CD
CO CO
0
0
2 I
ZJ 3 -•—< CO
cz co 2 C0O O Q. 5
CD SZ
td co
0 TJ
S
cu >
O
>
t- CO
> 2cu
TJ
0
O
0 cz O
UJ t_ 0
CN
un
TJ TJ C
3
CO c
0 D>
0
CD
0 XJ
0
g,
CD
o CO 2 cz
© 1
eg TJ c
IS? TJ
3
CD S
©
c
CfO K
sz
e- ö co m ©
CD CO ,„ CO cz © 5 E T J CO CZ h- E TO «> © 3_ « N
O 3
©
0
'I 8
0 3 CO XJ © CD 1 u — •CO © JO V" CO T J C CO c < >• to co 3
0
©
5
3 c iU '©
TJ
> %
Ito £-
f
O CO CO X I
ê
>
c2
o>
Qj CD Q
TJ
XJ <
'©
TJ
CZ O to ©
CO cz cz — ©
TO ^^ CO 0
5
CO
co
TJ
§
E Q tj) © cz x: o
•i x: i 1 o
© XJ ©
E CO © CO x: sz o XJ co ©
CO
r
TJ CZ 3 TO ©
^ © x: u * CO CszO
to 2 © ® .9>
TJ
2 ©
TJ
XJ
0
D) 3
:3
© XJ
cC <
sz Ü ©
&
© XJ
CO CO co"
i—
© > O
XJ
> CO
(0 XJ^ xT
UJ UJ
2
cz
© JQ
© (0 (0 © CD XJ r» c CO c'© CO JC CO © > © O C
hoog
Elk i
>sp ©
Hö c
© XJ
lijk aai o m
© > o ©
> i—
nhp CO ©
>
© XJ © © —> XJ
JC
glei
O cz
nai
© c •© XJ
an
am
© XJ o © c XJ © © 'SZ tr '© O to •#-» c JC © CO CD N c XJ 3 E
>
CO UJ
jQ t— ©
>
© XJ © -3 d"«
2? CO •c UJ © UJ O > ©
CD C
"cö
c
©
9
© iS
> .a ë 3
©
UJ C c © © ._ XJ t :3 © XJ XJ
c2 3
CO
JC
O CO c
CO cz
3
«09
I r-
®
CD © C CO > > c© c CO O X.O N
o
©
© XJ © N CO .© c© E E o x. * O UJ © C C O +-» © tr CO 5 5
IS
XJ © © CO XJ XI '© to © '2 42 Q
O O
© XJ >
cz UJ _3 I— Ï3 © t LU XJ
©
XJ
©
:3
>
CO
©
©
U
C
cz
© E CO
zE
© © .© JC
O CO :C0 XI sz CO ©
t; cj
e$ © O CO 5 O) "2
O) •ca
Io- :§ c -9
© tn
t:3 :
© © XJ .to
©
r-
© .2 ©
:3 CO
© CO c _
©
_
CO
XJ c CD 3 C 3 :3
cz ©
©
2 © > 52 - c
>
X.
©
o
2 J© E* sz
cz
co UJ S *; © to cC :C0 XJ :C0 t5 c JC Ü CO © CO © 2 § CD tz
© >
cz
'©
'©
CD c _ , ._ _ ©
c © CO
c
c ©
© >
H —
JC O CO
O CO © c c © XJ
XJ
JC
2 :3 JC
JC
© © > © JC 1— O CD C B C >D o © O O XJ © cCO XJCD TJ > ©
Ü
©
> CO c Ü © -Q TO © JC CO u £ CO © C "(D XJ £ CO © 3 CD CO
O
C ©
> ~
JC
c
o o > ~ ©
© CD
CO ©
CU
© Q
* § I
C ©
CD ®
UJ CD * i £_ CO
CD
JC
CZ ©
-4—* ©
© .2> © XJ N ~* O © > § E
XJ © JC
be mel
(~
©
XJ E 8 © fo XJ © CO XJ UJ CO ' ©-2Ï UJ © * XJ XJ '© XJ © O) XJ © O XJ XJ O © ' XJ Si© c ©
1—
© n
fc* ©
© XJ c CO © c
© CO © ©
© O
E>
© CD :(0 i_
•<= >
CD
3
1
UJ
erban
itra
© © sz
AA
©
I •D © QQ
©
a
-•—'
CO
ten
>
1_
to «09
e
x5 U
O CO CO
2
©
CD
CD CO co"
JC
c © 3 XJ
jQ
en
aderii
FP © > c
de
én •©
© N © XJ
©
© © XJ c -
© CD
c © ©
CD
iaan
es
to
c3 CD f-
taalt
Bijdr age
CO «09
> CO UJ
•e
L.
c
CD E CO N © CD
CO
c ©
© XJ © © E
Js£
©
© CD JO CO © CO <3
CO
«;
:C0 x: Ü to ©
©
c © XI CO CD 4 ? 3
b
<
©
2 © > c © c c O > c © XJ
c CD CO c © TJ CD CO X SZ c CO CD CD CO TJ cr CO TJ O N CO _ CD TJ C CO >
SZ ZZ 0 0
TJ i— O O
CD TJ sz
CO
2
CO CO CL CO
> CO LU LU © TJ c CO
>
"m
X
CD
© C TJ SZ
c
©
N SZ ©
IO
c TJ © c E CO © x:
"E 0 "S CB
f
e ©
sz o L_
TJ ©
o > CL sz O > ©
CO c O ©
Ï
"E
£ $
TJ
TJ © © Q
LU LU
>
© .2
LU © TJ SZ
3
°> k_
0
>
©
XJ
SZ ©
x:
XJ
o o C -O LU 3
CZ © i_ TJ TJ ZJ 10 N SZ 3 CL CZ SZ CO •i © :ZJ E c TJ x: &_ © © c © © TJ :3 SZ CO M— 3 C ©O x: CO TJ o © > E x: © co \P TJ © ^ CO 2 © CD © 3 CO Q
£
£
b
CO
L -
c <0i
3 i
Ê CO 2
S N 4_i
T-T
I +J
©
TJ c O © .fct. XCO XÏ c Csz D
© =
._, © XJ c © E © cz
a
i © cz
CO TJ > 0
—
| i IS XJ
©
Q
2 §
©
i©
©
©
<
Q
".f=8
to
© "2 CD CO © 3 > Q sz ©
TJ CZ TO © TJ ©
z
© x:
CZ
ro ©
TJ ©
z
c CO CO
E ? ©
CO TJ © x:
I
p c to >© © © - CO ~ SZ CD © TJ © > CO C CZ CZ i2 to © CD TJ JZ CO c
3
©
r-> ©
3
e .= 3
CZ 3
o
3
2 C2D i-
C £D SZ
>^
"C
© © ©5 > N © TJ CSO c S; co I N
sz p © TZ CO © © TJ © TJ « .© CO tz 2» c OJ XJ © TJ CO 3 E CO to E TJ co _ c (2 © CO 3 -S 0 3
c
cz
<
<
XJ
0
a
.2) x: S CO co
ro
.2 -E "cö to ra .© CO TJ p co Ü sz 0 .ScC O 0 © © E TJ CO c & p «O XI cz CD C -S © © 5. O CD .2 "5
i
0
i
CM
TJ C CO
CO TJ co > CL © _ CO SZ -t-i CD CO CD JS
©s
© > TJ
c B "E ©3 p Q © co CO TJ cz c c CO
O) TJ
cz © TJ JZ
cz
i
TJ © 5 CD CO tz
E © O CO C XI © < TJ 3 N © CD
I
©
© ©
TJ '© SZ CD TJ CD © P CO c JZt CO CO CD cz c c to I— CO 0 "cö cz
=C0 E
CO c © CD ^ |
©
ca TJ
cz
LU g 3 C © TJ TJ 8 i_ © 0 >
?5 I ©
P £J CD
© c TJ N © D) © cz TJ C0 "E p CD I— l_ p 0 p © C O c©TJ •© CD
©
_© 8 g £
SZ
<
0
—
cz © TJ C TJ "> C © © © E co CO co CO ® CD CO © ^ c © c © E ? ^ TJ ^
©
©
E © CD © Q c XI 0 CO
E x: cz © cz © cz X=P XI i_ CO o > CZ J? © © ZJ tz "E :C0 I © O *; TJ CO j= E x: :ZJ x: p S ZJ
CO
© C> D © TJ © P © — © TJ C © TJ TJ © © TJ SZ © CO CD sz
© ©
co co
TJ
CZ ©
© CD
co — Q. CO CO x: £ . E p N CO 0 © CZ Tl
I
*
•g
©
c © "E O © >
> TJ CD c c
© Q-
cz ©
sz sz
o j -CgO
XL
©
3
E
cz © TJ ©
© 4g
© XL
1g ©
> CO LU 1X1
s § ©
CO
©
b
XI sz ©
cz ©
N
c 0 03 E > CO
©
cz 0
E o
§
0 © CO E
c
O
>
o
0_ cz CO 0 C CO
'5
c
to to
TJ
©.
10 0
m
1
CO tf e? 0 0 0 CL 0 > © X
.to 0 c 0
TJ
0 Q .
X.
> CO 0 LU CC 0) TJ
cz 5 cz ©
Ito 0
x. 0
Q
0
i—
O O TJ X. O O
'c
3
CO CD
X)
CO CO
-4—'
TJ
(0 to to O
to 0 CO
0 0
E
0 CO cz 0 0
O
d="
>
3
to
CO sz
I IO LU 0
TJ
0
CO
c c
I c
0
tz 0 "E cz
c
{8 S
i
x: u
XJ c O N
c
0
c CO CO
LU
I—
l_
O
» «» s I
CO 0 c cz cz 0 CO CO CO x: cz
0
c
'0
to x:
V—
TJ
> co
CO
CD CO cz
3
E £ to
XJ
<
CZ
XJ
I
l_
0
TJ
0
:=»
©
©
2
sz
TZ
"° >
szE
0
U—»
CO
s
CO CO x:
co CO © UJ CD LU O >
© TJ
zt
XJ
c
cz
i- tn
TJ
TJ
0
0
TJ
CZ CD CO CZ _l C
CO 1^
tffi
£ E co c
'0
"® CO
© o>
c
TJ
co X
XJ ©
3
C :C0
C ©
> ©
-5 CO
TJ
O
0
c > cC ©^ CD
0 £ 0
CO 5= B -5
c
"E CO CO O xz O CO 0
Q
© CD
xz CZ
c CO > CD o
CO
C O .0
.
0
£0 Q. to CO © co CD
x: c^
CD CD
CO
£
aI I E
Io" to CO "53
£
32 cz
© UJ
CO CD
CO
o
O
© >
c
€
£
"°
sz O
Ü
C
©
10 U_
E
CO CL CO © x: CO O CO CO
TJ
O
0
TJ
-5 £
SZ
CO 0
0
° 0
© TJ
CO CD
^
C >
SZ
0
TJ
cz 0 CO
to w c co CO TJ C O 45 1 -9? c o CO 06 =co t0 to to 0 c 00 > -2 x: 0 CO T0J Ü > 32 0 CO CO cz Q 5 E 0 CO LU -*—'
0
®
0 0
x:
£Z
TJ
O
a co c
0 0
0 0
'0 0 >
0 0
3
sz
CD <
ten
E 0 to
TJ
x:
0
3
'£
35
CD CD
>
CO
0
£ o c
CO CD 0 52 to 0 TJ^ CO 0 ra 0 a. t Q t; CO 0 0 CO cz T J 0 c TJ 0 O CO £ CO 35 E X c 45 92 0 TJ _3 0 © •£ E 0 E c CO 0 0 TJ c a . c 0 CO :C0 T J 0 XJ c E c 0 45 0 Ü •>= «0 CO TJ 0 .E > 0 E o ^ cz ICO to 0 sz c E 8 0 0 O Ö
TJ
c
c
0
TJ
0
to .E c 0 5 co Q ö . > c CD a) E c E
>
0
TJ
§I
to ^0 to x: 0 to CZ 0 > g O •E § 0 _ CO 0 CO C
.52 ro
0
CO
$
CD -Q-
TJ
c c= E
N C 0 0 0 -a C
£ 1 0
CO
cz 0 0
CO
"O
o S
0
tz
c 0 E. £5. CO
32 sz 0 *j= co f3
CO >
OJ con
ID
£
—
CD
€ cö co © CO x: _ SZ N CD CJ C J CO J= © c CO © p © ^ £
0
0
0
-°
c
O O
C C CO CO > cz T J
TJ
0 0
i_
CO CO c 0
c
CD CD
C
> CO
ten
t2 > 0
0
co co sz 0
N
O
E
0
CO CO
TJ T_J O
TJ £
0
CO sz TJ 0 CD c CO CD 0 CO cz TJ XczI O 0 cz CO o. CO O CO LU
X
0
0
XI
CO
c
CD O
TJ > c c CO O CO O JO 0 g CD Ü2CO sz CO O £ Q
0
•K
>
0 >
CO CO sz •= CD
Ja
co © 00
ten
c ©
c ©
TJ © O
(ff co
sz O O co C O i— .O X©I > :3 co x: co ü H—' © x: Cd O ©
0
c
tXI
< ©
•5
0
©
TJ cz © >
c
JCZ
g
co .© co TJ
8
E
co O
0 0
Ü
0
CD CZ 0
O O 0
CL «O
*i
ü
£ 0
CL X. O 0
5
>
co
SZ
°
© co © CD
CD 0 c CD CO TJ CO co 0 CL ^ 0
r-
co © > E
co $ co JC c O ©
co © LU sz _ O •5
TJ
£ 0 >
C W TJ CO c 0 c TJ C 0 co cö co cz co > c
§ &
to uS> TJ 0 5
0
™ * 0
C
c © TJ c
CZ
O
CL
co
2
TJ c co © 3 co JC ü 3 £ c CL co cz ©
i
Lu X
N
cü TJ CM co co 3 X) co < © co •g '© co
3
cz
ca g cz
cz
Cö
=
SZ
LL
co E co © 3 co ©
<
•si to .2> — co cz
.9.
ê 1
w
© m CD
32 ©
CD
0
x: u 0
O O TJ _
CD CL CO CO
j= x: p0 ü > co CD O Cö •4—' E 0 X TJ c © x: ü © Cd cz o
.9?
©
3
TJ N O •— sz CO
O
.CD
c
to ~
£
£
1_
co ü CO © " Cd sz
§ =
w
'©
1% H
0
CD
C © CO TJ co CZ
O
0
0
<°
sz
<
co © TJ TJ tn © 0_ ,E c co © co TJ XI c O to © .E © - © LU CL .=i, XI
CM
E © .2)
co 0 0 •Cö CM XJ ar n0. _ co X» co co © © cz co © < © M TJ cz © c tm © © c '© 3 O CO NI O
3
0
2
i-
.E
'cz
.1=
c © © TJ C o © E x> _ '© JC x>
"
> rö
c
=3
>
CO
CO CO
SZ
Cö
?-
0
co
co c > Cö M— CO ° to co ® cz ~ CD O) 0 CZ O
c
'5
0
C
c
cz
£
LU i=
0 >
CL T J
O
co co LU g
0) £ ü 0 O co CZ CO £ c co c co > 0 O) O
0
c 0 x: o
•4-»
0
x:
L _
CD
E TJ
«»
TJ TJ c c 0> co co c
. _ ,
CD O
5 E cz 0 0 cz TJ 0
«5 00 CO
CO
0
1I
©
cz cz co O © © TJ 0 c 0- > c © >
•©
ë0
CD
XI
© sz TJ 0 N O O x: c co © co sz .2, g co © co CO
©
co
LU
©
0
X
5 s TJ
cz
'0
cz ©
co
0 >
cz ©
TJ cz co tn _ CD ~> cz 0 co 0
1_
©
Cd
3
JC
LU
co =5 X) cz © co © © © «- T J X)
co
'0
LU
©
5
TJ
O
© M
TJ ©
r cz
CO X! CO C ö
> CO
TJ
1
0
co
0
p> E .£ o TJ £Z
-<
,_
.1
TJ
_
1 c
JC
LU LU
=
$ CM
IS
0
> co
5
0
CD CZ +3
CO —
CD
c
TJ
0
0 0 0
TJ
0
£
CL
c
•c O O
0 0 0
0
0
0
0
C
O
O.
— ©
C 0 CO C O CO
LU
co
c 0 c
I
3
cl
co © TJ cz © co '© c
<
0
O L _
3
TJ co © TJ co " c co —i TJ 1—
CD
©
5 "co tz -ë © ^ x> O © © TJ cz co LU ro
CM T J CO 3 O
ICD CI D
CO
"8 ^ CD C CD CO
E
c
CD CD C O)
ten
e
CD.
CO
>
H
O
CZ CO
X CZ
CO
CD
CO
cz
CO
>
>
§ J CO
o W LU
CO
c
CO O T-
ten
c
e CD
a O
0)
O
CD CO
c
O
-*—'
CO CO
CD CD T J CD CO CO cz CL CO CD > XJ
% SZ
c
CD
TJ
TJ
© © "cö
©
tn
CL O
c
co
c CD CO > CD CO x: CD
> c
c
CD
I
T2
O
TJ CD £ CD CD
-E
C L
c
co CD P. CD c O CD CD i— TJ c O
XJ
x:
CO
CM CO
.ZJ. CO CO CM CD t f
CZ CD
>
TJ
CD C L
O CD CZ
'cz CO
CD
LU LU "E c CD 2 CD :=> > N
co •o i—
CO CD CZ 3 C
O) C ~ CD
S "E icz
.32 "ïb co
O)
«09
CD C © (A CO 3
o
CO (A
3 <
CD CO T J CZ CD CD CO -E CD
TJ
2 53 TJ
«
N
I
CO CO 3
co c
CD >
©
CD 7
(09
3
CM
O CO CO XJ CD
CO x:
2 3
TJ
<
EM N
tZ "E
CZ £Z < CO CZ
X
TJ § XJ
C
CD
—
fD *
c
TCJ CD CCOD CO 3
2> .£ £
LU LU
CD CO CO 3
CO
3
(A
:0 33 <
CD
TJ
CD
1
CO 3 CM CO CO CO CD< CO CO CO t i CO < co CD 3 N c CD TJ C CD CD T J N CZ C_D
=ca o, a3 "Ë
£
'I £ > E
:C0 CO
CD
b
CD
TJ CZ O
CO
CZ
c I
£Z
CD c x: CD t _ i> •tz CD tj O > O CO CD CD TJ
B
CD C CO m CO c
CD CD CD CD •#-» '5
TifJ
§
i % SZ CD CO O
= ^ 0
C CO t3 • C O > c CD T J CO T 3 CD c U3 CD X CD XJ X
>
cz
TJ
TJ
O
O >
CO XJ tn
CO > CD CO
sz
O CO CD XJ 1_
c •4/mS CD CD CD CD
CZ c TJ X I
XJ
XJ
CD CD
TJ
CZ
SZ
CO
CD CD
X
=C0
— I CD TJ TJ
C
CD
3
€
CD
"
c
CD CO iCO
x:
1o 3
CD tn
C
SZ © x t_
70 LU LL
CD N
SZ
'© _co
CD
sz CD
SZ CD
CD TJ
c —
S J § 2 © © CD
0
C D
cz x> •+=
co br 0
0
XJ
>
CD CD 8
0 3 0 ~ -*—'
1
CO
CO
co0
sz XJ
0 > LU
CD
O
cz
i
.
0
i
co J 2
0
3
<
3
CO
CO W el) £ CD CD x: Q. . £ :C0 CO CD CD cz XJ 3 CD TJ SZ TJ
x:
CO CO
XJ CO W
CO
CZ CD
CO
c C D
x: c o 3 CO
£ c 0
O O
"°
C CD CD -*—.
£ > 3
J! O
CO
LU UJ CD
=? LU
CD
TJ
CD > CD
>CO
a
CD
SZ
5 N CD C > CD
UjA
> (D CO £ O c CD c CD O _ TJ c C lilD CD
3 .#-»
idso rgane
>
O
£ 1 O O
pei
"S
TJ
TJ
jd arz
>
C CO
rapp
c
CO CD
ON
CD CD
CD
ten van d
c
CD
-4-*
ian
CD TJ
dit
CD CD C
TJ
>
Ü
CO
3
CO
cz 0 0
sz cz
"E
0
>
_
0
'1
CD
CD
=
3
tn E
0
N
11 cz O 0
TJ
0 C TJ CO Xc
SZ
o >
XJ sz t
(D >
13 8
§
%
cz
II
UJ
>
CD
CD CD TJ TJ C CD C TJ CO C > !a CD CD C > © CD JO TJ CD •«-» O TJ TJ CD c CD CD
•E 8
N O)
TJ O To C C > 0 Q. 0 CD TJ XI CD C 0
CO
*
i
r-
C
c
c
'v0 >
O
(0
3 CO
O CO
0
0
CO
> CO
CO
CD cz
TJ
x
3
E E
3
"E t: E sz0 x: :3 I— E 0
XJ
CO
g
0
cz
0 u
CD CD
0
O
i
N
TJ C 3
-S ? 0
m
•c E
CD S CO c
2
12 c 3
CO
O TJ CD
co o co
10
© tö CO
I F
tf
c
0
-4—»
3
E
I
to to
E to 0 CO E © .E X cz
<
© CO
o
© i
c
O ti O O O >
t
5
cz 3
>
co © CD CO — l t ©
© co © TJ
CM T-
O
© © 2 2 > >
CO XI c '© iz. © >co
CM ©
© > TJ C 3 O
c ©
cz
© © co 0 CD
sz
> ï
ê
> co CO •©
(Ö
E E
E © o
X
O
© CD TJ
TJ
© X O :3 _1
CZ O
CO CO
cz ©
© "© TJ ©
O
n CD
N "E c 3 c i E 0 c E
0 =
0
"co to .92 x: TJ O 0 =CO CO
2
«
c
c E ti E B w CO c
3
cz
0
JO _ la Q. a . 0C O 0 ~ > XJ cz
0 0"
-£
to
cz
CZ
_
0
To
XI
CO JO TJ CO c CO CO 0 TJ
0 gj
co .92 0 TJ TJ sz
c
°
cz ©
© a ? XI c E CO XJ © x: CO CO 3 > E© E O N
>
CZ
t—
e
CO)
CZ
§
J= CO CO
CO
o
c © cz CO
x:
TJ C O
IOA
CD £
0
CO CO
co 5 CO CO
•e
-*—<
3
© "° O to N TJ c © c © a? © CO O X 2 © CO > a. to to 5 ©
Buni
0
CD
"8 §
X
CO ® CD
0
E TJ
' Ï TJ c 3
O
c c c0 m a. O 0 0~
0
0 C D to .2> XJ E :3 CO to
X
0 >
O c TJ .9
H
©
XJ ©
von nher
CO TJ
C !a
-•-» to.
Lü
-*—'
TJ
0
TJ
TJ
man
2 1 « CO
0
nba
"S
X)
Zwe
.52
CO TJ Q. " CD X! O co CD c CD CD CO CD "E c TJ CO C O O § .CCD O c CO
CD TJ CO
CD CZ a TJ 0 0 XI
un
Q
CO
•*-»
£ to x: © © > O © O TJ TJ CO 0 c © cCO C*O- E ~ © JO CO © CO Q. CD
ê c
a E
o © co cz -*—•
! c £
wa
CO)
© ©
O
•CO co •rip „
sz
2"
S3
KO
© O C "cö 'l_ Q_ © LL co "E E §
enl
CD
£
^
co >
© CD © CO .£ CO c =
I 1CD CD"E
C "E CD © D)Z
2
O >
dei
CO
Ü
E
Bes
3
> O
CD
O c ' O © c
ejeni
©
"5 to
0
n gilt
CD to TJ C X CO CZ CD > 2 CD CD C > 1* O tCD CD $ N CD CD TJ TJ C i_ CO O
E o
© £ ©
co
c ©
4=
E
O
CO sz
to
(0
CO
c
z
© CO (A
CD
c 'c
O c © O
0)
TJ
I
0) CO
« m
CD >
CD -pT J c: ZI CD
£
m
CO CO
~ £ io co
ti " c
CO CD C — CD CD D)TJ O C > CO C > © c
co E .£ o > to to CD
(0 CO
co
jc O ©
CC tz
©
tz
CD SZ O
TJ
£ CO CO © TJ TJ C
Ez5 tn ©
1=
E> —
a ; co © >J ro -Q CO Q
*
<
CO CM O CO ' Q
,
© J= N. ro to Q_ T J
k .92
:Q
O 53
a*
| o
J= «ff
:0
CO CO C
I
CO CO
CO ©
c
CO 75 .CD > CO CO
co © Ê
£2 G O
c ©
CO m
CD S TaiCl © £ ©
CD S
I—
JC
Ü -o CO ro - j
to © .£ £ ^ © © Q T J ©CO tz < o © co ^ Ö. © •> CD C) CO L : 5 P :ZJ ft- 1— cfci Q Q Q ^ Jr Q C O 0_ C O C O CO © JC < L: CO JC > c © o c o to © Ü J C CO 8 CM 4=: to to CO © o N- cz CD CO CO
1gz
T:S
.2=c5 E '
Q >
E
to ÖS
co »
^ u.
© TJ
O
© CÉ c © .92 h sz g
JC
^ X. (0 ja k.
P. eg CO O >
O
©
©
H—'
JC
CO CD
CU tz
TJ C
c J C -sr UJ © 0 CO tz 2 5= CD ZJ o
8.5 fJ ë E LU
> £
I c©
co
jc
O ©
©
c
tz
© JC
to sz
c © 3 CO to co sz O
5
CO ©n CM
Q CD
e- © O .SO
5
^ LU
©"? C _ J 8 | co Ü 2
>5
o
o_
tn
-4—'
JC
to JC O (0 c © to tn o c ©
Ü © Cd TJ C ZJ
© E
CO
Z
Ü
CD C
CD C ZJ
JC c
to CD c3 co
"E O
(0
<
c
1—
CD © TJ T?«=>
< " § JC CO
I
to
JC
Ü ©
on
< H ui
©
JC
O
JC
O
=> O
© JC
•!o E * <
2 co
© ©
N C
-r ©
C
S>"5
!"
x:
Jr. -K
TJ C
CD
E z? .52
to co CD.
© XJ w JO CD CD «; © x: Q. LU
© a:
or c
© c
Ü c © TJ co < XJ T J C C©O ( c . c a- co . c © X ro £ CD JC m CM
l|i
Ü ©
TJ C
c ©
I
CO JC O
-•-» JC
^ 92 ^ u_
I
CO © TJ 11 JC
Ü
© J=
Q. TJ
c ©
CO '
O
Q
>
© CL'
:i5 E * <
©
JC
jc Ü CO
© 92
b
CD
c
CO
' Ü
_© g
JC
©
or c ©
JC
Ü
10
CO © C = CO CO
JZ0
CO £
>
^ co O CO
© —
©
c ©
I
CD ©
. >
CO
o CO
CD O
©
LU..Ö
c?o XJ' CO c ©tn _ CO * : -1= 5 " a © > Jr -O 0*- ro jo • i o JC £ CO i ; x o TJ CO m XJ o © C CO JO ^ CM CO © o © CN iS » CL c m M 42 O o> _ © S 2 :5 S .O ' o « ©«? HI LUQ > C _l Q Z L r
5
5
© o or ü
"E
CO £ Q
CO
Q © < XJ
cz
S c © S2 S (0 32 42 &_ coi S '2 -j—
CO CO —I
o
a. z >
'15 ©
tz © cz c
©
sz cz
ZJ
ca >
X
cz © jzs co © c
© DJ
©
SZ
cz ca >
©
co
E
E © co
eg
TJ
cz O) !
f
?3
co > CD c
TJ
© O O u. CL © co > CD c
XJ
Ü
Ide
ver
© 3
11
© TJ
c © E © c
O
© c co
XJ
n
S3
©
x
©
p U
£ 5
c © E ca co
© TJ
© o
cz
CO co 15
sz
© co © CD •*-> CO co > "co E O
> — i x 3 cz 3 © TJ CU
CD
cz
CD
u
co co c
CD
c
3 C TJ
© TJ I"»
XL < tn 3
ra ra 3
N
tn
3 <
CD CZ 3
co
'£
TJ
©
© CO co •3
TJ
SZ
O co ©
CO © TJ
cz ©
42 c © c c
X © TJ
0 CD
CO ©
TJ C
CO to c © CO ©
CD CO
b
© TJ
DJ C
co
TJ © DJ CZ
© TJ ©
.© TJ
>
CD co _ co © CZ
CZ
cz
co «•-
©
CD T J C CZ
.9) 'Z :
N
r
(D
§
CZ
© co cz © TJ CZ •<
"co
3
|
s — fft ^ 2 1
DJ
"5 DJ C 3 co g j ©
«
co T
•I—'
TJ
CZ
© CD CZ 3 L ©
TJ
CZ <
TJ ©
CO © TJ
c © CD CZ 3 — i
c © CD © © TJ © CD 4 ? cz CO 3 .© & CD O) ca •ra
© > co
DJ
© TJ
© c
CZ •<
'©
TJ
CZ
3
TJ
CZ
:3
O
£
e-
'cz '£
co }» 5 TJ © co CO E 0
TJ
N C
0?= LÜ CD hCZ 3 3 N
| | '<
co
>5 *1
TCJD CZ
co
M
CO co E O
© co X
CZ
0 0 CD > O
© £ co > co S» c co ~ c CO '43
t CD *^
©
© TJ
£ © >
cz ca O © > N tz © © TJ
CD :=» N N CZ > © T©J co E E © O o X
cz cz
0 © CD CD TJ © •— > O T J co C ©
co
.5= -ri
H.
* ü
O C •—.CL CD O
© co co ©
TJ
er-
o
CZ
to ©
E E co ©
cz XJ
i_ CL Q
sz X I
co © CD 0 C TJ 3 CZ
•©
| a
co
>
co ©
CO TJ 0
ii=ï c ©
cz 3 DJ CZ
CO T J co CD CO CZ CL -P CU
4? 5
©
-I N
c co co E O
cz . .
© TJ
O
DJ
©
co
TJ ©
CZ
TJ
c co ©
DJ C
X. cz
TJ ©
•° i
co ©
E x: © c
CO
:3
c © ©
XJ
© TJ
©
©
3 CO co 45 C2 3 x: o co ©
© XJ
TJ
CZ
x:
>
•c ©
.ü'
©
CO ©
co N c © E E
CZ
3
92
c © co x : > _ cz © co
E E 'to ©
cz
DJ CZ
3
C
©
©
© CO co 45 g> 'E
'© i_
co >
c © E co co
3 © x:
^-«^
C
cz
CZ
-*—*
co
V -
© co
>ver<
<
i
TJ ©
O >
© TJ CZ
XJ
T J CZ © T£ © ©
TJ^
de opr ich
I
'x
c ©
'cz cz
me wer kin
> t».
CO
CD CZ
.,
co "•#-» co CO
an
e
©
. ..
>
c£
O §> cz co
/an de
© TJ
c c co co
XJ
i
O
c
slu
sz
© -tf
co
ro CU
c
CZ
van
© > co CD c
© ©
TJ
wijzigii
JQ
co
tot 1 ld
tem me c ca
co
gek endi aai
TJ
der Ie der
O
TJ
tz © ©
n h et a
c 'E
a.
wijzigi
x: O) ca CO
© x:
c
©
ve •
•g
2z ro
E E co co cz © 3 XI 0 T J co cz £
©
TJ
c © to © co cz co g 7Ts © •© N © © co XJ ©
11 ja O
CO
m
0
0
>CZ DJ
£ ©
5
TJ C
•e © >
TJ ©
TJ C
tn
CO DJ c i_ 3 © :3
0
S © DJ XJ 3 C2 ca
© TJ
TJ
cz cz ••< cz
ro co
Ê "° <
r-
E 0 co 0
c c ©
TJ
._ © CO T J CO © " .cz _ co^
-
S
O CD © TJ ©
DJ
c 3
TJ C
:3
©
CP- T J
TJ C2
DJ
CD
ra co CL ©
XJ
Waterschap Roer en O v e r m a a s « 2
D B - v e r g a d e r i n g 10-04-2012
Agendapunt 6
Onderwerp Concept-besluitenlijsten commissievergaderingen Portefeuillehouder(s) Diverse Afdeling Bestuur en Communicatie Bestuursprogramma Niet van toepassing. Waterbeheersplan Niet van toepassing. Programma begroting Bestuur, externe communicatie en belastingen Routing Dagelijks bestuur Commissie ABA Commissie MFB Commissie WS Algemeen bestuur
10 april 2012
24 april 2012
Voorstel
1. de concept-besluitenlijsten van de recentelijk gehouden commissievergaderingen voor kennisgeving aannemen; 2. instemmen met de in de 'Aanvulling Nota Reserves en Voorzieningen 2012' uitgewerkte rekenvoorbeelden en deze aanvulling als bijlage bij het desbetreffende waterschapsblad ter bespreking en besluitvorming voorleggen aan het algemeen bestuur; 3. de concept-besluitenlijsten ter kennisneming toezenden aan de leden van het algemeen bestuur.
Toelichting
./.
Hierbij treft u ter kennisneming aan de concept-besluitenlijsten van de recentelijk gehouden commissievergaderingen. Voor wat betreft de naar het algemeen bestuur door te leiden aangelegenheden treft u hieronder een samenvattend overzicht aan van de door de commissies daarover uitgebrachte adviezen.
120912/WIJ
1/3
Waterschap Roer en O v e r m a a s
1
•»
ONDERWERP
C1E
ADVIES
AGENDA AB
Zienswijze ontwerpbegroting 2013 en meerjarenraming 2013-2017 Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
MFB
Positief.
HAMERSTUK
Nota Activabeleid 2012
MFB
Met inachtneming van een aanvulling omtrent de status aparte van de bijdrage aan het HWBP, positief.
BESPREEKSTUK
Nota Reserves en Voorzieningen 2012
MFB
Geen advies. Samen met enkele rekenvoorbeelden als bespreekstuk agenderen voor het AB.
BESPREEKSTUK
Evaluatie Nota Recreatief Medegebruik
WS
Positief
HAMERSTUK
Onder verwijzing naar de concept-besluitenlijst van de openbare vergadering van de commissie Middelen en Financieel Beleid, zijn er twee aangelegenheden die nadere aandacht behoeven:
./.
./.
Voorziening TAX-i /Nota Reserves en Voorzieningen 2012 Naar aanleiding van de ter vergadering uitgereikte brief van het bestuur van Stichting Het Waterschapshuis van 23 maart 2012 inzake de voortgang van de afronding van TAX-i, is in de commissie nader van gedachten gewisseld over de verdeling van het met de afronding gemoeide bedrag over de waterschappen. Aangezien de uitkomst van deze verdeling van invloed kan zijn op de in de AB-vergadering van 24 april 2012 vast te stellen Nota Reserves en Voorzieningen 2012, is na de vergadering telefonisch contact opgenomen met de woordvoerder van de bestuurlijke commissie TAX-i die belast is met de financiële afwikkeling. Het vertrouwelijke verslag van dit telefonisch onderhoud treft u ter informatie hierbij aan. Zoals uit dit verslag moge blijken, kan de oorspronkelijke storting in de voorziening TAX-i in de concept-jaarrekening 2011 worden teruggebracht van € 1.000.000 naar € 500.000. De Nota Reserves en Voorzieningen 2012 zal eveneens hierop worden aangepast. Inzet egalisatiereserves / Nota Reserves en Voorzieningen 2012 In de vergadering van de commissie Middelen en Financieel Beleid is in het kader van de bespreking van de Nota Reserves en Voorzieningen 2012 door de Uitterhoeve gesuggereerd om de egalisatiereserves te maximeren en eventuele overschotten die het vastgestelde maximum overschrijden direct in te zetten om de opbrengststijging te beperken. Na enige discussie hieromtrent is afgesproken om enkele rekenvoorbeelden met betrekking tot het maximeren c.q. vervroegd inzetten van de egalisatiereserves uit te werken en deze rekenvoorbeelden samen met de Nota Reserves en Voorzieningen 2012 ter bespreking aan het algemeen bestuur voor te leggen. De uitgewerkte rekenvoorbeelden zijn verwerkt in de hierbij gevoegde 'Aanvulling Nota Reserves en Voorzieningen 2012'. Voorgesteld wordt deze aanvulling als bijlage bij het desbetreffende waterschapsblad ter bespreking en besluitvorming voor te leggen aan het algemeen bestuur.
120912/WIJ
2/3
Waterschap Roer en O v e r m a a s
De concept-besluitenlijsten spreken overigens voor zich. Kortheidshalve wordt dan ook volstaan met een verwijzing daarnaar. De secretaris/directeur,
ing. J.M.G. In den Kleef
120912/WIJ
3/3
CONCEPT Waterschap Roer en O v e r m a a s
BESLUITENLIJST VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE COMMISSIE ALGEMEEN BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN GEHOUDEN OP 27 MAART 2012 OM 16.30 UUR IN HET WATERSCHAPSHUIS TE SITTARD Aanwezig: de dames J.C.L. Aelen, A.M.C. Nusteling en E.H.M. Vanderheijden-Knops, alsmede de heren T.J.G.M. Hanssen en A.P. Resoort -
de heer J . J . Schrijen (voorzitter) de heer R.Th.B. Drummen (secretaris wnd.) de heer H.G.H. Sonnemans (hoofd afdeling Beheer) mevrouw J . Wouters (verslaglegging)
Afwezig: de heren H.M.G. Hartmann, P.L.J.M. Limpens en G.J.H.M. Wagemans (met bericht van verhindering), alsmede de heer E.A. Sabel NR
ONDERWERP / BEKNOPTE WEERGAVE BESPROKENE / OVERWEGINGEN ACTIE
ADVIES/BESLUIT
Opening, mededelingen en vaststelling agenda De voorzitter opent om 16.30 uur de vergadering en heet allen welkom. Bericht van verhindering is ontvangen van de heren Hartmann, Limpens en Wagemans. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. Besluitenlijst van de vergadering van de commissie Algemeen Bestuurlijke Aangelegenheden van 1 november 2011
Vastgesteld
Naar aanleiding van het gestelde op pagina 2 omtrent dè evaluatie van het waterschapsbestel vraagt de heer Hanssen of er al zicht is op het bedrag dat voor advieskosten moet worden gereserveerd. De voorzitter antwoordt dat de advieskosten worden geraamd op ongeveer € 150.000,-, waarbij hij aantekent dat het in de bedoeling van de waterschappen ligt zoveel mogelijk werkzaamheden zeif te verrichten. Vergaderstukken Unie van Waterschappen Met betrekking tot het kwijtscheldingsbeleid merkt de voorzitter op dat er grote terughoudendheid is bij de waterschappen. W R O zal dit jaar een eigen notitie ter zake opstellen. Op een vraag van mevrouw Aelen antwoordt de voorzitter dat in de nog op te stellen notitie ook de samenwerking met gemeenten wordt meegenomen. Werkplan Toezicht 2012 Op een vraag van de heer Hanssen antwoordt de heer Sonnemans dat controles incidenteel onaangekondigd
120904/WOU
Voor kennisgeving aangenomen.
Voor kennisgeving aangenomen.
1/3
CONCEPT
r
f
Waterschap Roer en O v e r m a a s
NR
ONDERWERP / BEKNOPTE WEERGAVE BESPROKENE / OVERWEGINGEN ACTIE
ADVIES/BESLUIT
plaatsvinden. De meeste controles worden echter vooraf aangekondigd, waarbij een hogere controlefrequentie wordt aangehouden voor risicovolle bedrijven. Verder deelt de heer Sonnemans mee dat het waterschap deelneemt aan een benchmark onder leiding van de Unie van Waterschappen, waarin een vergelijking wordt gemaakt met andere waterschappen voor wat betreft het aantal inzetbare uren van handhavers. Uit deze benchmark komt naar voren dat de bezetting bij W R O goed is, niet te veel en niet te weinig. Naar aanleiding van een vraag van mevrouw Vanderheiiden over het inmeten van grondwateronttrekkingspunten, antwoordt de heer Sonnemans dat iedereen die grondwater onttrekt binnen het gebied van het waterschap schriftelijk is geïnformeerd. Tevens is er persoonlijke uitleg gegeven over het inmeten van de landbouwkundige onttrekkingen waarbij gegevens zijn geverifieerd. In de zomer wordt de eindbalans opgemaakt, waarna de commissie nader wordt geïnformeerd.
Commissie informeren over eindbalans landbouwkundige onttrekkingen.
Op een vraag van mevrouw Aelen antwoordt de voorzitter dat in beeld zal worden gebracht hoeveel gemeentelijke overstorten er nog zijn en waar verbetering mogelijk is.
Aantal gemeentelijke overstorten in beeld brengen en aangeven waar verbetering mogelijk is.
Afgesproken wordt dat in de besluitenlijst wordt opgenomen waar de afkorting BARIM voor staat.
Antwoord BARIM = Besluit Algemene Regels Inrichtingen Milieubeheer. Deze regels komen in de plaats van vergunningvoorwaarden en zijn van toepassing op die categorieën van bedrijven die niet meer vergunningplichtig zijn op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO). Stedelijk waterbeheer Westelijke Mijnstreek Op een vraag van de heer Hanssen antwoordt de voorzitter dat er jaarlijks een terugkoppeling plaatsvindt richting algemeen bestuur over de stand van zaken met betrekking tot het stedelijk waterbeheer.
Voor kennisgeving aangenomen.
Rondvraag en sluiting Een vraag van de heer Resoort over wijzigingen in de Algemene Pensioenwet voor politieke ambtsdragers, zal in de besluitenlijst worden beantwoord.
120904/WOU
2/3
}
CONCEPT 4
Waterschap Roer en O v e r m a a s
NR
ONDERWERP / BEKNOPTE WEERGAVE BESPROKENE / OVERWEGINGEN
ACTIE
ADVIES/BESLUIT
Antwoord Op maandag 30 januari 2012 is per e-mail aan de leden van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter ter kennisneming een circulaire toegezonden van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 november 2011 over wijzigingen in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). De in de circulaire bedoelde wetswijzigingen hebben (binnen de waterschapsector) uitsluitend betrekking op voorzitters en leden van dagelijkse besturen van waterschappen. De voorzitter en/of (voormalige en huidige) leden van het dagelijks bestuur zullen - voor zover de wetswijzigingen gevolgen hebben voor hun uitkerings- en/of pensioenaanspraken - daarover nog nader worden geïnformeerd. De circulaire is ook aan de leden van het algemeen bestuur toegezonden omdat deze (ook) geadresseerd is aan de algemene besturen van de waterschappen. Inhoudelijk raakt de circulaire niet aan de rechtspositie van de leden van het algemeen bestuur. Van het algemeen bestuur en/of de leden van het algemeen bestuur wordt geen nadere besluitvorming of actie verwacht. Mevrouw Nustelina vraapt waarom WPM. W R O en WBL niet gekozen hebben voor eenzelfde besturingssysteem op de i-Pad. In het kader van de samenwerking zou dit een logische stap zijn. De voorzitter antwoordt dat het een proefproject betreft waarin drie verschillende systemen worden getest. Deze pilot wordt nog in 2012 geëvalueerd. Naar aanleidinq van een vraaq van de dames Nustelina en Aelen wordt afaesoroken dat tijdens een themabijeenkomst voor het algemeen bestuur zal worden ingegaan op social media.
Social media aan de orde stellen tijdens een themabijeenkomst van het algemeen bestuur.
Niets meer aan de orde ziinde. sluit de voorzitter onder dankzegging voor de geleverde inbreng om 17.50 uur de vergadering.
j '
Aldus vastgesteld in de vergadering van de commissie Algemeen Bestuurlijke Aangelegenheden van De secretaris wnd.,
De voorzitter,
R.Th.B. Drummen
J . J . Schrijen
I
120904/WOU
3/3
Roer en
L I J S T VAN O P E N S T A A N D E V R A G E N EN A C T I E S UIT D E COMMISSIE A L G E M E E N BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN DATUM VERGADERING
VRAAG/ACTIE UIT DE COMMISSIE ALGEMEEN BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN
RICHTDATUM VOOR AFHANDELING
30/08/2011
In 2012 zal een nieuw klanttevredenheidsonderzoek met betrekking tot het watertoetsloket worden uitgevoerd.
01/01/2013
27/03/2012
Toegezegd is, dat de commissie te zijner tijd zal worden geïnformeerd over de eindbalans landbouwkundige onttrekkingen.
30/10/2012
27/03/2012
Toegezegd is, dat het aantal gemeentelijke overstorten in beeld zal worden gebracht. Daarbij zal tevens worden aangegeven waar verbetering mogelijk is.
29/05/2012
27/03/2012
Toegezegd is, dat tijdens een themabijeenkomst van het algemeen bestuur zal worden ingegaan op social media.
22/05/2012
120815
STAND VAN ZAKEN
3
CONCEPT Waterschap Roer en O v e r m a a s
B E S L U I T E N L I J S T VAN D E O P E N B A R E V E R G A D E R I N G VAN D E COMMISSIE MIDDELEN EN FINANCIEEL B E L E I D , G E H O U D E N OP 27 MAART 2012 OM 18.00 UUR IN H E T W A T E R S C H A P S HUIS T E SITTARD Aanwezig: de heren M.A.T.M. Bouts, T.J.G.M. Hanssen, H.F. Lambie, W.L. Uitterhoeve, A.A. Veder en P.J.A.M. Wolters -
de heer de heer de heer de heer
R.L.M. Sleijpen (voorzitter) C.H.J.M. Lebens (plv. voorzitter) P.M.C. Daelmans (secretaris wnd.) E.H.G.M. Wijnands (directiesecretaris/verslaglegging)
Aanwezig als toehoorder: mevrouw A.M.O Nusteling Afwezig: de heren P.L.J.M. Limpens (met bericht van verhindering) en G.J.O.W. Vanhommerig NR
ONDERWERP / BEKNOPTE WEERGAVE BESPROKENE / OVERWEGINGEN
1
Opening, mededelingen en vaststelling agenda
ACTIE
ADVIES/BESLUIT
De voorzitter opent de veraaderina en heet iedereen van harte welkom. Hij deelt mee dat bericht van verhindering is ontvangen van de heer Limpens. Ter vergadering wordt een brief van het bestuur van Stichting HetWaterschapshuis van 23 maart 2012 uitgereikt. Met die brief worden de besturen van de waterschappen geïnformeerd over de voortaana van de afrondina van TAX-i. De voorzitter licht toe dat voor wat betreft de verdeling van het aan Logica te betalen bedrag over de waterschappen nog nader onderzoek moet plaatsvinden vanwege de verschillende uitgangsposities. Aangezien de uitkomst hiervan van invloed kan zijn op de in de AB-vergadering van 24 april 2012 vast te stellen Nota Reserves en Voorzieningen 2012, zal een en ander zo mogelijk nog vóór de AB-vergadering daarin worden verwerkt.
Vooralsnog voor kennisgeving aangenomen.
Aanvulling Nagegaan is wat de consequenties zijn van de verdeling van het te betalen bedrag aan Logica en een eventuele honorering van de nog openstaande claims van Lococensus en Brabantse Delta voor de waterschappen. De bevindingen zijn kort gesloten met de accountant. Dit heeft er in geresulteerd dat de oorspronkelijke storting in de voorziening TAX-i in de concept jaarrekening 2011 zal worden teruggebracht van € 1.000.000 naar € 500.000. r' De nota reserves en voorzieningen 2012 zal hiar eveneens op worden aangepast. Tenslotte deelt de voorzitter noa mee dat na afrondina van TAX-i een uitgebreide evaluatie zal plaatsvinden. De vraag 'hoe nu verder' zal daarbij ook aan de orde komen.
120802/WIJ
1/6
CONCEPT Waterschap Roer en O v e r m a a s
NR
ONDERWERP / BEKNOPTE WEERGAVE BESPROKENE / OVERWEGINGEN ACTIE
ADVIES/BESLUIT
De heer Hanssen is van mening dat WRO zich in dit verband zeker niet moet gedragen als het braafste jongetje van de klas. Het WRO-belang dient te prevaleren, welke opvatting door de voorzitter wordt onderschreven. Met de voorliggende agenda wordt ingestemd.
Besluitenlijst van de vergadering van de commissie Middelen en Financieel Beleid van 31 januari 2012
Vastgesteld.
Vergaderstukken Unie van Waterschappen
Voor kennisgeving aangenomen.
Naar aanleiding van de annotatie met betrekking tot agendapunt 6 van de vergadering van de Uniecommissie Bestuurszaken, Communicatie en Financiën van 24 februari 2012, merkt de heer Veder op dat de fracties Water Natuurlijk en Natuurterreinen voor wat betreft de afhandeling van verzoeken om kwijtschelding samen met de gemeenten op te trekken teneinde een 'dubbele' inkomens- en vermogenstoets te voorkomen ingeval van kwijtschelding van enerzijds gemeentelijke belastingen en anderzijds waterschapslasten. Spreker vraagt naar de stand van zaken. De voorzitter zegt dat er een integrale notitie over het kwijtscheldingsbeleid zal worden opgesteld. In die nota zal ook worden ingegaan op de door de heer Veder aangehaalde vraag. Agendering is voorzien voor de AB-vergadering van 26 juni 2012. In Unieverband wordt momenteel getracht om voor wat betreft het door de waterschappen te voeren kwijtscheldingsbeleid een richtinggevend kader te scheppen. Dit blijkt echter moeilijk te zijn. In dit verband wordt door de voorzitter ter informatie nog meegedeeld, dat het nieuwe belastingstelsel niet vervroegd per 1 januari 2013 zal worden ingevoerd, maar -uitgaande van een positieve besluitvorming door de regering- conform de oorspronkelijke voornemens per 1 januari 2014. Naar aanleiding van de annotatie met betrekking tot agendapunt 11.3 van de vergadering van de Uniecommissie Bestuurszaken, Communicatie en Financiën van 24 februari 2012 inzake monitoring afspraken over doelmatigheidswinst en ontwikkeling lokale lasten uit het Bestuursakkoord Water, vraagt de heer Uitterhoeve wie er gaat monitoren en wanneer dat gaat gebeuren. Punt van aandacht is, dat niet te lang met deze monitoring moet worden gewacht. Tenslotte vraagt spreker wat een en ander voor W R O betekent. De voorzitter zegt dat het antwoord op de doordé heer Uitterhoeve gestelde vragen nog niet helder is. De Unie van Waterschappen is daar mee bezig. Overigens onderschrijft hij de opvatting dat binnen niet al te lange tijd met de monitoring moet worden gestart.
120802/WIJ
2/6
CONCEPT Waterschap Roer en O v e r m a a s
NR
ONDERWERP / BEKNOPTE WEERGAVE BESPROKENE / OVERWEGINGEN
ACTIE
ADVIES/BESLUIT
W R O zal in het kader van de monitoring met name gegevens moeten aanleveren in het kader van bijvoorbeeld het bepalen van de O-situatie. Toename aantal hectaren natuur in watersysteemheffing als gevolg van jurisprudentie
Voor kennisgeving aangenomen.
De heer Hanssen zegt dat we niet anders kunnen dan ons neerleggen bij de jurisprudentie. Dit neemt niet weg, dat 'natuur' naar de mening van spreker raar gedefinieerd wordt. Een perceel kerstbomen dat groter is dan 1 ha wordt bijvoorbeeld ook aangemerkt als natuur. Spreker vraagt vervolgens wat de consequenties zijn van de thans aan de orde zijnde jurisprudentie voor met name het Overig Ongebouwd, waarop de heer Daelmans antwoordt dat de financiële gevolgen hiervan over 2012 ten laste van de algemene middelen komen. Met ingang van het belastingjaar 2013 zullen de lasten voor het overig ongebouwd hierdoor stijgen met ongeveer € 0,35 per ha en voor het verhard met ongeveer € 0,70 per ha. De heer Bouts vraagt of gebieden die zijn of worden aangewezen als 'overloopgebied' straks als gevolg van deze jurisprudentie ook als natuur worden aangemerkt. Dat zou vergaande consequenties kunnen hebben. De voorzitter zegt dat dit nog niet bekend is. Stedelijk waterbeheer Westelijke Mijnstreek
Voor kennisgeving aangenomen.
Zienswijze ontwerpbegroting 2013 en meerjarenraming 2013-2017 Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen
Positief. Als hamerstuk agenderen voor het AB.
Naar aanleiding van de staat van personeelslasten op pagina 33 constateert de heer Hanssen dat de gemiddelde kosten per formatieplaats bij Ondersteuning & Ontwikkeling aanzienlijk hoger zijn dan bijvoorbeeld bij Gegevensbeheer & Heffen. Spreker vraagt of er een verklaring is voor deze grote verschillen. De voorzitter zegt dat deze vraag zal worden voorgelegd aan BsGW. Het antwoord zal zo mogelijk in de besluitenlijst van deze vergadering worden opgenomen. Antwoord De constatering is correct en heeft te maken metdé toerekening van de kosten naar de producten in het kader vah de kostenverdeelmethode. Aan het product Ondersteuning & Ontwikkeling worden de personeelskosten toegerekend van de ondersteunende (zwaardere) functies binnen Planning en Control en Bestuursondersteuning en' Juridische Zaken (BOJZ), de directie en alle leidinggevenden.
120802/WIJ
3/6
CONCEPT Waterschap Roer en O v e r m a a s
NR
ONDERWERP / BEKNOPTE WEERGAVE BESPROKENE / OVERWEGINGEN
ACTIE
ADVIES/BESLUIT
Het product gegevensbeheer bevat de personeelskosten van de functies die het proces gegevensbeheer uitvoeren, vooral medewerker en senior medewerker functies, exclusief leidinggevenden. Nota Activabeleid 2012 De heer Veder vraagt wat er veranderd is ten opzichte van de huidige nota. De heer Daelmans antwoordt dat het beleid erin voorziet, dat de nota eenmaal per 4 jaar wordt geactualiseerd. Ten opzichte van de huidige nota zijn er drie veranderingen: 1. Er wordt anders omgegaan met de urenverantwoording; uren die worden geraamd voor projecten, worden meegenomen in de kredietramingen voor die projecten. 2. Er wordt actiever omgegaan met de verkoop van gronden die niet meer nodig zijn voor waterschapsprojecten. 3. Investeringskredieten worden sneller en consequenter afgesloten.
Met inachtneming van de aanvulling omtrent de bijdrage aan het HWBP, positief. Als bespreekstuk agenderen voor het AB.
De heer Wolters zegt in de afschrijvingstabel op pagina 20 de bijdrage aan het HWBP te missen, waarop de heer Daelmans zegt dat voor die bijdrage een status aparte geldt. Hier staan immers geen 'directe' activa tegenover. In de aan het AB ter vaststelling voor te leggen nota zal hieraan een korte passage worden gewijd. De heer Bouts vraagt waarom er voor civielbouwkundige werken een andere afschrijvingstermijn geldt dan voor gebouwen. De heer Daelmans antwoordt dat voor wat betreft de afschrijvingstermijnen aansluiting is gezocht bij de afschrijvingstermijnen van WPM en WBL. De afschrijvingstermijnen zijn gelijkgeschakeld.
Nota Reserves en Voorzieningen 2012 De voorzitter deelt mee dat er twee versies van de nota aan de commissie zijn toegezonden, te weten de conceptversie zoals die aan het DB is voorgelegd én de versie zoals deze luidt na behandeling in het DB. In de tweede versie is het doel van de voorziening TAX-i anders geformuleerd. Tevens is in de tweede versie sprake van de minimaal benodigde algemene reserve. Tenslotte is hoofdstuk 10 uit de nota geschrapt.
Geen advies. Samen met enkele rekenvoorbeelden als bespreekstuk agenderen voor het AB.
Naar aanleiding van een vraag van de heer Hanssen antwoordt de voorzitter dat de voorziening pensioen- en uitkefingsverplichtingen verband houdt met wachtgeldverplichtingeh aan voormalige bestuurders. De heer Uitterhoeve deelt mee dat hij de systematiek die ten grondslag is gelegd aan de bepaling van de minimale omvang van de algemene reserve, prima vindt.
120802/WIJ
4/6
CONCEPT Waterschap Roer en O v e r m a a s ^
NR
ONDERWERP / BEKNOPTE WEERGAVE BESPROKENE / OVERWEGINGEN
ACTIE
«
ADVIES/BESLUIT
Op basis van de recentelijk uitgevoerde risico-inventarisatie dient de algemene reserve een omvang te hebben van circa € 1,9 miljoen, hetgeen betekent dat de huidige algemene reserve aanzienlijk verlaagd zou kunnen worden. Voor wat betreft de omvang van de egalisatiereserves merkt de heer Uitterhoeve OD, dat de totale omvana daarvan meer dan € 10 miljoen bedraagt. Dat is maar liefst 5 x de benodigde omvang van de algemene reserve. Spreker vraagt zich af of dit nodig is. Jaar in jaar uit is er sprake van meevallers die leiden tot groei van de egalisatiereserves. Spreker is er daarom voorstander van om de egalisatiereserves te maximeren en eventuele overschotten die het vastgestelde maximum overschrijden direct in te zetten om de opbrengststijging te beperken. Het gaat in casu immers om geld dat het waterschap van de burgers 'geleend' heeft en niet direct nodig heeft. Spreker vraagt om de door hem geopperde mogelijkheid eens in constructieve zin te bekijken. De heer Hanssen vindt de door de heer Uitterhoeve aeuite gedachte sympathiek. Waar het volgens spreker echter werkelijk om gaat, is de aan de 'meevallers' ten grondslag liggende oorzaak, te weten onderuitputting. We doen niet wat we ons voorgenomen hebben om te doen. Dat is het probleem dat aangepakt moet worden.
•
De voorzitter merkt op dat een en ander in het juiste perspectief moet worden gezien. Als er op een begroting van circa € 80 miljoen in enig jaar sprake is van een overschot van € 800.000, dan gaat het over een relatief bescheiden onderuitputting van 1%. De voorzitter merkt verder OD. dat het in aeval van overschotten inderdaad gaat om geld van de burger. Het moment van teruggeven aan de burger is een kwestie van timing. De algemene reserve enerzijds en bestemmingsreserves anderzijds verschillen aanzienlijk qua karakter. Alleen al daarom is het met elkaar vergelijken van de omvang van deze beide reserves naar het oordeel van de voorzitter hetzelfde als het vergelijken van appels met peren. Voor wat betreft de suggestie om de egalisatiereserves te maximeren merkt de voorzitter op, dat het doel van het creëren van de egalisatiereserves in het verleden is geweest het beperken van fluctuaties in de belastingopbrengst tot een acceptabel niveau. In het bestuursprogramma is vastgelegd dat de opbrengststijging in principe onder het inflatiepercentage dient te blijven. Dankzij de egalisatiereserves kan dit ook worden waargemaakt. Los daarvan merkt de voorzitter OD. dat afaelooen iaar al een extra bedrag uit de egalisatiereserves is ingezet. De ruimte om dat in voorkomende gevallen te doen, is er.
120802/WU
5/6
8
CONCEPT Roer en O v e r m a a s
NR
ONDERWERP / BEKNOPTE WEERGAVE BESPROKENE / OVERWEGINGEN
ACTIE
ADVIES/BESLUIT
Als, zoals de heer Uitterhoeve suggereert, nu echter alles wordt teruggegeven aan de burger, kan dat voor het volgende begrotingsjaar kwalijke gevolgen hebben. Het DB is daar geen voorstander van. De voorzitter stelt voor om de heer Daelmans enkele rekenvoorbeelden met betrekking tot het maximeren c.q. vervroegd inzetten van de egalisatiereserves te laten uitwerken. Tijdens de AB-vergadering kan daarover dan nader van gedachten worden gewisseld en besluitvorming over de Nota Reserves en Voorzieningen 2012 plaatsvinden. Met dit voorstel wordt ingestemd. 9
Rondvraag en sluiting Mevrouw Nustelinq vraaat naar de verdelina van het met de Bestuursovereenkomst waterveiligheid Maas gemoeide bedrag. De voorzitter deelt mee dat met de bestuursovereenkomst een totaalbedrag van € 180 miljoen is gemoeid: € 160 miljoen voor WPM, € 10 miljoen voor W R O en € 10 miljoen onvoorzien. Dit geld komt uit het HWBP, hetgeen betekent dat er een eigen bijdrage van 10% van toepassing is. W R O dient derhalve een bedrag van € 1 miljoen zelf te financieren. Het bedrag van € 10 miljoen is met name bestemd voor de nog benodigde investeringen bij de Alexanderhaven in Roermond. Overiqens merkt de voorzitter noq OD dat een en ander los staat van het bedrag van € 23 miljoen dat W R O krijgt op grond van de eerder gesloten Bestuursovereenkomst inzake planstudie sluitstukkaden Maasdal. In dat kader heeft W R O momenteel het project 'prioritaire kaden' in voorbereiding, welk project voorziet in het nemen van maatregelen benedenstrooms van Roermond om een beschermingsniveau van 1/250 te bereiken. Het geld is pas afroepbaar op het moment dat met de uitvoering van het project wordt gestart. De heer Uitterhoeve vraaqt of de 50/50-verhoudina voor wat betreft de bijdrage aan het HWBP vastligt, hetgeen door de voorzitter wordt bevestigd. Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voorzitter onder dankzegging voor de geleverde inbreng om 19.30 uur de vergadering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Middelen en Financieel Beleid van De secretaris wnd.,
De voorzitter,
P.M.C. Daelmans
R.L.M. Sleijpen
120802/WIJ
6
'6
Waterschap Roer en O v e r m a a s
L I J S T VAN O P E N S T A A N D E V R A G E N EN A C T I E S UIT D E COMMISSIE MIDDELEN E N FINANCIEEL B E L E I D
DATUM VERGADERING
VRAAG/ACTIE UIT DE COMMISSIE MIDDELEN EN FINANCIEEL BELEID
RICHTDATUM VOOR AFHANDELING
01/11/2011
Gevraagd is om een evaluatie van de Stimuleringsregeling NKG.
01/09/2012
01/11/2011
Toegezegd is, dat te zijner tijd een integrale notitie omtrent het kwijtscheldingsbeleid in de commissie aan de orde zal worden gesteld (zie ook lijst van openstaande acties AB).
01/07/2012
120815
STAND VAN ZAKEN
CONCEPT Roer en O v e r m a a s
BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN DE COMMISSIE WATERSYSTEMEN, GEHOUDEN OP 27 MAART 2012 OM 19.30 UUR IN HET WATERSCHAPSHUIS TE SITTARD Aanwezig: mevrouw J . S . E . Van Wersch, alsmede de heren heer K. Adema, M.H.A.M. Belgers, M.A.T.M. Bouts, A.P. Resoorten H.W.M. Salden -
de heer J.H.J. van der Linden (voorzitter) de heer L.H. Dohmen (plv. voorzitter) mevrouw M.H.M.G. Leenders-Stassen (adjunct-directeur) de heer R. Glebbeek (hoofd afdeling Beleid, Onderzoek en Advies) de heer H.G.H. Sonnemans (hoofd afdeling Beheer) de heer H. Tolkamp (senior adviseur Strategie en Beleid) mevrouw K. Limpens (verslaglegging)
Afwezig met bericht van verhindering: de dames J.I.F.M. Roebroek-Keulers en F.M.M.U. Wijnen-Kivit, alsmede de heer P.A.M. Notten (secretaris wnd.) NR
ONDERWERP / BEKNOPTE WEERGAVE BESPROKENE / OVERWEGINGEN
1
Opening, mededelingen en vaststelling agenda
ACTIE
ADVIES/BESLUIT
De voorzitter opent om 19.30 uur de veraaderina en heet allen welkom. Met de voorliggende agenda wordt ingestemd. 2
Besluitenlijst van de vergadering van de commissie Watersystemen van 1 november 2011
Vastgesteld.
De heer Resoort vraaat of de qevolqen van herijkinq van de E H S al bekend zijn. De voorzitter antwoordt dat. zoals vastqeleqd in een afspraak binnen de Unie van Waterschappen, het waterschap zijn taken binnen de E H S blijft uitvoeren. De ontwikkeling van beken vindt zodanig plaats, dat een en ander aansluit bij de herinrichting van de omgeving. 3
Vergaderstukken Unie van Waterschappen Mevrouw Van Wersch vraaqt of W R O een beleid heeft ontwikkeld op het gebied van communicatie bij calamiteiten. Mevrouw Leenders antwoordt dat het waterschap onderzoekt hoe de huidige communicatieve ontwikkelingen (o.a. twitter en facebook) ingezet kunnen worden bij calamiteiten. In een themabijeenkomst zal dit onderwerp aan de orde worden gesteld. '
Voor kennisgeving aangenomen.
Verder informeert mevrouw Van Wersch naar de stand van zaken voor wat betreft de aanschaf van noodaggregaten. De voorzitter deelt mee dat de mogelijkheid voor het duurzaam inzetten van noodaggregaten wordt bekeken, zodat meer rendement gehaald kan worden uit het systeem.
120920/LI
1/3
CONCEPT Waterschap Roer eni O v e r m a a s
NR
ONDERWERP / BEKNOPTE WEERGAVE BESPROKENE / OVERWEGINGEN ACTIE
SSVR
ADVIES/BESLUIT
Op een vraag van de heer Belaers antwoordt de heer Tolkamp dat het waterschap geen extra financiële maatregelen zal nemen voor de programmatische aanpak van stikstof (PAS). Te zijner tijd zal hierop nog worden teruggekomen. De heer Belaers vraagt of het waterschap ook bevoead aezaa wordt ter zake van het onttrekken van diep grondwater, waarop de heer Glebbeek antwoordt dat het waterschap ter zake al bevoegd gezag is. Uitgezonderd zijn evenwel industriële onttrekkingen groter dan 150.000 m , onttrekkingen in het kader van koude/warmteopslag en onttrekkingen vöor drinkwater. 3
De heer Belaers vraaat tenslotte of al een oplossina is gevonden voor het aanscherpen van het mest- en gewasbeschermingsmiddelenbeleid. De heer Sonnemans antwoordt dat de discussie hieromtrent noq niet is afgerond. 4
Werkplan Toezicht De heer Salden vraagt hoe strikt de erosiecontroles worden uitgevoerd. De heer Sonnemans antwoordt dat het waterschap in dit verband een signalerende functie heeft en aangekondigde controles uitvoert. De uitvoerende taken liggen bij de provincie.
Voor kennisgeving aangenomen.
O D verzoek van mevrouw Van Wersch zegt de voorzitter toe dat Overzicht een overzicht zal worden opgesteld waarin inzichtelijk wordt opstellen. gemaakt welke gemeenten niet voldoen aan de basisinspanning met betrekking tot de gemeentelijke overstorten. 5
Regenwaterbuffer Cruisboomveld tussen Geulle en Catsop Mevrouw Leenders deelt mee dat een gesprek heeft plaatsgevonden met de betreffende omwonenden. Het probleem van het afstromen van vervuild water langs verharde wegen is inmiddels opgepakt door de afdeling Beheer. Het verzoek van de omwonenden om de locatie van de regenwaterbuffer enigszins te wijzigen zal worden bekeken. Deze optie zal leiden tot vertraging in de uitvoering van de werkzaamheden.
6
Stedelijk waterbeheer Westelijke Mijnstreek Op verzoek van de commissie wordt toegezegd dat er jaarlijks een terugkoppeling zal plaatsvinden richting het algemeen bestuur over de stand van zaken met betrekking tot het stedelijk waterbeheer. Daarbij zal ook de inzet van het waterschap inzichtelijk worden gemaakt.
7
Evaluatie Nota Recreatief Medegebruik
Voor kennisgeving aangenomen.
Voor kennisgeving aangenomen.
Positief.
De heer Salden vraagt of de meldinqen/klachten over het recreatief medegebruik afkomstig zijn uit het stedelijk of buitengebied.
120920/LI
2/3
CONCEPT Waterschap
1U
Roer en O v e r m a a s
NR
ONDERWERP / BEKNOPTE WEERGAVE BESPROKENE / OVERWEGINGEN ACTIE
ADVIES/BESLUIT
De voorzitter zeat toe dat het antwoord OD deze vraaa in de besluitenlijst zal worden opgenomen.
Antwoord: De meldingen/klachten komen grosso modo in dezelfde mate uit het stedelijk gebied als uit het landelijk gebied. De meldingen/klachten hebben onder andere betrekking op overlast van recreatie (6 stuks), op de begaanbaarheid van opengestelde objecten (14 stuks), op het fysiek afsluiten van een niet opengesteld onderhoudspad (2 stuks. De overige meldingen en klachten hebben betrekking op diverse onderwerpen. 6
Rondvraag en sluiting De heer Belaers heeft vernomen dat volqend iaar otters worden uitgezet in Limburgse beken. Hij vraagt of dit in het werkgebied van W R O plaatsvindt. De heer Tolkamo deelt mee dat het noa niet duidelijk is in welk gebied de otters worden uitgezet. Niets meer aan de orde zijnde, dankt de voorzitter allen voor hun aanwezigheid en inbreng en sluit hij om 20.30 uur de vergadering.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de commissie Watersystemen van
De secretaris wnd.,
De voorzitter,
P.A.M. Notten
J.H.J. van der Linden
120920/LI
3/3
Roer en
L I J S T VAN O P E N S T A A N D E V R A G E N E N A C T I E S UIT D E COMMISSIE W A T E R S Y S T E M E N DATUM VERGADERING
VRAAG/ACTIE UIT DE COMMISSIE WATERSYSTEMEN
RICHTDATUM VOOR AFHANDELING
27/03/2012
Toegezegd is, dat een overzicht zal worden opgesteld waarin inzichtelijk wordt gemaakt welke gemeenten niet voldoen aan de basisinspanning met betrekking tot de gemeentelijk overstorten (zie ook actielijst commissie ABA).
29/05/2012
120815
STAND VAN ZAKEN
3