Provinciaal Instituut voor Hygiëne
Zelf zuiveren
stap voor stap
Inhoudstafel
1|
2|
3|
4|
5|
6|
Zelf zuiveren
1
1.1|
Waarom zelf zuiveren?
1
1.2|
Wie moet zelf zuiveren?
1
Hoe werkt een individuele zuivering?
2
2.1|
Voorzuivering of primaire zuivering
2
2.2|
Zuivering
3
2.3|
Nabezinking
4
2.4|
Nazuivering
5
Zelf zuiveren, hoe kies je?
7
3.1|
Keuzecriteria
7
3.2|
Soorten systemen: de compactsystemen
8
3.3|
Soorten systemen: de plantensystemen
11
Aanleg, onderhoud en gebruik
14
4.1|
Aanleg en onderhoud van voorbehandeling
14
4.2|
Aanleg en onderhoud van compactsystemen
14
4.3|
Aanleg en onderhoud van plantensystemen
16
4.4|
Aanleg van een lozingspunt
18
4.5|
Gebruik van zuiveringssystemen
19
Financieel
21
5.1|
Aankoop, aanleg, onderhoud en verbruik
21
5.2|
Financiële tegemoetkomingen voor zuiveringssystemen
22
Meer informatie
24
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
opgemaakt door het PIH
1| Zelf zuiveren 1.1| Waarom zelf zuiveren? Sinds 1992 mag je afvalwater niet meer ongezuiverd in de gracht lozen. Omdat afgelegen woningen niet (direct) op een grootschalig zuiveringsstation kunnen worden aangesloten, moet je hier zelf voor de zuivering instaan. Dit wil zeggen dat je een individuele waterzuiveringinstallatie (IBA1) moet plaatsen.
1.2| Wie moet zelf zuiveren? Het Vlaams Gewest stelde samen met de gemeenten een zoneringsplan op. Hierin staat aangeduid waar de inwoners een IBA moeten plaatsen2 (rode clusters) en waar er riolering is of waar die ooit aangelegd zal worden (groene clusters). Een aantal gemeenten zullen zelf in staan voor het plaatsen en het onderhoud van de IBA's bij particulieren. Bij andere gemeenten zullen de burgers zelf moeten zorgen voor de plaatsing en het onderhoud.
Vanaf 1 maart 2009 worden er in de wetgeving nieuwe regels van kracht. In de toekomst zal deze brochure worden aangepast. Je gemeentebestuur is het best op de hoogte van de geldende wetgeving en de exacte plannen. Vraag daar wat in je specifieke geval geldt.
1
IBA: Individuele Behandeling van Afvalwater, een andere benaming voor individuele waterzuiveringsinstallatie 2 op andere plaatsen is het gebruik van een IBA verboden. versie januari 2009
1
opgemaakt door het PIH
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
2| Hoe werkt een individuele zuivering? Er zijn verschillende systemen voor individuele waterzuivering op de markt. Die werken allemaal volgens hetzelfde basisprincipe: In de voorzuivering wordt de grovere vervuiling uit het water gehaald. Vervolgens stroomt het water naar de eigenlijke zuivering, waar bacteriën het zuiveren. In een nabezinking worden bezinkbare deeltjes verwijderd. Een bijkomende nazuivering kan de waterkwaliteit nog verder verbeteren door de nutriënten3 uit het water te halen. Voorbehandeling en zuivering zijn in quasi alle systemen aanwezig, nabezinking en nazuivering in een aantal. In de volgende paragrafen bespreken we de verschillende stappen meer in detail.
2.1| Voorzuivering of primaire zuivering Principe Voor het water de eigenlijke zuivering bereikt, wordt het een tijd opgevangen in een vat of tank. Hier bezinken vaste bestanddelen of lossen ze op. Vetten en oliën gaan aan het oppervlak drijven. Doordat vuil water met minder vuil water wordt gemengd, wordt de vervuilingsgraad gelijkmatiger. Een plotse instroom van veel afvalwater kan opgeslagen worden om vervolgens trager te worden afgegeven. De aanwezige bacteriën breken hier al een deel van het organisch materiaal af. Dit gebeurt in een zuurstofarme omgeving, wat een onaangename geur kan geven. Belang Het afvalwater dat naar de eigenlijke zuivering gaat, is gelijkmatiger qua samenstelling en debiet. Hierdoor moet de hoofdzuivering zich minder aanpassen aan wisselende omstandigheden. Ze kan dus veel efficiënter werken. Uitzicht & varianten Alle individuele zuiveringssystemen werken met een voorzuivering. Het uitzicht kan wel sterk verschillen. Het bekendste voorbeeld van een primaire zuivering is een septische put. Bij sommige systemen moet zo'n septische put los voor de zuivering
3
met nutriënten worden hier voedingsstoffen voor planten bedoeld zoals stikstof (ammonium, nitriet en nitraat) en fosfor (fosfaat). In te hoge concentraties werken de nutriënten als meststoffen die het normale ecologische evenwicht in een waterloop verstoren.
2
versie januari 2009
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
opgemaakt door het PIH
worden geplaatst, bij andere systemen is ze ingebouwd als aparte (compartiment van een) tank. Om een zuiverende werking te realiseren moet een voorzuivering een volume hebben van minstens 300 l/ i.e.4 Bij sommige systemen wordt de echte voorzuivering achterwege gelaten. Er wordt dan gewerkt met een kleinere put met een vermaalpomp (soms snijpomp genoemd). Die pomp brengt op geregelde tijdstippen dezelfde hoeveelheid afvalwater in het systeem, waardoor een gelijkmatig debiet bekomen wordt. Ze zorgt ervoor dat vaste delen verkleind worden. Dit vergemakkelijkt de zuivering en gaat verstopping tegen. Met enkel een vermaalpomp zal er geen zuiverende werking zijn.
Schematische tekening van een septische put
2.2| Zuivering Principe Bij individuele systemen wordt het water altijd gezuiverd door bacteriën. Deze voeden zich met de opgeloste en zwevende vervuiling uit het afvalwater. Hierdoor groeien ze en vermenigvuldigen ze zich. De meeste bacteriën hebben zuurstof nodig om te leven. Het is dus belangrijk om zo veel mogelijk bacteriën in contact te brengen met de juiste hoeveelheid lucht, water en vuil. Moeilijk afbreekbare stoffen en (afgestorven) bacteriën vormen slib dat in het systeem blijft of mee spoelt met het gezuiverde water. Bij sommige systemen zal het dragermateriaal5 voor de bacteriën een filterende werking hebben. 4
de hoeveelheid vervuiling van afvalwater, de vuilvracht, wordt uitgedrukt in 'inwoner equivalenten', afgekort i.e. Eén i.e. is de hoeveelheid vervuiling van water die één persoon gemiddeld veroorzaakt per dag. Een gezin met 4 personen produceert dus 4 i.e. afvalwater 5 dragermateriaal is de algemene benaming voor iets waar bacteriën op kunnen groeien. Dit kan zand zijn, plastic korrels, metalen roosters,… . versie 2008
3
opgemaakt door het PIH
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
In de natuur is er veel tijd en plaats nodig om vervuiling af te breken (denk maar aan moerassen). In een modern zuiveringssysteem kan op weinig plaats en in weinig tijd toch veel water gezuiverd worden. Dit is mogelijk door te werken met een verbeterde opbouw, pompen en / of beluchters. De in de natuur benodigde tijd en plaats worden vervangen door materialen en energie. Hoe meer energie er op een doeltreffende manier in een systeem gebracht wordt, hoe sneller het zal zuiveren en/of hoe minder plaats het nodig zal hebben. Belang In dit deel wordt het afvalwater gezuiverd. De bacteriën die hier leven, voeden zich met al het aanwezige plantaardig of dierlijk materiaal, alle "vuil" dus eigenlijk. Het "vuil" wordt omgezet in onschadelijke gassen en nieuwe bacteriën.
Beluchting
Nabezinking
Uitzicht & varianten Het uitzicht kan sterk variëren, maar het principe is overal gelijk. Het afvalwater komt in contact met bacteriën in een of meerdere bakken of tanks. Er heerst een voor de bacteriën aangepaste omgeving waarin ze optimaal hun werk doen. Bij plantensystemen is deze bak gevuld met zand en planten, bij compactsystemen vaak met dragermateriaal, maar alleen afvalwater kan ook. Elk systeem beschikt over een verdeelconstructie voor het afvalwater (sproeikoppen, al dan niet geperforeerde leidingen, overlopen, …). Bij veel compactsystemen is nog een beluchting voorzien. Bepaalde systemen bevatten nog een extra zuurstofloos (anaeroob) deel. Hierdoor verlaagt de slibproductie en/of is er een betere stikstofverwijdering.
2.3| Nabezinking Eigenlijk is dit geen afzonderlijk onderdeel, maar hoort dit bij de secundaire zuivering. Het wordt hier apart behandeld omdat het in de praktijk vaak in een apart compartiment gebeurt.
4
versie januari 2009
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
opgemaakt door het PIH
Principe In een aparte tank bezinken de bacteriën en het slib die met het gezuiverde water mee spoelen. Dit slib moet periodiek geruimd worden. Soms wordt een deel hiervan teruggepompt naar de voorzuivering of de (hoofd)zuivering om de uitgespoelde bacteriën te vervangen. Dit zorgt ervoor dat er steeds voldoende bacteriën aanwezig zijn om het afvalwater snel te zuiveren. Belang Bij compactsystemen is de uitspoeling van bacteriën en slib uit de zuivering zo groot, dat het gezuiverde water er troebel uitziet. In de nabezinking bezinken bacteriën en slib uit het gezuiverde water, zodat dit klaar en helder wordt. In de bezonken massa sterft een deel van de bacteriën af en verkleint het volume slib zodat er minder slib moet afgevoerd worden. Uitzicht & varianten Dit is altijd een tank of een compartiment van een tank. Om de bezinking te bevorderen kunnen er platen of een trechter in gemonteerd zijn. Als een zuivering een nabezinking nodig heeft, zal die er standaard bijgeleverd worden.
2.4| Nazuivering Principe Een nazuivering (ook tertiaire zuivering genoemd) wordt gebruikt om overblijvende stikstof en fosfor uit het afvalwater te halen. Onder de juiste condities zullen bacteriën de aanwezige stikstof omzetten in onschadelijk stikstofgas dat uit de installatie verdwijnt. Fosfor kan onoplosbaar vastgelegd worden door het toevoegen van bepaalde stoffen, zoals ijzer of kalk. Groeiende planten nemen stikstof en fosfor op uit het water. Als die planten regelmatig geoogst en afgevoerd worden, kan zo ook aan (beperkte) nazuivering gedaan worden. Deze opname van nutriënten is echter relatief beperkt, zodat zelfs in het groeiseizoen nog een groot deel van de nutriënten geloosd wordt. Tijdens de wintermaanden is er quasi geen opname door de planten. Een grondiger, gecontroleerde nazuivering zoals bij rioolwaterzuiveringsinstallaties is een stuk ingewikkelder en wordt bij individuele waterzuivering niet toegepast. Belang Stikstof en fosforverbindingen in het afvalwater worden in de normale zuivering maar gedeeltelijk uit het afvalwater verwijderd. De overblijvende stikstof en fosfor, de nitraten en fosfaten, werken als meststof voor een ontvangende waterloop. Te veel meststof is schadelijk voor een waterloop.
versie 2008
5
opgemaakt door het PIH
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
Uitzicht & varianten De vorm van nazuivering die bij kleinschalige systemen vaak wordt toegepast, is de plaatsing van een bijkomend plantensysteem of een beschaduwd vijvertje of grachtje na de eigenlijke zuivering. De planten in dat systeem of vijvertje nemen stikstof en fosfor op uit het water voor hun eigen groei. Een tweede variant van nazuivering is het mengen van ijzer of kalk in een systeem, zodat fosfaten gebonden worden. Ze vormen dan onoplosbare zouten die met het slib in het systeem blijven.
Begroeid lozingsgrachtje zorgt voor nazuivering.
6
versie januari 2009
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
opgemaakt door het PIH
3| Zelf zuiveren, hoe kies je? 3.1| Keuzecriteria De gemeente kan haar beleid rond kleinschalige waterzuivering bij particulieren op verschillende manieren aanpakken. • • •
Sommige gemeenten staan zelf in voor de plaatsing en het onderhoud van de IBA's bij haar burgers. Andere gemeenten hebben hun rioleringsbeheer uitbesteed aan een intercommunale. Deze staat dan in voor de plaatsing en het onderhoud van de IBA's. In nog andere gemeenten moet je zelf instaan voor de plaatsing en/of het onderhoud.
Neem eerst even contact op met je gemeente. Zij kunnen je zeggen in welke zone je woning ligt en of je zelf een installatie moet plaatsen en onderhouden. Zij kunnen je ook op de hoogte brengen van de meest recente wetgeving. Als je afvalwater gezuiverd wordt door een kleinschalige waterzuiveringsinstallatie, moet het gezuiverd water voldoen aan de normen van de milieuwetgeving (VLAREM II, Art. 6.2.2.3.1 en 6.2.2.4.1, te raadplegen op http://www.mina.be/vlarem teksten.html). Wetgeving VLAREM II, Art. 6.2.2.4.1 Dit artikel stelt dat het te lozen water: - een pH tussen 6,5 en 9 heeft, - een biochemisch zuurstofverbruik (BZV) kleiner dan 25 mg O2/l heeft, - minder dan 60 mg/l zwevende stoffen - geen schadelijke stoffen bevat van de lijst uit de VLAREM II bijlage 2C, - geen oliën, vetten of drijvende stoffen mag bevatten.
versie 2008
7
opgemaakt door het PIH
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
Als je zelf moet instaan voor de plaatsing van een systeem, en je weet wat de wetgeving en je bestuur van een zuivering eist, ben je bijna klaar voor de keuze van een goed systeem. Best kan je voor jezelf nog een aantal zaken op een rijtje zetten: •
Hoeveel afvalwater wil je zuiveren en hoe vuil is het (= vuilvracht)?
•
Hoeveel ruimte heb je voor de zuiveringsinstallatie. Hiermee bedoelen we niet enkel de oppervlakte, ook de diepte is belangrijk: bij hoge grondwaterstand wordt het moeilijker om een systeem diep in te bouwen. Ook het hoogteverschil tussen in- en uitlaat van het systeem kan belangrijk zijn.
•
Vormt geluid een probleem? Dit kan afhankelijk zijn van de installatie of van de plaats.
•
Zou het ooit nodig kunnen zijn om het systeem uit te breiden?
•
Wil je de installatie zelf plaatsen?
•
Wil je je bezig houden met onderhoud en zo ja, hoeveel?
• Wat zijn je financiële mogelijkheden? Een meer uitgebreide lijst met keuzecriteria http://www.waterloketvlaanderen.be.
kan
je
terugvinden
op
Je kunt kiezen tussen de twee grote families van de individuele zuivering: de compactsystemen of de plantensystemen. Een combinatie van deze twee is mogelijk, maar wordt voor particulieren weinig toegepast. In het vervolg van dit hoofdstuk worden de verschillen tussen de twee uitgelegd.
3.2| Soorten systemen: de compactsystemen Compactsystemen zijn eigenlijk miniwaterzuiveringsfabriekjes. In de tanks van een compactsysteem wordt afvalwater gemengd met zuiverende bacteriën en wordt lucht toegevoegd. Door de uitgekiende technologie zijn deze systemen in staat om op weinig plaats goede zuiveringsrendementen te halen. Ze kunnen in massaproductie gemaakt worden, wat de prijs drukt. De nadelen zijn dezelfde als die van een echte fabriek. Er is energie nodig om pompen, beluchters of motoren te laten draaien. Bovendien hebben de onderdelen onderhoud nodig. Zoals bij alle technologische systemen zijn compactsystemen gevoelig voor verstoringen. Bovendien is heropstarten of bijregelen niet altijd eenvoudig.
8
versie januari 2009
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
opgemaakt door het PIH
De vuilvracht berekenen Voor een woning is de hoeveelheid i.e. gelijk aan het aantal inwoners. Bij andere gebouwen is dit minder eenvoudig. Best wordt dit berekend aan de hand van debietmetingen en staalname. Als die gegevens niet bekend zijn, kan men gebruik maken van de hoeveelheid verbruikt water6 per dag, waarbij geldt dat 120 l water gelijk is aan 1 i.e. Alternatief kan uitgegaan worden van de richtlijnen die het Waals Gewest en Nederland hanteren: 1 arbeider in fabriek of werkplaats 1 bediende in kantoor 1 bed in hotel of pension 1 persoon op camping 1 plaats in restaurant, per keer bezet op een gemiddelde dag 1 plaats in theater, bioscoop, vergaderzaal 1 bezoeker in een sportpark of zwembad
= 0,50 i.e. = 0,33 i.e. = 1,00 i.e. = 0,50 i.e. = 0,25 i.e. = 0,03 i.e. = 0,20 i.e.
Tel het aantal i.e. op om de vuilvracht van je gebouw te berekenen. Uit veiligheid wordt hier best een marge van ±15% bijgeteld. Voorbeeld: een camping voor 100 personen met een cafetaria waar gemiddeld 50 personen per dag zitten met één bediende en één persoon die werkt in de cafetaria heeft een vuilvracht van 100 x 0,5 i.e. + 50x 0,25 i.e. + 1 x 0,33 i.e + 1 x 0,5 i.e. = 63,33 i.e. Als we hier 15% bij tellen, geeft dat een totale vuilvracht van 73 i.e. Compactsystemen bestaan uit een of meerdere tanks (uit beton of plastic) die overwegend ondergronds geplaatst worden. Vaak komt hier een bovengrondse controlekast bij. Meestal worden deze systemen voor jou geplaatst en kan je bij de leverancier een onderhoudscontract afsluiten. Een onderhoudscontract garandeert dat de installatie 1 of 2 maal per jaar wordt bijgeregeld, dat alles wordt nagekeken en dat beperkte vervangingen worden uitgevoerd. De bekendste systemen zijn het actief slibsysteem, de biorotor en de filtersystemen. Bij een actief slibsysteem gebeurt de zuivering in een centrale tank met afvalwater en bacteriën waarin periodiek lucht geblazen wordt. Biorotoren bestaan uit schijven of trommels die gedeeltelijk in het afvalwater hangen. Doordat ze continu draaien worden de bacteriën op die schijven afwisselend blootgesteld aan het afvalwater en 6
dit is de som van leidingwater en hemelwater als u beiden gebruikt. Als u alleen maar over verbruikgegevens van leidingwater beschikt en niet over die van het hemelwater, mag u aannemen dat 70 l per dag leidingwaterverbruik gelijk is aan 1 i.e. versie 2008
9
opgemaakt door het PIH
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
aan de lucht. Bij de filtersystemen zijn de bacteriën vastgehecht aan een dragermateriaal (plastic korrels, schors, roosters, …) waar afvalwater wordt over gesproeid (= biobed) of, indien ze ondergedompeld zijn, lucht wordt doorgeblazen (= ondergedompelde beluchte filter). Om goede zuiveringsresultaten te krijgen, moet er een stabiele gemeenschap van bacteriën leven in het systeem. Het ontstaan van die gemeenschap vraagt wat tijd. Een opstarttijd van een maand is zeker niet abnormaal. Indien een systeem zwaar verstoord werd, is bijna dezelfde tijd nodig om terug een optimale werking te bereiken. Sommige leveranciers leveren startpakketten die ervoor zorgen dat de opstartperiode wordt verkort.
Zicht in het beluchtingscompartiment van een actief slibsysteem. Aandachtspunten bij compactsystemen:
10
•
Hoeveel pompen en motoren zitten in het systeem? Meer pompen en motoren betekenen meer onderhoud en energiekost.
•
Waar zitten de pompen en motoren? Bovengronds kunnen deze meer geluidsoverlast geven dan ondergronds, maar het is makkelijker te onderhouden.
•
Hoe regelmatig moet er slib geruimd worden?
•
Moet er betaald worden voor slibruimingen en het vervangen van beluchters of is dit een onderdeel van het onderhoudscontract?
versie januari 2009
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
opgemaakt door het PIH
3.3| Soorten systemen: de plantensystemen Plantensystemen zijn eigenlijk geoptimaliseerde moerasjes. Net zoals in de natuur zal de combinatie van bodem (filteren), planten (opnemen voeding) en bacteriën (afbreken vervuiling) het binnenstromende afvalwater zuiveren. Omdat het systemen zijn met weinig technologie (meestal maar 1 pomp nodig), vragen ze minder onderhoud en energie dan de compactsytemen en zijn ze minder storingsgevoelig. Hierdoor zijn ze in het gebruik meestal goedkoper dan compactsystemen. De zuiveringsresultaten zijn goed tot zeer goed. Ook bij koud weer (= < 5°C) blijven de resultaten nog meer dan behoorlijk. Het belangrijkste nadeel van plantensystemen is de benodigde plaats. Reken zeker op een ruimtebeslag van 2,5 tot 15 m² per i.e. In de aankoop zijn plantensystemen meestal duurder dan compactsystemen omdat ze meestal op maat gemaakt worden en er meer grondwerken nodig zijn. Hierop kan bespaard worden door de aanleg zelf uit te voeren. Plantensystemen worden meestal voorafgegaan door een verzamelput voor afvalwater. Daaruit wordt periodiek water op het veld gepompt. De systemen bestaan altijd uit zand of fijn grind en planten, door een ondoordringbare wand afgesloten van de omringende bodem. De vorm van het systeem wordt aangepast aan de beschikbare ruimte. De meest voorkomende systemen zijn het percolatierietveld, het wortelzonerietveld en het vloeiveld. Bij een percolatierietveld sijpelt het water verticaal door een zandbed, beplant met riet. De oppervlaktebehoefte bedraagt 2,5 tot 5 m²/ i.e. 7
Schematische tekening van een percolatierietveld.
7
grotere oppervlakten kunnen als je meer water in het systeem laat staan om verdroging te vermijden. Verdroging geeft aanleiding tot ongewenste planten. versie 2008
11
opgemaakt door het PIH
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
In een wortelzonerietveld beweegt het water zich horizontaal door het zandpakket en is er 3,5 tot 6 m²/i.e. nodig.
Schematische tekening van een wortelzonerietveld. Het vloeiveld lijkt nog het meeste op een natuurlijk moeras: dit is het enige plantensysteem waarbij het afvalwater boven de grond, tussen de planten door loopt. Het verlies in filtereffect door de bodem wordt gecompenseerd door een toename van de benodigde hoeveelheid oppervlakte: 5 tot 15 m² per i.e.
Schematische tekening van een vloeiveld. Plantensystemen werken ook zonder planten al gedeeltelijk. Het zand of grind uit het systeem zal immers vanaf de eerste dag al als filter werken. Deze filterwerking blijft altijd behouden. Als zich na grofweg een maand een stabiele bacteriegemeenschap gevormd heeft, zullen de resultaten wel een stuk beter zijn. Na een paar maanden zijn de planten volgroeid en verbetert de werking nog verder. Planten brengen namelijk zuurstof en andere nuttige stoffen in het systeem en nemen voedingsstoffen uit het systeem op. De groeiende wortels verhinderen dat een plantensysteem dichtslibt.
12
versie januari 2009
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
opgemaakt door het PIH
Aandachtspunten bij plantensystemen: •
Denk na over de locatie. Een vloeiveld is heel goedkoop aan te leggen als er een oude greppel met voldoende oppervlakte beschikbaar is. Aan de oppervlakte stromend water geeft wel kans op geur of ongedierte (vooral muggen). Dicht bij een woning is dit minder wenselijk.
•
Door zelfbouw bespaar je veel geld. Houd er rekening mee dat hier grondwerken bij komen kijken. Zonder aangepast materieel zal dat behoorlijk wat zweet kosten. Als je in aanmerking komt voor een subsidie, houd dan van alle aankopen facturen bij om je kosten te kunnen bewijzen.
Percolatierietveld (15 i.e.) van het provinciale bedrijf De Hooibeekhoeve.
versie 2008
13
opgemaakt door het PIH
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
4| Aanleg, onderhoud en gebruik Om de goede werking van een zuiveringssysteem te garanderen, krijgt een zuivering best een gelijkmatige stroom van afvalwater met een gelijkmatige vuilvracht. Daarom is het belangrijk dat het hemelwater dat op de daken valt NIET naar de zuivering stroomt. Elke stortbui zou dan voor een verstoring van het systeem zorgen. Voer hemelwater via aparte leidingen af naar een hemelwatertank voor hergebruik, een infiltratiesysteem, een gracht of waterloop.
4.1| Aanleg en onderhoud van voorbehandeling Aanleg Er wordt een put gegraven waarin de voorbehandeling past. In de put wordt een fundering of stabilisering aangebracht. De voorbehandeling wordt geplaatst en van boven afgewerkt met deksel en zand. Als er al een septische put - in goede staat - aanwezig is op het terrein, kan die als voorbehandeling gebruikt worden. De uitloop van die septische put mag dan rechtstreeks aangesloten worden op de pompput of de zuivering. Onderhoud Wettelijk zijn de eigenaars van een voorbehandeling verplicht om die jaarlijks te laten ruimen door een ruimingsfirma. In de praktijk blijkt 3-4 jaar weinig problemen op te leveren. Ook wanneer de voorbehandeling deel uitmaakt van een individuele zuivering, wordt deze best regelmatig leeg gemaakt. Anders bestaat het gevaar dat de voorbehandeling slechter gaat werken, waar uiteindelijk ook de zuivering onder zal lijden.
4.2| Aanleg en onderhoud van compactsystemen Aanleg Een compactsysteem wordt meestal geplaatst door de verkoper of door een aannemer. Zelf plaatsen is mogelijk maar gebeurt minder. Er wordt een put gegraven waar het systeem en een vorm van fundering of stabilisering inpast. Zo'n put is al snel 2 m diep. Bij hoge grondwaterstand zal het grondwaterpeil tijdelijk verlaagd moeten worden. In de meeste gevallen zal het compactsysteem met een vrachtwagen of kraan tot bij deze put worden gereden voor men het er in laat zakken en de leidingen aansluit. 14
versie januari 2009
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
opgemaakt door het PIH
Aandachtspunten voor de aanleg van een compactsysteem: •
Informeer voor de aankoop of de plaatsing in de prijs inbegrepen is.
•
Informeer of plaatsing bij hoge grondwaterstand mogelijk is en of het een extra kost met zich meebrengt.
•
Voorzie een mogelijkheid om met zwaar materieel tot aan de plek te rijden waar het systeem geplaatst moet worden.
Garanties voor een goede werking? Echte garanties voor een goede werking van een zuivering kunnen niet gegeven worden. Een goede werking hangt immers vooral af van hoe je de zuivering gebruikt. Certificering en onderhoudscontracten kunnen wel hulpmiddelen zijn voor een goede werking. Certificering bewijst dat een systeem uit kwalitatief betrouwbare materialen bestaat en dat de zuivering onder normale omstandigheden goed zou moeten werken. Normale omstandigheden zijn gewoon huishoudelijk gebruik, inclusief een periode met verminderd gebruik (vakantieperiode) en een kortstondig hoger gebruik (feestje). Dit werd onderzocht door Certipro, een keuringsdienst die werd opgericht door het VITO. De lijst van gecertificeerde installaties vind je terug op http://www.certipro.be. De testprocedure is vrij kostelijk en daarom zagen verschillende (kleinere) producenten in het verleden af van certificering. Verschillende leveranciers bieden onderhoudscontracten aan. Tegen een bepaalde jaarlijkse vergoeding zal de leverancier (een deel van) het onderhoud op zich nemen. De exacte inhoud van een onderhoudscontract hangt af van de leverancier. Sommige leveranciers zullen enkel de werking van pompen en beluchters nakijken, anderen zullen metingen uitvoeren en de installatie bijregelen. Vraag dus steeds duidelijke informatie over wat er in een onderhoudscontract inbegrepen is. Certificering garandeert dus een betrouwbaar basissysteem en een onderhoudscontract garandeert dat de onderdelen goed zullen blijven werken. Dit volstaat echter niet om zeker te zijn dat een systeem altijd zal werken. Als je een te klein systeem koopt en zo nu en dan de stroomschakelaar uitzet of een forse geut javel in je gootsteen giet, mag je zeker zijn van een slechte werking, ongeacht certificering of onderhoudscontract.
versie 2008
15
opgemaakt door het PIH
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
Onderhoud Wat bij een compactsysteem juist van onderhoud moet gebeuren, is afhankelijk van het type systeem. Omdat goed onderhoud van deze, toch iets complexere, systemen niet voor iedereen weggelegd is, bieden de meeste fabrikanten onderhoudscontracten aan. Reken hiervoor op een kost van 120 tot 250 euro op jaarbasis voor een systeem voor één gezin. Onderhoud van grotere systemen zal duurder zijn. Informeer bij je leverancier welk onderhoud nodig is en wat in een onderhoudscontract inbegrepen is. Zo kom je niet voor onverwachte (financiële) verrassingen te staan. Onderhoud dat nodig kan zijn: •
nazicht pompen (waterpompen en luchtpompen)
•
nazicht motoren
•
controle op verstopping van sproeikoppen
•
controle op verstopping van beluchter
•
controle op verstopping in het dragermateriaal
•
verwijderen van drijflagen in de zuivering
•
verwijderen van overtollig slib in de zuivering of nabezinking
•
bijsturen van het zuiveringsproces (aanpassen recirculatiedebiet, aanpassen luchttoevoer, …)
•
toevoegen toeslagstoffen
4.3| Aanleg en onderhoud van plantensystemen Aanleg Een plantensysteem kan worden geplaatst door de verkoper, een aannemer of jezelf. Afhankelijk van het type, kan een plantensysteem worden aangelegd in een ongebruikte greppel, een put in de grond of tussen aarden wallen boven de grond. Graafmachines zijn theoretisch niet noodzakelijk, maar maken het werk wel veel lichter. De hoogte/diepte en de oppervlakte zullen afhankelijk zijn van het type systeem en de plaatselijke situatie. Het systeem moet van de omgeving gescheiden worden door een ondoordringbare8 afscheiding. De in- en uitlaatconstructies worden geplaatst en vervolgens wordt het systeem opgevuld met zand of grind. Als laatste worden de plantjes geplant, bij voorkeur in 8
meestal wordt er gewerkt met kunststoffolie, maar er kan eveneens gewerkt worden met een gemetselde wand ingesmeerd met waterdichte mortel of waterdicht beton.
16
versie januari 2009
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
opgemaakt door het PIH
het voorjaar. Meestal wordt riet gebruikt (Phragmites australis) maar met andere planten gaat het ook: lisdodde (Typha Latifolia), gele lis (Iris pseudacorus), rietgras (Phalaris arundinacea) of andere. De waterstand wordt in het begin vaak kunstmatig hoog gehouden, zodat de planten voldoende vocht krijgen. Langzamaan wordt dan de waterstand verlaagd om de planten te stimuleren om goede wortels te vormen. Aandachtspunten voor de aanleg van een plantensysteem: •
Informeer of de plaatsing in de prijs inbegrepen is en - eventueel- hoeveel je kan besparen door het zelf aan te leggen.
•
Denk na of praat met een (tuin)architect over de inplanting in de tuin. Bekijk ook de mogelijkheden om van bestaande terreinkenmerken gebruik te maken (oude greppels, hoogteverschillen, …). Vergeet niet dat een plantensysteem voldoende licht nodig heeft. Riet is een lichtminnende plant en mag dus zeker niet onder bomen gezet worden.
•
Zorg ervoor dat de jonge plantjes genoeg water krijgen.
Percolatierietveld in aanbouw. Onderhoud Een goed aangelegd plantensysteem is behoorlijk robuust. Er kan weinig mee mislopen of kapot gaan. Toch is minimaal onderhoud nodig om een blijvende goede werking te behouden.
versie 2008
17
opgemaakt door het PIH
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
In de winter zullen de meeste bovengrondse plantendelen verdrogen en afsterven. Dit vormt geen probleem voor de zuivering. In de lente schiet alles wel terug op. Onderhoud dat nodig kan zijn: •
Nakijken van de pomp.
•
Verwijderen van onkruid. Dit is meestal alleen het eerste jaar nodig, maar waakzaamheid blijft geboden. Het kan volstaan om de waterstand in het veld voor een paar dagen te verhogen.
•
Controle op verstoppingen van het systeem.
•
Bijsturen van het zuiveringsproces beperkt zich tot het aanpassen van de hoogte van de overloop.
•
Maaien van het veld hoeft niet, maar kan het zuiveringsrendement verbeteren. Doe dit bij voorkeur in de lente (april-mei) of, minder wenselijk, in de herfst nadat de planten verdroogd zijn9. Maai niet te laag, want dan kan er water in de wortels lopen. Verdroogde plantendelen van het veld verwijderen mag, maar is niet noodzakelijk10.
•
Indien een plantensysteem of beschaduwd vijvertje gebruikt wordt als nazuivering is het belangrijk dat minstens om de paar jaar plantenresten uit het systeem gehaald (maaien, ruimen,…) worden. Indien dit niet gebeurd kan na een aantal jaren het uitzicht achteruit gaan of kan er geurhinder optreden.
4.4| Aanleg van een lozingspunt Indien je binnen de 50 m van een riolering11 woont, moet je het gezuiverde water in die riolering lozen. Je legt dan een dalende buis van je installatie tot vlak bij de riolering. De verdere werken gebeuren dan na afspraak met de gemeente, een aantal gemeenten verrichten de aansluiting immers zelf. Het kan nuttig zijn om een terugslagklep te installeren in je buis om te vermijden dat er water uit de riolering in je systeem loopt. Als in je buurt geen riolering ligt, moet je lozen in een waterloop of een gracht. Je legt dan een dalende buis van je zuiveringsinstallatie naar de waterloop. Ook hier is
9
het afgestorven riet heeft in de winter een isolerende werking die het bevriezen van de bovenlaag van
het veld mee kan voorkomen.
10 wetenschappers zijn er nog niet uit wat nu juist het beste is: afvoeren of niet afvoeren.
11 die in een gracht of waterloop uitkomt en niet in een rioolwaterzuiveringsinstallatie, zie pagina 1.
18
versie januari 2009
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
opgemaakt door het PIH
een terugslagklep aangewezen om hoge waterstanden en ongedierte uit je systeem te houden. Deze vorm van lozen moet je officieel melden aan je gemeentebestuur.12 Indien er geen riolering, waterlopen of grachten in de buurt aanwezig zijn, mag je lozen in het grondwater. Dit op voorwaarde dat er geen waterwinningen zijn binnen een straal van 100 m. De lozing gebeurt hier via een leiding naar een zinkput of ondergrondse drainagekoffer of via een andere drainerende installatie. Bij deze vorm van lozen moet je zeker contact opnemen met je gemeentebestuur. Minstens moet je een lozing in het grondwater melden, mogelijk heb je een milieuvergunning nodig.13
Ongezuiverd lozen kan vieze gevolgen hebben…
4.5| Gebruik van zuiveringssystemen In het hoofdstuk 'Hoe werkt een individuele zuivering' werd al uitgelegd dat alle IBA's werken dankzij bacteriën. Als je hiermee rekening houdt, zal je systeem optimaal renderen en zal het onderhoud tot een minimum beperkt worden: alles wat slecht is voor bacteriën is slecht voor je systeem. Dus chloor, antibiotica, moeilijk verteerbare stoffen, te weinig of te veel voedsel of water moeten vermeden worden.
12
VLAREM I, rubriek 3.2.
VLAREM I, rubriek 52.2 indien u niet in een waterwingebied woont en VLAREM I, rubriek 52.1.1 1°
indien u wel in een waterwingebied woont.
13
versie 2008
19
opgemaakt door het PIH
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
Concreter: •
Beperk het poetsen met chloorhoudende producten ("javel"), kies liever voor ecologische, goed afbreekbare poetsmiddelen.
•
Breng nooit antibiotica in het afvalwater. Restjes antibiotica en andere medicijnen mag je gratis afgeven bij je apotheker.
•
Moeilijk verteerbare stoffen komen beter niet in je zuivering. Ze zullen waarschijnlijk in je voorzuivering blijven zitten, die je dan sneller moet laten leegmaken. Vet, olie en andere slecht verteerbare stoffen (verf, white spirit, …) kan je kwijt op het containerpark.
•
Hoewel plantensystemen er beter tegen kunnen, zijn tekorten of overschotten aan voedsel of water slecht voor alle soorten zuivering. Ideaal krijgt een zuiveringssysteem altijd op dezelfde tijdstippen dezelfde hoeveelheid afvalwater te verwerken. In de praktijk zal dit nooit het geval zijn: 's morgens en 's avonds produceren we meer afvalwater dan overdag, tijdens een vakantieperiode soms minder en tijdens een familiefeestje weer meer. Een systeem dat goed past bij je situatie (niet te groot, niet te klein) is de beste garantie om problemen te vermijden. Daarnaast kan je proberen om, in de mate van het mogelijke, al te grote verschillen te vermijden. Let bijvoorbeeld op dat je na een periode met een laag debiet (bijvoorbeeld enkele weken afwezigheid) niet plots heel veel meer water gebruikt dan normaal.
Chloorhoudende producten zijn schadelijk voor je zuivering.
20
versie januari 2009
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
opgemaakt door het PIH
5| Financieel 5.1| Aankoop, aanleg, onderhoud en verbruik Voor de kostprijs van een voorzuivering mag je rekenen op een bedrag in de grootteorde van € 500, zonder installatie. Ledigen van een voorzuivering kost rond de € 150. De kostprijs voor de aanschaf van een zuiveringssysteem is afhankelijk van het type systeem, de bijkomende eisen die er aan gesteld worden, de plaatselijke omstandigheden en de plaatsing. Dit zorgt ervoor dat de prijzen zeer sterk kunnen verschillen. De kostprijs zal voor een gezin meestal variëren tussen € 2.500 en € 7.500 maar uitschieters tot € 10.000 zijn mogelijk. Compactsystemen zijn eerder de goedkopere systemen. Plantensystemen zitten qua prijs eerder in de tweede helft van de prijsvork. Dit is echter geen absolute wet: er zijn gevallen bekend van plantensystemen die door de eigenaar zelf werden aangelegd voor € 2.000. Bij de prijsvergelijking is het vooral belangrijk dat je nauwgezet vergelijkt wat je voor een bepaalde prijs krijgt: is de aanleg inbegrepen (kost gemiddeld € 2.000), is een voorzuivering inbegrepen, zijn er nog bijkomende kosten (opzetstukken, verstevigingen, …) die niet in rekening gebracht werden? De levensduur van een zuiveringssysteem wordt meestal op minstens 20 jaar geschat maar mits goed onderhoud en het vervangen van de pompen zou de echte levensduur een heel stuk langer kunnen zijn. Onderhoudskosten voor een compactsysteem bedragen via een onderhouds contract meestal tussen de € 125 en € 250 voor een gezin, hoewel er ook hier goedkopere en duurdere contracten bestaan. De energiekosten op jaarbasis variëren tussen € 40 en € 125. Uiteraard zijn er ook hier weer uitzonderingen: plantensystemen kunnen een verbruik hebben van € 20/jaar of minder en er zijn compactsystemen waarbij een verbruik van € 220/jaar gemeten werd.
versie 2008
21
opgemaakt door het PIH
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
5.2| Financiële tegemoetkomingen voor zuiveringssystemen Zelfzuiveraars hebben, als ze zelf volledig moeten instaan voor de zuivering van hun afvalwater (zelf plaatsen en zelf onderhouden) recht op vrijstelling van de heffing op waterverontreiniging of vrijstelling van de saneringsbijdrage. Soms is kostenbesparing door hergebruik van het gezuiverde water mogelijk, maar bij particulieren wordt dit weinig toegepast. De voorwaarde voor deze tegemoetkoming is altijd dat je zuivert met een goed werkend systeem. Die goede werking wordt bevestigd doordat de opbouw en de werking van het systeem voldoet aan de code van goede praktijk14, een controle door de milieudienst en dus strikt genomen ook door analyse van het gezuiverde afvalwater. Vrijstelling van heffingen of saneringsbijdrage Normaal moet iedereen betalen voor de zuivering van zijn of haar afvalwater. Als al je drinkwater afkomstig is van een eigen winning en je loost je afvalwater niet in de riolering, moet je een heffing betalen aan de VMM. Wie drinkwater afneemt van een drinkwatermaatschappij of afvalwater loost in rioleringsinfrastructuur moet een saneringsbijdrage betalen aan de drinkwatermaatschappij. De eigenaars van een individuele zuivering kunnen een vrijstelling krijgen voor het bovengemeentelijk15 deel van de saneringsbijdrage als ze zelf moeten instaan voor de plaatsing en het onderhoud van de installatie. Om die vrijstelling te krijgen moet je je gemeentebestuur een beschrijving van je systeem bezorgen, samen met de gegevens van de leverancier of bouwfirma, een factuur, bouwplan of schets van de installatie met vermelding van de afmetingen, voor hoeveel i.e. het systeem ontworpen werd, een rioleringsplan en eventueel een kopie van de melding van de installatie aan het gemeentebestuur. Na een onderzoek van die gegevens, een controle ter plaatse en een staalname zal de gemeente je wel of niet een attest geven om de vrijstelling te krijgen. Dit attest is vijf jaar geldig. Na vijf jaar moet je het opnieuw aanvragen en wordt je systeem mogelijk opnieuw gecontroleerd. Als je dit attest opstuurt naar je drinkwatermaatschappij zorgen zij ervoor dat je de komende vijf jaar geen saneringsbijdrage meer moet betalen en dat door jou onterecht betaalde saneringsbijdrage wordt teruggestort.
14
voluit 'de code van goede praktijk voor de aanleg van openbare riolen, individuele voorbehandelings installaties en kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties 15 de sanering bestaat uit een bovengemeentelijk deel voor de kosten van het transport naar en de zuivering door een rioolwaterzuiveringsinstallatie en uit een gemeentelijk deel voor de kosten die gemaakt worden om het water tot in het grootschalige, bovengemeentelijke rioleringsnet te krijgen. 22
versie januari 2009
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
opgemaakt door het PIH
Voor de vrijstelling van de heffing op waterverontreiniging moet je eerst wachten tot je een heffingsbiljet ontvangt. Dan moet je binnen de 3 maanden een kopie van dit biljet samen met het attest van de gemeente en de eventuele kopie van melding opsturen naar VMM. Je wordt dan voor vijf jaar vrijgesteld van de heffing. Indien je het attest niet binnen de 3 maand kunt opsturen mag dat ook nagestuurd worden met vermelding van het artikelnummer van op het heffingbiljet.
versie 2008
23
opgemaakt door het PIH
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
6| Meer informatie Na het lezen van deze brochure zou je al een heel stuk sterker in je schoenen moeten staan bij het kiezen, plaatsen en gebruiken van een individuele waterzuiveringsinstallatie. Als je nog meer wil weten, kan je volgende kennisbronnen raadplegen: •
Infolijn individuele waterzuivering, 016 23 26 49, •
[email protected] of www.dialoog.be. In opdracht van het Vlaams Steunpunt Duurzaam Water verzorgt Dialoog vzw de ondersteuning van huishoudens en architecten m.b.t. geschikte technieken, lijsten van leveranciers en ervaringen in binnen en buitenland. Dialoog vzw. geeft regelmatig cursussen voor zelfbouw. De data zijn te vinden op hun webstek.
•
Waterloket, 0800 99 004, •
[email protected] of www.waterloketvlaanderen.be. Het waterloket is het informatiepunt over duurzaam omgaan met water. Op de webstek worden bij de doelgroep 'gezinnen' een hele reeks veelgestelde vragen over individuele waterzuivering beantwoord. Bij de 'publicaties' kan je in het luikje voor gemeenten de exacte teksten van de 'Code van goede praktijk' raadplegen. Deze teksten geven een beschrijving van de voorwaarden waar een goede installatie aan moet voldoen en worden gebruikt door besturen om installaties na te kijken.
•
Waterwegwijzer voor architecten een publicatie van VMM met als ondertitel 'een handleiding voor duurzaam watergebruik in en om de particuliere woning'. Hierin wordt een betere beschrijving gegeven van de verschillende zuiveringssystemen dan in deze tekst mogelijk was. Daarnaast worden ook andere aspecten van duurzaam watergebruik belicht. Deze brochure is gratis te bestellen bij het infoloket van de VMM via www.vmm.be, doorklikken naar 'infoloket',
[email protected] of 053 72 64 45.
•
24
IBA-systemen; kleinschalige waterzuivering is een cursustekst van Rob Van Deun van de Katholieke Hogeschool Kempen. De tekst behandelt wetgeving, principes en de verschillende IBA-systemen. De meest gedetailleerde informatie wordt gegeven bij de plantensystemen. Met de informatie uit deze tekst zou de aanleg van een plantensysteem geen enkel probleem mogen opleveren. De tekst is te bestellen (betalend) bij het
versie januari 2009
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
opgemaakt door het PIH
Kempisch Vormingscentrum voor Land en 014 56 23 31, •
[email protected] of www.kvlt.be •
Tuinbouw
v.z.w.
'Proefproject Individuele waterzuiveringssystemen in de gemeente Bierbeek. Eerste evaluatierapport' is een verslag van een vergelijkende studie waarin 23 compactsystemen en 1 plantensysteem met elkaar vergeleken worden. Hoewel een deel van de informatie gedateerd is (sommige systemen bestaan niet meer, prijzen zijn niet meer actueel) is dit een van de enige betrouwbare, uitgebreide studies uit Vlaanderen. Deze studie kan besteld worden (betalend) bij de provincie Vlaams Brabant, dienst leefmilieu, 016 26 72 69, •
[email protected] of www.vlaamsbrabant.be.
versie 2008
25
opgemaakt door het PIH
Proefversie "Zelf zuiveren stap voor stap"
Te doen lijstje individuele waterzuivering: Een kleine samenvatting van deze brochure… 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
9.
Ga naar gemeente voor zuiveringszones en gemeentelijke eisen Kies systeem aangepast aan wensen en situatie Ga met plannen naar gemeente met beschrijving systeem voor goedkeuring Opbouw systeem Ga naar gemeente met overzicht kosten en de kenmerken van je systeem. Indien nodig, doe melding klasse 3 vergunningsplichtige activiteit. Start gebruik van zuiveringsinstallatie Controle van gemeente Ontvang subsidie en attest voor vrijstelling heffing of saneringsbijdrage. Stuur dit attest naar drinkwatermaatschappij (indien saneringsbijdrage) of naar VMM (indien heffing). Voor vrijstelling heffing: wacht tot heffingsbiljet is aangekomen voor verzoek vrijstelling op te sturen. Onderhoud zuiveringsinstallatie
Departement leefmilieu 2
Provinciaal Instituut voor Hygiëne Kronenburgstraat 45 | 2000 Antwerpen T 03 259 12 00 | F 03 259 12 01
[email protected]
versie januari 2009