Uitgangssituatie Uitgangssituatie
Algemeen Algemeen
Zwart Water_Inrichting Schaapsen Diepbroek incl. sanering stortlocaties Projectnummer: 2009_015 Projectnaam: Zwart Water_Inrichting Schaaps- en diepbroek incl sanering stort 1ste fase PMJP: B3 Kwaliteitsverbetering EHS in TOP- en Natura 2000 gebieden Natuurdoel: Herstel van waardevol mesotroof tot oligotroof kwelmoeras, veenvorming, drijftillen en kwaliteitsverbetering bestaand elzen broekbos Doelbereik: 5 ha Kwaliteitsverbetering EHS in TOPen Natura 2000 gebied Status: Afgerond Periode van uitvoering: 2011/2012 Uitgangssituatie In een oude maasmeander ten noorden van de Paddeweg in Venlo ligt het Schaapsbroek. Het Schaapsbroek (oppervlakte ca 5 ha.) maakt onderdeel uit van een reeks broekgebieden in oude maasgeulen zoals de Venkoelen, het Diepbroek en de Blanke Slinklossing. Alle behorend tot natuurgebied het Zwart Water. Als gevolg van maatregelen in de ruilverkaveling Velden (drooglegging Schandelo’s Broek, circa 1985-1990) zijn de verschillende broekgebieden ernstig verdroogd, Figuur 1. Verlanding van het Schaapsbroek met wilgenstruweel, circa 1 m extra drooglegging. Zo ook pitrus en lisdodde. het Schaapsbroek dat daardoor nagenoeg volledig verland is geraakt met wilgenstruweel, ‘kraggen’ met lisdodde, mannagras en pitrus (zie figuur 1). Enkel nog relictsoorten als veenpluis, wateraardbei, waterscheerling, zompzegge en slangenwortel herinneren aan de natuurkwaliteit van weleer. Om de verdroging te stoppen is in het verleden het peil van de naastgelegen Latbeek met stuwen opgezet. Door de hogere peilen en beperkt onderhoud aan de Latbeek heeft in natte perioden een continue instroom van voedselrijker sulfaathoudend oppervlaktewater tot in de kern van het Schaapsbroek plaats kunnen vinden. Dit heeft geleid tot een afbraak van aanwezige veenlagen en daarop volgend interne eutrofiëring. Kenmerkende waardevolle vegetaties van mesotrofe kwelmoerassen staan onder druk. Waar deze vroeger nog in grote arealen aanwezig waren, beperken de hoge natuurwaarden zich nu nog tot de randen van slenken/oeverzones. Aanliggende elzenbroekbossen zijn ook aan het eutrofiëren en de ondergroei bestaat veelal uit monotone mannagrasvegetatie.
In het Schaapsbroek lijken echter unieke potenties aanwezig voor het herstel van mesotroof tot oligotroof kwelmoeras met drijftilverlanding omgeven door vochtig loofbos/elzenbroekbossen. Deze natuurdoeltypen behoren tot zeldzame ecotopen in Nederland, maar vooral ook Limburg. Om deze reden is een ecohydrologisch herstelplan opgesteld. Broekgebieden werden in het verleden vaak gebruikt als stortlocatie van huisvuil of puinstort. In het Schaapsbroek zijn twee stortlocaties aanwezig, welke een negatieve invloed hebben op het omliggende milieu. In het herstelproject zijn deze voormalige stortlocaties na vooronderzoek gesaneerd en op deze plekken kan zich ook weer waardevolle natuur ontwikkelen.
Resultaten
Resultaten Vooronderzoek natuurherstel Om eventuele kansen voor natuurherstel van het Schaapsbroek in te schatten is in 2011 door B-ware een ecohydrologisch vooronderzoek uitgevoerd. Belangrijkste conclusies waren dat de mogelijkheid voor systeemherstel van mesotroof kwelmoeras in het Schaapsbroek nog mogelijk zijn : 1. Juist in het Schaapsbroek is de kwelstroom nog van heel goede kwaliteit (oligotroof grondwater met lage sulfaatgehalten en hoge ijzergehalten). 2. De stijghoogten van het toestromende grondwater zijn jaarrond voldoende hoog (20-60 cm boven maaiveld) en blijven op peil in drogere periode (-10 tot 10 cm boven maaiveld) 3. Enkel de bovenste veenlagen tot ca. 0,50-0,75 meter zijn veraard/gedegradeerd, waar diepere veenpakketten nog geheel nog intact zijn. Natuurherstel is kansrijk door uitvoering van een combinatie van maatregelen te weten; ontgraven/baggeren van veraarde bovenliggende veenlagen in een aantal depressies, scheiden van waterstromen door omleggen naastgelegen Latbeek en tot slot het instellen van een hoger natuurlijker peilbeheer met voldoende doorstroming in nazomer. Maatregelen natuurherstel Om het kwelmoeras in het Schaapsbroek te herstellen zijn in de winter van 2012 ingrijpende maatregelen uitgevoerd. Allereerst is 2,6 ha wilgenstruweel (verlanding) gerooid op het veen. Het vrijkomend hout is gebruikt om een snipperbaan aan te leggen voor afvoer van slib/veenbagger. Vervolgens zijn twee slenken (een grote en een kleinere slenk) uitgebaggerd. Hierbij was, vanwege beperkte draagkracht van de veenbodem, inzet nodig van een zogenaamde drijvende Bigfloat-kraan. De gedegradeerde veenlagen zijn natuurtechnisch ontgraven, met een diepte variërend tussen 0,3 en 1,3 m. In totaal is ca. 6500 m3 slib en veenbagger in depot opgeslagen. In april 2013 is dit afgevoerd naar herbestemming. Om vervolgens de waterstromen te scheiden en meer gebiedseigen kwelwater in de slenken te krijgen is de Latbeek aan de noordzijde van het Schaapsbroek omgeleid. Hiervoor was ook houtvelling nodig. Om instroom van water uit de Latbeek in de toekomst te voorkomen zijn beekwallen gemaakt. Figuur 2. Ontgraven/baggeren in het Schaapsbroek Tot slot zijn er twee schotbalkenstuwen geplaatst, één aan de uitstroom van de grote slenk en één in de omleiding Latbeek, zodat een goed peilbeheer mogelijk wordt. Deze hydrologische
maatregelen zijn uitgevoerd binnen het project 2011_018 Hydrologische maatregelen T4 Zwart water.
Resultaten
Stichting het Limburgs Landschap heeft als uitgangspunt dat bezoekers van de natuurgebieden veilig kunnen recreëren in de terreinen en daarbij kunnen genieten van schone natuur. Om deze reden zijn in het project Schaapsbroek twee voormalige stortlocaties onderzocht. Hierbij bleek dat deze stortlocaties het milieu plaatselijk aantastten en dat de kwaliteit van aanwezige natuur verre van optimaal was. In het project zijn beide locaties gesaneerd en weer teruggegeven aan de natuur. Op beide locaties zal zich kenmerkend half-open water met vochtig broek/loofbos ontwikkelen. Momenteel zijn het al goede libellenbiotopen en de open plekken zorgen voor variatie in het landschap. Ontwikkelingen Uitgangspunt is dat het natuurherstel in het Schaapsbroek zal leiden tot waardevolle gradiëntsituaties. In de gecreëerde open plassen en oeverzones gaat herstel plaatsvinden van de groeiplaatsen van aanwezige bijzondere flora als wateraardbei, slangenwortel, waterscheerling, water-violier en zompzegge. De open wateren zullen ook nieuw biotoop zijn voor libellen als grote roodoogjuffer, bruine winterjuffer, mogelijk koraaljuffer en gevlekte witsnuitlibel. Vogels als de dodaars, grote zilverreiger, wintertaling en witgat vinden er een goede rust- en verblijfplaats. De aanliggende broekbossen worden door het hydrologisch herstel weer meer door kwel gevoed, waardoor de ondergroei zich kan herstellen. Het is wachten op kenmerkende soorten als elzenzegge, moeraszegge, holpijp en dotterbloem. Met het vergroten van oppervlakte open water en het creëren van meer openheid / doorzichten vanaf de Paddenweg zal het gebied Zwart Water zeker ook landschappelijk fraaier worden voor wandelaars en fietsers. Het systeem van oude maasmeanders is weer wat beter zichtbaar geworden en de beleving van het gebied is vergroot. Tot slot zorgt het natuurherstel van het Schaapsbroek in combinatie met uitgevoerde hydrologische maatregelen, voor een kwaliteitsverbetering van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en geeft het invulling aan de doelen binnen de aanpak van TOPverdroogde natuurgebieden.
Figuur 3. Eindbeeld van het herstelde Schaapsbroek, met overgangen tussen open water en vochtig loof/broekbos