Zevenhuizen: dorp dat zijn toekomst zelf bepaalt !! „Ondertusschen waren de bewoners van Zevenhuizen mannen van “Selfhelp”‟
(uit: Voorheen en Thans, C. Reijntjes 1901)
Dorpsvisie 2009-2019
Voorwoord 3 1
Ontwikkeling Dorpsvisie Zevenhuizen 4 1.1 AANLEIDING 4 1.2 WAT IS EEN DORPSVISIE? 4 1.3 WAAROM EEN DORPSVISIE? 5 1.4 WERKWIJZE 6
2 Achtergrond, situatieschets en beleid 7 2.1 ZEVENHUIZEN, HISTORISCH 7 2.2 VOORZIENINGEN EN ACTUELE ONTWIKKELINGEN. 8 2.3 OVERHEIDSBELEID 10 3. Inventarisatie 12 3.1 SWOT-ANALYSE 12 3.2 KEUKENTAFELGESPREKKEN PER THEMA 14 3.2.1. Leefbaarheid 14 3.2.2 Wonen, woningbouw 16 3.2.3. Voorzieningen 18 3.2.4. Werken , bedrijvigheid 22 3.2.5. Verkeer 23 3.2.6. Recreatie, toerisme 25 3.2.7. Buitengebied 25 3.2.8.Dorpsbeeld 26 3.2.9. Overige werkblad- thema‟s tijdens de keukentafelgesprekken 27 3.3. ACTIEPUNTEN / PRIORITEITSSTELLING 30 4
Samenvatting en aanzet tot vervolg 31 4.1 HOE NU VERDER 31 4.2 TOT SLOT 34
Bijlage 1. Werkgroepleden 35 Bijlage 2 Resultaten vragenlijst 36 Bijlage 3 Voorheen en Thans 52 2
Voorwoord Zo nu en dan is het nuttig om na te denken over de eigen toekomst. Dat geldt voor mensen maar ook zeker voor dorpen. Vandaar dat de vereniging voor dorpsbelangen “Door Eendracht Sterk” (DES) het voortouw heeft genomen om een dorpsvisie te maken. Om een en ander voor te bereiden is er een werkgroep gevormd en is er een enquête gehouden waar 263 dorpsbewoners op hebben gereageerd. Al met al heeft dat een schat aan informatie opgeleverd waar dit boekwerk uit is ontstaan. De eerste bijeenkomst leverde gelijk een mooie uitspraak op: wie zijn verleden niet kent hoeft over de toekomst niet na te denken. Vandaar dat in de dorpsvisie ook zo nu en dan terug word gekeken naar het verleden en daarbij wordt er geciteerd uit onder andere het boekwerkje van C. Reijntjes met de titel “Voorheen en Thans”, Schetsen uit het dorp Zevenhuizen uit 1901. Deze schetsen geven een mooi beeld weer van het dorp een eeuw geleden vandaar dat dit boekwerkje als bijlage 3 is toegevoegd aan dit document. De dorpsvisie is op 16 juni 2009 voor Burgemeester en Wethouders en een groot deel van de raad gepresenteerd bij een bezoek aan het dorp Zevenhuizen. Een week daarvoor konden dorpsbewoners kennis nemen van de inhoud van de dorpsvisie. Via deze weg willen we iedereen bedanken voor het meedenken, de opmerkingen en de commentaren. Het was een leuk traject om te doen het heeft ons veel stof tot nadenken gegeven. De dorpsvisie staat nu op papier maar nu is het van denken naar doen. Dat komt wel goed want het dorp Zevenhuizen is ontstaan door te doen. In 1901 schreef Cornelis Reijntjes al “de bewoners van Zevenhuizen zijn mannen van “Selfhelp”. 100 jaar later sprak een wethouder: “Ik heb altijd het gevoel: ach Zevenhuizen redt zichzelf wel”. Jan Hut, Voorzitter DES Zevenhuizen, 1 juli 2009 3
1
Ontwikkeling Dorpsvisie Zevenhuizen
1.1
Aanleiding
Dorpen worden zichzelf meer bewust van hun eigen kracht; ook de dorpen in de gemeente Leek hebben een eigen idee over hoe zij als dorp de toekomst in willen. De gemeente Leek heeft daar oor voor gehad en daarom gestimuleerd dat de dorpen de VGD konden inschakelen om hen te helpen bij het opstellen van een visie over hoe hun dorp zich zou moeten ontwikkelen in de komende jaren; er is een horizon van 10 jaar vastgesteld; nog verder zou al gauw science fiction worden , korter is niet realistisch omdat sommige, vooral ruimtelijke, plannen nu eenmaal veel tijd kosten.
1.2
Wat is een dorpsvisie?
Een goede visie en goede projecten komen voort uit de ideeën van dorpsbewoners. Hoe meer bewoners meedenken hoe beter. Daarvoor worden “keukentafelgesprekken” (KTG‟s) belegd. Dorpsbewoners worden benaderd om deel te nemen aan deze KTG‟s. Bij de uitnodiging wordt de reden en de bedoeling van de gesprekken alvast kort uitgelegd, namelijk om de meningen van de bewoners ten aanzien van de toekomst van het dorp boven water te krijgen en op basis daarvan een toekomstvisie te maken, een rode draad voor Dorpsbelangen. De gesprekken die plaatsvinden met dorpsbewoners, zijn een zo goed mogelijke ‘doorsnede’ van alle inwoners. Dus: jong en oud, verschillende straten, verschillende (levens)overtuiging, verschillende inkomens, verschillende beroepen, uit de bebouwde kom en het buitengebied, met en zonder kinderen enz… Op deze manier is /ontstaat er ook belangstelling voor wat er met de ideeën gebeurt. 4
Op enkele avonden in het verenigingsgebouw voeren werkgroepleden (twee-aan-twee: 1 gespreksleider en 1 notulist) gesprekken met zo‟n vijf tot zeven mensen. De mensen wordt aan de hand van de werkbladen gevraagd met ideeën (problemen, oorzaken daarvan en mogelijke oplossingen) te komen. Aan het eind van het gesprek zal worden gekeken welke ideeën het meest in aanmerking komen om als prioriteit bestempeld te worden. Prioriteiten worden niet alleen vastgesteld aan de hand van hoe vaak iets genoemd is, maar hebben ook te maken met: of het samen met anderen, bv met andere dorpen gedaan kan worden, de urgentie, of iets op een redelijk korte termijn gerealiseerd zou kunnen worden, de hoogte van de eventuele investering etc. Over het algemeen ontstaat zo een beeld van wat de mensen bezighoudt, een soort grootste algemene deler, de ervaring is dat ideeën elkaar aanvullen en dus vaak in combinatie kunnen worden uitgevoerd.
1.3
Waarom een dorpsvisie?
In de gemeente Leek spelen momenteel plannen die de toekomst van de gemeente en dus de doren sterk gaan vormgeven voor de komende jaren; we hebben het dan over het IGS en de regiovisie GroningenAssen waarbinnen geheel nieuwe concepten, maar vooral op het gebied van woningbouw, ten uitvoer gebracht zullen gaan worden. Het gemeentebestuur wil deze plannen niet alleen top-down laten presenteren, maar heeft de betreffende dorpen gevraagd met eigen ideeën te komen; dit mag gaan over woningbouw , maar ook over andere zaken, maar moet in elk geval gaan over de toekomst en hoe die volgens het dorp het beste ingegaan kan worden.
5
1.4 Werkwijze In Zevenhuizen is door DES (Vereniging Dorpsbelangen) een speciale werkgroep samengesteld die de dorpsvisie begeleid. (in bijlage 1 staan de namen van de leden van deze werkgroep) In een eerste bijeenkomst van deze werkgroep zijn tijdens een werkgroepvergadering de thema‟s voor de dorpsvisie en de keukentafelgesprekken vastgesteld. Dit is gebeurd via een SWOTanalyse onder leiding van de VGD-adviseur (de sterke/zwakke punten, kansen en bedreigingen voor Zevenhuizen werden op die avond in beeld gebracht). Vervolgens heeft de VGD keukentafelformulieren ontwikkeld waar de eerder vastgestelde thema‟s in terugkomen en zijn deze besproken op een tweede bijeenkomst; ook zijn op die avond de leden van de werkgroep geïnstrueerd voor hun aanstaande rol als gespreksleider en notulist bij de keukentafelgesprekken. De werkgroep heeft vervolgens een viertal avonden gepland op verschillende locaties in het dorp en heeft middels de regionale kranten “de Krant” en de Midweek” en het dagblad van het Noorden, de website www.7huizen.nl, een brief aan de buurtverenigingen, de procedure en werkwijze in het dorp bekend gemaakt. In totaal hebben ong. 100 personen deelgenomen aan de KTG‟s. De werkgroep heeft zich opgedeeld in koppels van twee: een gespreksleider en een notulist. De notulist heeft de aantekeningen op de werkbladen gemaakt en de gespreksleider zorgde ervoor dat alle deelnemers aan het woord zijn gekomen en dat de relevante thema‟s zijn besproken. Aan de hand van de uitkomsten van de gesprekken (en dus de aantekeningen van de notulist(e) is door de VGD een conceptdorpsvisie opgesteld.
6
2 Achtergrond, situatieschets en beleid 2.1 Zevenhuizen, historisch De naam Zevenhuizen wordt in 1650 voor het eerst genoemd in de boeken van Vredewold. Tot dan wordt er over het huidige gebied van Zevenhuizen gesproken over het Nijenoorter Veen
Een kaart uit 1600
Al dit veen werd gewonnen en dit bepaalde grotendeels het ontstaan van het Dorp Zevenhuizen. De zogenoemde kanalen en wijken zijn nog steeds zichtbaar. Met name ten westen van het dorp.
7
Het gebied is lang betwist door de heren van Nienoord, Coendersborg en ook de boeren van Een dachten recht te hebben op een deel van het grondgebied van Zevenhuizen. De slag om Bolmeer heeft zich afgespeeld op het grondgebied van Zevenhuizen. Zevenhuizen kreeg landelijke bekendheid bij de grote veenbrand in 1833 waar 5 mensen omkwamen en 2.173.692 ton turf opbrandde. De Hervormde kerk is het oudste gebouw van het dorp en die werd gebouwd in 1835. De bevolking bestond lange tijd uit landbouwers en veenarbeiders. In tegenstelling tot veel andere gebieden was in Zevenhuizen nauwelijks onderscheid merkbaar tussen deze bevolkingsgroepen. De arbeiders trokken na de vervening van het dorp naar Oost Groningen of Noord Groningen om als seizoenarbeider de kost te verdienen; de vrouw bleef vaak thuis om het eigen bedoeninkje te verzorgen. Kenmerkend was de zelfredzaamheid want hoewel de vervening veel geld heeft opgebracht kwam dit geld niet in Zevenhuizen terecht maar bij de verveners die in Leek of elders woonden.
2.2 Voorzieningen en actuele ontwikkelingen. Zevenhuizen heeft voor een dorp met een omvang van 2800 inwoners de voorzieningen goed op peil. Er is nog een plaatselijke middenstand hoewel deze wel afneemt want bij iedere winkel die verdwijnt komt lang niet altijd een nieuwe ondernemer terug. Het dorp beschikt over een Zelfbediening, Bakker, Slager, Warenhuis, Bloemenwinkel, een rijdende winkel, een Witgoedzaak, Postagentschap, meerdere autobedrijven, diverse kappers en beautysalons, een sauna, 4 horecagelegenheden, bouwondernemingen en een winkel voor dierbenodigdheden. Daarnaast kent het dorp een aantal bedrijven gericht op de agrarische sector en talloze eenmanszaken onder andere in de grafische sector, op het gebied van advieswerk en klussenbedrijven.
8
Zevenhuizen heeft 3 kerken waarvan 2 kerken zijn verenigd in het PKN. Deze beide kerken beschikken over een verenigingsgebouw. Door de overname van uitgaansgelegenheid Pruim en huidige verbouwing kunnen verenigingen niet meer vergaderen bij Pruim met als gevolg dat er gebruik gemaakt wordt van de verenigingsgebouwen. In het voormalig Groene kruis gebouw is een gezondheidscentrum ingericht en daarbij zijn er enkele woningen gebouwd voor bejaarden: de Groene borg. In de Groene borg is een huisartspraktijk gevestigd. Aan de Kokswijk is er de Vijverborg waar 24 woningen zijn ondergebracht voor ouderen die nog zelfstandig kunnen wonen. Op het gebied van sport is er veel te doen in Zevenhuizen: de vereniging SVA kent afdelingen op het gebied van tennis, gymnastiek, volleybal en stuitbal. De Omnivereniging Sparta biedt onderdak aan mensen die willen korfballen, klootschieten, fietscrossen en darten. Natuurlijk beschikt Zevenhuizen over een voetbalvereniging maar daarnaast is er ook nog een ijsbaanvereniging, een visclub en een motor- en autoclub. De muziekvereniging Concordia heeft ook verschillende onderdelen zoals een bloaskapel, een jeugdband en natuurlijk de showband. Kenmerkend voor het dorp zijn de vele buurtverenigingen: 25 in getal. Naast de vele sportverenigingen zorgen die voor een sociale samenhang waardoor er jaarlijks een grote feestweek kan worden georganiseerd. Ook de 5 mei optocht die eens in de 5 jaar wordt gehouden, wordt gedragen door de buurtverenigingen. Zevenhuizen heeft 2 scholen voor basisonderwijs en een peuterspeelzaal. Ook is er een bibliotheek gevestigd in het Wiekhuus.
9
Zevenhuizen heeft een begrafenisvereniging (De laatste Eer) een Rederijkerskamer de Heidebloem die de oudste vereniging van het dorp is en een vereniging voor Dorpsbelangen (Door Eendracht Sterk)
2.3 Overheidsbeleid Zevenhuizen maakt deel uit van de gemeente Leek en beslaat qua oppervlakte ongeveer 1/5 deel van het totale gemeentelijk grondgebied. Zevenhuizen heeft 2780 inwoners en dat is ongeveer 14% van het totaal aantal gemeentelijke inwoners . Rond 1900 was het inwoner aantal van Zevenhuizen ongeveer 40% van de gemeente Leek. De Gemeente Leek heeft de laatste jaren geen herkenbaar beleid gevoerd te opzicht van Zevenhuizen. Wel is er ongeveer 10 jaar geleden begonnen met een dorpsvernieuwing waarbij de tot dan rechte weg door het dorp, veranderd is door het aanbrengen van 2 bochten / slingers ter hoogte van de Hervormde Kerk en er is een rotonde aangebracht bij de kruising Hoofddiep / Kokswijk. Daarnaast zijn er verbeteringen doorgevoerd in verschillende straten. Tot voor kort was de gemeente Leek geen voorstander van het ontwikkelen van een visie door de bewoners van de dorpen binnen de gemeente, maar eind 2008 is daarin een beleidswijziging gekomen. Eén van de meest directe aanleidingen daarvoor was het grote aantal reacties op het Intergemeentelijk Structuurplan (IGS) waaruit bleek dat er een grote discrepantie bestond tussen de plannen van de bestuurders en de mening van de bevolking daarover. De gemeente Leek is samen met de gemeente Noordenveld en de Provincies Groningen en Drenthe, bezig met het opstellen van een Intergemeentelijk Structuurplan (IGS) waarbij er een bouwopgave ligt voor 5500 woningen tot het jaar 2030. Ook Zevenhuizen maakt deel uit van dit plan en het dorp heeft er middels de Vereniging van Dorpsbelangen in kunnen meedenken. Het behoud van de eigen identiteit van de buitendorpen is één van de ambities uit het ontwerp dat tot 4 juni 2009 ter inzage ligt en waar er een zienswijze op kan worden ingediend. 10
In dit ontwerp is ook een nieuwe ontsluiting opgenomen naar de A7 die over het grond gebied van Zevenhuizen naar Roden gaat. De gemeente Leek doet een beroep op de bevolking om actief deel te nemen aan die discussie en daagt alle maatschappelijke organisaties mee te denken. In het voorliggende plan is er sprake van het weer terugbrengen van het water in het centrum van het dorp en het dorp wordt ook omsloten door water. Er wordt uitgegaan van een uitbreiding van het aantal woningen van 300-350 stuks tot het jaar 2030. De uitbreidingen van het dorp vinden plaats aan de oostzijde (fase 1), ten noorden van het dorp (fase 2) en ten oosten van het dorp (fase 3)
Met name in de fase 2 is er ruimte voor wonen werken
11
3. Inventarisatie
Ter voorbereiding op de dorpsvisie is er een uitgebreide enquête gehouden die door ruim 260 mensen is ingevuld. Een samenvatting van de enquête is te vinden op bijlage 2 en voor zover mogelijk zijn de resultaten verwerkt in de hoofdstukken 3 en 4.
3.1 SWOT-analyse Tijdens de eerste bijeenkomst van de werkgroep dorpsvisie is met elkaar een SWOT-analyse gemaakt; op die avond zijn , naar de mening van de werkgroepleden, zowel de sterke als de zwakke punten van Zevenhuizen , alsook de kansen en de bedreigingen in beeld gebracht; op basis hiervan zijn de werkbladen opgesteld die werden gebruikt voor de Keukentafelgesprekken (KTG‟s); één van de eerste onderwerpen die tijdens de KTG‟s aan de orde kwam is wat de deelnemers nu het sterkste punt van Zevenhuizen vonden; onderstaand volgt een opsomming van de verschillende meningen De sterke punten van Zevenhuizen: - saamhorigheidsgevoel, sociaal gebeuren, het thuisgevoel, ons kent ons, de eenheid - de buurtvereniging is belangrijk: hier zijn verschillende “stromingen”niet van belang - zeer actief verenigingsleven‟ dit is een uitdrukking van saamhorigheid veren. Dorpsbelangen heeft meer dan 500 leden
- “alles met z‟n allen”, onderlinge samenwerking - sociale binding is een motief om te blijven wonen in Z. 12
- dorpskarakter /dorpsgevoel(moet zo blijven !) - woongenot, leefbaarheid - genoeg / veel / alle voorzieningen voor een klein dorp - goede ondernemers - mooi gesitueerd tussen Groningen Assen en Drachten, goede verbindingen met omgeving - landelijk karakter, rust , natuur - “weinig mensen, mooie uitzichten” overig - nieuwe bewoners worden snel opgenomen / allochtonen komen gedoseerd binnen - tolerantie is hoog, de samenhang, makkelijke acceptatie, - het muziekkorps Natuurlijk lokte zo‟n vraag ook uit wat dan de minpunten zijn, dus ook daarvan is een opsomming te maken, maar omdat de essentie van een dorpsvisie is dat aangegeven wordt welke zaken aangepakt moeten worden , komen die punten elders in de rapportage weer terug en wordt aangegeven hoe die minpunten verbeterd moeten worden.
13
3.2 Keukentafelgesprekken per thema Stand van zaken / opmerkingen / suggesties / verbeteringen NB “in cursief” zijn citaten weergegeven die op de avonden werden genoteerd. 3.2.1. Leefbaarheid
Saamhorigheidsgevoel Een door bijna elke deelnemer aan de keukentafelgesprekken genoemd “sterk punt”is dan ook het „saamhorigheidsgevoel‟; door sommigen wordt Zevenhuizen wel een „eiland„ genoemd, in de zin van dat er weinig contacten zijn met de buitenwereld dwz met de dorpen in de omgeving, dit is waarschijnlijk wat extreem geformuleerd, maar dit betekent ook dat men heel erg intern, en dus op elkaar, is gericht; “de saamhorigheid geeft het dorp een gezicht” Het bijna verdwenen woord „noaberschap‟ leeft in Zevenhuizen nog ten volle. De laatste decennia is, net als elders in Nederland, ook in Zevenhuizen sprake van ontzuiling; daarnaast is een bepaalde levensovertuiging, lid zijn van een kerkelijke stroming, geen punt van discussie of anderszins „scheiding der geesten„ meer en wordt steeds meer samengewerkt op velerlei terreinen. Duidelijk is dat een evenement als de feestweek sterk bijdraagt aan het saamhorigheidsgevoel.
14
Verenigingen Het is niet nader onderzocht of onderbouwd , maar volgens een deelnemer aan de KTG‟s heeft Zevenhuizen de meeste verenigingen binnen haar dorpsgrenzen in vergelijking met de wijde omgeving. Deze bijzondere situatie in combinatie met maatschappelijke ontwikkelingen als individualisering en het gigantische aanbod aan (vrije)tijdsbestedingsmogelijkheden, leidt er in Zevenhuizen toe dat er wel een gebrek aan vrijwilligers / bestuurders voor al deze verenigingen is. Dit wordt geïllustreerd met onderstaande opmerkingen: - misschien zijn er wel te veel verenigingen, er is nl te weinig kader - veel verenigingen hebben dezelfde personen als bestuurslid; Ook a.g.v. toenemende regelgeving zijn er voor de organisatie van evenementen ook steeds meer vrijwilligers nodig, waar ook nog eens specifieke eisen aan worden gesteld Het wordt er dus niet makkelijker op voldoende mensen te krijgen! Suggesties om dit probleem het hoofd te bieden zijn: - meer jeugd betrekken bij kaderfuncties in het bestuur, dat is de beste garantie voor de toekomst; een betere mix van verschillende leeftijden is niet alleen om die reden een noodzaak, maar geeft ook de maatschappelijke situatie en belangen beter weer. - als je ergens vrijwilligers voor nodig hebt, moet je hen persoonlijk vragen en dus niet volstaan met een oproep in een blaadje - door de bestuursperiode te verkorten, maak je een bestuursfunctie voor meer mensen aantrekkelijker en wordt het daarmee laagdrempeliger om in te stappen. 15
- vaak worden bestuurders ook als uitvoerders gezien en is hun inzet ook bij uitvoerende zaken vereist; door activiteiten meer projectmatig op te zetten, geeft dat minder langdurige verplichtingen en is men sneller bereid zich hiervoor in te zetten, want de gevraagde inzet is „eindig‟ - de bijkomende administratieve verplichtingen van een bestuurder (m.n. het secretariaat en penningmeesterschap), vergen steeds meer kennis; een (professionele) ondersteuning biedt hier veel soelaas; - ook zou je kunnen denken aan samenvoeging van de administratie van verschillende verenigingen; vooral sportverenigingen kunnen nog meer samenwerken (en valt hier in dat opzicht nog veel efficiencywinst te halen) - en „last but not least‟ door vrijwilligers „beter‟ te waarderen, zal hun motivatie toenemen 3.2.2 Wonen, woningbouw
De huidige bevolkingsgroei kan niet worden opgevangen met huidige nieuwbouwaantallen. Voor wie? Vooral de jeugd (jongeren en 20+ ers )geeft aan dat er voor hen te weinig mogelijkheden zijn om in Zevenhuizen te blijven wonen.
Dus zijn woningen voor starters gewenst; bv starterswoningen in de Vijverborg, want jongeren zijn goed voor het „kader‟ van verenigingen, voor de leefbaarheid, voor het voorzieningen niveau, en bieden tegenwicht voor de vergrijzing.
Je kunt nieuw gaan bouwen voor een doelgroep, maar je kunt ook voor de opvolgende categorie gaan bouwen en dus daarmee de doorstroming bevorderen (er is een wachtlijst van 2jr voor het Bosplantsoen, dat dus zeer gewild is bij jongeren omdat het voor hen betaalbare woonruimte is.‟ 16
Teveel bouwen is ook niet goed want Zevenhuizen moet wel een dorp blijven. Dus wordt een beperkte uitbreiding voorgestaan op verschillende plekken, dwz liefst bouwen in “plukjes”, dwz kleinere concentraties. Benadrukt wordt dat Zevenhuizen flexibel genoeg is om ook met een wat grotere bouwstroom mee te gaan en, omdat er nu sprake is van een achterstand , moet er ook eerst een inhaalslag gemaakt worden. Kortom, bouwen in variabele aantallen met een gemiddelde van 20 per jaar
Locatie Over de plek waar dan gebouwd moet / kan worden zijn verschillenden ideeën; inbreiding heeft de voorkeur (bv tpv Wiekhuus, Dr de Vrieshof, Bosplantsoen, Bakkerstraat); Ook de plek van het geref. verenigingsgebouw werd genoemd: dit zou een mooie plek zijn voor winkels met erboven woningen en wellicht wat terrasjes. Als inbreiding niet voldoende ruimte biedt dan moet nieuwbouw plaatsvinden aan de stille kant / achter Hoofddiep (NB er is dan wel een veilige oversteek, bv tunnel, nodig !) Bouwen in het buitengebied is “not done” want het buitengebied moet bereikbaar blijven; en de landelijkheid moet bewaard blijven!
Type Naast starterswoningen wordt ook aangegeven dat er „van alles wat‟ gebouwd moet worden: dus ook seniorenwoningen, huurwoningen, koopwoningen.
17
Ouderen moeten kunnen blijven wonen, maar mensen komen ook op oudere leeftijd weerterug naar Zevenhuizen, daar moet dus een bepaald aanbod in type woningen voor zijn. Iemand opperde ook het idee voor appartementen bij de rotonde, naar voorbeeld van Ureterp; vooral voor senioren zou dit een interessante locatie zijn en zoals hiervoor gezegd, wordt daarmee ook de doorstroming bevorderd, zodat jongeren de plek van de ouderen in kunnen nemen ! 3.2.3. Voorzieningen
Voorzieningen algemeen Tegengestelde meningen zijn er natuurlijk altijd en dat is maar goed ook, al wordt het er dan niet makkelijker op om een ontwikkelingsvisie te formuleren - Voorzieningen zijn op peil - Voorzieningen zijn verouderd Of - Door de ontwikkelingen op horecagebied is er behoefte aan een algemeen MFC, voor alle leeftijden! Het komt er in z‟n algemeenheid op neer dat er behoefte is aan een openbaar voor verschillende activiteiten bruikbaar gebouw
a) Sportvoorzieningen Er wordt nu gesport in het gymnastieklokaal aan de Molenweg en in "De Til". Beide accommodaties laten technisch en qua uitrusting te wensen over; voorgesteld wordt om 2 locaties te saneren en één nieuwe terug te krijgen.
18
Ook anderen merken op dat er grote behoefte is aan een kwalitatief goede sportzaal. Omdat bij eenieder het besef leeft dat er niet zomaar even een groot bedrag voor een dergelijke sportvoorziening op tafel komt, wordt geopperd , de troffel en hamer zelf ter hand te nemen en dus door zelfwerkzaamheid een eigen bijdrage te leveren en daarmee contante kosten te besparen: Zevenhuizen heeft een grote „zelfwerkzaamheids-traditie” bv voor sporthal bestaat de wens om de bouw hiervan zelf uit te voeren; de financiering (het geld) moet door anderen / de gemeente worden geregeld: Voor een de politiek moet durven investeren in de recreatievoorziening als voorzieningenstructuur ! de ijsbaan bestaat de wens deze multifunctioneel te maken bv verharding biedt een mogelijkheid als oefenruimte voor Concordia en geeft tevens combinatiemogelijkheden met een skeelerbaan; eventueel mag deze combinatie op een andere plek.
Voor wat betreft de buitensportvoorzieningen, is men eensgezind tevreden.
Deze andere plek zou dan bij voorkeur moeten aansluiten bij andere buitensportvoorzieningen, zodat de rest van de infrastructuur als parkeervoorzieningen , verlichting, toezicht e.d. gecombineerd kunnen worden .
b) Andere voorzieningen Vooral plekken waar de jeugd kan samenkomen, staan hoog op het verlanglijstje van de deelnemers aan de KTG‟s; niet eenieder is gecharmeerd van de caravans die als „illegaal‟ jeugdhonk fungeren. er zijn te weinig activiteiten voor jongeren(12-18 jr) zoals disco; ook is een jeugdsoos gewenst bv in een club- en buurthuis
19
In het verlengde van de discussie over jongeren-voorzieningen werd ook de suggestie gedaan dat er niet alleen voor jongeren , maar ook door ouderen wel prijs werd gesteld op iets als een bruin café! In het proces van samen op weg naar één kerk, speelt ook de daarmee annexe voorziening van het verenigingsgebouw; 2 van deze gebouwen exploiteren „kan niet uit‟ zo is eenieder duidelijk , maar welke dan moet worden gesaneerd en welke moet blijven en voor iedereen toegankelijk moet worden (overigens is dat nu ook al zo !!) , is nog geen uitgemaakte zaak: de hervormde kerk moet blijven, samen met het verenigingsgebouw, zo liet iemand noteren tijdens de KTG In de sfeer van zorgvoorzieningen werden nog de volgende zaken opgemerkt: - apotheek is prima; - gezondheidscentrum moet blijven en eventueel uitbreiden - steunzorgpunt is gewenst - dependance Vredewold Hoewel het dorp beschikt over 2 locaties voor ouderen, de Vijverborg en de Groene Borg (appartementen zonder zorgvoorziening), is er behoefte aan een woonvorm voor ouderen met een zorgfunctie.
c) het Wiekhuus: Kort samengevat kan worden gesteld dat de meningen over de toekomst van het Wiekhuus verdeeld zijn; zo zijn er voorstanders van behoud van het Wiekhuus, maar moet wel gekeken worden hoe je het gebruik kunt intensiveren en optimaliseren; ook werden er pleidooien gehouden voor clustering met andere activiteiten! - het Wiekhuus moet overeind blijven , kan meer gebruikt worden - geef jeugd (13-16 jr) een plek in het Wiekhuus 20
- niet alles in één MCF stoppen, Maar er werden ook standpunten verdedigd dat de huidige functies van het Wiekhuus beter elders konden worden ingevuld M.a.w. als er een nieuw MFC komt, dan Wiekhuus saneren en peuterspeelzaal en bibliotheek in het MFC
d) MFC: Enerzijds is het een verschijnsel van deze tijd, en wellicht een beetje modieus, maar anderzijds ook weer begrijpelijk, want efficiënt; de maatschappij is niet meer verzuild en dus zijn er niet meer dezelfde voorzieningen nodig voor verschillende „gezindten‟; dat bespaart niet alleen veel kosten (in aanleg en onderhoud), maar er komen ook steeds meer nieuwe vormen van vrijetijdsbesteding bij, die alleen te realiseren / exploiteren zijn bij wat grotere gebruikersaantallen. Ook in Zevenhuizen is de roep om een MFC actueel, de voorzieningen zijn nu te versnipperd; Zo‟n nieuw gebouw moet dus echt multifunctioneel zijn en dus een “ bijenkorf” worden met voorzieningen en activiteiten als toneel / fysio / filmhuis / peuterspeelzaal / bibliotheek / jeugdsoos / feestzaal / aula / creëer een beter, niet buitenschoolse opvang, muziekruimte etc. etc kerkgebonden, ontmoetingscentrum dat functioneert voor buurt- en Er zijn ook al meer inhoudelijke andere verenigingen, voor suggesties gedaan: kerkelijke groepen, voor sportverenigingen, voor scholen - MFC en sporthal gescheiden houden etc. - het moet een duurzaam gebouw worden (met zonne-energie etc.)
21
Over de locatie is ook al nagedacht: op de plek van het Anker, het geref. verenigingsgebouw. Dit is mooi centraal gelegen, al vinden anderen dat deze plek ook bij uitstek geschikt is voor seniorenwoningen (ligt nl bij de Vijverborg) en zijn er ook suggesties gedaan voor winkels , horeca met terrasjes o.i.d. ; kortom een intrigerende locatie waar met wat creativiteit leuke combinaties zijn te maken. (zie ook opmerkingen bij paragraaf over dorpsbeeld) Wonen/werken éen bedrijventerrein bij de houthal. Dit wordt niet genoemd in het eind besluit alleen maar Kokswijk en dat bedrijventerrein is te klein voor al die ZZP-ers. 3.2.4. Werken , bedrijvigheid
Bedrijvigheid De algemene teneur van de opmerkingen over bedrijvigheid in Zevenhuizen was dat men eigenlijk niet veel affiniteit had met grote bedrijven, maar veel meer met kleinschalige ondernemingen; dit past heel goed in de plaatselijke cultuur van „zelf de handen uit de mouwen steken‟ , eigen baas willen zijn etc. Het aantal ondernemingen in en buiten het dorp (er zouden nu 227 ZZPers zijn , dit is 1 op de 4 woningen !!!) behoort in Zevenhuizen samen met het dorp Opende tot de hoogste van de provincie Groningen ! Het is dan ook niet verwonderlijk als opmerkingen worden gemaakt als meer ruimte voor ZZP-ers; gewenst is een bedrijventerrein met combinatie van wonen en werken (oftewel bedrijfswoning + bedrijfsruimte op één kavel); ook de locaties werd al genoemd: aan Kortom, meer kleinschalige de Kokswijk en op de locatie Houthal bedrijvigheid / dus geen” (Hoofddiep Braker). industrieterrein”, maar “ZZP- terrein”; geen grote Op de Kokswijk zou ook een bedrijven in Zevenhuizen , bedrijfsverzamelgebouw goed passen de huidige schaal is goed volgens anderen .
22
Bovendien past deze ambachtelijke bedrijvigheid bij de bestaande infrastructuur: het bedrijventerrein moet niet teveel extra verkeer aantrekken.
Winkels Een belangrijke doelstelling is om te proberen de huidige bedrijven vast te houden; zij maken immers deel uit van de leefbaarheid van het dorp ! De opmerking dat de consument wenst dat alle middenstand onder één dak moet gaan zitten , werd gepareerd met dat het toch echt de ondernemer is die het moet doen; Sommigen willen clustering van winkelvoorzieningen (“wij willen shoppen” en dus winkel in en winkel uit), van anderen mogen de winkels wel verspreid blijven , als er maar goede parkeervoorzieningen zijn. In dit tijdsgewricht is het overigens nu eenmaal ook zo dat een supermarkt de trekker is voor andere winkels. 3.2.5. Verkeer
Verkeer Dit thema roept vaak wat tegenstrijdigheden op: iedereen wil met de auto ergens optimaal kunnen komen, maar als anderen dat ook met hun auto willen, heeft men er nogal eens last van.
Dus wenst de één een rondweg om het dorp en vindt de ander dat een rondweg de doodsteek voor het dorp is, want zonder verkeer in de hoofdstraat is er geen middenstand;
Een „compromis„ ligt er in de scheiding van bestemmingsverkeer en doorgaand verkeer Hoe dan ook is ook in de huidige situatie een betere veiligheid, bv met een zebrapad, dringend gewenst.
23
Anderen wijzen erop dat juist een onoverzichtelijk verkeersbeeld , een hogere verkeersveiligheid geeft. Daarnaast vindt een aantal mensen de parkeervoorzieningen in het centrum onvoldoende en merken anderen op dat er parkeerproblemen worden veroorzaakt door vrachtauto‟s; om dit tegen te gaan is meer controle gewenst. Opgemerkt werd dat van het fietspad Kokswijk het eerste stuk ontbreekt Er zijn ook stemmen opgegaan voor een betere ontsluitingsweg naar de A7 ( Roden , Leek-Tolbert) Ook hier ligt een discussiepunt, want een beter ontsluiting is weliswaar gewenst, maar dit mag niet betekenen dat de weg dan dwars door het (noordelijk) buitengebied van Zevenhuizen gaat lopen, waardoor dit buitengebied wordt afgesneden van de rest van Zevenhuizen; situaties zoals in Tolbert en in Midwolde waar de A7 ook het buitengebied van deze dorpen afsneed, worden als desastreus voor de dorpsgemeenschap ervaren.
OV Het algemene geluid dat tijdens de KTG‟s werd gehoord is dat het OV nu “dramatisch” slecht is; dus fietsen de jongeren naar Leek, want daar hoef je niet te wachten en de bus zit minder vol. Een verzoek is derhalve aan Arriva om de frequentie van de busvertrektijden te verhogen. Ook zou voor sommigen een taxibusje / belbusje (vooral ‟s avonds) een uitkomst zijn.
24
3.2.6. Recreatie, toerisme
Toerisme De eerste reacties op dit thema zijn dat het nagenoeg niet speelt in Zevenhuizen „we hebben geen behoefte aan „overlast‟; Hoewel het hele buitengebied eigenlijk geschikt is als fietsgebied, zijn meer wandel- en fietsroutes gewenst en zag men graag dat oude historische paden in ere werden hersteld vooral wandelpaden rondom het dorp voorzien dan in een behoefte. Een zeker enthousiasme voor de Billie Turf wandeltochten kon ook worden bemerkt op de KTG‟s. Sommigen vonden dat kleinschalig toerisme, zoals een B&B ,of kamperen bij de boer,of een theetuin, wel past bij Zevenhuizen, en daar moeten we wel „oog voor houden‟ Niet alleen voor toeristen, maar ook voor de eigen bevolking, zou een nieuw café, bij voorkeur met een terrasje, welkom zijn Hetzelfde geldt eigenlijk voor een weekmarkt; dit is sfeerverhogend en dat geeft ook voor toerisme een leuke uitstraling. 3.2.7. Buitengebied Zevenhuizen ligt „middenin de natuur ‟en dat moet vooral zo blijven, zo is de algemene opvatting. Het buitengebied is dé kwaliteit van Zevenhuizen, dus afblijven ! Een illustratie van deze opvatting is de mening over Oostindie, de nieuwbouw uitbreiding van Leek, deze komt te dichtbij; er moet een buffer tussen blijven
25
Het wijkenstelsel van de veen ontginning is rond Zevenhuizen nog gaaf: er is nooit en ruilverkaveling geweest, en dat is waardevol om te behouden Ook het in stand houden van de coulissen / houtsingels wordt belangrijk gevonden Geheel in de geest van de ondernemende Zevenhuister, ziet een enkeling graag wat meer bedrijvigheid in het buitengebied; de westkant biedt kansen voor boeren en T&R ondernemers; en als dat wat „verrommeling‟ geeft heeft niemand daar last van, dit hoort bij de streekcultuur. 3.2.8.Dorpsbeeld Het dorpsbeeld is te saai; de entree‟s moeten worden verbeterd en er moet meer een centrum worden gecreëerd, bv ter plaatse van het Gereformeerd Verenigingsgebouw. Dit is een mooi centraal gelegen locatie die bij uitstek geschikt is voor centrumactiviteiten zoals het MFC, en/of winkels, horeca met terrasjes, of andere gebouwen voor dienstverlening, eventueel met seniorenwoningen erboven; kortom een intrigerende locatie waar met wat creativiteit leuke combinaties zijn te maken. En dan kan tegelijkertijd de verkeersafwikkeling ter plaatse ook worden meegenomen (rotonde moet anders) Ook werden min of meer tegengestelde geluiden gehoord: de hoofdstraat moet de kern blijven, Zevenhuizen heeft immers een lintbebouwingsstructuur; Meer water en groen in het dorp is voor sommigen ook een wens, dit is mooi voor de recreatie (vissen / bootjes); een enkeling zou het Hoofddiep weer open willen. Een meerderheid voelt hier echter weinig voor en wijst op de negatieve kanten daarvan (onhandig, gevaarlijk, duur) En …..als het centrum dan toch weer eens op de schop gaat , neem dan ook de Firezone-locatie mee want de benzinepomp is bepaald geen lichtend voorbeeld van een aantrekkelijke dorpskern. 26
3.2.9. Overige werkblad- thema’s tijdens de keukentafelgesprekken
veiligheid en overlast Zevenhuizen is natuurlijk geen plaats waar men zich in het algemeen onveilig voelt; het is een dorp en „iedereen kent iedereen‟, dus is er voldoende , -zoals dat heet- , „sociale controle‟; ook is er geen sprake van misdaad, waardoor men zich onveilig zou voelen; wel zijn er enkele plekken waar niet iedereen zich behaaglijk en op z‟n gemak voelt als men daar langs moet; bv het parkje. Dit zijn de sociaal onveilige plekken , die met wat lichte ingrepen (vormgeving, verlichting, wegnemen bossage e.d.) aangepast kunnen worden. Een suggestie die in preventieve zin het gevoel van veiligheid kan versterken is de opmerking dat de buurtagent zich beter kenbaar moet maken. Waar veiligheid grenst aan het gevoel van overlast is bv bij de vernielingen die soms worden aangericht; met name bewoners in de nabijheid van het uitgaanscentrum ervaren deze overlast van bezoekers. Ook gedachteloos weggeworpen afval (colablikjes) en slingerend huisvuil, vormen soms een bron van ergernis.
27
Overig Bovenstaand is een reeks van onderwerpen aan de orde geweest waar mensen tijdens de Keukentafelgesprekken hun mening, hun idee en hun visie op hebben gegeven; de tijd was soms te kort, want er leeft en speelt veel in Zevenhuizen. Tot slot volgen daarom nog enkele onderwerpen, waar of minder mensen een mening over hadden, of waarvoor de tijd gewoon te kort was om er wat uitvoeriger over te praten. Het thema “overig” stond ook als zodanig op de werkbladen; als je de gemaakte opmerkingen nog eens nader beschouwt, blijken ze eigenlijk allemaal betrekking te hebben op de PR van Zevenhuizen, dus op de promotie, op de publiciteit, op de naamsbekendheid van het dorp, of kort door de bocht geformuleerd, eenieder is trots op zijn / haar dorp en vindt dat het tijd wordt dat anderen daar ook eens van op de hoogte worden gesteld. De suggesties binnen dit thema lopen dan uiteen van de PR van Z. kan veel beter: hoe vindt je de ijsbaan? tot idee voor een Zevenhuistervlag (als die er nog niet is, dan graag het bestaande logo op een vlag te printen) Tijdens de meest recente Algemene Leden Vergadering in de Appelhof, heeft DES deze suggestie al opgepakt en werden enkele varianten voor een Zeuv‟mhuster vlag getoond. (de praktische uitwerking heeft iets meer voeten in de aarde, want vlaggen hangen meestal, - ondanks het veronderstelde winderige Nederlandse klimaat, niet strak in de wind, dus moet er ook bij windstilte iets te herkennen zijn van het logo, de kleurstellingen e.d ; grofmazige vormen, dwz met weinig details, zijn daarom essentieel ! 28
Voor het “inburgeren” van nieuwe dorpsbewoners werden ook enkele aanbevelingen gedaan: DES moet elke nieuwe dorpsbewoner “welkom” heten: bv samen met een vertegenwoordiger van de betreffende buurtvereniging; ontwikkel een informatieboekje met alle belangrijke en relevante dorpsgegevens en geef ze een vrijkaartje voor een toneelvoorstelling van de Heidebloem. (waar dus niets meer aan valt toe te voegen ) Bijzonder zijn de volgende 2 opmerkingen: de één “beschrijft” dat - er eigenlijk “van nature” geen relatie is met (elders in) het Westerkwartier (dus niet met andere plaatsen in Groningen maar ook niet met Fryslân, zoals Haulerwijk of Bakkeveen) Een ander merkt op dat er , omdat Zevenhuizen juist zo‟n typisch dorp is (en misschien ook wel omdat er van oudsher weinig kontakten met de „buitenwereld waren, er nu juist behoefte is aan een “twinning” dorp in dezelfde situatie. gewenst cursus internet voor ouderen; De tijd schrijdt voort, dus misschien is deze opmerking wel in een historisch perspectief te plaatsen: vanuit een relatief geïsoleerde ligging (in het veen), maakt Zevenhuizen nu ook deel uit van het mondiale netwerk dat niet fysiek, maar wel middels virtuele kontakten, dus via internet, tot stand kan komen. Dat dit enige actuele vaardigheden vereist is iedereen duidelijk; dat jongeren daar dagelijks mee in aanraking komen is ook bekend, maar ouderen moeten hier meestal iets nadrukkelijker bij worden betrokken; de suggestie van een internetcursus in brede zin, is dan ook een aanbeveling die goed weergeeft dat Zevenhuizen “bij de tijd” is en dus de blik heeft gericht op de toekomst !!
29
3.3. actiepunten / prioriteitsstelling De vorige paragraaf overziend, is er een stevige lijst te maken met punten waar de komende periode aandacht aan moet worden geschonken. Duidelijk is dat er veel speelt en dus dat Zevenhuizen leeft en bruist ! Nog los van het feit dat niet alles even belangrijk is , kan ook niet alles tegelijk worden opgepakt door DES; daarom moeten er prioriteiten worden gesteld en moeten zaken die het meest dringend zijn, of zaken die het meest structurerend zijn (dwz richtinggevend zijn voor andere thema‟s), het eerst worden opgepakt. Uit de Keukentafelgesprekken kwamen onderstaande thema‟s naar voren die het meest werden genoemd: - woningbouw - verenigingen: samenwerking sportverenigingen - sportvoorzieningen - MFC - verkeersvoorzieningen - OV -> bus - detailhandel, - bedrijventerrein
30
4
Samenvatting en aanzet tot vervolg
4.1 Hoe nu verder Algemeen De werkgroep dorpsvisie heeft in samenwerking met DES de volgende ambitie geformuleerd. Omdat Zevenhuizen, - zonder overdrijving- , echt een bijzonder dorp is, in de zin van het een hoge mate van zelfstandigheid heeft , zelfvoorzienend is, intern (op de dorpssamenleving) gericht is, een hoog en intens verenigingsleven heeft, een sterk saamhorigheidsgevoel kent, een sterke gemeenschapszin etaleert etc. en zich daarmee onderscheidt van vele andere dorpen in de gemeente Leek, wordt gepleit voor een “status aparte‟; Zevenhuizen wil niet over één kam worden geschoren met de andere dorpen, wil ook dat het algemene beleid van de gemeente Leek niet klakkeloos van toepassing wordt verklaard op het grondgebied en de dorpssamenleving van Zevenhuizen, maar wil hier in sterke mate zelf richting aan geven! Dat voor een dergelijke standpunt, een sterke worteling in het verleden geldt en dat dit heden ten dage nog in nagenoeg dezelfde mate wordt uitgedragen (en dus bij na tegendraads te noemen is als je kijkt naar de algemene trends van individualisering, schaalvergroting etc.), kan regelmatig worden waargenomen in de diverse acties en activiteiten van het dorp. Zevenhuizen heeft voldoende realiteitsbesef om zich er rekenschap van te geven dat dit niet van de ene op de andere dag geregeld is; maar het gaat eerst om de politieke wil om hier ruimte voor te geven; natuurlijk streeft Zevenhuizen dit niet alleen uit eigenbelang na; het dorp is trots op haar inwoners en op het saamhorigheidsgevoel en wil dit ook graag kenbaar maken aan en kortsluiten met, andere dorpen die in een vergelijkbare situatie zitten; het gaat om de kwaliteit van het (dorps) leven, om het gevoel dat je niet helemaal afhankelijk bent van anderen, dat anderen niet vóór jou beslissen , maar dat je met elkaar daar zelf 31
een invulling aan kunt geven; oftewel “wat je op lokaal niveau kunt regelen, moet je niet op een ander schaalniveau beslissen”. Zevenhuizen stelt het niet alleen op prijs als de gemeente Leek dit idee van een „status aparte‟ als “uutprobeersel“ zou willen honoreren, maar zal zich ook met volle overgave erop werpen om het tot een succes te maken. Actiepunten Uit het voorgaande is naar voren gekomen dat Zevenhuizen als dorp van ong. 3000 inwoners streeft naar een gemêleerde bevolkingssamenstelling en dat het dus woonruimte wil blijven bieden aan jongeren en ouderen; het pleidooi om dan ook zelf te mogen bepalen hoeveel woningen moeten worden gebouwd en welke voorzieningen nodig zijn, is in de vorige paragraaf gehouden. De werkgroep dorpsvisie heeft in dat kader de volgende standpunten over de eerder genoemde thema‟s ingenomen en deze vervolgens „verheven „tot actiepunten: * Woningbouw Zevenhuizen wil de achterstand op woningbouwgebied inlopen, eerst moet dus een inhaalslag gemaakt worden om de tekorten op te heffen en vervolgens is een variabele bouwstroom gewenst met een gemiddelde van 20 nieuwbouwwoningen per jaar, in kleine clusters bijeen gebouwd, op vrijkomende plekken in de bebouwde kom. Het type woningbouw moet afgestemd zijn op de behoefte van de bewoners met speciale aandacht voor de jeugd en voorzieningen voor ouderen. * MFC ( Multi Functioneel Centrum) Vele dorpen gingen Zevenhuizen voor; maar ook in Zevenhuizen heeft zich nu de situatie zodanig ontwikkeld dat een MFC een serieuze wens is; DES gaat komende wintermaanden een programma van eisen opstellen waarbij met name aandacht voor de afbakening van de gewenste voorzieningen zal plaatsvinden, waar naar een locatie gezocht gaat worden en een haalbaarheidsonderzoek gestart gaat worden 32
waarbij m.n. de kosten in beeld gebracht zullen gaan worden; zoals eerder opgemerkt is zelfwerkzaamheid bij de bouw, het vertrekpunt voor deze begroting. * Sportvoorzieningen voor de jeugd: Zevenhuizen ontbeert een goede binnensportvoorziening. Door de bezuinigingen binnen de gemeente Leek is de realisatie van een goede binnen sportvoorziening naar achteren geschoven. Voor dit onderdeel zal m.n. in het kader van het onderzoek naar een MFC gekeken worden in hoeverre hier combinatiemogelijkheden liggen; Voor realisatie wordt ook gekeken naar andere financieringsmogelijkheden gecombineerd met zelfwerkzaamheid. * Verkeersvoorzieningen Gezien de actualiteit heeft standpuntbepaling en overleg over de nieuwe verbindingsweg tussen de A7 en Roden, de hoogste prioriteit ! Zoals de plannen nu overkomen lijkt het of de weg het dorp Zevenhuizen in tweeën deelt; de bewoners van het buitengebied ten noorden van de geplande nieuwe weg , moeten in contact kunnen blijven met de rest van het dorp Zevenhuizen; dit betekent dat voor de vormgeving / uitvoering van de nieuwe weg, actief meegedacht moet worden en dat er creatieve oplossingen aangereikt moeten gaan worden ! (denk aan tunnel , of weg op palen , in ieder geval een barrièreloze overgang.‟ Vanuit de enquête is er een waslijst ontstaan met 153 knelpunten deze moeten worden geïnventariseerd geclusterd en doorgenomen met de gemeente. Daarnaast is er een lijst met klachten gekomen over het OV rond deze punten word er contact gezocht met de nieuwe exploitant. * Detailhandel De Handelsvereniging wordt “verbreed“ naar een algemene Ondernemersvereniging die primair belangenbehartiging en het scheppen van voorwaarden tot haar takenpakket rekent; de doelstelling t.a.v. de winkelvoorzieningen is dan ook inzet plegen om de 33
voorzieningen op peil te houden. Hierover wordt contact gezocht met de gemeente Leek. * Verenigingen Ook t.a.v. andere verenigingen is DES initiator en stimulator; DES gaat zich inzetten voor een intensievere samenwerking tussen de sportverenigingen; de oorspronkelijke “maatschappelijke stromingen” zullen niet meer bepalend zijn; samenwerking op gebied van “kader”, huisvesting en kennisoverdracht, zullen worden geïntensiveerd !
4.2 Tot slot In het voorgaande is een breed scala aan onderwerpen en thema‟s de revue gepasseerd; het is gebleken dat dit thema‟s zijn die volop leven in Zevenhuizen; de werkgroep heeft aanbevelingen gedaan en actiepunten benoemd; DES gaat ermee aan de slag, maar dat betekent natuurlijk niet dat het daarmee nu ook geregeld is; er zal veel gesproken en vergaderd moeten worden en ook op andere fronten zal aangepakt moeten worden. Ook zijn er verwachtingen gewekt, maar de realiteit is natuurlijk dat niet alles in één keer gerealiseerd kan worden; het belangrijkste is echter dat we aan de slag gaan, dat de enquête en de keukentafelgesprekken ideeën losgeweekt hebben en dat deze nu vertaald worden in acties; maar vooral betekent het ook dat er altijd nieuwe ideeën nodig en welkom zijn; de tijd staat niet stil, de ontwikkelingen gaan door, dus zal er altijd wat veranderd en aangepakt moeten worden. Op hoofdlijnen kan Zevenhuizen even vooruit, maar niemand is er bang voor dat dat in Zevenhuizen betekent dat men dan met de armen over elkaar gaat zitten wachten !!
34
Bijlage 1. Werkgroepleden
Aafke Poeder Geerko Bosman Lukas Mulder Harmannus Harkema Maria Voogd-Vaandrager. Jan Nieboer Roelof Tijben Rinne van der Velde Yktje van der Velde Yvonne Brandsma Gerrit Havinga Harry van Wijk Jan Hut
35
Bijlage 2 Resultaten vragenlijst
Resultaten Vragenlijst (Samenvatting)
als voorbereiding op de dorpsvisie
Zevenhuizen, januari 2009 36
Inleiding Voor je ligt de samenvatting van de resultaten van de enquête die gehouden is als voorbereiding op het maken van de dorpsvisie. De resultaten overgenomen uit het online enquête programma. De enquête heeft online gestaan tussen 6 november en 6 december. Er zijn totaal 263 enquêtes ingevuld waarvan er 20 op papier zijn ingeleverd en 1 enquête is gefaxt. De enquête is door de mensen anoniem ingevuld. Er is niet gewerkt met het verstrekken van een toegangscode hierdoor was me in staat meerdere vragenlisten in te vullen. Op basis van het IP adres (een uniek computernummer) was te constateren dat maximaal 4 vragenlijsten vanaf een adres zijn ingevuld, dit kunnen 4 leden van een gezin zijn. Dit is echter maar in 1 geval geconstateerd. Met name de open tekstvelden bevatten veel waardevolle informatie. Deze zijn in deze samenvatting beknot weergegeven De resultaten zijn niet representatief voor alle bewoners van het dorp, er mag vanuit gegaan worden dat het merendeel actief betrokken is bij het dorp. Het geeft wel een goede indruk van hoe door een grote groep bewoners denkt over het wonen en leven in Zevenhuizen. Deze enquête is de start van het proces om te komen tot een dorpsvisie. Hiervoor is in het najaar van 2008 het initiatief genomen door dorpsbelangen DES (Door Eendracht Sterk) Mede namens de werkgroep Dorpsvisie worden alle respondenten bedankt voor de inbreng . Daar waar mogelijk zullen we de informatie verwerken in de op te stellen dorpsvisie. Mochten er vragen zijn over de enquête dan kunnen die gemaild worden naar:
[email protected] Ook kan daar de complete uitslag verkregen worden. Zevenhuizen, december 2008
37
Persoonlijke gegevens De enquête is door 263 ingevuld. Een paar respondenten gaven een postcode op buiten het dorp. Die resultaten zijn wel meegenomen omdat het uit de antwoorden bleek te gaan om oud inwoners die recentelijk zijn verhuist. Er hebben 142 vrouwen en 121 mannen aan meegewerkt. De gemiddelde leeftijd was 46 jaar. De jongste deelnemer was 12 en de oudste 88. 207 deelnemers zijn gehuwd of samenwonend. 32 deelnemers gaven aan nog thuis te wonen bij de ouders. 16 ondervraagden wonen alleen. Van de deelnemers heeft 151 een betaalde baan en 37 zijn zelfstandig ondernemer.
Wonen De respondenten wonen gemiddeld 29 jaar in Zevenhuizen waarvan 105 buiten en 158 binnen de bebouwde kom. 77 personen die hebben
meegewerkt aan de enquete wonen al hun hele leven in Zevenhuizen
94% zegt het wonen in Zevenhuizen prettig tot zeer prettig te vinden en 82% wil de komende jaren niet verhuizen. Als reden voor het verhuizen wordt opgegeven door de groep die dat wel willen om uit huis te gaan (11) deels wil graag een woningen buiten het dorp(10), anderen zoeken een kleinere woning in het dorp (6) . 38
Een kleine groep van 20 mensen vind dat er niet gebouwd mag worden in Zevenhuizen. Een grote groep van 74% vindt dat er wel gebouwd moet worden maar niet te veel. 39 personen(15%) vindt dat er flink gebouwd mag worden. De te bouwen woningen moeten divers van aard zijn met een voorkeur voor koopwoningen voor starters (189) en modale inkomens (166) maar er is ook vraag naar huurwoningen voor starters (126) en modale inkomens (84) Voor de rest springen woningen voor alleenstaanden (61) en Zelfstandige woningen voor ouderen of gehandicapten er uit. De nieuwbouw moet zich bij voorkeur af spelen aan de oostkant van het Hoofddiep (48%)of aan de westkant tussen Turflaan en Veldstreek. (37%) 71% is van mening dat er zowel bouwkavels als kant en klare woningen moeten komen. 38 personen geven aan serieus belangstelling te hebben voor een bouwkavel. Overlast door jongeren komt soms voor volgens 44% van de respondenten. 18 personen geven aan dat het regelmatig voorkomt. Het merendeel (80%) van de personen die aangeeft overlast te ondervinden woont binnen de bebouwde kom. Minder dan 10% geeft aan vaak last te hebben van : lawaai, overlast van buren, in verval geraakte woningen of boerderijen en rommel of vernieling in de buurt. Van de overige overlast springt met name het verkeer (16X) en Pruim (8X) er uit.
39
Zevenhuizen als gemeenschap Men ervaart Zevenhuizen als een dorp waar saamhorigheid is (74%), waar men naar elkaar omkijkt (87%). 78% vindt de binding, het dorpsgevoel erg belangrijk. Over het algemeen vind men (72%) dat het gemakkelijk is om contacten te leggen in Zevenhuizen Bijna de helft van de respondenten is vrijwilliger voor het dorp en samen besteden ze hier 447 uur per week aan.
Vervoer Van de deelnemers aan de enquête maken maar weinig (10,6%) gebruik van het openbaar vervoer. 205 mensen zeggen nooit gebruik te maken van de bus. Toch is men ontevreden over het openbaar vervoer 18% zegt dat het openbaar vervoer goed is geregeld. 108 mensen maken gebruik van de mogelijkheid toe te lichten waarom ze ontevreden zijn. De klachten gaan voornamelijk op het slechte schema en de slechte aansluitingen. 15 % klaagt ook over de overvolle bussen. Over het algemeen zijn er voldoende fiets / voetpaden in het dorp. 40
Maar er is een enorme waslijst (153) aan plekken die als onveilig worden ervaren. Het hoogst scoren de kruisingen met Hoofddiep / Oudestreek en de Haspel . Maar ook de kruising Oudewijk / haspelwijk springt er uit. Daarnaast zijn er een aantal plekken waar de straatverlichting als onvoldoende wordt ervaren. Over het algemeen is men tevreden over het onderhoud van de wegen en het openbare groen. 65 mensen reageren op de vraag of er plekken zijn waar mens ‟s avonds liever niet komt . Die plekken zijn vaak terug te voeren op het ontbreken van openbare verlichting op sommige plaatsen.
41
Voorzieningen in Zevenhuizen Kan je van onderstaande voorzieningen aangeven hoe belangrijk je het vindt om deze in het dorp te behouden of te krijgen? Zeer belangrijk Minder Niet belangrijk belangrijk belangrijk Kinderopvang
74
142
39
8
Peuterspeelzaal 111
129
18
5
Bassisschool
206
50
4
3
Huisarts
213
48
2
0
Busverbinding
154
99
8
2
Sporthal
183
68
10
2
Dorpshuis
108
116
34
5
Hangplek voor jongeren
27
103
98
35
Jeugdsoos
27
139
81
16
Postkantoor of 101 postagentschap
122
34
6
Bank
74
99
77
13
Geldautomaat
194
61
7
1
42
Supermarkt
216
46
0
1
Bakker
155
88
17
3
Slager
142
89
27
5
Groenteman
106
88
64
5
Over het algemeen is men tevreden over de speelvoorzieningen in het dorp.
43
Sport en Recreatie Van welke verenigingen ben je lid of donateur?
44
Antwoord
Telling
Percentage
Concordia (ver1)
110
41.83%
Sparta (ver2)
64
24.33%
SVA (ver3)
69
26.24%
Voetvbalvereniging (ver4)
70
26.62%
IJsvereniging (ver5)
116
44.11%
Heidebloem (ver6)
53
20.15%
Mac-Z (ver7)
24
9.13%
Handels vereniging (ver8)
27
10.27%
Hengelsport vereniging (ver9)
25
9.51%
Een buurtvereniging (ver10)
190
72.24%
De laatste Eer (ver11)
127
48.29%
Bibliotheek (ver12)
107
40.68%
DES (ver13)
121
46.01%
Jeu de boules (ver14)
6
2.28%
Welke sport beoefen je? (mag ook buiten Zevenhuizen zijn) Antwoord
Telling
Percentage
Geen
76
28.90%
Voetbal
27
10.27%
Korfbal
26
9.89%
Volleybal
13
4.94%
Stuitbal
5
1.90%
Tennis
15
5.70%
Fietscross
2
0.76%
Gymnastiek
19
7.22%
Jeu de Boules
2
0.76%
Handbal
2
0.76%
Basketbal
1
0.38%
Schaatsen
15
5.70%
Wandelen
55
20.91%
Hardlopen
27
10.27%
Darts
11
4.18%
Vissen
22
8.37%
Motorsport 5 Van de respondenten is 38% kerkelijk betrokken.
1.90%
45% geeft aan nooit in het Wiekhuus te komen. De feestweek leeft ook onder de respondenten, slechts 3% komt nooit op de feestweek. 16% is als vrijwilliger betrokken bij de organisatie van de feestweek. Door 68 personen worden suggesties gedaan voor de feestweek : levend tafelvoetbal, wielerronde, activiteiten bij de vijver , popconcert, survival of highland games.
45
Ouderen Er waren 43 personen ouder dan 60 en die hebben een apart set vragen gekregen; 70% daarvan vind dat er voldoende voorzieningen zijn voor ouderen. Wel wordt er door een aantal gevraagd om een algemene (dus niet kerkelijke) voorziening om te kunnen recreëren. 90% van de ouderen voelt zich nooit eenzaam. Gemiddeld geven ze een 7,3 als rapportcijfer op de leefbaarheid voor ouderen in Zevenhuizen. De helft van de ouderen geeft aan dat als ze niet meer zelfstandig kunnen wonen ze graag in plaats van verhuizen, meer verzorging thuis willen hebben. 30% denkt dat er onvoldoende hulp in de buurt is als er hulp nodig is. 7 ouderen geven aan dat ze niet of met moeite bij de dichts bijzijnde bushalte kunnen komen. De helft van de ouderen geeft aan zich zorgen te maken als ze hulpbehoevend worden.
46
Jongeren Er hebben 11 personen jonger dan 20 jaar de vragenlijst ingevuld. Ze geven aan zich zelden te vervelen. De helft van de jongeren die de vragenlijst hebben ingevuld willen graag in Zevenhuizen of de omgeving blijven wonen de rest weet het nog niet. De jongeren zien elkaar vaak op school, bij het sporten of thuis. Van de jongeren geeft 1 aan zo snel mogelijk uit Zevenhuizen te vertrekken als hij de kans krijgt. Door de jongeren wordt er wel aangegeven dat er behoefte is aan een skeelerbaan, sporthal of een andere voorziening waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten.
Tot slot Er is door 82 mensen gebruik gemaakt van de mogelijkheid algemene opmerkingen te maken. Hierna volgt een kleine bloemlezing van de opmerkingen. Er zijn een aantal dubbelen uitgehaald en ook de iets minder ter zake doende of die al elders aan de orde zijn geweest.:
-Wanneer wordt het busvervoer nou eens aangepakt!!! Dit is echt een drama! Mooiste plek om te wonen. I'am proud to be a Zeumhuster zie een goede sporthal(zaal) te krijgen al heeft de gemeente niets over en een flitspaal ter hoogte van de Houthal gezien de snelheid waar ze mee het dorp inkomen! ik vind het fantastisch dat een groep mensen zich op deze manier inzet voor 47
Zevenhuizen.
48
graag de leefbaar heid in het dorp behouden. zorgen dat het niet te groot wordt. Deze enquete is zeer goed samengesteld. Ga zo door!! bereikbaarheid van het dorp moet beter, plattelandssfeer moet behouden blijven, op letten dat niet teveel regelgeving tijdens de feestweek het onmogelijk maakt van deze week te genieten laten we vooral bouwen!!!! We moeten het leefbaar houden voor middenstand en accomodaties. Zonder woningbouw redden we het anders niet de braderie is een geslaagd evenement in zevenhuizen , wat denken jullie van een kerstmarkt. Ik voel me betrokken bij het dorp Zevenhuizen. Denk in de keukentafelgesprekken graag verder met jullie mee. Succes met het verdere project! Vriendelijke groet al met al vind ik 7huizen een prettig dorp om in te wonen. Het is goed dat er een Dorpsvisie komt . meer werk gelegenheid,ondernemers. winkel centrum Ik vind dat woningbouw aan een kant van het dorp moet plaastvinden(veldstreek kant), zodat de anderekant mooi groen blijft en het niet dichtgebouwd wordt tussen zevenhuizen, roden en leek. succes met de verwerking van de enquete blijf alert op het steeds drukker wordende verkeer op de "hoofdader" in ons dorp organiseer eens een kinderdisco, jeugdsoos moet aantrekkelijker, bijv 1 x in de 4 a 6 week, laatste weekend van de maand laat de jeugd een eigen inbreng hebben in wat ze willen, 1 x disco 1 x thema avond, 1x filmavond , afsluiten d.m.v. een survival elders toegangskaartje kopen en inruilen voor een comsumptie enzovoort. proberen een kompakte winkelcentrum te creeren. goh wat een goed idee om het zo te doen toppie senioren die een eigen woning verkopen omdat ze het gemakkelijker moeten hebben mogen niet alleen aangewezen
zijn op huur.
Een voorziening voor ouderen zoals de Groeneborg of de Vijverborg. Maar dan met verzorging zoals bv Vredewold in Leek de mensen die jaren in Zevenhuizen wonen ook kunnen blijven wonen. om de leefbaarheid van Zevenhuizen te behouden is het misschien wel wat om wat meer ruimte cq bedrijventerrein te realiseren om zo de detailhandel niet allemaal te zien verdwijnen naar omliggende dorpen, op deze manier voorkom je dat het een dorp wordt met weinig toekomst perspectief voor ondernemers en bewoners Ik vind het belangrijk dat het een dorp blijft,met wel met goeie voorzieningen voor alledaagse behoeften. Leegstand van panden, noodinrichting van evt etalage's d.m.v. artikelen, van andere ondernemers in het dorp Meer groen/bloem in het dorp langs de doorgaande wegen (bijv. heg langs fietspad Oudestreek). Rotonde geheel beplanten of uitbeelding dorps geschiedenis (Zie rotondes in Frankrijk) Uitbreiding industrieterrein werkersveld Muziek podium weer terug brengen Verharding wandelpaden sportpark (t.b.v. kinderwagen,rolstoel,enz). Ik woon hier goed, als er enkele resultaten komen door deze enquete is het zeker zinvol. graag algemene uitslag enquete bekend maken, Succes. ik vond het wel leuk ik hoop dat mijn wensen uit komen Een betere sporthal is van groot belang naar mijn mening zowel voor de sportverenigingen in de uitvoering als de binding (men komt sneller kijken) en het veel beter tot zijn recht komen van zaken als een stratentoernooi of uitvoering. ik woon in het buitengebied, lijkt dat ik minder betrokken ben (verenigingsleven) maar dat voelt niet zo. kinderen bezoeken school in ander plaats. daardoor ook gericht op ander gebied. Wonen moet een mix worden van goedkoop en duur, benzine station verschrikkelijk Firesone kan die niet richting Houthal. Centrum is niet echt aantrekkelijk geen vlees en geen vis. Geref. kerk zal er wel afgaan en daar op de hoek 49
50
moet iets heel moois ontwikkeld worden. Het dorp mag wel wat mee ballen krijgen. Ingang van de dorpen wel veel beter woningen zijn daar aantrekkelijk, jammer dat de Houthal aan het begin van het dorp staat. geeft het dorp wel iets. Pruim ziet er ook erg haveloos uit toch een belangrijk centrum voor het dorp daardoor kennnen ze Z huizen. Winkels zijn ook niet echt van deze tijd, wordt weinig aan gedaan, maar Leek en Roden liggen zo dicht bij met een aantrekkelijk aanbod. Belangrijk is groen, het moet een dorp blijven. leek mag niet dichterbij komen. Ergernis het pand van de Vries Oudestreek, werkhuis moet ook eens klaar Poelstra achter de broek. Vijverborg ook een arm gebouw heel jammer. Bouw zeer beperkt a.u.b. want anders is Zevenhuizen geen dorp meer, maar ook geen stad. En de bouw zou moeten aansluiten bij de laatst gebouwde wijken aan de westkant van Zevenhuizen, omdat daar de infrastructuur het snelst te realiseren is. Ook omdat de lagere scholen zich daar allemaal bevinden. Pleit voor mooier uiterlijk van dorpskern. Het ziet er niet erg aantrekkelijk uit... Meer groen, meer sfeer is welkom. Ik vind 7 huizen een geweldig dorp om in te wonen. Met deze enquête hoop ik dat jullie een duidelijk beeld krijgen wat er zo in 7 huizen leeft. DES ga zo door. Wij wonen hier met heel veel plezier, de mensen zijn er vriendelijk. ik vind deze vragenlijst een belangrijk iets. Voor mij geldt over het algemeen dat het dorp mag groeien, zodanig dat de bewoners hier alle fasen in hun leven kunnen doorbrengen. Deze opmerking is met name gericht op geschikte woningen en mogelijkheden om (sport) activiteiten te kunnen doen. Met name een sporthal zal daarmee een grote aanvulling zijn voor het dorp. Deze groei echter wel met mate, zodat de dorpswaarden van Zevenhuizen worden behouden. geen rondweg, anders wordt het een dood dorp (zie maar naar Boerakker) zorg voor behoud school en supermarkt en jonge gezinnen Ik hoop dat ik nog lang in ons dorp vooral veilig en met plezier kan wonen en leven.
Wij zijn van mening dat bouwplannen in beginsel prima zijn, maar dat er wel rekening moet worden gehouden met de maat van dit dorp. Dat geeft Zevenhuizen nu juist veel charme en onderlinge betrokkenheid. Daarnaast zie je dat in de noordelijke provincie sprake is van afname van de bevolkingsaantallen. Wat wij verder nog missen in de enquete is dat er voor de beoogde bouwlocaties slechts uitbreidingslocaties worden genoemd. Wij denken dat er in Zevenhuizen ook nog ruimte is voor inbreiding. BV sloop van De Til en Wiekhuus en breng deze voorzieningen met een kinderopvang onder bij de nieuw te bouwen sporthal. Een andere inbreidingslocatie zou zijn die kleine seniorenwoningen aan het bosplantsoen. Die voldoen niet meer aan de eisen van deze tijd. Vind dit een heel goed initiatief ,weet je ook eens wat er bij de mensen leeft. mag vaker gedaan worden. Goed dat zo'n enquete gehouden wordt. Het landelijk wonen rondom zevenhuizen moet behouden worden. De boerenbedrijven die er nog zijn moeten in stand worden gehouden en zoveel mogelijk te gemoet gekomen worden desnoods met geld. Als er plannen worden gemaakt hier rekening mee houden en niet het bedrijf gelijk opkopen.
51
Bijlage 3 Voorheen en Thans
52
1 De Turfgraver 2 Zevenhuizen als Veenkolonie 3 De Communicatie 4 De groote Veenbrand 5 Hulp in Nood 6 Onze Volksvermakelijkheden 7 De Zevenhuisterdans 8 Het Groot-avond praten 9 Onze Taal 10Het nieuwe Tijdvak
Voorbericht ………………………… Het tiental schetsen, dat hier in den vorm van een boekje in het licht verschijnt kan dienen om een blik te geven in de Zevenhuister veen kolonie en in het leven, streven en werken der bewoners. Na eene jarenlange worsteling toch begint Zevenhuizen, dat altijd als een soort asschepoester geminacht werd, zich langzaam maar zeker te ontwikkelen tot een welvarend dorp en is er geene zienersgave toe noodig om te voorspellen, dat het over niet eens zoo heel langen tijd een zeer belangrijk deel van de gemeente zal zijn. Zevenhuizen heeft eene lijdensgeschiedenis achter den rug, zooals er zeer zeker in onze provincie geen tweede is aan te wijzen. Het kan zijn nut hebben, dat voor het nageslacht bewaard blijft, wat de voorvaderen gedaan hebben, hoe zij hebben geleefd en hoe in een vergeten hoekje van onze provincie geleden en gestreden is tot 53
men kwam tot de tegenwoordigen toestand. Het is ook mogelijk dat het "jonge Zevenhuizen" er zich door opgewekt gevoelt, om te blijven volharden in den goeden strijd, in aanmerking nemende, wat Zevenhuizen voorheen was en thans is. Vooral wanneer dit laatste het geval mocht wezen, zal de schrijver zich meer dan beloond achten voor den tijd en de moeite, aan de samenstelling van dit boekje besteed.
54
1. De Turfgraver Wanneer de Winter geweken is en Paschen in't land komt, begint er leven en beweging te komen onder de arbeidende klsse van Ons Dorp. Want dan begint het veenwerk. Naarmate de venen te Zevenhuizen in den loop van de jaren afnamen, begon er natuurlijk ook gebrek aan werk te komen. Vele huisgezinnen vertrokken voor en na andere streken, waar "veen aan snee" kwam; maar toch het merendeel der arbeiders bleef en- zich naar tijd en omstandigheden schikkende, trekt men omstreeks Paschen met pak en en zak naar Stadskanaal, Nieuweroord, Nieuw-Amsterdam, Erica en Schoonoord. Het getal vertrekkende turfgravers kan men jaarlijks wel op 400 schatten, d.i. ongeveer 1/5 deel van de geheele bevolking en de opening van de veencampagne veroorzaakt hier dus eene ware volksverhuizing. Al zijn de gouden dagen voorbij, waarin een veenwerker om middag 3 1/2 a 4 gulden had verdiend en voor een rijksdaalder pas "in de lucht wilde kijken" toch verdient hij nog een aardigen stuiver. De turfgraver begint zij dagwerk reeds voor de zon het aardrijk komt beschijnen en eindigt omstreeks de middag. Hij is dan bijzonder matineus. In de gouden dagen van de turfgraferij te Zevenhuizen was het een wedstrijd, wie het eerst aan het werk was en daaruit is in later jaren de zonderlinge gewoonte ontstaan onder de arbeiders, welke bij den boer werk moeten zoeken, punctum om 1 uur het werk te eindigen. Zoo maakt hij dan in den wintertijd, als er op het 55
veld nog iets verricht kan worden, ook maar zeer korte dagen, n.l. van "licht worden" tot een uur. Dat vele landbouwers met deze methode niet gediend zijn, hoeft niet gezegd te worden. De Veenarbeiders moeten zwaar werken; gewoonlijk zijn het stoere, dappere lui, voor wie men den hoed moet afnemen. Den Veenarbeider gebruikt zijne koffie en zijn brood op het veld. Over een vuurtje boven het veen aangelegd, kookt hij de koffie. Het is bekend, dat door onvoorzichtigheid; waarmede maar al te vaak met vuur werd omgesprongen, groote stukken veen in vlammen opgingen of turfhoopen tot asch verteerden. Hij is voor geen kleintje vervaard en spreekt van eene wandeling van Zevenhuizen naar Schoonoord of Nieuw-Amsterdam als van een alledaagsch ding. Het tegenwoordige geslacht de Turfgravers heeft het trouwens in de dezen oneindiger moeilijker dan de voorouders; toen in de gulden tijden tijdens het werk bij huis was en de venen van Zevenhuizen nog volop te verdienen gaven. De Turfgraver valt bij nadere kennismaking niet af. Hij bezit eene vrij goede dosis gezond verstand en is over 't geheel de leer toegedaan, dat het hemd nader is dan de rok, een karaktertrek, die zeker uit den moeilijken strijd om het bestaan is ontsproten en die dan ook op den echten Zevenhuister Turfgraver een eigenaardigen stempel drukt. De Zevenhuisters weten zeer goed, dat hun Dorp niet in een al te besten reuk staat- vroeger waren snij- en vechtpartijen aan de orde van den dag. De annalen van de rechtbank te Groningen zullen 56
daaromtrent genoeg bijzonderheden bevatten. Maar naarmate de beschaving in deze streken doordrong, deed zij ook hier weldadigen invloed gevoelen en thans behoren baldadigheden en vechtpartijen tot de zeldzaamheden. Ja, ik ga niet te ver door te beweren, dat Ons Dorp eene groote mate van rust en veiligheid aanbiedt, als alle andere dorpen. Voor dat de Turfgraver, die met vrouw en kroost gezegend is, naar de vreemde gaat, heeft hij het zeer druk. Want eerst moet tuin of land omgespit worden; opdat moeder, de vrouw, de noodige aardappels of stamboonen kan verbouwen. Er is hem dus alles aan gelegen, dat de Winter vroeg eindigt. Duurt deze lang dan moeten alle handen mee helpen, om op tijd klaar te komen, zelfs die der vrouwen. Vrijdag of Zaterdag voor Pinksteren komt de Turfgraver terug met een aardig sommetje; wanneer ten minste het gure voorjaarsweer en de koude in zijne keet op het turfveld hem niet eerder eene ziekte op den hals hebben gehaald, om dan op de Pinkstermarkt te Leek 1 of 2 biggen te koopen, die, gemest, dienen om in den Winter te worden verkocht voor de noodige “ongelden". Is het Turfgraven afgeloopen, dan verandert de Turfgraver in boerenarbeider en trekt “naar de klei" om koren te zichten. De landbouwers van het Hoogeland kunnen het getuigen en zien de Zevenhuister arbeiders gaarne als goede werklieden verschijnen. Zoo komt eindelijk de Winter en daarmede een tijd van welverdiende rust. Dan volgen ook wel eens kwade dagen, 57
vooral; wanneer de verdiensten niet te ruim zijn geweest; maar de welbekende liefdadigheidszin helpt in de moeilijkste gevallen. Alles te zamen genomen kent de Zevenhuister Turfgraver geene armoede en steekt gunstig af bij den arbeidenden stand van elders. Veelal bezit hij eene geit, een schaap, soms eene koe. Nergens zullen de socialisten minder succes van hun werk hebben dan hier. Wij weten hier pas, wat socialisten zijn, alleen komen van buiten daaromtrent onbestemde geruchten tot ons. De ouden van dagen leven meestal in ruste op een plekje gronds in eene bescheidene woninge, een en ander door zorgzame vlijt geheel of gedeeltelijk overspaard. Zij begonnen met een stuk heidegrond en met eene plaggen hut, later vervormd tot een woonhuisje van steen en hout met een flinken tuin of een kampje land. Eene koe ontbreekt zelden. Hij voelt zich gelukkig in zijn kleinen kring, hij bewerkt zijn akker, zamelt zijne aardappelen en rogge in en trekt minachtend de schouders op, als men hem wijs wil maken dat hij het “min” heeft. Want hij gevoelt dat dit niet waar is. De Turfgraver in ruste ziet meesmuilend neer op het jongere geslacht en de veranderde tijdsomstandigheden; zeer zeker loopt naar zijne meening de wereld op 't eind van haar dagen met al die nieuwerwetsche zaken als locomotieven, spoorwegen, stoombooten telegrafen en dergelijke, waarvan hij het rechte niet begrijpt, wat hem trouwens niet euvel te duiden is. Op zijn “stee” leeft bij onbezorgd en zonder beslommeringen voort; 58
eene mate van rust genietende, die hem menig rijk stedeling zal benijden.
59
2 Zevenhuizen als Veenkolonie De bevolking van ons dorp is tweeërlei. De veenarbeiders vormen het kenmerkende, de landbouwers echter het voornaamste deel van ons dorp. Wij willen terstond opmerken, dat er vermoedelijk in onze geheele provincie geen dorp is, waar minder verschil van stand is te bespeuren. Landbouwers en arbeiders leven als gelijken, in de lange winter- avonden gaan zij naar elkander op visite en de mindere man doet daarbij zijn best om den meerdere zoo goed mogelijk te onthalen. Want een karaktertrek van de Zevenhuisters is, dat zij gastvrij zijn en gul. Buiten de veenarbeiders en landbouwers heeft Zevenhuizen eenige winkeliers, ambachtslieden en nog enkele verveners. Want Zevenhuizen is eene Veenkolonie. Naarmate het veen afgegraven werd, is van den overblijvenden grond bouw- en weideland gemaakt, meest bouwland; want uit den aard der zaak zijn de hooge diluviale gronden minder geschikt voor grasland. Toch liggen hier en daar in de laagste streken, b.v. aan de Jonkersvaart, Tetswijk en elders uitmuntende graslanden. Als Veenkolonie kan Zevenhuizen echter in de verste verte niet op eene lijn staan met Stadskanaal, Wildervank, Veendam of Pekela, ofschoon de bodem hier, volgens lieden, die het kunnen weten, in goede hoedanigheden bij genoemde streken niet behoeft ten achteren te staan. Terwijl men daar dadelijk met een 60
regelmatigen aanleg is begonnen en een hoofdkanaal heeft, waarop alle andere kanalen uitloopen, is de aanleg van Zevenhuizen zeer onregelmatig en vertoont een chaos van `wijken' (vaarten of kanalen). Bij het aanleggen is men met groote slordigheid te werk gegaan. Men groef eenvoudig de `splitting' en kruide den grond op het omliggende veen. Zoodoende vindt men dan ook nog heden overal onder die oude wallen langs de wijken turf. Zelfs het turfgraven is niet met de noodige zuinigheid geschied, men nam maar gauw het beste weg, zonder zich veel om de rest te bekommeren; zoodat in latere jaren nog veel is nageveend. Te Boven-Zevenhuizen moet de toestand vroeger zeer bijzonder geweest zijn. Voor dat de Haspelwijk werd gegraven, had men in dat bovengedeelte kleine wijken gemaakt, die in de richting van de tegenwoordige Oude Streek liepen; waar zij in den zoogenaamden waterloop uitkwamen. Daar werd ongeveer op de hoogte van het tegenwoordige Schoolpad het water opgekeerd. De waterstand was veel hooger dan thans en de bovenste sluis in het Hoofddiep moet veel meer water gekeerd hebben dan later. Toen de Haspelwijk gegraven werd, werd het water zooveel verlaagd, dat de oude wijkjes droog liepen en tegenwoordig de bodem er van we1 een Meter hooger ligt dan de waterspiegel van genoemdevaart. Oude menschen kunnen zich dien toestand nog herinneren en spreken van schepen, die boven op het veen voeren. Zoo zal het wel geleken hebben! Merkwaardig is de bocht, die het Hoofddiep maakt bij de Kromme Kolk. 61
Door eene of andere omstandigheid schijnt men genoodzaakt te zijn geweest hier van richting te veranderen. Zeker is dit niet vrijwillig geschied; want men moest toen door eene zandhoogte graven; terwijl men rechtuitgaande eene laagte had kunnen volgen. Later werd de Veldstreekster wijk of het zoogenaamde Mandeelig Hoofddiep weer in de richting van het verlengde van het oude Hoofddiep benoorden de Kromme Kolk gegraven. Aan alle `wijken' zijn huizen gebouwd; waaruit volgt, dat de bevolking zeer verspreid is. In vergelijking echter met andere streken van de gemeente Leek is Zevenhuizen vrij dicht bevolkt want terwijl het in grootte ongeveer 1/5 gedeelte der gemeente is, bedraagt het zielental 2/5. Het moet onze verbazing wekken, dat Zevenhuizen nog heeft kunnen worden, wat het is. Want het kapitaal, dat de veenderijen opgebracht hebben, is wel het minst aan Zevenhuizen ten goede gekomen. Oorspronkelijk toch kwamen de venen uit de handen van Nienoord en Ter Heijl in het bezit van verschillende verveners. Deze meenden, dat het in hun belang was, eerst de turf af te graven, om dan later den ondergrond voor veel geld te verkoopen. Maar deze berekening faalde; want toen eindelijk de turf voor het grootste gedeelte weg was, waren er geene koopers voor den bodem. Alzoo ging het kapitaal voor Zevenhuizen verloren en ontbrak het geld voor ontginning van gronden. De vervenerswerden rijk ten koste van Zevenhuizen en wat meer is: zij gingen buiten het dorp wonen, meestal te Leek; zoodat deze plaats dan ook van 62
de afgraving van de venen het meest heeft geprofiteerd. Een ander gedeelte van het kapitaal kwam in 's Rijks schatkist in den vorm van turfbelasting. Zoo kwam het dan, dat men bij de ontginning, of zich zelf moest helpen, of het geld van buiten moest komen. Beide dingen zijn geschied. Met taaie volharding legde veenarbeider zich op de ontginning van het stuk heideveld, dat hij of in eigendom, of in vaste huur had weten te verkrijgen, toe en maakte zoo uit niets iets; maar dit ging natuurlijk uitermate langzaam. Wel waren er enkele verveners, die zich met kracht op ontginning toelegden; maar het was zelfs voor hen met de kapitalen, die zij bezaten, niet mogelijk de groote uitgestrektheid veengrond in cultuur te brengen. Van buiten moest dus de meeste hulp komen. Voor en na hebben zich uit verschillende streken van onze provincie landbouwers in Ons Dorp neergezet. Velen zal dit niet berouwd hebben. De malaise, die elders den boerenstand heeft gedrukt, hebben wij hier niet gekend; want het 1even is hier eenvoudig en men kon betrekkelijk spoedig in de behoeften voorzien. Zoo bestaat de bevolking van ons dorp dan ook uit twee elementen, n.l. uit de oude bewoners en uit hen die zich hier later gevestigd hebben. In karakter, taal en leefwijze is nog heden dit verschil goed op te merken. Zevenhuizen is een dorp met veel natuurschoon en - hoewel het in den Winter kaal en eentonig is even als zoo vele andere dorpen - behoort het in den Zomer tot de fraaistestreken van het Zuidelijk Westerkwartier. 63
3 De Communicatie Wij denken ons 20 a 25 jaar terug. Zevenhuizen werd toen wel `de Buitenwereld' genoemd. En daar was veel van aan. Het was met De Leek, de hoofdplaats der gemeente, verbonden door een slechten zandweg; die, slecht onderhouden, in den Winter op een' modderpoel geleek, zoodat zelfs de wagens soms vastraakten en de goederen moesten afgeladen worden in den modder of op het zandpad natuurlijk om weer los te komen, inden Zomer een stofboel. Jaren hebben de Zevenhuisters gestreden voor het verharden van dien zandweg, bijna een geheel geslacht is er over heen geleefd, en de oude Provinciale Groninger Courant bevat daarover zoovele ingezonden stukken, dat zij, aaneengehecht, wel den geheelen weg naar De Leek konden bedekken. Het verharden van dezen weg is voor Zevenhuizen eene levenskwestie geweest en er zou eene zeer interessante geschiedenis over te schrijven zijn. Eindelijk kreeg de zaak haar beslag en werd de weg door de Gemeente gelegd met 50 pCt. subsidie van de Provinciale Staten. Op den 12 Aug. 1893 werd hij plechtig ingewijd. Toch is de ligging van Ons Dorp nog al geisoleerd. Naar Haulerwijk bestaat nog altijd de oude zandweg, die naar wij hopen, daar door de Provincie een belangrijk subsidie is verleend, eerlang in een' kunstweg zal veranderd 64
worden; Marum en De Wilp zijn alleen langs omwegen - en nog wel zeer slechte - te bereiken, de Drentsche plaatsen Roden en Een genieten de eer van een `beunspoor', den primitiefsten weg, dien men bedenken kan. Ondertusschen waren de bewoners van Zevenhuizen mannen van `Selfhelp'. Gebruik makende van het vrij goede scheepvaartkanaal, werd er reeds voor,jaren een stoomboot- dienst op Groningen aangelegd, vice versa, welk veer, getuige de massa's goederen en passagiers, die er mede vervoerd werden, in eene langgevoelde behoefte voorzag. Langs den straks genoemden zand- en modderweg liep vroeger een voetpad. In den Herfst werd dit hersteld en met wit zand bestrooid, zoo bleef het den geheelen Winter vrij goed begaanbaar. Nog heden vindt men in de meeste deelen van Zevenhuizen dergelijke voetpaden, die met zorg worden onderhouden. Waar deze paden over de wijken gaan, zijn door de zorg van het Gemeentebestuur in de laatste jaren goede draaivonders met leuningen gelegd. Vroeger evenwel lieten deze vrij wat te wenschen over en het mag wel een wonder genoemd worden, dat er in den goeden ouden tijd zoo weinig ongelukken bij deze vaak zoo gebrekkige bruggetjes zijn gebeurd, daar er nergens lantaarns waren geplaatst. Dit in aanmerking nemende, moet geconstateerd worden, dat het gezicht van de Zevenhuisters goed is ontwikkeld. Het voomaamste vaarwater is het Hoofddiep. Sedert jaren staat het door een flink kanaal, de Jonkersvaart, in verbinding met de Friesche 65
wateren. Vroeger was dit zoo niet, en vond men even voorbij de plaats, waar in het afgeloopene jaar de nieuwe sluis is gelegd, een dam. Het is wel jammer, dat de Jonkersvaart slechts zijdelings langs Zevenhuizen loopt. Het grootste deel van het dorp heeft zoodoende van dit vaarwater niet veel. Wat de veenwijken betreft, deze beginnen meer en meer te vervallen, hoewel sommige, zooals de Oost-Indische wijk, de Kokswijk en het Mandeelige Hoofddiep (d.i. de Veldstreekster wijk) voor enkele jaren op eigen kosten door de Landbouwers verbeterd en uitgediept zijn, ten behoeve van den af- en aanvoer voor den landbouw. De waterstand wordt geregeld door het Gemeentebestuur, dat hiervoor met lofwaardigen ijver zorgt, en zoodoende aan het Waterschap Westerkwartier een werk uit de handen neemt. Vroeger, toen de kanalen zich zelf nog niet konden voeden, werd in den Zomer het water in onze vaarten opgemalen door drie windwatermolens, welke gebouwd waren aan het zoogenaamde Molenkanaal, dat even boven het Bovenste verlaat in het Hoofddiep uitkwam. Maar toen in 1868 de Middelste molen door den bliksem werd in brand gestoken en bij die gelegenheid tot den grond afbrandde, liet men de andere molens vervallen, die nu al spoedig geheel op ruine's geleken. Velen zullen zich b.v. nog den ouden watermolen herinneren achter de huizen te Leek, die jaren als een fraai schilderstuk heeft gestaan zonder wieken. Nu wij toch over deze zaak spreken, willen wij ter loops opmerken, .dat deze watermolens eene rol hebben gespeeld in 66
het leggen van den kunstweg. De zaak was zoo. De veeneigenaren konden eischen, dat de molens weder in gang werden gebracht; maar dit was nu juist niet zoo bepaald noodig, daar de kanalen te Zevenhuizen, sedert zij met het Friesche water in verbinding stonden, zich vrij wel konden voeden en het Gemeentebestuur wilde het ook liever niet. In eene vergadering van veeneigenaren en grondbezitters te Zevenhuizen gehouden, werd daarom besloten eene verklaring af te geven aan het Gemeentebestuur, dat men niet verlangde de molens herbouwd te zien, indien de Gemeente den zoo zeer begeerden kunstweg wilde doen opmeten en daarvan bestek en begrooting wilde doen opmaken. Men hoopte namelijk, dat als men hiertoe overging, men ook zou besluiten tot het leggen van den weg, daar aan deze opname enz. toch betrekkelijk vrij aanzienlijke kosten verbonden waren. Maar de Zevenhuisters verheugden zich met eene doode musch. De weg werd opgemeten, in kaart gebracht etc.; maar verder kwam de zaak niet. Voor 30, 40 jaren gold eene reis van Zevenhuizen naar Groningen als een waagstuk van belang en nog heden zijn er in Ons Dorp ouden van dagen te vinden, die de goede oude stad nooit hebben gezien. In de jonge jaren van deze Zevenhuisters was het Leeksterschip, beter bekend als de `Leeksterbol', het eenige algemeene middel van verkeer met Groningen. Het voer vijf dagen in de week (Donderdags en Zondags niet) des morgens om zeven uur van De Leek naar Groningen en om drie uur van 67
Groningen weer terug. Nu behoeven wij niet te zeggen, dat er b.v. in den Winter bij donkere maan en den slechten weg in aanmerking genomen, eene goede hoeveelheid moed, wilskracht of wel noodzakelijkheid aanwezig moest zijn om reeds des morgens om 7 uur op De Leek aanwezig te wezen. Het oudere geslacht denkt nog met schrik aan die reizen; wanneer bij storm- en onweersvlagen of bij tegenwind over het onstuimige Leekstermeer moest gelaveerd worden, ja; wanneer er zelfs somtijds gevaar van schipbreuk beston, gelijk in den beruchten `Pinksterstorm' op den l8den Mei 1860 met de zoogenaamde `wonnen vracht'1. Het getal reizigers was doorgaans gering;10 man was veel. En thans - als men des Dinsdag's morgens tusschen 6 en 7 het dorp Leek bezoekt, kan men zien, welk een enorm aantal marktbezoekers onze streken aan Groningen levert. Men vraagt zich onwillekeurig af, hoe heeft men zich vroeger wel gered? 1 De `wonnen vracht' was de beurt van het Leeksterschip van Groningen naar de Leek op Pinkster-Zondag, ter gelegenheid van de kermis aldaar. Bij genoemde gelegenheid stormde het zoo hevig, dat verscheidene passagiers zeeziek werden. Niemand mocht zich tijdens de vaart op het Meer, toen er gelaveerd werd, op het dek vertoonen. Alles werd gesloten, alleen de kapitein en de knechts bleven op het dek. De beradigde kapitein kwam echter alle bezwaren te boven en zette omstreeks den middag de kermisgangers te Leek behouden aan wal, onder toeloop van eene goote massa volks; waarvan enkelen meenden, dat zij het schip hadden zien verongelukken.
68
4 De groote Veenbrand Het jaar 1834 staat men eene zwarte kool aangeteekend in de geschiedenis van Zevenhuizen. Het was in den voormiddag van Dinsdag den 11den Juni. Geheel de arbeidende bevolking ten getale van een paar duizend man was druk in de weer. Hier was men aan het turfgraven, daar aan het afschepen, elders aan het veenbranden. Plotseling kwam er omstreeks den middag eene donderbui op, vergezeld van een hevigen wind zonder regen en in korten tijd verspreidde het vuur van de brandende perceelen zich en zette alles in vlam. Reeds om half drie hadden de vlammen, aangeblazen door een waren orkaan, zulk eene uitbreiding gekregen, dat aan blusschen niet meer te denken viel en ieder, met wat hij nog redden kon, zijn heil in de vlucht zocht. Want niet alleen het veen geraakte in brand; maar ook de reeds ter vervoer gereed staande turfhoopen, benevens alle huizen, struiken en boomen, die het brandende element op zijn weg ontmoette. Het moet een vreeselijk schouwspel geweest zijn die duizenden turfhoopen in eene vuurzee te zien verdwijnen, daartusschen de vluchtende arbeiders, hun gereedschap in den steek latende. Hier zag men een schip in vlammen opgaan, daar een ander met volle zeilen gelukkig het gevaar ontsnappen, hier vernielde het vurige element in een oogenblik eene rij turfpramen, ginds verdween in 69
rook een groepje bij eenstaande woningen van nijvere veenarbeiders. Tegen den avond kwam de brandspuit van De Leek en weldra arriveerden nog vier uit Groningen maar ze konden tegen de vuurzee niets uitrichten. Zoo bracht men een treurigen nacht door steeds strijdende tegen den laaien gloed. Den volgenden morgen was de brand genaderd tot de Kromme Kolk, altijd nog aangeblazen door een stevigen Zuid- wester. Reeds begon men te vreezen voor de dorpen De Leek en Tolbert en menigeen pakte zijne kostbaarste zaken bijeen. De hitte was vreeselijk en het water dientengevolge zoo warm, dat de visschen dood op de oppervlakte dreven. Omstreeks den middag geraakte de Bovenste watermolen in brand. Maar de vlammen werden gelukkig gebluscht door een aantal meisjes van De Leek, die te Zevenhuizen gekomen waren om eens naar den veenbrand te zien. Het behoud van dezen molen was van het hoogste belang. Was hij opgebrand, dan zou Zevenhuizen den geheelen zomer van water verstoken zijn geweest, aangezien de veenkanalen toen nog niet, zooals thans, in staat waren zich zelf te voeden. De meisjes verrichten derhalve een waar heldenfeit. Tusschen 4 en 5 uur ging de wind liggen en begon het te regenen; zoodat men tegen den avond het vuur bijna overal meester werd. Op vele plaatsen echter smeulde het nog dagen aaneen voort en brandde diepe gaten in den lossen veenbodem. De Drentsche kant van Zevenhuizen bleef gelukkig gespaard1. De schade was verschrikkelijk. Aan turf alleen was er voor 70
ongeveer een ton gouds opgebrand. Alle veengereedschappen tot kruiwagens, planken en pramen toe, waren door het vuur vernield, benevens 72 woningen met al het huisraad, 5 schepen2 en eene menigte te veld staande vruchten. Het mag wel een wonder heeten, dat slechts een persoon bij dit alles het leven verloor. Het was een schipper, die in een stuk rogge vluchtte; maar daar door't vuur werd achterhaald en verbrandde. Vele personen overviel de brand zoo plotseling, dat zij hem niet ontvluchten konden; maar in greppels wegkruipende, het vuur letterlijk over zich heen moesten laten gaan. Verscheidene van deze personen waren met zware brandwonden bedekt. Heel ouden van dagen spreken nog altijd met schrik en ontzetting van het jaar van den veenbrand, zij weten u wonderen van moed en zelfopoffering mede te deelen en wij gelooven hen gaarne; want het moet inderdaad geweest zijn, of de elementen gezworen hadden Zevenhuizen van den aardbodem te zullen verdelgen. Twee duizend arbeiders waren zonder werk, de meesten van hen zonder woning, zonder voedsel of kleeding, bij-na allen hadden hunne gereedschappen verloren! Maar er kwam spoedig hulp opdagen. Reeds hadden bij het blusschen van den brand bijna alle mannen van De Leek en Tolbert hulp en bijstand verleend en wij hebben gezien zelfs de vrouwen. Thans voorzagen ook de ingezetenen van beide dorpen in de eerste be-hoeften. Maar zij konden niet alles en dat was ook niet te eischen. 71
1 Het vuur werd gedeeltelijk gekeerd voor de OostIndische wijk; toen het stil begon te worden. 2 In de 'wijk' voor de woning van Mart. Conraads in OudeWijk moet nog het vlak liggen van een der verbrande schepen.
72
5 Hulp in Nood Er vormde zich derhalve eene commissie van onderstand, bestaande uit de heeren Leuringh, Wichers, ds. Meijer, Reijntjes en eenige anderen. Zij deed een beroep op den liefdadigheidszin van het Nederlandsche volk tot lening van de ramp. Er werd veel gegeven. In zeer korten tijd kon de Commissie beschikken over de kapitale som van tweemaal honderd duizend gulden. Daarenboven werden levensmiddelen, kleederen, dekens, in een woord van allerlei dingen in ruime hoeveelheid van alle zijden toegezonden. Waar echter tweeduizend menschen, waaronder tal van huisvaders van de openbare liefdadigheid moeten leven, is twee ton natuurlijk een droppel water in een emmer. De Commissie had dus, zooals het meestal in zulke gevallen gaat, aan hare taak niet te veel. Men begreep zeer goed, dat voor alles de arbeiders weer aan het werk moesten. De verveners begonnen dus, zoodra de nieuwe gereedschappen gereed waren, opnieuw turf te graven. Vervolgens trachtte de Commissie zoo goed mogelijk de geleden schade te vergoeden. A1 de 72 woningen werden weder opgebouwd en daar men beter materiaal gebruikte dan dat; waarvan de oude huizen waren opgetrokken, zagen de nieuwe gebouwen er recht geriefelijk uit. Menig veenarbeider verkreeg voor zijne keet veel beter woning terug. Ieder, die kon aantoonen, dat aan zijn huis steenen geweest waren, werd daarvoor een geheel steenen gebouw in de plaats gezet. Ook zorgde de 73
Commissie voor huisraad1, beddegoed en kleeren, zoodat men mag aannemen, dat menig arbeider, nadat hij op nieuw behoorlijk gestoffeerd was, vrij wat voordeel van den brand had; want de geleden schade aan huishoudelijke artikelen moest maar op luk en raak, of volgens eigene opgaaf getaxeerd worden. De Commissie – en dit moet tot hare eer gezegd worden - was op dit punt niet schriel. De verveners waren er minder aan toe. Evenwel, zij konden de schade natuurlijk het beste dragen en daar men meende, dat de gelden, enz. eigenlijk ook alleen voor de veenarbeiders gegeven waren, kende men aan de groote veenbazen slechts 10 pCt. schadevergoeding toe, de kleinere kregen 50 pCt. De drie schippers, wier schepen verbrand waren, kregen nieuwe vaartuigen met compleeten inventaris. Door de verbazende veerkracht, die de Commissie aan den dag legde, was tegen den Winter bijna alles in orde en gingen de zaken te Zevenhuizen den ouden gang, alsof er geen veenbrand geweest was. Toen men ten slotte de rekening ging opmaken, bleek er een batig saldo te zijn van f 5400. De Commissie besloot deze gelden zoo winstgevend mogelijk te maken en opdat daarvan tevens dadelijk nog een goed deel aan de Zevenhuister veenarbeiders als werkloon ten goede zou komen, werd een groot stuk heideveld (plm. 40 H.A.) aangekocht, omgespit en met dennen beplant. Zoo dacht men met verloop van tijd in het bezit te geraken van een groot dennenbosch. De nieuwe aanplanting werd `Neerlandsch bosch' genaamd, maar de 74
Zevenhuisters vonden deze benaming zeker minder gepast en betitelden den aanleg met `Commissiebosch'. Wie thans echter Zevenhuizen bezoekt en het Commissiebosch wenscht te zien, zal in zijne verwachtingen bitter te leur gesteld worden. Want het is met de aanplanting treurig afgeloopen, slechts een klein restantje kreupeldennen, ongeschikt voor eenig ding, wijst de plaats aan, waar men een trotsch bosch denkt te vinden. De bodem scheen voor houtcultuur minder geschikt, ook schijnt de vrij dikke oerlaag, die in den grond zat, niet voldoende te zijn losgebroken. Daarenboven is een groot deel van de jonge dennen door brand venield. Op een paar plaatsen in het Commissie-bosch is men thans met gunstig gevolg bezig den bodem te ontginnen. Voor eene herhaling van de catastrophe van 1834 behoeft men thans te Zevenhuizen niet bezorgd te zijn; want de turfgraverij is geheel afgeloopen, ja, het tijdstip is niet zoo bijzonder verre meer, dat er brandstof te Zevenhuizen moet aangevoerd worden. Bovendien houdt ons Gemeentebestuur een streng toezicht op het veen- en heidebranden, het staat dit alleen toe; wanneer men daarbij de bijzondere bepalingen der daarop bedekking hebbende gemeenteverordening in acht neemt en bedreigt met boete of gevangenisstraf een ieder, die deze bepalingen ontduikt of die door boekweitlandbranden schade veroorzaakt aan te veld staande gewassen of aan gebouwen; terwijl hij verplicht is bovendien voor de aangerichte schade vergoeding te betalen. In het bebouwde 75
gedeelte van ons dorp wordt hoogst zelden vergunning voor veenbranden verleend. 1 Hier en daar wordt nog huisraad uit dezen tijd als antiquiteit en ter gedachtenis bewaard.
76
6 Onze Volksvermakelijkheden De Zomer is voor de ingezetenen van Zevenhuizen een tijd van drukte en inspanning. Maar - wanneer de oogst is binnengebracht, de aardappelen zijn gerooid en vervolgens de buitenwerkzaamheden zijn afgeloopen, breekt een tijdvak aan van rust, uitspanningen en gezellige bijeenkomsten. Dan beginnen even als in andere dorpen de Winteravondvisites. Deze visites droegen vroeger den eigenaardigen titel van `groot-avondpraten' en in een der volgende hoofdstukken zullen wij daarover het een en ander mededeelen. Omdat wij van ouds in de `Buitenwereld', lees: `Buiten de Wereld' wonen, zijn wij in den Winter vooral te beschouwen als de bewoners van het land der Buitenste Duisternis. Daar in dit ondermaansche niets volmaakt is en de lui hier zeer goed de onvolmaaktheden in hun dorp schijnen op te merken, behoeft het niet gezegd te worden, dat er op de Winteravondvisites over allerlei zaken geredeneerd wordt en dat Jan, Pieter en Paulus er meestal nog al wat van langs krijgen; daar echter gelukkig die praatjes meestal de ooren toch niet bereiken van hen, over wie ze gaan, stichten ze nog niet zoo bijzonder veel kwaad, althans den schrijver dezes zijn nog geene gevallen bekend dat er ongelukken door zijn ontstaan. Soms brengt een boeldag of eene verkooping afwisseling in het eentonige winterleven. Wanneer zulk eene belangrijke gebeurtenis plaats heeft, komen de Zevenhuisters van alle kanten 77
opdagen of ze gadingmakenden zijn of niet. Dit alles geldt echter alleen voor de meer ouderen van dagen, het jongere geslacht weet wel iets anders te vinden. Wij hebben hier onderscheidene malen eene zangschool gehad en zelfs jaren aaneen eene rederijkerskamer, die over vrij goede krachten kon beschikken; maar deze dingen zijn nooit tot grooten bloei gekomen. Soms wordt hier in den Herfst wel eens eene harddraverij gehouden, dit is echter meer eene uitspanning voor landbouwers; maar aan eene hardrijderij op schaatsen doet oud en jong, rijk en arm mee. Over’t geheel vindt men flinke rijders en rijderessen in Ons Dorp, die ook op vreemde plaatsen, zelfs wel in Groningen met gelukkig gevolg om prijs en premie hebben gekampt. Voor het jonkvolk zijn uitgangsdagen de Zondag voor Sint Nicolaas, de Tweede Kerstdag of Sint Stefanus en de zondag het dichtst bij 22 Febr.1. Vooral Si t Stefanus is een hoogst belangrijke uitgaansdag en het moet gezegd worden, dat er door velen dan heel aardig `ge-Sunt Steffend' kan worden, en dat er vroeger wel eens tafereelen voorvielen, die de goede Heilige zeker niet zoo grif weg voor bijzonder heilig zou aanrekenen.De grootste aantrekkingspunten voor de bewoners van Zevenhuizen zijn de jaarmarkten in Ons Dorp en in de omliggende dorpen Roden, Tolbert, Marum, Norg en Nietap. Maar de kroon spant de Pinkstermarkt te Leek. In vroegeren tijd waren er tal van arbeiders, die bij hun veenbaas geregeld wekelijks eenige stuivers lieten staan, om 78
zoodoende op de Pinksterkermis voldoend of zelfs ruim zakgeld te hebben. Is de Zevenhuister veenarbeider uit den aard der zaak zuinig, op de Pinkstermarkt ziet hij niet op een dubbeltje. Dan haalt hij zijn hart op in de `hokken'2 en weet nog jaren later met enthusiasme te spreken van de kunsten, die hij zag vertoonen, of van het `guchelspul'3; waarvan hij geen hoogte kan krijgen en staat terecht verbaasd over de velerlei wijzen, waarop de menschen aan den kost komen. Des middags en des avonds op Pinkstermaandag; want dat is de kermisdag bij uitnemendheid, werd er vroeger op het Hoogehuis4 duchtig geklonken en gedronken en ten slotte ook stellig altijd gevochten; maar in den loop der jaren is dit laatste langzamerhand van het programma verdwenen. Er was vroeger echter eerst leven in de brouwerij; wanneer de paren voor de fioel5 stonden en de Zevenhuister dans gedanst werd. De Zevenhuister dans is merkwaardig, hij kan alleen door echte outle Zevenhuisters gedanst worden en ik zet het den knapsten `professeur de danse' in zessen al de onmogelijke passen op het eerste gezicht met den noodigen zwier na te doen. Het jongere geslacht kan die danspassen niet goed meer maken, daarbij deugt de muziek gewoonlijk ook niet, redenen, die den Zevenhuister dans uit de mode doen geraken. Hij is evenwel merkwaardig genoeg en het zou waarlijk jammer wezen, dat deze merkwaardige volksdans, even als zoo vele andere volkseigenaardigheden, van het wereldtooneel ging verdwijnen. Daar is echter wel 79
kans op. 1 Vroeger hield men ach op dezen laatsten dag altijd bezig met katknuppelen; maar dit wreedaardig spel is sedert lang door de autoriteiten verboden. 2 Kermistenten. 3 Goochelspel. 4 Thans bewoond door C. Hillebrands. 5 Viool.
80
7 De Zevenhuister dans Wij denken ons een 40tal jaren terug. Wanneer wij ons dan op Pinkstermaandag naar Het Hoogehuis begeven, zien wij daar te midden van tabaksrook en jenever een tafereel het penseel van Jan Steen of Ostade waardig. Aan den muur op eene verhevenheid zetelen de muzikantdansmeester met zijne viool, Jan Randel, en diens vrouw Anke met eene tamboerijn. Jan Randel, beter bekend onder den naam van Jan-Oom, is een persoon geheel eenig in zijne soort. Hij is in een woord een origineel. Zonder hem is er geen leven in de brouwerij en allerlei grappen, gezegden en aardigheden van hem leven nog in den mond van het volk voort. Zoo betitelde hij de dansende paren steeds met `ronde kerels en bazen van vrouwluu!' De jongelui scharen zich voor de danspartij op het commando van JanOom. Acht paren staan gereed; de jongens hebben de petten af en de jassen uit. De muziek begint. Sommigen, die heelemaal geen idee van muziek hadden, hebben Jan-Oom wel eens valschelijk beschuldigd met de opmerking, dat hij nooit anders speelde dan `Zeuven zieden spek is vierdehalf varken, Vierdehalf varken is zeuven zieden spek!' Maar wij mogen gerust aannemen, dat dit vuige laster is. Jan Randel wist de meest mogelijke afwisseling in zijne dansmuziek te brengen, hij had eene goede viool, die nog in wezen is en hij 81
speelde daarop niet onverdienstelijk. Als hij recht in zijn schik was, zong hij erbij op deze manier:
`En daar sprong een meid op krukken, En zij brak haar been in stukken, Falderalderire, falderalderare, Falderalderire, fallala!' of `En onze olle geitebok Vrat al zien zeuven jongen op. Falderalderire, falderalderare, Falderalderire, fallala!' De dans zelf is eene soort quadrille. Er komen onderscheidene passen in voor - en zooals ik reeds heb opgemerkt - is hij nog zoo eenvoudig niet en op 't eerste gezicht niet na te doen, zelfs niet door een geoefend danser. Wanneer alles eens heel mooi ging en de dansers en danseressen flink `geoefend' waren, knielden jongens en meisjes op een gegeven teeken vlak voor elkander op de rechter knie en zongen met daarbij passende gebaren: `Zoo steek ik mijn na-del-tie, (Beweging van draad in de naald steken.)
Zoo steek ik mijn dra-del-tje,
(Beweging van
naaien.)
Zoo sla ik de plug in 't gat.
(Beweging van koppen
op eene schoenzool.)
Waarna allen opsprongen en de dans werd voortgezet. Maar deze variatie kon lang niet ieder 82
maken. Ook is het waarschijnlijk, dat zij oorspronkelijk niet bij den dans behoorde maar later er tusschen is gevoegd. De uitvinder van den Zevenhuister dans is ontegenzeggelijk geen Domoor geweest en ik waag de gissing, dat Jan Randel aan het vaderschap niet geheel onschuldig is, in allen gevalle heeft hij ter bevordering van deze dorpsdans wel zooveel gedaan en er zooveel voor geijverd, dat zijn naam er ten allentijde door vereeuwigd blijft bij de danslustige jongelui.Even als ieder ander geroutineerd dansmeester wist Jan-Oom zeer goed de orde te handhaven onder de dansende paren. Hij deed alles maar op zijn oud-Hollandsch af. Van Caualier-seul, tour demain of dergelijke uitdrukkingen wilde hij niets weten, hij riep: jongens alleen, rondloopen, alle meisjes, enz. Met eenige flinke streken op de viool en een paar krachtige slagen op de tamboerijn eindigde de muziek. Jan-Oom riep: `rondo!' en sloeg daarbij met den sh-ijkstok op de achterzijde van de viool. Dat wilde zeggen, dat ieder jonkman 5 cent moest betalen aan den muzikant-balletmeester. Men begrijpt dus wel, dat zoo'n Pinkstermaandag aan Jan-Oom geene windeieren lei. Met den dood van Jan-Oom was de fleur weg. Na hem heben wel enkelen beproefd zijn beroep op te vatten; maar het getal lui, die den Zevenhuister dans op eene viool of op eene harmonika kunnen spelen, is uiterst gering, nog geringer het getal van hen, die den dans goed kunnen leiden. Trouwens, zoo gaat het meer. De veldwinnende beschaving en het toenemende verkeer bedreigen alle van oudsher 83
bestaande volkseigenaardigheden en trachten op alles een zooveel mogelijk gelijken stempel te drukken.
84
8 Het Groot-avondpraten Tegenwoordig gaan de buren en vrienden in de lange winteravonden in Ons Dorp naar elkander op `visite' en verschillen zulke winteravondvisites niet van die in andere plaatsen. Maar vroeger was dat anders en sprak men bescheidenlijk van `avondpraten'. Dat `avondpraten' was klein of groot. Het Klein-avondpraten was een zeer gewoon iets. De man, het hoofd van het gezin, ging omstreeks een uur of zes naar zijn buurman of vriend. Daar besprak hij onder het genot van een kop koffie met een `brug met kees' (boterham met kaas) de merkwaardigste dorpsgeschiedenissen. Om 8 uur, als het te huis etenstijd was, ging hij weer heen. Maar het `Groot-avondpraten' was eene zaak van belang. December en Januari waren er den tijd van. Dan kwamen man en vrouw te zamen. Dit avondpraten begon om 6 uur. Het huis, waar de gasten verwacht werden, was reeds des namiddags zeer netjes in orde gebracht, alles blonk en glom en de vloer was heel knapjes met fijn zand bestrooid. Tegen den tijd, dat de Grootavondpraters kwamen, had moeder de vrouw de stoven reeds klaar gezet, stoven met groote testen vol vuur. Daar was men toen, met vuur n.l., niet zuinig mee; want turf was er genoeg. Nadat men behoorlijk plaats had genomen; de vrouwen boven de stoven en achter de tafel, de mannen bij het vuur, want kachels waren er toen nog niet en de huisheer in den hoek, werden de korte `smeugels' volgestopt en weldra was het 85
geheele vertrek in tabaks- rook gehuld. Het moet een echt huiselijk tafereel geweest zijn, waarde lezer, stel u voor eene kamer, spaarzaam verlicht door eene tuitlamp en een vuur van kienhout en turf zoo kolossaal, alsof men een tweeden grooten veenbrand wilde maken, alles gehuld in een nevel van rook. Het spreekt van zelf, dat er over veel en velerlei gesproken werd, over dorpsnieuws, dat waar of niet waar gebeurd was, over de buren, over de gebreken van anderen, over de turfgraverij, enz. Ja, was er soms niet veel nieuws in het dorp, nu, dan geschiedde het ook wel, dat op dit Groot-avondpraten gauw wat bij elkander gebabbeld werd om later voor `grif waar' verder te worden verteld. Een ding was er vooral, dat steevast een punt van de agenda uitmaakte. Dat was de discussie over heksen, spoken, klopgeesten, plaagbeesten en voorloopen. Als ik het honderdste deel vertelde van hetgeen op deze Grootavondpraterij van genoemde dingen werd opgehaald, dan zouden de lezers de haren er van ten berge rijzen. Menigeen had waarlijk soms de aller griezeligste dingen beleefd of gezien, of zich althans dat verbeeld en enkele streken waren op dit punt zeer berucht. Zoo is het een bekend feit, dat het vroeger bij de Kromme Kolk lang niet pluis was. Zelfs hebben de spoken daar in zekeren nacht iemand, die op het zandpad wandelde, maar zoo een, t.vee, drie zonder woord of wijs, over het Hoofddiep getransporteerd naar de andere zijde; gelukkig zonder schade voor den wandelaar. Of men wist met smaak te vertellen van een viertal 86
guiten, die ergens op Diepswal op zekeren avond eenige meisjes, welke uit `pieselen' (op visite) waren geweest, eens geducht zouden doen schrikken en daartoe eene wipkar midden op den weg zetten en hier op gingen zitten, elk met een wit hemd aan. Jammer genoeg werden toen onze vier helden zelf zoo benauwd voor elkander, dat zij ten.slotte hals over kop wegrenden; terwijl de meisjes later daar passeerende er niet zonder reden verbaasd over stonden eene ledige wipkar op den weg te vinden. Het scheen wel, dat het geesten-, spoken- en voorloopenrijk te Zevenhuizen zijn zetel had opgeslagen. Gelukkig is thans, nu de beschaving hier meer begint door te dringen, dat verschrikkelijke goedje, dat er maar alleen op uitscheen om menschen te plagen, opgedoekt. Maar - om op ons Grootavondpraten terug te komen. De gasten werden gul onthaald; maar - en dit was een voordeel van deze winteravondvisites - niet op veel spiritualien. Men kreeg eerst koffie met een paar `bruggen met kees'. Was de visite bijzonder deftig, dan kreeg men wel een paar beschuiten en als de huisheer van den bakker om Nieuwjaar eene stoet op zijn brood toe gekregen had, nu ja, dan maakte de kaas wel eens plaats voor eene snee roggenstoet. Om 8 uur kregen de gasten koffie met een klontje. Inmiddels had de huisvrouw een pot met aardappelen boven het vuur gehangen en nadat deze gaar waren eene pan met strepen spek. Want er moest door de gasten gegeten worden! Niet altijd echter werd de visite onthaald op aardappels met uitgebraden spek, dit 87
geschiedde alleen, als er juist geslacht was. Anders had er reeds den geheelen avond een pot met stokvisch bij het vuur staan te pruttelen. Na de aardappelen met spek of stokvisch kwam er nog eene groote hoeveelheid brij op tafel. Zoo verliep etende en pratende de tijd tot een uur of elf, half twaalf. De koffieketel kwam weer ten vure en de avondpraterij werd besloten met een kop koffie met een klontje. Om een uur ging men naar huis met volle magen. Waren er in het gezin jongelui, dan gingen deze naar een der huizen der gasten, het liefst natuurlijk daar heen, waar zij van het andere geslacht konden vinden. Gewoonte was dan, dat deze daar aten.
88
9 Onze Taal In den Zevenhuister tongval speelt het Friesch eene groote rol. Ieder, die met een Zevenhuister spreekt, zal dit dadelijk opmerken. Dit behoeft geene bevreemding te wekken; want de venen strekten zich vroeger naar den Frieschen kant uit en men mag aannemen, dat er van die zijde tal van veenarbeiders gekomen zijn. Hoe verder dus zuidwaarts, hoe meer het Friesche karakter der taal uitkomt; te Haulerwijk is die reeds zuiver Friesch, ook te Wilp spreekt men veel Friesch. De Oud-Zevenhuister spreekt vlot Friesch met een bewoner uit Friesland. Zoo zijn dan ook vele Friesche woorden in onze dorpstaal overgegaan. Naar de zijde van Drente is de afscheiding zeer scherp. Komt men in het gehucht Een, dan is dadelijk de Saksische tongval merkbaar. Dat is niet te verwonderen. Naar de Drentsche zijde strekten zich vroeger de venen niet ver uit en wat er tegenwoordig nog verveend wordt, bestaat grootendeels uit het vervenen van hier en daar verspreide kliendobben. Zoo was dus Zevenhuizen van Drente gescheiden door een groot heideveld en dat is nog zoo. Er werd met de Drenten weinig of geen gemeenschap onderhouden. Het zachte, zoetvloeiende van het Friesch valt dadelijk op. Op Pinkstermarkt werd vroeger gedanst voor de fioel en wij zeggen: de kiener kwammen er an. De Zevenhuister taal heeft behalve dat zoetvloeiende nog een ander karakter. In dit andere opzicht kunnen wij haar niet als voorbeeld aanbevelen. Er komen n.l. vele 89
platte en ruwe uitdrukkingen in voor. Wij willen het ontstaan daarvan maar op rekening stellen van de geringe ontwikkeling en de weinige beschaving, die vroeger te Zevenhuizen heerschte. Gelukkig begint dat ruwe wel iets te verdwijnen. Wanneer ik b.v. mededeel, dat de echte Zevenhuister nooit zal zeggen van hoofd, maar van kop, van bek in plaats van mond enz.,dan kan ieder de rest wel begrijpen. Natuurlijk hoort men hier ook lui in andere tongvallen spreken, dat doen zij, die later van buiten ingekomen zijn, van de Klei of uit Drente. Maar men schikt zich spoedig naar het Zevenhuister dialect. Ten slotte geven wij hier eene vertelling in de Zevenhuister taal: `Doe wij lest ut fen husers1 harren, ben wij nog met n'anner nao Veenhusen west tepieselen2. Dao woonden ons bes en beppe3 van mems4 kaant. Heit5 wol graog, dat wij der es hen gingen. 't Was op n' Dunnerdag en wij warren nog al'n bietje bang veur zwaor weer; want 't was zoo waarm en er zatten dunnerkoppen an de lucht. Wij mossen over 't Eenerveld en harren docht, dat wij der veurtied nog wel over komen konnen, maor doe wij midden op't veld warren, begunde't al te dunneren. Wij warren liekemallennig6; want der ston maor een huus en dat was nog 'n hiel enne vot. 't Was ons slim genog; want 't zwaor weer was hiel rempen7• opkomen. Wij liepen hiel haard en doe kwammen we nog krekts8 veur 't begunde te reegen bij dat huus. 't Frommes9 dee ons de deur open en zee: `Wat kwammen jim10 daor haard anloopen!' Wij warren bliede, dat we 90
binnen deur warren. 't Onweer liep beter af, als wij docht harren; maor wij hemmen er toch nog wel drie ketier schoelt. Ien Een he we nog 'n schofke zeten en doe vertelden ze ons, dat er ien Houlerwiek 'n huus opbraand was. De dunner was toe de schosstien11 ienkomen, zeen ze. Alles was omtrent verbraand. Doe wij weer vot gingen, kwam de Scheper net tuus met de schaopen. Hij har't er stoer genog met had om ze bijnanner te hollen en dicht bij hom was de dunner nog iene grond slaogen. 't Was veul frisser worden nao 't zwaor weer. Hoe dichter wij bij Veenhusen kwammen, hoe meer 't regent har en dicht bij 't huus van beppe en bes mossen wij an 'd enkels toe deur de modder bagelen. Beppe har ons al ankomen zien, zij kwam ons iene muut12 en zee: `Och, kiener, kiener, bin jim daor, wat hemmen min weer troffen, niet!' 1 Gasten. 2 Op visite. 3 Grootvader en grootmoeder. 4 Moeders. 5 Vader. 6 Geheel alleen. 7 Onverwacht. 8 Juist. 9 Vrouwmensch. 10 Gij. 11 Schoorsteen. 12 Tegemoet.
91
10 Het Nieuwe Tijdvak Een drietal eeuwen geleden lag er tusschen Leek, de hooge zandgronden van Drente en de tegenwoordig nog bestaande zandstuiving bij Haulerwijk een groot hoogveen, dat een goed deel des jaars niet was te passeeren. Het beschermde een groot deel van Drente voor een vijandelijken inval. Waar aan beide einden de bodem een beteren verkeersweg mogelijk maakte, had men schansen aangelegd, dat was de Wolferschans bij De Leek en de Zwarte of Zwartdijksterschans in de boven vermelde duinen. De eerste is sedert lang verdwenen; maar de laatste die vermoedelijk door Prins Maurits is aangelegd, is nog heden in vrij goeden staat. Op dit hoogveen, dat behoorde aan de heeren van Nienoort, werd reeds vroegtijdig turf gegraven. Wanneer evenwel meer bepaald dit veen `aan snee' kwam is niet met zekerheid te zeggen. In een oud porcesstuk vinden wij een twist vermeld tusschen de heeren van Nienoort en de boeren van Een, die bij de Zwarte schans turf kwamen graven en boekweit verbouwden, welke daden den heer van Nienoort aanleiding gaven om bij Heeren Gedeputeer- den van `Stadt en Lande' een sergeant en eene compagnie Guardes aan te vragen, aan welk verzoek werd voldaan met kennis van den `Gerichte van Vredewold', welke troep er op uitging onder den toenmaligen wedman Santee om den boeren van Een die dingen af te leeren. Bij deze gelegenheid was de passage over het veen zoo treurig, dat van wege 92
den slechten toestand van den weg en de moerassige plaatsen, de door de boeren gegraven turf niet kon worden vervoerd naar De Leek en daarom maar in stukken werd gehakt en over het veld gestrooid terwijl de te veld staande boekweit werd vernield. Deze geschiedenis viel voor in 1746 op den lOden Augustus. En - in het boven aangehaalde proces wordt eveneens vermeld, dat eenige jaren voor 1792 de Gave op last van den heer van Nienoort was `opgeruit en geschoond ten behoeve van de turfschepen uit de venen van Zevenhuizen'. Derhalve was voor 1792 het veen reeds `aan snee'. Wij gaan nu met stilzwijgen het tijdvak voorbij, waarin Zevenhuizen worstelen moest om te zijn of niet te zijn, elders in hoofdstuk 2 is daarvan reeds het een en ander medegedeeld. De veenarbeider werd het slachtoffer van een verkeerd ontginningssysteem en half dorre, onbewerkte zandgrond was het loon, dat een leven van moeilijken arbeid verwierf. Had hij het goed zoo lang de campagne duurde, de inkomsten waren niet zoo groot, dat er van belang kon worden overgegaard, wat dan aan de verbetering van den bodem in 't bijzonder en aan de algeheele vooruitgang van de plaats in 't algemeen ten goede moest komen. Het is een feit, dat er overal en ten allen tijde mannen zijn geweest, die eene betere en diepere blik in de toekomst hadden dan hunnen medeburgers. Aan dergelijke mannen heeft het Zevenhuizen ook niet ontbroken. Bij de ouderen van jaren zijn nog zeer goed bekend de namen van Hendrik Hendriks Kuiper, Klaas Berends Hofstee en Lukas 93
Stuut. Dit driemanschap heeft veel gedaan voor den vooruitgang van Ons Dorp. Hoe vaak hebben zij niet de ingezetenen van Zevenhuizen ter vergadering opgeroepen, uit den dommel gewekt en geadresseerd bij verschillende colleges! Ingezetenen van Zevenhuizen! Op de stille begraafplaats achter onze Hervormde kerk rusten zij. Den hoed af, als gij hunne grafsteden voorbij gaat! Zij hebben gestreden voor Ons Dorp! Het jonge geslacht weet dat nu zoo niet meer; maar het is hier de plaats om er aan te herinneren, dat hunne namen in eere dienen te worden gehouden. Met het leggen van den kunstweg in 1893 begint eigenlijk het Nieuwe tijdperk van de ontwikkeling van Zevenhuizen. Later werden nog nieuwe sluizen gebouwd en eenige oudeveenwijken uitgediept ten behoeve van den landbouw. de resultaten van genoemde verbeteringen waren verrassend. De bodem rees in waarde en daarmede hield het verbeteren van den grond gelijken tred. Men mag aannemen, dat in de laatste jaren reeds de opbrengst verdubbeld is. Vooral legde men zich op de aardappelcultuur toe en bracht men gronden, die voor een 10 tal jaren pas 200 H.L. per H.A. opbrachten, tot eene opbrengst van 350 H.L. en meer. Vooral het oprichten van eene Landbouwvereeniging heeft den bloei van Zevenhuizen ongemeen bevorderd. Deze machtige corporatie, waartoe allengs bijna alle groote en kleine landbouwers toetraden, heeft nieuwe middelen en wegen aangewezen, die Ons Dorp ten zegen zijn. En is ook niet de in dezen Zomer gebouwde cooperatieve boterfabriek 94
te beschouwen a1s hare dochter? En zoo begint Ons Dorp aan meer en meer met eere eene plaats in te nemen in de rij der dorpen van onze provincie. De oude toestanden bestaan niet meer, het is alles nieuw geworden en op den voormaligen moerassigen veenbodem, vroeger een twistappel tusschen de heeren van Nienoort en de boeren van Een, werkt thans eene nijvere en – wij kunnen haast zeggen - welvarende landbouwbevolking.
95