ZELF AAN DE SLAG MET DE TAALLIJN? MATERIALEN EN INFORMATIE Het boek Peuters interactief met taal van het Expertise centrum Nederlands is te bestellen via www.lcowijzer.nl. Het boek Interactief met taal: doorgaande taallijn voor groep 1 en 2 is vanaf schooljaar 2006-2007 ook via deze site te bestellen. Als u met de Taallijn aan de slag wilt op uw school of peuterspeelzaal, neem dan contact op met de schoolbegeleidingsdienst in uw regio. Kijk ook voor meer informatie op de website van Sardes. Bent u geïnteresseerd in de scholingsmodule voor de ROC’s of Pabo’s, dan kunt u zich melden bij Sardes.
COLOFON 2e (gewijzigde) druk, januari 2006 Tekst: Vormgeving: Foto’s: Drukwerk:
Kees Broekhof, Denise Bontje FC Klap, Hilversum Voskens fotografie, Nijmegen Wilma Ebregts, Den Haag De la Montagne, Hilversum
Sardes Postbus 2357 3500 GJ Utrecht www.sardes.nl Expertisecentrum Nederlands Radboud Universiteit Nijmegen Postbus 9104 6500 HE Nijmegen www.taalonderwijs.nl
WAT IS DE TAALLIJN? De Taallijn is een effectieve manier van werken om de taalontwikkeling van jonge kinderen te stimuleren. De aanpak is niet verbonden aan een bepaald programma en kan daardoor gemakkelijk in peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en scholen ingezet worden. Via praktijkgerichte scholingsprogramma’s leren leidsters en leerkrachten hoe zij met concrete activiteiten en werkwijzen de taalontwikkeling kunnen stimuleren. De Taallijn is ontwikkeld in nauwe samenwerking met de praktijk, op basis van wetenschappelijke inzichten. Aansluiten bij bestaande werkwijzen is daarbij het uitgangspunt. Wat zijn geschikte momenten en manieren om te werken aan de woordenschat van kinderen? Welke gesprekstechnieken prikkelen het productieve taalvermogen van de kinderen? Hoe kun je voorlezen effectiever gebruiken om de taalontwikkeling te stimuleren? Welke rol kan ICT spelen bij de taalontwikkeling? En hoe betrek je de ouders erbij? Op al deze vragen geeft de Taallijn een antwoord.
SCHOLING VOOR LEIDSTERS EN LEERKRACHTEN De Taallijn kan los van een VVE- of taalprogramma gebruikt worden, maar kan ook ingezet worden ter versterking van bestaande programma’s. Uit onderzoek blijkt dat bestaande programma’s goede effecten hebben op de ontwikkeling van kinderen, maar dat er wat betreft taalstimulering nog wel een schepje bovenop kan. De Taallijn is daarvoor bij uitstek geschikt. Inmiddels zijn de uitgangspunten van de Taallijn ook opgenomen in de belangrijkste landelijke programma’s, zoals Piramide, Kaleidoscoop, Startblokken en Boekenpret. De Taallijn is ontwikkeld door het Expertisecentrum Nederlands en Sardes in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
SCHOLING VOOR LEIDSTERS
SCHOLING VOOR LEERKRACHTEN
Het centrale onderwerp van de scholing voor leidsters is het uitvoeren van een cyclus van activiteiten rond een ‘anker’ (een aansprekend thema, vaak in de vorm van een prentenboek). De cyclus bestaat uit de volgende fasen: introductie van het thema, verkennen van de kernwoorden, ingaan op de verhaallijn, doorgaan op het thema en napraten. In elke fase komen de vaardigheden die de leidster nodig heeft om de taalontwikkeling van de kinderen stimuleren uitgebreid aan bod. Dat zijn vaardigheden die te maken hebben met het geven van goed taalaanbod, het stimuleren van de taalproductie van kinderen en het geven van effectieve feedback. De scholing bestaat uit maximaal 6 bijeenkomsten.
Het doel van de scholing voor leerkrachten is het versterken van de eigen werkwijze en het gebruikte VVE- of taalleesprogramma op het punt van interactieve taalstimulering. De leerkrachten maken kennis met de principes van de Taallijn en met een uitgewerkt voorbeeld van een activiteitencyclus voor groep 1-2. Aan de hand daarvan bekijken zij hoe zij de aanpak het best kunnen opnemen in hun eigen manier van werken. Tijdens intervisiebijeenkomsten wisselen de leerkrachten ervaringen uit en bespreken zij (nieuwe) aandachtspunten en leerdoelen voor hun eigen toepassingen van de Taallijn in de praktijk. De scholing bestaat uit 5 bijeenkomsten.
NIEUW De doorgaande Taallijn verbindt groep 1 en 2 met groep 3 en 4. In aanvulling op de hier beschreven scholing, zal er een scholingsaanbod komen voor leerkrachten van groep 3 en 4, waarin de thema’s van groep 1 en 2 worden voortgezet.
De scholingen zijn bedoeld voor: • • •
leidsters in de peuterspeelzaal leidsters in de kinderopvang leerkrachten in de onderbouw van het basisonderwijs
WAT MAAKT DE TAALLIJN BIJZONDER? De volgende onderdelen komen geregeld terug in de scholingen: inbreng door deelnemers uit de praktijk, theorie, demonstratie, oefening, discussie en praktijkopdracht. Tussen de bijeenkomsten door werken de deelnemers aan praktijkopdrachten. Zij worden daarbij gecoacht door de schoolbegeleidingsdienst of een andere ondersteuningsinstelling. De Taallijn stimuleert de samenwerking tussen peuterspeelzalen en scholen. Een apart traject beschrijft de wijze waarop de scholingen voor leidsters en leerkrachten kunnen samengaan.
De scholingen sluiten aan bij de publicaties Peuters Interactief met Taal en Interactief met taal: doorgaande taallijn voor groep 1 en 2. Hierin worden de werkwijzen van de doorgaande Taallijn op een heldere en toegankelijke manier beschreven.
In de Taallijn zijn moderne wetenschappelijke inzichten in de taalontwikkeling van kinderen vertaald in concrete activiteiten en werkwijzen die direct in de praktijk ingezet kunnen worden. De kern van die wetenschappelijke inzichten is dat naast taalaanbod, ook taalproductie van belang is voor de taalontwikkeling. De nadruk ligt dan ook op de interactie met en tussen kinderen. Kinderen gaan al pratende in interactie met elkaar op zoek naar de juiste woorden en woordvormen om uit te drukken wat zij willen zeggen. Als ze iets niet goed weten, luisteren ze extra aandachtig naar hun gesprekspartner(s) om het juiste woord uit het gesprek op te pikken. Door hun betrokkenheid bij het gesprek leren ze zo gerichter, meer en sneller. We noemen dit type gesprekken met kinderen ‘taalontwikkelende interactie’. Het effect van deze gesprekken is sterker naarmate aan meer voorwaarden wordt voldaan, zoals een boeiend onderwerp, voldoende ruimte om te experimenteren met de taal, goede input van de volwassene (bijvoorbeeld verschillende soorten vragen stellen, of voorspellingen laten doen) en goede feedback van de volwassene (bijvoorbeeld samenvatten, luisterrespons geven, opmerkingen aanvullen). De Taallijn helpt leidsters, leerkrachten en ouders deze vaardigheden te ontwikkelen en situaties te herkennen en te creëren waarin deze vaardigheden effectief ingezet worden.
HET WERKT! Het SCO-Kohnstamminstituut heeft in 2005 onderzoek gedaan naar de effecten van de Taallijn. Uit het onderzoek blijkt dat de aanpak effectief is. Peuterleidsters die werken met de aanpak van de Taallijn merken dat hun kinderen meer gaan praten, meer woorden leren en prentenboekenverhalen beter begrijpen. Dat is van groot belang voor de latere schoolloopbaan van de kinderen. Met een grote woordenschat en een goed ontwikkeld verhaalbegrip zullen ze bijvoorbeeld minder moeite hebben met het begrijpen van teksten, doorgaans een groot struikelblok voor leerlingen met een taalachterstand (allochtone èn Nederlandse).
De Taallijn is gestart in 2002. Sindsdien zijn ongeveer 3500 leidsters (van 600 peuterspeelzalen), 200 bibliothecarissen en 100 onderwijsadviseurs getraind in de aanpak van de Taallijn. Inmiddels wordt de Taallijn ook uitgevoerd op 50 basisscholen.
DE TAALLIJN OP ROC’S EN PABO’S
Taalverwervingsgerichte gesprekken Interactie in de kleine kring improviserend inspelen op wat kinderen vertellen Taal- / denkspelletjes gekke situaties creëren die peuters aanzetten tot nadenken en praten
INTERACT Organisa
IEF VOORL EZEN - RE FLECTIE ‘WA AR ST A
tie
Stimuleren van taalproductie • • • • • • •
Uitbreiden van uitingen Parafraseren Verbaliseren van handelingen Bewering i.p.v. vraag Luisterrespons Stilte Stellen van verschillende soorten vragen
Altijd
1. Het vo orlezen vin dt bij mij plaats in kleine groepjes 2. Bij he t voorleze n stel ik heteroge ne groepj es samen Voorbere iding
IK NU?’
Meestal
Soms
3. Ik ga speciaal op zoek na verhalen ar met span nende, onverwac hte en ko mische gebeurte nissen 4. Ik zorg ervoor da t er materiale n aanwez ig zijn die met het th ema te m aken hebb en 5. Ik stel een prog ramma samen m et activite iten rond het boek /the ma 6. Voorda t ik ga vo orlezen, introduce er ik het boek eers (zonder vo t or te leze n) bij de taalzw akke kinde ren 7. Ik ga voorafga and aan voorlezen het na wat de kinderen weten ov al er het on derwerp Interactie f voorleze n 8. Ik wijs woorden aan in he boek tijde t ns het vo orlezen 9. Ik best eed aand acht aan de vorm van het bo ek 10. Ik laat de kinde ren voorsp doen over ellingen het verlo op van he t verhaal
Ga door na
ar het vo
lgende bl
ad
Nooit
Om ervoor te zorgen dat ook nieuwe leidsters en leerkrachten beschikken over vaardigheden om de taalontwikkeling van jonge kinderen te stimuleren, worden er voor de ROC’s (opleiding tot leidster) en Pabo’s (opleiding tot leerkracht) modules ontwikkeld waardoor studenten tijdens hun opleiding kennis kunnen maken met de principes van de Taallijn. In 2004 hebben drie ROC’s in Zwolle, Tilburg en Enschede reeds kennisgemaakt met de Taallijn. In 2005 zijn nog eens drie ROC’s met de scholingsmodule Taallijn aan de slag gegaan en in 2006 kunnen nog eens tien ROC’s meedoen. ROC’s kunnen vanaf 2006 kiezen tussen een module van acht bijeenkomsten voor de voltijdvariant van de SPW3 opleiding, of een module van circa vier weken waarbij studenten zelfstandig met de theorie, de cyclus ‘interactief met taal’ en de leidstervaardigheden aan de slag gaan. Trainingen van docenten worden door Sardes verzorgd en gekoppeld aan netwerkbijeenkomsten waarbij ROC’s ervaringen en expertise uitwisselen.
In 2006 wordt, in nauwe samenwerking met de praktijk, een module voor de Pabo ontwikkeld, zodat toekomstige leerkrachten zich al tijdens hun opleiding de aanpak van de Taallijn eigen kunnen maken. De module kan ingezet worden binnen verschillende opleidingssystemen en sluit aan bij de uitgangspunten van competentiegericht werken. De module wordt in een eerste fase uitgevoerd op vijf Pabo’s verspreid over Nederland.
GEBRUIK VAN ICT
UIT DE PRAKTIJK INTERACTIEF VOORLEZEN Elly werkt als peuterleidster op een VVE peuterspeelzaal. Ze heeft scholing gekregen in de Taallijn en heeft de activiteitencyclus rond het prentenboek Het luie lieveheersbeestje uitgevoerd: introductie van het verhaal in een kleine groep met behulp van materialen uit de vertelkoffer, voorlezen en vertellen aan de hele groep, ingaan op het verhaal, doorgaan op het thema met andere boeken, uitvoering van taalstimulerende verwerkingsactiviteiten en napraten. De cyclus heeft inmiddels een vaste plek in haar werk: “Een aantal dingen deed ik al wel, ook voor de scholing, maar minder bewust. Ik zie nu duidelijker het effect dat voorlezen kan hebben op de taalontwikkeling van kinderen. Zeker als je het op deze manier doet.” Ze heeft veel gehad aan de scholing: “Je leert veel door naar jezelf te kijken. Vooral het ruimte geven aan kinderen vind ik soms nog lastig. Goede open vragen stellen, ingaan op de ervaringen van de kinderen zelf, af en toe een stilte durven laten vallen. En het is leuk om te merken dat de kinderen vanzelf veel spraakzamer worden als ze merken zelf meer invloed te hebben doordat jij je terugtrekt. We maken dankbaar gebruik van de tips die zijn ontwikkeld, als een soort ruggensteuntje.” (Bron: ‘Laat het verhaal uit het kind zelf komen!’ De wereld van het jonge kind, mei 2005).
Wilma Ebregt, leidster op een VVE peuterspeelzaal in Den Haag, heeft tijdens de scholing Taallijn kennisgemaakt met nieuwe mogelijkheden van ICT om de taalontwikkeling te stimuleren. Die kennis heeft ze gebruikt in een nieuw project: “We noemden dit project ‘een kaart voor oma’. Eerst hebben we de kinderen een kaart laten maken, over de zomer. Vervolgens ging de kaart in een envelop en hebben we de ouders gevraagd om het adres van oma erop te schrijven. Toen zijn we met de kinderen op stap gegaan naar het postkantoor. Daar mochten de kinderen zelf een postzegel kopen en op de envelop plakken. Iedere fase van dit project hebben we vastgelegd met de digitale camera. De foto’s hebben we op de computer gezet en die bekijken
we met de kinderen. Wij werken met Kaleidoscoop en deze activiteit leent zich heel goed voor vooruitkijken – de kaart moet weg, naar Marokko, naar Nigeria, hoe gaan we dat doen – en voor terugkijken – hoe is het gegaan. Ook als je samen terugkijkt op de activiteit komen die dingen weer aan bod. Ik stel vragen – Waar was dit? Wat deden we daar? – en laat de kinderen praten. We diepen het thema verder uit met het lezen van een boekje over hetzelfde onderwerp en met vrij spel in het postkantoortje dat we in de klas hebben gebouwd. Daarin spelen de kinderen het hele avontuur nog eens na. Ook dat spel fotograferen we en ook dat zetten we op de computer. De kinderen vinden het heerlijk om die beelden te zien. Het zijn dingen die ze zelf hebben meegemaakt, daar krijgen ze niet genoeg van.”
DE TAALLIJN OP TELEVISIE IN DE BASISSCHOOL Ilonka Wijnhoven werkt in de onderbouw van Daltonschool De Meiboom in Nijmegen. De Meiboom werkt al enkele jaren aan vernieuwing van het taalonderwijs met behulp van taalroutines en de tussendoelen beginnende geletterdheid. De Taallijn VVE blijkt hier goed op aan te sluiten. De school werkt samen met peuterspeelzaal De Meibloem, in het kader van het VVE-project. De peuterspeelzaal werkt met een andere
taalmethode, maar deze sluit goed aan bij het taalonderwijs op de Meiboom. Overeenkomsten zijn het werken met kleine groepjes, veel keuzevrijheid voor de kinderen, een breed ontwikkelingsaanbod, aandacht voor woordenschat en interactief taalonderwijs. De peuterspeelzaal en de school werken ook samen rond het project Boekenpret, legt Ilonka uit: “De ouders en de kinderen, die vanuit de peuterspeelzaal bij ons op school komen, zijn al bekend met de Boekenbeer en de boekenprettasjes die elke week met een prentenboek mee naar huis gaan om voor te lezen. Dat past prima bij onze nieuwe manier van werken. Een aantal keer per jaar gaat er ook een centraal prentenboek mee naar huis. Op school zijn wij dan bezig met allerlei interactieve taalactiviteiten rondom dit boek en thuis kunnen de ouders met hun kinderen hetzelfde boek voorlezen en bekijken. Ik zie Boekenpret als onderdeel van de Taallijn.” De school werkt niet meer met een vaste taalmethode. “We werken nu heel anders”, zegt Ilonka, “Voorheen hadden we een methode met vaste thema’s en activiteiten. Nu bedenken we samen met de kinderen een thema en daar zoeken we activiteiten en materialen bij. Als bronnenboek gebruiken we het Routineboek en bij de uitvoering van de activiteiten volgen we de aanpak van dat boek en de Taallijn. Deze manier van werken levert veel op, zowel voor de kinderen als voor de leerkrachten.”
Z@PPFLAT Presentatrice Mylene praat in de Z@ppflat met peuters of kleuters en samen doen ze spelletjes en activiteiten rond thema’s als ‘feest’, ‘kapper’of ‘logeren’. In de peuterspeelzaal en thuis hangen posters van de Z@ppflat, zodat de kinderen op verschillende plaatsen met het thema bezig kunnen zijn. Het programma is ontwikkeld in samenwerking met Z@ppelin en Peutertv. Z@ppflat wordt in 20052006 dagelijks uitgezonden tussen 7.00 en 7.30 uur op Nederland 3.
HET ZANDKASTEEL In het Zandkasteel vinden dagelijkse dingen uit het leven van peuters plaats in de echte wereld en in een fantasiewereld. De hoofdpersonen maken van alles mee rond thema’s als verkeer, huis en kleding. Daarbij wordt gebruik gemaakt van animaties, prentenboeken, filmpjes van kinderen en liedjes. Het Zandkasteel wordt uitgezonden op maandag, woensdag en vrijdag van 10.00 tot 10.15 uur en op zaterdag van 7.30 tot 7.45 uur op Nederland 3.
KOEKELOERE De Taallijn werkt samen met Teleac/NOT en de Vereniging Openbare Bibliotheken (VOB) om de doorgaande lijn naar groep 1 en 2 te versterken. Dat gebeurt binnen het veelbekeken televisieprogramma ‘Koekeloere.’ In 2006 worden voor dit
programma nieuwe filmpjes opgenomen die aansluiten bij bekende thema’s voor groep 1 en 2. De filmpjes worden opgenomen in huis, op school en in de bibliotheek. De nieuwe afleveringen worden vanaf schooljaar 2006-2007, op maandag, woensdag en vrijdag van 9.00 uur tot 9.15 uur op Nederland 3 uitgezonden.