Oktober 2007
ZorgMagazine Een magazine voor en door zorg- en welzijnsmedewerkers in Twente en de Achterhoek
Verleden, heden en toekomst binnen zorg en welzijn Ontwikkelingen binnen de zorg- en welzijnsinstellingen
WGV
Het ZorgMagazine is gemaakt in samenwerking met de volgende organisaties:
Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek
Het Roessingh centrum
voor
revalidatie
Voor het complete overzicht van de leden van de Werkgeversvereniging, kijk op www.wgvoost.nl.
Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek
ZorgSelect: Hét transferpunt in de zorgsector! Om de mobiliteit onder medewerkers te stimuleren en vacatures sneller te kunnen vervullen is ZorgSelect opgericht. ZorgSelect is onderdeel van Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost-Achterhoek.
ZorgSelect
Inhoud Met inzendingen van de medewerkers:
Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek
6 Liefdewerk? 7 Ode aan de thuiszorgmedewerker
ZorgSelect heeft al geruime tijd ervaring op het gebied van personeelswerving en loopbaanbegeleiding. ZorgSelect brengt werkzoekenden en vacatures bij elkaar en functioneert als regionaal mobiliteitcentrum. Het meest bezochte onderdeel op www.zorgselect.nl is het actuele vacatureoverzicht in de zorg. Er komen dagelijks nieuwe vacatures bij.
De consulenten van ZorgSelect functioneren als vraagbaak AVR Plein op het gebied van arbeidsmarkt en scholing in de zorg. Wil je een van hen persoonlijk spreken, bel dan 074-255 66 55. Mailen mag ook:
[email protected]. Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek
ZorgSelect biedt daarnaast: de CV Bank; testen, om jouw werk- en denkniveau, persoonlijke competenties en drijfveren in beeld te brengen; re-integratie; in-placement en gastlessen.
7 Mijn anekdote
Geachte lezer, 12 Ik en mijn moeder: de cirkel is rond 15 Littekens van de zorg 15 Gesprekje tussen bewoners op mijn somatische verpleegafdeling 18 Variatie of herrie in de keuken 23 Memoires van een vakantiewerker
Kijk voor meer informatie op www. zorgselect.nl.
24 Gouden herinnering 28 Een dagje uit 32 Forever Young 36 Reis door de ontwikkeling van thuiszorg 37 Vakantiefoto 37 Het was april 1975
41 Zeilen op de wind van vandaag 43 Stil verdriet 43 De brief in het nachtkastje
=e[Zl[hp[a[hZ X_`7lhe7Y^c[W
44 De toekomst van de zorgsector 45 De onvoorstelbare liefde 47 Buurstede 48 Verleden, heden en toekomst 58 Verleden
In oktober vorig jaar verscheen de ‘Goed Nieuwskrant’. Een krant gevuld met ‘goed nieuws’ en berichten over allerlei ontwikkelingen in de sector waarop men met recht trots was. Het accent lag toen eens niet op de knelpunten, op de verbeteringen die op allerlei terreinen nodig zijn, maar op hetgeen bereikt is. De krant werd verspreid onder medewerkers van de organisaties die zijn aangesloten bij de Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/ Oost-Achterhoek, de organisatie waarin de instellingen in deze regio samenwerken op het terrein van de personeelsvoorziening. Ook onder studenten werd de krant verspreid. Meer dan 40.000 inwoners van Twente werken in de sector zorg en welzijn. In de Achterhoek zijn dat er meer dan 20.000. Al met al werkt één op de 5 tot 6 inwoners van de regio in zorg of welzijn. Wat drijft hen? Met welke verhalen komen zij thuis? Waarom hebben zij voor de sector gekozen? Die vraag hebben we breed uitgezet bij de instellingen die bij de vereniging zijn aangesloten. Het heeft behoorlijk wat reacties opgeleverd. Die reacties zijn door ons gebundeld in een uitgave, geen Goed Nieuwskrant, maar een ZorgMagazine. De vormgeving en inhoud zijn anders. De intentie is dezelfde. We proberen te laten zien dat werken in de zorg, niet alleen werken met mensen is, maar ook interesse in mensen vraagt. Het Magazine is gedrukt in een oplage van 60.000 exemplaren en wordt gratis verspreid onder medewerkers van de zorg en welzijnsinstellingen en onder studenten van zorg en welzijnsopleidingen in de regio. De kosten worden gedragen uit de opbrengst van de advertenties die in het ZorgMagazine zijn opgenomen. Een woord van dank gaat dus uit naar de adverteerders. Een bijzonder woord van dank gaat echter ook uit naar degenen die actief aan de totstandkoming van het Magazine hebben bijgedragen, hun gedachten op papier hebben gezet en bij de redactie hebben ingeleverd. Drijvende kracht achter dit Magazine was Liselotte Tap, medewerker communicatie van de Werkgeversvereniging. Het resultaat mag er zijn. Ik wens u veel leesplezier en hopelijk ook de nodige herkenning….
Gerard Nederpelt, Directeur WGV Zorgsector Twente/Oost-Achterhoek
mmm$Wl[heWY^c[W$db 16151033 adv. avero.indd 1
28-09-2007 15:17:05
Liefdewerk?
Ode aan de thuiszorg medewerkers door mevrouw A. Haverkamp (aangeleverd door Hans Mollema, zorgmanager bij Thuiszorg Noord West Twente, Vriezenveen)
Ik werk zelf nu 34 jaar in Verpleeghuis St. Elisabeth in Delden en heb al heel wat veranderingen voorbij zien komen. Die inspireerden me tot bijgaande tekening. door Irene Rouweler-Kingma, Verpleeghuis St. Elisabeth
Op 16 december 2006 werd er voor ons, cliënten, een uitje bedacht. Wij zouden naar Intratuin worden gehaald en weer thuis gebracht. In onze dagelijkse sleur, want dat is het toch vaak, een goed idee. De meesten van ons gingen dan ook mee.
Er was een zitje geregeld, zodat iedereen kon zitten. Om later met de vrijwilligers op pad te gaan. Mooie versieringen, voor elk wat wils. Men hoefde ook niet in de rij te staan.
En dan in de warmte, op een andere plaats. Kon men ook zitten en werd er thee en koffie gehaald. En dat alles werd geregeld door onze thuiszorg medewerkers. En werd er krenteweggen of appelbeignets betaald.
De overwegend vrouwelijke hulpen en slechts één heer regelde nog iets gezelligs, het werd snert deze keer. In positieve zin, dat wel. Zij reden ons naar de Weemelanden. Daar aangekomen was er een ‘echtpaar’ in de weer.
Althans dat dacht ik, dat bleek later niet te kloppen. Het was de manager van het stel. Maar samenwerken, geweldig, het liep dan ook op rolletjes. Niets was te veel, zij redden het wel.
Dan nog iedereen naar huis brengen, wat een zorgen. En dan lekker slapen en gezond weer op. Om 7 uur ’s morgens weer van de partij. Voor dat soort mensen gaat bij mij de vlag in top!
Mijn anekdote door Jos Elferink, Transferverpleegkundige, Transferpunt 5639, Ziekenhuis Groep Twente
Het zal in 1977 geweest zijn dat ik als leerling verpleegkundige stage liep op de kinderafdeling van het St. Gerardus Majella Ziekenhuis. Er was een kindje (Jantje, wie anders?) opgenomen met een cheiloschisis (hazelip).
Als het kereltje voeding kreeg met gebruikmaking van een normale speen, dan verslikte hij zich enorm, waarbij de voeding ook terugkwam. Betsie Geerts, het toenmalige afdelingshoofd, vroeg mij of ik niet een winkel wist waar men een zogenaamde lammerspeen kon krij6
Zorgmagazine
gen. Dit is een extra lange speen waar lammeren mee worden gevoerd. Aldus spoedde ik me naar de dichtstbijzijnde boerenbond.
wet’n dat het kalf dan wel wil zoep’n”, zei de beste man. Ik heb hem vriendelijk bedankt en gezegd dat ik er nog over na zou denken.
Met in het achterhoofd het beroepsgeheim, vertelde ik de gedienstige eigenaar niet waarvoor ik een extra lange speen nodig had. Op een gegeven ogenblik overhandigde hij mij een exemplaar met aan de achterkant van de speen een slang: “Ie mut de slang in een emmer met melk hang’n en de spun bie ut kalf in de bek drukk’n , zeker
U begrijpt dat we er op de afdeling nog vaak over hebben gehad. Telkens als ik Betsie tegenkom vraagt ze me nog hoe het met het kalf is? En Jantje, ja die kreeg alsnog een speciale speen langs de reguliere weg; via de afdeling inkoop.
Zorgmagazine
7
In Eibergen huist een onderdeel van het activiteitencentrum sinds 2003 in een gerestaureerde boerderij, Het Reimelink. Deze staat in het centrum van het dorp op een prachtige locatie aan de Nieuwstraat en is een rijksmonument. De boerderij is in 2001 aangekocht door woningbouwvereniging Woonklavier, nadat het pand door jarenlange leegstand in verval was geraakt. Dit was veel ‘Eibergenaren’ een doorn in het oog, er werd dan ook enthousiast gereageerd op de plannen tot renovatie en verbouw. door Estinea
Verleden, heden en toekomst binnen dagbesteding Estinea
Openingstijden koffie- en theeschenkerij ‘Het Reimelink’ en cadeauwinkel TopArt: dinsdag tot en met vrijdag geopend van 10.00 tot 16.00 uur en zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur.
Deze plannen waren in samenspraak met Estinea ontwikkeld, doel was om er voor circa 15 tot 20 clienten per dag een goede werkplek te creëren. Hiervoor werden in de plannen zoveel mogelijk oorspronkelijke details van de boerderij behouden. Maar waar nodig zijn aanpassingen gedaan om het gebouw multifunctioneel te maken.
Adres: Nieuwstraat 33, 7151 CD Eibergen, telefoonnummer: 0545-479 869.
“Het bruist van de activiteiten” Zo werd er een nieuwe werkruimte gecreëerd in een aanbouw. Dit is het Atelier, hier worden o.a. schilder-, teken-, textielactiviteiten gedaan. Deze oogt van buiten en binnen authentiek, maar is het niet. Tijdens de restauratie is een tussenmuur geplaatst waardoor er ruimte kwam voor een trap en een lift naar de zolderverdieping. Hierdoor is op ‘de deel’ een winkelruimte ontstaan voor TopArt, waar cadeauartikelen en kinderspeelgoed verkocht worden. Veel van de artikelen zijn gemaakt door cliënten van Estinea, een deel komt van andere dagactiviteitencentra, een ander deel wordt via de groothandel ingekocht. Het ‘winkelpersoneel’ pakt de cadeau’s in met oog voor detail.
8
Zorgmagazine
Daarnaast kunnen in de winkel schilderijen, gemaakt door de ‘kunstenaar’ van het Atelier, bekeken en geleend worden. Na het winkelen is het goed toeven in de voormalige woonkeuken en endkamer, de ‘kelners’ voorzien de bezoekers graag van een kop koffie of thee met iets lekkers erbij.
Het mag duidelijk zijn: het bruist van de activiteiten aan de Nieuwstraat, binnen het Reimelink zijn veel verschillende werkplekken voor cliënten van alle niveaus met voor iedereen de juiste uitdaging. Niet alleen voor de cliënten, maar zeker ook voor de begeleiders is er veel veranderd met de start van dit project. Van een basiscluster Atelier met textiel en grafische activiteiten werden we van activiteitenbegeleider steeds meer ondernemer. Dit vraagt een andere manier van denken en werken.
“Meer en meer ondernemers met een zorgtaak” Vanuit zorgen voor de cliënten, wordt er nu steeds meer samen met de cliënten geprobeerd een winkel, schenkerij en kunstuitleen te runnen. We zijn dus
meer en meer ondernemers met een zorgtaak geworden, maar vooral staan we samen met de cliënten midden in de maatschappij met al zijn uitdagingen! Daarom zijn we aangesloten bij de Eibergse Ondernemers Vereniging, doen we mee met themamarkten, staan vermeld in diverse folders van de VVV, adverteren regelmatig in huis-aan-huis bladen én bieden voor kunstenaars uit de regio een expositieruimte.
Bij al deze activiteiten en werkzaamheden zijn veel vrijwilligers betrokken, zij zijn voor ons essentieel, in het runnen van de winkel, extra individuele activiteiten met cliënten en voor het opbouwen van een sociaal netwerk in het dorp en de regio voor de cliënten.
De toekomst ligt open: we willen graag een goedlopende winkel, met schenkerij zijn en een bloeiend klantenbestand voor de kunstuitleen opbouwen. Maar bovenal: goede zorg en dagbesteding blijven bieden aan onze cliënten! Al met al is het dus zeker een aanrader om na een wandeling of fietstocht te genieten van een welverdiende pauze op ‘Het Reimelink’ en daarbij tevens een bezoekje te brengen aan onze cadeauwinkel Top Art!
Zorgmagazine
9
Twente heeft met ingang van 1 juni 2007 een eigen afasiecentrum. Niet op één centrale plek, maar vanuit vijf verschillende activiteitencentra krijgen cliënten met afasie deskundige begeleiding. Door middel van kringgesprekken en met behulp van taaloefeningen en taalspelen proberen de cliënten meer grip te krijgen op de taal en daarmee communicatie. Marijke Beumer heeft ruim acht jaar geleden een CVA gehad en heeft als gevolg hiervan anderhalf jaar niet kunnen praten en lezen. “Geschreven letters waren voor mij allemaal vreemde tekens en de woorden die ik in mijn hoofd had, kwamen niet meer uit mijn mond.” door InteraktContour
Deelneemster afasiecentrum Marijke Beumer (3e van rechts) met rechts van haar activiteitenbegeleider Hendrika ter Haar
Afasie: als woorden je hebben verlaten Marijke is één van de deelnemers die op de locatie van Activiteiten- en dienstencentrum Spoordijk aan de afasieactiviteit deelneemt. Haar begeleider vanuit InteraktContour is Hendrika ter Haar, vanuit revalidatiecentrum Het Roessingh ondersteunt Sietske Nijboer (logopediste) de groep. Hendrika: “Het afasiecentrum is dit jaar officieel geopend, maar hiervoor had afasie al op het centrum de nodige aandacht. Niet als specialistische tak, maar wel als onderdeel van de activiteiten”.
Marijke, zelf deelneemster van Spoordijk van het eerste uur, is blij met de komst van het afasiecentrum. “Het is erg prettig om contact te hebben met lotgenoten. Vroeger werd ik altijd erg boos als ik niet uit mijn woorden kon komen, of dat er een compleet verkeerde zin uit mijn mond ontsnapte. Nu heb ik de mogelijkheid om mijn ervaring en beleving te delen met mededeelnemers aan deze activiteit. We ondersteunen elkaar en stimuleren elkaar. Soms kunnen we ook lachen om de versprekingen die we maken.”
“Contact lotgenoten’ Hendrika legt uit hoe de werkwijze is in het afasiecentrum: “Bij de intake be10
Zorgmagazine
palen Sietske Nijboer en de desbetreffende deelnemer de doelstelling: wat wil hij of zij bereiken. Het uitgangspunt is de hulpvraag van de deelnemer.
“Uitgangspunt is de hulpvraag” Zo’n doel kan heel praktisch van aard zijn: iemand wil bijvoorbeeld weer leren om met geld om te gaan, of meer op het gebied van het behouden van de bestaande schrijfvaardigheden. Tijdens de bijeenkomsten wordt per cliënt rekening gehouden met de gestelde doelen en worden de activiteiten hierop aangepast”. Marijke vindt dit een goede manier van werken: “Wij stimuleren elkaar enorm tijdens de bijeenkomsten en zien langzamerhand vooruitgang”. Hendrika heeft destijds besloten om naast haar werk als activiteitenbegeleider binnen het activiteitencentrum, ook de afasiegroep te begeleiden. “Uiteraard werd er eerst de nodige theorie en deskundigheid d.m.v. cursussen en bijeenkomsten gevolg, dit samen met de andere begeleiders van de andere afasiegroepen. Ook werd er een interne deskundigheidsbevordering gegeven door logopedisten van Het Roessingh.
Het werken met deze groep is erg bijzonder: de vorm en mate van afasie zijn erg verschillend. Iedere keer is het weer een uitdaging om met deze cliënten te werken en ook daadwerkelijk iets voor hun te betekenen. Het is een uitdaging om mensen met afasie te ondersteunen en te begeleiden in het vinden van de mogelijkheden die er zijn op het gebied van communicatie. En het is echt niet zo dat er van week tot week vooruitgang is; het zijn soms heel subtiele veranderingen die pas op langere termijn zichtbaar zijn. Maar soms zijn de verbeteringen zeer goed merkbaar.
“Mooi werk” Neem nu Marijke: zij heeft anderhalf jaar niets gezegd, niet gepraat. Ze was boos en enorm verdrietig om het feit dat ze niet meer kon praten, niet met woorden kenbaar kon maken wat ze bedoelde. Maar bij de opening van het afasiecentrum heeft zij ten overstaande van alle aanwezigen haar verhaal kunnen vertellen. Het geeft je zo’n goed gevoel dat er nog legio mogelijkheden zijn om te communiceren en dit dan ook aan te bieden. Om vervolgens te zien dat er dan ook vooruitgang wordt geboekt; dat maakt dat dit werk echt mooi werk is.” Zorgmagazine
11
Even voorstellen: mijn naam is Henriette de Wit-Wekking, geboren in Losser en tot aan mijn uitvliegen naar Zwolle altijd in Lonneker gewoond. Inmiddels woon ik samen met man en twee kinderen in Glanerbrug.
“Kinderen maken je oud, maar houden je jong”, verzucht de moeder van Rens, terwijl haar zoon even naar het toilet is. Vader geeft haar zwijgend gelijk, zoals hij dat eigenlijk het gehele gesprek al doet. “Hoelang wilt u nog voor uw zoon blijven zorgen”, vraag ik. “Hij is bijna dertig, dus hij zou uit moeten vliegen”, antwoordt moeder. “Maar hij maakt de klinische opnames bij Tactus steeds net niet af en dan nemen we hem noodgedwongen maar weer in huis.” Bij moeder wellen de tranen en ook vader houdt het niet meer droog.
door Henriette de Wit, verzorgende C bij Livio in Haaksbergen
Ik en mijn moeder: de cirkel is rond Ik kom uit een gezin waarin zorg voor anderen altijd centraal heeft gestaan. Mijn moeder kreeg als enige meisje van het gezin de zorg voor het hele huishouden op haar schouders. Haar eigen moeder was namelijk vaak ziek. In die tijd waren dingen heel anders geregeld: mijn moeder moest na de huishoudschool stoppen met school, anders kreeg haar eigen zieke moeder geen hulp. Als 17-jarig meisje kwam ze bij het wit-gele kruis, na fusies en vele naamsveranderingen (waaronder Thuiszorg Enschede-Haaksbergen) nu Livio geheten.
“Als kind overhoorden we moeder voor haar huiswerk” Mijn moeder is toen wij klein waren gestopt met werken, maar toen werd mijn vader arbeidsongeschikt en is zij weer aan het werk gegaan, wederom bij de thuiszorg. Kansen die ze als jong meisje niet heeft gehad heeft ze hierna met beide handen aangegrepen. Naast haar werk en gezin volgde ze een opleiding via het ROC omdat zij niet alleen maar huishoudelijk werk wilde doen. Als kind overhoorden we moeder voor haar huiswerk.
De verhalen van mijn moeder hebben ervoor gezorgd dat ik altijd in de zorg wilde werken. De dankbaarheid, de voldoening en iets kunnen betekenen 12
Zorgmagazine
voor anderen: daar sprak mijn moeder vaak over, en dat sprak mij enorm aan. Van mijn 15e tot mijn 19e deed ik als vakantiehulp huishoudelijk werk voor de Thuiszorg Enschede-Haaksbergen (nu Livio). Geweldig vond ik het! Daarom volgde ik na de huishoudschool de 3-jarige MDGO/VZ-opleiding, dat ging van een leien dakje. Ik wilde graag op de neonatologieafdeling in het ziekenhuis werken, dus deed ik hbo-v erachteraan. Helaas was dat te hoog gegrepen voor mij en ben ik uiteindelijk gestopt.
Na die beslissing wilde ik aan de slag bij Thuiszorg Enschede-Haaksbergen, net als mijn moeder. Maar de liefde gooide roet in het eten: ik verhuisde naar Zwolle om daar te gaan samenwonen met mijn vriend, inmiddels mijn man. In Zwolle ging ik bij de thuiszorg werken. Na vier jaar had ik het gehad met de huishoudelijke zorg; ik wilde wel vooruit maar er kwam telkens iets tussen: vacaturestop, nul-urencontract enzovoort. Dat gaf mij geen voldoening, ik wilde heel graag doen waarvoor ik geleerd had (verzorgende C). Ik was teleurgesteld, had zoiets van: zijn al die verhalen die mijn moeder vertelde nu werkelijk zo anders dan? Ik stopte bij de thuiszorg en ging werken bij Scapino.
En toen werd ik zwanger. Voor het eerst viel er een stukje op de plek: ik kon weer zorgen, hiervoor was ik in de wieg gelegd, voelde ik. En weer trad ik in de voetsporen van mijn moeder: ik stopte met werken toen de kinderen kwamen.
“Voor het eerst viel er een stukje op de plek” Maar dat is nog niet alles. De geschiedenis herhaalt zich nogmaals. Inmiddels had ik twee kinderen en wilde ik best weer gaan werken. Klinkt misschien egoïstisch, maar dan wel op mijn voorwaarden. Ik wilde graag voor Livio werken maar wel in regio Noord en dan ook nog alleen als verzorgende C en eens in de twee weken. Met al die noten op mijn zang dacht ik dat dat niet zou gaan lukken. Maar je ziet het: doorzettingsvermogen en het najagen van je dromen heeft soms toch zin. Ik werk nu in Haaksbergen en Buurse, eens in de 14 dagen als mijn man vroege dienst heeft.
En het mooiste van alles is: mijn moeder heeft gelijk gekregen. Werken in de zorg is precies zoals ze zei dat het was, en ik vind het zelfs leuker! Dank je mam, alles is nu op zijn plek en ik vind het geweldig.
Aan het einde van dit jaar gaat mijn moeder van haar welverdiende pensioen genieten. Dochter begint weer en moeder stopt: na volgend jaar is de cirkel rond.
door Esvé Zetter, Tactus Verslavingszorg
De Wet van Imbesi over het behoud van vuil Ouders én cliënten komen pas uit de kast als het lijden groter wordt dan de schaamte. Eerst wordt de verslaafde nog gespaard, het gebruik binnenskamers gehouden of met de mantel der liefde bedekt. De Moesje Poster van de Moedige Moeders te Volendam brengt dit treffend onder woorden: “Doet ie van jou ook zo verrekkus veel zuipe”. “Nee, die van mij doet inkeld maar bedroefd veul sneuve.” Op een gegeven moment is de tijd rijp om het gedrag niet meer te bagatelliseren. De vader en moeder van Rens zijn zover.
“Hij is 27 maar gedraagt zich als een puber van 15” Als Rens weer terug is van het toilet vraag ik zijn ouders hoe oud ze hun zoon schatten, niet volgens kalenderleeftijd maar volgens zijn gedrag. Vader veert nu op: “Hij is 27 maar gedraagt zich als een puber van 15”. Rens bewolkt, want hij ziet dat tóch even anders. “Wanneer zouden jullie hem wel voor vol aan zien?” Vader: “Als hij zijn eigen boontjes gaat doppen, want nu haalt mijn vrouw hem steeds weer binnen”.
Een half uur later is de kogel door de kerk. Zoonlief krijgt zijn zin doordat hij onder voorwaarden weer in de kliniek van Tactus wordt opgenomen. Zijn tegenbod is, dat hij na de behandeling maar ook bij uitval niet meer thuis een kamer krijgt, maar dat toegewerkt wordt naar Begeleid Zelfstandig Wonen.
“Als iets schoon moet worden, zal iets anders vuil moeten worden” De ouders pikken als levensles op dat ze hun kind liefdevol los moeten laten maar dat dit soms ook afzien betekent. Niet sparen of bagatelliseren, maar de Wet van Imbesi toepassen. Deze luidt: “Als iets schoon moet worden, zal iets anders vuil moeten worden”. Of te wel: alles heeft zijn prijs.
”Sparen je ouders je teveel Rens?” De jongeman raakt zichtbaar in vertwijfeling. Hij begint te beseffen dat meer zelf bepalen betekent, dat er dan ook meer van hem gevraagd wordt. Zorgmagazine
13
Onrustige of agressieve patiënten kun je beter een uur laten ontspannen met muziek en sfeerverlichting, dan hen te isoleren in een separeercel. Dat is de ervaring van psychiatrisch ziekenhuis Helmerzijde in Enschede. Afdelingshoofd Hans Poelert: “Door het inrichten van zogeheten comfortrooms hebben we het aantal separaties flink teruggebracht”.
Littekens van de zorg Al zo’n 33 jaar in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking werkzaam in verschillende woonvormen en dan kijk je even terug. In de loop der jaren verschillende momenten meegemaakt, waarbij mensen littekens opliepen.
door Mediant door René Rots
Minder separaties dankzij comfortrooms Met de comfortrooms wil ziekenhuis Helmerzijde, onderdeel van Mediant, voorkomen dat patiënten in de separeercel belanden. Hans Poelert: “De comfortroom is een open, gezellig ingerichte kamer met sfeerverlichting. Patiënten krijgen er een kopje koffie, praten even met een hulpverlener, kunnen er naar hun eigen muziek luisteren en komen zo volledig tot rust”.
“Separeren is onmenselijk“
Al in 2005 richtte Helmerzijde de eerste comfortroom in. Hiermee liep het ziekenhuis vooruit op het huidige project ‘Dwang en Drang’, waarmee de geestelijke gezondheidszorg het grote aantal separaties in Nederland wil terugbrengen. Poelert: “Separeren is onmenselijk, dat vonden we toen al. Het past niet in onze moderne samenleving”.
“Empathie op de werkvloer” Tijdens een werkbezoek aan de Verenigde Staten maakte het personeel van Helmerzijde kennis met het ‘Engagement model’. Poelert: “We bezochten psychiatrische ziekenhuizen die streefden naar meer betrokkenheid en empathie op de werkvloer. Ze riepen afdelingsvergaderingen in het leven, er was meer patiënten-
partcipatie, de patiënten werden gastvrij bejegend en men creëerde een veilige omgeving waarin de comfortrooms een belangrijke rol vervulden. Het voltallige personeel was hiervan onder de indruk. Nu werkt ook Helmerzijde met het Engagement-model”.
“Geen vervanging voor separeercel” Volgens Poelert zijn de comfortrooms geen volledige vervanging van de separatiecel. “Separeren is een noodoplossing, maar wij hopen er in de toekomst nauwelijks nog gebruik van te maken.” Ziekenhuis Helmerzijde heeft inmiddels twee comfortrooms en gaat er nog vijf inrichten. Hiermee hoopt men het aantal separaties terugdringen tot de helft. Poelert: “De kracht ervan is dat patiënten er uit eigen beweging gebruik van maken: zodra ze zich onrustig voelen, trekken ze zich terug in deze behaaglijke kamer.”
Ik denk aan die bewoner, lijdend aan epilepsie, die met een enorme klap voorover viel op de betonnen vloer, het gevolg laat zich raden. Een gezicht dat twee keer zo groot werd als normaal. En dan een andere bewoner, lijdend aan het korsakovsyndroom, in een behoorlijk aangeschoten bui, knipte hij met een nagelknipper de pootjes bij een kanarie af.
“Een herinnering in de vorm van een litteken” Een bewoonster belaagd mij en geeft me met de zijkant van een pollepel een flinke mep op mijn hoofd, met als resultaat een herinnering in de vorm van een litteken. Een andere bewoonster werd slachtoffer van incest en raakt daardoor totaal in de vernieling met als gevolg dat ze diepe littekens met zich meedraagt van het onrecht dat haar overkomen is.
Een ex-collega, die zich schuldig maakt aan seksueel misbruik bij mensen met een verstandelijke beperking, het vertrouwen loopt een diepe wond op, het litteken blijft in je herinnering voortleven. De bewoner, die zonder aanleiding een grote steen door een ruit heen werpt, de schrik is groot
bij leiding en bewoners.
De bewoonster met diabetes, die getroffen door een hyper, helemaal door het lint gaat. De bewoner die in een psychose schiet, compleet de weg kwijt is en tenslotte in een psychiatrisch ziekenhuis wordt opgenomen. De bewoner met zwerfneigingen, die tenslotte op een koude Kerstnacht in een bushokje verkleumd wordt aangetroffen. De bewoner, die zo totaal in de knoop met zichzelf zit, dat zijn agressie tenslotte niet meer te beheersen is, een gedwongen opname is noodzakelijk.
Al deze herinneringen zijn littekens geworden, sommige zijn lichamelijk nog te zien. De meeste littekens zitten echter in m’n herinnering. Littekens waren eerst wonden, de ene deed meer zeer dan de andere. Maar uiteindelijk zijn het littekens geworden, ook dat hoort bij de zorg. Het onvoorspelbare gedrag van een mens met een verstandelijke beperking laat soms diepe sporen na. Nu kun je ze natuurlijk koesteren, maar beter is om het littekens te laten zijn. Soms heb je niet eens meer in de gaten dat je littekens hebt en dat is eigenlijk het beste. Daarvoor is het werken in de zorg veel te mooi!!
Gesprekje tussen bewoners op mijn somatische verpleegafdeling Op een recent geopende locatie zitten drie bewoners met elkaar een kopje koffie te drinken. Zij weten van elkaar niet precies wat de reden is geweest van de opname in een verpleeghuis. door Hilde de Meijer, verpleeghuisarts bij Zorgaccent De eerste dame zegt: “Ik heb MS, dat is een vreselijke ziekte: ik ga steeds verder achteruit. Telkens als ik weer gewend ben aan een stukje achteruitgang, ga ik weer een stukje verder achteruit”. De tweede dame reageert: “Wat erg voor je zeg, ik wist niet dat je MS had. Ik heb je ook nog nooit kunnen zien, ik ben volledig blind en slecht ter been”.
Het keuvelt zo nog een tijdje verder, waarna de derde dame zich ook in het gesprek mengt: “Ik zit hier anders ook niet voor niets hoor!”. Zegt de eerste dame: “Nee, dat zal ook wel niet, maar wat heb jij dan?” Antwoord: “Ik heb een herseninfarct gehad”. Zegt dame 1 verontwaardigd: “Ja,…… gehàd!!!”. Waar gebeurd! Zorgmagazine
15
Het project Kookmethodiek is ontstaan vanuit een initiatief van de regio Salland Twente om een kookboek uit te geven van en voor cliënten en medewerkers. In gesprekken over de uitvoering is het idee van een kookboek uitgegroeid naar een veel bredere opzet waarin een begeleidingsmethodiek wordt ontwikkeld, trainingen worden opgezet en een instructieboek en dvd worden uitgegeven. Uitgangspunt van de methodiek is dat er een makkelijk toepasbare methode ontwikkeld wordt welke voor meerdere doelgroepen toepasbaar zal zijn.
Doelgroepen • Mensen met een verstandelijke beperking. • Begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking. • Mensen met niet aangeboren hersenletsel/ beperkingen. • Mensen die (opnieuw) willen leren koken, studenten, mensen die
door Nico den Hollander van Stichting Philadelphia Zorg Salland/Twente
volgens de nieuwe methodiek namelijk het ‘5 stappenplan’, deze worden voorzien van passende tekst (gericht op de doelgroep), foto’s (in de volgorde van bijvoorbeeld de bereidingswijze) en duidelijke afbeeldingen. Daarnaast zal er in het instructieboek aandacht besteed worden aan de basiskooktechnieken, zoals het bereiden van vlees, het koken van aardappelen, pasta en rijst. Verder wordt er aandacht besteed aan veilig-
heid in en om de keuken, hygiëne en gezonde voeding. Regie voeren over je eigen leven is de belangrijkste component voor de mens om zich zo prettig mogelijk te voelen. De regie (gaan voeren) over de eigen maaltijd(bereiding) is de belangrijkste doelstelling van het instructieboek/ kookmethodiek.
standig mogelijk leren bereiden van een maaltijd. • Opleidingen binnen de gezondheidszorg. • Instellingen voor gezondheidszorg; verpleeghuizen, revalidatiecentra, ouderencentra, centra voor werk- en
koken.
De doelstelling is het zo zelfstandig en gevarieerd mogelijk bereiden van een ‘verse’ maaltijd en alles wat daar bij komt kijken volgens een standaard kookmethodiek. De drie producten, het kookboek, het instructieboek en de dvd, die voortvloeien uit deze methodiek zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een groot aantal recepten welke in het kookboek zijn afgebeeld worden in het instructieboek nader uitgewerkt
op de maatschappij en het zo zelf-
koken. (asielzoekers e.d.) die willen leren
“Zelfstandig leren koken in 5 stappen”
stappen niet meer helder hebben. • Speciaal onderwijs, ter voorbereiding
(plotseling) moeten gaan leren • Voor mensen uit andere culturen
Mijn kookboek/jouw kookboek
Kookboek
• Voor ouderen die de processen en de
dagopvang. • Ergotherapeuten, logopedisten, diëtisten, activiteitenbegeleidsters, wijkverpleegkundigen e.a.
Instructieboek en -dvd Het instructieboek is leidend in dit project. In dit boek zal aan de hand van ‘het 5 stappenplan’ de kookmethodiek uiteengezet worden. De stappenplannen geven de gebruikers handvaten om te komen tot een verantwoorde maaltijd. Daarnaast zal men dit instructieboek kunnen gebruiken om zelfstandig een maaltijd te bereiden.
Tevens zal er in dit instructieboek aandacht besteed worden aan aspecten als: (persoonlijke) hygiëne; voedingsadviezen; bereidingsadviezen/omrekenmethode; diverse recepten/basisgerechten; sfeer/ambiance; keukenmateriaal/kookbenodigdheden; veiligheid in en om de keuken.
weergegeven over hoe je stap voor stap kunt koken. Hierbij zullen diverse audio en visuele aspecten worden gebruikt in de handreiking naar gebruiker.
Dit betekent dat de recepten uit het kookboek gebruikt zullen worden om uitleg te geven van de stappen die men moet ondernemen.
Inhoud dvd: • Filmfragmenten (op te roepen met de dvd-speler of computer).
Rubrieken: • Voorgerechten • Hoofdgerechten • Vegetarische gerechten • Salades • Nagerechten
Uitgangspunt is rond de 75 recepten van mensen met of zonder beperking, bekend en onbekend. Het gaat om de mensen en hun passie voor het koken.
• Toelichting ‘het 5 stappenplan’. • Sfeerbeelden van de kookdagen. • Lesprogramma voor verzorging over methodiek. • Basisgerechten. • Koken met een sterrenkok (Jonnie Boer van restaurant De Librije,
De dvd wordt een aparte toevoeging aan het instructieboek. Het is de bedoeling dat op de dvd de methodes worden
Een kookboek wat gemaakt is door mensen met of zonder beperking, bekend en onbekend. Het gaat om de mensen en hun passie voor het koken. De recepten zijn hun lievelingsrecepten voorzien van een quote. Het boek is voorzien van mooie zwart-wit foto’s van de mens in actie, kleurenfoto’s van de gerechten en natuurlijk het recept en de bereidingswijze.
• Glutenvrije gerechten
omgang met de gebruikers van de Het geheel is een begrijpelijke taal beschreven worden en didactisch verantwoord van opzet.
Het kookboek wordt voorzien van recepten die zoveel mogelijk uit verse ingrediënten bestaan. Daarnaast biedt het boek de nodige variatie zodat een vers en gevarieerd voedingsprogramma opgesteld kan worden.
Om het geheel aantrekkelijker te maken wordt het kookboek vergezeld van recepten, tips & trucs van bekende Nederlanders (Jonnie & Therese Boer van restaurant De Librije, J.P. Balkenende, Marco Borsato, Johan Cruijff, Erica Terpstra, Louis van Gaal, Frans Bouwer).
Zwolle). • Veilig koken. • Hygiëne.
Bijzonder De opzet van deze methodiek en de inhoud van het de boeken weerspiegelt de dwarsdoorsnede van diverse mensen. Variërend van Haut Cuisine tot macaroni met ham en kaas. Dus toepasbaar voor iedereen. En het feit dat mensen zichzelf dan wel 16
Zorgmagazine
door anderen herkennen. De titel van het kookboek is ‘mijn kookboek’. Voor meer info kunt u zich wenden tot Martijn Wijnhoud en Nico den Hollander van Stichting Philadelphia Zorg Salland/Twente, telefoon: 0548-538648 of e-mail:
[email protected]. Zorgmagazine
17
Variatie of herrie in de keuken
We praten met Ridzerd (54), in zijn gewone leven ambtenaar welzijn bij de Gemeente Oldenzaal. Naast vakantie hoofdleiding is hij ook actief binnen het G-voetbal, en het G-schaatsen.
door E. Koops, Thuishulp-A bij Thuiszorg Noord West Twente door Ruud Souverijn, MEE Twente Het was eind 2006. Er zou veel veranderen in de zorg. De WMO werd ingevoerd, het zou veel onrust geven… Even voorstellen: ik ben werkzaam bij TNWT als Thuishulp-A.
Een nieuwe familie B. werd me toegezegd voor vast… Ik verheugde me er op, maar bij aankomst wist ik niet wat ik zag: het huis stond in de steigers en het dak was weg!
Ze waren bezig met aanpassingen in het huis en toen raasde er een storm over Almelo… waterschade enzovoort. Voordat je gaat schoonmaken moet alles opgeruimd. Voor de variatie was ik puinruimer, verhuizer en tuinierster. Ondertussen ging de zorg gewoon door.
Gestaag werd het in en rond het huis ordentelijk. De traplift werd geplaatst en het werd lente; de grote schoonmaak kon beginnen…
Een nieuwe indicatie kwam en dit zou met een Alpha-hulp kunnen? Gevolg: ik kon weggaan! Bedankt WMO!!
Bezuinigingen lijkt een toverwoord maar geld lijkt belangrijker dan welbehagen van de cliënten. Geen persoonlijke aandacht meer?
Een schoon en verzorgd huis is de basis van een gezond en gelukkig leven, is mijn mening. Houden we nog grip bij ziekte in ons huis?
Nog steeds vol trots zeg ik als Thuishulp-A, ik mag bij veel mensen ‘kijken’ in de keuken. En familie B.? Bedankt lieve mensen, ik heb zo genoten van de tijdelijke chaos bij jullie thuis; jullie gastvrijheid en warmte was om nooit te vergeten!
“De eerste keer als hoofdleiding kon ik wel janken!” Foto 2004 Trins
Wanneer ging je voor het eerste mee? “In 1989. Ik ben twee jaar mee geweest met Hans van Doorn, op een kindervakantie. Daarna ben ik hoofdleiding geworden van kindervakanties met groepen tot 12 jaar en van 12 tot 18 jaar. De laatste jaren ga ik met jongeren van 18 tot 30 jaar op vakantie.”
Succes Verzekerd
Ridzerd, als jullie terugkomen van vakantie zie ik altijd iets speciaals gebeuren. Wat doe jij met vrijwilligers? Wat is je geheim? “Het moet veilig en leuk zijn. Voor de kinderen, maar ook voor de vrijwilligers. Iedereen moet z’n eigen ding kunnen doen. Toen ik voor het eerst hoofdleiding was, dacht ik aan niets anders dan controleren en tellen! Ik moest alles onder controle hebben en ik bleef maar tellen en op alles en iedereen letten. Ik knapte daar halverwege de week op af, ik moest ervan janken! Toen heb ik geleerd hoe belangrijk het is om te ervaren dat je moet kunnen loslaten, dat je vertrouwen moet geven aan andere leiding. Onder de vrijwilligers zitten toppers, mensen die sommige dingen beter kunnen dan ik. Je moet elkaar kunnen en willen aanvullen en daarvoor heeft iedereen ruimte nodig. Je moet fouten durven maken. Dat heb ik geleerd. Natuurlijk, de verzorging en de veiligheid moeten gewaarborgd zijn, maar kinderen geven je altijd een nieuwe kans. Bijvoorbeeld: een deelnemer is boos omdat je regels stelt. Dat vindt hij niet leuk. Maar een half uur later ben je weer maatjes.”
Leuk en veilig, hoe doe je dat naar de leiding toe?
Nationale-Nederlanden. Wat er ook gebeurt 18
Zorgmagazine
“Ik probeer mijn steentje bij te dragen aan de sfeer tussen de leiding zelf. ’s Avonds als de deelnemers in bed liggen
zitten we nog een tijd gezellig bij elkaar. Ik heb spelletjes bij me waarin de leiding iets moet doen, iets raden, uitbeelden etc. Dat heb ik overgenomen van Hans van Doorn, die zette zo ook een goede sfeer neer. Er moet ruimte zijn om te geinen en ik daag graag iedereen uit om tijdens de week iets te organiseren. Een paar jaar geleden in Epen had iemand van de leiding geregeld dat de brandweer bij onze accommodatie kwam. Waterslangen uit, brandweerpakken aan, iedereen kon brandweerman spelen, rondrit met loeiende sirenes, een blusschuimbad waar menigeen in heeft rondgetold en als afsluiting een groot kampvuur. Die sfeer kan ik niet maken, dat doet de leiding.”
Binnen jouw vakanties was er altijd plaats voor meervoudig gehandicapte kinderen. Rolstoelen, extra aangepaste bedden, alles werd door jou meegesleept op vakantie. Wat heb jij met ernstig gehandicapte kinderen? “Ik liep er altijd met een boog omheen. Ik had er niks mee, geen affiniteit, geen ervaring. De eerste keer kwam ik zonder voorbereiding in contact met Dirk. Superspastisch, hij kon niet praten. Ik moest vragen en antwoorden tegelijk. Hij antwoordde met z’n mooie bruine ogen. Hij was mijn vuurdoop. Van hem heb ik geleerd dat ik geen beperking heb om met hem om te gaan. Ik dacht, ik kan dit niet, ik durf dit niet. Hij leerde me dat in een half uur. Ik kon een supercontact met hem opbouwen.” Ik wil nog wat zeggen over de MEE Twente vakantie organisatie. Ik vind het haast familie, de medewerkers, de andere vrijwilligers… er is een goede wisselwerking, energie tussen de MEE Twente en de vrijwilligers. Zorgmagazine
19
Stel, je werkt al jaren in de zorg. Met hart en ziel. En dan kom je in een situatie dat je om zorg moet vrágen, voor jezelf of voor een familielid. Dan maak je de zorg ineens van de andere kant mee. Dat overkwam Ineke Spenkelink, ziekenverzorgende in verzorgingshuis Eltheto in Rijssen. Haar moeder, mevrouw Pennings, zit sinds dit voorjaar met een tijdelijke opname eveneens in Eltheto. “Voor mijn moeder is het prettig dat zij een dochter in de buurt heeft, en ikzelf vind het ook fijn.”
door Cathelijne Burgman, Carint Reggeland Groep
Met andere ogen Ziekenverzorgende met moeder in verzorgingshuis
Eigen meubels Mevrouw Pennings heeft er nog wel moeite mee in Eltheto te wonen. Zij heeft haar hele leven in Nijverdal gewoond, en was altijd erg zelfstandig. Tot maar liefst haar tachtigste heeft zij gewerkt als huishoudelijk werkster.
“De verzorging hier is uitstekend”, vindt ze. “En het is ook erg fijn dat mijn dochter in de buurt is. Maar zo gauw
ik kan, ga ik terug naar Nijverdal.” Ze staat op de wachtlijst voor een plaats in woonzorgcentrum De Parallel. In Eltheto zit ze tussen vreemde mensen in een vreemde omgeving. De eerste maanden heeft ze op een tijdelijke opvangkamer gezeten, met meubels van het verzorgingshuis. Nu heeft ze een andere kamer, ingericht met haar eigen meubels, en daar is ze blij mee: “Dit is veel meer als thuis”.
Dankzij de aanwezigheid van haar dochter werd mevrouw Pennings snel geaccepteerd door de andere bewoners. Voor een willekeurig persoon die van buiten Rijssen komt, kan dat volgens Ineke best lastig zijn. “We hebben er dus allebei voordeel van dat we bij elkaar in het verzorgingshuis zitten”, concludeert ze.
Mevrouw Pennings heeft begin mei een herseninfarct gehad en is daarvoor opgenomen in het ziekenhuis. Anderhalve week later werd Ineke gebeld door het ziekenhuis dat haar moeder de volgende dag, Hemelvaartsdag, met proefverlof naar huis kon, tot en met zondag. In eerste instantie dacht Ineke dat wel te kunnen regelen: “Ik kon wel zorgen dat er boodschappen in huis waren”. Maar vervolgens realiseerde zij zich dat haar moeder bijvoorbeeld ook ’s morgens hulp bij het aankleden nodig zou hebben. “En toen heb ik maar weer teruggebeld naar het ziekenhuis: ‘Dit kan ik niet zo maar regelen; doen jullie dat maar’. Maar dat deden ze niet. Omdat mijn moeder al thuiszorg had, heb ik hun gevraagd wat zij konden doen. Van de thuiszorg hoorde ik pas dat vanuit het ziekenhuis een transferverpleegkundige met mij contact op had moeten nemen. Dat is dus helemaal niet gebeurd.”
“Ik kondig van te voren aan of ik als collega of als dochter kom” Ineke kwam zelf vervolgens met het 20
Zorgmagazine
idee om haar moeder tijdelijk op te laten nemen in een verzorgingshuis zodat haar moeder kon verzelfstandigen. “Dat vond het ziekenhuis een prima idee. Maar ik moest er wel zelf mee komen.”
De dag na Hemelvaart kon mevrouw Pennings opgenomen worden in Eltheto. “We hebben bewust voor Eltheto gekozen, omdat ik hier werk. Ik kan gemakkelijk en snel dingen regelen voor mijn moeder.” Sinds kort verblijft haar moeder zelfs op de afdeling waar Ineke werkt. Ineke vindt dat niet lastig: “Ik hou duidelijk onderscheid. Bij mijn collega’s kondig ik van te voren aan of ik als collega of als dochter kom. In het begin had ik wel het gevoel dat ik alles zelf moest doen, maar daar heb ik inmiddels wel mijn weg in gevonden.”
“Eigenlijk zou elke collega dit een poosje moeten ervaren”
ochtendronde. “Ik vind hoe dan ook dat zoiets niet mag gebeuren, maar nu raakt het mij ook emotioneel. Ik kijk nu met andere ogen. Als ik ergens bij de voordeur van een bewoner een pak incontinentiemateriaal zie staan, vind ik dat het daar weg moet. Dat is niet prettig voor die bewoner. Als verzorgende sta je daar niet zo gauw bij stil. Eigenlijk zou elke collega dit een poosje moeten ervaren. Je doet dingen te snel uit routine. Door zo’n ervaring word je je weer bewust van waar je mee bezig bent.”
“Het gaat hier allemaal zo soepel” Ook haar kijk op de organisatie is veranderd. “Het gaat hier allemaal zo soepel”, constateert ze. “Alles moet volgens de regels gebeuren, maar door goed te overleggen blijkt toch veel mogelijk. Dat waardeer ik enorm aan deze organisatie.”
Omdat Ineke al jaren in de zorg werkt, weet ze goed dat er soms, met name in de vakantieperiode, wat mis kan gaan in de zorgverlening. Zo is haar moeder een keer vergeten tijdens de Zorgmagazine
21
Het bijzondere concept van restaurant de Refter in Glanerbrug is een succes gebleken. Gevestigd in woonzorgcentrum Dr. Ariënshuis Glanerbrug is de Refter omgetoverd tot een écht restaurant, waar zowel cliënten van AriënsZorgpalet als buurtbewoners en andere 55-plussers à la carte kunnen eten.
Het is inmiddels 27 jaar geleden dat ik vakantiewerk deed. Het was bij de PTT in Enschede, ik was een echte puber met kenmerken voor een puber: jeugdpuistjes (deze zijn gelukkig over gegaan) en eigenwijs (volgens velen die het kunnen weten is dit nooit over gegaan!). Een aantal weken heb ik door Enschede lopen sjouwen met zware postzakken en het meest frustrerende was dat vroege opstaan. door Hans Mollema, vakantiemedewerker bij Thuiszorg Noord West Twente & De Koppel
À la carte uit eten in een woonzorgcentrum Het restaurant heeft in de afgelopen jaren een grote metamorfose doorgemaakt. Vroeger was het restaurant alleen bedoeld voor de bewoners van Dr. Ariënshuis Glanerbrug. Cliënten moesten van te voren aangeven wat ze wilden eten en dat werd dan vanaf karren langs de tafel opgeschept. Inmiddels is er heel wat veranderd. De Refter is omgetoverd in een volwaardig, sfeervol restaurant annex Grand Café, waar zowel cliënten als andere gasten heerlijk en ontspannen kunnen tafelen.
“Grote metamorfose” Het nieuwe concept blijkt aan te slaan. Veel bewoners van Dr. Ariënshuis zijn regelmatig in het restaurant te vinden, waar ze behandeld worden als échte gasten. Maar ook veel buurtbewoners en andere 55-plussers weten inmiddels de weg naar het restaurant te vinden. Met het uitgebreide én betaalbare menu is er voor elk wel wat wils. Regelmatig komen er medewerkers van andere ouderenzorginstellingen uit het hele land, om te zien hoe AriënsZorgpalet dit succesvolle restaurant heeft opgezet.
Onder het motto ‘leven naar uw wens’ levert AriënsZorgpalet zorg en diensten op basis van vraaggestuurde zorg. De wensen en behoeften van de cliënten zijn het uitgangspunt, zo ook in de maaltijdvoorziening. Met het vernieuwende horecaconcept kan iedereen zelf bepalen wat, waar, wanneer en met wie wordt gegeten. En ook over de menu’s denken de cliënten mee.
“Voor elk wel wat wils” De formule komt vooral ook de interactie tussen het woonzorgcentrum en de wijk en het dorp ten goede. Het restaurant is een gezellige plek om te zijn en tegelijk een ontmoetingsplaats geworden. En dankzij de ruime openingstijden (08.00 - 20.00 uur) van De Refter kunnen gasten altijd terecht voor een kop koffie, fris of een borrel en gebak, snacks en heerlijke en gezonde warme maaltijden en broodmaaltijden.
Memoires van een vakantiewerker Waarom schrijf ik dit? Inmiddels is het 2007 en werk ik als manager op locatie Vriezenveen en zit ik met een probleem: er is een route waar geen personeel voor is! De personeelskrapte neemt toe en afgelopen jaren was het al moeilijk om vakantiemedewerkers voor de verpleging te krijgen en dit jaar is het helemaal mis! Wel klanten, maar geen personeel!
”Dan trek ik toch zelf weer een wit jasje aan!” Nu liep ik altijd stoer rond te roepen: ”Dan trek ik toch zelf weer een wit jasje aan!” Dinsdag 24 juli is het zo ver: ik moet het witte jasje aan! Dus eerst maar eens een uniform gepast, volgens de dames van kantoor was de M wel mijn maat. Ik weet nog goed dat ik vroeger een S had, dus toch wat gegroeid en dan niet qua hersencellen, maar qua buikomvang!
Dan maar eens even de kantoordossiers gelezen en even de collega’s gevraagd wat ik allemaal moet doen, iedereen verzekerd mij dat ik het nog wel moet kunnen. Gelukkig de planner heeft me een korte en simpele route gegeven!
Dus dinsdag 24 juli op pad! Gelukkig heb ik maar drie klanten en woont 66% van mijn klanten op hetzelfde adres (een echtpaar dus), dat scheelt weer want zo goed weet ik ook niet de weg in Westerhaar. Ik stap uit de auto en loop naar het eerste adres en bedenk bij mezelf, wat zullen het voor mensen zijn, hoe zal het gesprek gaan? Dan loop ik nog wat onwennig in zo’n nieuwbouw aanleunwoningcomplex, ik hoop dat de bewoners de weg beter kunnen vinden dan ik, want echt goed aangegeven is het niet. Zijn dit soort complexen niet bedoelt voor ligt dementerenden die af en 22
Zorgmagazine
toe wat dwaalneigingen hebben? Nou dwalen kunnen ze er in ieder geval (en ik ook!)!
De voordeur staat al open bij de cliënt, een vriendelijk ouder echtpaar. Hé, ik zie op een foto een bekend koppie, het blijkt een achterkleinzoon te zijn en zijn moeder werkt bij ons op de locatie, dus dat breekt het ijs lekker! Het gesprek komt lekker op gang en doe ik er naar beste wil het kunstje dat bij deze cliënten gedaan moet worden.
Op naar de volgende klant, even zoeken maar toch het juiste adres gevonden. Meneer is erg benauwd en we doen het rustig aan, of ik koffie wil? Nou, dat is geen verkeerd plan. Koekje erbij? Nou, laten we dat niet doen want dan heb ik de volgende keer een nog groter uniform nodig! Gelukkig deze klant volgt de Tour de France, dus aan gespreksstof geen gebrek.
“Bijzonder om dit mee te mogen maken” Het was een korte route als vakantiemedewerker in de Thuiszorg, want zo voelde het! Toch bijzonder om dit mee te mogen maken en mijn respect voor medewerkers die routes draaien is weer gestegen!
PS. Als er bij een volgende bezuinigingsmaatregel een aantal managers uit moeten… misschien is het werken in de wijk dan nog een goede overweging! De secundaire arbeidsvoorwaarden zijn in ieder geval beter dan op kantoor: echte koffie (volgens mij van die koffiebrander uit Friesland), niet zo’n onbestemd bakkie uit de automaat en met een koekje! Dat hebben we al jaren niet meer op kantoor! Zorgmagazine
23
Gouden herinnering door Hetty Huizinga, team Wil ter Braak, Thuiszorg Noord West Twente
Vanaf 16 t/m 19 augustus stond verpleeghuis Krönnenzommer, onderdeel van ZorgAccent, volop in de bloemen. Op die data verzorgden vrijwilligers van de dahlia-vereniging ‘Almelo’ voor de twaalfde keer de dahliatentoonstelling in het verpleeghuis.
door ZorgAccent
Er draait een plaat, rustige muziek. Ik hoor: “Wat de toekomst
Krönnenzommer maakt zich op voor bloemenzee
brengen moge….”
Op de tweede etage van woonzorgcentrum de Ariënsstaete van AriënsZorgpalet hangen wel heel bijzondere kunstwerken aan de muur. Op deze afdeling voor dementerende ouderen sieren namelijk grappige portretten van de eigen kinderen van de medewerkers de wanden. door AriënsZorgpalet
Blikvangers op de afdeling De Ariënsstaete van AriënsZorgpalet is een kleurrijk woonzorgcentrum geworden. Op elke verdieping staat één kleur centraal, die overal in wordt doorgevoerd. De gangen hebben allemaal een eigen uitstraling gekregen, met kunstwerken die of door echte kunstenaars zijn gemaakt, of door de cliënten zelf.
“Kent u dit lied?”, vraag ik hem.
“De foto’s hebben een positief effect op de cliënten”
Diep zuchtend zegt hij: “Ze zongen het in de kerk, toen ik trouwde. Mijn vrouw had een lichtblauwe japon aan. Ze was mooi… stil, laat me er even aan denken…” De herinnering tovert een glimlach om zijn mond en zacht zingt hij mee: “… moedig sla ik dus de ogen naar het onbekende land…”
24
Zorgmagazine
De tentoonstelling was voor iedereen vrij toegankelijk en liep vanaf de hoofdingang over alle gangen van het verpleeghuis. Omdat de dahlia in vele soorten en kleuren verscheen, was er een grote variatie in bloemstukken te zien. Zo waren er bloemen met een doorsnede van 3 cm maar ook van 25 tot 30 cm. Op donderdagochtend startten zo’n 8 tot 10 vrijwilligers van de vereniging met het maken van de bloemstukken. De bewoners kregen de gelegenheid om ook dit proces mee te maken.
Een erg bijzondere serie kunstwerken is te vinden op de tweede verdieping, waar grote foto’s, afgedrukt op can-
vas, de wanden sieren. Kinderfoto’s spreken natuurlijk altijd, maar deze serie portretten is extra bijzonder. Het zijn namelijk de kinderen van de medewerkers op de afdeling die geportretteerd zijn. Hobbyfotografe Petra Tangena heeft tijdens een fotosessie alle kinderen op grappige wijze gefotografeerd. Ze dragen allemaal gele of witte kleding en zijn omringd met gele attributen en accessoires. De vrolijke gezichten aan de muur maken het moeilijk een glimlach te onderdrukken. De foto’s hangen op een PG-afdeling, een verzorgingshuisafdeling voor dementerende ouderen. Teamleidster Marga Lohuis vertelt dat de foto’s een positief effect hebben op de cliënten die er wonen. “Kinderen en beelden van kinderen zijn vaak vertederend, juist
ook voor dementerende ouderen. De portretten op de afdeling zijn dan ook echte blikvangers.”
Voor het hechte team van verzorgenden van de PG-afdeling zijn de foto’s natuurlijk helemaal bijzonder. “Het is toch wel heel speciaal als er op je werkplek zo’n mooie foto van je zoon en/of dochter hangt”, vertelt Marga Lohuis, wiens eigen kinderen ook een plekje op de afdeling hebben gekregen. “Het werk op een PG-afdeling kan soms best intensief zijn, die vrolijke gezichten om je heen geven je dan gewoon een goed gevoel!”
De dahliatentoonstelling sluit heel goed aan bij de visie van ZorgAccent. Harrie Nijboer, hoofd activiteiten van ZorgAccent legt uit. “Contact is belangrijk voor onze cliënten om zo fit mogelijk te blijven. Het is echter niet voor al onze bewoners mogelijk zelfstandig contact te zoeken met de buitenwereld, daarom zoeken wij naar mogelijkheden om de buitenwereld naar binnen te brengen.”
“Het is zoveel meer dan alleen een tentoonstelling”, aldus mevrouw Kamp van de dahliavereniging. “Het doet echt iets met de mensen. Bloemen zijn natuurlijk prachtig om naar te kijken, maar ze halen ook herinneringen naar boven. Veel bewoners hebben vroeger ook dahlia’s in hofjes gehad. Daarnaast is het leuk om er samen naar toe te gaan en ze te bekijken. Dat we op deze manier iets voor onze medemensen kunnen betekenen, doet ons heel goed. We hebben altijd veel positieve reacties gekregen en zoveel moois zien gebeuren dat we er nog jaren mee door willen gaan.” Zorgmagazine
25
“Wijkzuster, wat moet ik zonder jou beginnen…” Dit verhaal begint met een variatie op het bekende liedje. De waarheid ligt er echter niet ver naast: de wijkverpleegkundige zou veel meer als spil kunnen functioneren. Spil in de zorg, spil in het team én spil in de wijk. In een pilot in Delden wordt nu getest hoe je dat het beste kunt uitvoeren. Wijkverpleegkundigen Natasja Bellos en Martine Koedijk vertellen erover. door Katja Roemeling, Carint
Martine Koedijk en Natasja Bellos
Wijkverpleegkundige is de spil
Natasja: “Aanleiding was een onderzoek naar de tevredenheid van onze cliënten. Daaruit bleek dat onze cliënten over de kwaliteit van de zorg heel tevreden waren. Maar er waren ook verbeterpunten. Zo wilden de cliënten minder verschillende mensen over de vloer. Ook wilden ze een kleinere wachtmarge. De marge ‘We komen tussen negen en tien uur ’s ochtends’ is duidelijk te ruim.
“Van half acht ’s ochtend tot acht uur ’s avonds”
De intake wordt weer gedaan door de wijkverpleegkundige. Eén huisarts riep al verheugd: ‘Ha, we krijgen de wijkzuster terug! Foto: Nederlands Openluchtmuseum’
Verder wilden ze geholpen worden op het tijdstip dat zíj dat wilden. Ook moest de telefonische bereikbaarheid verbeteren.” Martine vult aan: “Wij herkenden de problemen en wilden dat graag verbeteren. Ook hebben we zelf kritisch naar het proces rond de zorgverlening gekeken. Intussen werd de adviesnota ‘Profilering wijkverpleegkundige binnen Carint’ bekend gemaakt. Het advies was: geef de wijkverpleegkundige een spilfunctie binnen de zorg, het team en de wijk.” Natasja: “Heel concreet hebben we
26
Zorgmagazine
binnen ons team de volgende veranderingen doorgevoerd. Er is een wijkverpleegkundige op kantoor aanwezig van half acht ’s ochtend tot acht uur ’s avonds. Zij is bereikbaar voor cliënten, medewerkers én huisartsen. De intake van een nieuwe cliënt wordt altijd gedaan door de wijkverpleegkundige. Zij bepaalt welke zorg nodig is en zoekt daar een geschikte medewerker bij. Door slimmer plannen bedraagt de wachtmarge nu slechts een kwartier en komen er niet meer dan drie verschillende medewerkers bij een cliënt.”
“Vruchten” De pilot is gestart en loopt tot eind juni. Tot nu toe zijn de reacties lovend. De cliëntsituatie is helder, en dat schept veel duidelijkheid binnen het team. De goede bereikbaarheid van de wijkverpleegkundige werpt z’n vruchten af: de wijkverpleegkundige is de spil, en medewerkers, cliënten en huisartsen weten hen te vinden. Ook de wijkverpleegkundigen zijn tevreden. Martine: “We hebben meer verdieping in ons vak. We kunnen onze deskundigheid uitdragen.”
Spilfuncties Spil in de zorg Het aanbod van Carintdiensten en de sociale kaart is de laatste jaren enorm uitgebreid. Het is de taak van de wijkverpleegkundige alle mogelijkheden optimaal te benutten. Van Alzheimercafé tot klusjesman aan huis, zij stelt een passend arrangement samen voor de cliënten. Een ander voorbeeld: de situatie van een cliënt verandert plotseling. Een medewerker overlegt met de wijkverpleegkundige of de zorg aangepast moet worden. Spil in het team De wijkverpleegkundige leidt de teamvergadering en weet daardoor wat er speelt in het team en bij de cliënten. Daardoor kan ze de verpleegkundigen en verzorgenden coachen. Spil in de wijk Moet de huisarts ingeschakeld worden, dan kan de wijkverpleegkundige hem snel en deskundig inlichten over de geschiedenis.
Zorgmagazine
27
Het was vroeg in de avond. Het busje van Livio, eerst gevuld met ouderen, was leeggestroomd en reed in eenzaamheid over de verlaten snelweg. De chauffeur zat doezelig en rozig van de voorbije dag achter het stuur. Plotseling stond ze er. Midden op de weg.
door Leon Buiting, manager bij Livio Plus
Piepend en knarsend kwam het busje met een schok tot stilstand. De verschijning lachte blij en stond al binnen voordat de chauffeur kon reageren. “Hoi”, zei ze. “Kun je me een stuk meenemen? Ik ben verdwaald. Ik heb gelopen en gelopen, maar ik ben geloof ik niet erg bij de tijd. Gelukkig zag ik jou en ik dacht: laat ik eens vragen of hij tijd voor mij heeft!”
“Piepend en knarsend kwam het busje met een schok tot stilstand” Ze lachte ontwapenend naar de chauffeur. Deze smolt voor zoveel charme. “Ga zitten” zei hij. “Ik heet Hans, hoe heet jij?” “Ik heet Zicky. Dank je voor de lift. Waar ga je naar toe met deze oude bus?” “Nou, oude bus. Hij is pas een jaar of drie oud hoor! Ik ga naar Enschede. Ik kan je meenemen tot aan het station. Is dat goed?” “Zover hoef ik niet mee. Ik zeg je wel wanneer mijn tijd gekomen is.” Ze was ondertussen naast Hans gaan zitten en had haar rugzak naast zich op de vloer gelegd.
“Wat zie je er grappig uit”, zei Hans. “Je doet me denken aan mijn jeugd. De zestiger jaren. Heb je het trouwens niet koud met alleen die dunne jurk aan? Moet ik de kachel wat hoger zetten?” Ze lachte hem vriendelijk toe. “Graag”, zei ze. “Ik ben geloof ik in mijn berekening het doel een beetje voorbij geschoten. Deze kleren passen niet zo goed in deze tijd. Nou ja, foutje. Komt wel vaker voor.” 28
Zorgmagazine
Een tijdje reden ze zwijgend door. Hans verbaast omdat zo’n jong meisje met zoveel tijdsbesef al zo zwaar aan het leven tilde en Zicky blij en gelukkig omdat de bus warm en behaaglijk was. Glimlachend keek ze door het zijraam naar buiten. Over de weilanden hing een lichte nevel en in de verte scheen de gloed van de ondergaande zon over de lege snelweg.
“Mijn tijd is gekomen, Hans”, zei Zicky na een tijdje. “Je mag mij er bij de volgende parkeerplaats wel uit laten, dan word ik zo opgepikt.” Even later stopte Hans de bus. “Tot ziens, Zicky. Ik hoop dat ik je nog eens zie.” “Als ons de tijd gegund wordt, kom ik jullie hier zeker nog eens bezoeken. Deze dag was absoluut geen tijdsverspilling, maar juist onze mooiste tijdsbesteding tot nu toe. Hartstikke bedankt voor de lift Hans!”
Een dagje uit Het was een vreemde verschijning. Ze was gekleed volgens de aloude flowerpower traditie. Kleurige jurk tot op de enkels, bloemen in het lange krullende haar en blote voeten gestoken in teenslippers. In haar linkerhand droeg ze een oude versleten rugzak en haar rechterhand maakte het bekende liftgebaar.
dimensie waar je rust kunt vinden. Eigenlijk ontvluchten we de tijdgeest van het werkelijke leven doormiddel van een tijdrit naar verleden.”
“Waarom zie je er eigenlijk zo uit?”, vroeg Hans nu toch wel wat nieuwsgierig geworden. “Ja, ik ben wel beetje uit de tijd, hé? Dat krijg je als je dagtochtjes anders gaat beschouwen. Waar ik vandaan kom, houden we niet van eendimensionale uitstapjes in een bus als deze.” “Nou”, zei Hans een beetje gepikeerd. “Het is anders nog een prima busje hoor. Onze cliënten reizen er graag in.” “Natuurlijk”, zei ze. “Je hebt gelijk. Voor jullie is dat natuurlijk een prima tijdpassering.”
Ze stond even snel buiten als ze binnen was gekomen. In zijn achteruitspiegel zag hij haar eenzaam op de parkeerplaats achterblijven. Opeens viel zijn oog op de rugzak in het gangpad. Knarsend stopte hij het busje. Met de rugzak in de hand liep hij de weg terug. Op dat moment viel zijn blik op het paarse logo. Het was een bekend logo. Met de achterkant van zijn hand sloeg hij het stof en zand van de
rugzak. Hij las: ‘Livio’: Tijdloze Zorg, Zorgt Er Voor •
al 100 jaar uw adres voor zorg en culturele activiteiten
•
in het jubileumjaar 2105 dagtochten naar de vorige eeuw
•
alles onder begeleiding van uw tijdreisbegeleider
•
uw verleden tijd, onze zorg.
“Ze stond even snel buiten als ze binnen was gekomen” In de verte stond Zicky met de rug naar hem toe. Om haar heen stond een groep enthousiast pratende ouderen. Allemaal gekleed in de flowerpower traditie. Allemaal moe maar tevreden over de dagtocht die ze gemaakt hadden. Verbaasd bekeek Hans het tafereel. Toen maakte Zicky zich los van de groep. Ze ging midden op de weg staan met haar armen omhoog en het hoofd achter in de nek. In trance begon ze pirouetten te draaien. Haar lange haar en jurk bewogen zich in een waaier in het rond. Een plotseling opzwellende storm bulderde over de weg. Krom gebogen tegen de woeste wind worstelde Hans zich in haar richting. Hij riep herhaaldelijk haar naam en zag dat ze zich uiteindelijk naar hem toedraaide. Ze stak vrolijk haar hand op, zwaaide en lachte hem toe. Het was het laatste wat hij van haar én de groep ouderen zag. De tijd was om.
Ze zweeg even. “Op zich is reizen tijdloos”, vervolgde ze. “In ieder tijdperk is er gereisd. Maar waar ik vandaan kom denken we daar anders over. Wij vinden dat er in onze tijd geen plaats meer is voor eendimensionaal verkeer. Wij zien de wereld als overvol. Iedere vierkante meter is bewoond, mobiliteit bestaat niet meer en het leven speelt zich af binnen de muren van het voor jouw vastgestelde spaceplan. Vandaar dat wij zoeken naar nieuwe mogelijkheden in het leven. Mogelijkheden die voorbij de beperkte werkelijkheid van de drie dimensies van alle dag gaan.”
“Zeg ben jij lid van een sekte of zo”, lachte Hans. “Je bent toch niet zo’n voorspeller van het einde der tijden, hé? Of ben je een fanatiek lid van Greenpeace of iets soortgelijks?” Zicky lachte. “Welnee, het klinkt allemaal nogal filosofisch wat ik zeg, maar het gaat eigenlijk simpelweg om de tijdsgeest. Wij leven nu eenmaal in een wereld die zo overvol is geworden, dat er geen ruimte meer is voor snelwegen richting avontuur. De tijdrekening van de toekomst geeft aan dat het dan nog meer overbevolkt zal zijn en dus biedt de toekomst geen alternatief. Daarom zoeken wij het in het verleden.” “Vandaar die kleding uit de jaren zestig”, zei Hans begrijpend. “Jullie houden je vast aan dingen die geweest zijn. Verlangen naar het verleden.” “Juist”, zei Zicky. “Het verleden biedt een schat aan kansen. Wij houden ons niet aan de drie bekende dimensies waar het leven zich afspeelt binnen de begrenzingen van een overvolle, milieuvervuilde wereld, maar creëren het liefst plaatsen in de vierde Zorgmagazine
29
In het voorjaar werd ’t Dijkhuis in gebruik genomen, een hypermodern verpleeg- en woonzorgcentrum in Borne. Het multifunctionele complex is een gezamenlijk project van de Trivium Meulenbelt Groep en Stichting Woonbeheer Borne en bestaat uit een verpleeghuis met 94 plaatsen, 92 zelfstandige zorgappartementen van 80 m2 en 15 private appartementen van 100 m2. ’t Dijkhuis staat op de plek van het voormalige verzorgingshuis ’t Dijkhuis.
door Trivium Meulenbelt
’t Dijkhuis, comfortabel wonen met zorgvoorzieningen In afwachting van de vervangende nieuwbouw verbleven de verzorgingshuiscliënten geruime tijd in het Intermedium, een complex voor tijdelijke behuizing van Trivium in Hengelo. Zij zijn nu terug in hun vertrouwde Borne en bewonen de ruime zorgappartementen. Borne beschikt met het nieuwe centrum nu ook over een verpleeghuis waar hoogwaardige, complexe 24-uursverpleging geboden wordt.
’t Dijkhuis is tevens een dienstencentrum van waaruit zorg en service aan bewoners van de appartementen geleverd wordt. Bewoners met een zorgindicatie huren zelfstandig een zorgappartement via de Stichting Woonbeheer Borne, die de woningen in beheer en eigendom heeft. De zorg wordt door Trivium vanuit ’t Dijkhuis geboden.
die het centrum biedt.
“Activiteitencentrum biedt professionele ondersteuning” Het Activiteitencentrum in ’t Dijkhuis biedt professionele ondersteuning, zodat ouderen langer zelfstandig kunnen
blijven wonen. Naast activiteiten en sociale contacten kan het Activiteitencentrum ook begeleiding en behandeling aanbieden door diverse disciplines, zoals fysiotherapie, logopedie, ergotherapie, diëtist, psycholoog en maatschappelijk werk.
In het complex zijn een groot aantal algemene voorzieningen gevestigd: een servicepunt van het ziekenhuis, apotheek, praktijken van huisartsen en tandarts, praktijk
voor fysiotherapie, logopedie, psychologie en podologie. Daarnaast zijn er een kapsalon, winkel, restaurant en een ondergrondse parkeergarage.
’t Dijkhuis ligt in een groene woonwijk en tegelijkertijd aan de rand van het centrum van Borne. Het naastgelegen Kulturhus De Bijenkorf biedt een scala aan culturele voorzieningen, waaronder de gemeentelijke bibliotheek en een theaterzaal.
“Zelfstandig wonen in comfortabele appartementen” Trivium beheert en verhuurt 15 luxe private appartementen in ’t Dijkhuis. Deze zijn bestemd voor particulieren die een veilige woonomgeving zoeken, waarin zij, indien nodig, gegarandeerd goede zorg en aanvullende diensten kunnen ontvangen. In tegenstelling tot de zorgappartementen is voor het huren van deze appartementen een indicatiestelling niet vereist. Ook mensen met een handicap of chronische ziekte komen voor deze appartementen in aanmerking.
In het verpleeghuis van ‘t Dijkhuis wonen cliënten zoveel mogelijk zelfstandig in een eigen kamer binnen wooneenheden, bestaande uit acht 1-persoons kamers. Er is veel aandacht voor privacy en veiligheid. Cliënten kunnen de regie in handen houden en gebruik maken van alle voorzieningen 30
Zorgmagazine
Zorgmagazine
31
De Regionale Instelling voor Beschermende Woonvormen Twente, kortweg RIBW Twente, biedt woonbegeleiding in vele vormen aan mensen, in Twente, met langdurige psychiatrische problematiek en/of psychosociale en andere problemen. Het gaat om mensen die zich niet - of nog niet - zelfstandig kunnen handhaven in de samenleving. door RIBW Twente
Vrijwilligerswerk bij de Stichting RIBW Twente! Het doel is deze mensen in staat te stellen zo optimaal mogelijk in de maatschappij te functioneren. De begeleiding en ondersteuning is vooral gericht op de mogelijkheden, wensen en behoeften van de individuele cliënt en niet zozeer op zijn problemen of beperkingen.
Belangstelling voor vrijwilligerswerk bij de RIBW Twente? Voor informatie kunt u contact opnemen via telefoonnummer 074-250 23 29 met Wilma Faber, personeelsfunctionaris.
“Onder de mensen blijven vind ik belangrijk”
Forever Young door Henk Sieben
In de nabije toekomst zullen de enorme verzorgingspakhuizen voor bejaarden plaatsmaken voor kleine particuliere woongemeenschappen. Hier kan men naar eigen inzicht goedgemutst de laatste levensperiode doorbrengen. Men wordt bijgestaan door verpleegkundigen die van wanten weten en die, al dan niet via het internet, de hulp bieden die nodig is. Verder is alles in eigen beheer op een huismeester na die ondermeer kleine onderhoudswerkzaamheden verricht. Er is een rookvrij internetcafé en een gemeenschapsruimte waar men in de avonduren muziek van ieders voorkeur kan maken en beluisteren. Natuurlijk is er ook een stilteruimte waar men zich desgewenst kan terugtrekken om te bidden.
Waar het uiteindelijk omgaat is dat de levenslust zo lang
32
Zorgmagazine
mogelijk behouden blijft. Zo worden er literaire avonden georganiseerd en de LP’s uit de jaren ‘60 en ‘70 gedraaid dat het een lieve lust is. Levenslust wordt namelijk vastgehouden door de herinnering aan de jeugd levend te houden. Muziek speelt hierin een belangrijke rol. Door muziek uit de jeugd te draaien voel je je weer heerlijk jong, Forever Young om met Bob Dylan te spreken. De mogelijkheden zijn eindeloos. Men kan er høken, met rollator en al, dansen en naar films kijken. De herinnering aan Woodstock wordt levend gehouden, aan The Doors en aan The Rolling Stones maar ook aan Bach en natuurlijk ook aan Gert en Hermien. En als men een partijtje wilt schaken kan dat ook.
Het wordt echt een feest om in zo’n woongemeenschap voor ouderen te leven. Ik verlang er nu al naar.
Hilbert vertelt: “Ik ben Hilbert Smit, ben 54 jaar, gehuwd en heb 2 kinderen. Als hobby ben ik bij een voetbalvereniging betrokken bij activiteiten van de veteranen. Daar heb ik de functie van secretaris en ik voetbal zelf nog actief mee. Ook train ik om het jaar de lagere seniorenelftallen. Ik was werkloos geworden en wilde wel iets gaan doen. ‘Onder de mensen blijven’ vind ik belangrijk.
In dagblad Tubantia zag ik een vacature waarin een vrijwillig buschauffeur werd gevraagd bij de Stichting RIBW Twente. Daar heb ik toen op geschreven. (De mogelijkheid van busvervoer tegen een kleine vergoeding is een extra service die de RIBW haar cliënten biedt en daarvoor zocht de RIBW Twente een aantal vrijwillige chauffeurs). Op het Centraal Bureau in Hengelo ben ik toen uitgenodigd voor een gesprek. Het klikte meteen. Na een proefrit bij een rijschool en een medische keuring, waarbij het er vooral om ging of mijn
ogen goed genoeg zijn om de bus te mogen besturen, bleek alles in orde. Er was dus geen beletsel om mij als vrijwillig chauffeur aan te stellen!
De mensen die wonen bij de RIBW Twente hebben, als overal, zeer veel verschillende karakters. Soms vervoer je iemand die erg veel aandacht vraagt, wat niet altijd mogelijk is, omdat het verkeer je aandacht nodig heeft. Dan zijn er mensen die meer over familiare dingen praten, voornamelijk dames. Vervoer je een groepje mensen, dan weet de een het nog beter dan de ander. Vervoer ik een stil type, dan stel ik me ook vaak wat terughoudend op. Vervoer ik dit type mensen meerdere keren per week dan schept dat toch een band en merk ik dat mensen me gaan vertrouwen. Langzaam raak je zo in gesprek en krijg je elke keer meer over hun leven te horen.
Ik heb het al snel in de gaten als er op een woongroep iets aan de hand is. Want laten we eerlijk zijn, in een woongroep van vijf personen zijn er altijd wel meer meningen over het een of ander. Als het een probleem betreft wat kan worden opgelost, dan geef ik dit aan de begeleiding door. Er wordt dan ook direct iets mee gedaan.
“Ik heb het al snel in de gaten als er op een woongroep iets aan de hand is”
Je kunt ook wel wat meemaken op een rit. Zo heb ik ongeveer twee jaar geleden, in november meen ik, in een sneeuwbui gezeten. Achteraf wel leuk, maar toen niet. Ik zou een mevrouw uit Hengelo halen. ’s Middags begon het enorm te sneeuwen, dus voorzichtig naar een gebouw van Mediant in Hengelo gereden om mevrouw op te halen. Toen al reden er geen treinen meer en ook de taxi’s staakten hun ritten. Maar ik zat in Hengelo dus wat moest ik? Doorrijden dus! Ik heb over een afstand van een paar kilometers drie uren gedaan. Vóór ons vielen nog twee bomen over de weg, die bezweken door hun sneeuwlast, maar we hebben geen schade opgelopen en kwamen veilig thuis.
“Mensen zijn ontzettend dankbaar” Het leuke van dit werk is dat mensen ontzettend dankbaar zijn en dat ook laten blijken. Dan zijn de complimenten zo eerlijk en oprecht! Sommige mensen hebben een blind vertrouwen in me. Blind letterlijk genomen; als ik zeg dat ze het stapje naar beneden kunnen doen, zie ik hen zonder te twijfelen de stap wagen. Ook de bedankjes dat je weer op tijd bent, dat je aan vele dingen denkt, bijvoorbeeld een muntje voor de rolstoel bij het ziekenhuis, zijn hardverwarmend! Ik wil dit werk niet missen en hoop het nog lang te kunnen doen!”
Zorgmagazine
33
Achttien nieuwe stagiaires zijn in september 2006 begonnen met een stage als onderdeel van hun opleiding tot verpleegkundige. Ze werken op de twee leerafdelingen van Streekziekenhuis Koningin Beatrix. De leerlingen werken zelfstandig, maar krijgen begeleiding en ondersteuning van een gediplomeerd verpleegkundige.
door Streekziekenhuis Koningin Beatrix
Leerafdelingen in het Streekziekenhuis Koningin Beatrix groot succes
Het SKB heeft er om diverse redenen voor gekozen te starten met een leerafdeling. Er is een toenemende vraag van opleidingen om stagiaires te plaatsen.
“Investeren in onze toekomstige collega’s” Door een bijdrage te leveren aan de opleiding van verpleegkundigen, investeren we in onze toekomstige collega’s, deze investering is zeker de moeite waard. De grote aantallen stagiaires vragen echter een forse inspanning van de zorgafdelingen. Om deze druk te verminderen en te zorgen voor een goede begeleiding van de stagiaires is gekozen voor concentratie op een leerafdeling.
Ook was de ervaring in de praktijk dat kersvers afgestudeerde verpleegkundigen nog de nodige kennis en vaardigheden misten. De vernieuwde opzet van een ’geleide leeromgeving’ biedt de mogelijkheid aan stagiaires om de nodige competenties te verwerven. Op 34
Zorgmagazine
de leerafdeling hebben stagiaires niet alleen de zorg voor patiënten, maar organiseren en verdelen na verloop van tijd het werk ook zelf. Zo leren ze de naast de complete zorg voor hun patiënten, ook de organisatie van een afdeling goed kennen. Deze nieuwe vorm van leren bevalt erg goed. De stagiaires voelen een grotere verantwoordelijkheid, ze werken meer samen en geven aan veel te leren. De verpleegkundige werkbegeleiders moeten leren om coachend te begeleiden en zien hierin een uitdaging. Zowel de stagiaires als de verpleegkundigen zijn enthousiast.
“Leren is als de horizon: er komt geen einde aan” Een leerafdeling vraagt een andere samenwerking tussen stagiaire en verpleegkundig werkbegeleider, maar het vraagt ook intensieve samenwerking tussen opleidingsinstituten en het ziekenhuis en dit leidt tot discussies over kennis, competenties en opleiden. Ook een leerzaam traject.
De eerste leerafdeling is begin 2006 van start gegaan op verpleegafdeling D1. Hier worden zowel patiënten met complexe als minder complexe chirurgische aandoeningen verpleegd. De stagiaires kunnen hier hun leerdoelen behalen op verschillende niveaus. Vanwege het succes van deze leerafdeling is er in februari 2007 ook op afdeling D2/E2 gestart. Hier bieden verpleegkundigen en stagiaires zorg aan met name geriatrische en oncologische patiënten.
De introductieweek van de groep van achttien zit er op, ze zijn enthousiast en leergierig begonnen. We hopen dat ze na twintig weken een stuk verder zijn in hun ontwikkeling tot competente verpleegkundige en dat ze het motto van de leerafdeling overnemen: “Leren is als de horizon: er komt geen einde aan.”
Zorgmagazine
35
Toen ik begin jaren ‘80 als wijkverpleegkundige ging werken, werd ik aangenomen om een team van de kruisvereniging te komen versterken. Ik was jong, onervaren, idealistisch en al gedreven. Toentertijd werden er nog geen protocollen en kwaliteitsplannen geschreven. door Ida von Gabain, manager thuiszorg bij Thuiszorg Noord West Twente & De Koppel, rayon Almelo
Reis door de ontwikkeling van de thuiszorg Als wijkverpleegkundige was je verantwoordelijk voor je eigen wijk en cliënten. Je werkte doelgericht, coördineerde de totale zorg en verspilde geen overheids’centen’. De cliënt stond ook toen al centraal en je leverde, behalve kwaliteit, ook service en aandacht. Veel administratie werd er toentertijd niet van mij verwacht.
Je werkte ‘s morgens in de zorg en ‘s middags zag je alle kleuters en zuigelingen, je fietste in je eigen wijk en kende van vele bewoners de specifieke dingen. Een preventief huisbezoek van een oudere of aanstaande moeder was een standaard taak, begeleiding van familie van een ernstig zieke cliënt, een normale zaak.
Echter de tijden veranderen maar niet inhoudelijk qua welzijn en zorg, de overheid wil alles efficiënter en kwaliteit waarborgen. Protocollen, uniformiteit van zorg en kwaliteitscertificaten komen ‘in’, steeds meer tijd moet worden besteed aan administratie vanwege alle regelgeving.
“Ontschotting van zorg, tijdsregistratie van producten, concurrentie, schaalvergroting, woonzorg-zones, het is heden ten dage gewoon zo”
Ik besloot iets anders te gaan doen en volgde een managementopleiding, mijn inzicht in het hoe en waarom van al die administratieve regeltjes kwam tot ontwikkeling. Ontschotting van zorg, tijdsregistratie van producten, concurrentie, arbo, fusies, schaalvergroting, aanbestedingen, woon-zorg-zones, het is heden ten dage gewoon zo.
De kruisvereniging als zodanig bestaat al lang niet meer, maar wie weet komt er weer een andere kleinschalige vorm van totale zorgverlening. Decentralisatie van zorg, middels woon-zorg-zones, wijkteams, dat is ons toekomstbeeld. Als ik terugkijk op alle thuiszorg ontwikkelingen de laatste 25 jaar, heb ik me niet verveeld.
Vakantiefoto Ben je eindelijk op vakantie, staat je telefoon eindelijk eens echt uit. Ben je eindelijk eens weg, weg van je werk en verplichtingen en dan... kom je dit tegen! Ik moet zeggen, ik kon het niet laten om het toch even te fotograferen, want wie weet is zo´n foto nog eens ergens goed voor. En volgens mij is ie uitermate geschikt voor... De fotograaf, werkende bij Philadelphia
Het was april 1975 Het was april 1975. Ik was toen werkzaam op verpleeghuis De Cromhoff in Enschede, nu onderdeel van Livio. In die tijd volgde ik hier de opleiding tot ziekenverzorgende onder de bezielende leiding van de heer Buiting. Verder hadden we les van dr. Post, Lenie Leushuis en dr. Kool. Zuster Mazeland had haar kantoor boven de ingang en hield alles scherp in de gaten. door Gerda van Duren-Nijboer, medewerkster bij Livio, locatie Het Meijersveld te Neede
Het onderscheid tussen gediplomeerden en leerlingen was te zien aan de uniformen in die tijd. Leerlingen droegen een lichtblauwe jurk met daaroverheen een witte barakschort, deze was stijf gesteven. Het lichtblauwe kraagje er weer keurig overheen. Op de afdeling werd ’s morgens rapport gelezen, dan werd er iemand aangewezen die dat moest doen. Af en toe werd er dan gecontroleerd op het (niet) dragen van ringen en lengte van de nagels. Het hoofd van mijn afdeling, zuster Dollenkamp, was hier erg alert op.
In die tijd gingen we nog met een groot aantal bewoners op vakantie. Eén jaar was ik ook van de partij. Met twee bussen vertrokken we naar IJmuiden voor een periode van twaalf dagen. We verbleven in de Seinpost direct aan zee. Het was een gebouw met twee slaap36
Zorgmagazine
vleugels, één voor de bewoners en één voor de medewerkers. Hiertussen zat een zeer ruime huiskamer. Het was geweldig. Het warme eten werd verzorgd door het restaurant ‘de IJmond’ naast ons. De broodmaaltijden verzorgden we zelf. Er werd gewandeld over de pier of we gingen naar de visafslag om vis te kopen. Verder stonden er diverse uitjes op het programma. Eén uitstapje ging naar Haarlem, een dagtocht naar Amsterdam, waar een rondvaart door de grachten werd gemaakt. De terugweg ging via Schiphol en door de bollenvelden. Wat genoten we met ons allen! Eén dag was gereserveerd als bezoekdag voor familie van de bewoners. Er kwam veel familie en het was prachtig weer, dus konden we heerlijk buiten zitten. Opeens hoorden we muziek en kwam de IJmuider harmonie met een majorettekorps voor ons op het grasveld optreden. Geweldig!
In huis werden er ook allerlei activiteiten georganiseerd door onder andere Els Folsche (werkt nu nog steeds bij Livio). Zo was er een avond gevuld met een folkloristische dansgroep. We voerden zelf een toneelstukje op en werden veel spelletjes gedaan. Dr. Post speelde piano en er werd dan flink meegezongen.
Misschien zijn er nog mensen werkzaam in de zorg, die zich dit allemaal nog kunnen herinneren, o.a. Anita Bellers, Annet Bos, Annie Hedeman, Joke van Benthem (hupsnuffel), Jan Wijma, Anneke Boeve, Astrid Rietman, Shirley Postma en Annette Wolberts. Dat ik zelf nog zoveel weet heeft te maken met het feit dat ik van deze twaalf onvergetelijke dagen toen een dagboek heb bijgehouden met foto’s. Goede oude tijd? Zorgmagazine
37
Herstellen na een beroerte op de Schöppe namens het multidisciplinaire team reactivering, S. Schiphorst, locatiemanager de Schöppe, ZorgAccent
Binnen afdeling de Schöppe (locatie Krönnenzommer) verlenen we zorg aan mensen met een lichamelijke beperking, de somatische cliënten. Het verblijf op de Schöppe is in te delen in twee categorieën: de longstay en de reactivering. Longstay houdt in dat mensen langdurige zorg nodig hebben en op de afdeling wonen. Bij reactivering verblijven cliënten tijdelijk op de Schöppe om te herstellen van een medische ingreep (bijvoorbeeld een knie- of heupoperatie).
38
Zorgmagazine
Het project CVA reactivering sluit aan bij de CVA reactiveringszorg, onderdeel van het CVA zorgcircuit Almelo en omstreken. In dit zorgcircuit werken de Ziekenhuisgroep Twente locatie Twenteborg, de verpleeghuizen in Almelo, de thuiszorg en een aantal verzorgingshuizen nauw samen om mensen te reactiveren. Door aan te sluiten bij deze bestaande samenwerking kunnen cliënten uit ons werkgebied in hun eigen gebied herstellen na een beroerte. Tot twee jaar geleden was dat alleen binnen Almelo mogelijk.
“Project CVA reactivering succesvol” Een jaar na de start van het project CVA reactivering bleek er al meer vraag te zijn dan dat er plaatsen waren op de Schöppe. Het aantal bedden dat door de verschuiving van longstay cliënten naar de locatie Parallel vrij kwam is gebruikt om de reactivering uit te breiden. Uiteindelijk is de reactivering uitgebreid naar 15 bedden en hebben we nu meer mogelijkheden om CVA reactivanten op te kunnen nemen. Om de CVA cliënten dezelfde zorgverlening te geven als binnen het zorgcircuit van Almelo en omstreken, zijn medewerkers geschoold in het NDT (Neuro Developmental Treatment) principe. Dit is een specifieke benadering richting de cliënt, die het herstel bevordert. Daarnaast heeft een eerste groep medewerkers dit jaar een scholing gevolgd over onderwerpen als cognitie, emotie en gedrag na een CVA. Een waardevolle aanvulling voor de verzorging en begeleiding van de cliënten die herstellen van een beroerte. De tweede groep start in het najaar met deze cursus.
“Gezamenlijke aanpak” Binnen de reactivering wordt gewerkt met een team bestaande uit verschillende disciplines, zoals een verpleeghuisarts, een psycholoog, een fysiotherapeut, een ergotherapeut, een maatschappelijk werkende en een geestelijk verzorger. Dit team werkt aan de zelfredzaamheid en zelfstandigheid van de cliënt, zodat deze op korte termijn weer naar de eigen woonomgeving kan. Wekelijks vindt er een multidisciplinair overleg (MDO) plaats, waarbij de verschillende disciplines melden hoe het met de voortgang van het herstel van de cliënt gaat. Als alle betrokken disciplines aanwezig zijn dan zitten er al gauw 10 personen om de tafel. Het MDO wordt gebruikt voor afstemming van de zorg en therapie, het bewaken van de voortgang van het reactiverings-proces. Welke therapie of therapieën krijgt de cliënt? Halen we het gestelde doel van de reactivering of moeten we dit bijstellen? Wat spreken we af op het moment dat de cliënt met ontslag naar huis gaat? Wie doet wat?
“Reactivering 24 uur rond” Het voordeel van een gezamenlijke aanpak is dat iedereen bijdraagt aan de therapie, en dus aan het herstel van de cliënt. Alles met en rondom de cliënt staat in het teken van reactivering. Dit is als een rode draad door de hele opname periode. Zo kan een verzorgende bijvoorbeeld ook oefenen met het lopen met een cliënt en kan de activiteitenbegeleider samen met een cliënt werken om weer te kunnen strijken. De
muziektherapeut vult de oefeningen van de logopedist aan. Zo kan er 24 uur aan het herstel gewerkt worden.
Het CVA project was vastgesteld voor de duur van twee jaar. Na deze termijn zijn alle betrokken disciplines geënquêteerd. Hoe vinden zij dat het gaat, wat zijn de verbeterpunten en wat is het advies aan het managementeam: doorgaan of niet? Het advies was unaniem: doorgaan. Ook vanuit de cliënten zijn de meeste reacties over het verblijf, de behandeling en therapie positief. De aandachtspunten die cliënten ons aangeven, worden ter harte genomen en waar mogelijk proberen we onze zorgverlening te verbeteren.
“Positieve aanvulling” In juni 2007 heeft het managementteam besloten dat de CVA reactivering een positieve aanvulling is en dat het wordt opgenomen in het totale aanbod van zorgproducten. Op de afdeling zijn inmiddels 15 bedden beschikbaar voor reactivering. Niet alleen reactivering voor CVA cliënten, maar ook voor cliënten die moeten herstellen na een heup- of knieoperatie of na een hart- of longoperatie. Binnen de reactiveringsunit blijven we continu onze zorgverlening verbeteren. We zijn inmiddels bezig een cliëntentevredenheidsonderzoek op te zetten voor als de cliënt met ontslag gaat. Op deze wijze hopen we de mening van de cliënt nog nadrukkelijker naar voren te laten komen en daar waar mogelijk de zorgverlening aan te kunnen passen.
Zorgmagazine
39
Zorggroep Manna in Enschede is maandag 20 augustus begonnen met verbouwactiviteiten ter realisering van een uniek nieuw project in het kader van kleinschalig wonen, Veilig Vertrouwd Verzorgd (VVV), de Meerzorgafdeling. Met de start van de bouwactiviteiten werd door Stichting Vredehof een donatie van €10.000,- overhandigd ten behoeve van de realisatie van de keuken voor de Meerzorgafdeling.
door Zorggroep Manna
Donatie bij start project kleinschalig wonen Zorggroep Manna De donatie van Stichting Vredehof, ten behoeve van de keukeninrichting, werd in een gezamenlijke bijeenkomst van bewoners en medewerkers overhandigd aan de directie van Zorggroep Manna, mevrouw de Jong en de heer Elbertsen, door de heren Hofman en Wormgoor namens Stichting Vredehof.
“Het leven zal een afspiegeling zijn van een gewoon huisgezin” Het VVV project geldt voor bewoners van Manna, die baat hebben bij een woonvorm, waar de dagelijkse handelingen een normale plaats krijgen. Wonen is gewoon, maar de institutionele omgeving van een verzorgingshuis, waarbij sprake is van deelname aan Meerzorg, minder vanzelfsprekend. Het
VVV project maakt wonen buitengewoon.
Om het kleinschalig wonen goed inhoud te geven, zal het leven een afspiegeling zijn van een gewoon huisgezin. Er is sprake van een ‘willekeurig’ bij elkaar gezette groep volwassenen die met elkaar wonen en een huishouden vormen. Alle dagelijkse beslommeringen moeten worden bezien als een activiteit waarbij de bewoner actief wordt betrokken. De groep is bezig met alle zaken die ook in een gewoon huis, in een willekeurige straat of bij u thuis plaatsvinden. Alle activiteiten vinden plaats met behulp van, of in aanwezigheid van de huisgenoten. De gewone, dagelijkse handelingen in het huishouden zijn onderdeel van de dagbesteding van de bewoner. Het biedt een structuur voor de hele woongroep. Hieraan ontleent de bewoner veiligheid, geborgen-
De directie van Zorggroep Manna, mevrouw de Jong en de heer Elbertsen en de heren Hofman en Wormgoor namens Stichting Vredehof. 40
Zorgmagazine
Foto: Robert Hoetink
heid, vertrouwdheid, nabijheid, herkenbaarheid, huiselijkheid en vrijheid. Een kleinschalige woonvorm is uitermate geschikt voor een deel van de bewoners die hulp nodig hebben. Te denken valt hierbij aan dementerenden, maar ook mensen met andere ziektebeelden kunnen er baat bij hebben om in een kleinschalige woonvorm te wonen. Een plek waar je jezelf kunt zijn, waar je je thuis voelt.
“Een plek waar je je thuis voelt” Omdat zelfstandig koken binnen de groep ook aan de orde is, is een keuken nodig. Ter realisatie van de keuken heeft Zorggroep Manna o.a. een beroep gedaan op het Vredehof Donatie Fonds. Het Vredehof Donatie Fonds ondersteunt in financiële zin projecten of initiatieven, liefst in Twente, met een eenmalig karakter of projecten/initiatieven die ter realisatie een stimulans nodig hebben. Jaarlijks stelt Stichting Vredehof, die tevens aandeelhouder is van Vredehof Uitvaartverzorging, een budget ter beschikking waar een beroep op kan worden gedaan. Gericht wordt op initiatieven in het kader van zorg in brede zin of specifiek rondom het overlijden. Te denken valt hierbij dan bijvoorbeeld ook aan donaties voor palliatieve- en nazorg initiatieven, voor specifieke opleidingen, voor hospice ontwikkelingen enz.
Zeilen op de wind van vandaag
door Albert Heim, Reggeland
Gisteren zong Willeke Alberti dit lied op de televisie.
Toen je dacht: ik word gedragen, moest je sjouwen
Het is altijd anders dan we verwachten in het leven, denken we.
Toen je dacht: ’t is even slikken, moest je kauwen
En het geeft ons reden tot klagen en ontevredenheid.
En net toen je naar buiten wou, naar binnen
En dan ben ik nog gezond en onafhankelijk en heb de mogelijkheid tot het maken van keuzes.
Toen je dacht: ’t is me teveel, toen werd het minder
Ik moet zeilen op de wind van vandaag.
Toen je dacht: dat je iets won, heb je verloren
Toen je dacht: ik wil wel stoppen, juist beginnen
Toen je dacht: ik ben een rups, bleek je een vlinder En toen je dacht: nou ga ik dood, werd je geboren
De mensen die we verzorgen moeten dat ook. Ik lig in gedachten in een verpleeghuisbed en bedenk dat alles anders loopt dan ik voor ogen had. Mijn behoeften zijn niet anders dan toen ik nog gezond was.
Je moet zeilen op de wind van vandaag De wind van gisteren helpt je niet vooruit De wind van morgen blijft misschien wel uit Je moet zeilen op de wind van vandaag
Ik ben nog steeds mens met mijn gedachten. Het leven liep anders dan ik verwachtte. Ik moet zeilen op de wind van vandaag.
Toen je dacht: nou wordt het beter, werd het slechter Toen je dacht: ik geef het op, bleek je een vechter En toen je dacht: een realist te zijn, een dromer Toen je dacht: nou wordt het winter, werd het zomer
Met alle ontwikkelingen blijft de mens in de basis behoefte houden aan liefde, warmte, geborgenheid en veiligheid.
We moeten zeilen op de wind van vandaag…
Toen je dacht: het wordt gebracht, moest je het halen En toen je dacht: ik krijg iets terug, moest je betalen Toen je dacht: ik sta alleen, toen kon je schuilen Toen je dacht: ’t is om te lachen, moest je huilen. Je moet zeilen op de wind van vandaag De wind van gisteren helpt je niet vooruit De wind van morgen blijft misschien wel uit Je moet zeilen op de wind van vandaag. Tekst en muziek Frans Mulder Zorgmagazine
41
Werken bij AveleijnSDT, wat maakt het bijzonder?
Onderstaand verhaal kreeg ik van een medecursist, toen we in opleiding waren voor verzorgende IG 2006/2007. Het trof mij…
Stil verdriet door Alie Drent, verzorgende Team Sluitersveld, Thuiszorg Noord West Twente
door Bertha Dubbink, Thuiszorg Noord West Twente
door AveleijnSDT
Jacquelien BoekholdBruijn geniet al 13 jaar van en met cliënten Ruim 13 jaar geleden sloot Jacquelien Boekhold-Bruijn haar stage af op locatie Het Mienke in Enschede en was het moment van afscheid nemen gekomen. Afscheid nemen van cliënten en collega’s was het laatste wat ze wilde… Het is er nooit van gekomen. Nog steeds werkt ze met evenveel plezier en enthousiasme op locatie Het Mienke in de functie van assistent begeleider. De doelgroep binnen Het Mienke heeft altijd Jacqueliens hart gehad. Cliënten die een relatief grote zorgbehoefte hebben, zie je genieten van de kleinste en voor ons vaak de normaalste zaken. Jacquelien geniet dan intens mee. AveleijnSDT stimuleert dat cliënten en medewerkers zich blijven ontwikkelen en ontplooien. Jacquelien is dan ook binnen Het Mienke meerdere keren van cliëntengroep gewisseld. Daarmee is ze een voorbeeld voor cliënten hoe je met nieuwe ervaringen omgaat en nieuwe vaardigheden ontwikkelt. Jacquelien heeft haar vaardigheden en deskundigheid ontwikkeld door diverse (interne) cursussen, met als onderwerpen autisme, bejegening, oplossingsgericht werken en sexualiteit, te volgen. Cursussen die direct in de praktijk toepasbaar zijn en waarvan je direct het positieve effect terugziet. Zo is ze zich naar aanleiding van de cursus bejegening bewust geworden van de waarde van het geven van complimenten. Wanneer ze een cliënt van trots ziet glimmen na een compliment van haar, denkt ze met plezier terug aan deze cursus. Naast haar dagelijkse begeleidende werkzaamheden verricht Jacquelien aanvullende werkzaamheden. Ze is voor 42
Zorgmagazine
de locatie de roosteraar, verzorgt voor vier cliënten de boekhouding en is contactpersoon voor vrijwilligers. Taken die voor afwisseling en uitdaging zorgen en die voor Jacquelien goed te combineren zijn met haar begeleidingstaken. Als contactpersoon voor vrijwilligers ziet ze direct de toegevoegde waarde van vrijwilligers. Ze zijn onmisbaar en maken het mogelijk dat cliënten meer activiteiten ondernemen. Jacquelien hoopt dan ook dat er nog vele mensen zich aanmelden bij AveleijnSDT om als vrijwilliger aan de slag te gaan.
Alle doelgroepen, of het nu kinderen of volwassenen zijn, hebben hun eigen charmes. Werken met een groep autistische kinderen vond Monique geweldig omdat je aan de ene kant structuur moet aanbrengen, maar ook flexibel moet kunnen reageren als door onvoorspelbaar gedrag de structuur aangepast moet worden. Recent heeft Monique voor een volwassenengroep de werkgroep Creactief ontwikkeld waardoor het aantal activiteiten voor de cliënten is uitgebreid en ze hun handgemaakte producten kunnen verkopen.
Monique Aldenkamp, een gepassioneerd en ontwikkelingsgericht begeleider
Monique typeert AveleijnSDT als een werkgever die alles tot in de puntjes heeft verzorgd en waarbinnen het prettig en goed werken is. Het beleid, de interne cursussen, promotiematerialen en locaties zijn van een hoogwaardige kwaliteit waardoor het HKZ-certificaat terecht is.
Onbekend met het werken binnen de gehandicaptenzorg stapte Monique in 1989 het Kinderdagcentrum De Klimop in Enschede binnen voor een oriënterende werkplek. Ze raakte op slag gepassioneerd voor het vak. Gepassioneerd om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van cliënten die jong en oud, allen puur, eerlijk en ongeremd zijn. Monique heeft in de achterliggende jaren op verschillende dagactiviteitencentra binnen AveleijnSDT gewerkt.
Gedurende haar loopbaan bij AveleijnSDT heeft Monique voortdurend cursussen gevolgd om specifieke kennis op te doen voor het werken met de doelgroep. Zo heeft Monique een cursus Autisme gevolgd en ook een cursus om te werken met materialen waardoor de zintuigen van de kinderen worden geprikkeld. Zo wordt voortdurend het beste uit haar gehaald waardoor zij optimaal de cliënten kan helpen het beste uit hen te halen.
De brief in het nachtkastje In een Engels ziekenhuis stierf onlangs een oude vrouw op de geriatrische afdeling. Toen de zuster die haar in de laatste levensfase had verzorgd, het kastje naast het bed opruimde, vond ze daarin geen voorwerpen van enige waarde. Maar wel lag er een vel papier in, dat de oude vrouw met moeizaam gevormde lettertjes had volgeschreven. Er stond:
Een vrouw van dertig ben ik en de kleintjes worden snel groot, verbonden door banden die zullen blijven.
“Wat zie je zuster? Wat zie je? Een kribbige oude vrouw, niet meer bij de tijd. Een beetje onzeker, met starende ogen. Een oude vrouw, die met haar eten knoeit en die geen antwoord geeft, als je met een hard stemmetje tegen haar zegt “Ik wou dat je het nou maar eens probeerde“. Een oude vrouw die schijnbaar niets merkt van de dingen die jij doet. Die steeds weer iets kwijt is, een kous of een schoen. Die zonder tegenstribbelen laat doen wat jij wilt. Die met wassen en eten de lange dagen laat vullen. Denk je dat? Zie je dat?
Dan komen de donkere dagen. Mijn man is dood. Ik kijk naar de toekomst en ik huiver van angst. Want mijn kinderen hebben nu zelf een gezin. Ik denk aan de jaren van liefde die ik kende.
Veertig ben ik. Mijn zoontjes zijn volwassen geworden en uitgevlogen. Maar mijn man is bij me om te zorgen dat ik niet treur. Vijftig ben ik en weer spelen er kinderen op mijn schoot.
Nu ben ik een oude vrouw.
Doe dan je ogen eens open, zuster. Je kijkt niet eens naar me. Ik zal je zeggen wie ik ben, als ik hier zo zit. Als ik plas op jouw bevel en eet, wanneer jij het wilt.
De tijd is wreed. Het is een grap van de tijd, ouderen er als dwazen te laten uitzien. Mijn lichaam is vervallen, gratie en kracht zijn verdwenen. En er zit nu een steen op de plaats waar ik ooit een hart had. Maar... binnen in dat oude karkas woont toch nog dat jonge meisje. Soms klopt mijn oude hart wat sneller. Ik herinner me de vreugde en de pijn. Ik heb weer lief. Ik leef mijn leven opnieuw. Ik denk aan de jaren die voorbij zijn, te snel vervlogen, en ik accepteer de harde waarheid dat niets kan duren.
Ik ben een jong meisje van tien, met een vader en een moeder, met broers en zusters die van elkaar houden.
Doe je ogen open, zuster, en kijk. Niet naar die kribbige oude vrouw. Kijk eens goed, zuster. Kijk eens naar... mij.”
Een bruid van twintig ben ik en mijn hart springt op als ik denk aan de belofte die ik deed. Vijfentwintig ben ik, en ik heb zelf kinderen die me nodig hebben om een veilig, gelukkig huis te bouwen.
Als we eens wat vaker naar de mens kijken, achter de cliënt.
Verleden, heden en toekomst… Ik moest gelijk denken aan een gedicht wat ik ooit eens gekregen heb van een zorgvrager. Deze mevrouw is al enige tijd overleden. Toen ik 10-12 jaar geleden bij haar werkte, hadden we het veel over haar man die dementerend was. Hoe zij hiermee omging en wat zij daarbij voelde. Op een dag had ze dit gedicht gevonden en zei: “Dit is precies wat er in mij omgaat”. Stil Verdriet Als ouderdom gaat toeslaan En je naast zo iemand leeft, Moet je leren blijven lachen Ook als dat je soms begeeft! Honderdmaal dezelfde vragen Omdat hij het niet meer weet. Dan agressie, woede en kwaadheid Om alles wat hij steeds vergeet! Het leven gaat aan hem voorbij. Hij wordt weer als een kind. Begrijpen doet hij ook niet veel En ook niet, wat hem bindt. De hele achteruitgang, Het geestelijk verblijf. De lichamelijke toestand Ook, verandering van lijf. Vroeger was hij monter, IJzersterk en vitaal. Nu moet men hem steeds helpen, Dat hoort bij deze kwaal. Niemand kan het begrijpen, Maar jij, je wordt verscheurd. Alleen zij die echt naast je staan Zien, wat er gebeurt. De hersenen verzwakken, Nee, helpen kan men niet. Maar wij, we moeten verder Met een heel groot “stil verdriet”. Ik werk nu 12½ jaar bij TNWT, maar pijn en verdriet van onze zorgvragers zijn niet tijdgebonden. Dit is voor hen en mij ‘verleden, heden en toekomst’.
Zorgmagazine
43
Voor Jolanda Bijsterbosch is een droom in vervulling gegaan. Toen ze destijds bij Tactus een klinische behandeling volgde, haakte ze bijna af omdat haar terriër Joepie niet mee kon. Dit motiveerde de ‘beestengekke’ ervaringsdeskundige een eigen afdeling in een dierenhotel te beginnen.
“Kijk eens wat ik gekregen heb”, zegt ze. Ze houd me een grote kaart voor met daarop een gedicht. “Deze mevrouw lag naast me in het ziekenhuis en kreeg er net zo een.” Toen ik haar zei dat ik het zo mooi vond, beloofde ze me er net zo een te sturen en dat heeft ze gedaan. Lief he? door Cynthia Peperkamp, Thuiszorg Noord West Twente
door Peter van de Vondervoort, Tactus Verslavingszorg Jolanda Bijsterbosch en Henk Bannink
Jolanda runt dierenhotel in Lochem Jolanda begon drie jaar geleden als vrijwilliger in dierenpension Het Grote Veld, gelegen langs de provinciale weg N346 van Lochem naar Zutphen. Eigenaar Henk Bannink zag mogelijk- heden, vooral omdat ze het geen probleem vond er in het weekend al vroeg voor uit de veren te komen. Dit tekent Jolanda, ze kan ergens helemaal voor gaan. Ze volgt nu een opleiding om een dierenpension te mogen runnen. Henk Bannink geeft haar alle steun om een speciale afdeling op te zetten voor huisdieren van cliënten die voor een langere periode in behandeling zijn of worden opgenomen. Ideaal was ook dat Henk haar huisvesting aanbood om bij het dierenhotel te komen wonen.
“Alle huisdieren tegen kostprijs” Voor de kosten hoeft een cliënt het niet te laten, want Jolanda rekent alleen een bijdrage per dag voor voer en eventuele medische kosten. Kost een grote hond € 10 per dag, Jolanda rekent slechts € 1 exclusief medische kosten. Voor een kat is dat € 7 per dag, terwijl Jolanda slechts € 1 rekent voor een lekker maaltje Whiskas. De vraag is dan ook wie hier Zoete Lieve Gerritje is? Jolanda Bijsterbosch: “Cliënten kunnen tegen kostprijs bij me terecht omdat ik uitga van bijdragen van GGZ-instellingen in de regio. Zo
De toekomst van de zorgsector Om geld binnen te halen voor de zorg, moet je er bovenop zitten. Daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen. Daarom heeft hun moeder ze er alvast bovenop gezet. Van links naar rechts: Wout 3 jaar, Eline 3 jaar en Linda 9 jaar. Kinderen van Thea Bulthuis, Zorgcentrum Wierden (ZCW)
steunt Tactus me bijvoorbeeld bij de PR en is een mooie wervingsfolder via Jeannette Ooink tot stand gekomen en heb ik inmiddels ook een toezegging tot sponsoring van GGNet en RIBW Oost Veluwe. Maar in deze opstartfase is het nog allerminst een vetpot, dus giften en sponsors zijn nog zeer welkom.”
“Vogeltjes en een konijn” De afstand tot Lochem blijkt voor cliënten niet zo’n bezwaar. Zo bracht er al een cliënt uit Enschede zijn hond. Het dierenhotel herbergt niet alleen honden of katten, maar ook paarden, konijnen, cavia’s of zelfs vogels zijn welkom. We zijn dan ook ‘beestengek’, laten Jolanda, vrijwilligersvriendin Jacqueline en ROC-stagiaire Janine in koor weten. “Mocht vervoer een probleem zijn, dan valt daarover te praten”, besluit Jolanda enthousiast.
Meer informatie: www.hetgroteveld.nl of tel. 06 22132880. Ook kun je via Jeannette Ooink van Tactus een folder opvragen via telefoonnummer: 0570-500 100 of e-mail:
[email protected]
De onvoorstelbare liefde tussen een ouder en een kind De woorden op de kaart ken ik goed. Het is het gedicht dat ik op de begrafenis van mijn vader heb voorgelezen. Ik hoor mezelf de woorden weer oplezen en mijn ogen branden. “Heel erg mooi”, zeg ik. “Hoe gaat het nu met u?” “Niet zo goed”, antwoordt ze. “Ik voel dat ik achteruit ga.” Ik ga naast haar zitten en houd haar hand vast. Ik merk dat het me zeer doet dat ze zoveel verdriet heeft. Ze zegt me steeds dat ze wel toe is aan het sterven, maar moeite heeft om haar kinderen achter te laten. Vooral haar dochter wil ze niet ‘alleen laten’. “Mijn dochter gaat volgende week twee weken naar Zuid-Frankrijk met haar gezin”, vertelt ze me. “Ik zie er zo tegenop dat ik haar dan twee weken niet zie.” “Maar”, vertelt ze erbij, “ik zeg dat maar niet aan haar. Ze heeft haar vakantie hard nodig.” Ik vraag haar of ze het fijn vindt als ik dan wat vaker langskom. Dit wil ze graag.
Als ik later bij haar wegga denk ik aan al haar woorden. Aan de pijn en het verdriet die ze heeft, maar waar ze weinig over klaagt om haar kinderen geen verdriet te doen. Aan de liefde die ze heeft voor haar kinderen. Aan de woorden van haar dochter die ik de week ervoor had gesproken. Aan hoe vreselijk zij het vindt dat haar moeder zo slecht in orde is en hoe ze er alles aan doet om het voor haar zo draaglijk mogelijk te maken. Aan hoe zij haar eigen woorden verzacht om haar moeder niet ongerust te maken.
Ik denk aan hoe mijn vader dit ook deed. Aan de woorden die hij nooit zei, maar die ik wel voelde toen hij zo aan zijn ziekte leed. En aan hoe veel verdriet het me deed dat hij zo’n lijdensweg had. Ik denk aan de woorden die ik verdraai voor mijn kinderen om leed te verzachten. En de pijn die ik voel als zij verdriet hebben.
Als ik ‘s avonds mijn zoon naar bed breng vraagt hij naar 44
Zorgmagazine
haar. “Gaat het weer helemaal goed met haar, mama, of is ze bijna dood?” Het grote contrast in deze zin ontgaat hem, maar ik antwoord dat het wel redelijk met haar gaat en dat ik niet weet wanneer ze dood gaat. Dan zegt hij: ”Mama, als ik dood ga, beloof je me dan dat je niet zelf ook dood gaat?” Ik schrik ervan en als ik vraag hoe hij daar bij komt zegt hij dat hij me tegen een vriendin hoorde zeggen dat ik niet meer zou willen leven als mijn kinderen iets overkwam. Ik zeg hem dat hij en zijn zusje het belangrijkste in mijn leven zijn en dat ik zonder hen nooit meer zou kunnen lachen. Dan zegt hij: “Mama, beloof me dat je zult blijven lachen, dat je dan net zo goed voor mijn zusje zorgt als je altijd voor mij hebt gedaan”. Ik zeg dat ik dan zal blijven leven en ook goed voor zijn zusje zal blijven zorgen en probeer niet in tranen uit te barsten bij zijn lieve woorden. Dan pakt hij mijn hand en zegt: “Dat bedoel ik niet mam, ik bedoel, ik wil dat je blijft lachen, dat je gelukkig bent, als jij verdrietig bent dan ben ik dat ook en dan is het in de hemel ook niks aan”.
Mijn lieve zoon is twaalf, ik ben vijfendertig. Mijn vader stierf met zestig jaar en de mooie oude dame voor wie ik vrijwilligster ben is 85. Terwijl ik met natte ogen in de armen van mij zoon kroel denk ik aan de onvoorstelbare liefde tussen een ouder en een kind. Die liefde is allesomvattend en kent geen tijd en geen leeftijd en ook geen verleden en geen toekomst. Die liefde is er. Altijd.
In en om ons heen, nog voor de dag dat wij geboren worden... En ik ben er dankbaar voor.
“Mijn lieve kind, toen het moeilijk was, toen heb ik jou gedragen.” Zorgmagazine
45
1 juli 1993: uit een samenwerking van Verpleeghuis Eugeria en Verzorgingshuis de Klokkenbelt is Buurstede ontstaan. Buurstede is een woonzorgcomplex met 137 appartementen voor aanleuners, bewoners met verzorgingshuiszorg en bewoners met verpleeghuiszorg. Het geheel werd op een bepaalde manier gesubsidieerd door de overheid. De insteek was dat mensen hier zo zelfstandig mogelijk zouden wonen en daar waar hulp nodig was, zij die zouden ontvangen. Een mooi concept, iets dat voor mijn gevoel na een aantal jaren in heel Nederland navolging zou krijgen. door Marion Kemperink, Buurstede, Carint Reggeland Groep
Buurstede De zorg werd geleverd, indien nodig ‘met de handen op de rug’. Dat wil zeggen: dat gedeelte wat cliënten nog zelf konden doen, tijdens bijvoorbeeld een wasbeurt, deden ze dan ook zelf, maar wel met de verzorgende in de nabijheid. Er was nog tijd voor de verzorgende om sociale aandacht aan de cliënt te geven. Mensen wonen er beschermd en met een gevoel van veiligheid, er is immers 24 uur per dag zorg in het gebouw aanwezig. Mensen konden er tot het laatst toe blijven wonen. Er zijn meerdere cliënten die, dankzij het toenmalige systeem en de professionaliteit van de zorg, thuis waardig konden sterven.
46
Zorgmagazine
langs om je naar bed te helpen. En als je geluk hebt komt er overdag ook nog iemand om je met de maaltijd te helpen, of naar het toilet te begeleiden.
“De goede zorg staat nog steeds voorop, maar tijd voor iets extra’s is er bijna niet meer”
De verzorgenden zijn hier zelf ook geen voorstander van, maar de overheid dwingt de zorg daartoe. Het ‘goedkopere’ of ‘lager gekwalificeerd’ werk mag niet door een ‘duurdere kracht’ gedaan worden. (Hiermee wil ik niets over de mensen zeggen die het werk verrichten, we kunnen namelijk niet zonder elkaar. Iedereen dient respect voor elkaar te hebben, van hoog tot laag). Wordt er namelijk niet volgens die regels gewerkt, dan bestaat de kans dat dat de reden is dat je als zorginstelling bij de aanbesteding van de zorg voorbij gegaan wordt. Met als gevolg dat je geen of veel minder zorg mag leveren dan voorheen, met alle gevolgen van dien.
Langzaamaan is er echter een kentering in de zorg gekomen. De zorg is een productiebedrijf geworden, zakelijk. De subsidies werden niet meer verstrekt, Buurstede moest de eigen broek ophouden, zichzelf bedruipen. Dit had consequenties voor de manier van werken. Eerst kon alles, maar nu moeten de cliënten en de verzorgenden er aan wennen dat tijd geld is. De goede zorg staat nog steeds voorop, maar tijd voor iets extra’s is er bijna niet meer.
Mijn beeld van bijna 15 jaar geleden was dat ik de toekomst zag met overal complexen als Buurstede en ook dat verzorgingshuizen zouden gaan werken op de manier van Buurstede. Helaas, dat beeld is helemaal afgebroken, de zorg is een echt productiebedrijf geworden, hard en zakelijk. Geen indicatie? Geen zorg! En iets extra’s kan al helemaal niet meer, er staat immers geen financiële vergoeding tegenover!
De beslissingen die de overheid neemt, denk aan de marktwerking en de WMO, maken de zorg steeds onpersoonlijker en gaat naar mijn idee daardoor het kwaliteitsniveau naar beneden. Dit omdat er andere prioriteiten zijn. Was het in het verleden zo dat er steeds meer gewerkt werd om zo min mogelijk verschillende verzorgenden bij één cliënt over de vloer te hebben, nu is het zo dat er weer steeds meer verschillende gezichten bij een cliënt over de vloer komen. Eén persoon voor de huishouding, een ander om te douchen, weer een ander om een wondje te behandelen of een pilletje te geven. En ’s avonds komt er nog weer een ander
“De zorg is een echt productiebedrijf geworden, hard en zakelijk” Je zult er voor moeten sparen om op je oude dag verzekerd te zijn van zorg die naast de zorgverlening ook nog tijd over heeft voor sociale aspecten, want met name dat deel zul je dan waarschijnlijk helemaal zelf moeten bekostigen. En dan heeft de overheid denk ik bereikt wat ze wil met de marktwerking, dat zorg haar geen geld meer kost, maar geld oplevert. Zorgmagazine
47
Woningcorporatie De Woonplaats en zorginstelling AriënsZorgpalet hebben op donderdag 7 juni hun plannen voor de Menkostraat gepresenteerd aan de wijkraad en buurtbewoners. Op de plaats waar nu verpleeghuis ‘t Kleijne Vaert staat, verschijnen vanaf medio volgend jaar vier kleinschaliger gebouwen in een parkachtige omgeving. Deze panden bieden woonruimte en intensieve zorg voor 60 cliënten van AriënsZorgpalet. Daarnaast gaat De Woonplaats 60 woningen verhuren. Alle bewoners kunnen gebruik maken van voorzieningen zoals een restaurant, grand-café en ook een kuuroord maakt onderdeel uit van de plannen.
door AriënsZorgpalet
Kleinschaligheid en groen staan centraal in plannen voor Menkostraat
Verleden, heden, toekomst door Patrick de Haan, eerste medewerker vakgroep ergotherapie bij pijndivisie Revalidatiecentrum Het Roessingh
De taal die ik toen sprak
Zijn lach mag lachen
Van handen, benen, hoofden
Maakt het groeien onverbloemd
De letters zonder woorden boorden
Ben ik nu thuis hier
Raakten niets want richtten niet
En spreek de taal van aarde
De man, de man! Die in zijn zwembroek
De taal die ik zal spreken
Even stapels pillen stapelt
Van geld, getallen en de wet
Waar was ik toen
De woorden ongehoord verstoren
Ik zijn taal niet sprak
Later zijn ontwricht verdriet
De taal die ik nu spreek
Die nu nog vers verleden heeft
Van mensen binnen mensen
Genummerd daar weer leeg zal zijn
De zinnen om de woorden gloren
Heb ik ooit dan wel
Maken zo de dichter ziet
zijn eigen taal gesproken
En als de man
Het huidige gebouw ’t Kleijne Vaert voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. Het verpleeghuis biedt momenteel ruimte aan 180 cliënten die in veel gevallen op meerbedskamers verblijven. In het nieuwe plan is er meer aandacht voor het individu. Zo worden groepswoningen met eenpersoonskamers gebouwd voor 30 cliënten met psychogeriatrische of somatische aandoeningen.
“Wonen en zorg met een luxe randje” Daarnaast verschijnen er 30 woningen waarin cliënten gedurende kortere tijd intensief worden behandeld en gereactiveerd. AriënsZorgpalet streeft er bovendien naar een kenniscentrum voor reactivering te ontwikkelen. De overige 60 woningen die deel uitmaken van het plan, gaat De Woonplaats verhuren. Alle bewoners kunnen gebruik maken
van centrale voorzieningen, zoals een restaurant. Momenteel wordt de haalbaarheid van een kuuroord onderzocht. Het kuuroord met zwembad en diverse wellnessvoorzieningen is primair bedoeld voor de bewoners, maar wordt ook toegankelijk voor buurtbewoners en bijzondere doelgroepen.
“Een kleinschalig en groen plan” Waar nu een kolossaal pand van zes bouwlagen staat, is het nieuwe plan lager en groener. Het plan voor de Menkostraat bestaat namelijk uit vier halfronde gebouwen van twee of drie bouwlagen. Onderling zijn de panden verbonden met een ondergrondse parkeergarage. Daardoor is er veel ruimte voor groen en krijgt het geheel een parkachtig karakter. Daar komt bij dat in de nieuwe opzet de zogenaamde
‘groene wig’ (die in de buurt van de Oldenzaalsestraat de stad binnenkomt) beter zichtbaar wordt gemaakt.
“De planning” In januari zijn de eerste stedebouwkundige plannen voor de Menkostraat al gepresenteerd aan omwonenden, die daar overwegend positief op reageerden. Vervolgens is een uitwerking van die plannen vorige week goed ontvangen in de welstandscommissie. Op donderdag 7 juni zijn de wijkraad en buurtbewoners verder op de hoogte gebracht. De Woonplaats verwacht in september de bouwaanvraag in te dienen. De sloop van het huidige pand gaat van start zodra de huidige bewoners zijn verhuisd, naar verwachting dit najaar. Medio 2008 wordt de start van de bouw verwacht.
Kijk Henk-Jan 48
Zorgmagazine
Zorgmagazine
49
Bijzondere ontmoetingen Uit het project: 85 jaar…. nou en? De Volksuniversiteit Enschede en de Posten hebben samen met 85-jarige cliënten, stagiaires, medewerkers en vrijwilligers drie bijzondere ontmoetingen gehad over Verleden, Heden en de Toekomst. Hier is een mooi vormgegeven boekje met schitterende foto’s en teksten van uitgebracht. Onderstaand een fragment van een van deze middagen.
Omdat de toekomst steeds opnieuw begint stagiaires in de zorg van rond de 20 luisteren met verbazing en herkenning naar oude verhalen kijken diep in de spiegel dat vreugde en verdriet hetzelfde klinken uit koffergrammofoon en MP3-speler dat op de fiets naar Drente een even groot avontuur is als backpackend naar Australië dat noch uitwasbaar maandverband, noch een tampon de maandelijkse menstruatie tot een feest maakt zien vooral dat de toekomst steeds hetzelfde is: vol verwachtingen, beloftes, hoop en plannen plannen voor een leven dat de eeuwigheid van een mensenleven vult
…vroeger ging je bij de buren bellen naar de dokter, nu heeft iedereen een eigen telefoon 50
Zorgmagazine
door Ziekenhuisgroep Twente
Loopbaanloket voor wie over zijn toekomst nadenkt
door Zorgcentrum De Posten
…uitgaan, nu, het weekend begint op donderdagavond, vanaf 13/14 jaar gaan jongeren uit, drinken veel, hebben veel geld om uit te geven
Medewerkers die een andere invulling van hun verdere loopbaan overwegen, kunnen zich via het Loopbaanloket van de Ziekenhuisgroep Twente (ZGT) laten begeleiden. “Het loket is een laagdrempelige voorziening op intranet voor alle ZGT-medewerkers”, vertellen P&O-adviseurs Ingeborg Groendijk van de locatie Streekziekenhuis Midden-Twente en Marcel Rikhof van de locatie Twenteborg Ziekenhuis. “Voorwaarde is dat de deelnemers bereid zijn om tijd en energie te steken in een traject dat een aantal maanden kan duren.”
Door re-integratietrajecten, persoonlijke ontwikkelingsplannen, jaargesprekken, vergrijzing (langer doorwerken) en de veranderende organisatie zijn veel medewerkers bewuster gaan nadenken over hun loopbaanplanning. “Voorheen vulde iedere P&O-adviseur loopbaanbegeleiding op zijn of haar eigen manier in. Met het Loopbaanloket bundelen we de kennis van meerdere P&O-adviseurs van de verschillende bedrijfsonderdelen. Het is daarbij ook de bedoeling om van elkaar te leren”, vertelt Ingeborg.
Foto: de heer Ghijsels
Na aanmelding volgt een uitnodiging voor een intakegesprek, waarin wordt vastgesteld of de vraag thuishoort bij het Loopbaanloket. Wie ervoor kiest om zich te laten begeleiden, stelt zijn of haar leidinggevende op de hoogte. Vervolgens worden afspraken in een loopbaanovereenkomst vastgelegd. De informatie wordt vertrouwelijk behandeld. “De begeleiding bij de carrièreplanning is niet vrijblijvend. Je moet zelf veel aan de slag. Ook moeten deelnemers zelf gespreksverslagen maken, want je bent immers zelf
verantwoordelijk voor je eigen loopbaan”, aldus Marcel. “De P&Oadviseur biedt ondersteuning en begeleiding.” Volgens Marcel wordt gedurende de begeleiding de kijkrichting bepaald. “We kunnen bijvoorbeeld binnen de huidige functie kijken naar mogelijkheden, maar ook of er binnen de ZGT mogelijkheden zijn. Als de ambities van de medewerker hier niet zijn waar te maken, dan kijken we ook buiten de organisatie.”
“Dit hebben we nog nergens anders gezien” Een belangrijk onderdeel in de loopbaanbegeleiding is de zelfanalyse. Daarbij beantwoordt de deelnemer vragen als: Wie ben ik? Wat kan ik? Wat wil ik? Wat vind ik belangrijk in mijn werk? Aan welke randvoorwaarden moet mijn werk voldoen? Ingeborg: “Bij dat zelfonderzoek kan de digitale loopbaanmeter een hulpmiddel zijn. Deze fase is soms confronterend,
Foto: Liset van Olffen
maar als dit zorgvuldig gebeurt, kun je gericht aan de slag. Een sollicitatietraining of een oriëntatie binnen ons netwerk behoort ook tot mogelijkheden.” Er bestaat veel belangstelling voor het ‘loket’. De reacties van de deelnemers zijn positief, merkt Ingeborg op. “Ons Loopbaanloket is redelijk uniek. De manier waarop medewerkers zich via het loopbaanloket kunnen aanmelden, hebben we nog nergens anders gezien. Medio 2008 willen we het loket gaan evalueren.” Wie in het ziekenhuis op zoek gaat naar het loket, zal het nergens aantreffen. Dat ‘loket’ is een pagina op het intranet ZGT Plaza. Op elke computer in de ZGT kan het Loopbaanloket worden opgevraagd onder het kopje personeelsinformatie. Ga daarna naar de Startpagina P&O en kom zo bij het kopje Loopbaanloket. “Klik je dat aan dan opent een invulformulier, waarmee je je kunt aanmelden voor begeleiding”, vult Marcel aan.
Zorgmagazine
51
In het najaar van 2005 zijn er gesprekken gestart tussen de locatiemanager van Markenheem en de de directeur van de sectie Zorg en Welzijn van het Graafschap College. Markenheem als stichting met zes verzorgingshuizen in de regio Doetinchem; het Graafschap College als ROC in diezelfde regio.
door Markenheem
De leerafdeling, samen leren in de praktijk Deze gesprekken gingen over de mogelijkheden om enerzijds de vraag van het Graafschap College te beantwoorden om stageplaatsen en aansluiting te vinden aan praktijkplaatsen voor leerlingen gericht op het competentiegericht opleiden. Anderzijds lag er de vraag van Markenheem hoe in te spelen op een dreigend tekort aan verzorgenden op de arbeidsmarkt en welke mogelijkheden er te creëren zouden zijn om meer handen aan het bed te krijgen.
“Leerlingen krijgen nu veel meer inzicht in de continuïteit op een afdeling” Leerlingen krijgen nu veel meer inzicht in de continuïteit op een afdeling. Ze raken betrokken bij de kleine dingen van alle dag. Ze kunnen niet meer zeggen “het is maar een stage en na tien weken ben ik toch weg”. De verantwoordelijkheid naar de collega’s, bewoners en elkaar wordt veel groter op deze manier. De leerlingen halen door de zelfstandigheid meer uit deze opleiding. Het wordt een eigen, individueel leerproces, waarvoor het POP (persoonlijk ontwikkelingsplan) in overleg met de afdeling en de school in de praktijk wordt opgesteld. Markenheem als zorginstelling is verantwoordelijk voor de inhoud van de zorg en begeleiden en coachen de leerlingen. Dat is overigens ook het grote verschil met bijvoorbeeld de oude in-service opleidingen. De leerling is niet in dienst, maar blijft leerling van het Graafschap College.
Markenheem is verantwoordelijk voor het ‘product’, het Graafschap College voor het ‘proces’. Voor docenten die hierbij betrokken zijn, betekent het dat er veel overleg en een flexibele inzet nodig is, ook in schoolvakanties. In juli 2007 is het project afgerond met verschillende evaluaties en de diplomering van 14 nivo 3 verzorgende-IG leerlingen en 1 nivo-2 helpende leerling. De algemene conclusie van het project ‘Leerafdeling Markenheem-Graafschap College’ is dat we kunnen spreken van een succesvol project. In een prima samenwerking tussen Markenheem en het Graafschap College is het project tot stand gekomen en uitgevoerd. Met name het wederzijdse vertrouwen, de directe en open communicatie en de snelheid van handelen heeft het project tot een succes gemaakt.
“Mensen competentiegericht in de praktijk opleiden zal de kwaliteit van de zorg zeker ten goede komen”
In de evaluatie is geconcludeerd dat na opheffing van het project de leerafdeling een vaste opleidingsvariant zal zijn in het opleiden in het verzorgingshuis binnen Markenheem in samenwerking met het Graafschap College. Mensen competentiegericht in de praktijk opleiden zal de kwaliteit van de zorg zeker ten goede komen. Daar zijn alle partijen van overtuigd. Natuurlijk heeft het project verbeterpunten opgeleverd om deze opleidingsvariant te optimaliseren. Daar zal de komende jaren de nodige tijd en energie ingestoken gaan worden. Inmiddels is in september 2007 op de twee leerafdelingen van Markenheem de tweede lichting leerlingen van start gegaan. De resultaten van het project zullen binnenkort te lezen zijn op de website: www.leerafdeling.nl van Calibris, tot voor kort de OVDB. Voor informatie over de leerafdeling van Markenheem kunt u zich richten tot: Frans Mol, opleidingsfunctionaris Markenheem, tel: 0314-376010, e-mail:
[email protected]
Dat resulteerde in het voorstel om een leerafdeling te starten. In de vorm van een project werd een intensieve samenwerking gestart om dit project inhoud te geven.
“In de vorm van een project werd een intensieve samenwerking gestart” Het samen leren in de praktijk is het voornaamste kenmerk van de leerafdeling. Dit is ook het grootste verschil met een reguliere stage en de grootste winst op onderwijskundig gebied. Doordat er met meerdere leerlingen tegelijkertijd stage wordt gelopen, wordt er van en met elkaar geleerd. Ook wordt er geleerd in een reële werkomgeving, waarbij de groep leerlingen de volledige verantwoordelijkheid heeft voor de werkprocessen. De leerlingen voeren zelfstandig of met elkaar de werkzaam52
Zorgmagazine
heden van de beroepsbeoefenaar uit. Het gaat daarbij om integrale werkprocessen, er is geen sprake van 'losse' deelactiviteiten. Op 4 september 2006 is op twee locaties van Markenheem (De Zonnekamp in Zelhem en Schavenweide in Doetinchem) het project leerafdelingen Markenheem-Graafschap College van start gegaan. Op elke leerafdeling lopen 10 leerlingen, 7 verzorgenden en 3 helpenden, 10 maanden stage. Het onderwijs wordt op de leerafdeling verzorgd door een docent van het Graafschap College die twee middagen per week aanwezig is. In de leerruimte op de afdeling staan tafels in een rondje, drie computers, een kast met lesmateriaal. De docent gebruikt ver-
schillende lesvormen. Klinische lessen, presentatie, scholing, intervisie, individuele gesprekken, zelfstandig werken, groepsbespreking, workshops, alles is mogelijk. Leerlingen moeten tien workshops per jaar volgen. De docent houdt in de gaten of leerlingen genoeg theoretische achtergrond krijgen. De leerlingen kunnen zelf onderwerpen aandragen. Onderwerpen die bijvoorbeeld in het projectjaar aan de orde zijn geweest: stervensbegeleiding, gedragsproblemen van bewoners, leerlingbegeleiding, tiltechnieken, een scriptie schrijven, zwachtelen. Soms organiseren we samen met gediplomeerden een workshop. Voor hen is het ook goed over hun routines na te denken. Is de medicijnkast handig ingericht, worden zorgdossiers goed bijgehouden?' Zorgmagazine
53
Lachend worden de schoenen en sokken uitgedaan en de broekspijpen opgerold. Als het verharde pad verandert in modder gaan we glibberend verder.
Ambulance Oost, de regionale ambulancevoorziening voor Twente, is een betrokken zorgverlener en steeds op zoek naar vernieuwing en verbetering van de acute zorg. De ambulancezorg heeft de laatste jaren een sterke ontwikkeling doorgemaakt naar een zeer professionele vorm van hulpverlening. Dit komt o.a. tot uitdrukking in steeds beter wordende prestaties, de ambulance is steeds vaker op tijd, de tijdoverschrijdingen worden steeds minder. Er is echter een categorie ‘patiënten’ waarbij de ambulance niet vroeg genoeg kan komen: iemand die een acute hartaandoening krijgt. Bij deze patiënten telt elke seconde en is hulp in de eerste vijf minuten letterlijk van levensbelang. Met alleen ambulancezorg is dat niet te realiseren, zeker niet in de ‘buitenstedelijke’ gebieden.
door Adhesie
Blote voeten Het Adhesie-team Opname Volwassenen 2 van Psychiatrisch Centrum Rielerenk in Deventer heeft onlangs met elkaar het blote voetenpad gelopen. Het blote voetenpad bevindt zich in Twello en gaat door gras, water, over bruggen en sloten. Het team had daarvoor uren gebrainstormd over de werkwijze van de nieuwe opnamesetting, die gecreëerd is in Psychiatrisch Centrum Rielerenk. Uitgewerkt is wat er voor nodig is om voor iedere patiënt de behandeling en begeleiding zoveel mogelijk op maat te maken. De mate van toezicht, steun en begeleiding die per patiënt geboden wordt, is gebaseerd op huidige inzichten betreffende de behandeling van de psychiatrische stoornis waar de patiënt aan lijdt. Deze wordt vastgelegd in het behandelplan en het verpleegplan. De patiënt wordt geïnformeerd over zijn
ziektebeeld en waarom we die mate van structuur op dat moment bieden. Telkens wordt geëvalueerd of patiënt meer eigen verantwoordelijkheden aankan en verder kan resocialiseren.
“Meer dan voorheen kan daarmee individuele begeleiding op maat worden aangeboden” Opname Volwassenen 2 is een besloten opnameafdeling; dit houdt in dat het een open afdeling is, die zo nodig tijdelijk gesloten kan worden. Meer dan voorheen kan daarmee individuele begeleiding op maat worden aangeboden. Na de eerste maanden blijkt deze setting in een behoefte te
voorzien. De overgang van een gesloten naar open setting sluit nu beter aan en opname in een gesloten setting kan soms voorkomen worden. Opgenomen patiënten geven aan behoefte te hebben aan een team waarin zo wordt samengewerkt dat per dienst de juiste bejegening en benadering wordt gegeven. Daarvoor dienen teamleden elkaar goed te kennen, zowel voor wat betreft professionele uitgangspunten maar ook hoe je als persoon in elkaar steekt. Tijdens de wandeling praten we met elkaar over van alles wat niet met ons werk te maken heeft en genieten we van de gewassen in het veld, de bloemen in de borders, de appels uit de pomologische tuin en de groenten uit de bijzondere groentetuinen.
door Wim van der Worp, manager Acute Zorgdiensten, Ambulance Oost
Lekenhulpverlening platteland Twente De keten van acute zorg zou voor bovengenoemde patiëntencategorie versterkt kunnen worden door de inzet van niet-professionele hulpverleners: vrijwilligers of z.g. leken. Ambulance Oost start daarvoor een driejarig project: Stimulering Lekenhulpverlening Platteland Twente. Door een systeem op te zetten waarbij getrainde vrijwilligers ingezet kunnen worden voor acute harthulp: zo snel mogelijk starten met hartmassage/ reanimatie en het gebruiken van een Automatische Externe Defibrillator kan de overlevingskans bij een acute hartaandoening sterk worden verbeterd.
“De overlevingskans bij een acute hartaandoening wordt sterk verbeterd” Vanaf november 2006 tot op heden is contact gezocht met de Twentse gemeenten om dit project onder de aandacht te brengen en om commitment te vragen. Het is belangrijk dat alles wat bereikt wordt in het project ook na de projectfase continuïteit vindt.
54
Zorgmagazine
De huidige stand van zaken (juni 2007) is dat vrijwel alle gemeenten hebben toegezegd mee te doen. Per gemeente verschilt het verder nogal in hoeverre vervolgstappen zijn gezet: er zijn gemeenten waar het bestuurlijke traject reeds doorlopen is en er een start is gemaakt met het opleiden van de vrijwilligers en er zijn gemeenten waar het bestuurlijke traject nog maar net is gestart.
“Het streven is om dit alarmeringssysteem eind van dit jaar operationeel te hebben” Half juni is een keuze gemaakt voor de software voor het alarmeringssysteem. Dit systeem omvat een database met beschikbare AED’s en getrainde vrijwilligers. Op het moment van melding van een cardiaal incident via 112 wordt door de meldkamercentralist, na het sturen van de ambulance, dit alarmeringssysteem geactiveerd. Er wordt automatisch gezocht naar een AED in de buurt van het incident en vervolgens wordt een groep vrijwilligers die gekoppeld is aan die AED via sms gealarmeerd. Het streven is om dit alarmeringssysteem eind van dit jaar operationeel te hebben.
In het project wordt per gemeente bepaald wat er nodig is om de resultaatsdoelstellingen van het project te bereiken. Aan het einde van het project dient het volgende te zijn bereikt: • in 80% van de dorpen van het beschreven gebied zijn AED’s aangeschaft. In getal is dat in 48 van de 60 kernen en kerkdorpen een AED • per AED zijn er 16 getrainde vrijwilligers voor het bedienen van de AED en zijn er 45 mensen getraind in BLS • de vrijwilligers, BLS/AED-instructeurs en andere betrokkenen vormen een netwerk voor kennisen ervaringsdeling • een alarmeringssysteem voor het kunnen alarmeren van de getrainde vrijwilligers is geïmplementeerd op de Meldkamer Ambulancezorg • er is een systeem van nazorg en evaluatie met de betrokken hulpverleners zo kort mogelijk na de inzet van een AED. De nazorg en evaluatie wordt verzorgd door Ambulance Oost. Voor een compleet overzicht e/o meer informatie kunt u contact opnemen met Ambulance Oost, afdeling externe opleidingen, telefoon 074-256 22 68.
Zorgmagazine
55
In de vakantie gaan de dagelijkse dingen vaak wat anders. Vakantie betekent vaak ook wat extra's: extra lang uitslapen, extra wat later naar bed, extra zon (?), extra tijd met elkaar doorbrengen, extra een dagje uit, maar soms ook extra stress. Kortom: een vakantieperiode geeft de kans om wat extra's te doen.
door Monique Boselie, Jarabee jeugdzorg
Dagbehandeling Hengelo
WGV Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek
Laat je CV vinden op www.zorgselect.nl
ZorgSelect
Dankzij digitale CV Bank vinden kandidaten en zorginstellingen elkaar snel. Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek
Solliciteren kost vaak veel tijd en energie. Maar dankzij ZorgSelect, hoeft dat niet meer. De CV Bank brengt kandidaten en zorginstellingen namelijk pijlsnel en eenvoudig met elkaar in contact wanneer er een vacature ontstaat. Daarnaast is er de vacaturebank. Deze geeft een overzicht van alle vacatures van de zorginstellingen in de regio. Een kijkje op www.zorgselect.nl maakt al gauw duidelijk hoe groot je winst kan zijn. Via de vacaturebank kun je direct, digitaal, solliciteren naar een functie die op dat moment vacant is bij een van de aangesloten instellingen. “Maar het plaatsen van je CV in de CV Bank kan nóg sneller werken”, zo vertelt Anton Oude Nijeweme, hoofd ZorgSelect bij de Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/OostAchterhoek. “Bij het plaatsen van je CV in de CV Bank, kun je drie voorkeurfuncties opgeven. Zodra er een vacature ontstaat die overeenkomt met jouw voorkeur, ontvang je een e-mail. Het is dan aan jou om te bepalen of je wilt solliciteren.”
56
Zorgmagazine
Het werkt ook andersom. Zo hebben instellingen – al vóórdat zij de vacature extern gaan plaatsen – inzage in de AVRmaken Plein CV Bank. Zij kunnen een anonieme voorselectie op basis van bijvoorbeeld opleiding of werkervaring. Alleen de persoonsgegevens worden op dat moment nog niet vrijgegeven. “Kandidaten die op deze wijze door de instellingen Werkgeversvereniging Zorgsector worden geselecteerd, krijgen een e-mail van ZorgSelect met Twente/Oost Achterhoek de vraag of zij geïnteresseerd zijn in de vacature bij die instelling. Is dat het geval, dan maakt ZorgSelect, met instemming van de kandidaat, de persoonsgegevens kenbaar bij de werkgever. Werkzoekenden zijn zo eerder in beeld bij de zorginstellingen en dat blijkt voor beide partijen bijzonder prettig te werken”, aldus Anton Oude Nijeweme. Op www.zorgselect.nl/CV Bank kun je je CV plaatsen voor een termijn van drie maanden. Na deze periode krijg je per e-mail een bericht om je plaatsing eventueel te verlengen. “We hopen dat dit jaar nog meer mensen via onze website gaan solliciteren op een baan in de zorg in Twente en de Achterhoek.”
Als ambulant hulpverlener van de dagbehandeling kijk ik wat een vakantieperiode extra kan betekenen voor de begeleiding aan de gezinnen. Dit had tot gevolg dat ik in een augustusmaand met de familie Kortegaerd naar Blijdorp reed. De directe aanleiding hiervoor was dat enkele doelen waren gesteld in het hulpverleningsplan van Joop: in de weekenden dat Jan, de broer van Joop ook thuis is verdragen de broers elkaar. Dat betekent dat er minder spanning en ruzies tussen hen is. (Jan woont in een gezinshuis en komt elke 14 dagen een weekend thuis). Moeder heeft enkele manieren gevonden hoe zij een bijdrage kan leveren om de spanning te verminderen. In mijn begeleidingsgesprekken sprak ik wel met moeder en Joop, maar nooit met Jan. Dat stond het realiseren van het doel wel in de weg, want dat moet je wel gezamenlijk doen!
Om 8.30 uur vertrokken we. We konden maar net in mijn auto (had misschien toch beter een busje kunnen regelen?). Hoewel ze achterin zo ongeveer op elkaars schoot zaten en dat twee uur lang, verliep de heenreis prima. Er was vooraf al op internet gekeken aan welke dieren zeker een bezoek gebracht moest worden. Dus we sjouwden wat af. Voor iedereen was mijn rol duidelijk: ik liep met hen mee, maar zou me niet actief bemoeien met de gang van zaken. Resultaat van de dag: het is een erg gezellige dag geworden waarin alle gezinsleden een positieve bijdrage hebben geleverd om deze dag ook gezellig
te laten zijn. Dat betekent dat vanuit een positieve invalshoek gekeken kan worden wat er gebruikt kan worden voor de gezamenlijk weekenden thuis. Reactie van moeder: “Nu, tien dagen later, hebben we het nog met elkaar over de geweldige dag. Het was lang geleden dat we zo'n positieve ervaring met elkaar gehad hebben. We hopen echt dat we er thuis op verder kunnen gaan”. En ik…….. soms ben ik extra blij dat ik naast mijn werkzaamheden aan de Wolter ten Catestraat ook ambulant hulpverlener ben. NB De namen zijn fictief.
Jan was in de zomervakantie een extra week thuis. Dit gaf extra mogelijkheden! Natuurlijk had ik thuis kunnen observeren en situaties bespreekbaar maken, maar… een vakantie is ook voor iets extra's. Dus… we gingen samen een dag op pad. Dat betekende voor het gezin (hierbij werd de inwonende broer van moeder ook betrokken) dat zij overeenstemming met elkaar moesten bereiken over: waar gaan we naar toe, over hoe lang men in de auto wilde zitten, over wat het dagje uit mocht kosten, wie op welke plaats in de auto ging zitten, wat er meegenomen werd aan proviand, etc. En ze kwamen met elkaar tot overeenstemming: het uitje ging naar Diergaarde Blijdorp. Zorgmagazine
57
Geheel onverwacht kwam ik in aanraking met dementie, mijn grootvader die alles voor mij betekende zag mij opeens als een vreemde... Niet alleen zijn, maar ook mijn wereld stortte in, want wees nu eerlijk, wie biedt meer zekerheid dan een allerliefste en wijze opa? Het voelde ook niet eerlijk, al die jaren hard gewerkt en voor mijn oma gezorgd, oma die suikerziekte had, blind was en aan een hartkwaal leed. door Anya Henzen
door Zorgaccent
Verleden Wat jaren later, opa en oma waren beiden al overleden, kwam ik als assistent activiteitenbegeleider te werken in een verpleeghuis in Deventer. Ik voelde me als een vis in het water, begreep het verdriet van familie en kon omgaan met de boosheid van de dementerende bewoners. Gedurende de tijd dat ik er werkte heb ik me opgesteld alsof ik te gast was bij onze bewoners, zag het verpleeghuis als hun huis waar ik alleen probeerde het hun naar de zin te maken. Ik ging zelfs de opleiding doen, om wat meer achtergrondinformatie te hebben en nog beter in staat te zijn mijn werk uit te voeren.
Had ik dat maar nooit gedaan... Als activiteitenbegeleider gaat de helft van de tijd op aan vergaderen, bespreken en achter de computer zitten en reëel gezien had ik van mijn 30 uren per week
voor 32 bewoners amper een kwartier tijd per bewoner. Individuele begeleiding, hm, ja, hoe dan?
Gelukkig waren er fantastische vrijwilligers die graag een helpende hand boden, maar zonder goede begeleiding kunnen die ook niet alles... In totaal heb ik acht jaar gewerkt bij het verpleeghuis, voor ik er letterlijk ziek van werd. Efficiëntie, bedbezetting en regels hebben het werken onmogelijk gemaakt. Een sigaretje roken met een dame van 92 moet, vanwege de regels, buiten! Met het roken is ze oud geworden, maar ze loopt in de kou gemakkelijk een longontsteking op, maar daar geeft niemand wat om, regels zijn regels. Collega’s werden er niet warm of koud van, niks aan te doen en ik werk voor m’n geld...
Redactie en vormgeving Liselotte Tap, WGV 58
Zorgmagazine
Wat lijkt het allemaal vreselijk, maar het is niet mijn bedoeling om een klaagbrief te schrijven. Het gaat mij om de mensen en de keuze die we als werkers in de zorg maken!
Kom op, actie, gewoon je hart volgen en de bewoner als mens en niet als bedbezetter bekijken. Een stem voor mensen die niet voor zichzelf kunnen opkomen.
Mijn oplossing is een huiskamerproject in de buurt waar ik woon, minder gebonden aan regels en met meer vrijheid voor de deelnemers. Een begeleider per persoon, aandacht... alleen heb ik geen dure managers in dienst! Als we aan het werk gaan en minder regels bedenken en volgen, moet de toekomst er goed uit zien!
SGBB, ZorgAccent en Thuiszorg Noord West Twente tekenen samenwerkingsovereenkomst Nieuwe woonzorgconcepten beantwoorden aan toekomstige vraag
Afgelopen jaren is onderzoek gedaan naar de wensen en behoeften van ouderen en mensen met een functiebeperking met betrekking tot huisvesting. Op basis van de uitkomsten hiervan is geconcludeerd dat het huidige aanbod van aanpasbare en aangepaste woningen en/of woonvormen niet toereikend is.
“Er zijn nieuwe woonzorgconcepten nodig”
Colofon Zorgmagazine Uitgave van de Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost-Achterhoek in samenwerkig met alle lidinstellingen, oktober 2007. Het ZorgMagazine wordt verspreid onder alle medewerkers en vrijwilligers in de zorg- en welzijnsinstellingen in de regio Twente en de Achterhoek.
Op 28 juni 2007 hebben woningcorporatie SGBB, een landelijke werkende woningbouwcorporatie voor seniorenhuisvesting, ZorgAccent en Thuiszorg Noord West Twente in Hellendoorn een samenwerkingsovereenkomst getekend. Gezamenlijk zullen beide partijen nieuwe woonzorgconcepten ontwikkelen in de regio Twente om aan de toekomstige vraag op het gebied van wonen, welzijn en zorg- en dienstverlening te kunnen voldoen.
Drukwerk Thieme Deventer Redactieadres en advertenties PC Hooftlaan 56, 7552 HG Hengelo Postbus 1212, 7550 BE Hengelo Telefoon: 074-255 66 50 E-mail:
[email protected] Internet: www.zorgselect.nl Foto cover Het Nederlands Openluchtmuseum
Er zijn nieuwe woonzorgconcepten nodig, waarbij wonen, welzijn en zorg meer op elkaar zijn afgestemd. Daarom is op 28 juni 2007 met het tekenen van een samenwerkingsbijeenkomst in Hellendoorn het startsein gegeven om in de complexen van SGBB een integraal en samenhangend aanbod te realiseren in het werkgebied van Thuiszorg Noord West Twente (met uitzondering van Rijssen en Almelo). Dit moet resulteren in voldoende diversiteit in wonen
voor ouderen en andere doelgroepen die met ondersteuning van zorg en dienstverlening zelfstandig kunnen blijven wonen. Basis hiervoor is Iris, een concept van ZorgAccent en Thuiszorg Noord West Twente, dat is opgebouwd uit de volgende soorten dienstverlening: Gemak & Comfort, Welzijn & Ontspanning en Zorg & Veiligheid. Inmiddels is gestart met een proefproject in de Nijverdalse bewonerscomplexen Kruud ’n Belt (32 appartementen) en Kaamp (28 appartementen). Opgedane ervaringen in dit project worden meegenomen bij het ontwikkelen van een dergelijk aanbod in de complexen in Vriezenveen, Vroomshoop en Hengelo en later elders in het werkgebied.
“Er is gestart met een proefproject” Door het ontwikkelen van een integraal aanbod van wonen, welzijn, zorg en dienstverlening kunnen op korte en
middellange termijn per complex of per wijk bijvoorbeeld spreekuren, gezamenlijke maaltijden, gemaksdiensten, gezellige entree met mogelijkheid tot sociale contacten, servicepunten voor uitleen of verkoop hulpmiddelen en/of comfortartikelen en ontspanningsactiviteiten worden gerealiseerd.
“Servicemogelijkheden aan huis” Daarnaast kunnen er servicemogelijkheden aan huis worden aangeboden. Hierbij valt te denken aan: een boodschappenservice, maaltijdenservice, was- en linnenservice, pendelvervoer naar nabijgelegen winkel- en culturele centra, hulp in de huishouding, zorg aan huis, diverse vormen van personenalarmering etc. Bij de ontwikkelen van het concept is er de ambitie domotica (technische voorzieningen) toe te passen zowel in de woning als de woonomgeving. Zorgmagazine
59