ZORGPLAN 2010-2014 Wellantcollege Westvliet
1
INHOUDSOPGAVE Inleiding
Wellantcollege Westvliet
Hoofdstuk 1:
niveau 1 basiszorg niveau 2 multidisciplinaire begeleiding in het Zorg Advies Team (ZAT) niveau 3 zorg in gemeenschappelijke voorzieningen
Hoofdstuk 2:
Team leerlingenzorg
Bijlagen:
TAP team leerlingenzorg Team leerlingenzorg in beeld Voorbeeld handelingsplannen Aanmeldingsformulier ZAT Aanmeldingsformulieren SMW Dyslexieprotocol Dyscalculieprotocol Zorgstructuur
2
Wellantcollege Westvliet op weg naar “Passend Onderwijs” “Het is niet belangrijk welk kind de school in gaat, maar welk mens de school verlaat.” Dit is de missie van het Wellantcollege, locatie Westvliet. Onze school vindt het belangrijk dat de leerlingenzorg begint bij de leerling en direct ten goede komt aan zijn/haar ontwikkeling. Deze leerlingenzorg is zoveel mogelijk geïntegreerd binnen het onderwijsleerproces. Voor ons onderwijs betekent het dat de: - leerlingenzorg direct wordt ingezet bij de groei- en leerlijnen van de individuele leerling - hulp gegeven wordt tijdens de lessen, zowel individueel als groepsgericht. Bovendien hebben alle leerlingen een mentor die voor hen de spil van de zorg is. Voor u ligt het zorgplan 2010-2014. Het is een zorgplan gericht op groei en ontwikkeling en wordt halverwege het schooljaar geëvalueerd en zonodig bijgesteld (denk bijvoorbeeld aan de invloed van de ontwikkelingen op het gebied van passend onderwijs). In dit zorgplan beschrijven we wat we verstaan onder het begrip basiszorg (zorgniveau 1) en de kenmerken van zorgniveau 2 en 3 (hoofdstuk 1). We beschrijven het zorgteam en de taken van de betrokkenen bij de zorgstructuur (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 worden de overlegmomenten binnen de zorg toegelicht. Ook is er een aantal bijlagen, waaronder de handelingsplannen en aanmeldformulieren. Wellantcollege, locatie Westvliet maakt sinds 1 augustus 2008 deel uit van het samenwerkingsverband Zuid-Holland west (swvzhw). De zorgcoördinator neemt deel aan het overleg van de groep zorgcoördinatoren werkveld Noord. In deze groep wordt geïnventariseerd welke zorg gegeven wordt in de scholen en hoe het zorgaanbod verbeterd of aangevuld moet worden. Ook bekijkt deze groep welke trajecten naar de externe zorg geoptimaliseerd kunnen worden. Bovendien krijgen wij informatie over alle veranderingen die plaatsvinden binnen het samenwerkingsverband (b.v. passend onderwijs), het aanbod van bureau jeugdzorg en diverse particuliere initiatieven die van belang zijn voor onze leerlingen. Wij hopen dat dit zorgplan u voldoende inzicht biedt in ons leerlingzorgsysteem.
3
Hoofdstuk 1 “Passend onderwijs” Basiszorg niveau 1 1.1.1 Iedere leerling met een hulpvraag, die zijn of haar leerproces belemmert, heeft een handelingsplan. Voor leerlingen met een LWOO - beschikking, zorgbudget of een rugzakje (LGF) is een handelingsplan verplicht (zie blz. 13 zorgstructuur) Wij maken hiervoor gebruik van standaardprotocollen voor de begeleiding van leerlingen met een specifieke hulpvraag op het gebied van bijvoorbeeld dyslexie of PDD-NOS. Vervolgens stemmen wij de handelingsplannen af op de hulpvraag van de individuele leerling. De leerling ontvangt de hulp zoals deze geformuleerd is in het handelingsplan, waarbij wij werken met de PDCAmethode (plan, do, check, act). Kenmerken basiszorg: -
-
-
-
-
Wij maken bij de start in de brugklassen gebruik van de gegevens in het leerlingdossier, ingevuld door de basisschool. Daarnaast maken wij gebruik van de resultaten op signaleringstoetsen die aan het begin van het schooljaar afgenomen worden bij alle leerlingen om de onderwijsbehoeften van leerlingen beter in kaart te kunnen brengen. Op basis van de startgegevens maakt de orthopedagoge in samenwerking met de zorgcoördinator een voorlopig handelingsplan voor alle leerlingen met een LWOObeschikking. Wij maken gebruik van het CITO VAS (volg- en adviessysteem). Op basis van de uitslagen evalueren wij de handelingsplannen en passen die zo nodig aan. Er wordt onderwijs gegeven vanuit het instructiemodel. (zie bijlage) Er is een pedagogische en didactische lijn in de school, die wordt gevolgd, bewaakt en geëvalueerd door de teamleider. Er is op verzoek van de docent de mogelijkheid tot een collegiaal consult met of begeleiding door de teamleider. De teamleider zorgt voor adequate begeleiding van beginnende docenten en klassenmanagers gedurende het eerste jaar dat zij voor de klas staan. Leerlingen krijgen gedurende het hele schooljaar begeleiding van een vaste mentor. Deze mentor geeft naast mentorbegeleiding ook les aan deze leerlingen. De mentor is centraal aanspreekpunt voor de leerlingen, hun ouders en bij de klas betrokken collega’s. Vakdocenten hebben een signalerende functie ten aanzien van het (sociaal) welbevinden en de didactische vooruitgang van leerlingen. De mentor volgt vorderingen en sociaal welbevinden van de leerlingen, waaronder ook absentie. De mentor voert bij signalen individuele gesprekken met leerlingen. Daarnaast administreert de mentor zijn bemoeienissen in de klassenmap/ traject planner. Tevens zorgt de mentor ervoor dat relevante informatie over leerlingen met speciale onderwijsbehoeften steeds wordt doorgegeven aan de vakdocenten van de klas. Andersom noteren de vakdocenten bijzonderheden in de trajectplanner wanneer zij hier mondeling contact over hebben gehad met de mentor. De mentor ondersteunt leerlingen in het well- en mentoruur waarin o.a. een per leerjaar van te voren vastgesteld programma wordt gegeven. Er vinden regelmatig leerling-besprekingen plaats tussen mentoren, docenten, klassenmanagers en het zorgteam over leerlingen met speciale onderwijs- en/of zorgbehoeften. De teamleider is voorzitter van dit overleg, zodat op breed niveau bekend is welke onderwijs- en zorgbehoeften er spelen binnen de school. De mentor is verantwoordelijk voor het inwinnen en aanleveren van de nodige informatie vanuit het docententeam. Dit betekent dat de mentor er tevens zorg voor draagt dat het formulier leerlingenzorg (zie bijlage) ingevuld wordt en dat de mentor contact opneemt met de ouders.
4
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
De mentor kan in dat overleg collega’s consulteren en om advies vragen over de begeleiding van mentorleerlingen. Vanuit dit overleg wordt besloten of er een aanmelding bij het ZAT moet plaatsvinden d.m.v. een onderwijshulpvraag. Voor mentoren zijn er regelmatig consulten mogelijk met een lid van het zorgteam, zoals bijv. de zorgcoördinator, orthopedagoog of (M)RT’er. Hierbij staat met name de sociaal- emotionele ontwikkeling/ het welbevinden van een leerling centraal en niet zozeer de cijfers. Er worden tijdens dit overleg ook afspraken gemaakt over het volgen van de leerling en de voortgang. Voor leerlingen en docenten is de schoolmaatschappelijk werker wekelijks enige tijd beschikbaar. Zorgleerlingen worden, na aanmelding via de zorgcoördinator, ontvangen voor kortdurende hulpverlening in de vorm van gesprekken. Docenten kunnen voor consultatie gebruik maken van de schoolmaatschappelijk werker (consult op afspraak). De schoolmaatschappelijk werker houdt zich vooral bezig met de sociaal- emotionele kanten in de ontwikkeling van een leerling, gericht op schoolproblemen. Aanmelding schoolmaatschappelijk werker zie bijlage. Wanneer er, op basis van de zorgbehoeften van de leerling zoals uitgedrukt in het handelingsplan, aanleiding toe is, wordt er extra ondersteuning geboden aan kleine groepen leerlingen. Wij gebruiken daarbij computerprogramma’s. Voor rugzakleerlingen maakt de orthopedagoge i.s.m. met de mentor en de ambulant begeleider een handelingsplan, dat bruikbaar is voor de vakdocenten in de reguliere lessen. Daarnaast wordt ook de rol van de mentor en de ambulant begeleider in het handelingsplan toegelicht. Het handelingsplan is richtinggevend voor het opstellen van het begeleidingsplan door de ambulant begeleider. Aanvragen voor een rugzak worden gedaan door de zorgcoördinator en de orthopedagoog. In overleg met de mentor worden de handelingsverlegenheid en onderwijsbehoeften geformuleerd. Ouders hebben een prominente rol bij het aanvragen van de rugzak en de procedures die hiermee samenhangen. Leerlingen die een rugzak hebben krijgen een coach, meestal de mentor, die regelmatig met de leerling bespreekt hoe het gaat, tussentijds informatie opvraagt van de docenten en die het handelingsplan evalueert met de ambulant begeleider. De coach onderhoudt ook contacten met de ouders. Afhankelijk van de onderwijsbehoeften van een leerling krijgt een coach hiervoor extra uren op jaarbasis. Deze uren worden in principe betaald uit de rugzakgelden. Van de contacten met de leerling en de besprekingen worden samenvattingen opgenomen in het individueel leerling-dossier. Wanneer leerlingen veel onrechtmatig verzuimen, begeleidt de teamleider de mentor in het opstellen van een plan van aanpak. De teamleider bespreekt dit met de leerling en zijn ouders na overleg met de mentor. Er zijn duidelijke afspraken en regels bij veelvuldig schoolverzuim en de gevolgen ervan. De teamleider onderhoudt de contacten met de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar is beschikbaar voor consultatie om preventieve hulpverlening te kunnen bieden bij vermoedens van onrechtmatig verzuim. Er zijn twee vertrouwenspersonen die leerlingen en docenten ondersteunen bij ongewenst gedrag van anderen zoals: seksuele intimidatie, discriminatie en pesten. Eén van beide vertrouwenspersoon is dagelijks te bereiken op school. De leerling of docent spreekt de vertrouwenspersoon aan, waarna zo snel mogelijk, liefst dezelfde dag nog, een afspraak wordt gemaakt. De vertrouwenspersoon biedt allereerst een luisterend oor. In tweede instantie kan een advies gegeven of doorverwezen worden. De vertrouwenspersoon heeft zwijgplicht, tenzij het belang van de leerling of de docent in het geding is. Het Wellant heeft een eigen protocol voor vertrouwenspersonen. Wanneer de aanpak in de basiszorg niveau 1 onvoldoende resultaten oplevert, wordt een leerling aangemeld op zorgniveau 2. De beslissing om aan te melden bij het volgende zorgniveau (ZAT) valt in de leerling-bespreking en/of het overleg tussen de mentor en de leden van het zorgteam. 5
De leden van het zorgteam zijn bereikbaar voor vragen en overleg met de mentor d.m.v. vastgestelde spreekuren. (roosterbijlage) 1.1.2 Begeleiding in de basiszorg (niveau 1) Docent/mentor/klassenmanager gebonden begeleiding: a. ondersteuning door de teamleider op pedagogisch en didactisch gebied b. collegiaal consult of begeleiding van docenten en klassenmanagers door de teamleider c. zorg voor begeleiding van beginnende docenten en klassenmanagers door de teamleider d. rapportvergaderingen e. inloopspreekuur of consultafspraak met de orthopedagoog en/of school maatschappelijk werker f. advisering en begeleiding van de docent in de vorm van consultatie of coaching door een lid van het zorgteam g. leerling-bespreking met het team van lesgevende docenten h. informatie over speciale onderwijsbehoeften voor (groepen) docenten tijdens een leerling-bespreking, waarbij eventueel extra expertise kan worden uitgenodigd (b.v. leden van het ZAT) i. preventieve ambulante begeleiding (PAB) voor leerlingen die naar verwachting aanspraak kunnen maken op een clusterindicatie j. leerlingen die vanuit het speciaal onderwijs doorstromen naar het Wellant College met ondersteuning door terugplaatsende ambulante begeleiding (TAB). Leerlinggebonden begeleiding: a. mentoruur waarin onder meer aandacht is voor studievaardigheden, agenda en leefstijl. b. Welluur waarin aandacht is voor o.a. leer- en huiswerkachterstand en studievaardigheden c. mentorbegeleiding voor individuele leerlingen d. gesprekken met de vertrouwenspersoon / school maatschappelijk werker e. (preventieve / terugplaatsende) ambulante begeleiding f. informatieavonden g. werkwijze voor: inzet rugzakgelden in de vorm van b.v. een persoonlijke coach, werken met maatjes, aanschaf onderwijsleermiddelen, mogelijkheid tot individuele begeleiding h. handelingsplannen voor individuele leerlingen, die uitvoerbaar zijn voor vakdocenten tijdens de reguliere lessen. Leden van het leerlingzorgteam met zo nodig hulp van de orthopedagoog en mentor stellen deze handelingsplannen op. i. aanvullend handelingsgericht onderzoek door lid van het team leerlingzorg en/of orthopedagoog j. extra ondersteuning geboden met behulp van het computerprogramma Muiswerk: rekenen en taal k. absentiebeleid gecoördineerd door de teamleider Begeleiding van ouders en leerling: a. informatie- / ouderavonden b. contactavonden naar aanleiding van de rapporten c. individuele gesprekken met de mentor
6
1.1.3 Dossiervorming basiszorg niveau 1: -
-
-
Van alle leerlingen is er een papieren dossier waarin alle verslagen van de basisschool, onderwijskundig rapport, CITO resultaten, dyslexie- en andere stoornisverklaringen, rugzakaanvragen, handelingsplannen en alle relevante gegevens uit leerling-bespreking, oudergesprek e.d. gedurende vijf jaar bewaard worden door de administratie In de mentormap/ klassenmap is bij de start van het schooljaar per leerling een korte samenvatting van het leerlingdossier opgenomen met eventuele bijzonderheden. (zie bijlage) Mentoren maken persoonlijke aantekeningen per leerling in de mentormap o.a. van de telefonische contacten met ouders en de individuele gesprekken met leerlingen De administratie slaat de CFI-beschikking van leerlingen met een rugzak op in het dossier. Daarnaast voegt de zorgcoördinator het handelingsplan en het begeleidingsplan van deze leerlingen in het dossier. De mentor / coach houdt het logboek (in de traject planner) van de desbetreffende leerling bij en krijgt via de trajectplanner input van het docententeam.
1.1.4 Overlegvormen basiszorg Leerling-bespreking: a. drie maal per schooljaar staat er een leerling-bespreking op de jaarplanner van ieder leerjaar (behalve leerjaar 4) b. de mentor brengt zijn of haar (zorg-) leerlingen in c. de teamleider is technisch voorzitter van de leerling-bespreking e. de teamleden van de leerling-zorg zijn aanwezig f. handelingsplannen worden hier besproken g. handelingsverlegenheid wordt hier aangegeven h. verwijzing naar het ZAT gebeurt in deze bespreking (niveau 2). Consultatie a. iedere week is de mogelijkheid tot consultatie van de orthopedagoog, de school maatschappelijk werker en leden van het team leerling-zorg. b. alle deskundigen geven aan het begin van het schooljaar aan op welke uren ze geconsulteerd kunnen worden. (zie roosterbijlage)
7
Leerling-zorg niveau 2 1.2.1. Multidisciplinaire begeleiding in het Zorg Advies Team (ZAT) Er vinden zes keer per jaar besprekingen plaats in een multidisciplinair team: het ZAT. Het ZAT bestaat uit: de zorgcoördinator, de jeugdarts of jeugdverpleegkundige van de GG en GD, de schoolmaatschappelijk werker, leerplichtambtenaren van de regio (Den Haag, Pijnacker-Nootdorp, Voorburg-Leidschendam, Rijswijk, Zoetermeer), de jeugdregisseur, de secretaris van het ZAT en de mentor die de leerling inbrengt. Kenmerken zorgniveau 2: - Er vinden regelmatig leerling-besprekingen plaats onder leiding van een teamleider. Leerlingen waarbij de onderwijs- en zorgbehoeften onvoldoende helder zijn, of waarbij duidelijk sprake is van handelingsverlegenheid worden doorverwezen naar zorgniveau 2: het ZAT. De zorgcoördinator meldt de leerling aan in samenwerking met mentor en ouders en waar mogelijk met de leerling. - De beslissing om aan te melden bij het ZAT valt in de leerling-bespreking of in het consultoverleg met de zorgcoördinator of orthopedagoog. - De zorgcoördinator en de mentor formuleren, in overleg met de ouders en indien mogelijk met de leerling, de hulpvraag in op het aanmeldingsformulier (zie bijlage) voor bespreking in het ZAT. - Het aanmeldingsformulier voor de ZAT-aanmelding wordt getekend door de ouders en bewaard in het leerling-dossier. - De secretaris van het ZAT is, voorafgaand aan de ZAT-besprekingen, op de hoogte van de inhoud van het aanmeldingsformulier, zorgt ervoor dat deze leerlingen op de agenda komen te staan en verspreidt de agenda onder de ZAT-leden. - De zorgcoördinator en de mentor lichten tijdens de bespreking de aanmelding toe. De zorgcoördinator is dan ook steeds op de hoogte van de laatste stand van zaken door voor de vergadering informatie te verzamelen over de betreffende leerling. Zowel tussentijds als voorafgaand aan een ZAT overleg kan de zorgcoördinator schriftelijke informatie inwinnen bij docenten van wie de leerling les heeft. - Het ZAT adviseert, onderzoekt en begeleidt leerlingen, hun ouders en docenten. - Het ZAT benoemt een casemanager (is een lid van het ZAT) voor de te bespreken leerling. - Het ZAT kan leerlingen en ouders doorverwijzen naar instellingen uit de gemeenschappelijke voorzieningen (zie zorgniveau 3) - De secretaris van het ZAT maakt op naam van de leerling notulen van de besprekingen die worden toegevoegd aan het individueel leerling-dossier. De uitkomsten van de bespreking koppelt de zorgcoördinator terug naar de mentor. De mentor informeert vervolgens de docenten voor zover relevant voor de onderwijsleersituatie. - De mentor en/of zorgcoördinator brengt ouders en leerling zo snel mogelijk op de hoogte van het advies van het ZAT.
1.2.2. Dossiervorming zorgniveau 2 ¹ : -
-
Een leerling, die in het ZAT besproken wordt, heeft altijd een individueel digitaal dossier. De secretaris van het ZAT maakt, in samenwerking met de zorgcoördinator, een dergelijk dossier op bij aanmelding bij het ZAT. Dit wordt vervolgens opgeslagen op de accounts van de secretaris en de zorgcoördinator en uitgeprint uitgereikt aan de ZAT-leden voorafgaand aan een bespreking. In het digitale dossier bevat de reden van aanmelding, relevante gegevens uit leerling-bespreking en klassenstaat en de notulen van de besprekingen van deze leerling in het ZAT. In het papieren leerling-dossier worden het aanmelding- toestemmingsformulier voor de bespreking in het ZAT opgeslagen.
¹dossiervorming geschiedt met het “ZAT-VO”, het digitale programma van “Onderwijs Transparant”
8
1.2.3 Taken van het Zorgadviesteam (ZAT): Algemene taken zijn a. Het verbeteren van de signaleringsfunctie. b. Het ondersteunen van de schoolloopbaan van risicoleerlingen door middel van samenwerking tussen onderwijs en externe organisaties. Hierdoor wordt hulp toegankelijk gemaakt op de grens van de school en de buitenschoolse voorzieningen. c. Het betrekken van de directe omgeving van het kind bij de adviezen van het ZAT. d. Het zoveel mogelijk bieden van passend onderwijs afgestemd op de onderwijsbehoeften door het tijdig inschakelen van het instroomloket van het samenwerkingsverband Zuid-Holland West (swvzhw). e. Het verminderen van de toestroom naar speciaal onderwijs door versterking van de leerlingbegeleiding op scholen en vergroting van de effectiviteit. Specifieke taken zijn: a. Advisering ten aanzien van het handelen van docenten, klassenmanagers en mentoren, zo nodig in de vorm van een onderwijsarrangement. b. Doorverwijzing naar externe hulpverlening. c. Doorverwijzing naar andere vormen van onderwijs. d. Doorverwijzing naar het instroomloket. e. Advisering omtrent het aanvragen van leerling-gebonden financiering. f. Aanvragen van ondersteuning vanuit de permanente commissie leerlingenzorg (PCL). 1.2.4 Begeleiding in zorgniveau 2 De begeleiding van de docent, mentor en klassenmanager is georganiseerd op niveau 1 van basiszorg. In zorgniveau 2 kan tevens een externe deskundige worden ingeschakeld. Tevens geldt voor de begeleiding van de leerling op zorgniveau 2 dat externe hulpverlening kan worden ingeschakeld, zoals bijvoorbeeld jeugdarts, leerplicht en jeugdzorg. Wanneer nodig worden ouders verwezen naar zorg in gemeenschappelijke voorzieningen.
1.3.1 Zorgniveau 3 Zorg in gemeenschappelijke voorzieningen De kern van zorg in gemeenschappelijke voorzieningen is dat de adviezen, die gegeven worden op zorgniveau 2, hier worden uitgevoerd. Er wordt begeleiding geboden aan kinderen, ouders en/ of leerkrachten door gespecialiseerde voorzieningen en /of jeugdzorginstellingen. De begeleiding kan bestaan uit: ondersteuning, onderzoek, behandeling, consultatie of crisishulp. Vanzelfsprekend is uitgebreide bespreking van de adviezen met de ouders een vereiste. Betrokkenen: leerlingen, ouders, zorgcoördinator, onderwijsinstellingen en jeugdhulpverlening- en jeugdgezondheidszorginstellingen. Speciale zorg in onderwijs en/ of jeugdhulpverlening Speciale zorg wordt geboden buiten de school en kan bestaan uit onderwijs en/ of uit speciale begeleiding in jeugdhulpverleningsinstellingen. Speciale zorg is geïndiceerd en wordt toegewezen door indicatiecommissies: Commissie Voor Indicatiestelling (LGF/rugzak), PCL ,bovenschoolse zorgvoorzieningen van het swvzhw d.m.v. verwijzing via het instroomloket.
9
Uitstroom naar LWT of MBO voorziening DECAAN (studieadviseur) De taak van de schooldecaan is het adviseren van leerlingen en hun ouders bij het kiezen van een onderwijssoort, vakkenpakket,profiel,sector vervolgopleiding of beroep. De decaan beschikt daartoe over een groot aantal hulpmiddelen in de vorm van voorlichtingsbrochures van MBO- scholen en particuliere opleidingen. Hij of zij kan tevens adviseren over studiefinanciering . Ook digitale middelen staan de decaan en de leerlingen ten dienste, bijvoorbeeld in de vorm van een beroepsinteressetest. De decaan verzorgt in overleg met klassenmentoren voorlichtingslessen en ouderavonden en spreekt met de individuele leerlingen op belangrijke keuzemomenten. De decaan houdt ouders en leerlingen op de hoogte van opendagen, oriëntatiedagen , proefstudiemiddagen en voorlichtingsbijeenkomsten van vervolgopleidingen. Via het decanaat worden regelmatig tijdschriften verspreid onder de leerlingen. Ook kunnen mentoren een beroep doen op de decaan om samen met de leerling en of ouders een motivatiegesprek te houden. Tijdens deze gesprekken neemt de decaan de leerling mee op “reis” door studieland en de wereld van beroepen.
10
Hoofdstuk 2 2.1.1 Kerntaken
Het team leerlingenzorg
De leden van het team leerlingenzorg kunnen geconsulteerd worden door alle betrokken bij de basiszorg. Kerntaken: Aanname Zorgleerlingen Signaleren didactische achterstanden (observatie op aanvraag) Signaleren gedragsproblematiek (observatie op aanvraag) Signaleren motorische problemen (observatie op aanvraag) Coaching mentoren/docenten en klassenmanagers Hulp bij opstellen, uitvoeren en evalueren van handelingsplannen LVS Cito volgsysteem leerjaar 1 (0 en 1 meting) leerjaar 2 (advies) en leerjaar 3 Dyslexie-onderzoek Dyscalculie-onderzoek Leerlingmentoraat Toppertraining en examenvreestraining ZAT Hulp bij verwijzing naar bovenschoolse voorzieningen Hulp bij verwijzing naar andere VO scholen Doorstroming MBO Hulp bij beroepenkeuze Cluster 2,3,en 4 (rugzakjes) Contact SWVZHW Secretariaat BoVo en ZAT
2.2.1 Leden van het team leerlingenzorg: Zorgcoördinator Orthopedagoog School-maatschappelijk werker Decaan Vertrouwenspersonen Dyslexiedeskundigen Dyscalculiedeskundige MRT deskundige Trainers voor toppertraining en examenvreestraining Secretaris BoVo en ZAT
11
12
13