Zicht op toezicht Nieuwe (toezicht)wetgeving voor accountants in de financiële sector
NIVRA-debatbijeenkomsten 2009
1. Inleiding In de afgelopen jaren is veel nieuwe wetgeving op het gebied van toezicht gerealiseerd. Veel van deze wetgeving is gericht op de financiële sector. Denk bijvoorbeeld aan de Wet op het financieel toezicht (Wft) en de Pensioenwet (Pw). Ook nieuw is de wetgeving rondom het toezicht op accountantszelf, het toezicht op financiële verslaggeving en wetgeving rondom witwassen en financieringvan terrorisme. Al deze wetgeving heeft grote invloed op de werkzaamheden van accountants en op de relatie tussenaccountant en toezichthouders. In deze brochure wordt op hoofdlijnen ingegaan op (toezicht)wetgeving voor accountants in de financiëlesector. Wat is het doel en welke plaats heeft deze financiële (toezicht)wetgeving in het wetgevend kader? Wat is de functie van de toezichthouder? Welke ontwikkelingen spelen er rondom toezicht? En hoe verloopt de samenwerking tussen accountant en toezichthouder? Wat is de taak van de accountant bij (toezicht)wetgeving? 2. Voor wie is deze brochure bestemd? Deze brochure is vooral bedoeld voor accountants die zijn betrokken bij financiële ondernemingen en pensioenfondsen. De relatie tussen accountants en de toezichthouders De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) wordt geschetst. Ook wordt stilgestaan bij de meld plicht zoals die is opgenomen in de verschillende (toezicht)wetten. 3. Financiële (toezicht)wetgeving in een wetgevend kader De financiële toezichtwetten vormen de formele grondslag voor het toezicht op de financiële sector in Nederland. In de nieuwe wetten wijst de wetgever DNB en de AFM aan om te beslissen over toe lating van financiële ondernemingen tot de financiële markten (verlenen van vergunningen) en om prudentieel- respectievelijk gedragstoezicht uit te oefenen op financiële ondernemingen en pensioenfondsen. Daarnaast is DNB belast met het integriteitstoezicht op geldtransactiekantoren (Wet inzake de geldtransactiekantoren) en op trustkantoren (Wet toezicht trustkantoren). De AFM is belast met het toezicht op accountantsorganisaties (Wta) en het toezicht op financiële verslaggeving (Wtfv). In Bijlage I vindt u een korte toelichting op een aantal relevante wetsartikelen. 4. Functie en belang van toezichthouders Het doel van financieel toezicht is om te zorgen dat financiële markten zo goed mogelijk werken en verstoringen zoveel mogelijk worden voorkomen. Concreet gaat het hierbij om drie vormen van financieel toezicht: • Systeemtoezicht: het waarborgen van de stabiliteit van het financiële systeem. • Bedrijfseconomisch of prudentieel toezicht: het beschermen van de cliënt tegen faillissement van financiële ondernemingen. • Gedragstoezicht: het beschermen van de consument tegen ontoelaatbaar gedrag van financiële ondernemingen. Het prudentieel toezicht van DNB richt zich op de vraag of partijen op de financiële markten aan hun verplichtingen kunnen voldoen (solvabiliteit). Het gedragstoezicht van de AFM beoordeelt of consumentenop de financiële markten correct geïnformeerd worden en of financiële onder nemingen en pensioenfondsen zich ten opzichte van cliënten correct gedragen. 2
De toezichthouders DNB en AFM hebben een geheimhoudingsplicht. Er vindt alleen informatieuitwisselingplaats voor zover nodig voor het toezicht. DNB en AFM hebben een samenwerkings convenant afgesloten, om overlap in het uitvoerende toezicht te beperken en om beleid en regel geving af te stemmen. DNB en AFM beschikken over machtsmiddelen om naleving van de (toezicht)wetten af te dwingen: de handhavingsinstrumenten. Een financiële onderneming kan door de toezichthouders bijvoorbeeld worden gedwongen om een incompetent of niet integer bestuurslid te vervangen. De bevoegdheden van een bestuur en een raad van commissarissen kunnen worden beknot door een onderneming onder curatele te stellen. Ook kunnen DNB en AFM bepalen dat de certificerende accountant niet langerdeze controlerende rol bij een financiële onderneming mag vervullen. Publicatie van de opgelegde sancties is hierbij het uitgangspunt; dat heeft immers een belangrijke waarschuwende werking naar anderen. De AFM zal eerder overgaan tot publicatie dan DNB, gezien de verschillende doelen van gedrags- en prudentieel toezicht. 5. Ontwikkelingen op het gebied van toezicht Van oudsher was het financiële toezicht in Nederland per sector georganiseerd. In 2002 is de structuur van het financiële toezicht echter drastisch hervormd. Het financiële toezicht is nu langs functionele lijnen ingedeeld, waarbij is aangesloten bij de hiervoor genoemde vormen van toezicht, dus prudentieeltoezicht en gedragstoezicht. Deze hervorming is ingegeven door belangrijke trends in de financiële wereld: de opkomst van financiële conglomeraten en van steeds complexere producten (vaak samengesteld uit bank-, verzekerings- en beleggingselementen). Onder invloed van deze trends zijn de traditionele grenzen tussen het bank-, verzekerings- en effectenbedrijf vervaagd, waardoor een sectorale opzet van het toezicht niet langer voldeed. De financiële sector is steeds complexer geworden en door globalisering en fusies en samenwerkings verbanden steeds meer internationaal georiënteerd. Zowel DNB als AFM participeren in diverse internationaleoverlegorganen, zoals wereldwijde en Europese comités van toezichthouders. Voorbeeldenhiervan zijn het Basel Committee on Banking Supervision, de International Association of Insurance Supervisors en de International Organisation of Securities Commissions. De kredietcrisis dwingt de toezichthouders tot meer internationale samenwerking. Internationaal wordt risicogeoriënteerd toezicht steeds nadrukkelijker als norm voor goed toezicht gezien. Dit blijkt ook uit de opzet van (inter)nationale risicogeoriënteerde toezichtkaders als Bazel II, Solvency II en het Financieel toetsingskader (FTK). De AFM en DNB hanteren een risicogebaseerde aanpak. De AFM maakt hierbij onder meer gebruik van selfassessments, waarbij financiële ondernemingen zelf het voldoen aan voor hen relevante wet- en regelgevingbeoordelen. DNB hanteert een risicoanalysemodel (het zogeheten FIRM-model), waarmee de belangrijkste risico’s van onder toezicht staande ondernemingen worden geïdentificeerd. 6. Samenwerking tussen accountant en toezichthouder DNB en AFM maken gebruik van de werkzaamheden van de externe accountant van onder toezicht staande ondernemingen. Die laatste zijn verplicht om hun externe accountant te machtigen om AFM en DNB in te lichten over ernstige negatieve gebeurtenissen, bijvoorbeeld als zij niet langer aan wettelijke of vergunningsvereisten voldoen. Ook moet de externe accountant DNB onmiddellijk 3
inlichtenover feiten of ontwikkelingen die het voortbestaan van de onder toezicht staande ondernemingbedreigen. DNB voert jaarlijks gesprekken met de externe accountant en elke individueleonder toezicht staande onderneming (‘tripartiete overleg’). Deze gesprekken kunnen belangrijkeinformatie opleveren. Daarnaast kunnen AFM en DNB bezwaar maken tegen de accountant. Dat kan als de toezichthouder van mening is dat de accountant niet of niet meer de nodige waarborgen kan bieden dat zijn taak bij de onder toezicht staande onderneming naar behoren kan worden vervuld. Tot slot voert DNB jaarlijksoverleg met de grote accountantskantoren over de algemene gang van zaken bij onder toezichtstaande ondernemingen en de uitoefening van het toezicht. Momenteel overwegen DNB, NIVRA en andere betrokken partijen om het ‘tripartiete overleg’ te wijzigenvan opzet. Formeel is dit overleg, als gevolg van de introductie van de Wft, komen te vervallen. De betrokken partijen willen het overleg echter graag voortzetten, maar dan in een andere opzet: minder formeel, met een hogere frequentie en meer afgestemd op het risicoprofiel en de risicobeheersing van de onderneming. 7. Belangrijke (toezicht)wetgeving en de taak van de accountant Aanvullende eisen Wft en Pw inclusief meldplicht In de Wft zijn aanvullende vereisten opgenomen voor de externe accountant die de jaarrekening of de staten van een financiële onderneming controleert (afhankelijk van het type onderneming). Hetzelfdegeldt voor de accountant die de staten van een pensioenfonds controleert volgens de Pw. Het NIVRA heeft een praktijkhandreiking opgesteld waarin deze vereisten zijn beschreven. De accountant moet de toezichthouders op de hoogte brengen (meldplicht) van bepaalde omstandighedendie: • in strijd zijn met de prudentiële regels (deel 3 van de Wft: melding aan DNB) respectievelijk gedragsregels (deel 4 van de Wft: melding aan AFM); • het voortbestaan van de financiële onderneming bedreigen c.q. de nakoming van de door het pensioenfonds aangegane verplichtingen bedreigen (melding aan DNB); • leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring (melding aan DNB en AFM). Andere verplichtingen zijn: • verstrekken van inlichtingen aan DNB en AFM; • toetsing en beoordeling van de organisatie-inrichting en de risicobeheersing van een clearing instelling, een kredietinstelling of een verzekeraar; • controle van de staten van een clearinginstelling, een kredietinstelling, een verzekeraar of een pensioenfonds; • onderzoek naar de vermogensscheiding door een beleggingsonderneming. Andere meldplichten Fraudemeldplicht vanuit de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) De accountant kan ook een meldplicht hebben bij een redelijk vermoeden van fraude (zie ook Standaard240 ‘De verantwoordelijkheid van de accountant voor het onderkennen van het risico van fraude in het kader van de controle van financiële overzichten’). De openbaar accountant geeft zijn 4
opdracht terug als niet binnen redelijke termijn toereikende maatregelen worden getroffen om de geconstateerde fraude ongedaan te maken en herhaling te voorkomen. Bij wettelijke controleopdrachten moet het Korps landelijke politiediensten (KLPD) worden geïnfor meerd als sprake is van een redelijk vermoeden van fraude van materieel belang. De accountant wordt daarbij wettelijk gevrijwaard voor aansprakelijkheid. Indien de opdracht wordt ingetrokken dient de accountant dit bij de AFM te melden. De AFM kan vertrouwelijke gegevens die in het kader van het Wta-toezicht zijn verkregen voor het Wft-toezicht gebruiken. Uit de wetsgeschiedenis rondom de Wta is inmiddels gebleken dat de AFM informatie uit het Wta-toezicht niet in het kader van het Wtfv-toezicht kan gebruiken. De AFM kan ook vertrouwelijke informatie uitwisselen met nationale en internationale toezichthouders op accountantsorganisaties en informatie verstrekken aan justitiële autoriteiten. Onder voorwaarden is informatieverstrekking door de AFM aan de Accountantskamer en NIVRA en NOvAA toegestaan. In het bijzonder de Accountantskamer zal daar bij een beoordeling van mogelijk tuchtrechtelijk verwijtbaarhandelen van de externe accountant haar voordeel mee kunnen doen. Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) Per 1 augustus 2008 is de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) van kracht. De Wwft vervangt de wetten WID en MOT. De Wwft legt de verplichting tot cliëntenonderzoek en een meldingsplicht op aan diverse “instellingen” waaronder externe accountants. De Wwft is gebaseerdop principes en heeft een aantal open normen die de accountant zelf dient in te vullen. De accountant dient zijn cliëntonderzoek af te stemmen op het door hem zelf opgestelde risicoprofiel. De accountant dient volgens deze wet zijn cliënt te identificeren en zijn identiteit te verifiëren. Ongebruikelijketransacties moeten binnen 14 dagen worden gemeld aan het meldpunt FIU Nederland. Of een transactie ongebruikelijk is, wordt beoordeeld op basis van objectieve en subjectieveindicatoren: • Subjectief: transacties waarbij de meldingsplichtige aanleiding heeft om te veronderstellen dat ze verband kunnen houden met witwassen of financiering van terrorisme. • Objectief: transacties van € 15.000 of meer, betaald aan of door tussenkomst van de beroeps beoefenaar in contanten, met cheques aan toonder of soortgelijke betaalmiddelen. Het gaat om melding van zowel voorgenomen als verrichte ongebruikelijke transacties. De melder is verplicht tot geheimhouding van de melding, om vernietiging van bewijs te voorkomen. De accountantkan dus niet met de cliënt communiceren over een melding. De accountant kan wel vragenstellen over transacties. Er is sprake van vrijwaring bij melding aan FIU Nederland. Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) is voor accountants belast met het toezicht op de naleving van de wet. Het kan dus voorkomen dat transacties uit hoofde van meerdere wetten bij meerdere instanties gemeldmoeten worden. Overige (toezicht)wetgeving Wet toezicht financiële verslaggeving (Wtfv) De Wet toezicht financiële verslaggeving (Wtfv) is op beursgenoteerde ondernemingen van toepassing. Na bestudering van de gedeponeerde jaarrekening en andere beschikbare openbare informatie kan de AFM, bij twijfel over de juiste toepassing of naleving van voorschriften, verzoeken om nadere toelichting 5
van het ondernemingsbestuur. Bij blijvende twijfel zal de AFM aanbevelen om een bericht op te stellen waarin nadere uitleg wordt gegeven. Als een onderneming niet of onvoldoende gevolg geeft aan dit verzoek, kan de AFM een jaarrekeningprocedure opstarten bij de Ondernemingskamer. De accountant heeft geen formele taak in dit proces, maar zal hier in de praktijk wel vaak bij betrokken worden door de onderneming. Wet inzake de geldtransactiekantoren (Wgt) DNB houdt toezicht op geldtransactiekantoren, waarbij met name gelet wordt op de integriteit. Uit hoofde van de Wgt en de “Regeling bedrijfsvoering en administratieve organisatie Wet inzake de geldtransactiekantoren” (de Regeling) moet de accountant specifiek onderzoek doen naar een aantal zaken. Zo moet er aansluiting zijn tussen de aan DNB gerapporteerde transacties en de aan FIU Nederlandgerapporteerde transacties, die blijkt uit de meldingenadministratie. De accountant moet over zijn onderzoek rapporteren. Het NIVRA heeft hiervoor een praktijkhandreiking Wgt opgesteld, waarin de werkzaamheden en de rapportage van de accountant uiteen zijn gezet. Wet toezicht trustkantoren (Wtt) Net als de Wgt is ook de Wet toezicht trustkantoren (Wtt) niet ondergebracht in de Wft. DNB houdt toezicht op trustkantoren, dat ook hier vooral gericht is op integriteit. Accountantspraktijken kunnen op grond van de Wtt aangewezen worden als vergunningplichtig trustkantoor. Dit geldt bijvoorbeeld als zij een (correspondentie)adres ter beschikking stellen aan een onderneming dat ook het enige (correspondentie)adres van die onderneming is in Nederland (zgn. domicilieverlening). Maar ook als er bijkomende werkzaamheden worden verleend zoals het opstellen, beoordelen of controleren van de jaarrekening, het voeren van administraties, het verstrekken van belastingadvies of het verzorgen van belastingaangiften kan een accountantskantoor als trustkantoor worden aangemerkt. 8. De rol van het NIVRA Het NIVRA voert vanuit de sectorcommissies Banken, Beleggingsinstellingen en Beleggings ondernemingen (SBB) en Verzekeringsmaatschappijen en Pensioenfondsen (SVP) regelmatig overleg met DNB en AFM. Daarnaast vindt overleg op bestuursniveau plaats. Doel van het overleg is om ontwikkelingen en/of probleempunten op het raakvlak van toezicht houder en accountant te bespreken. De onderwerpen houden vooral verband met controle, verslaggevingof ondernemingsbestuur, waarbij gestreefd wordt nadere uitleg te geven aan accountantsdie werkzaam zijn in de financiële sector. Dit gebeurt via NIVRA-uitingen als audit alerts, praktijkhandreikingen, leidraden en voorlichtingsmateriaal. Ook in verband met de kredietcrisis heeft het NIVRA veelvuldig contact met DNB en AFM. 9. Meer informatie Meer informatie over toezichtwetgeving is onder meer te vinden in: • NIVRA Praktijkhandreiking 1104 ‘De wettelijke verplichtingen van de accountant die de jaar rekening of de staten controleert van een financiële onderneming of een pensioenfonds’; • NIVRA Praktijkhandreiking ‘De werkzaamheden van de openbare accountant van een geld transactiekantoor’; • Leidraad 15 ‘Richtsnoeren voor de interpretatie van de Wwft voor belastingadviseurs en accountants’; • Artikel ‘Accountantspraktijken en de Wet toezicht trustkantoren’. 6
De genoemde publicaties zijn te vinden op de NIVRA website: www.nivra.nl. Ook zijn er diverse cursussen voor accountants in de financiële sector. Deze zijn opgenomen in het VERA-cursusaanbod op de NIVRA website. Op de websites van DNB en AFM (www.dnb.nl en www.afm.nl) is eveneens meer informatie te vinden over toezichtwetgeving. Heeft u vragen over de betekenis van de nieuwe toezichtwetgeving voor accountants? Neem dan contact op met het NIVRA, bij voorkeur via de helpdesk op www.nivra.nl. Bijlage I Relevante wetsartikelen Bezwaar tegen accountant Artikel 1:78 Wft DNB en AFM kunnen bepalen dat de accountant niet langer verklaringen mag afgeven. Meldingen- en inlichtingenplicht accountant aan DNB en AFM Artikel 3:88 en 4:27 Wft en Artikel 170 Pw De accountant moet DNB van bepaalde omstandigheden op de hoogte brengen die: • in strijd zijn met de prudentiële regels (deel 3 Wft: melding aan DNB) respectievelijk gedragsregels(deel 4 Wft: melding aan AFM), of in strijd zijn met de Pw; • het voortbestaan van de financiële onderneming bedreigen c.q. de nakoming van de door het pensioenfonds aangegane verplichtingen bedreigen (melding aan DNB); • leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring (melding aan DNB en AFM). De accountant moet DNB of AFM bepaalde inlichtingen verstrekken. Melden van fraude Artikel 26 lid 2 e.v. Wta Bij wettelijke controleopdrachten dient de KLPD te worden geïnformeerd, bij een redelijk vermoedenvan fraude van materieel belang. Melden van intrekken opdracht Artikel 2:393 lid 2 BW2 Indien de opdracht wordt ingetrokken, dient de accountant dit bij de AFM te melden. Geheimhoudingsplicht AFM en uitzonderingen daarop Artikel 63 Wta In dit artikel wordt aangegeven welke vertrouwelijke informatie de AFM intern dan wel extern kan uitwisselen. Meldplicht ongebruikelijke transacties en vrijwaring Artikel 15-16 en Art. 19-20 Wwft De accountant heeft de plicht ongebruikelijke transacties te melden aan het meldpunt FIU Nederland. Er is sprake van vrijwaring bij het doen van een melding.
7
Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants Antonio Vivaldistraat 2-8 Postbus 7984 1008 AD AMSTERDAM T 020-301 0 301 F 020-301 0 302 E
[email protected] I www.nivra.nl 8