Zorgvisie________________________________ 1. Schematische voorstelling. 2. Wat is onze zorgvisie. 3. Hoe werken wij aan de zorgstructuur. 4. Wie beschouwen wij als partners binnen de zorgwerking.
Schema
Zorgcontinuüm
BASISZORG voor alle leerlingen door de eigen leerkracht
ZORG VERHOGEN ZORG UITBREIDEN voor leerlingen met specifieke zorgbehoeften door het zorgteam of externen
HULP BIJ OVERSTAP school op maat
voor leerlingen met specifieke zorgbehoeften door de eigen leerkracht of zorgbegeleider liefst in eigen klas
Wat? Ieder kind is uniek met zijn eigen talenten, uniek in zijn eigen denken en zijn. Als school willen we inspelen op deze verschillen. Kinderen met hun eigen mogelijkheden en moeilijkheden willen we daarom zo goed mogelijk begeleiden in onze basisschool. Vanuit deze visie gaan wij als school het engagement aan om zorg te besteden aan al onze leerlingen. Dat betekent dat we oog hebben voor de totale ontwikkeling van onze kinderen. Dit op verschillende vlakken: het sociale, het emotionele, de houding, de motoriek en het leren. Zo kunnen we hen vaardig maken om deel te nemen en mee te bouwen aan een betere samenleving. We vinden het belangrijk zicht te hebben op waar onze kinderen staan en op wat ze nodig hebben. Zodat we hen gericht kunnen begeleiden en hen op al deze gebieden kunnen ondersteunen. Dit betekent dat wij bereid zijn om een inspanning te leveren om kinderen met leer-en ontwikkelingsmoeilijkheden of kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong zo goed mogelijk op te vangen en zoveel mogelijk onderwijs te bieden volgens hun noden. Dit binnen de draagkracht en mogelijkheden van de klasgroep, de titularis en de school. Wanneer we aannemen dat kinderen mogen verschillen, aanvaarden we ook dat zowel het leertraject als het begin- en eindpunt mogen verschillen. Niet alle kinderen kunnen op hetzelfde moment dezelfde leerstofinhouden of hoeveelheden aan. Soms is preventief werken, verrijking, differentiëring of remediëring noodzakelijk. Deze vaktermen worden in het onderdeel “Hoe” verder uitgelegd. Ook de oriëntering naar het secundair ligt in het verlengde hiervan. Iedereen vindt zijn eigen weg met zijn eigen talenten! We gaan dan ook na wat een kind kan en hoe ver het kan geraken. We blijven geloven in de groeimogelijkheden van onze kinderen en willen hen optillen naar een hoger ontwikkelingsniveau. We vinden een goede sfeer belangrijk, een positief stimulerend klimaat op een school: - waar kinderen, ouders en leerkrachten graag komen - waar ouders en leerkrachten in volste vertrouwen als volwaardige gesprekspartners worden beschouwd. - waar fouten gezien worden als iets waaruit je kan leren - waar iedereen wel eens succes ervaart - waar er een fundamenteel respect is voor de eigenheid van ieder kind - waar er positief wordt omgegaan met verschillen - waar er optimisme is over de ontplooiingskansen van ieder kind en waar die positieve verwachtingen ook worden uitgesproken - waar niemand de wijsheid in pacht heeft, maar waar men samen zoekt naar oplossingen, naar een aanpak van problemen - waar er efficiënt overlegd wordt, met leerkrachten, ouders, CLB, GON-begeleiders, externe hulpverleners zoals logopedisten, … Een zorgbrede werking is geen makkelijke opdracht. Het vergt teamoverleg, collegiale ondersteuning en kansen om dingen bij te leren. Dit gebeurt door: navormingen, het lezen van lectuur, contacten met andere scholen en diensten. Maar zeker ook door het vertrouwen dat ouders aan ons bieden. Zorgbeleid zien we als een gezamenlijke opdracht waarin ieder vanuit zijn eigen functie een waardevolle inbreng heeft. Zorg is een opdracht van heel het team! Het is voor u als ouder belangrijk om weten wie in het team betrokken is en dusdanig aanspreekbaar is. Hieronder leest u hoe we dit concreet aanpakken volgens de richtlijnen van de Katholieke onderwijskoepel. (Vademecum zorgbreed werken).
Hoe? Zorg begint in de eerste plaats bij de goede zorg van ouders: tijd maken voor je kinderen, zorgen voor gezonde voeding, duidelijkheid bieden en grenzen durven stellen, je kind op een positieve manier stimuleren en aanmoedigen, voor een veilige en geborgen thuis zorgen, je kind voldoende slaap gunnen zodat het fris naar school kan, zorgen voor een goede hygiëne, tijdig communiceren met de school bij vragen of bemerkingen, weekschema of agenda samen met je kind overlopen, … Een kind die deze basisveiligheid en goede zorgen mee heeft, zal zich op school beter kunnen concentreren op leerinhouden en opdrachten en zal zich beter in zijn vel voelen. Zorg is iets wat overal in voorkomt, iets wat leeft binnen de schoolmuren. De werking is een beschrijving van een structuur waarop het zorgbeleid in onze school is gebouwd. Binnen deze structuur vind je 4 stappen terug. 1: Wij werken aan een brede basiszorg. Deze zorg kan je vergelijken met de zorg van ouders voor hun kinderen. Zoals een ouder voor zijn kinderen zorgt, zo zorgt een leerkracht voor zijn leerlingen. De leerkracht is dan ook de spilfiguur binnen de zorg. Al de zorg en zorgvragen voor het zorgteam vertrekken vanuit de eigen klasleerkracht. Dit zowel op kleuterniveau als in de lagere school. Van de leerkrachten wordt verwacht dat ze al hun kinderen grondig observeren en evalueren. Dat ze open staan voor het “kunnen” en eventuele “moeilijkheden” van kinderen. Binnen hun mogelijkheden zullen al de teamleden inspanningen doen om hun leerlingen naar best vermogen te begeleiden. Dit houdt in dat leerkrachten in hun eigen klas zorgen: voor een rijke leeromgevingen met veel prikkels: vb.: een rijk en wel doordacht aanbod in de speel- leerhoeken, prenten/materiaal of filmfragmenten ter ondersteuning van een WO thema, geeft korte instructies en zet kinderen aan het denken, … voor een basisveiligheid waarin kinderen zich geborgen voelen zodat ze kunnen werken aan hun emotionele en sociale vaardigheden: voeren van klasgesprekken, teambuildings spelen, bespreekbaarheid van problemen, faalangstige kinderen geruststellen, begrip tonen, … voor een gestructureerde en duidelijke aanpak met klaseigen afspraken dat ze preventief werken om problemen te voorkomen: vb. een tijdlijn hangen om duidelijkheid te scheppen, op voorhand leermoeilijkheden inschatten en deze op een bepaalde manier aanpakken, … voor spontane en gerichte observaties, afname van testen (klastoetsen en standaard testen zoals toeters, rekenbegrippen, LVS, …). Zo krijgt de leerkracht zicht op de vorderingen en de werkpunten en kan hij tot gerichte stappen komen om de leerling zo ver mogelijk te brengen. differentiatie: dit betekent de leerstof aanpassen ( in tijd, hoeveelheid, moeilijkheid) erover wakend dat de ontwikkelingsdoelen en eindtermen bereikt worden. Zo kan de leerling de leerstof beter verwerken en kan het zijn dat hij minder/meer oefeningen maakt, meer/minder tijd krijgt, langer materiaal mag gebruiken, makkelijke/moeilijke oefeningen maakt, … remediëren: dit betekent dat de leerkracht de leerstof extra gaat inoefenen of uitleggen eventueel met behulp van materiaal, schema’s of andere hulpmiddelen. verrijking: dit betekent dat ze uitbreiding voorzien voor kinderen met een voorsprong of kinderen die extra geprikkeld moeten worden aangepaste werkvormen: leerkrachten zorgen voor groepswerk, partnerlezen, contractwerk, hoekenwerk, … De leerkrachten zorgen ook voor het contact met de ouders. Dit start in augustus met de open klasdag. In het begin van het schooljaar is er een ouderavond waarin de werking van de klas wordt uitgelegd. Voor de kleuterschool zijn er ’s morgens de informele contacten en in de loop van de tweede trimester de individuele oudercontacten. Voor de lagere school zijn er individuele oudercontacten met Kerstmis en Pasen. Waar nodig worden extra overlegmomenten gepland op vraag van de ouders of de school.
Sommige kinderen worden ondersteund door externe begeleiders zoals: een logopediste, kinesiste, …: de leerkrachten zullen contact met hen opnemen om de werking op elkaar af te stemmen. 2. Wij werken aan verhoogde zorg. Wanneer de leerkracht een zorgvraag heeft en een leerling specifieke hulp nodig heeft, verhogen wij de zorg. We overleggen met het zorgteam hoe we hulp kunnen bieden. In het begin, het midden en het einde van het schooljaar is er een structureel overleg. Bij dit overleg (MDO: multi disciplinair overleg) zijn de titularis, de directie, de zorgbegeleider, de zorgcoördinator en het CLB aanwezig. Op dit overleg worden zorgvragen besproken en afspraken gemaakt. Afspraken worden vastgelegd in het leerlingdossier. Ieder kind heeft zijn eigen dossier waarin zijn positieve punten en werkpunten worden opgenomen. Dit dossier groeit met de ontwikkeling van het kind mee en wordt steeds overgedragen aan de volgende leerkracht. Zo heeft de nieuwe leerkracht een mooi overzicht over het kunnen van uw kind en de vorige afspraken. Indien nodig worden ouders gecontacteerd om hen op de hoogte te stellen over de bekommernissen of zorgvragen. De titularis overlegt ook tussentijds met de zorgbegeleider of zorgcoördinator bij zorgvragen of noden. We moeten steeds een weldoordachte keuze maken welke kinderen we extra zorg bieden onder begeleiding van de zorgbegeleider en welke kinderen zorg genieten van de titularis. Onze zorguren zijn beperkt…jammer genoeg kunnen we niet ieder kind een “eigen zorguur” toekennen. De zorg verhogen kan op verschillende manieren. de zorgbegeleider begeleidt de leerling in de klas tijdens de les de zorgbegeleider herhaalt bepaalde leerstof, leert materiaal of schema’s gebruiken, oefent extra oefeningen in, … de zorgbegeleider gaat stapjes terug in de leerstof de zorgbegeleider loopt voor op de leerstof en oefent al iets in wat in de klas gaat komen, zo pikt de leerling tijdens de les sneller in. Dit valt onder het preventief werken. de zorgbegeleider voorziet materiaal voor in de klas: een map met uitdagende oefeningen, een map met herhalingsoefeningen, leesboekjes op eigen niveau, een zitbal om tot rust te komen, … de zorgbegeleider neemt de klas over zodat de klastitularis zelf verhoogde zorg kan geven, een gesprek kan voeren met leerlingen of kan observeren in de klas. de zorgbegeleider voert een gesprek i.v.m. het welbevinden van het kind, ruzies of conflicten, leermoeilijkheden, … de zorgbegeleider kan de leerkracht ondersteunen door samen te zoeken naar aanpakmogelijkheden voor bepaalde kinderen, een oudergesprek bij te wonen en mee voor te bereiden, observaties mee bekijken, analyseren en stappen uitwerken. 3. Wij werken aan de uitbreiding van zorg. Voor een aantal leerlingen volstaat de aangeboden zorg uit de vorige punten niet, voor hen moeten we de zorg uitbreiden. Ouders, de leerling zelf, de leerkracht, de directie, de zorgbegeleider of het CLB kunnen de bezorgdheid melden aan de zorgcoördinator. Samen zoeken we welke bijkomende ondersteuning en hulp nodig en haalbaar is. We gaan de leerling dan nog intensiever begeleiden binnen de draagkracht van de werking van de klas. Ouders worden van specifieke maatregelen steeds op de hoogte gebracht. Sommige afspraken zetten we op papier in de vorm van een handelingsplan. Zo weten ouders en kinderen wat er afgesproken is en wat ze mogen verwachten. We zoeken welke maatregelen het kind nodig heeft. Dit verschilt van kind tot kind. Het is niet altijd noodzakelijk te weten wat een kind heeft maar wel wat hij nodig heeft. De meeste kinderen kunnen a.h.v. maatregelen het leerprogramma blijven volgen en behalen zo hun getuigschrift lager onderwijs. Bij andere kinderen moeten we het leerprogramma aanpassen op maat van het kind. Zij ontvangen na 6 jaar lager onderwijs of na het 6de leerjaar een attest lager onderwijs.
Zij kunnen daarna starten in de 1B-klas in het gewoon secundair onderwijs. Als zij dit jaar met succes beëindigen behalen zij alsnog hun getuigschrift lager onderwijs. De B-stroom in het secundair onderwijs bereidt onze kinderen voor op de arbeidsmarkt. Dit zijn meestal kinderen die zeer vaardig zijn met hun handen. Het zijn zij die in de toekomst onze kleinkinderen zullen opvangen als onthaalmama, als loodgieter onze redder in nood zijn en de lekkende waterleiding repareren, de garagist die onze auto maakt, de schoonheidsspecialiste die ons even terug tot rust kan brengen, enz. Mooie beroepen voor vaardige kinderen die in onze maatschappij een belangrijke taak vervullen. Waaruit kan de uitbreiding van de zorg bestaan? Aanbieden van STICORDI-maatregelen: dit zijn maatregelen voor kinderen met specifieke leerproblemen of ontwikkelingsproblematieken: zeer ernstige lees- en spellingsachterstand, zeer ernstige vorm van opnemen leerstof wiskunde, kinderen met diagnose Tourette syndroom, kinderen met dyspraxie, kinderen met NLD, enz. Wat houden deze maatregelen in? Ze zorgen ervoor dat we de kinderen gaan stimuleren zodat hun zelfvertrouwen groeit. Dat we gaan compenseren: we doen aanpassingen naar hoeveelheid, inhoud of tempo. Dat we leerstof extra inoefenen met andere middelen: remdiëren. En dat we gaan dispenseren: we voorzien aanpassingen bv. aanpassingen in de puntentelling, manier van toetsafname, enz. Leerlingen mogen gebruik maken van extra hulpmiddelen zoals: schema’s, structuurkaarten, vervoegkaartjes, enz. Deze hulpmiddelen mogen ze ook op een overhoring gebruiken indien afgesproken. Hulp inschakelen van externen: logopedisten, kinesisten, psychologen, GON-juf, enz. In samenspraak met de ouders zullen wij steeds contact opnemen met de externen zodat we onze werking op elkaar kunnen afstemmen. Aanpassen van het leertraject op maat van het kind. Soms krijgt de leerling de hoeveelheid leerstof niet verwerkt, kan hij het leertempo niet aan of ontbreekt het aan inzicht en heeft hij het moeilijk om alles te verwerken en te onthouden. We gaan dan een stap terug in het leerprogramma en bieden leerstof op maat aan. De leerling wordt hierbij begeleid door de zorgbegeleider en de klasjuf/meester. Hij zal tijdens inoefenmoment zelfstandig in zijn eigen map werken. Het aanpassen kan inhouden dat de leerling het jaar zal overdoen of dat hij wordt voorbereid op de 1B-klas. De gemaakte afspraken worden genoteerd en getekend door de ouders en de klassenraad. De leerlingen krijgen ook een aangepaste evaluatie en rapportering. Leerlingen kunnen, als ze er recht op hebben, ondersteund worden door iemand vanuit het buitengewoon onderwijs via GON. GON staat voor geïntegreerd onderwijs. Kinderen met bijzondere noden bevorderen en ondersteunen we zo in hun ontplooiingskansen. Een leerkracht uit het buitengewoon onderwijs kan de leerling en de leerkracht een paar uren per week begeleiden. GON kan worden gegeven op het niveau van het kleuter- en van het lager onderwijs. Het aantal jaren GON is afhankelijk van de diagnose. Dit wordt aangevraagd met een officieel attest via het CLB. Hulp vanuit het CLB: observaties, IQ afname, concentratietest, testing: lees- of spellingsachterstand of rekenachterstand, doorverwijzing naar gespecialiseerde diensten. Gesprek met leerlingen en/of ouders bij vragen of noden. 4. Wij werken aan een overstap naar school op maat. Heel soms zijn onze zorggrenzen bereikt en behalen we niet het gewenste resultaat. De leerling functioneert niet beter, voelt zich nog steeds niet helemaal goed op school, de ontwikkeling staat stil. In zo’n situatie dringt het zich soms op om een overstap te maken naar een andere school. Een school die beter kan inspelen op de specifieke behoeften van het kind. Dit gebeurt enkel en alleen als voorgaande stappen zijn doorlopen en we echt geen resultaat boeken of het welbevinden van het kind er erg onder lijdt. Dit advies mag nooit onverwacht komen. We gaan hierbij samen op weg : ouders, leerkracht, zorgteam, directie en CLB. Wij zijn er ons van bewust dat dit geen evidente stap is. Zowel de boodschap overbrengen als de boodschap ontvangen en verwerken vragen heel wat van al de betrokken partijen.
Wie? Wie beschouwen we als volwaardige partners binnen ons zorgbeleid.
Ouders en hun kinderen: We trachten de ouders steeds via een open communicatie, met wederzijds respect, te betrekken bij de evolutie en begeleiding van hun kind. Ouders beschikken, als ervaringsdeskundigen, over waardevolle informatie voor de leerkracht die op zijn beurt deskundig en verantwoordelijk is voor het onderwijs. Ook de inbreng van het kind zelf vinden we belangrijk. In dit hele zorgproces vinden we het welbevinden van het kind heel belangrijk. Het gaat erom hoe het kind zich voelt op het uitgestippelde zorgpad. Daarom kiezen we voor een eerlijk gesprek tussen ouders, school en CLB. Bij de bespreking en de verdere zorgbegeleiding vinden we aandacht voor positieve aspecten zeer belangrijk. Hierdoor krijgt het hele zorgproces meer kans op slagen.
Leerkrachten: Zoals eerder vermeld zijn de leerkrachten in de klas de spilfiguren in het verlenen van de zorg. De grootste taak ligt op hun schouders. Zij zorgen voor de kinderen: als ze gekwetst zijn, als ze zich niet goed in hun vel voelen, voeren een gesprekje met hen, geven hen extra prikkels als ze dat nodig hebben, ondersteunen ze bij leernoden en nog veel meer. Zij zullen alles doen binnen de mogelijkheden van de klaswerking en schoolafspraken. Al onze leerkrachten vindt u terug in onze schoolbrochure.
Zorgteam: Het zorgteam ondersteunt het leerkrachtenteam zowel in de kleuter – als in de lagere school. Binnen het zorgteam is er al heel wat expertise opgebouwd. Het zorgteam overlegt regelmatig om zorgnoden te bespreken en strategieën naar aanpak uit te werken. Binnen het zorgteam verzorgt juf Anne de zorg in de kleuterschool. Juf Sandra en meester David verzorgen de zorg in de lagere school. Hun taken zijn: Ondersteunen van de leerkracht. o Didactische suggesties geven en aanreiken van hulpmiddelen. o Aanmaken van materiaal op maat voor de leerling. o Zoeken naar oplossingen en interventies. o Observeren tijdens de klaswerking. o Klas overnemen zodat de leerkracht kan observeren, interventies kan uitvoeren, bij andere leerkrachten kan gaan kijken. o Collegiale coaching. o Oudergesprekken mee voorbereiden en voeren. o Bijwonen van overlegmomenten. o Zich verder bekwamen door volgen van navorming, gespreksavond, lectuur o ... Betrokkenheid naar de leerling. o Hulp bieden op vraag van de leerkracht. o Gesprekken voeren. o Versterken van het welbevinden van de leerling. o ... U kan een afspraak met hen maken via de klastitularis, het secretariaat of via de zorgmail:
[email protected]
Zorgcoördinator: De zorgcoördinator binnen onze school is juf Cindy. Zij is aanwezig op de school op maandag, dinsdag, donderdag voormiddag en vrijdag. Haar taken zijn :
Coördinatie van het zorgbeleid op school. o ‘Zichtbaar’ aanspreekpunt voor elke zorgvraag in de school. o Aanbrengen en opvolgen van het leerlingvolgsysteem. o Registratie van nuttige informatie. o Organisatie van overleg. Met ouders, CLB, directie, leerkrachten en externen. o Evaluaties uitvoeren: leestesten, toeters, LVS, ... o Documentatie voorzien. o Nieuwe werkdoelen bepalen. o Zich verder bekwamen door volgen van navorming, gespreksavond, lectuur. o ... Ondersteunen van de leerkracht. o Didactische suggesties geven en aanreiken van hulpmiddelen. o Handelingsplan helpen opstellen, bijsturen en evalueren. o Zoeken naar oplossingen en interventies. o Collegiale coaching. o ... Betrokkenheid naar de leerling. o Hulp bieden en gesprekken voeren. o Uitvoeren en opvolgen van het handelingsplan. o Versterken van het welbevinden van de leerling. o ... U kan met haar een afspraak maken via de klasleerkracht, het secretariaat of een mail sturen naar:
[email protected]
Directie: De directeur, meester Guy, volgt de leerlingen mee op. Hij is aanwezig op teamvergaderingen (MDO) en houdt zo de evolutie van de kinderen bij. Bij het uitbreiden van de zorg of de overstap naar een school op maat is zijn inbreng als schoolhoofd belangrijk. Hij volgt het proces mee op en is op de hoogte van de vorderingen van de leerling en de leerprocessen. Binnen het team geniet hij het vertrouwen van de leerkrachten waardoor we open met hem communiceren en overleggen. Hij is voor kinderen en ouders steeds aanspreekbaar.
CLB: Het CentrumvanLeerlingBegeleiding is in onze school vertegenwoordigd door Inge Reynen. Zij is aanwezig op het teamoverleg (MDO) en volgt de schoolse prestaties van de leerlingen, hun sociaal en emotioneel welzijn en hun medische zorg op. Inge Reynen is na afspraak op onze school aanwezig op maandag- en/of dinsdagvoormiddag. U kan een afspraak maken via de school of via het CLB Ekeren (VCLB De Wissel-Antwerpen): 03/542.21.55 Verdere informatie vindt u in de schoolbrochure.
Externen: In de fase: “uitbreiding van de zorg” worden sommige kinderen extra ondersteund door externen. Begeleiding door o.a.:
Logopedisten: uitspraak, articulatie, taalverwerving en opbouw woordenschat, ondersteuning bij leerproblematieken (lezen/spelling/wiskunde), stotteren. Kinesisten: verbeteren van fijne en/of grove motoriek, ondersteuning schrijfmotoriek, ontspanningstechnieken, ondersteuning concentratie en aandacht, verbeteren van de werkhouding en zelfstandig zetten van denkstappen, ontwikkelen van de lateraliteit. Psychologen: welbevinden of emotionele problemen: scheiding, rouwverwerking, faalangst, sociale vaardigheidstraining. Kinderpsychiater/neurologen: onderzoeken naar ontwikkelingsproblematieken, leerproblematieken, uitschrijven van een diagnose. Vermits zij artsen zijn, kunnen zij een wettelijk afwezigheidsattest uitschrijven. Een attest van de andere externe hulpverleners mogen wij wettelijk niet aanvaarden. Onderzoeks- en revalidatiecentra: centra waar kinderen onderzocht worden op ontwikkelings- en of leerproblematieken. In sommige centra wordt er ook begeleiding voorzien. GON-begeleiders: afhankelijk de problematiek richt het CLB een aanvraag tot een school in het bijzonder onderwijs. Momenteel werken wij nauw samen met: Berkenbeek (te Wuustwezel) voor leerlingen met diagnose ASS St.-Jozef (Luchtbal/Antwerpen) voor leerlingen met een motorische beperking of DCD Jongelingckshof (Antwerpen) voor leerlingen met een gehoorprobleem SIBSO (Antwerpen) voor leerlingen met een taalproblematiek De GON-aanvraag moet voor eind mei ingediend worden via het CLB. Dit kan via de school. GON kan enkel aangevraagd worden mits een erkende diagnose en daarbij horend verslag uitgeschreven door een erkend arts. En indien er een prangende hulpvraag is op school, die noodzakelijk blijkt na het doorlopen van de verschillende stappen in het zorgproces. De GON-school zal de ouders contacteren en bepaalt wie uw kind zal begeleiden. Er worden 3 formele gesprekken met al de betrokken partijen gepland in het begin, midden en einde van het schooljaar. Als school zijn wij niet verbonden aan bepaalde externen. Wij staan open voor een goede samenwerking met al de ondersteuners van onze kinderen. Ouders zijn vrij om te kiezen bij wie ze ondersteuning wensen. Via de zorgcoördinator kan u steeds adressen bekomen waaruit u vrijblijvend een keuze kan maken. Om goed op de zorgnoden van de kinderen in te spelen is een goede communicatie belangrijk. Een goed overleg om: problemen te bespreken, tips door te geven, op één lijn te werken, enz. is daarom heel belangrijk.