Verleden, heden en toekomst
Het bestuur van het Ds. Visscherfonds heeft in de loop van 2013 besloten om bij gelegenheid
• W elke toekomstplannen heeft u met dit (of eventueel ander) onderwerp?
van de uitreiking van de 10e Ds. Visscherprijs
• H oe kijkt u aan tegen de actuele veran-
op 27 maart 2014 in Utrecht een extra num-
deringen die in de gehandicaptenzorg?
mer van NTZ te publiceren, waarin naast an-
Welke risico’s signaleert u?
dere bijdragen ook met de vroegere prijswinnaars wordt teruggekeken op hun activiteiten
• O p welk punt zou u nog aandacht willen vestigen?
na de toekenning van de naar de oprichter van
De veelal schriftelijke antwoorden op de vra-
de Groesbeekse Tehuizen – thans onderdeel
gen, soms gevolgd door een interview, zijn
van de zorggroep Pluryn – genoemde prijs.
door de redactie geredigeerd tot de reeks korte
De speciale redactie van de bijzondere NTZ-
artikelen op de volgende pagina’s, in de his-
uitgave heeft daartoe de volgende vragen aan
torische volgorde van de toekenning van de
de prijswinnaars voorgelegd:
Ds. Visscherprijs. De redactie heeft de vrijheid
• W at heeft u gebracht tot het onderwerp
genomen om de bijdragen van een titel en tus-
van uw dissertatie, die beloond werd met
senkopjes te voorzien, in overeenstemming
de Ds. Visscherprijs?
met de inhoudelijke visie, die in de reacties tot
• W at was de kern van uw dissertatie; is dat thema nog steeds van belang voor de gehandicaptenzorg?
• W elke gevolgen had de toekenning van de prijs voor u persoonlijk?
uiting is gekomen. In de afgelopen twintig jaar hebben 10 personen de Ds. Visscherprijs ontvangen. In 2010 waren er twee prijswinnaars. Daarnaast ontving dr. Dina Joha in 2005 een eervolle
• W elke effecten had en heeft uw publicatie
vermelding voor haar publicatie ‘Ouders met
in wetenschappelijk en maatschappelijk
een verstandelijke beperking; een praktijkstu-
opzicht?
die’ en kregen in 2012 dr. Margje Sinnema
• B ent u in de afgelopen jaren nog verder
(Prader-Willi syndrome: genotype and pheno-
gegaan met het onderwerp van uw keuze?
type at adult age) en dr. Vera Munde (Atten-
Waarom eventueel niet? En met welke an-
tion Please! Alertness in individuals with pro-
dere activiteiten dan?
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
35
Interviews
Terugblikken en vooruitkijken met de prijswinnaars van 1993 - 2012
Verleden, heden en toekomst
found intellectual and multiple disabilities)
Gonda van Berkum ontving in 1993 als eer-
ieder een tweede prijs.
ste de Ds. Visscherprijs voor haar proefschrift
De redactie is de prijswinnaars c.q. auteurs
Stress bij ouders van een verstandelijk gehan-
zeer erkentelijk voor de bereidheid om mee te
dicapt kind. Evaluatie van thuiszorg
werken aan deze bijzondere uitgave van NTZ.
Dr. Gonda van Berkum is momenteel werkzaam als beleidsmedewerker Kwaliteit en Vei-
Anneke Gabreëls, Ruud Geus en Ad Lansink
ligheid bij stichting Daelzicht
Nieuwe vormen van zorg aan thuiswo nende mensen met een verstandelijke beperking In 1985 werd een evaluatieonderzoek gedaan bij Severinus (Veldhoven) naar weekendopvang van thuiswonende mensen met een verstandelijke beperking. De vraagstelling was m.n. gericht op wat het effect was van deze nieuwe vorm van zorg op de door de ouders ervaren belasting. Na een subsidie van het Preventiefonds werd het onderzoek uitgebreid naar het effect van andere nieuwe vormen van zorg en ondersteuning aan ouders, namelijk Praktische
36
Pedagogische
Gezinsondersteu-
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
Gonda van Berkum
ning (pedagogische begeleiding) en Praktische
voor zichzelf hebben of tot een lagere soci-
Thuiszorg (gericht op praktische hulp aan ou-
ale klasse behoren. Kenmerken van de andere
ders gedurende een aantal uren/dagdelen).
kinderen uit het gezin hebben hierop geen in-
Bij mijn promotieonderzoek maakte ik ge-
vloed.
bruik van de theorievorming over stress en co-
Copingstrategieën bieden geen bescher-
ping en het onderzoek richtte zich uiteindelijk
ming tegen de problemen waarvoor deze ou-
op de volgende vragen:
ders zich geplaatst zien, noch voor de stress
Welke determinanten bepalen de mate van
die daaruit voortvloeit. Steun uit de sociale
ervaren stress bij ouders van thuiswonende
omgeving draagt maar ten dele bij aan het
mensen met een verstandelijke beperking? En
welbevinden van ouders.
in hoeverre zijn de drie genoemde zorgvormen
Ouders die in sociaal opzicht geïsoleerd
in staat stress bij ouders van thuiswonende
zijn voelen zich lichamelijk en geestelijk slech-
mensen met een verstandelijke beperking te
ter dan ouders die het idee hebben er niet al-
reduceren?
leen voor te staan.
Tijdens mijn onderzoek speelden in mijn
Van de drie onderzochte nieuwe vormen
achterhoofd altijd nog de volgende zaken mee.
van ondersteuning aan ouders boden de Prak-
In hoeverre hadden latere (gedrags)pro-
tische Pedagogische Gezinsondersteuning en
blemen
van
verstandelijk
gehandicapten
Weekendopvang een welkome en adequate
voorkomen kunnen worden of minder ernstig
hulp voor de ouders. De Praktische Thuiszorg
kunnen zijn als ouders in die eerste belangrij-
kon maar aan (te) weinig ouders worden ge-
ke kinderjaren eerder ondersteuning hadden
boden om tot een goed oordeel te komen.
gekregen? En mensen met een verstandelijke
De meest opvallende conclusie was echter
beperking maken gewoon deel uit van onze
dat geen van de drie hulpvormen er in een jaar
samenleving; naar schatting ongeveer de helft
tijd in slaagde de balans te bevorderen tussen
van de mensen met een verstandelijke beper-
draaglast en draagkracht van de ouders die er
king, woont gewoon bij ons in de straat, maar
een beroep op hadden gedaan.
dat wordt in de zorg die hen wordt geboden nog vaak onvoldoende beseft.
Noodzaak van ondersteuning van ouders met verstandelijk gehandicapt kind
Oorzaken van stress bij ouders van verstan-
Afgezien van de eer die het ontvangen van
delijk gehandicapten en copingstrategieën
deze prijs me gaf, bood het mij ook de gele-
Uit mijn onderzoek bleek dat ouders meer
genheid het belang te benadrukken van hulp
stress ervaren naarmate het verstandelijk ge-
in de thuissituatie aan ouders met een verstan-
handicapte kind meer gedragsproblemen ver-
delijk gehandicapt kind. Daarnaast heb ik ge-
toont, minder sociaal redzaam en zelfredzaam
tracht het besef te versterken dat mensen met
is en lichamelijk minder gezond. Ook ervaren
een verstandelijk beperking ‘gewoon’ in onze
ouders meer stress als zij minder waardering
maatschappij leven.
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
37
Verleden, heden en toekomst
Hoewel ik in de jaren na mijn proefschrift
Daarnaast heb ik in deze periode binnen
regelmatig werd uitgenodigd bij wetenschap-
Daelzicht praktische thuiszorg opgezet, wat is
pelijke en beleidsmatige fora voor presentaties
uitgegroeid tot ambulante ondersteuning van
over dit onderwerp, lukte het onvoldoende
kinderen en volwassenen. In die jaren ben ik
om zorg en ondersteuning aan ouders voor
ook landelijk actief geweest om deze zorg-
thuiswonenden onder de aandacht te brengen
vorm te promoten (zie eerder).
van diegenen die daadwerkelijk de lacunes
Medio 1996 heb ik de keuze gemaakt af-
in die zorg zouden kunnen wegnemen, b.v.
scheid te nemen van de Universiteit en heb ik
beleidsmakers in Den Haag en directies van
het aanbod van Daelzicht aangenomen om
instellingen. Voor echte veranderingen is een
aldaar kwaliteitsfunctionaris te worden; een
lange adem nodig.
nieuwe uitdaging om de kwaliteit van bestaan van de cliënten van Daelzicht te borgen of te
Van ondersteuning naar kwaliteit van be-
verbeteren.
staan van verstandelijk beperkte mensen Na mijn promotie ben ik op twee manieren
Kwaliteit en veiligheid voor de cliënten van
verder gegaan met dit onderwerp.
Daelzicht
Van 1992-1996 heb ik aan de Universi-
Het werk als beleidsmedewerker Kwaliteit en
teit van Maastricht een vervolgonderzoek
Veiligheid bij Daelzicht doe ik met veel ple-
gedaan in opdracht van de Provinciale Raden
zier. Daarnaast blijf ik aandacht vragen voor
van Volksgezondheid en de Maatschappelijke
ondersteuning van ouders en blijf ik het be-
Dienstverlening in Limburg, Noord-Brabant
lang van ‘normaliteit’ voor de verstandelijk
en Zeeland naar de prevalentie van thuis en
beperkte mens benadrukken.
niet-thuiswonende mensen met een verstandelijke beperking in deze drie provincies (verhouding tussen thuis- en niet-thuiswonenden,
Kansen om verbindingen te leggen tussen mensen met en zonder beperkingen
kenmerken van zowel de mensen met een ver-
De WMO biedt kansen om nieuwe verbin-
standelijke beperking als hun ouders in beide
dingen te leggen tussen mensen met en zon-
groepen) en de behoefte aan extra zorg onder
der beperkingen. Met de AWBZ zijn we deze,
ouders van thuiswonende mensen met een
in mijn optiek, normale verbindingen wat
verstandelijke beperking, het gebruik van deze
uit het oog verloren. Een risico is wel of de
zorg en de discrepantie tussen vraag en aan-
maatschappij als geheel deze veranderingen
bod. (Publicatie: Van Berkum & Haveman,
(organisatorisch, financieel, kwalitatief) vol-
Zorg aan huis. Behoefte aan zorg, gebruik van
doende aankan. En dan bedoel ik niet alleen
zorg en discrepantie tussen vraag en aanbod
de gemeenten, maar ook ons allemaal, gewone
onder ouders van verstandelijk gehandicapten
burgers. Zijn wij bereid en in staat onze bij-
in Zuid-Nederland, december 1995).
drage te leveren aan wat we de participatiemaatschappij zijn gaan noemen? En zullen de
38
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
Gonda van Berkum
Carla Vlaskamp
mensen met beperkingen en degenen die van
Carla Vlaskamp won in 1995 de Ds. Vis-
hen houden (familie, vrienden) in staat zijn
scherprijs voor haar dissertatie Een kwestie
om te gaan met deze veranderingen? Eerlijk
van perspectief. Methodiekontwikkeling in
gezegd zie ik als grootste risico dat er mis-
de zorg voor ernstig meervoudig gehandi-
schien mensen tussen wal en schip zullen val-
capten.
len. En zullen we dan als maatschappij bereid
Prof.dr. Carla Vlaskamp is als hoogleraar ver-
zijn dat niet te laten gebeuren en zo nodig pas-
bonden aan de Rijksuniversiteit Groningen
sende maatregelen te nemen.
De aanleiding: uit bed gehaald Het onderwerp van mijn dissertatie was een vraag uit de praktijk. Begin jaren 80 in de vorige eeuw lagen veel kinderen met ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen nog in bed, de hele dag. Op de voorziening Boldershof in Druten (nu onderdeel van de ’s Heeren Loo Zorggroep) hadden ze deze kinderen letterlijk uit bed gehaald, maar wisten vervolgens niet wat ze moesten doen. De vraag was dus redelijk concreet: “we hebben ze uit bed gehaald, maar wat nu? Wat moeten we doen om hen te stimuleren, te ontwikkelen, plezier te hebben?” Net op dat moment was ik aangesteld bij de RuG als Universitair
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
39
Verleden, heden en toekomst
Docent. De vraag kwam bij collega Ruud van
nen ontwikkelen waarvan eerst werd gedacht
Wijck en bij mij terecht. Vervolgens is subsidie
dat ze die nooit zou kunnen leren beheersen.
aangevraagd om dit verzoek op wetenschap-
Dan zie je dat de relatie verandert tussen cli-
pelijke wijze te onderzoeken en de vraag die er
ënt en begeleider: de cliënt ‘wordt’ iemand,
lag te beantwoorden. Ik mocht het onderzoek
een persoontje (in dit geval iemand die je in
uitvoeren. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling
de ochtend wat voorzichtig moet benaderen,
van het Opvoedingsprogramma.
anders heb jij de hele dag last van haar ochtendhumeur, en zit zij de hele dag ‘gevangen’
Betekenisverlening
in zichzelf). Op basis van die relatie wordt de
In mijn proefschrift (in 1993) werd voor de
zorg aan de cliënt steeds beter afgestemd op
eerste keer nadrukkelijk aangetoond dat per-
de wensen en mogelijkheden die deze speci-
sonen met ernstige verstandelijke en meervou-
fieke cliënt heeft.
dige beperkingen in staat zijn zelf relaties aan te gaan en te onderhouden, en daarmee ook invloed te kunnen uitoefenen op hun eigen
Wat heeft het verkrijgen van de prijs voor u persoonlijk tot gevolg gehad?
omgeving. Ze kunnen aangeven wat ze willen
Bescheiden bekendheid. Geldbedrag heb ik
en hoe ze dat willen. We konden, met behulp
weggegeven, aan een schooltje in Maseru
van het kader dat het Opvoedingprogramma
(Lesotho, Afrika) dat ik zelf had meehelpen
bood, aantonen dat deze cliënten tot veel meer
oprichten (in 1982-1984). In dat schooltje
in staat waren dan we aanvankelijk dachten
kregen kinderen met een beperking (zowel
of konden vermoeden. Door te kijken naar
verstandelijk als lichamelijk) onderwijs. Tot
het gedrag van deze mensen als betekenisvol
dan toe was er voor deze kinderen geen en-
leerden de begeleiders (maar ik ook) welke
kele mogelijkheid om iets van onderwijs of
betekenis dat was, en konden ze vervolgens
ontwikkelingsstimulering te krijgen. De prijs
denken in oplossingen (als er een probleem
hielp ook omdat het een erkenning was voor
was) of in gerichte activering en ontwikke-
het beschreven programma!
ling. Bijvoorbeeld: een meisje gaf aan dat ze ‘s ochtends rustig de dag ingedragen wilde wor-
Voortgang van het onderzoek
den… vooral geen lawaai of drukte in de bad-
Na mijn dissertatie ben ik met het onderwerp
kamer, of gegil van andere cliënten. Gebeurde
verder gegaan. Aanvankelijk was er niet veel
dat op de manier die zij wilde, dan was ze de
belangstelling voor (omdat de doelgroep niet
hele dag stralend en vaak alert en betrokken
direct zo ‘sexy’ is), maar met een beetje vol-
bij haar omgeving. Gebeurde dat niet, dan was
houden (en de steun van mijn leidinggevende
het de hele dag huilen en narigheid. Men wist
van destijds, prof. Han Nakken) is het gelukt
toen wat men moest doen, en toen dit meisje
om wel verder subsidie te krijgen. Dus meer
vervolgens steeds ‘de dag ingedragen’ werd,
onderzoek, meer presentaties en meer artike-
bleek ze ook allerlei vaardigheden te kun-
len, en uiteindelijk een bijzondere leerstoel
40
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
Carla Vlaskamp
op dit onderwerp in 2001, en een ‘gewone’
Hoe kijkt u aan tegen de grote veranderin-
leerstoel daarna in 2008. Met mijn onder-
gen in de gehandicaptenzorg?
zoeksgroep doen we erg veel onderzoek, voor-
Ik vind de risico’s groter dan de mogelijkhe-
namelijk gericht op de doelgroep EMB. Dat
den. Risico’s van de stelselherziening liggen in
onderzoek is breed: over kenmerken van de
de veelal abstracte beleidsmiddelen, waarbij
cliënten (b.v. vragen rond gedragsproblemen,
concrete invulling en/of gewenste positieve
medicatie, motorische ontwikkeling), kenmer-
uitkomsten ontbreken. Economische princi-
ken van de context (zoals de invloed van de
pes kunnen m.i. sturend zijn in de zorg. Dat
auditieve omgeving ), over de effectiviteit van
kunnen we niet economisch rendabel maken.
verschillende interventies, maar ook over de
Hoewel ik uiteraard weet dat de inzet van col-
samenwerking van professionals met ouders,
lectieve middelen van belang is, dient toch het
de impact van een kind met EMB op het ge-
belang van cliënten, dat wil zeggen: wat moet
zin, over huidige en gewenste omvang van het
zorg/ondersteuning inhouden, wat willen we
sociale netwerk, enz. Op dit moment heb ik
bieden aan mensen met VB, hoe willen we
bijna 200 artikelen gepubliceerd, en heb ik
als maatschappij zorg dragen voor kwetsbare
ook een aantal boeken en hoofdstukken in
mensen? leidend zijn. Hoe we dat dan vervol-
boeken over het onderwerp geschreven. Een
gens gaan doen ( ook in financieel/economisch
paar voorbeelden: de boeken ‘Een programma
opzicht) komt daarna.
van jezelf. Een opvoedingsprogramma voor
Voor mensen met zeer ernstige verstan-
kinderen met zeer ernstige verstandelijke en
delijke en meervoudige beperkingen dreigt
meervoudige beperkingen (2005)’ en ‘Levens-
verdere verschraling: geen vrijetijdsbesteding
loop in perspectief. Een ondersteuningspro-
meer, minder en/of minder gekwalificeerd per-
gramma voor volwassenen met zeer ernstige
soneel, of toegenomen groepsgrootte, geen of
verstandelijke en meervoudige beperkingen
maar beperkt therapie (zoals bv fysiotherapie,
(2005)’, samen met Rita Zijlstra en Petra Pop-
bewegingsagogiek, muziek), minder ruimte
pes. Samen met Jorien Luijkx schreef ik ‘Toch
voor onderzoek. Het wordt steeds moeilijker
is het een goede keus geweest. Ervaringen van
om perspectief te bieden. Meer kennis ver-
ouders van een kind met een ernstige meer-
werven door onderzoek, door onderzoek bv
voudige beperking’, en met Bea Maes en An-
duidelijk kunnen maken welke interventies ef-
neleen Penne vormde ik de redactie van het
fectief zijn (en welke niet) is nauwelijks nog
boek ‘Ondersteuning van mensen met ernstige
mogelijk.
meervoudige beperkingen. Handvatten voor een kwaliteitsvol leven’ (2011).
Mogelijkheden geeft de omslag in denken zeker, maar dan had dit ook in financiële zin moeten worden ondersteund. Nu vind ik het
Verdere toekomstplannen? Ik ga binnenkort met emeritaat…. maar de
lastig die mogelijkheden te zien, vooral voor personen met ernstige beperkingen.
onderzoeksgroep gaat verder!
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
41
Verleden, heden en toekomst
En tot slot wil ik nog even kwijt dat twee van
Peter Mak won in 1997 de Ds. Visscherprijs
mijn promovendi (Rita Zijlstra en Vera Mun-
met zijn publicatie Muziekonderwijs voor
de ) eveneens deze prijs gewonnen hebben.
mensen met een verstandelijke handicap
Daar ben ik wel trots op!
Dr. Peter Mak is als docent en onderzoeker verbonden aan de Hanzehogeschool en als adviseur verbonden aan het Prins Claus conservatorium
Wat heeft u gebracht tot dit het onderwerp? Het begon allemaal met een project aan de Stedelijke Muziekschool Groningen in 1987 waarin jongeren met een verstandelijke handicap les kregen op een toetsinstrument (piano, orgel, keyboard, elektronisch orgel). Een onderwijsleertheorie De dissertatie gaat over de totstandkoming van een methode voor het geven van lessen op toetsinstrument aan leerlingen met een verstandelijke handicap. De dissertatie behandelt de onderwijsleertheorie achter de methode, de uitwerking van de methode (op de Stedelijke Muziekschool Groningen) en de evaluatie van de methode, waaraan 8 muziekscholen in Nederland hun medewerking hebben verleend.
42
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
Peter
Ma
Wat voor effect had de prijs?
Evelien Tonkens
In gesprek met Evelien Tonkens, die in
Veel extra publiciteit en uitnodigingen van
1999 de Ds. Visscherprijs ontving voor haar
muziekscholen om over de methode te praten.
dissertatie: Het zelfontplooiingsregime: De
Uitnodiging van diverse tijschriften om een
actualiteit van Dennendal en de jaren zestig.
artikel over dit onderwerp te schrijven. Wat
Prof. dr. Evelien Tonkens is sinds 2005
de publicatie (maatschappelijk en qua onder-
hoogleraar actief burgerschap aan de UvA.
zoek) voor effecten heeft gehad is moeilijk te zeggen, omdat mijn carrière zich toen al een andere kant op bewoog: het muziekvakonderwijs. Wel heb ik van 1998-2002 aan het Conservatorium in Zwolle in het kader van hun bijscholingsaanbod voor muziekdocenten een bijscholing speciaal muziekonderwijs verzorgd. In 2003 heb ik in het kader van de Barth-
foto: studio aKsento
gelden onder de naam Proposo (Projecten Pri-
Dennendal, centrum van maatschappelijke
mair Onderwijs en Speciaal Onderwijs) een 2e
dynamiek
methode gericht op de ontwikkeling van het
Terugkijkend denk ik dat de reden van mijn
muzikale gehoor bij kinderen met verstande-
onderzoek naar de ontwikkelingen binnen
lijke beperkingen. Het onderzoek vond plaats
Dennendal ligt in het bestrijden van maat-
op het Prins Claus Conservatorium.
schappelijke uitsluiting, waaronder de zwakzinnigenzorg op dat moment gebukt ging.
Het muziekonderwijs in
Verstandelijk gehandicapten werden gene-
Daarna ben ik doorgegaan richting muziek-
geerd, weggestopt ergens in de bossen. Den-
psychologie. Ik heb de universiteit (RUG)
nendal werd plotseling van binnenuit een
verruild voor het conservatorium (eerst het
centrum van maatschappelijke dynamiek. De
Conservatorium Zwolle en daarna het Prins
kranten stonden er dagelijks bol van en ie-
Claus Conservatorium). In binnen en buiten-
dere hippe moderne jongere wilde er geweest
land verzorgde ik veel presentaties en schreef
zijn. Ik vond het fascinerend na te gaan hoe
veel artikelen. Momenteel ben ik 63 jaar oud
dat ging en wat de bredere maatschappelijke
en over 2 jaren ga ik met pensioen.
gevolgen zouden zijn. Sinds Dennendal heeft
De Ds. Visscherprijs en de uitreiking ervan
het leven van mensen met een verstandelijke
heb ik als een bijzondere eer ervaren. Het is
beperking nooit meer zo’n brede maatschap-
goed dat er een dergelijke prijs is.
pelijke belangstelling genoten - hoogstens negatief, zoals bij Jolanda Venema, maar niet als brandpunt van maatschappelijke hoop. Dat
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
43
Verleden, heden en toekomst
juist Dennendal zo in de belangstelling kwam
gezondheidszorg was, nu als hoogleraar,
terwijl het op veel meer plaatsen gistte, had
adviseur en toezichthouder in de zorg. Het
trouwens ook te maken met triviale factoren
burgerschapsideaal is voor mij een centraal
zoals de ligging, vlakbij Hilversum, pal naast
thema gebleven, ook in het wetenschappelijk
het NS-station.
onderzoek van nu. Het thema werkt door in publicaties en conferenties. De termijn in de
Mysterie van zelfontplooiing
Tweede Kamer heb ik niet kunnen afmaken
Op Dennendal kwamen brede maatschappe-
omdat ik de kans kreeg hoogleraar te worden,
lijke zorgen en de zorg voor ‘zwakzinnigen’
met een leeropdracht die helemaal bij mijn vi-
samen. Wat hen verbond was het ideaal van
sie en missie paste. De benoeming ging sneller
zelfontplooiing: het streven dat elk mens,
dan ik verwacht had. De Universiteit van Am-
ongeacht achtergrond of IQ, het recht had
sterdam had helaas onoverkomelijk bezwaar
om zichzelf te ontplooien, een zinvol en ge-
tegen een tijdelijke dubbelrol, waardoor ik de
waardeerd bestaan te leiden. In de 50-er jaren
Tweede Kamer vroegtijdig moest verlaten.
was het zelfontplooiingsideaal al ontwikkeld, maar nog niet in de zorg, en het ging bovendien steeds om geleide zelfontplooiing: on-
Na zelfontplooiing en zelfbeschikking: welke gemeenschap?
der leiding van deskundigen. Op Dennendal
Uit reacties maak ik op, dat mijn proefschrift
ging het om spontane zelfontplooiing: tegen
vaak gelezen en veel gebruikt is, ook recent
deskundigen, tegen ongelijkheid, tegen pa-
nog. De uitgever overweegt het boek nog een
ternalisme. Dennendal liep destijds achter bij
keer uit te geven omdat het 40 jaar geleden is,
bijvoorbeeld de Groesbeekse Tehuizen, waar
dat Dennendal werd ontruimd. Op een con-
normalisatie en integratie al bekende begrip-
ferentie naar aanleiding van 40 jaar na Den-
pen waren. Maar die achterstand veranderde
nendal op 27 juni a.s. geef ik een lezing over
in een voorsprong doordat de tegenstelling
de actualiteit van Dennendal voor nu. Discus-
tussen patiënten en hulpverleners zelf ter dis-
sie blijft nodig: wat is ons burgerschapsideaal,
cussie werd gesteld: we zijn allemaal primair
wanneer telt iedereen echt volwaardig mee?
mensen. (Dit had overigens ook schadelijke
Na zelfontplooiing volgde vanaf de jaren ’80
kanten, zoals minachting voor zorgzaamheid
zelfbeschikking. Dat was veel individualisti-
en deskundigheid.)
scher. Na al die jaren nadruk op zelfbeschikking (of autonomie) is de vraag: wat zijn de
Burgerschapsideaal als centraal thema
bijbehorende gemeenschapsidealen? In welke
Ik ben sindsdien altijd actief gebleven op het
gemeenschappen komen individuen tot bloei?
terrein van de zorg, eerst bij het Nederlands
Op Dennendal was dat dilemma nog niet aan-
Instituut voor Zorg en Welzijn, later als lid
wezig omdat het ideaal van zelfontplooiing
van de Tweede Kamer voor Groen Links
was ingebed in de kleinschalige gemeenschap
van 2002 tot 2005, waar ik woordvoerder
en de omgekeerde integratie op het instel-
44
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
Evelien Tonkens
lingsterrein. Dat was de gemeenschap waarin
een sociaal jaar voor alle jongeren bijvoor-
allen zich zouden kunnen ontplooien. Op dit
beeld, niet in de vorm van een ‘dienstplicht-
moment is de beoogde gemeenschap een groot
model’ maar op vrijwillige basis, een goede bij-
vraagteken. ‘Community care’ klinkt goed,
drage kan leveren. Daar kan de overheid dan
maar wat is die community? Vaak denkt men
iets tegenover stellen, bijvoorbeeld reductie
dan aan de buurt, maar de buurt is niet vanzelf
van studiekosten, gedeeltelijke kwijtschelding
een community. Dat laat ook het proefschrift
van een lening, zicht bieden op werk. Jonge
van mijn promovenda Femmianne Bredewold
mensen willen best dienstbaar zijn, wanneer
‘Lof der Oppervlakkigheid’ duidelijk zien. De
hun keuze gewaardeerd wordt. De overheid
vraag in welke gemeenschappen mensen met
zou dan ook een kader moeten scheppen voor
een beperking als volwaardig burger kunnen
initiatieven uit de samenleving. De vraag of
meetellen vind ik heel urgent.
participatie van bovenaf moet worden bevorderd of van onderop moet groeien krijgt dan
Beschavingsoffensief
vanzelf een gedeeld positief antwoord.
Na mijn proefschrift heb ik het thema van het actieve burgerschap vastgehouden, en tegelijk
Zinvolle schaal zoeken
verruimd naar andere doelgroepen. Uitslui-
De financiële hervormingen en de overdracht
ting is immers niet beperkt tot mensen met
van bevoegdheden naar de lokale overheden
verstandelijke beperkingen. Ik bepleit ook een
hebben een gevaarlijke kant; enerzijds het
doorgaand onderling beschavingsoffensief,
dreigend tekort aan middelen en anderzijds
niet voor een bepaalde doelgroep maar voor
de schaalgrootte. Kleine gemeenten kiezen
iedereen, dat ik koppel aan de vaardigheden
om begrijpelijke redenen voor samenwer-
van zelfspot en zelfkritiek. Het mooie is, dat
king, omdat zij alleen niet in staat zijn tot een
zelfspot en ironie de mensen milder maakt, en
verantwoord beheer van de zorginstellingen.
open maakt voor de ontmoeting met en res-
Daarbij wordt de afstand tot de burgers onbe-
pect voor de ander. Ontspannen met elkaar
doeld groter. Wij Nederlanders zijn niet goed
leven: daar gaat het om. Ook destijds op Den-
in decentralisatie, we doen het altijd halfslach-
nendal al. Bij het verlaten van de verzuiling is
tig en bij problemen vergroten we de natio-
nagelaten levensbeschouwing een nieuwe bed-
nale controle. In Scandinavië doen ze dat veel
ding te geven. Het middenveld staat voor de
beter. Kernvraag blijft: welke plaats geven of
vraag hoe het leven in een open samenleving
gunnen wij de mensen aan de onderkant, bij-
met respect voor elkaar vorm krijgt.
voorbeeld jongeren met een laag IQ. We leggen nu te veel nadruk op de schoolprestaties.
Participatie van bovenaf en onderop
Hoog opgeleide mensen krijgen overal voor-
Ik maak me zorgen over de vraag hoe we kun-
rang. Voor mensen met minder kennis en kun-
nen voorkomen, dat mensen met een beper-
de is te weinig waardering. Zij zijn gedoemd
king in de steek worden gelaten. Ik denk dat
tot levenslange armoede. Beschermde woon-
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
45
Verleden, heden en toekomst
en werkplaatsen zijn natuurlijk mooi. Maar
In gesprek met Els Overkamp. Zij won in 2001
bij het scheppen van werk zou toch meer ge-
de Ds. Visscherprijs met haar proefschrift
keken moeten worden naar de onderste lagen
Instellingen nemen de wijk.
van het VMBO. Vernedering van die mensen
Dr.
is een groot probleem. Hoe kun je je in zulk
onderzoeker en hoofddocent verbonden aan
een situatie prettig voelen en bijdragen aan de
de Hogeschool Utrecht
Els
Overkamp
is
sinds
2011
als
samenleving?
De aanloop In 1994 studeerde ik af als bestuurskundige aan de Universiteit Twente. Niet lang daarna werd ik door de faculteit benaderd met de vraag of ik een onderzoeksvoorstel wilde schrijven; drie instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking wilden graag onderzoek laten doen naar de vraag of het toenmalige deconcentratiebeleid nu effectief was. Aanvankelijk begon ik met een contract van drie maanden. Uiteindelijk bleef ik zes jaar en was ik een doctorstitel rijker. Het is mij wat overkomen maar ik heb er nooit spijt van gehad.
46
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
Els Overkamp
Deconcentratie werkt niet
zwart/wit wordt gevoerd; men was voor of
Kern van mijn proefschrift was de vraag of het
tegen. Verstandelijke gehandicapten wel of
toenmalige deconcentratiebeleid van de rijks-
niet in de samenleving? Over welke mensen
overheid nu tot integratie leidde van mensen
met een verstandelijke beperking hebben we
met een verstandelijke beperking. Mijn con-
het eigenlijk? De diversiteit is zo groot dat je
clusie was dat deze integratie niet of nauwe-
niet kunt zeggen of ze nu wel of niet in de sa-
lijks van de grond kwam. Voor sommigen het
menleving op hun plek zijn. Ook krijg ik soms
bewijs dat integratie onmogelijk is als het om
de indruk dat organisaties en professionals
mensen met een beperking gaat. Zelf zag ik
handelingsverlegen zijn als het gaat om het re-
het wat genuanceerder; integratie leek al bij
aliseren van een geïntegreerd bestaan (hoe be-
voorbaat kansloos gezien de wijze waarop
perkt soms ook) in de samenleving. De logica
deze deconcentratieprojecten werden uitge-
van een zorgorganisatie die op alle onderdelen
voerd; alle voorzieningen gingen mee naar
in het leven ondersteuning biedt aan cliënten
de wijk (soms tot de technische man aan toe)
op één plek, is van een andere orde dan wan-
waardoor de noodzaak tot integratie beperkt
neer je iemand met een beperking ondersteunt
was. Wel zag ik hoopvolle tekenen van contact
in diens gang door de samenleving. Dat vergt
wanneer bepaalde voorzieningen door allerlei
een andere manier van werken en organiseren.
buurtbewoners werden gebruikt. Maar dat de
Het is mij niet altijd duidelijk of integratie niet
integratie van deze groep zo z’n beperkingen
lukt (en dan moeten we oppassen dat we niet
kent, is zondermeer duidelijk.
een te verheven beeld van integratie hebben) omdat de cliënt het niet aan kan of omdat de
Integratie blijft een vraag
randvoorwaarden niet op orde zijn. En dan
Mijn dissertatie is verouderd als het gaat om
denk ik ondermeer aan de wijze van onder-
het beleid; deconcentratie behoort tot het ver-
steuning en de toegankelijkheid van de samen-
leden. De vraag of mensen met een verstande-
leving. Zeker in deze tijd waarin de overheid
lijke beperking er in slagen deel uit te maken
met de participatiesamenleving een slag wil
van de samenleving, blijft echter actueel. Van
slaan.
tijd tot tijd is de vraag weer actueel of mensen met een verstandelijke beperking nu wel
De participatiesamenleving
of niet op hun plek zijn in de samenleving. Ik
Ik zie kansen maar ook bedreigingen. Kansen
denk aan de Twentsche Zorgcentra een aantal
in de zin dat door de transities naar gemeen-
jaren geleden, die wonen in de samenleving
ten allerlei lokale diensten en organisaties zich
ter discussie stelde of recenter (2013) het boek
moeten oriënteren op en openstellen voor
van Marijke Malsch (Dwang of bevrijding?
mensen met een beperking. Waar nu woonlo-
De invoering van de community care in de
caties nog geïsoleerde eilandjes lijken te zijn
zorg voor verstandelijk gehandicapten). Wat
in de wijk, biedt dat kansen voor verbinding
mij daarbij opvalt, is dat de discussie heel
en een integrale ondersteuning. Bedreigingen
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
47
Verleden, heden en toekomst
zijn onvoldoende/onjuiste ondersteuning, ver-
vond de vuurwerkramp in Enschede plaats (ik
eenzaming, uitbuiting, verwaarlozing en over-
ben vijf dagen nadien gepromoveerd) en was
belaste mantelzorgers. Meer met minder is het
mijn schoonvader ernstig aan het dementeren.
devies, maar kunnen we dat waarmaken?
Ik kan mij niet een heftig dispuut herinneren. Ik heb toen diverse lezingen in het land gege-
Vervolgonderzoek
ven. Maar misschien was mijn werk daarvoor
Binnen de Wmo-werkplaats doe ik opnieuw
te genuanceerd; een stevige opinie werkt vaak
onderzoek naar de effecten van dit beleid. We
beter. Natuurlijk waren er ook mensen die in
volgen mensen met een psychische of verstan-
mijn onderzoek de bevestiging lazen dat het
delijke beperking, dan wel met dementie die
niets zou worden met de integratie. Volgens
nu nog extramurale begeleiding krijgen vanuit
mij is mijn proefschrift een goed uitgewerkte
de AWBZ. We gaan na hoe hun ondersteuning
momentopname van de gehandicaptenzorg
is vormgegeven en hoe het staat met hun zelf-
in de jaren negentig. Aspecten daarvan zie
redzaamheid, participatie en mogelijk sociaal
ik terug in studies die nadien zijn uitgevoerd
isolement. Na 2015, wanneer de transitie naar
(waaronder de recente dissertatie van Fem-
alle waarschijnlijkheid heeft plaatsgevonden,
mianne Bredewold Lof der oppervlakkigheid.
kijken we opnieuw hoe de vlag op deze onder-
Contact tussen mensen met een verstandelijke
delen er bij staat.
of psychiatrische achtergrond en buurtbewoners). Het is wel grappig nu ik vanwege mijn
Gevolgen van de Ds. Visscherprijs
werk weer mensen uit de gehandicaptenzorg
Het klinkt heel plat maar ik heb een mooi be-
tegen kom; dan stel ik mij voor met ‘Els Over-
drag gekregen en eeuwige roem. Ik was zeer
kamp’ en dan zie je ze even denken. Toch niet
vereerd met de prijs. Ik denk dat het winnen
van dat proefschrift? Ben jij die Els Over-
van deze prijs in mijn sollicitaties een rol heeft
kamp?
meegespeeld; zeker in kringen van de gehandicaptenzorg heeft deze prijs bekendheid. Punt
De periode na mijn onderzoek
is dat ik kort na mijn promotie een andere weg
Na mijn promotie veranderde mijn leven. Ik
in ben geslagen waardoor ik dat zelf nooit zo
werd directiesecretaris bij een GGD en kreeg
duidelijk heb meegekregen. Ik heb alle kansen
twee kinderen. Ik wilde weg van de universi-
die deze prijs ongetwijfeld had geboden daar-
teit en andere dingen doen. In de zes jaar dat
door onvoldoende benut.
ik onderzoek deed in de gehandicaptenzorg, viel het mij op dat veel mensen de gehandi-
Het effect van mijn publicatie (maatschap-
captenzorg trouw waren. Veel mensen die ik
pelijk en qua onderzoek)?
tegenkwam, werkten al hun hele leven in de
Eerlijk gezegd weet ik dat niet. Het jaar waarin
zorg. Of ze nu onderzoeker, hulpverlener of
ik promoveerde kreeg ik een kind (drie weken
manager waren. Zelf wilde ik graag weer wat
voor de bevalling was mijn manuscript klaar),
anders doen. Toen ik na tien jaar afwezigheid
48
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
Els Overkamp
echter weer eens naar een congres ging (Fo-
het directe hulpverlenende contact met hen);
cus op zorg), voelde het een beetje als thuis
binnen een team van gelijkgestemde profes-
komen. Bijna iedereen was er weer, maar dan
sionals binnen één organisatie. Zeker als ze
wat ouder; net als ik. Ik bezocht dit congres
ambulant gaan werken, komen ze daar echter
omdat ik net mijn functie als hoofddocent
niet ver mee. Ze moeten een ander perspectief
social work aan de Hogeschool Utrecht had
op hun beroep krijgen. En dat kan alleen als
aanvaard en hoognodig de stand van zaken
wij de opleiding daartoe veranderen. En dat is
wilde peilen in de Gehandicaptenzorg.
nog niet zo geregeld
Ik heb een aantal jaren in de openbare gezondheidszorg gewerkt (GGD). Vervolgens
Kijk op de huidige veranderingen
heb ik een paar jaar als adviseur bij HHM
Als onderzoeker ben ik uitermate geïnteres-
gewerkt. In deze functie deed ik weer onder-
seerd in wat er nu allemaal plaatsvindt. Zo’n
zoek bij diverse instellingen voor mensen met
majeure verschuiving in het veld van zorg en
een verstandelijke beperking. Waaronder een
welzijn is ongekend. Dat gemeenten verant-
leefwensenonderzoek, een nieuwe zorgvisie
woordelijk worden voor grote delen van de
ontwikkelen, maar ook aanscherping indica-
zorg, biedt in theorie kansen voor een integrale
tiestelling CIZ voor mensen met een verstan-
ondersteuning in de samenleving van mensen
delijke beperking. Toen heb ik drie jaar als
met een beperking. Deze kansen heb ik reeds
ZZP-er opdrachten gedaan voor gemeenten
eerder benoemd. Die transitie zie ik ook als
en daarnaast columns en verhalen geschreven.
een soort breekijzer voor ontzuiling; waar je
Eigenlijk wilde ik een roman schrijven maar
tot voor kort was aangewezen op de ‘zuil’ van
dat is (nog) niet gelukt. Inmiddels werk ik bij
jouw aandoening voor ondersteuning en dag-
de Hogeschool Utrecht als hoofddocent/on-
besteding, krijg je nu hopelijk meer mogelijk-
derzoeker. Ik doe weer onderzoek naar de ef-
heden om je daarbuiten te ontwikkelen. Of dit
fecten van de Wmo voor onder andere mensen
allemaal goed zal gaan, is natuurlijk de ham-
met een verstandelijke beperking (zoals eerder
vraag. Slagen gemeenten er in om met zorg- en
vermeld). Tevens doe ik onderzoek naar ge-
welzijnspartijen alsmede allerlei aanpalende
kantelde werkwijzen voor professionals; hoe
organisaties een goede ondersteuning te bieden
geef je handen en voeten aan krachtgericht
aan mensen met een beperking? De ene ge-
werken. En daarnaast leid ik samen met colle-
meente heeft beter voor ogen wat ze willen dan
ga’s de nieuwe generatie hulpverleners op. Dat
andere. Bij zorg- en welzijnspartijen heerst veel
is op dit moment minstens zo spannend; onze
onzekerheid over de toekomst; zijn ze volgend
opleidingen zijn gebaseerd op een landschap
jaar nog zeker van werk en zo ja, wat voor
van zorg en welzijn dat straks (of eigenlijk nu
werk? En dan ben je soms ook nog concurrent
al) niet meer bestaat. Mijn studenten willen
van elkaar. We gaan naar een nieuw evenwicht
graag één op één werken met een cliënt met
en tot die tijd is het zoeken naar de balans. En
een beperking (ze denken daarbij vooral aan
ik hoop dat deze positief uitslaat.
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
49
Verleden, heden en toekomst
Henriëtte Ruigrok won in 2003 de Ds.
living. Daarnaast raakte ik geïntrigeerd door
Visscherprijs voor haar dissertatie Wonen doe
artikelen over onderzoek, waarbij door het
je zelf. Evaluatie van Ondersteund Wonen
verzamelen van een breed scala aan gegevens
van mensen met een verstandelijke handicap
inzichten ontstonden omtrent mogelijkheden
Dr. Henriëtte Ruigrok is onderzoeker bij De
van mensen met verstandelijke beperkingen
Hartekamp Groep
die voorheen voor onmogelijk werden gehouden. Voorbeelden hiervan zijn Lozano (1993), O’Brien (1994), Edgerton (1984), Emerson (1985) en Schalock (1981, 1986). Het succes van Ondersteund Wonen In 1996 kreeg ik de kans aan de Universiteit van Amsterdam een promotieonderzoek te starten met als onderwerp het succes van wonen. De eerder genoemde onderzoeken en de veranderende visie in Nederland waren hiertoe directe aanleiding. Mensen met een verstandelijke handicap wonen traditioneel in woongroepen in gezinsvervangende tehuizen of in instellingen. Vanaf 1990 ontstaan ideeën
Wonen als keurslijf
over Ondersteund Wonen of Supported Li-
In de jaren rond 1990 was het wonen in ge-
ving. Dit biedt mensen met een verstandelijke
zinsvervangende tehuizen voor mensen met
handicap de mogelijkheid om op zichzelf te
een verstandelijke beperking een gangbare
gaan wonen. Zij krijgen daarbij dan onder-
praktijk. Bij mijn werkzaamheden in deze te-
steuning van familie en vrienden of van pro-
huizen viel steeds vaker op dat deze omgeving
fessionele hulpverleners.
die mensen een beperking oplegt. De groep en
Uit mijn onderzoek blijkt dat met vol-
continue aanwezigheid van begeleiding bood
doende, flexibele ondersteuning een uiteen-
de bewoners een permanent keurslijf. Door
lopende groep van mensen met een matige
het ontstaan van ideeën over mogelijkheden
verstandelijke handicap met succes op zich-
voor mensen met een beperking om zelf een
zelf kan wonen. Uit interviews blijkt dat de
woning tot een eigen thuis te kunnen maken,
cliënten zelf zeer tevreden zijn met het Onder-
leek het mij voor veel bewoners een grote kans
steund Wonen. “Als je op jezelf woont, kun je
om hun eigen leven te kunnen gaan leiden.
je eigen leven leiden en ben je je eigen baas.
De colleges van professor Van Gennep wekten mijn interesse in het concept van kwa-
Het wonen in een eigen huis is gewoner en is leuker”.
liteit van bestaan, emancipatie en supported
50
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
Henriëtte Ruigrok
Het winnen van de ds. Visscherprijs in
mensen die op zichzelf wonen gekeken
2003 bood de ruimte om aan een groot gezel-
hoe het over een langere tijd met hen gaat.
schap nogmaals mijn verhaal over het suc-
Gedurende twee tot drie jaren heb ik bij
ces van wonen te vertellen in onderstaand
deze groep mensen gekeken of zij met suc-
prijspraatje:
ces op zichzelf konden en wilden wonen.
“Begin 1990 is Ondersteund Wonen in
Er is daarbij gekeken naar de doelstelling
Nederland bekend geworden. Onder-
van het Ondersteund Wonen. Het gaat er
steund Wonen of Supported Living is
daarbij om dat mensen in de eigen woning
gedefinieerd als: het in staat stellen van
kunnen blijven wonen, dat de woonvaar-
mensen ongeacht hun beperkingen, om in
digheden voldoende zijn en dat men tevre-
de samenleving te wonen, waar zij willen,
den is met het wonen.
met wie zij willen en zo lang als zij willen,
De resultaten van dit onderzoek zijn erg
ongeacht de ondersteuning die zij daarbij
goed te noemen. Van de 100 personen in de
nodig hebben.
onderzoeksgroep waren er na afloop van
De ontwikkelingen in de dienstverlening
de onderzoeksperiode 96 die nog zelfstan-
aan mensen met een verstandelijke handi-
dig woonden en vier personen die niet op
cap of beperking zijn de afgelopen jaren
zichzelf konden of wilden blijven wonen.
snel gegaan. Veel mensen zijn in een eigen
Tussendoor waren er wel mensen met wie
woning gaan wonen waar zij hun eigen
het tijdelijk wat minder goed ging, waar-
thuis hebben gevonden, waar zij hun eigen
bij de woonvaardigheden wat afnamen of
keuzes kunnen maken en een zelfstandiger
men was minder tevreden over het wonen
leven kunnen leiden. Zij krijgen daarbij de
of de ondersteuning. Gemiddeld gaat het
ondersteuning die zij nodig hebben.
dan om 12-20% van de mensen die On-
Met veel plezier heb ik een evaluatieon-
dersteund Wonen die tijdelijk minder suc-
derzoek uitgevoerd naar Ondersteund
cesvol bleken te zijn. Met de ondersteu-
Wonen. Het is belangrijk om nieuwe ont-
ning die zij krijgen zijn zij toch op zichzelf
wikkelingen te evalueren aan de hand van
blijven wonen en hebben zich op een vol-
gestelde doelen. Als nieuw beleid wordt
gend moment weer hersteld, de woonvaar-
begeleid door kennis hierover is eventuele
digheden zijn verbeterd en de tevredenheid
bijsturing mogelijk en kunnen gunstige
is terug. Over het algemeen is er dan ook
resultaten dienen als voorbeelden om be-
sprake van grote stabiliteit van woonvaar-
trokkenen goed te kunnen voorlichten en
digheden, de sociale redzaamheid, het ge-
om anderen te inspireren.
drag en de tevredenheid.
In mijn onderzoek heb ik gekeken hoe het
Kortom: Supported Living of Onder
gaat met mensen die (meestal vanuit een
steund Wonen, met voldoende, flexibele
gezinsvervangend tehuis) op zichzelf zijn
ondersteuning biedt mensen met een ver-
gaan wonen. Ik heb bij een groep van 100
standelijke handicap de mogelijkheid met
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
51
Verleden, heden en toekomst
succes op zichzelf te wonen en hun eigen
(2004). Een goede woonsituatie voor mensen
leven te leiden. Het Ondersteund Wonen
met een ernstige verstandelijke handicap in de
draagt zo bij aan de kwaliteit van bestaan
samenleving vraagt OOK de voordelen van
van mensen met een verstandelijke handi-
het instituut, bijvoorbeeld goede medische
cap. Mensen leiden een normaal bestaan
zorg. Op organisatieniveau liggen de taken
en ontwikkelen zich als individuen. De
goede voorzieningen te ontwikkelen en aan
competentie neemt toe, er is sprake van ei-
te bieden, maar ook aandacht te hebben voor
gen keuzes, van welzijn en van participatie
professionaliteit en deskundigheid van mede-
aan de samenleving.
werkers. De overheid is van belang voor een
Ik hoop dat mijn onderzoek en de publi-
goede wet- en regelgeving.
catie “Wonen doe je zelf” anderen informatie geeft en inspireert om mensen, on-
Aandacht voor mijn onderzoek
geacht hun beperkingen, mogelijkheden te
Het verkrijgen van de prijs leidde voor mij tot
bieden om gewoon wonen in de samenle-
hernieuwde aandacht voor het onderwerp,
ving te realiseren, om daar het eigen leven
mijn onderzoek en het proefschrift. Vanuit
in te richten zoals zij dat zelf willen en zo-
diverse invalshoeken werd mij gevraagd een
als het beste bij hen past.” Tot zover het
schriftelijke bijdrage te leveren of een presen-
prijspraatje.
tatie te verzorgen
Het onderwerp Wonen met ondersteuning of
De resultaten van mijn onderzoek on-
supported living blijft van belang om mensen
derschreven het feit dat mensen met beper-
met een beperking de mogelijkheid te bieden
kingen goed in staat zijn hun eigen leven te
een eigen leven te leiden in een woning die
leiden waardoor hun kwaliteit van bestaan
voor hen een thuis is. De gangbare opvatting
toeneemt. Het was inspirerend om daarover
dat dit niet voor alle mensen met een beper-
te schrijven, te vertellen en te laten zien dat
king mogelijk is komt regelmatig terug in
het kan.
discussies, zie bijvoorbeeld een reactie hierop
Het effect is voornamelijk gelegen in aan-
van Van Gennep en Van Hove (2000) en bij
dacht voor het onderwerp en voor mij de
het LKNO, het Landelijk Netwerk Kritisch
mogelijkheid om daarop verder te werken
Ouders. Ervaringen en onderzoeksresultaten
(Ruigrok, 2003 e.v.). Meer emancipatie en
laten echter zien dan dit voor ALLE mensen
participatie voor mensen met beperkingen
met een beperking mogelijk is. Het gaat erom
werden meer gemeengoed. Ondanks kritische
dat zij dit willen en dat de benodigde onder-
opvattingen over de onmogelijkheid hiervan
steuning gerealiseerd wordt.
en vooroordelen dat mensen met beperkingen
Een mooi artikel over deïnstitutionalise-
het beste af zijn in een beschermde omgeving.
ring komt uit Australie (Young en Ashman,
Vanuit de invalshoek van belangenbeharti-
2004), verwerkt in Leven in de lokale samen-
ging en beleids- en kennisontwikkeling heb ik
leving (Ruigrok, H., & Wielen, H. van der
daar nog verder aandacht aan kunnen geven.
52
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
Henriëtte Ruigrok
Participatie blijkt een weerbarstig thema zoals ook te lezen is in het themanummer (getiteld Zorgzame samenleving) van tijdschrift Markant van december 2013. Het lijkt vanzelfsprekend dat alle mensen met elkaar een samenleving vorm geven, maar anno 2014 vergt het onderwerp nog net zoveel aandacht als rond de eeuwwisseling. Veranderingen in de zorg De grote veranderingen die momenteel in de gehandicaptenzorg gaande zijn bieden enerzijds mogelijkheden voor verdere participatie en een ‘zo gewoon mogelijk leven’ voor mensen met beperking. Anderzijds vormt kostenbesparing vanzelfsprekend risico’s. De veranderende regelgeving en financiering kan tot onduidelijkheid en verlies van deskundigheid en kwaliteit leiden. Initiatieven als Sociale Netwerkversterking en Eigen Kracht gaan uit van de eigen kracht van de burger en zijn omgeving. Samen met het sociale netwerk ontstaat kracht om beslissingen te nemen, plannen te maken en deze plannen samen uit te voeren. Dit sluit naar mijn idee mooi aan bij de uitgangspunten van supported living waarbij ondersteuning de kans biedt om gewoon wonen in de samenleving te realiseren, om daar het eigen leven in te richten zoals mensen met een beperking dat zelf willen en zoals dat het beste bij hen past. Afsluitend kan ik dan zeggen dat het onderwerp van mijn onderzoek actueel blijft en er steeds stappen worden gezet tot verdere emancipatie en participatie van mensen met een beperking.
Literatuur Edgerton, R.B., Bollinger, M., Herr, B. (1984). The Cloak of Competence. After two decades. American Journal on Mental Deficiency, 88, 345-351. Emerson, E., Robertson, J., Gregory, N., Hatton, C., Kessissoglou, S., Hallam, A., Knapp, M., Jarbrink, K., Noonan Walsh, P., Netten, A. (2000). Quality and costs of community-based residential supports, village communities, and residential campuses in the United Kingdom. American Journal on Mental Retardation, 105, 81-102. Emerson, E. B. (1985). Evaluating the impact of deinstitutionalization of Mentally retarded people. American Journal on Mental Deficiency, 90, no 3, 277-288. Lozano, B. (1993). Independent Living. Relation Among Training, Skills, and Success. American Journal on Mental Retardation, 98, no 2, 249-262. O’Brien, J. (1994). Down Stairs that are never your Own. Supporting People with Developmental Disabilities in their Own Homes. Mental Retardation, 32, no 1, 1-6. Ruigrok, H., Wielen, H. van der (2004). Leven in de lokale samenleving. In: Kersten, M., Flikweert, D. Onderzoek over grenzen. Thematische rapportages en beschouwingen naar aanleiding van het 12de IASSID congres, Montpellier 2004. Utrecht, NGBZ en LKNG / NIZW. Schalock, R. L., Harper, R. S. (1978). Placement from Community-Based Mental Retardation Programs. How well do clients do? American Journal on Mental Deficiency, 83, 240-247. Schalock, R. L., Harper, R. S., Carver, G. (1981a). Independent Living Placement. Five years later. American Journal on Mental Deficiency, 86, 170-177. Schalock, R. L., Harper, R. S., Genung, T. (1981b). Community Integration of Mentally Retarded Adults. Community Placement and Program Success. American Journal on Mental Deficiency, 85, 478-488. Schalock, R. L., Lilley, M. A. (1986). Placement from Community-Bases Mental Retardation Programs. How well do clients do after 8 to 10 years. American Journal on Mental Deficiency, 90, 669-676. Young, L., Ashman, A. (2004). Deinstitutionalization for Older Adults With Severe Mental Retardation: Results From Australia. American Journal on Mental Retardation, 109, no 5, 397-412. Van Gennep, A., & van Hove, A. (2000). Zijn het burgerschapsparadigma en inclusie dan niet bruikbaar voor mensen met een ernstige verstandelijke handicap? Kanttekeningen bij een zorgelijke ontwikkeling. Nederlands Tijdschrift voor Zorg aan verstandelijk gehandicapten, 4, 246 - 255.
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
53
Verleden, heden en toekomst
In gesprek met Rita Zijlstra, die in 2003 de
zig is, zicht bestaat op de voor- en nadelen
Ds. Visscherprijs won voor haar dissertatie
van de vernieuwing en de balans ten gunste
Dansen met olifanten. Een onderzoek naar de
van de vernieuwing uitslaat. Dit vereist onder
implementatie van het opvoedingsprogramma
andere inzet, daadkracht en doorzettingsver-
in de zorg voor mensen met ernstige
mogen. Daarnaast zijn er nog tal van factoren
meervoudige beperkingen
die van belang zijn dat een vernieuwing uit-
Dr. Rita Zijlstra is momenteel werkzaam als
eindelijk gebruikt gaat worden zoals het be-
klinisch neuropsycholoog bij de F ortaGroep
doeld was. Dit zijn factoren die zowel met de
en bij de Universiteit Leiden
aanleg van cliënten te maken hebben, als ook met kenmerken van de begeleider (zoals ontwikkelings-, kennis- en vaardigheidsniveau maar ook diens persoonlijkheid: iemand die graag nieuwe dingen wil proberen, of iemand die graag alles hetzelfde wil houden). Natuurlijk ook de wijze waarop de interactie tussen cliënt en begeleider wordt vormgegeven, de wijze waarop zij elkaar daarin ‘ongoing’ beïnvloeden. Op deze manier komen er meer nuanceringen in die relatie. Dit maakt dat die relatie interessant blijft, je nieuwsgierig blijft naar de ander en beiden elkaar gespiegeld weten in die relatie. Weten dat je aanwezig bent in de gedachten en gevoelswereld van de ander maakt die relatie immers waardevol en lijdt tot een zekere mate van (zelf)bewustzijn. Het (zelf)bewustzijn bij de cliënt (bijvoorbeeld ik ben de moeite waard want de voor mij belangrijke anderen besteden aandacht aan mij) en bij de begeleider (ik ben een goede begeleider want ik voel me competent en gewaardeerd in de relatie met de mensen die mij zijn toever-
Een uitdaging zoeken in de relatie
trouwd) hangt natuurlijk sterk samen met het
Het ontwikkelen en toepassen van evidence
zelfbewustzijn van de organisatie waarbinnen
based practices zal altijd een uitdaging blij-
wordt gewerkt. Je ondersteund weten maakt
ven. De praktijk is weerbarstig en routines
dat je ook nieuwe dingen durft te proberen.
kunnen pas aangepast of vernieuwd worden
Dus ook factoren die een organisatie ken-
als bewustwording van een probleem aanwe-
merken beïnvloeden het succes van een ver-
54
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
Rita Zijlstra
nieuwing. Hoe al deze factoren nu op elkaar
ganisatie. Het is belangrijk dat medewerkers
inwerken is een soort van toverketel waarvan
(zowel bestuurders, managers, begeleiders, ge-
niemand precies weet hoeveel, wanneer en wat
dragsdeskundigen, facilitair medewerkers, pa-
je nu moet toevoegen om tot een ideale mix
ramedici, medici etc.). elkaar bevragen waar
te komen. Dat was de uitdaging van het on-
men mee bezig is, wat ze van elkaar daarin no-
derzoek die ik graag aannam omdat hiermee
dig hebben en de successen met elkaar delen.
een beetje zicht gekregen kon worden op hoe
Dit gaf mij de indruk dat indien een organisa-
de organisatie zich naar de cliënt kon voegen,
tie in staat is emotionele betrokkenheid vorm
zodat de cliënt optimale mogelijkheden kreeg
te geven op alle niveaus van een organisatie,
om tot ontwikkeling te komen en onbewuste
dit uiteindelijk zichtbaar wordt in de relatie
en onbedoelde emotionele verwaarlozing kon
tussen cliënt en begeleider. En hoe goed een
worden geminimaliseerd.
organisatie hier vorm aan kan geven hangt natuurlijk ook samen met allerlei maatschappe-
Het belang van mijn onderzoek als
lijke, politieke en financiële ‘winden’ . Indien
richtingwijzer
een organisatie afgerekend wordt op de fou-
Met het onderzoek hebben we geprobeerd om
ten die het maakt dan zal dat uiteindelijk ook
in die toverketel te kijken en uit te zoeken op
in de cliënt-begeleider relatie vorm krijgen en
welk moment je iets moet doen of toevoegen
zichtbaar worden.
en in welke mate. Het waren geen verrassende factoren maar wel dat er rekening gehouden moet worden met verschillende fasen van ver-
Via de neuropsychologie naar een beter begrip
nieuwing en dat binnen iedere fase weer an-
De prijs voelde voor mij als een erkenning voor
dere factoren van belang zijn. Binnen iedere
al het werk dat was geleverd door velen, zowel
fase kun je eigenlijk komen tot een soort van
bij de universiteit als bij de verschillende voor-
competentiewijzer of je die fase goed genoeg
zieningen. Een erkenning dat als je jezelf ergens
hebt doorstaan om de overgang te maken
in vastbijt het uiteindelijk wel tot iets leidt als
naar een nieuwe fase. Waarbij terugval naar
je maar dichtbij je eigen drijfveren blijft. Voor
een eerdere fase soms nodig is om tot goede
mij heeft dat betekend dat ik uiteindelijk geko-
voorwaarden te komen om de vernieuwing
zen heb voor een andere richting, nl. de neuro-
goed neer te zetten. Het vereist nogal wat van
psychologie omdat ik wilde weten hoe gedrag
cliënt, familie, medewerker en organisatie om
begrepen kan worden vanuit (de ontwikkeling
een vernieuwing goed neer te zetten. Flexibi-
van) het brein. Maar ook de invloed van de
liteit, creativiteit en doorzettingsvermogen
omgeving op dat brein en hiermee op gedrag.
zijn daarin belangrijk maar ook emotionele
Emotionele verwaarlozing bijvoorbeeld leidt
betrokkenheid, oprechte interesse: niet alleen
tot een aantoonbaar andere breinontwikkeling
tussen cliënt, familie en begeleider maar ook
(en hiermee ander gedrag) dan bij kinderen die
tussen medewerkers in alle lagen van een or-
niet in die omstandigheden zijn opgegroeid.
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
55
Verleden, heden en toekomst
Gedrag van emotioneel verwaarloosde kinde-
zich ook richt op cliënten met verstandelijke
ren heeft ook weer invloed op gedrag van bege-
beperkingen. Er is al een aantal initiatieven ge-
leiders en hiermee weer op het gedrag van deze
start en mogelijk dat deze meer vorm kunnen
kinderen; waarmee de cirkel weer rond is. De
krijgen en meer zichtbaar kunnen worden in de
wederzijdse beïnvloeding van de omgeving en
toekomst. Daar zou ik me graag sterk voor wil-
het kind op elkaar en dat op een dynamische
len maken. Neuropsychologie en dan met name
manier, kan leiden tot juist meer betrokkenheid
de sociale cognitie kan een belangrijke bijdrage
of meer littekens. Door vanuit het perspectief
leveren om sociaal cognitieve voorspellers van
van het hersen-gedrag model te kijken en zo
(on)aangepast gedrag te leren kennen.
de interactie tussen omgeving en aanleg (bv door genen zoals bij syndromen) te onderzoeken geeft mij het idee veel meer mogelijkheden
Het effect van mijn publicatie? De inzichten uit dit proefschrift worden nog
te hebben om vorm aan behandeling te geven
steeds gebruikt. Er is een meer populaire ver-
omdat gedrag van cliënt en interactie met diens
sie van de bevindingen uit dit proefschrift
omgeving veel beter te begrijpen valt. Hierdoor
geschreven met de titel Met zorg vernieuwen
wordt opvoeden een beetje minder moeilijk.
(Zijlstra, Vlaskamp, en Poppes, 2005), dat nog
En de nummer 1 en nummer 2 op de top-10
regelmatig wordt gebruikt. De groep rondom
factoren die de veerkracht van een individu
prof. C. Vlaskamp in Groningen richt zich nog
versterken zijn adequaat ouderschap en con-
steeds op deze doelgroep en het zo goed mo-
tacten met andere sociaal competente volwas-
gelijk inzetten van vernieuwingen voor deze
senen; op nummer 4 staat talenten en prestaties
doelgroep.
hebben die door anderen gewaardeerd worden (Braet en Prins, 2008). Dus juist bij cliënten die
Tot slot: hoe kijkt u aan tegen de grote veranderingen van nu in de gehandicaptenzorg?
afhankelijk zijn van (de relatie met) anderen
Ik zou graag ‘de grote veranderingen’ wat
kan neuropsychologie veel opleveren door de
willen relativeren. De WMO en de participa-
betekenis die hiermee aan het gedrag kan wor-
tiewet hebben zeker hun invloed maar sluiten
den gegeven. Binnen de verstandelijk gehan-
aan bij de ontwikkelingen die al eerder bin-
dicapten sector wordt hier nog veel te weinig
nen de gehandicaptenzorg zijn ingezet. Vanuit
aandacht aan gegeven en wordt daar nog veel
mijn huidige positie binnen Jeugd GGZ en
te weinig gebruik van gemaakt om tot duiding
de recente ontwikkelingen rondom transi-
van het gedrag te komen.
tie jeugdzorg, maak ik me toch wel ernstige
Mogelijk dat we in de toekomst met een
zorgen of er voldoende deskundigheid be-
aantal gelijkgestemde klinisch neuropsycholo-
schikbaar en inzetbaar blijft voor kinderen en
gen onze deskundigheid op het gebied van de
jongeren onder de 18 jaar op moeilijk lerend
neuropsychologie meer zichtbaar en tastbaar
niveau of met een lichte dan wel matige ver-
kunnen maken voor de verstandelijk gehandi-
standelijke beperking.
captenzorg en de kind- en jeugdpsychiatrie die
56
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
Brenda Frederik
Brenda
de
lijke beperking, van geboorte tot de dood. La-
Ds. Visscherprijs voor haar proefschrift
Frederiks
ter is de focus van het onderzoek beperkt tot
De
rechtspositie
ontving van
in
mensen
2005
een
het thema vrijheidsbeperking. Dit kwam voor
verstandelijke handicap. Van beperking naar
met
een deel doordat ik mee heb gewerkt aan de
ontplooiing
tweede evaluatie van de Wet Bopz. Het thema
Dr. Brenda Frederiks is momenteel werkzaam
vrijheidsbeperking is zo enorm breed dat al
als universitair docent gezondheidsrecht bij
gauw de andere thema’s (privacy, vertegen-
VU medisch centrum.
woordiging en geheimhouding) wegvielen. Het thema van mijn onderzoek is nog altijd actueel. Soms lijkt het alsof in de praktijk niets is verbeterd als het gaat om rechten en plichten, en de toepassing van vrijheidsbeperking in het bijzonder. Gelukkig zijn er ook voorbeelden van praktijken waar een verbetering zichtbaar is. Effecten van de prijs De prijs betekende voor mij een hele mooie waardering voor mijn werkzaamheden. Wat de effecten (maatschappelijk en qua onder-
Aanleiding tot het proefschrift
zoek) van mijn publicatie waren is moeilijk
Het was voor een groot deel toeval, maar ook
aan te geven, maar in elk geval ontstond er
interesse voor een doelgroep die tijdens mijn
een breder begrip van vrijheidsbeperking
studie gezondheidswetenschappen en ook
(meer aandacht voor niet-zichtbare vormen
rechten aan de Universiteit Maastricht niet of
van vrijheidsbeperking). In veel publicaties
nauwelijks voorbij is gekomen. Mijn promo-
en presentaties probeer ik daar steeds weer
tor Frans van Wijmen kwam met het thema.
aandacht voor te vragen. En verder is er een
Op dat moment was ik student-assistent bij de
nieuwe wet in voorbereiding: de wet Zorg en
afdeling gezondheidsrecht. Hij heeft een broer
dwang. Helaas duurt het allemaal wel lang
met een verstandelijke beperking.
voordat deze er daadwerkelijk komt en is de rechtsbescherming in deze nieuwe wet niet zo
Rechtspositie De kern van mijn publicatie is de rechtspositie
uitvoerig uitgewerkt als ik in mijn proefschrift beschrijf.
van mensen met een verstandelijk beperking en specifiek het thema vrijheidsbeperking. Ik
Onderzoek naar vrijheidsbeperking
ben aanvankelijk heel breed begonnen: de
Ik ben verder gegaan met het thema vrijheids-
rechtspositie van cliënten met een verstande-
beperking. Eerst als post-doc in Maastricht,
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
57
Verleden, heden en toekomst
waar ik aan de slag ging met het ontwikkelen
Rob van Hooren won in 2008 de Ds.
van kwaliteitscriteria voor vrijheidsbeperking.
Visscherprijs met zijn proefschrift What is
Daarna in Amsterdam, bij het VUmc, zowel
eating them? Moral considerations in the
met het thema vrijheidsbeperking als met de
management of obesity in the case of Prader-
rechtspositie van mensen met een verstande-
Willi syndrome
lijke beperking (o.a. met een onderzoek naar
Dr.
het recht op informatie van mensen met een
werkzaam
verstandelijke beperking, bemoeizorg en twee
huisartsenorganisatie Meditta.
Rob
van als
Hooren GGZ
is
momenteel
ondersteuner
voor
promotietrajecten). Toekomstplannen Ik wil graag rondom het thema vrijheidsbeperking nog gerichter onderzoek doen. Ook in samenwerking met andere disciplines. Het terugdringen van vrijheidsbeperking is niet alleen afhankelijk van een wet, maar ook van de bewustwording van zorgverleners. In mijn onderzoek wil ik een sterke link met de praktijk leggen. Veranderingen in de zorg De decentralisatie heeft vele gevolgen voor de rechtspositie van mensen met een verstandelijke beperking. Veel cliënten zijn straks aangewezen op de gemeente. Wat betekent dit voor
Eetdrang en ethiek als startpunt
het recht op zorg? Bovendien valt deze zorg
Vanuit lopend onderzoek naar de genetische
vooralsnog buiten de werking van de nieuwe
aandoening Prader-Willi syndroom, waarbij
wet Zorg en dwang, die zich alleen richt op
er door een hormoontekort sprake is van een
mensen met een AWBZ-indicatie.
onverzadigbare eetdrang, kwam een heel dui-
Daarnaast wordt er meerdere wetgeving
delijke ethische kwestie naar voren. Hoever
voorbereid over vrijheidsbeperking: een nieu-
laat je iemands gezondheid eronder lijden,
we wet voor de jeugdzorg en een nieuwe wet
voordat je ingrijpt? Vanuit de Universiteit
voor de psychiatrie. Opvallend is dat deze wet-
Maastricht is toen een onderzoeksproject op
geving onvoldoende op elkaar is afgestemd.
gezondheidsethisch vlak opgezet om dit te onderzoeken. Voortkomend uit de resultaten van dit onderzoek heb ik toen een dissertatie geschreven.
58
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
Rob van Hoore
Autonoom en niet onafhankelijk
gebruik van empirische data voor het uitwer-
In ons denken staat altijd voorop dat een
ken van ethische theorieën, en de combinatie
mens pas autonoom is als hij zelfstandig zijn
van kwalitatief en kwantitatief onderzoek.
eigen keuzes kan maken. Maar niemand is
Deze nieuwe inbrengen leidden meermaals
onafhankelijk, ook mensen zonder verstande-
tot hoofdbrekens. Dat dit pionierswerk niet
lijke beperkingen niet. Ieder mens is in meer
onopgemerkt blijft, maar zelfs met een vak-
of mindere mate afhankelijk van anderen.
prijs zoals de Ds. Visscherprijs beloond wordt,
Juist binnen de afhankelijkheid van anderen
is de ultieme waardering dat je je werk goed
kun je jezelf ontwikkelen. Daarnaast zijn niet
gedaan hebt. Het stimuleerde me ook verder
alle keuzes bevorderlijk voor onze gezond-
te gaan met de inhoudelijke lijn die ingezet
heid. Prader-Willi syndroom brengt risicovol
was. Het werd ook makkelijker om bij ande-
overgewicht met zich mee als gevolg van het
ren draagvlak te vinden voor ideeën die uit het
gebrek aan remming van de eetdrang. Maar
werk voortvloeien, zoals participatie en geza-
ook lichte tot matige verstandelijke beperkin-
menlijke besluitvorming met cliënten, maar
gen zijn gevolg van dit syndroom. Ingrijpen,
ook het kritisch stilstaan bij de eigen verant-
waarbij de toegang tot eten beperkt wordt, is
woordelijkheid van cliënten met verstande-
niet een ondermijning van de autonomie; het
lijke beperkingen.
vergroot juist de mogelijkheden voor het individu zich verder te ontwikkelen. Zo kan het
Dialoog en partnerschap
beperken van overgewicht letterlijk er al voor
Het is moeilijk exact aan te geven welke ef-
zorgen dat iemand makkelijker kan bewegen,
fecten precies uit het onderzoekswerk voort-
meer fysieke vrijheid heeft. En daarmee ook
vloeiden, nu een zestal jaren later. De disser-
meer persoonlijke vrijheid om zelfstandig ac-
tatie vormt een waardevolle bijdrage binnen
tiviteiten te ondernemen, en daarmee zich ook
een zich ontwikkelende visie die al een aan-
geestelijk verder kan ontwikkelen.
tal jaren in gang gezet was; een ontwikkeling waarbij afgestapt wordt van het individu-den-
Ds. Visscherprijs als stimulans en erkenning
ken en de onafhankelijkheid van de mens. Een
Persoonlijk betekende de prijs een bekroning
ontwikkeling richting een dialoogproces en
voor jaren van zwoegen en hard werken, als-
gezamenlijk beslissingen maken. De resultaten
mede een erkenning voor de gevonden resul-
in mijn dissertatie openen ook de weg naar
taten. Die erkenning kwam naar voren in de
een alternatief voor het burgerschapsdenken,
woorden van de jury die getroffen was door
een alternatief gericht op partnerschap. Daar
de zoektocht die duidelijk uit het proefschrift
waar in het burgerschapsdenken het indi-
naar voren kwam. Zodra ik dat hoorde, besef-
vidu en diens onafhankelijkheid nog centraal
te ik ook dat het inderdaad een zoektocht was
staan, staat in het partnerschapsdenken de
geweest. Dat had met name te maken met het
gezamenlijkheid en de onderlinge afhanke-
vernieuwend karakter van het onderzoek; het
lijkheid centraal. Binnen een partnerschap,
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
59
Verleden, heden en toekomst
binnen de relatie met anderen, kun je jezelf
ondersteuning binnen een dialogische context
ontplooien. Partnerschap legitimeert juist ook
van vertrouwen, betrokkenheid, acceptatie en
een vrijheidsbeperkend ingrijpen door een
respect. Naast het recht op zelfbeschikking
hulpverlener, juist met het doel om het welzijn
dient een goed hulpverlener ook rekening te
en de ontwikkeling van de cliënt te stimuleren.
houden met het recht op bescherming, goede zorg en ontplooiing van de cliënt met een be-
Vrijheidsbeperking als vervolgproject
perking.
Zoals gezegd was de Ds. Visscherprijs een sti-
Naast deze onderzoeksactiviteiten ben ik
mulans om door te gaan met de onderzoeks-
persoonlijk in mijn werkzaamheden dichter
activiteiten. Wat volgde was een project van
op de werkvloer gaan staan, en verder van de
Vilans om een publicatie, Nadenken over vrij-
verstandelijk gehandicaptenzorg af, binnen
heidsbeperking van de cliënt (VGN/Vilans/
de revalidatiegeneeskunde en later binnen de
LKNG, 2009), te maken om richting werk-
huisartsgeneeskunde. Als psycholoog probeer
vloer meer inzicht te geven in wat vrijheidsbe-
ik in dit werk zoveel mogelijk als een coach in
perking inhoudt, en duidelijke kwaliteitscrite-
dialoog met de patiënt deze te helpen zijn per-
ria aan te reiken als concrete handvatten in de
soonlijke waarden te (her)vinden en herstellen
dagelijkse zorg. Criteria die betrekking heb-
om zo diens geestelijke gezondheid te optima-
ben op deskundigheid, communicatie, naden-
liseren. Waar loopt een patiënt tegen aan, wat
ken over doelen, effecten en middelen, en zorg
wil hij of zij nu echt, en hoe kan deze patiënt
als proces, met relevante randvoorwaarden.
dit (leren) realiseren?
Ook volgde er in 2009 een publicatie in het
Overigens pakt een dergelijke specialise-
Nederlands Tijdschrift voor Zorg aan mensen
ring juist binnen de huisartspraktijk goed uit,
met verstandelijke beperkingen (NTZ), sa-
aangezien de patiënt daar het best bekend is
men met gezondheidsjuriste Brenda Frederiks
vanwege de vaak langdurige relatie met de
en orthopedagoog Xavier Moonen, waarin
huisarts.
we een verfijndere invulling voor het burgerschapsparadigma uitwerkten. In Nieuwe
Veranderingen in de zorg
kansen voor het burgerschapsparadigma: een
Richting toekomst zou ik binnen de gehan-
pedagogische, ethische en juridische beschou-
dicaptenzorg maar ook breder binnen de ge-
wing lieten we zien dat ofschoon de uitgangs-
zondheidszorg het dialogisch zorgmodel met
punten van het burgerschapsparadigma cliën-
gezamenlijk beslissingen maken verder willen
ten met een verstandelijke beperking zeer ten
uitwerken. Juist ook vanwege de nood die
goede kunnen komen, dit paradigma er ook
er nog steeds is aan verbetering van de zorg,
toe kan leiden dat cliënten teveel aan hun lot
waarin verkeerd en ongepast ingrijpen met
worden overgelaten. In ons artikel pleiten we
vrijheidsbeperkende maatregelen nog te vaak
voor een gepaste deskundigheid van de zorg-
voorkomen. Een gebrek aan deskundigheid
verlener, de juiste op het individu toegespitste
en een gebrek aan begrip van de individuele
60
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
Rob van Hoore
wensen van de cliënt zijn hierbij belangrijke
zes nog steeds volop op de voorgrond staat.
factoren. En dit beperkt zich niet enkel tot de
Hoe om te gaan met deze spanning blijft een
verstandelijk gehandicaptenzorg, maar is ook
belangrijk thema. Gezondheidsrisico’s blijven
aan de orde in zorggebieden als de psychoge-
hoog binnen een toenemende consumptie-
riatrie en psychiatrie. Het kennisniveau op de
maatschappij die in brede zin zwaarlijviger en
werkvloer is uit de tijd, en vaak alarmerend
bewegingsarmer wordt. Maar ook risico’s op
ontoereikend. Een oudere vrouw met een oog-
vereenzaming, discriminatie en maatschappe-
beperking en een delier die uit bed valt omdat
lijke uitsluiting zijn allerminst denkbeeldig in
beschermende hekken aan het bed ontbreken.
een versnellende en verhardende samenleving.
Een cliënt die opgesloten wordt omdat zijn wegloopgedrag niet begrepen kan worden als diens wens om buiten te wandelen. Een patiënt met een psychiatrische voorgeschiedenis die door ontoereikende diagnostiek niet geholpen wordt aan posttraumatische stress maar apathisch in bed eindigt als gevolg van onjuiste medicatie. Enkele recente voorbeelden uit de praktijk. Maar ook loop je als hulpverlener regelmatig aan tegen gaten in de organisatie van de zorg. Categorische afbakeningen waardoor een jongeman van 19 jaar die qua verstandelijk beperkingen in de borderline range valt en te maken krijgt met psychische problemen nergens terecht kan voor hulp. Te oud voor de ene jeugdinstelling, te hoog functionerend voor een organisatie toegespitst op verstandelijke beperkingen, en qua problemen niet ernstig genoeg voor een opname op een psychiatrische afdeling. Grote veranderingen als decentralisatie maar ook veranderingen als toegenomen vergrijzing van cliënten met verstandelijke beperkingen hebben de nadruk op het individu en de eigen regie alleen maar vergroot. Dat maakt dat de spanning binnen dit proces tussen onafhankelijkheid en verantwoorde keu-
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
61
Verleden, heden en toekomst
Ine Hostyn ontving in 2012 de Ds. Visscherprijs
onderwerp van mijn proefschrift een brede
voor haar proefschrift Interactions between
relevantie kreeg voor mezelf, het werkveld en
people
het onderzoek.
with
profound
intellectual
and
multiple disabilities
Ik startte met een theoretische review rond
Dr. Ine Hostyn is momenteel werkzaam
interactie en ging daarna snel zelf aan de slag
als
in diverse observatiestudies. Ik groeide steeds
docent
en
onderzoeker
aan
de
Arteveldehogeschool in Gent
meer en meer naar het theoretisch kader van dialoog om de interactie met mensen met meervoudige beperkingen te benaderen. De kern van mijn publicatie Elke mens groeit doorheen interactie met anderen. In goede interactie kan je je eigen persoonlijkheid inbrengen, en worden al je mogelijkheden maar ook je beperkingen als mens gerespecteerd. Vanuit het verschil tussen mensen ontstaat echte dialoog. Dat is de kern. Mijn proefschrift gaat over mensen met meervoudige beperkingen. Voor hen is het van wezenlijk belang dat hun mogelijkheden
De aanleiding
én hun specifieke beperkingen meegenomen
De initiële aanleiding om onderzoek te doen
worden in de interactie, zodat zij als mens ge-
rond mensen met ernstige meervoudige be-
waardeerd worden en verder kunnen groeien.
perkingen was de sterke traditie in de onderzoeksgroep van Prof. Dr. Bea Maes, aan de
Wat heeft het verkrijgen van de prijs voor u
Katholieke Universiteit Leuven, waar ik als
persoonlijk tot gevolg gehad?
jonge onderzoeker startte. Ik voelde me op-
Voor mij was het een bevestiging van de waar-
genomen in een team en heb dit altijd als een
de van mijn werk voor het brede publiek, naast
kritische leergemeenschap ervaren, samen op
mijn persoonlijke groei en de wetenschappe-
zoek naar inzicht en kennis. Vanaf die start is
lijke publicaties waarvoor ik eerder al beves-
mijn eigen persoonlijke interesse en motiva-
tiging kreeg. Het was voor mij een aangenaam
tie om de interactie met mensen met ernstige
gevoel dat mensen die nooit eerder iets van
meervoudige beperkingen te onderzoeken,
mijn werk hadden gezien, overtuigd waren van
steeds blijven groeien en evolueren.
mijn boodschap en mijn aanpak. Het leidde bij
Door deze heel uitdagende interacties te
mij tot een grote wens om vanuit wetenschap-
bestuderen, ervoer ik dat ik inzichten opdeed
pelijk onderzoek meer te gaan betekenen voor
over alle menselijke interactie waardoor het
de mensen die er baat bij hebben.
62
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
Ine Hostyn
Wat heeft uw publicatie voor effecten ge-
behoeften en hun dagelijkse realiteit. In het
had (maatschappelijk en qua onderzoek)?
onderzoek benutten we kennis die verworven
De maatschappelijke effecten kan ik zelf niet
werd in fundamenteel onderzoek. Door samen
inschatten, maar door enkele cursussen en
met de betrokkenen de brug tussen theorie en
een Nederlandstalige publicatie hoop ik dat
praktijk te faciliteren, ondersteunen we kwa-
mensen geïnspireerd zijn geweest om anders
liteit in de sector van de kinderopvang en de
te kijken naar mensen met ernstige meervou-
preventieve gezinsondersteuning, waarvoor
dige beperkingen. Via Multiplus, het exper-
de opleiding als een referentie geldt, maar ook
tisecentrum rond mensen met meervoudige
in andere pedagogische settings waar pedago-
beperkingen van de K.U.Leuven, zijn er ook
gisch coaches een boeiende verrijking vormen
inzichten verspreid (www.multiplus.be).
in multidisciplinaire teams.
Het is fijn dat onderzoekers refereren naar een of meerdere artikelen uit mijn proef-
Toekomstplannen
schrift. Er is vervolgonderzoek gaande aan de
Er is, zoals gezegd, vervolgonderzoek gaande
K.U.Leuven rond gedeelde aandacht bij men-
aan de K.U. Leuven (onderzoeksgroep Prof.
sen met meervoudige beperkingen en rond
Dr. Bea Maes) rond gedeelde aandacht bij
sociale interacties tussen mensen met ernstige
mensen met meervoudige beperkingen en
meervoudige beperkingen.
rond sociale interacties tussen mensen met ernstige meervoudige beperkingen. Zelf heb
Bent u in de achterliggende periode nog
ik geen toekomstplannen meer hierin. Al zou
verder gegaan met het onderwerp?
ik het fijn vinden in een verre toekomst ook
Ik ben niet meer verder gegaan met het onder-
in de opleiding Bachelor in de pedagogie van
zoek rond mensen met ernstige meervoudige
het jonge kind mijn knowhow rond mensen
beperkingen, gezien mijn huidige functie van
met meervoudige beperkingen te delen met
docent en onderzoeker in de opleiding Bache-
studenten, in de hoop hun aandacht te wek-
lor in de pedagogiek van het jonge kind van
ken voor jonge kinderen met meervoudige
de Arteveldehogeschool te Gent. In deze oplei-
beperkingen. Eventueel kan er ooit een onder-
ding leiden we studenten op tot pedagogisch
zoeksproject komen rond kinderen met meer-
coach, een pedagogische professional om in
voudige beperkingen in de kinderopvang.
de beroepspraktijk kwaliteit te ondersteunen
Ik gebruik in de opleiding Bachelor in de
door waarderend te begeleiden, te innoveren
pedagogie van het jonge kind wel nog vaak
en te professionaliseren samen met kinderen,
de inzichten die ik opdeed omtrent interacties
ouders en collega’s en met aandacht voor de
tussen mensen, video-observatie, video-coa-
ruimere samenleving. Ikzelf verricht er prak-
ching, en dergelijke.
tijkgericht onderzoek.We onderzoeken en ondersteunen de implementatie van onderbouw-
De grote veranderingen in de
de kennis(kaders) in het werkveld, vanuit hun
gehandicaptenzorg
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs
63
Verleden, heden en toekomst
‘Alles blijft, alles verandert, alles blijft veranderen’ (Jules Deelder)
De Ds. Visscherprijs nodigt jonge onderzoekers uit om hun proefschrift kernachtig sa-
Ik hoop dat de veranderingen in de gehan-
men te vatten en zelf te bekijken op zijn rele-
dicaptensector een gelegenheid bieden om na
vantie en waarde. Voor mij was dit een mooie
te denken over onze samenleving en onze aan-
afsluiter van die vijf fijne onderzoeksjaren aan
dacht voor mensen die extra ondersteuning
de K.U.Leuven!
nodig hebben. Alles blijft veranderen, maar laten we de veranderingen een forum bieden voor discussie en reflectie met alle betrokkenen, om zo samen te zoeken en te groeien naar een wenselijke samenleving voor iedereen die er deel van uit maakt. Tot slot Ik denk nog steeds met heel veel plezier en warmte terug aan de vijf jaar waarin ik de tijd en de ruimte kreeg om me te verdiepen in de interactie tussen mensen met ernstige meervoudige beperkingen en hun begeleiders. De ruimte hebben om zo’n lange tijd te (onder) zoeken is – besef ik nadien eens te meer – uniek en van grote waarde. Het biedt kansen tot persoonlijke groei, tot deel uit maken van een kritische leergemeenschap, tot diepgaande wetenschappelijke inzichten, en tot relevantie voor het werkveld (voor deze erkenning ben ik het Ds. Visscherfonds enorm dankbaar). Ik hoop dat doctoraatsonderzoek blijvend ondersteund zal worden voor alle jonge onderzoekers. Verder hoop ik dat er binnen het wetenschappelijk onderzoek ruimte komt om meer samen met de mensen in de praktijk de opgedane fundamentele kennis te vertalen naar concrete ondersteuning.
64
NTZ 1-2014 - Extra editie Ds. Visscherprijs