Pan-Turkisme in de polder
Grijze Wolven in Nederland 2000-2004
Colofon ‘Pan-Turkisme in de polder’ is een uitgave van FOK en Alert! Tweede, verbeterde druk: maart 2005 Opmaak: Milena Ergin Verkoopsprijs: 5 euro ISBN 90-9019199-2 Alert! Postbus 2884 3500 GW Utrecht
[email protected] www.alertafa.nl Onderzoeksgroep Turks extreem-rechts Postbus 10748 1001 ES Amsterdam
[email protected] www.xs4all.nl/~afa/comite/index.html
1.
Inhoud
2. Introductie
3
Nederland 3. Turkse extreem-nationalistische leider bezoekt Nederland – Ernst Haffmans 4. MHP-top verenigt in Den Bosch – Comité Stop de Grijze Wolen 5. Revisionistische rector aan islamitische universiteit – Ernst Haffmans 6. Grijze Wolven in Twente (deel 2) – Harold de Goede 7. Windowdressing door de Turkse Federatie Nederland 8. Demonstratie-oproep moord Cafer Dereli 9. Nederlandse justitie loopt uit de pas inzake Grijze Wolven – Ernst Haffmans 10. Grijze Wolf kandidaat voor Duurzaam Nederland – Ernst Haffmans 11. Bestuursleden Turkse Federatie Nederland
4 6 7 9 12 12 13 16 16
SOTA en Coskun Çörüz 12. Pan-Turkisme in de polder – Ernst Haffmans
17
BBP en TIHS 13. Persbericht bijeenkomst BBP in Amsterdam – Onderzoeksgroep Turks extreem-rechts 14. Reactie Onderzoeksgroep op TIHS – Ernst Haffmans
24 25
België 15. Grijze Wolven zijn ook actief in Vlaamse partijen, Turkse extreemrechtse beweging geïnfiltreerd in Agalev en SP.A – Guy Van Vlierden
28
Turkije 16. Portret van de nieuwe MHP-leider Bahçeli – Fikret Aslan en Kemal Bozay 17. Een nieuw imago voor de Ülkücüler
34 36
18. Selectieve bibliografie
37
2
2.
Introductie
In 1997 verscheen het eerste boekwerkje van de Onderzoeksgroep Turks extreem-rechts (toen: Comité ‘Stop de Grijze Wolven’) over Turks extreem-nationalisme. Sindsdien is de belangstelling voor het Turks extreem-nationalisme in Nederland toegenomen. We vinden dit een positieve ontwikkeling, daar wij van mening zijn dat Turks extreem-nationalisme het integratieproces van migranten uit Turkije in Nederland belemmert en meer democratie en respect voor mensenrechten in Turkije voorkomt. De aandacht van de Nederlandse media en politiek richtte zich met name op de participatie van Grijze Wolven in politieke partijen, de subsidierelaties tussen Turkse extreem-nationalistische organisaties en Nederlandse overheidsinstellingen, de integratie van Turkse migranten en de banden van Grijze Wolven met de Turkse maffia. Interesse voor deze thema’s is belangrijk. Zij maken de weg vrij maatregelen te nemen tegen de Grijze Wolven en voor een verbetering van de participatie van migranten afkomstig uit Turkije in de Nederlandse samenleving. In het tweede boekje De Hollandse leeuw en de Grijze Wolf uit 2000 legden we de nadruk op nieuwe ontwikkelingen rond Grijze Wolven in Nederland. We behandelden daarin met name de discussies in de politiek en overheidsinstellingen, en de subsidierelaties. Een ander aandachtspunt was de houding van de Grijze Wolven zelf. Door de opgelaaide Turks-nationalistische sentimenten rond de affaireÖcalan namen de activiteiten van Grijze Wolven in Nederland en Europa eind jaren negentig in kracht toe. Met deze derde publicatie, ditmaal in brochurevorm, vestigen we nogmaals de aandacht op het fenomeen van het Turkse extreem-nationalisme. Aandacht voor dit thema is nog steeds, vanwege de hierboven al eerder genoemde redenen, nodig, maar is de laatste jaren langzaam deels weggeëbd door onder meer de toegenomen aandacht voor het moslim-fundamentalisme. In deze brochure treft de lezer een bundeling aan van teksten die of eerder in het blad Alert! zijn verschenen, dan wel op de site van de Onderzoeksgroep zijn gepubliceerd. Uit deze teksten blijkt dat extreem-nationalisme in Nederland geen zaak is die alleen bij de klassieke Grijze Wolvenorganisaties kan worden aangetroffen (zie de artikelen over SOTA en Çörüz, en de rector van de Islamitische Universiteit Rotterdam). Daarnaast valt op dat veel activiteiten waarbij Grijze Wolven in Nederland zijn betrokken nog immer voort gaan, ondanks de aandacht van de pers, de politiek en het ambtelijk apparaat. Te denken valt dan aan politieke infiltratie, het ontvangen van overheidssubsidies, het organiseren van grootschalige politieke bijeenkomsten, het onderhouden van banden met de Turkse maffia en het plegen van geweld. Wat dit laatste betreft was de moord op Cafer Dereli in 2000 in Rotterdam een afschuwwekkend dieptepunt. Kortom, actie jegens Grijze Wolven is nog steeds geboden. Onderzoeksgroep Turks extreem-rechts
Maart 2005
‘Stop de Grijze Wolven!, Turks extreem-rechts’ uit 1997 is nog steeds te bestellen door overmaking van € 3,50 (inclusief verzendkosten) op giro 4553587, FOK, Amsterdam, o.v.v. extreem-rechts. ‘De Hollandse leeuw en de Grijze Wolf’ (2000) valt te bestellen door overmaking van € 4,50 (inclusief verzendkosten) op giro 4553587, FOK, Amsterdam, o.v.v. wolf. Nog slechts enkele exemplaren voorradig!
3
Nederland 3.
Turkse extreem-nationalistische leider bezoekt Nederland Bossche raadsleden nog in winterslaap
Ernst Haffmans Op 23 mei 2004 kwamen in de Brabant Hallen te Den Bosch aanhangers bijeen van de extreem-nationalistische Partij van de Nationalistische Actie (MHP) tijdens het zesde congres van de Turkse Federatie Nederland (TFN). De voorzitter van de MHP, Devlet Bahçeli, was de belangrijkste gast bij het congres. Hij hield ook een toespraak. Tevens was als gast aanwezig de voorzitter van de Turkse Federatie Duitsland, Cemal Cetin. Tot nieuwe voorzitter van de TFN werd de van de Lijst Isci en het Turks Cultureel Centrum in Utrecht bekende Güven Isçi gekozen. (1) In het verleden gaf hij publiekelijk toe een Grijze Wolf te zijn, dit in tegenstelling tot veel van deze representanten van het Turkse extreem-nationalisme. Isçi is overigens ook mede-oprichter van de Nederlandse Grijze Wolven-federatie.
De afdelingen van de SP en PvdA in Den Bosch werden kort voor het congres ingelicht door de Onderzoeksgroep Turks extreem-rechts. Beide partijen waren niet op de hoogte van het plaatsvinden van het congres en wilden daarover verder geïnformeerd worden, maar ondernamen uiteindelijk geen actie. De PvdA liet via e-mail weten dat zij geen vragen zou stellen in de Bossche gemeenteraad, daar dit "gezien [zou] worden als mosterd na de maaltijd". Afgezien van wat artikelen in de Turkstalige pers bleef het rond dit congres, in tegenstelling tot de commotie rond het vierde congres van de TFN in 2002 (ook al in de Brabant Hallen), ijzingwekkend stil. Deze stilte lijkt de indruk te bevestigen dat de politiek en de Nederlandstalige pers weinig inzicht heeft van wat er op politiek gebied speelt in de Turkse gemeenschap in Nederland. Dit wekt in het Bossche geval echter bevreemding op, omdat er twee raadsleden zijn met een Turkse achtergrond (Ali Durmus en Deniz Özkanli). Van hen mag verwacht worden dat zij wel op de hoogte waren van dit congres. Uit onderzoek van de Onderzoeksgroep naar aanleiding van het vierde congres van de TFN blijkt namelijk dat er zeer korte lijntjes van de organisatoren van het vierde TFN-congres naar deze twee personen lopen. (2) Op een document van de Brabant Hallen met betrekking tot het vierde congres, wat ter informatie is toegezonden aan de gemeente Den Bosch, wordt namelijk H. Yavuz vermeld als contactpersoon voor de organisatie van deze politieke manifestatie. Het achter Yavuz’ vermelde telefoonnummer blijkt van het bedrijf Eye 2 Key te zijn. Eye 2 Key was onder meer organisator van de internationale Turkish Trade Fair in Den Bosch in 2002 (zie: www.turkishtradefair.com). Enig vennoot van Eye 2 Key sinds 2000 is ene Haluk Yavuz. (3) Deze persoon zat in de periode 2000-2002 (tot na het vierde congres) in het bestuur van de Turkse Culturele en Sociale Vereniging in Den Bosch. In dezelfde vereniging komen we onder andere de volgende bestuursleden tegen: Deniz Özkanli (lid: 1996-1998, 2000heden), raadslid voor de PvdA, Ali Durmus (lid: 2000-2002) raadslid voor Leefbaar ‘s-Hertogenbosch en Rosmalen en Bekir Tegmen (lid: 1998-2002). De laatste naam is opmerkelijk omdat op een interne lijst met contactpersonen van bij de TFN aangesloten organisaties uit de periode 1995-1997 een Bossche organisatie (in het Turks omschreven als Turks Cultureel Centrum) wordt genoemd waarvan de contactpersoon een gelijkluidende naam heeft. (4) Het raadslid Özkanli is overigens ook bestuurlijk betrokken geweest bij de Turkse Jongeren Vereniging Diyalog in Den Bosch. Deze organisatie, die als de jongerenafdeling van de Turkse Culturele en Sociale Vereniging in Den Bosch kan worden gezien, gaf in 1999 het blad Diyalog uit. In nummer 9 van dat jaar wordt in lovende woorden gesproken over een herdenkingsbijeenkomst voor wijlen Alparslan Türkes, de grote leider van de MHP tot aan zijn dood in 1997. (5) Deze herdenking was georganiseerd door de Bossche TFN-club Turks Nederlandse
4
Culturele Stichting (opgeheven eind 1999). De voorzitter van deze stichting, Cemal Aydin, wordt nadrukkelijk bedankt voor het organiseren van deze manifestatie. Deze lof lijkt op gespannen voet te staan met de reactie in de pers van de voorzitter van de Turkse Culturele en Sociale Vereniging, Lutfi Nerminer, op het vierde congres van de TFN. Toen zei hij dat hij "geen problemen met de komst van Bahçeli [had], maar niet zit te wachten op zijn politieke boodschap". (6) Van Durmus en Özkanli kan gesteld worden, blijkens het bovenstaande, dat het waarschijnlijk is dat zij van tevoren op de hoogte waren van het plaatsvinden van het vierde en zesde congres van de TFN. Hoewel er vragen in de gemeenteraad van Den Bosch werden gesteld in verband met het vierde congres door onder andere nota bene de PvdA, heeft dit blijkbaar geen aanleiding gegeven tot alertheid bij de twee Turkse raadsleden. Publiek tijdens het 6e congres van de Turkse Federatie Nederland
Noten: 1): Voor een lijst van nieuwe bestuursleden van de TFN zie: www.xs4all.nl/~afa/comite/boek/h13.html#6e. Voor meer info over de Lijst Isçi zie: Grijze Wolven in de gemeentepolitiek , www.xs4all.nl/~afa/comite/boek/h3.html. 2): De officiële organisator van het vierde congres van de TFN was de Turkse Culturele Vereniging te Schiedam, een TFN-club. 3): In een artikel in het Brabants Dagblad van 16 januari 2002 naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen wordt vermeld dat de "ondernemer" H. Yavuz op plaats negen stond van Leefbaar ‘s-Hertogenbosch en Rosmalen. Uit de informatie op de kieslijst blijkt dat het om dezelfde persoon gaat als die werkzaam is bij Eye 2 Key. 4): Voor deze interne lijst zie: www.xs4all.nl/~afa/comite/artikel/artikel93.html. 5): De tekst luidt: "10 Nisan 1999 günü, Den Bosch Türk Kültür Vakfi Yönetim kurulu, merhum Alparslan Türkes’in ölüm yildönümü dolayisi ile merhumun ruhunu bir mevlidi serif okuttular. Çevre ilerden ve yerlesim yerlerinden oldukça kalabalik bir halk kitlesinin katildigi anma programi dolayisi ile de davetlilere Türk mutfagindan ikramlarda bulunuldu. Okunan mevlit-i serif ile ruhu sad edilen merhuma Allah’tan sonsuz rahmet diliyor, bu mevlidi tertip eden vakif baskani sayin Cemal Aydin beye tesukkür ediyoruz." (bron: Diyalog, jaargang 3, nummer 9, mei 1999, p. 15) 6): Henk Eikenaar, Alle ruimte voor meningsuiting, Brabants Dagblad, 13 december 2001. Uit: Alert!, nummer 3, jaargang 8, september/oktober 2004
5
4.
MHP-top verenigt in Den Bosch
Amsterdam, 4 Januari 2002 - Persbericht Morgen vindt het vierde congres van de Grijze Wolvenorganistie Turkse Federatie Nederland (TFN) in Den Bosch plaats. Inmiddels is het programma van deze bijeenkomst een stuk duidelijker geworden. Niet alleen de voorzitter van de Partij van de Nationalistische Actie (MHP), Devlet Bahçeli, zal acte de présence geven, ook een aantal andere vooraanstaande MHP’ers en Grijze Wolven zullen aanwezig zijn. Eregasten zijn Esat Öz, MHP-parlementariër en vice-voorzitter van de MHP, de MHP-minister van Industrie, Ahmet Kenan Tanrikulu die samen met de Grijze Wolf-maffioso Abdullah Çatli (denk aan de Susurluk-affaire) in 1990 uit de gevangenis in Zwitserland ontsnapte, en de landelijke voorzitter van Idealistische Haarden (een organisatie behorend tot spectrum van de Grijze Wolven) in Turkije, Attila Kaya. Een muzikale gast is Ibrahim Dülger, waar de politie Noord-Limburg naar aanleiding van een bijeenkomst van de TFN in Venlo over schreef: "De artiesten die bij dit feest zijn opgetreden staan in Turkse kringen bekend als actieve leden van de Grijze Wolven." Een andere, bekendere artiest is Mustafa Yildizdogan. Yildizdogan trad in het verleden op tal van bijeenkomsten van Grijze Wolven op. Bijvoorbeeld bij het 5e congres van de Turkse Federatie België in Hasselt op 11 mei 1996 (onder de aanwezigen was Alparslan Türkes), op het 22e congres van de Turkse Federatie Europa op 2 juni 2001 (met Bahçeli) in Oberhausen, op het 5e congres van de Turkse Federatie Frankrijk op 3 juni 2001 in Parijs (ook met Bahçeli). Een van Yildizdogan’s hits betreft een lofzang op de in 1997 overleden grote Leider (Basbug) van de MHP, Türkes (voor een biografie van hem zie onze website). We voegen de vertaling van dit lied ‘Overmand door een gloeiend verdriet’ onder aan de verklaring toe. De geplande aanwezigheid van een deel van MHP-top en de genoemde muzikanten op de bijeenkomst in Den Bosch, zijn naast tal van andere indicaties, een overduidelijk bewijs van het extreem-rechtse politieke karakter van de bijeenkomst en tonen de banden tussen de MHP en de TFN zondermeer aan. De bewering van TFNwoordvoerder Omer Erdem als zou de bijeenkomst in Den Bosch een politiek-neutrale, culturele manifestatie van Turkse jongeren behelsen, verwordt met deze constatering tot een aperte leugen. Comité Stop de Grijze Wolven Overmand door een gloeiend verdriet In mist en nevel kwamen de Wolven In Ankara bijeen Heen ging de imponerende Plataan Maar miljoenen laten hem niet alleen Zijn liefde voor volk en vaderland Stelde hem zwaar op de proef Niet onder dekens sterft een Plataan, Maar in het harnas Wat moeten de Turkmenen in Kerkuk Wat moet Turkistan zonder hem Om geduld smeken wij, God almachtig Want we staan zonder aanvoerder zwak Overmand door een gloeiend verdriet Dat ook door de sneeuw niet wordt gesmoord Uit miljoenen kelen klinkt eensgezind: Basbug’s leven voort Tekst en muziek: Mustafa Yildizdogan
Bron: http://www.xs4all.nl/comite/artikel/artikel30.html
6
5.
Revisionistische rector aan islamitische universiteit
Ernst Haffmans Sinds enige tijd kent Nederland een nieuwe exponent van de Turkse lobby. De rector van de Islamitische Universiteit van Rotterdam (IUR), Ahmet Akgündüz, profileert zich in ieder geval sinds eind 2003 publiekelijk als belangenbehartiger van de Turkse staat. Daarbij gaat hij dubieuze contacten niet uit de weg. In december 2003 gaf Akgündüz namelijk een lezing over de Armeense genocide bij een Rotterdamse organisatie die is aangesloten bij de extreem-nationalistische Turkse Federatie Nederland (TFN). Het artikel over deze bijeenkomst in het Turkse dagblad Türkiye is tamelijk slordig, dit zorgt er mede voor dat onduidelijk blijft of de bijeenkomst plaatsvond bij Versam of Versaar (in de tekst is sprake van Versaam). (1) Akgündüz ging zich tijdens zijn voordracht te buiten aan revisionistische opvattingen over de begin vorige eeuw in het Osmaanse Rijk gepleegde Armeense genocide. Volgens hem heeft er “in geen enkel islamitisch land ter wereld een genocide plaats gevonden. Onze voorvaderen hebben nooit voor iets dergelijks toestemming gegeven. De Armeniërs zijn alleen gedwongen te migreren.” In dat kader merkt hij verder nog op: “in de islam is sprake van gedwongen migratie omwille van de veiligheid van de staat en van die mensen. Daarom heeft de Turkse staat ondanks het verraad van de Armeniërs al hun waardevolle spullen en onroerend goed voor de hoogste prijs aangekocht en het geld dat ze ervoor kreeg aan hen overgedragen.” Tevens stelt Akgündüz dat er geen twee miljoen Armeniërs zijn omgebracht en dat er veeleer sprake is van een bijna Turkse genocide gepleegd door Armeniërs (sic!). Na de lezing liet de rector zich door de TFN fêteren en nam hij verschillende geschenken van de federatie in ontvangst.
Akgündüz (links) neemt een presentje in ontvangst
Centraal in Akgündüz betoog staat de stelling dat de deportatie van de Armeniërs noodzakelijk was voor de veiligheid van de staat en de Armeniërs. Het wekt dan op zijn zachtst gezegd bevreemding dat ook talloze Armeniërs, die buiten de oorlogsgebieden leefden, werden gedeporteerd. Daarnaast lijkt de bestemming van de Armeniërs – de woestijn - op gespannen voet te staan met de zorg om hun veiligheid. Veiligheid had dan ook niet de aandacht van de toenmalige Turkse machthebbers, de leden van het Comité voor Eenheid en Vooruitgang (IT). Zij stonden namelijk het behoud van het grondgebied van het Osmaanse Rijk voor en zagen de Armeniërs daarin als een onzekere factor. Ze wilden daarom van hen af. Deze vaststelling van de IT leidde tot het uitmoorden van circa 600.000 tot 800.000 Armeniërs. Verschillende processtukken van het Osmaanse tribunaal dat de vervolging van de Armeniërs onderzocht, wijzen er op dat deze uitroeiing planmatig werd doorgevoerd. (2)
Na de lezing in Rotterdam verstuurde het IUR in mei 2004 een tweetalig persbericht rond via e-mail dat tevens de Armeense genocide tot onderwerp heeft. Het persbericht, dat is ondertekend door Akgündüz, behandelt de rechtmatigheid van de deportatie van de Armeniërs bezien vanuit het toentertijd geldende islamitische recht en de historische omstandigheden die tot deze deportatie leidden. Hij gaat hierbij uit van het weinig wetenschappelijke uitgangspunt “Hoe kunnen we een antwoord geven op de beweringen van Armeense en westerse schrijvers met betrekking tot dit onderwerp”. Akgündüz komt in dit persbericht wederom tot de conclusie dat er geen sprake was van een massamoord op Armeniërs (zo was dit bijvoorbeeld verboden) en stelt dat er eerder sprake was van een Turkse massamoord. Hij noemt een miljoen Turkse slachtoffers van Armeens geweld. Daarnaast geeft hij aan dat met de openstelling van de Osmaanse archieven de Turkse Republiek het juiste antwoord heeft gegeven op de beschuldigingen. Men kan dan immers zelf verifiëren of er documenten bestaan die dit al dan niet aantonen. Volgens Akgündüz is dit uiteraard niet het geval. Interessant in deze context is dat de Turkoloog Zürcher stelt dat “omdat de archieven van zowel het IT als de Teskilat verdwenen zijn, het moeilijk [is] tot definitieve conclusies te komen.” (3) Dat Akgündüz bij een lidorganisatie van TFN aanschuift, mag een verrassing lijken, maar is dat zeker niet. De afgelopen jaren heeft hij frequent zijn gezicht laten zien bij activiteiten van organisaties die behoren tot het Turkse extreem-nationalistische spectrum. (4) In verslagen in kranten of in aankondigingen van deze organisaties wordt hij steevast gepresenteerd als een functionaris van de IUR. Het is dus onwaarschijnlijk dat hij puur op persoonlijke titel dergelijke bijeenkomsten bezocht.
7
Eén van de door hem bezochte bijeenkomsten leidde in 2003 nog tot commotie in de (Amsterdamse) pers en het onder druk verplaatsen van de bijeenkomst naar een andere locatie. De Stichting Turkse Islamitische Hulpverlening en Solidariteit (TIHS) organiseerde in juni van dat jaar deze ‘culturele’ bijeenkomst. De meest vooraanstaande gast was de voorzitter van de Turkse Grote Eenheids Partij (BBP), Muhsin Yazicioglu. De BBP splitste zich in 1992 af van de extreem-nationalistische Partij van de Nationalistische Actie (MHP). Yazicioglu is de onbetwiste leider van deze Turkse islamitische Grijze Wolven. Wij kennen hem van de uitspraak dat “We vast overtuigd [zijn] van de theorie van een superieur ras... Het Turkzijn is een onontbeerlijk goed dat bestaat uit religie en ras. Het Turkse ras is edeler dan alle andere." (5) Voor zover Yazicioglu’s verlichte opvattingen. De publiciteit vooraf in het Parool was voor Akgündüz geen aanleiding om verstek te laten gaan. Daarmee bevestigde hij zijn affiniteit met het gedachtegoed van de BBP-wolven. De betrokkenheid van de IUR bij extreem-nationalistische organisaties blijft overigens niet beperkt tot de contacten van Akgündüz, maar is zover wij kunnen inschatten mogelijk op beperkte schaal van meer organisatorische aard. Op de website van de IUR treffen we namelijk een Turkstalig bericht aan over een bezoek in 2002 van een culturele delegatie van de NAF aan deze universiteit. (6) De delegatie sprak over Turkse leerkrachten in Europa en de dienstverlening aan het Europese “Turkendom”. In dat kader reikte zij ook enkele prijzen uit, waaronder één aan Akgündüz. In de publicatie The Islamic University of Rotterdam into the Third Millenium uit 2002 van de IUR wordt de doelstelling van de universiteit geformuleerd. (7) In algemene termen behelst die het leveren van een bijdrage aan de Nederlandse multiculturele samenleving. Daaronder valt onder andere specifieker “to work for the achievement of harmony, dialogue and balance in life, production and reproduction of knowledge within an Islamic paradigm”. We kunnen ons afvragen of een rector, die ook al in 2000 in opspraak kwam doordat hij het slaan van moslimvrouwen door hun echtgenoten in bepaalde omstandigheden billijkte, en zich associeert met organisaties die bekend staan om hun intolerantie tegen minderheden (in Turkije) en mensen met andere geloofsopvattingen (bijvoorbeeld joden, christenen en alevieten), de aangewezen persoon is om bij de IUR zorg te dragen voor het vervullen van het mission-statement van deze universiteit. Noten: 1): Osman Duman, ‘Müslümanlar hiçbir zaman soykirim yapmanmislardir’, Türkiye, 24 december 2003. Voor een volledige vertaling van het stuk uit de Türkiye zie: http://www.xs4all.nl/~afa/alert/4_8/duman.html. 2): Erik J. Zürcher, Een geschiedenis van het moderne Turkije, Sun, 1995, pp. 139-141. 3): ibidem, p. 141. De Teskilat, voluit Teskilati Mahsusa (Speciale Organisatie), was een kleine geheime organisatie binnen de IT, opgezet door de het centraal comité van deze organisatie. 4): Akgündüz was aanwezig of aangekondigd bij de volgende bijeenkomsten: april 2001, aanwezig bij een bijeenkomst van de Nizam-i Alem Federatie (NAF) in Amsterdam, waar onder anderen aanwezig BBPvoorzitter Yazicioglu, Avrupa Türk Islam Birligi (ATIB) voorzitter Abullah Güven en NAF-voorzitter Orhan Kavuncu; 12 mei 2001, aangekondigd als gast bij het dertiende congres van de ATIB, andere aangekondigde gasten: Yazicioglu (BBP), Musa Serdar Çelebi (ATIB) en Kavuncu (ANF); mei 2003, aanwezig bij het veertiende congres van de ATIB, andere gasten: Çelebi (ATIB), Kavuncu (NAF) en ATIB-voorzitter Fikret Ekin; en juni 2003 aanwezig bij de TIHS-bijeenkomst in Amsterdam, andere gasten: NAF-voorzitter Recep Yildirim, Alperen Haarden voorzitter Ibrahim Yilman en de BBP-voorzitter Yazicioglu. Overigens ontving Akgündüz in 2002 een prijs van de ATIB vanwege zijn activiteiten op het gebied van onderwijs. De ATIB, BBP, NAF en TIHS zijn allen organisaties die kunnen worden aangemerkt als afsplitsingen van de idealistische beweging rond de Partij van de Nationalistische Actie (MHP). Ze zijn meer op de islam georiënteerd als de laatst genoemde beweging en behoren tot het Turks extreem-nationalisme. Voor meer informatie over deze organisaties zie: Ursula Spuler-Stegemann, Muslime in Deutschland, Informationen und Klärungen, Herder, 2002, pp. 94-96 en 116-119. 5): Hugh Poulton, Top Hat, Grey Wolf and Crescent, New York University Press, 1997, p. 153. 6): http://www.islamicuniversity.nl/home/home.php?lang=turkce&part=8§ion=4#4 Mayýs, afgelezen op 31 oktober 2004. 7): IUR (red.), The Islamic University of Rotterdam into the Third Millenium, 2002, p. 18. Uit: Alert!, nummer 4, december 2004
8
6.
Grijze Wolven in Twente (deel 2)
Harold de Goede In diverse publicaties van Alert! is aandacht besteed aan de Grijze Wolvenorganisatie Turkse Federatie Nederland (TFN), de mantelorganisatie van de Turkse extreem-nationalistische politieke partij Milliyetçi Hareket Partisi (MHP) uit Turkije. In Twente zijn drie afdelingen van de TFN actief, in Enschede, Almelo en Hengelo. De Enschedese afdeling, de Turkse Culturele Vereniging Enschede, is actief sinds mei 1982. Almelo kende in het verleden al een traditie van Grijze Wolvenactivisme (zie Alert!, nummer 1, zomer 2000) (1) en sinds juli 1997 is er een officiële stichting opgericht onder de naam Turkse Culturele Educatieve Stichting Almelo. Hengelo heeft eind jaren zeventig een kern van Grijze Wolven gekend maar men heeft zich nauwelijks geprofileerd. In januari 1999 circuleren de eerste geruchten over Grijze Wolven in Hengelo, als blijkt dat er een nieuwe Turkse Culturele Vereniging is opgericht. Alle drie de organisaties hebben nauwe contacten met elkaar, waardoor zich in Twente een behoorlijk groot netwerk van extreemrechtse Turken aan het ontwikkelen is. Turkse Culturele Vereniging Hengelo De Turkse Culturele Vereniging Hengelo (TCVH) is op 28 januari 1999 opgericht. Enkele anonieme bronnen bevestigden toen al dat het om een nieuwe organisatie van Grijze Wolven zou gaan maar harde bewijzen bleven echter achterwege. Vanaf 1999 leidt de vereniging een bestaan in de luwte (bijeenkomsten zijn niet zichtbaar aangekondigd en de media heeft geen lucht van de vereniging gekregen). De TCVH dient pas op 18 februari 2002 haar eerste subsidieaanvraag in voor het organiseren van haar activiteiten. In het subsidieverzoek staat vaag omschreven waarvoor de vereniging financiële ondersteuning wil: "Wij organiseren sociale en culturele activiteiten om de samenleving positief te beïnvloeden. Waar wij voornamelijk onze aandacht aan besteden zijn de jongeren. Met hun opleidingen, opvoeding en sociale contacten." De gemeente Hengelo heeft diverse malen getracht om duidelijkheid te krijgen over de activiteiten, maar de vereniging bleef in gebreke. Ook tijdens gesprekken tussen de TCVH en de gemeente kan de TCVH geen overtuigende redenen aanhalen waarom zij in aanmerking zouden komen voor subsidie. De gemeente wijst uiteindelijk het subsidieverzoek af en zij komt tot de conclusie dat TCVH zich aan moet sluiten bij de reeds bestaande organisaties. Tot op heden heeft de TCVH op geen enkele beslissing van de gemeente gereageerd. Een belangrijke rol in de TCVH is weggelegd voor de in Enschede woonachtige Seyfi Zengin. In mei 2000 wordt Zengin gekozen tot voorzitter van de TCVH, hiervoor heeft hij al een kleine bestuurlijke carrière achter de rug. Hij was oprichter van de Turkse Belangengroep Boswinkel in Enschede waarbinnen ook andere Grijze Wolven actief zijn geweest. Het doel van de belangengroep was om de belangen van de Turkse bewoners van de Enschedese wijk Boswinkel op sociaal, cultureel en maatschappelijk gebied te behartigen. Ook is Zengin op 29 januari 1995 benoemd tot vice-penningmeester van de Twentse Jongerenvereniging Kervan. Kervan wilde in april 1995 een internationale handtekeningenactie organiseren tegen de erkenning van de Nederlandse staat inzake de oprichting van het Parlement van Koerdistan in Ballingschap. In januari 2002 organiseert de TCVH een bijeenkomst in Hengelo, waar Zengin en de algemeen voorzitter van de TFN, Ismet Harmankaya, spreken. Harmankaya spreekt over de bescherming van de Turkse islamitische identiteit. "De jongeren leren hier hoe ze zich moeten gedragen en handelen. Zij leren de taal, de godsdienst en de Turkse cultuur. Om die reden moeten wij in eenheid en saamhorigheid met alle kracht die in ons is, ons inspannen om deze vereniging te beschermen en te ontwikkelen", aldus Harmankaya. Het bestuur van TCVH en Harmankaya laten zich nog fotograferen voor een afbeelding van een huilende wolf. In februari 2002 is Zengin aanwezig op een vergadering van de Turks Culturele Educatieve Stichting Almelo (TCE), een Grijze Wolvenorganisatie uit Almelo, waar hij tot dagvoorzitter is gekozen. De vergadering is belegd om op die dag een nieuw bestuur te kiezen, alsmede een nieuw bestuur voor de jeugd- en vrouwenafdeling. Tijdens een vergadering van de Turkse Culturele Vereniging Enschede (TCVE), een Enschedese Grijze Wolvenorganisatie, wordt hij eveneens gekozen tot dagvoorzitter. In februari 2003 organiseert de TCVH een feest in het Hengelose theatergebouw en er komen circa 350 deelnemers op het feest af. Ook de imam van de Hengelose Ayasofya moskee in Hengelo, Ibrahim Ethem Öztürk, is aanwezig. In zijn toespraak geeft hij de extreemrechtse Turken een steuntje in de rug. "Dit soort bijeenkomsten bevorderen de morele ontwikkeling van de mensen. Daarnaast zijn dit soort bijeenkomsten goed voor de culturele bekendheid zodat onze cultuur in stand blijft", aldus de imam. De imam is al vaker gesignaleerd op bijeenkomsten van Grijze Wolven, waaronder een bijeenkomst van de TCE in Almelo. Wat subsidies betreft blijft de TCVH op de achtergrond, zij heeft in haar bestaan dus slechts één subsidieverzoek ingediend bij de gemeente Hengelo. De TCVH organiseert daarnaast wel bijeenkomsten maar hoe deze gefinancierd worden is onbekend. Wat wel bekend is, is dat de TCVH haar activiteiten organiseert onder de vlag van de TFN. Het ledenbestand van de TCVH is inmiddels uitgegroeid tot 106 mensen. Turkse Culturele Educatieve Stichting In april 1995 komt in Almelo een groep Turkse jongeren bij elkaar om een vereniging op te richten, de bijeenkomst is georganiseerd onder het toeziend oog van de TFN. Een niet met name genoemde woordvoerder van de Turkse Federatie houdt een toespraak waarin hij mensen aanmoedigt om verenigingen en stichtingen in Nederland op te richten van mensen die zich verbonden voelen met hun godsdienst, taal en land. Op 13 juli 1995 vindt de oprichting
9
van de Turkse Culturele Educatieve Stichting Almelo plaats. De stichting stelt zich als doel om de positie van Turken in Almelo te verbeteren en de integratie zo optimaal mogelijk te realiseren. Daarnaast wil de stichting de eenheid onder Turken bevorderen en bewaren. Net zoals bij de TCVH doen ook bij de oprichting van de TCE geruchten de ronde over de sympathieën van de TCE voor de Grijze Wolven. Het ontbreken van harde bewijzen heeft de affaire naar de achtergrond geschoven. In 2000 wordt het balletje echter verder aan het rollen gebracht en de stichting wordt voor de eerste keer openlijk in dagblad Tubantia in verband gebracht met haar extreemrechtse connecties. Het bestuur ontkend in alle toonaarden iets met extreemrechts van doen te hebben. Haar eerste reactie op de beschuldiging is dat zij niet aan politiek doet en zij via een notaris de ontkenning wil vast laten leggen. Een jongerenwerker kent de geruchten en hij constateert dat de TCE vasthoudend achter de Turkse cultuur staat. Hij zegt nog geen harde bewijzen te hebben gezien dat het daadwerkelijk om een Grijze Wolvenorganisatie gaat. Daarnaast zou hij de organisatie hebben aangesproken op de vermeende contacten met de Grijze Wolven, waarop het bestuur ontkennend geantwoord heeft. "Er hangen wel vlaggen met halve maantjes, maar dat is hun geschiedenis en ik kan dat wel begrijpen", aldus de jongerenwerker. Oudbestuurslid Mesut Gunes van de TCE ontkent ook in alle toonaarden de betrokkenheid van de TCE met de Grijze Wolven. Hij erkent wel dat de Turkse cultuur en Turkije (‘ons vaderland’) voor de TCE belangrijk is. Wanneer de TCE problemen krijgt met haar pand aan de Goossenmaatsweg in Almelo, men onderhoudt daar een illegale kantine en ontmoetingsplaats, vraagt zij de gemeente Almelo om een nieuwe ontmoetingsruimte. De gemeente Almelo weigert echter haar medewerking te verlenen omdat zij van mening is dat de TCE niets toevoegt aan het reeds bestaande scala aan activiteiten van Turkse zelforganisaties in Almelo. De gemeente Almelo adviseert de TCE om samen te werken met andere organisaties maar de TCE ziet dat niet zitten. Volgens Gunes wil de TCE niet met andere organisaties samenwerken omdat die organisaties niets voor jongeren organiseren. De TCE gooit het over een andere boeg en zij zegt dat de gemeente haar discrimineert vanwege de geruchten omtrent de extreemrechtse sympathieën. Zij dient een klacht in bij het Anti Discriminatiebureau Oost, die een onderzoek instelt. De gemeente stelt zich echter op het punt dat het Almelose beleid er op gericht is om te integreren en dat een apart gebouw voor één organisatie niet binnen het integratiebeleid valt. Uiteindelijk krijgt de TCE een nieuw pand ter beschikking en wordt ze ondergebracht in hetzelfde pand waar ook de Turkse Democratische Arbeiders zijn gehuisvest. Met het betrekken van de nieuwe huisvesting wordt het onderzoek van het ADB-Oost gesloten. De democratische arbeiders zijn niet blij met de Grijze Wolven, maar de TCE ziet het wel zitten. Nilgun Özey, voorzitter van de vrouwenafdeling van de TCE, wil de politieke verschillen tussen de democratische Turken en de TCE achterwege laten en ze wil zich inzetten voor Turkse jongeren en hun behoeften in Almelo. Zij benadrukt dat de TCE zich niet met politiek inlaat. Echter, een anonieme tip van een gemeenteambtenaar bevestigt het tegendeel. De gemeenteambtenaar verklaart dat de TCE wel degelijk politieke idealen heeft. De TCE blijkt te werken onder de vlag van de TFN en het bestuur van de TCE heeft dat al diverse keren bevestigd. Op een foto in de Turkse krant Türkiye staan diverse leden van de TCE afgebeeld met een foto van de overleden Grijze Wolvenleider Alparslan Türkes op de achtergrond. De bijeenkomsten van de TCE worden bezocht door vertegenwoordigers van andere Grijze Wolvenorganisaties uit Twente en andere delen van Nederland. Zo zijn op een bijeenkomst in februari 2002 in Almelo afgevaardigden gezien van de TFN, TCVE, TCVH en de Turkse Culturele Vereniging Maassluis. Het congres wordt geopend met voorlezing uit de koran en het zingen van het volkslied van Turkije. Op 27 april 2002 organiseert de TCE in samenwerking met de TCVH en de TCVE een ‘nationaal kinderfeest’ in Almelo waar circa 1000 mensen op af komen. Voorzitter Soner Özey zegt tegenover een journalist niet telefonisch te willen ingaan op de beschuldigingen van extreemrechtse sympathieën, want, zo zegt hij, "alles wat ik zeg kan de stichting schade berokkenen". In februari 2003 organiseert de TCE een feest waar circa 300 mensen op af komen. Het feest staat in het teken van de jarige, Almelose troubadour Ömer Kadan. De blinde muzikant is een graag geziene gast op bijeenkomsten van de TFN en de bij haar aangesloten Grijze Wolvenorganisaties. Tijdens de bijeenkomst houdt de voorzitter van de TFN, Ismet Harmankaya, een toespraak waarin hij de eenheid onder de Turken benadrukt. Harmankaya: "Onze eenheid stralen jullie op deze avonden het mooist uit. Laat deze eenheid niet los en laat de liefde in je hart nooit verdwijnen". De TCE heeft geen vaste subsidierelatie met de gemeente Almelo. De gemeente heeft in 2002 echter wel een eenmalige subsidie van 1.150 euro gegeven om een voorlichtingsbijeenkomst te organiseren. De gemeente is niet van plan om de subsidierelatie uit te bouwen omdat zij alleen nog zaken doet met de reeds bestaande organisaties. De TCE heeft niets nieuws te bieden aan de Turkse bevolking en hen wordt te kennen gegeven om zich aan te sluiten bij een van de andere Turkse zelforganisaties die al geruime tijd subsidies krijgen. De TCE telt inmiddels rond de 200 leden, voornamelijk jongeren. Volgens opgave van de stichting bereikt men circa 875 Turken in Almelo en men heeft zich langzaam maar zeker genesteld in de Almelose samenleving. Almelose instanties, zoals de politie en Stichting Netwerk, zijn lovend over de aanpak van de TCE. Zo constateerde de politie tijdens een crisis in de kringen van de TCE dat een aantal ‘probleemjongeren in de Almelose binnenstad zich weer manifesteerden’. De jongeren waren volgens de politie afkomstig uit de gesloten panden aan de Goossenmaatsweg en het buurtcentrum Molenbroek in Almelo. Nu de TCE een vaste plek heeft gekregen verdwijnen de probleemjongeren uit de Almelose binnenstad. De Turkse Culturele Vereniging Enschede De TCVE bestaat sinds 10 mei 1982 en al die jaren is de vereniging nauwelijks tot niet in het nieuws geweest. Bij het uitgeven van het boek van de schrijvers Stella Braam en Mehmet Ülger Grijze wolven, een zoektocht naar Turks extreem rechts in 1997 breekt de storm los. Volgens het boek is in Enschede ook een afdeling van de Grijze Wolven actief. Al snel komt de TCVE in beeld waar vlaggen met drie halve manen hangen en een portret van de overleden Grijze Wolvenleider Alparslan Türkes. De TCVE reageert, net zoals de TCE en TCVH, ontkennend. Het bestuur snapt niets van de verwijten en de beschuldigingen aan haar adres. In het blad van de Enschedese Samenwerkende
10
Allochtone Organisaties erkent het ex-bestuurslid van de TCVE, Mustafa Barmanpek, dat de Grijze Wolf een symbool is waarin de vereniging zich kan vinden. Zelf zegt hij te sympathiseren met de MHP in Turkije. Daarnaast verklaart Barmanpek dat de TCVE zich inzet voor het behoud van de eigen cultuur en identiteit. Eind december 2001 organiseert de TCVE een ‘Iftar-maaltijd’ in Enschede. De ‘Iftar’ is de verbreking van de Ramadan door middel van een maaltijd. Tijdens de bijeenkomst is MHP-parlementslid voor Isparta, Mustafa Zorlu, aanwezig. Hij houdt tijdens de bijeenkomst een toespraak en laat zich met enkele bestuursleden van de TCVE fotograferen. Op de achtergrond van de foto hangt een vlag met drie halve manen. Een jaar later, in 2002, wordt er een algemene ledenvergadering gehouden en ex-bestuursleden laten zich fotograferen voor het portret van Alparslan Türkes en een vlag met drie halve maantjes. Volgens diverse krantenartikelen organiseert de TCVE, net zoals de TCE en de TCVH, haar activiteiten onder de vlag van de TFN. In december 2002 organiseert de TCVE, als TFN-vereniging, een religieus feest te Enschede. De samenwerking met de organisaties uit Enschede en Almelo heeft een blijvend karakter; zo blijkt uit gegevens dat diverse afgevaardigden van de andere Twentse Grijze Wolvenorganisaties aanwezig zijn op vergaderingen. De afgevaardigden worden voor één dag benoemd tot bestuurslid van de vergadering. Op bijeenkomsten worden genodigden van onder andere de TCVH uitgenodigd. Zo was de voorzitter van de TCVH, Seyfi Zengin, in februari 2003 aanwezig op een door de TCVE TCVE-kopstukken R. Ates, H Çakir, K. Erkeç georganiseerde afscheidsbijeenkomst van imam Ahmet Yildiz van en E. Koçyigit (bron: Türkiye) de Anadolu Merkez Moskee in Enschede. Daarnaast is ook Süleyman Demir, voorzitter van de Turkse Culturele Vereniging Apeldoorn (lid-organisatie van de TFN), aanwezig. Demir was in 1999 bestuurslid van de TFN. In mei 2003 organiseert de TCVE een ‘Eenheidsdag en Vriendschapsfeest’ in Enschede, inclusief een demonstratieve tocht naar het centrum van de stad. De dag is begonnen met het koor Mehter Takimi, het oudste koor uit het Ottomaanse Rijk. Het koor zong in die tijd de soldaten moed in. Grijze Wolven associëren zich met dit koor, omdat zij meestal nationalistische liedjes zingen. Het koor heeft ook ‘s avonds tijdens het feest van de TCVE opgetreden samen met nog andere Grijze Wolvenmuzikanten waaronder de troubadour Ömer Kadan. Onder de afgevaardigden bevinden zich extreemrechtse Turken uit Apeldoorn, Almelo, Hengelo, Emmen, Lochem, Hoorn en Eindhoven. Daarnaast zijn ook diverse imams uit verschillende streken uit Nederland aanwezig. Ismet Harmankaya, voorzitter van de TFN, en Hikmet Yildizeli, ex-voorzitter van de TFN, namen ook deel aan het programma van de TCVE. Hikmet Yildizeli betoogt in zijn toespraak dat de maand mei een belangrijke maand is in de Turkse geschiedenis. (2) De TCVE heeft jarenlang vele subsidies ontvangen voor het ontplooien van allerlei activiteiten, zoals informatiebijeenkomsten. De laatste jaren is door de gemeente Enschede een rem gezet op de subsidies. Deels heeft de TCVE dat aan zichzelf te wijten, want de TCVE weigerde samenwerking met andere Turkse zelforganisaties. De gemeente heeft daarop besloten om de subsidie voor haar pand terug te draaien. Een ander deel heeft te maken met de vuurwerkramp in Enschede. Het gebouw van de TCVE stond in het rampgebied, waardoor de TCVE alles is kwijtgeraakt. Over het jaar 2002, in tegenstelling tot aan 1998 toen de TCVE duizenden guldens subsidie kreeg en zelfs een banenpooler in dienst had, heeft de TCVE geen subsidie ontvangen, want, zo zegt de gemeente Enschede, er zijn geen activiteiten geweest. Volgens de TCVE zijn er wel activiteiten geweest, maar deze zijn niet in aanmerking gekomen voor subsidie. Ook het eerste half jaar van 2003 heeft de TCVE geen subsidie ontvangen, omdat ze die niet hebben aangevraagd. Het ledenaantal van de TCVE varieert per jaar. In 1998 telde de TCVE circa 200 leden, maar in 2001 is het ledenaantal gereduceerd tot 47. De gemeente Enschede waarschuwt de TCVE over het ledenaantal. Indien op de nieuwe peildatum mocht blijken dat het ledenaantal wederom onder de 50 zit, dan heeft de TCVE geen recht meer op subsidie. In de eerste helft van 2003 stuurt de TCVE haar ledenlijst op naar de gemeente met de mededeling dat er geen activiteiten ondernomen zijn die voor subsidie in aanmerking komen. De TCVE telt momenteel 124 leden. Harold de Goede is lid van AFA-Twente Noten: 1): Dat artikel is ook online te vinden op www.xs4all.nl/~afa/alert/1_4/artikel1.html. 2): Op 3 mei 1944 vonden er grote anticommunistische demonstraties in Ankara en Istanbul plaats tegen de vermeende invloed van het communisme op de regeringsbureaucratie en het onderwijssysteem. Zes dagen later werden vele organisatoren gearresteerd en startte de regering een campagne tegen de Pan-Turkisten. Grijze Wolven herdenken deze dag nog steeds. Voor meer achtergrond over 3 mei, zie www.xs4all.nl/~afa/comite/boek/h11.html.
Uit: Alert!, nummer 3, juli/augustus 2003
11
7.
Windowdressing door de Turkse Federatie Nede rland
Tot op heden ontkent de extreem-nationalistische Turkse Federatie Nederland (TFN) altijd - en vaak weinig overtuigend - nauwe banden te onderhouden met de Turkse Partij van de Nationalistische Actie (MHP) en de idealistische beweging in Turkije. Achterliggende reden voor deze ontkenning is met name angst voor beschadiging van haar imago. De TFN gebruikt daarom in haar openbare publicaties (advertenties, Nederlandstalige pamfletten en brieven, de pagina’s op haar website, etc.) geen symbolen of begrippen die nadrukkelijk met de MHP en de idealistische beweging in verband kunnen worden gebracht. Intern neemt zij die moeite een stuk minder. Zo verspreidde de TFN in november 2003 per post onder haar achterban een felicitatie (zie hieronder) voor het suikerfeest. Op het briefje treffen we de MHP-partijvlag naast het TFN-logo aan, verder valt er een forse huilende grijze wolf te bewonderen en wordt de term ‘ülkü ocaklari’ (Idealistische Haarden) gehanteerd; de standaardaanduiding in Turkije voor verenigingen van de idealistische beweging. Vertaling tekst: Ik feliciteer u van harte ter gelegenheid van het (suiker)feest en hoop dat dit feest bij moge dragen aan alles wat de TURKSE-ISLAMITISCHE gemeenschap en de gehele mensheid ten goede komt. Met mijn diepste gevoelens van respect en genegenheid, moge God u behoeden, Moge God de Turk beschermen en verheffen. Ramazan Kaynar gemachtigde van de algemeen voorzitter Bron: http://www.xs4all.nl/comite/artikel/artikel83.html
8.
Demonstratie-oproep moord Cafer Dereli
Hieronder geeft het Comité ‘Stop de Grijze Wolven’ een deel van een pamflet weer dat is uitgedeeld tijdens de landelijke demonstratie die op 17 december 2000 plaatsvond in Rotterdam. Op zaterdag 9 december is in Rotterdam de 22-jarige Cafer Dereli, verdediger van de mensenrechten, vermoord. Cafer Dereli was een van de twaalf Turkse mannen en vrouwen, die sinds 29 november beurtelings deelnemen aan een hongerstaking in een tent naast het stadhuis aan de Coolsingel. De hongerstakers in Rotterdam betuigen hun solidariteit met de politieke gevangenen in Turkije, die met een langdurige hongerstaking protesteren tegen wantoestanden in Turkse gevangenissen, zoals foltering en opsluiting in isolatie. De deelnemers aan de hongerstaking werden uitgedaagd door Grijze Wolven, een Turkse extreem-rechtse organisatie. Cafer Dereli is door een messteek in zijn hart vermoord. Cafer Dereli woonde sinds anderhalf jaar in Merksem (bij Antwerpen) als politiek vluchteling. We vinden het afschuwelijk dat extreem-rechts, ook in Rotterdam, mensen kan vermoorden. We roepen daarom iedereen op om te protesteren tegen extreem-rechts geweld in Nederland en steun te betuigen aan de familie en vrienden van Cafer Dereli. Stop de Grijze Wolven Stop extreem-rechts geweld Bron: http://www.xs4all.nl/comite/artikel/artikel11.html
12
9.
Nederlandse justitie loopt uit de pas inzake Grijze Wolven
Ernst Haffmans Op 28 november 2000 rolde de Nederlandse politie in een landelijke operatie een deel van een criminele bende op, die nauw gelieerd was aan de extreem-rechtse Turkse Grijze Wolven. Dit was tegen het zere been van de narcoticaafdeling van de Verenigde Naties, die onder zware politieke druk van Turkije een maand eerder hadden besloten het onderzoek naar de verwevenheid van maffia en politiek in Turkije te staken. Journalisten, wetenschappers, onderzoekers en het Van Traa-rapport waarschuwen al jaren voor de banden tussen de politieke afdelingen in Nederland van de Turkse regeringspartij MHP, Partij van de Nationalistische Actie, en de Turkse maffia. VN zwicht voor Turkse druk Pino Arlacchi, chef narcotica van de VN, schreef in een brief van 16 oktober aan de Nederlandse VN-ambassadeur Ramaker in Wenen, waar de UN Office for Drug Control and Crime Prevention zetelt: "De politieke gevoeligheden zijn zo groot dat zelfs het schrijven van een vertrouwelijk rapport diplomatieke problemen zou veroorzaken. Onder de omstandigheden is het raadzaam in het geheel geen rapport te schrijven." Volgens ingewijden, die liever anoniem blijven vanwege mogelijke represailles, is het niet de eerste keer dat een onderzoek naar verbanden tussen Turkse maffia en politiek wordt stopgezet. Zij vinden het optreden van de Nederlandse justitie dan ook ‘dapper en zeer opmerkelijk.’ In totaal vonden er 21 huiszoekingen plaats in Amsterdam, Zaandam, Assendelft, Utrecht, Lelystad, Tilburg, Den Bosch, Uden, Venray en Oosterhout door 300 agenten. Onder de 23 arrestanten zijn twee Turkse hoofdverdachten, de 36-jarige Servet Y. uit Amsterdam en de 34-jarige ex-politieagent Tacin K. uit Utrecht. Er werden 12 vuurwapens, waaronder uzi-pistoolmitrailleurs en revolvers, handgranaten, 15 kilo heroïne en een grote hoeveelheid valse Duitse Marken in beslaggenomen. De arrestanten worden, in wisselende samenstelling, verdacht van onder meer bedreiging, afpersing, wederrechtelijke vrijheidsbeneming, vrouwenhandel, vuurwapenbezit- en handel en drugshandel. Later richt het onderzoek zich ook op mogelijke subsidie-fraude door Turkse instellingen en pogingen van criminelen te infiltreren in moskeebesturen. Volgens het onderzoek, dat al in 1998 startte, heeft de bende vertakkingen naar een aantal landen, zoals Denemarken, Duitsland en Turkije. De politie zegt met de operatie, uitgevoerd met behulp van diverse regio-korpsen en binnen- en buitenlandse opsporingsdiensten, diverse liquidaties, afpersingen en gijzelingen te hebben voorkomen. Op 7 december verlengt de rechter-commissaris de gevangenhouding van 11 van de 23 arrestanten. Op het moment van schrijven zitten drie hoofdverdachten nog vast, de rest is vrijgelaten. Hoofdverdachten De afgelopen 18 maanden zijn er al 64 mensen gearresteerd in verband met het onderzoek naar deze criminele organisatie. Enkele verdachten zijn inmiddels veroordeeld tot celstraffen. Een groot aantal van hen zit nog in voorlopige hechtenis, is voortvluchtig of wacht in vrijheid op een rechtszaak. De inval op de Zeeburgerdijk in Amsterdam, waar het hoofdkwartier van de Turkse Federatie Nederland, de mantelorganisatie van de MHP in Nederland, is gevestigd, was een duidelijk voorbeeld van de verwevenheid van het criminele milieu en de extreemrechtse politieke activisten van de Grijze Wolven. Het pand aan de Zeeburgerdijk werd overigens voor het symbolische bedrag van f 1- door Stadsdeelraad Zeeburg aan de Turkse Federatie overgedaan, waarna het verwordde tot een ijkpunt van criminele en politieke activiteiten. In het pand zit ook een moskee, tevens lid-organisatie van de Turkse Federatie Nederland, evenals bijvoorbeeld de Turkse Omroep Stichting TOS, die in 1997 herhaaldelijk beelden uitzond van Stella Braam, samen met Mehmet Ülger auteur van het spraakmakende boek Grijze Wolven, een zoektocht naar Turks extreem-rechts. Een ander voorbeeld van de verwevenheid was de arrestatie van topcrimineel Servet Y, tot op de dag van vandaag bestuurslid van drie Grijze Wolvenverenigingen in Amsterdam. (1) Y. was al eerder doelwit van justitie, toen in 1993 een onderzoek naar een drugsbende in de Amsterdamse Mercatorbuurt werd gestart. De Mescid-I-Aksa-moskee in Amsterdam, ook aangesloten bij de Turkse Federatie en een Turkse stichting waarvan Y. voorzitter is, werden daartoe afgeluisterd. De telefoongesprekken gaven een goed beeld van de activiteiten van de bende van Ahmet A., waartoe ook Y. behoorde. A. werd uiteindelijk wel veroordeeld, tot 12 jaar gevangenisstraf. Zo werd er bijvoorbeeld ‘gedingest’ over partijen drugs, want men vermoedde al dat de telefoon werd afgeluisterd. Valse paspoorten werden schriften genoemd. Handel in vals geld en ontvoeringen van mensen met de vraag of ze wel of niet van kant worden gemaakt. (2) In oktober 1993 werden ruim 200 mensen opgepakt en 345 kilo heroïne inbeslaggenomen. Servet Y. was volgens de politie hoofd van de ‘divisie geweld en politiek’, maar tot een veroordeling kwam het nooit. Begin jaren negentig behoorde Servet Y. tot de groep Turken die probeerden te infiltreren in de lokale politiek en wel in de PvdA van het Amsterdamse stadsdeel Geuzenveld/Slotermeer. Doordat de BVD hem aftapte waren ze in staat hier een stokje voor te steken en de PvdA te waarschuwen. De groep rond Y. probeerde verder in ondermeer moskeebesturen in Uden en Krommenie invloed te krijgen. De andere hoofdverdachte, Tacin K. wordt gezien als Y’s rechterhand, legt zich toe op de incasso bij afpersingen en het onderhouden van een geoliede inlichtingendienst. Hij zou ook voorzitter zijn van een Utrechtse sportvereniging. Het Arrow-team, een speciale recherche-eenheid van de Amsterdamse politie, schreef eind 1997 in een interne notitie over de bedreigingen aan het adres van Braam en Ülger: "Uit het onderzoek werd duidelijk dat bedreigers van Turkse
13
origine waren en verbindingen hadden met de Turkse Federatie." Voor het proces vraagt de rechter-commissaris in Amsterdam eind februari Braam en Ülger te verschijnen om te getuigen tegen beide hoofdverdachten. Ze weigeren omdat ze geen bronnen prijs willen geven. Ze zeggen het risico van gijzeling door justitie te aanvaarden. Het is onduidelijk op wiens verzoek de twee journalisten om een verklaring wordt gevraagd. Waarschijnlijk vindt in juni het proces plaats. Zakken meel Belangrijk punt in het onderzoek is de afpersing door de bende van Turkse bakkers. Binnen de Turkse gemeenschap, vooral onder ondernemers heeft deze organisatie voor veel onrust gezorgd en niemand durfde aangifte te doen. Turkse bakkers werden gedwongen om bij één leverancier meel in te kopen, tegen fikse prijzen. Uit onderzoek komt naar voren dat een coöperatie inderdaad bakkerijen verplicht brood bij haar af te nemen, op straffe van een ‘boete’ van 15 duizend gulden als iemand dat weigert. De politie-actie is een stap in de goede richting, maar wij zijn van mening dat er ook op maatschappelijk niveau nog een scala aan maatregelen genomen zou moeten worden. Als de in het actualiteitenprogramma Twee Vandaag gedane suggestie dat de MHP haar mantelorganisaties in Nederland opdrachten gaf tot criminele handelingen, waar is, dan brengt dit volgens ons grote politieke consequenties met zich mee. De MHP is een regeringspartij in Turkije, die ministers levert aan het kabinet Ecevit. Als blijkt dat zij betrokken zijn bij criminele activiteiten moet dit grote politieke en diplomatieke gevolgen hebben, zodat Turkije, als ze tot de Europese Unie willen toetreden, eindelijk eens schoon schip maakt in haar fascistoïde politieke bestel. Zoals het autoongeluk nabij het Turkse plaatsje Susurluk in 1996 al aantoonde (waar een internationaal gezochte Grijze Wolvenmaffia-baas met diplomatiek paspoort, een hoge politiefunctionaris en een grootgrondbezitter in één auto bleken te zitten (3)), is de verwevenheid van maffia, Grijze Wolven, politie-officieren en de politieke elite zeer groot en hardnekkig. Wij pleiten daarom dan ook voor een inreisverbod van MHP-politici, uitsluiting op internationale fora en het verbreken van diplomatieke contacten met de ministeries van de MHP’ers. Een andere effectieve maatregel om de speelruimte van de Turkse rechts-extremistische politieke maffia in Nederland zo klein mogelijk te houden, is de Grijze Wolven-organisaties in Nederland, enkele tientallen groot (volgens de TFN 74), van gemeentelijke subsidies te onthouden. Ondanks talloze publicaties en waarschuwingen hebben sommige gemeentes nog steeds geen maatregelen genomen tegen de financiering van Grijze Wolven-organisaties. Het intrekken van subsidies en het verbreken van contacten door gemeentelijke instellingen zal de status van de organisaties binnen de Turkse gemeenschap aanzienlijk verlagen. De Grijze Wolvenorganisaties zullen niet meer als aantrekkelijke belangenorganisatie voor de Turkse gemeenschap gezien worden. Zo is het wellicht mogelijk om vooral Turkse jongeren bij andere organisaties te betrekken, zodat zij minder onder de intolerante, extreem-nationalistische en criminele parapluie van de Grijze Wolven vallen. Men moet hierbij niet vergeten dat de Turkse extreem-rechtse beweging een totaal andere structuur en dynamiek heeft dan de Nederlandse extreem-rechtse beweging. De Grijze Wolven in Nederland zijn extreem gewelddadig en fungeren als loopjongens van de politieke maffia in Turkije. De Grijze Wolven proberen met intimidatie, discriminatie (van bijvoorbeeld Koerden en Alevieten) en afpersing delen van de Turkse gemeenschap in haar greep te houden. De neuzen van de Grijze Wolven zijn gericht naar Ankara, niet op integratie of interesse in de Nederlandse maatschappij. Pas als er in die Nederlandse maatschappij zaken gebeuren die het aanzien van Turkije zouden kunnen schaden, zoals de oprichting van het Parlement van Koerdistan in Ballingschap in 1995 in Den Haag, de destijds dreigende komst van PKK-voorzitter Öcalan naar Nederland of de recente plannen om in Assen een monument ter herdenking van de slachtoffers van de Armeense genocide te plaatsen, komen de Grijze Wolven in actie en slepen zij hun vaak nationalistisch georiënteerde landgenoten mee. Turkse organisaties eisen excuses Eind december werd de Staat der Nederlanden gedagvaard door de Ulu Camii Moskee, de jongerenvereniging Tükem, de vrouwenvereniging Kubra en de Turkse Democratische Jongerenvereniging, allen aangesloten bij de Turkse Federatie Nederland. Zij eisen eerherstel, publicatie van excuses in een aantal dagbladen en een schadevergoeding ter compensatie van ‘geleden immateriële schade’ van 5000 gulden. Bovendien eisen ze de lijst van inbeslaggenomen goederen. De politie viel, met schoenen aan, de moskee binnen tijdens Ramadan. Op 18 januari achtte de rechter het niet bewezen dat de mannelijke opsporingsambtenaren de vrouwelijke gebedsruimtes met schoeisel hadden betreden en dat zij onzorgvuldig hadden gehandeld. Maar liefst 150 Turkse mannen en vrouwen woonden de zitting een week eerder bij. Woordvoerder Arik van de moskee kondigde aan in hoger beroep te gaan. Ook het Meldpunt Discriminatie Oost uit Amsterdam beklaagt zich in een persbericht over het politie-optreden. Zij zien de inval als een "…grove provocatie, die slechts is te begrijpen tegen de achtergrond van een verworden en ontketend politie-apparaat dat zich dwars op maatschappelijke verhoudingen in een positie verwerft zonder dat politieke partijen daar nog paal en perk aan durven stellen. (…) Het enige niet willekeurige element in het buitensporige optreden van de politie is haar preoccupatie op etnische categorieën als constitutieve elementen van de zogenaamde criminele verenigingen. Daarin zet de politie in Nederland al een decennium lang de toon en drijft zij de maatschappelijke verhoudingen en relaties tussen bevolkingsgroepen langs etnische lijnen op de spits. Aan die willekeur en aanzetten tot discriminatie en racisme dient onmiddellijk een halt te worden toegeroepen." Samen met de eerdergenoemde Stichting Tükem stelt het Meldpunt een ‘chronologisch relaas van feiten van de inval’ samen. Dat is her en der nogal dik aangezet, zoals het stuk over de vrouwen die van ongeveer 9.30 tot tegen 12 uur de koran-ruimte niet mochten verlaten tijdens de inval van de politie: "Al die tijd mochten zij geen contact onderhouden met de buitenwereld." In het relaas over de huiszoeking: "De politie heeft zich tevens met geweld toegang verschaft tot een ideeënbus van de gebedsruimte." Begin januari wordt er in de moskee aan de Zeeburgerdijk een protestbijeenkomst
14
tegen de politie-inval gehouden, waar de stadsdeelvoorzitter van Zeeburg Tjeerd Herrema zich dient te verantwoorden voor uitlatingen op AT5 en in het Stadsblad. In die interviews bracht hij de moskee in verband met criminele organisaties. Volgens Herrema werden zijn woorden echter verdraaid. Als hij niet op de protestbijeenkomst zou komen, dan zouden de voorzitters van de vijf verenigingen, samen met hun volledige achterban, naar een deelraadsvergadering gaan om alsnog opheldering te vragen. Herrema kiest eieren voor zijn geld en komt naar de protestbijeenkomst, hoewel hij zich nadrukkelijk distantieert van protesten tegen het politieoptreden. In zijn toespraak, voorafgaand aan de protestbijeenkomst zegt hij: "Als u of uw organisatie niet geassocieerd wilt worden met de Grijze Wolven dan vraag ik u na te denken over de symbolen die u hanteert; de drie manen, de foto’s aan de muur en de Grijze Wolf die tot voor zeer kort in de tuin van het complex stond. Geef ook meer openheid over de financiële zaken in dit gebouw." En aan het slot maakt hij een stevig statement: "Maar ik zal fel strijden tegen elke organisatie of opvatting die een ras, een geloof, een staat of nationaliteit verheerlijkt en boven anderen stelt. Omdat dit de zwaarste aanval is op onze mensenrechten en leidt tot onderdrukking en geweld. Zowel de geschiedenis van Nederland als die van Turkije laat zien dat dit een doodlopende weg is. Ik hoop en verwacht dat u mij ook in deze strijd zult steunen." Het pleit voor Herrema dat hij zich aanmerkelijk minder voor het karretje van de Grijze Wolven laat spannen dan het Meldpunt Discriminatie Oost. Al in 1998 wilde het Meldpunt samen met de moskee actie ondernemen tegen de beschuldigingen in publicaties en de media als zouden zij Grijze Wolven zijn.
In oktober 2000 werd in het Turkse koffiehuis Cinar aan de Amsterdamse Javastraat een 25-jarige Turkse man doodgeschoten. Volgens diverse ooggetuigen zou een politieke kwestie tussen linkse en rechtse Turken aanleiding tot de schietpartij zijn geweest. Koffiehuis Cinar staat bekend als een ontmoetingsplaats van de Grijze Wolven. De eigenaar van Cinar heeft ook twee bakkerijen, die weer voorkomen op de lijst die de politie hanteert voor het onderzoek naar afpersing.
In Nederland is het doorgaans ‘not done’ als je je uitlaat als rechts-extremist. In Turkije staat juist de superioriteit van het Turkse ras voorop, wat heeft geleid tot vele nationalistische uitbarstingen, zoals de meedogenloze onderdrukking van de Koerden in Zuidoost-Turkije. Juist iedereen die niet past binnen de definitie van het Turkse ras en zich verzet tegen deze door de politiek opgelegde doctrine, wordt vervolgd. Zo is er in Turkije sinds 1946 nooit iemand wegens racisme veroordeeld, maar zijn daarentegen talloze mensen die de superioriteit van het Turkse ras ter discussie wilden stellen, het opnamen voor een minderheid of daartoe behoorden of andere politieke ideeën hadden, verdwenen, gemarteld, gevangengezet of vermoord. De van patriottische trots en extreem-nationalisme doordrenkte Turkse samenleving, maakt de Grijze Wolven tot een geducht tegenstander voor de Nederlandse overheid en maatschappij. Alleen als we de Grijze Wolven, naast strafrechtelijke vervolging, kunnen isoleren, alternatieven kunnen bieden voor kansarme Turkse jongeren en samenwerken met Turkse organisaties die wel een toekomst voor iedereen willen, is het mogelijk de Grijze Wolven in de marge van de samenleving terug te drukken. Ernst Haffmans is lid van het Comité ‘Stop de Grijze Wolven’ Noten: 1) Dit zijn het Turks Platform Geuzenveld/Slotermeer, Amsterdam Sportclub Turkiyem Spor en Stichting Soyad. 2) Stella Braam en Mehmet Ülger, Grijze Wolven een zoektocht naar Turks extreem rechts, 1997. 3) Zie onze publicaties Stop de Grijze Wolven!, Turks extreem-rechts uit 1997 en De Hollandse leeuw en de Grijze Wolf uit 2000. Uit: Alert!, nummer 1, lente 2001
15
10.
Grijze Wolf kandi daat voor Duurzaam Nederland - Persbericht 20 januari 2003
Amsterdam - Op nummer 12 van de kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen in 2003 van Duurzaam Nederland, een afsplitsing van Leefbaar Nederland, staat de Turk Asir Sari (1972) uit Amsterdam. Hij is momenteel penningmeester van de Turkse Federatie Nederland (TFN). Van 1995 tot 1999 was hij ook al penningmeester van deze Federatie die algemeen gezien wordt als de Nederlandse mantelorganisatie van de extreemrechtse Turkse partij MHP (Milliyetçi Hareket Partisi, of Partij van de Nationalistische Actie), beter bekend als Grijze Wolven. De TFN is in Nederland de koepelorganisatie waarbij meer dan zeventig lokale Turkse verenigingen en stichtingen aangesloten zijn. Deze organisaties sympathiseren dan ook met de MHP en de Grijze Wolven, al zullen ze dat in het openbaar, en dan vooral met het oog op gemeentesubsidies, nooit toegeven. Een van de tactieken die de TFN in Nederland voert om haar invloed te vergroten is infiltratie in bestaande politieke partijen. TFN-leden worden lid van reguliere partijen als GroenLinks, het CDA, de PvdA of lokale partijen en proberen zo raadslid te worden. Kennelijk is Asir Sari nu ook op zo’n missie, maar dan op landelijk niveau. Lijsttrekker dr. Seyfi Özgüzel van Duurzaam Nederland zei vorige week nog in de weekkrant Multined: "Ons bindmiddel is gemeenschappelijkheid op basis van universele waarden en normen. Gelijke kansen voor iedereen, respect voor iemands taal, cultuur en religie." Deze ideeën staan lijnrecht tegenover de ideologie van de Grijze Wolven, de Turkse Federatie Nederland en Asir Sari. Het is dan ook een vreemde ontwikkeling dat Sari op de lijst terecht heeft kunnen komen. Ernst Haffmans is lid van Onderzoeksgroep Turks extreem-rechts Bron: http://www.xs4all.nl/comite/artikel/artikel51.html
11.
Overzicht bestuur TFN
Bestuur TFN na 3e congres (4 december 1999): Voorzitter: Ismet Harmankaya. Tuchtcommissie: Celal Arslan, Bülent Kilinç en Hayrettin Sekmen. Controlecommissie: Yusuf Beyaztas, Nedim Doruk en Ismail Koçak Algemene bestuurscommissie: Nurullah Akbulut, Murat Akpinar, Salim Arduçlu, Yusuf Aygün, Hasan Çakir, Sinasi Çavus, Hanifi Çetinkaya, Süleyman Demir, Mehmet Dinçsoy, Celal Duran, Mustafa Elibol, Ömer Erdem, H. Mehmet Eroglu, Turan Eroglu, Murat Gedik, Fazli Güner, Süleyman Güney, Mustafa Güzel, Faruk Hastürk, Ömer Ipek, Ramazan Kaynar, Esat Koçyigit, Aliye Konus, Ali Koyuncu, Mehmet Öcal, Soner Özay, Nazim Öztürk, Hamza Polat, Tacettin Polat, Metin Santas, Fatma Sari, Ali Sari, Asir Sari, Durak Sarikaya, Yalçin Sarpdag, Yusuf Seker, Ahmet Simsek, Baki Türkmen, Mehmet Utlu en Dursun Usta. (bron: Hollanda’da kan degisimi, Türkiye, 7 december 1999) Bestuur TFN na 4e congres (5 januari 2002): Voorzitter: Ismet Harmankaya, vice-voorzitter: Ramazan Kaynar, vice-voorzitter: Mustafa Elibol, bestuurslid: Hasan Çakir (bron: Türkiye, 19 februari 2002) Opgemerkt moet worden met betrekking tot het TFN-bestuur na het 4e congres dat, afgezien van Harmankaya, een klein deel van de andere bestuursleden in een artikel van zes weken na het congres worden genoemd; het zou dus kunnen dat zij eventueel later zijn benoemd. Bestuur TFN na 6e congres (23 mei 2004): Voorzitter: Güven Isçi. Bestuursleden: Nurullah Akbulut, Ramazan Ates, Yusuf Aygün, Can Bagçi, Tuncay Bahtiyar, Hasan Çakir, Hanifi Çetinkaya, Yavuz Çiftçibasi, Süleyman Demir, Ziyaettin Demir, Muammer Devrilmez, Mehmet Dinçsoy, Burhan Dogan, Nedim Doruk, Mustafa Elibol, Muammer Elmali, Feyzullah Er, Murat Gedik, Sükrü Gökdemir, Fazli Güner, Süleyman Güney, Yilmaz Isik, Mustafa Kalin, Ilhan Kaya, Esat Koçyigit, Mehmet Ali Köse, Murat Kuyucak, Mehmet Öcal, Adalet Orhan, Soner Özay, Ahmet Özdemir, Hamza Sahan, Asir Sari, Sadettin Simsek, Mustafa Uca, Recep Ünlü, Yasar Uslu, Dursun Usta en Halil Yanar. (bron: Türkiye, 27 mei 2004) Bron: http://www.xs4all.nl/comite/boek/h13.html
16
SOTA en Coskun Çörüz 12.
Pan-Turkisme in de polder
Ernst Haffmans Begin 2003 bracht de Onderzoeksgroep Turks extreem-rechts middels een aantal persberichten in het nieuws dat de prominente CDA’er Coskun Çörüz als bestuurslid betrokken was bij een pan-Turkistische stichting. Deze stichting bleek ook nog eens samen te werken met Grijze Wolven. In de pers ging het helaas als snel alleen maar over de kwestie, althans zo leek het, of Çörüz nu wel geen Grijze Wolf was. De onderzoeksgroep had echter al direct aangegeven dat dit niet het geval was en stelde juist de vraag naar de wenselijkheid van contacten van politici met extreem-nationalisten centraal. De onderzoeksgroep heeft haar onderzoek naar SOTA en Çörüz voortgezet en presenteert in dit artikel haar bevindingen. Uit onderzoek door de Onderzoeksgroep Turks extreem-rechts van begin dit jaar is gebleken dat Coskun Çörüz, die toentertijd nummer 15 op de kandidatenlijst voor het CDA stond bij de Tweede Kamerverkiezingen van 22 januari 2003, bestuurslid is bij de organisatie SOTA (Stichting Onderzoekscentrum en Stimuleringsfonds van de Talen en Culturen van Turkistan, Azerbaycan, Krim, Kaukasus en Siberië). Çörüz bekleedde sinds 1 april 1992 een bestuurspost bij de stichting. (1) SOTA is een zogeheten pan-Turkistische organisatie die streeft naar vereniging van alle Turkssprekende volkeren binnen een Groot-Turks Rijk. SOTA geeft daartoe boeken en een digitale nieuwsbrief (Turkistan-N) uit en organiseert bijeenkomsten voor de Turkse gemeenschap in Nederland, met een aparte focus op de nationalistische en pan-Turkistische elementen daarin. Opvallend is dat op het curriculum vitae van Çörüz op de website van het CDA zijn bestuursfunctie bij SOTA niet genoemd staat, ondanks de uitputtende lijst van nevenfuncties en bestuursfuncties uit het verleden van Çörüz. (2) Kennelijk vond Çörüz het wenselijk om zijn betrokkenheid bij SOTA te verzwijgen. Het is sterk de vraag of het voor het CDA en de Nederlandse politiek wenselijk is dat zo’n hooggeplaatste CDA’er connecties heeft met extreemrechtse Grijze Wolven en zich associeert en inzet voor het extreem-nationalistische gedachtegoed van de Partij van de Nationalistische Actie (MHP) uit Turkije en daaraan gelieerde organisaties. Çörüz zet zich met zijn bestuursfunctie bij SOTA actief in voor de Turkse lobby in Europa. Hij draagt daarmee bij aan een blijvende oriëntatie van Turken in Nederland op de nationalistische politiek in Turkije en de Groot-Turkse gedachte die wordt uitgedragen door SOTA en de Grijze Wolven-organisatie Turkse Federatie Nederland (TFN), de mantelorganisatie van de MHP in Nederland. De bestuurspost van Çörüz bij SOTA kwam bij de onderzoeksgroep onder de aandacht doordat deze stichting eind mei 2002 in Haarlem een symposium ter ere van de tienjarige onafhankelijkheid van de Turkse republieken in Centraal Azië heeft georganiseerd. (3) Dit symposium organiseerde SOTA samen met de TFN. Tijdens het symposium hielden Mehmet Tütüncü, voorzitter van SOTA en Ismet Harmankaya, algemeen voorzitter van de TFN, een toespraak. Op de bijeenkomst sprak verder de professor Sükrü Haluk Akalin, voorzitter van het Türk Dil Kurumu, het Turkse Taal Instituut, die recentelijk nog pleitte voor afschaffing van het gebruik van de Russische en Engelse taal in de communicatie tussen Turkstalige Republieken. (4) Daarnaast wees op de bijeenkomst van SOTA en TFN in Haarlem professor Oktay Sinanoglu op "de noodzaak om de Turkse taal en de Turkse identiteit in onder andere Europa te laten voortleven". (5) Ook de MHP-minister Resat Dogru, verantwoordelijk voor Turken in het buitenland, sprak tijdens het symposium en bepleitte de aloude MHP-politiek dat Turkije haar politieke en economische activiteiten moet richten op de Turkstalige republieken en niet zozeer op Europa. (6) De Onderzoeksgroep Turks extreem-rechts had, zoals het principe van hoor- en wederhoor betaamt, voor de bekendmaking van de eerste resultaten van ons onderzoek in een persbericht, contact opgenomen met Coskun Çörüz. Zijn reactie was van dusdanige aard dat we het niet nodig vonden deze op te nemen in ons bericht. (7) Een simpele verschuiling achter onwetendheid over een bestuursfunctie bij een stichting die wij in het spectrum van het extreemnationalistische Turkse gedachtegoed plaatsen, was niet voldoende. Natuurlijk is extreem-nationalisme niet strafbaar in Nederland en zijn organisaties van Grijze Wolven en andere organisaties uit het Turkse extreem-nationalistische spectrum niet verboden in Nederland. Sterker nog, dergelijke organisaties, als bijvoorbeeld die van de Grijze Wolven, worden door gemeenten in Nederland gesubsidieerd. Wij, als onderzoekers naar Turks extreemrechts, waarschuwen voor de gevaarlijke, intolerante politiek van het extreem-nationalistische gedachtegoed van Grijze Wolven en hun umfeld en menen daarom juist een signaal af te moeten geven over de contacten van Nederlandse parlementariërs met vlnr: TFN-voorzitter Harmankaya, MHP-minister Doðru, auteur Naskali en SOTA-voorzitter Tütüncü
17
zulke personen en/of organisaties. Het is in het belang van de Nederlandse samenleving dat zij is gevrijwaard van deze extreem-nationalistische elementen, omdat de Turkse gemeenschap beter af is zonder de intimidatie, het chauvinisme en het geweld van Grijze Wolven, zonder invloed van intolerante Turkse politieke lobbygroepen. Ongeloofwaardige ontkenningen Maar terug naar het geheugen van Çörüz, en ook iets over het geheugen van Mehmet Tütüncü, de voorzitter van SOTA: beiden herinneren zich niet dat Çörüz sinds 1 april 1992 als bestuurslid van SOTA staat ingeschreven. Hun verdediging is gebaseerd op het volgende: als goede jeugdvrienden richtten zij in het verleden diverse stichtingen op, waarvan beiden nu niet meer weten wie daar precies inzitten. (8) Een geheugenopfrisser: op 20 mei 2000 vulde Tütüncü papieren in voor de Kamer van Koophandel ter controle van de bestuursleden van SOTA. Hierbij kruiste hij bij de naam van Coskun Çörüz aan, zodat deze bestuurslid bleef. (9) Voor 2000 bleek Tütüncü zich overigens wel te kunnen herinneren dat Çörüz in het bestuur van SOTA zat. SOTA publiceerde namelijk in de periode 1991 - 1997 het kwartaalblad Bitig. In 1997 ging SOTA over op het digitaal publiceren van het blad. In de nummers 6 (april 1993), 10 (november 1995) en 11 (juni 1996) worden ook de bestuursleden van SOTA vermeld. In het rijtje namen komt telkens de naam van Coskun Çörüz voor. De vermelding lijkt in tegenspraak te zijn met wat SOTA-voorzitter Tütüncü in de Volkskrant beweerde, namelijk: "Ik had namen nodig die ik als bestuurders kon opgeven en heb zijn naam gebruikt". (10) Het door Tütüncü over een lange tijdspanne (93-96) publiekelijk vermelden van de naam van Çörüz in Bitig is toch wat anders dan het slechts wat opgeven van namen aan de KvK voor een ‘papieren bestuur’. Blijkbaar werd de naam van Çörüz door SOTA op zijn minst ook voor representatieve doeleinden gebruikt. (11) Daarbij komt dat Tütüncü Çörüz helemaal niet als bestuurslid nodig had voor de Kamer van Koophandel. Tütüncü had namelijk bij de oprichting van SOTA op 7 juni 1991 al voldoende bestuurders, namelijk twee, om formeel een stichting te laten draaien bij de Kamer van Koophandel. Dit wordt gestaafd door de artikel 5 in de oprichtingsakte van SOTA: "De stichting wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit tenminste twee leden (..) ". En een wellicht wat formele passage in de statuten, onder artikel 7, lid 2: "De bestuursleden worden voor de vergadering opgeroepen (...) etc." Het zou dus goed mogelijk zijn dat Çörüz wel eens een uitnodiging of notulen heeft ontvangen en dus op deze manier wist van zijn bestuursfunctie in SOTA. Verder haalde Tütüncü Oktay Mutlu, Coskun Çörüz en Erdinç Türkcan op 1 april 1992 binnen, en daarna, op 1 november 1995 Adnan Soysal. In ieder geval Mutlu en Soysal spelen een actieve rol in SOTA (uitgeven boeken, maken van studiereizen) en dan zouden bijvoorbeeld Çörüz en Türkcan, voor spek en bonen in SOTA zitten. Dat lijkt ons ook ongeloofwaardig. Bovendien zitten de heren Çörüz en Tütüncü beiden ook nog in het bestuur van een andere organisatie, de Stichting CEMYC (Council of Europe Minority Youth Committees). Het lijkt ons erg sterk dat zij nooit hebben gesproken over hun bestuursfuncties of dat ze elkaar daar nooit zijn tegengekomen. Kortom, het is op zijn zachtst gezegd onwaarschijnlijk dat zowel Tütüncü als Çörüz zich pas weer naar aanleiding van de persberichten van de Onderzoeksgroep Turks extreem-rechts herinnerden dat de laatste in het bestuur van SOTA zat. In de pers beweert Çörüz ook dat hij geen activiteiten of bestuursvergaderingen van SOTA heeft bezocht en dus geen oordeel kan vellen over de activiteiten van deze organisatie. (12) Deze voorstelling van zaken is niet erg aannemelijk. Wat is zijn opinie dan over het krantenknipsel uit de Turkse krant Türkiye op onze site? In plaats van te verwijzen naar het verleden, waarin iedereen kennis heeft kunnen nemen van zijn afkeer van "dit soort organisaties", kan hij beter man en paard noemen. Çörüz hoeft zich niet te distantiëren, maar als hij af wil van geruchten rond zijn persoon betreffende contacten met Grijze Wolven, laat hij dan tenminste duidelijk zijn. Çörüz zegt in het NRC dat hij zich niet hoeft te verantwoorden voor denkbeelden van andere mensen in zijn organisatie (hier praat hij over CEMYC), zolang deze mensen zich aan de doelstelling van de organisatie houden. (13) Dat lijkt ons een gevaarlijke opstelling. Een strategie van Grijze Wolven is juist het verwerven van aanzien binnen de Turkse gemeenschap en het ronselen van leden en kiezers door in gerespecteerde organisaties te gaan zitten. Als Çörüz daar maling aan heeft, zou hij hypothetisch gezien ook geen moeite hebben met het lidmaatschap van de zelfverklaarde neonazi Constant Kusters van de Nederlandse Volks Unie voor het CDA, zolang Kusters de doelstelling van het CDA maar onderschrijft. Als laatste de bijna klassieke reflex van Çörüz: klassiek omdat hij, net als veel andere van extreem-rechtse sympathieën beschuldigde Turken, uithaalt naar "linkse lieden uit Turkije", en juist hij zodoende die scheidslijn scherper stelt, en bovendien zichzelf aan de rechterzijde zet. (14) Als politicus heb je volgens ons een brugfunctie, en Çörüz laat hier in dat kader een flinke kans liggen om een statement te maken tegen intolerantie en intimidatie van Grijze Wolven, en voor respect en verdraagzaamheid binnen de Turkse gemeenschap. Connecties met nationalisten Uit nader onderzoek naar SOTA is gebleken dat de stichting en haar bestuursleden nog over andere linken met het Turkse (extreem)-nationalistische spectrum beschikken. Het symposium staat dus niet op zich en kan daarom niet worden afgedaan als een incident. We kunnen daarbij een tweedeling maken in de activiteiten die SOTA organiseert en de personen die werkzaam zijn voor de stichting. Op 14 maart 1996 organiseerde SOTA in Haarlem een conferentie over Oost-Turkestan, over Chinese nucleaire tests in dat gebied. Eén van de prominente gasten was de vooraanstaande Grijze Wolf Türkmen Onur, de toenmalige voorzitter van de Europese Turkse Federatie. Onur wordt nadrukkelijk in het verslag in Bitig van deze bijeenkomst genoemd. In Bitig nummer 10 van november 1995 treffen we een artikel aan van SOTA-bestuurslid Adnan Soysal. Het betreft een verslag van zijn bezoek aan het vijfde congres van de World Turkish Youth League, dat plaatsvond van 1 - 6 augustus 1995 in Kirgizië. In het begin van het artikel meldt Soysal dat hij door Mehmet Tütüncü is gevraagd om deel
18
te nemen aan de Nederlandse delegatie van Turken aan dit congres. De indruk zou kunnen worden gewekt dat Soysal wordt gevraagd vanuit journalistieke overwegingen. Dergelijke overwegingen zijn vermoedelijk maar van zijdelings belang geweest, want Tütüncü blijkt uit hoofde van zijn bestuurslidmaatschap van de Stichting Nederlands-Turks Academisch Genootschap (SNTAG) organisatorisch betrokken te zijn bij het congres. De SNTAG is namelijk lid van de League. Onder de andere lidorganisaties treffen we bekende nationalistische en/of pan-Turkistische organisaties aan als de Europese federatie ATIB uit Duitsland en de Türk Ocaklari (Turkse Haarden) uit Turkije. (15) Voorzitter van het congres was Yakup Deliömeroglu. Deliömerogli is een functionaris van de Turkse Haarden in Ankara. Eén provincie heeft Turan En ook slechts één enkele taal Wie meer talen constateert Jaagt dus heel iets anders na ‘t Turkendom is één van hart En van godsdienst en van land Maar die eenheid houdt slechts stand Mits het ook blijft één van taal Ziya Gökalp Bovenstaand gedicht van de vooraanstaande pan-Turkistische propagandist en denker Ziya Gökalp (1876-1924) prijkte diverse malen op de cover van SOTA-publicatie Bitig. Het brengt het pan-Turkistische ideaal van Turan ter sprake: een Groot-Turks Rijk waarin alle ‘Turkse’ volkeren zijn verenigd. Verder betekent het gedicht programmatisch geïnterpreteerd weinig goeds voor minderheden in Turkije die geen Turks spreken. Zij verstoren het Turanistische ideaalbeeld van ‘een rijk, een volk, een taal’ en hebben daarom geen plaats in Turan. Dergelijke opvattingen hebben in de Turkse Republiek geleid tot ontkennen en onderdrukken van de cultuur en taal van andere minderheden, met name die van de Koerden. Met de plaatsing van dit gedicht op een prominente plaats in Bitig laat SOTA nog eens duidelijk haar Turkistische gezicht zien.
Diverse bestuursleden van SOTA hebben een verleden bij Turkse extreem-nationalistische organisaties. Mehmet Tütüncü was begin jaren negentig bestuurslid van Nederlandse Unie van Turks-Islamitische Organisaties (HTIKB), feitelijk een afsplitsing van de Federatie van Turkse Verenigingen in Nederland (HDTF), de voorloper van de TFN. Tütüncü is ook betrokken als secretaris bij de Stichting Samenwerking Hulp en Solidariteit van Karamanlilar in Nederland. Bij deze stichting ‘Karaman’ zitten diverse (ex-)Grijze Wolven in het bestuur. Zowel Ugur Sen als Muharrem Çetin hebben bestuursfuncties bij de Grijze Wolvenorganisatie Turks Kultureel Centrum in Utrecht bekleed. Ali Riza Yagci tenslotte vervulde nog vrij recentelijk een bestuurspost bij de HTIKB. SOTA-bestuurslid Veyis Güngör (ook bekend van Turks Huis in Amsterdam) was oprichter en bestuurslid van de Turkse Democratische Jongeren Vereniging (TDJV), een Amsterdamse Grijze Wolvenorganisatie en was verder in de jaren tachtig betrokken bij de HDTF. Begin jaren negentig was Güngor ook nog actief bij de HTIKB. (16) Een andere link van SOTA met het nationalistische Turkse gedachtegoed treffen we aan in de persoon van Ibrahim Tagi. Tagi is de specialist van SOTA voor Azerbeidzjan. Hij is de ex-voorzitter (26 juni 1990 tot en met 29 december 1992) van de Hollanda Türk Kultur ve Dayanisma Dernegi te Den Haag. Deze vereniging is medeoprichter van de TFN in 1995. De Haagse vereniging komen we ook in het SOTA-blad Bitig tegen. In nummer 7/8 uit 1993 van dit tijdschrift staat een verklaring, gedateerd 22 juni 1993, waarin kritiek wordt geuit op het door de Turkse regering gevoerde Azerbeidzjan-beleid. De verklaring is ondertekend door de bovenstaande vereniging in Den Haag, SOTA, de Stichting Nederlands-Turks Academisch Genootschap, de Turkse Raad Nederland en de Türkistan Vakfi. Turkse Raad Nederland SOTA doet overigens nog meer dan de hierboven al genoemde activiteiten. De stichting participeert ook in de vereniging Turkse Raad Nederland (TRN). De TRN werd op 3 mei 1993 opgericht. Opvallend aan die dag is dat dan de ‘Dag van het Turkisme’ wordt gevierd. We vragen ons daarom af of de datum toevallig is gekozen of dat deze keuze als een politiek statement moet worden gezien. Dat lijkt ons niet onwaarschijnlijk gezien de politieke achtergrond van een aantal van de oprichters van de TRN. In de acte van oprichting uit 1996 van de TRN lezen we dat SNTAG, SOTA, stichting Turkevi (Turks Huis), stichting Turkse Muziek en Zang Festivals en de stichting Medische Samenwerking Nederland Turkije (begin 1999 opgeheven) lid van de vereniging zijn. Opvallend is dat een aantal personen in meerdere besturen van bij de TRN aangesloten organisaties zit (zie het organisatieschema op pagina 22). Er zouden ook nog andere niet nader genoemde organisaties lid zijn. In de statuten lezen we dat TRN ten doel heeft "de bevordering en stimulatie van het verrichten van onderzoek naar en het verbreden van de kennis in Nederland van Turkije en de Turkse taal, cultuur en historie" en "het behartigen van de belangen van de Turkse gemeenschap in Nederland". De TRN probeert dit onder meer te bereiken door "het coördineren en bevorderen van de samenwerking
19
van diverse Turkse organisaties in Nederland, binnen de Europese Unie en daarbuiten." De oprichtingsakte wordt onder meer ondertekend door Veyis Güngör en Mehmet Tütüncü. De TRN en haar periferie opereert tamelijk schimmig. De wetenschappers Jean Tillie en Meindert Fennema doen onder meer onderzoek naar netwerken van organisaties die deel uitmaken van de Turkse gemeenschap in Nederland. In dat kader hebben zij ook de TRN onderzocht. Zij hebben weinig over deze organisatie weten te achterhalen: "Over het cluster (de TRN en de directe organisatorische en personele verbanden, red.) rond de Turkse Raad Nederland ontbreekt het ons op dit moment aan voldoende informatie om een interpretatie te geven". Zij doelen dan op de organisatie, het beleid en de structuur van dit cluster. (17) Wij hebben wel het een en ander kunnen achterhalen over de activiteiten van de TRN, maar dit was zo weinig dat we ons afvragen of de TRN wel poogt om actief naar buiten te treden. De oorzaak van het ogenschijnlijke gebrek aan daadkracht zou de coördinerende rol kunnen zijn die de TRN zichzelf toedicht. Die zou er toe hebben kunnen geleid dat de TRN een nogal naar binnengekeerd karakter heeft gekregen en zodoende weinig publieksgerichte activiteiten organiseert. Coördineren brengt namelijk doorgaans veel overleg en vergaderen met zich mee en dergelijke activiteiten onttrekken zich over het algemeen aan het oog van de buitenwereld. De initiatiefgroep tot de oprichting van de TRN, waarin onder andere Güngör en Tütüncü zitting hadden, stuurde diverse brieven aan Turkse organisaties om ze te informeren over hun voornemen en ze te enthousiasmeren tot aansluiting bij het initiatief. Er wordt ook door de initiatiefgroep gewag gemaakt van de intentie zich aan te sluiten bij de World Turkish Council (WTC). Deze council werd in 1992 in New York opgericht. Dit voornemen wordt uitgevoerd. De eerste publieke actie die we van de TRN hebben gevonden is een persverklaring naar aanleiding van de controverse rond de toetreding van de HTIKB tot het Inspraakorgaan Turken (IOT). De linkse federatie Turkse Arbeiders Vereniging in Nederland (HTIB) was sterk gekant tegen de toetreding omdat zij de HTIKB als Grijze Wolven zag. De HTIB dreigde uit het IOT te stappen. Uiteindelijk was het gevolg dat het dagelijks bestuur van het IOT aftrad. In de persverklaring van de TRN van 22 november 1994 neemt zij het op voor de HTIKB. Zij stelt dat de HTIB slechts verdeeldheid zou willen zaaien. In april 1995 vindt in Den Haag een demonstratie plaats naar aanleiding van de oprichting van het Parlement van Koerdistan in Ballingschap (PKDW). Er demonstreren zo’n 25.000 (volgens Turkse media 75.000) nationalistische Turken. Het motto was ‘Turkije, we staan achter je’. Veelvuldig werd het Grijze Wolven-gebaar gemaakt en waren er dito spandoeken te zien. Ook werd er in koor "Ons leger is het beste" geroepen. (18) Een van de zeven organisatoren van de demonstratie is de Turkse Raad Nederland. Tütüncü laat zich in de pers van zijn demagogische kant zien als hij het heeft over het vermeende geweld van de PKK in Nederland: "De hoeveelheid en de aard van de aanslagen tonen veel gelijkenis met wat eerder in Duitsland is gebeurd". (19) Deze uitspraak wordt niet door feiten gestaafd: tot op heden is er namelijk geen enkele PKK-er in Nederland veroordeeld voor een dergelijke ‘aanslag’ waarop Tütüncü doelt. Met het schermen met het geweldspotentieel van de PKK in Nederland hoopte Tütüncü het autochtone deel van de Nederlandse bevolking te kunnen mobiliseren tegen de PKK en de PKDW. Naar aanleiding van de verhoren van professor Bovenkerk bij de parlementaire enquêtecommissie opsporingsmethoden (de zogenaamde IRT-commissie) brengt de TRN op 13 september 1995 een persbericht uit met als onderwerp "georganiseerde misdaad en Turken". In de persverklaring wordt de bekende propaganda van de Turkse staat nagepraat over drugshandel en de PKK. "De vermeende Turkse drugssyndicaten in Nederland zijn feitelijk nauw verbonden met de Koerdische terreurorganisatie PKK", aldus de TRN. Kortom, als er al Turken bij drugshandel zijn betrokken dan toch op een te verwaarlozen schaal. Inmiddels weten we onder meer naar aanleiding van het Susurlukschandaal dat de Turkse staat zelf op grote schaal was betrokken bij drugshandel. Nog bonter maakt de TRN het als zij beweert dat "Bovenkerk dit soort uitlatingen gezegd heeft om nogmaals de mening van de minister van buitenlandse Zaken te beïnvloeden in opdracht van de terreurorganisatie PKK" en dat de uitspraken van Bovenkerk moeten worden bezien in "[het blokkeren van] de toetreding van Turkije tot de Europese Unie". De hele verklaring is doortrokken van dergelijke lachwekkend paranoïde, en vanuit het perspectief van de belangen van de Turkse staat beziene, beweringen. Uit de twee persverklaringen, de betrokkenheid bij de demonstratie tegen de PKDW en het lidmaatschap van de WTC, komt een ander beeld naar voren dan het behartigen van de belangen van Turkse gemeenschap in Nederland. Er is veeleer sprake van het behartigen van de belangen van de Turkse staat: er worden immers (propagandistische) standpunten die de Turkse staat huldigt voor het voetlicht gebracht en men ageert tegen organisaties die zij ziet als vijand van de Turkse staat. Daarmee plaatst de TRN zich in het rijtje van andere Turkse propaganda en lobbyorganisaties buiten Turkije als het Turks Platform in Nederland en Turkish Forum (zie www.turkishforum.com). Propaganda en SOTA Het verspreiden van propaganda blijkt ook SOTA niet vreemd te zijn. In 1998 publiceerde SOTA een boek van de gepensioneerde CIA-official Paul Henze, Turkey and Atatürk’s legacy, Turkey’s political evolution, Turkish-US relations and prospects for the 21st. century. (20) Dit werk, oorspronkelijk opgesteld voor een universitair militair opleidingsinstituut in de VS, de National Defense University, is doortrokken van koude oorlog-retoriek. Het is daarom opvallend dat SOTA het boek toch heeft uitgegeven. Zij wil zichzelf immers presenteren als een serieus onderzoeksinstituut, en niet als een instituut voor propaganda? Wat Henze’s opvattingen zijn over wetenschappelijke onderzoeksmethodes leren we uit een artikel van hem in de Atlantic Community (winter 1981-1982). Het artikel gaat over de aanslag op de paus en de vermeende rol van de Sovjet Unie daarbij. In dat kader schrijft Henze: "I believe we are past the point where it serves the interests of any party except the Sovjets to adopt the minimalist, legalistic approach which argues that if there is no "documentary evidence" or some other form of incontrovertible proof that the government of the U.S.S.R is behind something, we
20
assume that it is not." Dus als Henze voor bepaalde veronderstellingen geen harde bewijzen heeft met betrekking tot de aanslag op de paus dan is dat ook niet nodig. Bij beweringen over andere kwesties blijkt Henze die opvatting ook toe te passen. Deze aanpak vinden we dan ook terug in diens Turkey and Atatürk’s legacy. We zullen nu kijken hoe Henze de tumultueuze jaren voor de militaire coup van september 1980 in Turkije en de periode direct daarna weergeeft ten aanzien van het geweld dat door links en rechts werd gebruikt en de maatregelen die door de coupplegers werden genomen. Henze beweert dat aan het geweld in de jaren zeventig in Turkije door links een destabiliseringscampagne ten grondslag lag van de Sovjet Unie. De ‘terroristen’ zouden door de SU ruim voorzien worden van wapens en geld. Ook ziet hij een grote rol weggelegd voor de linkse onderwijzersvakbond TÖBDER en de vakbondsfederatie DISK bij het verlenen van steun aan de terroristen. Voor deze claims voert hij geen enkel bewijs aan. De vooraanstaande Turkse onderzoeksjournalist Ugur Muncu doet de beweringen van Henze over de vakbonden af als keiharde leugens. Daarbij komt dat degene die uiteindelijk van het geweld profiteerde niet de USSR was maar juist de VS, zoals Henze ook toegeeft in een boek van hem over de aanslag op de paus. De relatie van Turkije en de VS werd door het geweld juist versterkt. Dit gegeven alleen al maakt een destabiliseringscampagne van de Sovjet Unie tamelijk onwaarschijnlijk. Gebeurtenissen die ongunstig zijn voor de coup- of rechtse geweldplegers vermeldt Henze simpelweg niet. De slachting door Grijze Wolven in Kahramanmaras in december 1978 onder de linkse en alevitische bevolking, verwordt bij Henze tot een uit de hand gelopen rel, waarbij uiteraard geen duidelijke schuldige partij valt aan te wijzen. (21) Over de coup meldt Henze dat in de periode erna het normale leven snel was hersteld en dat er slechts enkele beambten en politici die lid waren van extremistische partijen werden opgepakt. Verder meldt Henze nog dat er in de eerste jaren na de coup in totaal tachtigduizend terroristen werden opgepakt. In het boek staat niets over de verregaande repressie door de militairen: "Iedereen die voor september 1980 ook maar enigszins afwijkende (linkse of islamitische) opinies had verkondigd, kon problemen verwachten". (22) Niets over de systematische martelingen en de vele slachtoffers die dat opleverde, het ontslag van alle burgemeesters, gemeenteraadsleden en parlementariërs, het sluiten van talloze kranten en arrestaties van journalisten. Of dat het in juni 1981 werd verboden om over politieke zaken te praten en het bizarre decreet in 1982, waarin het de oude politici werd verboden om zich uit te spreken over het verleden, het heden en de toekomst. (23) SOTA verspreidt met het boek van Henze een zeer propagandistisch historisch beeld van Turkije, een beeld waarin de betrokkenheid van de VS en haar bondgenoten (onder andere extreem-rechts, deel gevestigde politiek en de militairen) bij tal van onwelvoeglijke zaken wordt verhuld. Dat is overwinnaarsgeschiedschrijving, die geenszins bedraagt aan het ontwikkelen van visies om de huidige problemen van Turkije op te lossen. Ik denk dan met name aan de mensenrechtenproblematiek, de Koerdische kwestie en het ontbreken van werkelijke democratie in Turkije. Ernst Haffmans is medewerker van Onderzoeksgroep Turks extreem-rechts
Toelichting organisatieschema: In het organisatieschema geeft de x-balk tijdsverloop globaal aan, dus hoe meer naar rechts een organisatie in het schema wordt aangetroffen, hoe recenter deze is opgericht. De stichting Medische Samenwerking Nederland Turkije, en die lid was van de Turkse Raad Nederland, is niet in het organisatieschema opgenomen omdat deze stichting begin 1999 werd opgeheven. Het schema geeft de situatie per 1 januari 2003 aan. Toen zat Coskun Çörüz nog in het bestuur van SOTA. CEMYC: Council of Europe Minority Youth Committees (opgericht: 25 september 1988) CEMYC Nederland: Council of Europe Minority Youth Committees Nederland (opgericht: 24 juli 1992) HTDF: Federatie van Turkse Verenigingen in Nederland (opgericht: 22 september 1982, inmiddels opgeheven) HTIKB: Nederlandse Unie van Turks-Islamitische Organisaties (opgericht: 21 oktober 1988) Karaman: Stichting Samenwerking Hulp en Solidariteit van Karamanlilar in Nederland (opgericht: 7 november 1997) SNTAG: Stichting Nederlands-Turks Academisch Genootschap (opgericht: 17 januari 1990) SOTA: Stichting Onderzoekscentrum en Stimuleringsfonds van de Talen en Culturen van Turkistan, Azerbaycan, Krim, Kaukasus en Siberië (opgericht: 7 juni 1991) TDJV: Turkse Democratische Jeugdvereniging (opgericht: 17 mei 1982) TICF: Stichting Turks-Islamitische Culturele Federatie (opgericht: 31 januari 1979) Turks Huis Noord (opgericht: 29 oktober 1998) Turks Huis Westerpark (opgericht: 3 december 1992) Turkse Muziek en Zang: Stichting Turkse Muziek en Zang Festivals Holland (opgericht: 9 september 1993) Turkse Raad Nederland (opgericht: 3 mei 1993)
21
Noten: 1): Çörüz heeft zich naar aanleiding van de publiciteit in de media met ingang van 27 januari 2003 laten uitschrijven bij de Kamer van Koophandel als bestuurslid van SOTA. 2): In het boek De vele gezichten van Turks Nederland (Mets/NPS, 1999), waarin talloze prominente Nederlanders van Turkse komaf worden geportretteerd worden circa 20 bestuursposten van Çörüz opgesomd. Çörüz verklaart in het boekje al deze bestuursposten uit "een stukje idealisme". We geloven dat het eerder te maken heeft met het verzamelen van zoveel mogelijk ‘kruiwagens’ in het kader van onvervalst (politiek) carrièrisme. Het lijkt ons namelijk onmogelijk dat iemand dermate veel bestuursposten, op tamelijk uit elkaar liggende werkvelden, naar behoren zou kunnen invullen. Logischer is het dat de bestuursposten vooral dienden om in korte tijd een invloedrijk netwerk op te bouwen. De journalist Ahmet Olgun zegt hierover in dit kader: "Als je bedenkt dat Çörüz politieke ambities heeft en bij talloze organisaties zit om zijn doel te bereiken, kun je van hem niet méér verwachten dan politiek correcte uitspraken". (bron: Erdogan, Altan, CDA’s eigen ‘troetel-allochtoon’, De Volkskrant, 29 mei 2001). 3): Ates, Ramazan, Ata yurdu bizi bekliyor, Türkiye, 27 mei 2002. 4): Turkish Daily News, 26 september 2002. 5): Zie voor de vertaling van het volledige artikel: http://www.xs4all.nl/~afa/comite/artikel/coruz/artikel48.html. 6): Anadolu Agency, 1 augustus 2002. 7): Zie voor de reactie van Çörüz: http://www.xs4all.nl/~afa/comite/artikel/coruz/artikel53.html. 8): Heijmans, Toine, Kamerlid zou ijveren voor Groot-Turkije , de Volkskrant, 22 januari 2003. 9): Zie voor het bewuste KvK-formulier opgave van wijzigingen: http://www.xs4all.nl/~afa/comite/artikel/coruz/artikel56.html. 10): Heijmans, Toine, Kamerlid zou ijveren voor Groot-Turkije , de Volkskrant, 22 januari 2003. 11): We willen wat betreft Bitig nog opmerken dat we ons afvragen of Çörüz niet op de verzendlijst stond van het blad van zijn goede vriend Tütüncü. Daarbij is hij niet alleen een goede vriend van de SOTA-voorzitter, maar ook een vooraanstaande persoon in de Turkse gemeenschap in Nederland. Indien Çörüz op de verzendlijst stond had hij zelf herhaaldelijk kunnen lezen dat hij in het SOTA-bestuur zat. En anders had hij dit bijvoorbeeld van CEMYC-bestuurslid en collega-parlementariër Fadime Örgü (VVD) kunnen vernemen, zij was immers in 1992 korte tijd ‘assistant editor’ bij Bitig, of van die andere CEMYC-collega Veyis Güngör, die een tijd lang de SOTA-specialist voor Turkmenistan was (of mogelijk nog steeds is). 12): Kamerlid is ‘geen Turks-nationalist’, NRC, 22 januari 2003 en, Heijmans, Toine, Kamerlid zou ijveren voor GrootTurkije, de Volkskrant, 22 januari 2003. 13): Kamerlid is ‘geen Turks-nationalist’, NRC, 22 januari 2003. 14): ibid. 15): Kemal Can, een bekende onderzoeker naar nationalistische stromingen in Turkije schrijft in zijn artikel Youth, Turkism and the extreme right: the ‘Idealist Hearths’ uit 2000 het volgende over de Turkse Haarden: "De Turkse Haarden (Türk Ocaklari) werd opgericht in 1912. Na de stichting van de Turkse Republiek trok zij de aandacht met haar reactie op linkse stromingen. In 1932 werd de Turkse Haarden gesloten en in 1949 werd ze heropend onder de protectie van de Democratische Partij (Demokrat Partisi, DP). In de jaren zeventig gebruikten nationalistische theoretici de Turkse Haarden als centrum voor anti-communistische activiteiten. In 1975 nam de controle van de idealisten over de Haarden toe. Na de coup van 12 september 1980 ontstond er echter een breuk tussen de Haarden en de idealisten. Een groep MHP-leden die van Alparslan
22
Türkes (de leider van de MHP, red.) waren vervreemd, gebruikten de afdelingen van de Haarden die zij controleerden als hoofdkwartier. Na de dood van Türkes keerden deze personen terug naar de MHP. De huidige algemeen secretaris van de Turkse Haarden, Nuri Gürgür, is een man die al lange tijd deel uitmaakt van de idealistische traditie. Op dit moment staat de Turkse Haarden in de directe nabijheid van zowel de MHP als de idealisten." Zie voor o.a. de pan-Turkistische kanten van de Turkse Haarden ook: Poulton, Hugh, Top Hat, Grey Wolf and Crescent, New York University Press, 1997, pp. 143-145 en p. 155. De Nederlandse HTIKB is aangesloten bij de Europese overkoepelende federatie ATIB. Zie voor meer informatie over de ATIB: http://www.xs4all.nl/~afa/comite/boek2/hfstuk3.html. 16): Op internet liet Mohamed el-Fers (een alias van Rob Elfers), auteur van het roemruchte werkje Hoe gevaarlijk zijn de Turken, op het forum van de site www.turksestudent.nl naar aanleiding van de persaandacht voor SOTA en Çörüz ook van zich horen. Hij nam het op voor Veyis Güngor en Çörüz. Dat is natuurlijk zijn goed recht, jammer is alleen dat hij spoken ziet - helaas gebeurt dit wel vaker bij el-Fers. De onderzoeksgroep heeft namelijk niet in haar persberichten over SOTA, zoals elFers doet voorkomen, Çörüz ervan beschuldigd een Grijze Wolf te zijn, noch heeft zij Güngör bestempeld als "belangenbehartiger van Turks nationalisme en de Grijze Wolven". Deze laatste bewering is voor rekening van Volkskrantjournalist Heijmans. Overigens zijn we het wel met Heijmans eens. Turks Huis gaf immers het boek uit van Nibbering en elFers Hoe gevaarlijk zijn de Turken (1998), initieerde het ‘onderzoek’ dat ten dele ten grondslag lag aan het boek en organiseerde (in samenwerking met anderen) in de Rode Hoed in 1998 een debat naar aanleiding van het uitkomen van het onderzoek ‘Media-effecten bij Turken’. Al deze activiteiten stonden in het kader van de ridiculisering van Braam, Ülger en anderen criticasters van het Turkse extreem-nationalisme. Men poogde hen weg te zetten als sensatiezoekers, fantasten, losgeslagen maoïsten of neo-stalinisten om zo het ‘slechte’ nieuws te neutraliseren. El-Fers heeft overigens wel vaker problemen met de identiteit van Veyis Güngor. Zo verwarde hij hem in de Groene Amsterdammer enige tijd geleden nog met de Britse journalist Chris Morris van The Guardian. Morris schreef op 22 februari 2001 in die krant namelijk over Nazim Hikmet het volgende: "In terms of political ideology, nationalist antipathy to Hikmet is not surprising, but as a poet he was also a patriot who had a deep attachment to Turkey and its people". Daarna volgt in de tekst direct een kort fragment van een gedicht van Nazim Hikmet. In de Groene Amsterdammer van 19 januari 2002 schrijft el-Fers ook een artikel over Nazim Hikmet. Daar lezen we: "Veyis Güngör, voorzitter van de Amsterdamse vereniging Turks Huis die in 1997 een Hikmet-dag organiseerde: ‘Politiek-ideologisch is bepaalde nationalistische antipathie tegen Hikmet te verwachten. Maar je dient een dichter als dichter te beoordelen, niet omdat hij, zoals in het geval van Nazim Hikmet, ook een patriot was die tot aan zijn dood de grootst mogelijke affiniteit met Turkije en zijn bevolking toonde.’” Na deze uitspraak van Güngör laat el-Fers exact hetzelfde dicht-fragment van Hikmet volgen als Morris. We zullen dit maar geen plagiaat noemen, maar de overeenkomsten zijn wel wat al te toevallig. De passage van el-Fers in de Groene wijst volgens ons daarom op een ongezonde drang van elFers om Güngör en Turks Huis in het zonnetje te zetten. 17): Fennema, Meindert, Jean Tillie, De Turkse gemeenschap in Amsterdam, Een netwerkanalyse, in: Gevers, Anne (red.), Uit de zevende, Vijftig jaar politieke en sociaal-culturele wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam, Het Spinhuis, 1998. 18): AD, 24 april 1995, Zwolsche Courant, 24 april 1995. 19): Turken: eerst betogen, dan pas praten, Algemeen Dagblad, 21 april 1995. 20): Paul Henze begon zijn carrière bij de CIA bij het ministerie van Defensie in de jaren vijftig als ‘adviseur beleid buitenland’. Twee jaar later werkte hij in Duitsland bij de door de CIA gecontroleerde Radio Free Europe. In 1969 werd hij de hoogste CIA-official op de Amerikaanse ambassade in Ethiopië, hij bleef dat tot 1972. Dezelfde post had Henze van 1974 tot 1977 op de VS-Ambassade in Turkije. Interessant is dat volgens de Turkse politicus Ecevit Henze achter de schermen het buitensporige geweld van Turks extreem-rechts in deze jaren in Turkije mede hielp organiseren. Andere bronnen weten te melden dat de liason die Henze in Ankara had tussen hem (en de CIA) en de MHP-top in de BRD een voormalige Turkmeense nazi-collaborateur was, de heer Ruzi Nazar. Nazar werkte in die jaren op de Amerikaanse ambassade in Bonn. Nazar zou ook over uitstekende contacten hebben beschikt met de inmiddels overleden MHP-voorzitter Alparslan Türkes. Begin 1977 werd Henze door Zbigniew Brezinski, ten tijde van het presidentschap van Carter, toegevoegd aan de staf van het Witte Huis. Hij werd daar tot eind 1980 de vertegenwoordiger van de National Security Council. Bij zijn pensionering in 1980 had hij de rang van generaal. Na zijn pensionering werd hij consulent voor de RAND Corporation, een Amerikaanse denktank. Henze is vooral bekend vanwege zijn boek over de aanslag op de paus, The Plot to kill the Pope, waarin hij poogt de aanslagpleger en Grijze Wolf Mehmet Ali Agca als een communistische agent te presenteren. Hij slaagt niet in dat huzarenstukje. Wie meer wil lezen over Henze: Herman, Edward S., Frank Brodhead, The rise and fall of the bulgarian connection, Sheridan Square Publications, 1986, pp. 146-159. Brodhead, Frank, Howard Friel, Edward S. Herman, Darkness in Rome, The ‘bulgarian connection’ revisited, Covert Action Information Bulletin, nummer 23, lente 1985, p. 15. 21): Tijdens de slachtpartij, waaraan circa 20.000 mensen deelnamen, werden volgens officiële gegevens 111 mensen vermoord, 176 mensen verwond en 280 gebouwen platgebrand. 22): Zürcher, Erik J., Een geschiedenis van het moderne Turkije , Sun, 1995, pp. 345-346. 23): ibid. Uit: Alert!, nummer 2, mei/juni 2003
23
BBP en TIHS 13.
Persbericht bijeenkomst BBP in Amsterdam
Onderzoeksgroep Turks extreem-rechts Amsterdam, 5 juni 2003 Op 8 juni 2003 organiseert de Türk Islam Yardimlasma ve Dayanisma Vakfi (Stichting Turkse Islamitische Hulpverlening en Solidariteit (TIHS), opgericht in 1994, vestigingsadres: Ookmeerweg 206) een ‘culturele’ bijeenkomst in een bijgebouw van het Nova College te Amsterdam (Piet Mondriaanstraat 140). Het Nova College maakt deel uit van de Esprit Scholengroep. Als vooraanstaande gasten zullen onder meer de voorzitter van de Turkse Grote Eenheids Partij (BBP), Muhsin Yazicioglu, en de voorzitter van de Europese Federatie Nizam-i Alem, Recep Yildirim optreden. De aanwezigheid van deze twee personen is niet verrassend: de TIHS is namelijk een mantelorganisatie van de BBP en de federatie Nizam-i Alem bundelt organisaties in Europa die zich verbonden voelen met het extreemnationalistische gedachtegoed van de BBP. De Grote Eenheids Partij splitste zich in 1992 af van de extreemnationalistische Partij van de Nationalistische Actie (MHP), de aanhangers van de partij staan in Nederland bekend als Grijze Wolven. De BBP werd in 1992 opgericht door een groep MHP-parlementariërs onder leiding van de al genoemde Muhsin Yazicioglu. Hij is de onbetwiste leider van deze Turkse islamitische Grijze Wolven. De reden voor de splitsing was de ontevredenheid van een deel van de MHP’ers met de handelswijze van MHPleider Alparslan Türkes. Deze MHP-leden vonden dat de MHP te kemalistisch, te verwesterd en te afhankelijk van het westerse kapitaal was geworden. Opgemerkt moet worden dat de BBP net zo extreem-nationalistisch is als de MHP. Wie meer wil weten van de politieke opvattingen van de BBP raden we een bezoek aan haar website aan: www.bbp.org.tr. In het bestuur van de TIHS, die een moskee aan de Ookmeerweg in Osdorp beheert, zat overigens enige jaren een zeer bekende Grijze Wolf: Ali Riza Karacaer. Karacaer was in Nederland al sinds de jaren zeventig actief binnen de Grijze Wolven. Zo zat hij in het bestuur van Grijze Wolvenfederatie HÜTID en de HTDF (de voorloper van de Turkse Federatie Nederland). We roepen het bestuur van het Nova College op om haar toestemming voor de bijeenkomst aan de Piet Mondriaanstraat in te trekken. Gezien de politieke signatuur van de organisator van de bijeenkomst en het aangekondigde programma zal daar namelijk het extreem-nationalisme worden uitgedragen, wat zich in Turkije onder meer uit in een zeer onverzoenlijke opstelling jegens etnische minderheden als Koerden en Armeniërs. Het lijkt ons zeer onwenselijk dat dergelijke groeperingen in een democratische en multiculturele samenleving als Nederland een podium wordt geboden. Het is extra wrang dat de bijeenkomst plaatsvindt in een gebouw van de Esprit Scholengroep, waarvan "de docenten [...] de leerlingen, afkomstig uit vele culturen, zo goed mogelijk [voorbereiden] op een plaats in de multiculturele samenleving". (zie: http://www.esprit-sg.nl/) Extreemnationalisme een plaats bieden in haar school is daarbij volgens ons een verkeerd signaal, met name richting de leerlingen. Toevoeging 9 juni 2003: Het Nova College heeft Onderzoeksgroep Turks extreem-rechts laten weten geen formele goedkeuring voor de bijeenkomst te hebben gegeven. Daarbij komt dat het Nova College in de veronderstelling verkeerde dat het om een a-politieke bijeenkomst zou gaan, toen dit niet het geval bleek te zijn heeft het College de organisatoren van de bijeenkomst direct laten weten dat ze zondag niet welkom zouden zijn. Doorgang BBP-bijeenkomst De BBP-bijeenkomst heeft toch afgelopen zondag doorgang kunnen vinden. Een zaalhouder in Osdorp aan de Jan Rebelstraat heeft een ruimte ter beschikking gesteld. Bron: http://www.xs4all.nl/comite/artikel/artikel68.html
24
14.
Onderzoeksgroep reageert op aankondiging dagvaarding door TIHS
Ernst Haffmans Op 8 juni 2003 organiseerde de Türk Islam Yardimlasma ve Dayanisma Vakfi (Stichting Turkse Islamitische Hulpverlening en Solidariteit (TIHS, vestigingsadres: Ookmeerweg 206 te Amsterdam) een ‘culturele’ bijeenkomst in Salon Osdorp te Amsterdam. Oorspronkelijk had de bijeenkomst doorgang moeten vinden in een bijgebouw van het Nova College. Als vooraanstaande gasten zouden onder meer de voorzitter van de Turkse Grote Eenheids Partij (BBP), Muhsin Yazicioglu, en de voorzitter van de Europese Federatie Nizam-i Alem, Recep Yildirim optreden. Naar aanleiding van de aankondiging van de bijeenkomst stuurde de Onderzoeksgroep Turks extreem-rechts op 5 juni een persbericht naar de pers en het Nova College. (1) Het Nova College besloot daarop de bijeenkomst niet door te laten gaan, omdat de school geen politieke bijeenkomsten binnen haar muren wenst te hebben. In het Parool van 24 juni 2003 kondigt de TIHS aan een proces te willen starten tegen de Onderzoeksgroep Turks extreem-rechts. (2) De door ons geuite beschuldiging in het persbericht dat de "TIHS namelijk een mantelorganisatie van de BBP [is]" is volgens de TIHS onterecht, ondoordacht, onbegrijpelijk en stigmatiserend. De TIHS zou immers "een gewone culturele organisatie zijn die allerlei activiteiten voor de Turkse gemeenschap verricht". (3) De Onderzoeksgroep Turks extreem-rechts is echter van mening dat de TIHS geen normale culturele organisatie is, maar een sterk gepolitiseerde extreemnationalistische organisatie. Dit blijkt uit de achtergrond van de bestuursleden van TIHS, de activiteiten die zij organiseert, de symbolen die zij gebruikt en het organisatorische netwerk waarin de TIHS opereert. Over één ex-bestuurslid van de TIHS hebben we in ons vorige persbericht al bericht: Ali Riza Karacaer. Karacaer was in Nederland al sinds de jaren zeventig actief binnen de Grijze Wolven. Zo zat hij in het bestuur van Grijze Wolvenfederaties HÜTID en HTDF, en in het bestuur van de Nationale Turkse Arbeidersvereniging (NTAV), Deel advertentie (bron Türkiye, 1 juni 2003) allen uit Amsterdam. Onder de oprichters en exbestuursleden treffen we echter meer personen aan met een aantoonbare Grijze Wolven-achtergrond. Het gaat hierbij om de ex-bestuursleden Bunyami Coskun (onder andere Ulu Moskee, NTAV en Stichting Hilal), Numan Güngör (Turkse Democratische Jeugdvereniging TDJV) en de oprichter van de TIHS Ismail Simsek (Stichting Hilal en Stichting Yorum). Over de NTAV kan in dit kader worden gemeld, dat zij, onder andere samen met het Amsterdamse Turks Kultureel Centrum (TKC), voorkomt op een lijst van het Turkse militaire openbaar ministerie uit 1981 van in Europa gevestigde mantelorganisaties van de Partij van de Nationalistische Actie (MHP). (4) De TDJV, Hilal, Ulu en Yorum zijn alle lid van de in Amsterdam aan de Zeeburgerdijk gevestigde Turkse Federatie Nederland (TFN). (5) Over de voor 8 juni aangekondigde bijeenkomst kan nog worden opgemerkt dat tevens de ex-MHP’er en huidige vice-voorzitter van de BBP Musa Serdar Çelebi aanwezig zou zijn. (6) Musa Serdar Çelebi was ondermeer in de jaren tachtig voorzitter van de Europese federatie van verenigingen die tot het spectrum van Grijze Wolven behoren en georiënteerd zijn op de MHP, de ADÜTDF, en later was hij voorzitter van de ATIB, een andere Turkse extreem-nationalistische organisatie. In de Türkiye van 11 juni treffen we een verslag aan van de bijeenkomst in Salon Osdorp. (7) De inhoud van de toespraak die BBP-voorzitter Yazicioglu daar hield lijkt op gespannen voet te staan met de bewering van de TIHS in het Parool van 24 juni dat "we een gewone culturele organisatie zijn". Yazicioglu sprak namelijk de wens uit dat Turkse migranten in Europa door hun eigen gemeenschap worden opgeleid tot politici. Hij ziet daarin een grote rol weggelegd voor Turkse verenigingen, stichtingen en moskeeën. Bovendien bekritiseerde Yazicioglu in zijn toespraak beleid van de Turkse regering. Tevens is de invulling van het muziekprogramma veelzeggend over de politieke kleur van de bijeenkomst. De drie aangekondigde musici, Ahmet Baydaroglu, Yusuf Polatoglu en Dursun Arslandogus kunnen worden gezien als de huismuzikanten van de in Europa op de BBP-georiënteerde beweging. Zo traden zij bijvoorbeeld op bij het 12e (2000, Hagen - BRD) en het 13e congres (2001, Maasmechelen - België) van de ATIB en in april 2001 bij een mede door de TIHS georganiseerde bijeenkomst in Amsterdam. (8)
25
Deze laatste bijeenkomst, die onder de vlag van de Europese Nizam-i Alem Federatie (ANF, bundelt organisaties die zich verbonden voelen met het extreem-nationalistische gedachtegoed van de BBP) werd georganiseerd, betrof een symposium over onderwijs. De organisatoren waren de Milenyum Gençlik Dernegi (Millenium Jongerenvereniging, gevestigd op hetzelfde adres als de TIHS) en de TIHS. Onder andere de voorzitter van de BBP, Muhsin Yazicioglu, hield een toespraak. Hij zei ondermeer dat de huidige Turkse Republiek voor hen dezelfde betekenis heeft als het rijk van de Seldsjukken en de Osmanen. Voorwaar een weinig ‘culturele’ uitspraak, die meer uit te staan heeft met ambities om een imperiale machtspolitiek uit te oefenen. Andere prominente aanwezigen: ANF-voorzitter Orhan Kavuncu, ANF-vicevoorzitter Recep Yildirim, ATIB-voorzitter Abdullah Güven, TIHS-voorzitter Ismail Simsek en Milenyum-voorzitter Gürbüz Coskun. Het artikel bevestigd dat de twee Amsterdamse verenigingen behoren tot de ANF en daarmee in het vaarwater van de BBP zitten. Een tweede bevestiging van het verband tussen TIHS en ANF treffen we aan in een Duitse publicatie over Grijze Wolven van onder andere Fikret Aslan en Kemal Bozay. (9) In dit boek staat een lijst van organisaties die de ANF in Europa vertegenwoordigen. Op de lijst staat de Nizam-i Alem Dergahi (Ookmeerweg 206). Als contactpersoon wordt Erol Sungur genoemd, een ex-voorzitter van de TIHS, het vermelde telefoonnummer is identiek aan dat van de TIHS. De in het boek vermeldde lijst is gebaseerd op informatie van de toenmalige website van de ANF. Prints van de lijsten met organisaties die op de site van de ANF stonden, zijn in het bezit van de onderzoeksgroep. We wijzen er overigens op dat de kwalificatie van de BBP als extreem-nationalistisch gangbaar is in de pers en dat niet alleen de onderzoeksgroep deze kwalificatie hanteert. In kranten als de Volkskrant, Trouw, NRC en Turkish Daily News werd de BBP in het verleden betiteld als "extreemrechts", "ultranationalistisch" en "uiterst rechts". Deze oriëntatie valt ook op te maken uit het gebruik van de vlag met de drie halve manen. Het halve manensymbool wordt al decennialang door Grijze Wolven binnen en buiten Turkije te pas en vooral te onpas geëtaleerd. In relatie tot de bijeenkomst van 8 juni treffen we de vlag ook aan. Op de voorzijde van een publicatie van de ANF staat een grote foto met daarop zeer duidelijk en centraal een vlag met drie halve manen. Op de achterkant van deze krant treffen we de aankondiging aan van de bijeenkomst van de TIHS. (10) We treffen ook een ander opvallend gebruik van symbolen aan in de krant. Het door de TIHS gehanteerde logo in de aankondiging is namelijk vrijwel identiek aan het partijlogo van de BBP. Dit lijkt ons een nauwelijks verhulde sympathiebetuiging aan deze partij. We sluiten af met een citaat van Muhsin Yazicioglu, toen hij nog voorzitter was een grote Grijze Wolvenorganisatie (de Idealistische Haarden) in Turkije. De onderstaande uitspraak toont onverbloemd het zeer nationalistische karakter van de beweging aan die hij vertegenwoordigt: "We zijn vast overtuigd van de theorie van een superieur ras... Het Turkzijn is een onontbeerlijk goed dat bestaat uit religie en ras. Het Turkse ras is edeler dan alle andere." (11) Noten: 1): zie: http://www.xs4all.nl/~afa/comite/artikel/artikel68.html. 2): Rechtszaak weigeren zaal aan Turkse orgsanisatie, Het Parool, 24 juni 2003. 3): idem. 4): De aandacht in de Turkse kranten Milliyet en Hürriyet voor de vermelding van de twee Amsterdamse organisaties op de lijst zorgde voor commotie in de Turkse gemeenschap en de bestuurders in die stad. De gemeente Amsterdam deed navraag bij de hoofdofficier van justitie te Ankara over deze twee door haar gesubsidieerde organisaties en de NTAV richtte zich met een brief (d.d. 15 mei 1981) aan de gemeenteraad van Amsterdam. In deze brief vertoont zij een klassieke reflex van Turkse extreem-nationalistische organisaties in Nederland op beweringen over hun politieke karakter door te ontkennen ook maar iets te maken hebben met de Turkse extreem-nationalistische beweging: "De N.T.A.V. heeft tot op heden nooit enige contacten gehad met de fascistische Nationale Bewegingspartij (M.H.P.) van Turkije". Niets is minder waar. In januari 1980 bezocht een delegatie van Turkse organisaties uit Nederland onder meer MHP-voorzitter Alparslan Türkes. De delegatie had een hoog Grijze Wolven-gehalte: zij bestond onder andere uit Wolven-leider Orhan Yilman, TKC-voorzitter Ömer Korkmaz en NTAV-voorzitter Sükrü Tetik. (bron: Hollandali temsilcilerin basarisi büyük oldu, Tercuman, 19 januari 1980) De gemeente Amsterdam hield overigens al eerder rekening met de in haar ogen mogelijk extreem-nationalistische signatuur van de NTAV. Zo kunnen we in een brief van Voorpost Indische Buurt, Bureau Bestuurcontacten (d.d. 9 april 1981) gericht aan het bestuur van de NTAV onder meer lezen: "Het gemeentebestuur heeft een beleidslijn ontwikkeld, die erop neer komt dat organisaties die contacten onderhouden direct of indirect met fascistische organisaties, zoals de Grijze Wolven, de M.H.P. of de Idealistenvereniging, geen subsidie van de Gemeente krijgen. De N.T.A.V. krijgt wel subsidie, maar als er
26
bijvoorbeeld onder het mom van Koranlessen vergaderingen van de Idealistenvereniging worden gehouden zal de subsidie onmiddellijk gestopt worden. Er mag dus geen directe of indirecte steun verleend worden aan fascistische organisaties en er mag in gebouwen van de gemeente, zoals het gebouw waar u thans zich in bevindt, ook geen mondelinge of schriftelijke propaganda voor dergelijke organisaties worden gemaakt. Ook in preken tijdens het vrijdag-namiddaggebed of op Islamitische Hoogtijdagen is het niet toegestaan fascistische propaganda te bedrijven." 5): Gegevens over bestuursposten zijn gebaseerd op informatie van de Kamer van Koophandel. 6): bron: Türkiye, 5 juni 2003. 7): Topçu, Mehmet Ali, ‘Kültürü unutmadan uyun’, Türkiye, 11 juni 2003. 8): Nufel, Yavuz, Avrupa’nin Alperenleri, Türkiye, 17 april 2001. 9): F. Aslan, K. Bozay, e.a., Graue Wölfe heulen wieder: Türkische Faschisten und ihre Vernetzung in der BRD, Unrast Verlag, 2000 (tweede herziene druk). 10): zie: http://www.xs4all.nl/~afa/comite/artikel/artikel69.html. 11): bron: H. Poulton, Top Hat, Grey Wolf and Crescent, New York University Press, 1997, p. 153. Aanvulling 04.10.2003 In het boek Muslime in Deutschland, Informationen und Klärungen van Ursula Spuler-Stegemann (1) wordt melding gemaakt van een paginagrote advertentie in de Turkse krant Zaman van 28 februari 1997, waarin 27 lidorganisaties van de ANF in Duitsland en 11 verenigingen elders in Europa (Denemarken, Nederland, Zwitserland, België, Frankrijk en Oostenrijk) worden opgevoerd. Als centrale vestiging van de organisatie wordt de Türk Islam Kültür ve Egitim Merkezi Dergah in Frankfurt vermeld. Bij nadere controle van de advertentie blijken er drie Nederlandse organisaties in te worden vermeld: AMSTERDAM: Nizam-i Alem Dergahi, Ookmeer Weg 206, Amsterdam, Tel.: 0031-20-6199589 DEN HAAG: Nizam-i Alem Vakfi, Den Haag, 0031-70-3807093 HAARLEM: Nizam-i Alem Dergahi, Haarlem Noot: 1): Zie Spuler-Stegemann, Ursula, Muslime in Deutschland, Informationen und Klärungen, Herder, 2002, pp. 118-119, en Lemmen, Thomas, Islamische Organisationen in Deutschland, Friedrich Ebert Stiftung, 2000, p. 58. Toevoeging 30.01.04 In januari 2004 ontstond er een e-mailcorrespondentie tussen de Onderzoeksgroep Turks extreem-rechts en Ali Riza Karacaer naar aanleiding van persberichten van de onderzoeksgroep waarin zijn naam wordt genoemd. De persberichten hadden betrekking op de bijeenkomst van de TIHS op 8 juni 2003 in Amsterdam. Karacaer geeft aan dat hij halverwege de jaren negentig afstand genomen heeft van de TIHS en de BBP. Hij distantieerde zich volgens eigen zeggen al eerder van de MHP en het gedachtegoed wat deze partij omarmt. Een citaat uit Karacaer’s e-mail: "Uit de extreem-nationalistische groepering die verband had en heeft met MHP (Nationalistische Actie Partij, lees: racistisch) stapte ik al in 1988 en heb bewust alle contacten met hen verbroken met alle gevolgen van dien. Maar zoals u ook kennelijk weet, heeft de groepering aan de Ookmeerweg die de BBP (Grote Eenheid Partij, staat vrijwel met MHP op één lijn) aanhangt, splitste zich ook in 1992 af van de MHP door te beweren dat ze met dat gedachtengoed niet eens waren, wat achteraf bleek niet waar te zijn. Daarom distantieerde ik mij, naar mijn weten, in 1995 ook van hen." Uit: Alert!, nummer 3, juli/augustus 2003 Bron: http://www.xs4all.nl/comite/artikel/artikel72.html
27
België 15.
Grijze Wolven zijn ook actief in Vlaamse partijen Turkse extreemrechtse beweging geïnfiltreerd in Agalev en SP.A
Guy Van Vlierden Een onderzoek dat vorig jaar werd gevoerd, wijst uit dat de Grijze Wolven ook in België sterk vertegenwoordigd zijn binnen de Turkse gemeenschap. Verspreid over drie federaties heeft de beweging plaatselijke groepen in alle grote steden en in de traditionele migrantengemeenten. Ze zit stevig verankerd in de erkende en gesubsidieerde Turkse organisaties, en slaagde er bij de recentste gemeenteraadsverkiezingen in kandidaten op de lijst te krijgen bij verschillende Vlaamse partijen. We moeten opmerken dat het onderstaande artikel al uit 2002 stamt. De feiten (bijvoorbeeld adressen) kunnen dus inmiddels zijn veranderd. Grijze Wolven zijn in België actief sinds het eind van de jaren zeventig. Kopstukken van de extreem-rechtse beweging werden in die tijd rechtstreeks vanuit Turkije uitgestuurd om in het buitenland een organisatiestructuur op poten te zetten. Eerst en vooral in Duitsland: de Turkse gemeenschap is daar het grootst, en dient nog steeds als uitvalsbasis voor de rest van West-Europa. Het was wijlen Alparslan Türkes zelf, de stichter en voorzittervoor-het-leven van de extreem-rechtse Turkse Partij van de Nationalistische Actie (MHP), die vertrouwelingen opdracht gaf om organisaties op te richten in de Turkse gemeenschappen in het buitenland. Twee motieven dreven hem. Aanhang in het buitenland kon de beweging in Turkije versterken - zowel politiek als financieel. En door het Turkse nationalisme in Europa te verspreiden, wilde hij een dam opwerpen tegen het ‘rode gevaar’. Turken in het buitenland bengelden aan de onderkant van de socio-economische ladder, wat hen vatbaar maakte voor de invloed van vakbonden en linkse politieke groepen. De man die de Belgische klus moest klaren was Hasan Bilge, een Turk die op dat moment in Namen verbleef. Hij belegde op 8 april 1978 een meeting in de Brusselse Rex-cinema, samen met een handvol Grijze Wolven uit Nederland en Duitsland. Ter plekke werd de ‘Turkse Culturele Vereniging van Brussel’ opgericht, die luttele dagen later al een pamflet verspreidde waarin opgeroepen werd geen linkse kranten te lezen, en te onthouden dat "een Turk alleen door een Turk geholpen kan worden". Knokploegen aan de koolmijn In de daarop volgende maanden stampten de Grijze Wolven ook elders in België groepen uit de grond, onder de vlag van ‘Turks-Islamitische Culturele Verenigingen’ of ‘Turkse Cultuurhaarden’. Toen in juni 1978 een Europese koepelorganisatie werd gesticht tijdens een meeting in Frankfurt, waren de Belgische Grijze Wolven daarbij aanwezig. Ondertussen vertrok om de drie maanden een karavaan van vier auto’s naar de Turkse hoofdstad Ankara, om propagandamateriaal van de MHP-partij naar België te brengen. Tegen het eind van de jaren tachtig was de Grijze Wolven-beweging overal aanwezig waar er een noemenswaardige Turkse gemeenschap bestond. Ten eerste in de steden. In Brussel is de al genoemde Turkse Culturele Vereniging gevestigd, die momenteel een lokaal heeft in de Josaphatstraat. In Antwerpen zijn er kringen in Berchem, Hoboken-Kiel, Antwerpen-Noord en -Zuid. Gent heeft twee verenigingen, Luik en Verviers elk een, en rond Charleroi zijn er organisaties in Châtelet, Marchienne-auPont en La Louvière. Een tweede zwaartepunt ligt in de voormalige Limburgse mijngemeenten. Daar zijn er Grijze Wolven-organisaties in de Genkse deelgemeenten Winterslag en Waterschei, in Eisden, Heusden-Zolder, Houthalen en Beringen. Ook Diest heeft zijn groep, waarvan - leuk detail - een van de leiders in de Wolvenstraat woont. Van in het begin zorgde de organisatie van Turks extreem-rechts in ons land voor onrust. De mijnstaking van 1979 in Beringen, Zolder, Eisden en Winterslag was voor de Grijze Wolven een mooie gelegenheid om zich te profileren. Opnieuw kwam er hulp uit Nederland, in de vorm van knokploegen die werkwillige Turkse mijnwerkers moesten afschrikken. Een vakbondsafgevaardigde verklaarde aan de pers dat de zaken uit de hand liepen: "Dit is een spookstaking. Waarom het gaat weet eigenlijk niemand. Maar de meesten blijven gewoon
28
thuis uit angst voor de Grijze Wolven." Her en der kwamen getuigenissen van arbeiders die op weg naar huis in mekaar werden geslagen, of die moesten toezien hoe de ruiten van hun woning aan diggelen werden gegooid. Een bedreiging voor de publieke orde De Grijze Wolven worden beschouwd als een gevaarlijke, extremistische organisatie, en niet alleen door hun politieke tegenstanders. Politie- en inlichtingendiensten in heel West-Europa houden de beweging argwanend in de gaten. In België spreken vooral de rellen in Brussel, in 1994 en 1998, boekdelen. Beide malen werden Koerdische huizen, handelszaken en verenigingsgebouwen het doelwit van Turkse jongeren. In 1998 gingen daarbij twee panden volledig in vlammen op. Volgens de Belgische autoriteiten was het geweld duidelijk aangestookt door de Grijze Wolven. Officieel ontkenden die dat, maar in anonieme interviews werd regelrechte oorlogstaal geuit tegen de Koerden. (1) Eind vorig jaar kwam een jonge Antwerpse Turk om het leven in Rotterdam, waar hij deelnam aan een protestactie tegen het gevangenisbeleid in Turkije. Op een zeker ogenblik werden de manifestanten aangevallen door een groep tegenbetogers. De 22-jarige Cafer Dereli uit Merksem, kreeg een mes in de borst geplant en overleed in het ziekenhuis. De Nederlandse politie beaamde dat de moord het werk was van de Grijze Wolven. Een woordvoerster van de Belgische Staatsveiligheid bevestigde dat die instantie de Grijze Wolven als een extremistische organisatie beschouwt, en er alle mogelijke informatie over inwint. "Ten eerste omdat ze een bedreiging vormen voor de publieke orde, zoals die keren in Brussel is gebleken", verduidelijkt ze. "Maar ook omdat ze een nadelige invloed hebben op de Turkse gemeenschap in ons land." De Staatsveiligheid verwijst uitdrukkelijk naar de geldinzamelingsacties die Grijze Wolven ook in ons land onder Turken houden. Financiële steun voor extreemrechts wordt niet enkel op vrijwillige basis gecollecteerd. Meer dan eens is er sprake van regelrechte afpersing. Islamitische fundamentalisten De aandacht die de Staatsveiligheid voor de Grijze Wolven heeft, wordt vaak gemakshalve vergeleken met die voor andere extremistische organisaties van buitenlandse origine. Meest bekend zijn natuurlijk de islamitische fundamentalisten, waarvan er ook een paar stromingen in de Turkse gemeenschap aanhang werven. De bekendste is Milli Görüs, een beweging die nauw aansluit bij de reeds twee keer verboden Turkse Deugdpartij (Fazilet Partisi). In België opereert die vanuit het Henegouwse dorpje Hensies. Een tweede is de zogenaamde Süleymancibeweging, een mystiek-islamitische sekte die in België vertegenwoordigd wordt door de ‘Unie der Islamitische Culturele Centra in België’. Ze heeft afdelingen in Brussel, Antwerpen, Verviers, Charleroi, Heusden-Zolder en Genk. De Staatsveiligheid beschouwt deze moslim-fundamentalisten als een groter gevaar dan Turks extreemrechts. Ze beroept zich dan vooral op de macht van het getal: volgens de Staatsveiligheid krijgen de Grijze Wolven voor hun bijeenkomsten nooit meer dan 5 à 6000 mensen op de been, veel minder dan de massaorganisatie Milli Görüs. Maar dat is een ietwat vertekend cijfer voor wie weet dat Turks extreemrechts in West-Europa over drie naast mekaar staande structuren verspreid is. Preciezere informatie over het aantal actieve leden en volgelingen van de Grijze Wolven zegt de Staatsveiligheid overigens niet te hebben. Duitse cijfers over de aanhang van de verschillende extremistische Turkse stromingen in Europa schatten Milli Görüs op ongeveer 35.000 leden. De Grijze Wolven zouden in West-Europa alles tezamen tussen 35.000 en 40.000 leden hebben. Bovendien logenstraffen rapporten van Duitse inlichtingendiensten de veronderstelling die in België blijkbaar leeft, dat Grijze Wolven qua wervingskracht op hun retour zijn. Een pistool in de Grenslandhallen Het hoofdkwartier van de Grijze Wolven in België is in de Brusselse Rogierstraat 255 gevestigd. Het is de vzw Verbond der Turkse Verenigingen in België die daar huist. Het naambord aan de deur laat voor ingewijden geen twijfel bestaan: de vzw is de officiële gedaante van de Belçika Ülkücü Türk Dernekleri Federasyon, oftewel de ‘Federatie van Turkse Idealistenverenigingen in België’. Met die naam verwijst de organisatie naar haar Europese koepel: de ADÜTDF, voluit vertaalt de ‘Federatie van Democratische Turkse Idealistenverenigingen in Europa’. Telkens als de Europese federatie of een van haar nationale leden een meeting organiseert, kondigt de affiche redevoeringen aan van MHP-bestuursleden, MHP-verkozenen, MHP-ministers, en in de tijd dat hij nog leefde, MHP-stichter Türkes in hoogsteigen persoon. Ook in België nam de Basbug (een Turks woord voor
29
leider, dat qua geladenheid best als ‘Führer’ te vertalen valt) herhaalde malen plaats op het spreekgestoelte. Toen hij in 1988 in het Palais des Expositions in Charleroi verscheen, zorgde dat op straat voor rellen met antifascistische betogers. Zijn optreden in de Hasseltse Grenslandhallen op 11 mei 1996 verliep schijnbaar gemoedelijker. Naast Türkes stond de Genkse burgemeester Jef Gabriëls (CVP), die in zijn toespraak subsidies voor de Belgische Grijze Wolven in het vooruitzicht stelde. Dat op hetzelfde moment op de parking een pistool werd gericht op een Nederlandse journalist die incognito probeerde binnen te geraken, zal Gabriëls niet geweten hebben. Sinds de MHP-partij in de Turkse regering zit, krijgen de buitenlandse Grijze Wolven-organisaties geregeld zelfs ministers over de vloer. Een foto in de krant Türkiye toonde begin 2001 nog defensieminister Sabahattin Cakmakoglu, gezeten in een restaurant in de Gentse Sleepstraat. Hij was er in december 2000 jaar te gast op uitnodiging van de Grijze Wolven-vereniging Gent Türk Ocagi - de Turkse Haard van Gent. De man moest toch in België zijn voor een vergadering van de NAVO, vandaar. (2) Eerst nationalist, dan pas moslim Het Verbond der Turkse Verenigingen in België is niet de enige landelijke organisatie die voortkwam uit de Europese missie van Alparslan Türkes. Sinds de oprichting van de Grijze Wolven-beweging in West-Europa zijn er verschillende afsplitsingen van de moederbeweging ontstaan. Dat was het geval op het eind van de jaren tachtig, toen het extreemrechtse kamp ook in Turkije behoorlijk verdeeld was. De MHP-partij verdween een paar jaar van het toneel na de militaire staatsgreep van 1980, en Türkes zelf zat vier jaar achter de tralies. Kortom: de leiders hadden belangrijkere zorgen dan er op toe te zien dat de aanhang in het buitenland op het juiste spoor bleef. De Europese federatie kon even een zelfstandige koers varen, en kwam onder controle van een stroming die het islamitische aspect in het Turkse nationalisme op de voorgrond wou brengen. Toen Türkes zich terug aan het hoofd van de beweging hees, greep hij in en verving de Europese leiders door volgelingen die nog wel op één lijn stonden met de oorspronkelijke doctrine: eerst nationalist, dan pas moslim. Maar de afgezette kopstukken hielden een aantal plaatselijke groepen achter zich en smeedden die in 1987 aan mekaar tot een nieuwe Europese federatie: de Unie van Turks-Islamitische Cultuurverenigingen (Türk Islam Kültür Dernekleri Birligi). In 1993 veranderde die benaming in Turks-Islamitische Unie in Europa. In het Turks luidt dat Avrupa Türk-Islam Birligi, waarvan de afkorting ATIB de meest gebruikte naam werd. In België wordt de ATIB vertegenwoordigd door de vzw Federatie van Turks-Islamitische Cultuurverenigingen in België, sinds een paar jaar kortweg de TurksIslamitische Federatie genoemd. Die Belgische ATIB-tak huist op dit ogenblik in de Antwerpse Van Kerckhovenstraat, op hetzelfde adres als twee van haar lidorganisaties: het Turks Cultureel Centrum en de Turkse Culturele Jeugdbeweging. Ook in Limburg staat de Turks-Islamitische Federatie sterk. Het Turks Cultureel Centrum van Heusden-Zolder is daar het belangrijkste bolwerk. Op 12 mei 2001 vond het jaarlijkse congres van de ATIB trouwens plaats in het Cultureel Centrum van Maasmechelen. Een inwoner van diezelfde Limburgse gemeente, Selahattin Saygin, is ondervoorzitter van de Europese federatie. Een gesubsidieerde mantelorganisatie Het lijkt er op dat in België de ATIB-tak momenteel de sterkste organisatie van Grijze Wolven is. In Antwerpen bijvoorbeeld, waar een klein tiental extreemrechtse Turkse verenigingen bestaat, hebben nagenoeg alle Grijze Wolven zich onder de ATIB-vlag geschaard. En er is meer. De Unie van Turkse Verenigingen (UTV), die in de Scheldestad steevast als aanspreekpunt voor de Turkse gemeenschap dient en door de Vlaamse gemeenschap erkend en gesubsidieerd is, is niet meer of niet minder dan een mantelorganisatie van de Grijze Wolven. Het merendeel van de aangesloten verenigingen wijst daar op, en in het bestuur heeft letterlijk negen op tien van de leden zijn sporen verdiend in Grijze Wolven-organisaties. Wie bij de Europese koepel ATIB naar een contactpersoon in België vraagt, krijgt trouwens het telefoonnummer van de UTV doorgespeeld, met de naam van haar secretaris Sedat Kaya. De Antwerpse politie, die zoals de rest van de stad de UTV als belangrijkste Turkse gesprekspartner beschouwt, begint stilaan nattigheid te voelen. "We weten dat de Unie een politiek kleurtje heeft en niet echt representatief is voor de Turkse gemeenschap in Antwerpen", zegt politiewoordvoerster Lea De Bie. "Vandaar dat we ons steeds vaker tot afzonderlijke vzw’tjes en individuen wenden." Bij de Cel Diversiteit van de Antwerpse politie werkt sinds mei 2001 een agent van Turkse afkomst, precies omdat de Antwerpse flikken er zelf niet echt wijs uit raken. Ze zijn niet de enigen met dat probleem. In Gent ziet het hoofdkwartier van de Grijze Wolven-organisatie in de Maria-Theresiastraat er uit alsof er geregeld een half leger binnenbreekt. Maar meer dan het feit dat er inderdaad Grijze Wolven actief zijn in hun stad lijkt de Migrantencel van de Gentse politie niet te weten. Dat de povere wetenschap waarover de politie beschikt, nog niet op andere plaatsen is doorgedrongen, bewijst het feit dat Resat Aydin, één van de kopstukken van de Antwerpse Grijze Wolven, als vertegenwoordiger van de Turkse gemeenschap in het Intercultureel Centrum voor Migranten zit. In 1997 was hij het overigens die de Multiculturele Cel van de toenmalige Rijkswacht (nu Federale Politie) onderrichtte over het islamitische geloof.
30
Botsende persoonlijke ambities In 1992 scheurde er een tweede groep van de Grijze Wolven af. Dat gebeurde eerst in Turkije zelf, waar een groep MHP-parlementsleden onder leiding van Muhsin Yazicioglu een nieuwe formatie oprichtte: de Grote Eenheidspartij, BBP. Opnieuw ging het om een fractie van extreemrechtse nationalisten die een zwaardere klemtoon op het religieuze aspect wilden leggen. Maar zoals dat ook bij de vorige splitsing het geval was, had de onenigheid volgens de meeste bronnen eigenlijk meer met botsende persoonlijke ambities en strategie, dan met ideologie te maken. De BBP is een verwaarloosbaar klein partijtje gebleven. Maar ook zij richtte een organisatie in West-Europa op: Avrupa Nizam-i Alem Federasyonu (ANAF), de Europese Federatie van de Wereldorde. In België heeft ANAF tot nu toe weinig aanhang kunnen vergaren. Leider van de beweging in ons land is Rifat Can, die ‘zijn’ Turkse Culturele Kring van Beringen, een plaatselijke vereniging die bij de vorige scheuring de kant van ATIB koos, in 1995 mee naar ANAF wist te sleuren. Ook de namenlijst van ANAF-aanhangers in ons land wijst in de richting van een erkende, gesubsidieerde Turkse migrantenfederatie. De Turkse Unie van België, die bij haar stichting in 1994 een zestal verenigingen uit Beringen en omstreken groepeerde, telt onder haar bestuursleden meerdere door de wol geverfde Grijze Wolven. Dezelfde Rifat Can die contactpersoon is voor ANAF in ons land, zit er nog steeds op de stoel van ondervoorzitter. Wat niet betekent dat de Turkse Unie van België een hele of een halve extreemrechtse organisatie is: zowel bij de aangesloten verenigingen als bij de bestuursleden zitten er voorbeelden van onverdachte politieke kleur. Maar dat de Grijze Wolven ook hier een stevige vinger in de pap hebben is duidelijk. Drie organisaties, drie keer Grijze Wolven. Of niet? Het is een wat academische vraag, of je de afsplitsingen van de oorspronkelijke Turkse extreemrechtse beweging nog onder die term kunt rekenen. Volgens de strikte definitie, die Grijze Wolven omschrijft als personen gelieerd aan de Turkse MHP-partij, mogen alleen de lidorganisaties van de Europese federatie ADÜTDF nog met het mythische beest geassocieerd worden. De Belgische Staatsveiligheid hanteert die definitie alvast niet. "We gebruiken Grijze Wolven als een verzamelnaam voor de Turkse rechts-extremistische beweging", aldus een woordvoerster. "En daar horen de afsplitsingen nog altijd bij." Grijze Wolven op de kieslijsten Net zoals in Nederland slaagden de Grijze Wolven er ook in België al herhaalde malen in om hun militanten te droppen in de plaatselijke politiek. Vooral de progressieve partijen Agalev (‘Anders Gaan Leven’, de Vlaamse groenen) en SP.A (‘Sociaal Progressief Alternatief’, de Vlaamse sociaal-democraten) lenen zich - wellicht onbewust - voor dit soort infiltraties. Ismail Duman, bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen kandidaat voor de sociaal-democratische SP.A (toen nog opererend onder de naam SP, Socialistische Partij) in Genk, is actief in de Turkse Culturele Vereniging van Winterslag. Een Grijze Wolven-vereniging waarvan meerdere bestuursleden het tot kopstuk van hun nationale federatie schopten. In de Antwerpse afdeling van Agalev zijn Mesut Yucel en Bilal Yoncalik actief. Die laatste stond in oktober 2000 bij de Groenen op de verkiezingslijst. Yoncalik is ondervoorzitter van het Turks Cultureel Centrum in de Van Kerckhovenstraat, een lidorganisatie van de Turks-Islamitische Federatie. Dat is een van de drie Grijze Wolven-federaties die op hetzelfde adres haar zetel heeft. Bovendien zat Yoncalik meerdere jaren in het bestuur van de Turkse Culturele Jeugdbeweging, een van de jongerenorganisaties van de Antwerpse Grijze Wolven. Yucel is in dezelfde twee plaatselijke organisaties actief, en fungeert momenteel bovendien als secretaris van de overkoepelende Turks-Islamitische Federatie. Behalve in Agalev zit hij ook in het Platform Allochtone Jongeren, een overlegorgaan voor allochtonen van verschillende origines. Op de verkiezingslijsten van Vlaamse politieke partijen stonden nog namen van kandidaten van Turkse afkomst die op z’n minst goede contacten hebben met de Grijze Wolven. Zo is er Mahmut Gurbulak, leraar islamitische godsdienst aan een basisschool in Hamme. Hij bedrijft politiek voor Agalev, maar was binnen de Turkse gemeenschap actief in de Islamitische en Culturele Federatie voor Verenigingen van Turkse Arbeiders in België. Die vzw deelt behalve een groot aantal bestuursleden ook haar recentste twee postadressen met Grijze Wolven-organisaties. ‘Eigen volk eerst, ja.’ Zijn Grijze Wolven de Vlaams-Blokkers onder de Turken? De vergelijking ligt voor de hand. Na de TurksKoerdische rellen van 1994 in Brussel haalde de VTM-Nieuwsdienst een van de toenmalige leiders van de Belgische Grijze Wolven voor de camera. Gevraagd naar zijn ideologie antwoordde Genkenaar Ali Karasakal, die naar eigen zeggen intussen niets meer met de Grijze Wolven-organisaties te maken heeft: "Iedereen zou nationalist moeten zijn volgens mij." Of dat nationalisme dan gelijk staat met het ‘Eigen Volk Eerst’ van het Blok, wilde de journaliste weten. "Eigen volk eerst, ja", knikte Karasakal overtuigd. Fascisten, racisten en extreme nationalisten vinden elkaar over de grenzen heen. Turks extreemrechts maakt geen uitzondering op die regel. Dat is al van in de jaren dertig zo. De pioniers van de Groot-Turkse ideologie keken met bewondering naar wat er in Europa gebeurde: "Een vorm van nationalisme, ook bekend als fascisme, is tevoorschijn gekomen in Italië na een moeilijke strijd. We zien een aantal van onze eigen politieke en sociale ideeën als vergelijkbaar met aspecten van deze beweging. Net als de fascistische jeugd zullen de nationalistische Turkse jongeren de wapens
31
opnemen en de Turkse revolutie verdedigen tegen elke bedreiging. We zien zowel ons verleden als onze toekomst in het enthousiasme van het fascisme." Verder dan die ideologische herkenning gingen de pogingen van MHP-stichter Türkes om zijn land achter naziDuitsland te krijgen. Samen met een groep gelijkgezinde officieren zette Türkes daartoe een anticommunistische propagandamachine op de sporen. Op 3 mei 1944 vonden er op verschillende plaatsen in Turkije manifestaties plaats tegen de regering, die voor Türkes en de zijnen een hinderpaal was in het GrootTurkse streven en de strijd tegen links. Maar die overheid reageerde fors: meer dan dertig leiders van de beweging werden gearresteerd. Ook Türkes vloog - een eerste keer in zijn carrière - achter de tralies. Keerzijde van de medaille was dat de beweging er een stukje martelarencultus aan overhield. Vandaag nog is die derde mei een hoogtijdag voor Turks extreemrechts. Wat oorspronkelijk een vrijwel onverholen steunbetuiging was aan het regime van Adolf Hitler, wordt tegenwoordig gevierd met culturele activiteiten. Ook in België. In 2001 waren het de Gentse Grijze Wolven die gastheer mochten spelen. Op 5 mei organiseerde de Belgisch-Turkse Vriendschapsvereniging, een van de twee Gentse lidorganisaties van het Verbond der Turkse Verenigingen in België, een concert van de populaire Turkse zanger Mustafa Yildizdogan in het Kuipke. Een VMO’er bij de Grijze Wolven Samenwerken met ideologisch gelijkgezinde stromingen in Europa is voor Turks extreemrechts tegenwoordig echter een mes dat aan twee kanten snijdt. Want terwijl de Grijze Wolven de Turkse gemeenschappen in WestEuropa de superioriteit van hun eigen ras inlepelen, zijn diezelfde Turken in het buitenland natuurlijk wel bij de eerste slachtoffers van racisme. Dat verklaart waarom recente toenaderingspogingen vrijwel allemaal mislukten. Dat ons ‘eigen’ extreemrechts niet goed weet wat aan te vangen met gelijkgezinden die de pech hebben Turk te zijn, bewijst een citaat uit ‘Revolte’, het tijdschrift van de racistische organisatie Voorpost. Er wordt gespot met de heisa die in Nederlandse anti-racistische kringen ontstond, toen bekend werd hoe sterk de Grijze Wolven zich daar hebben kunnen organiseren: "Het wordt ingewikkeld dezer dagen. Vroeger hadden we de goeden en de slechten. De goeden waren vreemd, arm en verdrukt, de slechten waren autochtoon en extreemrechts. De schapen waren dus mooi te onderscheiden van de bokken. Maar toen kwamen de wolven, en die waren vreemd, en toch extreemrechts." Maar het artikel besluit met een ietwat vertwijfeld: "We vragen het ons af: blijven er eigenlijk nog gewone Turken over?" Gewone Turken of niet, toch zijn er contacten geweest tussen Grijze Wolven en Vlaams extreemrechts. In het boek ‘Extreemrechts en de Staat’, waarvan De Morgen-journalist Walter De Bock een van de auteurs was, wordt verteld hoe in 1980 een VMO-militant komt speechen op het eerste Grijze Wolven-congres in ons land. Georges Claeys sprak er in naam van de - intussen verboden - Vlaamse Militanten Orde én het Vlaams Blok over het anticommunisme dat Turks en Vlaams extreemrechts bond. En het is niet bij een babbel gebleven, zo blijkt als we er het Belgisch Staatsblad op naslaan. Want diezelfde Claeys is medestichter van de Vereniging van Turkse Arbeiders van Antwerpen-Noord, een van de oudste Grijze Wolven-organisaties in de Scheldestad, die ondertussen bij de ATIB-tak is gaan horen. Grijze Wolven en de maffia In Turkije zelf is het een publiek geheim: wie de Grijze Wolven noemt, heeft het ook over de maffia. In het land bestaat er sowieso een verwevenheid tussen politiek en onderwereld die de reputatie van Italië doet verbleken. De Turkse maffia houdt zich, zoals het een organisatie van die aard past, bezig met van alles en nog wat. Maar drugsmokkel is een van de belangrijkste activiteiten. Voor die business is het bijzonder interessant om over een goed vertakt netwerk van contacten en handlangers te beschikken in West-Europa. En de Turkse maffia heeft zo een netwerk: de Grijze Wolven. De Turkse extreemrechtse beweging is een hoeksteen van de heroïnetrafiek, een tak van de misdaad waarin de Turkse maffia ook in onze contreien marktleider is. In België is er nog nooit een tastbaar bewijs op tafel gekomen van banden tussen Turks extreemrechts en de maffia (3). Het enige gerechtelijke onderzoek waarin de Grijze Wolven ooit met naam werden genoemd, handelt over de brandstichtingen van 1998 in Brussel. Een zaak die nog niet werd afgerond trouwens. Maar in justitiekringen wordt onomwonden gesteld dat het niet meer dan waarschijnlijk is dat de Grijze Wolven ook in België betrokken zijn bij tal van criminele feiten. Nader onderzoek Bij vergelijking van de Turkse extreemrechts in Nederland en België blijken tal van overeenkomsten te bestaan. In Nederland is de Turkse extreemrechtse beweging op dezelfde wijze als in België in drie richtingen verdeeld, is zij ook sinds de jaren zeventig betrokken bij tal van diverse gewelddadige incidenten, probeert zij invloed op de parlementaire politiek te krijgen (o.a. door infiltratie), is zij anti-integratie en heeft zij banden met de Turkse maffia. Deze overeenkomsten zijn natuurlijk niet echt verrassend, onder andere door de organisatorische aansturing van Turkse migrantenorganisaties in Europa door onder meer politieke partijen in Turkije en als je
32
weet dat het initiatief tot de oprichting van tal van Turkse extreemrechtse organisaties oorspronkelijk is gekomen vanuit Turkije. Daarentegen is er in België, niet zoals in Nederland sinds 1997, nog weinig aandacht van onder andere pers, politiek en overheid voor de activiteiten van de Turkse extreemrechtse beweging. Mijn (beperkte) onderzoek wekt de indruk dat het kennisniveau bij genoemde instellingen en organisaties veel te wensen overlaat. Meer onderzoek zou gepast zijn. Tenslotte lijkt het op zijn plaats als de politieke partijen in België hun kandidaten aan een strengere screening onderwerpen om te voorkomen dat zij ongewild de politieke agenda van de Grijze Wolven volgen met alle gevolgen vandien. Noten: 1): 3 januari 1994, Brussel: Grijze Wolven vallen een gemeenschapshuis in de Brusselse gemeente Sint-Joostten-Node aan waar zo’n 150 Koerdische intellectuelen verbleven na een voettocht van Bonn naar Brussel ter ondersteuning van de vrijheidsstrijd in Koerdistan. De Koerden moesten vluchten. Hierna plunderden enkele honderden Turkse jongeren, opgehitst door Grijze Wolven, twee dagen lang Koerdische winkels en café’s, onder de slogan "Lang leve het Grote Turkije, weg met de PKK." Tijdens de demonstratie een dag later vallen Grijze Wolven wederom Koerden aan. Elf mensen raken gewond en zo’n vijftig jongeren worden gearresteerd. Minister van Binnenlandse Zaken Tobback verklaart dat de rellen in gang zijn gezet door Grijze Wolven. 17 november 1998, Brussel: Circa tweehonderdvijftig Turken demonstreren voor uitlevering van de voorzitter van de PKK, Abdullah Öcalan, van Italië aan Turkije. De demonstranten, waarvan er veel frequent het Grijze Wolven-teken maken en MHP-vlaggen bij zich hebben, trekken door de Brusselse wijk Sint-Joost-ten-Node. Het is de bedoeling naar de Italiaanse ambassade te gaan, maar bij het zien van een aantal Koerdische instellingen slaat de vlam in de pan. Een deel van de demonstranten steekt het Koerdisch Instituut en het Koerdisch Cultureel Centrum met molotov-cocktails in brand. Beide panden branden vrijwel volledig uit. Het gebouw van de Assyrische vereniging moet het ook ontgelden: binnen worden vernielingen aangericht. De later gearriveerde rijkswacht drijft de amok makende Turken uiteen. Volgens buurtbewoner en journalist Wim de Neuter, die alles nauwkeurig had kunnen volgen, was er sprake van een goed geplande actie: "Ze kwamen toe, staken de boel in brand en liepen daarna weer weg. Alles gebeurde vrij snel en doelbewust. Ook de gelukte brandstichting toonde aan dat alles goed voorbereid was". 2): Begin dit jaar, in januari, bezocht de voorzitter van de MHP en de huidige vice-premier van Turkije, Devlet Bahçeli, Duitsland, Nederland en België. In Nederland was hij onder meer te gast bij het vierde congres van de Turkse Federatie Nederland in Den Bosch. Bahçeli bezocht ook in Brussel de Belgische Turkse Federatie. In Brussel belegde Bahçeli tevens een persconferentie waar hij onder andere sprak over de kwestie van het afschaffen van de doodstraf in Turkije. (bron: Hurriyet, 7 januari 2002) 3): Hoewel er in België geen bewijs is gekomen voor banden tussen Turks extreem-rechts en de maffia aldaar, zijn er wel aanwijzingen daarvoor aangetroffen in Turkije. In het jaarverslag van de gerenommeerde Franse onderzoeksinstantie Observatoire Géopolitique des Drogues (OGD) over 1995/1996 wordt melding gemaakt van een rapport van de Turkse geheime dienst MIT, waarin de DYP-politicus Mehmet Agar ervan wordt beschuldigd aan het hoofd te staan van een maffia-bende. Deze bende heeft banden met Turks extreem-rechts en opereert in onder andere Duitsland, Nederland, België en Azerbeidzjan. Voormalige Idealisten (waaronder de roemruchte Abdullah Çatli) zouden een belangrijke rol in de bende vervullen. De activiteiten van deze maffia-organisatie raakten bekend naar aanleiding van een auto-ongeval bij Susurluk in november 1996. Een mercedes die daar crashte, bleek bijzonder merkwaardig bemand: een van de hoogste Turkse politieofficieren maakte het ritje samen met een parlementslid en de al genoemde Çatli. Uit: Alert!, nummer 3, oktober/november 2002
33
Turkije 16.
Portret van de nieuwe MHP-leider Bahçeli
Fikret Aslan en Kemal Bozay Toen de MHP bij de parlementsverkiezingen op 19 april 1999 als één van de winnaars uit bus kwam, en daarna een sleutelrol ging spelen bij de vorming van de regering, stelden velen zich de vraag aan wie de MHP, na de dood van Türkes, de overwinning eigenlijk te danken had. Blijkbaar telde de MHP zonder het charisma van Alparslan Türkes toch nog wel mee. Na het verrassende succes bij de verkiezingen in april 1999 heette het in de media dat de MHP van imago was veranderd. De MHP zou getransformeerd zijn tot een partij behorend tot het politieke midden. MHP-voorzitter Bahçeli ontkende deze berichten echter. Hij stelde nadrukkelijk: "Het imago van de MHP is geenszins veranderd. Integendeel, de MHP zal de reeds 33 jaar door haar gevoerde lijn vastbesloten voortzetten. Vroeger werd de MHP verkeerd begrepen, nu ziet men haar ware gezicht. Bovendien zijn wij dé partij in de nationalistisch-conservatieve beweging."
Bahçeli (met gieter) bij het graf van Alparslan Türkes
De uitlatingen van Bahçeli aan de pers, die hij kort na de verkiezingen deed, maakten duidelijk welke politiek de MHP en haar leider nastreven. De vermeende ‘imagoverandering’ resulteerde in 1999 met name tijdens de ramadan - in brute aanvallen en aanslagen op democratische en linkse studenten van Turkse hogescholen en meedogenloos optreden tegen de arbeidersbeweging en aanhangers van de oppositie in het buitenland. Wie gaat er schuil achter de persoon Devlet Bahçeli? Zijn indrukwekkende naam - Devlet - is een synoniem voor het begrip de staat. De leus "Devletin basina Devlet gelecek", "Aan de top van de staat zal Devlet komen" werd tijdens de kabinetsformatie niet alleen geroepen door MHP-aanhangers, ook kringen rond de oude regering stemden in met deze oplossing.
Devlet Bahçeli is in 1948 geboren in de stad Osmaniye/Adana. Hij spreekt graag en met trots over zijn voorvaders, de Fettahogullari. Zij behoorden in die regio tot één van de meest bekende Turkmeense stammen. Zijn carrière bij de MHP begon vroeg. In 1967, toen hij ging studeren aan de Academie voor Geldwezen en Economie (AITIA), behoorde hij tot de oprichters van de lokale idealistische vereniging (Ülkü Ocagi). Hij zat ook in het bestuur van deze vereniging. Hij bezocht dezelfde school als de roemruchte Abdullah Çatli, een hoofdrolspeler in de Susurluk-affaire. De AITIA in Ankara werd toentertijd volledig gecontroleerd door de radicale vleugel van de Grijze Wolven. Bestrijding van communistische en socialistische jongeren- en studentenorganisaties behoorde tot één van de belangrijkste doelen van de vereniging. Çatli leidde in de daarop volgende jaren commandokampen van de Grijze Wolven. Tot Çatli’s medestrijders behoorde uiteindelijk ook Devlet Bahçeli. In het studiejaar 1970-71 was Bahçeli voorzitter van de Nationalistische Studenten Federatie van Turkije (Türkiye Milli Talebe Federasyonu), die herhaaldelijk betrokken was bij provocaties. Deze federatie propageerde anti-communisme. Na 1972 was hij wetenschappelijk medewerker aan de AITIA. Daarmee begon Bahçeli’s wetenschappelijke carrière. In dezelfde periode nam hij deel aan de oprichting van de Vereniging van Idealistische Bankiers en Economen (Ülkücü Maliyeciler ve Iktisatçiler Dernigi - ÜMID) en de Vereniging van Idealistische Academici en Wetenschappelijke medewerkers. Bahçeli was voorzitter van beide dochterorganisaties van de MHP.
34
De naam van Devlet Bahçeli verscheen in 1978 voor het eerst in een politiedossier. Tot een aanklacht kwam het echter nooit. Het ging om een zaak waarbij de politie op 23 februari 1978 een auto stopte en diverse wapens, geweren en munitie in beslag nam. In de auto zaten Ali Halaman (momenteel MHP-parlementariër), Fuat Istanbullu, Ekrem Pazarci en Sami Ocak, die toentertijd behoorden tot de leidinggevende kaders van de MHPjeugdorganisatie. Deze personen waren betrokken bij diverse aanslagen. De inzittenen verklaarden dat ze de wapens van Recai Yildirim uit Adana (momenteel MHP-parlementariër) hadden gekregen en dat de eigenaar van de auto Devlet Bahçeli was. Bahçeli ontkende enige betrokkenheid en beweerde dat hij niets had afgeweten van de wapens. Hij werd overigens niet officieel verhoord door de politie of de rechtbank. In het dossier ‘MHP en idealistische verenigingen in Adana’ (registratienummer 1981/278, pagina 1257-1260) dook zijn naam echter wel op. De coup van 1980 trof ook Devlet Bahçeli zwaar. Hij belandde echter niet zoals Türkes, Çatli en vele anderen achter de tralies. Hoewel op basis van de wet op het verbod van partijen van 1981 ook de MHP en haar dochterorganisaties werden ontbonden en veel kaders en aanhangers van de MHP werden gearresteerd, bleef hem een gevangenisstraf bespaard. Ondanks het verbod bleef er voor Bahçeli voldoende te doen: het ondersteunen van de gevangenzittende MHP-leden en het propageren van de ülkücü-idealen. Naast zijn docentschap aan de Gazi universiteit in Ankara ondersteunde hij gedetineerde MHP-aanhangers en onderhield hij contact met hun familie. Hij bleef ook in contact met de politieke vrienden, die zich op vrije voeten bevonden. Bahçeli behoorde na de coup tot een klein groepje MHP’ers die publiekelijk, bij iedere gelegenheid, de opstelling en lijn van de Grijze Wolven bleef verdedigen. Ook bekritiseerde hij herhaaldelijk de arrestatie van MHP-kaders, omdat de standpunten van de MHP de doelen van de coupplegers rond Kenan Evren juist zouden onderschrijven. In het kader van het ideologische concept van de MHP richtte Bahçeli samen met Ali Güngör, de toenmalige jongerenwoordvoerder van de partij, uitgeverij Mayas op. Vanuit deze uitgeverij werd onder meer de verkoop van de extreem-nationalistische tijdschriften als Hamle (de Zet) en Töre (de Volksgemeenschap) gecoördineerd. Door MHP-aanhangers werd deze groep bestempeld als een ‘academische kring’. Na het opheffen van het partijverbod kwam na verloop van tijd Türkes weer op het politieke toneel. Türkes verlangde van Bahçeli en andere bekende Grijze Wolven dat zij mee zouden werken aan de opbouw van de extreem-nationalistische Nationalistische Arbeids Partij (MÇP). Bahçeli vatte deze oproep van Türkes op als een belangrijke taak. Hij legde op 17 april 1987 zijn docentschap neer om zich in te kunnen zetten voor de opbouw van de MÇP. Op het congres van de MÇP op 18 april 1987 werd Bahçeli in het partijbestuur gekozen. Bij de parlementsverkiezingen van 1987 en 1991 was hij weliswaar MÇP-kandidaat, maar werd hij niet verkozen. Het proces om de MÇP te transformeren in de MHP in 1993 ondersteunde Bahçeli op alle fronten. Hij werd echter vanwege een interne machtsstrijd niet opgenomen in de kandidatenlijst voor het nieuwe partijbestuur. Een kliekje rond de Grijze Wolf Riza Müftüoglu had daarvoor gezorgd. Türkes kwam hem echter in deze moeilijke tijd te hulp. Hij benoemde Bahçeli tot zijn persoonlijke adviseur. Bij de parlementsverkiezingen van 1995 was Bahçeli opnieuw kandidaat, maar deze keer haalde de MHP de 10% kiesdrempel niet. Na de dood van Türkes kreeg Bahçeli de mogelijkheid om de nieuwe MHP-leider te worden. Op basis van zijn jarenlange ervaring met de onderlinge strijd van fracties binnen de MHP, was hij op het MHP-congres op 17 april 1997 de sterkste kandidaat. Bahçeli kende met name de opleiding van nieuwe jongerenkaders groot belang toe. Daarom richtte hij een partijschool op die door hem werd bestuurd. Nadat hij de steun van de MHP-kaders had verkregen werd Bahçeli op het vijfde buitengewone congres van de MHP op 23 oktober 1997 definitief tot voorzitter van de MHP gekozen. Bahçeli is niet bereid tot een compromis waar het om de Koerdische kwestie gaat. Toen PKK-leider Öcalan naar Rome was gevlucht en daar om politiek asiel verzocht, behoorde Bahçeli tot de eersten die opriep tot een brede protestcampagne tegen Italiaanse en Griekse instellingen. "Italië zal buigen en zal zich klein moeten maken. Als men de PKK een politieke identiteit toemeet, dan weten wij hoe je Rome in brand kan steken. Italië zal zonder meer de terroristenchef-Öcalan moeten uitleveren." In de lijn van deze uitspraken organiseerden MHPaanhangers en Turkse staatskringen acties in binnen- en buitenland. "De MHP is veranderd", "Bahçeli is de juiste man" kopten alle burgerlijke kranten en andere media na de verkiezingen. Op deze manier wilden delen van het Turkse establishment rechtvaardigen dat de MHP zou deelnemen aan de regeringsvorming. Bahçeli zou aan het Turkse partijenlandschap nieuw charisma verlenen. Want vanwege de politieke ontwikkelingen in Turkije is er altijd een radicale vleugel binnen de regering noodzakelijk. Bahçeli was gevleid door dit gebaar. Als oplossing voor de ambivalentie binnen de MHP om deel te nemen aan de regering poneerde hij de stelling dat de belangen van de staat voor de belangen van de partijen dienden te worden geplaatst. De doelstelling van de MHP na de nieuwe regeringscoalitie heeft Devlet Bahçeli op de jaarlijkse bijeenkomst van de aanhangers van de MHP in de bergen bij Erciyes in juli 1999 als volgt omschreven: "Onze overwinningsbijeenkomst hier is het signaal voor een volledige overname van de regering. Uit de grond van mijn hart ben ik ervan overtuigd dat deze uitbarsting van vreugde en euforie de aankondiging zal zijn voor onze nieuwe overwinningen. De aaneenschakeling van deze overwinningen zal na de overname van de absolute
35
heerschappij een andere betekenis en belang verkrijgen." In deze slotrede van Bahçeli zijn de huidige doelstellingen van de Turkse extreem-nationalisten duidelijk te zien. Tradities werden niet tekort gedaan in Erciyes, want naast Çatli’s memoires werd de Turkse vertaling van Hitlers Mein Kampf (Kavgam, red.) te koop aangeboden. (*) Noot: *): De Turkse vertaling van Mein Kampf is al diverse malen herdrukt en uitgegeven door de neo-fascistisch georiënteerde uitgeverij Ötüken. Vertaler van de Turkse uitgave is de vice-voorzitter van de MHP Kamil Turan. De betekenis die hij aan deze publicatie toekent, blijkt duidelijk uit zijn voorwoord bij de vertaling: "De geschiedenis van nazi-Duitsland werd tot op heden niet beschreven vanuit een neutrale zienswijze. In veel landen worden werken gepubliceerd, die handelen over het van 1933 tot en met 1945 in Duitsland heersende Derde Rijk. Slechts enkele van deze werken bevrijden zich van de vijandschap jegens het nationaal-socialisme, bijna iedereen is van tevoren al van mening dat Hitler gek was." Turan daarentegen ziet niet alleen in Mein Kampf te verdedigen visies, maar refereert ook aan de door Martin Bormann (de zoon van Martin Bormann, een top-NSDAP’er) in 1952/1953 gepubliceerde Bormann Vermerke (‘Bormann notities’), om Hitler tot grote leider en indirect tot slachtoffer van de geschiedschrijving te bestempelen: "In deze notities wordt Hitler niet als een gestoorde persoonlijkheid, maar als een persoon met spirit en hersens gepresenteerd, en in dit verband werden tot dan toe onopgehelderde kanten van de oorlog openhartig beschreven. In de notities kan men tenminste de uitspraken nalezen van Hitler, de in Duitsland meer dan twaalf jaar regerende oprichter, aanvoerder en geestelijk leider van de nationaalsocialistische beweging, over hemzelf en zijn wereld in diens eigen bewoordingen. Bevrijd van de invloed van propaganda en leugenachtige laster zal in de toekomst de geschiedenis van het Derde Rijk zonder twijfel in een andere vorm worden beschreven." Uit: F. Aslan, K. Bozay, Graue Wölfe heulen wieder, Türkische Faschisten und ihre Vernetzung in der BRD, 2e druk, 2000, pp. 95-99. Het betreft een bewerkte vertaling met redactionele wijzigingen.
Bron: http://www.xs4all.nl/comite/artikel/artikel14.html
17.
Een nieuw imago voor de Ülkücüler
Een ander vlak waarop men een verandering tot stand probeert te brengen is de beeldvorming. Zoals iedereen weet leven we in het ‘tijdperk van de opgepoetste imago’s’... De ülkücüler nemen dan ook hun minder fraaie kanten onder handen. Alles wat niet piekfijn in orde is of een duffe indruk maakt wordt aangepakt. Met dit doel heeft de MHP een instructieboekje samengesteld met de titel ‘Menselijke verhoudingen’. In dit geschrift krijgen de ülkücüler uitgelegd hoe mensen met elkaar omgaan. Tot in detail wordt hen uit de doeken gedaan hoe ze zich dienen te gedragen, hoe ze moeten spreken en zelfs wat ze moeten eten. Wat er allemaal wel niet te vinden is in dit boekwerkje, samengesteld door Murat ªefkatli, algemeen vice-secretaris van de MHP. Punt voor punt worden allerlei raadgevingen / orders opgesomd. Bijvoorbeeld: ‘Overdrijf niet met accessoires als kettingen en reversspeldjes; houdt u verre van glimmende kleding en witte sokken; eet geen uien en knoflook; poets uw tanden twee keer [per dag]; maak geen snelle maar langzame bewegingen met uw handen bij het uitbrengen van de Grijze Wolven-groet; luister naar de ander en gebruik geen uitdrukkingen als ‘begrijpt u’, ‘is dat begrepen’, ‘duidelijk?’; wees niet saai’ (1). In het kader van deze actie om het ‘imago te veranderen’ hebben sommige functionarissen ook hun naar beneden hangende snor afgeschoren. En zelfs van de befaamde begroetingswijze, het met de voorhoofden tegen elkaar stoten, beginnen ze af te zien, omdat het niet esthetisch zou zijn. De MHP-er Ahmet Çakar, hoofd beheerzaken van het parlement, verdedigde de ‘kopstoot’ als volgt: ‘Als we de hoofden tegen elkaar stoten heeft dat een grappige ondertoon. Voor ons is dat iets van stoere jongens onder elkaar. Het is natuurlijk wat onbehouwen...’ (2) Maar ook al is het dan geen advies aan de afdelingen, in de wandelgangen van het parlement zal men dit niet meer tegenkomen. (In feite vereist deze poging het imago te veranderen heel wat acrobatiek. De MHP moet in de smaak zien te vallen bij de achterban van ülkücüler, èn de publieke opinie, èn het leger, èn de media èn ook nog de TÜSÝAD. Tja, dat valt natuurlijk niet mee...) Noten: 1): Sabah, 21 april 1999. 2): Milliyet, 5 januari 2001.
Vertaling van ‘Ülkücülere yeni imaj’ uit: Bayraktar, Ragip, Yeni baslayanlar için ülküculuk, Su Yayinlari, 2001 Bron: http://www.xs4all.nl/comite/artikel/artikel44.html
36
18.
Selectieve bibliografie
Publicaties in 2004 Beantwoording door B en W Den Haag van de schriftelijke vragen van Gyömörei inzake subsidie, 8 juni 2004 Beantwoording door B en W Rotterdam van schriftelijke vragen van Reijkersz over subsidiëring van Grijze Wolven, 20 maart 2004 Beantwoording van de schriftelijke vraag van Reijkersz over subsidies aan Versam, Mimar Sinan en Versaar, 10.8.04 Braam, Stella, Mehmet Ülger, Grijze Wolven, een zoektocht naar extreem-rechts, Nijgh & Van Ditmar, 2004 Haffmans, Ernst, Turkse extreem-nationalistische leider bezoekt Nederland, Alert!, nummer 3, september/oktober 2004 Hostler, Charles Warren, Pan-Turkistische beweging Turkije, Alert!, nummer 1, 2004 Kamervragen van Sterk aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Vreemdelingenzaken en Integratie over mogelijke gemeentelijke subsidies voor Grijze Wolven (ingezonden 20 april 2004) Saraçoglu, Cenk, Nihal Atsiz’s World-View and Its Influences on the Shared Symbols, Rituals, Myths and Practices of the Ülkücü Movement, mei 2004, Turkology Update Leiden Project Working Papers Archive VS NRW (Hg.), Rechtsextremisten in der Türkei: Die Grauen Wölfe, 2004 Uzer, Umut, Racisme in Turkije: de case Hüseyin Nihal Atsiz, Alert!, nummer 3, september/oktober 2004 Weiker, Walter F., De Turkse Unie van Idealen en Cultuur, Alert!, jaargang 8, nummer 2, juni/juli 2004 Publicaties in 2003 Beckstein auf dem rechten Auge blind, persbericht fractie Bündnis 90 / Die Grünen in Beierse Landtag, 15 december 2003 Braam, Stella, De nasleep van de Grijze Wolven, in: Tussen gekken & Gajes, Avonturen in de undercoverjournalistiek , Nijgh & Van Ditmar, 2003 Beantwoording van schriftelijke vragen van Wijsmuller inzake politieke relatie Turk Islam Vakfi en de MHP van de ‘Grijze Wolven’, Gemeenteraad Den Haag, 13 mei 2003 Beantwoording van schriftelijke vragen van Gyömörei inzake ‘Grijze Wolven, Gemeenteraad Den Haag, 21 januari 2003 Bora, Tanil, Nationalist discourses in Turkey, The South Atlantic Quarterly, nummer 2/3, lente/zomer 2003 Bora, Tanil, Nergis Canefe, Intellectual roots of anti-european sentiments in turkish politics: the case of radical turkish nationalism, Turkish Studies, nummer 1, lente 2003 Goede, Harold de, Grijze Wolven in Twente (deel 2), Alert!, nummer 3, juli/augustus 2003 Haffmans, Ernst, Pan-Turkisme in de polder, Alert!, nummer 2, mei/juni 2003 Haffmans, Ernst, Reactie Onderzoeksgroep op TIHS, Alert!, nummer 3, juli/augustus 2003 Landau, Jacob. M., Ultra-nationalist literature in the turkish republic: a note on the novels of Hüseyin Nihâl Atsiz, Middle Eastern Studies, nummer 2, april 2003 Onderzoeksgroep Turks extreem-rechts, Persbericht bijeenkomst BBP in Amsterdam, 5 juni 2003 Onderzoeksgroep Turks extreem-rechts, Versaar’s kinderfeest, Alert!, nummer 4, 2003
37
Önis, Ziya, Globalization, Democratization and the Far Right: Turkey’s Nationalist Action Party in Critical Perspective, Democratization, jaargang 10, nummer 1, 2003 Publicaties in 2000 - 2002 AFA-Twente, Grijze Wolven in Overijssel (deel 1), Alert!, nummer 1, zomer 2000 Antwoord van Minister De Vries op Vragen van Karimi aan de minister van Binnenlandse Zaken over de aanval van de Grijze Wolven op Koerdisch-Turkse hongerstakers in Rotterdam (ontvangen 25 januari 2001) Aras, Bülent, Gökhan Bacik, The rise of the Nationalist Action Party and Turkish politics, Nationalism & Ethnic Politics, nummer 4, 2000 Arikan, Burak, Turkish ultra-nationalists under review: a study of the Nationalist Action Party, Nations and Nationalism, nummer 3, 2002 Arikan, Burak, Alev Çinar, The Nationalist Action Party: Representing the state, the nation or the nationalists? , Turkish Studies, lente 2002 Aslan, Fikret, Kemal Bozay, Graue Wölfe heulen wieder: Türkische Faschisten und ihre Vernetzung in der BRD, Unrast Verlag, tweede herziene druk, 2000 Atilgan, Canan, Türkische Diaspora in Deutschland, Chance oder Risiko für die deutsch-türkischen Beziehungen, Deutsches Orient-Institut, 2002 Bijeenkomst Grijze Wolven in Oss slecht bezocht, Alert!, nummer 1, zomer 2000 Bora, Tanil, Football and its audiences: staging spontaneous nationalism, Civil Society in the grip of nationalism, Orient-Institut, 2000 Bora, Tanil, Der "Nationale Reflex": Die fundamentalistische Disposition des Nationalen in der Türkei und der protofaschistische Nationalismus der MHP, Sociologus, 2001 Bozay, Kemal, Die türkische Rechte im Aufwind, Geschichte und Aktualität, Der Rechte Rand, nummer 75, maart/april 2002 Brief van de minister van Binnenlandse Zaken inzake een bijeenkomst van de Turkse organisatie MHP op 5 januari 2002 te Den Bosch, d.d. 15 maart 2002, bzk0200166 B & W Den Bosch, Brief met antwoorden aangaande vragen van PvdA Den Bosch aan het College van B & W Den Bosch m.b.t. Turkse Federatie Nederland/Grijze Wolven, 7 januari 2002, 15 januari 2002 Boxtel, R. van, Brief over ‘bijeenkomst op 5 januari 2002 te ‘s-Hertogenbosch met daarbij de Turkse organisatie MHP’, 3 januari 2002 Can, Kemal, Youth, Turkism and the extreme right: the ‘Idealist Hearths’, Civil Society in the grip of nationalism, Orient-Institut, 2000 Canefe, Nergis, Turkish nationalism and ethno-symbolic analysis: the rules of exception, Nations and Nationalism, nummer 2, 2002 Comité Stop de Grijze Wolven, De Hollandse Leeuw en de Grijze Wolf, FOK, 2000 Comité Stop de Grijze Wolven, MHP-top verenigt in Den Bosch, 4 januari 2002 Comité Stop de Grijze Wolven, Open brief aan de leden van de Tweede Kamer, 10 december 2001 Gözüküçük, Yusuf, Rethinking the turkish center-right in 1990s: erosion or replacement? - The case of the Nationalist Action Party, Bilkent University, 2001 Haffmans, Ernst, Nederlandse justitie loopt uit de pas inzake Grijze Wolven, Alert!, nummer 1, lente 2001 Haffmans, Ernst, ‘Tijd voor maatregelen tegen Grijze Wolven’, Ravage, nummer 16, 15 december 2000
38
Kernteam Noord- en Oost-Nederland, Algemene criminaliteitsbeeldanalyse Turkije 2000-2001, 2002, Politie IJsselland Landau, Jacob M., Atsiz and Türkes: A Note on The History of Pan-Turkism in Turkey, The International Journal of Turkish Studies, nummer 1, 2002 PvdA-Den Bosch, Vragen aan het College van B & W Den Bosch m.b.t. Turkse Federatie Nederland/Grijze Wolven, 7 januari 2002 Rehwinkel, Peter, Toespraak voor demonstratie tegen TFN-bijeenkomst in Den Bosch, januari 2002 Roth, Jürgen, Netzwerke des Terrors, Europa Verlag, 2001 Roth, Jürgen, Schmutzige Hände, Wie die westlichen Staaten mit der Drogenmafia kooperieren, Goldmann, 2001 Schröder, Katy, Die MHP - Ein Wolf im Schafspelz, INAMO, nummer 29, voorjaar 2002 Spuler-Stegemann, Ursula, Muslime in Deutschland, Informationen und Klärungen, Herder, 2002 Stadspartij Den Bosch, Vragen aan het College van B & W van Den Bosch m.b.t. congres Turkse Federatie Nederland, 7 januari 2002 Tepe, Sultan, Kemalism, islamism, and the Nationalist Action Party, Turkish Studies, nummer 2, herfst 2000 Ülger, Mehmet, Dubieuze stemmentrekkers, Partijen zijn blind voor Turks extremisme, Contrast, nummer 39/40, 20 december 2001 Ülger, Mehmet, Nederland reageert laks op Grijze Wolven, Contrast, nummer 20, 14 juni 2001 Ülger, Mehmet, Turkse liberalen beschuldigd, Contrast, nummer 9, 14 maart 2002 Ülger, Mehmet, Turk-Turks racisme, Wordt Vervolgd, nummer 9, Amsterdam, september 2001 Uzer, Umut, Racism in Turkey: The case of Huseyin Nihal Atsiz, Journal of Muslim Minority Affairs, nummer 1, 2002 Vlierden, Guy Van, Grijze Wolven zijn ook actief in Vlaamse partijen, Alert!, nummer 3, oktober/november 2002 Yavuz, Hakan, The politics of fear: The rise of the Nationalist Action Party in Turkey, Middle East Journal, nummer 2, 2002 Uitgebreide bibliografieën zie: http://www.xs4all.nl/comite/artikel/bibliografie_2004.html
Word lid van het vakblad voor antifascisten Alert! Abonnement: 12 euro per jaar voor 4 nummers op giro 6896749, Alert, Utrecht. Steunabonnement: 20 euro www.alertafa.nl
39
40