"Zelfs al zou ik weten dat de wereld morgen in stukken uiteenvalt, ik zou toch mijn appelboom planten."
Richard Jansen Groep 8 21-06-2011
INHOUDSOPGAVE
PAGINA
1.
Voorwoord
3
2.
Inleiding
4
3. Het leven van Maarten Luther 3.1 Andere Kerkhervormers 4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
5 7
De Lutheranen in Nederland Het begin Immigrantengemeente Woerden eerste gemeente Amsterdam hoofdgemeente Stromingen binnen de Lutherse kerk De Lutherse Gemeenten Amsterdam nu Diaconale zorg in Amsterdam
8 8 9 10 11 12 13 14
5. Lutherse Symbolen 5.1 Uitleg Roos 5.2 Uitleg Zwaan
15 15 16
6. 6.1 6.2 6.3 6.4
17 17 17 17 18
7. 8. 9. 10.
Beroemde Lutheranen Jan Rudolf Thorbecke Ferdinand Domela Nieuwenhuis Christoffel van Brants Jan de Bakker Interview met de Lutherse predikant Mind-map Nawoord Bronnen
19 25 26 27
Bijlage: A. 95 stellingen
28
2
1. VOORWOORD Voor school moet ik een werkstuk met een interview maken. Het onderwerp mag ik zelf uitkiezen en over het onderwerp moet ik iemand interviewen. Voor mijn vorige werkstuk moest ik ook iemand interviewen. Ik vind dit best lastig, want je moet ook iemand kennen die je wilt helpen met het beantwoorden van je vragen. Ook al heb ik voor mijn vorig werkstuk ook een interview gehouden, een interview blijft spannend. Met mijn ouders ga ik regelmatig naar de Oude Lutherse Kerk aan het Spui in Amsterdam. De meeste mensen die daar komen zijn Lutheranen en daar wil ik meer over weten. Mijn werkstuk gaat over de Lutheranen in Nederland. Aan de Lutherse predikant, A. Wöhle, die ook mijn vorig werkstuk (Aids Fonds) heeft gelezen, heb ik gevraagd of hij me bij dit werkstuk wil helpen. Gelukkig had hij tijd om mijn vragen te beantwoorden en heb ik een afspraak met hem kunnen maken. Ik vind het prettig dat hij mij wil helpen met dit werkstuk. Graag had ik ook nog een paar vragen willen stellen aan de heer H.Donga, maar door tijdgebrek is dit niet meer gelukt. Voor dit interview heb ik een vragenlijst gemaakt en diverse boeken doorgelezen. In dit werkstuk wil ik jullie meer vertellen over de Lutheranen in Nederland en je leest natuurlijk ook mijn interview met de Lutherse predikant, A. Wöhle.
3
2. INLEIDING Op de voorpagina heb ik een foto van Maarten Luther geplaatst met één van zijn positieve spreuken: "Zelfs al zou ik weten dat de wereld morgen in stukken uiteenvalt, ik zou toch mijn appelboom planten." Luther bedoelde daarmee, dat hij ondanks slechte vooruitzichten toch zou blijven investeren in de toekomst. In het voorwoord vertel ik je waarom mijn werkstuk over de Lutheranen in Nederland gaat. In de inleiding lees je hoe mijn werkstuk is ingedeeld. In hoofdstuk 3 vertel ik wie Maarten Luther was. Dan vertel ik in hoofstuk 4 over de Lutheranen in Nederland. Hoofdstuk 5 gaat over de Lutherse Symbolen en in hoofdstuk 6 lees je over Beroemde Lutheranen. Het interview met de Lutherse predikant staat in hoofdstuk 7. Daarna komt de mind-map in hoofdstuk 8, het nawoord in hoofdstuk 9 en tot slot de bronnen in hoofdstuk 10. Aan het eind van dit werkstuk vind je een bijlage met de 95 stellingen van Maarten Luther.
4
3. HET LEVEN VAN MAARTEN LUTHER Maarten Luther werd geboren op 10 november 1483, te Eisleben, in Duitsland. Hij werd rooms opgevoed. Op een leeftijd van 18 jaar ging hij studeren op de universiteit in Erfurt. Na vier jaar studeren om jurist te worden, besloot hij een monnik te worden om naar “vrede met God” te zoeken. Maarten Luther
Na een paar jaar in het klooster te hebben gezeten en geen “vrede met God” te hebben gevonden, ging hij naar Wittenberg en werd daar professor. Hij gaf godsdienst aan kinderen maar hij twijfelde nog steeds aan zijn geloof. Hij zocht in de Bijbel tot hij een stuk vond: "De rechtvaardige zal uit geloof leven". Nadat hij dit had gelezen, vond hij dat de Kerk verkeerd was en hij besloot alles wat hij in zijn macht had ertegen te doen om dat recht te zetten. Hij vond eindelijk “ vrede met God”. Hij kwam erachter dat veel priesters logen over wat er in de Bijbel stond, zoals met de aflaat brieven. Hij vond het gebruik van de aflaat brieven verkeerd, want met een aflaat brief kocht men zijn zonde (schuld bij God) af en kocht men een plaats in de hemel. Maar ‘Gods liefde kun je niet kopen’ vond Maarten Luther. In werkelijkheid hadden de priesters de aflaat brieven (het geld) nodig om de Sint-Pieter kerk te kunnen laten bouwen. Veel mensen luisterden naar Maarten zodat de verkoop van de brieven steeds minder werd. Aflaatbrief
Op 31 oktober 1517 spijkerde hij een brief aan de kerkdeur in Wittenberg met 95 stellingen over wat hij verkeerd vond aan de kerk. Dit is de aanleiding dat op deze datum, 31 oktober, de hervormingsdag wordt gevierd. De brief werd over de hele wereld gelezen en veroorzaakte veel opschuding. Toen Paus Leo X de brief las maakte hij zich zorgen. Hierin stond dat als de (Katholieke) Kerk zich niet zou verbeteren dan wilde Maarten de Paus niet meer gehoorzamen en zou hij een nieuwe Kerk vormen. De grootste zorg van de Paus was, dat als iedereen Maarten zou volgen, dan zou de handel in aflaat brieven flink verminderen. Maarten werd de (Katholieke) Kerk uitgestuurd en de Paus heeft hem een Banbul gestuurd. Dit is een verklaring waarin staat dat je niet meer bij de (Katholieke) Kerk hoort. Maarten Luther werd de (Katholieke) Kerk uitgezet en werd bestempeld als ketter. In 1521 werd in Worms een proces tegen Maarten Luther gehouden. De keizer moest over hem oordelen en hiervoor werd Maarten Luther op de Rijksdag ontboden. Tijdens het proces zei Maarten niets anders dan: “Hier sta ik, ik kan niet anders God helpe mij, Amen!”.
5
De keizer kwam tot het oordeel: Luther werd vogelvrij verklaard, dit betekent dat iedereen hem zomaar mocht doden. Zijn vrienden waren bang hem te verliezen en lieten Maarten door Frederik de Wijze ‘ontvoeren’ en hij werd verborgen in het kasteel Wartburg. Hij noemde zich Jonker Jörg en hij liet zijn haar en baard groeien, zodat hij niet herkenbaar was. Frederik de Wijze
In het kasteel vertaalde hij Het Nieuwe Testament in het Duits (ook wel genoemd ‘Septemberbijbel’). In 1552 kwam deze ‘Septemberbijbel’uit in bedrukte vorm. Later volgden ook delen van het Oude Testament en in 1534 verscheen de gehele uitgave van deze bijbel. Hij vond het erg belangrijk dat iedereen de bijbel kon lezen. Want de bijbel is het middel tot bekering.
Maarten Luther
Maarten Luther trouwde op 13 juni 1525 met een ‘weggelopen’ non, kloosterzuster Katharina van Bora en hij kreeg 6 kinderen: Johannes (1526), Elisabeth (1527), Magdalena (1529), Maarten (1531), Paul (1533) en Margaretha (1534). Hij vond dat zijn kinderen onderwijs moesten krijgen uit de bijbel. Daarom heeft hij de catechismus geschreven. In 1546 stierf hij in zijn geboortestad Eisleben en hij is begraven in de Slotkapel in Wittenberg.
6
Katharina van Bora
3.1 ANDERE KERKHERVORMERS Naast Luther zijn er ook ander kerkhervormers geweest en personen die invloed hebben gehad op zijn ideeën, zoals: Erasmus en Menno Simons uit Nederland
Erasmus 1466-1536
Simons 1496-1561
Hus uit Tsjechië
Hus 1369-1415
Calvijn en Zwingli uit Zwitserland
Calvijn 1509-1564
Zwingli 1484-1531
7
4. DE LUTHERANEN IN NEDERLAND 4.1 HET BEGIN Op 31 oktober 1517 verkondigde Maarten Luther zijn 95 stellingen tegen misstanden in de Katholieke Kerk. Hierdoor begon de Lutherse reformatie in de Duitse stad Wittenberg en verspreidde zich snel naar de Nederlanden. Op vele plaatsen in Nederland vestigden zich Lutherse vluchtelingen uit Antwerpen, Duitsland en Scandinavië. Het waren meestal kleine groepen, die daar naar toe gingen, waar zij werk konden vinden. Zo vinden we Lutherse Gemeenten in Middelburg, Leiden, Rotterdam, Haarlem, Utrecht en natuurlijk in de opkomende handelsstad Amsterdam. Alleen in Woerden bestond al een Lutherse Gemeente, omdat in 1558 de stad en omgeving eigendom waren geworden van een Duitse graaf. Door de inname van de stad Antwerpen door Alva trokken de Lutheranen uit Antwerpen naar een andere plek in West-Europa, velen ervan kwamen naar Amsterdam. Daar bevonden zich ook al Lutheranen uit Duitsland, omdat Alva Amsterdam onderdeel was van de Hanze. Dit is een internationaal samenwerkingsverband van grote handelshuizen in Europa. De Lutherse Gemeenten hebben het in Nederland niet gemakkelijk gehad. Ze hadden last van vervolgingen door de Calvinistische overheid. De Gereformeerde Kerk was de staatskerk en duldde nauwelijks andere kerken naast zich. De Lutherse Gemeenten in Nederland wilde niet opgaan in deze Kerk, maar hun eigen identiteit bewaren. In 1588 werd het verzoek om in het openbaar bijeen te kunnen komen aan het stadsbestuur aangeboden. Dit wordt als het stichtingsjaar van de Lutherse Gemeenten aangehouden.
8
4.2. IMMIGRANTENGEMEENTE
Het centrum van alle activiteiten is te vinden in Amsterdam in de Oude Lutherse Kerk aan het Spui (gebouwd 1633). Dit is vanaf het begin van de zeventiende eeuw de plaats van samenkomst van Lutherse vluchtelingen uit Antwerpen, Lutheranen uit toenmalige emigratielanden zoals Duitsland en Scandinavië én evangelische Amsterdammers. Eigenlijk was de Lutherse Gemeente dus een immigrantengemeente. Daarna was er in de twintigste eeuw nog een grote instroom van Lutherse Surinamers. Oude Lutherse Kerk aan het Spui
In de eerste 30 jaar van het bestaan van de Lutherse Gemeente werd er regelmatig in het Duits gepreekt een teken van een immigrantenkerk. Maar de Lutherse Gemeente wilde een Nederlandse kerk zijn en de predikanten moesten beter Nederlands spreken. In deze jaren werden activiteiten opgezet om de Lutherse Gemeente van dienst te zijn. Zo werd door de Amsterdamse Lutherse predikant Adolf Visser in 1648 de Lutherbijbel in het Nederlands vertaald en er kwamen liedboeken. Er werd een weeshuis opgericht, een oudeliedenhuis en diverse hofjes werden gebouwd waarvan er sommigen nog steeds bestaan. Lutherse Gemeenten in heel Nederland sloten zich bij elkaar aan en de Lutherse Gemeente te Amsterdam vormde het bestuur van de Lutherse Kerk.
Oudenliedenhuis Leiden
9
4.3 WOERDEN EERSTE GEMEENTE
De Evangelisch-Lutherse Gemeente van Woerden is de oudste Lutherse Gemeente van Nederland. De eerste voorganger was Johannes Pistorius, beter bekend als Jan de Bakker. Hij werkte vanaf 1520 in Woerden. Maar hij werd hij gezien als iemand die gevaarlijk gedachtengoed verspreidde. Hiervoor hebben ze hem opgepakt en werd hij veroordeeld en in Den Haag op de brandstapel ter dood gebracht. Maar voor de Woerdense Lutherse Gemeente is 1558 het jaar waarin er mogelijkheden kwamen voor Lutherse kerkdiensten. Vanaf 1564 werden bijeenkomsten in het Lutherse kerk in Woerden aan de Jan de Bakkerstraat openbaar gehouden. de Baa In het jaar 1566 werd geprobeerd om van de Lutherse godsdienst in Woerden de heersende godsdienst te maken. Maar Hertog Erik greep in en gaf de opdracht dat de kerkdiensten weer volgens de Rooms Katholieke traditie moesten worden voortgezet, maar het Lutheranisme werd steeds groter. Toen de stad in 1572 de zijde van de Prins van Oranje koos, werd als voorwaarde gesteld dat de Lutherse godsdienst in Woerden de heersende godsdienst moest worden. Op 4 april 1580 werd besloten dat in Woerden zowel de Lutherse als de Calvinistische leer vrij en ongehinderd mocht worden uitgeoefend, doch de Lutherse alleen op de plaats waar deze het laatst gepredikt was: in de huiskerk. Deze werd in 1644 afgebroken en van 1644 tot 1646 werd de huidige kerk (aan de Jan de Bakkerstraat) gebouwd en in gebruik genomen. In 1661-1662 werd de kerk vergroot en in 1792 verbouwd. Van 1982 tot 1984 werden het gebouw en het interieur ingrijpend gerestaureerd.
10
4.4 AMSTERDAM HOOFDGEMEENTE Het stichtingsjaar van de Evangelisch-Lutherse Gemeente is 1588 toen werd er voor het eerst een samenvatting van het Lutherse geloof aan de burgemeesters van Amsterdam overhandigd en kreeg de Lutherse Gemeenten zijn naam die ontleend is aan de naam van de kerkhervormer Maarten Luther. In de jaren na 1600 werden er steeds meer pakhuizen op het Spui gekocht. Toen men er zeven had, werd daar de Oude Lutherse Kerk gebouwd, en ingewijd op de eerste kerstdag in 1633 door ds. Casparus Pfeiffer. Oude Lutherse Kerk
In deze tijd hadden de Lutheranen van Amsterdam te leiden onder pesterijen van het gereformeerde stadsbestuur. Dan weer werden ze gedoogd, dan weer verboden. Belangrijke Lutheranen van Amsterdam hadden al een paar keer aan het Amsterdamse stadsbestuur gevraagd om een kerk te mogen bouwen. Helaas zonder succes. Uiteindelijk heeft de Lutherse koning van Denemarken op verzoek van een aantal Amsterdamse Lutheranen een brief aan het Amsterdamse stadsbestuur gestuurd met het verzoek om de Lutheranen van Amsterdam een kerk te laten bouwen. En de Lutherse koning van Denemarken dreigde tegelijkertijd dat als het stadsbestuur van Amsterdam geen toestemming hiervoor zou geven, hij zijn handel niet meer via Amsterdam zou laten lopen. De Amsterdamse welvaart hing af van de noordelijke handel in de Oostzee en door de Sont af te sluiten zou Amsterdam veel inkomen verliezen. Door deze actie kregen de Lutheranen van Amsterdam toestemming om een kerk te bouwen. Anders dan de overige stromingen zoals Doopsgezinden en Remonstranten hoefden Lutheranen geen schuilkerken te bouwen. De Lutherse Gemeente groeide snel en een grote tweede kerk moest worden gebouwd, dit werd de Ronde Lutherse Kerk van 1671. Daar moesten minstens 5000 mensen in kunnen. Wel was er nog de beperking dat ze geen toren mochten bouwen. Overigens hebben de Lutheranen dat verbod door de bouw van de werkelijk majestueuze koepel van de Ronde Lutherse Kerk schitterend omzeild.
Ronde Lutherse Kerk
11
4.5 STROMINGEN BINNEN DE LUTHERSE KERK In de tweede helft van de 18e eeuw was nog steeds een zesde deel van de Amsterdamse bevolking Luthers. Dus ongeveer 33.000 Amsterdammers waren Luthers. In deze jaren werd gestreden tussen het moderne geloof (vrijzinnig) en het orthodoxe geloof (rechtzinnig). Het opkomende moderne geloof, dat kritisch stond tegenover de oude geloofswaarheden was de aanleiding tot een kerkscheuring in 1791 in Amsterdam. Er ontstonden een Evangelisch-Lutherse Kerk en de Hersteld Evangelisch-Lutherse Kerk. Het moderne/vrijzinnig geloof (Evangelisch-Luthers) en het orthodox/rechtzinnig geloof (Hersteld Evangelisch-Luthers) stond tegenover elkaar en de predikanten (dominees) van de verschillende richtingen kenden elkaar bijna niet meer. Na de oorlog brak een nieuwe periode aan. In 1947 werd de Lutherse Wereldfederatie gesticht. De beide Lutherse kerken in Nederland sloten zich daar bij aan. Het gevolg was dat beide kerken in 1952 één werden: de twee richtingen vonden elkaar weer. Door de toenemende vergrijzing neemt het kerkbezoek drastisch af en worden sommige gemeenten zeer klein. Daarom wordt in 1985 besloten zich aan te sluiten bij het proces Samen-op-Weg van de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken in Nederland. Het voorstel voor de naam van deze kerk is: Protestantse Kerk Nederland.
12
4.6 DE LUTHERSE GEMEENTEN AMSTERDAM NU De toenemende verwereldlijking laat ook de Lutherse Kerk niet ongemoeid. Het kerkbezoek vermindert drastisch en kerkgebouwen worden gesloten. De Lutherse Gemeenten Amsterdam wil met de Oude Lutherse Kerk op het Spui en kerkdiensten, pastoraat en diaconaat, allerlei vormen van kringwerk en centra voor gemeenteleven, ook in de 21ste eeuw een gemeente van en voor deze tijd zijn. Bij de Oude Lutherse Kerk is tevens gevestigd Het Huis op het Spui: centrum voor levensoriëntatie, geloofsbeleving en spiritualiteit. Dit centrum is er voor iedereen. Naast de Oude Lutherse Kerk, die doordeweeks aan de UvA wordt verhuurd, zijn er vier andere Lutherse kerkgebouwen: De Augustanakerk in West, De Maarten Luther Kerk in Zuid, de Nieuwe Stad in Zuid-Oost en de Johanneskapel in Amstelveen. De Ronde Lutherse Kerk, waar vanaf 1935 geen kerkdiensten meer worden gehouden, is nog altijd in bezit van de Lutherse Gemeenten Amsterdam. De huidige Lutherse Gemeenten van Amsterdam wordt geleid door de Kerkenraad. Er werken vijf predikanten. Zij verzorgen samen met veel vrijwilligers de kerkdiensten en diaconaat. Het diaconaat van de Lutherse Gemeenten Amsterdam kent een lange traditie van helpen waar geen helpers zijn. De Lutherse Gemeenten Amsterdam is een gemeenschap waarin openheid en vrijheid belangrijke kernwoorden zijn. De vreugde over de boodschap van God kleurt het leven. Het is een gemeenschap in beweging waar je er mag zijn en waar ook kritische noten mogen klinken. Een plek waar mensen op verhaal kunnen komen. Een plek van barmhartigheid en nieuwsgierigheid, dialoog en openheid voor mensen.
13
4.7 DIACONALE ZORG IN AMSTERDAM De Lutherse Gemeente te Amsterdam behoorde niet tot de staatskerk en hierdoor was de Lutherse Gemeente afhankelijk van de liefdadigheid van de stad Amsterdam. De Lutherse Gemeente is mede op verzoek van de stad Amsterdam zelf voor de arme mensen van de Lutherse Gemeente die in de bedelarij terecht zijn gekomen gaan zorgen. Zo ontstonden in de 17e eeuw Lutherse liefdadigheidsinstelling, zoals voor wezen en ouden van dagen. Het Konijnenhofje (1670) was voor arme vrouwen. In 1678 werd een diaconieweeshuis aan de Lauriergracht in Amsterdam geopend.
Het Konijnenhofje
Het Van Brants-Rushofje (1733) was voor (alleenstaande) vrouwen. Nu wonen er (voornamelijk Lutherse) studenten. Het van Brands Rus Hofje
In het Zwaardvegershofje (1739) woonden armlastige weduwen en Lutherhof ongehuwde vrouwen. Dit hofje en het Konijnenhofje werden in 1909 vervangen door een nieuwe diaconiehof het Lutherhof
Het Zwaardvegershofje
Het Oude Mannen- en Vrouwenhuis (1772) aan de Nieuwe Keizersgracht. Na de stichting van de hofjes en het tehuis voor wezen kwam er een ziekenafdeling waar de kinderen en ouden van dagen verpleegd konden worden.
Het Oude Mannen- en Vrouwenhuis
Tegenwoordig zet de Diaconie van de Lutherse Gemeenten zich in voor het Wereldhuis (voor mensen zonder geldige verblijfspapieren) en het milieuproject voor basisscholen Retourtje Water. Ook wordt er stille hulp verleend aan stadgenoten die in de problemen komen. Diaconie is je niet neerleggen bij onbarmhartigheid en onrecht, maar in beweging komen en omzien naar elkaar. 14
5. LUTHERSE SYMBOLEN 5.1 UITLEG ROOS Volgens Maarten Luther 1530. De schuin gedrukte tekst is de uitleg van Maarten Luther Het binnenste is een kruis, geheel in zwart, het staat in een hart, dat zijn natuurlijke kleur heeft. Om mijzelf steeds in herinnering te brengen dat het geloof in de gekruisigde ons zalig maakt. Want wie van harte gelooft, wordt gerechtvaardigd. Al is het een zwart kruis, dat doet afsterven en pijn moet doen, toch laat 't dat hart zijn kleur behouden, het verderft de natuur niet dat is, het maakt ons niet dood, maar behoudt ons ten leven. De rechtvaardige leeft immers door zijn geloof, maar alleen door zijn geloof in de gekruisigde. Het hart nu moet midden in een witte roos staan Om aan te duiden dat het geloof vreugde, troost en vrede geeft, en ons zonder meer in een witte vreugdevolle roos zet. Dit is een andere vreugde en vrede dan de wereld geeft, daarom moet de roos ook wit en niet rood zijn, want wit is de kleur van de geesten en van alle engelen. Zo'n roos staat in een hemelsblauw veld Om duidelijk te maken dat we in de geest en in het geloof deel hebben aan de komende hemelse vreugde. We zijn er al in, levende in de hoop, al is het nog niet openbaar. En om dat blauwe veld een gouden ring Waarmee gezegd wordt dat die zaligheid in de hemel eeuwig duurt en geen einde heeft en zoveel kostelijker is dan alle aardse vreugde en genot, als het goud schoner en kostbaarder is dan alle andere metalen.
15
5.2 UITLEG ZWAAN De Gereformeerden hebben een haantje De Luthersen hebben een zwaantje, De Roomsen hebben een kruisje, En de Mennisten een houten huisje De zwaan is het symbool van de Lutherse kerk in Nederland. In allerleivormen is hij te zien: als windwijzer op kerken (de eerste kerk die er mee werd gesierd was de Ronde Lutherse Kerk te Amsterdam, bouwjaar 1671), gebrandschilderde ramen, op orgels, kansels en lezenaars, doopvonten, avondmaal zilver, sloten, penningen en prenten.
De oorsprong van deze symboliek is gelegen in een oude legende. Nadat de Tsjechische hervormer Johannes Hus ter dood werd veroordeeld en op de brandstapel stond, zou hij gezegd hebben: ‘Thans braadt gij een gans, maar over honderd jaar komt er een zwaan, die jullie niet te pakken zullen krijgen’. De Tsjechische naam Hus betekent: gans. Met de zwaan zou hij Maarten Luther (1483- 1546) hebben bedoeld.
16
6. BEROEMDE LUTHERANEN 6.1 JAN RUDOLF THORBECKE (1798-1872). Thorbecke studeerde vanaf 1815 aan het Amsterdamse Athaeneum Illustre. Hij studeerde af in de letteren aan de Universiteit Leiden en promoveerde op 23 juni 1820 in de letteren. Hij kerkte regelmatig in de Oude Lutherse Kerk. Daar hoefde hij niet ver voor te reizen, hij woonde namelijk op kamers naast de Oude Lutherse Kerk. In Amsterdam is een plein naar hem vernoemd, het Thorbeckeplein met een standbeeld van de staatsman.
6.2 FERDINAND DOMELA NIEUWENHUIS (1846-1919) Hij was de zoon van de oprichter van de bibliotheek van het Luthers Seminarium Prof. F.J. Domela Nieuwenhuis. Zelf was hij ook Luthers predikant, onder andere in Harlingen. Zijn strijd om sociale gerechtigheid voerde tot een breuk met de kerk van destijds. Zijn begrafenis was een nationale gebeurtenis. Zijn beeltenis staat op het Nassauplein in de Staatsliedenbuurt. Hij is de tweede Lutheraan die een standbeeld in Amsterdam verdiende.
6.3 CHRISTOFFEL VAN BRANTS (1664-1732) Koopman en ambassadeur te Amsterdam van Czaar Peter de Grote die hem op 12 september 1712 in de adelstand verhief. Vanaf dat moment mocht Van Brants zich ‘Van Brants Rus’ noemen. Tijdens zijn leven stichtte Van Brants het hofje aan de Nieuwe Keizersgracht dat daarna zijn naam zou dragen. Het hofje was bestemd voor (alleenstaande) vrouwen van de Lutherse Kerk. Van Brants heeft nog wel de eerste steen van het Hofje gelegd, maar voordat het in 1733 af was is hij overleden. Hij is begraven in de Ronde Lutherse Kerk. Het Van Brants Rus Hofje is nog steeds in bezit van de Lutherse Gemeenten Amsterdam en tegenwoordig wonen er studenten.
17
6.4 JAN DE BAKKER (1499-1525) Jan de Bakker werd in 1499 geboren te Woerden. Hij werd ook Jan van Woerden of Johannes Pistorius genoemd. Pistorius zou bakker betekenen in het Latijn. Hij werkte vanaf 1520 in Woerden. In 1522 werd Jan pastoor te Jacobswoude, het latere Woubrugge. Ook reisde hij naar Wittenberg, waar hij kennis heeft genomen van de ideeën van Maarten Luther en wilde daar met elkaar over praten. In een situatie waarin alles wat afwijkt van het normale (Rooms Katholiek) wordt als gevaarlijk beschouwd en hij werd hij gezien als iemand die gevaarlijke ideeën verspreidde. Hiervoor hebben ze hem opgepakt en hij werd gevangen gezet in de Voorpoort te ’s Gravenhage. En omdat hij vasthield aan de ideeën van Maarten Luther werd hij veroordeeld en op 15 september 1525 op het Prinsenhof in Den Haag tot de brandstapel gebracht. Het vonnis luidde "te povre toe gebrant zulcx dat van hem geene memorie meer zij." Hij werd gewurgd en verbrand. Een stalen band om zijn hals werd aangetrokken terwijl het vuur brandde. Een kruitzakje op zijn borst maakte een einde aan zijn leven. Hij was het eerste slachtoffer van de religieuze strijd in de Nederlanden. Jan de Bakker had dezelfde ideeën als Luther, maar de stroming Lutheranen bestond toen nog niet en alles wat afweek van Rooms Katholiek werd Luthers genoemd en heette “Den Lutherse Ketterijen.” Hij is gestorven voor de ideeën van Luther, maar Jan de Bakker had geen Luthers doopbewijs. Luther was een verzamelnaam voor alles wat niet paste bij de Rooms Katholieken. Pas veel later kwamen de etiketten (Doopsgezinden, Lutheranen, Calvinisten).
"Pistorius ontbloot de borst voor het buskruit dat er op aangebracht zal worden."
18
7. INTERVIEW MET DE LUTHERSE PREDIKANT Voor dit werkstuk moet ik ook iemand interviewen. Het was heel prettig dat de Lutherse Predikant, Andreas Wöhle mijn vragen wilde beantwoorden. Het interview was op 31 mei om 10.30 uur in zijn kerk De Maarten Luther kerk in Amsterdam. Ook al ken ik de Lutherse Predikant, ik was toch een beetje zenuwachtig voor het interview. Ik heb gevraagd of ik het interview mocht opnemen en dat was geen probleem. Het gesprek ging best goed, omdat ik de Lutherse predikant ken, mocht ik Andreas zeggen en daarom heb ik hieronder zijn voornaam gebruikt. Hieronder lees je mijn interview met Andreas Wöhle. Richard: Wat is het grote verschil tussen de Lutherse Kerk en de Calvinistische Kerk in Nederland? Andreas: Op het ogenblik is er nog maar 1 kerk de PKN, de Lutherse traditie is onderdeel geworden van de Protestante Kerk. Rooms Katholieken en Lutheranen komen bij elkaar als gemeenschap en komen plaatselijk bij elkaar in een gebouw. Zoals wij bij elkaar komen zijn wij onderdeel van die hele grote kerk die de wereld omvat = katholiciteit. Katholiek = alles omvattend, wereldomvattend Lutheranen komen plaatselijk wel bij elkaar maar verstaan zich als kerk eerder als kerk die in de hele wereld is. Binnen de Calvinistische Kerk staat iedere kerk in een plaats los van elkaar. Door het lokale denken kunnen binnen de Calvinistische Kerk sneller kerkscheuringen plaatsvinden en daardoor kunnen er ook makkelijk nieuwe kleine kerken ontstaan. Binnen de Lutherse en Rooms Katholieke Kerk blijft men meer bij elkaar, ook al verschilt men van mening. Men beroept zich op een grotere kerk en men kan onder die grote paraplu verdragen dat verschillende meningen naast elkaar blijven bestaan. Binnen de Calvinistische Kerken gaat het om het woord. Bij de Lutheranen gaat het niet alleen om het woord, maar ook om symbolen en muziek. In Nederland was er een Lutherse Kerk en waren er Calvinistische Kerken. De Lutheranen hebben besloten om met de twee grote Calvinistische Kerken samen te gaan en een nieuwe kerk te vormen de PKN. De Lutherse traditie bestaat nog wel, echter de separate Lutherse Kerk bestaat niet meer.
19
Richard: Is er verschil tussen Scandinavisch Luthers en Duits Luthers? Andreas: In Nederland zijn Lutheranen sterk beïnvloed door Duitsland. Eeuwenlang hebben Lutherse predikanten in Duitsland gestudeerd. Verschil tussen Duits Luthers en Scandinavisch Luthers is dat ze in Scandinavië meer rituelen gebruiken in de diensten ofwel ze zijn hoog-kerkelijker. Op het 1e gezicht voelt het nog wat Rooms Katholieker aan. Richard: Welke van de twee heeft de grootste invloed gehad op Nederland? Andreas: Duitsland heeft de meeste invloed gehad via de opleiding in Nederland en Scandinavische Lutheranen hier in A’dam, omdat de koning van Denemarken ervoor gezorgd heeft dat in A’dam een Lutherse Kerk gebouwd kon worden (zie ook mijn werkstuk, hoofdstuk 4.4 Amsterdam Hoofdgemeente). Maar dat is lokaal in A’dam. Richard: Wat wilde Maarten Luther bereiken met de 95 stellingen? Andreas: Maarten Luther wilde er niets mee bereiken, maar met de stellingen is hem iets overkomen. Luther wilde met de 95 stellingen een intern discussiestuk binnen de universiteit van Wittenberg opstarten. Het verhaal is echter opgeschreven en via de boekdrukkunst verspreid waardoor het niet een interne discussie bleef maar een landelijke discussie is geworden. Zijn idee was een kleine discussie maar het gevolg van een nieuwe technologie, de uitvinding de boekdrukkunst, was er ineens ‘brand’ overal in het land. Vergelijkbaar met de invloed die Facebook heeft gehad op de Arabische Revolutie die nu op dit moment plaatsvindt. Iedereen discussieert over nieuwe ideeën lokaal (op kleine schaal) en machthebbers hebben daar geen probleem mee, want dat hadden ze onder controle. Maar door het op Facebook te zetten werd de discussie in een keer op meerdere plekken tegelijk gevoerd. En machthebbers kunnen een klein brandje (mensen die buiten de regels treden) wel aan, ze pakken de oproerkraaier gewoon op. Nu was de discussie ineens op meerdere plekken tegelijk en dit konden de machthebbers niet meer controleren. Ditzelfde gebeurde in de tijd van Maarten Luther met zijn stellingen. Machthebbers zijn niet gecharmeerd van vernieuwers, want dat zorgt voor onrust en een machthebber is gebaat bij rust. Dit is het politieke aspect. Het kernthema van de 95 stellingen ging over de aflaat. Aflaat is dat je zonden worden vergeven (afgelaten) en je hoeft daar niets meer aan te doen. Je relatie met God moest worden hersteld, dit deed je door opbiechten bij de pastoor en daar kreeg je te horen dat door een paar extra gebeden en wat geld geven voor Gods kerk je zonden werden vergeven. De aflaat bracht geld binnen bij de Rooms Katholieke Kerk; lokaal (priester), regionaal (bisschop), landelijk (kardinaal) en wereldlijk (Paus). Allen gebruikten het geld om projecten (bouwen van St.Pieter) te financieren. Hierdoor merkt de priester dat er door het afkopen (de aflaten) een vaste geldstroom binnenkomt. Er ontstaat een economie gebaseerd op het feit dat mensen voor wat ze misdaan hebben een betaling doen (hun zonden afkopen). Nu komt Maarten Luther die vindt dat het verhandelen van aflaten tegen geld van vergeving niet kan. Hij vindt dat dit systeem weg moet. Hij zegt dat om theologische redenen. De Rooms Katholieke Kerk (van priester tot Paus) vindt om economische redenen het idee van Maarten Luther een gevaarlijk idee, want het zet het hele economische systeem op spel.
20
Maarten Luther wilde een discussie met collega’s over een theologisch vraagstuk, maar het werd niet een discussie met collega’s, maar discussie op heel veel verschillende plekken in dat land en over dat land heen ook in Nederland en Polen. En de gevolgen daarvan werden zo groot bevonden, niet om theologische maar om economische redenen dat het politieke stelsel van Europa in rep en roer raakte. Maarten Luther wilde iets theologisch maar de gevolgen waren politiek en economisch en dat veroorzaakte de heftige reactie van anderen op dat wat Maarten Luther stelde. Richard: Waarom duurde het zo lang voordat de Lutheranen in Amsterdam een kerkdienst mochten houden? Andreas: Halverwege de 16e eeuw was 40% van de inwoners in Amsterdam Luthers. Deze stroming kwam binnen via de Hanze, dit was een internationaal samenwerkingsverband van grote handelshuizen in Europa (Amsterdam, Hamburg, Stockholm). In Amsterdam zijn veel buitenlandse bedrijven waar Lutherse mensen werkten met Lutherse gedachtengoed die een steeds grotere gemeente vormden. Naast het Lutherse gedachtengoed in de Katholieke Kerk was er ook een andere vernieuwingsbeweging binnen de Kerk die zich beriepen op Calvijn. Vanuit de Calvinistische traditie mocht je tegen een vorst die mensen onderdrukten in opstand komen. Deze theologie paste bij dat wat in Nederland nodig was. Er was een politieke verzetsbeweging gaande tegen de Spaanse overheersing daarvoor had je een theologie nodig die het veroorloofde om een vorst van zijn troon te stoten. De Calvinistische theologie leende zich hier goed voor en kreeg meer voeten aan de grond en kreeg een meerderheid en dat werd de meerderheidsstroming in Nederland en paste beter bij de vragen van die tijd om verzet te plegen tegen de vorst. En de Calvinistische stroming vestigden zich in ook in Amsterdam en naast de Katholieke Kerken kregen zij ook hier de overhand. Sommige Lutheranen vroegen of zij in Amsterdam een Lutherse Kerk mochten bouwen aan de koning van Denemarken, die een Luthers land regeerde en veel belangen had in Amsterdam via de handel die hij via Amsterdam dreef. De koning heeft in een brief het Amsterdams stadsbestuur verzocht om de Lutheranen een kerk te laten bouwen of ik laat mijn handel niet meer via Amsterdam lopen en dan verliest Amsterdam veel inkomen. En toen kregen de Lutheranen in Amsterdam toestemming om een kerk te bouwen. Richard: Waarom heeft de Lutherse Kerk een splitsing gehad? En was deze splitsing in NL of Amsterdam? Andreas: Er waren twee stromingen binnen de Lutherse Kerk in Amsterdam. Een progressieve en een behoudende stroming. Het ging om modernisering, aanpassen bij de tijdsgeest voor wat betreft liedboek en sommige punten van de theologie. Vernieuwing is niet altijd positief en niet alles wat goed is moet worden ingevoerd. Beide groepen (de behoudende groep en de vernieuwende groep) hadden goede ideeën, maar ze konden het niet eens worden en toen vormden ze twee groepen. De behoudende groep kreeg de naam van Hersteld Lutherse Gemeente en de vernieuwende groep heette Evangelisch Lutherse Gemeente. Deze scheiding heeft 100 jaar geduurd.
21
Richard: Waarom zijn deze 2 Lutherse Kerken weer een geworden? Andreas: Omdat de Lutherse Gemeenten steeds kleiner werd. Het is voor de Lutheranen heel belangrijk dat je bij 1 kerk behoort (zie ook vraag 1) het maakt echt uit of het je lukt om bij elkaar te komen. In de loop der tijden ontwikkelden zich beide stromingen en groeiden ze vanzelf weer naar elkaar toe en de vraag waarom zijn we uit elkaar gegaan was niet meer te beantwoorden. Dus dan moeten we weer 1 Gemeente worden. Richard: Was Jan de Bakker een Lutheraan? Andreas: Lutheraan is een woord dat pas later is ontstaan. Het was iemand die kennis heeft genomen van het gedachtengoed waarover in Wittenburg werd gediscussieerd en vond dat interessant. Maar Lutheraan in de zin van belijdenis bestond toen nog niet. Dus Jan de Bakker had hetzelfde gedachtengoed als Luther en daarom dat hij bij de stroming Luther kon worden aangeduid. Maar de stroming Lutheranen bestond toen nog niet en alles wat afweek van Rooms Katholieken werd in de eerste jaren Luthers genoemd ook de Calvinisten en Mennonieten werden als Luthers beschouwd. “Den Lutherse Ketterijen” zo heette dat in de oude taal en Luther was een verzamelnaam voor alles wat niet paste bij het streven van de Rooms Katholieken. Men ging pas later de etiketten (je bent Luther, Calvijn, Mennonieten) plakken. Richard: Waarom is de PKN opgericht? Andreas: De Kerkelijke Gemeenten werden steeds kleiner bij de Lutheranen en de Calvinisten en sinds 1960 werden gesprekken gevoerd tussen de beide stromingen. De verschillen waren niet van dien aard dat men niet 1 kerk zou kunnen zijn. In 1973 is al geconstateerd dat de Calvinisten en de Lutheranen het op punten eens zijn en de Calvinisten waren al in een proces om te proberen meer 1 kerk te worden en laten wij ons Lutheranen daarbij maar aansluiten. Daar is 5 jaar over gediscussieerd en de Lutheranen zochten aansluiting. Het is nu beter om als Lutheranen aan te sluiten nu de andere twee nog in gesprek zijn. Dan kunnen de Lutheranen ook nog hun ideeën inbrengen, beter nu dan als de andere twee (Gerf. en Herv.) een kerk hebben gevormd. We besloten volop mee te gaan met de Samen op Weg Gemeenten. Met z’n drieën is besloten na lange tijd om samen 1 kerk te zijn en in die ene kerk moeten beide tradities (Lutheranen en Calvinisten dat zijn Hervormden en Gereformeerden ) een kans krijgen en zo is een nieuwe kerk opgericht met een nieuwe naam en dat is PKN (= Protestantse Kerk Nederland). Op de dag dat PKN is opgericht zijn de 3 daarvoor bestaande kerken opgehouden te bestaan en opgegaan in PKN. De Lutherse traditie en haar leden zijn onderdeel van PKN, maar niet aangesloten bij. Richard: Wat doet de PKN Andreas: PKN is kerk en houdt de verschillende Kerkelijke Gemeenten bij elkaar zodat de Gemeenten kunnen doen wat ze moeten doen, zoals vieringen, diaconaal werk, gemeenschap bevorderen en PKN zorgt ervoor dat, dat op een goede wijze gebeurt. PKN is een paraplu organisatie die tot taak heeft te zorgen dat de Kerkelijke Gemeenten hun werk kunnen doen (financieel en organisatorisch). Richard: Wat is de rol van de Lutherse Gemeente in de PKN Andreas: Het is de Lutherse GemeenteN in de PKN. PKN is een paraplu en daaronder zitten verschillende Gemeenten die lokaal doen wat kerkelijk is. En die zijn verschillend, want het zijn Gemeenten die Calvinistische gedachtengoed aanhangen en Gemeenten die Lutherse gedachtengoed willen vormgeven. Lutherse Gemeenten in PKN hebben tot taak zichtbaar te maken en te houden wat een specifiek Lutherse inbreng is in het kerk zijn en zorgen dat over 10 jaar het smaakje Luthers nog steeds bij kerk zijn kan proeven. 22
Richard: Hoe groot is de Lutherse Gemeente in Amsterdam en in Nederland? Andreas: In Amsterdam zijn ongeveer 1275 ingeschreven leden. In Nederland is dat moeilijk te zeggen de schattingen zijn ongeveer tussen de 10.000 en 12.000. Lutheraan is niet een stempel dat je in je paspoort hebt, maar een manier van geloven en leven en zo is het ook geweest. Maarten Luther heeft zo in het leven gestaan en ik denk dat, dat een goede zaak is en anderen wilden dat ook en omdat zij doen als Maarten Luther worden zij Lutheranen genoemd. Richard: Hoe zorgt de Lutherse Gemeenten nu voor haar gemeenteleden? Andreas: De Lutherse Gemeenten zorgt niet alleen voor haar gemeenteleden maar ook voor hen daarbuiten. De Lutherse Gemeente zorgt op twee wijzen voor haar gemeenteleden: 1) spiritueel door diensten waarin ze wat kunnen horen, ervaren van een leven in een ander perspectief van God en 2) praktisch geloof. In het leven gaat het wel eens mis (financieel, geloofsproblemen) en dan helpt de kerk; het is een plaats waar mensen terecht kunnen. Als mensen in de problemen zijn gekomen helpt de kerk en bij een praktisch probleem zoeken ze samen naar oplossingen, naar maatregelen in de samenleving. Dit doet de kerk via haar Diaconie (de diaken) begeleidt je met je problemen. De vroegere hofjes werkten ook zo. De bewoners verkeerden in een sociaal/maatschappelijk gevoelige of gevaarlijke situatie of hadden geldgebrek. In de hofjes konden sociaal kwetsbare personen wonen en hadden zo een gemeenschap om hun heen voor als er problemen waren die ze niet alleen konden oplossen. Dit is een praktische vertaling van de zorg voor elkaar en voor de samenleving, dus zorg niet enkel voor gemeenteleden maar ook voor samenleving als geheel. Als iemand hulp nodig heeft doet de kerk wat nodig is (via diaconaal werk). Waar nood is wordt geholpen en daar hoef je geen Luthers doopbewijs voor te hebben. Ook in de hofjes zaten mensen die niet Luthers waren. Richard: Waarom zijn er verschillende kerken als iedereen in dezelfde God gelooft? Andreas: Je hebt verschillende soorten muziek, de een houdt van opera, de ander van jazz en weer een ander van heavy metal en toch houden ze allemaal van muziek. Maar een ieder wordt anders geraakt door de muziek. Voor de een is opera precies de vorm zoals hij muziek kan beleven en de jazz-mens heeft grote moeite om de muziek van de opera-mens te waarderen, want de jazz-mens wordt anders geraakt door de muziek. Ze vinden de ander niet gek, maar ieder heeft zijn eigen smaak. En muziek beleven in je eentje is minder leuk dan met elkaar en dan organiseer je samen een concert. De een heeft voor het gesprek, de waarneming en relatie met God een ander vorm nodig dan de ander. En wat belangrijk is, is dat je tegen elkaar blijft zeggen dat het om dezelfde God gaat. Maar om tegelijkertijd één concert van alle soorten muziek in een kerkgebouw te houden, dat werkt niet dan verstoor je het voor iedereen en iedereen is daarna ontevreden. Dus muziek maken of een kerkdienst houden is goed in gescheiden ruimtes, of na elkaar, het hoeft niet bij elkaar. Maar wel belangrijk is om met elkaar in gesprek te blijven, want het probleem is dat de opera-mens of heavy metal-mens zich terugtrekken en dat ze de ander niet meer zien en ze niet meer het gevoel hebben dat de ander ook nog muziek maakt. Het terugtrekken is het probleem en niet het feit dat er verschillen zijn.
23
Richard: Waarom heeft de ene kerk een dominee en de ander een pastoor of priester? Andreas: De Lutherse Kerk heeft zowel een dominee, pastoor en priester en allemaal in een en dezelfde persoon. Op zijn Luthers gezegd Priester zijn we allemaal. Pastoor is een andere functie, het is de herder en zorgt dat de gemeente bij elkaar blijft. Dominee is de aanspreektitel die een Protestantse Priester in Nederland heeft gekregen. Maar een Lutherse dominee is ook een pastoor en een priester. De taalbetekenis is: Dominee = Protestantse Priester, dan weet je dat hij bij een Protestantse Kerk in Nederland hoort. In het buitenland begrijpt niemand waar je het over hebt, want het begrip is alleen bekend in Nederland. Pastoor = Rooms Katholiek, het is de naam die lokale Rooms Katholieke voorganger heeft, vooral in het zuiden van het land en overgewaaid naar het noorden. Priester in Nederland, die hoort automatisch bij de Rooms Katholieken en doelt daarbij op het feit dat hij door de bisschop gewijd is om zijn ambt van priester uit te oefenen.
24
25
9. NAWOORD Ik hoop dat jullie na het lezen van mijn werkstuk iets meer weten over de Lutheranen in Nederland. Graag wil ik iedereen bedanken die mij geholpen heeft met mijn werkstuk en iedereen uit de kerk van wie ik boeken mocht lenen en zij die mij informatie/folders hebben gegeven. En natuurlijk wil ik dhr. A.Wöhle, Lutherse predikant bedanken voor de tijd die hij voor mij heeft vrijgemaakt, zodat ik hem kon interviewen. Ook wil ik hem bedanken voor zijn uitleg waardoor hij het voor mij simpel heeft gemaakt.
26
10. BRONNEN INTERNET: www.wikipedia.nl Websites van de Lutherse gemeenten in Nederland BOEKEN / FOLDERS: De Lutheranen in Amsterdam (1588-1988) / Gedenkboek De Lutheranen in Nederland / Dr C.Ch.G. Visser Verzorgen en Verplegen (1772-1967) / Dr J.M. Fuchs Geschiedenis van het Van Brants Rus Hofje vanaf 1733 / Harry Donga Folders en brochures van de OLK
27
28