Zoete kansen in de polder
Nieuwsbrief
Woensdag 10 oktober vond het Regiodebat plaats over de bestuurlijke keuzes in de zoetwatervoorziening in laag West-‐Nederland. Dit debat focust op de verzilting, verzilting van de kwel diepe droogmakerijen, verzilting van inlaatpunten en tekort aan water van de juiste kwaliteit in droge perioden.
Het regiodebat is een onderdeel van het deelprogramma Zoetwater van het Nationale Deltaprogram-‐ ma, dat in 2015 een beslissing neemt over de lange termijn-‐ keuzes in de belangrijke waterthema’s. Het deelprogramma Zoetwater gaat zijn derde jaar in. In dit derde jaar worden opnieuw keuzes gemaakt, bestuurlijk keuzes waarbij we van reële strategieën naar kansrijke gaan. Zoete kansen in de polder is één van drie regiodebatten waar West-‐ Nederland bij betrokken is. Met de opbrengst van deze drie debatten wordt de regionale boodschap
bepaald, om mede richting te kunnen geven aan de nationale koers. Gastheer Patrick Poelmann, dijkgraaf van De Stichtse Rijnlanden en voorzitter van het Platform Zoetwater West-‐ Nederland heet alle deelnemers welkom. Ruim dertig bestuurders en directieleden van provincie, gemeente, waterschappen, LTO, natuurorganisaties, drinkwater-‐ voorziening en van de Haven van Rotterdam zijn gekomen.
Zoetwater is noodzakelijk voor West-‐Nederland en een vestigingsvoorwaarde voor bedrijven. Aan keuzes in de toekomstige zoetwatervoorziening kleven veel belangen. Toch moeten we moeten doorgaan met besluiten. Dit regiodebat moet ons weer een slag verder brengen. Patrick Poelmann spreekt de hoop uit om ‘in de mindset van het thema te blijven: zoete kansen in de polder.’
Landelijk en regionaal kader Deltaprogramma Zoetwater Een belangrijke rol in het deelprogramma zoetwater is toebedeeld aan de regionale bestuurlijke debatten .
Het deltaprogramma moet in 2015 leiden tot de Deltabeslissing. In dit deel van het programma worden belangrijke keuzes gemaakt.
Lees verder op pag 2
Opties gaan afvallen, mogelijke keuzes worden doorgerekend op kosten en baten. Wat verwacht de regio van het rijk en wat neemt de regio zelf voor zijn rekening? Het is belangrijk dat de voorgenomen keuzes duurzaam en economisch doelmatig zijn. Knelpunt verzilting Dit bestuurlijke debat focust op de verziltingsproblematiek. In een droge periode zullen belangrijke innamepunten in West-‐Nederland verzilten. Met de huidige sturing
treden nu al aanzienlijke zoutschades op vooral bij de hoogwaardige teelten. In het gebied dat voorzien wordt vanuit inlaat Gouda wordt in een droog jaar (1/10jr) een zoutschade op 25 miljoen Euro geraamd. Deze schade verdubbelt als de zoutconcentratie bij de inlaat verdubbelt tot 500 mg/l. De huidige calamiteitvoorziening KWA heeft een ontoereikende capaciteit Klimaatverandering Nu komt zo ‘n extreem droge periode waarin aanzienlijke zoutschade optreedt één keer in de tien jaar voor. Volgens de voorspelde klimaatverandering kunnen we één keer in de twee jaar een extreem droge periode verwachten.
Wat verwachten partijen van elkaar? Moet het watersysteem aangepast worden met maatregelen in de infrastructuur? Moet de ruimtelijke inrichting zich aanpassen op het watersysteem? Hoe gaan we om met conflicten in de huidige situatie en wie betaalt de kosten? Genoeg stof voor een regionale discussie over bestuurlijke keuzes.
Denken en doen in transities
Zoete kansen in de polder start in de Roos van Marnemoende, een ronde drijvende vergaderlocatie met panoramisch uitzicht over de Hollandse IJssel. Eigenaar Jan Kromwijk licht toe hoe hij zijn boerenbedrijf heeft omgevormd. ‘Denken en doen in transities is denken in kansen en die realiseren’, houdt Jan Kromwijk zijn publiek voor. Zelf is hij opgegroeid in het boerenbedrijf, met het beeld om later ook boer te worden. Een bestemmingsplan van de provincie doorboorde zijn dromen. Het gebied kreeg de bestemming ‘recreatie’. ‘Als je beseft dat je niet op de huidige weg door kan gaan, wordt je denken breder en zie je opeens andere mogelijkheden.’ Zijn boerenbedrijf is omgevormd tot een jachthaven, restaurant, stalling en zaalhuur. Nieuwe loot aan zijn innovatieve bedrijf is de Roos van Marnemoende, de drijvende vergaderlocatie waarin het regiodebat van start ging. De Roos van Marnemoende is gebouwd volgens het concept van de windroos. De zaal is rond gebouwd, waardoor de krachten gecentreerd worden naar het midden en de opbouw licht kan zijn. De Roos kan daardoor afwisselend op water of vlakke grond liggen, bijvoorbeeld in een waterbergingsgebied.
Diepe droogmakerijen: casus Haarlemmermeer Haarlemmermeer met een hoofdvaart van 6 meter onder NAP De en brakke kwel in grote delen van de polder staat voor een grote w ateropgave. Gemeente, rijk, w aterschap, Schiphol , LTO en natuurorganisaties werken samen aan een oplossing. Opvallende stellingen in het debat: * faciliteren huidige functies blijft uitgangspunt zeker voor de korte termijn * functies verplaatsen, betekent uit de Haarlemmermeer plaatsen
* technische oplossingen liggen voor de hand, let daarbij wel op energiekosten
* compartimentering, scheiding van functies is mogelijk een optie * huidige economische belangen zijn sturend, water volgt * nieuwe functies is watervraag leidend voor ruimtelijke ordening, op basis van een integraal ruimtelijke plan * benut fondsen buiten de w atersector voor deze regio
Toekomst voor Veenweide: casus ‘t Groene Hart Droogte bedreigt het Groene Hart. Dit landschappelijk karakteristieke gebied met veel groen, open water en is sterk afhankelijk van de hoogte van het grondwaterpeil. Niets d oen lijkt geen optie, maar de belangen van landbouw, natuurbeheer, recreatie en w oonkernen lopen uiteen. Opvallende stellingen in het debat : * onderwaterdrainage mogelijk een oplossing maar wie gaat dat betalen
* landbouw bergt water bij overschot, maar wil daar wel wat terugzien
* remmen van de bodemdaling is essentieel voor de veiligheid * afhankelijk van grote rivieren , de marges om te bufferen zijn beperkt * kansen voor maatschappelijk diensten van agrariers (GLB) * moeten we natuurdoelen aanpassen? Natuur in deze vorm is eindig * onderzoek schade bij tijdelijk gebruik van iets zouter water
Kapitaalintensieve teelt: casus Boskoop In West-‐Nederland bevinden zich veel kapitaalintensieve teelten; de greenports met glastuinbouw, maar o ok bollen, sier-‐, boom en fruitteelt. Een deel van de sector is bijna volledig zelfvoorzienend. Voor veel teelten geldt een zeer hoge waterkwaliteitseis. De volledige tuinbouwsector in Nederland heeft een productiewaarde van 7 miljard euro. Opvallende stellingen in het debat: * stop denken in schadebeelden, denk aan economisch potentieel
* groene economie blijft goed gietwater vragen * beweeg mee met watersysteem, niet alles overal accomoderen * overheid kan niet alles meer, wat kunnen innovatieve ondernemers * bouw intersectorale relaties op * bestem Boskoop voor functies die de meeste waarde toevoegd * de sector is zelfredzaam, maar heeft de overheid nodig zodra er een tekort is, wil snelle reactie; peilopzetten als water nog zoet is
Wiens probleem is het? Zoetwater lijkt primaire een publieke taak, dat betekent dat de publieke zaak kan kijken waar anderen moeten bijdragen
Zout geeft ook schade aan openbaar groen. De kwaliteitslat voor de natuur ligt hoog
Maak verbindingen: zoek niet een oplossing maar meerdere Voldoende Zoetwater naar West-Nederland wordt vooral gezien als
verdelin gsvraagstu k maar het gaat om schaarste . In extreem droge zomers is er simpelweg onvoldoende zoetwater
Denk in deeloplossingen efficiencyslag is mogelijk
De overheid geeft de ` randvoorwaarden, de markt is innovatief en past zich aan
Er zit een grens aan het faciliteren, dat is een belangrijk signaal naar het landelijke spoor zout en zoet zijn niet zo makkelijk uit te wisselen
Laat het blauwe goud niet wegvloeien in de Nieuwe Waterweg
Is het effluent te pimpen tot de eisen die het waterbeheer stelt?
We moeten toewerken naar een robuust watersysteem, wat haalbaar is in deze tijd
FOCUS OP DE MIDDELLANGE TERMIJN, DAT BIEDT MEER KANS OP HAALBARE OPLOSSINGEN
Wie lost het op?
Meerdere oplossingen voor de middenlange termijn Wat moet de regionale boodschap worden naar het nationale programma Zoetwater? Aan het einde van het regiodebat wordt toegewerkt naar de opbrengst vna dit debat. Om de deelnemers letterlijk in beweging te krijgen,. Even weg van alle nuances werd hen 4 keuzes voorgelegd. Stellingen: 1. Zoet water is een publieke taak 2. Sectoren en gebruikers nemen en eigen verantwoordelijkheid en regelen zelf hun zoetwater 3. Structurele oplossingen liggen aan de aanbodkant, het hoofdwatersysteem 4. Sectoren en gebruikers w orden gefaciliteerd, maar betalen er zelf voor Verspreiding De deelnemers verspreiden zich over de stellingen. Er klonk nog een enkele waarschuwing vanuit d e krap vertegenwoordigde stelling 1. Er zijn veel belangen, allemaal puzzelstukjes daarmee wordt kiezen voor de lange termijn een publieke taak. Voorkom d at de sterkste wint. Veruit de meest mensen stonden bij stelling 3. Vooral het bedrijfsleven en LTO w as daar te vinden. Zij w illen dat de overheid zorgt voor water en ook garandeert dat er voldoende w ater is.
Afronding Patrick Poelmann rondt d it bestuurlijke regiodebat af. Hij concludeert dat zoetwateraanvoer een publieke taak lijkt. ‘Daarmee kan de publieke zaak o ok kijken wat anderen daaraan moeten bijdragen. Dat zal hen ook gevraagd worden. Bespaar waar kan, faciliteren w at moet. Er is voldoende zoetwater voor handen maar de kwaliteit wordt er niet beter op.’ Poelmann zegt toe de verslagen van de d rie bijeenkomsten te bestuderen. Hij is gecharmeerd van meerdere oplossingen. ‘ Ik ben dus toch een polderaar. Extra aanvoer vanuit de W aal, waarbij w e rekening houden met de haven Rotterdam. Gebruik van het effluent, zoute teelt, het bellenscherm. We moeten toewerken naar een robuust w atersysteem, aansluitend bij wat haalbaar is in deze tijd. U laat het geluid horen van kies voor een focus op de middellange termijn, wat kan betekenen dat we tot oplossingen komen die wel haalbaar zijn. Zoete kansen in de polder is georganiseerd door het Platform Zoetwater West-‐Nederland een samenwerkingsverband van: