Beleidsplan wandelen & hardlopen 2003 - 2010
Stap voor stap door Almere Wat zoeken wandelaars & hardlopers?
Wat heeft Almere hen te bieden?
Gemeente Almere Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Afdeling Sport, Recreatie & Toerisme C. Peeters
April 2003
1
Inhoudsopgave
pagina 2
Samenvatting
3
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding Aanleiding Doelstelling en probleemstelling Onderzoeksvragen Onderzoeksopzet Opbouw van het rapport
5 5 5 6 6 6
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Schets wandelen en hardlopen Inleiding Gebruikersgroepen Recreatief wandelen Wandelsport Hardlopen Toekomst
7 7 7 9 11 12 12
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Beleidsomgeving wandelen en hardlopen Europees beleid Rijksbeleid Provinciaal beleid Extern kader
13 13 13 14 14
4 Vraag naar wandelen en hardlopen in Almere 4.1 Recreatief wandelen 4.1.1 Participatie 4.1.2 Locatie 4.1.3 Georganiseerd aanbod 4.2 Wandelsport 4.2.1 Participatie 4.2.2 Locatie 4.2.3 Georganiseerd aanbod 4.3 Hardlopen 4.3.1 Participatie 4.3.2 Locatie 4.3.3 Georganiseerd aanbod 4.4 Conclusie
17 17 17 17 18 18 18 18 18 19 19 19 20 20
5 5.1 5.2 5.3
Voorzieningen en knelpunten in Almere Algemene wandelinfrastructuur Routes Beheer en onderhoud 5.3.1 Algemene infrastructuur 5.3.2 Routes 5.4 Conclusie
21 21 21 24 25 25 26
6 6.1 6.2 6.3 6.4
Visie en beleid Gemeentelijk beleid Stimulering activiteiten Evenementen Ontwikkelen en instandhouden infrastructuur en routes 6.4.1 Algemene infrastructuur 6.4.2 Routes en aanverwante voorzieningen 6.5 Beheer en onderhoud 6.6 Financiën
27 27 27 28 28 28 29 31 32
Literatuurlijst
33
Bijlage I: Bijlage II:
2
Streefnormen Staatsbosbeheer recreatieve wandelpaden (Staatsbosbeheer, 2000) Kansen- en knelpuntennotitie Almerepad (Wandelplatform–LAW, 2002)
Samenvatting In het beleidsplan “Almere Waterstad!”, dat in 1996 is vastgesteld door de gemeenteraad, is aangegeven dat er onderzoek gedaan zal worden naar de ontwikkeling van het padenstelsel voor wandelaars en hardlopers. Daarbij gaat de aandacht uit naar kwalitatieve en kwantitatieve verbeteringen van paden en routes. In dit plan “Stap voor stap door Almere” wordt invulling gegeven aan dit voornemen. De doelstelling van dit plan is het in kaart brengen van de huidige mogelijkheden voor wandelen en hardlopen. Indien noodzakelijk worden vervolgens voorstellen gedaan om deze mogelijkheden uit te breiden, te verbeteren en het gebruik ervan te stimuleren. Uit onderzoek is gebleken dat Almeerders meer dan gemiddeld wandelen. Ruim 84% van de Almeerse bevolking maakt zo nu en dan een wandeling (tegen 74% van de Nederlandse bevolking). Ook de wandelsport, waarbij het leveren van een sportieve prestatie een belangrijke rol speelt, wordt actief beoefend. Jaarlijks nemen ongeveer 7000 mensen deel aan wandelsportevenementen in Almere. De derde tak van sport, hardlopen, is erg populair. Almere telt ongeveer 10.000 inwoners voor wie hardlopen de belangrijkste sport is. Zij beoefenen deze sport wekelijks. Verwacht wordt dat de deelname aan deze activiteiten in de toekomst sterk zal groeien. Geconstateerd wordt dat er over het algemeen voldoende mogelijkheden zijn voor wandelen en hardlopen. Er liggen echter veel kansen om deze mogelijkheden uit te bouwen, te optimaliseren en gebruiksvriendelijker te maken. Aandachtspunt daarbij is het creëren van kwalitatief goede voorzieningen voor de groeiende bevolking en het (blijven) bieden van kernkwaliteiten als ‘rust’, ‘groen’ en ‘ruimte’. De belangrijkste actiepunten worden als volgt opgenomen in het gemeentelijk beleid: • Stimulering activiteiten; Zowel inwoners als bezoekers van de stad zijn onvoldoende bekend met de mogelijkheden die Almere biedt. Door middel van voorlichting en publiciteit worden zij beter van deze mogelijkheden op de hoogte gebracht. • Infrastructuur; Op de eerste plaats dient de wandelinfrastructuur te worden uitgebreid. Zowel bij de aanleg van nieuwe paden als bij het renoveren van bestaande paden wordt gestreefd naar een hogere kwaliteit. Door de groei van de stad neemt de druk op bestaande voorzieningen toe. Om de toegankelijkheid en de begaanbaarheid van paden jaarrond te garanderen, is het van belang veel gebruikte graspaden te voorzien van (half)verharding. Daarnaast is het wenselijk om gebruikersgroepen te scheiden. Op dit moment maken wandelaars op veel plaatsen gebruik van fietspaden. Dat komt noch de verkeersveiligheid, noch de belevingswaarde voor de recreant ten goede. Het aanleggen van specifieke voetpaden naast fietspaden moet nader uitgewerkt worden. • Routes; Er wordt gestreefd naar het aanbrengen van meer variatie in de gebieden, zodat alle gebruikersgroepen bediend kunnen worden. De aandacht gaat hierbij in de eerste plaats uit naar liefhebbers van struinnatuur, fysiek beperkte wandelaars en hardlopers. Naast het realiseren van routes voor deze gebruikers wordt aandacht besteed aan voorzieningen die hiermee samenhangen. Voorbeelden hiervan zijn rustpunten en informatievoorziening op parkeerplaatsen in buitengebieden. • Beheer en onderhoud; Paden (of delen daarvan) moeten worden gerenoveerd als gevolg van achterstallig onderhoud. Voorgaand beleid is richtinggevend voor de ontwikkeling van wandelen en hardlopen in Almere tot 2010. In de volgende tabel is dit beleid vertaald in een actieprogramma, waaraan een tijdsplanning en financiële consequenties zijn gekoppeld.
3
Actie 1 Structureel recreatie-onderzoek verrichten op locatie 2 Ontwikkelen recreatiekaart met routegebonden recreatieve activiteiten
Kosten
Planning
P.M.
voor 2010
15.000
voor 2010
3 Extra publiciteit t.b.v. Almerepad en Pionierspad
5.000
2003 / 2004
4 Organisatie wandelactiviteiten (€ 5.000 per jaar)
40.000
5 Opnemen wandelen en hardlopen in marketing, promotie en voorlichting recreatie & toerisme
-
2003 / 2004
6 Continuering gemeentelijk evenementenbeleid
-
2003 / 2004
Jaarlijks
7 Uitbreiding wandelinfrastructuur (incl. rustpunten)
100.000
voor 2010
8 Graspaden omzetten in (half)verharde paden Totaal 30 km. (in etappes uit te voeren)
300.000
Eerste etappe 2003 / 2004, rest voor 2010
9 Uitwerken specifieke voetpaden op de stadscorridors: Stad – Buiten, Stad – Haven en Haven – Zilverstrand
5.000
10 Realisatie specifieke voetpaden op de stadscorridors
P.M.
11 Onderzoeken mogelijkheden verlichting van trajecten die intensief worden gebruikt: stadscorridors, fietspaden langs de Vaarten en hardlooproute Leeghwaterplas
5.000
2003 / 2004
10.000
2003 / 2004
5.000
2003 / 2004
105.000
2003 / 2004
12 Realiseren wandelmogelijkheden voor struinliefhebbers 13 Realisatie specifieke wandelvoorziening(en) voor fysiek beperkte wandelaars 14 Optimaliseren van het Almerepad
2003 / 2004 P.M.
15 Actualiseren wandelgids Almerepad
10.000
< 2010
16 Realisatie hardlooproutes in Haven en Buiten
25.000
2003 / 2004
17 Onderzoeken vandalismebestendige markering t.b.v. hardlooproute
2.000
2003 / 2004
18 Aanbrengen vandalismebestendige markering
P.M.
P.M.
19 Verbeteren informatievoorziening routes op parkeerplaatsen in buitengebieden
20.000
2003 / 2004
20 Wegwerken achterstallig onderhoud
25.000
2003 / 2004
-
2003 / 2004
21 Beheersafspraken maken met terreinbeheerders Totaal
4
¤ 672.000
1
Inleiding
1.1 Aanleiding De laatste jaren wordt in het rijksbeleid steeds meer belang gehecht aan ‘groene’ recreatie in de nabije woonomgeving. Dit recreëren in en om de stad staat ook bij de gemeente Almere in de belangstelling. Wandelen en hardlopen zijn activiteiten die bij uitstek geschikt zijn om in de nabije woonomgeving te beoefenen. Ter ontwikkeling van wandelen en hardlopen heeft de gemeenteraad de volgende beleidsvoornemens opgenomen in het toeristisch recreatief beleidsplan “Almere Waterstad!” (1996): • Het padenstelsel voor fietsers, wandelaars en andere gebruikers wordt kwalitatief en kwantitatief verbeterd. Daarbij wordt in het bijzonder de bewegwijzering onderzocht. • Rond het Weerwater wordt een hardlooproute uitgezet. Inmiddels zijn er enkele jaren verstreken. Er zijn verschillende hardlooproutes gerealiseerd, waaronder een hardlooproute om het Weerwater. De wandelmogelijkheden in Almere zijn uitgebreid met de komst van het Almerepad, een thematisch streekpad, waarbij de wandelaar in twaalf wandelingen door en rond Almere gevoerd wordt.
Op basis van bovenstaande doelstelling is de volgende probleemstelling geformuleerd: Dienen de mogelijkheden voor en de deelname aan wandelen en hardlopen in Almere verbeterd en/of uitgebreid te worden? Zo ja, op welke manier? Dit beleidsplan richt zich op wandelen en hardlopen als recreatieve activiteiten. Daarom is er voor gekozen het utilitair wandelen en hardlopen buiten beschouwing te laten. Hieronder wordt verstaan: het zich te voet verplaatsen om zo snel mogelijk bij een bepaalde bestemming te komen. Het gaat hierbij m.n. om woon/ school-, woon/werk- en woon/boodschappenverkeer. Het plezier in wandelen en/of hardlopen staat hierbij niet voorop. De term “openluchtrecreatie” is dan ook niet van toepassing op deze activiteiten. Waar verder in dit rapport gesproken wordt over wandelen en hardlopen, wordt de recreatieve tak bedoeld.
Om nader invulling te geven aan het eerste voornemen en om beleid te ontwikkelen op het gebied van wandelen en hardlopen, heeft de gemeenteraad in 2000 besloten tot het opstellen van een beleidsplan “wandelen en hardlopen”. Dit is het eerste beleidsplan dat specifiek op deze activiteiten ingaat. Het biedt dan ook een ontwikkelingskader op korte en (middel)lange termijn. Tevens geeft het plan aanknopingspunten voor het beheer van de (wandel)infrastructuur.
1.2 Doelstelling en probleemstelling De doelstelling is als volgt weer te geven: Het opstellen van een beleidsplan “wandelen en hardlopen”. Hierbij worden de bestaande mogelijkheden voor wandelen en hardlopen in kaart gebracht. Indien nodig, worden er in dit plan voorstellen gedaan om deze mogelijkheden uit te breiden/te verbeteren en het gebruik ervan te stimuleren.
5
1.3
Onderzoeksvragen
Om voorgaande probleemstelling te kunnen beantwoorden, komen de volgende onderwerpen in dit rapport aan de orde: I Hoe ziet de wandel– en hardloopsector eruit? Hierbij wordt een algemene inventarisatie van de sector gegeven, waarbij ingegaan wordt op het beleid, de markt, doelgroepen en ontwikkelingen. II Wat is de huidige situatie voor wandelen en hardlopen in Almere? Een inventarisatie van de huidige situatie aan de hand van het beleid van Almere, de Almeerse markt, doelgroepen, routestructuren, gebruik, beheer en onderhoud van de paden etc. III Wat is de gewenste situatie voor wandelen en hardlopen in Almere? De gewenste situatie wordt in kaart gebracht en eventuele uitbreidingen en/of verbeteringen van de wandel- en hardloopmogelijkheden komen aan de orde. IV Dient wandelen en hardlopen in Almere gestimuleerd te worden? Zo ja, op welke manier? Bij het beantwoorden van deze vraag wordt ingegaan op activiteiten, evenementen en voorlichtings- en promotiemateriaal.
1.4 Onderzoeksopzet In het kader van dit onderzoek is gesproken met een groot aantal partijen die op één of andere wijze te maken hebben met de wandelen hardloopsector in Almere. Dit kan zijn omdat ze beleid uitzetten, omdat ze aanbieder zijn van wandel- en/of hardlooproutes, omdat ze de belangen van recreanten behartigen of omdat ze gebruikersgroepen zijn. Er zijn interviews afgenomen bij de volgende partijen: IVN (vereniging voor natuur- en milieu-educatie), CASLA, Wandalmere, Wandelsportvereniging Op Stap ’94, Comité Avondvierdaagse, Almeerse loopscholen / KNAU, Stichting Wandelplatform – LAW. Aanvullende informatie is verkregen middels een schriftelijke enquête onder verenigingen en loopgroepen. De volgende organisaties hebben hun medewerking verleend: Atletiekvereniging Almere ’81, De Bazuin, Fitnesscentrum the Wave, Just Run, Loopgroep de Groep, Stichting Almere Marathon, Stichting 24 uur van Almere, Triathlonvereniging en Trim Slim Fitness.
6
Daarnaast is het onderzoek gebaseerd op relevante beleidsdocumenten en sectorgerichte literatuurstudie. Gemeentelijk overleg en gesprekken met de terreinbeheerders Staatsbosbeheer en Stichting Flevolandschap hebben hier ook aan bijgedragen.
1.5 Opbouw van het rapport In hoofdstuk 2 wordt een algemeen beeld geschetst van wandelen en hardlopen in Nederland. Hierbij wordt ingegaan op de vraag en de ontwikkelingen. In hoofdstuk 3 komt de beleidsomgeving aan bod. De Almeerse situatie met betrekking tot wandelen en hardlopen wordt in hoofdstuk 4 en 5 besproken. Daarbij wordt op de eerste plaats aandacht geschonken aan de vraagzijde en vervolgens komt de aanbodzijde aan de orde. Hoofdstuk 6 vormt de visie op het wandel- en hardloopproduct van Almere. Uit de visie en het beleid vloeit een aantal acties voort. Tot slot is hier een financiële paragraaf aan gekoppeld.
2
Schets wandelen en hardlopen
2.1 Inleiding De recreatieve wandelaars vormen geen homogene groep. Er kunnen talrijke groepen wandelaars worden onderscheiden. Hierbij valt onder meer te denken aan stadswandelaars, natuurwandelaars, wandelaars die kuieren, struinen of kilometers maken, paaltjesvolgers, kaartlezers etc. Het oneindig indelen van wandelaars in verschillende groepen is echter niet het doel van dit rapport. In dit geval is het belangrijk te achterhalen welke eisen wandelaars en hardlopers stellen aan voorzieningen.
2.2 Gebruikersgroepen Het is mogelijk wandelaars in te delen op basis van belevingswaarde, routegebruik en inrichting van de paden. Belevingsaspecten zijn gelegen in de omgeving, het landschap en de context van een wandelvoorziening. De soorten van routes zijn de manieren waarop een pad of een netwerk van paden gebruikt kan worden. De inrichting heeft betrekking op de wijze waarop het pad zelf is vormgegeven: type verharding, bewegwijzering, rustpunten etc. In het Handboek Wandelvoorzieningen (WIRO, 2002) hanteert men op basis van deze indelingsprincipes een aantal gebruikersgroepen. In het kader van dit plan is deze indeling aangescherpt. Naast de recreatieve wandelaar heeft dit plan ook betrekking op de wandelsporter en de hardloper:
Categorie I Recreatieve wandelaar • Genieter en ontspanningsgerichte wandelaar; Deze wandelaar streeft naar genieten en ontspannen, naar gezelligheid, vermaak en ontmoetingen waarbij de schoonheid van natuur en landschap een rol spelen.
• Activiteitgerichte wandelaar; Deze wandelaar is gericht op een bepaalde activiteit zoals het uitlaten van een hond. • Fysiek beperkte wandelaar; De fysiek beperkte wandelaar stelt specifieke eisen aan wandelvoorzieningen. Daarbij gaat de aandacht uit naar ouderen, mensen die slecht ter been zijn of in een rolstoel zitten, mensen met kleine kinderen etc. • Stadswandelaar; Deze wandelaar kiest voor wandelingen in een stedelijke omgeving. Hierbij kan gedacht worden aan winkelen (fun-shopping) of aan stadswandelingen langs monumenten of historische gebouwen in een binnenstad. Vaak speelt het element cultuurhistorie bij deze wandelingen een rol.
Categorie II Wandelsporter • Wandelsporter; Bij deze wandelaar staat het beoefenen van de sport centraal. Hierbij gaat het zowel om het verbeteren van de lichamelijke conditie als om het leveren van een sportieve prestatie. Voorbeelden hiervan zijn de Nijmeegse of Apeldoornse vierdaagse. • Sportief wandelaar; Ook bij deze wandelaar staat het beoefenen van de sport centraal. De omgeving is van ondergeschikt belang. Het verbeteren van de lichamelijke conditie staat voorop. Sportief wandelen vindt meestal wekelijks plaats in georganiseerd verband. Een groep sportief wandelaars wordt begeleid door een trainer en daarmee onderscheidt het zich van de wandelsporter.
Categorie III Hardloper • Natuur– en omgevingsgerichte wandelaar; Voor deze wandelaar staat natuurbeleving en kennisvergroting in een rustige omgeving voorop. • Rust zoekende wandelaar; Deze wandelaar rust en geniet van de stilte waarbij hij geen specifieke binding heeft met de omgeving.
De derde categorie bevat liefhebbers van hardlopen, trimmen en joggen. Ook hier staat het sportieve en/of prestatiegerichte element centraal. De omgeving speelt een ondergeschikte rol. Hardlopen, trimmen en joggen gebeurt zowel in georganiseerd als in ongeorganiseerd verband, zowel in groepsverband als individueel.
7
In tabel 2.1 zijn de eisen ten aanzien van wandelvoorzieningen van de verschillende gebruikersgroepen uitgewerkt (WIRO, 2002). De in het kader van dit plan benodigde aanpassingen zijn doorgevoerd.
Categorie Recreatief wandelen
8
Gebruikersgroepen
Eisen gebruikswaarde
Eisen belevingswaarde
Genieters en ontspanningsgerichte wandelaar
• Wandelroutes met duidelijke stad- en landverbinding en/of aansluitend op openbaar vervoer en parkeervoorzieningen. • Onverharde maar veelal verharde wandelpaden. • Afwisselende routes die goed toegankelijk en overzichtelijk zijn. • Gemarkeerde wandelpaden (informatievoorzieningen).
• Veranderingen van de omgeving worden sterk ervaren zoals kleuren, objecten en landschapsvormen. • Het landschap fungeert als decor tijdens de wandeling. • Wandelroutes in bosrijke omgevingen worden hoog gewaardeerd.
Natuur- en omgevingsgerichte wandelaar
• Vrijliggende wandelroutes waar de wandelaar geen hinder ondervindt van geluid en “mede-padgebruikers”. • Gebruikt zowel verharde als onverharde paden.
• Afwisselende landschappen met bijzondere en specifieke kenmerken (minimale afbreuk van de verschijningsvorm).
Rust zoekende wandelaar
• Rust is de belangrijkste para• Volgt veelal geen specifieke meter voor de wandelomgeroute en zal zijn route aanpasving, waarbij het landschap sen als deze niet overeenkomt fungeert als decor. met de belevingswereld. • Wandelroutes met beperkt • Gebruikt zowel verharde als “mede-padgebruik”. onverharde paden.
Activiteitgerichte wandelaar
• Gebruikt zowel verharde als onverharde paden. • Korte rondgaande wandelroutes aansluitend op stedelijke omgeving.
Fysiek beperkte wandelaar
• Toegankelijke verharde paden. • Divers. • Voorzieningen zijn aangepast voor het passeren van rolstoelen. • Voorzieningen zijn bereikbaar door bijv. verharding rond banken en picknickplaatsen.
Stadswandelaar
• Gebruikt met name verharde paden (trottoirs). • Veelal rondgaande en beschreven routes.
• Het landschap fungeert enkel als decor.
• De omgeving wordt daadwerkelijk ervaren. • Afwisseling in objecten wordt gewaardeerd. • Cultuurhistorie en authenticiteit zijn belangrijk.
Categorie
Gebruikersgroepen
Eisen gebruikswaarde
Eisen belevingswaarde
Wandelsport
Wandelsporter Sportief wandelaar
• Goed toegankelijke paden, zowel verhard als onverhard, waarop vlot kan worden gewandeld. • Gebruikt ook wel ruiterpaden. • Aaneengesloten netwerk van paden in een bosrijke, beschutte omgeving. • Paden die aansluiten op parkeervoorzieningen en horecagelegenheden.
Hardlopen
Hardloper, trimmer, jogger
• De concentratie en het bezig • Goed toegankelijke paden, zijn met het lichaam is van zowel verhard als onverhard, belang, het landschap funwaarop vlot kan worden geert enkel als decor. gelopen. • Sociaal veilige trajecten zijn • Aaneengesloten netwerk van van belang. paden in een bosrijke, beschutte omgeving. • Paden die aansluiten op parkeervoorzieningen en horecagelegenheden. • Maakt gebruik van landelijk en stedelijk gebied.
• De concentratie en het bezig zijn met het lichaam is van belang, het landschap fungeert enkel als decor.
Tabel 2.1 Eisen van gebruikersgroepen aan wandelvoorzieningen (Bewerking naar WIRO, 2002) Concluderend kan worden gesteld dat gebruikersgroepen van elkaar verschillen in gebruiksen belevingswaarde. Daarom is het nuttig variatie aan te brengen in de wandel- en hardloopgebieden. De kwaliteit van deze gebieden schuilt in een grote keuzevrijheid en diversiteit binnen een totaalconcept van een netwerk.
Participatie Wandelen is de meest beoefende vorm van sportieve recreatie. Cijfers van het CBS (1997) tonen aan dat circa 74% van de Nederlandse bevolking zo nu en dan een wandeling maakt. Een flink deel hiervan betreft een ommetje dichtbij huis. Er wordt het hele jaar door gewandeld, met pieken in voor- en najaar. De weekenddagen zijn het meest populair.
2.3 Recreatief wandelen Wandelen is één van de oudste vormen van openluchtrecreatie, want overal kan wel gewandeld worden. In principe is wandelen een low budget-activiteit, die door brede lagen van de bevolking beoefend kan worden. Recreatief wandelen is een plezierige, op zichzelf staande activiteit. Motieven zijn onder meer: het vinden van rust, ontspanning, gezelligheid, sociale contacten en genieten van de omgeving en de vrijheid.
Uit het CBS dagtochtenonderzoek (1995/ 1996) blijkt dat er jaarlijks 61,8 miljoen wandel-dagtochten worden gemaakt. Dit komt neer op 6,4% van het totaal aantal dagtochten. Van de dagtochten in het landelijk gebied heeft ruim éénderde “wandelen” als activiteit. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het CBS een dagtocht beschouwt als een activiteit buitenshuis van tenminste twee uur. NIPO-onderzoek (2001) toont aan dat jaarlijks ongeveer 400.000 mensen één of meer lange afstand wandelingen (LAW) ondernemen. Hierbij is sprake van één of meerdaagse tochten.
9
Frequentie Uit het CBS-onderzoek blijkt dat er op jaarbasis per persoon gemiddeld 3,9 wandelingen van twee uur en langer worden gemaakt. Bijna 90% van de wandelingen is echter van kortere duur. Dit zou betekenen dat er gemiddeld 40 (rond)wandelingen per persoon per jaar worden gemaakt. Kenmerken wandelaars In alle leeftijdscategorieën worden wandelingen van twee uur of langer gemaakt. Door jonge volwassenen (18-29 jaar) wordt echter aanmerkelijk minder gelopen dan door andere leeftijdsgroepen. Vooral mensen van 50 jaar en ouder zijn sterk vertegenwoordigd bij het maken van wandelingen (CBS, 1997). Wandelen is bij uitstek een ongeorganiseerde activiteit. In de regel gaat men individueel of in gezinsverband op pad. Locatie Volgens het CBS (1997) vindt bijna de helft van de wandelingen (van twee uur en langer) plaats in de eigen woonplaats, te weten 44%. Ruim een derde deel van de wandelaars begint de wandeldagtocht direct vanuit huis. Naarmate de verstedelijking van een gemeente toeneemt, neemt het aantal wandelingen (van twee uur en langer) toe. Ongeveer 86% van de wandelaars start de wandeling binnen een straal van 30 kilometer vanaf hun woning. Bij de meeste wandelingen buiten de eigen woonplaats vindt een vorm van vooren natransport plaats. In meer dan de helft van de gevallen neemt men de auto. Wandeldagtochten vinden vooral plaats in “bos en heide”(47%) en “in de duinen en op het strand”(20%). Als derde wandelgebied wordt “stad en dorp”(17%) aangemerkt en in het “landbouwgebied” wandelt de overige 7%. Duur en afstand Wandelingen variëren in duur en afstand. Het volgende overzicht geeft dit weer:
Soort wandeling
Gebruik van wandelroutes Het rondwandelen zonder duidelijke bestemming neemt bij wandelaars een belangrijke plaats in. Ongeveer de helft van alle recreanten bezoekt op deze wijze bos- en natuurgebieden. Volgens een onderzoek van Katteler en Kropman (1977) ziet de voorkeur van wandelaars er als volgt uit: Voorkeur
route %
Bewegwijzerde route
14
Eigen route samenstellen
63
Geen voorkeur
23
Tabel 2.3 Voorkeur voor routes Kanttekening hierbij is dat het gaat om enigszins verouderde gegevens. Meer recente cijfers zijn echter niet beschikbaar. Economische betekenis CBS-cijfers geven aan dat er tijdens een wandeling (van minimaal twee uur) gemiddeld ¤ 2,84 per persoon wordt uitgegeven. Circa een derde deel hiervan bestaat uit reiskosten, tegen tweederde uit consumpties, entree- en deelnamekosten. In totaal geven deze wandelaars ¤ 170 miljoen per jaar uit. Deze cijfers hebben alleen betrekking op wandelen als hoofdactiviteit en bijvoorbeeld niet op een wandeling gekoppeld aan het bezoek van een restaurant. Ook de bestedingen van wandelingen vanaf het vakantie-adres zijn niet meegenomen. De opbrengsten van wandelvakanties in Nederland worden geraamd op ¤ 104 miljoen per jaar (NIPO, 1997). In de beleidsvisie van de Stichting Wandelplatform – LAW (2000) wordt ingeschat dat het LAW-netwerk (lange afstand wandel–netwerk) in Nederland jaarlijks ¤ 21 miljoen aan consumptieve bestedingen oplevert. Jaarlijks is sprake van ongeveer 300.000 overnachtingen.
Duur
Afstand
• Ommetjes
Tot 45 min.
Tot 4 km.
• Stedelijke omgeving
Max. 2 uur
4 à 5 km.
• Landelijke omgeving
Max. 2 uur
5 tot 10 km.
Middellange wandelingen
Van 2 uur tot 1 dag
10 tot 30 km.
Lange wandelingen
Meerdere dagen
Meer dan 30 km.
Korte wandelingen:
Tabel 2.2 Duur en afstand van wandelingen
10
2.4 Wandelsport De wandelsporters vallen hier uiteen in mensen die deelnemen aan wandelsport(evenementen) en mensen die sportief wandelen. Het verschil tussen beide vormen ligt voornamelijk in de aard van de begeleiding en het trainingsaspect. De Nederlandse Wandelsport Bond (NWB) en de Koninklijke Nederlandse Bond voor Lichamelijke Opvoeding (KNBLO) richten zich op de promotie, organisatie en ontwikkeling van de wandelsport in Nederland. In samenwerking met regionale afdelingen en de aangesloten verenigingen vinden veel wandelsportactiviteiten plaats. Voorbeelden hiervan zijn georganiseerde wandeltochten in Nederland en België, de Vierdaagse van Nijmegen en de avondvierdaagsen. Doorgaans staat de prestatie bij wandelsportevenementen centraal. Het gaat vaak om het afleggen van grote afstanden. Deelnemers aan wandelsportevenementen kunnen individueel of in groepen, georganiseerd of ongeorganiseerd deelnemen. Vaak krijgen ze wel tips over de voorbereiding op een evenement maar is er verder geen sprake van begeleiding. Onder sportief wandelen verstaat men: stevig wandelen met vrije armbewegingen. Sportief wandelen is een nog jonge sport, midden jaren negentig ontwikkeld door NOC*NSF. De trainingen zijn opgebouwd uit diverse onderdelen zoals tempoversnellingen, loopscholing, en reken strekoefeningen. Het programma wordt aangepast aan de deelnemers, aangezien zij getraind of ongetraind kunnen zijn, of te maken kunnen hebben met lichamelijke ongemakken. Inmiddels wordt sportief wandelen verspreid door heel Nederland aangeboden.
De sportief wandelaars, die erop gericht zijn hun conditie te verbeteren, zullen dit meestal wekelijks doen. Trainingen vinden plaats op vaste dagen en tijdstippen. Kenmerken wandelsporters Wandelsport(evenementen) trekken mensen aan uiteenlopende leeftijdscategorieën. Van jong tot oud wordt hieraan deelgenomen. Sportief wandelen daarentegen lijkt met name mensen aan te spreken in de categorie 45-70 jaar. Uit een onderzoek van TNO (2001) blijkt ook dat er meer vrouwen dan mannen deelnemen aan sportief wandelen. Locatie Voor deelname aan wandelsportevenementen zijn mensen dikwijls bereid een grotere afstand af te leggen dan voor een recreatieve wandeling. Grote wandelsportevenementen trekken mensen aan uit het hele land. Sportief wandelen gebeurt vaak dicht bij huis. Er wordt gebruik gemaakt van parken, bossen, paden en wegen in de woonomgeving van de deelnemers. Op deze manier is de sport toegankelijk voor veel mensen. Duur en afstand Wandelsportevenementen variëren in duur en afstand. Er zijn evenementen die een dag duren en een Vierdaagse neemt logischerwijs vier dagen in beslag. Deelnemers hebben de keuze uit verschillende afstanden. Men kan bijvoorbeeld kiezen voor 30, 40 of 50 kilometer. Bepaalde marsroutes kennen zelfs een lengte van 80 kilometer of meer.
De indruk bestaat dat de wandelsport in sterke mate een ongeorganiseerd karakter kent. Bij sportief wandelen daarentegen ontplooien mensen zich in georganiseerd verband, aangezien zij zich aansluiten bij een groep Sportief Wandelen en onder begeleiding trainen. Participatie Jaarlijks nemen ongeveer 1 miljoen mensen deel aan een wandelsportevenement. Over het aantal mensen dat sportief wandelt zijn geen specifieke cijfers bekend. De indruk bestaat dat het aantal sportief wandelaars de komende jaren toe zal nemen (TNO, 2001). Frequentie Over de frequentie waarin mensen deelnemen aan wandelsportevenementen is weinig bekend. Het kan variëren van één keer per jaar tot bijvoorbeeld wekelijks. Met name in de zomermaanden worden er veel evenementen georganiseerd zoals de avondvierdaagsen, Vierdaagse van Nijmegen en Apeldoorn, Kennedy-marsen enz.
11
Sportief wandelaars trainen meestal één tot anderhalf uur. De tijd bepaalt dan de mogelijk af te leggen afstand. Wanneer uitgegaan wordt van een snel tempo bedraagt de trainingsafstand ongeveer 7 tot 8 kilometer. Gebruik van wandelroutes Zowel bij wandelsportevenementen als bij sportief wandelen is sprake van medegebruik van de openbare infrastructuur. Indien mogelijk voeren delen van het traject over wandelpaden en routes. Aangezien het vaak om grote afstanden gaat wordt er afwisselend gebruik gemaakt van wegen, voetpaden, fietspaden, bospaden etc. Economische betekenis Grote wandelsportevenementen hebben een enorme economische impact. Als voorbeeld wordt de Nijmeegse Vierdaagse aangehaald. Dit evenement geniet een grote naambekendheid en krijgt ieder jaar veel aandacht van de media. In 2002 namen bijna 40.000 wandelaars deel aan de Vierdaagse. De Vierdaagse feesten telden ongeveer 1,2 miljoen bezoekers. Veel van hen winkelen, eten, drinken en/of overnachten in Nijmegen.
2.5 Hardlopen De derde categorie betreft hardlopers, trimmers, joggers etc. Deze tak van sport kent vele gezichten. Mensen kunnen in georganiseerd verband gaan hardlopen of trimmen. Ze zijn dan bijvoorbeeld lid van een atletiekvereniging of loopgroep en trainen onder begeleiding. Er zijn ook talloze mensen die hardlopen of trimmen in ongeorganiseerd verband. Zij lopen individueel of in groepjes en meestal is er geen sprake van begeleiding. De Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie (KNAU) fungeert als overkoepelend orgaan voor atletiek in Nederland. Loopsport maakt hiervan onderdeel uit. De KNAU richt zich op atletiekverenigingen, loopgroepen en op individuele, ongeorganiseerde lopers. Op dit moment telt zij ongeveer 92.000 leden, waarvan het overgrote deel atletiekvereniging is. Tot op heden zijn er 3.500 individuele lopers geregistreerd. Er zijn geen specifieke gegevens bekend over de omvang van het aantal hardlopers in Nederland. Duidelijk is echter wel dat er in Nederland honderdduizenden mensen regelmatig hardlopen. Verreweg de meeste hardlopers beoefenen de sport ongeorganiseerd. Het hardloopgedrag van mensen varieert sterk. Mensen die actief voor hardlopen als sport kiezen, gaan vaak één of meerdere keren per week hardlopen. Over het algemeen loopt men dan tenminste een uur en legt daarbij een afstand af van ongeveer 10 kilometer. In bepaalde gevallen kan men gebruik maken van gemarkeerde hard-
12
looproutes, zoals er vanaf 2001 een aantal tot stand is gekomen met medewerking van de KNAU en de Nederlandse Hartstichting. Ook de gemeente Almere heeft een dergelijke hardlooproute. In de meeste gevallen bepalen mensen echter zelf hun route en afstand. Ze maken daarbij gebruik van de openbare infrastructuur. Hiernaast worden er hardloopevenementen georganiseerd zoals bijvoorbeeld marathons en triathlons. Deze evenementen staan open voor alle geïnteresseerden. Iedereen kan zich hier naar eigen inzicht op voorbereiden. Bij dergelijke evenementen kan sprake zijn van omvangrijke bezoekersaantallen.
2.6 Toekomst Het Handboek Wandelvoorzieningen (WIRO, 2002) geeft aan dat het aantal participanten de komende jaren sterk toe zal nemen. Enerzijds wordt dat veroorzaakt door het gezondheidsideaal. Dit ideaal kan de aanleiding zijn om te gaan wandelen of te gaan hardlopen. Anderzijds maakt het veelal ongeorganiseerde karakter wandelen en hardlopen op elke gewenste tijd en plaats mogelijk. In de hedendaagse maatschappij maakt dat het tot makkelijk inpasbare recreatievormen. Naast voorgaande ontwikkelingen, die leiden tot een toename van de participatie, zijn er enkele andere tendensen waarneembaar: • Het aantal ouderen zal in de loop der jaren procentueel toenemen. Veel van deze senioren houden van wandelen en fietsen in het landelijk gebied. Dit betekent dat wandelroutes en –voorzieningen meer afgestemd moeten worden op de eisen van deze groep wandelaars. • Het beleven van natuur en cultuur is “in”, wat betekent dat wandelroutes meer moeten kunnen bieden dan het wandelen langs een uitgezette wandelroute. • Er is een toenemende vraag naar recreatiemogelijkheden in de directe omgeving van de woning en de stad. Deze recreatieve vraag komt voort uit de behoefte aan een korte tot middellange wandeling (5 à 10 km.). Uiteraard geldt hetzelfde voor sportief wandelen en hardlopen in de woonomgeving. • Het wandelgedrag zal zich niet in de richting van één doelgroep ontwikkelen, maar meer uiteen gaan lopen. De diversiteit van gebruik stelt uiteenlopende eisen aan het aanbod van infrastructuur en hulpmiddelen (Stichting Wandelplatform – LAW, 2000). • Volgens TNO (2001) zal de markt voor sportief wandelen de komende jaren gaan groeien.
3
Beleidsomgeving wandelen en hardlopen
In dit hoofdstuk komen de partijen aan de orde die in meer of mindere mate invloed uitoefenen op het toeristisch en recreatief beleid van de gemeente Almere.
3.1 Europees beleid In EU-verband wordt aan recreatie vooralsnog weinig aandacht besteed. Recreatie en toerisme zijn niet opgenomen in het EU-verdrag. Een belangrijk (financieel) hulpmiddel bij het uitvoeren van gemeentelijk en provinciaal beleid in Flevoland is het Europese steunprogramma 2000 – 2006, neergelegd in het Enkelvoudig Programmerings Document (EPD). In dit document zijn verschillende maatregelen opgenomen waaraan EU-subsidies kunnen worden gekoppeld. Hierbij dient sprake te zijn van cofinanciering door overheden en/of private partijen. In het kader van het plan wandelen en hardlopen is de volgende EPD-maatregel van groot belang: 1. Versterking karakter landelijk gebied. Met deze maatregel wordt beoogd de overgang van stedelijk naar landelijk gebied te verbeteren. De aandacht gaat daarbij uit naar de inrichting van stadsrandzones en de ontsluiting daarvan via natuur-, fiets-, wandelen ruiterpaden. Andere maatregelen die van belang zijn m.b.t. een verdere ontwikkeling van de sector recreatie & toerisme zijn: 2. Herstucturering en ontwikkeling stedelijke gebieden. 3. Bevordering leefbaarheid landelijk gebied. 4. Verbetering kwaliteit natuurwaarden landelijk gebied.
tweedeling bijdraagt aan een versnipperd toeristisch recreatief beleid, heeft de regering een integrale nationale beleidsbrief toerisme en recreatie opgesteld (2001). Beleidsbrief Landbouw, Natuurbeheer en Visserij & Economische Zaken In de beleidsbrief wordt aangegeven dat er sprake is van een onbalans tussen rood (verstedelijking en infrastructuur) en groen in stedelijke gebieden. Er wordt gestreefd naar een evenwichtiger verdeling van de hoeveelheid groen en een betere kwaliteit van dit groen in en om de stad. Het is belangrijk om beter aan te sluiten bij de behoeften van doelgroepen, die meer dan gemiddeld zijn aangewezen op recreatievoorzieningen dicht bij huis (bijv. jongeren, ouderen, gehandicapten). Hiervoor geldt een taakstelling om te komen tot meer hoogwaardig groen dat recreatief aantrekkelijk en goed toegankelijk is. Met betrekking tot recreatie in de landelijke gebieden wordt aangegeven dat ook hier aandacht geschonken moet worden aan de kwaliteit en toegankelijkheid van bos- en natuurgebieden en agrarisch cultuurlandschap. Er wordt gesproken over recreatieve dooradering van het landelijk gebied. De bos- en natuurgebieden die deel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) zijn van groot belang voor recreanten. Natuurdoelstellingen worden in deze gebieden zoveel mogelijk gecombineerd met recreatiedoelstellingen. De in “Natuur voor mensen, mensen voor natuur” voorgestane kwaliteitsverhoging in de EHS zal de bruikbaarheid van de EHS voor wandelaars en hardlopers verder vergroten.
Almere heeft een EU-subsidie ontvangen voor de realisatie van een thematisch streekpad: het Almerepad (2002). Ook in de resterende periode van het EPD zijn er mogelijkheden voor subsidiëring van wandelvoorzieningen in Almere.
3.2 Rijksbeleid Het rijksbeleid voor openluchtrecreatie wordt voornamelijk bepaald door het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Het ministerie van Economische Zaken geeft vorm aan het beleid voor toerisme. Aangezien deze
13
Tenslotte wijzen de ministeries in de beleidsbrief op de wenselijkheid van uitbreiding van de landelijke netwerken voor lange afstand wandelen fietspaden. Om daarnaast te voorzien in de behoefte aan kortere wandelingen kan gedacht worden aan het uitzetten van korte routes en/of het in ere herstellen van oude paden. Naast LNV en EZ heeft ook het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) te maken met recreatie en toerisme. Zij richt zich via sportbonden primair op de georganiseerde sport. Er is geen specifiek beleid geformuleerd voor wandelen en hardlopen. VWS bekijkt sportieve, recreatieve activiteiten vooral uit het oogpunt van gezondheid. Op ad hoc basis krijgen verschillende activiteiten aandacht in de vorm van acties en campagnes.
3.3 Provinciaal beleid Omgevingsplan Flevoland (2000) Het provinciaal beleid is erop gericht de recreatiemogelijkheden in en nabij de woonomgeving te vergroten. De relatie van steden met voorzieningen voor wandelen, fietsen, paardrijden en kanoën is onvoldoende ontwikkeld. De Flevolander legt grote afstanden af om recreatiegebieden te bereiken. Ook in het landelijk gebied moeten de recreatieve infrastructuur en de bereikbaarheid van voorzieningen verbeterd worden. De verdere ontwikkeling van het wandel-, fietsen ruiterpadennet en het aansluiten daarvan op landelijke netwerken, wordt van groot belang geacht. Daarnaast wordt de nadruk gelegd op het bevorderen van natuurrecreatie in bestaande en in te ontwikkelen natuurgebieden. De provincie geeft aan dat de zorg voor stedelijke recreatie vooral een gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Beleids– en Actieplan Recreatie en Toerisme – Concept (2002) Ook in deze nota wordt aangegeven dat de samenhang en de kwaliteit van het landelijk gebied m.b.t. wandelen onvoldoende is. Routes en verbindingen zijn hierin belangrijke elementen. Het lange afstand wandelpad “Flevopad” (LAW-1-5) wordt onvoldoende gebruikt, gekend en onderhouden. Er is te weinig samenhang met aan de route grenzende recreatievoorzieningen en als toeristisch product is het zwak ontwikkeld. Aangezien de beleving van het Flevolandse landschap op wandelgebied de moeite waard is, krijgt het Flevopad een kwaliteitsimpuls en zal de naam veranderen in Pionierspad. Naast het lange afstand wandelpad zijn er talloze rondwandelingen in bossen en natuurterreinen. Landschapsbeheerders zorgen voor een goed aanbod. Niettemin blijven marketing, markering en bewegwijzering aandachtspunten.
14
Het toeristisch recreatief beleid van de gemeente Almere wordt in hoofdstuk 6 nader besproken.
3.4 Extern kader Naast verschillende overheden zijn er andere organisaties die invloed hebben op de wandelmogelijkheden en wandelinfrastructuur in Nederland. Stichting Wandelplatform – LAW De Stichting Wandelplatform – LAW is een koepelorganisatie van vijftien organisaties die samenwerken op het gebied van wandelen. Aangesloten zijn onder meer de ANWB, de Nederlandse Wandelsport Bond en 3VO (Voetgangersvereniging). In haar beleidsvisie 2000 – 2010 formuleert het Wandelplatform een aantal speerpunten. De volgende speerpunten zijn in het kader van dit rapport van belang: • Wandelen wordt meer in verband gebracht met maatschappelijke thema’s die de komende jaren van betekenis zullen zijn: gezondheid, sport en duurzaamheid. • Aangezien er niet één soort wandelervaring of één soort wandelgedrag bestaat, is het belangrijk rekening te houden met verschillende doelgroepen en de eisen die zij stellen aan hun wandelomgeving. Bepaalde groepen behoeven meer aandacht dan andere, bijv. ouderen, gehandicapten en allochtonen. • De wandelbaarheid van de groene ruimte staat onder druk. Hier wordt aandacht voor gevraagd. • Ten behoeve van de verkeersveiligheid wordt bij weg- en terreinbeheerders aangedrongen op scheiding van functies, zowel in ruimte als in tijd. • De komende jaren wordt ingezet op het realiseren van aantrekkelijke en verkeersveilige wandelverbindingen en wandelzones tussen stad en land, teneinde de wandelmogelijkheden dicht bij huis te verbeteren. Daarbij wordt tevens aandacht besteed aan het opheffen van infrastructurele barrières voor wandelaars. • Er wordt gestreefd naar het opstellen van richtlijnen voor herkenbare bewegwijzering. • De nadruk wordt niet meer gelegd op het uitbreiden van het netwerk lange afstand wandelpaden, maar op kwaliteitsverbetering van het huidige netwerk. Staatsbosbeheer (SBB) In 2000 heeft SBB de koepelvisie dagrecreatie opgesteld. De doelstellingen van SBB om zoveel mogelijk terreinen open te stellen, de basisvoorzieningen gratis aan te bieden en mensen meer in contact te brengen met natuur, leiden ertoe dat SBB zich meer en meer gaat richten op de stedelijke omgeving. Routegebonden recreatievormen, zoals wandelen en hardlopen, behoren
tot belangrijke elementen in het recreatief gebruik van de terreinen van SBB. SBB heeft de wandelpaden ingedeeld in een aantal categorieën, afgestemd op verschillende doelgroepen. Vervolgens zijn per categorie streefnormen geformuleerd. Deze streefnormen zijn opgenomen in bijlage I. Stichting Flevolandschap (SFL) SFL is een natuurbeschermingsorganisatie in Flevoland, die zich inzet voor het behoud, het beheer en de verdere ontwikkeling van natuurgebieden, bossen en landschapselementen. Zij maakt onderdeel uit van het overkoepelende samenwerkingsverband De Landschappen, waarin de twaalf provinciale landschappen samenwerken. SFL hanteert het motto ‘natuur dichtbij’. Zij probeert de natuur zo dicht mogelijk bij de mensen te brengen, zonder dat flora en fauna hieronder lijden. Er wordt gezocht naar een optimale balans tussen natuur, wonen en werken. Recreatie vormt echter niet het hoofddoel. Op terreinen van SFL bevinden zich verschillende wandel- en fietsroutes, toegankelijk voor publiek.
15
16
4
Vraag naar wandelen en hardlopen in Almere 4.1 Recreatief wandelen
4.1.1
Participatie
Almeerders blijken meer dan gemiddeld te wandelen. Ruim 84% van de Almeerse bevolking maakt zo nu en dan een wandeling (Gemeente Almere, 1995). Uitgaande van een bevolking van 165.000 inwoners kan geconcludeerd worden dat Almere 138.600 wandelaars telt. Wanneer landelijke onderzoeksgegevens worden geprojecteerd op de Almeerse bevolking kan geconcludeerd worden dat Almeerders 6,6 miljoen wandelingen per jaar maken. Ongeveer 283.000 wandelingen hiervan duren minimaal 2 uur en vinden plaats in Almere. Tijdens deze lange wandelingen in Almere zou dan theoretisch ¤ 803.720,- uitgegeven worden.
te vinden. Bijna 20% van de respondenten geeft aan dat hun reistijd naar het Almeerderhout meer dan een uur bedroeg. Enkele activiteiten die de bezoekers in het Almeerderhout ontplooien zijn wandelen en hardlopen. Om over concreter cijfermateriaal te kunnen beschikken, is het wenselijk (structureel) recreatie-onderzoek op locatie te doen. 4.1.2
Locatie
De volgende tabel geeft aan waar wandelende Almeerders hun activiteit ontplooien.
Locatie
%
Binnen eigen stadsdeel
40
Uitsluitend in andere stadsdelen
4
Uitsluitend in de buitenruimte Met betrekking tot de leeftijd van wandelaars kan gesteld worden dat Almeerse gegevens landelijke onderzoeken ondersteunen. Jongeren blijken minder te wandelen dan ouderen. Van de jongeren tot en met 24 jaar wandelt 67% af en toe en van de Almeerders van 64 jaar en ouder wandelt 84% regelmatig (Gemeente Almere, 1995). Opvallend is ook dat vrouwen meer wandelen dan mannen (Trendview, 2001). In het sportdeelname-onderzoek van Almere (Trendview, 2001) worden inwoners van verschillende stadsdelen op basis van hun deelname aan wandelen met elkaar vergeleken. Inwoners van Almere Stad wandelen het meest, gevolgd door de inwoners van Almere Haven en Almere Buiten. Veel mensen beoefenen verschillende sportieve activiteiten. Wandelen doen ze vaak naast het beoefenen van andere sporten. Voor ongeveer 5% van de Almeerders is wandelen de belangrijkste sportieve activiteit (Trendview, 2001). Naast wandelende Almeerders is er sprake van bezoekers die in Almere komen wandelen. Er zijn geen specifieke gegevens bekend over de omvang van deze groep. Enig inzicht geeft een recreatie-onderzoek in het Almeerderhout (Staatsbosbeheer, 2000). Hieruit blijkt dat de meeste recreanten uit Almere komen, maar dat steeds meer mensen uit de regio Amsterdam en Utrecht de weg naar de Almeerse bossen weten
17
Uitsluitend buiten Almere
7
Uitsluitend binnen de stadsdelen
8
Binnen eigen stadsdeel en in de buitenruimte
7
Binnen eigen stadsdeel en buiten Almere
4
Op meerdere plekken in Almere
8
Overal
5
Tabel 4.1 Locatie waar men wandelt (Gemeente Almere,1995) Een groot deel van de mensen wandelt in het eigen stadsdeel. Hierbij kan ervan uitgegaan worden dat het startpunt meestal de eigen woning is en dat er dikwijls sprake zal zijn van een ommetje. Ommetjes zijn wandelingen die maximaal 45 minuten duren. Mensen die alleen buiten Almere wandelen, geven aan dat ze wandelen buiten Almere aantrekkelijker vinden. Deze groep wandelaars is echter van beperkte omvang. Recreatieve wandelaars maken gebruik van uiteenlopende paden. Er wordt gewandeld in de stad en in de buitenruimte. Vaak is er sprake van een combinatie van verharde en onverharde paden. Men maakt gebruik van datgene wat men onderweg tegenkomt zoals trottoirs, wandelpaden, fietspaden, bermen etc.
17
Organisatie
Aantal publieksexcursies
IVN - Instituut Voor Natuur en milieu-educatie Stichting Flevolandschap (SFL)
Aantal schoolexcursies
12
-
6/7
30
15
25
-
400
Staatsbosbeheer (SBB) NME, Natuur en milieueducatie (gemeente Almere) Tabel 4.2 Publieks- en schoolexcursies op jaarbasis 4.1.3 Georganiseerd aanbod In Almere zijn verschillende groepen actief in het organiseren van recreatieve wandelingen. Daarbij gaat het vooral om natuurorganisaties die excursies organiseren. Bureau Natuur en Milieu Educatie (gemeente Almere) stelt samen met terreinbeheerders specifieke programma’s op voor scholen. De volgende tabel geeft inzicht in de georganiseerde natuurexcursies op jaarbasis. Uitgaande van een gemiddelde groepsgrootte van 20 personen nemen er jaarlijks bijna 10.000 mensen deel aan een natuurexcursie. De excursies zijn gericht op scholen en op de natuur- en omgevingsgerichte wandelaar. De echte “natuurkenner” gaat niet mee op excursie maar trekt zijn eigen plan. Naast natuurgerichte wandelingen worden er in Almere ook culturele wandelingen georganiseerd. Deze wandelingen worden gecoördineerd door de stichting CASLA (Centrum voor Architectuur, Stedenbouw en Landschap van Almere). De excursies vinden plaats op aanvraag. Voorbeelden zijn het bezoeken van “de Fantasie” of de Eilandenbuurt.
4.2 Wandelsport 4.2.1
deel te nemen aan de wandelsport. Zij zijn aangesloten bij een vereniging of club. De overgrote meerderheid van hen kiest voor sportief wandelen als activiteit. Hiernaast vinden er in Almere verschillende wandelsportevenementen plaats. Jaarlijks nemen ongeveer 7000 mensen deel aan deze evenementen. Uiteraard is er hierbij ook sprake van deelnemers van buiten Almere. 4.2.2
Locatie
Wandelsporters zijn medegebruikers van de openbare infrastructuur van Almere. Ze lopen het liefst op verharde paden. Het gaat daarbij niet altijd om specifieke voetpaden. Men maakt ook gebruik van fietspaden en rustige wegen. Er wordt zowel in de stad als in de buitengebieden gelopen. Voor grote wandelsportevenementen worden de routes vaak afgezet voor overig verkeer en/of is er op bepaalde plaatsen toezicht, bijvoorbeeld bij drukke oversteekplaatsen. Opvallend is dat er een sportief wandelclub is, die regelmatig gebruik maakt van de hardlooproute in het Beatrixpark. Geconstateerd wordt dat de hardlooproute geschikt is voor meerdere doeleinden, waaronder sportief wandelen.
Participatie 4.2.3
Georganiseerd aanbod
Er zijn weinig specifieke gegevens bekend omtrent de deelname van Almeerders aan wandelsport(evenementen) en sportief wandelen. De populariteit van deze takken van sport zal de komende jaren toenemen.
Op dit moment bestaat het wandelsportaanbod uit een wandelsportvereniging, diverse sportief wandelgroepen en verschillende evenementen.
De wandelsport kent zowel een georganiseerd als een ongeorganiseerd karakter. Onder georganiseerde wandelsport worden de wandelsportverenigingen en evenementen verstaan, alsmede de loopscholen en clubs waar sportief wandelen wordt aangeboden. De ongeorganiseerde wandelsporter beoefent de sport op eigen houtje.
Verenigingen en clubs Wandelsportvereniging Op Stap ’94 is een vereniging met een beperkt aantal leden. De belangrijkste activiteit van de vereniging bestaat uit het organiseren van de Voorjaarswandeling. Af en toe worden er andere wandelingen gemaakt. Er is geen sprake van wekelijkse of maandelijkse activiteiten. Het ontbreekt het bestuur van de vereniging aan menskracht en tijd om meer activiteiten te ontplooien.
Om toch enig inzicht te geven in de omvang van de wandelsport in Almere, is de georganiseerde tak nader bekeken. Ongeveer 250 Almeerders blijken regelmatig georganiseerd
18
Sportief wandelen wordt aangeboden door verschillende clubs en loopscholen. De grootste zijn Trim Slim Fitness, waar naar schatting
Evenement
Organisator
Jaargetijde Lengte in km
Voorjaarswandeling
Op Stap ‘94
Voorjaar
5,10,15,20,30 of 40
Avondvierdaagse
Comité Avondvierdaagse
Zomer
5 of 10
Z… tot Z… Tocht
Stichting van Z.. tot Z.. Tocht Najaar
110
Aantal deelnemers 525 6000 207
Tabel 4.3 Wandelsportevenementen in Almere (2002) zo’n 200 mensen sportief wandelen, en Wandelclub Wandalmere die zo’n 50 deelnemers telt. Tijdens de trainingen wordt door middel van techniek gewerkt aan het lichaam en aan het uithoudingsvermogen. Evenementen De volgende tabel geeft inzicht in de grootste wandelsportevenementen waar Almere jaarlijks mee te maken heeft. De Voorjaarswandeling wordt georganiseerd door wandelsportvereniging Op Stap ’94 en vindt plaats onder auspiciën van de NWB (Nederlandse Wandelsport Bond) en de NHWB (Noord Hollandse Wandel Bond). De route wordt ieder jaar aangepast. Deelnemers gebruiken de wandeling om te trainen voor evenementen als de Nijmeegse Vierdaagse en om kennis te maken met de omgeving van Almere. De Avondvierdaagse richt zich met name op de jeugd van Almere. De routes worden in drie verschillende stadsdelen gelopen (Haven, Stad en Buiten) en ieder vierde jaar weer aangepast. Deelnemers kunnen de routes in hun eigen stadsdeel lopen. Het zijn met name groepen schoolkinderen die meedoen met de Avondvierdaagse. Uit de tabel blijkt dat de Avondvierdaagse het meest omvangrijke wandelsportevenement van Almere is. De deelnemers komen bijna allemaal uit Almere. Het Comité Avondvierdaagse geeft aan dat het enthousiasme van scholen afneemt. Almere Haven kent een dalend aantal deelnemers, aangezien de vergrijzing daar het eerst gevolgen heeft. Haven is immers het eerste en oudste stadsdeel van Almere. In Stad is het aantal deelnemers constant en in Buiten groeit het aantal deelnemers. Wellicht komen er op termijn ook startplaatsen in de nieuwe stadsdelen Poort, Pampus en Hout. De organisatie van de Avondvierdaagse ligt in handen van een aantal vrijwilligers. De gemeente verleent ondersteuning in de vorm van een financiële bijdrage. Het derde wandelsportevenement waar Almere jaarlijks mee te maken heeft is de van Z… tot Z… Tocht. De route start en eindigt in Zeewolde. Onderweg worden verschillende Flevolandse gemeenten aangedaan, waaronder Almere. Het deelnemeraantal neemt ieder jaar toe.
4.3 Hardlopen 4.3.1
Participatie
Uit het sportdeelname-onderzoek (Trendview, 2001) blijkt dat hardlopen in Almere populair is. In de rij van beoefende sporten neemt hardlopen een vijfde plaats in. Ruim 10% van de Almeerders heeft het afgelopen jaar hardgelopen. Wanneer dit percentage wordt toegepast op de huidige Almeerse bevolking, blijkt dat het hier gaat om ruim 16.500 mensen. Uit een vergelijking tussen de verschillende stadsdelen blijkt dat de inwoners van Almere Stad het meest hardlopen, te weten 11,5%. Almere Buiten volgt hierop met een deelname-percentage van 8,9% en in Almere Haven wordt het minst hardgelopen, te weten 7,0%. Vaak beoefenen mensen verschillende sporten naast elkaar. Voor ruim 6% van de Almeerders is hardlopen de belangrijkste en meest beoefende sport. Het gaat dan om 10.000 mensen. Opvallend is dat er meer mannen dan vrouwen hardlopen. Mensen tussen de 25 en 55 jaar zijn de meest fervente hardlopers (Trendview, 2001). Verreweg de meeste hardlopers beoefenen hun sport ongeorganiseerd. Hiernaast vinden er in Almere verschillende hardloopevenementen plaats. De grootste evenementen in Almere zijn de Marathon, de Holland Triathlon en de MS-loop. In totaal kennen zij jaarlijks 2300 deelnemers. De deelnemers zijn afkomstig uit binnen- en buitenland. 4.3.2
Locatie
Hardlopers maken gebruik van de openbare infrastructuur. Voetpaden, fietspaden, rustige weggetjes, bospaden etc. worden hierbij afwisselend gebruikt. Er wordt zowel in de stad als in de buitengebieden gelopen. Hardlopers geven de voorkeur aan het afwisselen van verharde en onverharde paden, aangezien hiermee blessures voorkomen kunnen worden. Voor hardloopevenementen worden de routes veelal afgezet voor overig verkeer. Bij belangrijke oversteekplaatsen en knooppunten is vaak bewaking aanwezig.
19
4.3.3
Georganiseerd aanbod
Verenigingen en clubs In Almere bestaan talloze verenigingen en loopscholen waar hardlopen wordt aangeboden. Hierbij valt te denken aan atletiekvereniging Almere ’81, Fitnesscentrum the Wave, loopscholen als de Bazuin, Just Run, de Groep, Trim Slim Fitness etc. Deze groepen bieden wekelijks hardlooptrainingen aan.
van Almere. In 2002 heeft de 20ste Almeerse editie plaatsgevonden. Het loopparcours wordt momenteel gevormd door 3 rondes van 14 km. Door het omvangrijke aantal bezoekers is de Holland Triathlon al jaren één van de belangrijkste evenementen in Almere. Met ondersteuning van de gemeente wordt de triathlon verder geprofessionaliseerd, waarbij tevens een mogelijke samenwerking tussen de marathon en de triathlon onderzocht wordt. Het derde grootschalige hardloopevenement is de MS-loop. Ook dit evenement vindt plaats in Almere Haven.
4.4 Conclusie
De meeste loopgroepen kennen een vast verzamel- of vertrekpunt, zoals een clubgebouw, een park of een buurtcentrum. Tijdens de trainingen wordt gebruik gemaakt van de openbare infrastructuur. Atletiekvereniging Almere ’81 heeft de beschikking over een eigen terrein met atletiekbaan, waar hardloopactiviteiten plaatsvinden. Het is niet bekend hoeveel Almeerders daadwerkelijk zijn aangesloten bij een loopgroep of vereniging. Ingeschat wordt dat het hier gaat om enkele honderden hardlopers. Duidelijk is echter wel dat mensen voldoende mogelijkheden hebben om zich hierbij aan te sluiten. Evenementen De loopgroepen en verenigingen organiseren bijna allemaal één of meerdere evenementen per jaar. Voorbeelden hiervan zijn de Eemmeerloop, de IJsselmeerloop, de Polderloop en de 30 van Almere. De meest grootschalige evenementen zijn de Marathon, de Holland Triathlon en de MS-loop. De Almere Marathon heeft inmiddels 6 keer plaatsgevonden. Het traject van de marathon voert door de stadsdelen Haven en Stad. De Triathlon vindt plaats in Almere Haven en was het eerste grootschalige hardloopevenement
Recreatief wandelen Met betrekking tot recreatief wandelen kan gezegd worden dat Almeerders meer dan gemiddeld wandelen. Opvallend is echter wel dat mensen met name in hun eigen stadsdeel wandelen. Startpunt is hierbij vaak de eigen woning. Onbekendheid met de buitengebieden kan hierbij een rol spelen. Om wandelen te stimuleren, lijkt het zinvol de aandacht te vestigen op buitengebieden en de recreatieve mogelijkheden aldaar. Wandelsport Zowel de ongeorganiseerde als de georganiseerde wandelsporter heeft in Almere voldoende mogelijkheden om de sport te beoefenen. De huidige verenigingen en clubs voldoen aan de vraag. Wat de wandelsportevenementen betreft, wordt geconcludeerd dat met name de Avondvierdaagse een belangrijk evenement voor de Almeerse jeugd is. Het is belangrijk dit evenement in stand te houden en eventueel uit te breiden. Hardlopen Hardlopen is populair in Almere. Zowel de ongeorganiseerde als de georganiseerde hardloper heeft een scala aan mogelijkheden tot zijn beschikking. Hardloopevenementen geven Almere meer (sportieve) bekendheid. Bovendien zorgen zij voor een economische impuls. Evenementen kunnen elkaar versterken. Met ondersteuning van de gemeente wordt de Holland Triathlon verder geprofessionaliseerd.
Evenement
Organisator
Jaargetijde
Almere Marathon
Stichting Almere Marathon
Voorjaar
Holland Triathlon
Stichting Holland Triathlon
Zomer
400
90.000
MS Loop
Stichting 24 uur van Almere
Najaar
400
Onbekend
Tabel 4.4 Grootschalige hardloopevenementen in Almere (2002)
20
Aantal deelnemers 1500
Aantal bezoekers 20.000
5
Voorzieningen en knelpunten in Almere 5.1 Algemene wandelinfrastructuur
Naast specifieke wandel- en hardlooproutes, maken wandelaars en hardlopers veel gebruik van bermen, fietspaden, rustige wegen etc. Verschillende mogelijkheden worden gecombineerd om een rondje te lopen. Het complete netwerk van mogelijkheden is zeer fijnmazig. Het voert hier te ver om al deze mogelijkheden in kaart te brengen. Het is echter wel mogelijk een algemeen beeld te schetsen van de huidige wandelinfrastructuur in Almere. Deze infrastructuur is matig ontwikkeld. Aangezien Almere een stad in ontwikkeling is en het aantal inwoners de komende jaren verder zal toenemen, wordt verwacht dat de druk op de infrastructuur zal toenemen. Het is van belang dat de wandelinfrastructuur met de stad meegroeit. Bovendien zullen mensen steeds hogere eisen gaan stellen aan de voorzieningen. Dit houdt in dat er een kwaliteitsverbetering plaats moet vinden en dat het stelsel van wandelpaden uitgebreid moet worden. SBB onderschrijft het belang van kwalitatief betere paden en voorzieningen met het oog op de groeiende bevolking. SFL geeft aan dat ‘toerisme en recreatie’ een gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Zij verwacht dat de gemeente hierin het voortouw zal nemen en zich sterk zal maken voor ‘toerisme en recreatie’ in de gebieden van verschillende beheerders. Dit geldt ook voor kwaliteitsverbetering en uitbreiding van de wandelinfrastructuur. Knelpunten: 1. Ontbrekende paden. Geconstateerd wordt dat er in verschillende gebieden geen of te weinig wandelpaden liggen. Dit geldt bijvoorbeeld voor het Vogeleiland in het Weerwater, de bufferzone tussen ecozone en bedrijventerrein De Vaart IV-VI etc. Daarnaast gaat de aandacht uit naar wandelpaden in nieuw te ontwikkelen gebieden. 2. Kwaliteit van de paden De wandelinfrastructuur bestaat voor een belangrijk deel uit onverharde paden. In natte perioden zijn deze paden drassig en slecht begaanbaar. Voor veel gebruikte paden is een betere ondergrond wenselijk.
3. Gecombineerde gebruikersgroepen Op veel plaatsen zijn wandelaars gedwongen om gebruik te maken van fietspaden. Het scheiden van de verschillende gebruikersgroepen komt de verkeersveiligheid en de beleving ten goede. Er is met name behoefte aan meer vrijliggende voetpaden die stadsdelen / woonwijken en wandelroutes met elkaar verbinden. De aandacht gaat daarbij op de eerste plaats uit naar: • De dijken - Gooimeerdijk West. • Verbindingen Stad – Haven - Bergsmapad, Fontanapad en Burgerpad. • Verbindingen Stad – Buiten - Spoorbaanpad en Pirellipad. Bovengenoemde verbindingen maken onderdeel uit van stadscorridors en speerpuntgebieden, zoals onderscheiden in het toeristisch recreatief beleidsplan (Gemeente Almere, 1996). Stadscorridors bestaan uit langzaam – verkeersverbindingen met een hoge gebruiksintensiteit, die op aantrekkelijke wijze landschappelijk zijn aangekleed. Zij zorgen voor verbinding en samenhang tussen verschillende leefomgevingen. Speerpuntgebieden zijn gebieden die vanuit toeristisch-recreatief perspectief (in potentie) aantrekkelijke gebieden zijn voor activiteiten of vestigingen. Het beleid voor de speerpuntgebieden is o.a. het plegen van gerichte voorwaardenscheppende investeringen in de infrastructuur en nutsvoorzieningen teneinde ontwikkelingen op gang te brengen. 4. Ontbreken van verlichting Wandelaars gaan meestal overdag wandelen. Hardlopers daarentegen beoefenen de sport ook vaak in de avonduren. Daarom is het met name voor hardlopers van belang dat zij gebruik kunnen maken van verlichte trajecten. Het meest interessant zijn rondgaande trajecten die over de gehele lengte verlicht zijn. Knelpunten die in dit kader gesignaleerd zijn: • De fietspaden langs de Vaarten. • Hardlooproute om de Leeghwaterplas (m.n. Humberpad).
5.2 Routes Almere kent een groot aantal bewegwijzerde en/of beschreven wandel- en hardlooproutes. Deze routes worden samengesteld en beheerd door verschillende instanties. Ongeveer 22%
21
van de Almeerse wandelaars maakt gebruik van deze wandelroutes (Gemeente Almere, 1995). Uit landelijk onderzoek (Katteler en Kropman, 1977) blijkt dat circa 14% van de wandelaars de voorkeur geeft aan gemarkeerde of beschreven wandelroutes. Meer recente cijfers over het gebruik van gemarkeerde routes zijn niet beschikbaar. Naam
Lengte(km)
Het lijkt erop dat de Almeerder meer dan gemiddelde interesse heeft in gemarkeerde wandelroutes. Almeerders die niet kiezen voor een gemarkeerde wandelroute, stippelen liever zelf hun route uit (39%). Daarnaast is 19% niet bekend met het bestaan van gemarkeerde routes (Gemeente Almere, 1995).
Bewegwijzerd Beschreven
Uitgegeven door
1 Almerepad – Beginbos
9
Ja
Ja
Wandelplatform -LAW
2 Almerepad – Kasteel Almere
6
Ja
Ja
Wandelplatform -LAW
3 Almerepad – Waterlandse Bos
8
Ja
Ja
Wandelplatform -LAW
12
Ja
Ja
Wandelplatform -LAW
8
Ja
Ja
Wandelplatform -LAW
6 Almerepad – Buitenhout
12
Ja
Ja
Wandelplatform -LAW
7 Almerepad – Kotterbos
11
Ja
Ja
Wandelplatform -LAW
4 Almerepad – Cirkelbos 5 Almerepad – De Groene Kathedraal
8 Almerepad – Oostvaardersplassen
9
Ja
Ja
Wandelplatform -LAW
9 Almerepad – Lepelaarplassen
16
Ja
Ja
Wandelplatform -LAW
10 Almerepad – Leeghwaterplas
8
Ja
Ja
Wandelplatform -LAW
11 Almerepad – Beatrixpark
4
Ja
Ja
Wandelplatform -LAW
12 Almerepad – Pampushout, Kromslootpark 15
Ja
Ja
Wandelplatform -LAW
13 Parkwijk en Filmwijk
Onbekend
Nee
Ja
CASLA
14 Muziekwijk en Stedenwijk
Onbekend
Nee
Ja
CASLA
15 Regenboogbuurt
Onbekend
Nee
Ja
CASLA
16 Buitenlanenroute
3,4
Ja
Ja
SBB & IVN
17 Gele route
3,5
Ja
Nee
SBB
18 Blauwe route
3,5
Ja
Nee
SBB
19 Esdoornroute
2
Ja
Nee
SBB
20 Natuurpad
3,5
Ja
Nee
SBB
21 Bruggenroute
3,5
Ja
Nee
SBB
22 Triproute
1,5
Ja
Nee
SBB
3
Ja
Nee
SBB
23 Clematisroute 24 Natte Pad
3,5
Ja
Ja
SBB & IVN
25 Kathedralenroute
2,5
Ja
Nee
SBB
26 Landgoedpad
3
Ja
Nee
SBB
27 Populierenroute
5
Ja
Nee
SBB
28 Eikenroute
3,5
Ja
Nee
SBB
29 Wilgenbos
3,4
Ja
Nee
SFL
30 Route observatiehut Lepelaarplassen
3,6
Ja
Nee
SFL
31 Pampushoutpad Noord
3,7
Ja
Nee
SFL
32 Pampushoutpad Zuid
4,2
Ja
Nee
SFL
33 Vroege Vogelpad
3,5
Ja
Ja
IVN
34 Grachtenwandeling
4,5
Nee
Ja
IVN
5
Nee
Ja
IVN
35 De Stadsgrachten 36 Beatrixpark
Nee
Ja
IVN
37 Hardlooproute Beatrixpark
Onbekend 3
Ja
Ja
KNAU / Gem. Almere
38 Hardlooproute Weerwater
7
Nee
Ja
Gemeente Almere
39 Hardlooproute Leeghwaterplas
3
Nee
Ja
Gemeente Almere
Tabel 5.1 Aanbod van bewegwijzerde en/of beschreven wandel- en hardlooproutes in Almere
22
Achterin dit rapport is een kaart opgenomen waarop alle bewegwijzerde en/of beschreven wandel- en hardlooproutes in Almere zijn weergegeven. Door middel van dubbele lijnen wordt duidelijk welke trajecten worden gebruikt voor verschillende recreatieve routes. Indien een traject meerdere keren gebruikt wordt, kan dit betekenen dat het een aantrekkelijke route is of dat het de enige verbinding is. Almerepad In 2002 heeft de gemeente in samenwerking met de Stichting Wandelplatform – LAW het Almerepad gerealiseerd. Het Almerepad is een thematisch streekpad dat aansluit op en past binnen het landelijk netwerk van doorgaande wandelroutes in Nederland. De route bestaat uit 12 trajecten die, afzonderlijk of aan elkaar gekoppeld, gelopen kunnen worden. Elk starten eindpunt is goed bereikbaar per openbaar vervoer en per auto. Aangezien Almere een stad in ontwikkeling is, zal het tracé van het Almerepad in de komende jaren nog aangepast worden. Om de route te optimaliseren is het wenselijk een aantal knelpunten op te lossen. De Stichting Wandelplatform – LAW heeft hiervoor een kansen- en knelpunten-notitie opgesteld (Bijlage II). Flevopad / Pionierspad Parallel aan de optimalisering van het Almerepad, vindt aanpassing van het Flevopad plaats. Dit lange afstand wandelpad, deel 2 van LAW 1, legt de verbinding tussen Steenwijk en Muiden. Het Flevopad is een onbekend traject dat slechts door weinigen wordt gebruikt. Op dit moment wordt gewerkt aan de realisatie van het Pionierspad, dat het Flevopad zal vervangen. Initiatiefnemer in deze is de Stichting Wandelplatform – LAW. Het Pionierspad wordt gecombineerd met een aantal korte rondgaande wandelingen op en rond boerderijen en (agro-)toeristische knooppunten. Het wandelaanbod wordt op deze manier uitgebreid en gediversificeerd. Waar mogelijk wordt aangesloten op het Almerepad. Op deze manier kunnen beide paden elkaar versterken. De gemeente ondersteunt dit initiatief. Zowel het Almerepad als het toekomstige Pionierspad vergroten de toegankelijkheid van stadsranden en buitengebieden voor recreanten. Het belang hiervan wordt tevens onderstreept in het Rijksbeleid en het Provinciaal beleid. Het Almerepad en het Pionierspad spelen in op de behoefte van verschillende gebruikersgroepen. Het gaat hier echter vooral om stevige wandelingen en de routes zijn niet geschikt voor de ‘fysiek beperkte wandelaar’. Architectuurwandelingen CASLA heeft zich ten doel gesteld mensen te informeren over de Almeerse architectuur. Tot op heden heeft CASLA drie stadswandelingen samengesteld. CASLA streeft ernaar, om met
de groei van Almere, meer stadswandelingen uit te zetten. De eerstvolgende wandeling zal zich waarschijnlijk richten op de Eilandenbuurt (Bouwexpo 2001). CASLA voorziet in de behoefte van de ‘stadswandelaar’, alsmede de hobbymatige en/of beroepsmatige “architectuur-kenners”. Natuurwandelingen Het IVN (Instituut voor Natuur en milieu-educatie) heeft in totaal 7 natuurwandelingen uitgezet. De doelgroep van het IVN wordt gevormd door natuurliefhebbers. De wandelingen van SBB (Staatsbosbeheer) voeren door bos- en natuurterreinen. In Almere is sprake van een tiental wandelroutes, verspreid in het Almeerderhout en het Kromslootpark. Een tweetal routes ligt in het Kotterbos, op grondgebied van de gemeente Lelystad. Deze routes zijn toch op de kaart opgenomen, aangezien het Kotterbos op korte afstand van Almere ligt. Daarmee kunnen deze routes ook van belang zijn voor Almeerders. Daarnaast worden er vanaf 2003 in het overgangsgebied Almere – Oostvaardersplassen nieuwe wandelpaden en –routes gerealiseerd. De wandelingen van SBB zijn door hun beperkte lengte toegankelijk voor een breed publiek. Elke route is bovendien bereikbaar voor de automobilist. Parkeerplaatsen bevinden zich in de buurt van de routes. Volgens SBB maken wandelaars regelmatig gebruik van de routes in het buitengebied. Daarbij gaat het met name om inwoners van Almere. Het Natuurpad, Natte Pad en het Bruggenpad blijken populaire routes te zijn, evenals de Clematisroute. Deze laatste route wordt veel gebruikt door mensen met honden, aangezien honden hier niet aan de lijn hoeven. SFL (Stichting Flevolandschap) heeft een viertal wandelroutes uitgezet in het Pampushout, het Wilgenbos en de Lepelaarplassen. De routes zijn gericht op natuurliefhebbers, in dit rapport betiteld als ‘natuur- en omgevingsgerichte wandelaar’. SFL laat weten dat het gebruik van wandelpaden moeilijk is in te schatten. De paden in het Pampushout worden het meest gebruikt. Mensen maken daarbij gebruik van specifieke wandelpaden in combinatie met andere bospaden. Het lijkt daarbij vooral te gaan om mensen uit nabijgelegen woonwijken die bijvoorbeeld hun hond uitlaten. De route naar het observatiepunt in de Lepelaarplassen wordt met name in de zomer gebruikt. Het minst populair lijkt wandelen in het Wilgenbos te zijn. Geconcludeerd wordt dat vooral de recreatieve wandelaar goed bediend wordt met de natuurwandelingen. Veel gebruikersgroepen maken gebruik van natuurwandelingen. De stadswandelaar en de fysiek beperkte wandelaar komen hier echter minder aan hun trekken.
23
De kaart achterin dit rapport laat zien dat de wandelroutes in Almere verschillende stadsdelen en buitengebieden aandoen. Het aanbod van routes is divers. Met name de buitengebieden kennen een breed scala aan wandelmogelijkheden. Bovendien zorgen de aanwezige groenstructuren er voor dat bijna iedereen een “snel” groen ommetje vanuit de woning kan maken. Het is van belang deze structuren en mogelijkheden te handhaven. Uitbreiding van de routes is wenselijk in het kader van de groei van Almere. Hardlooproutes In 2001 heeft de gemeente de brochure “Run for fun” uitgegeven, waarin drie hardlooproutes zijn opgenomen: 1. Beatrix looproute Om sporters de gelegenheid te bieden hun sport op een sociaal- en verkeersveilige manier te beoefenen, is er in samenwerking met de KNAU een looproute in het Beatrixpark gerealiseerd. De route is voorzien van verlichting en op drie trefpunten zijn informatieborden geplaatst. De route wordt veelvuldig gebruikt. Door de lengte is de route geschikt voor uiteenlopende groepen lopers. Gebruikers zijn met name de ongeorganiseerde lopers. 2. Rondje Weerwater Door zijn lengte is deze route met name geschikt voor de gevorderde loper. Aangezien het hele traject is voorzien van verlichting, is het zowel overdag als ’s avonds een sociaal veilige route. Lopers kunnen op vele punten starten. Het rondje Weerwater is een populair traject. De indruk bestaat dat deze route met name gebruikt wordt door ongeorganiseerde lopers. 3. Looproute Leeghwaterplas Het rondje om de Leeghwaterplas is minder geschikt voor sportieve activiteiten in de avonduren. Verlichting van het traject ontbreekt.
realiseren van een voetgangersoversteek (zebrapad) ter hoogte kruising Oosterdreef. •Traject Almere Hout. De aanleg van trappenpaden op bruglichaam van brug Vogelweg over Hoge Vaart. •Traject Almere Buiten – Almere De Vaart. Het realiseren van een veilige oversteekplaats over Grote Vaartweg ter hoogte van de rotonde (net onder bufferzone). • Traject Almere Buiten – Almere De Vaart. Het plaatsen van een bruggetje tussen het fietspad langs de Grote Vaartweg en de wandelpaden in het Wilgenbos. 2. Wandelmogelijkheden voor specifieke doelgroepen De wandelmogelijkheden voor fysiek beperkten en voor liefhebbers van struinnatuur zijn onvoldoende ontwikkeld. 3. Rustpunten en voorzieningen In de buitengebieden ontbreekt het aan voldoende rustpunten en andere voorzieningen zoals horecagelegenheden. Het aantal rustpunten in de buitengebieden wordt overigens voor de zomer van 2003 uitgebreid door het plaatsen van zitbanken en picknicktafels. Horecagelegenheden zouden gerealiseerd kunnen worden op knooppunten van verschillende recreatieve routes. 4. Beperkt aanbod hardlooproutes Het aantal hardlooproutes is beperkt en ze zijn geconcentreerd in Almere Stad.
Er is weinig bekend over de tevredenheid m.b.t. de hardlooproutes. Er komen weinig tot geen klachten binnen. Op de kaart is zichtbaar dat de hardlooproutes geconcentreerd zijn in Almere Stad. Het ontbreken van hardlooproutes in andere stadsdelen, betekent dat mensen een grotere afstand moeten afleggen om een hardlooproute te bereiken. Alternatief is het zelf uitstippelen van een traject in woonomgeving of buitengebied.
5.3 Beheer en onderhoud Knelpunten: 1. Almerepad Het tracé van het Almerepad behoeft aanpassing naar gelang de stad zich verder ontwikkelt. Bovendien is het belangrijke enkele knelpunten weg te nemen. De belangrijkste knelpunten zijn: •Traject Almere CS – Almere Haven. Het
24
De wandelinfrastructuur in Almere wordt beheerd door verschillende instanties, te weten de gemeente, Staatsbosbeheer en Stichting Flevolandschap. Voor het beheer en onderhoud van deze infrastructuur bestaat geen uniforme richtlijn.
5.3.1
Algemene infrastructuur
De gemeente draagt de grootste verantwoordelijkheid m.b.t. de algemene infrastructuur. Zij beheert infrastructuur in stedelijk gebied en in grote delen van de buitengebieden. De gemeentelijke beheersprioriteit ligt bij de verharde paden in het stedelijk gebied. Deze paden zijn opgenomen in het onderhoudsprogramma en worden één keer per twee maanden nagekeken en onderhouden. Dit houdt in dat de volgende paden ad hoc worden beheerd: • Halfverharde en onverharde paden in het stedelijk gebied, • De paden in het buitengebied. De kosten van onderhoud van de paden worden voldaan uit reguliere onderhoudsbudgetten. Het is niet inzichtelijk is wat dit onderhoud kost. Er is sprake van achterstallig onderhoud. 5.3.2
Routes
Gemeente Almere De gemeente neemt het onderhoud en beheer van gemarkeerde / beschreven wandelroutes mee in het onderhoud van de algemene infrastructuur. Staatsbosbeheer (SBB) SBB beheert specifieke wandelpaden in het buitengebied. Hierbij gaat het met name om paden in het Almeerderhout en het Kromslootpark. Op dit moment worden de wandelpaden volgens een vast programma beheerd. Gemiddeld wordt er vijf keer per jaar gemaaid. Daarnaast worden er twee keer per jaar gaten gedicht en takken gesnoeid. De routes worden elk half jaar gecontroleerd op markering. Het beheer en onderhoud is echter niet voor alle routes hetzelfde. Dit is af te leiden uit Bijlage I. SBB onderscheidt verschillende doelgroepen en probeert daarbij rekening te houden met de eisen en wensen van deze doelgroepen. Logischerwijs heeft dit gevolgen voor het beheer en onderhoud van de routes. De kosten van het beheer en onderhoud van een kilometer wandelpad worden geraamd op ¤ 1.170,- per jaar. Volgens SBB is er sprake van achterstallig onderhoud. Aangezien Almere te maken heeft met een kleibodem, worden paden met nat weer slecht begaanbaar. Inmiddels zijn de meest gebruikte paden bezand. Als het aantal bezoekers toeneemt, wil SBB ook de andere paden (of delen daarvan) gaan bezanden. Het beschikbare budget speelt daarbij echter ook een rol. Er wordt rekening gehouden met het handhaven van mogelijkheden voor mensen die een minder begaanbaar pad aantrekkelijk vinden.
Stichting Flevolandschap (SFL) SFL beheert specifieke wandelpaden in het Pampushout, rondom de Lepelaarplassen en in het Wilgenbos. SFL hanteert geen specifiek beheersprogramma voor de wandelpaden. Gemiddeld worden de wandelpaden en bermen drie keer per jaar gemaaid. Daarnaast worden sporen en gaten gedicht. Dit gebeurt wanneer een probleem gesignaleerd wordt. Alle wandelpaden worden op dezelfde manier onderhouden. SFL maakt geen onderscheid tussen verschillende doelgroepen. De kosten van het beheren en onderhouden van de wandelpaden raamt SFL op ¤ 5.000,- per jaar. Dit zou jaarlijks neerkomen op ¤ 333,- per kilometer wandelpad. Volgens SFL is er momenteel geen sprake van achterstallig onderhoud. Af en toe zijn bepaalde plekken nat en daardoor minder begaanbaar. Indien nodig worden er maatregelen getroffen om deze knelpunten op te lossen. Aangezien de prioriteit van SFL niet ligt bij de recreant, wordt het niet als een probleem gezien als paden minder toegankelijk zijn voor fysiek beperkten of mensen met kinderen. Het ligt in de lijn der verwachting dat het huidige beheer en onderhoud in de toekomst gehandhaafd wordt. SFL streeft ernaar dit tegen minder kosten te kunnen doen. Bij terreinbeheerders komen weinig klachten binnen over het beheer en onderhoud van de wandelroutes. Ook uit het onderzoek van de gemeente Almere (1995) blijkt dat de overgrote meerderheid van de wandelaars geen klachten heeft. Van de ingediende klachten hebben de meeste betrekking op de begaanbaarheid van paden (drassig, overwoekerd) en op het ontbreken van echte bossen om in te wandelen. Knelpunten: 1. Achterstallig onderhoud Er is sprake van achterstallig onderhoud op het gebied van paden, routes en rustpunten. 2. Maairegime graspaden Graspaden blijken zowel in natte als in droge perioden moeilijk toegankelijk te zijn door een te lage maaifrequentie. 3. Gebruik paden door beheersvoertuigen Wandelpaden in buitengebieden worden gebruikt door beheersvoertuigen. Paden worden kapot gereden en niet direct hersteld. Dit komt de kwaliteit van de paden niet ten goede. 4. Markering hardlooproute Beatrixpark De markering van de hardlooproute in het Beatrixpark blijkt erg gevoelig te zijn voor vandalisme. Gebruik van de route wordt hierdoor moeilijker.
25
5.4 Conclusie Over het algemeen zijn er in Almere voldoende mogelijkheden voor wandelen en hardlopen op korte afstand van de woning. Er liggen echter veel kansen om de mogelijkheden uit te bouwen, te optimaliseren en gebruiksvriendelijker te maken. Met het oog op de groei van Almere is het van belang de mogelijkheden voor wandelaars en hardlopers te verbeteren en uit te breiden. Het (potentieel) aantal recreanten zal toenemen. De aandacht gaat daarbij uit naar het creëren van kwalitatief goede voorzieningen en het (blijven) bieden van kernkwaliteiten als ‘rust’ en ‘ruimte’. Opvallend is dat bijna 20% van de Almeerse wandelaars niet op de hoogte is van het bestaan van gemarkeerde wandelroutes. Voorlichting en promotie kunnen eraan bijdragen dat wandelaars meer gebruik maken van de mogelijkheden die Almere biedt. Er zijn knelpunten geconstateerd op alle deelgebieden van het Almeerse wandel- en hardloopproduct, te weten: • De algemene wandelinfrastructuur; • De wandel- en hardlooproutes; • Het beheer en onderhoud.
26
6
Visie en beleid
6.1 Gemeentelijk beleid De doelstelling van het toeristisch recreatief beleid is het stimuleren van toeristisch recreatieve (bedrijfs)vestigingen en gebruik(smogelijkheden) in Almere door: • Het doen van voorwaardenscheppende investeringen in infrastructuur en nutsvoorzieningen, teneinde toeristisch recreatieve ontwikkelingen in gang te zetten; • Het stimuleren van het gebruik van toeristisch recreatieve voorzieningen en van het bezoek aan Almere door middel van adequaat beheer van voorzieningen, voorlichting en promotie (Gemeente Almere, 1996). De hoofddoelstelling van het gemeentelijk sportbeleid is verwoord in de sportnota “Blijvend in beweging 2002-2005”: het stimuleren van de deelname aan sport- en bewegingsactiviteiten en het scheppen en bevorderen van mogelijkheden voor het beoefenen van die activiteiten. Om concreet invulling te geven aan voorgaande doelstellingen, is het beleidsplan “wandelen en hardlopen” opgesteld. De gemeente wil de deelname aan deze activiteiten stimuleren door het scheppen, bevorderen en promoten van mogelijkheden voor wandelen en hardlopen.
6.2 Stimulering activiteiten Recreatief wandelen, wandelsport en hardlopen worden gezien als belangrijke recreatieve en sportieve activiteiten. Almeerders wandelen meer dan gemiddeld. Ook hardlopen is populair onder Almeerders. Verwacht wordt dat steeds meer mensen zullen gaan wandelen en hardlopen. Dit is het gevolg van: • De groei van de stad. • Het gezondheidsideaal. Er wordt steeds meer waarde gehecht aan bewegen op een verantwoorde en gezonde manier. • De aard van de activiteiten. Recreanten kunnen ongeorganiseerd en individueel gaan wandelen of hardlopen. Het zijn tijdruimtelijk makkelijk inpasbare recreatievormen. Deze ‘individualisering’ zal zich in de toekomst voortzetten.
In Almere zijn met name ommetjes vanuit de eigen woning populair. Het lijkt erop dat Almeerders, meer dan in andere steden het geval is, kunnen profiteren van groen in de nabijheid van hun woning. Het Almeerse groen heeft ook de bovenlokale markt veel te bieden. Volgens Staatsbosbeheer neemt het aantal bezoekers vanuit het Gooi en Amsterdam toe. Om meer inzicht te krijgen in deze bezoekersaantallen is (structureel) recreatie-onderzoek op locatie wenselijk. Geconstateerd is dat de bekendheid met de Almeerse buitengebieden over het algemeen te wensen over laat. Dit geldt voor zowel inwoners als voor (potentiële) bezoekers van Almere. Door middel van voorlichting en publiciteit kunnen mensen beter op de hoogte worden gebracht van de mogelijkheden die de stad te bieden heeft. Er dient gezocht te worden naar een manier waarop routes in samenhang met elkaar gepromoot kunnen worden. Op deze manier kunnen ze elkaar ook versterken. Daarnaast dient er extra aandacht te worden besteed aan de ‘nieuwe’ wandelmogelijkheden: Almerepad en Pionierspad. Een tweede methode om de deelname aan wandelen en hardlopen te stimuleren is het organiseren van toegankelijke wandelactiviteiten, waarmee de aandacht gevestigd wordt op de mogelijkheden die de Almeerse wandelomgeving biedt. Dit kan eventueel gecombineerd worden met andere vormen van openluchtrecreatie. Acties: • Het doen van structureel recreatie-onderzoek op locatie. • Het ontwikkelen van een recreatiekaart, waarop verschillende routegebonden recreatieve activiteiten zijn opgenomen. • Het verzorgen van extra publiciteit t.b.v. het Almerepad en het Pionierspad. • Het organiseren van een wandelactiviteiten. Hierbij wordt gedacht aan een wandeldag, een weekendje Almerepad, een midzomerwandeling etc. • Het opnemen van wandelen en hardlopen in de algemene marketing, promotie en voorlichting van recreatie & toerisme.
27
6.3 Evenementen In Almere vinden jaarlijks verschillende wandelen hardloopevenementen plaats. In de categorie “wandelsport” telt de Avondvierdaagse verreweg de meeste deelnemers. In de categorie “hardlopen” heeft de Marathon het grootste aantal deelnemers en trekt de Triathlon de meeste bezoekers. Verwacht wordt dat het aantal wandel- en hardloopevenementen in Almere zal toenemen. Ook hierin zal de groei van de stad een belangrijke rol spelen. Wandel- en hardloopevenementen zijn aantrekkelijk voor de inwoners van Almere en voor mensen van buiten de gemeente. Het gaat daarbij zowel om deelnemers als om bezoekers. Afhankelijk van de schaal en de aantrekkingskracht van een evenement, komen bezoekers uit de regio, uit heel Nederland of zelfs vanuit het buitenland. Duidelijk is dat evenementen een enorme economische spin-off kunnen veroorzaken. Verschillende evenementen kunnen elkaar versterken. Door krachten te bundelen en op verschillende fronten samen te werken, ontstaat er een sterkere uitstraling van de sport. Op dit moment wordt de Holland Triathlon met ondersteuning van de gemeente geprofessionaliseerd. Ook de Stichting Stadspromotie speelt hierbij een belangrijke rol. Daarnaast wordt een mogelijke samenwerking tussen de Almere Marathon en Holland Triathlon onderzocht. De Avondvierdaagse wordt beschouwd als een belangrijk evenement voor de Almeerse bevolking. Het is wenselijk dit evenement voort te zetten en uit te breiden naarmate Almere groeit. Concluderend kan gesteld worden dat de gemeente Almere het belang van evenementen inziet, maar dat zij in de ontwikkeling van deze evenementen niet leidend zal zijn. Deze taak is weggelegd voor de verenigingen, stichtingen, clubs, hardloopgroepen etc. De rol van de gemeente in het evenementenbeleid zal faciliterend zijn; het afgeven van vergunningen, het creëren van randvoorwaarden voor een goed en veilig verloop van het evenement etc. Actie: • Continuering van het gemeentelijk evenementenbeleid.
6.4 Ontwikkelen en instandhouden infrastructuur en routes 6.4.1 Algemene infrastructuur In Almere hebben de inwoners de mogelijkheid om snel een ‘groen’ ommetje te maken vanuit
28
hun woning. Het is belangrijk dit unieke element van Almere te bewaren en te bewaken. In het kader van de ontwikkeling van Almere moet steeds de vraag gesteld worden: “Hebben mensen de mogelijkheid om op korte afstand van hun woning een park of bos te bezoeken?” Indien dit niet mogelijk is, dient gestreefd te worden naar het creëren van die mogelijkheid en/of het opheffen van kleine infrastructurele barrières. Momenteel wordt er een directe relatie gelegd tussen Almere en het natuurgebied “de Oostvaardersplassen”. In het verleden is Almere als het ware met de rug naar de Oostvaardersplassen ontwikkeld. Met de komst van een fietsverbinding en een wandelverbinding langs de Oostvaardersplassen, wordt dit gebied voor de Almeerder goed bereikbaar. Een ‘groen’ ommetje naar de Oostvaardersplassen komt met name binnen handbereik van de inwoners van Almere Buiten. Momenteel bevindt dit project zich in de eerste fase van uitvoering. Er is reeds geconstateerd dat het aantal wandelaars en hardlopers in de toekomst zal stijgen. Daarnaast neemt het aantal inwoners van Almere verder toe. De gemeente Almere is zich ervan bewust dat de druk op de infrastructuur hierdoor aanzienlijk zal toenemen. Ontbrekende paden Bepaalde gebieden in Almere zijn niet ontsloten voor wandelaars d.m.v. wandelpaden. Een voorbeeld hiervan is het Vogeleiland. Er wordt naar gestreefd ontbrekende paden aan te leggen. Daarnaast wordt bij de groei van Almere rekening gehouden met het aanleggen van wandelpaden in te ontwikkelen gebieden. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van een wandelpad en een fietspad door de bufferzone nabij bedrijventerrein de Vaart IV/VI. In de toekomst wordt op dezelfde voet verder gegaan. Kwaliteit van de paden Zowel de gemeente Almere als SBB en SFL, verwachten dat recreanten in de toekomst steeds hogere eisen zullen stellen aan de voorzieningen. Met het huidige aantal wandelaars en hardlopers is de kwaliteit van de paden reeds onvoldoende. Er is sprake van veel graspaden die grote delen van het jaar drassig en slecht begaanbaar zijn. Met het oog op de toekomst van Almere, wordt gestreefd naar meer halfverharde en verharde paden. Wellicht is het bezanden van veel gebruikte trajecten ook een optie. Bij de aanleg van nieuwe paden wordt in principe uitgegaan van een halfverharde of verharde ondergrond. Daarnaast dienen er ook onverharde mogelijkheden te blijven bestaan. Scheiden gebruikersgroepen Vervolgens wordt geconstateerd dat Almere met name gericht is op fietsers. In Almere is sprake van vrijliggende fietspaden, zodat men geen hinder ondervindt van auto’s en bussen.
Gebleken is dat wandelaars en hardlopers ook gebruik maken van deze fietspaden. Dit leidt tot confrontaties tussen wandelaars, hardlopers, fietsers en brommers. Met de groei van Almere zal het aantal confrontaties toenemen en kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan. Om het verkeer in goede banen te leiden, is het raadzaam over te gaan tot het scheiden van gebruikersgroepen. Dit komt zowel de verkeersveiligheid als de belevingswaarde voor de recreant ten goede. Om gebruikersgroepen te scheiden, dienen vrijliggende voetpaden aangelegd te worden. Deze voetpaden kunnen aangelegd worden naast fietspaden, met bijv. een bomenrij of heg tussen beide. Indien mogelijk kunnen de paden op bepaalde plaatsen van elkaar afwijken. Gestreefd wordt naar het realiseren van specifieke voetpaden op (delen van) de volgende trajecten: • Verbinding Stad – Buiten via Spoorbaanpad en Pirellipad. • Verbinding Stad – Haven via Burgerpad, Fontanapad en Bergsmapad. In de ontwikkeling van een voetverbinding tussen Stad en Haven worden de huidige plannen voor de Zuidoever van het Weerwater meegenomen. • Verbinding Haven – Zilverstrand via Gooimeerdijk. Bij deze verbinding spelen de plannen Kustzone Almere Haven een rol. Bij de verdere uitwerking van de verbinding zullen deze meegenomen worden. Voorgaande trajecten hebben betrekking op drukke verbindingen in Almere. Het is dan ook belangrijk dat de paden geschikt zijn voor rolstoelgebruik, wandelwagens en mensen die slecht ter been zijn. Daarnaast moeten mensen elkaar ongehinderd kunnen passeren. Als minimale breedte van het pad wordt twee meter gehanteerd. De paden dienen verhard te zijn. Hierbij valt te denken aan klinkerpaden of asfaltpaden.
len, de fietspaden langs de Vaarten en de hardlooproute om de Leeghwaterplas. Het verlichten van routes in de buitengebieden blijft buiten beschouwing. Acties: • Uitbreiding van de wandelinfrastructuur. Er worden nieuwe wandelpaden aangelegd in gebieden waar deze paden ontbreken alsmede in nieuw te ontwikkelen gebieden. • De belangrijkste graspaden omzetten in (half)verharde paden. Ingeschat wordt dat het hierbij gaat om ongeveer 30 kilometer pad. • Het nader uitwerken van specifieke voetpaden langs fietspaden op de volgende stadscorridors: Almere Stad – Almere Buiten, Almere Stad – Almere Haven en Almere Haven – Zilverstrand (of delen van deze verbindingen). • Het onderzoeken van de mogelijkheden naar verlichting van (delen van) trajecten die intensief worden gebruikt door wandelaars en hardlopers, te weten de stadscorridors, fietspaden langs de Vaarten en de hardlooproute om de Leeghwaterplas. 6.4.2 Routes en aanverwante voorzieningen Geconstateerd is dat de verschillende gebruikersgroepen uiteenlopende eisen stellen aan de belevings- en gebruikswaarde van routes en voorzieningen. Daarom is het nuttig variatie aan te brengen in de gebieden (Stichting Recreatie, 1997). De kwaliteit van gebieden schuilt in een grote keuzevrijheid en diversiteit binnen een totaalconcept van een netwerk. Dit betekent dat ‘rode’ of ‘groene’, drukke of rustige delen naast elkaar in samenhang moeten voorkomen. Het ligt voor de hand om vanuit centrumdelen van steden naar buiten toe accentverschillen te laten optreden van ‘rood’ naar ‘groen’ en van gezellig druk naar lekker rustig.
Indien mogelijk, wordt het systeem van gescheiden gebruikersgroepen ook op andere locaties doorgevoerd. Het type (half)verharding hangt dan af van de locatie en de gebruiksintensiteit van het traject.
Almere streeft ernaar alle verschillende gebruikersgroepen te kunnen bedienen. Het inrichten op basis van zonering, zoals in voorgaande alinea is beschreven, is een middel om verschillende gebruikersgroepen te bedienen. Bovendien ondervinden zij op deze manier de minste hinder van elkaar.
Verlichting Hardlopers hebben vooral in de winter beperkte mogelijkheden door het ontbreken van verlichting langs routes en paden. De gemeente Almere hecht veel waarde aan het aspect veiligheid. Verlichting kan de veiligheid en de bruikbaarheid van wegen en paden vergroten. Verlichte routes zullen met name gebruikt worden door hardlopers aangezien zij, in tegenstelling tot wandelaars, veel in de avonduren lopen. Bij het aanbrengen van verlichting, hebben de meest gebruikte trajecten de voorkeur. Hierbij gaat het voornamelijk om de belangrijkste langzaam-verkeer verbindingen tussen de stadsde-
In Almere wordt getracht bij de renovatie van bestaande routes en bij de realisatie van nieuwe routes een kwaliteitsslag te maken. Aangezien steeds meer recreanten gebruik zullen gaan maken van de routes, neemt de druk hierop toe en moeten routes en voorzieningen ingericht zijn op meer gebruikers. Als voorbeeld van een dergelijke kwaliteitsslag kan SBB dienen. SBB wil een hogere kwaliteit van voorzieningen bewerkstelligen door het vaststellen van een bepaald “eisenpakket”. In dit pakket zijn eisen opgenomen m.b.t. de lengte van recreatieve routes, aantal rustpunten, ondergrond van de paden etc.
29
Recreatief wandelen Op dit moment bestaan er voor alle gebruikersgroepen mogelijkheden. Voor bepaalde gebruikersgroepen zijn de mogelijkheden echter beperkt. Extra aandacht dient besteed te worden aan fysiek beperkte wandelaars en aan struinliefhebbers. Voor fysiek beperkten bieden verharde rondgaande wandelroutes, inclusief aangepaste voorzieningen, perspectief. In het Almeerderhout bestaan reeds diverse voorzieningen om een dergelijke route tot stand te brengen. In overleg met SBB kan dit traject geoptimaliseerd worden. Struinen zou, in overleg met de terreinbeheerders, verder ontwikkeld kunnen worden nabij de Oostvaardersplassen of in het Almeerderhout. In de Vijfde Nota voor de Ruimtelijke Ordening worden voorstellen gedaan voor de realisatie van een robuuste ecologische verbinding nabij het stedelijk gebied van Almere. Voorwaarde voor een dergelijke verbinding is recreatief medegebruik van de zone. Deze zone biedt goede mogelijkheden voor extensieve vormen van recreatie zoals struinen. Wellicht is het mogelijk GPS-bakens te plaatsen in een struingebied en dit via een informatiecentrum te promoten. Een breed publiek maakt zo kennis met een vorm van struinen, waarbij men slechts de coördinaten krijgt van de plaatsen waar men heen moet lopen. De wandelaar bereikt zijn doel door in een zo recht mogelijke lijn van A naar B te lopen. Extra aandacht moet worden besteed aan het optimaliseren van het Almerepad. De belangrijkste knelpunten in de route zullen worden aangepakt: • Het realiseren van een voetgangersoversteek (zebrapad) ter hoogte kruising Oosterdreef. • De aanleg van trappenpaden op bruglichaam van brug Vogelweg over Hoge Vaart. • Het realiseren van een veilige oversteekplaats over Grote Vaartweg ter hoogte van de rotonde (net onder bufferzone). • Het plaatsen van een bruggetje tussen het fietspad langs Grote Vaartweg en wandelpaden in het Wilgenbos. Overige aandachtspunten komen aan de orde in de kansen- en knelpuntennotitie Almerepad (Bijlage II). Deze notitie vormt de basis voor de verdere ontwikkeling van de route. Wandelsport en hardlopen Er bestaan in Almere geen specifieke voorzieningen voor wandelsporters. Wandelsporters maken gebruik van de openbare infrastructuur. Sportief wandelaars kunnen ook gebruik maken van hardlooproutes. Aangezien hardlopers en sportief wandelaars elkaar goed verdragen, is de gemeente van mening dat er geen specifieke voorzieningen voor wandelsporters gerealiseerd hoeven te worden. Sportief wandelaars kunnen wel aangemoedigd worden meer gebruik te maken van de Almeerse hardlooproutes zodat de gebruiksintensiteit, en daarmee de sociale veiligheid, van deze routes toeneemt.
30
De huidige hardlooproutes zijn geconcentreerd in Almere Stad. Mensen uit andere stadsdelen moeten een grotere afstand afleggen om een hardlooproute te bereiken. Aangezien hardlopen met name ongeorganiseerd gebeurt, hechten mensen er veel waarde aan dat ze direct vanaf hun woning kunnen starten. Er wordt naar gestreefd om in ieder stadsdeel een hardlooproute te realiseren. Bij de realisatie van een dergelijk route in Almere Buiten kan gebruik gemaakt worden van het traject langs de Lage Vaart. Bij het realiseren van hardlooproutes wordt gestreefd naar: • Rondgaande routes, • Verlichting over de gehele lengte. Afhankelijk van de situatie worden de volgende aspecten daaraan toegevoegd: • Markering; • Afwisselende ondergrond en terrein; • Doorsteekjes om de afstand in te kunnen korten; • Watertappunten langs de route. Een knelpunt dat extra aandacht vereist is de markering van de hardlooproute in het Beatrixpark. Deze markering is erg gevoelig voor vandalisme. Om de toegankelijkheid en bruikbaarheid van de route te garanderen, dient de markering snel hersteld te worden. Acties: • In overleg met terreinbeheerders nader uitwerken van struinmogelijkheden. • De realisatie van één of meerdere specifieke wandelvoorzieningen voor fysiek beperkte wandelaars. • Het optimaliseren van het Almerepad. • Actualiseren wandelgids Almerepad. • Het realiseren van hardlooproutes in Almere Haven en Almere Buiten. • Het nader onderzoeken van vandalismebestendige markering voor de hardlooproute in het Beatrixpark.
Aanverwante voorzieningen De verwachting is dat Almeerders, naast de behoefte aan kwalitatief betere paden en routes, steeds meer behoefte krijgen aan aanverwante voorzieningen zoals horecagelegenheden en rustpunten. De gemeente wil het complete wandel- en hardloopproduct verbeteren, door de kwaliteit op beide terreinen te verhogen. Daarbij gaat de aandacht uit naar de volgende voorzieningen: 1. Horecagelegenheden en uitspanningen. Dit zijn aantrekkelijke voorzieningen voor uiteenlopende groepen recreanten, zoals wandelaars, fietsers, hardlopers en ruiters. Horecagelegenheden kunnen het best gerealiseerd worden op locaties waar padenstructuren elkaar kruisen. Het is de taak van de gemeente om voorwaardenscheppende investeringen in infrastructuur en nutsvoorzieningen te doen. De nota “Horeca in de buitenruimte” zal aanknopingspunten bieden voor de ontwikkeling van uitspanningen. Uiteindelijke realisatie hiervan is afhankelijk van particulier initiatief. 2. Rustpunten In het verleden is reeds een gebrek aan rustpunten geconstateerd. In het voorjaar van 2003 worden zitbanken en picknicktafels geplaatst om het aantal rustpunten uit te breiden. De rustpunten worden gecreëerd op uitzichtpunten in buitengebieden, langs wandel- en fietspaden en op kruisingen van verschillende routestructuren. Er wordt naar gestreefd het aantal rustpunten in de pas te laten lopen met de groeiende bevolking en de uitbreiding van routes. 3. Vertrekpunten Veel mensen gaan met de auto naar een groengebied, om daar een wandeling te maken. Het is van belang dat er sprake is van een duidelijk vertrekpunt. Vertrekpunten kunnen bestaan uit bijv. een parkeerplaats met een fietsenstalling, voorzien van een informatiebord. Ze moeten duidelijk weergegeven worden op een kaart en landschappelijk goed herkenbaar zijn. De buitengebieden in Almere kennen voldoende parkeerplaatsen. Vanaf deze parkeerplaatsen zijn de wandelroutes goed bereikbaar. De informatievoorziening op parkeerplaatsen ( m.b.t. routes en omgeving) zou verbeterd kunnen worden. Actie: • De informatievoorziening m.b.t. routes en omgeving, op parkeerplaatsen in de buitengebieden verbeteren. • Bij realisatie van nieuwe wandelvoorzieningen zorgdragen voor voldoende rustpunten.
6.5 Beheer en onderhoud Er bestaan geen onderlinge afspraken tussen de terreinbeheerders m.b.t. het beheer en onderhoud van de paden. Dit houdt in dat er geen sprake is van een uniforme beheerwijze. De algemene infrastructuur en specifieke paden en routes moeten jaarrond begaanbaar zijn. Door de toenemende druk op de infrastructuur en het belang van veiligheid, zal het beheer wellicht geïntensiveerd moeten worden. Hierbij dient ook aandacht besteed te worden aan de markering van routes en paden, aangezien dit van invloed is op de bruikbaarheid en toegankelijkheid van een route. Met betrekking tot de wandel- en hardlooproutes is sprake van achterstallig onderhoud. Het is van belang hier meer inzicht in te krijgen. Hiervoor dient samengewerkt te worden tussen de gemeente en SBB en SFL. Vervolgens wordt er naar gestreefd de wandelen hardloopinfrastructuur op een uniforme wijze te beheren en te onderhouden. Daarbij dient echter rekening te worden gehouden met de gebruikersgroepen van een pad. Verharde paden hebben veelal tot doel dat ze voor alle gebruikersgroepen toegankelijk zijn, terwijl een natuurpad vaak ongeschikt is voor mensen die slecht ter been zijn. Bovendien worden routes dicht bij stedelijk gebied vaak meer gebruikt dan afgelegen routes en paden. Het beheer kan hierop afgestemd worden. Duidelijk is echter dat de veiligheid van de gebruiker niet in het geding mag komen en dat paden en routes het hele jaar gebruikt moeten kunnen worden. Om een minimaal uniform onderhoud van alle wandelpaden en -routes te garanderen, moeten afspraken worden gemaakt met de terreinbeheerders. Het beheer zou moeten voldoen aan de volgende randvoorwaarden: • De paden worden minimaal 2 keer per jaar gecontroleerd op veiligheid. • De ondergrond van een pad wordt in goede conditie gehouden. Er mogen geen plassen en drassige stukken ontstaan over de gehele breedte van het pad en langer dan 50 centimeter. • Op en langs de paden wordt minimaal 4 keer per jaar gemaaid, zodat er voldoende zicht blijft. • Bewegwijzering van de routes wordt 2 keer per jaar gecontroleerd en indien nodig hersteld. • Eventuele wijzigingen in routes worden binnen een jaar na dato verwerkt in de beschrijving van de route. Daarbij wordt beheerders gevraagd met beheersvoertuigen zo min mogelijk gebruik te maken van recreatieve paden.
31
Acties: • Het wegwerken van achterstallig onderhoud m.b.t. paden, routes en rustpunten. • Het maken van beheersafspraken met de terreinbeheerders.
6.6 Financiën Hier wordt een overzicht gegeven van de wensen t.a.v. wandelen en hardlopen (2003 – 2010) en de financiële consequenties daarvan. Financieringsbronnen zijn o.a. het meerjaren investeringsprogramma en middelen voor nieuw beleid. Daarnaast kan in bepaalde gevallen een beroep gedaan worden op Europese middelen of op subsidies van rijk en/of provincie.
Actie
Kosten
Planning
P.M.
voor 2010
2 Ontwikkelen recreatiekaart met routegebonden recreatieve activiteiten
15.000
voor 2010
3 Extra publiciteit t.b.v. Almerepad en Pionierspad
5.000
4 Organisatie wandelactiviteiten (€ 5.000 per jaar)
40.000
5 Opnemen wandelen en hardlopen in marketing, promotie en voorlichting recreatie & toerisme
-
2003 / 2004
6 Continuering gemeentelijk evenementenbeleid
-
2003 / 2004
1 Structureel recreatie-onderzoek verrichten op locatie
2003 / 2004 Jaarlijks
7 Uitbreiding wandelinfrastructuur (incl. rustpunten)
100.000
jaarlijks 2010
8 Graspaden omzetten in (half)verharde paden Totaal 30 km. (in etappes uit te voeren)
300.000
Eerste etappe 2003 /2004, rest voor 2010
9 Uitwerken specifieke voetpaden op de stadscorridors: Stad – Buiten, Stad – Haven en Haven – Zilverstrand 10 Realisatie specifieke voetpaden op de stadscorridors
5.000 P.M.
2003 / 2004 P.M.
11 Onderzoeken mogelijkheden verlichting van trajecten die intensief worden gebruikt: stadscorridors, fietspaden langs de Vaarten en hardlooproute Leeghwaterplas
5.000
2003 / 2004
12 Realiseren wandelmogelijkheden voor struinliefhebbers
10.000
2003 / 2004
5.000
2003 / 2004
105.000
2003 / 2004
13 Realisatie specifieke wandelvoorziening(en) voor fysiek beperkte wandelaars 14 Optimaliseren van het Almerepad 15 Actualiseren wandelgids Almerepad
10.000
< 2010
16 Realisatie hardlooproutes in Haven en Buiten
25.000
2003 / 2004
2.000
2003 / 2004
17 Onderzoeken vandalismebestendige markering t.b.v. hardlooproute 18 Aanbrengen vandalismebestendige markering
P.M.
P.M.
19 Verbeteren informatievoorziening routes op parkeerplaatsen in buitengebieden
20.000
2003 / 2004
20 Wegwerken achterstallig onderhoud
25.000
2003 / 2004
-
2003 / 2004
21 Beheersafspraken maken met terreinbeheerders Totaal
¤672.000
Tabel 6.1 Kostenraming en tijdsplanning wandelen en hardlopen (2003 – 2010)
32
Literatuurlijst Bohn, Stafleu, Loghum van.
Handboek Recreatie en Toerisme. Alphen aan den Rijn, 2001.
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Dagrecreatie 1995/1996. Voorburg / Heerlen, 1997.
Diepen van, M.B.S., Bakker, J.G.
Handboek wandelvoorzieningen.WIRO-rapport 14. Wageningse Universiteit & Research Centrum-WUR, Werkgroep Inrichting Recreatievoorzieningen in de Openlucht-WIRO, Stichting Wandelplatform –LAW. Januari 2002.
Jansen, M. , J.J. Held den.
Verbindingszones voor recreatie en natuur. Een ideeënboek voor combinatie en inrichting van ecologische en recreatieve netwerken. WIRO-rapport 13. Landbouwuniversiteit Wageningen, Werkgroep Recreatie en Toerisme en Heidemij advies bv. Wageningen, oktober 1995.
Gemeente Almere.
Als Almere Vrij heeft… Een onderzoek naar de deelname aan openluchtrecreatie, watersport, stedelijke recreatie en sport in Almere. Jonker, M. Almere, april 1995.
Gemeente Almere.
Almere Waterstad! Toeristisch recreatief beleidsplan. Almere, april 1996.
Gemeente Almere.
Onderzoek Sportdeelname Inwoners Almere. Trendview. Almere, december 2001.
Gemeente Almere.
Almere Sportief. Informatiegids over sport- en recreatiemogelijkheden in Almere. Almere, mei 2002.
Gemeente Almere.
Sociale atlas van Almere 2002. Monitor van wonen, werken en vrije tijd. Almere, september 2002.
Gemeente Almere.
Blijvend in beweging. Beleidsplan sport 2002-2005. Almere, november 2001.
Katteler en Kropman.
De voorkeur voor intensieve en extensieve recreatie, 1977.
NIPO.
NIPO vaklantie–onderzoek 1997. Amsterdam, 1997.
NIPO.
De wandelaar gemarkeerd, onderzoeksrapport multi-client onderzoek, 2001.
Provincie Flevoland.
Omgevingsplan Flevoland. Lelystad, november 2000.
Provincie Flevoland.
Concept Beleids– en Actieplan Recreatie en Toerisme. Lelystad, oktober 2002.
Staatsbosbeheer / Flevolands Bureau voor Toerisme.
Recreatiewijzer Staatsbosbeheer Flevoland. 1999.
Staatsbosbeheer.
Basiskartering recreatie. Zwolle, 2000.
Staatsbosbeheer.
Koepelvisie dagrecreatie. Zwolle, 2000.
Staatsbosbeheer.
Onverwacht Nederland. Magazine van Staatsbosbeheer. Jaargang 4, nr. 3, sept. 2001.
Staatssecretarissen van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en Economische Zaken.
Beleidsbrief inzake toerisme en recreatie. . Tweede Kamerstuk 2000 / 2001, 26491, nr. 6. Juli, 2001
Stichting Recreatie.
Recreatie dicht bij huis. Bundel van samenvattingen. Den Haag, mei 1997.
Stichting Wandelplatform – LAW, Stichting Landelijk Fietsplatform.
Voorbeeldenboek stad en ommeland. Inspirerende verbindingen voor wandelaars en fietsers. Amersfoort, 2000.
Stichting Wandelplatform – LAW. Amersfoort, december 2000.
Vooruitlopen op de toekomst. Beleidsvisie 2000–2010.
Stichting Wandelplatform – LAW.
Jaarverslag 2000. Amersfoort, juni 2001.
Stichting Wandelplatform – LAW.
Jaarverslag 2001. Amersfoort, juni 2002.
Stichting Wandelplatform – LAW.
Almerepad. Kleurrijk wandelen in een nieuwe stad. Amersfoort, april 2002.
TNO.
TNO–rapport 2001.163. September 2001.
33
34
Bijlage I Streefnormen recreatieve wandelpaden Staatsbosbeheer
Streefnormen recreatieve wandelpaden Staatsbosbeheer Wandelpaden
Kwaliteit
Zondagmiddagroute ?
• Hele jaar toegankelijk • Duidelijke markering • Terreintype bepaalt route • Handwijzer met routenaam en afstand (km.) Max. 2 km. • Geen laaghangende takken • Geen combinatie met ander gebruik • Zitbank per 1 tot 3 km. • Vuilnisbak facultatief • Prikkeldraad langs routes vermijden • Bij voorkeur niet over beheerswegen • Goed begaanbaar • Geen gevaar van vallend dood hout • Variatie in paden • Hele jaar toegankelijk • Duidelijke markering • Terreintype bepaalt route • Handwijzer met routenaam en afstand (km.) • Geen combinatie met ander gebruik • Zitbank per 3 km. • Prikkeldraad langs routes vermijden • Bij voorkeur niet over beheerswegen • Goed begaanbaar • Geen gevaar van vallend dood hout • Variatie in paden • Hele jaar toegankelijk • Toegankelijk voor minder validen • Duidelijke markering • Relevante, inhoudelijk juiste en op doel groep afgestemde informatie • Terreintype bepaalt route • Handwijzer met routenaam en afstand (km.) • Geen combinatie met ander gebruik • Vrije doorgang min. 1.20 m. • Padbreedte min. 1.50 m. • Geen drempels > 2 cm. hoog • Geen sluizen • Pad verhard en stroef, aaneengesloten materiaal • Zitbank en vuilnisbak • Prikkeldraad langs routes vermijden • Geen laaghangende takken • Niet over beheerswegen • Picknicktafel indien gewenst • Geen gevaar van vallend dood hout • Duidelijke markering • Relevante, inhoudelijk juiste en op doel groep afgestemde informatie • Veilige speelvoorzieningen • Routeaanduiding noodzakelijk • Handwijzer met routenaam en afstand (km.) • Terreintype bepaalt route • Geen combinatie met ander gebruik • Geen zitbank • Niet over beheerswegen
Bospadroute
Route voor minder validen
Laarzenpad
Speelbospad
Natuurpad
• Hele jaar toegankelijk • Relevante, inhoudelijk juiste en op doel groep afgestemde informatie • Veilige speelvoorzieningen • Routeaanduiding noodzakelijk • Handwijzer met routenaam en afstand (km.) • Terreintype bepaalt route • Geen combinatie met ander gebruik • Zitgelegenheid • Objecten moeten intact blijven • Geen prikkeldraad langs route • Niet over beheerswegen • Geen gevaar van vallen dood hout • Hele jaar toegankelijk • Relevante, inhoudelijk juiste en op doel groep afgestemde informatie • Duidelijke markering in kleur • Terreintype bepaalt route • Uniforme informatievoorziening • Handwijzer met routenaam en afstand (km.) • Geen combinatie met ander gebruik • Zitgelegenheid • Prikkeldraad langs routes vermijden • Goed begaanbaar • Geen barrières • Bij voorkeur niet over beheerswegen • Geen gevaar van vallend dood hout • Variatie in paden Natte neuzenpad • Hele jaar toegankelijk • Duidelijke markering in kleur • Terreintype bepaalt route • Handwijzer met routenaam en afstand (km.) • Geen combinatie met ander gebruik • Geen zitbank • Variatie in paden Overige wegen en paden • Wandelmogelijkheid • Geen eisen
Bijlage II Kansen- en Knelpuntennotitie Almerepad
Colofon Fotografie: Ben te Raa, Lizard Point, Stichting Wandelplatform LAW, Prospero Vormgeving: AFB/Gegevensmanagement/team Visual