Inhoud Ondersteuningsprofiel Zernike College Groningen/Haren/Zuidlaren 1. Inleiding 2. Algemene gegevens. 2.1 Contactgegevens schoolgebouwen 2.2 Onderwijsvisie / schoolconcept 2.3 Kengetallen leerlingenpopulatie huidig schooljaar en afgelopen 3 schooljaren 3. Basisondersteuning 3.1 Inleiding & definiëring 3.2 Niveau van de basisondersteuning binnen SWV Passend Onderwijs VO 20.01 3.3 Aspecten van basisondersteuning 3.3.1 Ondersteuningsstructuur 3.3.2 Planmatig werken 3.3.3 Basiskwaliteit van het onderwijs 4. Profilering van de school per locatie 4.1 Leer- & ontwikkelingsondersteuning 4.2 Fysiek medische ondersteuning 4.3 Sociaal-emotioneel & gedragsondersteuning 4.4 Ondersteuning in de thuissituatie 5. Randvoorwaarden 5.1 wanneer kan geen adequaat ondersteuningsaanbod gedaan worden? 5.2 meer specifiek 6 Ouders als pedagogische partners 7 Conclusie en ambities Bijlagen bij ondersteuningsprofiel Bijlage 1 kengetallen leerlingen populatie Bijlage 2 overzicht basisondersteuning alle locaties Bijlage 3 Toezichtkader VO Inspectie van het Onderwijs
1. Inleiding Dit ondersteuningsprofiel beschrijft de voorzieningen die de school in huis heeft. Het profiel geeft antwoord op de vraag welke basisondersteuning de school levert en wat de school kan doen voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit profiel wordt ook opgenomen in de schoolgids, zodat ouders, leerlingen en andere partijen inzicht hebben in de mogelijkheden van de school voor extra ondersteuning. Dit profiel is voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. Deze heeft adviesrecht op het ondersteuningsprofiel. Het ondersteuningsprofiel beschrijft de situatie zoals deze was in april 2012. Op dit moment, januari 2013 hebben zich ontwikkelingen voorgedaan waardoor er wijzigingen zouden kunnen komen op locatieniveau, maar ook Zernike College breed. Het gaat dan niet om de basisondersteuning, omdat deze vastgelegd is door het samenwerkingsverband na inventarisatie bij alle partners, maar wel om de extra ondersteuning en de arrangementen die geboden kunnen worden per locatie. Ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn: 1)de overname van de vmbo Noorderpoort Groningen door het Zernike college en de daaruit voortvloeiende ontwikkelingen betreffende de inrichting van Groningen ZUID, 2)Bezuinigingen op de PGB’s hebben gevolgen voor het onderwijskundig concept van de locatie Vondellaan, 3) ontwikkelingen binnen het swv 20.01 die het gevolg zijn van bezuinigingen op de bekostiging van de extra middelen en verplichtingen aan werknemers van de cluster 3 en 4. 4) ontwikkelingen binnen het swv 20.01 die een preventieve uitwerking kunnen hebben, zoals een soort preventieve Rebound en de plaatsingswijzer POVO. Wijzigingen in het profiel van een locatie of de school in het geheel dienen na 1 december 2012 altijd te geschieden iom het swv 20.01.
2. Algemene gegevens 2.1 Contactgegevens schoolgebouwen:
Adressen Montessori Juniorcollege Groningen Helperbrink 30 9722 EP Groningen tel. 050-5201170 Aanspreekpunt leerlingondersteuning: De heer Wim van der Beld (
[email protected])
-------------------------------------------------------------------Harm Jan Zondag Juniorcollege Groningen Vondellaan 83 9721 LD Groningen tel. 050-3656670
Aanspreekpunt leerlingondersteuning/zorg coördinator: Mevrouw Ingrid Lobeek (
[email protected])
-------------------------------------------------------------------Zernike Juniorcollege Haren Rummerinkhof 8 9751 SL Haren tel. 050-4065760 Aanspreekpunt leerlingondersteuning/orthopedagoog: Mevrouw Milou Prick (
[email protected])
--------------------------------------------------------------------
Zernike Juniorcollege Zuidlaren Julianalaan 78 9471 EC Zuidlaren tel. 050-4065770 Aanspreekpunt leerlingondersteuning/orthopedagoog: Mevrouw Linda de Munck (
[email protected])
-------------------------------------------------------------------Zernike College Haren Westerse Drift 98 9752 LK Haren tel. 050-4065730 fax. 050-4065731 Aanspreekpunt leerlingondersteuning/hoofd zorg: De heer Martin Meulema (
[email protected])
-------------------------------------------------------------------Zernike College Groningen Van Iddekingeweg 140
9721 CL Groningen tel. 050-3656700 Aanspreekpunt leerlingondersteuning: De heer Harrie Hadders (
[email protected])
-------------------------------------------------------------------Zernike College Groningen Van Schendelstraat 1 9721 GV Groningen tel. 050-3656600 fax. 050-3656601 Aanspreekpunt leerlingondersteuning/ zorg coördinator: Mevrouw Natascha Pijl (
[email protected]) -------------------------------------------------------------------2.2Onderwijsvisie en schoolconcept Het Zernike College en het schoolbestuur O2G2 ( uit schoolplan 2011-2014)
Het Zernike College maakt deel uit van de stichting Openbaar Onderwijsgroep Groningen. De stichting komt voort uit de gemeente Groningen en is in januari 2010 van start gegaan met 21 scholen voor basisonderwijs, drie scholen voor speciaal onderwijs en vijf scholen voor voortgezet onderwijs. In totaal geven de openbare scholen aan 15.000 leerlingen onderwijs en zijn er ca. 2000 medewerkers. Het Zernike College is met 3000 leerlingen en 350 medewerkers de grootste school in de onderwijsgroep. De missie van het bestuur luidt: ‘Samen sterk voor goed en innovatief onderwijs’. De Openbaar Onderwijsgroep Groningen staat voor een pluriform onderwijsaanbod met doorlopende leerlijnen en leerroutes. Uitgangspunt is dat de school het maximale uit het kind haalt. Dit vraagt om samenwerking van alle scholen in het belang van het kind. Er is een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor kwalitatief goed onderwijs en een gezonde organisatie. Scholen ondersteunen elkaar daarin en de ondersteunende diensten faciliteren maximaal. Professionals in de school – docenten, directeuren, rectoren en onderwijs ondersteunend personeel – krijgen maximaal de ruimte om onderwijs vorm te geven. Daadkracht en ondernemerschap zijn kenmerkend voor de scholen van het openbaar onderwijs Groningen. De missie en visie van het Zernike College en de uitwerking ervan in dit schoolplan sluiten goed aan op deze bestuurlijke uitgangspunten. In de schoolplanperiode wil het Zernike College verder professionaliseren. In de eerste plaats betekent dat investeren in
Deze uitgangspunten leiden tot de volgende missie van het Zernike College:
Zernike College: eigenwijs onderwijs, de school als ontdekkingsreis
De uitgangspunten en missie werken we in vier begrippenparen uit. 1. Openbaar én uitdagend Openbaar Het Zernike College is een brede openbare scholengemeenschap voor atheneum, havo en vmbo die open staat voor iedereen, ongeacht geloof, huidskleur of geaardheid, zowel voor de leerlingen als voor de medewerkers. Leerlingen kunnen na de basisschool met elk advies (met uitzondering van praktijkonderwijs) terecht op het Zernike College. Uitdagend voor leerlingen Het Zernike College geeft goed onderwijs met uitdagende, activerende en didactisch afwisselende onderwijsprogramma’s. Leerlingen kunnen diverse leerroutes volgen die rekening houden met verschillen in tempo, niveau, leerstijl en leerbehoefte van leerlingen. Het Zernike College is uitdagend voor de medewerkers en speelt in op hun kwaliteiten en talenten. We geven ruimte voor ontwikkeling en ontplooiing door een actief taakbeleid voor medewerkers. 2. Kansen én kiezen Kansen Het Zernike College wil dat leerlingen het maximale uit zichzelf halen. Plezier in school en leren, goede prestaties en ontdekken wat je kunt, staan centraal. Kiezen Het Zernike College leert leerlingen van vmbo tot en met atheneum keuzes maken: keuzevakken, projecten, actieve taken, profielen, leerwegen, sectoren etc. In de onderbouw met structuur en begeleiding, later meer zelfstandig, afhankelijk van de leerling. 3. Groot én kleinschalig Groot Het Zernike College is een grote scholengemeenschap en heeft daarom een groot aanbod van vakken, projecten, culturele activiteiten, excursies etc. We hebben een ruim aanbod voor alle leerlingen, geven extra zorg waar nodig en stimuleren leerlingen die uitblinken in sport, cultuur of kennis. Kleinschalig Het Zernike College kiest voor onderwijs op vijf juniorlocaties en één bovenbouwlocatie met een studiehuis en een Montessori-bovenbouw. Elke locatie heeft zijn eigen gezicht en sfeer. Iedere docent heeft als mentor een aantal leerlingen onder zijn hoede. Hij zorgt voor aandacht en feedback voor leerlingen. Hij begeleidt ze in keuzes en is eerste contactpersoon voor ouders.
4. Grenzeloos én vertrouwd
Grenzeloos Het Zernike College overschrijdt de schoolse grenzen met het buitenschoolse leren door de maatschappelijke stage, pre-university college, Cambridge Engels, de cultuurmarathon en excursies. De uitwisseling met buitenlandse scholen in de bovenbouw geeft een internationale dimensie aan het onderwijs. We maken intensief gebruik van de elektronische leeromgeving en multimedia. We zorgen voor een goede doorstroom van onder- naar bovenbouw en het vervolgonderwijs in mbo, hbo en universiteit. Vertrouwd Alle locaties van het Zernike College bieden een overzichtelijk en veilig leer- en leefklimaat dat past bij de leeftijd van de leerlingen. De school biedt extra zorg als dat nodig is. De groei naar zelfstandigheid van leerlingen staat voorop. Op alle locaties gelden dezelfde basisregels voor gedrag van leerlingen en leerkrachten. We vinden sociale cohesie of sociale binding tussen alle lagen van de schoolbevolking belangrijk voor een goed functionerende school. Het versterkt de sfeer en de veiligheid en draagt bij aan wederzijds respect.
2.3 Kengetallen leerlingenpopulatie huidig schooljaar en afgelopen 2 schooljaren Zie bijlage 1
3. Basisondersteuning 3.1 Inleiding & definiëring Binnen samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 20.01 zijn er afspraken gemaakt over het niveau van de basisondersteuning. We omschrijven basisondersteuning als “het door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en lichte curatieve interventies die binnen de ondersteuningsstructuur van de school planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met ketenpartners, worden uitgevoerd”. Samenvattend verstaan we onder basisondersteuning de door het samenwerkingsverband afgesproken preventieve en licht curatieve interventies die:
Een hoog niveau van basisondersteuning laat onverlet dat een deel van de kinderen en jongeren extra ondersteuning en/of jeugdzorg nodig heeft. Zij kunnen gebruik maken van ondersteuningsarrangementen. Voor alle vormen van ondersteuning die de basisondersteuning overstijgen, hanteren wij het begrip ‘extra onderwijsondersteuning’. De extra ondersteuning valt uiteen in drie categorieën: 1. toelating tot het VSO (voor cluster 3 of 4); 2. toelating voor plaatsingen in tussenvoorzieningen VO die door het samenwerkingsverband zijn bepaald (OPDC, Rebound/Herstart/Op de Rails); 3. overige ondersteuningsarrangementen die door het samenwerkingsverband zijn bepaald. 3.2 Niveau van de basisondersteuning binnen SWV Passend Onderwijs VO 20.01 Binnen het samenwerkingsverband wordt gewerkt met eenzelfde methodiek om te komen tot een ondersteuningsprofiel. Op een later tijdstip zijn hierover ook afspraken gemaakt met een groot deel van het VSO. Dit heeft geleid tot een redelijk eenduidig beeld van de basisondersteuning binnen het nieuwe samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 20.01. Voor elke school c.q. locatie gaat het bij basisondersteuning om de volgende aspecten: 1. Begeleiding op sociale en emotionele aspecten 2. Beleid t.a.v. eruit sturen 3. Beleid t.a.v. schorsing en verwijdering 4. Beleid t.a.v. verzuim 5. Decanaat (niet voor PrO) 6. Docentenbegeleiding 7. Dyslexie- & dyscalculiebegeleiding 8. Handelingsplan c.q. ontwikkelingsperspectief (signalering, diagnostisering & evaluatie)/ IOP 9. Intern begeleider/leerlingbegeleider/counselor 10. Leerlingbesprekingen 11. Actief gebruik van een leerlingvolgsysteem 12. Meldkamerfunctie 13. Mentoraat & begeleiding 14. Ouder(gespreks)avonden 15. Rapportbesprekingen 16. Vertrouwenspersoon 17. ZAT en intern zorgteam 18. Zorgcoördinator In bijlage 2 staat een overzicht van de basisondersteuning die de school biedt
3.3 Aspecten van basisondersteuning en de relatie met de uitgangspunten van het Zernike College
3.3.1 Ondersteuningstructuur Hoe sluit de leerlingenzorg/begeleiding aan bij de missie van het Zernike College “de school als ontdekkingsreis”? Feitelijk draait alles om de vraag: hoe kunnen we ertoe bijdragen dat onze leerlingen aan het eind van de reis kunnen zeggen: ik heb eruit gehaald wat erin zat. Natuurlijk lukt dat het best als het kind zich goed heeft kunnen ontwikkelen, zowel cognitief als sociaal-emotioneel. De start Het Zernike College streeft ernaar de leerling een plek te geven die past bij zijn didactische mogelijkheden. Tijdens de aanmeldingsprocedure worden deze mogelijkheden bekeken door een aantal instrumenten in te zetten: -het onderwijskundig rapport van de basisschool ( het zgn. POVO formulier) met daarin o.a. de citoscore, een advies van de basisschool en zorgpunten op sociaal emotioneel gebied en leergedrag. -een dossieranalyse op zorgpunten. -een intakegesprek. Hierna volgt plaatsing op het niveau welke het best bij de leerling past. De mentor Op alle locaties speelt de mentor van de leerling een centrale rol bij de ontwikkeling van de leerling Hij/zij volgt en bewaakt de vorderingen van de leerlingen, zowel op cognitief- als sociaal emotioneel gebied. De mentor is daarbij afhankelijk van gegevens uit de aanmeldingsprocedure en signalen van de lesgevers, de teamleiders, ouders, medeleerlingen, externe instanties en de leerling zelf. Tijdens het schooljaar zijn er verspreid over het jaar momenten om met collega’s van gedachten te wisselen over de vorderingen. Dit gebeurt tijdens leerlingenbesprekingen en/of rapportbesprekingen. Als de mentor signalen ontvangt waarbij er twijfel ontstaat of zijn leerling de verwachte mogelijkheden niet of onvoldoende benut kan hij/zij deze twijfel delen met zijn teamleider. Signalen die leiden tot deze twijfel zijn vaak: resultaten, werkhouding, leergedrag, huiswerkattitude, onzekerheid, ongeoorloofd verzuim, meer dan gemiddeld ziekteverzuim, internaliserende – en externaliserende problematiek, thuisproblematiek, sociale onhandigheden, pesten. De leerlingenzorg Intern De mentor en /of de teamleider kunnen naar aanleiding van de geconstateerde signalen gebruik maken van deskundigheid van de zorgcoördinator. Op elke locatie is een zorgcoördinator minimaal 2 dagen per week beschikbaar. De zorgcoördinator maakt gebruik van een zorgteam. Dit zorgteam wisselt per locatie van samenstelling. Deze samenstelling is afhankelijk van de aanwezige expertise op de locatie. Het zorgteam komt minimaal 1x per 2 week bij elkaar. Tijdens deze bijeenkomsten worden afspraken gemaakt over de begeleiding van de leerling. En het volgen van de ingezette zorg m.b.v. handelingsplannen. Een belangrijk aspect van de begeleiding is de communicatie met alle betrokkenen ( de mentor, de ouders) Op het Zernike College heeft men de beschikking over een orthopedagoog/gz psycholoog, een orthopedagoog, 3 medewerkers remedial teaching, 4 leerlingbegeleiders, 2 dyslexiecoaches. De zorg coördinator is verantwoordelijk voor de interne zorgstructuur, o.a. de contacten met de verzuim coördinatoren en is het gezicht voor de externe contacten. De zorg coördinatoren zijn verdeeld over de locaties en hebben naast deze taak, een lesgevende- of een taak in de individuele leerlingbegeleiding. Daar waar nodig is het mogelijk het decanaat te betrekken bij de leerlingenzorg. Een of meer vertrouwenscontactpersonen zijn op elke locatie aanwezig, maar deze maken niet rechtstreeks deel uit van de leerlingenzorg. Zij kunnen, daar waar dit nodig is, wel een beroep doen op de leerlingenzorg. Het Zernike College maakt gebruik van het zorgadviesteam ( ZAT), hierin participeren externe partners: de leerplichtambtenaar, de schoolarts, het maatschappelijk werk en op sommige locaties de jeugdagent of Lentis. Vanuit de school zijn vertegenwoordigd: een leidinggevende, de orthopedagoog. De zorgcoördinator is de voorzitter. Het ZAT komt 5 a 6 keer per jaar bijeen. Specifieke individuele-, maar ook algemene leerlingenproblematiek wordt hier besproken.
Leerlingen met dyslexie of dyscalculi De school heeft beleid voor leerlingen met dyslexie of dyscalculi. De school kan onderzoek doen naar dyslexie en dyscalculi . De orthopedagoog kan de diagnose stellen. Met de verklaring dyslexie/dyscalculi heeft de leerling recht op een aantal faciliteiten, zoals verlenging van toetsduur, schoolonderzoeken en examen; gerelateerde fouten worden anders beoordeeld, gebruik van hulpmiddelen (na overleg met de orthopedagoog). Deze faciliteiten moeten binnen de wettelijke kaders valllen. Extern Het Zernike College werkt samen met diverse externe zorg “aanbieders”, rechtstreeks of via de centra voor jeugd en gezin ( CJG). De leerplichtambtenaar en de schoolarts houden spreekuur op de locaties. En er is een goede samenwerking met het schoolmaatschappelijk werk Hier gaat een preventieve werking vanuit. Daarnaast is er contact met bureau jeugdzorg ( BJZ), maatschappelijke diensten ( MJD, Noordermaat), orthopedische onderzoeks/begeleiding bureaus, Lentis, Accare, politie, de reboundvoorziening, de rec’s van de clusters 2, 3 en 4. Het Zernike College maakt deel uit van het samenwerkingsverband i.o. 20.01. Op het gebied van de leerlingenzorg worden door de zorgcoördinatoren van de deelnemende scholen gesproken over nieuwe ontwikkelingen en schooloverstijgende problematiek, b.v. de overgang POVO, de overstap van VO naar VO school, enz. De school is aangesloten als signaalgever bij de verwijsindex zorg voor jeugd Groningen en Drenthe. Er is een stappenplan om de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling vorm te kunnen geven. 3.3.2 Planmatig werken De standaarden rond planmatig werken uit het toezichtkader van de inspectie zijn hier relevant. Op alle locaties worden leerlingen die gebruik maken van extra ondersteuning gevolgd door het maken van een handelingsplan. Hierin worden afspraken gemaakt over de te behalen doelen, de handelingen van alle betrokkenen en de inzet van faciliteiten. De contacten worden in een logboek bijgehouden. Voor alle leerlingen met een clusterindicatie worden iom de ambulant begeleiders handelingsplannen opgesteld. Afhankelijk van de locatie gebeurt dit namens de school door de mentor of de verantwoordelijke voor de leerlingbegeleiding op de locatie. Een nieuwe ontwikkeling is om de individuele handelingsplannen per groep om te vormen tot een groepshandelingsplan. In dit groepshandelingsplan worden dan afspraken vastgelegd om de groep op een uniforme manier door alle lesgevers te benaderen. Deze afspraken worden tijdens groepsbesprekingen geëvalueerd en eventueel aangepast. 3.3.3 Basiskwaliteit van het onderwijs Dit aspect van de basisondersteuning verwijst naar het toezichtkader van de inspectie van het onderwijs en naar het meest recente oordeel van de inspectie van het onderwijs over de kwaliteit van de school. Het toezichtkader VO van de onderwijsinspectie is als bijlage 3 bijgevoegd.
4. Profilering van de school In deze paragraaf wordt omschreven welke extra ondersteuningsmogelijkheden de school per locatie heeft. Met andere woorden: welke ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften heeft de locatie in huis? Zie ook het ondersteuningsprofiel per locatie. Sommige arrangementen of onderdelen daarvan kunnen alleen worden aangeboden wanneer dat door het samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 20.01 gefaciliteerd wordt door het bieden van ‘extra ondersteuning’, bijvoorbeeld wanneer bij een arrangement leerlinggebonden financiering noodzakelijk is. We onderscheiden arrangementen binnen: leer-en ontwikkelingsondersteuning, fysieke-en medische ondersteuning ,sociaal emotionele-en gedragsondersteuning ,ondersteuning in de thuissituatie. Bij elk
arrangement wordt iets gezegd over: deskundigheid, de aandacht en de tijd, de voorzieningen, het gebouw en samenwerking. Leerlingen met extra financiering ( algemeen). Leerlingen met een indicatie lwoo Leerlingen met een indicatie leerwegondersteuning ( LWO) kunnen worden toegelaten op de Zernike junior locaties. De school vraagt de indicaties aan bij de regionale verwijzingscommissie ( RVC) m.b.v. de gegevens die aangeleverd worden door de basisschool. Bij de intake wordt altijd de afweging gemaakt of het Zernike College kan voldoen aan de te verwachten zorgvraag. Eventueel wordt verwezen naar een school /OPDC die de benodigde zorg wel/beter aan kan. De leerlingen met een lwoo beschikking worden afhankelijk van de locatie geplaatst in een lwoo klas of in een gecombineerde klas met BB/KB leerlingen. De docenten die lesgeven aan deze klassen zijn geschoold in het omgaan met deze doelgroep. Er wordt planmatig gewerkt. Deze plannen worden vastgelegd en gevolgd in een individueel handelingsplan. In deze klassen is meer aandacht voor structuur, studievaardigheden en maakt men gebruik van oefeningen op sociaal emotioneel gebied. Leerlingen met de indicatie praktijkonderwijs worden niet toegelaten. Leerlingen met een cluster (rugzak ) indicatie Op de locaties zitten leerlingen met een cluster indicatie uit de REC´s 1,2,3 en 4. De leerlingen hebben deze indicaties op de basisschool gekregen of zijn aangevraagd gedurende de periode op het Zernike College. De meeste clusterleerlingen komen uit het cluster 4 en zijn toegekend aan leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum, leerlingen met ODD, AD(H)D, Gilles de la Toret, e.d. De mentor is het eerste aanspreekpunt in de ondersteuning voor alle clusterleerlingen. Deze wordt daar vanuit de rugzak voor gefaciliteerd met een klokuur per week. De zorgcoördinator en de ambulante begeleider van de desbetreffende clusters helpen de mentor hierbij. Deze hulp bestaat uit voorlichting richting de docententeams, de ouders; observatie en adviezen in de omgang met de leerling. Bij de intake is veel aandacht voor de specifieke zorgpunten van de leerling. De ambulante begeleider wordt hierbij betrokken. Deze leerlingen worden gevolgd via het individuele handelingsplan en per 8 weken wordt geëvalueerd met ouders, school en de ambulante begeleider.
De locatie Helperbrink junior heeft een aanpak voor: 4.1-HB Leer- & ontwikkelingsondersteuning Arrangement (overzicht per locatie) a. huiswerk-begeleiding onder toezicht b. begeleiding van leerproblematiek/leerstrategie c. opvang leerlingen van alle clusters d. Begeleiding bij motivatie en plannen e. Individuele begeleiding door de RT, orthopedagoog f. lwo leerlingen krijgen in groepjes basisstof aangeboden g.screening op dyslexie en verstrekken van faciliteiten binnen de wettelijke kaders. Deskundigheid: a t/m g De school heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen. Aandacht en tijd: a t/m g Voor de diverse ondersteuningsgebieden heeft de school medewerkers die de begeleiding coördineren en aanbieden. Zij zijn als ‘deskundigen in eigen huis’ aanspreekpunt. Voorzieningen: a t/m g Tijdens de leerlingenbesprekingen en oudergesprekken wordt geïnventariseerd of een leerling ondersteuning nodig lijkt te hebben op één of meer van de genoemde vlakken. g. in jaar 1 worden leerlingen gescreend op dyslexie, in andere jaren op aanvraag. Gebouw: a en f.Groepsgewijze ondersteuning vindt plaats in een lokaal op een vast moment De school beschikt niet over plaatsen waar leerlingen zelfstandig aan het werk kunnen. Dit is wel een aandachtpunt bij geplande aanbouw. b. t/m e. Individuele ondersteuning wordt verzorgd door de betreffende medewerker in aan aparte ruimte.
Samenwerking De locatie participeert in diverse werkgroepen waarin expertise wordt uitgewisseld 4.2-HB Fysiek medische ondersteuning Arrangement de locatie heeft mogelijkheden voor: a langdurig/chronische zieke leerlingen b leerlingen met diabetes c leerlingen met een lichamelijke handicap die niet afhankelijk zijn van een lift. Deskundigheid a.de school kan een beroep doen op externe instanties voor ondersteuning op maat b. de school kan een beroep doen op externe instanties voor ondersteuning op maat c. de school kan een beroep doen op externe instanties voor ondersteuning op maat Aandacht en tijd A t/m C de locatie heeft geen specifieke kennis en/of deskundigen met een medische achtergrond A t/m C de locatie is niet verantwoordelijk voor de verstrekking en inname van medicatie Voorzieningen: A t/m c de locatie is niet ingericht op leerlingen die afhankelijk zijn van een lift. Voor zelfverzorging en zelfmedicatie kunnen individuele afspraken gemaakt worden. Gebouw: Zie voorzieningen. Samenwerking Via het swv 20.01 en in overleg met de GGD is men op zorgcoördinatoren-niveau zich aan het oriënteren op een medicatieprotocol, waarbij de nadruk ligt op verantwoordelijkheden. 4.3-HB Sociaal-emotioneel & gedragsondersteuning Arrangement De locatie heeft een aanpak voor: a. Faalangstreductietraining b. omgaan met pesten c. puberproblematiek d. sociale vaardigheid/weerbaarheid e. Individuele begeleiding door de orthopedagoge en andere deskundigen Deskundigheid: a t/m e De locatie heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen. Aandacht en tijd: a t/m e. De school heeft medewerkers die de begeleiding coördineren en aanbieden. Zij zijn als ‘deskundigen in eigen huis’ aanspreekpunt. Voorzieningen: a t/m e Tijdens de leerlingenbesprekingen en oudergesprekken wordt geïnventariseerd of een leerling ondersteuning nodig lijkt te hebben op één of meer van de genoemde vlakken. Gebouw Groepsgewijze ondersteuning vindt plaats in een lokaal/ruimte op een vast moment. Individuele ondersteuning wordt verzorgd door de betreffende medewerker. Samenwerking De locatie participeert in diverse werkgroepen waarin expertise wordt uitgewisseld. Interne deskundigen maken gebruik van collegiale consultatie.
4.4-HB Ondersteuning in de thuissituatie Arrangement (overzicht) De locatie voorziet in: a. signaleren en bespreken van noodzaak bij ondersteuning in de thuissituatie b. Inzet schoolmaatschappelijk werk, schoolarts en gz-psycholoog c stappenplan meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Deskundigheid a. De school heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen en ouders b. Hierin wordt voorzien door de ‘deskundigen van buiten’ die deel uitmaken het ZAT.
c. getrainde medewerkers en interne vertrouwenspersonen. Aandacht en tijd a. Het behoort tot het takenpakket van de mentor, het mt en alle professionals, b. De hoeveelheid tijd die beschikbaar is voor begeleiding van de individuele leerlingen is beperkt. Veelal gekoppeld aan het 6-wekelijkse overleg van het ZAT. A t/m c afhankelijk van de problematiek wordt tijd gemaakt. Voorzieningen: Zie aandacht en tijd. Gebouw Gesprekken vinden plaats in de werkruimte van degene die de ondersteuning verzorgt. Samenwerking a en c De interne deskundigen hebben geregeld intervisie met hun collega’s. Er wordt gebruik gemaakt van collegiale consulatie. Mentoren ,teamleiders en leerlingondersteuning hebben regelmatig intern overleg. b. Beschikbaarheid van ‘deskundigen vanbuiten’ via het ZAT maakt het mogelijk deze ondersteuning aan te bieden.
De locatie Rummerinkhof Haren heeft een aanpak voor: 4.1-RH Leer- & ontwikkelingsondersteuning arrangement a. huiswerkbegeleiding door bovenbouw leerlingen b. begeleiding van leerproblematiek/leerstrategie c. opvang leerlingen van alle clusters d. Begeleiding bij motivatie en plannen e. Individuele begeleiding door de RT, orthopedagoog. f. leerlingen die sterk zijn in de bèta vakken kunnen zich ontwikkelen binnen het technasium g. screening op dyslexie en verstrekken van faciliteiten binnen de wettelijke kaders. Deskundigheid: a. een locatie medewerker zorgt voor een goede match tussen vraag en aanbod b t/m g De school heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen. Aandacht en tijd: a t/m g Voor de diverse ondersteuningsgebieden heeft de school medewerkers die de begeleiding coördineren en aanbieden. Zij zijn als ‘deskundigen in eigen huis’ aanspreekpunt. Voorzieningen: a t/m g Tijdens de leerlingenbesprekingen en oudergesprekken wordt geïnventariseerd of een leerling ondersteuning nodig lijkt te hebben op één of meer van de genoemde vlakken. c. voor leerlingen met een diagnose ODD is minder ruimte; aanvaarden van autoriteit is een belangrijk uitgangspunt binnen de locatie. g. in jaar 1 worden leerlingen gescreend op dyslexie, in andere jaren op aanvraag Gebouw: a. leerling/leerling ondersteuning vindt aansluitend aan de schooldag plaats in een openbare ruimte binnen het gebouw. b. t/m e. Individuele ondersteuning wordt verzorgd door de betreffende medewerker in aan aparte ruimte. f. dit wordt verzorgd tijdens reguliere lesuren in gespecialiseerde lokalen g. screening vindt plaats in de eerste weken van het schooljaar binnen het rooster, tussendoor in een aparte ruimte. Samenwerking De locatie participeert in diverse werkgroepen waarin expertise wordt uitgewisseld 4.2 –RH Fysiek medische ondersteuning Arrangement de locatie heeft mogelijkheden voor: voor alle leerlingen met een motorische/lichamelijke beperking Deskundigheid De school kan een beroep doen op externe deskundigen Aandacht en tijd: Er zijn grenzen aan het aantal leerlingen die per schooljaar opgevangen kunnen worden, dit is afhankelijk van de afspraken binnen de individuele arrangementen. Binnen de arrangementen moet aandacht zijn voor: mogelijkheden binnen vakken/complexiteit van de problematiek. Er zijn geen duidelijke grenzen ,daarom is communicatie over verwachtingen van belang voor plaatsing. de locatie heeft geen specifieke kennis en/of deskundigen met een medische achtergrond de locatie is niet verantwoordelijk voor de verstrekking en inname van medicatie Voorzieningen: de locatie heeft een lift, een aangepast toilet en een plaats voor aangepaste vervoersmiddelen. Voor zelfverzorging en zelfmedicatie kunnen individuele afspraken gemaakt worden. Gebouw: Zie voorzieningen. Samenwerking Via het swv 20.01 en in overleg met de GGD is men op zorgcoördinatoren-niveau zich aan het oriënteren op een medicatie-protocol, waarbij de nadruk ligt op verantwoordelijkheden. 4.3-RH Sociaal-emotioneel & gedragsondersteuning Arrangement De locatie heeft een aanpak voor: a. Faalangstreductietraining
b. omgaan met pesten c. puberproblematiek d. sociale vaardigheid/weerbaarheid e. Individuele begeleiding door de orthopedagoge Deskundigheid: a t/m e De locatie heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen. Aandacht en tijd: a t/m e. De school heeft medewerkers die de begeleiding coördineren en aanbieden. Zij zijn als ‘deskundigen in eigen huis’ aanspreekpunt. Voorzieningen: a t/m e Tijdens de leerlingenbesprekingen en oudergesprekken wordt geïnventariseerd of een leerling ondersteuning nodig lijkt te hebben op één of meer van de genoemde vlakken. Gebouw Groepsgewijze ondersteuning vindt plaats in een lokaal/ruimte op een vast moment. Individuele ondersteuning wordt verzorgd door de betreffende medewerker. Samenwerking De locatie participeert in diverse werkgroepen waarin expertise wordt uitgewisseld. Interne deskundigen maken gebruik van collegiale consultatie. 4.4-RH Ondersteuning in de thuissituatie Arrangement (overzicht) De locatie voorziet in: a. signaleren en bespreken van noodzaak bij ondersteuning in de thuissituatie b. Inzet maatschappelijk werk, schoolarts en schoolpsycholoog c stappenplan meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Deskundigheid a. De school heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen en ouders b. Hierin wordt voorzien door de ‘deskundigen van buiten’ die deel uitmaken van het ZAT. c. getrainde medewerkers en interne vertrouwenspersonen. Aandacht en tijd a. Het behoort tot het takenpakket van de mentor, het MT en alle professionals, b. De hoeveelheid tijd die beschikbaar is voor begeleiding van de individuele leerlingen is beperkt. Veelal gekoppeld aan het 6-wekelijkse overleg van het ZAT. a t/m c afhankelijk van de problematiek wordt tijd gemaakt. Voorzieningen: Zie aandacht en tijd. Gebouw Gesprekken vinden plaats in de werkruimte van degene die de ondersteuning verzorgt. Samenwerking a en c De interne deskundigen hebben geregeld intervisie met hun collega’s. Er wordt gebruik gemaakt van collegiale consultatie. Mentoren, teamleiders en leerlingondersteuning hebben regelmatig intern overleg. b. Beschikbaarheid van ‘deskundigen van buiten’ via het ZAT maakt het mogelijk deze ondersteuning aan te bieden.
De locatie Zuidlaren junior heeft een aanpak voor: 4.1-ZL.Leer- & ontwikkelingsondersteuning arrangement a. extra aanbod voor leerlingen met een hoge intelligentie b. begeleiding van leerproblematiek/leerstrategie c. opvang leerlingen van alle clusters d. Begeleiding bij motivatie en plannen e. Individuele begeleiding door de RT, orthopedagoog. f. leerlingen die sterk zijn in de sportvakken. g. screening op dyslexie en verstrekken van faciliteiten binnen de wettelijke kaders. h. lwo leerlingen worden geplaatst in een kleinere klas. Deskundigheid: a t/m g De school heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen. Aandacht en tijd: a t/m h Voor de diverse ondersteuningsgebieden heeft de school medewerkers die de begeleiding coördineren en aanbieden. Zij zijn als ‘deskundigen in eigen huis’ aanspreekpunt. Voorzieningen: a ,f en h: leerlingen volgen voor toelating een intakeprocedure gericht op het arrangement. b t/m g tijdens de leerlingenbesprekingen en oudergesprekken wordt geïnventariseerd of een leerling ondersteuning nodig lijkt te hebben op één of meer van de genoemde vlakken. g. in jaar 1 worden leerlingen gescreend op dyslexie, in andere jaren op aanvraag Gebouw: a. arrangement valt onder de normale lessenstructuur, er zijn geen aangepaste lokalen. b. t/m e. Individuele ondersteuning wordt verzorgd door de betreffende medewerker in aan aparte ruimte. f. dit wordt verzorgd tijdens reguliere lesuren in gespecialiseerde lokalen g. screening vindt plaats in de eerste weken van het schooljaar binnen het rooster, tussendoor in een aparte ruimte. Samenwerking De locatie participeert in diverse werkgroepen waarin expertise wordt uitgewisseld 4.2-ZL Fysiek medische ondersteuning Arrangement de locatie heeft mogelijkheden voor: voor alle leerlingen met een motorische/lichamelijke beperking, met uitzondering van leerlingen waarbij een beroep gedaan moet worden op externe verpleegkundige handelingen. Deskundigheid De school kan een beroep doen op externe deskundigen Aandacht en tijd: Er zijn grenzen aan het aantal leerlingen die per schooljaar opgevangen kunnen worden, dit is afhankelijk van de afspraken binnen de individuele arrangementen. Binnen de arrangementen moet aandacht zijn voor: mogelijkheden binnen vakken/complexiteit van de problematiek. Er zijn geen duidelijke grenzen, daarom is communicatie over verwachtingen van belang voor plaatsing. de locatie heeft geen specifieke kennis en/of deskundigen met een medische achtergrond de locatie is niet verantwoordelijk voor de verstrekking en inname van medicatie Voorzieningen: de locatie heeft een stoeltjeslift en een aangepast toilet. Voor zelfverzorging en zelfmedicatie kunnen individuele afspraken gemaakt worden. Gebouw: Zie voorzieningen. Samenwerking Via het swv 20.01 en in overleg met de GGD is men op zorgcoördinatoren-niveau zich aan het oriënteren op een medicatie-protocol, waarbij de nadruk ligt op verantwoordelijkheden. 4.3-ZL Sociaal-emotioneel & gedragsondersteuning Arrangement
De locatie heeft een aanpak voor: a. Faalangstreductietraining b. omgaan met pesten c. puberproblematiek d. sociale vaardigheid/weerbaarheid e. Individuele begeleiding door de orthopedagoge en andere deskundigen Deskundigheid: a t/m e De locatie heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen. Aandacht en tijd: a t/m e. De school heeft medewerkers die de begeleiding coördineren en aanbieden. Zij zijn als ‘deskundigen in eigen huis’ aanspreekpunt. Voorzieningen: a t/m e Tijdens de leerlingenbesprekingen en oudergesprekken wordt geïnventariseerd of een leerling ondersteuning nodig lijkt te hebben op één of meer van de genoemde vlakken. Gebouw Groepsgewijze ondersteuning vindt plaats in een lokaal/ruimte op een vast moment. Individuele ondersteuning wordt verzorgd door de betreffende medewerker. Samenwerking De locatie participeert in diverse werkgroepen waarin expertise wordt uitgewisseld. Interne deskundigen maken gebruik van collegiale consultatie. 4.4-ZL Ondersteuning in de thuissituatie Arrangement (overzicht) De locatie voorziet in: a. signaleren en bespreken van noodzaak bij ondersteuning in de thuissituatie b. Inzet maatschappelijk werk, schoolarts en schoolpsycholoog c stappenplan meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Deskundigheid a. De school heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen en ouders b. Hierin wordt voorzien door de ‘deskundigen van buiten’ die deel uitmaken van het ZAT. c. getrainde medewerkers en interne vertrouwenspersonen. Aandacht en tijd a. Het behoort tot het takenpakket van de mentor, het MT en alle professionals, b. De hoeveelheid tijd die beschikbaar is voor begeleiding van de individuele leerlingen is beperkt. Veelal gekoppeld aan het 6-wekelijkse overleg van het ZAT. A t/m c afhankelijk van de problematiek wordt tijd gemaakt. Voorzieningen: Zie aandacht en tijd. Gebouw Gesprekken vinden plaats in de werkruimte van degene die de ondersteuning verzorgt. Samenwerking a en c De interne deskundigen hebben geregeld intervisie met hun collega’s. Er wordt gebruik gemaakt van collegiale consultatie. Mentoren, teamleiders en leerlingondersteuning hebben regelmatig intern overleg. b. Beschikbaarheid van ‘deskundigen van buiten’ via het ZAT maakt het mogelijk deze ondersteuning aan te bieden.
De locatie vondellaan junior (HJZ) heeft een aanpak voor: 4.1-HJZ Leer- & ontwikkelingsondersteuning arrangement a. extra aanbod voor leerlingen op TL/H en H/A niveau met ASS problematiek b. begeleiding van leerproblematiek/leerstrategie c. opvang leerlingen van alle clusters d. Begeleiding bij motivatie en plannen e. Individuele begeleiding door de RT f. lwo/pro leerlingen g. screening op dyslexie en verstrekken van faciliteiten binnen de wettelijke kaders. h. thuiswerkvrij onderwijs . Deskundigheid: a en c de locatie wordt dagelijks ondersteund door ambulant begeleiders van Cluster 4. a t/m h De school heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen. c er is onvoldoende deskundigheid voor de ondersteuning van leerlingen met de diagnose ODD. Aandacht en tijd: a t/m h Voor de diverse ondersteuningsgebieden heeft de school medewerkers die de begeleiding coördineren en aanbieden. Zij zijn als ‘deskundigen in eigen huis’ aanspreekpunt. a: extra inzet en aandacht wordt zoveel mogelijk vorm gegeven binnen de klassestructuuur Voorzieningen: a: er is een oudercollectief dat regelmatig overleg heeft met de school; ouders maken gebruik van coaches die op de locatie hun werk( gericht op de ASS problematiek)doen. a; de lesgevers worden ondersteund door onderwijsassistenten van cluster 4. a: klassengrootte is maximaal 20 leerlingen a ,f : leerlingen volgen voor toelating een intakeprocedure gericht op het arrangement. f: leerlingen maken gebruik van een eigen gedeelte van het gebouw f: de klassengrootte is 16 leerlingen. a t/m g tijdens de leerlingenbesprekingen en oudergesprekken wordt geïnventariseerd of een leerling ondersteuning nodig lijkt te hebben op één of meer van de genoemde vlakken. g. in jaar 1 worden leerlingen gescreend op dyslexie, in andere jaren op aanvraag h: de locatie heeft het rooster ingericht op het maken van schoolwerk in de schooluren. a t/m f: leerlingen maken gebruik van een tim- out voorziening gericht op structuur Gebouw: a. leerlingen hebben zoveel mogelijk les in vaste lokalen die prikkelarm zijn ingericht. b. t/m e. Individuele ondersteuning wordt verzorgd door de betreffende medewerker in een aparte ruimte. a t/m f de time- out voorziening maakt gebruik van een speciaal ingericht lokaal. f. dit wordt verzorgd tijdens reguliere lesuren in gespecialiseerde lokalen g. screening vindt plaats in de eerste weken van het schooljaar binnen het rooster, tussendoor in een aparte ruimte. Samenwerking De locatie participeert in diverse werkgroepen waarin expertise wordt uitgewisseld a: er is een oudercollectief dat regelmatig overleg heeft met de school 4.2-HJZ Fysieke en medische ondersteuning Arrangement de locatie heeft mogelijkheden voor: voor alle leerlingen met een motorische/lichamelijke beperking. Deskundigheid De school kan een beroep doen op externe deskundigen Aandacht en tijd: Er zijn grenzen aan het aantal leerlingen dat per schooljaar opgevangen kan worden, dit is afhankelijk van de afspraken binnen de individuele arrangementen. Er zijn geen duidelijke grenzen, daarom is communicatie over verwachtingen van belang voor plaatsing. de locatie heeft geen specifieke kennis en/of deskundigen met een medische achtergrond.
De locatie biedt de mogelijkheid om leerlingen medicatie in te laten nemen die past bij de gedragsstoornis van de leerling. de locatie is niet verantwoordelijk voor de verstrekking en inname van medicatie. Voorzieningen: de locatie heeft een lift. Gebouw: Zie voorzieningen. Samenwerking Via het swv 20.01 en in overleg met de GGD is men op zorgcoördinatoren-niveau zich aan het oriënteren op een medicatie-protocol, waarbij de nadruk ligt op verantwoordelijkheden. 4.3-HJZ Sociaal-emotioneel & gedragsondersteuning Arrangement De locatie heeft een aanpak voor: a. Faalangstreductietraining b. omgaan met pesten c. puberproblematiek d. sociale vaardigheid/weerbaarheid e. Individuele begeleiding door de orthopedagoge en andere deskundigen f. ondersteuning in de mentorgroep bij ASS gerelateerde problematiek. Deskundigheid: a t/m f De locatie heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen. Aandacht en tijd: a t/m f. De school heeft medewerkers die de begeleiding coördineren en aanbieden. Zij zijn als ‘deskundigen in eigen huis’ aanspreekpunt. Voorzieningen: a t/m f Tijdens de leerlingenbesprekingen en oudergesprekken wordt geïnventariseerd of een leerling ondersteuning nodig lijkt te hebben op één of meer van de genoemde vlakken. a:ouders maken gebruik van coaches die op de locatie hun werk( gericht op de ASS problematiek)doen. a: de lesgevers worden ondersteund door onderwijsassistenten van cluster 4. a: klassengrootte is maximaal 20 leerlingen Gebouw Groepsgewijze ondersteuning vindt plaats in een lokaal/ruimte op een vast moment. Individuele ondersteuning wordt verzorgd door de betreffende medewerker. Samenwerking a: er is een oudercollectief dat regelmatig overleg heeft met de school; De locatie participeert in diverse werkgroepen waarin expertise wordt uitgewisseld. Interne deskundigen maken gebruik van collegiale consultatie. 4.4-HJZ Ondersteuning in de thuissituatie Arrangement (overzicht) De locatie voorziet in: a. signaleren en bespreken van noodzaak bij ondersteuning in de thuissituatie b. Inzet maatschappelijk werk, schoolarts en schoolpsycholoog c stappenplan meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Deskundigheid a. De school heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen en ouders b. Hierin wordt voorzien door de ‘deskundigen van buiten’ die deel uitmaken van het ZAT. c. getrainde medewerkers en interne vertrouwenspersonen. Aandacht en tijd a. Het behoort tot het takenpakket van de mentor, het MT en alle professionals, b. De hoeveelheid tijd die beschikbaar is voor begeleiding van een individuele leerlingen is beperkt. Veelal gekoppeld aan het 6-wekelijkse overleg van het ZAT. a t/m c afhankelijk van de problematiek wordt tijd gemaakt. Voorzieningen: Zie aandacht en tijd. Gebouw Gesprekken vinden plaats in de werkruimte van degene die de ondersteuning verzorgt.
Samenwerking a en c De interne deskundigen hebben geregeld intervisie met hun collega’s. Er wordt gebruik gemaakt van collegiale consultatie. Mentoren, teamleiders en leerlingondersteuning hebben regelmatig intern overleg. b. Beschikbaarheid van ‘deskundigen van buiten’ via het ZAT maakt het mogelijk deze ondersteuning aan te bieden.
De locatie Haren A+ en bovenbouw HAVO, Atheneum heeft een aanpak voor: 4.1-WD Leer- & ontwikkelingsondersteuning arrangement a. extra aanbod voor leerlingen met een hoge intelligentie b. begeleiding van leerproblematiek/leerstrategie c. opvang leerlingen van alle clusters d. Begeleiding bij motivatie en plannen e. Individuele begeleiding door orthopedagoog en andere deskundige f. screening op dyslexie en verstrekken van faciliteiten binnen de wettelijke kaders. g. huiswerkbegeleiding door bovenbouw leerlingen tegen betaling Deskundigheid: a t/m f De school heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen. Aandacht en tijd: a t/m g Voor de diverse ondersteuningsgebieden heeft de school medewerkers die de begeleiding coördineren en aanbieden. Zij zijn als ‘deskundigen in eigen huis’ aanspreekpunt. Voorzieningen: a; leerlingen volgen voor toelating een intakeprocedure gericht op het arrangement. b t/m g tijdens de leerlingenbesprekingen en oudergesprekken wordt geïnventariseerd of een leerling ondersteuning nodig lijkt te hebben op één of meer van de genoemde vlakken. f. in jaar 1 worden leerlingen gescreend op dyslexie, in andere jaren op aanvraag f leerlingen kunnen gebruik maken van “verlengerslokalen” tijdens toetsweken g: de match tussen vraag en aanbod wordt georganiseerd door een medewerker. Gebouw: a. arrangement valt onder de normale lessenstructuur, er zijn geen aangepaste lokalen. b. t/m e. Individuele ondersteuning wordt verzorgd door de betreffende medewerker in aan aparte ruimte. f. screening vindt plaats in de eerste weken van het schooljaar binnen het rooster, tussendoor in een aparte ruimte. g. begeleiding wordt buiten de reguliere schooltijden aangeboden in een openbare ruimte op de locatie Samenwerking De locatie participeert in diverse werkgroepen waarin expertise wordt uitgewisseld 4.2-WD Fysiek medische ondersteuning Arrangement de locatie heeft mogelijkheden voor: voor alle leerlingen met een motorische/lichamelijke beperking. Deskundigheid De school kan een beroep doen op externe deskundigen Aandacht en tijd: Er zijn grenzen aan het aantal leerlingen die per schooljaar opgevangen kunnen worden, dit is afhankelijk van de afspraken binnen de individuele arrangementen. Binnen de arrangementen moet aandacht zijn voor: mogelijkheden binnen vakken/complexiteit van de problematiek. Er zijn geen duidelijke grenzen, daarom is communicatie over verwachtingen van belang voor plaatsing. de locatie heeft geen specifieke kennis en/of deskundigen met een medische achtergrond de locatie is niet verantwoordelijke voor de verstrekking en inname van medicatie Voorzieningen: Zie Gebouw Gebouw: Er is nieuwbouw gepland, in de huidige situatie is het gebouw en de voorzieningen in het gebouw onvoldoende voor opvang van leerlingen die fysieke-en of medische ondersteuning nodig hebben. Samenwerking Via het swv 20.01 en in overleg met de GGD is men op zorgcoördinatoren niveau zich aan het oriënteren op een medicatie protocol, waarbij de nadruk ligt op verantwoordelijkheden.
4.3-WD Sociaal-emotioneel & gedragsondersteuning
Arrangement De locatie heeft een aanpak voor: a. Faalangstreductietraining b. omgaan met pesten c. puberproblematiek d. sociale vaardigheid/weerbaarheid e. Individuele begeleiding door de orthopedagoog en andere deskundigen Deskundigheid: a t/m e De locatie heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen. Aandacht en tijd: a t/m e. De school heeft medewerkers die de begeleiding coördineren en aanbieden. Zij zijn als ‘deskundigen in eigen huis’ aanspreekpunt. Voorzieningen: a t/m e Tijdens de leerlingenbesprekingen en oudergesprekken wordt geïnventariseerd of een leerling ondersteuning nodig lijkt te hebben op één of meer van de genoemde vlakken. Gebouw Groepsgewijze ondersteuning vindt plaats in een lokaal/ruimte op een vast moment. Individuele ondersteuning wordt verzorgd door de betreffende medewerker. Samenwerking De locatie participeert in diverse werkgroepen waarin expertise wordt uitgewisseld. Interne deskundigen maken gebruik van collegiale consultatie. 4.4-WD Ondersteuning in de thuissituatie Arrangement (overzicht) De locatie voorziet in: a. signaleren en bespreken van noodzaak bij ondersteuning in de thuissituatie b. Inzet maatschappelijk werk, schoolarts en schoolpsycholoog c stappenplan meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Deskundigheid a. De school heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen en ouders b. Hierin wordt voorzien door de ‘deskundigen van buiten’ die deel uitmaken het ZAT. c. getrainde medewerkers en interne vertrouwenspersonen. Aandacht en tijd a. Het behoort tot het takenpakket van de mentor, het MT en alle professionals, b. De hoeveelheid tijd die beschikbaar is voor begeleiding van de school en individuele leerlingen is beperkt. Veelal gekoppeld aan het 6-wekelijkse overleg van het ZAT. A t/m c afhankelijk van de problematiek wordt tijd gemaakt. Voorzieningen: Zie aandacht en tijd. Gebouw Gesprekken vinden plaats in de werkruimte van degene die de ondersteuning verzorgt. Samenwerking a en c De interne deskundigen heeft geregeld intervisie met hun collega’s. Er wordt gebruik gemaakt van collegiale consulatie. Mentoren, teamleiders en leerlingondersteuning hebben regelmatig intern overleg. b. Beschikbaarheid van ‘deskundigen van buiten’ via het ZAT maakt het mogelijk deze ondersteuning aan te bieden.
De locatie vmbo klas 3 en 4 van Schendelstraat heeft een aanpak voor: 4.1 vsch Leer- & ontwikkelingsondersteuning arrangement a. leerlingen die geïnteresseerd zijn in beroepsgerichte vakken b. begeleiding van leerproblematiek/leerstrategie c. opvang leerlingen van alle clusters d. Begeleiding bij motivatie en plannen e. Individuele begeleiding door deskundige medewerkers f. verstrekken van faciliteiten voor leerlingen met dyslexie binnen de wettelijke kaders. g. leerlingen met een lwo beschikking h. aanbod clusterscholen 2 en 3 om in symbiose vorm deel te nemen aan reguliere lessen Deskundigheid: a t/m g De school heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen. c er is onvoldoende deskundigheid voor de ondersteuning van leerlingen met de diagnose ODD. h locatie kan beroep doen op docenten cluster 2 en 3. Aandacht en tijd: a t/m g Voor de diverse ondersteuningsgebieden heeft de school medewerkers die de begeleiding coördineren en aanbieden. Zij zijn als ‘deskundigen in eigen huis’ aanspreekpunt. Voorzieningen: a t/m g tijdens de leerlingenbesprekingen en oudergesprekken wordt geïnventariseerd of een leerling ondersteuning nodig lijkt te hebben op één of meer van de genoemde vlakken. f: de locatie heeft een dyslexiecoach, deze coördineert de facilitering g: een deskundige geeft bijles op vrijwillige basis g: er zijn geen speciale lwo klassen, lwo leerlingen hebben een vaste mentor, er wordt gestreefd naar kleine klassen op BB niveau. Gebouw: a. arrangement valt onder de normale lessenstructuur, er zijn speciale vaklokalen. b. t/m e,g: Individuele ondersteuning wordt verzorgd door de betreffende medewerker in aan aparte ruimte. Samenwerking De locatie participeert in diverse werkgroepen waarin expertise wordt uitgewisseld 4.2-vsch Fysiek medische ondersteuning Arrangement de locatie heeft mogelijkheden voor: voor alle leerlingen met een motorische/lichamelijke beperking. Deskundigheid De school kan een beroep doen op externe deskundigen Aandacht en tijd: Er zijn grenzen aan het aantal leerlingen die per schooljaar opgevangen kunnen worden, dit is afhankelijk van de afspraken binnen de individuele arrangementen. Binnen de arrangementen moet aandacht zijn voor: mogelijkheden binnen vakken/complexiteit van de problematiek. Er zijn geen duidelijke grenzen, daarom is communicatie over verwachtingen van belang voor plaatsing. de locatie heeft geen specifieke kennis en/of deskundigen met een medische achtergrond de locatie is niet verantwoordelijke voor de verstrekking en inname van medicatie h symbiose leerlingen blijven ingeschreven bij de clusterschool van herkomst, onderwijs wordt geboden in overleg met de school van herkomst. Voorzieningen: De locatie heeft een lift en een aangepast toilet. Gebouw: Zie voorzieningen. Samenwerking Via het swv 20.01 en in overleg met de GGD is men op zorgcoördinatoren niveau zich aan het oriënteren op een medicatie protocol, waarbij de nadruk ligt op verantwoordelijkheden.
4.3-vsch Sociaal-emotioneel & gedragsondersteuning
Arrangement De locatie heeft een aanpak voor: a. omgaan met pesten b. puberproblematiek c. Individuele begeleiding door de orthopedagoog en andere deskundigen Deskundigheid: a t/m c De locatie heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen. Aandacht en tijd: a t/m c De school heeft medewerkers die de begeleiding coördineren en aanbieden. Zij zijn als ‘deskundigen in eigen huis’ aanspreekpunt. Leerlingen met meervoudige problematiek die door gebrek aan tijd moeilijk/niet te begeleiden zijn. Deze leerlingen worden geplaatst in een bovenschoolse voorziening extern. Voorzieningen: a t/m e Tijdens de leerlingenbesprekingen en oudergesprekken wordt geïnventariseerd of een leerling ondersteuning nodig lijkt te hebben op één of meer van de genoemde vlakken. Gebouw Groepsgewijze ondersteuning vindt plaats in een lokaal/ruimte op een vast moment. Individuele ondersteuning wordt verzorgd door de betreffende medewerker. Samenwerking De locatie participeert in diverse werkgroepen waarin expertise wordt uitgewisseld. Interne deskundigen maken gebruik van collegiale consultatie. 4.4 –vsch Ondersteuning in de thuissituatie Arrangement (overzicht) De locatie voorziet in: a. signaleren en bespreken van noodzaak bij ondersteuning in de thuissituatie b. Inzet maatschappelijk werk, schoolarts en schoolpsycholoog c stappenplan meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Deskundigheid a. De school heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen en ouders b. Hierin wordt voorzien door de ‘deskundigen van buiten’ die deel uitmaken het ZAT. c. getrainde medewerkers en interne vertrouwenspersonen. Aandacht en tijd a. Het behoort tot het takenpakket van de mentor, het MT en alle professionals, b. De hoeveelheid tijd die beschikbaar is voor begeleiding van de school en individuele leerlingen is beperkt. Veelal gekoppeld aan het 6-wekelijkse overleg van het ZAT. A t/m c afhankelijk van de problematiek wordt tijd gemaakt. Voorzieningen: Zie aandacht en tijd. Gebouw Gesprekken vinden plaats in de werkruimte van degene die de ondersteuning verzorgt. Samenwerking a en c De interne deskundigen heeft geregeld intervisie met hun collega’s. Er wordt gebruik gemaakt van collegiale consulatie. Mentoren, teamleiders en leerlingondersteuning hebben regelmatig intern overleg. b. Beschikbaarheid van ‘deskundigen van buiten’ via het ZAT maakt het mogelijk deze ondersteuning aan te bieden.
De locatie vmbo klas 3 en 4 van Iddekingeweg heeft een aanpak voor: 4.1 vidd Leer- & ontwikkelingsondersteuning arrangement a. leerlingen die geinteresseerd zijn in beroepsgerichte vakken b. leerlingen vmbo TL die voorbereid worden op een MBO of en HAVO vervolg. c. begeleiding van leerproblematiek/leerstrategie d. opvang leerlingen van alle clusters e. Begeleiding bij motivatie en plannen f. Individuele begeleiding door deskundige medewerkers g. verstrekken van faciliteiten voor leerlingen met dyslexie binnen de wettelijke kaders. h. leerlingen met een lwo beschikking i. aanbod clusterscholen 2 en 3 om in symbiose vorm deel te nemen aan reguliere lessen Deskundigheid: a t/m i De school heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen. d: er is onvoldoende deskundigheid voor de ondersteuning van leerlingen met ernstig oppositioneel gedrag. i: locatie kan beroep doen op docenten cluster 2 en 3. Aandacht en tijd: a t/m g Voor de diverse ondersteuningsgebieden heeft de school medewerkers die de begeleiding coördineren en aanbieden. Zij zijn als ‘deskundigen in eigen huis’ aanspreekpunt. Voorzieningen: a t/m i tijdens de leerlingenbesprekingen en oudergesprekken wordt geïnventariseerd of een leerling ondersteuning nodig lijkt te hebben op één of meer van de genoemde vlakken. c:de locatie maakt gebruik van een onderwijsassistent van cluster4. f: de locatie heeft een dyslexiecoach, deze coördineert de facilitering h: er zijn geen speciale lwo klassen, lwo leerlingen hebben een vaste mentor, er wordt gestreefd naar kleine klassen op BB niveau. Gebouw: a. arrangement valt onder de normale lessenstructuur, er zijn speciale vaklokalen. c.t/m f en h: Individuele ondersteuning wordt verzorgd door de betreffende medewerker in aan aparte ruimte. Samenwerking De locatie participeert in diverse werkgroepen waarin expertise wordt uitgewisseld 4.2-vidd Fysiek medische ondersteuning Arrangement de locatie heeft mogelijkheden voor: voor alle leerlingen met een motorische/lichamelijke beperking. Deskundigheid De school kan een beroep doen op externe deskundigen Aandacht en tijd: Er zijn grenzen aan het aantal leerlingen die per schooljaar opgevangen kunnen worden, dit is afhankelijk van de afspraken binnen de individuele arrangementen. Binnen de arrangementen moet aandacht zijn voor: mogelijkheden binnen vakken/complexiteit van de problematiek. Er zijn geen duidelijke grenzen, daarom is communicatie over verwachtingen van belang voor plaatsing. de locatie heeft geen specifieke kennis en/of deskundigen met een medische achtergrond de locatie is niet verantwoordelijke voor de verstrekking en inname van medicatie h symbiose leerlingen blijven ingeschreven bij de clusterschool van herkomst, onderwijs wordt geboden in overleg met de school van herkomst. Voorzieningen: De locatie heeft een lift.Gebouw: Zie voorzieningen. Samenwerking Via het swv 20.01 en in overleg met de GGD is men op zorgcoördinatoren niveau zich aan het oriënteren op een medicatie protocol, waarbij de nadruk ligt op verantwoordelijkheden. 4.3- vidd Sociaal-emotioneel & gedragsondersteuning
Arrangement De locatie heeft een aanpak voor: a. omgaan met pesten b. puberproblematiek c. Individuele begeleiding door de orthopedagoog en andere deskundigen d. sociale vaardigheden Deskundigheid: a t/m d De locatie heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen. Aandacht en tijd: a t/m d De school heeft medewerkers die de begeleiding coördineren en aanbieden. Zij zijn als ‘deskundigen in eigen huis’ aanspreekpunt. c: in jaar 3 is er klassikaal aandacht voor sociale vaardigheden binnen het lesrooster. Voorzieningen: a t/m d Tijdens de leerlingenbesprekingen en oudergesprekken wordt geïnventariseerd of een leerling ondersteuning nodig lijkt te hebben op één of meer van de genoemde vlakken. Gebouw Groepsgewijze ondersteuning vindt plaats in een lokaal/ruimte op een vast moment. Individuele ondersteuning wordt verzorgd door de betreffende medewerker. Samenwerking De locatie participeert in diverse werkgroepen waarin expertise wordt uitgewisseld. Interne deskundigen maken gebruik van collegiale consultatie. 4.4-vidd Ondersteuning in de thuissituatie Arrangement (overzicht) De locatie voorziet in: a. signaleren en bespreken van noodzaak bij ondersteuning in de thuissituatie b. Inzet maatschappelijk werk, schoolarts en schoolpsycholoog c stappenplan meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Deskundigheid a. De school heeft ruime ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen en ouders b. Hierin wordt voorzien door de ‘deskundigen van buiten’ die deel uitmaken het ZAT. c. getrainde medewerkers en interne vertrouwenspersonen. Aandacht en tijd a. Het behoort tot het takenpakket van de mentor, het MT en alle professionals, b. De hoeveelheid tijd die beschikbaar is voor begeleiding van de school en individuele leerlingen is beperkt. Veelal gekoppeld aan het 6-wekelijkse overleg van het ZAT. A t/m c afhankelijk van de problematiek wordt tijd gemaakt. Voorzieningen: Zie aandacht en tijd. Gebouw Gesprekken vinden plaats in de werkruimte van degene die de ondersteuning verzorgt. Samenwerking a en c De interne deskundigen heeft geregeld intervisie met hun collega’s. Er wordt gebruik gemaakt van collegiale consulatie. Mentoren, teamleiders en leerlingondersteuning hebben regelmatig intern overleg. b. Beschikbaarheid van ‘deskundigen van buiten’ via het ZAT maakt het mogelijk deze ondersteuning aan te bieden.
5 Randvoorwaarden De zorgstructuur binnen het Zernike College biedt aan de meeste leerlingen voldoende begeleiding en ondersteuning. Vanzelfsprekend zijn er ook grenzen aan de mogelijkheden die het Zernike College heeft om (aanvullende) begeleiding of ondersteuning te bieden. Uitgangspunt is dat er altijd individueel bekeken wordt of het Zernike College een goede onderwijsplek is voor de leerling. Van belang is daarbij dat er voor de leerling een reëel perspectief is op het behalen van een diploma op het didactische niveau dat bij de leerling past en gegeven de mogelijkheden die de school heeft om de leerling onderwijs en begeleiding te bieden. Dit kan betekenen dat een leerling niet toelaatbaar is of dat de schoolloopbaan niet op het Zernike College kan worden voortgezet. Er wordt dan zo gericht mogelijk verwezen naar een andere school. Daarbij zal de school zich inspannen voor een warme overdracht. 5.1Wanneer kan door het Zernike College geen adequaat ondersteuningsaanbod geboden worden? De mogelijkheden kunnen worden begrensd door onder meer: gheid en de belangstelling van docenten voor het bieden van aanvullende begeleiding is ruim voldoende aanwezig. Toch kan dit ontoereikend blijken. Met name voor leerlingen met multi-problematiek is het moeilijk het lesprogramma goed te blijven volgen, ook omdat deze leerlingen niet de juiste begeleiding geboden kan worden. Deze leerlingen kosten het team onevenredig veel tijd. om school. In het algemeen geldt dat wanneer er sprake is van agressief gedrag (acting out behavior) dit binnen de school niet te hanteren valt. Dit gedrag gaat meestal ten koste van de andere leerlingen en personeel. mogelijk gerealiseerd kan worden en de inspanningen die dit vergt van school-leerling-ouders. -school-leerling of met externe hulpverleners. Ouders hebben soms verwachtingen van de inspanning die de school kan leveren, maar deze worden niet door de school gedeeld. Ook externe hulpverleners stellen zich soms zo op. Men heeft soms onvoldoende door wat een reguliere VO-school kan aanbieden (bijv. wat betreft zelfstandigheid van de leerling, niveau en tempo van de lessen, klassengrootte)
de begeleidingsstructuur. Er kan voor veel problemen binnen school een oplossing gezocht worden, maar er is wel een beperkte capaciteit beschikbaar. - voor leerlingen die de school niet ( kunnen) bezoeken heeft de school geen structureel aanbod.
5.2 Meer specifiek: IQ: leerlingen met een te laag IQ kunnen niet worden toegelaten. De grens ligt bij de marge van de aanmelding voor praktijkonderwijs ( 70-75). Deze leerlingen worden beter bediend in de ondersteuning van hun leerwegen op scholen voor Praktijkonderwijs. Op de juniorlocatie Vondellaan kunnen onder bepaalde voorwaarden leerlingen met een PRO advies worden toegelaten. Een belangrijk criterium is de inschatting van het succes op de vmbo bovenbouw en de inschatting van sociale situaties. -leerlingen met een IQ score die in de categorie “hoogbegaafd” vallen, die onderpresteren en waar ondersteuning geen effect heeft vormen een groep die niet bediend kan worden.
Cluster 1 – blinden en slechtzienden Er is binnen de school in beperkte mate ervaring met leerlingen die slechtziend zijn. Er zijn geen speciale voorzieningen binnen de school voor leerlingen die blind of slechtziend zijn. Cluster 2 – doven en slechthorenden slechthorend zijn. Er zijn geen speciale voorzieningen binnen de school voor leerlingen die doof of slechthorend zijn.
Cluster 3 – motorische handicap
Er zijn niet op elke locatie mogelijkheden voor leerlingen die afhankelijk zijn van een lift of van aangepast toilet. Op de locaties waar deze faciliteiten wel aanwezig zijn, zal als meerdere leerlingen gebruik willen/moeten maken van deze faciliteiten steeds een afweging gemaakt worden of dit geen onoverkomelijke organisatorische gevolgen heeft. s een grote diversiteit aan motorische vaardigheden: van heel goed tot heel slecht (niet goed kunnen fietsen bijv). Met name tijdens de gymlessen kan op deze grote variatie in motorische vaardigheden niet adequaat ingespeeld worden, omdat het gymlokaal standaardafmetingen heeft en de groepen erg vol zijn. Cluster 3 – andere dan motorische handicaps Het Zernike College staat open voor elke leerling met een fysieke beperking mits de school geen verantwoordelijkheid hoeft te nemen voor het innemen van medicatie of andere medische handelingen. Leerlingen die in hun dagelijkse leven afhankelijk zijn van medicatie zullen zich dit zelf moeten kunnen toedienen of m.b.v een externe deskundige dit laten toedienen. Daar waar mogelijk in de organisatie kan de school hier ruimte voor aanbieden Cluster 3/ cluster 4 problematiek- thuiszittersproblematiek: Soms kunnen leerlingen de school niet bezoeken. Redenen hiervoor kunnen zeer divers zijn, te denken valt aan sociale,-sociaal-emotionele-, fysieke aspecten. Het Zernike College kan deze leerlingen alleen een lesprogramma bieden als zij daar in ondersteund wordt door derden. Er is geen budget om extra middelen aan te schaffen of personeel in te zetten.
Cluster 4 – gedragsproblemen ervaring in het lesgeven aan en begeleiden van leerlingen met een cluster 4 problematiek vanwege AD(H)D of ASS, dit moet soms m.b.v. externe PGB-coaches worden ondersteund. Er zijn leerlingen waarbij dit een voorwaarde voor plaatsing is. oeite hebben met plannen en structureren en/of het scheiden van hoofd- en bijzaken kunnen ondersteund worden met begeleiding in studievaardigheden. Een belangrijke succesfactor daarbij is dat de leerling daar zelf voor open staat en in staat is zich de benodigde vaardigheden eigen te maken. In de hogere leerjaren wordt steeds meer zelfstandigheid van de leerling verwacht in het werken met de stof, het plannen van het schoolwerk en samenwerken bij groepsopdrachten. Het kan voorkomen dat hierdoor meer van een leerling gevraagd wordt dan hij aankan, zelfs wanneer extra ondersteuning geboden kan worden vanuit leerlinggebonden financiering (een ‘rugzakje’). leerlingen vraagt onevenredig veel tijd van de docenten en veronderstelt deskundigheid die niet aanwezig is. Daarnaast kan door het gedrag de veiligheid van klasgenoten en personeelsleden in het gedrang komen. Algemeen: een clustering van leerlingen met specifieke gedragsproblemen kan in een klas/groep leiden tot situaties waar veel prikkels zijn. Dit is voor de klas/groep/docent een onaanvaardbare situatie die ten koste gaat van de leerprestaties en veiligheid. Het Zernike College zal zich inspannen om hier een oplossing voor te bedenken, echter soms zal dit individuele leerlingen treffen. 6 Ouders als pedagogische partners Met de keuze voor het Zernike College spreken ouders het vertrouwen uit in de kwaliteit van het onderwijs, de sfeer en de veiligheid van de school. Het Zernike College vindt daarom de actieve betrokkenheid van ouders bij school belangrijk. De school speelt een belangrijke rol in de groei naar volwassenheid van leerlingen. De sociale, emotionele en intellectuele ontwikkeling van kinderen in deze leeftijdsfase is cruciaal. De recente inzichten over het puberbrein zijn belangrijk voor de inrichting van het onderwijs. Ook de verschillen in leerprestaties tussen meisjes en jongens zijn belangrijk. We hebben geen pasklare antwoorden, maar we willen in de schoolplanperiode met ouders in gesprek over deze problematiek. Op elke locatie worden ouders actief betrokken bij de school door themaavonden, ouderraden en speciale ouderbulletins. Het Zernike College heeft met ouders van leerlingen met een persoonsgebonden budget goede afspraken gemaakt om deze budgetten effectief in te zetten ter ondersteuning van het leren van deze leerlingen. Ouders zullen actief betrokken worden bij het maken van het ondersteuningsprofiel van het Zernike College. Het Zernike College gaat, evenals de andere VO-scholen van O2G2, deel uitmaken van het samenwerkingsverband
20.01. Het SwV 20.01 krijgt een ondersteuningsplanraad. De GMR-VO van O2G2 streeft naar een adequate oudervertegenwoordiging in die ondersteuningsplanraad. 7 Conclusie en ambities Het Zernike College beschikt over goede teams met ruime vakkennis die plezier hebben in het overdragen van hun kennis aan de leerlingen. Het is wenselijk de bestaande opzet van de leerlingenbegeleiding – waarbij er per locatie een team ‘deskundigen’ is voor een specifiek onderdeel van de leerlingenbegeleiding - te kunnen handhaven. Er wordt in toenemende mate door leerlingen, ouders en docenten een beroep gedaan op de ‘deskundigen in eigen huis’. Het is dan ook de vraag hoe de school ook in de toekomst kan voorzien in deze behoefte aan ondersteuning Binnen het team is er behoefte om aan de slag te (kunnen) gaan met differentiatie in les/werkvormen en wordt het als wenselijk gezien te komen tot verbreding van de basiskennis in het handelingsgericht omgaan met gedragsproblemen. De teams werken graag vanuit mogelijkheden en kansen en is bereid ver te gaan, waardoor dit ook meteen een valkuil kan zijn. Er is behoefte aan duidelijkheid over de grenzen van het mentoraat en grenzen aan de zorg die door de school geboden kan/moet worden. Bijlage 1: kentallen huidige schooljaar en de schooljaren 2010-2011 , 2011-2012 Bijlage 2: basisondersteuning alle locaties. Bijlage 3: Het toezichtkader VO van de onderwijsinspectie