Advent- en Kerstboekje 2012
Wie een grote gebeurtenis verwacht, kijkt daar naar uit. Een bruiloft, een verjaardagsfeest. Op tijd stuur je daar bericht van rond, zodat iedereen voorbereid is, als het zover is. En zodat de mensen, die je bericht gestuurd hebt, kunnen komen. Zo ging het ook voordat Jezus op aarde zou komen. Al ver voor die tijd waren er mensen die vertelden dat Hij zou komen. De mensen in Israël kregen niet allemaal een kaart met de informatie daarover. Er stond geen advertentie in de krant. Geen berichtje op Facebook. Dat was er allemaal niet. Maar er waren speciale mensen die daarvan vertelden. We noemen ze: profeten. Zij vertelden wat de mensen, als het zover was, zouden kunnen verwachten. Deze weken gaat het om de profeten: Zacharia, Maleachi, Sefanja en Micha Moeilijke namen, van lang geleden. Maar dat geeft niet. Over die profeten, over wat zij vertelden over de komst van Jezus, gaat het deze vier weken van Advent. Je zou kunnen denken: maar dat is al zó lang geleden! Wat kan het ons nou schelen hoe de komst van Jezus werd aangekondigd! Toch willen we daar met elkaar over nadenken. Omdat we zo ongelofelijk blij mogen zijn dát Jezus in deze wereld is gekomen. Want door Jezus hebben we echt geleerd hoe God is. We hoeven niet bang voor God te zijn. We hoeven niet aan Hem te bewijzen dat we het goed bedoelen. We hoeven Hem niet te blij te maken zodat hij ons lief zal vinden. God is blij met ons. Hij houdt van ons. Wij horen bij Hem. Want Hij heeft ons allemaal gemaakt. Hij heeft ons allemaal het leven gegeven. En ons leven is heel heel kostbaar voor God. Zo kostbaar als een parel!
Gera Mateman
zondag, 2 december 1e advent “De Koning komt”
In de Bijbel schrijft Zacharia dat er een koning zal komen die zal heersen over de hele aarde. Er komt een moment dat iedereen Hem zal kennen en eren. Die koning is machtig. Heel erg machtig. We kijken uit naar die koning. Maar wie is die koning? Die koning waar Zacharia het over heeft in de Bijbel, dat is Jezus. Jezus die als een kleine baby werd geboren in Bethlehem. Jozef en Maria, die voor Hem zorgen, hebben geen wiegje om Hem in te leggen, daarom leggen ze Hem in een voerbakje voor dieren. Ze wonen ook niet in Bethlehem, maar in Nazareth. Maar ze moesten van de man die de baas speelde in Israël, naar Bethlehem, omdat hij wilde weten hoeveel mensen er eigenlijk in Israël woonden. En hij wilde ook weten waar ze vanuit vroeger vandaan kwamen. En daarom moesten Jozef en Maria naar Bethlehem. Maria was in verwachting van Jezus en de baby zou al bijna komen. Dat was dus allemaal niet zo gemakkelijk. En déze Jezus is dus die machtige Koning. Als je Hem zo in zijn voerbakje zou zien liggen, zou je dat misschien niet zo gauw gedacht hebben. Maar het gaat er bij Jezus ook niet om wie de baas is. Het gaat niet om dat soort macht. Het gaat bij Jezus om de macht van liefde. Door de komst van Jezus wil God laten zien hoeveel Hij van de wereld houdt en van de mensen die op deze wereld leven. Hoeveel Hij ook houdt van jou. En deze week kijken we dus uit naar de komst van Koning Jezus, wiens geboorte we vieren met Kerst.
maandag, 3 december “De Koning komt”
-f ca
- au
m=d -r
-m
g=k
+t
r=n
- mu
t=m
oplossing:
_ _ _ _- _ _ _ _ _ _ _ __
_ _ _ _ _ _ _!
Als seintje van wat komen gaat: Een kaarsje in de nacht. Want God zal onze koning zijn, Zijn komst wordt al verwacht.
____
dinsdag, 4 december “De Koning komt”
Wat vind jij het meest bij Jezus passen:
Een baby:
Een koning:
Een zwerver:
Een herder:
Eigenlijk past het allemaal bij Jezus! Hij werd geboren zoals wij allemaal, als een baby. Jezus is koning in Gods Koninkrijk. Wat zegt Jezus van zwervers en mensen die er niet bij horen: Wie zorgt voor de minst belangrijke mensen in deze wereld en van hen houdt, die zorgt eigenlijk voor Mij en houdt van Mij. En Jezus zorgt voor de mensen die bij Hem horen, zoals een goede herder zorgt voor zijn schapen.
Hiernaast een sudoku waar je in elke rij van links naar rechts een baby, een koning, een zwerver en een herder kunt invullen. In elke rij van boven naar beneden. En in elk klein vierkant.
woensdag, 5 december “De Koning komt”
Vandaag is het Sinterklaasfeest. Even een heel ander feest er tussendoor. Een feest van Sint en Piet en pakjes. Voor sommige kinderen is het best een heel spannend feest. Misschien kun je zelf wel een beetje voor Sinterklaas spelen en iemand een spannend cadeautje geven! Het gaat niet om een groot cadeau. Eigenlijk gaat het er vooral om, iemand een beetje voor de gek te houden met de verpakking om het cadeautje. Bijvoorbeeld met een wc-rolletje verpakt als een groot snoepje. In het wc-rolletje doe je een klein cadeautje, bijvoorbeeld een stuiterbal, een houten wasknijper die je versiert waardoor het een gezellige papiervasthouder wordt, een sleutelhanger, een gummetje. Pak je kleine cadeautje netjes in, stop het in het wc-rolletje en vul het rolletje verder met stukjes krantenpapier. Wikkel nu om het wc-rolletje een vrolijk papiertje wat je ook zelf kan maken door een papier te versieren (tekenen, schilderen) met Sinterklaas en Zwarte Piet. Draai links en rechts het papier om zodat het een grote snoep wordt. Een strikje daar omheen. Zet de naam van degene aan wie je het cadeautje wil geven op het cadeautje. En leg het ergens neer waar diegene het zal vinden. Ook kun je iets lekkers maken, bijvoorbeeld pepernoten. Ingrediënten: 250 gram zelfrijzend bakmeel, 100 gram boter, 125 gram basterdsuiker, 3 eetlepels melk, 2 theelepels speculaaskruiden, Hoe maak je ze: Verwarm de oven voor op 150 graden. Vet de bakplaat in. In een kom de boter zacht roeren. Daarna de basterdsuiker, kruiden en zout toevoegen. Mengen en het zelfrijzend bakmeel en de melk erbij doen. Snel tot deeg kneden en het deeg 30 minuten in de koelkast laten opstijven. Van het deeg kleine bolletjes maken en op de bakplaat leggen. In ongeveer 20 minuten bruin bakken.
donderdag, 6 december “De Koning komt”
De komende weken kijken we uit naar het feest van de komst van Koning Jezus. Door deze weken heen kun je werken aan een kijkdoos daarover. Vandaag beginnen we met het begin: ga eens op zoek naar een flinke schoenendoos. Misschien heb je er één thuis. En anders kun je naar een schoenenzaak gaan en daar vragen of zij er één hebben voor je. Als je nog kaarten hebt van vorig jaar kun je daarmee de doos en het deksel beplakken. Anders kun je misschien vanaf internet plaatjes over Kerstfeest zoeken en printen en die opplakken. In het deksel maak je, als alles goed opgedroogd is, in het midden een flink vierkant gat. Over dit gat plak je tegen de binnenkant van het deksel doorzichtig papier, b.v. vlieger- of vloeipapier. In de voorkant van de doos maak je een rond gat. Dit wordt het kijkgat waardoor je in de doos kunt kijken als hij af is. Nu kun je beginnen met de inrichting van de doos. Allereerst kun je de wanden aan de binnenkant van de doos beschilderen met een heuvellandschap en daar kun je wat bomen op plakken die je hebt uitknipt of je schildert er wat bomen op. Ook de binnenkant van het deksel kun je beschilderen met blauwe lucht en wolken. De bodem van de doos maak je bruin of grijs. Teken nu de ster na die hiernaast staat. Opplakken op stevig papier of karton en uitprikken of –knippen. Hang die tegen de achterkant van de doos: de ster wijst naar Bethlehem waar Jezus geboren werd.
vrijdag, 7 december “De Koning komt”
Als je deze doolhof goed doorloopt, lees je waar we deze week mee bezig zijn.
__ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __!F __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ F __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ F __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ F __ __ __ __ __ __ __ __.
zaterdag, 8 december “De Koning komt” Kun jij de 10 verschillen vinden? g
Sta op!! De Koning komt!!