Evaluatie Stap voor Stap Wonen
Uitgelicht -
Bewoners en professionals willen graag dat het project doorgaat
-
Door onduidelijke communicatie en het ontbreken van heldere kaders zorgde dit voor stress bij bewoners en is er ingeleverd op besluitvaardigheid en samenwerking van organisaties
-
Het fasenmodel biedt perspectieven maar verdient verfijning
Eva Petra Simon 18 mei 2015
1
Stap voor Stap Wonen Inleiding Het project Stap voor stap wonen loopt van 1 jan. 2013 tot 1 jan. 2016. Er zijn op dit moment 3 huizen, waarin tot nu toe 7 mensen zijn opgevangen. Voor een evaluatie is er een onderzoek uitgevoerd onder de betrokkenen. Tussentijds zijn er minimaal zes wisselingen geweest van betrokken personen.
Werkwijze In totaal zijn er 19 betrokkenen geïnterviewd. Het ging hierbij om: • • •
7 leden van de projectgroep 8 begeleiders/beheerders/medewerker CT/medewerker corporatie 4 bewoners
De projectgroep en begeleiders zijn gevraagd een online vragenlijst van 59 vragen te beantwoorden. Naar aanleiding van de antwoorden zijn met alle personen nog enkele korte telefonische interviews gehouden om verduidelijking te vragen. De bewoners zijn persoonlijk geïnterviewd. Drie bewoners Face to face en een oud-bewoner telefonisch. In de bijlage is een overzicht van de belangrijkste vragen en antwoorden weergegeven.
Resultaten Visie Uitgangspunten Het uitgangspunt bij het project is de bewoner die centraal staat. De kernbegrippen die hierbij zijn geformuleerd zijn: • • • •
zo gewoon mogelijk minder begeleiding meer zelfstandigheid privilege voor bewoners
Over de vraag of de pilot past bij de visie van de eigen organisatie antwoorden alle betrokkenen bevestigend! Eén persoon geeft aan dat het aansluit bij de behoefte om verbinding in de keten te stimuleren. Het stimuleren van de eigen kracht van de bewoners wordt het vaakst genoemd. Over de vraag of de doelstellingen in deze pilot gehaald worden, wordt verschillend gedacht. De meesten lijken het erover eens dat de visie goed is maar dat er aan de uitvoeringskant 2
nog wel wat te winnen valt. Eenduidigheid in kaders en afspraken is essentieel voor de voortgang. Het is belangrijk om de samenhang met andere regionale initiatieven duidelijker aan te geven en de doelgroep duidelijk te formuleren en bij betrokkenen onder de aandacht te brengen. Begeleiders zijn naar verhouding positiever over het behalen van de doelstelling dan de leden van de projectgroep. Aandachtspunten van de projectgroep zijn het trajectgericht werken, het scheiden van wonen en zorg. Vier begeleiders benoemen de ieder-voor-zich mentaliteit bij het doel van samen opdoen van ervaring. Organisatieoverstijgend werken Het idee dat zorginstellingen op een andere manier zouden gaan samenwerken door organisatieoverstijgend te gaan werken is onvoldoende uit de verf gekomen. Dat vinden vijf personen, vier vinden het enigszins en drie vinden dat het wel gelukt is. Verschillen tussen de organisatie in de werkwijze en de interne gerichtheid maken het moeilijk om de gemene deler te vinden. Door de samenwerking weet men elkaar tegenwoordig wel makkelijker te vinden, wat ook voor het contact buiten de pilot Stap voor Stap Wonen prettig is. Regie Op de vraag wie er verantwoordelijk is voor de regie van het project inclusief monitoring en evaluatie zijn de antwoorden verschillend. Twee weten het niet en de anderen noemen zowel gemeente, Centrale Toegang (CT) als de projectgroep. De meesten van de ondervraagden weten niet wie de projectleider is. Twee geven aan dat het de gemeente is, één de projectgroep en één de beheerder. CT Op de vraag of de rol van de CT voldoende duidelijk is, antwoord de helft van de ondervraagden positief. Twee vinden het niet en vier enigszins. De klachten gaan vooral over wisselingen van personen en dat aanmeldingen traag verlopen, onvoldoende monitoring en onduidelijkheid over doorstroming en eventuele aanvullende trajecten bij problemen met een bewoner, onduidelijkheid over de rol van het CT. Het CT geeft hierover aan dat er geen kader is afgesproken hoe om te gaan met excessen. En dat persoonlijke visies slagkracht in de weg staat. Snel handelen wordt daardoor moeilijk. De CT geeft aan behoefte te hebben aan vooraf gestelde kaders waardoor besluitvorming plaats vindt op basis van vooraf gestelde kaders en niet op basis van persoonlijke visie. Financiën De algemene indruk is dat de pilot een goedkopere manier van opvang is en dat het project vooral moet doorgaan. Er is veel onduidelijkheid over de opgestelde begroting. Sommigen zien hem voor het eerst, iemand anders geeft aan de het de begroting van Ontmoeting is. De begroting is in het begin opgesteld door Ontmoeting voor 1 huis en bedoeld voor alle huizen. Achteraf noemt Ontmoeting het een geïsoleerde actie met als doel het project vlot te trekken en te starten. Begeleidingskosten kunnen gedekt worden door het verschuiven van begeleiding. De beheerderkosten zijn niet gedekt. Kosten van leegstand worden door de corporaties betaald tot het moment van de overdracht. Ook de kosten van de verbouwing worden door de 3
corporaties betaald. Na de oplevering komen de kosten van leegstand voor de instellingen. Als nadeel wordt genoemd dat de instellingen hier geen invloed op kunnen uitoefenen. Het effect kan zijn dat instellingen in de CT invloed uitoefenen om nieuwe bewoners voor hun eigen huis te werven. Exploitatie kan niet zonder structurele kosten. Het is nodig dat het project structureel onderdeel wordt van de begrotingsaanvraag van de instellingen. Communicatie Er is behoefte aan een betere afstemming tussen projectgroep en begeleiders, tussen begeleiders en CT. Echter meer tijd vinden voor communicatie is een probleem, omdat er al veel tijd in gaat zitten vanwege het grote aantal betrokken partners. Mogelijk kan er nog wat gewonnen worden in efficiëntie en betere onderlinge terugkoppeling van ervaringen en afspraken. Ook binnen de projectgroep is er behoefte aan een strakkere regie en centrale coördinatie. Omschrijving van de doelgroep De omschrijving van de doelgroep is kort samengevat: MZ dak- en thuislozen met complexe problematiek met binding met de regio maar hebben wel beschikking over woonvaardigheden. Het overgrote deel van de respondenten zegt dat deze omschrijving past bij de bewoners die gebruik maken van Stap voor Stap Wonen. Als het gaat over of de opzet en de uitvoering en of het passend is, worden er veel tips door professionals genoemd. • • • • • • • •
Nieuwe daklozen hebben een ander type opvang nodig Doelgroep is vertroebeld. Om de huizen te vullen is er “geronseld” om bewoners Vraagt om meer maatwerk Kosten voor verblijf zijn hoog voor bewoners en steeds verhuizen zorgt daarbij voor extra kosten Was niet bedoeld om lastige MO klanten op te vangen maar om mensen die onder aan de woonladder bungelen te behoeden voor nachtopvang Bij gebruik van middelen is de opzet van fase 1 niet helpend Negatief woonmilieu heeft juist tegenovergestelde effect Visieverschil in projectgroep over bijvoorbeeld mensen die gescheiden zijn
Uitvoer van het project Opstart De oorzaken die genoemd worden bij stagnatie in het opstartproces hebben vooral te maken met onduidelijke regierol en kaders. Met name door de onduidelijkheid over de regie is er ingeleverd op besluitvaardigheid. Bij voortzetting van het project kan er door duidelijke afspraken veel gewonnen worden. Het functioneren van de eigen organisatie wordt door professionals veel positiever beoordeeld dan de inzet van de collega-instellingen. Dit is mogelijk ontstaan door een gebrek aan afstemming met andere instellingen. Sommige instellingen geven aan dat ze zelf meer het overleg hadden kunnen zoeken. Iemand merkt op wel verbetering te zien gedurende het project. Onduidelijke afspraken tussen de instellingen lijken ten grondslag te liggen aan de problemen. 4
Rol van de beheerder Er is veel onduidelijkheid over de taken en verantwoordelijkheid van de beheerder. Bij één huis is niet duidelijk wie de beheerder is. Als er een beheerder is, wordt de samenwerking met de beheerder als positief ervaren. Duidelijke afspraken over de taken en verantwoordelijkheid van de beheerder lijken daarom belangrijk voor de kwaliteit van het project. Begeleiding Verblijfsduur van 1,5 jaar (met een mogelijke verlenging van 6 maanden) lijkt iedereen lang genoeg te vinden. Er is behoefte aan meer maatwerk. Voor een aantal mensen mag het juist korter zijn, voor anderen juist langer. Instroom in de tweede fase zou ook tot de opties moeten behoren. Meer privacy zou voor een aantal mensen effectiever zijn. Overwegend wordt genoemd dat het bij verslaving beter is om de woonruimte niet te moeten delen. Alle geïnterviewde bewoners geven aan dat ze voor deze vorm van wonen hebben gekozen door de belofte van een grote kans op een eigen woning binnen een jaar. Er is veel onbegrip waarom het allemaal zo lang moet duren. Werk en dagbesteding Hoewel het in de huisregels genoemd wordt, is het niet voor alle begeleiders duidelijk dat wonen en werken gekoppeld is in Stap voor Stap wonen. Het staat overigens wel in de huisregels genoemd. Hoewel er duidelijke voordelen zijn voor het dagritme van de bewoners denken sommige begeleiders dat er in enkele gevallen uitzonderingen mogelijk moeten zijn bijvoorbeeld wanneer er sprake is van ziekte. Het is nodig om hier afspraken over te maken of/hoe mensen met ziekte/stoornissen waardoor geen dagbesteding mogelijk is in Stap voor Stap Wonen kunnen wonen hebben en welke inspanning er geleverd moet worden om iemand die tijdelijk geen werk of dagbesteding heeft extra te begeleiden om toeleiding tot werk of dagbesteding te bespoedigen. Eigen kracht Bij een aantal bewoners blijkt de rol van het netwerk een positief effect te hebben op hun ontwikkeling. Begeleiders gaan verschillend om met het betrekken van het netwerk. Sommigen stellen vragen over het netwerk en sommigen geven het netwerk een rol. Iedere begeleider doet dat op z’n eigen manier. Mogelijk is er meer winst te behalen op dit onderwerp. Rol van de begeleider Begeleiders waarderen de opzet van het project. Een goed soort van ambulant werken en een mooie manier voor mensen om vanuit het niets hun leven weer op te bouwen in de maatschappij. Het gebrek aan afstemming en kaders lijkt problemen in de hand te werken en remmend te werken op de uitvoering. Verschillen tussen de manier van werken van de instellingen en de gedeelde verantwoordelijkheid maken het complex. Door verschillende personen wordt genoemd om beheer en begeleiding per huis bij dezelfde organisatie te leggen. Ook wordt genoemd dat er meer informele begeleiding in de huizen van toegevoegde waarde kan zijn dit kan ook betrekking hebben op de beheerdersrol.
5
Begeleiders ervaren daarnaast de samenwerking met de sociale dienst en de corporaties als moeizaam. Fasenmodel Fase 1: Delen keuken en sanitair Fase 2: Eigen keuken, delen van sanitair Fase 3: Eigen studio Fase 1 blijkt een moeilijke vorm. Het samen verantwoordelijkheid dragen, lijkt moeilijk haalbaar voor deze groep. Over fase 2 is men positiever; er is meer privacy en eigen verantwoordelijkheid. Het geeft meer zicht op het functioneren van een bewoner. Er is veel onduidelijkheid over wanneer iemand naar de volgende stap gaat. Ook stagneert de doorstroming wanneer bewoners niet naar een volgende stap willen vanwege de hogere woonkosten. Bij de begeleiders is er behoefte aan flexibiliteit en ruimte om het programma aan te passen aan een bewoner zelf. Sommige respondenten stellen voor om nogmaals te onderzoeken of oorspronkelijke opzet wel haalbaar is. Iemand stelt voor om de huizen om te bouwen tot kleine appartementen met twee jaar begeleiding. De geënquêteerden vinden een aantal van 6 tot 9 huizen voldoende evenredig verspreid over de verschillende fasen. Ervaring van bewoners De ervaringen van de bewoners over de organisatie van project zijn over het algemeen negatief. Er is veel onduidelijkheid en worden slecht geïnformeerd. Dit leidt tot teleurstellingen en onzekerheid over de toekomst. Desondanks worden er door de bewoners positieve punten genoemd bij de vraag wat het de bewoners heeft opgeleverd. • • • • • • • •
Rust van een dak boven je hoofd Kansen om aan het werk te gaan is sterker geworden door verblijf in KW en SVS. Ziet het als een vervolgtraject. Vindt dit beter werken dan een instelling omdat je meer vrijheid en meer verantwoordelijkheid krijgt. Feedback van medebewoners helpt daar ook bij. Zelfkennis Heeft meer oog voor schoonhouden Voelt zich meer verantwoordelijk Beter contact met familie en vrienden
Aandachtspunten die door de bewoners genoemd worden over de voortgang van het project zijn: • • • •
Te weinig plek voor kansarme jongeren Weinig voor jongeren boven de 23 jaar Weinig voor jongeren die maatschappelijk aan lager wal zijn geraakt. Zou de woonvorm wel adviseren aan anderen. 6
• • • •
Je hebt veel vrijheid. En alles beter dan een crisisorganisatie Zou de woonvorm adviseren aan een vriend. Goed idee dat Stap voor stap er is was je leert omgaan met geld, eten en werken. Het had kunnen werken.
Toekomst van het project Sterke punten De algemene indruk is dat Stap voor Stap wonen een goedkopere manier van opvang is en dat het project vooral moet doorgaan. De sterke punten die professionals noemen zijn: • • • • • • • • •
Samenwerken Doordat er meer instellingen bij betrokken zijn, valt er meer te kiezen voor cliënten. Organisatieoverstijgend werken Bijzondere woonvormen Laagdrempelige vorm in stand houden Faseringssystematiek De monitorrol van de CT Zo gewoon mogelijk in de wijk Creëren van extra mogelijkheden voor door- en uitstroom
Aandachtspunten Wat moet er veranderen? Ideeën van professionals Communicatie • Heldere verwachtingen richting bewoners scheppen • Meer communiceren over de effecten: resultaatmeting • Verbeteren van de communicatie vanuit projectgroep naar de uitvoering • Tijdig contact opnemen met CT en corporaties bij beëindigen van het contract. • Heldere communicatie naar alle betrokkenen • Meer inzicht in aanbod en behoefte Begeleiding • Afspraken maken over hoe om te gaan met verslavingsproblematiek • Heroverweging of de begeleiding voldoende is voor deze complexe doelgroep. Wellicht meer inzet van informele zorg nodig. • Meer helderheid rond huisregels (wel/niet en inhoud) Visie • • • •
Heldere doelgroep omschrijving Beheer en begeleiding per huis in de hand van een organisatie Meer zelfstandigheid in woonvorm. Duidelijkheid over regievoering en randvoorwaarden rondom beheer 7
• •
Meer duidelijkheid inhoudelijke sturing/monitoring Projectgroep stopzetten zodra project draait
Financiën • Dekking voor beheerskosten en huisvestingskosten door trajectfinanciering Huisvesting • Meer woningen realiseren • Oplossing voor de nu te sterke huurderspositie • Meer risico’s kunnen nemen met plaatsen • Eenduidigheid over huurprijs/gaswaterlichtkosten en inrichting • Verslavingsproblematiek niet geschikt voor fase 1 huis • Meer flexibiliteit in de doorstroom en instroom. Tips van bewoners • Weet wie je in huis plaatst • Weet wat de match is en de invloed daarvan • Goed opletten bij intake • Meer transparantie • Duidelijkheid over waarom het zo lang wachten is op een huis. Wensen en adviezen voor doorontwikkeling Professionals • • • • • • •
Ook voor moeders met kinderen. Daar is nu geen opvangplek voor Moet niet te groot worden: max. 3 huizen per corporaties Niet een nieuwe voorziening worden Lichte vormen moeten zwaardere voorzieningen doen afnemen. Met meer maatwerkoplossingen zou het misschien nog goedkoper kunnen. Hoe pakt de nieuwe woonwet uit? Soms iets te veel nadruk op werven van cliënten voor “eigen woning” – dubbele moraal
Bewoners • •
Een extra container. Voor 3 mensen die allemaal apart koken is 1 container te weinig Er is behoefte aan een vrouwenhuis en een huis waar kinderen bij gescheiden ouders kunnen verblijven – meer privacy
Conclusies en aanbevelingen De pilot Stap voor Stap Wonen past bij de visie van de deelnemende organisaties. Daar is iedereen het over eens. Er is waardering voor de opzet van het project. Deze wijze is een mooie manier voor mensen om vanuit het niets hun leven weer op te bouwen in de maatschappij. Deze manier van opvang lijkt goedkoper door de beperkte professionele begeleiding. Ook bewoners zien de voordelen en plukken de vruchten van het project. Hoewel zij zeer kritisch zijn, gaven zij aan het project wel bij hun vrienden aan te raden. 8
De uitvoering van het project heeft echter niet altijd het gewenste resultaat gehad. Dit kan een aantal oorzaken hebben. Verbeteringen op de volgende punten kunnen een positief effect hebben: 1. Kinderziekten 2. Visie 3. Eenduidige afspraken 4. Regie en coördinatie 5. Samenwerking tussen verschillende organisaties 6. Fasenmodel 7. Maatwerk 8. Netwerk 9. Financieel Kinderziekten Problemen door de nieuwheid van een project zijn meestal niet te voorkomen maar lijken op het eerste gezicht haalbaar om op te lossen. Zaken die onder de noemer kinderziekten vallen en die besproken dienen te worden: • • • • • •
Communicatie vanuit projectgroep naar de begeleiding Beschikbaarheid van de woning Inrichting van de woningen Contacten met de sociale dienst Tijdig factureren van gas/water/licht Vooraf duidelijkheid over de maandlasten naar bewoners
Visie Het gewone aan het project spreekt iedereen aan en geeft energie. De visie op wat “gewoon” is en wat helpend is,loopt nogal uiteen binnen het project. Dit vraag om een keukentafelbezinning van projectgroep en begeleiders. • • • •
Hoe kan het fasemodel meer ruimte geven voor het “gewone”? Zijn de taken die nu worden uitgevoerd door professionals ook voor een deel door vrijwilligers of het netwerk mogelijk? In het gewone leven leren mensen van elkaar. Hoe kan de leercurve van de bewoners die al langer in het traject zijn van positieve invloed zijn op de beginners? De werkwijze van de verschillende begeleiders is individueel. Wat is er nodig om van alle uitvoerenden van de verschillende organisaties een team te maken?
Eenduidige afspraken Onduidelijke afspraken en gebrek aan communicatie naar de bewoners en begeleiders hebben geleid tot stress en frustratie. Dit heeft ook weerslag gehad op de onderlinge relaties tussen begeleiders. Ook zijn er veel wisselingen van medewerkers geweest. Voor de doorontwikkeling is er duidelijkheid nodig over: • • •
eenduidigheid over de doelgroep de inzet van huisregels de rol van de CT en de samenwerking met de begeleiding
9
•
• •
voor de voortgang is een heldere taakomschrijving van de beheerdersrol essentieel. Intussen is er een begin gemaakt wat nog verder uitgewerkt moet worden in samenspraak met de projectgroep. wat is nodig voor doorstroming? is wonen mogelijk zonder dagbesteding
Regie en coördinatie Voor de voortgang is het van belang om te bespreken wat de rol van de projectgroep is en of de projectgroep moet blijven bestaan. Een optie kan zijn om de taken over te hevelen naar een projectleider/coördinator die de betrokken organisaties jaarlijks informeert over de stand van zaken en zorg draagt voor de samenhang binnen het project. Een andere optie is om een aantal personen verantwoordelijk te maken die het project monitoren. Samenwerking tussen verschillende organisaties Begeleiders geven aan dat gebrek aan afstemming en kaders problemen in de hand werken en de uitvoering remmen. Een deel van deze problematiek kan worden opgelost door duidelijke kaders te stellen en afspraken te maken. Visieverschil verdient hierbij aandacht. Op zoek naar de gemene deler als basis voor afspraken. Maar het is niet gezegd dat dat voldoende is. Iemand merkt op: “Het is soms al lastig om binnen dezelfde organisatie elkaar te spreken, met een andere organisatie wordt dat niet eenvoudiger.” Ook willen organisaties extra werkdruk door meer overleggen voorkomen. De opzet van het project met verschillende instellingen maken het project complex. Er zijn verschillen in manier van werken tussen de organisaties; daar is niet aan te ontkomen. Verder kan het delen van verantwoordelijkheid de voortgang vertragen. Voor de voortgang van het project is het belangrijk om een voorkeur uit te spreken voor de werkwijze als het gaat om het beheer van de huizen in combinatie met begeleiding. Uitgangspunten daarbij zijn: • • •
optimale begeleiding van de bewoners voorkomen van bureaucratie flexibiliteit en maatwerk binnen het project mogelijk maken
Hierbij een aantal opties: Optie 1 Alle huizen hebben dezelfde beheerder. Dat kan een vrijwilliger zijn. In de huizen worden bewoners door verschillende organisaties begeleid. Optie 2 Een instelling regelt zowel begeleiding als beheerder voor een huis. Optie 3 Er wordt meer gebruik gemaakt van informele zorg. De beheerder/coördinator coördineert dit. Daarnaast hebben de bewoners begeleiding op basis van een indicatie. Optie 4 Continuering van de huidige situatie
10
Fasenmodel* Alle geïnterviewde bewoners hebben voor Stap voor Stap Wonen gekozen vanwege de belofte van een grote kans op een eigen woning binnen afzienbare tijd toegewezen te krijgen. Er lijkt behoefte aan vastigheid, een dak boven het hoofd op een permanente plek. Er is bijv. veel onbegrip waarom doorstroming zo lang moet duren. De opzet van het model met verhuizen tussen de verschillende fasen lijkt hiermee in tegenspraak. Bewoners hebben behoefte aan stabiliteit en niet steeds verhuizen. Daarnaast leidt het meerdere keren verhuizen tot extra kosten. Het is misschien daarom ook niet verwonderlijk dat bewoners aangeven moeite te hebben met het fasenmodel. Er is behoefte aan flexibiliteit en vlotte doorstroming. Ook vanuit de begeleiders is behoefte aan maatwerk en aanpassing aan de behoeften van een persoon. De algemene opvatting dat fase 1 minder goed aansluit bij de doelgroep hoeft niet te betekenen dat het niet nodig is. Mogelijk is een training in de fase 1 situatie van belang voor een uiteindelijk succesvolle afsluiting van het totale proces. Gezien de verschillende aangegeven wensen is herijking van het fasenmodel gewenst. Aandachtspunten bij een discussie hierover kunnen zijn: • •
• •
•
Hoe relevant is het verschil tussen fase 1 en fase 2? Verschillende fasen in één woning laten plaatsvinden. Elk huis gezamenlijk sanitair. Slechts twee kamers met gezamenlijke keuken en twee kamers met eigen keukenblok. Binnen de woning wordt doorgeschoven. Het voordeel hiervan is dat een verhuizing binnenshuis voor een bewoner een kleinere impact heeft dan verhuizen naar een andere locatie. Ook zorg je er zo automatisch voor dat de personen die in de woning verblijven in een verschillend stadium van het traject zijn, zodat ze meer voor elkaar kunnen betekenen. Huizen ombouwen tot kleine appartementen gecombineerd met twee jaar begeleiding en inzet van vrijwilligers. Uit de ervaringen blijkt dat bewoners die middelen gebruiken een negatieve invloed hebben op het woonklimaat van medebewoners. Door deze bewoners te weren of eventueel direct in fase 3 te plaatsen, wordt dit voorkomen. Er zijn suggesties gedaan voor de uitbreiding van het aantal huizen maar dit hangt sterk af van de aanpassingen van het fasenmodel.
*De conclusies zijn op basis van de huidige situatie waarbij fase 2 net is gestart. Daarom vragen de conclusies om enige nuancering. Maatwerk Er is behoefte aan maatwerk. Het laten instromen van bewoners die middelen gebruiken in fase 3 huizen maakt het project eenvoudiger. Ook is er behoefte aan het kunnen toewijzen van een woning speciaal voor ouders met kinderen of gescheiden mensen. Daarnaast is er behoefte om de doorstroming flexibeler te kunnen laten verlopen. Op dit moment is het mogelijk dat bewoners weigeren door te stromen naar een volgende fase. In de woongebegeleidingsovereenkomst is hier een bepaling over op genomen maar de vraag is of deze bepaling voldoet. Dit vraagt om een nadere uitwerking. Een eventuele aanpassing van het fasenplan kan hier een positieve invloed op hebben.
11
Netwerk Het stimuleren van de eigen kracht van de bewoners is één van de belangrijkste doelen die genoemd worden door de organisaties. Daarbij is een rol weggelegd voor het netwerk van een bewoner. Bij sommige bewoners heeft het netwerk een positief effect gehad op hun ontwikkeling. Niet altijd lijken deze kansen ten volle benut te worden. Ondersteuning door een deskundigen tijdens besprekingen van begeleiders kan hier zijn vruchten afwerpen. Financieel Het project moet structureel onderdeel van de begroting worden van de betrokken instellingen. Voor de financiering van begeleidingskosten is het mogelijk om te schuiven. Dit is anders als het gaat om kosten van een beheerder. Bij de keuze van een betaalde beheerder voor langere termijn of een projectcoördinator/leider zal een besluit genomen moeten worden uit welke middelen dit betaald wordt. Wanneer het huidige fasemodel in stand blijft, is er een financiële belemmering voor bewoners om door te schuiven naar een volgend huis. Hierbij is de vraag hoe kan deze belemmering worden omgezet in een positieve prikkel. Afhankelijk van de discussie over de punten genoemd onder visie kan er een besluit genomen worden over de uitbreiding van het aantal huizen en het financiële plaatje wat daarbij past.
12
Reacties … Het doel was cultuurbeïnvloeding in de opvang …. Verleiding voor cliënten om vooruit te willen gaan.(lid van projectgroep) Door visieverschil en slechte communicatie tussen hulpverleners is uiteindelijk een traject beëindigd wat succesvol was.(begeleider) Dit groepje redt zich erg goed en maken er zelf een gezellig thuis van. Ze functioneren ook gewoon in de buurt. (begeleider) Het project past bij de WMO gedachte. Eerst naar een lichtere vorm kijken en dan zwaardere opties inzetten. Volgens mij is het een duurdere vorm van opvang voor de instellingen en een goedkopere vorm van opvang voor gemeenten. (begeleider) Het had kunnen werken! (bewoner)
13
Bijlage Samenvatting vragen
Visie 1. Het uitgangspunt is de bewoner centraal. Met kernbegrippen als zo gewoon mogelijk, minder begeleiding, meer zelfstandigheid en privilege voor bewoners. Is deze doelstelling volgens jou in deze pilot gehaald? Ja
Nee
Enigszins
4
3
4
Motivering bij nee/enigszins • • •
Nog niet alle stappen zijn gezet. Daardoor is er inzicht in maar een deel van het proces Oud denken: de fase van de bewoner is leidend en niet de bewoner is leidend voor de fase Er is een cultuur nodig waarbij mensen nieuwe stappen willen maken. die is er nu niet.
NB: Begeleiders zijn naar verhouding positiever over het behalen van de doelstelling dan de leden van de projectgroep. In cijfers
4
5
6
7
8
9
10
Gem.
Zo gewoon mogelijk
2
7
3
7
Eigen regie
4
4
2
6,8
Trajectgericht werken
1
1
2
5
1
6,4
Wonen en zorg gescheiden
1
1
1
4
3
6,7
Samen ervaring opdoen
2
1
3
3
1
6
2. Organisatiegrens overstijgend werken. Vind je dat dit in het project voldoende uit de verf gekomen is? Ja
Nee
Enigszins
14
3
5
4
Het idee was dat zorginstellingen op een andere manier zouden gaan samenwerken. Hierbij een aantal reacties op dit idee • • • • • •
•
Er zijn vooraf onvoldoende afspraken gemaakt hoe dit eruit zou moeten zien bijvoorbeeld over de taak van beheerder. Teveel intern gericht en te weinig op een gemeenschappelijke deler. Er worden geen gezamenlijke acties uitgezet. Er wordt veel geproblematiseerd en minder gedacht vanuit oplossingen. Er is veel getouwtrek geweest bij de opstart door de instellingen. De manier van begeleiden komt niet altijd overeen: De een gaat meer voor afspraken en de ander meer voor de presentiemethode. Verschil van inzicht heeft invloed op de samenwerking. We weten elkaar nu wel makkelijker te vinden dat is ook prettig voor het contact buiten Stap voor Stap wonen.
Conclusie • •
Onduidelijke afspraken staan samenwerking in de weg. Visieverschil verdient aandacht. Op zoek naar de gemene deler als basis voor afspraken.
3./ Is je visie gedurende de uitvoering op het project veranderd? 7. Is wijze van de uitvoering van de visie gedurende het project veranderd? Vraag 3 blijkt een lastige vraag te zijn die op verschillende manieren geïnterpreteerd wordt. Daarom de keuze om deze twee vragen samen te voegen
Ja
Nee
Enigszins
N.v.t.
3
3
3
3
Gedachtegoed Uitvoering
Motivering bij gedachtegoed • • •
Vanaf het begin had ik al vraagtekens en dat zie ik nog steeds Leren in praktijk: er zijn verbeterpunten Visie staat maar aan uitvoeringskant kan nog het een en ander verbeterd worden.
Motivering op uitvoering • • •
Samenhang met andere initiatieven zijn niet scherp genoeg Onduidelijkheid over de doelgroep Meer duidelijkheid gekregen over wat wel of niet gaat werken in het huis. 15
•
Veel aandacht geweest voor de uitvoering over de visie is te weinig gesproken
4. Vind je dat de pilot past bij de visie van jullie organisatie? Alle betrokkenen zijn het hierover eens. Motivering De behoefte om verbinding in de keten te stimuleren wordt een keer genoemd. Eigen kracht van de bewoners stimuleren wordt het vaakst genoemd.
5. Ben je tevreden over de wijze waarop jouw organisatie in de pilot heeft geparticipeerd? 6. Ben je tevreden over de wijze waarop de collega-organisaties hebben geparticipeerd? Ja
Nee
Enigszins
Eigen organisatie
9
1
2
Collega-organisaties
4
3
5
Bewoners
4
Motivering eigen organisatie •
Drie respondenten vinden dat zij meer het overleg hadden kunnen zoeken of hadden kunnen bijsturen.
Motivering collega organisaties • • • • • •
verantwoordelijkheid nemen als het niet is afgesproken is een probleem Verschil in visie over de aanpak Onduidelijkheid over verantwoordelijkheden Problemen door splitsing in beheerderschap en begeleiderschap Gedurende het project is het wel verbeterd Teveel interngericht geweest
Motivering bewoners -
Veel onduidelijkheid daardoor teleurstelling Veel onzekerheid over de toekomst Onduidelijke informatie Werd niet voldoende geïnformeerd Informatievoorziening is slecht
16
De samenwerking met elkaar gewaardeerd in cijfers Cijfers
4
5
6
7
2
5
3
5
3
2
6,8
1
1
4
4
6,8
Samenwerking met instellingen
2
3
4
3
6,7
Samenwerking met corporaties
1
1
3
6
7,2
Samenwerking met CT
3
2
3
4
6,7
Samenwerking met begeleiders Samenwerking met beheerders Samenwerking met gemeente
1
8
9
10
6,1
22a. Wie was de beheerder Voor 1 huis duidelijk 1 Voor 1 huis niet 1 Duidelijk 7 Enigszins 2
ja Beheerder moet niet begeleider zijn
2
Ieder huis een andere beheerder
3
Huis wordt door een en dezelfde organisatie beheerd en begeleid
1
Invulling beheerdersrol maakt
2
Gem.
Efficiënter anders wordt het veel duurder Minder ruimte voor cliënten om begeleiders uit te spelen Moet niet alle energie in gaan zitten. Beter 17
niet uit als taakomschrijving maar duidelijk is
omdat in begeleiding te steken * Er moet meer gecommuniceerd worden
Opstart Project Als er stagnaties waren in het opstartproces, wat was daar de oorzaak van? De redenen die genoemd worden: • • • • • • • • • •
Late oplevering van huizen Weinig flexibiliteit van corporatie Gemeente die moeizaam meewerkt Weinig aanmeldingen van cliënten Onduidelijkheid over kosten verdeling Onduidelijkheid over de regie Onvoldoende duidelijkheid over de kaders voor welk type cliënten het geschikt is. Veel wisseling van personeel Onduidelijkheid over regiorol CT Teveel inzetten op zekerheden en te weinig inzet op kansen/risico’s
Begeleiding 17. Is de afgesproken verblijfsduur van 1,5 jaar met een extra verlenging van 6 maanden voldoende voor bewoners?
Ja
Nee
Enigszins
6
1
1
Motivering • • • •
niet iedereen zou elke fase moeten doorlopen doorstroom naar een omklapwoning termijn stellen kan remmend werken. Voor de een is langer nodig en voor de ander juist korter. Mag voor een aantal bewoners korter.
Reactie van bewoners: Alle geïnterviewde bewoners gaven aan voor de vorm gekozen te hebben door de belofte van een grotere kans op een eigen woning binnen een jaar. Er is veel onbegrip waarom het allemaal zo lang moet duren.
18
Werk en dagbesteding 19. Geen wonen zonder dagactivering. Hoeveel dagdelen dagactivering hebben bewoners? De meeste bewoners hebben dagactivering • • • •
Wonen en werken zijn niet altijd gekoppeld. Dat is wel de afspraak. Mensen kunnen ook gewoon ziek zijn voor langere periode. bv een bewoner die een tijd lang een paniekstoornis had. Er is geen zicht op of het een groeiend aantal dagdelen is en of er gewerkt wordt. Weet niet dat werken/dagbesteding een voorwaarde is voor wonen in Stap voor Stap wonen.
Situatieschets Een bewoner geeft aan veel slaap nodig te hebben en daardoor steeds te laat op het werk te komen. Hij heeft nu ’s middags dagbesteding en dat gaat meestal wel goed. •
Moeizame communicatie met sociale dienst die het project niet kent
Eigen Kracht Ja
Nee
Enigszins
Nvt
2
3 4
Eigen Kracht
7
Betrekken van netwerk
3
1
3
Buurt vooraf informeren
4
2
3
Betrekken van het netwerk • • •
niet bij alle bewoners was het mogelijk om het netwerk te betrekken. Waar het wel lukte zijn ook opties gekomen. wordt gaande weg duidelijk geen standaard netwerkinventarisatie
Inzet van de buurt • • • •
Positieve betrokkenheid van de buurt is belangrijk. Kan enorm betekenisvol zijn mits goed geïnformeerd en gehoord. Vooraf informeren kan weerstand oproepen Bewoners zijn gestimuleerd zelf contact te zoeken met de buren Alleen directe buren informeren
NB: De corporatie heeft bij de start van het project de directie buren geïnformeerd. De buren hebben positief gereageerd. 19
Begeleiding 25. Hoe heb je het als begeleider ervaren om te werken met deze opzet van gefaseerd wonen/begeleiden? • • • • • • • • •
Solitair maar wel goed een soort van ambulant werken Mooie manier voor mensen om vanuit het niets hun leven weer op te bouwen in de maatschappij Belemmerend door onduidelijkheid over de kaders. Dat heeft veel impact gehad op de bewoners Het is binnen dezelfde organisatie soms al lastig elkaar te spreken en met een andere organisatie wordt dat niet eenvoudiger Er is geen regulier overleg tussen organisaties: Er is ook geen tijd voor Bewoners spelen begeleiders tegen elkaar uit Huisvergaderingen zijn niet standaard Visieverschil over beheerdersrol Bewoners zijn de dupe geweest van de onduidelijkheden
45. Heb je als begeleider collega-begeleiders van de andere betrokken zorginstellingen geconsulteerd voor problemen rond een bewoner?
Ja
Enigszins
4
1
Hoe hebben de bewoners de begeleiding ervaren? Mindere ervaringen • • • • • • • • • •
Begeleiders konden ook geen duidelijkheid geven Vindt het raar dat hij op basis van huisvesting voor begeleid wonen moet kiezen en niet op basis van problemen Begeleiding aardig maar weinig ervaring Begeleider weet niet over vervolg Merkt dat begeleiders weinig overleggen en niet goed geïnformeerd zijn. Andere organisaties en andere begeleiders. Er was veel troep maar had niet het idee dat het door begeleiding werd gezien. Hij zag geen andere oplossing dan accepteren. Beheerder was ziek. Geen vervanging als je vragen hebt en iemand valt uit. Netwerk is er niet bij betrokken Heeft drie wisselingen in begeleiding gehad. Vind dat niet heel plezierig maar accepteert het want hij wil verder komen. Veel stress door onduidelijkheid over het vervolgtraject
20
Positieve ervaringen van bewoners • • •
Iemand die je steunt met alle administratie en meegaat naar de soc. Dienst. Iemand die meekijkt Heeft een plan gemaakt samen met begeleiding
Doelgroep 26. De omschrijving van de doelgroep is kort samengevat: MZ dak- en thuislozen met complexe problematiek met binding met de regio maar hebben wel beschikking over woonvaardigheden. Past deze omschrijving bij bewoners die tijdens de pilot in Stap voor Stap Wonen hebben gewoond? Het overgrote deel van de respondenten zegt dat de omschrijving past bij de doelgroep. Als het gaat over of de opzet en de uitvoering en of het passend is, worden er veel tips genoemd. Reactie van professionals • • • • • • • •
Nieuwe daklozen hebben een ander type opvang nodig Doelgroep is vertroebeld. Om de huizen te vullen is er “geronseld” om bewoners Vraagt om meer maatwerk Kosten voor verblijf zijn hoog voor bewoners en steeds verhuizen zorgt daarbij voor extra kosten Was niet bedoeld om lastige MO klanten op te vangen maar om mensen die onder aan de woonladder bungelen te behoeden voor nachtopvang Bij gebruik van middelen is de opzet van fase 1 niet helpend Negatief woonmilieu heeft juist tegenovergestelde effect Visieverschil in projectgroep over bijvoorbeeld mensen die gescheiden zijn
Huisvesting Woonvorm Reacties van begeleiding Woonsituatie • • • • • • •
Wat voegt het toe? Weinig inzet van vrijwilligers Beheerders en begeleidersrol niet combineren Huisregels niet meer van deze tijd qua inhoud: wat bij wet verboden is, hoeft niet in de huisregels. Drie verslaafden bij elkaar vraagt om problemen Verslavingsprobleem is lastig plaatsen in een huis waar meerdere mensen wonen. Er zijn woonvaardigheden nodig en enige bagage op sociaal gebied
21
Fasenmodel Fase 1 •
Moeilijke vorm: samen verantwoordelijkheid dragen lijkt moeilijk haalbaar voor deze groep.
Fase 2 •
Positief: meer privacy en eigen verantwoordelijkheid. Geeft meer zicht op functioneren.
Aandachtspunten • • • • • • • • • • • • •
Veel onduidelijkheid wanneer iemand naar de volgende stap gaat Verplichting om door te moeten schuiven Verkorten van een fase als dat nodig is Flexibel organiseren van het aantal locaties Flexibel omgaan met doorlopen van fasen Niet afdwingen om naar de volgende fase te gaan maar kijken wat er past bij de persoon. Onderzoek naar de vraag Antwoord op de vraag of de oorspronkelijk opzet haalbaar is Huizen ombouwen tot kleine appartementen en dan met twee jaar begeleiding Aansluiting – doorstroming moet geborgd zijn Weinig meerwaarde voor veel geld (verschil tussen fase 1 en fase 2) Verslaving vraagt om zelfstandige woonruimte Woonruimte was niet aantrekkelijk gemaakt om samen te leven
Hoeveel huizen zijn er nodig? Nodig Fase 1
Fase 2
Fase 3
2
2 huizen
2 huizen
2 huizen
1
2 huizen
3 huizen
2 huizen
2 huizen
4 omklapwoningen
5 huizen
5 huizen
5 huizen
3 huizen
3 huizen
3 huizen
2
Wachttijd voor een woning UWOON
: 6 jaar
22
Woonzorg
: 1 jaar
Reactie: •
Men weet niet wat er aan plekken is in de regio in en wat er vrij is
Reactie van bewoners -
Vond het wonen niet prettig: drugsgebruik,hygiëne problemen en diefstal. Had geen thuisgevoel Er was veel troep maar had niet het idee dat het door begeleiding werd gezien. Hij zag geen oplossing dan accepteren. Beheerder was ziek. Zijn huisgenoten hadden meer begeleiding nodig Vind dat Ontmoeting iedereen maar in het huis plaatste
28. Heeft deze woonvorm bijgedragen aan de ontwikkeling van andere vaardigheden en competenties ten opzichte van andere begeleidingsvormen? Nee
Ja
Weet niet
Enigszins
N.v.t.
4
3
1
1
1
Reactie van professionals • • •
Dit kan ook op de Kade bij het EBC Wel goed dat er eisen worden gesteld: het hebben van werk Situatie in huis aan het Bunschoterpad heeft remmend gewerkt
Reactie van bewoners -
Vind dat sommige bewoners veel meer begeleiding nodig hebben 24/7 Meer zelfstandigheid dan in een 24-uurs opvang.
29. Wanneer er sprake was van ongewenst gedrag, heeft de bewoner kunnen leren hoe daar mee om te gaan? Nee
Ja
Enigszins
Is nog bezig
2
2
1
31a. Was het omgaan met financiën een probleem voor bewoners? 31b. Is dat van invloed geweest op de huur? 32. Is het opgestelde huur/begeleidingscontract werkbaar en compleet genoeg? Motivering Hier wordt verschillend over gedacht.
23
Reacties van de professionals • • • • • • • • • •
Wonen en begeleiding zijn onlosmakelijk verbonden. Op deze manier moet het ook naar bewoners gecommuniceerd worden Deze vorm maakt het lastig om mensen uit te zetten. Omgaan met financiën is voor een aantal bewoners een probleem Onduidelijkheid over de manier van betalen van de energiekosten. Oplopen van schuld door facturen die te laat door de beheerder zijn verzonden. Tijdig onderkennen van problemen bij bewoners zodat het contract op de juiste wijze beëindigd kan worden. Liever dat de organisaties alles huren Deze opzet is gekozen om de realiteit na te bootsen. Onnauwkeurige communicatie door corporatie Begeleiders hebben zelf een lijntje met corporatie ingeval van huurachterstand
Ervaring van bewoners met huur en contract -
Huur is telefonisch opgezegd. Relatief hoge kosten omdat alles gedeeld werd en je geen subsidie kon krijgen of kwijtschelding van gemeentelijke belasting.
Samenwerking en procesbegeleiding 33. Wie is er volgens jou verantwoordelijk voor de regie van het project inclusief monitoring en evaluatie? Gemeente
CT
Weet niet
projectgroep
2
2
2
3
• • •
Projectgroep voor de kaders en de begeleiding voor de uitvoering Monitoring door CT, evaluatie vanuit gemeente, verder de 3 instellingen. Gemeente is regievoerder (3)
35. Wie zie je als de projectleider van het project? Gemeente
Weet niet
Is er niet
projectgroep
Beheerder
2
6
2
1
1
Reacties • •
is er niet, zou Bert van Putten moeten zijn In de begroting was het bedoeld voor de uren van Herman Weessies als schrijver van het projectplan 24
36. Vind je dat er in de afgelopen pilot voldoende binnen de projectgroep is gecommuniceerd? Nee Ja
:5 :6
Reacties • • • • •
Niet altijd constructief en efficiënt Afspraken uit projectgroep worden niet teruggekoppeld Niet op de hoogte van het bestaan van een projectgroep bestaat Er zijn veel partners, nog meer communicatie zou het te zwaar maken Vanuit de CT werd gemerkt dat er besluiten binnen het MT werden genomen die niet met de begeleiders werden gecommuniceerd.
42. Is de communicatie tussen de projectgroep(management) en de werkers voldoende geweest? Nee
Weet niet
Enigszins
4
1
4
Ja
N.v.t. 2
Reacties • • • •
Werkers voelden zich op afstand staan Begeleiders waren niet op de hoogte van wat er in de projectgroep afgesproken was. Met name de Nee- antwoorden komen vanuit de uitvoering. Het bestaan van de projectgroep was ook niet bij iedereen bekend. Afspraken zijn niet teruggekoppeld De deelnemers van de projectgroep vinden dat er te veel gecommuniceerd wordt maar dat het constructiever kan.
Iedereen voelt zich in meer of mindere mate verantwoordelijk en dat komt tot uiting in het initiëren van afspraken, contact zoeken, etc. 38. Hoe heb je de sfeer in de projectgroep ervaren? Afwachtend
2
Open
4
Prima
1
Reacties • • • • •
Er kwamen teveel onderwerpen op tafel die al geregeld hadden moeten zijn. Er ontbrak een strakke agenda. Gebrek aan regie Onduidelijkheid wie er in de lead is bij problemen Behoefte aan centrale coördinatie 25
CT 39. Was de rol van de CT voldoende duidelijk? Ja
Enigszins
Nee
Rol duidelijk
5
6
2
Invulling van de rol
3
4
3
40. Heeft de CT de rol van verwijzer en procesvolger voldoende ingevuld? • • • • • • •
Aanmeldingen te traag en monitoring onvoldoende. Onduidelijkheid welke vragen er aan de CT gesteld kunnen worden Wisseling van personen Traject beëindigen zonder een duidelijk leer of verbeter traject is onacceptabel Te weinig proactief: CT is te veel naar binnen gericht Bij problemen rond cliënt is het minder duidelijk wie aan zet is Behoefte aan een criterialijstje op basis waarvan er doorstroming plaats vindt.
Reactie CT Er is geen kader afgesproken hoe om te gaan met excessen. Persoonlijke visie staat slagkracht in de weg. Snel handelen wordt daardoor onmogelijk In de CT wordt het besluit genomen over doorstroming op basis van vooraf gestelde kaders. Besluiten nemen op basis van afgesproken kaders en niet op basis van persoonlijke visie. 44. Was de verantwoordelijkheid en de taakomschrijving van de zorginstellingen duidelijk? Ja
Nee
Enigszins
N.V.T.
4
3
4
1
Reacties • • •
Staat niet helder in de projectomschrijving Taken van de beheerder niet. Met name bij problemen was het minder duidelijk
Financieel 55. Is de gemaakte begroting werkbaar voor alle betrokkenen? Er is veel onduidelijkheid over de opgestelde begroting. Reacties variërend van “ik heb deze begroting nooit gezien” tot dit is de begroting van Ontmoeting.
26
De begroting is in het begin opgesteld door Ontmoeting voor 1 huis bedoeld voor alle huizen. Achteraf noemt Ontmoeting het een geïsoleerde actie met als doel het project vlot te trekken en te starten. Begeleidingskosten kunnen gedekt worden door het verschuiven van begeleiding. Voor de beheerderkosten is er geen dekking. Kosten van leegstand worden door de corporaties betaald tot het moment van de overdracht. Daarna komen de kosten voor de instellingen. Ook de kosten van de verbouwing worden door de corporaties betaald. Exploitatie kan niet zonder structurele kosten. Project moet structureel onderdeel worden van de begrotingsaanvraag van de instellingen. Kosten zijn voor zorginstelling bij leegstand terwijl de instellingen er geen invloed op hebben 57. Heb je de indruk dat Stap voor stap wonen een bijdrage levert aan een goedkopere vorm van opvang? De algemene indruk is dat het een goedkopere manier van opvang is en dat het project vooral moet doorgaan.
Lessons learned Wat moet er vooral doorgaan binnen het project? Reactie professionals • • • • • • • • •
Samenwerken Doordat er meer instellingen bij betrokken zijn, valt er meer te kiezen voor cliënten. Organisatieoverstijgend werken Bijzondere woonvormen Laagdrempelige vorm in stand houden Faseringssystematiek De monitorrol van de CT Zo gewoon mogelijk in de wijk Creëren van extra mogelijkheden voor door- en uitstroom
Ervaring van bewoners Antwoorden op de vraag: wat heeft het jou opgeleverd? -
Rust van een dak boven je hoofd Kansen om aan het werk te gaan is sterker geworden door verblijf in KW en SVS. Ziet het als een vervolgtraject. Vindt dit beter werken dan een instelling omdat je meer vrijheid en meer verantwoordelijkheid krijgt. 27
-
Feedback van medebewoners helpt daar ook bij. Zelfkennis Heeft meer oog voor schoonhouden Voelt zich meer verantwoordelijk Beter contact met familie en vrienden
Antwoorden op de vraag: Moet het project doorgaan? -
Vindt dat er te weinig is voor kansarme jongeren Weinig voor jongeren boven de 23 jaar Weinig voor jongeren die maatschappelijk aan lager wal zijn geraakt. Zou de woonvorm wel adviseren aan anderen. Je hebt veel vrijheid. En alles beter dan een crisisorganisatie Zou de woonvorm adviseren aan een vriend. Goed idee dat Stap voor stap er is was je leert omgaan met geld, eten en werken. Het had kunnen werken.
Wat moet er veranderen? Ideeën van professionals Communicatie • • • • • •
Heldere verwachtingen richten bewoners scheppen Meer communiceren over de effecten: resultaatmeting Verbeteren van de communicatie vanuit projectgroep naar de uitvoering Tijdig contact opnemen met CT en corporaties bij beëindigen van het contract. Heldere communicatie naar alle betrokkenen Meer inzicht in aanbod en behoefte
Begeleiding • • •
Afspraken maken over hoe om te gaan met verslavingsproblematiek Heroverweging of de begeleiding voldoende is voor deze complexe doelgroep. Wellicht meer inzet van informele zorg nodig. Meer helderheid rond huisregels (wel/niet en inhoud)
Visie • • • • • •
Heldere doelgroep omschrijving Beheer en begeleiding per huis in de hand van een organisatie Meer zelfstandigheid in woonvorm. Duidelijkheid over regievoering en randvoorwaarden rondom beheer Meer duidelijkheid inhoudelijke sturing/monitoring Projectgroep stopzetten zodra project draait
Financiën 28
•
Dekking voor beheerskosten en huisvestingskosten door trajectfinanciering
Huisvesting • • • • • •
Meer woningen realiseren Oplossing voor de nu te sterke huurderpositie Meer risico’s kunnen nemen met plaatsen Eenduidigheid over huurprijs en inrichting Verslavingsproblematiek niet geschikt voor fase 1 huis Meer flexibiliteit in de doorstroom en instroom.
Tips van bewoners -
Weet wie je in huis plaatst Weet wat de match is en de invloed daarvan Goed opletten bij intake Meer transparantie Duidelijkheid over waarom het zo lang wachten is op een huis.
Wensen en adviezen voor doorontwikkeling Professionals • • • • • • •
Ook voor moeders met kinderen. Daar is nu geen opvangplek voor Moet niet te groot worden: max. 3 huizen per corporaties Niet een nieuwe voorziening worden Lichte vormen moeten zwaardere voorzieningen doen afnemen. Met meer maatwerkoplossingen zou het misschien nog goedkoper kunnen. Hoe pakt de nieuwe woonwet uit? Soms iets te veel nadruk op werven van cliënten voor “eigen woning” – dubbele moraal
Bewoners -
Een extra container. Voor 3 mensen die allemaal apart koken is 1 container te weinig Er is behoefte aan een vrouwenhuis en een huis waar kinderen met bij gescheiden ouders kunnen verblijven – meer privacy
Effecten • •
Kan plaatsing binnen MO voorkomen
Bewoners Cijfers gegeven door bewoners Goosenkamp Wonen
7
6
7
10
29
Organisatie
5
4
4
Minpunten -
Er is geen huisgesprek en weet ook niet of dat zo hoort. Vond het wonen niet prettig: drugsgebruik,hygiëne problemen en diefstal. Had geen thuisgevoel Zijn huisgenoten hadden meer begeleiding nodig Vind dat Ontmoeting iedereen maar in het huis plaatste Zijn goed instaat om problemen in huis zelf op te lossen Is een einzelgänger en heeft meer behoefte aan privacy Hij weet niet waarom hij geen huis krijgt Er waren geen huisvergaderingen wat wel de bedoeling was. Niet blij dat er gebruikt wordt
Onderwerpen voor projectgroep • • • •
Regievoering Cijfermatige informatie Monitoren op doelen Gesprek over coördinatie
Indrukken • •
veel wisselingen geweest binnen de organisaties. De meesten mensen zijn nieuw in het project Zijn in het diepe gegooid en niet geïnformeerd over het pilotidee
Concept • •
Weinig betrokkenheid van buurt of vrijwilligers. Beheerdersfunctie zou ook een vrijwilliger kunnen zijn
Contract • •
onduidelijkheid over contract Wie krijgt wanneer een seintje. Wordt individueel met begeleiders geregeld
Samenwerking * kan constructiever, geen duidelijke afspraken gemaakt
Communicatie naar bewoners •
te weinig duidelijkheid en terugkoppeling naar bewoners Druk geweest met de uitvoering van het project en te weinig oog gehad voor de effecten op de bewoners.
slagingskans 30
• •
geen verslavingsprobleem maakt kans van slagen groter psychiatrische problemen zijn beter te hanteren
Positieve punten •
Het is nog te vroeg om het project in de volle breedte te beoordelen omdat nog niet alle fasen gestart zijn
Corporaties zitten er over de hele lijn wat positiever in. Komt waarschijnlijk ook dat zij minder betrokken zijn bij de uitvoering Er is 3 tot 4 weken nodig om inzicht in een situatie te krijgen om iemand te kunnen plaatsen. (CT) • • • • • • • •
Begeleiders zijn gestart zonder goed op de hoogte te zijn van de ins en outs van het project Samenwerking is geen doel op zich maar een middel ten dienste van Betrekken van sociale netwerk mag steviger als Samenstelling van het huis komt nou. Als de CT de toewijzing bepaald wie zorgt dan voor de juiste match? Afspraken tussen managers en duidelijke communicatie op uitvoerend niveau Visie bij iedereen helder Teveel wisselingen geweest: steeds meer afstand tot de kern van het project Problemen zijn veroorzaakt door te weinig communicatie: Bedoeling is om de realiteit na te bootsen maar dat levert veel onduidelijkheid op. Extra kosten voor verhuizen
31