Week 2
Zaterdag 8 januari 2011. Eindelijk hebben we Hilo op Hawaii bereikt. Vanochtend om 11 uur heeft de Rotterdam aangemeerd en konden we aan wal. We hadden een excursie naar 3 watervallen geboekt en dus moesten we ons melden in de aankomsthal. Met een klein groepje werden we in een minibusje gezet en kregen we een kleine rondrit door het tropische regenwoud dat er aan de oostkust van het grote eiland is. Er valt elke dag wel regen. Nu wij er waren, was er al in geen 3 ( ! ) dagen regen gevallen. Dat heeft meteen gevolgen voor de zoetwatervoorziening van het hele eiland. Er loopt geen pijplijn naar Californië voor dit soort voorzieningen en men moet dus zelf in zijn water voorzien. Onze gids, die verderop in het regenwoud zijn eigen huis had gebouwd, heeft in de tuin 2 grote zwembaden voor de opvang van de regen en kan daar totaal in zijn eigen waterverbruik voorzien. Hij zei er wel bij dat als hij dochters had gehad in plaats van de 2 zonen die hij nu heeft, hij waarschijnlijk te weinig water zou opvangen. Het was een leuk grapje. De oorspronkelijke bevolking is in een paar golven vanuit de Polynesische en Filipijnse eilanden met grote kano’s naar Hawaii gekomen. Vanaf 1200 na Chr. is er permanente bewoning door Hawaiianen. Zij kennen geen privé bezit, maar moeten wel voor het land en de omgeving zorgen waar ze op dat moment gebruik van maken. Ze hebben wel een leider, eerst per eiland een en dat was dan hun koning. Later, eind 19e eeuw heeft de koning van het grootste eiland de heerschappij over alle eilanden bevochten en gekregen. Die slag was op Maui en bij die vallei gaan we morgen kijken. Tot in de 90 er jaren van de vorige eeuw leefde men hoofdzakelijk van de suikerrietplantages. Maar door concurrentie uit Vietnam, Indonesië en de Filippijnen zijn die plantages niet meer rendabel en zoekt men sindsdien naar een andere vorm van bestaan. Men probeert de koffieteelt, wat groentes en ook de teelt van de macadamianoten is interessant. We werden, uiteraard, naar zo’n noten- en koffieteler gebracht en hebben daar ook 3 zakjes van die overheerlijke noten gekocht. Zo te zien is het een paradijselijk eiland. Maar onze gids neemt dit soort rondleidingen aan om extra te verdienen om zijn
zonen naar “college” te laten gaan. Want alles kost geld natuurlijk.
De missionarissen die in de 19e eeuw vanuit de States en Engeland aan wal stapten, kwamen om zieltjes te winnen, maar introduceerden meteen het privébezit. Ze lieten de Hawaiianen een papier tekenen en die waren meteen hun gronden kwijt. Die hadden de missionarissen (lutheranen en presbyterianen) ingenomen en die zetten meteen grote suikerrietplantages op. Maar de landarbeiders moesten van buiten komen. Dat werden Chinezen, Koreanen, Japanners, Indonesiërs. Bij elkaar wel zo’n 325.000 werkers werden er binnen gehaald. Van elke bevolkingsgroep staat er in een park een eigen ontmoetingshuis. Daar zijn we langs gereden. Aan veel rijke mensen van Hawaii kun je aan de namen nog zien dat het afstammelingen zijn van de oorspronkelijke missionarissen, zoals Bishop, Dole etc. Deze informatie kregen we van onze gids die ons naar de watervallen bracht. Helaas voor ons, en daar hadden we alert op moeten zijn, heeft hij er 1 overgeslagen en wel de mooiste, volgens zeggen. In de plaats daarvan bezochten we zo’n koffie annex macadamia farm, waar we konden proeven en wat kopen uiteraard. Dat hebben we dan ook gedaan en de noten zijn overheerlijk.
Eenmaal terug bij de boot, hebben we, met Cees en Elly weer, de shuttle naar Hilo Hattie genomen, dat is een grote winkel in een winkelcentrum. Er was ook een Wal mart, een Macy’s, een Mac Donald, een Starbucks, een Sears en nog meer van die typisch Amerikaanse winkels. Het is voor ons toch wel interessant om zo’n heel groot winkelplein te zien. Dat kennen wij helemaal niet, daar hebben we de ruimte totaal niet voor. In de States zijn ze schering en inslag. In de Macy’s wilde Jan nog wat witte korte sokken kopen, maar ze hadden zijn merk niet. Wel kocht hij een korte broek en 4 T-shirts, alles spotgoedkoop en in de uitverkoop. Wat een bofkont is Jan toch. Hij slaagt hier altijd. Enfin, we wilden nog een kop thee drinken, maar besloten toch maar eerst naar het schip terug te gaan en in de Neptunelounge een kopje thee te nuttigen. Dit was Hilo, morgen gaan we naar het volgende eiland, Maui en dan naar de plaats Lahaina. Zondag 9 januari 2011. Hier zijn we al eens eerder geweest, maar toen hadden we geen excursie gedaan. Nu wilden we wat meer van het eiland zien en kozen voor een toer naar een uitstulping in het landschap. Die stelde voor een zeegodin een fallus voor en was dus van goddelijke betekenis. Het was een mooie rit door het landschap en we hoorden weer veel over de staat Hawaii met al zijn eilanden. Hier moeten we wel tenderen.
De taal telt maar 7 medeklinkers ( h,k,l,m,n,p en w) en 5 klinkers ( a,e,u,i en o).Veel lettergrepen worden herhaald. Kijk maar naar de langste naam van een tropische vis Humuhumunukunukuapua’a. Afgekort tot Humu. Deze tropische vis is de landsvis. De landsbloem is de gele hibiscus die overal groeit. De landsvogel is de Nini en de landsboom is de Banyan. Dit soort informatie wordt er in de bus door de chauffeur annex gids verteld.
Na de “Iao needle” in een National Park reden we, weer samen met Cees en Elly, naar een aquarium voor tropische vissen aan de kust. Dit was een verzameling prachtige vissen en we hadden gelukkig bijna 2 uur de tijd om ons te vergapen. Ze waren adembenemend, bijvoorbeeld de trompetvis of papegaaivis of de schorpioenvis of de kikkervis. De laatste zat in een aquarium met rood koraal en de vissen namen deze rode kleur als schutkleur aan, fantastisch om te zien.
Dit is de Humuhumunukunukuapua’a
En dan alle anemonen, koralen, schelpdieren etc. die er waren. En de kleuren op de vissen met stippen, strepen en vlekken, het was werkelijk fenomenaal.
Eenmaal terug hebben we ons weer bij Hilo Hattie’s laten afzetten en zijn langs de kust terug gelopen naar het schip. Aangezien we om 2 uur nog niets gegeten hadden, stopten we bij Bubba Gump’s een restaurant waar ze allerlei soorten garnalen serveren en nog veel meer natuurlijk.
We hadden uitzicht op de zee en dat was geweldig. We zagen dat de machinist op de Rotterdam moeite had om 1 motor op te starten. Zwarte rookwolken ontsnapten de schoorsteen tot 5 keer toe. We kwamen toch ’s avonds wel weg. Hier in Lahaina lagen we tot 23.00 uur en we hadden eerst het idee om aan de wal te blijven om er ook in de avond te eten. Maar na veel geslenter, waar Elly en ik alle juwelierszaken van binnen gezien hebben, en nog een cocktail op een mooi terras besloten we toch maar om naar het schip te gaan. Als de zon onder is gegaan, wordt het toch veel kouder.
Bovendien waren we al de hele dag in touw en dan is het wel een keer genoeg. Nog het vermelden waard is de enorme boom die op het centrale plein staat. Het is een banyardboom ( zoek svp op op google ) en is op 1 in India na de grootste van de wereld. Je denkt dat er wel meer dan 10 losse bomen staan, maar dat zijn allemaal uit de kluiten gewassen wortels die er zelf ook weer als bomen uitzien. Na het diner hebben we nog een staartje van een folkloristische dansshow gezien, huladans uiteraard. Er traden meerdere kleine kinderen op, heel vertederend. Hierna zat de 2e dag in Hawaii op. Morgen naar Ohua waar de hoofdstad Honolulu ligt. Wai betekent schoon water en vandaar dat je in veel woorden dit woord terugvindt. Het zijn per slot van rekening allemaal tropische eilanden, waar aan de regenkant er dagelijks regen valt en er dus veel rivieren met zoet water zijn. Aan de andere kant van de eilanden valt er niets en daar vind je dan woestijnen en cactussen. Dit hebben we tot nu toe nog niet gezien. We kozen steeds voor het groene en natte deel van de eilanden. Nog iets over Lahaina zelf. In de 18e en 19e eeuw was het een pleisterplaats voor veel schepen. Men nam er drinkwater en voedsel in. Bovendien was er veel vertier voor de zeelieden in de vorm van café’s en dames van lichte zeden. Tegenwoordig zijn er veel kunstgaleries gevestigd en een aantal restaurants. Verder op aan de kust staan mooie hotels, zoals het Hyatt.
Maandag 10 januari 2011. We zijn nu een week onderweg, wat gaat dat toch snel. We liggen weer vroeg aan de kade en Jan gaat met Cees en Elly op excursie naar Pearl Harbour. Wij hebben dat samen al een keer gedaan en het is nog al deprimerend. Ik wilde dus niet mee. Een keer zo’n bezoek was voor mij genoeg. Ik heb nog een keer walvissen gespot, dat was wel later op de dag. Jan had een topexcursie. Ze werden opgehaald door een militair van de basis en die vertelde de hele dag allerlei verhalen.
Bovendien liet hij tegelijkertijd in het busje een film zien, gaf informatie op papier door en wees van alles aan op een landkaart boven zich. Allereerst vroeg hij of er Nederlanders in de groep waren. Hij vertelde over het koopvaardijschip Jagersfontein van de VNS. Dit schip voer juist de haven binnen toen de Jappen aanvielen. Maar dit schip was al uitgerust met afweergeschut en vuurde meteen terug. Toen werd het met rust gelaten. Nadat de aanval over was, bleef de Nederlander nog in de haven liggen en alle manschappen ( ca. 50 ) gaven bloed aan de ziekenhuizen. Dit blijft men zich altijd herinneren. Verder zijn ze op verschillende bases geweest en ook in een onderzeeër. Ook hebben ze geluncht in de officiersmess. En al de tijd dat de gids ze begeleidde, was hij aan het woord met alle mogelijke informatie. Fenomenaal, maar erg vermoeiend.
Het weer was niet mooi, regenachtig, winderig. Mijn walvisspotting ging wel door op een heel grote catamaran, maar met de witte koppen op zee zag je niet zo goed waar de walvissen zwommen. Ze zijn er echter wel. We hebben er verschillende gezien, gelukkig. Het aardige is, dat als je alleen bent, er altijd wel Amerikanen een praatje met je beginnen en dat is wel leuk. Er was ook een buffetlunch bij en het was nog een toer om je bord heel op je tafel te krijgen met die ruwe zee. Toch vond ik het een fijn tochtje, ik mag zulke boottochtjes wel. Je zag trouwens een gigantische regenbui over de kust van Waikiki beach trekken. Toen we weer aan wal stonden, was de regen bijna over en kon ik naar het schip lopen. Jan was er nog niet en ik heb dicht bij de aankomsthal een blokje om gemaakt. En wat denk je? Ik vond een voetgangerszone met weer een Macy’s. Toen Jan er was, hebben we eerst een wandeling bij de winkeltjes bij de Aloha tower gemaakt. We moesten pleisters hebben. Jan zijn grote teen was al de hele week ontstoken en we waren door de pleisters heen. Gelukkig hebben we ze gevonden en ook nog zinkzalf met antibiotica er in. En dat helpt veel meer dan de Betadinezalf die we al mee hadden. Gelukkig maar, want hij kan zijn nieuwe open schoenen nog niet aan, omdat er dichte neuzen aan zitten. We hadden nog tijd over en zijn toch nog samen naar Macy’s geweest voor Jan zijn witte sokjes van het merk Ralph Lauren. En die hadden ze hier. Na nog een laatste koffie bij Starbucks zijn we toch maar terug gegaan naar het schip. Het was genoeg voor vandaag. Iedereen had het gehad en we zaten weer met ons zessen aan tafel, wat heel gezellig is. We hebben steeds wat te vertellen en wat te lachen. Morgen komt alweer het 4e en laatste eiland aan bod. Het heet Kauai en de haven Nawiliwili. Dinsdag 11 januari 2011. Dit eiland wordt het Tuin Eiland genoemd. Het is het oudste eiland, qua vulkanisme gezien dan. Het heeft mooie bloemen en planten, prachtige stranden en spectaculaire kloven en bergen. Hier ligt de Grand Cayon of the Pacific en die moeten we toch gaan zien. Je kan een
helikopter tocht maken, maar dat is duur en we zijn er niet zo voor te porren. Maar een bustocht er naar toe is ook voldoende voor ons. We zagen in de kloof 2 steenbokken liggen. Er is op dit eiland geen hoogbouw. De gebouwen mogen niet hoger dan een palmboom worden, volgens de Palmtree law. Op dit eiland zijn vele films opgenomen, zoals o.a. Jurassic Park en nog veel meer, volgens deze gids. Maar daar waar de Amerikanen de filmcultuur in hun genen hebben, zeggen al die films ons niets. Ik althans heb er dusdanig weinig gezien, dat ik er absoluut niet over kan meepraten. Dat brengt me wel op achterstand, want alle Amerikanen verwijzen continu naar de een of andere film om hun verhaal te illustreren. Vandaag was het een prachtig zonnige dag met een strakblauwe lucht.
Dat is hier niet gebruikelijk, want het regent hier meer dan waar dan ook. We hadden dus geluk. We kregen een mooie rondrit. Veel houten huizen met veranda’s en mooie tuinen, het is werkelijk een paradijselijk eiland. Maar er moet ook verdiend worden. De suikerindustrie ligt op zijn gat en dus moeten er nieuwe bronnen aangeboord worden. Voorlopig is dat voornamelijk de toeristen industrie. Men probeert wel koffie te telen, de Konakoffie, en ananas, macadamia noten en nog zo het een en ander.
Het eiland is het 4e in grootte, zo’n 30 mijl lang, 25 mijl breed en er wonen ruim 60.000 inwoners.
We hebben een winkel bezocht waar de eigenaar een verzameling heel speciale kettingen had, niet te koop overigens. Een zo’n ketting was gemaakt van meer dan 6000 miniscule schelpjes.
De werkelijk heel kleine schelpjes werden eerst uitgepeuterd, het zand moet er uit, en dan worden ze geregen zonder dat ze kapot mogen gaan. Dat is natuurlijk een monnikenwerk en daarom zijn die kettingen ook zo duur. Je kon ze, eenvoudiger, wel kopen. Een strengetje kostte wel 4 tot 800 dollar. Dat zie je er niet aan af, helaas voor de vrouwen die al het werk er aan hebben. Misschien heeft de ( Chinese ) winkelier wel een vooruitziende blik en worden die schelpenkettingen wel duurder dan goud. Zou zomaar kunnen. Ik heb er geen gekocht in ieder geval. Om 14.00 uur waren we terug bij het schip en we kozen er dit keer voor om na de lunch niet meer weg te gaan. We hebben onze badkleding aangetrokken en zijn lekker bij het zwembad in de zon gaan liggen. En zo zit Hawaii er op. We hebben nu 2 zeedagen voor de boeg en ruim 1000 zeemijlen te overbruggen voor we in Polynesië aankomen, het Franse gedeelte. We kunnen er Frans praten en met de Euro betalen. Ook gaan we over de internationale datumlijn en slaan zodoende 13 januari over. Woensdag 12 januari 2011 Vandaag is onze tafelgenoot Ruud jarig. Deze zeedag hebben we het rustig aangedaan. Ria heeft met Elly excursies geboekt voor de komende havens en Jan heeft Pim geholpen met zijn laptop om emails te kunnen versturen. ’s Middags om drie uur hebben we met onze tafelgenoten thee gedronken ter gelegenheid van Ruud zijn verjaardag en hebben hem een verjaardagscadeau overhandigd. Om half acht waren we door kapitein Robert Jan Kan uitgenodigd voor cocktails en een diner. Samen met onze tafelgenoten en nog een stel Nederlanders hebben we genoten van een heerlijk diner. Donderdag 13 januari 2011 Deze dag hebben we overgeslagen in verband met het passeren van de internationale datumlijn.
Vrijdag 14 januari 2011 Liepen we eerst 12 uur achter op de tijd in Nederland, nu lopen we in eens 12 uur vóór op de tijd in Nederland. Voor sommige mensen is het niet te begrijpen maar zo zijn nu eenmaal de internationale afspraken. Vandaag was het behoorlijk winderig maar bij de Oase, het gedeelte op dek 10 aan de achterzijde van het schip voor de jeugd, hebben Ria en ik heerlijk in de zon gelegen en zijn op één dag behoorlijk bijgekleurd. Op deze reis zijn er geen kinderen aan boord dus kunnen wij van die ruimte gebruik maken. Morgen de eerste haven in Polynesië, het atol Fanning Island of op zijn Polynesisch Tabuaeran genaamd.