25 [
Zoekwijzers
Zoekwijzer lokale onderwijsgeschiedenis
Maart 2011 Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën
AARDRIJKSKUNDELOKAAL ATHENEUM ANTWERPEN (RA ANTWERPEN, ARCHIEF KONINKLIJK ATHENEUM ANTWERPEN, 328)
INHOUDSTAFEL
Inleiding . Context . Bronnen .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
9
1. Ancien Régime (vóór 1795) . 2. 19de - 21ste eeuw 3. Leeswijzer .
3 3 5
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Contactgegevens voor de Rijksarchieven
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
12 12
TEKENINGEN VAN DE NIEUWE SCHOOLBANKEN VOOR EEN SCHOOL IN MOERBEKE-WAAS (1868) (RA BEVEREN, ARCHIEF PROVINCIE OOST-VLAANDEREN, AFDELING ONDERWIJS, 772)
COLOFON
Bestelnummer 4973 Wettelijk depot D/2011/531/031 ISBN 978-90-5746-335-8 AUTEUR:
Eddy Put
OPMAAK:
www.grafiekgroep.be
COVERBEELD DE DORPSSCHOOL VAN FERDINAND DE BRAEKELEER ( 1854)
(ANTWERPEN,
KONINKLIJK MUSEUM VOOR SCHONE KUNSTEN )
1
ZOEKWIJZER
WANDKAART GEBRUIKT BIJ HET LEESONDERWIJS (© HCPPW, LEUVEN)
ZOEKWIJZER
2
Inleiding De school heeft altijd al tot de verbeelding gesproken. Van alle lokale instellingen is de dorpsschool misschien wel de meest bestudeerde. Plaatselijke historici, niet zelden onderwijzers, schreven er artikels en zelfs boeken over: vaak gelegenheidspublicaties met vooral veel fotomateriaal, soms ook grondige studies waarin ver in het verleden werd gegraven. Deze zoekwijzer wil een gids zijn voor wie het plaatselijk onderwijsverleden wil bestuderen. Hierbij zal de aandacht vooral uitgaan naar de lagere (dorps)school.
Context De geschiedenis van het lager onderwijs is ouder en complexer dan vaak wordt gedacht. Al in de middel-
eeuwen werden er in de steden schooltjes opgericht die vooral de opleiding van geestelijken beoogden. Naast deze kapittel- en parochiescholen ontwikkelde zich in de grote steden ook een netwerk van private onderwijsinstellingen, geleid door schoolmeesters en -meesteressen die op eigen initiatief en voor eigen rekening les gaven aan kinderen van de gegoede burgerij. Onderwijs was toen nog geen verplichting, maar een voorrecht. Voor de arme kinderen, die tijdens de week werkten, werden er zondagsscholen opgericht. Vele meisjes leerden in begijnhoven en in werkscholen kantklossen om later de kost te kunnen verdienen. Op het platteland hadden grote dorpen al in de 15de en de 16de eeuw een eigen, aanvankelijk nog Latijnse school. Vaak was het onderwijs vooral een kerkelijke aangelegenheid: de school, meestal onder leiding van de koster, werd namens de ker-
REGLEMENT VOOR DE SCHOOLMEESTER VAN STEENOKKERZEEL (1692)
(RA LEUVEN, PAROCHIEARCHIEF STEENOKKERZEEL , 255)
3
ZOEKWIJZER
kelijke overheid geïnspecteerd door de landdeken. De benoeming van de leerkrachten gebeurde, afhankelijk van de plaatselijke gewoonte, door de dorpsheer, de schepenen en/of de pastoor. Tegen het einde van de 18de eeuw bezat nagenoeg iedere parochie een -meestal gemengde- lagere school. Het programma was dikwijls weliswaar beperkt tot lees- en schrijfonderricht. De betere leerkrachten onderwezen ook rekenen en Frans, waarvoor vaak bijkomend betaald diende te worden. Als ze al
naar school gingen, daagden vele kinderen enkel op tijdens de wintermaanden, wanneer er in de landbouw weinig werk was. Kinderen uit arme gezinnen kregen gratis onderricht op kosten van de plaatselijke armentafel. Belangrijk is dat de organisatie van deze scholen, het leerprogramma, de bezoldiging van de leerkrachten, enz. lokaal geregeld werden. Van een nationale onderwijswetgeving was vóór het einde van de 18 de eeuw nog geen sprake. Dat zou grondig veranderen na de Franse Revolutie, wanneer de impact van de Staat beduidend groter werd. In Nederland waren reeds in 1801 en 1806 moderne onderwijswetten tot stand gekomen, die vanaf 1815 ook in de Zuidelijke Nederlanden van kracht werden. Er kwamen provinciale commissies van toezicht en normaalscholen, waar de leerkrachten een -voordien niet bestaandeberoepsopleiding kregen. De invloed van de centrale overheid op het lager onderwijs nam ten gevolge van deze nieuwe regelgeving sterk toe.
INSPECTIERAPPORT OVER DE TOESTAND VAN DE PAROCHIESCHOOL VAN HEKELGEM IN 1848
(RA LEUVEN, PAROCHIEARCHIEF HEKELGEM, 678)
ZOEKWIJZER
4
In de 19de eeuw werd ook het klassikaal onderwijs ingevoerd: misschien wel de voornaamste omwenteling in de geschiedenis van de lagere school. Voordien kregen de leerlingen individueel les. Om beurt kwamen ze bij de schoolmeester(es) om hun les op te dreunen of hun schrijfwerk te tonen. In de eerste helft van de 19de eeuw kwam er een systeem in voege waarbij de leerkracht aan een groep leerlingen tegelijkertijd les gaf. Vanaf dan worden schoolinterieurs dan ook gekenmerkt door rijen schoolbanken, een bord
en een trede voor de leerkracht. De dagelijkse schoolrealiteit veranderde ingrijpend door de invoering van dit klassikaal onderwijs. In de grote steden trad de stedelijke overheid meer en meer op als inrichtende macht. De eerste Belgische organieke wet op het lager onderwijs (1842) bepaalde dat elke gemeente een lagere school moest hebben. De gemeentelijke overheid stelde de onderwijzers aan of nam de bestaande parochiescholen over. Deze gemeentescholen waren overigens nog altijd -als het ware op een vanzelfsprekende manier- katholiek. De wet van 1842 stelde godsdienst en christelijke zedenleer verplicht in alle lagere scholen. Daarin kwam verandering tijdens de eerste schoolstrijd (1879-1884). Godsdienst werd volledig uit het gemeentelijk onderwijs gebannen. De gemeentescholen werden omzeggens van de ene dag op de andere neutrale onderwijsinstellingen. Onderwijs ressorteerde in het jonge België onder de bevoegdheden van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, tot de liberale regering Frère-Orban in 1878 een apart Ministerie van Openbaar onderwijs oprichtte. De erg scherpe reactie van de katholieken werd kernachtig verwoord in de slogan "Van scholen zonder God en van schoolmeesters zonder geloof, bevrijd ons, Heer". Na de verkiezingsoverwinning van de katholieken in 1884 werd dat ministerie meteen weer afgeschaft. Gelet op de ideologische gevoeligheden is het niet verwonderlijk dat de institutionele geschiedenis van het onderwijsministerie een vrij ingewikkeld verloop kende. Feit is wel dat onderwijs definitief een 'nationale' aangelegenheid was geworden. Als gevolg van de eerste schoolstrijd bouwden de katholieken zeer snel een net van eigen, vrije scholen uit. Congregaties zoals de zusters van het Heilig Hart van Maria van Berlaar en de zusters der Christelijke scholen van Vorselaar speelden daarbij een cruciale rol. In honderden parochies verzorgden ze het onderwijs in de plaatselijke vrije meisjesschool. Ook broedercongregaties hadden een belangrijk aandeel in de uitbouw van een katholiek onderwijsnet. In 1914, de facto na de Eerste Wereldoorlog, werd de leerplicht ingevoerd voor kinderen van 6 tot 14 jaar.
Die maakte de impact van de lagere school uiteraard alleen maar groter. Onderwijs was nu van een voorrecht een verplichting geworden. In de tweede helft van de 20ste eeuw werd die tendens alleen maar verdergezet. Terecht wordt het onderwijs wel eens als de vierde macht omschreven. Het schoolpact van 1958, de secularisatie, de communautarisering en de verlenging van de schoolplicht tekenden de geschiedenis van de school in de tweede helft van de 20ste eeuw.
❉ ❉ ❉
De geschiedenis van de lokale school roept uiteenlopende vragen op. Van wanneer dateert de eerste school in mijn dorp? Heeft die onafgebroken bestaan? Wie waren de leerkrachten? Op welke manier maakten ze werk van hun onderwijsopdracht? Hoe werden ze betaald? Was er een aparte jongens- en meisjesschool? Wat was het statuut van die scholen? Waren het officiële of vrije instellingen? Werden ze geleid door mensen van ter plaatse of door zusters of broeders van een onderwijscongregatie? Hoeveel kinderen gingen er naar school? Wat waren de resultaten van het onderwijs: hoeveel mensen konden er lezen en schrijven?
Bronnen Om een beeld te schetsen van de lokale schoolrealiteit van vroeger zijn diverse bronnen voorhanden. Schoolarchieven zelf zijn eerder zeldzaam; er zal bijgevolg vooral moeten gezocht worden in de archieven van de instellingen, zowel kerkelijke als burgerlijke, die zich met onderwijs hebben ingelaten. Het hierna volgend overzicht lijst de voornaamste archieven en de belangrijkste brontypes op. Dit is geen archiefinventaris, maar een algemene oriëntatie; het raadplegen van inventarissen is een volgende stap. Sommige zijn integraal op het internet raadpleegbaar; andere zijn enkel in gedrukte vorm voorhanden; nog andere bestaan enkel in handschrift of in typoscript.
5
ZOEKWIJZER
BAND MET AFSCHRIFTEN VAN DEKENALE VISITATIEVERSLAGEN IN HET ARCHIEF VAN DE LANDDEKEN VAN MECHELEN-WEST (17DE EEUW)
(RA LEUVEN, KERKARCHIEF BRABANT, 20748)
PASSAGE UIT DE DEKENALE VISITATIE VAN ZEMST (1574)
(RA LEUVEN, KERKARCHIEF BRABANT, 20748) 6
ZOEKWIJZER
6
1. Ancien régime (vóór 1795) De centrale overheid liet zich vóór het einde van de 18de eeuw niet of nauwelijks met de lagere school in. Wel was er vanaf de late 16de eeuw onder impuls van de katholieke hervorming een sterke kerkelijke bemoeienis, die vooral zijn neerslag kreeg in de archieven van de bisdommen.
✔ Sommige
bisdomsarchieven, zoals die van Gent, worden beheerd door het Rijksarchief; andere, zoals die van het aartsbisdom MechelenBrussel, worden nog ter plaatse bewaard. Hierin zijn vooral de dekenale visitatieverslagen belangrijk. In deze rapporten van de landdekens die vanaf het einde van de 16de eeuw in opdracht van de bisschop alle parochies van hun dekenij moesten inspecteren, wordt ook aandacht besteed aan de school(meester). Het is vrijwel de enige bron die nagenoeg systematisch de aan- of afwezigheid van een school signaleert. Vooral voor de 17de eeuw is dit essentieel materiaal.
✔ De meeste dorps- en schepenbankarchieven en vele parochiearchieven worden bewaard in het Rijksarchief. Voor de lokalisatie van deze bestanden, zie: www.arch.be; zoeken in archieven; voor parochiearchieven zie ook: www.archiefbank.be. Schoolmeesterscontracten en schoolreglementen: Overeenkomsten waarin de rechten en -vooral- de plichten van de (koster-)schoolmeester vastgelegd werden, zijn zeer rijke bronnen. Ze geven vaak zeldzame informatie over het leerprogramma, de schooluren, de bezoldiging van de schoolmeester, enz... Dit soort bronnen is te vinden in archieven van parochies en van schepenbanken/dorpsbesturen. Soms werden deze contracten voor een notaris afgesloten of geregistreerd in resolutieboeken van het dorpsbestuur.
✔ Een systematisch overzicht van de bewaarde visitatieverslagen van de Mechelse kerkprovincie is te vinden in CLOET M., BOSTYN N. en DE VREESE K., Repertorium van dekenale visitatieverslagen betreffende de Mechelse kerkprovincie (15591801), Leuven, 1989. Bronnenmateriaal voor de geschiedenis van de dorpsschool van vóór de Franse Revolutie moet vooral in lokale archieven gezocht worden. Gelet op het 'gemengde' karakter van de school, ligt het voor de hand dat de archieven van zowel de parochie, de armentafel als het dorpsbestuur in aanmerking komen. Wanneer de benoemingsbevoegdheid in handen was van de dorpsheer of van een kerkelijke instelling (abdij, kapittel) komen ook die archieven in beeld. Anders dan in het actuele, door centrale regelgeving geüniformiseerde onderwijslandschap, was vóór de Franse Revolutie de situatie in elk dorp verschillend.
AANSTELLING VAN JAN FRANS CLIJNHENS TOT SCHOOLMEESTER VAN BERLAAR (1784)
(RA ANTWERPEN, OUD GEMEENTEARCHIEF BERLAAR, 23)
7
ZOEKWIJZER
Kerk-, dorps- en armentafelrekeningen bevatten de verantwoording van inkomsten en uitgaven van de kerk-, dorps- en armenmeesters. Vaak worden hierin allerhande vergoedingen voor de koster-schoolmeester opgenomen. Wanneer een mooie reeks rekeningen bewaard is, laat die toe om een lijst van de leerkrachten op te maken. Ook de bouw van en herstellingen aan het schoolgebouw kunnen in deze bronnen in detail getraceerd worden. Armentafelrekeningen vermelden soms betalingen aan de schoolmeester voor het onderwijs aan behoeftige kinderen.
✔ Mooie collecties worden bewaard in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel en de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience te Antwerpen; overzichten bij VAN HEURCK E., Voyage autour de ma bibliothèque, Livres populaires et livres d'école flamands, Antwerpen, 1927 en BUIJNSTERS P.J. en BUIJNSTERS-SMETS L., Bibliografie van Nederlandse school- en kinderboeken 1700-1800, Zwolle, 1997.
ANDERE ONDERWIJSNIVEAUS Verder bevatten de archieven van parochies en dorpen/schepenbanken dikwijls dossiers over de meest uiteenlopende onderwijsaangelegenheden: procesdossiers over de aanstelling van een leerkracht, stukken betreffende de bouw van een school, kalligrafisch verzorgde sollicitatiebrieven, enz... Schoolschriften en schrijfproeven zijn zeer zeldzaam. De beschrijvingen in de inventarissen zijn soms erg algemeen. Alles wat met de koster(ij) te maken heeft, is meestal ook relevant voor de school. In de steden, waar de meeste scholen private scholen waren, is vooral het archief van de scholaster, de kerkelijke onderwijsinspecteur, belangrijk. In steden zoals Antwerpen bestond er een schoolmeestersgilde, die besliste over de admissie van schoolmeesters en over geschillen tussen leden onderling. Archieven van de schoolmeestersgilde en van het plaatselijke stadsbestuur worden doorgaans bewaard in de stadsarchieven. Scholasterarchieven maken deel uit van de archieven van collegiale en kathedrale kapittels.
✔ Belangrijke scholasterarchieven zijn die van Gent (onderdeel van het archief van Sint-Baafskapittel, bewaard in Rijksarchief Gent) en Brussel (onderdeel van het archief van het Sint-Goedelekapittel, bewaard in Rijksarchief Anderlecht). Voor de lokalisatie van kapittelarchieven, zie: www.arch.be; zoeken in archieven en www.archiefbank.be. Schoolboeken vallen niet onder de noemer 'archief', maar zijn uiteraard wel cruciale bronnen bij de reconstructie van de inhoud van het onderwijs.
ZOEKWIJZER
8
Het onderscheid tussen kleine (lagere) en Latijnse scholen was in het verleden vaak niet erg duidelijk. Voor de Latijnse scholen op het grondgebied van het actuele Vlaanderen (met inbegrip van Brussel) verscheen onlangs een gedetailleerde archiefgids, waarin de archieven van en over 77 scholen in detail beschreven worden:
✔ VANHOUTTE J. en VAN DER EYCKEN J. (red.), PUT E. en D'HOKER M. (coördinatie en eindredactie), Latijnse scholen in de Zuidelijke Nederlanden (16de-18de eeuw), Repertorium en archiefgids, (Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën, Studia, 116), Brussel, 2007. Het archief van de oude universiteit van Leuven, bewaard in Rijksarchief Leuven, is ook voor de plaatselijke onderwijsgeschiedenis relevant. Een aantal leerkrachten hebben er immers hun opleiding genoten. Bovendien laten de matrikels of inschrijvingsregisters toe om na te gaan hoeveel en welke inwoners van een bepaalde gemeente naar Leuven gingen studeren. Deze bron is gemakkelijk te raadplegen: er bestaat een degelijke uitgave en de gescande beelden van de registers zijn on line raadpleegbaar:
✔ SCHILLINGS A. e.a., Matricule de l’Université de Louvain (Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, Publicaties in-4°), 10 dln., Brussel, 1903-1980; voor de digitale beelden, zie www.arch.be, Zoeken in archieven: Oude Universiteit Leuven.
2. 19de - 21ste eeuw Ondanks de grote impact van de centrale overheid dienen de voornaamste bronnen voor de 19de- en 20steeeuwse onderwijsgeschiedenis ook op lokaal vlak gezocht te worden. Vooral de archieven van de inrichtende macht (schoolbestuur) komen in aanmerking. Een gemeenteschool laat uiteraard sporen na in het gemeentearchief, een vrije school in het archief van de parochie of desgevallend de orde/congregatie. Toezicht op het lager onderwijs gebeurde zowel door rijksinspecteurs als door vertegenwoordigers van de kerkelijke overheid (voor het godsdienstonderwijs). Het archief van het Ministerie van Onderwijs is in 1947 grotendeels verbrand. De bescheiden deelarchieven die in het Algemeen Rijksarchief terecht zijn gekomen, betreffen vooral het hoger onderwijs. Voor meer informatie, zie: TYSSENS J., Het voormalige Ministerie van Onderwijs en Cultuur in: VAN DEN EECKHOUT P. en VANTHEMSCHE G. (ed.), Bronnen voor de studie van het hedendaagse België, 19de-21ste eeuw, Brussel, 2009, p. 489 - 495. De driejaarlijkse Rapports triennaux sur la situation de l’instruction primaire en Belgique et sur l’exécution de la loi organique du 23 septembre 1842 (...), die vanaf 1830 (met onderbrekingen) werden uitgegeven ten behoeve van Kamer en Senaat, bevatten uitgebreide informatie over uiteenlopende aspecten van het lager
onderwijs (zie bijvoorbeeld het rapport van 1843-1845 op http://www.archive.org/).
✔ Het archief van de inspecteurs-generaal van het basisonderwijs, bewaard in Rijksarchief Beveren en raadpleegbaar na toelating, werd ontsloten door DE SMET S., Inventaris van het archief van de inspectie basisonderwijs (1944-1998), in: DROSSENS P., DE SMET S., VAN HAECKE L. en WAUTERS S., Inventarissen van de archieven van het Bestuur Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (1877-1979), de Directie Technisch Onderwijs (1940-1945), de Dienst Zeevisserijonderwijs (1926-1990), de Inspectie Basisonderwijs (19441998) en het Studiecentrum Open Hoger Onderwijs (1986-1997) (Inventarissen Rijksarchief te Beveren, 146), Brussel, 2007, p. 87-135. Vanaf 1914 waren de gemeenten verplicht om op regelmatige tijdstippen bij alle leerlingen een kosteloos medisch toezicht te laten uitvoeren door een geneesheer-opzichter. In 1964 werd dat medisch schooltoezicht toevertrouwd aan door het ministerie van Volksgezondheid erkende centra van medisch schooltoezicht of gezondheidscentra. Ook de archieven van de provincies en hun rechtsvoorgangers bevatten interessant materiaal in verband met het administratief toezicht op het onderwijs op lokaal vlak. In het bijzonder kan gewezen worden op het belang van de dossiers met betrekking tot toezicht op de bouw van scholen en de bescheiden van de provinciale studiebeurscommissies. Provinciearchieven worden bewaard door de provincie zelf of door het Rijksarchief in de betrokken provincie.
✔ Voor de Franse tijd kan in het algemeen ver-
TEKENING VAN EEN NIEUWE DORPSSCHOOL ANNEX SCHOOLMEESTERSWONING IN MULLEM (1867)
(RA BEVEREN, ARCHIEF PROVINCIE OOST-VLAANDEREN, AFDELING ONDERWIJS, 777)
wezen worden naar een recente archiefgids, waarin per departement (voorloper van de provincies) gedetailleerde verwijzingen naar relevante reeksen zijn opgenomen: WILLEMS B. en JANSSENS J., Cultuur, wetenschap en onderwijs in de Départements réunis (1794-1814), Repertorium en archiefgids, (Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën, Gidsen, 72), Brussel, 2009.
9
ZOEKWIJZER
Van de overkoepelende instanties in de katholieke zuil zijn de archieven van de 'Guimardstraat', met daarin vooral vooral het archief van de Centrale Raad voor het Katholiek Lager Onderwijs belangrijk (bewaard in KADOC, zie http://www.archiefbank.be/) (bevat dossiers over alle Nederlandstalige vrije lagere scholen). In de archieven van de bisdommen vindt men dan weer verslagen van de diocesane inspectie, dossiers over onderwijscongregaties en parochiedossiers. Archieven van onderwijscongregaties mogen zeker niet vergeten worden wanneer de congregatie in kwestie onderwijs in een bepaalde gemeente verzorgd heeft. In deze bestanden worden vaak gedetailleerde dossiers per school bewaard. Zie http://www.archiefbank.be voor de lokalisatie van deze archieven.
1993, p. 44-79 (ook beschikbaar op www.arch.be). Belangrijke types bronnen zijn: notulen van de gemeenteraad, schoolreglementen, jaarverslagen, stamregisters, lijsten van schoolresultaten en rapporten van de directeur over de pedagogische bekwaamheid van de leerkrachten. Schoolarchieven zijn lange tijd aan de aandacht van archivarissen ontsnapt. Meestal lag het zwaartepunt van de archiefvorming bij de inrichtende macht, maar ook de scholen zelf vormden uiteraard archief. Puntenlijsten, stamregisters, programma's van schoolfeesten, enz... worden -als ze nog bestaan- meestal ter plaatse bewaard.
✔ Parochiearchieven bevatten soms interessant materiaal over de plaatselijke vrije school (pamfletten uit de schoolstrijd, bouwdossiers, stukken over benoemingskwesties, enz.). Voor de lokalisatie van parochiearchieven, zie: www.arch.be; zoeken in archieven en www.archiefbank.be. Voor gemeentescholen zijn uiteraard de archieven van de gemeente cruciaal. Die worden ter plaatse bewaard of werden overgedragen aan een Rijksarchief. Zie www.arch.be voor een eerste aanwijzing over de bewaarplaats. De meeste steden hebben een eigen stadsarchief, waarin belangrijk materiaal met betrekking tot het stedelijk onderwijs bewaard wordt. Binnen het algemene kader van de wetgeving mocht de gemeenteraad leerkrachten aanstellen en schorsen en schoolreglementen en leerprogramma's vaststellen; het toezicht op de naleving ervan gebeurde door het schepencollege.
✔ Voor een typologisch overzicht van de bronnen binnen de gemeentearchieven, met betrekking tot de organisatie en de subsidiëring van het onderwijs, zie de bijdrage van Guy GADEYNE in MARECHAL G., Bewaring en vernietiging van gemeentearchieven, Richtlijn en advies, dl. 3, (Miscellanea archivistica, Studia, 45), Brussel,
ZOEKWIJZER
10
LIJST VAN DE EXAMENVRAGEN GESTELD BIJ DE AANWERVING VAN EEN NIEUWE SCHOOLMEESTER IN WESTERLO (BIJLAGE BIJ HET PROCES-VERBAAL VAN HET EXAMEN OP 19 NOVEMBER 1810) (RA ANTWERPEN,
DEP. TWEE NETEN EN PROVINCIE ANTWERPEN, J EN K, 1051)
Het archief van de lagere school van Woubrechtegem, bewaard in Rijksarchief Beveren (DECRITS M., Inventaris van het archief van de vrije gesubsidieerde gemengde lagere school en bewaarschool te Woubrechtegem (1917-1978) (Rijksarchief te Ronse, Toegangen in beperkte oplage, 23), Brussel, 2002), vormt een uitzondering die de regel bevestigt. Volledigheidshalve kan hier ook nog gewezen worden op het belang van privé-archieven, die vele particulieren thuis bewaren. Van oude vergeelde klasfoto's, schoolschriften en rapporten gaat een aparte charme uit. Voor wie de geschiedenis van een school schrijft, zijn ook de archieven van voormalige directeurs, inspecteurs en leerkrachten uiteraard belangrijk. Schoolboeken vormen een eersterangsbron voor de studie van de inhoud en de methode van het onderwijs. Zie in dat verband: DEPAEPE M., D'HOKER M. en SIMON F., Manuels scolaires belges, 1830-1880, Répertoire - Belgische leerboeken, 1830-1880, Repertorium, Brussel, 2003. De belangrijkste collecties schoolboeken worden bewaard in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience te Antwerpen en in de Historische Collectie Psychologie en Pedagogische Wetenschappen (HCPPW), verbonden aan de Katholieke Universiteit Leuven. (http://ppw.kuleuven.be/histped/ADHP.htm).
ANDERE ONDERWIJSNIVEAUS Verscheidene van de aangehaalde pistes zijn ook bruikbaar voor de geschiedenis van instellingen voor middelbaar en voortgezet onderwijs. Het Rijksarchief bezit vooral archieven uit het Rijksonderwijs. In dat verband
LOFDICHTEN, DOOR DE SCHOOLGAANDE JEUGD VAN NINOVE EN DOOR DE PASTOOR, BURGEMEESTERS EN SCHEPENEN VAN SINT-ANTELINKS AANGEBODEN AAN ABT JOHANNES PAMELEIRRE BIJ GELEGENHEID VAN DIENS WIJDING (1788) (ARCHIEF VAN HET AARTSBISDOM MECHELEN-BRUSSEL , NINOVE, 4.4)
kan onder meer gewezen worden op de bijzonder rijke archieven van het atheneum van Antwerpen (WILLEMS B., Inventarissen van het Koninklijk Atheneum van Antwerpen en de RMS van Antwerpen, Brussel, 2010) en de archieven van de rijksnormaalscholen te Gent en te Brugge (ACKEN D. en CARNIER M., Inventaris van het archief van de stedelijke normaalafdeling te Gent (1868-1880), van de Rijksnormaalschool te Gent (1880-1996), van de Rijksnormaalschool te Brugge (1879-1888) en van de entente van de rijksscholen in het Gentse (1966-1988) (Rijksarchief te Gent, Inventarissen, 75), Brussel, 2008).
11
ZOEKWIJZER
3. Leeswijzer Een goede lokale studie wordt altijd ingebed in een bredere context. Hier volgt een greep uit de algemene overzichtswerken op het domein van de geschiedenis van de lagere school. Ook wie de geschiedenis van een plaatselijke school schrijft, kan zijn voordeel doen met deze publicaties. Naast achtergrondinformatie leveren ze vaak hapklare verwijzingen naar bruikbare bronnen op. Een laagdrempelige inleiding in het thema, over de verschillende tijdvakken heen, wordt geboden door de tentoonstellingscatalogus De lagere school in België van de middeleeuwen tot nu, Brussel, 1986.
Voor een algemene bibliografische oriëntatie en voor een inleiding op het bronnenmateriaal voor de 19de en de 20ste eeuw kan men terecht in: DE VROEDE M. e.a., Bibliografie van de geschiedenis van het voorschools, lager, normaal- en buitengewoon onderwijs in België, 1774-1986, Leuven, 1988. DEPAEPE M. e.a., Bibliographie de sources pour l’histoire de l’enseignement préscolaire, primaire, normal et spécial en Belgique, 1830-1959, Bibliografie van bronnen voor de geschiedenis van het voorschools, lager, normaal- en buitengewoon onderwijs in België, 1830-1959, Gent, 1991. Voorbeelden van algemene studies over het volksonderwijs tijdens het ancien régime: ART J., Het lager onderwijs te Gent en op het omliggende platteland rond het einde van het ancien régime, in Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, Nieuwe reeks, 1969, 23, p. 13-37. MORREN T., Het onderwijs in het decanaat Diest tijdens de 17de eeuw (Uitgaven van het Belgisch Centrum voor Landelijke Geschiedenis, dl. 62), Leuven, 1981. PUT E., De cleyne schoolen. Het volksonderwijs in het hertogdom Brabant tussen Katholieke Reformatie en Verlichting (einde 16de eeuw - 1795) (Symbolae Facultatis Litterarum et Philosophiae Lovaniensis, Series B, dl. 7), Leuven, 1990. Het tijdvak 1815-1830 wordt gekenmerkt door ingrijpende veranderingen in het onderwijslandschap. Studies die de gebruiksmogelijkheden van het rijke bronnenmateriaal uit deze periode goed illustreren, zijn onder meer: LANDUYT G., De onderwijzers in de provincie Antwerpen onder Willem I, in Taxandria, Nieuwe reeks, 1975, 47, p. 3 -143
ZOEKWIJZER
12
en 1977, 49, p. 77-150; De lagere scholen in de provincie Antwerpen onder Willem I, in Taxandria, Nieuwe reeks, 1984, 56, p. 153-196. MORREN A., Op nieuwe wegen, Het lager onderwijs in het arrondissement Kortrijk (1815-1830), in De Leiegouw, 2009, 51, p. 47-84. In dit verband kunnen ook de studies over het ontstaan en de vroege geschiedenis van de normaalscholen in de 19de eeuw vermeld worden: DE VROEDE M., Van schoolmeester tot onderwijzer. De opleiding van de leerkrachten in België en Luxemburg van het eind van de 18de eeuw tot omstreeks 1842 (Universiteit te Leuven, Werken op het gebied van de geschiedenis en de filologie, 5de reeks, Dl. 7), Leuven, 1970. HERMANS A., De onderwijzersopleiding in België, 18421884, Een historisch-pedagogisch onderzoek naar het gevoerde beleid en de pedagogisch-didactische vormgeving (Studia Paedagogica, new series, 7), Leuven, 1985. Voor de 19de- en vroeg 20ste-eeuwse ontwikkeling van het basisonderwijs zijn de volgende studies belangrijk: BOON H., Enseignement primaire et alphabétisation dans l'agglomération bruxelloise de 1830 à 1879 (Université de Louvain, Recueil de travaux d'Histoire et de Philologie, 4de reeks, 42), Leuven, 1969. DEPAEPE M. e.a., Orde en vooruitgang. Alledaags handelen in de Belgische lagere school (1880-1970), Leuven, 1999. DEPAEPE M., DE VROEDE M. en SIMON F. (ed.), Geen trede meer om op te staan. De maatschappelijke positie van onderwijzers en onderwijzeressen tijdens de voorbije eeuw, Kapellen, 1993. LORY J., Libéralisme et instruction primaire, 1842-1879, Introduction à l'étude de la lutte scolaire en Belgique (Université de Louvain, Recueil de travaux d'Histoire et de Philologie, 6de reeks, 17), Leuven, 1979. MINTEN L. e.a., Les statistiques de l'enseignement en Belgique. L' enseignement primaire, dl. 1: 1830-1842; dl. 2: 1842-1878; dl. 3:1879-1929; dl. 4: 1930-1992 (Algemeen Rijksarchief, Studia, 35, 36, 42 en 65), Brussel, 1991-1996. RUWET J. en WELLEMANS Y., L'analphabétisme en Belgique (XVIIIème-XIXème siècles) (Travaux de la Faculté de Philosophie et Lettres de l'Université Catholique de Louvain, 19, Section d'Histoire, 3), Leuven, 1978.
HOUTEN LEESMACHINE OF LETTERKAST (19DE EEUW) (© STEDELIJK ONDERWIJSMUSEUM IEPER)
VAN DER CRUYSSEN C., Het Ministerie van Onderwijs en Cultuur (1878-1884; 1907-1991), 2 dln. (Miscellanea Archivistica. Studia, 64 en 78), Brussel, 1995 en 1996. De vrouwelijke onderwijscongregaties hadden -tot in de kleinste dorpen- een grote impact op het lager onderwijs. Er bestaan enkele syntheses die een goed algemeen beeld geven van hun betekenis. Voor de geschiedenis van die scholen die door de congregaties in kwestie gesticht of bestuurd zijn, vormen deze studies uiteraard verplichte lectuur. VANDERSTRAETEN R. en PRENEEL M., 175 jaar Zusters der Christelijke Scholen Vorselaar (1820-1995), Leuven, 1996. WYNANTS P., Les Soeurs de la Providence de Champion et leurs écoles (1833-1914), Namen, 1984. 150 jaar Zusters van het Heilig Hart van Maria van Berlaar: in eenvoud en dienstbaarheid, 1845-1995, Leuven, 1995.
BOLCKMANS E., Het onderwijs te Rijkevorsel vóór 1800, zoals het op te maken is uit het oud gemeentearchief van Rijkevorsel, in Jaarboek van de Heemkundige Kring van Rijkevorsel, jg. 1982, p. 109-162. BUYCK R., 500 jaar onderwijs in Kaprijke (15 d e -20 s t e eeuw), in Appeltjes van het Meetjesland, 1994, 45, p. 27-94. CASTELAIN R., Kinderen en hun opvoeding in de kasselrij Oudenaarde tijdens het Ancien Régime (1500-1800), Oudenaarde, 1979. GERITS J., Bijdrage tot de geschiedenis van het onderwijs in het Oude Land van Aarschot, Aarschot, 1976. NAUWELAERTS M.A., Het onderwijs tijdens het oude regime te Putte, in Tijdschrift voor Geschiedenis en Folklore, 1954, 17, p. 53-84.
Tenslotte volgen hier nog aan aantal voorbeelden van lokale studies, waarin ongetwijfeld inspiratie kan worden opgedaan voor de redactie van een schoolgeschiedenis. Het tijdschrift van de lokale historische of heemkundige kring vormt uiteraard altijd een goed uitgangspunt.
OOMS F., Vijf eeuwen gemeentelijk onderwijs te Brechtcentrum. 1450-1985, Brecht, 1985.
AERTS A., Geschiedenis van het onderwijs te Werchter en Wakkerzeel, in Haachts Geschied- en Oudheidkundig Tijdschrift, jg. 1995-1997, in diverse afleveringen.
VAN DAELE H., Geschiedenis van het stedelijk lager onderwijs te Antwerpen van 1830 tot 1872 (Pro Civitate, Historische uitgaven, reeks in-8°, 31), Brussel, 1972.
TOP S., 100 jaar vrij kleuter- en lager onderwijs te Herent (1883-1983), Herent, 1984.
13
ZOEKWIJZER
Contactgegevens voor de Rijksarchieven Antwerpen Brugge
Beveren Gent Hasselt Leuven
Kortrijk
Eupen Doornik
Louvain-la-Neuve
Luik
Bergen Namen
Saint-Hubert Koninklijk Paleis Anderlecht
Algemeen Rijksarchief Aarlen
Algemeen Rijksarchief Ruisbroekstraat 2-6 • 1000 BRUSSEL T +32 (0)2/513 76 80 | F +32 (0)2/513 76 81
[email protected] Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-18u00 (in juli en augustus: tot 16u30) Zaterdag: 9u00-12u30 | 13u00-16u00 Maandag gesloten Bibliotheek: open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-12u00 | 13u00-16u30 Gesloten op maandag en zaterdag Archief van het Koninklijk Paleis Hertogstraat 2 • 1000 BRUSSEL T +32 (0)2/551 20 20 | F +32 (0)2/512 56 85
[email protected] Open van dinsdag tot vrijdag: 9u00-12u15 | 13u30-16u30 Op afspraak!
Rijksarchief te Brugge Academiestraat 14-18 • 8000 BRUGGE T +32 (0)50/33 72 88 | F +32 (0)50/61 09 18
[email protected] Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30 Zaterdag: 9u00-12u30 | 13u00-16u00
Rijksarchief te Doornik Rue des Augustins 20 • 7500 DOORNIK T +32 (0)69/22 53 76 | F +32 (0)69/54 54 83
[email protected] Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30 Zaterdag: 9u00-12u30 | 13u00-16u00
Rijksarchief te Gent Geraard de Duivelstraat 1 • 9000 GENT T +32 (0)9/225 13 38 | F +32 (0)9/225 52 01
[email protected] Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30 Elke 1ste zaterdag van de maand: 9u00-12u30 | 13u00-16u00
Rijksarchief te Eupen Kaperberg 2-4 • 4700 EUPEN T +32 (0)87/55 43 77 | F +32 (0)87/55 87 77
[email protected] Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30 Elke 1ste zaterdag van de maand: 9u-12u30 | 13u-16u
Rijksarchief te Hasselt Bampslaan 4 • 3500 HASSELT T +32 (0)11/22 17 66 | F +32 (0)11/23 40 46
[email protected] Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30 Zaterdag: 9u00-12u30 | 13u00-16u00
Rijksarchief te Louvain-la-Neuve Rue Paulin Ladeuze 16 • 1348 LOUVAIN-LA-NEUVE T +32 (0)10/23 00 90 | F +32 (0)10/23 00 98
[email protected] Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30 Elke 1ste en 3de zaterdag van de maand: 9u00-12u30 | 13u00-16u00
Rijksarchief te Kortrijk G. Gezellestraat 1 • 8500 KORTRIJK T +32 (0)56/21 32 68 | F +32 (0)56/20 57 42
[email protected] Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30 Zaterdag: 9u00-12u30 | 13u00-16u00
Rijksarchief te Luik Rue du Chéra 79 • 4000 LUIK T +32 (0)4/252 03 93 | F +32 (0)4/229 33 50
[email protected] Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30 Zaterdag: 9u00-12u30 | 13u00-16u00
Rijksarchief te Leuven Vaartstraat 24 • 3000 LEUVEN T +32 (0)16/31 49 54 | F +32 (0)16/31 49 61
[email protected] Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30 Zaterdag: 9u00-12u30 | 13u00-16u00
Rijksarchief te Namen Rue d’Arquet 45 • 5000 NAMEN T +32 (0)81/65 41 98 | F +32 (0)81/65 41 99
[email protected] Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30 Zaterdag: 9u00-12u30 | 13u00-16u00
Rijksarchief te Antwerpen Kruibekesteenweg 39/1 • 9120 BEVEREN (in verbouwing - tijdelijk adres) T +32 (0)3/236 73 00 | F +32 (0)3/775 26 46
[email protected] Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30 Zaterdag: 9u00-12u30 | 13u00-16u00
Rijksarchief te Aarlen Parc des Expositions 9 • 6700 AARLEN T +32 (0)63/22 06 13 | F +32 (0)63/22 42 94
[email protected] Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30 Zaterdag: 9u00-12u30 | 13u00-16u00
Rijksarchief te Saint-Hubert Place de l’Abbaye • 6870 SAINT-HUBERT T +32 (0)61/61 14 55 | F +32 (0)61/50 42 12
[email protected] Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30 Elke 1ste en 3de zaterdag van de maand: 9u-12u30 | 13u-16u
Rijksarchief te Beveren Kruibekesteenweg 39/1 • 9120 BEVEREN T +32 (0)3/750 29 77 | F +32 (0)3/750 29 70
[email protected] Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30 Zaterdag: 9u00-12u30 | 13u00-16u00
Rijksarchief te Bergen Avenue des Bassins 66 • 7000 BERGEN T +32 (0)65/40 04 60 | F +32 (0)65/40 04 61
[email protected] Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30 Zaterdag: 9u00-12u30 | 13u00-16u00
Opgelet! In juli en augustus zijn al onze leeszalen gesloten tussen 12 uur en 13 uur en ‘s zaterdags (hele dag). Het Algemeen Rijksarchief sluit om 16u30 (dinsdag tot vrijdag).
Rijksarchief te Brussel (Anderlecht) Demetskaai 7 • 1070 ANDERLECHT T +32 (0)2/524 61 15 | F +32 (0)2/520 93 21
[email protected] Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30 Zaterdag: 9u00-12u30 | 13u00-16u00 Rijksarchief te Antwerpen Sanderusstraat 81-85 • 2018 ANTWERPEN (enkel genealogische opzoekingen) T +32 (0)3/677 34 99 | F +32 (0)3/677 39 23
[email protected] Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30 Elke 1ste en 3de zaterdag van de maand: 9u-12u30 | 13u-16u
ISBN 978- 90 -5746 -335-8