2025
zoetermeer Masterplan
Zoetermeer steeds ondernemend
zoetermeer
2025
Inhoud Inleiding
5
Zoetermeer: dorp groeikern stad
9
Aantrekkelijke stad met een bijzondere positie
Pleidooi voor een stad: de ambities van Zoetermeer
19
Verder groeien met de regio
Structuur voor de stad: het ladderconcept
47
Nog eens kijken naar de stad
Legenda voor de stad: het programma voor de toekomst 62 Een keur aan mogelijkheden
Agenda voor de stad
77
Op weg naar uitvoering
Literatuur
80
3
zoetermeer
4
2025 Inleiding
Zoetermeer is volop in beweging. En dat is nodig, want je moet wel meebewegen om de vitale stad te blijven die Zoetermeer nu is: een stad waar mensen graag wonen en werken met alles wat daarbij hoort. Wat daarvoor moet gebeuren heeft Zoetermeer in een zestal ambities in zijn Toekomstvisie 2025 uit 1999 neergelegd. Die ambities zijn:
viteiten, voor wegen, voor recreatie en groen. Op die vraag naar ruimte gaat dit Masterplan in. De Toekomstvisie uit 1999, het Masterplan van 2002 en het nog te verschijnen Meerjaren Investeringsplan vormen de drietrapsraket die ervoor zorgt dat Zoetermeer tenminste de aangename en complete stad blijft die ze nu is. In de Toekomstvisie zijn de ambities voor het eerst onder woorden gebracht. Vervolgens hebben talrijke in- en externe partijen gereageerd, vanuit hun kennis en ervaring een bijdrage geleverd, de visie tegen het licht gehouden en weer bijgesteld. Daarmee staan de ambities niet langer ter discussie. Het Masterplan knoopt aan bij die ambities en laat zien wat die betekenen voor de verdere ontwikkeling van de stad: ruimtelijk, sociaal en cultureel.
- het stabiliseren van het aantal inwoners op 130.000 - een groei van 45.000 naar 70.000 arbeidsplaatsen - een verdubbeling van ‘de waarde van de stad’ - een reistijd van en naar de grote steden van maximaal 30 minuten - de versterking van de sociale structuur - de versterking van de stedelijke cultuur.
Bij het opstellen van het Masterplan hebben deskundigen, bewoners, andere overheden en belangengroepen eveneens gelegenheid gehad hun bijdrage te leveren en zijn de nodige onderzoeken verricht. Dat heeft veel meer waardevolle bouwstenen opgeleverd dan in dit plan direct terug te vinden zijn. Het Masterplan pretendeert niet een definitief programma te zijn, in de zin van: hier komen kantoren, daar luxe villa’s en hier een park
Deze ambities hangen nauw samen en beïnvloeden elkaar. Ze moeten leiden tot een samenhangend pakket van maatregelen dat de komende jaren wordt uitgevoerd. De ene maatregel wat sneller dan de andere, maar wel in samenhang met elkaar. De realisatie van deze ambities vraagt om ruimte. Ruimte voor kantoren en bedrijven, voor de woonwensen van deze tijd, voor sociale en culturele acti-
5
zoetermeer met veel water. Het is geen blauwdruk voor de ontwikkeling van Zoetermeer. Het plan geeft vooral mogelijkheden aan. Een koers om verder op te varen, maar met genoeg flexibiliteit om nieuwe kansen, andere mogelijkheden te benutten. Het Masterplan biedt wel de basis om ingrijpende beslissingen over infrastructuur en ruimtelijke inrichting te kunnen nemen. Voor de infrastructuur en de inrichting van woon-, werk- en recreatiegebieden geldt dat gedane investeringen ook in de toekomst moeten renderen. Dit vraagt om weloverwogen beslissingen voor de lange termijn. De te nemen maatregelen zullen hun plaats krijgen in een Meerjaren Investeringsplan, dat komende jaren telkenmale zal worden bijgesteld.
studies van Bet, Coenen, West-8 en Meeuws; de verkeersstudies van Goudappel Coffeng; de second opinion op de Toekomstvisie van Kolpron; de diverse ontwerpateliers en expertmeetings en tenslotte de uitgebreide consultatieronde met bewoners, deskundigen, belangengroepen en andere overheden. En niet te vergeten van iedereen die gevraagd en ongevraagd vanuit zijn betrokkenheid bij Zoetermeer heeft meegedacht en bijgedragen.
Het Masterplan biedt inzicht in de contouren van de omgang met ruimte in de vorm van het ‘ladderconcept’ dat op zich al het resultaat is van het goed kijken naar de huidige en toekomstige ruimte en infrastructuur. Daarmee is dat concept de belangrijkste drager van het plan. Dat betekent dat het Masterplan – ondanks het visionaire gehalte – wel degelijk richting geeft aan de ontwikkeling van Zoetermeer. Het Masterplan is het resultaat van de denkkracht en het enthousiasme van heel veel mensen binnen en buiten de gemeente. Zoals de vier ruimtelijke
6
2025
7
zoetermeer
8
2025 Zoetermeer: dorp groeikern stad Aantrekkelijke stad met een bijzondere positie Zoetermeer is in nauwelijks 35 jaar tijd een volwaardige stad geworden. Het dorp van weleer met 10.000 inwoners is uitgegroeid tot een stad met meer dan 110.000 inwoners. De eerste jaren werd Zoetermeer nog gezien als een ‘satellietstad’ van Den Haag. Die benaming klopt al lang niet meer. Zoetermeer heeft in de loop van de jaren een geheel eigen positie verworven. Een positie in het stedennetwerk van Haaglanden, in het grotere verband van de Deltametropool en in toenemende mate in relatie tot het Rotterdamse stedennetwerk. Een stad die vanuit de regio, Utrecht en Den Haag via spoor en de weg (auto, fiets) goed te bereiken is. De verdere ontwikkeling van Zoetermeer moet dan ook gezien worden in relatie tot die van de hele regio.
nog aan een duidelijke regie en een onderling afgestemd ontwikkelingsprogramma). • Van het voorzieningenniveau dat Zoetermeer inmiddels heeft bereikt profiteert de hele regio. Veel van die voorzieningen zijn vanuit de regio gemakkelijk te bereiken. Inwoners van omliggende gemeenten maken dan ook dankbaar gebruik van het aanbod aan sport, onderwijs, winkels, cultuur en recreatie van Zoetermeer. • Ten derde heeft Zoetermeer veel groen te bieden. De stad ligt in de zoom van het Groene Hart en ook in en rond de stad zelf is veel groen en water aanwezig, zoals de vele parken, het Balijbos en straks het Bentwoud. Het omringende landschap benadrukt nog eens het groene karakter van de stad zelf.
Zoetermeer heeft een aantal belangrijke troeven in handen. • Ten eerste is Zoetermeer onderdeel van het stedennetwerk Haaglanden. In dat netwerk vullen grote en kleine steden elkaar goed aan. Ze bieden elkaar iets wat de ander niet heeft en creëren zo met elkaar een omgeving waar het prettig wonen en werken is, waar de voorzieningen op niveau zijn en waar alles goed te bereiken is. (In feite is het een netwerk in wording, want het ontbreekt
• Zoetermeer wordt ervaren als een prettige stad om in te wonen. Het combineert de kwaliteiten van het oude dorp en zijn cultuurhistorische waarden met het voorzieningenniveau van een stad; zijn stedelijke allure met de vaarten en vijvers en het groen.
9
zoetermeer Deze ‘waardevaste’ kwaliteiten van de stad moeten gewaarborgd blijven en vormen onwrikbare uitgangspunten bij de verdere ontwikkeling van de stad. Mede dankzij deze troeven is Zoetermeer de stad geworden die het nu is: een aantrekkelijke stad, met veel ruimte en groen, met een goede infrastructuur en met prima voorzieningen. Een stad met een dikke voldoende zoals ook weer uit het Nyfer-onderzoek1 van 2000 blijkt; Zoetermeer bekleedt de tweede plaats op de ranglijst van Nederlandse steden wat zijn sociaal-economische positie betreft. Inwoners van Zoetermeer geven hun stad een 7,6.
ware ‘binnen handbereik’. Zoetermeer heeft volgens die filosofie dan ook een complementaire functie als het gaat om wonen, werken en voorzieningen. Als stad beschikt Zoetermeer over voldoende voorzieningen en rustige woongebieden, maar de stad heeft ook de levendigheid die hoort bij een stedelijk centrum. De kwaliteiten van de stad liggen in duidelijke verbindingen van woongebieden met open ruimten en een goede bereikbaarheid van woongebieden onderling. Voor de woon- en leefmilieus in de Deltametropool moet een evenwicht worden gerealiseerd tussen het blauw-groene karakter van de ‘buitenruimte’ en de meer stedelijke wensen. Voor de buitenruimte betekent dit onder meer het versterken van ecologische verbindingszones, het verbeteren van waterstelsels, het vormgeven van overgangen en het creëren van aantrekkelijke recreatieve routes.
Sterke stad en sterke regio Zoetermeer neemt met andere woorden een geheel eigen positie in ten opzichte van zijn omgeving. Dat geldt voor het bestaande stedennetwerk van Haaglanden, waarin Zoetermeer een regionaal centrum vormt. Maar die eigen positie heeft Zoetermeer ook gezien vanuit het toekomstig proces van verstedelijking in de Randstad volgens de filosofie van de Deltametropool (het gebied van en tussen de vier grote steden van de Randstad).
Afgaande op zijn geografische ligging biedt Zoetermeer goede aanknopingspunten voor de verbetering van de aanwezige stedelijke kwaliteit door het uitbouwen van het bestaande blauw-groene netwerk. Dit netwerk begint in het stedelijk gebied al ‘bij de voordeur’ en draagt zorg voor de verbinding met het omringende landelijk gebied. De bijzondere kwaliteit van Zoetermeer is dan ook te benoemen vanuit ‘de groene stad’.
In de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening is de Deltametropool aangemerkt als een stedennetwerk van nationale betekenis. Centrumontwikkeling moet hier plaatsvinden op knooppunten van personenvervoer. Zoetermeer is zo’n knooppunt. De centra van de vier grote steden liggen vanuit Zoetermeer als het 1
Zie de literatuurlijst aan het einde van dit Masterplan.
10
2025 Een van de voorwaarden om de ruimtelijke kwaliteit van stad en regio in de toekomst te waarborgen is ruimtelijke diversiteit. Uiteenlopende stedelijke milieus en landschappen moeten daarvoor hun eigenheid kunnen behouden en liever nog versterken. Verdere groei en ontwikkeling van Zoetermeer zijn nodig om zijn kwaliteiten voor de eigen inwoners, voor de regio en voor de Deltametropool te kunnen behouden en versterken. Maar bij verdere groei loopt Zoetermeer tegen zijn mogelijkheden en grenzen aan.
11
zoetermeer Donorstad van Den Haag
LEIDEN Alphen a/d Rijn
Wassenaar Voorschoten Zoeterwoude
Hazerswoude
Leidschendam
Benthuizen
DEN HAAG
Waddinxveen Nootdorp
ZOETERMEER
Moerkapelle
Gouda
Pijnacker Bleiswijk
Zevenhuizen
Berkel en Rodenrijs Bergschenhoek
ROTTERDAM Het dorp Zoetermeer is van oorsprong groeikern in de Haagse regio. In het kader van de ‘gebundelde deconcentratie’ zijn in de Derde Nota op de Ruimtelijke Ordening rond grote steden tal van groeikernen aangewezen. Die hadden aanvankelijk een aanvullende functie voor de donorstad.
12
2025 Groene stad
HET GROENE HART
Bentwoud
Balijbos
Landscheiding
Rottezoom Groenblauwe slinger
Het leef- en vestigingsmilieu in de Randstad (Deltametropool) is gebaat bij een versterking van het blauwgroene omgevingsklimaat. In het noorden markeert het Groene Hart de unieke ligging van Zoetermeer. De groene franjes het Balijbos, de Groenblauwe slinger, de Landscheiding en de Rottezoom, onderstrepen het landschappelijke karakter aan de zuidzijde van de stad.
13
zoetermeer 1985: Zoetermeer is af
Stadshart
Vijftien jaar geleden leek Zoetermeer al ‘af’. Elke woonwijk heeft een station, een wijkcentrum, een park, scholen en een aftakking op de hoofdwegenstructuur. De wijken staan op zichzelf. Het stadshart is een autonome kern en bedrijfsterreinen plakken aan de randen vast.
14
2025 Het knelt
Noordhove
Oosterheem
Rokkeveen
Er komen wijken bij en Zoetermeer groei en bloeit. De ontwikkeling van de infrastructuur houdt geen gelijke tred met het verstedelijkingstempo. Noordhove, Rokkeveen en Oosterheem vallen buiten het systeem hoewel ze wel op dezelfde manier zijn opgezet als de andere wijken. Vanuit de opbouw van de stad geredeneerd is het dus tijd voor een herijking van dat systeem. Daarnaast zijn letterlijk ook de gemeentegrenzen bereikt.
15
zoetermeer Stad en regio
LEIDEN Alphen a/d Rijn
Wassenaar Voorschoten Zoeterwoude
Hazerswoude
Leidschendam
Benthuizen
DEN HAAG
Waddinxveen
ZOETERMEER
Nootdorp
Moerkapelle
Gouda
Pijnacker Bleiswijk
Zevenhuizen
Berkel en Rodenrijs Bergschenhoek
ROTTERDAM In nog geen 35 jaar groeit Zoetermeer uit van een dorp met 10.000 inwoners tot een stad met meer dan 110.000 inwoners. Een echte stad dus met een geheel eigen plaats in de regio Haaglanden en het stedennetwerk Deltametropool. Er is sprake van een gelijkwaardige, complementaire functie binnen die netwerken en een toenemende functionele relatie met Rotterdam.
16
2025
17
zoetermeer
18
2025 Pleidooi voor de stad: de ambities van Zoetermeer Verder groeien met de regio Om zijn positie te behouden en te versterken, moet Zoetermeer in samenwerking met de hele regio de komende jaren heel wat werk verzetten. Deze ambities zijn als volgt geformuleerd. - het stabiliseren van het aantal inwoners op 130.000 - een groei van 45.000 naar 70.000 arbeidsplaatsen - een verdubbeling van ‘de waarde van de stad’ - een reistijd van en naar de grote steden van maximaal 30 minuten - de versterking van de sociale structuur - de versterking van de stedelijke cultuur.
Mensen komen naar Zoetermeer omdat de leefomgeving hen aanspreekt en omdat ze er de woningen kunnen vinden die hen aanstaan. Vervolgens is het de opgave om dit aantal inwoners vast te houden. Dat betekent overigens niet dat er na 2009 geen behoefte bestaat aan nieuwe woningen: • de samenstelling van de bevolking verandert. Er wonen gemiddeld steeds minder mensen in een huis. Dat heeft te maken met de vergrijzing, maar ook met het feit dat gezinnen gemiddeld kleiner worden. Door toenemende welvaart en individualisering zijn er steeds meer éénpersoonshuishoudens. • Zoetermeer heeft als typische groeistad nu veel van dezelfde woningen. Vooral aan luxere en duurdere woningen is een tekort. Bedrijven kijken daar wel naar als ze overwegen zich in Zoetermeer te vestigen.
Stabiliseren van het aantal inwoners op 130.000 Diversiteit spreekt kritische woonconsument aan Meer inwoners is geen doel op zich, maar in het geval van Zoetermeer is het een gegeven. In 2009 is aan de VINEX- en VINAC taakstelling (het aantal te bouwen woningen op grond van de Vierde Nota voor de Ruimtelijke Ordening Extra - Actualisatie) voldaan door het realiseren van de wijk Oosterheem. Zoetermeer telt dan 130.000 inwoners. Het voorzieningenpeil zal daarop aansluiten.
Als je een en ander doorrekent, blijkt dat Zoetermeer tot 2025 ongeveer 7.000 woningen meer nodig heeft dan waar nu met Oosterheem in is voorzien. De ruimte om deze woningen op het huidige grondgebied van Zoetermeer te realiseren is er echter niet. Die ruimte kan evenmin worden gevonden door ‘in te dikken’ in de bestaande stad: door nu niet bebouwde plekken in bestaande wijken
19
zoetermeer Zoetermeer wil de balans tussen wonen en werken in evenwicht brengen en op die manier een substantiële bijdrage leveren aan de werkgelegenheid in de regio Haaglanden. De verhouding tussen het aantal inwoners en het aantal arbeidsplaatsen is ook van belang om evenwicht te brengen in het woon-werkverkeer. Bij een inwonertal van 130.000 is er sprake van evenwicht bij 70.000 arbeidsplaatsen. Dat is een toename van 25.000 ten opzichte van het huidige aantal.
te benutten. Dit zou ten koste gaan van de gebruiksen belevingswaarde en van de stedenbouwkundige kwaliteiten van deze wijken. Vooral de belevingswaarde is essentieel, zeker in een woningmarkt die tot rust komt. Mensen zijn daardoor kritischer over de kwaliteit van hun leefomgeving. Ook een ingrijpende stadsvernieuwing biedt geen soelaas. De ervaring elders leert dat bij stadsvernieuwing gemiddeld 10-15% woningverlies optreedt. Zoetermeer heeft nu al de ambitie om met behoud van kwaliteit net zoveel woningen te bouwen als er stonden. Dat is op zich al een enorme opgave. In de bestaande stad kunnen hoogstens ca. 1.000 woningen worden toegevoegd. Dit betekent dat uiteindelijk voor ruim 6.000 woningen ruimte buiten de huidige stadsgrenzen moet worden gevonden.
Regionale groeipotenties Uit berekeningen blijkt dat de benodigde groei van het aantal arbeidsplaatsen tot stand kan komen in de sectoren waarop Zoetermeer al grote aantrekkingskracht uitoefent, zoals de zakelijke dienstverlening, ICT en belangenorganisaties. Verder is het versterken van ‘leisure’ (het samenstel van op ontspanning en vrije tijd gerichte bedrijvigheid en activiteiten) van belang.
Uitbreiden van het aantal arbeidsplaatsen van 45.000 naar 70.000 Wonen en werken in balans
Deze wensen sluiten goed aan bij wat regionaal leeft. In het rapport EPIZODE van de regionale Kamers van Koophandel wordt aangegeven dat de sterke economische structuur van Zoetermeer belangrijk is voor de ontwikkeling van de economie van het zuidelijke deel van de Randstad, de Zuidvleugel, en dat er goede kansen liggen voor zijn verdere ontwikkeling.
Zoetermeer heeft de afgelopen jaren een sterke positie opgebouwd in de economie van de regio en van de Deltametropool. De stad ontwikkelt zich tot een ‘nieuwe’ werkstad met een aantal sterke troeven voor bedrijven: de goede bereikbaarheid, de hoog opgeleide beroepsbevolking en het aantrekkelijk woon- en leefmilieu.
Ook de Bestuurscommissie Randstad (BCR) geeft aan hoe de regio te versterken is door de potentie
20
2025 een verdubbeling van het kantoorvloeroppervlak mogelijk, maar voor bedrijven is er nog slechts ruimte uit te geven voor 2 à 3 jaar. Dit is slechts de helft van de minimaal noodzakelijk geachte ‘ijzeren voorraad’ (i.e. de voor een gezonde bedrijfsvoering noodzakelijke ruimtevoorraad, die doorgaans wordt gesteld op 4 x de jaarlijkse uitgifte). Binnen de gemeentegrenzen is die behoefte aan bedrijfsterrein niet meer op te vangen.
van Zoetermeer beter te benutten. Er zijn hiertoe stedelijke programma’s op randstedelijk niveau opgesteld. Zoetermeer Centrum/Boerhaavelaan en Zoetermeer Oost (HSL) zijn in de visie van de BCR een reeks van knooppunten, die langs de A12 een zone vormen met een nationaal of randstedelijk vestigingsmilieu. Evenzo wordt in combinatie met hoogwaardig openbaar vervoer (light rail) voor de as Zoetermeer - Rotterdam verstedelijking voorgesteld op netwerkposities (haltes).
Verdubbeling van ‘de waarde van de stad’ Geld voor een hoogwaardig leefmilieu
Taakverdeling binnen Groene Hart gemeenten De geambieerde groei van de werkgelegenheid in Zoetermeer sluit aan bij een ontwikkeling die vanaf 2005 te verwachten is. Rijk en provincie geven aan dat de contouren rond een aantal gemeenten in het Groene Hart waarbinnen verstedelijking kan plaatsvinden, strak getrokken zullen worden. Ook die gemeenten willen qua inwonertal minimaal gelijk blijven en zullen dus ruimte zoeken binnen de bestaande stads- en dorpsbebouwing. Dit zou voor een deel ten koste kunnen gaan van de kleinere bedrijfsterreinen binnen de bebouwing. Zoetermeer is zonodig bereid een deel van die bedrijvigheid op te vangen.
Zoetermeer wil bij de komende ontwikkeling opereren vanuit een gezonde financiële basis. Ondanks de regionale functie van Zoetermeer heeft het niveau van de voorzieningen nog niet de kwaliteit die qua grootte vergelijkbare gemeenten bieden. Om naar dat niveau toe te groeien en dit vervolgens ook te handhaven is een gezonde financiële basis nodig. Het aantal inwoners is daarbij van doorslaggevende betekenis. Een terugloop in inwonertal heeft direct gevolgen voor de financiële positie van Zoetermeer en daarmee voor het voorzieningenniveau.
Voor het bereiken van de hierboven voorziene groei van het aantal arbeidsplaatsen zijn voldoende ruimte en een adequate bereikbaarheid essentiële voorwaarden. Binnen de huidige gemeentegrenzen is nog
Voorbeelden van steden die in financiële problemen zijn gekomen door het dalend aantal inwoners zijn alom aanwezig. Zoetermeer wil dit voorkomen.
21
zoetermeer Den Haag en ten noorden van Rotterdam neemt de mobiliteit in de regio verder toe. De ambitie om de spoor- en wegverbindingen te verbeteren betekent derhalve een stevige taakstelling voor de gemeente en voor andere partijen. Zoetermeer kan hierdoor een scharnierfunctie krijgen tussen de beide grote steden, Den Haag en Rotterdam.
Voor het gewenste aantal inwoners en arbeidsplaatsen zijn extra woningen en bedrijfsruimten nodig. Dit brengt het geld op dat nodig is voor goede voorzieningen zoals hoger onderwijs en zorg. Omgekeerd werken voorzieningen als winkels, sport, recreatie en cultuur, openbaar vervoer alleen als daar voldoende klanten voor zijn. Zijn die er niet, dan treedt al snel verschraling op van het aanbod en neemt de aantrekkingskracht van een stad af.
Mobiliteit in de Deltametropool De laatste decennia is de diversiteit in aanbod van goederen en diensten enorm toegenomen. De uitwisseling van deze goederen en diensten leidt ertoe dat mensen activiteiten ontplooien op locaties die steeds verder van elkaar afliggen. Deze ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen hebben een steeds gevarieerder vervoerspatroon tot gevolg. Voor sommige activiteiten blijven mensen in Zoetermeer, voor andere wijken ze uit naar andere kernen. Buiten Zoetermeer zie je dezelfde patronen. Daardoor neemt de interactie tussen Zoetermeer en zijn omgeving steeds meer toe.
De waarde van de stad is een hefboom om een gezond financieel draagvlak te houden. Die waarde kan worden vergroot door het op peil houden van het aantal inwoners, bedrijven en voorzieningen in combinatie met het ontwikkelen en instandhouden van goede kwaliteit ervan. Het realiseren van deze ambitie heeft als bijkomend voordeel dat de gemeentelijke lasten voor de burger beheersbaar blijven.
Een maximale reistijd van 30 minuten naar de grote steden Bereikbaarheid in ieders belang
Dit proces is niet alleen op regionaal maar ook op nationaal niveau waar te nemen. Op deze constatering is het concept van de Deltametropool gebaseerd; regio’s raken steeds meer verknoopt met andere regio’s. Bij het ontwikkelen van wegen- en spoorwegnetten op landelijk niveau of op regionaal en lokaal niveau moet vooral ook naar de onderlinge koppeling worden gekeken. Dat geldt in gelijke
Zoetermeer streeft naar betrouwbare verbindingen met de grote steden, met een reistijd van niet meer dan 30 minuten. Dat is geen gemakkelijke opgave, gezien de sterk toegenomen verkeersdrukte. Het verkeer loopt in en bij Zoetermeer in de spits regelmatig vast. Door de verdere verstedelijking rond
22
2025 mate voor Zoetermeer: het gaat om de adequate verknoping van bestaande vervoersystemen met toekomstige, nog te ontwikkelen systemen.
Openbaar vervoer De regionale verknoping met openbaar vervoer kan een geweldige impuls krijgen wanneer de Oosterheemlijn wordt verlengd. Het koppelen van de verlengde Oosterheemlijn aan de Goudse lijn met een station op de kruising kan worden gezien als de eerste fase van de verbinding naar Rotterdam (ZORO). Dit station op de lijn Gouda – Den Haag bedient dan in drie windrichtingen de aansluiting met de regio. Bij de ontwikkeling van de Zoetermeerlijn (‘de krakeling’) is destijds vooral gelet op de ontsluiting van de toenmalige uitbreidingswijken. Inmiddels is Zoetermeer veel groter en wordt er met andere ogen naar deze lijn gekeken. Gezien vanuit de regio zijn deze railverbindingen gediend met het (gedeeltelijk) verwijderen van de huidige ‘lus’ in de Zoetermeerlijn2.
Zoetermeer kan de verbetering van zijn bereikbaarheid niet alleen bewerkstelligen, maar is daarvoor mede afhankelijk van de landelijke, provinciale en regionale overheid. De gemeente wil de betrokken instanties zo veel mogelijk overtuigen van ‘nut en noodzaak’ van betere verbindingen. Andere gemeenten van het stedennetwerk Deltametropool vallen Zoetermeer daarin bij. Ook vanuit de Vijfde Nota voor de Ruimtelijke Ordening vindt deze gedachte steun. De Vijfde Nota besteedt vrij uitvoerig aandacht aan de bereikbaarheid van randstedelijke centra. De regionale functies in de Randstad staan hoog op de agenda in het voorgenomen rijksbeleid. Belangrijke aspecten hierbij zijn eisen ten aanzien van reistijd, frequentie, betrouwbaarheid en comfort. In dat verband wordt ingezet op reistijdverkorting tussen de vijf internationale centra van de Randstad (Rotterdam, Den Haag, Schiphol, Amsterdam, Utrecht) en tussen een twintigtal belangrijke randstadcentra die het rijk tot ontwikkeling wil brengen en waartoe ook Zoetermeer behoort.
2
Bij de planvorming van Oosterheem en het bedrijventerrein Hoefweg moet rekening worden gehouden met het verlengen van de Oosterheemlijn. In relatie daarmee is de tracékeuze van de ZORO een integraal onderdeel van de verstedelijking in de Zuidvleugel van de Randstad (het gebied tussen Den Haag, Zoetermeer, Gouda en Rotterdam). Hierbij speelt de discussie over glastuinbouw een rol; het aanleggen van de ZORO brengt immers op termijn de keuze voor verstedelijking langs deze verbinding met zich mee en dat sluit invulling van het gebied met glastuinbouw uit.
Een verdere studie moet duidelijk maken hoe in de toekomst het lokaal openbaar vervoer geregeld wordt en welke functie de lus daarin eventueel kan vervullen. Vooralsnog blijft de lus de komende jaren gehandhaafd.
23
zoetermeer Zoetermeer – Den Haag
Centrum-West
Station Zoetermeer
Zoetermeer is eenzijdig gericht op Den Haag. – de sprinter vervult een functie op lokaal en op regionaal niveau, maar heeft een aantal nadelen: te langzaam op regionaal niveau (omrijfactor), te weinig haltes en te lage frequentie. Daarbij komt dat er een gebrekkige verknoping is tussen Sprinter (Centrum-West) en het nationale net (station Zoetermeer).
24
2025 Zoetermeer groeit
Centrum-West
Station Zoetermeer
Zoetermeer groeit en grote delen van de stad worden niet meer door de sprinter bediend. Aanvulling met bussen, radiaal gericht. Systemen rijden elkaar echter in de wielen, er is teveel aanbod voor een kleine markt. Functionele relatie met Rotterdam neemt toe maar wordt niet per spoor bediend. Noodzaak tot structurele aanpassing van het systeem dient zich aan.
25
zoetermeer Zoetermeer en de regio: Randstadrail
Voorweg Centrum-West
Station Zoetermeer
Introductie randstadrail 1e fase – Dienstregeling 1 alleen ‘linksom’, station Voorweg als dubbelstation: de lus van de Sprinter is opengebroken – Dienstregeling 2: de lijn naar Oosterheem – Dienstregeling 3: spitslijn tot aan Palenstein Met deze drie dienstregelingen wordt een hogere frequentie bereikt.
26
2025 Zoetermeer en de regio: ZORO en HSL
1
Centrum-West
3
HSL Station Zoetermeer
Knooppunt Zoetermeer-Oost
2
Een aantal ontwikkelingen is interessant: - Randstadrail 2e fase:
1 2
Verlenging Oosterheemlijn tot aan de A12
3
Reservering rail
ZORO langs HSL tracé
- Aanleg HSL - Introductie light rail op de Goudse lijn (Den Haag - Gouda) Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om het light railsysteem te verknopen met de sneltreindienst op het HSL-tracé. Een transferium biedt vervolgens een koppeling met de auto-infrastructuur.
27
zoetermeer Openbaar vervoer op orde
Centrum-West
Station Zoetermeer
Uitwisseling tussen de netwerken op orde. Radiaal lokaal systeem gericht op knopen en stadscentrum.
Aanvulling met specifieke vormen van collectief openbaar vervoer: - - - ➜ vervoer op maat vanuit de woonwijken - - - ➜ people-mover tussen de knopen (transportmiddel met zeer hoge frequentie voor korte afstanden).
28
2025 Zoetermeer bepleit een sneltreindienst op de HSL, met een stop ter hoogte van de kruising van de Oosterheemlijn met de A12. De vervoerskundige potentie van een OV-knooppunt aan de oostzijde van de stad met een verknoping van light rail, sneltrein op de HSL en de lijn Den Haag-Utrecht lijkt evident. Voor Zoetermeer en voor de regio is zo’n knooppunt een goede ontwikkeling die de bereikbaarheid in alle windrichtingen sterk verbetert. Hier ontstaan mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen, die de komende tijd verder in discussie zullen worden gebracht.
zoeken rechtvaardigen de verwachting dat de druk op het bestaande verkeerssysteem in de nabije toekomst zal leiden tot een verkeersinfarct: gedurende bepaalde perioden van de dag zijn de hoofdwegen in en naar de stad geblokkeerd door het vele verkeer. Grote delen van de stad zijn op die momenten onbereikbaar. De grootste knelpunten zijn: - de Australiëweg/Europaweg. De doorstroming zal aanzienlijk verslechteren; - de aansluitingen op de A12. De huidige problemen zullen nog groter worden. De gemeente doet onderzoek naar de aanleg van een stelsel van stedelijke hoofdwegen langs de A12 als bijdrage aan de oplossing voor de gesignaleerde knelpunten. Deze stedelijke hoofdwegen zijn een uitbreiding van het bestaande hoofdwegenstelsel. Dit idee, ‘de ladder’ wordt in het volgende hoofdstuk nader toegelicht.
Wegverbindingen Verbeteringen van provinciale- en autosnelwegen in de regio is een belangrijke voorwaarde voor de verdere ontwikkeling van Zoetermeer. Ook hier ligt primair de verantwoordelijkheid bij de hogere overheid. De verwachting is gerechtvaardigd dat zowel de A4 als de A12 zullen worden aangepakt. In afwachting van de besluitvorming over daadwerkelijke verbeteringen doet Zoetermeer van zijn kant alles wat mogelijk is om het bereikbaarheidsprobleem zo veel mogelijk te beperken. Infrastructurele maatregelen en mobiliteitsbeïnvloeding gaan daarbij hand in hand.
Voor de verbetering van het regionale wegennet staat het een en ander op stapel. De N209 vormt nu de verbinding met Rotterdam. De N470 zorgt straks voor een betere bereikbaarheid vanuit Delft en Rotterdam. Er is behoefte aan een rechtstreekse aansluiting op de Rotterdamse Ruit, het snelwegenstelsel rond Rotterdam. Voor de verbinding naar Leiden is redenerend vanuit de kwaliteit van het Groene Hart een nieuwe wegverbinding onhaalbaar, hoewel er een duidelijke
Op dit moment wordt het wegennet van en rond Zoetermeer al zwaar belast. Die belasting zal alleen maar toenemen. De resultaten van eerste onder-
29
zoetermeer behoefte bestaat aan zo’n verbinding. Andere mogelijkheden zoals het knippen van de Zwaardslootseweg en het westelijk dan wel oostelijk omleiden van het verkeer zijn onderzocht, maar bieden geen verbetering. Het handhaven van de bestaande situatie is dan de beste oplossing; het verkeer uit Rokkeveen rijdt nu al via de A12 en de A4 naar Leiden e.o. Het verkeer uit het noordelijke deel van Zoetermeer gebruikt veelal de N209 en de N11.
30
2025 Hoofdwegenstelsel, de H-structuur
Hoofdwegenstelsel gebaseerd op 4 woonwijken ten noorden van de A12. Gerichtheid op Den Haag. Gewenste aansluiting op het regionale systeem in alle windrichtingen komt niet tot stand, wel zijn er directe aansluitingen op recreatiegebieden. Wijk-wijk verbindingen lopen via het hoofdwegenstelsel.
31
zoetermeer Pentagoon
Groei van de stad (o.a. Noordhove en Rokkeveen) leidt tot meer mobiliteit. Er is een sterke oriëntatie op de A12, wat tot een extra aansluiting leidt. De ring (pentagoon) ontstaat door de zuidelijke uitbreiding van Rokkeveen. Door opstoppingen op de A12 loopt het interne systeem van Zoetermeer in de spits vast, omdat de buffercapaciteit te gering is. Hierdoor staan ook de wijk-wijk verbindingen onder druk. Maatregelen om de toevoer beter te regelen (routekeuzebeïnvloeding, dosering, ontvlechting e.d.) bieden bij deze structuur op langere termijn geen oplossing.
32
2025 Systeem onder druk
De wijk Oosterheem wordt gerealiseerd en het verkeerssysteem wordt beter aangesloten op de regio (N469, verlengde Australiëweg/Hoefweg, N206). Desondanks zullen in 2010 de knelpunten in omvang en aantal toenemen. De toegenomen mobiliteit en bedrijvigheid leggen nog meer druk op het systeem. Een betere verdeling van het verkeer, meer flexibiliteit en meer capaciteit voor een goede verkeersafwikkeling vereisen herijking van het systeem in zijn samenhang.
33
zoetermeer Een nieuw vervoersconcept
Nieuwe stedelijke hoofdwegen bufferen tussen de bestaande hoofdwegen en de A12 en verdelen het verkeer naar Zoetermeer. Huidige aansluitingen op de A12 zijn vervangen door nieuwe aan de west- en oostzijde van de stad. Er is ontvlechting bereikt tussen doorgaand verkeer en lokaal verkeer. Interne bereikbaarheid hersteld. Ring wordt uitgebreid naar een ladder: betere spreiding verkeer, meer flexibiliteit (routekeuze beïnvloeden).
34
2025
35
zoetermeer
36
2025 Versterken van de sociale structuur Meedoen aan maatschappelijke activiteiten
110.000 nieuwkomers aantrekken: voor de verjonging van de bevolking en het op peil houden van de beroepsbevolking.
Op sociaal gebied is de ambitie van Zoetermeer om een stad te zijn waarin iedereen zich thuis en veilig voelt, en waarin niemand aan de kant hoeft te staan. Dat betekent: een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving met passende huisvesting, goede (sociale) veiligheid, voldoende werkgelegenheid, goede recreatieve mogelijkheden, een bloeiende cultuur en goed functionerende voorzieningen.
Uitgangspunten In de samenleving van de 21ste eeuw worden de kwaliteitseisen steeds hoger. Dit leidt tot een grotere behoefte aan maatwerk en aan meer diversiteit. Sociale voorzieningen krijgen meer en meer te maken met eisen op gebied van vernieuwing, intensivering, differentiatie, flexibiliteit en verfijning. Om intensiever gebruik van bestaande voorzieningen mogelijk te maken, zullen op sommige momenten kwaliteitsinvesteringen noodzakelijk zijn.
Echte grote sociale problemen zoals die in de grote steden te vinden zijn, kent Zoetermeer op dit moment niet. Wel blijven bepaalde buurten qua leefbaarheid achter. De groepen die op een of andere wijze beperkingen ondervinden bij hun maatschappelijk functioneren hebben extra zorg nodig. Bij een groei van de Zoetermeerse bevolking neemt de omvang en de aard van sociale problemen naar verwachting wel toe, behorend bij een grotere stad.
Trendanalyses wijzen verder op een veranderend patroon in tijdsbesteding en ruimtelijk gedrag van mensen. Tevens ligt er de uitdaging om in de toekomst in te spelen op de toenemende multiculturele samenstelling van de bevolking en op de toename van risicogroepen. De maakbaarheid van de samenleving blijkt echter op grenzen te stuiten. De rol van overheden, instellingen, bedrijven en burgers zal veel meer bepaald gaan worden door de eisen van de netwerksamenleving. In de netwerksamenleving worden taken en verantwoordelijkheden verdeeld op basis van ieders rol in een bepaald netwerk. Hierdoor ontstaan nieuwe allianties en mogelijkheden.
Een hechte sociale structuur is van groot belang voor een stedelijke samenleving. Het is tegelijk een noodzakelijke voorwaarde voor het realiseren van de andere ambities. Zoetermeer vergroot met een sterke sociale structuur zijn aantrekkelijkheid zowel voor de huidige inwoners als voor nieuwkomers. Om de bevolking op het gewenste aantal van 130.000 te houden moet Zoetermeer tot 2025 meer dan
37
zoetermeer Veel voorzieningen en activiteiten op het gebied van de sociale infrastructuur zoeken elkaar als het ware op. Er ontstaan netwerken en processen waarin inhoudelijke functies aan elkaar worden gekoppeld. Dat vergroot het nut van deze voorzieningen, gezien vanuit de doelgroepen of hun effect, gezien vanuit de problemen. Op termijn leidt dit, voor zover dat nu al niet het geval is, tot samenballing van voorzieningen op stedelijke schaal en ook op wijk- en buurtniveau.
Op termijn kan schaalvergroting inhouden dat Zoetermeer op regionaal niveau een complementaire rol gaat spelen samen met gemeenten als Den Haag, Leiden en Delft. In de toekomst zal Zoetermeer meer dan nu huisvesting moeten kunnen bieden aan regionale instellingen. Daarnaast is er de ontwikkeling van de vraag naar maatwerk, kleinschalige aanpak en herkenbare hulp dicht bij huis. Met name voor die groepen burgers die voor hun dagelijkse bezigheden en zorg zijn aangewezen op de directe woon- en leefomgeving is maatwerk en kleinschaligheid van belang: de zorgzame wijk.
De overheid zal vaker optreden als de instantie die de kaders en de normen stelt. De overheid – en dus ook de gemeente Zoetermeer - zal inhoud moeten geven aan haar regierol vanuit haar verantwoordelijkheid voor het algemeen belang en het functioneren van de samenleving als geheel. Dit betekent enerzijds partijen stimuleren om hun eigen verantwoordelijkheid te nemen en anderzijds partijen aanspreken op onmaatschappelijk gedrag.
Aanbod aan basisvoorzieningen verder uitbouwen Zoetermeer kan nu al bogen op een goed en compleet aanbod aan basisvoorzieningen, dat op zijn minst gehandhaafd moet worden en zo mogelijk versterkt. Dat aanbod zal open staan voor alle groepen in de samenleving. Zeker voor mensen die meer dan anderen voor hun welzijn op die voorzieningen zijn aangewezen, zoals uitkeringsgerechtigden, gehandicapten, nieuwkomers en ouderen.
Ook in organisatorisch opzicht verandert er het een en ander. Je ziet steeds meer schaalvergroting optreden, vanuit overwegingen van efficiëntie en kostenbesparing. De trend tot schaalvergroting wordt verder versterkt door de noodzaak voorzieningen betaalbaar te houden door het aantal gebruikers te vergroten. Maar ook de groei in het gebruik van voorzieningen, doordat het aantal inwoners toeneemt, leidt tot schaalvergroting.
Door op buurt- en wijkniveau naar de voorzieningen te kijken, kun je ze laagdrempelig en bereikbaar houden. Scholen, kinderopvang, gezondheidscentra, club- en buurthuizen, als het bij elkaar zit en goed bereikbaar is, kan iedereen er gemakkelijk gebruik van maken.
38
2025 Voor bepaalde groepen wil Zoetermeer zich extra inspannen. • Zoetermeer vangt een deel van de lagere inkomensgroepen van Den Haag op. Gezien de landelijke ontwikkelingen en de gewenste sociale structuur hanteert de gemeente op dit moment een grens van maximaal 25% van de woningvoorraad voor deze doelgroep van het volkshuisvestingsbeleid. • Het groeiend aantal ouderen doet een groter beroep op de zorgvoorzieningen. Tegelijkertijd wil men zolang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Dit betekent meer aandacht voor het realiseren van op senioren afgestemde huisvesting en eigentijdse zorgvoorzieningen, gekoppeld aan een goed functionerende zorg op wijk- en buurtniveau. De gemeente anticipeert op deze ontwikkeling; de huidige leeftijdsopbouw van Zoetermeer brengt een sterke toename van het aantal ouderen met zich mee. • Om jongeren een goede start in Zoetermeer te kunnen bieden moet de gemeente ook zorgen voor woningen in het extra goedkope segment. • Daarnaast wil Zoetermeer meer mensen vasthouden en aantrekken uit het hogere en topkader. Het bieden van een passende woonomgeving is hiervoor een belangrijke voorwaarde. Binnen de gemeente zijn hiervoor nog maar zeer beperkte mogelijkheden.
Zoetermeer heeft de eigen bewoners en die uit de regio dus veel te bieden, maar het voorzieningenniveau kan en moet verder omhoog, passend bij het stedelijk karakter en de regionale functie van Zoetermeer. Dat betekent: • meer activiteiten in de educatieve sfeer (onderwijsen onderzoeksinstituten met een regionale uitstraling, HBO). • uitbouw van het aanbod aan ‘leisure’ (grootschalige, commerciële vrijetijdsvoorzieningen met een brede publieke uitstraling voor stad en regio). • versterking in de zorgsfeer (activiteiten die de kwaliteit van het aanbod van zorgvoorzieningen voor stad en regio op een hoger plan kunnen brengen, o.a. in het Zorghart). De wijken Zoetermeer is een nog jonge stad. Toch wordt ook hier al volop nagedacht over en gewerkt aan herontwikkeling van (delen van) wijken. Investeren in herontwikkeling is noodzakelijk om bij de tijd te blijven. Daarbij gaat het om de juiste balans te vinden tussen het handhaven van het karakter van de bestaande wijken en duurzame transformaties. De uitdaging is om een woonomgeving te creëren waar ook in 2025 de bewoners enthousiast over zijn en graag willen (blijven) wonen. Dit betekent een goede verhouding tussen het aantal en het soort woningen en hun betaalbaarheid, de beschikbare openbare ruimte en de veiligheid van de omgeving.
39
zoetermeer Dit is alleen te realiseren als in een open planproces wordt samengewerkt met alle betrokken partijen en bewoners.
Versterken van de stedelijke cultuur Een stad om van te houden Een van de ambities van Zoetermeer is om (na Rotterdam en Den Haag) uit te groeien tot één van de belangrijkste centrumgemeenten in ZuidHolland. Dit betekent aan de ene kant op zoek gaan naar kansrijke aanvullingen op het bestaande voorzieningenniveau, maar vereist daarnaast een versterking van de stedelijke cultuur.
Er is steeds meer strijd om het gebruik van de openbare ruimte. Sommige groepen claimen bepaalde delen van deze ruimte waardoor deze voor andere groepen niet of minder toegankelijk worden: hangplekken, graffiti, terrassen, poepveldjes etc. Aan de andere kant is de openbare ruimte bij uitstek de plek waar sociaal verkeer plaatsvindt, ook voor groepen als ouderen, gehandicapten en kinderen. Zoetermeer zal beleid ontwikkelen om de openbare ruimte beter toegankelijk te maken voor echt openbaar gebruik.
Een herkenbare culturele identiteit versterkt de binding van burgers en bedrijven met hun stad en draagt bij aan hun worteling in de stad. Zoetermeerders moeten trots zijn op hun stad, ze moeten haar ambassadeurs willen zijn.
De directe woonomgeving blijft de basis voor alle dagelijkse behoeften zoals veiligheid, zorg, educatie, recreatie. Dit vertaalt zich in een basispakket van voorzieningen in de wijk. In de wijken kunnen zogeheten maatschappelijke marktplaatsen (mama’s) ontstaan, die ruimte bieden aan (een combinatie van) ontmoeting, handel en verpozing. Het zijn voorbeelden van samenwerking tussen de overheid, bewoners- en gebruikersgroepen en grote investeerders zoals de detailhandel en woningbouwcorporaties, die gebruik maken van elkaars positie en van elkaars kennis van de wijk en zijn bewoners.
Net als veel andere groeisteden kampt Zoetermeer op dit moment met een schrale ‘culturele identiteit’. Om deze te verbeteren legt Zoetermeer de nadruk op de ontwikkeling van een eigen stedelijke cultuur in de brede betekenis van het woord. De ingrediënten daarvoor zijn: toegankelijke voorzieningen en activiteiten, sociale binding en actief burgerschap en een leefbare, veilige stad. Het is verder belangrijk dat Zoetermeer een klimaat schept waarin ruimte bestaat voor aansprekende initiatieven in de sfeer van ‘leisure’ en vrijetijdsbesteding, zoals bij evenementen.
40
2025
41
zoetermeer Belangrijk voor Zoetermeer is echter dat vooral voorzieningen en activiteiten die kunnen gelden als de ‘onderbouw’ van de stedelijke cultuur bevorderd moeten worden: gezelligheid, ontmoeting, ontspanning en recreatie, ter bevordering van samenhang en saamhorigheid. Daarbij is het van bijzonder belang dat groepen die zijn aangewezen op hun onmiddellijke woonomgeving daar ook in cultureel opzicht aan hun trekken komen.
regionale en zelfs landelijke functies verder uit te breiden in het licht van de groei van Zoetermeer als centrumstad met een verzorgingsgebied van meer dan 150.000 consumenten. Door aan te sluiten op bestaande thematiseringen van gebieden ontstaan herkenbare knooppunten van stedelijke cultuur en wordt versnippering voorkomen. Zo liggen de attracties met een bovengemeentelijk karakter als Snowworld en de nieuwe Prins Willem Alexander hal langs de stedelijke as Amerikaweg-Europaweg-Australiëweg. Het Stadshart, de Dorpsstraat en de verbinding daartussen kan een invulling krijgen als flaneer- en uitgaanszone. Juist in deze omgeving kunnen kunst en cultuur een meer prominente rol gaan spelen. Het stimuleren van de vestiging van nieuwe horeca wordt onder de loep genomen.
Zoetermeer hecht ook aan het versterken van de culturele diversiteit. Naast zorg voor bijzondere historische plekken in Zoetermeer moeten er nieuwe monumenten komen voor de toekomst om zo verleden, heden en toekomst met elkaar te verbinden. Daarnaast is het behoud en versterken van de historische kern en een grotere zorg voor de naoorlogse stedenbouw in Zoetermeer van groot belang.
De toenemende veelkleurigheid van de toekomstige Zoetermeerse samenleving zou veel meer gezicht kunnen krijgen. En in vergelijking met andere middelgrote steden heeft Zoetermeer een relatief jonge bevolkingsopbouw. Deze relatief ‘jonge’ uitstraling blijft de komende 25 jaar bestaan. Maar naast de jongeren is er een toenemende groep vitale ouderen. Die vitaliteit moet herkenbaar vertaald worden naar een stedelijke cultuur die Zoetermeer kleur geeft en tegelijk haar jeugdig karakter intact laat.
Zoetermeer beschikt inmiddels over diverse stedelijke voorzieningen met een regionale en zelfs landelijke uitstraling zoals het ziekenhuis, het Stadshart, het Stadstheater, Snow World, de Prins Willem Alexander hal (schaatsen), Dekker, de Boerderij, Locomotion, het Centrum Kunst & Cultuur , het Noord Aa gebied etc. De in Zoetermeer aanwezige beeldbepalende instellingen op het terrein van stedelijke cultuur zien bovendien mogelijkheden hun huidige stedelijke,
42
2025 en bouwtijd tezamen van vijf jaar. Dit probleem speelt dus al sinds 1999.
Ruimte voor ambities De aangegeven ambities zijn inderdaad ambitieus, maar niet onhaalbaar. Ze hebben alle gevolgen voor de ruimte en de manier waarop Zoetermeer daar mee om kan gaan. Een aantal deadlines komt snel dichterbij.
• 2010: kantoren 37 ha De kantoorruimte die tot 2010 gepland is volgens het ‘Kantoren Programma Haaglanden’, is geheel binnen de gemeentegrenzen te realiseren. De groei van de kantoorwerkgelegenheid gaat echter zo snel dat de ruimte voor kantoren binnen de huidige gemeentegrenzen in 2015 waarschijnlijk op is. Ook voor kantoren moet worden uitgegaan van een voorbereidings- en bouwtijd van vijf jaar. Voor 2010 moet er dus ten aanzien van de kantoorlocaties iets geregeld zijn.
• 2004: woningen 510 ha Rekening houdend met intensivering en herstructurering en het voltooien van Oosterheem in 2009 is er nog ruim 500 ha aan nieuwe woningbouw nodig om het inwonertal op 130.000 vast te houden. Daar er gemiddeld 5 jaar nodig is voor de voorbereiding en de bouw tezamen, moet in 2004 duidelijk zijn waar gebouwd kan worden. Dat bepaalt Zoetermeer niet alleen, maar waar nodig in samenwerking met anderen.
Waar vindt Zoetermeer ruimte? In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat de woonwijken in Zoetermeer vanaf het begin van zijn bestaan als groeikern planmatig zijn opgezet en daardoor zo efficiënt mogelijk zijn ingedeeld. Verdere verdichting binnen die woonwijken leidt al snel tot verlies aan kwaliteit. Uitgangspunt is echter dat de huidige kwaliteit, met name de gebruiks- en belevingswaarde en het groene karakter van Zoetermeer gewaarborgd moet blijven.
• 1999: bedrijven 144 ha Voor bedrijven is tot 2010 volgens het ‘Locatiebeleid Haaglanden’ 25 ha gepland. Binnen de huidige gemeentegrenzen kan nog 17 ha worden uitgegeven. Dat is minder dan de gebruikelijke ‘ijzeren voorraad’ die gelijk is aan vier maal de jaarlijkse uitgifte. De groei van de werkgelegenheid in bedrijven gaat zo snel dat de ruimte voor bedrijven binnen de huidige gemeentegrenzen in 2004 waarschijnlijk op is. Ook voor bedrijven moet worden uitgegaan van een voorbereidings-
Mogelijkheden tot verdichting zijn feitelijk alleen aanwezig langs de bestaande hoofdinfrastructuur. Gezien de ligging en de ruimtelijke mogelijkheden zal bij verdichting in die gebieden het accent waar-
43
zoetermeer schijnlijk liggen op werkgelegenheid en op voorzieningen en in iets mindere mate op woningen. Een belangrijke conclusie op dit moment is dan ook dat Zoetermeer voor het verwezenlijken van zijn ambities ruimte nodig heeft, die het niet binnen zijn eigen grenzen kan vinden. Afgerond gaat het om 700 ha 3.
3
Daarbij is geen rekening gehouden met mogelijke taakstellingen vanuit de 5e nota Ruimtelijke Ordening
44
2025
45
zoetermeer Structuur voor de stad: het ladderconcept Nog eens kijken naar de stad In dit hoofdstuk wordt Zoetermeer nogmaals ‘de maat genomen’ maar nu met het oog op de gewenste ruimtelijke structuur voor de toekomst. Werd in het verleden de ontwikkeling van Zoetermeer gestuurd op grond van het concept van ‘de zelfvoorzienende wijken in het klaverblad aan de Zoetermeerlijn’, voor de komende periode past dat concept niet meer. In feite is dat concept met Noordhove en Rokkeveen al verlaten. Het gaat voor de komende decennia om ruimtelijke dragers die sterk genoeg zijn om de ontwikkeling van de stad te kunnen ondersteunen. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten. • Zoetermeer is onderdeel van de Haagse en Rotterdamse regio’s en het stedennetwerk Deltametropool. De ontwikkeling van stad en regio moeten vanuit die context bekeken worden. • Soepel verkeer van personen en goederen is van vitaal belang. De stad moet toegankelijk zijn en dat geldt ook voor de regio. Infrastructuur bepaalt de mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen, zoals voor woningbouw, bedrijfs- en kantorenlocaties. • Uitgangspunt is dat de kwaliteiten van de bestaande stad zoveel mogelijk worden gebruikt. De kunst is om bestaande en waardevolle
46
structuren in te zetten voor een nieuw ruimtelijk concept: kleine ingrepen met een groot effect. • Oplossingen lossen niet alleen knelpunten op, maar creëren vaak ook nieuwe kansen. Je moet dus vanuit de kansen naar de knelpunten kijken. Gegeven de ambities van Zoetermeer en de beperkte ruimte om die te verwezenlijken, doet zich de vraag voor hoe en waar Zoetermeer zich de komende tijd zal ontwikkelen. Daarbij zijn enkele constateringen van belang. • Zoetermeer heeft ruimte nodig om zich verder in de gewenste richting te kunnen ontwikkelen. Binnen de eigen gemeentegrenzen is die ruimte maar beperkt beschikbaar. Aan de noord- en westkant van de stad bevindt zich een waardevolle groene buffer. Die kant kan en wil Zoetermeer dus niet op. Bovendien vindt verstedelijking altijd plaats op basis van de noodzakelijke infrastructuur, die al aanwezig is of die in ontwikkeling is. Objectief gezien zijn de mogelijkheden voor ontwikkeling dus beperkt tot de zuid- en oostkant van de stad.
2025 Verstedelijkingsrichting
Alphen a/d Rijn
Bentwoud
ZORO Rottezoom
Herstructurering in de stad levert wel veel kwaliteit op maar nauwelijks extra woningen. Verstedelijking aan de noord- of westzijde zou ten koste gaan van de waardevolle groengebieden. Aan de zuidzijde zijn wel mogelijkheden maar dan gekoppeld aan nieuwe infrastructuur (ZORO) en aan de aanwezige landschappelijke opbouw. Bij verstedelijking aan de oostzijde kan met lage dichtheden aansluiting met het Bentwoud en de Rottezoom worden gezocht.
47
zoetermeer • De behoefte aan ruimte voor de ontwikkeling van Zoetermeer moet op regionaal niveau worden bekeken. Zoetermeer heeft een essentiële positie in het stedennetwerk Haaglanden en in de Deltametropool. De kernen in het stedennetwerk hoeven niet ‘compleet’ te zijn. Ze moeten elkaar nuttig en logisch aanvullen zodat er kwaliteit in het hele gebied kan ontstaan waarvan alle inwoners kunnen profiteren. Dat vereist een integrale aanpak van de vervoerssystemen en een effectieve verknoping. Het is dus tijd voor een nieuw vervoersconcept, dat past bij de gewenste ontwikkelingsrichting.
tekenen zich al snel de contouren af van een nieuwe ruimtelijke structuur: de ladder, die gevormd wordt door de stedelijke hoofdwegen langs de A12 als één van de ‘bomen’, met de as Amerikaweg/Europaweg/Australiëweg als de andere boom en daartussen verbindende ‘sporten’. In de visie van het Masterplan wordt de stad anders ‘gericht’, namelijk met de voorkant naar de A12. Op de langere termijn speelt zelfs de optie om de A12 op een aantal plaatsen te overbouwen. Zonering In de komende 25 jaar zal Zoetermeer, als gevolg van het vertrekken van inwoners uit Zoetermeer (of vanwege overlijden), meer dan 100.000 nieuwe inwoners moeten aantrekken. Al die mensen moeten ‘verleid’ worden om voor Zoetermeer te kiezen, terwijl er in de omgeving juist meer concurrerende woonmilieus bij komen. De ladderstructuur verdeelt Zoetermeer als het ware in een aantal herkenbare zones: het gebied tussen de bomen en dat daarbuiten en de plekken rond de sporten, de bomen en hun verknoping.
• Een diversiteit aan stedelijke milieus is nodig om een aantrekkelijke stad te zijn voor de huidige bewoners en voor mensen uit de regio. Zoetermeer heeft die diversiteit al in huis, vanwege zijn ligging in het Groene Hart en het groene netwerk van ‘uitlopers’ in de wijken. Een belangrijke voorwaarde daarbij is een hoog niveau aan stedelijke voorzieningen. Daarnaast is een veel ruimer aanbod nodig van woningen in de zeer luxe en in de extra goedkope categorie.
Zoetermeer ziet het gebied tussen de sporten van de ladder als het stedelijke kerngebied. Vanwege de grote ruimtelijke diversiteit en de aanwezigheid van uiteenlopende functies is de stedelijke kernzone een veelkleurig en fijnmazig gebied. Het ontleent zijn aantrekkelijkheid aan de mix van wonen, werken,
Daarmee is de ontwikkeling van Zoetermeer ook een ruimtelijke opgave geworden en is het de uitdaging om daarbij een passend ontwikkelingsconcept te bedenken. Vanuit de infrastructuur gezien,
48
2025 Om in de komende jaren voor de Zoetermeerse burgers nieuwe woonomgevingen te kunnen blijven aanbieden, zal de vernieuwing van de bestaande stad een steeds belangrijker opgave worden. In het kader van die verbeteringsslag moeten de kansen om de gewenste kwaliteit en differentiatie van woonmilieus te bereiken, benut worden.
voorzieningen en recreëren in een interessante ruimtelijke setting. • In de kernzone zijn de bijzondere stedelijke locaties (Stadshart, Dorpsstraat, de parken) te vinden, die functioneren als de ontmoetingsplekken voor inwoners van Zoetermeer en voor bezoekers. • De variatie aan woonvormen in de stedelijke kernzone is veel groter dan in de andere delen van Zoetermeer. Oud en nieuw, hoog en laag, standaard en bijzonder, het is er allemaal te vinden. Daarmee is de kernzone bij uitstek geschikt voor bijzondere stedelijke ontwikkelingen. • De bereikbaarheid van de stedelijke kernzone is zeer goed, zowel voor de auto als voor het openbaar vervoer, vanuit de regio en vanuit de grote steden.
Extra aandacht verdienen de bomen, de sporten en hun knooppunten. Er tekenen zich al snel een paar accenten af in functies: rond de noordelijke boom zijn dat voorzieningen, cultuur en vrije tijd. Rond de zuidelijke boom ligt het accent op economische bedrijvigheid in al zijn facetten, regionaal en nationaal gericht. De sporten en knooppunten krijgen eveneens een eigen karakter.
Het gebied buiten de ladder is de zone met de aantrekkelijke woonmilieus tussen het groen en in de nabijheid van stedelijke voorzieningen. Een grote differentiatie aan ‘woonmilieus’ is daarvoor een voorwaarde. De stad met zijn levendigheid en vertier is daarbij een meerwaarde. Doel is ook het verbeteren van het woonperspectief voor de Zoetermeerder zelf. Het is altijd moeilijk geweest om een wooncarrière in Zoetermeer te beginnen. Zoetermeer had nu eenmaal geen voorraad aan kleinschalige en goedkope woningen of een ruime keuze voor kamerbewoners. Differentiatie moet daarin voorzien.
49
zoetermeer Ontdekking van de ladder
Het ladderconcept is een ruimtelijke structuur die de stad houvast biedt voor de organisatie van de bereikbaarheid, een heldere zonering, de relatie met en verankering in de regio en de overgang tussen stad en land.
50
2025 De ladder is een vervoersconcept
Auto
Spoor
De ladder is de drager voor een nieuw vervoersconcept waarbij drie leidende principes een rol spelen: - ontvlechten: lokaal en doorgaand verkeer kan van elkaar worden gescheiden. - verdelen: meer flexibiliteit (routekeuze) en een betere spreiding van verkeer wordt mogelijk. - verknoping: openbaar vervoersystemen kunnen onderling en met autoverkeersystemen worden verbonden.
51
zoetermeer Ruimtelijke dragers
De knopen, de bomen en de sporten zijn de ruimtelijke dragers van de ladder. Zij zijn als het ware de magneten die het stedelijk programma verankeren. Door ook een herkenbare ruimtelijke kwaliteit toe te kennen worden het beeldbepalende elementen in de stad.
52
2025 Ladder definieert stedelijke kernzone
Kernzone
De stedelijke kernzone wordt vanaf twee kanten uitstekend ontsloten. Zowel over de weg als met het openbaar vervoer. Hierdoor ontstaat een gebied dat een grote diversiteit toelaat en waarin de ruimte intensief gebruikt kan worden. Bij uitstek dus een gebied voor vernieuwende stedelijke programma’s.
53
zoetermeer Rustig wonen aan weerszijden van de ladder
Het groene Hart
Rustig wonen
Rustig wonen
Groene franje
De woonmilieus aan de buitenkant van de ladder combineren wonen tussen het groen met de directe nabijheid van stedelijke voorzieningen. De grote landelijke landschappelijke elementen (water en groen) bieden kansen voor een grote differentiatie aan woonmilieus.
54
2025 Rijgdraad van regionale betekenis: de voorzieningen-as
Auto
Spoor
De noordelijke boom van de ladder is aanleiding het al aanwezige stedelijke programma op te waarderen met accent op voorzieningen, cultuur en vrije tijd. Door de uitstekende bereikbaarheid wint dat programma aan regionale betekenis. Dit is tevens aanleiding de voorzieningen-as te verlengen naar het oosten en het westen.
55
zoetermeer Elastiek van de snelweg: de economische-as
Auto
Spoor
Langs de zuidelijke boom van de ladder ligt het accent op een economisch programma met regionale en nationale betekenis met een uitstekende bereikbaarheid op alle fronten. De nieuwe stedelijke hoofdwegen worden “uitgebogen” om meer programma te kunnen bedienen. Ze worden ingericht als groene boulevards die aansprekende beeldbepalers zijn voor Zoetermeer.
56
2025 Arriveren in het centrum
Auto
Stadshart
Spoor
In het centrum is ruimte voor een gevarieerde mix van functies in een zeer hoge dichtheid. Het publieke domein wordt vanaf het Stadshart langs de stedelijke boulevard verlengd tot aan de A12. Tussen de knopen ontstaat de mogelijkheid voor een aanvullend transportsysteem (people-mover) dat tevens twee stations met elkaar verbindt.
57
zoetermeer Zoetermeer als onderdeel van de regio: Landschap
LEIDEN
Veenweide
Droogmakerijen
DEN HAAG
ZOETERMEER
Bentwoud
Landscheiding
Delft
Gouda
Rotte
Groenblauwe slinger
ROTTERDAM De voorzieningen-as loopt van de Noordzee tot aan de Gouwe en is daardoor op regionaal niveau een drager voor recreatieve- en toeristische functies. De as ondersteunt aan de noordzijde de gelaagdheid van het landschap door de toegankelijkheid te regelen.
58
2025 Zoetermeer als onderdeel van de regio: economie & infrastructuur
LEIDEN
Universiteit
Alphen a/d Rijn
Wassenaar Voorschoten Zoeterwoude
ZOETERMEER
DEN HAAG
Hazerswoude
HSL
Leidschendam
Benthuizen
Bestuur
Waddinxveen Nootdorp
ICT, dienstverlening kennis ZORO
N209
Pijnacker Bleiswijk
Gouda Zevenhuizen
DELFT
Berkel en Rodenrijs
TU Delft
Bergschenhoek
ROTTERDAM Handel
Universiteit
De introductie van light rail op de Goudse lijn, ZORO en de verknoping met een sneltreindienst op de HSL schept condities voor een intensief stedelijk programma op randstedelijk niveau. Concreet gaat het om de knooppunten langs de A12. Die liggen op het scharnierpunt van twee functionele stedelijke regio’s (Den Haag, Rotterdam). Hier liggen kansen voor thematisering: kennis, ICT, dienstverlening, toerisme en recreatie. De voorzieningen-as loopt van de Noordzee tot aan de Gouwe en is daardoor op regionaal niveau een drager voor recreatieve- en toeristische functies.
59
zoetermeer Zoetermeer als onderdeel van de regio: woonmilieus
LEIDEN Alphen a/d Rijn
Wassenaar Voorschoten Zoeterwoude Vogelwijk
Hazerswoude
Leidschendam
ZOETERMEER
Benthuizen
DEN HAAG
Waddinxveen
Nootdorp Moerkapelle Rottehout Rokkeveen 2
Gouda
Pijnacker Bleiswijk
Zevenhuizen
Berkel en Rodenrijs Bergschenhoek
Hillegersberg
ROTTERDAM Centrum. A12, Stadshart: Metropolitane woon- en werkmilieus met uitstekende bereikbaarheid. Wonen in lage dichtheid
Rottehout: wonen in het landschap
Kwalitatief hoogwaardig suburbaan wonen
Rokkeveen 2: Suburbaan wonen aan het landschap
Kwaliteitsslag in bestaande wijken met het landschap en de topografie als inspiratie
60
2025
61
zoetermeer Legenda van de stad: het programma voor de toekomst Een keur aan mogelijkheden Het ladderconcept biedt tal van handreikingen voor een kwalitatief hoogwaardige en rijk gevarieerde invulling van de ruimte. Daarbij kan worden ingespeeld op actuele thema’s die voor stedelijke ontwikkeling van belang zijn.
prima netwerk van fietspaden en een zeer hoog aandeel van de fiets in de mobiliteit4 is iets om te koesteren. Dat betekent aandacht voor de kruisingen van fietsroutes met de hoofdinfrastructuur (kwaliteit van de route, veiligheid) en voor het recreatieve gebruik van de fiets.
Duurzame en complete stad Een duurzame stad is een stad waar je je leven lang wilt wonen. Dat heeft te maken met aantrekkelijkheid van de leefomgeving: de aanwezigheid en bereikbaarheid van groen en water, kwaliteit in woningen, voorzieningen, quality of life. Een duurzame stad biedt elk wat wils, sluit aan op de behoeften van zijn bewoners en vormt een podium waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, waar cultuur wordt gemaakt, waar wordt uitgegaan. Aantrekkelijkheid heeft ook te maken met goede stedenbouw, architectuur en het onderhoud.
Door op strategische plaatsen functies weg te halen of juist toe te voegen kan de leefomgeving veelzijdiger en dus aantrekkelijker worden gemaakt. Natuurlijk is het zo dat niet alle functies zich goed met elkaar laten combineren; functiemenging hoeft niet per sé voor elk gebied te worden doorgevoerd. Dat onderstreept nog maar eens hoe belangrijk het is goed naar de verschillende zones te kijken, naar hun onderlinge relatie en naar de verbindingen ertussen. Voor elk wat wils betekent ook: een rijkgeschakeerd palet aan woningen en woonmilieus van extra goedkope woningen voor jongeren tot aan het exclusieve wonen in het landschap.
Veel moderne woonwijken hebben puur een woonbestemming en soms een al te eenzijdig woningaanbod. Leefbaarheid, gezelligheid, veiligheid, een schoon en zorgvuldig ruimtegebruik zijn echter niet gediend met een al te strikte scheiding tussen verschillende functies als wonen, werken, recreëren. De compacte stad die Zoetermeer nu is, met een
Zoetermeer is ‘opgegroeid in de tijd’. Een stad die op geen ander plekje past, met een eigen structuur en identiteit. Een stad met een eigen positie ten opzichte van de grote steden Den Haag en Rotterdam. Met volop ruimte om dicht bij de stad 4
62
52% van het woon-werkverkeer in de stad gebeurt met de fiets.
2025 te kunnen genieten van de natuur, de rust en de ruimte. Zoetermeer ligt midden in een uniek landschap; is verankerd in oude patronen van weteringen en polders. Belangrijke historisch-landschappelijke elementen zijn opgenomen in de stad: de oude dorpskern met de weteringen, het stelsel van dijken en waterlopen en de Zoetermeerse Meerpolder. De weteringen lopen in de richting noord-zuid en oostwest en komen in de vorm van een kruis samen in de oude dorpskern. Ze vormen daarmee een onlosmakelijk onderdeel van de structuur van de stad. Deze groen- en waterstructuur verbindt de stad met het omringende landelijk gebied. Aan de rand van de stad liggen uitgestrekte recreatiegebieden als overgang naar het omliggende landschap.
Uitgangspunt van het ruimtelijke ordeningsbeleid is dat de kwaliteit van het landschap en van recreatievoorzieningen rond stedelijke gebieden gelijke tred moet houden met de ontwikkelingen in de steden. Hiervoor is het nodig om de toegankelijkheid en bruikbaarheid van het landelijk gebied te vergroten. Regionale parken in een stedelijk netwerk zijn van grote betekenis voor de dagelijkse recreatieve en sportieve behoeften; voor het kunnen genieten van cultuurhistorie en de natuur. De regionale parken vormen de schakel tussen de stedelijke groengebieden en het Groene Hart. Als ze met elkaar verbonden zijn, ontstaat een aaneengesloten parkstructuur van grootschalige groene en blauwe gebieden buiten de stad en groene structuren binnen de stad.
De aanwezigheid van veel groen verhoogt de kwaliteit van een stad. Hoe intensiever de stedelijke ruimte wordt ingericht, des te duidelijker de plaats en de vorm van groene functies moeten worden vastgelegd. Het groen maakt een stad compleet en is daarom net zo belangrijk als winkels en andere voorzieningen. Een zorgvuldige inrichting en menging van functies vergroot daarbij de gebruiks- en belevingswaarde van groengebieden. Als die groengebieden goed zichtbaar zijn en voldoende omvang hebben, geven ze omwonenden het gevoel in een park te wonen.
Een actueel thema is de strijd tegen het water. In plaats van je tegen het water te keren lijkt het slimmer om mee te bewegen. Water moet daarom meer ruimte krijgen, ook in de stad. Per saldo hoeft dat weinig ruimte te kosten, want het water legt geen uniek beslag op de ruimte. Sterker zelfs: het komt de ruimtelijke kwaliteit van de stad ten goede. Water brengt de stad tot leven. Water heeft een belangrijke recreatieve waarde: je kunt er langs wandelen, je kunt erin vissen of zwemmen. Zo bezien kost water weinig extra ruimte. Zolang het schoon en goed onderhouden is, trekt het mensen en stedelijke activiteiten aan.
63
zoetermeer De ruimtelijke kwaliteit van een bedrijventerrein kan ook worden verbeterd. Nog te vaak wordt kwaliteit hierbij vertaald in glimmende bedrijfspanden met een groot stuk gras eromheen: ieder pand met een eigen identiteit en met flink wat reserveruimte voor eventuele groei. Zowel individuele bedrijven als gemeenten kunnen nog heel wat ruimtewinst halen. Door intensivering, door collectieve voorzieningen te introduceren, of door menging met andere functies. Werkplekflexibilisering levert ook ruimtewinst op: per werknemer worden minder vierkante meters in beslag genomen en er vindt meer economische activiteit per hectare plaats. Naast typisch bouwkundige oplossingen dragen organisatorische maatregelen eveneens bij aan een beter gebruik van collectieve voorzieningen, zoals vergaderruimten, bedrijfsrestaurants, parkeergarages.
Knooppunten in de infrastructuur worden gebruikt als basis voor nieuwe ontwikkelingen; het zijn bij uitstek de punten waar mensen en goederen ‘overstappen’ en waar vervolgens verblijfsplaatsen ontstaan, om te werken en te wonen. Het is van cruciaal belang om goed te kijken naar de functie die knopen moeten hebben en hoe ze in de praktijk functioneren ten opzichte van elkaar.
Stedelijkheid in de netwerkstad Aangezien het ontstaan van nieuwe knooppunten een gegeven is, doet zich de vraag voor tot hoever men kan gaan met het stimuleren van bouwen op nieuwe knooppunten, voordat dit ten koste gaat van de bestaande centra. Stedelijkheid is in de visie van het Masterplan niet langer gebonden aan het (historische) centrum. De kansen die door de ontwikkeling van nieuwe knooppunten ontstaan, moeten worden benut.
Stedelijke functies vestigen zich over grotere afstanden, in vele combinaties en richten zich op een grote verscheidenheid aan plekken. De keuze voor een vestigingsplaats is steeds minder afhankelijk van de geografische nabijheid van de stad. De keuze voor de stad krijgt meer een cultureel karakter. Met name de ‘immateriële’ kwaliteiten van de stad in termen van sociale relaties, kennisuitwisseling, allure en sfeer leiden tot hernieuwde culturele bindingen.
Knooppunten moeten een betekenisvolle en herkenbare invulling krijgen. De kwaliteit van een knoop wordt in sterke mate bepaald door activiteiten die op het publiek gericht zijn en die een brede betekenis hebben voor de omgeving. De kwaliteit van de infrastructuur en de kwaliteit van het knooppunt kunnen elkaar wederzijds versterken. Daardoor krijgt een knoop een herkenbare identiteit in het netwerk.
64
2025 wijkontwikkeling Dorp). Deze opgave gaat daarom verder dan alleen de infrastructurele ingreep; hij is onderdeel van een integrale visie op de hele zone langs de A12.
Het ladderconcept wijst voor Zoetermeer de knopen aan en bepaalt tot op zekere hoogte ook de aard van de ontwikkelingen die op die knooppunten plaats kunnen vinden. Perspectiefrijke plaatsen zijn: - de omgeving van het stadshart (centrumgebied) - rond het station Zoetermeer aan de lijn Den Haag – Gouda (economische zone) - knooppunt Zoetermeer-oost (transferium) - diverse knooppunten aan de noordelijke boom (toerisme, leisure, recreatie). Een punt van aandacht bij het ontwikkelen van de knooppunten en de ladderstructuur is de continuïteit van het stedelijk weefsel. Routes voor langzaam verkeer die de stedelijke hoofdwegen kruisen worden veelal als onveilig ervaren. Door langs de sporten en bomen van de ladder meer bebouwing te stimuleren, wordt een sociaal veilige verbinding tussen de wijken vooral voor het langzaam verkeer bevorderd. Woningen of voorzieningen ter plaatse van deze dwarsverbindingen zorgen voor meer levendigheid en ‘ogen op straat’. De vormgeving en inpassing van de noordelijke Stedelijke hoofdweg langs de A12 is nog een belangrijke opgave. Er zal rekening worden gehouden met de omgeving (bijvoorbeeld bestaande groengebieden, geluidhinder, barrièrewerking,
65
zoetermeer Rondom de ladder
13 13 1
3
4
1 10 2
1
5
13
6 11 8
13
7 7
6
9 11
12
66
2025 Centrum, nieuwe centrum-stedelijke gebieden 1 Stadshart, Dorpsstraat, Dobbe 2 Boerhaavelaan/Afrikaweg 3 Rand Buytenwegh 4 Noordrand Palenstein 5 Van Leeuwenhoeklaan Economische as 6 Groene boulevards 7 Langs de A12 8 Knooppunt station Zoetermeer 9 Knooppunt Zoetermeer-oost (transferium) Zone Oostweg 10 Bedrijventerreinen noord 11 Oostweg 12 Research&development campus Voorzieningen-as 13 Kralensnoer van stedelijke voorzieningen met accent op toerisme, leisure en recreatie Centrum, nieuwe centrum-stedelijke gebieden Gebieden waar de dynamiek zich concentreert, goed bereikbaar en een concentratie van bijzondere functies. Een mix van culturele en economische functies. Nieuwe woonvormen in hoge dichtheid. Het gaat hier om de ontwikkeling van complexe stedelijke gebieden waarvoor een ruimtelijk raamwerk met een flexibele invulling vereist is. Functiemenging niet alleen binnen het gebied maar ook op kavel- en gebouwniveau.
67
zoetermeer 1
2
3
4
5
Stadshart, Dorpsstraat, Dobbe Versterking van de winkelfunctie en voor de Dorpsstraat accent op speciaalzaken. Het gebied krijgt steeds meer een leisure- en recreatieve functie met accent op culturele en publieksfuncties. Voor nieuwe ontwikkelingen in de detailhandel en de behoefte aan nieuwe centrum-stedelijke woonvormen is de ruimte in dit gebied beperkt. Dit betekent noodzakelijkerwijs een uitbreiding van het centrumgebied. Boerhaavelaan/Afrikaweg Gebied met een grote mix aan functies in zeer hoge dichtheden: wonen, werken, voorzieningen, zorg, recreatie. Kantoren, vooral nationaal en regionaal georiënteerd. Een people-mover zorgt voor aanvullend vervoer tussen de beide stations. Rand Buytenwegh Wonen en werken langs de stedelijke as. Noordrand Palenstein (tussen Australiëweg en spoorlijn) Mix van wonen, werken en stedelijke voorzieningen. Van Leeuwenhoeklaan Zorg, cultuur en onderwijs in combinatie met bijzondere woonvormen
Economische as Groene boulevards Ontwikkeling van nieuwe duurzame terreinen in een aantrekkelijk landschap (groene boulevards). Dit landschap geeft de kantoren een bijzondere uitstraling en zorgt voor een grote omgevingskwaliteit in het direct aanliggende stedelijk gebied. De bestaande groenelementen vormen de basis voor deze te ontwikkelen groene boulevards. 7 Langs de A12 Interessante mix van kantoren en woningen langs de knooppunten van hoogwaardig openbaar vervoer (light-rail Den Haag-Gouda). Combinatie van infrastructuur, gebouwen en openbare ruimte geeft de mogelijkheid tot bijzondere invulling van deze strook (perrons met winkels, trefpunten, restaurants). 8 Knooppunt station Zoetermeer Wonen in hoge torens, accent op kantoren in de cluster bestuur- en belangenbehartiging, schakel tussen kantoren Rokkeveen en Boerhaavelaan. 9 Knooppunt Zoetermeer-oost (transferium) Knooppunt HSL-A12-light-rail. Overstappunt vanuit de regio naar de grote steden. Transferium vervult een functie voor de bereikbaarheid van Den Haag. Ontwikkeling van programma dat gebaat is bij goede randstedelijke bereikbaarheid.
6
68
2025 Zone Oostweg Bedrijventerreinen noord Herstructurering en ruimte voor experimenten, nieuwe functiecombinaties, broedplaats. 11 Oostweg Formele oriëntatie: paviljoens en showrooms. Accent op ICT, techniek en autobranche. 12 Research&development campus Invulling met kennis, research en development in parkachtige omgeving.
10
Voorzieningen-as Stedelijke voorzieningen met accent op toerisme, leisure en recreatie. Activiteiten in gebouwde accomodaties (sport, evenementen en beurzen).
13
69
zoetermeer Binnen de ladder
1
1 1 5
2
2 2 3
4
5
70
2025 1 Centrum-rand 1. Bestaande hoogbouwgebieden komen in aanmerking voor vernieuwing en transformatie. Verdichting en differentiatie van de woningvoorraad naar type, eigendomsverhouding, prijsklasse en functie. Er zal menging plaatsvinden van buurt- en stedelijke voorzieningen.
2 Stedelijke laagbouw 2. Bestaande woonmilieus met een hoge omgevingskwaliteit (lokale topografie) en een goede bereikbaarheid: de laagbouw van Meerzicht, Driemanspolder en Palenstein.
3 Oude dorp 3. Wordt gekenmerkt door een rijke schakering aan woningtypen. Het is voor velen een aantrekkelijk woonmilieu vanwege het historisch karakter, de eigen identiteit en de centrale ligging.
4 Werkmilieu 4. Transformatie van het Van Tuyllpark van een sportpark naar een stedelijke parkruimte die als drager dient voor sport, recreatie, wonen en werken. Meervoudig en intensief gebruik.
5 Recreatie 5. Gebieden voor intensief recreatief gebruik. Aan de westkant accent op lokaal en regionaal gebruik. Aan de oostzijde met een regionaal en nationaal gebruiksprofiel.
71
zoetermeer Buiten de ladder
5
5
5
4 4
4
3
2
1
72
2025 1.1 Rokkeveen 2 Suburbaan woonmilieu dat zich voegt tussen de aanwezige landschappelijke elementen en ontsloten wordt door nieuwe infrastructuur (ZORO). 2.2 Rokkeveen 2, werkmilieu Transformatie en uitbreiding van het Hoekstrapark tot een research&development campus. 3.3 Rottehout Landschappelijk wonen aan de oostzijde van Zoetermeer, bij het scharnierpunt van Rottezoom en Bentwoud. 4 4. Stedelijke transformatie Opwaardering van het suburbane woonmilieu door aansluiting te zoeken bij het omringende landschap. Door water en groen in de stad te brengen ontstaat een grotere variatie in stedelijke milieus.
5 5. Landschappelijke transformatie Door te investeren in de blauwgroene basiskwaliteit worden nieuwe dragers gecreëerd voor landschap, natuur en stedelijke activiteiten.
73
zoetermeer Beelddragers
7
3 6
1
6
1
4
5
2
3
2 3
74
2025 Ruimtelijke kwaliteit De kwaliteit van de gebouwde omgeving wordt in belangrijke mate bepaald door de architectuur van de gebouwen, de inrichting van de openbare ruimte zoals straten, parken en pleinen. Op het niveau van de stad als geheel gaat het vooral om de herkenbaarheid en de afleesbaarheid (oriëntatie) van de stedebouwkundige structuur. Daarbij is van belang dat de verschillende beelddragers op stadsniveau een sterke eigen identiteit hebben. Behalve vanuit het ladderconcept is ook vanuit de lokale topografie een aantal beelddragers te onderscheiden die op het stadsniveau van belang zijn. 1 2 3 4 5 6 7
Stedelijke boulevards Groene boulevards Knopen Stadshart Dorp en Dobbe Oude linten en weteringen Meerpolder
75
zoetermeer
76
2025 Agenda voor de stad Op weg naar uivoering De ladder functioneert als een richtinggevend ruimtelijk concept bij de verdere ontwikkeling van Zoetermeer. Daarbij is er sprake van een benadering vanuit twee invalshoeken. Vanuit het ladderconcept worden projecten in de stad gestuurd of geïnitieerd op hun samenhang en kwaliteit. Tegelijk zijn het de projecten die het concept van de ladder robuust en werkbaar maken.
In hun onderlinge samenhang zijn deze drie documenten het kader om (op hoofdlijnen) de juiste keuzen te kunnen maken bij de verdere ontwikkeling van Zoetermeer. Dynamische beleidsagenda Over de voortgang van dit Masterplan zal het College van B&W halfjaarlijks aan de raad rapporteren. Deze rapportage bevat - naast een stand van zaken – een uitdieping van een of meer opgaven. Het Masterplan 2025 wordt op die manier een dynamische beleidsagenda om vorm te geven aan de toekomst van de stad. De opgaven worden uitgewerkt in interactie met de raad, burgers en andere belanghebbenden binnen en buiten de stad. Eenmaal per twee jaar wordt zonodig een aan de gewijzigde omstandigheden aangepast Masterplan vastgesteld.
Het proces van stedelijke ontwikkeling kent een enorme dynamiek; het Masterplan kan derhalve geen onwrikbaar gegeven zijn dat zonder enige aanpassing tot 2025 de inrichting van de stad kan sturen. Met enige regelmaat zal het Masterplan als platform dienen om de discussie over de verdere ontwikkeling van de stad te voeren. Dit Masterplan geeft de richting aan maar is tegelijk een aanzet voor verdere discussie. Toekomstvisie, Masterplan en Meerjaren Investeringsplan (MIP) Er is een duidelijke relatie tussen de Toekomstvisie, het Masterplan en het MIP. De Toekomstvisie legt voor de projecten in de stad de ambities vast; het Masterplan geeft sturing aan die projecten op samenhang en kwaliteit en het MIP geeft inzicht in financiering en fasering ervan.
Programmamanagement Dit Masterplan 2025 leidt tot een samenhangend programma dat bewaakt en geregisseerd moet worden vanuit een centraal punt. Op deze wijze wordt en blijft het Masterplan in z’n uitwerking een realistisch, samenhangend en breed gedragen plan.
77
zoetermeer Het programmamanagement houdt in dat er regie wordt gevoerd over: - het vervolg van het bestuurlijk overleg met andere overheden, maatschappelijke organisaties, projectontwikkelaars etc.; - de interne- en externe communicatie, die als doel heeft de betrokkenheid en het draagvlak vast te houden, netwerken te bestendigen en het gedachtegoed te verinnerlijken; - de programmering en monitoring van opgaven, acties en projecten; - strategische interventies.
Een aantal omringende gemeenten ervaart de Zoetermeerse voornemens voor uitbreiding van zijn stedelijk gebied als een bedreiging. Tegelijk is het duidelijk dat het voldoen aan de vraag naar woningen en bedrijven een integrale ontwikkeling van verstedelijking, landschap en infrastructuur vereist. Dit is per definitie een regionale opgave die over de (huidige) bestuurlijke grenzen heen gevoerd moet worden. De behoefte aan ruimte is gerelateerd aan de gewenste balans tussen verdichting en uitbreiding. Regionale ontwikkeling vereist een vorm van regie. In de huidige situatie zijn de beleidsvoornemens van afzonderlijke gemeenten en regio’s lang niet altijd op elkaar afgestemd, terwijl ook een helder kader van een door de provincie geregisseerde regionale ontwikkeling op dit moment nog ontbreekt. Er bestaat behoefte aan afstemming op het gebied van voorzieningen, woonmilieus en werkgelegenheid. Dit Masterplan geeft aan in welke richting op termijn uitbreiding van het stedelijk gebied mogelijk zou zijn. Het is essentieel om in de komende periode in overleg met alle betrokken overheden te komen tot een perspectief voor de regionale ontwikkeling. De Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening schetst de contouren waarbinnen die ontwikkeling kan plaats vinden.
Uitvoering in de regio Zoetermeer wordt, zoals gezegd, in dit Masterplan gezien als onderdeel van het stedelijk netwerk van de Zuidvleugel van de Randstad met een eigen positie binnen dit netwerk. Om die positie verder te kunnen invullen is een studie nodig naar de mogelijkheden wat vervoer en nieuwe bouwlocaties betreft in regionaal perspectief. Daarbij komt nadrukkelijk de samenhang tussen landschap (Groene Hart, Rottewig) en verstedelijking (bijv. plannen Zuidplaspolder) en infrastructuur (HSL) in beeld. Voor het zuidelijke deel van de randstad wordt in de Vijfde Nota voor de periode na 2010 nog een aanzienlijke vraag naar woningen en bedrijven verwacht.
78
2025
79
zoetermeer Literatuur
- De stad, de infrastructuur en de regio, Els Bet, jan. 2000 - Het land in de stad, de stedebouw van de grote agglomeratie, L.J.M. Tummers, 1997 - Toekomstdebat Zoetermeer 2025, diverse thema’s, Gemeente Zoetermeer, mrt. 1998 - Stimuleringsprogramma intensief ruimtegebruik, diverse nota’s. - Memorie van toelichting, Wet gemeentelijke herindeling Den Haag e.o. - Naar een blauwgroene Deltametropool, Bestuurs Commissie Randstad. - Groeikernen vergeleken. Studie SCP, 2000. - Beleidsnotitie Masterplan, Gemeente Zoetermeer, dec. 2001 - Nota van antwoord Masterplan, Gemeente Zoetermeer, dec. 2001
- Verkenning openbaar vervoer Masterplan, Goudappel Coffeng, sept. 2000 - Verkenning auto-infrastructuur Masterplan, Goudappel Coffeng, mei 2000 - Stedenbouw en ruimtelijke ordening, thema netwerksteden, feb. 2000 - de Architect, jaargang 1999 en 2000 - Landschappelijke inpassing in de droogmakerij Driemanspolder - Wonen in de Deltametropool, G. Urhahn en L. Vrolijks, 2000 - Rooilijn, april 2001, Ruimte maken, ruimte delen. - Rooilijn, okt. 2000, diverse artikelen - Strategienota deel II, speerpunten van beleid, Gemeente Zoetermeer, april 1995 - Vijfde nota Ruimtelijke Ordening, feb. 2001 - Epizode 21, Economisch perspectiefvolle inrichting Zoetermeer, Oostland, Delft 20002015, juni 2000 - Sociaal economische atlas, Nyfer, 2000 - Ruimtelijk plan Rotterdam, Gemeente Rotterdam, sept. 1995 - Sectorale bijdragen Masterplan, Gemeente Zoetermeer, dec. 2000 - Toekomstvisie 2025, Gemeente Zoetermeer, 1999 - Second opinion toekomstvisie, Kolpron, jan. 2001
80
2025
81
zoetermeer Colofon Masterplan 2025 Gemeente Zoetermeer, maart 2002 Vormgeving: 3is1 PrintPlus, Zoetermeer Drukwerk: 3is1 PrintPlus, Zoetermeer Ondersteuning: Adviesbureau Awareness, Den Haag Fotgrafie: Peter Varkevisser Gert van Leeuwen Ben Prins Johan Vos Aeroview Rotterdam Benelux Press
Projectteam Masterplan Postbus 15 2700 AA Zoetermeer T: 079-3468496 E:
[email protected] W: www.zoetermeer.nl
82
Gemeente Zoetermeer Stadhuisplein 1 Postbus 15 2700 AA Zoetermeer Telefoon: 079-346 8496 E-mail:
[email protected] Website: www.zoetermeer.nl