verslag NSG-geluidshinderdag 2011 11 mei 2011 •Congreszaal Juliana •Jaarbeurs •Utrecht In samenwerking met de Stichting Innonoise
Nederlandse Stichting Geluidshinder
Wonen
zonder
geluidshinder
Postbus 381 - 2600 AJ Delft -
[email protected] - www.nsg.nl
Voorwoord Voor de ontwikkeling van woongebieden is geluid een zwaarwegend milieuaspect. De ruimtelijke ordenaar moet samen met de akoestisch deskundige zoeken naar oplossingen binnen de grenzen die de Wet geluidhinder stelt. Daarom dient geluid in een vroegtijdig stadium betrokken te worden in de planvorming. Ondanks meer dan 30 jaar centrale regelgeving is de hinder ten gevolge van lawaai de laatste decennia gestaag gegroeid. De meer dan verwachte toename van de mobiliteit ten gevolge van de economische groei en het groter bebouwde oppervlak voor woningen zijn daar de mede oorzaak van. Gelukkig staat door diezelfde centrale regelgeving het onderwerp bij de gemeentelijke en provinciale overheid nu duidelijk op de kaart. Enerzijds is de omgevings- of gebiedsgerichte benadering voor het aspect geluid van belang, anderzijds moet er aandacht zijn voor de daaruit voortkomende praktische zaken en consequenties in relatie met de ruimtelijke ordening.
2
Inhoud
Sponsors geluidshinderdag Deze NSG geluidshinderdag is mede mogelijk gemaakt door:
4
Openingswoord
drs. Chris Kuijpers, directeur-generaal Ruimte, namens staatssecretaris Atsma (Infrastructuur en Milieu).
6
Wonen met geluidshinder
prof. mr. Friso de Zeeuw, directeur Nieuwe markten bij Bouwfonds Nederland en praktijkhoogleraar TU Delft.
22
hoofdsponsor www.railpartnerholland.com
Hoe ongezond is geluidshinder?
dr. F. Woudenberg, GGD Amsterdam, hoofd Cluster Leefomgeving.
28 29
NSG geluidsprijs, oorkonde
co-sponsor www.isoglas.nl
Geluidswering van woningen
prof. ir. Renz van Luxemburg, Hoogleraar Faculteit Bouwkunde Technische Universiteit Eindhoven.
44
Help, we horen de buren
mr. Frank Visser, Kantonrechter arrondissement Zaanstad (ook bekend van de Rijdende Rechter).
47
Aanbevelingen van de NSG aan de overheid
mr. Erik van Heijningen, voorzitter NSG.
3
Openingswoord Openingswoord door drs. Chris Kuijpers, DG Ruimte, ministerie infrastructuur & milieu (namens staatssecretaris Atsma) (Niet de letterlijk uitgesproken tekst.) Dames en heren, Voor de aardigheid tijdens de voorbereiding voor deze middag, tikte ik het woord geluid in bij Google. Ik kreeg 264 zoekresultaten. Het woord geluidshinder scoorde 19.700 hits. Is het zo’n herrie in Nederland of klagen we graag? – daar kom ik op terug. Hoe dan ook, het eerste zoekresultaat van de ruim 19.000 is de Nederlandse Stichting Geluidshinder. Dat krijg je ervan als je dertig jaar lang geluidshinder bestrijdt.
Geluid is lastige materie.
We willen graag dat elke Nederlander prettig kan wonen en werken, zonder hinder van wat dan ook. Maar hinder is subjectief, dat weet u maar al te goed. Het sissen en pruttellen van een espressomachine in een café is niet erg, terwijl een trillend mobieltje op de leestafel van een bibliotheek al storend kan zijn. Hinder gaat dan ook vaak niet om het geluidsniveau maar om de omgeving. Wie een industrieterrein bezoekt, verwacht geluid, wie in een park wandelt, verwacht rust. Daarom is die ruimtelijke planning van belang. We beschermen woningen tegen geluidhinder van industrie en spoor- en wegverkeer. We richten Nederland zodanig in dat geluidsoverlast tot een minimum beperkt blijft. Dat is ook gelijk het voordeel dat het nieuwe ministerie Infrastructuur & Ruimte biedt. Tot voor kort hadden we twee ministeries die elk vanuit hun eigen belang bezigwaren met geluidhinder door verkeer. Nu is er één ministerie die zich bezighoudt met geluid en met bereikbaarheid, en dus verantwoordelijk is voor een goede inpassing in het ruimtelijk beleid dat ook onder dit ministerie valt. In mijn ogen een prima ontwikkeling!
Ik zet geluid bewust wat breder neer, omdat dat precies is waar het om gaat: geluid staat niet meer geïsoleerd, maar raakt vele andere beleidsterreinen. Ruimtelijke inpassing wordt steeds ingewikkelder. Besluitvorming over geluidsvraagstukken is niet alleen onoverzichtelijk maar ook tijdrovend. Daarom kiezen we voor een grote vernieuwing van de geluidregelgeving. Een vernieuwing die prima aansluit bij de prioriteiten van dit kabinet: - decentralisatie van verantwoordelijkheden; - transparantie en vereenvoudiging. Het roer moet om in het ruimtelijk beleid, en dat heeft ook zijn consequenties voor geluidregelgeving. Er is behoefte aan meer ruimte voor nuancering in de normstelling. Minder normen vanuit het rijk, meer afweging op lokaal en regionaal niveau! Is het nog nodig een aparte bandbreedte te hebben voor woningbouw, een zeehavennorm voor de zeehavengebieden, een aparte norm voor de verschillende varianten vervangende woningbouw? Of kan het rijk volstaan met één norm waarbij gemeenten en provincies binnen een bandbreedte hun eigen afweging kunnen maken? Natuurlijk is dit makkelijker gezegd dan gedaan. In de uiteindelijke belangenafweging zal altijd deze behoefte tot rijks-nuancering terugkomen. Maar als rijk moeten we er ook op vertrouwen dat de regio’s heel goed in staat zijn hun eigen afweging te maken. Die lijn willen we neerleggen in de wijziging van de Wet geluidhinder. Het eerste voorstel hiertoe –gericht op rijksinfrastructuur– ligt al bij de Tweede Kamer en kan hopelijk begin volgend jaar van kracht worden: Swung-1, bij u allen welbekend. Wetgeving die gezondheid en bereikbaarheid combineert. Met als derde doel: eenvoud. Het kan namelijk echt eenvoudiger! Want laten we eerlijk zijn: meer dan 60 geluidnormen voor de aanleg van nieuwe wegen is niet meer werkbaar. We willen toe naar een stelsel van eenvoudige normen, gescheiden verantwoordelijkheden en ruimte voor flexibiliteit. Immers, een procedure van 2 à 3 jaar om een afrit van de snelweg te verlengen om een verkeersinfarct in de omliggende 4
gemeente te voorkomen, zonder enige toename van de geluidhinder, daar moeten we echt vanaf. Dat moeten we aan de wegbeheerder kunnen overlaten. Na de rijksinfrastructuur moet dit beleid ook vertaald worden naar provinciale en gemeentelijke infrastructuur en naar industrielawaai. Dit zal uitgewerkt worden in een aanvullend wetsvoorstel: Swung-2. Met opnieuw als belangrijkste doel: meer verantwoordelijkheden voor gemeenten en provincies en minder procedures. Als een gemeente een woonwijk wil bouwen waarbij de geluidhinder van een provinciale weg een rol speelt, wie zijn wij dan als rijk om daarvoor de precieze regels vast te leggen? Dat moeten we niet meer willen.
Wat verandert er nu met de nieuwe regelgeving?
Allereerst: we gaan terug van 60 naar 6 normen. De moeite waard lijkt me. Ten tweede: de bescherming voor de burger wordt beter geregeld, er wordt continue gemeten en gecontroleerd en elk jaar publiceren we een verslag met een actueel beeld van het geluidplafond. Burgers kunnen zich hierop beroepen en een handhavingsverzoek indienen. Dat kunnen ze nu niet, en dat is vaak reden voor een machteloos gevoel. Ten derde: de bereikbaarheid en verkeersveiligheid wordt verbeterd: voor kleine wijzigingen aan infrastructuur (zoals verlenging op- en afritten) zijn geen langlopende procedures meer nodig. Ten vierde: gemeenten en provincies krijgen meer ruimte voor eigen afweging als het gaat om woningbouw, industrieterreinen.
Samen met provincies en gemeenten leggen we de kaders vast. De uitvoering ligt bij de gemeenten en provincies zelf. Of een gemeente wel of niet een woonwijk kan bouwen, hangt dan niet meer van het rijk af, maar van een goede inpassing door de gemeente zelf. Helpt het om een dove gevel toe te passen? Dat moet een gemeente straks zelf kunnen bepalen, mits binnen de gezamenlijk vastgelegde kaders natuurlijk. Deze nieuwe regelgeving biedt veel meer mogelijkheden voor een integrale gebiedsontwikkeling. Het gaat immers nooit alleen om geluid, het gaat om de totale ruimtelijke inpassing, met als doel: een veilige en gezonde leefomgeving. Ik geloof niet dat we buitensporig veel klagen in Nederland over geluidshinder, ik geloof evenmin dat er nu zoveel geluidsoverlast is. We zijn een nijver volkje en beweging maakt geluid. Dat is niet erg, mits we altijd doordacht onze ruimte blijven inrichten. Als je er goed over nadenkt is het al razend knap wat we tot nu toe hebben bewerkstelligd: een nationale luchthaven, één van ’s werelds grootste havens, hoogwaardige infrastructuur en woningbouw op één van de drukste plekken op aarde, zonder dat massa’s mensen horendol worden van geluidsoverlast. Dat is een prestatie van formaat. Een prestatie die wij niet in afzondering van elkaar hadden kunnen leveren. Dit is de uitkomst van ons gezamenlijke inzet. Swung zet de volgende stap: de inpassing in de totale leefomgeving, en kan hiermee wel eens de stille kracht worden van de nieuwe gebiedsontwikkeling. Ik dank u wel.
5
Wonen met geluidhinder NSG-Geluidhinderdag 2011 Wonen met geluidhinder Door prof. mr. Friso de Zeeuw.
11 mei 2011 NSG-Geluidhinderdag 2011 Wonen met geluidhinder prof. mr. Friso de Zeeuw praktijkhoogleraar gebiedsontwikkeling TU Delft directeur Nieuwe Markten Bouwfonds Ontwikkeling
11 mei 2011
prof. mr. Friso de Zeeuw praktijkhoogleraar gebiedsontwikkeling TU Delft directeur Nieuwe Markten Bouwfonds Ontwikkeling
1
1
Trends in ruimtelijke ontwikkeling • concentratie in stedelijke regio’s
Trends in ruimtelijke ontwikkeling
• binnenstedelijke woningbouw
•• meer functiemenging (wonen en werken) concentratie in stedelijke regio’s •• woonvoorkeur van mensen beter honoreren binnenstedelijke woningbouw • meer functiemenging (wonen en werken)
2
• woonvoorkeur van mensen beter honoreren
2
6
Amsterdam / Laan van Spartaan
Amsterdam / Laan van Spartaan
3
3 Belangrijkste milieudossiers bij gebiedsontwikkeling
Belang milieuaspecten in werkzaamheden
Bodemverontreiniging
53%
Energie
49%
Geluid
45%
Water
34%
28% Flora en fauna Belangrijkste milieudossiers bij gebiedsontwikkeling
Belang milieuaspecten in werkzaamheden 28%
Luchtverontreiniging Externe veiligheid Bodemverontreiniging
24%
Archeologie Energie Geurhinder Geluid
49%
14%
Licht Water
45%
13%
Afval Flora en fauna
34%
8%
Trillingen Luchtverontreiniging
28%
7%
Externe veiligheid 0% Archeologie
53%
22%
28%
10%
20%
24%
30%
40%
50%
60%
22% Bron: Van de Griendt (2010), Handboek Projectontwikkeling
Geurhinder
14%
Licht
4
13%
Afval
8%
Trillingen
7%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Bron: Van de Griendt (2010), Handboek Projectontwikkeling
4
7
Belang veiligheid, gezondheid & milieu BURGERS
DESKUNDIGEN
1. Geweld op straat 1. Geweld op straat 2. Luchtverontreinging 2. Roken 3. Roken 3. Luchtverontreiniging 4. Bodemverontreiniging 4. Externe veiligheid Belang veiligheid, gezondheid & milieu 5. Kernenergie 5. Lawaai in de leefomgeving 6. Asbest 6. Kernenergie BURGERS DESKUNDIGEN 7. Externe veiligheid 7. Consumptie van vlees 8. vlees 8. gemanipuleerd voedsel 1. Consumptie Geweld op straat 1. Gentisch Geweld op straat 9. Genetisch gemanipuleerd voedsel 9. Asbest 2. Luchtverontreinging 2. Roken 10. 10. 3. Drinkwaterverontreiniging Roken 3. Drinkwaterverontreiniging Luchtverontreiniging 11. Lawaai in de leefomgeving 11. 4. Bodemverontreiniging 4. Bioterrorisme Externe veiligheid 12. magnetische velden 12. velden 5. Electrisch Kernenergie 5. Electrisch Lawaai in magnetische de leefomgeving 13. Bio-terrrorisme 13. Bodemverontreiniging 6. Asbest 6. Kernenergie 14. telefonie 14. telefonie 7. Mobiele Externe veiligheid 7. Mobiele Consumptie van vlees 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Bron: Van de Griendt (2007), Grond voor zorg. Stof nadenken gemanipuleerd voedsel Consumptie vlees 8. totGentisch Genetisch gemanipuleerd voedsel 9. Asbest 5 Drinkwaterverontreiniging 10. Drinkwaterverontreiniging Lawaai in de leefomgeving 11. Bioterrorisme Electrisch magnetische velden 12. Electrisch magnetische velden Bio-terrrorisme 13. Bodemverontreiniging Mobiele telefonie 14. Mobiele telefonie Bron: Van de Griendt (2007), Grond voor zorg. Stof tot nadenken
5
Bron – Pad – Object benadering
Bron – Pad – Object benadering
6
6
8
Niet zo : Stap 1: Gedetailleerd onderzoek Bij dit ontwerp geeft de berekening geen belemmeringen.
Niet zowijziging : Eventuele van het ontwerp betekent een nieuwe berekening. Enz. enz. enz. enz.
Stap 1: Gedetailleerd onderzoek Bij dit ontwerp geeft de berekening geen belemmeringen. Eventuele wijziging van het ontwerp betekent een nieuwe berekening. Enz. enz. enz. enz.
7
7
Maar zo: Stap 1: ‘Slim’ onderzoek. En echt advies! Voor gevels en/of de enige geluidsruwe buitenruimten: na x m vanaf de bron dan geen belemmering; Maar tot ca. xzo: m vanaf de bron is een hogere waarde noodzakelijk; tot ca. x m vanaf de bron is een dove gevel noodzakelijk. Stap 1: ‘Slim’ onderzoek. En echt advies! Maatregelen kunnen worden voorkomen door gebruik te maken van een bronaanpak of een schermaanpak als volgt….. Voor gevels en/of de enige geluidsruwe buitenruimten: na xm vanaf de van broneen dandove geengevel belemmering; Bij het toepassen kun je denken aan de volgende x tot ca. x aan m vanaf de bron is een hogere waarde noodzakelijk; varianten bouwtechnische maatregelen en kosten…. tot ca. x m vanaf de bron is een dove gevel noodzakelijk. Maatregelen kunnen worden voorkomen door gebruik te maken van een bronaanpak of een schermaanpak als volgt….. Bij het toepassen van een dove gevel kun je denken aan de volgende x varianten aan bouwtechnische maatregelen en kosten….
8
8
9
En zo: Stap 2: Zoek de verbinding Hoe zit dat juridisch, technisch en financieel? En zo: Wat voor bronaanpak is denkbaar? Groen, water of een gebouw als buffer? Een grondwal plaats van een scherm? Stap 2: Zoek deinverbinding Wat betekent de geluidsmaatregel aan het gebouw voor de brandveiligheid en energieprestatie van het gebouw? Hoe wil zit dat juridisch, technisch en financieel? Wat de consument: Wat voor bronaanpak is denkbaar? voorbeeld: dichte galerij, vast scherm of open coulisse? Groen, water of een gebouw als buffer? Een grondwal in plaats van een scherm? Wat betekent de geluidsmaatregel aan het gebouw voor de brandveiligheid en energieprestatie van het gebouw? 9 Wat wil de consument: voorbeeld: dichte galerij, vast scherm of open coulisse?
9
Werkwijzen onnodig gecompliceerd • breng meer routine in omgang met ontheffingen
Werkwijzen onnodig gecompliceerd • vereenvoudig Stad en Milieu-aanpak
• breng meer routine in omgang met • vermijd de schijnprecisie van technocratischontheffingen statisch onderzoek • vereenvoudig Stad en Milieu-aanpak • vermijd de schijnprecisie van technocratisch10 statisch onderzoek
10
10
Stroomschema Interimwet stad en milieu
Stroomschema Interimwet stad en milieu
Hier begin je dus niet aan…
11 Hier begin je dus niet aan…
11
Crisis- en herstelwet • legt kloof bloot tussen schriftgeleerden en praktijkmensen
Crisiseninherstelwet • katalysator debat over omgevingsrecht kloofopdoen bloot tussen schriftgeleerden en • legt ervaring met: milieuontwikkelingsgebieden praktijkmensen • ”culturele revolutie” in regelgeving én mentaliteit • katalysator in debat over omgevingsrecht • ervaring opdoen met: milieuontwikkelingsgebieden • ”culturele revolutie” in regelgeving én mentaliteit
12
12
11
13
13
Levenscyclus milieuwetgeving • milieuwetgeving aanvankelijk effectief • na 35 jaar is stelsel (m.n. immissie-normen) aan einde levenscyclus
Levenscyclus milieuwetgeving
• we moeten gemotiveerd werken aan duurzame • milieuwetgeving aanvankelijk effectief gebiedsontwikkeling na stoppen 35 jaar ismet stelsel (m.n. immissie-normen) aan einde •• en chagrijnig figuurzagen met onbegrijpelijke levenscyclus sectorwetgeving • we moeten gemotiveerd werken aan duurzame gebiedsontwikkeling • en stoppen met chagrijnig figuurzagen met onbegrijpelijke 14 sectorwetgeving
14
12
Politieke inzet op: vereenvoudiging omgevingsrecht • Crisis- en herstelwet permanent • vereenvoudiging omgevingsrecht Politieke inzet op: vereenvoudiging omgevingsrecht met Kaderwet Omgevingsrecht • Elverding-doctrine Crisis- en herstelwet permanent • vereenvoudiging basis: Wet op de omgevingsrecht ruimtelijke ordening met Kaderwet Omgevingsrecht • Elverding-doctrine • basis: Wet op de ruimtelijke ordening
15
15
Verschil van aanvliegroutes en werkwijzen Milieu
Gebiedsontwikkeling
Denkwijze
Defensief, denken in bedreigingen
Offensief, denken in kansen
Werkwijze
Monodisciplinair, sectoraal, uitsluiten van onzekerheid
Multidisciplinair, integraal, omgaan met onzekerheid
Verschil van aanvliegroutes en werkwijzen Maximalisatie van een Optimalisatie van de
Kwaliteitsdoel
Niveau van besluitvorming Denkwijze Manier waarop doel wordt bereikt Werkwijze
specifieke kwaliteit
totale kwaliteit
Milieu
Gebiedsontwikkeling
Centraal
Defensief,
Decentraal
Offensief,
denken in bedreigingen Formulering toetsbare normen Monodisciplinair, sectoraal,
denken in kansen Ontwerpen, inpassen en afwegen Multidisciplinair, integraal,
Ruimtegebruik Kwaliteitsdoel
Functies scheiden Maximalisatie van een (zonering) specifieke kwaliteit
Functies mengen Optimalisatie van de
Niveau van besluitvorming
Centraal
Decentraal
Manier waarop doel wordt bereikt
Formulering toetsbare normen
Ontwerpen, inpassen en afwegen
Ruimtegebruik
Functies scheiden (zonering)
Functies mengen
uitsluiten van onzekerheid
omgaan met onzekerheid totale kwaliteit
Bron: ‘Doorbreek de impasse …’ (2009)
16
Bron: ‘Doorbreek de impasse …’ (2009)
16
13
Nu in breder perspectief DUURZAAMHEID
Ruimtelijke Kwaliteit
Nu in breder perspectief DUURZAAMHEID
Ruimtelijke Kwaliteit
17
17
WAARDE
Ruimtelijke Kwaliteit
WAARDE
Ruimtelijke Kwaliteit
18
18
14
DUURZAAMHEID
DUURZAAMHEID
WAARDECREATIE
19 WAARDECREATIE
19
Geluidhinder en ruimtelijke kwaliteit
Geluidhinder en ruimtelijke kwaliteit Ruimtelijke kwaliteit?
Bron: J. Hardlooper en H. Cauberg, Geluid, juli 2004
Ruimtelijke kwaliteit? 20
Bron: J. Hardlooper en H. Cauberg, Geluid, juli 2004
20
15
Geluidhinder en kosten Meerkosten extra geluidwering aan de woning € 300
€ 250
Geluidhinder en kosten
meerkosten
€ 200
‘buigpunt’ bij
maximale Meerkosten extra geluidwering aan de woning ontheffingswaarde van 65 a 70 dB(A)
€ 150
€ 100 € 300 € 50 € 250
meerkosten
€0 € 200
15
20
25
€ 150
€ 100
30
35
geluidw ering in dB(A)
van 55 dB(A) buiten naar 35 dB(A) binnen
40
45
‘buigpunt’ bij maximale ontheffingswaarde van 65 a 70 dB(A)
€ 50
21
€0 15
20
25
van 55 dB(A) buiten naar 35 dB(A) binnen
30
35
40
45
geluidw ering in dB(A)
21
Doe de Tienkamp: • benut de volle breedte van het duurzaamheidsrepertoire
Doe de Tienkamp:
• dus niet fixeren op een nòg scherpere EPC de volle van het duurzaamheids• benut excelleer vooralbreedte in de potenties van het gebied repertoire • wordt niet nerveus als er ook een vijfje tussen zit • dus niet fixeren op een nòg scherpere EPC • excelleer vooral in de potenties van het gebied 22
• wordt niet nerveus als er ook een vijfje tussen zit
22
16
23
23
Paleiskwartier Den Bosch
Paleiskwartier Den Bosch
24 24
24 24
17
Amsterdam Connecting Trade
Amsterdam Connecting Trade
25
25
Stadsoevers Roosendaal
Stadsoevers Roosendaal
26
26
18
Doe de Tienkamp: • ambities realiseren met:
Doe de Tienkamp:
• een ontspannen, toekomstgerichte aanpak, •• die begrijpelijk, hanteerbaar en betaalbaar is. ambities realiseren met: • een ontspannen, toekomstgerichte aanpak, • die begrijpelijk, hanteerbaar en betaalbaar is.
27
27
28
28
19
Wat blijft:
•Wat voortzetting blijft: bestrijding aan de bron • benutten technologische ontwikkeling • voortzetting bestrijding aan de bron • benutten technologische ontwikkeling 29
29
Wat moet minder: • technocratische benadering
Wat moet minder:
• figuurzagen met onderzoek en normen • technocratische benadering juridisering van milieuwetgeving • figuurzagen met onderzoek en normen • juridisering van milieuwetgeving
30
30
20
Wat moet meer?
• inspelen op: - beleving - maatwerk in oplossingen Wat moet meer? - kosten / baten verhouding • inspelen op: • meer gymnastieken - beleving - maatwerk in oplossingen • vergt andere wetgeving, maar vooral - kosten / baten verhouding cultuurverandering • meer gymnastieken
31
• vergt andere wetgeving, maar vooral cultuurverandering 31
21
Hoe ongezond is geluidshinder? NSG-Geluidshinderdag 2011
1
Door dr. F. Woudenberg, GGD Amsterdam, hoofd Cluster Leefomgeving.
1
Ging je maar dood door geluid NSG-Geluidshinderdag 2011 Utrecht, 11 mei 2011
Ging je maar dood door geluid Fred Woudenberg GGD Amsterdam
Utrecht, 11 mei 2011 Fred Woudenberg GGD Amsterdam
Twee kampen
2
Fred Woudenberg
Twee kampen Last van wet
Last van wet
22
U
Last van geluid
U
Last van geluid
Fred Woudenberg
2
World Health Organization
World Health Organization
3
3
31-3-2011
31-3-2011
Hoe ga je dood door geluid? Dood
(enkele – honderden)
Hartinfarct
(enkele – honderden)
Hoe ga je dood door geluid?
Ischemische hartziekte Dood (enkele – honderden) Hoge bloeddruk etc. Hartinfarct Hartslag etc.
(enkele – honderden)
Ischemische hartziekte Slaapverstoring Hinder Hoge bloeddruk etc. (1,5 miljoen) (miljoenen) Hartslag etc.
Slaapverstoring (1,5 miljoen)
23
Hinder (miljoenen)
4
4
Wat is een DALY?
5
Disability Adjusted Life Years = Verloren gezonde levensjaren Drie aspecten: 5 - Het aantal mensen dat overlijdt of aan een ziekte lijdt Wat is een DALY? - Het aantal jaren dat mensen korter leven of de tijd die een ziekte duurt = Verloren gezonde levensjaren Disability Adjusted Life Years - De ernst van de ziekte Drie aspecten: Heteerder aantal dood mensen dat overlijdt of aan een ziekte lijdt 1 -jaar Hetjaar aantal jaren mensenvan korter leven of(0,405) = -2,5 leven metdat gevolgen hartinfarct dejaar tijd leven die een ziekte duurtslaapverstoring (0,07) = 14 met ernstige Dejaar ernst vanmet de ziekte = -50 leven ernstige geluidshinder (0,02) 1 jaar eerder dood = 2,5 jaar leven met gevolgen van hartinfarct (0,405) = 14 jaar leven met ernstige slaapverstoring (0,07) = 50 jaar leven met ernstige geluidshinder (0,02)
HartDALY’s in Europa Ischemische hartziekten door lawaai van wegverkeer in rijk Europa (407 miljoen) Aantal mensen
x
HartDALY’s Europa Jaren x Factor = in DALYs
Ischemische hartziekten door lawaai van wegverkeer in rijk 4572 doden x 13 x 1 = 59.436 Europa (407 miljoen) 3289 overlevenden x Aantal mensen x Totaaldoden 4572
1 x 0,405 Jaren x Factor
x
13
3289 overlevenden x
1
x
1
x 0,405
= =
1.332 DALYs ----------- +
=
60.768 59.436
=
1.332 ----------- +
Totaal
24
60.768
6
6
HinderDALYs in Nederland
Aantal mensen
x
727.000
x
Aantal 3.700.000 mensen
xx
727.000
x
0,25
x
3.700.000
x
1
x
Jaren x Factor
=
DALYs
=
1.818
= =
444.000 DALYs
0,01
=
1.818
0,12
=
444.000
HinderDALYs in Nederland 0,25
x
0,01
1 x Factor 0,12 Jaren x
MilieuDALY’s
MilieuDALY’s
25
7
7
8
8
9
Gezondheidsslopers
9
Gezondheidsslopers
Geluidskunst Sarah van Sonsbeek
U
Shamirah’s buurman
Geluidskunst Sarah van Sonsbeek
26
U
10
10
Shamirah’s buurman
Conclusies
11
Er sterven elk jaar (enkele/honderden) mensen Fred Woudenberg door geluid in Nederland
Conclusies Een groot deel van de bevolking heeft ernstige Er sterven elk jaar (enkele/honderden) hinder enWoudenberg slaapverstoring door geluid mensen Fred door geluid in Nederland
Geluid is milieuprobleem nr. 2 en stijgt met stip Een groot deel van de bevolking heeft ernstige hinder slaapverstoring geluid Mensenen verschillen (en datdoor is maar goed ook) Geluid is milieuprobleem nr. 2 en stijgt met stip Mensen verschillen (en dat is maar goed ook)
27
11
Oorkonde behorend bij de NSG geluidsprijs 2011
AA 40 J
G
R
SE AND ERL NED NG HTI STIC DER HIN IDS ELU
gel uidprijs
2011
Geachte heer Louws, Namens het Bestuur, Raad van Advies en het Bureau van de Nederlandse Stichting Geluidshinder feliciteren wij u met het 40 jarig jubileum van de ankerloze spouwmuur. Als vader van opgroeiende kinderen, als bouwkundige verbonden aan de gemeente Middelburg en uit onderzoek kwam u ruim veertig jaar geleden tot de conclusie dat de geluidsisolatie tussen woningen in Nederland verbeterd moest worden. U kwam toen op de gedachte woningen in een rij zoveel als bouwkundig verantwoord is vrij van elkaar te bouwen. Met veel inzet heeft u het voor elkaar gekregen dat de eerste proefwoningen in Middelburg werden gebouwd in 1971. Dat was een doorslaand succes. De ankerloze spouwmuur tussen eengezinswoningen veroverde de Nederlandse bouwpraktijk. Voor de bestrijding van burenlawaai en voor de bouwwereld heeft deze unieke ontwikkeling veel betekend. Daarom heeft het bestuur van de NSG besloten om de NSG geluidsprijs 2011 toe te kennen aan:
ing. M.C. Louws
mr. Erik van Heijningen Voorzitter
ing. Martin Tennekes Secretaris
Citaat uit een artikel in het blad Geluid nr. 4 december 2010, geschreven door Ing. M.C. Louws Een gelukkige vader vertelde mij onlangs bij een toevallige ontmoeting: ‘Mijn zoon heeft in Nieuw Vennep een huis gekocht, in een rijtje, de woning is nog in aanbouw; je kan nu nog tussen de scheidingsmuren door kijken. Die twee muren en de luchtlaag daartussen is om geluid van de buren tegen te houden. Dat is veel beter dan in mijn eigen huis, want ik hoor nogal wat van mijn buren en dat is niet altijd leuk’.
28
OORKONDE behorend bij de NSG geluidsprijs 2011
Geluidswering van woningen Door prof ir L.C.J. van Luxemburg De kwaliteit van de gebouwde omgeving staat bij de overheid en overige bij de bouw betrokkenen hoog in het vaandel. Elk nieuw gebouw moet duurzaam zijn, een laag energieverbruik hebben en bovendien de gezondheid en het comfort van zijn gebruikers dienen. Op termijn is het zelfs verplicht de energetische kwaliteit van een woning bij de verkoop via een label kenbaar te maken. Maar hoe staat het met de akoestische kwaliteit? Sinds de invoering van de Wet geluidhinder in 1979 is geluidoverlast een regelmatig terugkerend item. Maar heeft de wetgeving iets opgeleverd? Is ons denken veranderd? Het punt is dat we heel goed weten hoe we de akoestische kwaliteit in onze gebouwde omgeving moeten beheersen, maar dat we er vaak geen geld voor over hebben, dan wel denken dat het allemaal wel losloopt. Terugkijkend op ruim dertig jaar geluidbeleid moeten we constateren dat economische principes veelal bepalend zijn voor de uiteindelijke akoestische kwaliteit. Nog altijd is een ankerloze spouwmuur geen vanzelfsprekende zaak bij woningbouw. Het onderkennen van het belang van de geluidswering van woningen dateert al van de periode van de herbouw van onze woningvoorraad vanaf 1945. Onderzoeken van de geluidmeetdienst, later TNO, getuigen daarvan. De vroegste (voor-)norm dateert van 1952 toen de eerste poging is ondernomen de eisen voor de geluidswering van woningen te normaliseren. In 1962 werd de norm 1070 definitief. Aardig is om te lezen dat, in het woord vooraf, de commissie, verantwoordelijk voor de norm vermeldt dat de wetenschappelijke bestudering van de problemen der geluidwering grote vorderingen heeft gemaakt doch dat men moet constateren dat naarmate men dieper in een onderwerp doordringt het probleem ingewikkelder blijkt dan aanvankelijk vermoed. Ook vermeldt de commissie dat het besef van de betekenis van de geluidswering sinds 1952 sterk is toegenomen. Twee constateringen die nu bijna 50 jaar later nog steeds relevant zijn. Men kan zich afvragen hoe het komt dat na zo’n lange periode de geluidswering van woningen nog steeds zo actueel is.
Uit belevingsonderzoeken (VROM/ TNO/RIVM) blijkt dat het percentage van bewoners dat op enige wijze hinder ondervindt van de buren sinds jaar en dag schommelt tussen de 15% en 20%. In die zin scoort geluidoverlast van buren al jaren een goede tweede plaats op de lijst van bronnen van geluidhinder. Het moge evident zijn dat het al lang geen bouwtechnisch probleem meer is. We weten heden ten dagen heel goed wat bouwtechnisch mogelijk is en waar de grenzen liggen. Een leek zou zeggen als je elk risico van overlast van woongeluiden tussen aan elkaar grenzende woningen wil voorkomen dan bouw je toch gewoon huizen die vrij van elkaar staan. Wie wil er geen vrijstaand huis? Het aardige is dat dit bouwtechnisch gezien inderdaad de beste oplossing is. In Oostenrijk past men dit principe al sinds jaar en dag toe. In dit land zijn de geluideisen het hoogst van alle Europese landen. In Nederland heeft een proefproject in 1994 (Ecolonia, Alphen aan de Rijn) aangetoond dat een dergelijke benadering bouwtechnisch zeer goed mogelijk is. De resultaten zijn er ook naar. In dit project zijn waarden gemeten voor de karakteristieke luchtgeluidisolatie van +15 dB en hoger. De eisen voor de geluidwering in woningen zijn een karakteristieke isolatie-index voor luchtgeluidisolatie van tenminste 0 dB of in termen van de grootheid waarmee we met de inwerkingtreding van het nieuwe Bouwbesluit worden geconfronteerd: de geluidwering tussen woningen moet voldoen aan een A-gewogen karakteristiek geluidniveauverschil van 52 dB. Daarnaast moet de isolatie-index voor contactgeluidisolatie tussen woningen tenminste +5 dB bedragen. De nieuwe grootheid voor contactgeluid impliceert dat het A-gewogen genormeerd contactgeluidniveau niet meer mag bedragen dan 53 dB. We moeten ons daarbij wel realiseren dat het voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit feitelijk minimum eisen zijn, geformuleerd uit het oogpunt van de volksgezondheid. Dit betekent dat bij dit akoestisch kwaliteitsniveau nog altijd zo’n 25% van de bewoners geluidhinder van buren kan ondervinden. Om dit percentage terug te brengen naar beneden de 10%, wat nog steeds een 29
hoog percentage is, zouden de eisen met tenminste 5 dB verzwaard moetenworden. In de Nederlandse norm NEN 1070 wordt een systematiek gegeven om de akoestische kwaliteit van de Nederlandse woningbouw expliciet te maken. Dit systeem zou een goed basis zijn voor een geluidlabel waarmee in navolging van het energielabel de akoestische kwaliteit van een woning meteen voor iedereen zichtbaar is. In Duitsland wordt al volop geexperimenteerd met een dergelijk systeem. De bouwwereld is zich terdege bewust van de problematiek rond de geluidshinder van woningen. Instellingen als de Stichting Bouwresearch, de Vereniging van Stapelbouwers en Gietbouwers doen er alles aan om de bouwers te informeren over de mogelijkheden om een geluidswering tussen woningen te realiseren van Geluidwerings kwaliteitsklasse II en hoger, een en ander conform de systematiek van NEM 1070. Men hanteert daarbij begrippen als comfort klasse , ook wel aangeduid als dubo kwaliteit (eisen 5 dB hoger) en comfort klasse-plus (10 dB hogere eisen). Om aan de zogeheten comfort klasseplus te kunnen voldoen ontkom je er niet aan om naast elkaar geplaatste woningen vrij van elkaar te houden. Hierbij is de ankerloze spouw het uitgesproken uitgangspunt. Vervolgens moet de detaillering afgestemd worden op de kwaliteit van de basisconstructie. Immers naast de veelal gemeenschappelijke fundering kan de werking van de ankerloze spouwmuur ook behoorlijk teniet worden gedaan door koppelingen via de vloeren,gevels en daken. Een zorgvuldige detailering en uitvoering blijft geboden. Gedetailleerde informatie met betrekking tot goede oplossingenvoor aansluitende constructies is te vinden in de standaard referentie
details van de Stichting Bouwresearch, de Nederlandse Bouwdocumentatie, de vereniging voor Gietbouwers en de Stapelbouwers. Ik zou willen afsluiten met een oproep aan bouwend Nederland om een trend in te zetten dat de particulier geen beroep meer hoeft te doen op de NSG als het gaat om de geluidswering van woningen. Literatuur 1 NBD Bouwdetails, Sdu Uitgevers, Den Haag 2 SBR Referentiedetails Woningbouw, Rotterdam 3 VOBN Gietbouwdetails geluidwering, Veenendaal 2003 4 Nederlandse norm NEN 1070, Geluidwering in gebouwen – Specificatie en beoordeling van de Kwaliteit, Delft , 1999 5 sbr 181: Geluidisolatie: ankerloze spouwmuur of enkelvoudige muur, Rotterdam 1998 6 Geluidisolatie van Woningen, verslag NSG-studiedag 1994 7 Geluidwering in de woningbouw, SMD Educatieve Uitgevers| Waltman, 1993, isbn 90-212-9034 8 sbr 43: Van steensmuur tot ankerloze spouwmuur, Alphen aan de Rijn, 1974
1
1
2
2
30
3
3
4
4
31
5
5
6
6
32
7
7
8
8
33
9
9
10
10
34
11
11
12
12
35
13
13
14
14
36
15
15
16
16
37
17
17
18
18
38
19
19
20
20
39
21
21
22
22
40
23
23
24
24
41
25
25
26
26
42
27
27
43
Help, we horen de buren! Door mr. Frank Visser Lawaai was vroeger heel gewoon.
In het programma van deze thema dag, georganiseerd door de Nederlandse Stichting geluidshinder, wordt als feit vermeld, dat de geluidshinder de laatste decennia gestaag is gegroeid. Is dat werkelijk waar? Voor zover het gaat om door buren ondervonden geluidshinder betwijfel ik dat in elk geval ten zeerste. Dat wil zeggen, objectief gezien is er volgens mij helemaal geen groei geweest. Integendeel, wat de buren betreft is het nog nooit zo stil geweest! Wij woonden vroeger met zeven kinderen plus een kostganger in een gehorig huis, waarin tegenwoordig een gezinnetje met twee kinderen en een hond zich krap gehuisvest weet. We renden voortdurend de trap op en af, speelden luidruchtig voor en achter de deur en trokken om de haverklap de WC door. Feestjes en partijtjes werden in de achtertuin gevierd, waarna wij in polonaise via de brandgang een rondje door de wijk maakten. Hadden onze buren daar geen last van? Ik dacht het niet. Die deden gezellig mee! Bovendien, aan de ene kant waren ze ook met zijn achten en het oude vrouwtje, dat aan de andere kant woonde, was stokdoof. We woonden gewoon in een gezellige, kinderrijke buurt, waar niemand aanstoot nam aan wat herrie. Waarmee ik maar wil zeggen. Lawaai was vroeger heel gewoon, maar werd niet als hinder ervaren. Dat is tegenwoordig wel anders. Yuppen, die zich in de Amsterdamse binnenstad vestigen, ergeren zich aan de kroeggangers en ondernemen actie om de Westertoren in elk geval ’s nachts het zwijgen op te leggen. Jonge gezinnen in Vinexwijken klagen over hun luidruchtige buren en bejaarden eisen volledige rust rondom hun seniorenflats. Hoewel er dus veel minder herrie is dan vroeger, klagen de mensen juist steeds meer! Een losse greep uit de klachtenbox. Buurvrouw loopt op hakjes over het parket. Buurman plast ’s nachts hoorbaar in de pot. De kat mauwt, de hond blaft en de kinderen schreeuwen. Moet de wasdroger nu echt ’s nachts aan? Buurvrouw bedrijft de liefde wel erg luidruchtig de
laatste tijd, sinds ze die nieuwe vriend heeft. En kan buurman ’s ochtends de deur niet wat zachter achter zich dichttrekken? Wat is toch dat ondefinieerbare geluid uit de keuken van dat homostel? Zou die dovige meneer niet beter een koptelefoon opzetten, als hij televisie kijkt? En ja, piano spelen is allemaal leuk en aardig, maar dan kan ík me niet concentreren op mijn thuiswerkdag. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Iedereen hoort van alles. Zelfs dingen die er niet zijn, zoals door anderen niet hoorbare lage bromtonen. Mijn stelling voor vandaag is daarom: buren ondervinden helemaal niet meer geluidsoverlast dan vroeger, maar ze ervaren dat wèl zo.
Een andere benadering.
Daarmee is het probleem niet opgelost. Want hoe je het ook draait of keert, buren ervaren burengerucht wel degelijk als probleem. Dat probleem kun je niet negeren. Wat kun je daaraan nu doen? De primaire en meest voor de hand liggende reactie is het aanpakken van de als hinderlijk ervaren geluidsbron. Minder geluid, is dan de gedachte, levert minder hinder op. Dan wordt iedereen gelukkiger! Gelet op wat hiervoor is opgemerkt, heb ik daar echter mijn twijfels over. Natuurlijk, als buurman zijn TV zachter zet en buurvrouw slofjes gaat dragen, zal dat zeker helpen. Maar hoever kun en wil je daarmee gaan? Uiteindelijk zal alleen absolute stilte echt helpen en die is vrijwel niet te realiseren. Bovendien, als de ene geluidsbron onschadelijk wordt gemaakt, blijkt opeens een andere, minder sterke bron, hoorbaar. Dan blijft de wasdroger ’s nachts wel uit, maar hoor je opeens de tramremise een paar straten verderop. Een andere benadering is, een antwoord zien te vinden op de vraag, waaróm mensen zich tegenwoordig meer en sneller ergeren aan geluid van de buren dan vroeger. In het navolgende zal ik daartoe een poging ondernemen. Het is de aanwezigheid van de buren, die ons ergert. Niet het lawaai. 44
Een belangrijke verandering is, dat de samenstelling in de wijken tegenwoordig veel minder homogeen is dan voorheen. Vroeger had je weinig verschillen. De mensen woonden naar wat ze betalen konden. Vaders gingen ’s ochtends vroeg naar hun werk, kinderen naar school en moeders deden het huishouden. Maandag was bij iedereen wasdag, woensdag gehaktdag, vrijdagavond ging vader naar de kroeg en op zaterdagavond werd - na het wekelijkse bad- de liefde bedreven. Iedereen keek naar hetzelfde televisieprogramma en lag er dus rond de klok van elven in. Áls er dus lawaai werd gemaakt – en dat gebeurde - dan deden we dat allemaal zo’n beetje tegelijkertijd. Daar moet je nu niet om komen. We zijn individualisten geworden. We willen niet op de buren lijken en gaan onze eigen gang. Een kwart van de mensen is vrijgesteld van werk en hoeft dus niet vroeg uit de veren, waardoor men ook laat naar bed kan. Anderen, vooral jonge ouders, zijn vrijwel continu overwerkt. Kinderen voeren al op zeer jeugdige leeftijd een soort van eigen huishouding, op hun eigen kamer, met hun eigen PC, audio en TV. Allemaal hebben we onze bijzondere hobby’s. En als de zon even schijnt, spelen wij in de achtertuin het echte mediterrane leven na, met barbecue en veel drank. Het gaat alleen nog om onszelf en hoe wij ons het beste kunnen ontplooien. Buren passen niet zomaar in dat plaatje. Ze doen hun best maar, als we maar niets van ze merken. Het is niet het geluid dat ze produceren, maar hun aanwezigheid, die ons ergert. De luid hoestende buurman pleegt een inbreuk op onze privacy. Zijn domme echtgenote, die zo luidruchtig mobiel in de achtertuin telefoneert, een aanslag op ons kosmopolitische, intellectuele zelfbeeld.
Als ik als televisierechter aan ruziënde buren vraag, wat volgens hen de beste oplossing is voor alle problemen, is het meest gegeven antwoord: ‘dat de buren gaan verhuizen.’ En dat is dan nog gejokt, want eigenlijk wil men dat de buren dood gaan. Men is alleen te beschaafd om dat voor de camera toe te geven. Maar goed. De buren zijn dus zelf het probleem, om de simpele reden dat ze niet onzichtbaar en onhoorbaar zijn. Dát ze er zijn! Dit is allemaal op slag over, als we ons in de zomer naar de camping in Frankrijk begeven. Hutje mutje op elkaar, schreeuwende kinderen, luidruchtige Fransen, rokende barbecues en drankgebruik tot ver na zonsondergang. En de pubers gaan pas heel laat naar de dreunende disco! Hoezo geluidsoverlast? Nee, gezellig juist. Want dit is het ware leven. Als God in Frankrijk, als u begrijpt wat ik bedoel.
Liefde helpt tegen snurkende mannen.
Ik wil u niet in verlegenheid brengen, maar ik moet toch even een intieme inkijk geven in het huwelijksleven van een goede vriend. Zoals zoveel mannen van zijn leeftijd schijnt hij te snurken. Zelf heeft hij daar geen last van, zodat hij heerlijk doorslaapt. Maar zijn vrouw ergerde zich daaraan zeer. Zij kon daar naar eigen zeggen niet van slapen, waardoor hij dus verantwoordelijk werd gesteld voor haar slapeloze nachten. Haar ergernis was oprecht. Hij moest een list verzinnen, wilde hij niet op de logeerkamer eindigen. Dus zei hij haar de volgende morgen dat hij die nacht wakker was geworden en haar had horen snurken. Dat was gelogen, want ze snurkt niet. Maar nu komt het. Hij vertelde haar dat hij dat snurken zo schattig vond. Dat het zo lief was, zo vertrouwd, zo gezellig. Hij eindige met een liefdesverklaring! Sindsdien heeft hij nooit meer een snurk klacht vernomen. Ik vroeg er laatst naar. ‘Oh, ze heeft er geen last meer van,’zei hij. ‘Als het te gek wordt, geeft ze me gewoon een por. Dan is het over.’ Kortom: liefde schijnt te helpen, tegen snurkende mannen. Zou dat met buren ook zo werken?
Gemeenschapszin is maatschappelijke plicht.
Ik ben ervan overtuigd, dat een goede relatie met de buren een goede remedie is tegen geluidsoverlast. Het mes snijdt van twee kanten. Om te beginnen is men geneigd meer rekening te houden met buren die men kent en waardeert. Verder ergert men zich minder snel, als het om ‘die aardige mensen van hiernaast’ gaat. Maar hoe krijg je dat voor elkaar, buren die elkaar aardig vinden? Liefde laat zich nog altijd niet dwingen. Dat is waar. Liefde is echter niet nodig. Integendeel, als buren echt van elkaar gaan houden krijg je andere problemen. Waar het om gaat is een behoorlijke verstandhouding. Dat de mensen een beetje met elkaar overweg kunnen. Dat ze elkaar zien staan! Wat we in de praktijk zien, is dat de relatie tussen buren aanmerkelijk verbetert, als ze een gezamenlijk doel hebben. In net opgeleverde nieuwbouwwijken gaat dat – althans in het begin- eigenlijk vanzelf. De bewoners zijn allemaal nieuw, allemaal pioniers en stuiten allemaal op dezelfde problemen. Samen een schutting uitzoeken en plaatsen is vaak een goed begin. Buurvrouwen doen bij elkaar ideeën op voor de inrichting. Buurmannen helpen elkaar met klussen. Dan volgt vanzelf de eerste buurtbarbecue en maakt iedereen met iedereen kennis. De keerzijde van deze medaille is, dat laatkomers minder gemakkelijk worden geaccepteerd. Die vallen licht buiten de boot. Breken ongewild de inmiddels stilzwijgend aanvaarde regels, zoals de verdeling van de schaarse parkeerruimte. Voor je het weet, word je als nieuwkomer als ware je een asociaal buitengesloten en ga je je daar vervolgens van lieverlee ook naar gedragen. Maar goed. Het samen dingen doen, samen verantwoordelijkheid dragen voor de buurt, kortom: samen werken. Dat is het allerbeste. Het bevorderen van die gezamenlijkheid, het socialiseren van de buren, daar komt het op aan als je de relatie tussen de buren wilt verbeteren. Ik pleit ervoor dat dit meer aandacht krijgt, bij de bestrijding van burengerucht. Daarmee wil ik niet gezegd hebben, dat de daadwerkelijke aanpak van hinder45
lijke geluidsbronnen geen aandacht verdient. Integendeel, zelfs de liefste buren gaan je tegenstaan, als de stereo de hele dag op 10 staat. Maar een louter technische aanpak, gericht op het terugdringen van het aantal decibels, voldoet evenmin. Geluidsoverlast kan immers niet worden los gezien van de subjectieve beleving door de mens. En die mens leeft nu eenmaal niet in het spreekwoordelijke hutje op de hei, maar in een gemeenschap. En of men dat nu wil of niet, wonen in een gemeenschap vereist dat men zich sociaal opstelt, dat men deel heeft aan die gemeenschap, dat men de buren accepteert zoals men zichzelf geaccepteerd wil zien. Als die gemeenschapszin in orde is, ergert men zich niet zo gauw aan de gewone, menselijke geluiden en is daarnaast ook de objectief meetbare, werkelijke geluidsoverlast oplosbaar.
De asociale buurman. In het voorgaande ging ik ervan uit, dat we te maken hebben met normale mensen die bereid en in staat zijn om met hun buren in vrede te leven. De eerlijkheid gebiedt echter te erkennen, dat steeds meer mensen niet meer positief mee willen of kunnen doen. Enerzijds maken deze mensen al daarom objectief gemeten al meer lawaai dan anderen, omdat ze zich niets van hun medemens aantrekken. Anderzijds veroorzaken ze door hun afwijkende levensstijl sterke gevoelens van wrevel en onbegrip wat, zoals hiervoor al omstandig uiteengezet, de subjectieve ervaring van de overlast verergert. Ook in deze gevallen blijkt de menselijke component de sleutel tot een oplossing. Uiteraard helpt het wel even als de politie de geluidsinstallatie van een asociale lawaaischopper in beslag neemt. Maar een definitieve oplossing biedt dat niet. De psychopaat, die bij nacht en ontij op verwarmingsbuizen klopt en slaat, laat zich niet zo makkelijk pakken. En de geestelijk gestoorde buurman, die schreeuwend over de galerijflat loopt, kun je alleen de mond snoeren door
hem gedwongen op te laten nemen. Toch zie je in de praktijk dat het in die gevallen vaak verkeerd gaat. Dan krijgt de asociale buurman - na een heuse geluidsmeting -de opdracht van de rechter om na 20.00 uur geen trompet meer te spelen, waarna hij zich natuurlijk te buiten gaat op zijn drumstel. En wat moet de geestelijk gestoorde met een vonnis, waarin staat dat hij geluidsisolatie moet aanbrengen. Of de crimineel, die bij het uitbaten van zijn autohandel meer geluid produceert dan volgens het Activiteitenbesluit is toegelaten, en daarom een dwangsom aan de broek krijgt. Dan wel de verslaafde buurvrouw, die zich door thuisprostitutie liggend staande houdt, maar van de rechter haar rumoerige klanten tot rust moet manen. In al die gevallen is de persoon in kwestie het probleem, niet de toevallige luidruchtige uiting daarvan. Dat dienen de geluidsdeskundigen, die in dergelijke zaken te hulp worden geroepen, zich terdege te realiseren. Een leuke, zingende buurvrouw. Ik ga afsluiten. Hoe belangrijk ook, de technische kant van de geluidsoverlast mag nooit verhullen, dat het mensen zijn die lawaai maken. En dat de beleving van geluidsoverlast voor een belangrijk deel subjectief is. De treinenfanaat slaapt heerlijk naast het Centraal Station. De luchtvaartgek voelt zich heerlijk onder de aanvliegroute naar Schiphol. Als ik met buurman een avondje ben wezen sporten, lig ik niet wakker van zijn late douchen. En als die leuke buurvrouw op een zonnige ochtend in alle vroegte zingend de was staat op te hangen, met de deur van de bijkeuken op een kier en de radio aan, draai ik me nog eens heerlijk om. Zo wil iedereen wel ontwaken! Werken aan het terugdringen van geluidsoverlast heeft altijd twee kanten. De technische en de sociale. Utrecht, 11 mei 2011 mr. Frank Visser © Frank Visser, mei 2011.
46
Aanbevelingen van de NSG aan de overheid. Door mr. Erik van Heijningen, voorzitter van de NSG Naar aanleiding van de lezingen van de dag heb ik de volgende analyse.
Ten eerste
Geluidsoverlast is er op veel plaatsen en in grote omvang. Het is een structureel milieuprobleem Gezondheidsaspecten laten zien dat het niet alleen om hinder gaat. Deze dimensie geeft de ernst van de problematiek aan.
Wat speelt er? -
Verstedelijking Meer bedrijvigheid Meer transport Burengerucht, verschillen in leefstijl
Het probleem wordt erkend door de overheid. De heer Kuijpers (DG Ruimte ministerie I&M) meldt dat verkeerslawaai boven de 60 dB 20 % van de mensen hindert. Het RIVM omschrijft deze situatie als slecht (boven de 60 dB) tot zeer slecht (boven de 65 dB)). Voor een goed geluidklimaat moet gestreefd worden naar lagere geluidsbelastingen. De richtwaarde is 50 dB.
Ten tweede
Gebiedsgerichte ontwikkeling is een goede zaak. De rijksoverheid kan aangeven wat gewenst is voor een goed akoestisch klimaat (richtwaarde). Het stellen van een absolute bovengrens bergt het gevaar in zich dat bestuurders deze grens opzoeken, waarbij de burgers het nakijken hebben.
Ten derde
Hinder wordt bepaald door de betekenissen die worden gegeven aan ongewenste geluiden, waar mensen aan worden blootgesteld. Dat verschilt van persoon tot persoon. Daarmee wordt hinder subjectief. Uiteraard is er een relatie tussen de luidheid en duur van het optredende geluidsfenomeen en de optredende hinder in termen van het aantal mensen dat desgevraagd aangeeft hinder te ervaren. Indien dat aantal een zekere grens overschrijdt is het de taak van de overheid daarop beleid aan te stellen.
- De ambitie moet blijven en streven naar zo min mogelijk gehinderden - Technologische ontwikkelingen blijven inzetten - Goede communicatie is essentieel: - Overheid naar de burger - Burgers onderling - Tolerantie
Ten vierde
Het beleid van de overheid moet oplossingsgericht zijn. Daarbij is een juridisch kader nodig dat voldoende ruimte laat voor creativiteit. Er is geen standaardoplossing binnen de diversiteit van de voorkomende situatie. Verleen de plaatselijke bestuurder een zekere vrijheid van handelen. Vertrouw op de plaatselijke democratische processen. Geeft daarbij een belangrijke sturende rol aan de RUD’s.
Ten vijfde
Hoe verder? - de Crisis en Herstelwet inbrengen in het nieuwe Wet Omgevingsrecht - SWUNG I en II ten uitvoer brengen. - maatwerk door RUD vorming - harde geluidgrenzen blijven hanteren - rekening houden met transformatie en gebiedsontwikkeling
Ten zesde
Komt het vanzelf dan goed? Hier ligt een taak voor de NSG! Door het probleem zichtbaar / hoorbaar te maken, door gebruikmaking van: - Statistiek / voorbeelden / leerstoel - Geluidshinder binnen de RO integraal benaderen - Een beter milieu (geluid) begint bij goede ruimtelijke ordening - Milieubelevingsonderzoeken - Geluidlabel voor woningen - Opleveringsonderzoek
Ten zevende
De bestrijding van ongewenst geluid is vermoedelijk al zo oud als de mensheid zelf. In het oude Rome ratelden karren over de met grote stenen geplaveide wegen. Mensen klaagden daarover. De uitvinding van de rubber luchtband, 2000 jaar later, heeft dat niet probleem opgelost. Omdat we ons massaal en veel sneller vervoeren dan de Romeinen is verkeerslawaai een groot milieupro47
bleem in de Westerse samenleving. Verdere technische ontwikkelingen zijn nodig. Bij onpersoonlijk geluidsbronnen, zoals verkeerslawaai hebben we verschillende rollen: als veroorzaker en als gehinderde Uiteraard moeten woningen een goede geluidsisolatie hebben. Dat is geen garantie voor het ontbreken van hinder. Bij burenlawaai is gedrag veelal een doorslaggevend aspect. Normen en gedragingen veranderen. Inspelen op deze veranderingen is nodig.
Tenslotte
- Blijf ambities houden - Kies grenzen die het aantal gehinderden doet afnemen - Begin bij aanpak bij de bron - Handhaving is vanzelfsprekend nodig - Doe onderzoek - Verzamel kennis - Maak gebruik van de technologie - Toon als overheid waar je mee bezig bent en waarom.
Sponsors NSG De NSG dankt onderstaande organisaties voor hun respectievelijke bijdragen.
www.dgmr.nl
www.geluidconsult.nl
www.munisense.com
www.acoutronics.com
www.geoplan.nl
www.geluidsnet.nl
48