Netverklaring 2011 Gemengde net op basis van de Spoorwegwet bijgewerkt t/m Aanvulling 1
geldigheidsperiode: dienstregelingjaar 2011
zondag 12 december 2010 t/m zaterdag 10 december 2011 (inclusief de eerdere behandeling van capaciteitsaanvragen ten behoeve van die periode).
Van Kenmerk Versie Datum Goedgekeurd
Colofon ProRail 795142 1.0 11 december 2009 Ja
Versiebeheer Versiebeheer en verwerkte aanvullingen versie datum 1.0
11 dec 2009
aanvullingnr --
omschrijving wijzigingen initiële uitgave
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 2
Inhoud
1
Algemene informatie
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10
Inleiding Doel Wettelijk kader Juridische status Structuur van de Netverklaring Geldigheid en wijzigingen Verspreiding Contactadres nadere informatie Samenwerking met andere beheerders van spoorweginfrastructuur Begrippenlijst
5 5 6 6 7 7 8 8 9 10
2
Toegangsvoorwaarden
11
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
Inleiding Vereisten voor toegang Overeenkomsten en Algemene voorwaarden Operationele regels Buitengewoon vervoer Vervoer van gevaarlijke stoffen Eisen met betrekking tot spoorvoertuigen Eisen met betrekking tot bedrijfsvoering en personeel Eisen met betrekking tot informatielevering
11 11 12 13 14 14 14 15 16
3
De spoorweginfrastructuur
17
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9
Inleiding Beheergebied Kenmerken van de railinfrastructuur van de hoofdspoorwegen Gebruiksbeperkingen Betrouwbaarheid, beschikbaarheid en operationele kwaliteit van de infrastructuur Stations voor reizigersvervoer Laad- en losplaatsen voor goederenvervoer Opstel- en rangeervoorzieningen Infra-ontwikkeling
17 17 19 23 28 29 30 30 31
4
Capaciteitsverdeling
33
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9
Inleiding Procesbeschrijving capaciteitsverdeling Tijdschema voor aanvraag en capaciteitsverdelingsproces Het verdelingsproces: werkwijze aanvraag en verdeling van capaciteit Capaciteit voor werkzaamheden aan of nabij de spoorweginfrastructuur Niet gebruikte capaciteit Buitengewoon vervoer Treindienstleiding en bijsturing Operationele samenwerking
33 33 35 36 45 45 45 45 47
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
5
blad 3
5
Diensten
49
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
Inleiding Dienstengroep ‘Netwerk en Treinpad’ Dienstengroep ‘Transfer’ Dienstengroep ‘Reisinformatie’ Dienstengroep ‘Emplacementen’ Dienstengroep ‘Informatie’ Diensten door andere leveranciers
49 52 54 55 57 62 72
6
Gebruiksvergoeding
73
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
Inleiding Principes van de gebruiksvergoeding Tarieven Prestatieregeling Wijzigingen van de gebruiksvergoedingsregelingen Facturering
73 73 75 79 79 80
Overzicht van bijlagen bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
Algemene overzichtskaart met netwerkconfiguratie Lijst van begrippen Consultatie Algemene klachten- en geschillenregelingen Model-Toegangsovereenkomst en Algemene Voorwaarden Operationele voorwaarden Bedrijfs- en vervoervergunningen Standaard informatieproducten treindienstafwikkeling Specificatie van rapportages Baanvakken met gebruiksbeperkingen Infrastructuurprojecten en -studies Informatie omtrent niet-hoofdspoorwegen Omgrenzingsprofielen per baanvak Aslasten en tonmetergewichten Beveiligingssystemen Treindetectiesystemen Baanvaksnelheden Geëlektrificeerde baanvakken; bovenleidingsspanning Beweegbare spoorbruggen Perronlengte Openbare laad- en losplaatsen Tankinstallaties Ontwerpnormen dienstregeling Herleidingstabel diensten Stations Prestatieregelingen Categorie-indeling van baanvakken t.b.v. compensatieregeling
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 4
1
Algemene informatie
1.1
Inleiding 1
Deze Netverklaring is opgesteld door ProRail . ProRail is belast met het beheer van hoofdspoorwegen in Nederland op grond van de door de Minister van Verkeer en Waterstaat verleende 2 beheerconcessie zoals bedoeld in artikel 16 van de Spoorwegwet. ProRail is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Enig aandeelhouder is de Staat der Nederlanden (via Railinfratrust BV). 3
Het beheer door ProRail omvat de zorg voor: • de kwaliteit, de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid van de infrastructuur; • een eerlijke, niet-discriminerende verdeling van de capaciteit van de infrastructuur, zowel ten 4 behoeve van spoorwegondernemingen en andere gerechtigden als ten behoeve van ProRail; • het leiden van het verkeer over de infrastructuur, een en ander voor zover bepaald in de beheerconcessie hoofdspoorweginfrastructuur. ProRail voert in opdracht van derden ook werkzaamheden uit die samenhangen met bovenstaande beheertaken of met mobiliteitsvraagstukken in bredere zin. ProRail stelt zich ten doel: • te zorgen voor voldoende, betrouwbare en veilige spoorweginfrastructuur. Die infrastructuur moet in goede staat verkeren en geschikt zijn voor het gebruik waarvoor zij bestemd is. Ook moet de infrastructuur veilig en doelmatig bereden kunnen worden zonder overmatige slijtage aan spoorvoertuigen te veroorzaken; • passende treinpaden en andere gebruiksmogelijkheden beschikbaar te stellen aan gerechtigden, door te voorzien in capaciteitsverdeling en verkeersleiding; • transfercapaciteit op stations en informatie over het spoorverkeer te leveren; • de risico’s die verbonden zijn aan het gebruik en het beheer van de spoorweginfrastructuur te analyseren, en passende maatregelen te nemen om die risico’s voldoende te beheersen; • als partner in de spoorwegbranche mee te werken aan het oplossen van bestaande en toekomstige mobiliteitsvraagstukken. ProRail gaat zorgvuldig om met informatie. ProRail gebruikt gegevens alleen voor het doel waarvoor die gegevens gevraagd en beschikbaar gesteld zijn. ProRail stelt gegevens en andere informatie van relaties, medewerkers en derden niet zonder hun toestemming ter beschikking aan anderen, tenzij ProRail daartoe wettelijk verplicht is. Als het handelen van ProRail niet voor alle gerechtigden dezelfde uitwerking heeft, hanteert ProRail steeds principes van non-discriminatie, transparantie en toetsbaarheid. ProRail wil de inhoud en de presentatie van de Netverklaring ieder jaar verder verbeteren. Voorstellen voor verbeteringen of aanvullingen van de Netverklaring worden dan ook steeds zeer op prijs gesteld.
1.2
Doel
De Netverklaring verschaft spoorwegondernemingen en andere gerechtigden alle noodzakelijke informatie voor de toegang tot en het gebruik van de spoorweginfrastructuur. Daartoe behoort informatie over de spoorweginfrastructuur, over de capaciteitsverdelingsprocedures en over de gebruiksvergoedingen. Daarbij geeft de Netverklaring een omschrijving van de diensten die ProRail aanbiedt. 1 2 3 4
ProRail BV, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Utrecht, onder nummer 30 124 359. te raadplegen via de website van ProRail (www.prorail.nl > vervoerders > wettelijk kader) artikel 16 van de Spoorwegwet Onder gerechtigden worden in deze Netverklaring al diegenen verstaan die volgens de Spoorwegwet een Toegangsovereenkomst met ProRail kunnen sluiten; zie artikel 57 van de Spoorwegwet.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 5
1.3
Wettelijk kader
De Netverklaring 2011 is een netverklaring zoals bedoeld in de Spoorwegwet, artikel 58, en in 5 richtlijn 2001/14/EG , artikel 3.
1.4
Juridische status
1.4.1 Algemene opmerkingen De Netverklaring is gebaseerd op de officieel bekendgemaakte regelgeving op de uitgavedatum. De Netverklaring 2011 loopt niet vooruit op wet- en regelgeving die nog in ontwikkeling is. Binnen het kader van de beheerconcessie wordt de Betuweroute - de goederenspoorweg van Maasvlakte via Kijfhoek naar Zevenaar - geëxploiteerd door Keyrail, waarbij ProRail als houder van de beheerconcessie als enige verantwoordelijk is voor de nakoming van de wettelijke op de beheerder rustende verplichtingen met betrekking tot het beheer. De Netverklaring 2011 wordt onder verantwoordelijkheid van ProRail uitgegeven in twee afzonderlijke delen, te weten een deel "Netverklaring 2011 Betuweroute" met gegevens omtrent de Betuweroute en een deel "Netverklaring 2011 Gemengde net", dat de informatie bevat voor de overige door ProRail beheerde spoorwegen, in het vervolg aangeduid met het gemengde net. Tezamen vormen deze twee delen de Netverklaring zoals bedoeld in de Spoorwegwet artikel 58 voor de hoofdspoorweginfrastructuur waarvoor ProRail op grond van de beheerconcessie het beheer voert. Het proces van consultatie en redactie voor de Netverklaring 2011 Betuweroute is onder verantwoordelijkheid van ProRail uitgevoerd door Keyrail. Leeswijzer - informatie over het bindend karakter van bepalingen in de Netverklaring. De Netverklaring bevat bepalingen die verplichtingen voor gerechtigden weergeven. Die bepalingen zijn eenvoudig herkenbaar gemaakt in de opmaak. De volgende indeling wordt gehanteerd: • samenvattingen van publiekrechtelijke regelgeving. Deze samenvattingen staan steeds onder het kopje ‘Samenvatting van regelgeving’ (rood lettertype) en tussen ►rode driehoekjes◄. Let op: alleen de officieel bekendgemaakte teksten zijn doorslaggevend, ook als ProRail een onjuiste of onvolledige samenvatting geeft; • bepalingen met betrekking tot onderwerpen waarover ProRail met gerechtigden overeenstemming wil bereiken vóórdat de gerechtigde gebruik maakt van de infrastructuur (met voorstellen terzake). Deze bepalingen zijn steeds vermeld opgenomen onder het kopje ‘Overeen te komen regeling’ (blauw lettertype) en tussen ►blauwe driehoekjes◄. Verplichtingen daarover ontstaan uitsluitend bij het aangaan van de toegangsovereenkomst. • bepalingen over voor alle gerechtigden geldende procedurevoorschriften. Deze procedurevoorschriften zijn steeds opgenomen onder de aanduiding ‘Procedurevoorschrift’ (in groen lettertype) tussen ►groene driehoekjes◄. ProRail heeft de procedurevoorschriften vastgesteld met het oog op de non-discriminatoire behandeling van alle gerechtigden, ná consultatie van de gerechtigden en met overweging van hun zienswijzen. De procedurevoorschriften zijn niet individueel onderhandelbaar en kunnen alleen via een aanvulling op de Netverklaring wordt gewijzigd. Binding aan de procedurevoorschriften ontstaat door het aanvragen van capaciteit. Gegevens van informatieve aard, waaraan geen verplichtingen voor gerechtigden verbonden zijn, worden zonder nadere specifieke aanduiding of opmaak in de Netverklaring opgenomen. ProRail heeft de Netverklaring 2011 opgesteld na overleg met de betrokken gerechtigden (zie bijlage 3). De uitgave van de Netverklaring 2011 is bekendgemaakt in de Staatscourant en in het Nieuwsblad Transport. De Netverklaring is toegezonden aan de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). De Netverklaring 2011 is ook toegezonden aan de gerechtigden die een toegangsovereenkomst met ProRail hebben gesloten alsmede aan alle bestuursinstanties die bevoegd zijn tot het verlenen van concessies voor openbaar personenvervoer per trein.
5
Richtlijn 2001/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2001 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 6
1.4.2 Aansprakelijkheid ProRail heeft de Netverklaring 2011 zorgvuldig opgesteld. ProRail aanvaardt echter geen aansprakelijkheid voor eventuele schade die voortvloeit uit kennelijke fouten en drukfouten in de Netverklaring 2011. Bij verschillen tussen de Nederlandstalige en anderstalige uitgaven van deze Netverklaring is de Nederlandstalige uitgave bindend. 1.4.3 Klachten, geschillen en conflictafhandeling ProRail neemt geschillen in de capaciteitsverdeling voor de jaardienst in behandeling op basis van de Geschillenregeling Capaciteitsverdeling (paragraaf 4.4.2). Klachten en geschillen over andere onderwerpen waaronder ook klachten over de Netverklaring 2011 worden behandeld volgens de Algemene Klachten- en Geschillenregeling die in de Netverklaring is opgenomen (bijlage 4). Toepassing van deze klachten- en geschillenregelingen laat onverlet dat partijen bij een toegangs6 overeenkomst of kaderovereenkomst het recht hebben om de NMa schriftelijk te verzoeken een oordeel te geven over het gedrag van ProRail. Alle belanghebbenden kunnen de NMa vragen om te onderzoeken of ProRail hen oneerlijk behandeld, 7 gediscrimineerd of anderszins benadeeld heeft . Klachten over het verloop en de uitkomst van capaciteitsverdeling op de hoofdspoorwegen in Nederland worden ook behandeld door de NMa. Meer informatie over de NMa is te vinden op www.nmanet.nl.
1.5
Structuur van de Netverklaring
ProRail heeft met andere infrastructuurbeheerders afspraken gemaakt over het hanteren van een uniforme hoofdstukindeling van de Netverklaring, teneinde de toegankelijkheid te vergroten. ProRail heeft de Netverklaring opgesteld als een zelfstandig leesbaar document. De Netverklaring moet ook voor wie niet beschikt over de onderliggende documenten de nodige informatie verschaffen over de aard van de infrastructuur en over de voorwaarden voor toegang tot die infrastructuur.
1.6
Geldigheid en wijzigingen
De Netverklaring betreft de spoorweginfrastructuur die ProRail beheert. 1.6.1 Tijdvak van geldigheid De Netverklaring 2011 is van toepassing op: • de toegang tot en het gebruik van de infrastructuur in het dienstregelingjaar 2011; • de behandeling van capaciteitsaanvragen ten behoeve van de jaardienstregeling 2011; dat geldt ook als die behandeling plaatsvindt vóór het begin van het dienstregelingjaar 2011. Het dienstregelingjaar 2011 loopt van zondag 12 december 2010 tot en met zaterdag 10 december 2011; deze data zijn vastgesteld volgens richtlijn 2001/14/EG. Gegevens in de Netverklaring 2011 over de periode na 10 december 2011 zijn indicatief. 1.6.2 Aanvullingen en wijzigingen Omstandigheden na de bekendmaking van deze Netverklaring kunnen aanleiding geven tot aanvulling of wijziging van de Netverklaring. ProRail zal bij gebleken noodzaak aanvullingen op de Netverklaring 2011 bekendmaken. Een wijziging van een publiekrechtelijke regeling die in de Netverklaring is samengevat, wordt alleen via een aanvulling op de Netverklaring bekendgemaakt, als: • die wijziging niet wordt gepubliceerd in de Staatscourant, het Staatsblad of het Tractatenblad en 6 7
artikel 71 lid 2 van de Spoorwegwet artikel 71 lid 1 van de Spoorwegwet
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 7
de wijziging beperkingen oplevert of kan opleveren voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur volgens het minimumtoegangspakket volgens bijlage II bij richtlijn 2001/14/EG (zie hoofdstuk 5).
•
ProRail streeft voortdurend naar verbetering van de dienstverlening. Daarom is er voortgaand overleg met belanghebbenden over veel van de procedures die in deze Netverklaring omschreven zijn. Uitkomsten van dit overleg worden na consultatie van de gerechtigden ingevoegd in de Netverklaringen van komende jaren. 1.6.3 Verschillen met voorgaande uitgave Hieronder staan de belangrijkste verschillen vermeld tussen deze Netverklaring 2011 en de Netverklaring 2010 (bijgewerkt t/m aanvulling 4): • De beschikbaarstelling van een Duitstalige versie vervalt; de Engelstalige versie wordt ook bijgewerkt met aanvullingen (paragraaf 1.7). • Het aanwijzen van de in gebruik zijnde stamlijnen als hoofdspoorwegen (onder meer paragraaf 3.2.1). • Invoering van een compensatieregeling voor treinen die in verband met geplande onderhouds- of vernieuwingswerkzaamheden niet kunnen rijden (paragraaf 4.4.1.3.2). • Bredere toepassing van beslechtingsprocedures bij geschillen over de capaciteitsverdeling (paragraaf 4.4.1.4 en 4.4.2). • Verdergaande detaillering van het aanbod van diensten in de groepen ‘Emplacementen’ en ‘Informatie’ (paragraaf 5.1 t/m 5.6). • Afschaffing van de bundels Generieke Operationele Regelingen en Bevoegdheidsregelingen; de te handhaven inhoud wordt voor wat betreft de informatieve elementen opgenomen op diverse plaatsen in de Netverklaring; de te contracteren elementen zijn samengebracht in een nieuwe bijlage Operationele Voorwaarden (bijlage 6). • Beperking van de verzameling aangeboden prestatieregelingen (bijlage 26). Een volledig overzicht van de verschillen ten opzichte van de initiële uitgave van de Netverklaring 2010 is op verzoek beschikbaar bij ProRail.
1.7
Verspreiding 8
De Netverklaring 2011 en de daarop verschenen aanvullingen zijn toegankelijk via internet . Daar staat steeds een Netverklaring bijgewerkt met de tot dan toe verschenen aanvullingen, in zowel de Nederlandse als in de Engelse taal. De Netverklaring en de aanvullingen worden kosteloos toegezonden aan de gerechtigden die een toegangsovereenkomst met ProRail hebben gesloten.
1.8
Contactadres nadere informatie
ProRail verstrekt spoorwegondernemingen en andere gerechtigden op verzoek gaarne nadere informatie over de onderwerpen uit de Netverklaring 2011. U kunt zich daarvoor wenden tot: Postadres: Bezoekadres: e-mail: internet:
8
ProRail BV, Vervoer en Dienstregeling, afdeling Accountmanagement Postbus 2038 3500 GA Utrecht Moreelsepark 3 3511 EP Utrecht
[email protected] www.prorail.nl
te raadplegen via de website van ProRail (www.prorail.nl > vervoerders > netverklaring)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 8
1.9
Samenwerking met andere beheerders van spoorweginfrastructuur
ProRail werkt samen met de beheerders van aangrenzende spoorwegnetten. Deze samenwerking betreft o.a.: • het beheer van de spoorweginfrastructuur: de onderlinge afstemming van de infra-ontwikkeling en van de planning van onderhouds- en beheeractiviteiten die uitwerking hebben op het grensoverschrijdend verkeer; • de capaciteitsverdeling: de samenwerking om doorgaande treinpaden voor internationaal verkeer aan te bieden; • de verkeersleiding: afspraken over de regeling en bijsturing van het grensoverschrijdend treinverkeer; daaronder valt ook de ontwikkeling van systemen voor de daarbij noodzakelijke gegevensuitwisseling (‘Europtirails’). RailNetEurope In januari 2004 hebben enkele beheerders van spoorweginfrastructuur en spoorwegcapaciteitverdelende instanties in de lidstaten van de Europese Unie een gezamenlijke organisatie opgericht om operationele zaken op het gebied van internationaal spoorverkeer af te handelen: RailNetEurope [RNE]. Vanuit een gezamenlijk kantoor in Wenen vertegenwoordigt RailNetEurope haar leden als vereniging voor het faciliteren van het internationaal verkeer over de Europese spoorweginfrastructuur. Vanuit het aspect railinfrastructuur harmoniseren de leden van RailNetEurope samen de condities en introduceren ze afgestemde benaderingen ter bevordering van de ondernemingsgewijze ontwikkeling van het Europese railverkeer, in het belang van de gehele spoorwegbranche. RailNetEurope telt 35 leden. Samen beheren de RailNetEurope-partners een netwerk dat circa 244.000 km lengte omvat. De infrastructuurbeheerders die betrokken zijn bij RailNetEurope verlenen hun diensten aan meer dan 140 spoorwegondernemingen die actief zijn in het internationaal spoorverkeer in Europa. De belangrijkste doelstelling van RailNetEurope is het ontwikkelen en verbeteren van de markt voor internationaal spoorverkeer. Met het oog daarop concentreert RNE zich op de processen die verbonden zijn met de spoorweginfrastructuur, met inbegrip van de harmonisatie voor de middellange en lange termijn van de plannen van de leden ten aanzien van aanleg, dienstregelingontwerp, marketing en verkoop, dienstuitvoering, alsmede de dienstverlening na afloop, zoals monitoring en verslaglegging. Zie ook de website van RailNetEurope (www.railneteurope.com). 1.9.1 One-Stop-Shop De infrastructuurmanagers en spoorwegcapaciteitverdelende instanties in de lidstaten van de Europese Unie hebben One-Stop-Shops opgericht die functioneren als een netwerk van klantcontactpunten in het kader van RNE. Om een internationaal treinpad aan te vragen behoeft een spoorwegonderneming alleen contact op te nemen met een van deze One-Stop-Shops, die daarna het gehele proces van internationale afstemming initieert. De One-Stop-Shop die door een spoorwegonderneming wordt benaderd zal na overleg met de betrokken beheerders: • De afhandeling van capaciteitsaanvragen voor elk aangevraagd internationaal treinpad binnen de RNE coördineren, zodat die aanvragen op de juiste manier worden betrokken in het jaarlijkse proces van dienstregelingvaststelling; • Voorstellen doen voor treinpaden over het gehele internationale traject; de coördinatie daarvan verloopt hoofdzakelijk via de RNE-applicatie Pathfinder. Elke One-Stop-Shop is onderdeel van een internationaal net dat is opgezet om voor klanten de toegang tot het spoorwegnet te vereenvoudigen. Een lijst met de contactgegevens van de One-StopShops is beschikbaar op de website van RailNetEurope (www.railneteurope.com).
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 9
De ProRail One-Stop-Shop is als volgt bereikbaar: Postadres: Bezoekadres: telefoon: fax e-mail:
ProRail Postbus 2038 3500 GA Utrecht Moreelsepark 3 3511 EP Utrecht +31 (30) 235 9322 +31 (30) 235 9474
[email protected]
1.9.2 Diensten en systemen van RNE Paragraaf gereserveerd voor nog toe te voegen informatieve tekst over de diensten en systemen van RailNetEurope: onder meer Pathfinder – Eicis – Europtirails.
1.10
Begrippenlijst
In bijlage 2 is een lijst opgenomen met verklaringen van specifieke begrippen die in deze Netverklaring worden gebruikt.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 10
2
Toegangsvoorwaarden
2.1
Inleiding 9
De Spoorwegwet is het juridisch kader voor de toegang tot en gebruik van de hoofdspoorwegen en voor het verdelen en reserveren van capaciteit op de hoofdspoorwegen.
2.2
Vereisten voor toegang
De vereisten voor toegang zijn vastgelegd in wettelijke voorschriften. Samenvatting van regelgeving ► Spoorwegondernemingen hebben toegang tot de spoorweginfrastructuur. Met het begrip spoorwegonderneming wordt aangeduid elke privaat- of publiekrechtelijke onderneming waarvan de voornaamste activiteit bestaat in het leveren van spoorwegvervoerdiensten voor goederen en/of reizigers, waarbij die onderneming ook voor de tractie moet zorgen. In Nederland worden daarnaast ook ondernemingen die beschikken over tractie en die gebruik maken van de spoorweg zonder zich te richten op spoorwegvervoerdiensten voor goederen en/of reizigers aangemerkt als spoorwegonderneming; op dit punt hanteert de Nederlandse wetgeving 10 een ruimere omschrijving dan het Europese recht. ◄ 2.2.1 Vereisten voor aanvragers van capaciteit De vereisten voor aanvragers van capaciteit zijn vastgelegd in wettelijke voorschriften. Samenvatting van regelgeving ► De volgende categorieën van (rechts)personen kunnen bij ProRail capaciteit aanvragen; zij zijn ook gerechtigd tot het sluiten van een toegangsovereenkomst of een kaderovereenkomst met 11 ProRail : • spoorwegondernemingen; • ondernemingen die een bedrijfsvergunning hebben aangevraagd; • verleners van concessies voor openbaar vervoer per trein; • iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die tegenover ProRail aantoont dat hij om commerciële redenen belang heeft bij de verwerving van capaciteit voor spoorvervoer12 diensten . Gerechtigden die géén spoorwegonderneming zijn kunnen uitsluitend een beperkte toegangsovereenkomst aangaan; zo’n beperkte toegangsovereenkomst betreft uitsluitend de reservering van capaciteit, maar geeft geen recht op toegang tot of gebruik van de spoorweginfrastructuur. ◄ Een beperkte toegangsovereenkomst met een gerechtigde die niet een spoorwegonderneming is, wordt in deze Netverklaring aangeduid met de term capaciteitsovereenkomst. 2.2.2 Vereisten voor deelnemers aan het spoorverkeer De vereisten voor deelnemers aan het spoorverkeer op de hoofdspoorwegen zijn vastgelegd in wettelijke voorschriften. Samenvatting van regelgeving ► Overeenkomstig de Spoorwegwet is de toegang tot de hoofdspoorwegen en de deelname aan het spoorverkeer voorbehouden aan spoorwegondernemingen die: • houder zijn van een geldige bedrijfsvergunning of een daarmee gelijkgesteld document; • houder zijn van een geldig veiligheidsattest of een proefattest; • verzekerd zijn tegen risico’s in verband met de wettelijke aansprakelijkheid; • een toegangsovereenkomst met de beheerder hebben afgesloten. 9
artikel 27 en artikel 57 van de Spoorwegwet artikel 1 sub f van de Spoorwegwet 11 artikel 57 van de Spoorwegwet, in combinatie met artikel 2 van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur 12 ProRail zal de uit de Spoorwegwet voortvloeiende restrictie tot “alleen voor goederenvervoerdiensten” niet toepassen. 10
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 11
Voorwaarde is, dat de voorgenomen verkeersdeelname wordt toegelaten door de bedrijfsvergunning, het veiligheids- of proefattest en de verzekering. ProRail wijst erop dat voor het leveren van vervoerdiensten per spoor wettelijke voorschriften gelden, die zijn samengevat in bijlage 7. ◄ 2.2.3
Bedrijfsvergunningen
Samenvatting van regelgeving 13 ► Voor toegang tot de hoofdspoorwegen is een bedrijfsvergunning verplicht . Bedrijfsvergunningen ten behoeve van in Nederland gevestigde ondernemingen worden afgegeven door de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW). ◄ In bijlage 7 is informatie opgenomen met betrekking tot de verschillende typen bedrijfsvergunningen met bijbehorende vereisten. 2.2.4
Veiligheids- en proefattesten
Samenvatting van regelgeving ► Voor toegang tot en gebruik van de hoofdspoorwegen is een veiligheids- of een proefattest 14 verplicht . Veiligheidsattesten en proefattesten worden afgegeven door IVW. ◄ 2.2.5
Verzekering
Samenvatting van regelgeving ► Een spoorwegonderneming die van de hoofdspoorweg gebruik maakt, moet verzekerd zijn met 15 betrekking tot de financiële risico’s in verband met de wettelijke aansprakelijkheid ; de dekking 16 moet tenminste € 10.000.000,- per gebeurtenis bedragen . Voor ondernemingen die de hoofdspoorweginfrastructuur uitsluitend gebruiken voor overgave- of stationsfaciliteiten binnen een emplacement, of die uitsluitend rijden op buitendienstgestelde sporen ten behoeve van de uitvoering van werkzaamheden aan die sporen geldt een lagere 17 dekkingseis, namelijk tenminste € 2.500.000,- per gebeurtenis . ◄
2.3
Overeenkomsten en Algemene voorwaarden
De Netverklaring is civielrechtelijk gezien het aanbod van ProRail aan gerechtigden voor de toegang tot en het gebruik van de door ProRail beheerde spoorwegen en daaraan verwante dienstverlening 18 door ProRail. Op grond van specifieke wettelijk bepalingen en non-discriminatie-overwegingen zijn niet alle onderdelen van dit aanbod individueel onderhandelbaar. 2.3.1 Kaderovereenkomsten Een kaderovereenkomst wordt afgesloten tussen een gerechtigde en ProRail waarin capaciteitsafspraken voor meer dan één dienstregelingjaar worden vastgelegd. Een kaderovereenkomst kan ook afspraken omvatten over de ontwikkeling van de infrastructuur. Een kaderovereenkomst moet voldoen aan de voorwaarden die genoemd zijn in artikel 60 van de Spoorwegwet. ProRail neemt bij het opstellen van een kaderovereenkomst voorstellen van gerechtigden voor zo’n overeenkomst en de daaraan wederzijds te verbinden rechten en verplichtingen in overweging. In het bijzonder mogen de overeen te komen capaciteiten geen belemmering vormen voor andere te verwachten capaciteitsaanvragen. Een kaderovereenkomst moet passende voorzieningen bevatten om de overeenkomst te wijzigen als dat voor een beter gebruik van de capaciteit noodzakelijk is. Bij de capaciteitsverdeling hebben op wettelijke bepalingen gestoelde capaciteitsverdelingsregels steeds voorrang op regelingen in een kaderovereenkomst. 13 14 15 16 17 18
artikel 27 lid 2 sub a van de Spoorwegwet artikel 27 lid 2 sub b van de Spoorwegwet artikel 55 van de Spoorwegwet artikel 7 van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidsattest hoofdspoorwegen artikel 8 lid 3 van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidsattest hoofdspoorwegen artikel 59 van de Spoorwegwet
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 12
2.3.2 Toegangsovereenkomsten Een toegangsovereenkomst wordt afgesloten tussen een gerechtigde en ProRail. Een toegangsovereenkomst moet voldoen aan de voorwaarden die vermeld zijn in artikel 59 van de Spoorwegwet. Toegangsovereenkomsten voor het gebruik van de Betuweroute worden namens ProRail BV afgesloten door Keyrail BV, die krachtens een door ProRail BV d.d. 12 december 2008 verleende volmacht de bevoegdheden van ProRail als houder van een concessie mag uitoefenen zoals in die volmacht omschreven. De tekst van de desbetreffende volmacht wordt op aanvraag kosteloos beschikbaar gesteld aan gerechtigden. Samenvatting van regelgeving ► De toegangsovereenkomst moet bepalingen bevatten over de door ProRail geboden kwaliteit van de hoofdspoorweginfrastructuur, over het gebruik van capaciteit en over de gebruiks19 vergoedingen . ◄ Voor de modeltekst van een toegangsovereenkomst met de daarbij behorende Algemene Voorwaarden wordt verwezen naar bijlage 5. Overeen te komen regeling ► ProRail wil in de toegangsovereenkomst de Algemene Voorwaarden van toepassing verklaren. ◄ De regelingen in de Algemene Voorwaarden sluiten aan op de Uniforme Regelen CUI. Voor zover de Uniforme Regelen CUI betrekking hebben op de rechtsverhouding tussen de spoorwegonderneming en de beheerder van de spoorweginfrastructuur worden de aan Uniforme Regelen CUI ontleende bepalingen impliciet via de Algemene Voorwaarden ook van toepassing op het gebruik van de infrastructuur waarop niet van rechtswege de Uniforme Regelen CUI van toepassing zijn. Kwaliteit en prestaties ProRail wil met de gerechtigden meerjarige afspraken maken over de kwaliteit van de diensten die ProRail aanbiedt aan gerechtigden. Elk jaar presenteert ProRail in de netverklaring een aanbod van de te bieden kwaliteit met bijbehorende grenswaarden ten behoeve van overleg met gerechtigden. Daarnaast zal ProRail op basis van die afspraken een subsidieaanvraag voor het komende kalenderjaar indienen bij de Minister van Verkeer en Waterstaat. Overeen te komen regeling ► ProRail biedt aan, in de toegangsovereenkomst afspraken te maken over de te leveren kwaliteit van de diensten met bijbehorende grenswaarden binnen de kaders van de door ProRail aan te vragen en te ontvangen subsidie. Dit aanbod sluit niet uit dat met individuele gerechtigden aanvullende afspraken over kwaliteit van diensten kunnen worden overeengekomen. ◄ Capaciteitsovereenkomst Een toegangsovereenkomst tussen ProRail en een gerechtigde die niet een spoorwegonderneming is, wordt in de Netverklaring aangeduid als een capaciteitsovereenkomst. Een capaciteitsovereenkomst betreft uitsluitend de verdeling en reservering van capaciteit, maar geeft geen recht op toegang tot of gebruik van de spoorweginfrastructuur. Voor de modeltekst van een capaciteitsovereenkomst wordt verwezen naar bijlage 5.
2.4
Operationele voorwaarden
Samenvatting van regelgeving ► De wettelijke regels voor het veilig en ongestoord gebruiken van de hoofdspoorwegen zijn vastgelegd in het Besluit spoorverkeer en de daarmee verbonden regelgeving. ◄ In aanvulling op de wettelijke regels voor veilig en ongestoord gebruiken van de hoofdspoorwegen heeft ProRail een verzameling operationele regels opgesteld om het doelmatig gebruik van de hoofdspoorwegen en een doelmatige afwikkeling van de communicatie tussen ProRail en uitvoerend spoorwegpersoneel te bevorderen. Deze verzameling operationele regels is in de vorm van de Operationele Voorwaarden opgenomen in bijlage 6.
19
artikel 59 lid 1 van de Spoorwegwet
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 13
Overeen te komen regeling ► ProRail wil in een toegangsovereenkomst afspraken maken over het doelmatig gebruik van de hoofdspoorwegen en een doelmatige afwikkeling van de communicatie tussen ProRail en uitvoerend spoorwegpersoneel door toepassing van de Operationele Voorwaarden overeen te komen zoals opgenomen in bijlage 6. ◄ Voertaal ProRail gebruikt als voertaal zoals bedoeld in de TSI Exploitatie en Verkeersleiding de Nederlandse taal.
2.5
Buitengewoon vervoer
Treinen, voertuigen en ladingen die niet voldoen aan de wettelijke eisen of die niet voldoen aan de grenswaarden voor normaal verkeer zoals omschreven in onderdeel 1.2 van bijlage 6 ‘Operationele Voorwaarden’ kunnen in bepaalde gevallen -voor zover de wet dat toestaat en onverkort eventuele wettelijke verplichtingen met betrekking tot ontheffingen- toch gebruikt worden, onder de voorwaarden van een regeling voor Buitengewoon Vervoer. 20
ProRail is gemandateerd om een ontheffing te verlenen voor vervoer waarvan de lading buiten het 21 omgrenzingsprofiel voor spoorvoertuigen uitsteekt ; de ontheffingen van andere wettelijke voorschriften worden verleend door IVW. Indien lading zich in het Rode Meetgebied, zie bijlage 13, bevindt moet de spoorwegonderneming een 22 melding doen aan ProRail; naar aanleiding van die melding kan ProRail aanwijzingen geven .
2.6
Vervoer van gevaarlijke stoffen
Voor vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor gelden de bepalingen van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen en de Regeling vervoer over de spoorweg van 23 gevaarlijke stoffen waarmee o.a. het RID in de Nederlandse wetgeving is opgenomen. Voor een aantal als ‘bouwwerk in de zin van de Woningwet’ gekwalificeerde onderdelen van spoorwegen (zoals spoortunnels) zijn gebruiksbeperkingen van kracht op basis waarvan het vervoer van gevaarlijke stoffen over die onderdelen van de spoorwegen beperkt of uitgesloten is; zie verder paragraaf 3.4.1. De behandeling en het opstellen van (treinen met) wagens met gevaarlijke stoffen op emplacementen is alleen toegestaan onder de voorwaarden van de voor dat emplacement verleende milieuvergunning; zie verder paragraaf 3.4.2.1. Op grond van artikel 4 van het Besluit spoorverkeer moet de spoorwegonderneming vóór vertrek van een trein mededeling aan ProRail doen met betrekking tot de gevaarlijke stoffen die in die trein vervoerd worden; de wijze van gegevenslevering is omschreven in onderdeel 4.2 van bijlage 6.
2.7
Eisen met betrekking tot spoorvoertuigen
Inzetcertificaat Samenvatting van regelgeving 24 ► Voor de inzet van een voertuig op een hoofdspoorweg is een inzetcertificaat vereist. Dit 25 26 inzetcertificaat is een aanvulling op het goedkeuringscertificaat of de EG-keuringsverklaring . 20 21 22 23 24 25 26
artikel 1 van het Besluit mandaat en machtiging ProRail Spoorwegwet artikel 12 lid 1 van het Besluit spoorverkeer artikel 12 lid 2 van het Besluit spoorverkeer Reglement betreffende het internationale spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen (RID), Aanhangsel C bij het Verdrag betreffende het internationale spoorvervoer (COTIF) artikel 36 lid 4 van de Spoorwegwet artikel 37 lid 2 van de Spoorwegwet artikel 37 lid 1 van de Spoorwegwet
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 14
Het inzetcertificaat wordt door de minister (IVW) afgegeven. ProRail adviseert IVW onder welke voorwaarden het voertuig kan worden ingezet, waarbij wordt gekeken of de inzet verenigbaar is met de betrokken infrastructuur. Op basis van dit advies kan de minister een inzetcertificaat afgeven. In de wet is omschreven welke onderzoeken moeten zijn uitgevoerd en aan welke eisen een voertuig moet voldoen om voor een EG-keuringsverklaring, een goedkeuringscertificaat en een inzetcertificaat in aanmerking te komen. 27 Rijtuigen en goederenwagens zijn vrijgesteld van het inzetcertificaat , als zij: • voldoen aan de technische voorschriften van de laatste versie van het RIC of het RIV en • zijn opgenomen in een nationaal voertuigregister van een andere staat. Het voertuig dat onder verantwoordelijkheid van de spoorwegonderneming op hoofdspoorwegen wordt ingezet, moet opgenomen zijn in een onderhoudssysteem dat waarborgt dat het voertuig 28 blijft voldoen aan de toelatingseisen .◄ Inzet van spoorvoertuigen Overeen te komen regeling ► ProRail wil in de toegangsovereenkomst opnemen: • Dat de spoorwegonderneming de inzetcertificaten beschikbaar stelt aan ProRail. • Dat de spoorwegonderneming die een spoorvoertuig heeft aangebracht na aankomst van het voertuig tegenover ProRail verantwoordelijk blijft voor dat voertuig. Deze verantwoordelijkheid vervalt pas als een andere spoorwegonderneming dat voertuig heeft vervoerd of verplaatst, of aan ProRail heeft medegedeeld de verantwoordelijkheid voor het voertuig over te nemen. ◄ Wielbandkwaliteit Op bepaalde locaties heeft ProRail systemen geïnstalleerd om via de meting van de dynamische spoorstaafbelasting, wielbandonregelmatigheden te kunnen signaleren. Op basis daarvan kan ProRail 29 bij dreigend gevaar aanwijzingen aan de machinist van de betrokken trein geven. De machinist is 30 verplicht om deze aanwijzingen op te volgen.
2.8
Eisen met betrekking tot bedrijfsvoering en personeel
Samenvatting van regelgeving 31 ► De spoorwegonderneming zorgt ervoor dat het personeel en de (hulp)personen die onder haar verantwoordelijkheid worden ingezet of werkt zoals bedoeld in de Spoorwegwet, voldoende geïnstrueerd zijn over veiligheidsaspecten en de beheerste uitvoering van de bedrijfsprocessen. ◄ Overeen te komen regeling ► De spoorwegonderneming ziet erop toe dat (hulp)personen die onder haar verantwoordelijkheid werken, overeenkomstig de bepalingen van de toegangsovereenkomst handelen. Als de betrokken personen hun werk uitvoeren op de spoorweginfrastructuur moeten zij kunnen aantonen, dat zij dat doen in opdracht van de spoorwegonderneming. De toegangsovereenkomst kan regelingen bevatten over de rechtstreekse informatie-uitwisseling tussen ProRail en hulppersonen die door de spoorwegonderneming worden ingeschakeld. ProRail wil met spoorwegondernemingen afspraken maken over de navolgende onderwerpen op basis van de toepassing van de Operationele Voorwaarden: • het identificeren van treinen via een treinnummer (onderdeel 1.3 van bijlage 6); • het gebruik van niet-centraal bediende gebieden (onderdeel 2.2 van bijlage 6); • de gespreksdiscipline bij de communicatie van veiligheidsberichten (onderdeel 2.3 van bijlage 6);
27
artikel 32 sub c van de Regeling keuring spoorvoertuigen artikel 47 van de Spoorwegwet 29 artikel 23 lid 1 en 2 van het Besluit spoorverkeer, artikel 15 lid 1 Algemene Voorwaarden 30 artikel 23 lid 3 van het Besluit spoorverkeer 31 artikel 22 lid 2 sub d en artikelen 49 tot en met 54 van de Spoorwegwet 28
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 15
•
•
de voorbereiding op en de afhandeling van calamiteiten (in het calamiteitenplan rail), waaronder ook het alerteringsysteem terrorismebestrijding en de communicatie bij incidenten (onderdeel 4.1 van bijlage 6); de bediening van infra-elementen (onderdeel 5.1 van bijlage 6).◄
ProRail zal de spoorwegondernemingen erop aanspreken als bedrijfsprocessen die onder hun verantwoordelijkheid worden uitgevoerd onvoldoende worden beheerst en als daardoor het doelmatig gebruik van de infrastructuur wordt belemmerd of schade en hinder ontstaat voor ProRail, het overige verkeer of de omgeving.
2.9
Eisen met betrekking tot informatielevering
De spoorwegonderneming verstrekt aan ProRail steeds de voor ProRail benodigde informatie over het gebruik van de infrastructuur. Tot deze informatie behoort: • de informatie die de spoorwegonderneming opneemt in capaciteitsaanvragen (zie aanvraaginformatie in hoofdstuk 4); • de informatie die de spoorwegonderneming levert onmiddellijk voorafgaand en tijdens het feitelijk gebruik van de infrastructuur; • de informatie over het gerealiseerde gebruik, verkeer en vervoer in een tijdvak die de spoorwegonderneming na afloop van dat tijdvak levert (statistische informatie; bijlage 9). Overeen te komen regeling ► In de toegangsovereenkomst maken spoorwegonderneming en ProRail nadere afspraken over de modaliteiten van alle informatieoverdrachten, zowel die in het kader van wettelijke verplichtingen als die in het kader van de toegangsovereenkomst. Daarbij kan worden overeengekomen, dat een spoorwegonderneming informatie die meerdere doelen dient slechts eenmaal hoeft aan te leveren. ◄
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 16
3
De spoorweginfrastructuur
3.1
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een omschrijving van de functionele en technische kenmerken van de door ProRail beheerde spoorwegen en de daartoe behorende spoorweginfrastructuur. De omschrijving betreft die kenmerken van de infrastructuur die van belang zijn in het kader van de interoperabiliteit. ProRail verstrekt desgevraagd informatie over de overige functionele en technische kenmerken van de infrastructuur die van belang zijn voor het gebruik van de capaciteit, waaronder ook informatie over gebruiks- en milieuvergunningen die aan ProRail zijn verleend. In het kader van de toegangsovereenkomst maken de spoorwegonderneming en ProRail afspraken over het beschikbaar stellen van overige informatie die voor het gebruik van de infrastructuur van belang is. ProRail spant zich ervoor in om de technische en functionele kenmerken van de spoorwegen in overeenstemming te houden met de omschrijvingen in de Netverklaring 2011. Bij wijziging van de technische of functionele kenmerken van de spoorwegen ten opzichte van de omschrijving daarvan in de Netverklaring 2011 zal ProRail die wijziging via een aanvulling op de Netverklaring bekend maken, voor zover het wijzigingen betreft die van belang zijn voor het doorgaande treinverkeer volgens het minimumtoegangspakket volgens bijlage II bij richtlijn 2001/14/EG. Overige wijzigingen van technische en functionele kenmerken van de spoorwegen worden bekendgemaakt zoals overeengekomen in de toegangsovereenkomst.
3.2
Beheergebied
Het beheergebied van ProRail wordt omschreven aan de hand van: • een opgave van de spoorwegen die binnen het beheer van ProRail vallen, met de tot die spoorwegen behorende infrastructuur en met inbegrip van de in onbruik geraakte spoorwegen; • een opgave van de overgang op aansluitende spoorwegen die buiten het beheer van ProRail vallen. Gegevens over de Betuweroute zijn opgenomen in het deel Netverklaring 2011 Betuweroute. In dit deel van de Netverklaring -het deel Netverklaring 2011 Gemengde net- zijn de gegevens met betrekking tot de overige door ProRail beheerde spoorwegen opgenomen. Informatie over andere spoorwegen die om technische redenen in (dit deel van) de Netverklaring is weergegeven, wordt geacht daarvan geen deel uit te maken. 3.2.1 Spoorwegen in beheer bij ProRail 32 Het net van door ProRail beheerde spoorwegen is op baanvakniveau gestileerd weergegeven in de netwerkoverzichtskaart in bijlage 1. Deze bijlage bevat tevens een tabel met de als hoofdspoorweg 33 aangewezen spoorwegen die spooraansluitingen in haven- en industriegebieden ontsluiten. Het door ProRail beheerde spoorwegnet omvat: • de spoorwegen die in het Besluit aanwijzing hoofdspoorwegen als hoofdspoorwegen zijn aangewezen en waarvan het beheer bij concessie aan ProRail is opgedragen; 34 • de infrastructurele voorzieningen die tot die hoofdspoorwegen behoren en die als spoorweginfrastructuur zijn aangewezen; • een aantal andere infrastructurele voorzieningen die met het verkeer op de hoofdspoorwegen zijn gerelateerd en in beheer zijn bij ProRail, te weten de transfervoorzieningen in stations, tankinstallaties en fietsenstallingen; • een aantal in onbruik geraakte spoorwegen, locaalspoorwegen en stamlijnen, nader omschreven in bijlage 12.
32
de spoorwegen als vermeld in bijlage 1 alsmede bijlage 2 onderdeel a bij het Besluit aanwijzing hoofdspoorwegen de spoorwegen als vermeld in bijlage 2 onderdeel b bij het Besluit aanwijzing hoofdspoorwegen 34 zie bijlage I, onderdeel A, bij Verordening (EG) nr. 851/2006 van de Commissie van 9 juni 2006 betreffende de vaststelling van de verschillende posten van de boekhoudkundige schema’s bedoeld in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 1108/70 van de Raad 33
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 17
Buiten gebruik genomen en in onbruik geraakte baanvakken en sporen Het baanvak tussen de stations Nijverdal en Nijverdal West is gedurende het dienstregelingjaar 2011 niet beschikbaar voor treinverkeer. ProRail beheert een aantal in onbruik geraakte spoorwegen, locaalspoorwegen en raccordementen (‘stamlijnen’) (zie bijlage 12). In afwachting van nadere besluitvorming heeft ProRail conserverende maatregelen getroffen om de onderhoudsbehoefte te minimaliseren. Spoorverkeer over deze in onbruik geraakte spoorwegen is alleen mogelijk nadat er overeenstemming is over de bekostiging en uitvoering van reactiveringsmaatregelen en nadat ProRail die reactiveringsmaatregelen heeft uitgevoerd. Reactivering van in onbruik geraakte spoorwegen wordt via een aanvulling op de Netverklaring bekendgemaakt. ProRail kan na overleg met de belanghebbende spoorwegondernemingen besluiten om (delen van) sporen, die deel uitmaken van een tot de hoofdspoorwegen behorend emplacement, buiten gebruik te stellen. Reactiveringsmaatregelen zijn in dat geval steeds voor rekening van ProRail. Op aanvraag beschikbaar gestelde informatie: • de exacte ligging van de grenzen van het beheergebied van ProRail. 3.2.2 Aansluitende spoorwegen buiten beheer van ProRail Via de onderstaande grensovergangen zijn de hoofdspoorwegen ten behoeve van doorgaand grensoverschrijdend verkeer verbonden met spoorwegen in aangrenzende staten: • met het door Infrabel beheerde spoorwegnet in België, via de grensovergangen: - Sas van Gent – Zelzate - Roosendaal – Essen - Hazeldonk - Budel – Neerpelt - Maastricht – Lanaken - Eijsden – Visé • met het door DB Netz AG beheerde spoorwegnet in Duitsland, via de grensovergangen: - Nieuweschans – Weener - Oldenzaal – Bad Bentheim - Enschede – Gronau - Zevenaar – Emmerich - Venlo – Kaldenkirchen - Haanrade – Herzogenrath Voorts zijn de hoofdspoorwegen op de volgende plaatsen ten behoeve van overgaveverkeer verbonden met door anderen beheerde en als locaalspoorweg aangemerkte spoorwegen in Nederland: Veendam, Coevorden, Apeldoorn Zuid, Dieren, Kerkrade Centrum, Schin op Geul, Hoorn en Goes. Tal van industriële bedrijven en goederenoverslagbedrijven zijn via spooraansluitingen verbonden met de door ProRail beheerde hoofdspoorwegen. Deze spooraansluitingen vallen buiten het beheer van ProRail; informatie over de gebruiksmogelijkheden en -voorwaarden van deze spooraansluitingen is te verkrijgen bij de bedrijven die door de spooraansluiting ontsloten worden. 3.2.3 Nadere informatie De Netverklaring biedt gebruiksinformatie voor zover het aspecten van de infrastructuur betreft die van fundamenteel belang zijn voor de interoperabiliteit. Onder de kopjes “Op aanvraag beschikbaar gestelde informatie” wordt verwezen naar detailinformatie waaraan in de praktijk vaak behoefte is, maar die niet van onmiddellijk belang is voor de interoperabiliteit. In het kader van de toegangsovereenkomst maken de spoorwegonderneming en ProRail nadere afspraken over het beschikbaar stellen van overige informatie die voor het gebruik van de infrastructuur van belang is. De gebruiksmogelijkheden van de spoorweginfrastructuur kunnen plaatselijk of onder specifieke voorwaarden voor Buitengewoon Vervoer ruimer zijn dan in deze Netverklaring is omschreven. Ook daarover verstrekt ProRail in het kader van de toegangsovereenkomst inlichtingen. Voor het leveren van zulke inlichtingen gelden de vergoedingsregelingen zoals vastgelegd in de toegangsovereenkomst.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 18
Contactadres voor toegang tot informatie en levering van documentatie met betrekking tot de (gebruiksmogelijkheden van de) infrastructuur: Postadres : Bezoekadres : e-mail :
ProRail Vervoer en Dienstregeling, afdeling Accountmanagement Postbus 2038 3500 GA Utrecht Moreelsepark 3 3511 EP Utrecht
[email protected]
In het kader van de toegangsovereenkomst maken de spoorwegonderneming en ProRail nadere afspraken over specifieke contactadressen
3.3
Kenmerken van de railinfrastructuur van de hoofdspoorwegen
Voor een volledig overzicht van de kenmerken van de infrastructuur, voor zover die bij of krachtens wettelijk voorschrift zijn bepaald, wordt verwezen naar de Regeling hoofdspoorweginfrastructuur. De hieronder genoemde kenmerken van de hoofdspoorweginfrastructuur vormen een selectie uit die regeling. De selectie is gebaseerd op relevantie voor het verkeersgebruik. De selectie is aangevuld met gegevens uit andere voorschriften en met andere gegevens die ProRail in beheer heeft. Het systeem Infra Atlas, zie paragraaf 5.6.1.1, geeft (een selectie van) de kenmerken van de railinfrastructuur voor belanghebbende spoorwegondernemingen. De kenmerken van de railinfrastructuur met betrekking tot interoperabiliteit worden opgenomen in een 35 36 infrastructuurregister als bedoeld in artikel 35 van richtlijn 2008/57/EG . Dit register bevat de kenmerken van hogesnelheidsinfrastructuur (HSL-Zuid), en zal uitgebreid worden met de kenmerken van conventionele infrastructuur. 3.3.1 Geografische identificatie Met de geografische identificatie wordt de configuratie van het door ProRail beheerde spoorwegnet omschreven, waarbij onderscheiden worden: • baanvakken • spoor- en baanvakgeometrie • netwerkconfiguratie • grensovergangen en aansluitende spoorwegen. Tevens wordt een overzicht gegeven van de detailinformatie die in dit verband op aanvraag beschikbaar is. 3.3.1.1 Baanvakken • netwerkconfiguratie: zie bijlage 1; • enkelsporige, dubbelsporige en meersporige baanvakken: zie bijlage 1; • afstanden tussen knooppunten (selectie): zie bijlage 1. 3.3.1.2 Spoor- en baanvakgeometrie • spoorwijdte: over het gehele net bedraagt de spoorwijdte nominaal 1.435 mm, conform 37 EN 13848-1 (minimaal 1.430 mm, maximaal. 1.450 mm) . 3.3.1.3 Netwerkconfiguratie • knooppunten in het spoorwegnet: zie bijlage 1; • namen van de belangrijkste knooppunten: zie bijlage 1; • lengte van perronsporen op de knooppuntstations: zie bijlage 20. 35
Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap 36 te raadplegen via de website van ProRail (www.prorail.nl > vervoerders > infrastructuur) 37 artikel 6 van de Regeling hoofdspoorweginfrastructuur
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 19
3.3.1.4 Grensovergangen en aansluitende spoorwegen • overgangspunten naar spoorweginfrastructuur van andere beheerders die openstaat voor openbaar verkeer: zie paragraaf 3.2.2; • identificatie van beheerders van aansluitende spoorwegnetten: zie paragraaf 3.2.2. 3.3.1.5 Op aanvraag beschikbaar gestelde informatie • sporenplan en rijwegmogelijkheden per emplacement, met identificatiekenmerk (letters/nummers) van sporen, seinen, wissels en andere inrichtingen; overloopvoorzieningen buiten emplacementen; • aansluitrichting van baanvakken op emplacementen; • kilometrering(en) per baanvak; • de voorkeursindeling voor functioneel gebruik van sporen op emplacementen zoals vastgesteld ten behoeve van de lokale planning (aankomst, vertrek, voorbijrijden, kopmaken, opstellen, verzorgen, rangeren, enzovoort); • de ligging en de volledige en verkorte benaming van alle emplacementen, stations, grenspunten en overige bijzondere punten; • nuttige lengte van aanwezige aankomst-, vertrek-, opstel- en inhaalsporen per emplacement; • ligging van aftakkingen naar spooraansluitingen; • realisatietermijnen van maatregelen voor de reactivering van in onbruik geraakte baanvakken, alsmede de voorwaarden waaronder die worden uitgevoerd; tot die voorwaarden kan behoren het doorlopen van procedures die in de wet zijn voorgeschreven; 38 • de begrenzing van de sporen en spoorgedeelten die volgens het Besluit Spoorverkeer als ‘emplacement’ worden aangemerkt. 3.3.2 Gebruiksmogelijkheden De gebruiksmogelijkheden van de spoorwegen worden beschreven via de volgende parameters: • omgrenzingsprofielen • aslasten en tonmetergewichten • hellingen • baanvaksnelheden • treinlengte • energievoorziening Tevens wordt een overzicht gegeven van de detailinformatie die in dit verband op aanvraag beschikbaar is. Het gebruik buiten de grenswaarden van de hiervoor genoemde parameters is alleen mogelijk onder overeen te komen regelingen voor Buitengewoon Vervoer; deze zijn omschreven in onderdeel 1.2 van bijlage 6. 3.3.2.1 Omgrenzingsprofiel 39 • De toegestane voertuigomgrenzingsprofielen zijn per baanvak opgenomen in bijlage 13. 40 41 • Het bijzondere voertuigomgrenzingsprofiel waarvoor een vereenvoudigde procedure voor Buiten-Profiel-vervoer mogelijk kan zijn, is eveneens opgenomen in bijlage 13. 3.3.2.2 Aslasten en tonmetergewichten 42 • Over het gehele net is tenminste beladingsklasse C2 toegestaan, bij de maximumsnelheid die ter plaatse geldt of algemeen geldt voor de betrokken rijweg. Op grote delen van het net staat ProRail ook hogere beladingsklassen (codering van beladingsklassen volgens UIC-fiche 700) toe, zie bijlage 14, waarbij algemene en plaatselijke 38
artikel 28 t/m 32 van het Besluit spoorverkeer; artikel 38 t/m 40 van de Regeling spoorverkeer artikel 16 van de Regeling keuring spoorvoertuigen 40 bijlage 8 van de Regeling spoorverkeer 41 artikel 12 lid 2 van het Besluit spoorverkeer 42 artikel 2 van de Regeling hoofdspoorweginfrastructuur 39
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 20
43
•
snelheidsbeperkingen gelden . Het rijden met spoorvoertuigen met een zodanige belading dat daarbij de beladingsklasse C2 wordt overschreden is alleen toegestaan als Buitengewoon Vervoer; daarbij moeten de voorwaarden die ProRail daarvoor heeft gegeven in acht worden genomen. Ook mag het voertuig niet zwaarder worden beladen dan de hoogste waarde die voor dat voertuig is toegelaten. De voorwaarden voor Buitengewoon Vervoer in de beladingsklassen die C2 overschrijden bestaan 43 uit het in acht nemen van de algemene en plaatselijke snelheids- en rijwegbeperkingen die op dat moment voor de betreffende beladingsklasse gelden. Gedetailleerde informatie over aslast-gerelateerde snelheids- en rijwegbeperkingen worden op aanvraag beschikbaar gesteld.
3.3.2.3 Hellingen 44 • De helling van opstelsporen is niet groter is dan 1:1000 . 45 • De helling van andere sporen is in beginsel niet groter dan 1:200 ; wanneer hellingen met een grotere hoekverhouding voorkomen, biedt de seingeving voorzieningen om te voorkomen dat zware treinen op zulke hellingen tot stilstand moeten komen. 3.3.2.4 Snelheid • De baanvaksnelheid is de hoogste snelheid die op een baanvak of een gedeelte daarvan is toegelaten; in bijlage 17 is voor elk baanvak weergegeven in welke snelheidsklasse de baanvaksnelheid valt. 3.3.2.5 Treinlengte • De maximale treinlengte (inclusief locomotief) bedraagt 400 m voor hoge snelheidstreinen en 750 m voor goederentreinen. • Reizigerstreinen mogen niet langer zijn dan de nuttige lengte van de perronsporen waarop zij volgens dienstregeling behandeld worden; in bijlage 20 is een overzicht van nuttige perronlengten opgenomen. • Treinen die langer zijn dan deze maximale treinlengte mogen alleen rijden als Buitengewoon Vervoer, met toepassing van daarvoor door ProRail gegeven voorwaarden (aanvullende dienst). • De treinlengte moet steeds zijn afgestemd op de lengte van de sporen waarop de trein behandeld wordt volgens dienstregeling. 3.3.2.6 Energievoorziening Op de door ProRail beheerde spoorwegen zijn voorzieningen beschikbaar voor dieseltractie en voor elektrische tractie via de bovenleiding. • • • •
• •
Ten behoeve van gebruikers van dieseltractie zijn tankinstallaties aanwezig; zie paragraaf 3.8.4. De baanvakken die ten behoeve van tractie-energievoorziening zijn voorzien van bovenleiding zijn aangegeven in bijlage 18. De bovenleidingspanning en eventuele beperking in de maximale stroomafname per baanvak is 46 weergegeven in bijlage 18; spanning en stroomafname zijn conform EN 50367 . De hoogte van de bovenleiding ten opzichte van de bovenzijde van de spoorstaaf bedraagt op baanvakken met profiel ‘GC’ of ’NL’ (zie bijlage 13) standaard +5,50 m; bij kunstwerken is afwijkende hoogte mogelijk, de bovenleiding bevindt zich echter steeds buiten het omgrenzingsprofiel dat ter plaatse van toepassing is. De voorzieningen ter plaatse van de overgang op andere bovenleidingspanningen zijn weergegeven in bijlage 18. De contactdruk van de pantograaf tegen de bovenleiding moet liggen tussen de navolgende grenswaarden: opdrukkracht 40 N ≤ Fmax ≤ 300 N.
43
te raadplegen via de website van ProRail (www.prorail.nl > vervoerders > infrastructuur) artikel 8 sub m van de Regeling hoofdspoorweginfrastructuur 45 artikel 8 sub l en m van de Regeling hoofdspoorweginfrastructuur 46 artikel 20 van de Regeling hoofdspoorweginfrastructuur 44
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 21
•
Op baanvakken die uitgerust zijn met een ontijzelcircuit kan onder bepaalde omstandigheden ijzelbestrijding van de bovenleiding worden toegepast.
Overeen te komen regeling ► De contractuele voorwaarden voor gebruik van de bovenleiding worden overeengekomen in de toegangsovereenkomst voor de dienst ‘Bovenleiding’. ◄ 3.3.2.7 Op aanvraag beschikbaar gestelde informatie: • hoekverhoudingen van wissels met toegestane snelheden; • plaatselijk geldende vaste snelheidsbeperkingen; • toegestane snelheid per rijweg; • nuttige perronlengte per station, per perronspoor en per rijrichting; • nuttige lengte van opstelsporen en wachtsporen; • toleranties bovenleidingspanning conform NEN EN 50163; • sporen die van bovenleiding zijn voorzien. 3.3.3 Beveiligings- en communicatiesystemen Ten behoeve van de veilige en beheerste afwikkeling van het treinverkeer zijn de spoorwegen uitgerust met seinstelsels alsmede beveiligings- en communicatiesystemen. Alle baanvakken en sporen die zijn ingericht voor het snelheden >40 km/h zijn voorzien van een seinstelsel dat het verband tussen wisselstanden, spoorbezetting en seingeving bewaakt; daarnaast worden beveiligingssystemen toegepast, die via treinbeïnvloeding de maximumsnelheid en de correcte opvolging van de opdrachten van de seingeving bewaken. De regelingen voor het gebruik van niet centraal bediende baanvakken zijn uitgewerkt in de ‘Lokale bedrijfsregels’, zie onderdeel 5.2 van bijlage 6. 3.3.3.1 Seinstelsels • Op de tracédelen Hoofddorp-Rotterdam Centraal en Rotterdam Lombardijen-Hazeldonk grens, (deel uitmakend van de HSL-Zuid) ERTMS level 2 versie 2.3.0 corridor, seingeving door cabinesignalering via ETCS. • Op overige baanvakken: seingeving met lichtseinen, ondersteund met cabinesignalering via ATB of ETCS. • Op de baanvakken Enschede-Enschede grens, Zutphen-Winterswijk-Doetinchem en GroningenLeeuwarden-Harlingen/Stavoren is plaatselijke bediening van seinen door treinpersoneel mogelijk, via een infrarood-afstandbedieningssysteem. 3.3.3.2 Verkeersleidingssystemen • Verkeersleiding-ondersteunende systemen worden gevoed met treinsamenstellingsgegevens voor zover die in de dienstregelingsplanningsystemen zijn ingevoerd; de voorwaarden voor het gebruik van deze systemen door spoorwegondernemingen wordt nader overeengekomen. • Alle netwerkverkeersleidingsposten, treindienstleidingsposten en de back-office van de calamiteitenorganisatie zijn als regel doorlopend geopend; rond feestdagen kunnen na overleg afwijkende openingstijden worden toegepast. • Na vaststelling van de jaardienstregeling kan ProRail (na overleg met betrokken gerechtigden) besluiten, treindienstleidings- en netwerkverkeersleidingsposten te sluiten gedurende de uren waarin volgens de jaardienstregeling geen verkeer plaatsvindt in hun verantwoordelijkheidsgebied; deze sluitingstijden worden bekend gemaakt in de ‘Lokale bedrijfsregels’, zie onderdeel 5.2 van bijlage 6. • In de volgende gevallen moet voorafgaand aan het gebruik een regeling met ProRail worden getroffen over het veiligheidsbeheer en de uitwisseling van veiligheidsinformatie: - bij het gebruik van baanvakken die niet zijn uitgerust met centraal bediende beveiliging; - bij het gebruik van sporen en rijwegen naar, binnen en vanuit de niet-centraal bediende gebieden van stations, als dat gebruik plaats vindt buiten de tijdvakken waarin volgens de ‘Lokale bedrijfsregels’, zie onderdeel 5.2 van bijlage 6, een treindienstleider niet-centraal bediend gebied (“treindienstleider met minimale bevoegdheid”) aanwezig is.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 22
3.3.3.3 Communicatie Voor communicatie tussen machinist en treindienstleiding biedt ProRail de dienst ‘Communicatie spoorwegveiligheid’ aan, zie paragraaf 5.6.2.4 voor de details. 3.3.3.4 Beveiliging • Type treinbeïnvloedingssysteem per baanvak: zie bijlage 15. • Het treinbeïnvloedingssysteem ATB (zowel ATB-EG als ATB-NG) bewaakt de opdracht om de snelheid te verminderen tot de snelheid die het seinstelsel aangeeft. Op geselecteerde locaties heeft het ATB-EG systeem een extra functie (“ATB-Vv”) die voorziet in remcurvebewaking in het snelheidsgebied tussen 0 en 40 km/h. ATB-Vv beïnvloedt alleen materieel dat is voorzien van de ATB-Vv functionaliteit. Samenvatting van regelgeving 47 ► Relatie tussen Beveiliging/seinstelsel en de voor toelating relevante materieelvereisten : • Tractievoertuigen die met ATB uitgeruste baanvakken berijden, moeten zijn voorzien van ATB-treinapparatuur of daarmee compatibel ETCS. • Tractievoertuigen die de hogesnelheidsbaanvakken Hoofddorp-Rotterdam West en Barendrecht – Belgische grens berijden moeten zijn voorzien van ETCS (omschakeling ETCS-ATB v.v. tijdens de rit).◄ Overeen te komen regeling ► ProRail heeft de procedures voor het aanvragen en beheren van communicatie-encryptiesleutels die nodig zijn om te rijden op ERTMS level 2 baanvakken omschreven in onderdeel 5.1 van bijlage 6 ‘Operationele Voorwaarden’, en wil deze opnemen in de toegangsovereenkomst. ◄ 3.3.3.5 Detectie • Treindetectiesystemen leveren de beveiligingsinstallatie informatie waar treinen aanwezig zijn op de spoorwegen. Het meest toegepaste treindetectiemiddel is de spoorstroomloop dat gebruik maakt van de kortsluitende werking van de wielstellen. • Type treindetectiesysteem per baanvak: zie bijlage 16. • Specifieke informatie met toegepaste treindetectiesystemen: zie de website van ProRail (www.prorail.nl > vervoerders > infrastructuur). 3.3.3.6 Op aanvraag beschikbaar gestelde informatie: • Bedieningsvoorschriften: beschrijvingen van de plaatselijk aanwezige beveiligingssystemen, de werkingsgebieden van de beveiligingssystemen, blokindeling, mogelijke combinaties van rijweginstellingen, seinbeeld per sein en ter plaatse te verrichten bedieningshandelingen. • Werkzone-indelingen (de indeling van het spoorwegnet in zones die steeds als geheel buiten dienst worden genomen). • Type seinstelsel per baanvak. • Ligging van de overgangen van centraal bediend gebied naar niet-centraal bediend gebied. • Indeling van het spoorwegnet in netwerkverkeersleidingsgebieden en treindienstleidingsgebieden. • Portofoonkanalen in gebruik voor lokale veiligheidscommunicatie, inclusief frequenties en tooncodes. • Aantal en hoedanigheid van gelijkvloerse kruisingen met verkeerswegen. • Baanvakken met afwijkende en/of aanvullende detectiemiddelen.
3.4
Gebruiksbeperkingen
De gebruiksmogelijkheden van de infrastructuur worden niet alleen beperkt door de eigen kenmerken van de infrastructuur maar ook door externe factoren. Tot die externe factoren behoren uitdrukkelijk -maar niet uitsluitend- de voorschriften van gebruiksvergunningen, milieuvergunningen en gedoogbeschikkingen die vanwege de Woningwet en 47
artikel 26 van de Regeling keuring spoorvoertuigen
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 23
de Wet Milieubeheer aan ProRail zijn verleend voor het gebruik van de door ProRail beheerde infrastructuur. Beperkingen die voor het doorgaande treinverkeer volgens het minimumtoegangspakket volgens bijlage II bij richtlijn 2001/14/EG van toepassing zijn en die voortvloeien uit vergunningen of andere publiekrechtelijke regelingen waarvan de inhoud niet in Staatscourant, Staatsblad of Tractatenblad wordt bekendgemaakt, worden door ProRail steeds via de Netverklaring bekendgemaakt aan spoorwegondernemingen. 3.4.1
Gespecialiseerde infrastructuur
Beperkingen en uitsluitingen personenvervoer In bijlage 10 zijn baanvakken vermeld waarop het vervoer van reizigers is uitgesloten, bijvoorbeeld in verband met de afwezigheid van daarvoor ingerichte veiligheidsheidsvoorzieningen in de tunnels en bij geluidsschermen. Op een aantal andere baanvakken die als regel niet voor personenvervoer worden gebruikt is in verband met het voorbereidingsniveau van de calamiteitenorganisatie personenvervoer alleen mogelijk na voorafgaande aanmelding bij ProRail. Deze baanvakken zijn genoemd in bijlage 10. Personenvervoer over de in bijlage 10 vermelde baanvakken die als regel niet voor personenvervoer worden gebruikt is alleen mogelijk na voorafgaande aanmelding bij ProRail, zoals beschreven in ‘Calamiteitenplan Rail’, zie onderdeel 4.1 van bijlage 6. Hogesnelheidsbaanvakken De baanvakken Hoofddorp-Rotterdam Centraal (via Boortunnel Groene Hart) en Rotterdam Lombardijen – Hazeldonk zijn aangemerkt als baanvakken van het hogesnelheidsspoorwegsysteem zoals bedoeld in bijlage I bij Richtlijn 2008/57/EG. Voor zover voor het gebruik van deze baanvakken specifieke beperkingen gelden, zijn die vermeld in het infrastructuurregister. Gebruiksvergunningen Sommige onderdelen van de spoorweginfrastructuur zijn als bouwwerk te kwalificeren. Voor het gebruik van deze bouwwerken kan op grond van de Woningwet en gemeentelijke bouwverordeningen een gebruiksvergunning nodig zijn. Het bevoegd gezag kan in de gebruiksvergunning voorwaarden aan het gebruik stellen. Als uit een gebruiksvergunning beperkingen of voorwaarden voortvloeien die van belang zijn voor het gebruik van de infrastructuur door spoorwegondernemingen, maakt ProRail die beperkingen of voorwaarden in de Netverklaring bekend. De aan ProRail verleende gebruiksvergunningen, voor zover die bepalingen bevatten met betrekking tot het gebruik van de spoorweginfrastructuur, zijn onderdeel van de Netverklaring. De vergunningen liggen ter inzage ten kantore van ProRail. De beperkingen en voorwaarden vanwege thans van kracht zijnde gebruiksvergunningen zijn opgesomd in bijlage 10. Overeen te komen regeling ► Door het aangaan van de toegangsovereenkomst aanvaardt de spoorwegonderneming de verplichting om de gebruiksvergunningsvoorschriften na te leven en zich te onthouden van handelen dat overtreding van de vergunningsvoorschriften tot gevolg heeft. Tevens aanvaardt de spoorwegonderneming dat ProRail de naleving van deze verplichtingen controleert. ◄ 3.4.2
Milieu-gerelateerde gebruiksvoorschriften en -beperkingen
3.4.2.1 Milieuvergunningen Milieuvergunningen - algemeen Spoorwegondernemingen die van de door ProRail beheerde emplacementen gebruik maken, mogen dat alleen doen als voor de activiteiten, anders dan aankomen, vertrekken of doorrijden, een milieuvergunning is afgegeven. De aan ProRail verleende milieuvergunningen, voor zover die bepalingen bevatten met betrekking tot het gebruik van de spoorweginfrastructuur zijn onderdeel van de Netverklaring.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 24
Overeen te komen regeling ► Door het aangaan van de toegangsovereenkomst verplicht de spoorwegonderneming zich tot het naleven van de vergunningvoorschriften; het niet naleven van deze voorschriften impliceert dan een toerekenbaar tekortkomen jegens ProRail. De Algemene Voorwaarden (bijlage 5) en de Operationele Voorwaarden (bijlage 6) bevatten nadere bepalingen hieromtrent. ◄ Wanneer bij een spoorwegonderneming een wijziging in de vergunningplichtige handelingen (cf. Wet milieubeheer) op de inrichting of een wijziging van de capaciteitsbehoefte plaatsvindt licht deze vroegtijdig ProRail in. Wanneer besloten is tot aanvraag/wijziging van een vergunning, nodigt ProRail de relevante spoorwegondernemingen uit voor deelname bij het milieuvergunningsproces door een Integraal Milieuvergunning team (IMV-team) in te richten. Binnen het IMV-team worden afspraken gemaakt voor het verdere verloop van het milieuvergunningsproces. In onderdeel 3 van bijlage 6 is nader omschreven welke informatie van de spoorwegonderneming verwacht wordt. Daarbij is het volgende van belang: • ProRail berekent op basis van de input van de spoorwegondernemingen de milieutechnische effecten van de aan te vragen activiteiten op de omgeving en stelt een rapport op. De milieutechnische rapporten samen met de aanvraagtekst worden binnen het IMV-team afgestemd. Bij het indienen van de definitieve aanvraag, het reageren op de ontwerpbeschikking, het indienen van zienswijzen op basis van de ontwerpbeschikking en het aantekenen van een beroep wordt tijdig met het IMV-team afgestemd. Kopieën van de relevante documenten worden aan de leden van het IMV-team gestuurd. • De milieukaders worden door ProRail, nadat de milieuvergunning van kracht is geworden, vertaald naar plannormen die de basis vormen voor de verdeling van de capaciteit (integraal capaciteitsmanagement, zie ook paragraaf 5.6.1.2). ProRail heeft naast een actieve rol bij het uitvoeren van vergunningvoorschriften als drijver, tevens een coördinerende rol bij de processen ten behoeve van het indienen van zienswijzen en beroepsschriften en, indien daartoe aangesproken door het bevoegd gezag, bij acties in het kader van toezicht en handhaving. In onderdeel 3 van bijlage 6 is omschreven welke informatie van de spoorwegondernemingen nodig is om de rol van ProRail goed te kunnen vervullen. Daarnaast gaat ProRail ervan uit dat spoorwegondernemingen op de hoogte zijn van de bepalingen uit de vergunningen. Alle vigerende milieuvergunningen en plannormen voor emplacementen zijn te 48 raadplegen via het milieuvergunningenbeheerssysteem , ontwikkeld door ProRail. De drijvers (partijen die medeverantwoordelijk zijn voor het naleven van de vergunning en de vergunningvoorschriften) van een emplacement vinden hierin alle bepalingen, waaraan zij zich dienen te houden. De beperkingen en verplichtingen van de milieuvergunning kunnen onder andere betrekking hebben op: • de behandeling -inclusief het parkeren- van wagens met gevaarlijke stoffen, in het bijzonder gevaarlijke stoffen geladen in ketelwagens en ketelcontainers; • de uitvoering van activiteiten en handelingen die een geluidsbelasting voor de omgeving veroorzaken; • het veroorzaken van bodemverontreiniging; het opstellen van spoorvoertuigen die voor sloop bestemd zijn geldt daarbij als ‘opslag van afvalstoffen’; • de beschikbaarstelling van gegevens over de activiteiten en handelingen die op een emplacement uitgevoerd worden of zijn; voor de achteraf te leveren gegevens: zie bijlage 9; • het aanbrengen en gebruiken van voorzieningen op het emplacement; • verplichtingen te rapporteren over incidenten, maatregelen, doelvoorschriften, etcetera. Bijzondere situaties Het kan voorkomen dat aan ProRail een milieuvergunning verleend wordt die ook van invloed is op sporen die buiten het beheer van ProRail vallen. In dat geval treft ProRail met de beheerder van die sporen regelingen om te kunnen voldoen aan de milieuvergunning. Het kan ook voorkomen dat sporen en terreinen die bij ProRail in beheer zijn binnen de werkingssfeer vallen van een milieuvergunning die aan een ander dan ProRail is verleend. In dat geval zal ProRail 48
toegang aan te vragen via de website van ProRail (www.prorail.nl > zakenpartners > servicedesk infra informatie > applicaties > strakamweb)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 25
aan de spoorwegonderneming inlichtingen verstrekken over de beperkingen en verplichtingen van die vergunning die voor de spoorwegonderneming relevant zijn. 3.4.2.2 Beheersing geluidemissies Het spoorverkeer kan geluidhinder veroorzaken voor de omgeving. Om de geluidhinder te beperken kan ProRail voorwaarden verbinden en beperkingen opleggen aan het spoorverkeer. O.a. de Wet geluidhinder, de wet Milieubeheer en het natuurbeschermingsrecht zijn hiervoor het kader. ProRail verlangt daarom van spoorwegondernemingen dat zij voor de verschillende spoorvoertuigen aangeven wat het bronniveau is bij te onderscheiden processen op emplacementen en welke voertuigcategorie van het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder van toepassing is. Geluidemissie spoorverkeer op baanvakken ProRail zal bij de verdeling van capaciteit de op wettelijke voorschriften gebaseerde regelingen voor beheersing van de geluidemissie door spoorverkeer respecteren en zonodig een zodanige verdeling van de capaciteit vaststellen dat de grenswaarden die volgens die regelingen van kracht zijn niet worden overschreden. Met name voor baanvakken die in het recente verleden binnen een bepaald tijdvak (dag/avond/nacht) weinig spoorverkeer kenden moet ermee rekening gehouden worden, dat de toetsing aan de vereisten van de Wet geluidhinder ook reeds een beperkte verkeersontwikkeling kan blokkeren. Overeen te komen regeling ► ProRail verlangt van elke spoorwegonderneming een periodieke (jaarlijkse) opgave van het gerealiseerde treinverkeer per baanvak en per akoestische voertuigcategorie. ProRail heeft deze informatie nodig voor de uitvoering van het Besluit geluidhinder en voor beleidsvoorbereiding en evaluatie. In bijlage 9 is deze opgave nader omschreven. ◄ 3.4.2.3 Bodembescherming De bedrijfsprocessen van de spoorwegondernemingen leveren risico’s op voor verontreiniging van de bodem en ballast met brandstoffen, koelvloeistoffen, smeermiddelen, etc. Treinen kunnen bij normale bedrijfsvoering geringe hoeveelheden van deze middelen lekken op de ballast. Door goed en regelmatig onderhoud is dit tot een minimum te beperken. Verder kan ballast- en bodemverontreiniging optreden door incidenten, o.a. met ladingen van goederenwagens. De Wet bodembescherming verplicht ProRail en de spoorwegondernemingen maatregelen te nemen die de kans op een bodemverontreiniging minimaliseren en, indien de bodem toch is aangetast, alle benodigde maatregelen te nemen om de gevolgen daarvan te beperken. Deze plicht omvat ook het voorkomen van verontreiniging van de infrastructuur en dan met name het ballastbed. Een ballastverontreiniging kan namelijk leiden tot bodemverontreiniging. Indien de ballast of bodem van de hoofdspoorweg blijkt te zijn verontreinigd, stelt ProRail een onderzoek in om na te gaan wat de oorzaak is (geweest). Indien wordt vermoed dat een spoorwegonderneming de verontreiniging heeft veroorzaakt, dan wel te veroorzaken, wordt deze onderneming direct op de hoogte gesteld van de verontreiniging. Ook betrekt ProRail die spoorwegonderneming bij het onderzoek. Op grond van de Wet bodembescherming meldt ProRail een bodemverontreiniging bij het bevoegd gezag. Mede op aanwijzing van het bevoegd gezag wordt de verontreiniging ongedaan gemaakt. Indien de spoorwegonderneming veroorzaker blijkt te zijn (geweest), worden de kosten van de sanering op die onderneming verhaald. Tanken van materieel met diesel- of gasolie levert een verhoogd risico op voor bodemverontreiniging. Dit geldt ook voor andere vormen van overslag van bodembedreigende vloeistoffen. Tanken ten behoeve van tractie dient te geschieden op de daartoe bestemde tankinstallaties. Alleen in bijzondere gevallen, zoals bij een eilandbedrijf voor werktreinen die binnen de uitvoering van het project/instandhoudingswerkzaamheden niet in staat zijn een van de vaste tankinstallaties te bezoeken doordat deze een lage eigen snelheid hebben, of als een tankinstallatie door werkzaamheden aan de infrastructuur niet kan worden bereikt, kan daarvan worden afgeweken. In dergelijke gevallen gelden de eisen voor tijdelijke, niet-stationaire opslaginstallaties en afleverinstallatie uit de PGS 30. Overig materieel, zoals werktuigen en handgereedschappen kunnen
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 26
op bouwplaatsen worden bijgetankt waarbij de voorwaarden zoals genoemd in onderdeel B3 van de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) zoveel mogelijk worden gevolgd. Overeen te komen regeling ► ProRail wil de afspraken met betrekking tot bodembescherming (optreden bij gesignaleerde ballastverontreiniging respectievelijk het tanken) overeenkomen via de Algemene Voorwaarden (zie bijlage 5) bij de toegangsovereenkomst. ◄ 3.4.3
Risico-gerelateerde gebruiksbeperkingen
Vervoer van gevaarlijke stoffen In bijlage 10 zijn de baanvakken aangegeven waarover het vervoer van gevaarlijke stoffen vanwege lokale omgevingsrisico’s niet is toegestaan. Procedurevoorschrift ► Als spoorwegondernemingen samen meer capaciteit aanvragen dan ter plaatse is toegestaan, kan de vergunninghouder, als onderdeel van het integrale capaciteitsmanagement, zonodig per aanvrager specifieke beperkende voorwaarden en voorschriften aan de capaciteitsverdeling verbinden, zodanig dat het totaal van de verdeelde capaciteit binnen die vergunning past (conform het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur). ◄ Voor beleidsvoorbereiding en -evaluatie verlangt ProRail een periodieke opgave van de aantallen vervoerde zendingen gevaarlijke stoffen per risicocategorie en per baanvak. In bijlage 9 is deze opgave nader omschreven. Behandeling van gevaarlijke stoffen op emplacementen De behandeling van treinen met gevaarlijke stoffen op emplacementen is onderhevig aan milieuvergunningen. In paragraaf 3.4.2.1 wordt ingegaan op de procedure van de milieuvergunningaanvraag. 3.4.4
Gebruiksvoorschriften en –beperkingen voor spoorwegtunnels
Gebruiksvoorschriften Spoorwegtunnels zijn veelal uitgerust met specifieke veiligheids- en vluchtvoorzieningen. Deze voorzieningen zijn ten behoeve van het rijdend personeel van spoorwegondernemingen beschreven in voorlichtingsmateriaal dat ProRail desgevraagd beschikbaar stelt. Het betreft de volgende tunnels: • Hemtunnel (Amsterdam Sloterdijk – Zaandam); • Velsertunnel (Santpoort Noord – Beverwijk); • Schipholtunnel (Hoofddorp – Amsterdam Riekerpolder aansluiting); • Rijswijktunnel (Den Haag Moerwijk – Delft); • Willemsspoortunnel (Rotterdam Centraal – Rotterdam Zuid); • Overkluizing Barendrecht (Rotterdam Lombardijen – Zwijndrecht); • Besttunnel (Boxtel – Eindhoven Beukenlaan). Gebruiksbeperking Specifieke tunnelgerelateerde verkeers- en vervoerbeperkingen zijn opgenomen in bijlage 10. 3.4.5 Gebruiksvoorschriften en –beperkingen voor bruggen In bijlage 19 zijn de spoorbruggen aangegeven die volgens een vaste dienstregeling of op afroep (“verzoekregeling”) worden geopend voor het scheepvaartverkeer. De openingstijden van de bruggen 49 met een vaste dienstregeling worden voor de jaardienstregeling 2011 door de Minister vastgesteld. en vervolgens gepubliceerd op de website van ProRail (www.spoorbruggen.nl). Specifieke bruggerelateerde verkeers- en vervoerbeperkingen zijn niet van toepassing.
49
artikel 25 van het Besluit hoofdspoorweginfrastructuur
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 27
3.5 Betrouwbaarheid, beschikbaarheid en operationele kwaliteit van de infrastructuur Deze paragraaf geeft een beschrijving van de kwaliteit van de infrastructuur in termen van betrouwbaarheid, beschikbaarheid, onderhoudbaarheid, veiligheid, gezondheid en milieu (“RAMSHE”), van toepassing op het geheel van de door ProRail beheerde infrastructuur. Betrouwbaarheid en beschikbaarheid De beschikbaarheid is de mate waarin het spoor beschikbaar is voor treindiensten. De beschikbaarheid wordt verminderd door geplande (voor onderhoudswerkzaamheden) en ongeplande (ten gevolge van storingen) onttrekkingen. De geplande onttrekkingen zijn nodig om werkzaamheden aan of nabij de infrastructuur goed en veilig te kunnen uitvoeren. Hiertoe moeten spoorgedeelten veelal buiten dienst worden gesteld. Onderhoudbaarheid ProRail maakt zoveel mogelijk gebruik van de mogelijkheden om zonder hinder voor de gebruikers / voor het treinverkeer werkzaamheden aan de infrastructuur uit te voeren, met inachtneming van randvoorwaarden met betrekking tot veiligheid en kosten. Bij ontwerp van infrastructuurwijzigingen zal ProRail steeds dit aspect inwegen. Veiligheid ProRail hanteert strikte procedures met betrekking tot het beheersen van de veiligheid van het treinverkeer bij bedieningshandelingen door de treindienstleiding en andere beheertaken, zodat ProRail aan spoorwegondernemingen een veilige, veilig bruikbare en veilig toegankelijke werkplek kan bieden voor de uitvoering van hun bedrijfsactiviteiten met betrekking tot het spoorverkeer. Voor zover ook de spoorwegondernemingen bijdragen aan de veiligheid en hun bijdragen niet zijn ingekaderd in wettelijke regelingen, zal ProRail via de toegangsovereenkomst bedingen, dat zij de adequate bijdragen leveren om het beoogde niveau van veiligheid te waarborgen. Daarnaast voert ProRail nauwgezette analyses uit van alle meldingen van veiligheidsincidenten en hun afhandeling, teneinde het veiligheidsniveau te verbeteren. De veiligheidsambities van ProRail sluiten aan bij de kadernota “Veiligheid van het railvervoer”. De specifieke omgevingsveiligheidsrisico’s die verbonden zijn aan het vervoer van gevaarlijke stoffen worden door ProRail beheerst door het beschikbaar hebben van een organisatie die adequaat kan optreden bij incidenten met gevaarlijke stoffen. Voor zover langs publiekrechtelijke weg aan ProRail maatregelen zijn voorgeschreven voor beheersing van de risico’s verbonden aan het vervoeren of het behandelen van zendingen gevaarlijke stoffen (bijvoorbeeld volumebeheersing) voert ProRail die uit, waar nodig ook via de toegangsovereenkomsten met spoorwegondernemingen. Na overleg met de overheid en de spoorwegondernemingen werkt ProRail mee aan acties gericht op het beheersen en verbeteren van de sociale veiligheid op stations. De bijdrage van ProRail omvat: • beveiligingsdiensten: op basis van beveiligingsafspraken (voor afgesloten / af te sluiten convenanten met gemeenten) draagt ProRail bij aan de invulling van de sociale veiligheid op en rondom stations; ProRail draagt ook bij aan de personele invulling; • openen / sluiten van stations: het openen en sluiten van wachtruimtes en van (delen van) stations in periodes dat die stations niet in gebruik zijn voor de treindienst, ter voorkoming van vernielingen; • camera ondersteunend toezicht; met als doelstelling verhoging van de veiligheidsbeleving van reizigers en het personeel werkzaam op het station, alsmede preventieve werking bij doelgroepen (vandalen, hangjongeren, junks, daklozen), terugdringen schades ten gevolge van vandalisme en vergroting van de pakkans van daders; • technische aanpassingen: noodzakelijke aanpassingen als gevolg van gewijzigde omstandigheden op stations (verplaatsen van camera’s, aanpassen van verlichting, enzovoort), alsmede analyses / enquêtes / audits gericht op sociale veiligheid.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 28
Gezondheid Via de relevante ARBO-wetgeving zorgt ProRail voor een gezonde werkomgeving voor de eigen medewerkers en het binnen de spoorweginfrastructuur werkzame personeel van spoorwegondernemingen en hun hulppersonen. Milieu ProRail richt de bedrijfsprocessen zo in, dat hinder en verontreinigingen worden beheerst en teruggedrongen, met inachtneming van desbetreffende wettelijke voorschriften. Voor zover de relevante milieubeschermingswetgeving zich niet rechtstreeks richt tot de spoorwegondernemingen die de door ProRail beheerde spoorwegen gebruiken, zal ProRail via de toegangsovereenkomst bedingen, dat zij de adequate bijdragen leveren om het beoogde niveau van milieubescherming te waarborgen.
3.6 • • •
Stations voor reizigersvervoer beschikbare nuttige perronlengte: zie bijlage 20; 50 perronhoogte: tussen 0,76 m en 1,00 m +BS ; alle stations zijn voorzien van een omroepinstallatie.
Outillage en voorzieningen Het beleid van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat met betrekking tot de minimale eisen voor nieuw te bouwen stations en (voor zover de situatie dat toelaat) grootschalig te verbouwen stations is neergelegd in de nota “Basisstation 2005; Functionele normen en richtlijnen voor stations/OV51 knopen” . Deze nota is opgesteld door ProRail na overleg met de spoorwegondernemingen; bij wijziging worden zij ook betrokken. 52
Perronoutillage wordt geboden conform de Railinfracatalogus van ProRail en passend in het Spoorbeeld van de Spoorbouwmeester. De verlichting en verwarming alsmede het dagelijks beheer en onderhoud (hygiënisch, technisch) van transfervoorzieningen zijn omschreven in de tussen ProRail en NS Stations gesloten Beheerovereenkomst Stationsbeheer. Met betrekking tot fietsenstallingen vormt de nota “Ruimte voor de fiets” van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat het uitgangspunt. Toegankelijkheid en transfercapaciteit In de nota Basisstation 2005 zijn normen en richtlijnen voor de toegankelijkheid van nieuwe stations opgenomen. Het Implementatieplan Toegankelijkheid beschrijft de maatregelen om te komen tot een verbeterde toegankelijkheid van het spoorvervoer. De maatregelen richten zich met name op het aanpassen van bestaande stations. De normen zijn ontleend aan bestaande documenten zoals het rapport Toegankelijke treinen, de nota Basisstation 2005 en (Europese) richtlijnen. ProRail bewaakt de beschikbaarheid van voldoende transfercapaciteit op stations aan de hand van een inzichtelijke en objectiverende indicator, die de transferdrukte op stations voor reizigers tijdens drukte meet. De KPI’s voor reinheid, sociale veiligheid en toegankelijkheid zijn vermeld in paragraaf 5.3.1 bij de beschrijving van de dienst ‘Transfervoorzieningen’. Informatievoorziening / reisinformatie ProRail biedt infrastructurele voorzieningen (zoals omroepinstallaties en presentatiemiddelen) op perrons en in stationshallen voor het verstrekken van reisinformatie aan reizigers; Stations met ontheffing De perrons van de stations Heerlen de Kissel, Heerlen Woonboulevard en Eygelshoven Markt voldoen voor wat betreft de helling van het perron, de perronhoogte alsmede de horizontale en verticale boogstralen van de daarlangs gelegen sporen, niet aan de daarvoor geldende eisen in de regeling hoofdspoorweginfrastructuur. Hiervoor is een ontheffing van de minister van Verkeer en Waterstaat verkregen. Om de specifieke daaraan verbonden risico's te mitigeren dient de 50
artikel 4 lid 1 sub e van de Regeling hoofdspoorweginfrastructuur Kamerstukken, 27482, nr. 118 d.d. 18 oktober 2005 52 te raadplegen via de website van ProRail (www.pol.prorail.nl > producten > transfersysteem) 51
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 29
spoorwegonderneming die deze stations bedient de nodige maatregelen ten behoeve van het veilig inen uitstappen van reizigers te nemen. Op aanvraag beschikbaar gestelde informatie: • toegankelijkheid en transfercapaciteit van stations; • beschikbare nuttige perronlengte en perronhoogte (per perronspoor); • aanwezigheid en hoedanigheid van informatie- en communicatiesystemen (waaronder treinaanwijssystemen en automatische omroepsystemen) op perrons en in het stationsgebouw; • aanwezigheid en hoedanigheid van voorzieningen voor fietsenstalling; • aanwezigheid van camera’s ten behoeve van security; • plaats en soort van aanwezige bedrijfshulpverleningsmiddelen.
3.7
Laad- en losplaatsen voor goederenvervoer
3.7.1 Locaties met laad- en losplaatsen voor goederenvervoer Locaties met openbare laad- en losplaatsen voor goederenvervoer: zie bijlage 21. ProRail levert alleen diensten met betrekking tot toegang en gebruik van de infrastructuur van de laaden losplaatsen. 3.7.2 Terminals voor overslag van gecombineerd vervoer Gespecialiseerde overslagvoorzieningen voor gecombineerd vervoer worden niet door ProRail beschikbaar gesteld; ProRail verstrekt desgevraagd contactadressen van ondernemingen die deze diensten leveren en die beschikken over een spooraansluiting. Overslag kan ook plaatsvinden op de openbare laad- en losplaatsen.
3.8
Opstel- en rangeervoorzieningen
3.8.1 Rangeeremplacementen Op veel locaties stelt ProRail rangeervoorzieningen beschikbaar, die te gebruiken zijn in het kader van de dienst ‘Opstel- en rangeersporen’. Op aanvraag beschikbaar gestelde informatie: • plaats en lengte van rangeervoorzieningen voor spoorvoertuigen voor reizigersvervoer en voor goederenvervoer. 3.8.2 Opstelterreinen Op veel locaties stelt ProRail opstelvoorzieningen beschikbaar, die te gebruiken zijn in het kader van de dienst ‘Opstel- en rangeersporen’. Op aanvraag beschikbaar gestelde informatie: • plaats en lengte van opstelvoorzieningen voor spoorvoertuigen voor reizigersvervoer en voor goederenvervoer. 3.8.3 Materieelverzorgingsfaciliteiten De voor opstellen bedoelde sporen zijn uitgerust met door ProRail beheerde voorzieningen voor materieelverzorging: • Laad- en losplaatsen • Tankfaciliteiten • Depotvoedingen • Treinvoorverwarming • Vulhydranten • Servicekasten • Rembeproevingskasten • In- en uitstapvoorzieningen • Servicepaden en -wegen
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 30
ProRail biedt het gebruik van deze voorzieningen aan als dienst, zie paragraaf 5.5 Dienstengroep ‘Emplacementen’. ProRail biedt geen diensten met betrekking tot de in- of uitwendige reiniging van spoorvoertuigen aan. ProRail verstrekt desgevraagd contactadressen van eigenaars/beheerders van installaties voor in- en uitwendige reiniging. Op aanvraag beschikbaar gestelde informatie: • aanwezigheid en hoedanigheid van faciliteiten voor voertuigverzorging in beheer bij ProRail; • ontsluiting voor wegvoertuigen. 3.8.4 Tankinstallaties 3 • Vaste tankinstallaties (>10 m ): zie bijlage 22. Op de door ProRail beheerde infrastructuur is het tanken buiten de tankinstallaties alleen toegestaan op plaatsen die naar het oordeel van ProRail een adequate, vloeistofdichte voorziening hebben ten behoeve van de bodembescherming; het aftappen van of (bij)vullen met smeerolie of koelvloeistoffen en overige voertuigverzorging is uitsluitend toegestaan op de locatie die ProRail daarvoor aanwijst. • ProRail wijst erop dat de tankinstallaties worden omgebouwd ten behoeve van morsvrij tanken. De installaties worden daartoe uitgebreid met aansluitingen ten behoeve van morsvrij tanken, die vooralsnog parallel aan de bestaande aansluitingen met vulpistool worden aangeboden. Op nader te bepalen data zullen de aansluitingen met vulpistool buiten gebruik worden genomen en is de installatie alleen nog te gebruiken door voertuigen die zijn aangepast ten behoeve van morsvrij tanken (aangepaste vulmond van brandstoftank, alsmede identificatievoorzieningen). • De levering van brandstoffen via die installaties die eigendom zijn van ProRail is uitsluitend mogelijk op basis van een overeenkomst tussen de spoorwegonderneming en Vivens, als exploitant van de tankinstallaties. De exploitant is, op basis van een overeenkomst met ProRail, verplicht om de levering van brandstoffen via die installaties op niet-discriminerende wijze aan te bieden aan alle spoorwegondernemingen. Vivens kan u informeren omtrent de diverse exploitanten. Overeen te komen regeling ► De contractuele voorwaarden voor gebruik van de tankinstallaties worden overeengekomen in de toegangsovereenkomst voor de dienst ‘Tankfaciliteiten’. ◄ 3.8.5 Faciliteiten voor technisch onderhoud • technische faciliteiten voor onderhoud van spoorvoertuigen. Op de door ProRail beheerde infrastructuur zijn geen voorzieningen aanwezig voor het uitvoeren van onderhoud aan spoorvoertuigen. Onderhouds- en reparatiediensten worden door gespecialiseerde bedrijven geboden; ProRail verstrekt desgevraagd contactadressen.
3.9
Infra-ontwikkeling
Informatie over de ontwikkeling van infrastructuur is opgenomen in paragraaf 5.1.3.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 31
(lege bladzijde)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 32
4
Capaciteitsverdeling
4.1
Inleiding
In dit hoofdstuk beschrijft ProRail de procedures, regels en tijdschema’s op het gebied van capaciteitsverdeling en treindienstleiding gericht op een ordentelijk en eerlijk verloop. Voor alle gerechtigden gelden daarom dezelfde procedures, regels en tijdschema’s. Besluiten van de NMa kunnen aanleiding geven tot wijzigingen van deze procedures, regels en tijdschema’s na de bekendmaking van de Netverklaring, via aanvullingen. Het capaciteitsverdelingsproces is ingericht als een onderhandelingstafel zoals bedoeld in het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur. Aan deze tafel gaan alle partijen met capaciteitswensen met elkaar op zoek naar de optimale verdeling van capaciteit. ProRail heeft de rol van voorzitter van dit proces en draagt oplossingen aan. Procedurevoorschrift ► Degene die capaciteit voor de jaardienstregeling 2011 aanvraagt, verklaart zich akkoord met de in deze Netverklaring opgenomen procedures, regels en tijdschema’s voor de behandeling van alle capaciteitsaanvragen, met inbegrip van de geschilbeslechting. Door indiening van de jaardienstaanvraag komt een overeenkomst tot stand tussen aanvrager en ProRail, houdende het overeenkomstig voornoemde procedures, regels en tijdschema’s afhandelen van de aanvragen. ◄
4.2 4.2.1
Procesbeschrijving capaciteitsverdeling Wettelijk kader
Samenvatting van regelgeving ► De Spoorwegwet en het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur geven een nadere uitwerking van de voorschriften van richtlijn 2001/14/EG om de capaciteit op een eerlijke, billijke en niet-discriminerende manier te verdelen: 53 • de verdeelde capaciteit wordt overeengekomen tussen gerechtigden en ProRail; 54 • per deelmarkt zijn minimumcapaciteitsniveaus vastgesteld; 55 • voor overbelastverklaarde infrastructuur gelden door de wet gegeven prioriteringsregels; 56 • er zijn voorschriften voor het verdelen van capaciteit voor werkzaamheden aan het spoor; • de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) is aangewezen om toezicht te houden op de naleving van de wettelijke voorschriften voor de capaciteitsverdeling en om klachten over het 57 verdelingsproces of de uitkomst daarvan te behandelen. ◄ 4.2.2 Processen op hoofdlijnen Er worden vier soorten processen onderscheiden: • Bepalen basisuurpatronen In deze fase zitten gerechtigden en ProRail om tafel om tot overeenstemming te komen over in te dienen capaciteitsaanvragen voor de jaardienstverdeling. ProRail gebruikt de tussenresultaten voor de publicatie van cataloguspaden voor internationaal goederenverkeer. • Bepalen benodigde capaciteit voor onderhoudsrooster en bepalen benodigde capaciteit voor geplande werkzaamheden aan of nabij de infrastructuur ProRail formuleert het capaciteitsbeslag dat nodig is in verband met geplande werkzaamheden aan of nabij de infrastructuur alsmede het onderhoudsrooster.
53
artikel 59 van de Spoorwegwet artikel 8 van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur 55 artikelen 10, 11 en 12 van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur 56 artikelen 6 en 9 van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur 57 artikel 70 van de Spoorwegwet 54
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 33
Voorbereiding van de capaciteitsverdeling Cyclisch onderhoud en inspectie
Gewenste basisuurpatronen
Ver
Bepalen benodigde capaciteit voor geplande werkzaamheden aan of nabij de infrastructuur
Bepalen benodigde capaciteit voor onderhoudsrooster
Bepalen basisuurpatronen
Overeenkomsten t.a.v. capaciteitsaanvragen
Sluitingsdatum capaciteitsaanvragen 2e maandag in april
Geplande werkzaamheden aan of nabij de infrastructuur
Benodigde capaciteit voor geplande werkzaamheden aan of nabij de infrastructuur
Benodigde capaciteit voor onderhoudsrooster
Capaciteitsverdeling
Capaciteitsaanvragen Verkeer
Verdelen jaardienst
19 weken na sluitingsdatum voor capaciteitsaanvragen
Overeengekomen capaciteit voor onderhoudsrooster en geplande werkzaamheden
In toegangsovereenkomst op te nemen capaciteitsverdeling
Ad hoc fase
Capaciteitsaanvragen Verkeer
Verdelen ad hoc capaciteitsaanvragen Verkeer
Wijzigingen t.a.v. overeengekomen verdeling
Werkzaamheden buiten voor beheer verdeelde capaciteit
Verdelen ad hoc werkzaamheden
Wijzigingen t.a.v. overeengekomen verdeling
Noodzakelijke werkzaamheden voor herstel van een veilig en ongestoord verloop van treinverkeer
Bepalen benodigde capaciteit voor noodzakelijke werkzaamheden
Wijzigingen t.a.v. overeengekomen verdeling
Concretiseren uitvoeringsvariant en -datums voor geplande werkzaamheden en concretiseren treindienst
Wijzigingen t.a.v. overeengekomen verdeling
Uitvoerbaar plan
Schema 1
Processen ten behoeve van de capaciteitsverdeling
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 34
Verdelen jaardienst Tijdens het jaardienstverdelingsproces worden de aanvragen van gerechtigden en het onderhoudsrooster verwerkt tot een dienstregeling voor 7 verkeersdagen van elk 24 uur in een standaardweek. Daar waar aanvragen van gerechtigden en/of het onderhoudsrooster met elkaar concurreren vindt coördinatie plaats. De jaardienstverdeling bevat naast deze standaardweek ook een opgave van afwijkingen ten opzichte van de standaardweek bijvoorbeeld als gevolg van geplande werkzaamheden, evenementen, etc. Verdelen in de ad-hocfase De ad-hocfase betreft aanvullingen of wijzigingen van de overeengekomen jaardienstregeling.
•
•
4.3
Tijdschema voor aanvraag en capaciteitsverdelingsproces
Bepalen basisuurpatroon Dit proces start circa 19 maanden voor aanvang van de jaardienstregeling. Gerechtigden kunnen zich bij ProRail aanmelden tot twee weken na de uitgave van de Netverklaring. Deelnemende partijen beogen uiterlijk 6 weken voor sluiting van de jaardienstaanvragen overeenstemming te hebben bereikt teneinde een concrete capaciteitsaanvraag te kunnen opstellen. Uiterlijk 11 maanden voor aanvang van de dienstregeling publiceert ProRail cataloguspaden voor internationaal goederenverkeer. Bepalen benodigde capaciteit voor onderhoudsrooster en bepalen benodigde capaciteit voor geplande werkzaamheden aan of nabij de infrastructuur De benodigde capaciteit voor het onderhoudsrooster wordt uiterlijk 12 april 2010 vastgesteld, om mee te nemen in het jaardienstproces. Er is dan ook de capaciteit voor geplande werkzaamheden aan of nabij het spoor bekend. Verdelen jaardienst Op 12 maart 2010 vindt de startbijeenkomst Jaardienst plaats. De specifieke werkwijze voor de Jaardienst wordt dan toegelicht. Indienen van aanvragen a) Sluitingsdatum voor jaardienstcapaciteitsaanvragen (nationaal & internationaal) en vaststelling benodigde capaciteit voor het onderhoudsrooster en geplande werkzaamheden b) Intake aanvragen Programmatie en coördinatie c) Start programmatie / coördinatie d) RNE Technical Meeting e) Ontwerpdienstregeling gereed voor consultatie f) Sluitingsdatum reacties op ontwerpdienstregeling Vaststelling van de capaciteitsverdeling Vastlegging g) Vastleggen vastgestelde capaciteitsverdeling in Donna/Radar h) Afsluiten toegangsovereenkomsten met gerechtigden
12-04-2010 van 13 t/m 20-04-2010 21-04-2010 van 21 t/m 24-06-2010 05-07-2010 06-08-2010 23-08-2010 30-08-2010 nov 2010
De coördinatie verloopt parallel aan programmatie. Verdelen in ad-hocfase Aanvragen die na de sluitingsdatum voor jaardienstcapaciteitsaanvragen (vermeld onder a) worden ingediend, worden in volgorde van binnenkomst in behandeling genomen na vaststelling van de capaciteitsverdeling voor de jaardienstregeling. ProRail spant zich in die aanvragen voortvarend af te handelen. ProRail en de andere in RailNetEurope samenwerkende infrabeheerders waarborgen een reactietermijn van 5 werkdagen voor aanvragen ingediend na 12 oktober 2010. Gerechtigden die digitaal aanvragen, krijgen de aanvraag zonder nadere bevestiging gehonoreerd indien deze conflictvrij is van eerder verdeelde verkeer- en beheeraanvragen. Aan gerechtigden die via de One-Stop-Shop aanvragen, meldt de One-Stop-Shop voor enkelvoudige aanvragen, ingediend na 12 oktober 2010, binnen 5 werkdagen of de capaciteit voor verdeling beschikbaar is. Voor meervoudige vragen wordt over een specifieke antwoordtermijn bericht. Gerechtigden die via de One-
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 35
Stop-Shop aanvragen, aanvaarden de mogelijkheid dat de door hen gewenste capaciteit in de periode tussen aanvraagindiening en verwerking wordt verdeeld ten gunste van een aanvraag via VPT/Donna. Overeen te komen regeling ► ProRail heeft de procedure voor capaciteitsaanvragen die worden ingediend binnen 36 uur voor uitvoering beschreven in onderdeel 2.1 van bijlage 6 ‘Operationele Voorwaarden’ en wil deze opnemen in de toegangsovereenkomst. ◄
4.4 Het verdelingsproces: werkwijze aanvraag en verdeling van capaciteit In paragraaf 4.2 is een overzicht gegeven van de processen ten behoeve van de (voorbereiding van de) capaciteitsverdeling. Hieronder worden deze nader beschreven. Voor alle processen geldt het volgende: • Capaciteit wordt verdeeld voor het gebruik van baanvakken, perronsporen en emplacementen op de hoofdspoorweginfrastructuur. • De capaciteitsverdeling heeft betrekking op de volgende vormen van gebruik: - treinbewegingen voor binnenlands verkeer en internationaal verkeer; - rangeerbewegingen; - stilstaand gebruik voor opstellen; - tijdelijke onttrekkingen of functionaliteitbeperkingen die nodig zijn voor het onderhoudsrooster en werkzaamheden aan of nabij de infrastructuur, alsmede het capaciteitsbeslag door bijzonder treinverkeer ten behoeve van het beheer van de infrastructuur, zoals meet- en inspectieritten; - activiteiten aan stilstaande treinen en spoorvoertuigen die beslag leggen op begrensde milieucapaciteit. 58 • ProRail houdt bij de verdeling van capaciteit rekening met voorkeursgebruik van sporen en met gebruiksbeperkingen. Tot de gebruiksbeperkingen behoren onder andere brugopeningen, geluid, spoorwegveiligheid en externe veiligheid. ProRail toetst regelmatig of planning en/of uitvoering passen binnen de grenzen van geluid, spoorwegveiligheid en externe veiligheid. De uitkomsten kunnen betekenis hebben voor de capaciteitsverdeling (minder of onder voorwaarden te verdelen) en reeds verkregen capaciteitsrechten (aanwijzingen geven of intrekken). Een aantal toetsmomenten van de planning wordt in een jaarkalender opgenomen. • Door capaciteitsaanvragen in samenhang te bezien, beoordeelt ProRail of het samenstel van aanvragen past binnen de beschikbare capaciteit. Desgevraagd levert de aanvrager aanvullend de relevante informatie die nodig is om de inpassing te kunnen beoordelen. • Programmatie- en coördinatie overleg voor de jaardienst- en ad-hocfase vindt met gemandateerden plaats aan de Tafel van Verdeling. • Ten behoeve van de capaciteitsverdeling op knooppunten voert NSR werkzaamheden in opdracht en onder verantwoordelijkheid van ProRail uit (Lokaal Plan). 4.4.1
Nadere beschrijving van de processen
4.4.1.1 Bepalen basisuurpatronen Door samen te werken in het maken van basisuurpatronen (BUP) is er voor de aanvrager eerder zicht op de (on)mogelijkheden van uitvoering van de door hem gewenste bedrijfsproductie ten behoeve van contractering van eigen klanten, personeel- en materieelplanning, etc. Het resultaat van dit proces bestaat uit één of meerdere basisuurpatronen. Hiermee komen de deelnemers de basis voor de in te dienen capaciteitsaanvragen voor het jaardienstproces overeen. In het jaardienstproces vindt dan de feitelijk en formele verdeling plaats. Het BUP-proces wordt door de betrokken deelnemers ingericht met inachtneming van het volgende: • Er wordt naar gestreefd om een inhoudelijk afgestemde set van in te dienen jaardienstaanvragen tot stand te brengen; leidend tot één basisuurpatroon. Daar waar commerciële behoeften concurreren vindt coördinatie plaats. Indien geen overeenstemming tussen gerechtigden wordt 58
Voorkeurgebruik wordt door ProRail vastgesteld na overleg met betrokken gerechtigden.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 36
•
•
bereikt wordt dit als zodanig vastgesteld. Er vindt geen toepassing van prioriteringsregels plaats. Dit is voorbehouden voor het jaardienstproces. Aldus kunnen meerdere, niet noodzakelijkerwijs met elkaar verenigbare basisuurpatronen ontstaan. Voor de concurrentie die opgenomen is in de overeengekomen basisuurpatronen wordt getracht vóór de sluitingsdatum van de jaardienstaanvragen alsnog oplossingen te vinden. Deze oplossingen dienen dan als uitgangspunt voor de coördinatie voor de jaardienst, mits in de jaardienstfase dezelfde gerechtigden betrokken zijn bij het conflict als in het basisuurpatroon. ProRail voert de regie.
Ter voorbereiding op de capaciteitsverdeling stellen de in Europa samenwerkende infrastructuurmanagers ook een voorlopig aanbod op van cataloguspaden. Dit vindt plaats in het kader van het trans-Europees netwerk voor het goederenvervoer per spoor. Van/naar het door ProRail beheerde net worden deze paden in het dienstregelingjaar 2011 aangeboden minimaal in de volgende relaties: • Rotterdam – Duisburg (– Basel – Milaan); • Rotterdam – Duisburg (– Berlijn – Warschau); • Rotterdam – Antwerpen (– Lyon – Marseille). De voorlopige dienstregelingen van deze paden worden gepubliceerd op de website van RailNetEurope (www.railneteurope.com). 4.4.1.2 Bepalen benodigde capaciteit voor onderhoudsrooster en bepalen benodigde capaciteit voor geplande werkzaamheden aan of nabij de infrastructuur ProRail formuleert ten behoeve van de jaardienstverdeling de benodigde capaciteit voor geplande werkzaamheden aan of nabij de infrastructuur alsmede het onderhoudsrooster. Voor geplande werkzaamheden aan of nabij de infrastructuur wordt in (regionale) gebruikersoverleggen overlegd over de daarvoor benodigde capaciteit. Voor het onderhoudsrooster vindt tijdens de basisuurpatroonfase overleg plaats met deelnemers daaraan, met als doel afstemming te bereiken tussen de in te dienen jaardienstaanvragen en de capaciteitsvraag voor de geplande werkzaamheden, alsmede voor het onderhoudsrooster. De benodigde capaciteit wordt voor volume, frequentie en locatie (baanvak/emplacement) vastgelegd. De aldus door ProRail vastgestelde capaciteit omvat: • het onderhoudsrooster met cyclisch onderhoud en inspectie alsmede de inzet van schouwtreinen en mobiele werkplaatsen; • volume, frequentie en locatie van geplande werkzaamheden aan of nabij het spoor: • programma’s zoals slijpen en stoppen; • vervanging-/vernieuwingsprojecten zoals bovenbouwvernieuwing inclusief de daarvoor benodigde treinen; • functie uitbreidingsprojecten zoals nieuwbouw inclusief de daarvoor benodigde treinen; • werken voor derden zoals bij verandering van spoorse kruisingen. De consultatie voor geplande incidentele werkzaamheden vindt plaats via het (regionale) Gebruikersoverleg alsmede het Landelijk Platform Overleg. 4.4.1.3 Verdelen jaardienst Tijdens het verdelen van de jaardienst is er sprake van de volgende processtappen: 1 indienen van aanvragen; 2 programmatie en coördinatie; 3 vaststelling verdeling. 4.4.1.3.1 Indienen van aanvragen In deze processtap dienen gerechtigden hun aanvraag in. De aanvraag voor capaciteit op baanvakken 59 en perronsporen wordt ingediend: • in de vorm van de specificatie van een nog te ontwerpen dienstregeling gebruikmakend van door RNE uitgegeven formats. ProRail kan u adviseren over welk type het meest geschikt is; • of in de vorm van een in een planningssysteem ontworpen dienstregeling (zie paragraaf 4.4.5); • of in een met ProRail overeen te komen andere vorm. 59
inclusief direct met de dienstregeling van treinen samenhangende rangeerbewegingen
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 37
Voor capaciteit op emplacementen is de aanvraag in de vorm van tijd-/ruimteslots op spoor(deel)niveau per emplacement. Het indienadres is: Postadres: Telefoon: Fax: Email:
ProRail BV One-Stop-Shop Postbus 2038 3500 GA Utrecht +31(30) 235 9322 +31(30) 235 9474
[email protected]
De One-Stop-Shop is u graag van dienst bij vragen over de capaciteitsverdeling. Internationale aanvragen De spoorwegonderneming kan de benodigde capaciteit op deze spoorwegnetten in één keer aanvragen bij de One-Stop-Shop van het vertrekland of afzonderlijk bij de infrastructuurmanagers van de betrokken spoorwegnetten, desgewenst via een partner-spoorwegonderneming. Als spoorwegondernemingen bij de verschillende infrastructuurmanagers afzonderlijke aanvragen indienen, zijn zij zelf verantwoordelijk voor de onderlinge afstemming van die aanvragen. De inspanning van de betrokken infrastructuurmanagers is dan beperkt tot het signaleren van gebreken in de aansluitingen. Een internationale capaciteitsaanvraag dient te voldoen aan de voorwaarden die elk der betrokken infrastructuurmanagers stellen aan aanvragen voor capaciteit op hun net; zie daartoe hun netverklaringen. Indien één der betrokken infrastructuurmanagers een via ProRail ingediende internationale capaciteitsaanvraag niet in behandeling neemt, stelt ProRail de aanvrager in de gelegenheid de aanvraag aan te passen en te beperken tot een aanvraag voor capaciteit op uitsluitend de door ProRail beheerde spoorweginfrastructuur. Intake Na ontvangst worden de aanvragen gecontroleerd op volledigheid en andere kennelijke gebreken, zoals onderling conflicterende elementen, overschrijding van de gebruiksmogelijkheden van de infrastructuur of afwijkingen ten opzichte van in de BUP-fase overeengekomen in te dienen capaciteitsaanvragen. Zonodig wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld de aanvraag binnen een aan te geven termijn te wijzigen / aan te vullen. 60
Als de aanvrager in zijn aanvraag bepaalde gebruikskenmerken van de gevraagde capaciteit niet expliciet vermeldt, kan de capaciteit nog wel worden verdeeld. Dit gebeurt dan onder voorbehoud dat de aanvrager de standaardwaarden voor die gebruikskenmerken toepast. De standaardwaarden worden, door ProRail vastgesteld, rekening houdend met de kenmerken of gebruiksbeperkingen van de infrastructuur. 4.4.1.3.2 Programmatie en coördinatie In de programmatie worden alle aanvragen en het onderhoudsrooster geïntegreerd in één dienstregeling. ProRail heeft de mogelijkheid om geringe wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke aanvraag te verwerken die de commerciële en logistieke samenhang van aanvragen niet aantasten (ter beoordeling door de gerechtigden) teneinde capaciteitsaanvragen zoveel mogelijk te honoreren. ProRail identificeert vervolgens de situaties waarin aanvragen met elkaar en/of met de benodigde capaciteit voor werkzaamheden aan of nabij het spoor alsmede het onderhoudsrooster concurreren. Voor die situaties start ProRail de coördinatie. Tijdens de programmatie en coördinatie heeft ProRail afstemming met de andere infrastructuurmanagers in Europa. Zo wordt geprobeerd om zoveel mogelijk doorgaande en hoogwaardige grensoverschrijdende dienstregelingspaden te realiseren. Deze maatregelen zijn uitgewerkt in het RNE-document “Process for international path requests” (te raadplegen via de website www.railneteurope.com).
60
bijvoorbeeld treinlengte, aanwezigheid van gevaarlijke stoffen, enzovoort
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 38
Procesregels Voor de programmatie- en coördinatieprocedures gelden de volgende procesregels: 1 De geïdentificeerde concurrentiesituatie wordt bekend gemaakt aan alle betrokken aanvragers. 2 De daarbij betrokken aanvragers worden uitgenodigd voor nader overleg over de situatie, eventueel op basis van een programmatievoorstel van ProRail. 3 Elk van de betrokken aanvragers wordt uitgenodigd oplossingsvoorstellen te doen. 4 Oplossingen moeten passen binnen de gebruiksmogelijkheden van de infrastructuur, met inbegrip van gebruiksbeperkingen vanwege o.a. geluid, spoorwegveiligheid en externe veiligheid. 5 Het onderhoudsrooster wordt opgenomen in de ontwerpdienstregeling. 6 Gestreefd wordt naar oplossingen waarbij (in volgorde van prioriteit) zo veel mogelijk de aangevraagde capaciteiten worden gehonoreerd, de commerciële en operationele samenhang binnen de aangevraagde capaciteiten zo min mogelijk verbroken wordt en waarbij de bedrijfseconomische gevolgen van afwijkingen van de aangevraagde capaciteiten zo beperkt mogelijk zijn. De wettelijke prioriteringsregels worden bij het zoeken naar oplossingen niet toegepast. 7 De in RNE-verband afgestemde grenspassagetijdstippen worden zoveel mogelijk gehandhaafd. 8 De minimaal ter beschikking staande capaciteit voor internationaal goederenverkeer en besloten personenvervoer worden opgenomen in de capaciteitsverdeling. ProRail raamt deze capaciteit. 9 De door ProRail te presenteren voorstellen sluiten aan op de dienstregelingstechnische maatregelen zoals opgenomen in capaciteitsvergrotingsplannen. 10 ProRail bewaakt de robuuste uitvoerbaarheid van de dienstregeling op basis van de ontwerpnormen in bijlage 23 alsmede de doelmatige benutting van de infrastructuur. 11 In het geval dat aanvragen van gerechtigden onderling concurreren kan ProRail trachten op basis van verhoging van de gebruiksvergoeding tot overeenstemming te komen. ProRail maakt een ontwerpdienstregeling waarin de uitkomsten van de programmatie en de coördinatie tot dan toe zijn opgenomen. Deze ontwerpdienstregeling ligt een maand ter consultatie voor en ProRail spant zich in met de gemaakte opmerkingen rekening te houden. Coördinatie Coördinatie is een proces van gelijkwaardig overleg. In geval van concurrerende aanvragen spannen betrokken partijen zich in om tot een oplossing te komen. Ze zijn daarbij transparant in de in het geding zijnde commerciële en bedrijfseconomische belangen. In het geval dat aanvragen van gerechtigden onderling concurreren kan ProRail trachten op basis van verhoging van de 61 gebruiksvergoeding tot overeenstemming te komen . De verhoging wordt berekend conform paragraaf 6.2 ‘toeslag voor schaarse capaciteit’. Indien betrokken aanvragers en/of ProRail dan niet tot overeenstemming komen, dan stelt ProRail vast dat de aanvragen niet naar tevredenheid zijn afgehandeld waarna de betrokken infrastructuur overbelast wordt verklaard. De geschillenregeling kan voor of na toepassing van de verhoging ingeroepen worden om een oplossing te bereiken (zie paragraaf 4.4.2). De verdeling wordt door ProRail na overbelastverklaring vastgesteld met toepassing van de door de wet gestelde prioriteitsregels: 1 Voor verkeer/verkeer situaties conform artikel 7, 8, 10, 11 en 12 van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur. 2 Voor verkeer/beheer situaties conform artikel 9 van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur. 3 Als de prioriteringsregels van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur onvoldoende onderscheidend zijn gelden aanvullend de volgende prioriteringsregels: - vervoer gaat boven verkeer; - leeg materieel verkeer gaat boven opstellen; - kort opstellen gaat boven langer opstellen, waarbij voor conflicten tussen reizigerstreinen geldt, dat minder dan 12 uur opstellen gaat boven langer dan 12 uur opstellen; indien beide aanvragen binnen de 12 uur vallen, zal een bedrijfseconomische afweging gemaakt worden;
61
conform artikel 7 lid 1 van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 39
-
binnen gegeven milieugerelateerde capaciteitsgrenzen (geluid en risico) een zo hoog mogelijke benutting (vervoer/verkeer/opstellen) accommoderen; volledige benutting van de geluidsruimte gaat boven volledige benutting van de risicoruimte voor externe veiligheid.
Capaciteit ten behoeve van werkzaamheden Voor werkzaamheden aan of nabij het spoor die (een combinatie van) incidentele onttrekkingen vragen geldt daarnaast het volgende: 1 Voor zover de werkzaamheden op de sluitingsdatum van de jaardienstaanvraag redelijkerwijs voorzienbaar en planbaar zijn, wordt de capaciteit voor de uitvoering van de werkzaamheden bij de jaardienstverdeling op datum gezet en verdeeld. Voor werkzaamheden welke niet redelijkerwijs voorzienbaar en planbaar zijn, is het mogelijk tijdens de jaardienstfase overeenstemming te bereiken over de dagsoort en uitvoeringsvariant. Deze worden geoormerkt in RADAR en dienen als basis voor de ad-hocfase. 2 ProRail neemt de regievoering van het herplannen van treinen als gevolg van buitendienststellingen van NS Reizigers over. Hierin bestaan de volgende processtappen: a. Voor nader overeen te komen buitendienststellingen vindt tijdens de jaardienstfase en onder die procesregels een verdeling plaats van om te leiden treinen (opgave gerechtigden) in combinatie met de 7*24 uur aanvragen. b. Inzichtelijk maken van de verkeersgevolgen op basis van de samenhang van de onttrekkingen. c. In overleg komen tot afgestemde (raam)specificaties voor de her te plannen treinen. d. In VPT/Donna verwerken van de uitkomst van het overleg. 3 Capaciteitsaanvragen als gevolg van evenementen en feestdagen in het buitenland volgen dezelfde procesgang voor geplande en ongeplande werkzaamheden. 4 Ten tijde en ter plaatse van de incidentele onttrekkingen en op de in verband daarmee gebruikte omleidingsroutes vervalt het onderhoudsrooster niet, tenzij expliciet vermeld. ProRail zal, mits haalbaar, bijdragen aan het oplossen van concurrentie middels aanpassingen aan het onderhoudsrooster. 5 ProRail kan in het kader van het jaardienstverdelingsproces voor capaciteit ten behoeve van werkzaamheden een financiële compensatie aan gerechtigde(n) overeenkomen anders dan gebruiksvergoedingen. Onder de voorwaarde dat het alternatief vervoerplan uitvoerbaar en maatschappelijk acceptabel is, wordt in combinatie met deze compensatieafspraken in beginsel de door ProRail opgestelde voorkeursvariant van de buitendienststelling gekozen, met inachtneming van het volgende: a. De compensatiepraktijk voor functiewijzigings- en omgevingsprojecten (‘nieuwbouw’) te handhaven, waarbij voor geplande nieuwbouwprojecten de out-of-pocket-kosten voor vervangend reizigersvervoer (bus/taxikosten) worden vergoed op basis van door ProRail goedgekeurde offertes die in de planningsfase door de reizigersvervoerder met ProRail zijn overeengekomen; b. Deze regeling wordt aangevuld met compensatieafspraken voor vernieuwingswerkzaamheden (groot onderhoud en bovenbouwvernieuwing) in specifieke gevallen, en wel: i. Het bedrag van de financiële compensatie wordt berekend via een bedrag per vervallen treinkm tengevolge van de buitendienststelling, ii. geen compensatie wordt verleend in geval van buitendienststellingen in weekenden, nachten, tussen de spitsen, in reizigersluwe perioden (zijnde schoolvakanties en officiële feestdagen) of als het doorgaande treinverkeer niet wordt geraakt; iii. wel wordt compensatie verleend als en voor zover een buitendienststelling (deels) op normale werkdagen (niet luw) valt en indien daarbij de ochtendspitsen en/of avondspitsen worden geraakt; de compensatie geldt dan voor de vervallen treinkilometers van de treinen gedurende die werkdagen, iv. indien vernieuwingswerkzaamheden worden gecombineerd met functiewijziging- en omgevingsprojecten (‘nieuwbouw’) vindt compensatie plaats conform het gestelde onder a (‘nieuwbouw’), v. het tarief wordt eenmalig berekend en wordt toegepast in alle gevallen van financiële compensatie bij vernieuwingswerkzaamheden. c. Het compensatietarief voor reizigersvervoerders is afhankelijk van de categorie waarin het betrokken baanvak volgens bijlage 27 is ingedeeld en bedraagt:
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 40
i.
voor categorie 1 baanvakken € 11,- per vervallen treinkm volgens de jaardienstverdeling; ii. voor categorie 2 baanvakken € 6,- per vervallen treinkm volgens de jaardienstverdeling. Voor goederenvervoerders kan een specifieke regeling overeengekomen worden. Meerjarige capaciteitskaders ProRail zal vanaf dienstregelingsjaar 2011 bij met name bovenbouwvernieuwingswerkzaamheden en groot onderhoud meerjarige ordening van infrawerkzaamheden gaan uitvoeren. Op basis van deze ordening bespreekt ProRail uitvoeringsvarianten met alle betrokken vervoerders en maakt voorkeursvarianten kenbaar. De uitvoeringsvarianten variëren qua duur en ruimtelijke omvang en moeten voor alle betrokken partijen maakbaar en maatschappelijk acceptabel zijn. Criteria hiervoor worden vastgelegd in het Corridorboek. ProRail heeft een inspanningsverplichting om de capaciteitsbehoefte voor alle bekende projecten (functiehandhaving en functiewijziging) integraal te betrekken in de te maken meerjarige capaciteitskaders. Partijen beogen in consensus een uitvoeringsvariant te kiezen. De voorstellen worden in eventueel verbijzonderde gebruikersoverleggen met gerechtigden besproken. De uitkomst van het afstemoverleg wordt vastgelegd op de Tafel van Verdeling, met de aanvulling dat de afspraken betrekking kunnen hebben op meer dan één dienstregelingsjaar. Met betrekking tot de geldigheid van de meerjarige capaciteitskaders komen partijen onttrekkingsvarianten overeen vooruitlopend op de jaardienstverdeling van het dienstregelingsjaar dat één of enkele jaren in de toekomst ligt. ProRail kan op basis van deze afspraken verplichtingen aangaan. De gerechtigden, met wie ProRail de meerjarige afspraak aangaat, verplichten zich om voor de looptijd van de meerjarige afspraak hun capaciteiten in overeenstemming met het capaciteitskader aan te vragen. 4.4.1.3.3 Vaststelling verdeling ProRail legt het resultaat van de capaciteitsverdeling voor de jaardienstregeling vast in Donna en Radar alsmede in het capaciteitsverdelingsdocument. Hierin staat vermeld welke capaciteit aan de aanvragers is verdeeld en welke capaciteit voor welk gebruik is voorbehouden (waaronder ook werkzaamheden). Dit document gaat deel uitmaken van de te sluiten toegangsovereenkomst. De gerechtigde verkrijgt dan het gebruiksrecht voor de capaciteit die in het capaciteitsverdelingsdocument aan die gerechtigde is toebedeeld. Spoorwegondernemingen die houder van verdeelde capaciteit zijn, mogen die capaciteit niet overdragen aan andere gerechtigden. De houder van capaciteit kan een andere spoorwegonderneming werkzaamheden laten uitvoeren aan opgesteld materieel, zonder dat er sprake is van overdracht van capaciteit aan die andere spoorwegonderneming. In de navolgende tabel zijn de grenswaarden voor de KPI ‘Capaciteitsverdeling treinpad’ vermeld. Deze KPI geeft aan de verhouding tussen het aantal gehonoreerde treinpaden en het aantal aangevraagde treinpaden voor vervoerend gebruik. KPI KPI Capaciteitsverdeling treinpad
2010
2011
2012
99,60%
99,60%
99,60%
4.4.1.4 Verdelen in ad-hocfase Aanvragen van gerechtigden • Het indienen van ad-hocaanvragen gaat op dezelfde wijze als in het jaardienstverdelingsproces. Capaciteitsaanvragen die meer dan één beheerder betreffen, kunnen via de One-Stop-Shop worden aangevraagd. De One-Stop-Shop coördineert dan desgevraagd de afhandeling van die aanvragen bij de beheerders van de andere netten. Het is ook mogelijk de aanpassingen in een internationale dienstregeling in verband met buitendienststellingen bij ProRail of elders door ProRail te laten coördineren. • Ad-hocaanvragen kunnen door gerechtigden op twee manieren worden ingediend: - Digitaal; voor digitale aanvragen ad-hoccapaciteit stelt ProRail twee applicaties beschikbaar, te weten VPT/Donna (voor aanvragen van alleen dienstregelingpaden >52/36 uur voor vertrek) en ISVL (voor aanvragen op kortere termijn, tot een half uur voor vertrek). Bij indiening via VPT/Donna geldt dat de aanvraag onmiddellijk en zonder nadere bevestiging is toegewezen, indien de gewenste capaciteit met inachtneming van de Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 41
•
•
•
•
dienstregelingontwerpnormen kan worden ingepast tussen het eerder in VPT/Donna vastgelegde capaciteitsbeslag en indien de aanvrager de in de jaardienstverdeling respectievelijk in Radar vastgelegde buitendienststellingen respecteert (ook indien die nog niet in VPT/Donna zijn verwerkt). Bij aanvragen die via ISVL worden ingediend ontvangt de aanvrager na verwerking van ProRail een bevestiging dan wel een afwijzing. De verwerkingstijd kan onderwerp zijn van een prestatieregeling. Indien twee of meer via ISVL ingediende aanvragen om dezelfde capaciteit concurreren, wordt de capaciteit verdeeld aan de eerst-ingediende aanvraag. - Schriftelijk (per brief, fax of e-mail), bij ProRail One-Stop-Shop, tot 5 werkdagen vóór de dag waarop de capaciteit beschikbaar gesteld zou moeten worden. Deze termijn van 5 werkdagen stelt ProRail in staat de aanvragen te verwerken en komt overeen met de termijn waarbinnen ProRail volgens wettelijk voorschrift moet reageren op ingediende ad-hocaanvragen. Indien twee of meer schriftelijk ingediende aanvragen om dezelfde capaciteit concurreren wordt de capaciteit verdeeld aan de eerst-ingediende aanvraag. De aanvrager ontvangt binnen de gestelde termijn een bevestiging dan wel een afwijzing. Maatgevend voor acceptatie is, of de gevraagde capaciteit op het moment van aanvraagverwerking kan worden ingepast tussen het reeds VPT/Donna vastgelegde capaciteitsbeslag. De gerechtigde die gebruik maakt van de schriftelijke aanvraag aanvaardt de mogelijkheid dat de door hem gewenste capaciteit in de periode tussen aanvraagindiening en verwerking wordt verdeeld ten gunste van een digitaal ingediende VPT/Donna-aanvraag. Ad-hocaanvragen kunnen concurreren met eerder overeengekomen capaciteit. In dat geval kunnen deze alleen na instemming van degene die de capaciteit oorspronkelijk verworven heeft worden verdeeld. De ad hoc verdeelde capaciteit wordt vastgelegd in de databestanden. Periodiek kunnen de verwerkte ad-hocaanvragen worden opgenomen in een zogenaamd wijzigingsblad. Opname in een wijzigingsblad is uitsluitend een administratieve verwerking, en impliceert geen wijziging van capaciteitsrechten. De ingangsdata van de wijzigingsbladen worden na overleg met spoorwegondernemingen en buitenlandse infrastructuurmanagers vastgesteld door ProRail. Voor de in RNE-verband aangeboden cataloguspaden voor internationaal goederenverkeer en door ProRail bij de vaststelling van de jaardienstregeling aangewezen paden (patroonpaden), blijven tot 5 werkdagen voor uitvoering voorbehouden voor daartoe bestemd gebruik. ProRail maakt een raming van te verwachten ad-hocaanvragen voor goederenverkeer en besloten personenvervoer, ook die ten gevolge van werkzaamheden aan de infrastructuur van ProRail, Keyrail en buitenlandse spoorwegbeheerders. Deze raming wordt omgezet in treinpaden. Daarbij geldt een principe van peak-shaving. Paden die voor meer dan 50% benut gaan worden en/of niet in conflict zijn met aanvragen van andere gerechtigden, worden opgenomen in de capaciteitsverdeling voor de normale dienstregeling (7*24 uur); met als ondergrens 10% van het minimumbedieningsniveau voor goederenverkeer. 62
Capaciteit ten behoeve van werkzaamheden • ProRail kan gedurende het dienstregelingjaar capaciteit verkrijgen voor ongepland onderhoud. Dit is onderhoud dat redelijkerwijs niet planbaar is ten tijde van de sluiting van jaardienstaanvragen en dat redelijkerwijs niet kan wachten tot het volgende dienstregelingjaar. Eventuele wijziging van voor verkeer verdeelde capaciteit vindt plaats onder de regels van ad-hocaanvragen verkeer, derhalve alleen met instemming van de houder van die capaciteit. • Voor werkzaamheden waarvan de uitvoering voorzien is binnen het dienstregelingjaar, maar die op de sluitingsdatum van de jaardienstaanvraag nog niet planbaar zijn, wordt na overleg en steeds tenminste 26 weken voor de datum van uitvoering (de aanpassing van) de benodigde capaciteit binnen de jaardienstregeling 2011 nader overeengekomen. • Gerechtigden en ProRail kunnen na de jaardienstverdeling verzoeken om de programmering van werkzaamheden te wijzigen op grond van niet-voorziene omstandigheden (ten opzichte van het jaarplan) en onvoorziene werkzaamheden. De basisregel is dat wordt meegewerkt aan herprogrammering; medewerking kan alleen gemotiveerd vanuit de eigen bedrijfsbelangen afgewezen worden. 62
De detailwerkwijzen zijn beschreven in de procedure ‘capaciteitsverdeling Beheer – Verkeer’, te raadplegen via de website van ProRail (www.prorail.nl > vervoerders > capaciteit treinpaden > procedure verdeling).
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 42
•
•
• •
Bij het concretiseren van wijze van uitvoering en uitvoeringsdata is het mogelijk dat de nadere uitwerking niet past in de in de jaardienst verdeelde capaciteit. Ook kunnen er zich omstandigheden voordoen in de projectvoorbereiding en –uitvoering die niet als zodanig verondersteld zijn bij vaststelling van de benodigde capaciteit. ProRail maakt dit zichtbaar en overlegt met betrokken gerechtigden over aanpassingen aan de wijze van uitvoering en uitvoeringsdata. Is er geen consensus over de uitvoeringsvariant dan verplichten betrokken gerechtigden en ProRail zich via een alsdan overeen te komen procedure binnen 10 werkdagen tot een vast te stellen verdeling te komen. Randvoorwaarde is uitvoering van de betrokken werkzaamheden in het dienstregelingjaar 2011. Werkzaamheden aan het spoor vragen veelal een (enkele) grote onttrekking en meerdere kleinere onttrekkingen (ten behoeve van voor en nawerk). Deze kleinere onttrekkingen worden zoveel mogelijk in het onderhoudsrooster uitgevoerd. Indien het onderhoudsrooster onvoldoende capaciteit levert, maakt ProRail dit zichtbaar en stelt uiterlijk 13 weken voor uitvoering de benodigde capaciteit voor resterend voor- en nawerk vast. ProRail overlegt met betrokken gerechtigden over inpassing; als geen consensus kan worden bereikt dan geldt eveneens de in het voorgaande lid genoemde procedure voor de afhandeling van het geschil. Bovenstaande bepalingen zijn er op gericht om de - in de landelijke samenhang passende - grote onttrekkingen maximaal te benutten. Gerechtigden of ProRail kunnen bij hun instemming als voorwaarde stellen dat het nadeel dat zij ondervinden door afwijking van de eerder verdeelde capaciteit worden vergoed. 63 Als zich storingen of onregelmatigheden voordoen / dreigen te gaan voordoen die een veilig en 64 ongestoord treinverkeer in gevaar brengen of kunnen brengen is onderhoud noodzakelijk en vervallen de capaciteitsrechten van gerechtigden om werkzaamheden (reparaties, spoedeisende vervangingen, enzovoort) voor herstel / borging van veilig en ongestoord treinverkeer uit te voeren. ProRail spant zich in om deze werkzaamheden zoveel mogelijk in het onderhoudsrooster uit te voeren.
4.4.2 Geschilbeslechting Coördinatie is naar zijn aard een technisch overleg tussen deskundigen. Deskundigen kunnen van mening verschillen waardoor er een patstelling over conflicten kan ontstaan. Om het proces van capaciteitsverdeling zijn voortgang te laten houden is er een geschillenregeling die binnen 10 werkdagen uitsluitsel geeft. Met de in deze paragraaf beschreven regeling voorziet ProRail in de in artikel 21 lid 6 van richtlijn 2001/14/EG voorgeschreven geschilregeling. Een aanvrager of ProRail heeft de mogelijkheid het initiatief te nemen tot geschilbeslechting tijdens de coördinatiefase van de jaardienstregeling doch uiterlijk tot 10 werkdagen voor vaststelling van de capaciteitsverdeling van de jaardienstregeling. Een gerechtigde kan ook toepassing van de geschilbeslechtingsregeling inroepen in het geval dat hij meent benadeeld te worden door de wijze waarop ProRail bij de vaststelling van de capaciteitsverdeling is afgeweken van de eerder door ProRail gepresenteerde ontwerpdienstregeling; in zo’n geval moet de geschillenregeling worden ingeroepen binnen 5 werkdagen nadat de capaciteitsverdeling door ProRail is vastgesteld. De geschilbeslechtingsprocedure voorziet een gesprek tussen de betrokken partijen (hoor en wederhoor) met als doel het conflict op te lossen. Indien geen oplossing wordt bereikt, doet de voorzitter binnen 10 werkdagen na het schriftelijk – aan de Tafel van Verdeling – aanhangig maken van het geschil uitspraak. De uitspraak is vervolgens uitgangspunt voor de verdere coördinatie. Bij conflicterende aanvragen tussen gerechtigden (verkeer/verkeer) is ProRail voorzitter. Bij conflicten tussen een aanvraag van een gerechtigde en de benodigde capaciteit voor geplande werkzaamheden aan of nabij de infrastructuur of het onderhoudsrooster vindt de behandeling van het geschil plaats onder een van ProRail onafhankelijke voorzitter, die door ProRail wordt aangewezen met instemming van gerechtigden. De behandeling leidt in dat geval tot een advies waarvan ProRail bij de vaststelling van de capaciteitsverdeling alleen deugdelijk gemotiveerd mag afwijken. Deze motivatie maakt ProRail kenbaar aan de betrokken gerechtigden. 63 64
Te constateren op basis van inspecties, meldingen, opgetreden storingen, etc. Dit is een nadere definiëring van de situatie ‘’in geval van nood’’ uit artikel 8 lid 3 van de Algemene Voorwaarden.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 43
4.4.3 Overbelaste infrastructuur Gedurende het jaardienstverdelingsproces of naar aanleiding van een prognose van capaciteitsaanvragen voor de nabije toekomst kunnen capaciteitsknelpunten worden gesignaleerd. Het knelpunt kan verbonden zijn aan zowel de fysieke als andere begrenzingen (o.a. geluid, spoorwegveiligheid en externe veiligheid) van de capaciteit. Dit kan leiden tot het door ProRail overbelast verklaren van delen 65 van de infrastructuur . Na overbelastverklaring stelt ProRail binnen 6 maanden een 66 capaciteitsanalyse op. Binnen 6 maanden na afronding van de capaciteitsanalyse stelt ProRail na 67 overleg met betrokken gerechtigden een capaciteitsvergrotingsplan op. Voor het capaciteitsvergrotingsplan stelt ProRail met behulp van een kosten-batenanalyse de meest kosteneffectieve oplossing vast. Oplossingen kunnen zowel van infrastructurele als dienstregelingstechnische aard zijn. 4.4.4 Toepassing van kaderovereenkomsten Ten tijde van uitgave van deze Netverklaring had ProRail geen kaderovereenkomsten afgesloten voor het dienstregelingjaar 2011. 4.4.5 Ondersteunende systemen Ten behoeve van (de voorbereiding van) de capaciteitsverdeling worden in de onderstaande tabel de ondersteunende systemen weergegeven met daarbij een korte beschrijving. De belangrijkste systemen ter ondersteuning van het verdeelproces zijn VPT/Donna en Radar. Spoorwegondernemingen kunnen hiervan gebruik maken. VPT wordt vervangen door Donna. Voor het basisuurpatroon- en jaardienstproces alsmede de ad-hocfase 2011 wordt gebruik gemaakt van Donna als leidend systeem. Indien het noodzakelijk is onverhoopt terug te moeten vallen op VPT, wordt dit via een aanvulling op de Netverklaring bekendgemaakt. proces
systeem
korte uitleg
Bepalen basisuurpatronen
Donna BU
Verdelen jaardienst
Donna BD
Informatie- en communicatiesysteem ter ondersteuning van de planning en verdeling van de treindienst. In Donna BU wordt het basisuurpatroon vastgelegd. Informatie- en communicatiesysteem ter ondersteuning van de planning en verdeling van de treindienst. In Donna BD wordt de uitwerking van de dienstregeling voor zeven verkeersdagen van 24 uur in een standaardweek vastgelegd. Internetapplicatie waarmee in internationaal verband capaciteit wordt aangevraagd en de toegewezen capaciteit wordt gepubliceerd. Applicatie waarbij het verdelingproces onderhoud versus verkeer en de communicatie hierover met betrokken gerechtigden wordt ondersteund. Ondersteunt de programmatie en coördinatie ten behoeve van stationaire capaciteit en de communicatie over programmatie en coördinatie met betrekking tot verkeersaanvragen. Informatie- en communicatiesysteem ter ondersteuning van de planning en verdeling van de treindienst. In Donna BD wordt de uitwerking van de dienstregeling voor zeven verkeersdagen van 24 uur in een standaardweek vastgelegd. In VPT 17/Donna SD wordt de uitwerking van de dienstregeling voor specifieke dagen vastgelegd en treinpaden worden gepland. Applicatie voor het indienen van aanvragen tussen 52/36 en een half uur voor vertrek.
Pathfinder
Radar
Emma
Verdelen in adhocfase
Donna BD update (wijzigingsbladen) VPT17/Donna SD
ISVL
65
De overbelastverklaring is een bijlage van de capaciteitsanalyse en te raadplegen via de website van ProRail (www.prorail.nl > vervoerders > capaciteit treinpaden > capaciteitsanalyses). 66 te raadplegen via de website van ProRail (www.prorail.nl > vervoerders > capaciteit treinpaden > capaciteitsanalyses) 67 te raadplegen via de website van ProRail (www.prorail.nl > vervoerders > capaciteit treinpaden > vergrotingsplannen)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 44
4.5 Capaciteit voor werkzaamheden aan of nabij de spoorweginfrastructuur De procedure voor verdeling van capaciteit voor werkzaamheden aan of nabij de spoorweginfrastructuur is beschreven in paragraaf 4.4.
4.6
Niet gebruikte capaciteit
Als een uur voor vertrek duidelijk is dat de capaciteit niet door de betrokken gerechtigde gebruikt gaat worden, is ProRail vrij om andere gerechtigden over die capaciteit te laten beschikken. Wanneer blijkt dat capaciteit die in catalogus-/patroonpaden gereserveerd is voor goederenvervoer, waarschijnlijk niet gebruikt zal worden, dan komt deze capaciteit vanaf 5 werkdagen voor uitvoering beschikbaar voor andere marktsegmenten. ProRail kan specifieke paden aanwijzen die eerder beschikbaar komen. Wanneer een gerechtigde de in de jaardienst (inclusief wijzigingsbladen) beschikbaar gekregen capaciteit voor baanvakken en perronsporen gedurende tenminste 8 weken de capaciteit voor openbaar personenvervoer voor minder dan 80% of de capaciteit voor ander gebruik voor minder dan 50% benut, dan kan ProRail de capaciteitsrechten terugnemen waarbij 2 weken ervoor de gerechtigde geïnformeerd wordt. Om op emplacementen geen capaciteit ongebruikt te laten kan capaciteit op een of meerdere specifieke sporen verdeeld worden aan meerdere gerechtigden tegelijkertijd. Daarbij kunnen gerechtigden samenwerken en één van hen als coördinerend voor de dagelijkse logistieke afstemming aanwijzen. Daarnaast geldt in algemene zin dat voor capaciteit die gedurende tenminste 8 weken voor minder dan de helft van de dagen is gebruikt, de capaciteitsrechten teruggenomen kunnen worden waarbij 2 weken ervoor de gerechtigde geïnformeerd wordt. ProRail vergewist zich ervan – onder meer door navraag bij de betrokken gerechtigde – of het niet gebruiken van capaciteit te wijten is niet-economische redenen buiten de wil van de exploitant.
4.7
Buitengewoon vervoer
In onderdeel 1.2 van bijlage 6 zijn de regelingen voor Buitengewoon Vervoer vermeld.
4.8
Treindienstleiding en bijsturing
ProRail stelt sporen en rijwegen ter beschikking zoals vastgesteld in het proces van capaciteitsverdeling. Overeen te komen regeling ► ProRail heeft de verantwoordelijkheidsverdeling voor de keuze van rijwegen omschreven in onderdeel 1.1 van bijlage 6 ‘Operationele Voorwaarden’ en wil deze opnemen in de toegangsovereenkomst. ◄ 4.8.1 Beginselen van bijsturingsmaatregelen 68 ProRail is op grond van het Besluit spoorverkeer en de Algemene Voorwaarden bevoegd om in een aantal situaties af te wijken van de eerder overeengekomen capaciteitsverdeling en daarmee in te grijpen in de voorgenomen afwikkeling van de treindienst en van de overige bedrijfsprocessen van spoorwegondernemingen; de spoorwegonderneming dient de aanwijzingen die ProRail in verband hiermee geeft op te volgen. ProRail is bevoegd om bij incidenten, afwijkingen of verstoringen van de planmatige afwikkeling van het verkeer van deze bevoegdheid gebruik te maken, met name: • in het geval dat de treinenloop zodanig afwijkt van het plan dat daarmee de loop van andere treinen of de afwikkeling van bedrijfsprocessen aangetast wordt, dan wel een ‘out of control’situatie ontstaat; • bij (dreigende) storingen of onvoorziene beperkingen van de beschikbaarheid van de infrastructuur; 68
artikel 23 lid 1 van het Besluit spoorverkeer
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 45
op last van het openbaar gezag; in geval van nood; bij dreigend gevaar; om de dreigende overschrijding te voorkomen van voorschriften die volgens wettelijke regeling voor ProRail gelden; • ter beëindiging van situaties waarin het gebruik de voorschriften overschrijdt die volgens wettelijke regeling voor ProRail gelden; • bij dreigende uitoefening van bestuursdwang en ter voorkoming van de gevolgen daarvan. De bijsturingsmaatregelen zijn erop gericht om de veiligheid te waarborgen en de planmatige afwikkeling van het verkeer op een beheerste manier en met zo weinig mogelijk bijkomende ontregeling te herstellen. • • • •
4.8.2 Bijsturingsmaatregelen Bij een verstoring wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds situaties met verminderde beschikbaarheid van de infrastructuur en anderzijds situaties waarin één of meer treinen buiten de voor die trein(en) overeengekomen capaciteit komen zonder dat er sprake is van verminderde beschikbaarheid van de infrastructuur. 1. Infra is versperd Door een versperring op de vrije baan of in een knooppunt is het mogelijk dat een spoorwegonderneming niet de infracapaciteit ter beschikking krijgt waarop zij volgens het verdelingsplan recht heeft. In zulke gevallen wordt de resterende (beschikbare) infracapaciteit zo veel mogelijk naar evenredigheid van het laatst actuele verdelingsplan herverdeeld onder de betrokken spoorwegondernemingen. Bij het opstellen van een nieuw plan past ProRail de versperringsmaatregelen toe die vooraf met betrokken vervoerders zijn overeengekomen. Wanneer ProRail door omstandigheden genoodzaakt is om van deze maatregelen af te wijken, geschiedt dit na overleg met betrokken spoorwegondernemingen. Als daartoe aanleiding is mag een vervoerder een aanpassing vragen op deze vooraf overeengekomen maatregel. ProRail honoreert deze aanpassing zolang deze aanpassing niet leidt tot verdringing van andere vervoerders. In het RBI (regionaal beleidsteam incidentmanagement) of in het LBI (landelijk beleidsteam incidentmanagement) kunnen afwijkende afspraken gemaakt worden ten behoeve van een specifiek incident. 2. Trein wijkt af van het verdelingsplan Een trein wijkt af van het verdelingsplan als de vertraging zodanig is dat de trein hierdoor beslag legt op andere infracapaciteit dan het verdelingsplan voorschrijft. Wanneer een trein de met spoorwegondernemingen overeengekomen vertragingsmarges overschrijdt, dan wordt de betrokken trein herpland op specificatie van de betrokken spoorwegonderneming. Daarbij wordt een pad vastgesteld, dat conflictvrij ligt ten opzichte van treinen van andere spoorwegondernemingen. Dit beginsel is uitgewerkt in afhandelingsafspraken die met de spoorwegondernemingen worden overeengekomen en vastgelegd. Indien sprake is van twee treinen die afwijken van het verdelingsplan dan worden deze herpland op specificatie van de betrokken spoorwegondernemingen. Concurreren deze treinen hier onderling om dezelfde ìnfracapaciteit, dan wordt de volgorde van de te verdelen infrapaden bepaald op grond van het beginsel ‘first come first served’. Wanneer ProRail door omstandigheden genoodzaakt is om van dit beginsel af te wijken, geschiedt dit na overleg met betrokken spoorwegondernemingen. Ditzelfde geldt wanneer één of meer spoorwegondernemingen een dergelijk verzoek tot aanpassingen doen. 4.8.3 Voorziene bijsturingssituaties ProRail streeft ernaar om de bijsturingsmaatregelen zoveel mogelijk tevoren vast te leggen in afhandelingsafspraken met de spoorwegondernemingen. Overeen te komen regeling ► ProRail heeft de regeling met betrekking tot de afhandelingafspraken omschreven in onderdeel 2.1.3 van bijlage 6 ‘Operationele Voorwaarden’, en wil deze opnemen in de toegangsovereenkomst. ◄
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 46
4.8.4 Onvoorziene bijsturingssituaties Indien de ontregeling en de bijsturing daarvan uitsluitend één spoorwegonderneming betreft en niet raakt aan capaciteiten die aan andere spoorwegondernemingen zijn verdeeld, worden de bijsturingsmaatregelen zoveel mogelijk na overleg met de betrokken spoorwegonderneming vastgesteld. Uiteindelijk besluit ProRail welke afhandeling uitgevoerd wordt. Overeen te komen regeling ► ProRail heeft de regeling met betrekking tot de bijsturing voor onvoorziene bijsturingssituaties, met inbegrip van situaties waarin de afhandelingsafspraken niet toepasbaar zijn, omschreven in onderdeel 2.1.3 van bijlage 6 ‘Operationele Voorwaarden’ en wil deze opnemen in de toegangsovereenkomst. ◄ 4.8.5 Samenwerking spoorwegondernemingen en ProRail Een aantal spoorwegondernemingen en ProRail hebben in onderling overleg het initiatief genomen tot een herziening van het operationele verband waarin ProRail en spoorwegondernemingen samenwerken bij de afhandeling van storingen, calamiteiten en andere bijzondere situaties in de logistieke en infraprocessen (inclusief energie- en ICT-systemen), alsmede het anticiperen hierop. Bij die afhandeling behouden ProRail en spoorwegondernemingen elk hun eigen wettelijke taken en verantwoordelijkheden overeenkomstig de Spoorwegwet. Het operationeel samenwerkingsverband en de hiervoor in te richten facilitaire voorziening (werktitel: Operationeel Controle Centrum Rail, OCCR) staat open voor alle op het door ProRail beheerde spoorwegnet opererende spoorwegondernemingen. 4.8.6 Waarborging detectie ProRail wijst sporen en rijwegen aan die bij de normale dienstuitvoering niet regelmatig worden bereden maar die voor de bijsturing van de verkeersafwikkeling van belang zijn. Ten behoeve van de betrouwbare werking van de detectiesystemen op die sporen en rijwegen mag de periode tussen twee opeenvolgende ritten over die sporen en rijwegen bepaalde grenswaarden niet overschrijden. In verband daarmee kan ProRail treinen aanwijzen die via een alternatieve rijweg worden geleid teneinde die grenswaarde niet te overschrijden (“roestrijden”). Overeen te komen regeling ► ProRail heeft de regelingen met betrekking tot het roestrijden omschreven in onderdeel 2.4 van bijlage 6 ‘Operationele Voorwaarden’ en wil deze opnemen in de toegangsovereenkomst. ◄
4.9
Operationele samenwerking
Capaciteitsaanvragen voor treindiensten die de grens van het beheergebied van ProRail overschrijden worden gecoördineerd afgehandeld volgens de afspraken met Keyrail en de beheerders van aangrenzende spoorwegnetten, die ProRail in het samenwerkingsverband RailNetEurope heeft gemaakt. Daarnaast coördineert ProRail met Keyrail en de beheerders van aangrenzende spoorwegnetten de planning van buitendienststellingen. Deze afspraken betreffen zowel jaardienstals ad-hocaanvragen.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 47
(lege bladzijde)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 48
5
Diensten
5.1
Inleiding
ProRail biedt een breed pakket van diensten aan. Dit hoofdstuk richt zich op de door ProRail ten behoeve van het dienstregelingjaar 2011 aangeboden diensten voor gebruik en ontwikkeling van de 69 spoorweginfrastructuur en bijkomende voorzieningen door spoorwegondernemingen en andere gerechtigden. Tevens biedt ProRail diensten met betrekking tot reisinformatie en andere informatiediensten aan. De tabel in bijlage 24 geeft de aansluiting aan tussen de diensten die ProRail aanbiedt en de diensten zoals die door andere in RailNetEurope samenwerkende beheerders van spoorweginfrastructuur en bijkomende voorzieningen worden aangeboden. 5.1.1 Dienstenaanbod De door ProRail aangeboden diensten zijn ingedeeld in functioneel samenhangende dienstengroepen, zoals getoond in onderstaande tabel. Dienstengroep
Beschrijving
Te contracteren diensten
Paragraaf
Netwerk en Treinpad
Diensten ten behoeve van het gebruik van de spoorweginfrastructuur voor het rijdend treinverkeer
Transfer
Diensten ten behoeve van toegang tot en gebruik van transfervoorzieningen op stations Diensten ten behoeve van voor reizigers bestemde informatie omtrent het treinverkeer Diensten ten behoeve van het gebruik van de spoorweginfrastructuur voor opstellen en rangeren van reizigers- en goederentreinen, alsmede het gebruik van de op emplacementen aanwezige bijkomende voorzieningen
Treinpad Bovenleiding Buitengewoon Vervoer Transfervoorzieningen incl. stationsoutillage
5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.3.1
Reis- en verkeersinformatie
5.4.1
Opstel- en rangeersporen
5.5.1
Laad- en losplaatsen Tankfaciliteiten Depotvoedingen Treinvoorverwarming Vulhydranten Servicekasten Rembeproevingskasten In- en uitstapvoorzieningen Servicepaden en -wegen Fecaliënafvoer Plannen dienstregeling Uitvoeren dienstregeling Performance analyse
5.5.2 5.5.3 5.5.4 5.5.5 5.5.6 5.5.7 5.5.8 5.5.9 5.5.10 5.5.11 5.6.1 5.6.2 5.6.3
Reisinformatie
Emplacementen
Informatie
Ondersteunende/aanvullende informatiediensten aan spoorwegondernemingen
In de beschrijving van de diensten, zie de paragrafen 5.2 tot en met 5.6, wordt, voor zover van toepassing, het tarief opgenomen en vermeld in welke categorie volgens bijlage II bij richtlijn 2001/14/EG de dienst is ingedeeld. Deze indeling vormt de grondslag voor de tariefsbepaling. In paragraaf 6.2 worden de principes van de gebruiksvergoeding toegelicht, in paragraaf 6.3 zijn specifieke bepalingen met betrekking tot de tarieven vermeld. Alle diensten in dit hoofdstuk worden door ProRail aangeboden en beheerd, tenzij nadrukkelijk anders vermeld.
69
voorzieningen van infrastructurele aard, die niet vallen binnen de reikwijdte van de definitie van spoorweginfrastructuur volgens de Spoorwegwet, artikel 1, onderdeel c; in de Spoorwegwet, artikel 67, aangeduid als ‘bijkomende voorzieningen’
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 49
Op alle diensten in dit hoofdstuk zijn de Algemene Voorwaarden (zie bijlage 5) van toepassing. Indien er specifieke voorwaarden aan een dienst verbonden zijn, wordt dit per dienst vermeld door middel van leverings- en/of gebruiksvoorwaarden. Onder leveringsvoorwaarden worden de voorwaarden verstaan die ProRail verbindt aan afname van de betreffende dienst. Onder gebruiksvoorwaarden wordt aangegeven waarover de spoorwegonderneming moet beschikken om gebruik te kunnen maken van de dienst respectievelijk welke voorwaarden de spoorwegonderneming bij het gebruikmaken van de dienst in acht moet nemen. Voor Informatiediensten (ondersteunende diensten, zoals bedoeld onder categorie 4 in bijlage II bij richtlijn 2001/14/EG) geldt, dat ProRail zich het recht voorbehoudt om nieuwe of extra autorisaties voor een dienst te beperken of de toegang (tijdelijk) te weigeren indien deze aanvraag of uitbreiding niet leverbaar is binnen de huidige capaciteit van de dienst. Overeen te komen regeling ► In de toegangsovereenkomst wordt vastgelegd welke diensten worden afgenomen door de spoorwegonderneming. ◄ 5.1.2 Proces van functiewijzigingen De spoorweginfrastructuur en bijkomende voorzieningen (dienstengroepen ‘Netwerk en Treinpad’, ‘Emplacementen’ en ‘Transfer’) zijn voortdurend in ontwikkeling, om in de behoeften van spoorwegondernemingen en andere gerechtigden te voorzien. Deze ontwikkeling leidt tot functiewijzigingen van de spoorweginfrastructuur en bijkomende voorzieningen. De volgende categorieën van functiewijzigingen kunnen plaatsvinden: • vergroting; uitbreiding van de spoorweginfrastructuur en bijkomende voorzieningen, • wijziging; aanpassing aan de spoorweginfrastructuur en bijkomende voorzieningen, • verkleining; sanering van de spoorweginfrastructuur en bijkomende voorzieningen. Functiewijzigingen kunnen op verschillende manieren geïnitieerd worden. • Zo kan uit het capaciteitsverdelingsproces een overbelastverklaring volgen (zie paragraaf 4.4.3). Een dergelijk capaciteitsknelpunt kan van infrastructurele aard zijn, of voortvloeien uit de vigerende milieuvergunning voor bijvoorbeeld geluid of externe veiligheid. In dat geval zal ProRail via een capaciteitsanalyse en een capaciteitsvergrotingsplan bepalen welke maatregelen genomen zullen worden om de capaciteit te vergroten, inclusief een tijdschema voor de uitvoering ervan. Mogelijke maatregelen zijn procesaanpassing, infrastructurele maatregelen of het wijzigen van een milieuvergunning. Het capaciteitsvergrotingsplan wordt opgesteld na overleg met de gebruikers van de betrokken overbelaste infrastructuur. Het capaciteitsvergrotingsplan bevat een kosten-batenanalyse van de gevonden mogelijke oplossingen om het capaciteitsknelpunt op te heffen. De kosten-batenanalyse maakt de gevolgen van de kosten en baten voor elk van de betrokken partijen inzichtelijk. ProRail gebruikt een multicriteria analyse (MCA) om de meest kosteneffectieve maatregelen te bepalen en te prioriteren. • Het is ook mogelijk dat infrastructuur naar verwachting in de nabije toekomst met onvoldoende capaciteit te kampen zal hebben. In dat geval zal een overbelastverklaring volgen, waarna volgens het hierboven beschreven proces van capaciteitsanalyse en capaciteitsvergrotingsplan bepaald wordt welke maatregelen genomen zullen worden. • Vanuit de activiteiten en bedrijfsprocessen van klanten van ProRail (zoals het laten rijden van treinen, opstellen, reinigen, inspectie, laden en lossen) kan behoefte ontstaan het bestaande aanbod van spoorweginfrastructuur of voorzieningen te vergroten of te wijzigen. Deze behoefte kan als klantvraag via accountmanagement kenbaar gemaakt worden, waarna ProRail na overleg met de klant een passende oplossing kan aanbieden. Indien de oplossing niet binnen het bestaande aanbod aanwezig is, kan maatwerk geboden worden, wederom na overleg met de klant. • Veranderende wet- en regelgeving, saneringsverzoeken en productbeleid kunnen leiden tot ontwikkeling van spoorweginfrastructuur en bijkomende voorzieningen. Indien van toepassing, worden reeds geplande ontwikkelingen voor de nabije toekomst voor iedere dienstengroep apart beschreven in de desbetreffende paragraaf van dit hoofdstuk.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 50
Externe ontwikkelingen De gebruiksmogelijkheden van de spoorweginfrastructuur worden mede bepaald door voorwaarden die buiten de verantwoordelijkheid van ProRail tot stand komen. ProRail heeft bij de uitgave van deze Netverklaring rekening gehouden met de voorwaarden die op dat moment bekend waren. Het is niet uitgesloten dat zich binnen de periode van geldigheid van deze Netverklaring 2011 nieuwe externe ontwikkelingen voordoen, die de gebruiksmogelijkheden van de infrastructuur beïnvloeden. Voorbeelden van externe ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de gebruiksmogelijkheden: • introductie van een publiekrechtelijke regeling voor de begrenzing van de geluidsemissie door spoorverkeer op bestaande infrastructuur, waarbij de capaciteitsverdeling zonodig wordt gehanteerd om de emissie te beheersen; • introductie van een publiekrechtelijke regeling voor de routering van het vervoer van gevaarlijke stoffen, op basis waarvan het vervoer van bepaalde klassen gevaarlijke stoffen over bepaalde baanvakken beperkt of uitgesloten kan worden; • wijziging van het Lozingenbesluit bodembescherming, waarbij voorwaarden worden gesteld aan het lozen van verontreinigd water zonder opvang- en afvoervoorzieningen; dit kan van invloed zijn op processen voor inwendige en uitwendige reiniging van spoorvoertuigen waarbij verontreinigd water in de bodem kan dringen. ProRail zal met de betrokken spoorwegondernemingen overleggen op welke wijze op deze ontwikkelingen geanticipeerd kan worden. 5.1.3 Planningsoverzicht van functiewijzigingen ProRail voert projecten uit om de spoorweginfrastructuur uit te breiden of te verbeteren. In bijlage 11 zijn de volgende onderdelen opgenomen: a) Een overzicht met uitbreidingen of verbeteringen die naar verwachting, conform eerdere besluitvorming, in 2011 beschikbaar zullen komen voor gebruik. Het overzicht geeft mutaties weer van zowel de omvang als de functionaliteit van het net. Het overzicht wordt gegeven onder voorbehoud van wijzigingen die het gevolg zijn van herprioritering door ontwikkelingen die buiten de invloed van ProRail liggen. b) Een indicatief overzicht met nieuwe of verbeterde hoofdspoorweginfrastructuur die beschikbaar komt na afloop van de periode waarin de Netverklaring 2011 van toepassing is (onder voorbehoud van overheidsgoedkeuring). c) Daarnaast is een overzicht gegeven van studies van ProRail naar veranderingen in de infrastructuur die nodig zijn voor het opvangen van de verkeersontwikkeling op middellange termijn (2011-2015). Het projectenoverzicht wordt regelmatig geactualiseerd. De meest recente versie is steeds te vinden op de website van ProRail (www.prorail.nl > vervoerders > infrastructuur). 5.1.4 Nieuwe informatiediensten Naast de bestaande informatiediensten, heeft ProRail een aantal nieuwe informatiediensten in ontwikkeling (deze zijn nog niet leverbaar): • Inzicht in actuele treinbewegingen van internationaal/grensoverschrijdend treinverkeer binnen Europa, waarmee verwachte aankomsttijden aangegeven kunnen worden (Europtirails) Deze dienst geeft realtime inzicht in treinbewegingen van internationaal/grensoverschrijdend treinverkeer binnen Europa: Benelux, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Frankrijk, Italië en Slovenië (en vanaf 2010 Tsjechië, Slowakije en Hongarije). Ook wordt inzicht verkregen in de verwachte aankomsttijden van treinen. Daarnaast zijn management rapportages (en het meten van normen) van treinbewegingen in Europa mogelijk. Vooruitlopend op de algemene beschikbaarstelling van deze dienst stelt RNE testaccounts beschikbaar. • Dynamisch overzicht van de verkeerssituatie rond een trein ten behoeve van optimaal rijgedrag (Routelint) Routelint is een dienst waarbij aan de machinist van een trein schematische informatie beschikbaar wordt gesteld over de verkeerssituatie rondom zijn trein ten behoeve van optimalisatie van zijn rijgedrag. Deze informatie faciliteert daarmee brandstofbesparing en punctualiteitsverhoging. • Het leveren van realtime aslasten en locatie-informatie van treinen (Quo Vadis) Op 40 locaties in het Nederlandse spoorwegnet worden van gegevens van passerende treinen
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 51
gemeten. Spoorwegondernemingen kunnen deze gegevens gebruiken ten behoeve van bijvoorbeeld materieelvolgsystemen.
5.2
Dienstengroep ‘Netwerk en Treinpad’
Deze dienstengroep betreft alle diensten om capaciteit ten behoeve van treinverkeer op het hoofdspoorweginfrastructuur en overige spoorweginfrastructuur in beheer bij ProRail te reserveren en te benutten. De volgende diensten worden aangeboden: • Treinpad • Bovenleiding • Buitengewoon vervoer 5.2.1
Treinpad
Dienst Omschrijving
Waar wordt de dienst geleverd
70
Gebruik van treinpaden Het gebruik van treinpaden volgens het verkregen recht op treinpaden uit het capaciteitsverdelingsproces, plus de onderdelen van het minimumtoegangspakket zoals genoemd in bijlage II bij richtlijn 2001/14/EG: 70 a. de behandeling van aanvragen voor infrastructuurcapaciteit ; ten behoeve daarvan worden de diensten met betrekking tot de applicaties DONNA, EMMA, RADAR, ISVL en Pathfinder beschikbaar gesteld, zoals omschreven in § 5.6.1.2 t/m 5.6.1.6. b. de reservering van capaciteit volgens de overeengekomen capaciteitsverdeling; c. het gebruik van sporen op baanvakken en stations voor trein- en rangeerbewegingen en voor stilstaand gebruik voor zover dat nodig is in verband met de verkeersafwikkeling (voorbijrijding, rijrichtingwisseling, enzovoort) volgens de overeengekomen capaciteitsverdeling of de bijsturing daarvan; daarnaast ook het stilstaand gebruik van perronsporen voor zover nodig voor het in- of uitstappen van reizigers en/of het laden of lossen van te vervoeren goederen alsmede het stilstaand gebruik van sporen gedurende ten hoogste 3 uren voorafgaand en/of volgend op een trein- of rangeerbeweging; d. de verkeersleiding voor zowel centraal als niet-centraal bediende gebieden, met inbegrip van het gebruik van de telecommunicatiediensten Spoorwegveiligheid, zoals omschreven als ‘primaire toepassing’ in § 5.6.2.4); e. de levering van informatie die nodig is om de treindienst waarvoor capaciteit is aangevraagd uit te voeren, via o.a. de dienst met betrekking tot Infra-Atlas, type 1/2 (zie § 5.6.1.1), de dienst met betrekking tot Spoor- en wegwijzers (zie § 5.6.2.2) en de dienst ‘Tijdelijke snelheidsbeperkingen’ (zie § 5.6.2.5); f. de levering van informatie over de lopende treindienstafwikkeling aan de spoorwegonderneming via de dienst ‘Reis- en verkeersinformatie’, type 1a/b (zie § 5.4.1), de dienst met betrekking tot de applicatie ISVL (zie § 5.6.1.5), de dienst met betrekking tot realisatie/feiten (zie § 5.6.3.1) en de dienst met betrekking tot monitoring (zie § 5.6.3.2); g. de diensten van de calamiteitenorganisatie van ProRail voor de alarmering, de bereddering en het baanvrij maken na opgetreden ongevallen en onregelmatigheden, alsmede de hersporing van spoorvoertuigen en het overbrengen van beschadigde spoorvoertuigen naar een veilige plaats waar zij geen hinder voor het verkeer veroorzaken. Hieronder valt ook de integrale coördinatie van de activiteiten van spoorwegondernemingen daarbij, alsmede de afstemming met het bevoegd gezag en met de overheidshulpdiensten (inzetkosten zijn voor rekening veroorzaker). De kosten van instandhouding van de calamiteitenorganisatie zijn inbegrepen in het tarief per treinkilometer. De inzetkosten worden aan veroorzaker in rekening gebracht. Deze dienst wordt aangeboden op hoofdspoorwegen.
Treinen die vallen onder de regeling van vrijstelling van gebruiksvergoeding (i.v.m. opdrachten van ProRail) kunnen alleen worden aangevraagd op basis van een door de aanvrager in VPT/Donna ingevoerde dienstregeling dan wel op aanvraag via ISVL.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 52
Aanvraag 71 EU-categorie Tarief
Levertijd Leveringsvoorwaarden
via capaciteitsverdelingsproces categorie 1 (minimumtoegangspakket) € 0,5587 per treinkilometer € 0,001960 per tonkilometer 72 € xx,xx per treinkilometer (HSL-heffing) inzetkosten calamiteitenorganisatie: werkelijke inzetkosten, per geval volgens besteltermijnen van het capaciteitsverdelingsproces Voor het gebruik van de in de rubriek ‘omschrijving’ aangegeven (onderdelen van) informatiediensten die inbegrepen zijn in de dienst ‘Treinpad’ behoudt ProRail zich het recht voor, het aantal licenties/autorisaties per gerechtigde te beperken, in relatie met de (begrote) verkeersomvang van de gerechtigde, volgens onderstaande tabel; voor meerdere aansluitingen/licenties kan dan een afzonderlijke vergoeding worden overeengekomen: begrote verkeersomvang per jaar
Gebruiksvoorwaarden
Kwaliteit
< 5 miljoen treinkilometer 1 licentie tussen 5 en 20 miljoen treinkilometer 2 licenties tussen 20 en 40 miljoen treinkilometer 3 licenties tussen 40 en 80 miljoen treinkilometer 4 licenties > 80 miljoen treinkilometer 5 licenties Aan gerechtigden die niet als spoorwegonderneming gekwalificeerd zijn, biedt ProRail uitsluitend de onderdelen a en b van het onder ‘omschrijving’ aangegeven deel van deze dienst. De Operationele Voorwaarden (zie bijlage 6) zijn van toepassing. De dienst is beperkt tot gebruik met normaal verkeer, niet zijnde buitengewoon vervoer (zie onderdeel 1.2 van bijlage 6). Ter bevordering van doelmatig gebruik van de capaciteit van de hoofdspoorwegen kan toepassing van de prestatieregeling Stille Treinkilometers (zie bijlage 26) worden overeengekomen. Voor kwaliteit worden KPI’s gebruikt met de volgende grenswaarden: KPI KPI Geleverde treinpaden door ProRail voor alle reizigersvervoerders KPI Geleverde alternatieven aan alle reizigersvervoerders
5.2.2
Typen Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag EU-categorie Tarief
72
2010
2011
2012
97%
97%
97%
40%
40%
40%
Bovenleiding
Dienst Omschrijving
71
aantal aansluitingslicenties
Gebruik van de bovenleiding Gebruik van de bovenleiding en alle andere door ProRail beheerde onderdelen van de tractie-energievoorziening. (voor de levering van elektrische energie, zie paragraaf 5.7) De tractie-energievoorzieningssystemen zijn vermeld in bijlage 18. Op geëlektrificeerde sporen, zie bijlage 18. via Accountmanagement categorie 2 (toegang via het spoor tot voorzieningen) € 0,030048 per kWh In het tarief zijn mede begrepen de transportkosten die netbeheerders aan ProRail in rekening brengen.
conform bijlage II bij richtlijn 2001/14/EG voorlopig tarief wordt bepaald na vaststelling van de capaciteitsverdeling van de jaardienstregeling 2011
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 53
Leveringsvoorwaarden
Gebruiksvoorwaarden Kwaliteit
5.2.3
Buitengewoon Vervoer
Dienst Omschrijving Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag EU-categorie Tarief Levertijd Leveringsvoorwaarden Gebruiksvoorwaarden
5.3
De dienst wordt geleverd aanvullend op de dienst ‘Treinpad’. In het kader van de Elektriciteitswet 1998 is ProRail voor het beheer van het tractieenergie-voorzieningsnet aangemerkt als “beheerder van een particulier net”. In die hoedanigheid verlangt ProRail van partijen die stroom afnemen van het tractieenergievoorzieningsnet periodieke opgaven van het gerealiseerde en het verwachte elektriciteitsgebruik. ProRail meldt aan Vivens dat de spoorwegonderneming van deze dienst gebruik maakt (tenzij spoorwegonderneming een andere energieleverancier aangeeft) Maximale stroomafname per baanvak zoals vermeld in bijlage 18. Conform KPI treinpad. IJzelbestrijding is beperkt tot toepassing van beschikbare kortsluitschakelingen
Faciliteren van buitengewoon vervoer Standaardregelingen en maatwerkregelingen voor buitengewoon vervoer, zie paragraaf 2.5 en 4.7. Deze dienst wordt aangeboden op hoofdspoorwegen. via One Stop Shop (paragraaf 1.9.1) categorie 3 (aanvullende dienst) voor standaardregelingen: inbegrepen in de vergoeding voor de dienst ‘Treinpad’; voor maatwerkregelingen: werkelijke kosten, per geval overeen te komen zie onderdeel 1.2 van bijlage 6 ‘Operationele Voorwaarden’ zie onderdeel 1.2 van bijlage 6 ‘Operationele Voorwaarden’ zie onderdeel 1.2 van bijlage 6 ‘Operationele Voorwaarden’
Dienstengroep ‘Transfer’
Deze dienstengroep betreft de diensten die aangeboden worden om transfer van reizigers mogelijk te maken. In nauwere zin betreft deze dienstengroep de toegang tot en het gebruik van voorzieningen op stations. 5.3.1
Transfervoorzieningen (inclusief stationsoutillage)
Dienst Omschrijving
Typen
Waar wordt de dienst geleverd EU-categorie
Toegang tot en gebruik van transfervoorzieningen, inclusief stationsoutillage Toegang tot en gebruik van voorzieningen op stations ten behoeve van transfer van reizigers. De transfervoorzieningen omvatten, voor zover aanwezig: • perrons • tunnels • trappen • liften • hellingbanen • loopbruggen • perronoutillage • fietsenstallingen. Zie verder paragraaf 3.6 voor een beschrijving van de (normen en richtlijnen voor) voorzieningen op stations. Ten behoeve van de gebruiksvergoeding worden 5 stationsklassen onderscheiden: • Halte • Basis • Plus • Mega • Kathedraal. Zie paragraaf 6.3.2 voor een definitie van deze stationsklassen. Op de stations zoals vermeld in bijlage 25 (met stationsklasse-indeling). categorie 2 (toegang per spoor tot voorzieningen)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 54
Tarief
per haltering, met onderscheid naar treinhalteringscode en stationsklasse; indeling in treinhalteringscode volgens § 6.3.2.1 en stationsklasse volgens bijlage 25: stationsklasse
treinhalteringscode A
B
C
Kathedraal € 3,66 € 4,88 € 6,10 Mega € 2,54 € 3,38 € 4,23 Plus € 1,94 € 2,59 € 3,24 Basis € 1,30 € 1,73 € 2,16 Halte € 0,58 € 0,78 € 0,97 Voor kwaliteit worden KPI’s gebruikt met de volgende grenswaarden, zie ook paragraaf 3.6:
Kwaliteit
KPI
2010
2011
2012
KPI Sociale veiligheid transfer overdag
89% ≥ 7
89% ≥ 7
89% ≥ 7
KPI Sociale veiligheid transfer ’s avonds
58% ≥ 7
58% ≥ 7
58% ≥ 7
KPI Reinheid transfer
55% ≥ 7
55% ≥ 7
55% ≥ 7
Toelichting: 87% ≥ 7 betekent dat 87% van de reizigers een rapportcijfer van 7 of hoger moet geven. In de navolgende tabel zijn de grenswaarden voor de KPI ‘Toegankelijkheid’ vermeld, waarbij het streven is dat in het jaar 2020 alle maatregelen zijn gerealiseerd.
5.4 5.4.1
2010
2011
2012
KPI Toegankelijkheid
72%
95%
> 95%
Dienstengroep ‘Reisinformatie’ Reis- en verkeersinformatie
Dienst
Omschrijving
Voorziening
Typen
KPI
Het informeren van spoorwegondernemingen, reizigers en het publiek over de actuele status van de beschikbaarheid van het spoorwegnet en over de uitvoering van de dienstregeling. ProRail kan diverse kanalen met informatie voeden over bijzonderheden op het spoorwegnet en over de actuele treindienst. Voorbeelden zijn NOS-Teletekst, informatieproviders zoals ANWB en de Verkeersinformatiedienst. Ook biedt ProRail de mogelijkheid voor een datastroom met deze informatie, waarmee de spoorwegonderneming haar eigen systemen kan voeden. ProRail kan reizigers op de stations informeren over bijzonderheden op het spoorwegnet en over de actuele treindienst. Dit geschiedt audiovisueel, in de stationshal en op de perrons via de in de stations aanwezige reisinformatiemiddelen. Op stations zijn, afhankelijk van de omvang, één of meer van de volgende reisinformatiemiddelen beschikbaar: omroepinstallatie presentatiemiddelen in stationshallen presentatiemiddelen op perrons. De medewerkers reisinformatie van ProRail zijn speciaal opgeleid en geëquipeerd om reisinformatie om te roepen op stations. Standaard wordt bij deze dienst geleverd: 1 a. Het voeden van NOS-Teletekst en informatieproviders zoals ANWB en Verkeersinformatiedienst ten behoeve van spoorwegondernemingen, reizigers en het publiek. 1 b. Het verstrekken van managementrapportages over voor de verkeersafwikkeling relevante gebeurtenissen op het spoorwegnet.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 55
Waar wordt de dienst geleverd
Aanvraag EU-categorie
Tarief
Levertijd
Leveringsvoorwaarden
Gebruiksvoorwaarden Kwaliteit
De volgende opties zijn mogelijk (met name gericht op reizigersvervoerders): 2. Het op verzoek van spoorwegonderneming verstrekken van reisinformatie aan reizigers op de stations door onder andere: • Het verstrekken van informatie over bestemmingen, treintypen, vertrektijden en perrons via de presentatiemiddelen in stationshallen en op de perrons. • Het omroepen van informatie over actuele vertrektijden en perrons in het geval van afwijkingen van de dienstregeling. ProRail levert dit onderdeel van deze dienst conform overeen te komen specificaties. 3. Een dienstverlening op maat, waarvoor een offerte aangevraagd kan worden. Voorbeelden: • Een interface naar eigen systemen met actuele informatie omtrent het spoorwegnet en/of de uitvoering van de dienstregeling. • De verzorging van informatieverstrekking over de dienstregeling via bepaalde kanalen, bijv. via Teletekst. • De uitbreiding van reisinformatiemiddelen op een station of de bediening hiervan. 1a. Via de media zoals genoemd bij type 1. 1b. Via e-mail. 2. Audioberichten worden geleverd op alle stations in Nederland, visuele berichten worden geleverd op de stations met meer dan 1000 in- en uitstappers per dag. 3. Op aanvraag. via Accountmanagement 1a/b categorie 1 (minimumtoegangspakket) 2. categorie 3 (aanvullende dienst) 3. categorie 4 (ondersteunende dienst) 1a/b onderdeel van treinkilometertarief van dienst ‘Treinpad’ 2. op aanvraag 3. op aanvraag, maatwerk 1a. per direct 1b. binnen 1 maand 2. binnen 1 maand op stations waar op dit moment geleverd wordt, in andere gevallen op aanvraag 3. op aanvraag 1a. Geen specifieke leveringsvoorwaarden. 1b. Specifiek voor deze dienst: De gegevens (of bewerkingen van deze gegevens) mogen alleen worden gebruikt voor het actueel informeren van klanten en medewerkers. De gegevens mogen inhoudelijk niet worden aangepast. De gegevens mogen niet worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor ProRail ze ter beschikking heeft gesteld; het competitief gebruik van deze gegevens is niet toegestaan. Er moet een bronvermelding “Bron: ProRail” worden vermeld. 2. Geen specifieke leveringsvoorwaarden. 3. Leveringsvoorwaarden conform offerte. geen 1a. N.v.t 1b. Dagelijks overzicht. 2. Voor kwaliteit wordt KPI gebruikt met de volgende grenswaarden: KPI
3.
2010
2011
2012
KPI Reisinformatie bij ontregelingen 56% ≥ 7 57% ≥ 7 58% ≥ 7 Toelichting: 56% > 7 betekent dat 56% van de reizigers een rapportcijfer van 7 of hoger moet geven. Conform offerte
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 56
5.5
Dienstengroep ‘Emplacementen’
Deze dienstengroep betreft het opstellen van reizigers- en goederentreinen op emplacementen en het gebruik van de bijbehorende voorzieningen. De diensten die worden aangeboden op emplacementen betreffen toegang tot en het gebruik van: • Opstel- en rangeersporen alsmede van: • Laad- en losplaatsen • Tankfaciliteiten • Depotvoedingen • Treinvoorverwarming • Vulhydranten • Servicekasten • Rembeproevingskasten • In- en uitstapvoorzieningen • Servicepaden en -wegen • Fecaliënafvoer Voorts zijn emplacementen uitgerust met voorzieningen om te voldoen aan de uit wet voortvloeiende eisen met betrekking tot verlichting, afsluiting en bereikbaarheid van sporen. 5.5.1
Opstel- en rangeersporen
Dienst Omschrijving
Typen Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag EU-categorie Tarief
Gebruik van opstel- en rangeersporen Deze dienst betreft het gebruik van sporen gedurende een aaneengesloten periode van 3 uur of meer, ten behoeve van het opstellen, rangeren, tanken, laden en lossen, inspecteren en verzorgen van materieel ten behoeve van reizigers- en goederentreinen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen sporen die wel, respectievelijk die niet zijn opgenomen in de beveiliging van centraal bediende gebieden. op emplacementen en perronsporen via het capaciteitsverdelingsproces categorie 2 (toegang per spoor tot voorzieningen) Het basistarief bedraagt per meter opstelspoor per jaar: • € 50,42 voor in de beveiliging opgenomen opstelsporen in centralebediend gebied • € 37,94 voor niet in de beveiliging opgenomen opstelsporen. Het basistarief wordt gebruiksduur-afhankelijk vermenigvuldigd met een factor: Staffel Tijdsduur
Tarief
1*
basistarief
2* 3
4 5 *
voor alle dagen van het dienstregelingjaar voor alle weken van het dienstregelingjaar een vaste dagsoort voor alle dagen van een wijzigingsbladperiode
basistarief * 150% * het aantal dagsoorten / 7 basistarief * 150% * het aantal dagen van de wijzigingsbladperiode / 365 voor alle weken van een wijzigingshet tarief van staffel 3 * 150% * bladperiode een vaste dagsoort het aantal dagsoorten / 7 voor een afzonderlijke dag basistarief * 250% / 365 Voor een deel van het dienstregelingjaar, voor een periode tot het einde van het dienstregelingjaar, geldt het tarief naar rato van het aantal dagen in die periode.
Per spoorwegonderneming en per opstelspoor wordt het gebruiksrecht slechts voor één der onderscheiden tijdsduren verleend. Als door incidentele werkzaamheden aan of nabij de infrastructuur c.q. calamiteiten gebruik moet worden gemaakt van opstelsporen waarvoor geen gebruiksrecht is
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 57
verworven dan wel opstelsporen waar wel een gebruiksrecht voor is verworven niet gebruikt kunnen worden, vindt geen verrekening plaats. Als bij concurrerende aanvragen tussen opstelcapaciteit en het onderhoudsrooster tijdens de coördinatie van de jaardienst vervangende capaciteit wordt overeengekomen dan wordt het tarief van het gebruiksrecht gebaseerd op de oorspronkelijke aanvraag.
Leveringsvoorwaarden Gebruiksvoorwaarden
De gebruiksvergoeding voor de dienst omvat mede de gebruiksvergoeding voor de navolgende diensten met betrekking tot het gebruik van voorzieningen die bij uitgave van de Netverklaring beschikbaar zijn bij de sporen: • ‘Depotvoedingen’ (incl. levering van energie, zie § 5.5.4) en ‘Treinvoorverwarming’ (zie § 5.5.5). • ‘Vulhydranten’ (zie § 5.5.6) en ‘Servicekasten’ ten behoeve van inwendige materieelreiniging (incl. levering van water en energie, zie § 5.5.7). • ‘Rembeproevingskasten’ (zie § 5.5.8). • ‘Laad- en losplaatsen’ (zie § 5.5.2) en ‘Servicepaden en –wegen’ (zie § 5.5.10). • ‘In- en uitstapvoorzieningen’ (zie § 5.5.9). NB de gebruiksvergoeding voor de dienst ‘Fecaliënafvoer’ is NIET inbegrepen (zie § 5.5.11). De dienst wordt alleen geleverd in combinatie met de dienst ‘Treinpad’. De Operationele Voorwaarden (zie bijlage 6) zijn van toepassing. ProRail kan voorwaarden stellen aan het uitvoeren van werkzaamheden in/aan spoorvoertuigen op de opstel- en rangeersporen; zulke voorwaarden komen voort uit : • eisen met betrekking tot de veiligheid; • het voorkomen van hinder voor andere gebruikers; • het beschermen van assets van ProRail; • de vigerende wettelijke bepalingen (waar onder milieuvergunning). Het gebruik van opstel- en rangeersporen met bepaalde categorieën voertuigen en/of ladingen kan onderworpen zijn aan beperkingen vanwege de milieuwetgeving. De op basis van de capaciteitsvraag verkregen milieuvergunning is het wettelijk kader waaraan de capaciteitsaanvragen worden getoetst. Alle vigerende milieuvergunningen voor emplacementen zijn te raadplegen via het milieuvergunningenbeheerssysteem. De gerechtigde vindt hierin alle bepalingen, waaraan hij zich dient te houden. Op de laad- en losplaatsen en op de wegen op emplacementen mogen alleen wegvoertuigen en mobiele gereedschappen worden ingezet die zonder beperkingen op openbare wegen toegelaten zijn. Inzet van overige voertuigen en mobiele gereedschappen aldaar dient overeengekomen te worden met ProRail.
5.5.2
Laad- en losplaatsen
Dienst Omschrijving
Typen Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag EU-categorie Tarief
Leveringsvoorwaarden
Gebruik van openbare laad- en losplaatsen Gebruik van openbare faciliteiten om goederen van vrachtauto naar trein over te slaan of omgekeerd; de faciliteit omvat tenminste een verhard en direct naast een spoor gelegen terrein met aansluiting aan de openbare weg. • Laad- en losplaatsen zonder beperkingen • Laad- en losplaatsen met milieu-, fysieke of capacitaire beperkingen De voor gebruik beschikbare laad- en losplaatsen zijn vermeld in bijlage 21. via accountmanagement categorie 2 (toegang per spoor tot voorzieningen) De vergoeding voor het gebruik van de bij bekendmaking van de Netverklaring beschikbare laad- en losplaatsen is inbegrepen in de gebruiksvergoeding voor de dienst ‘Opstel- en rangeersporen’. ProRail behoudt zich het recht voor om het gebruik van andere dan de bij bekendmaking van de Netverklaring beschikbare laad- en losplaatsen aan te bieden tegen afwijkende (tarief)voorwaarden.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 58
Gebruiksvoorwaarden
5.5.3
Tankfaciliteiten
Dienst Omschrijving Typen Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag EU-categorie Tarief
Leveringsvoorwaarden
Gebruiksvoorwaarden
5.5.4
Gebruik van tankfaciliteiten Gebruik van faciliteiten om treinen van brandstof te voorzien. (voor de levering van brandstof, zie paragraaf 5.7) • vaste tankinstallaties • tankplaten ten behoeve van mobiel tanken De voor gebruik beschikbare tankinstallaties zijn vermeld in bijlage 22; een
tankplaat voor mobiel tanken is beschikbaar op het emplacement Sloe. via Accountmanagement categorie 2 (toegang per spoor tot voorzieningen) De vergoeding voor het gebruik van de tankplaat Sloe is inbegrepen in de gebruiksvergoeding voor de dienst ‘Opstel- en rangeersporen’; voor het gebruik van de tankinstallaties zie VIVENS-informatie, § 5.7. Vaste tankinstallaties worden geëxploiteerd door Vivens (zie § 5.7). ProRail behoudt zich het recht voor om het gebruik van andere dan de bij bekendmaking van de Netverklaring tankfaciliteiten aan te bieden tegen afwijkende (tarief)voorwaarden. De exploitant van de tankinstallaties VIVENS kan aanvullend voorwaarden stellen omtrent het gebruik van de tankinstallaties.
Depotvoedingen
Dienst Omschrijving Voorziening Typen
Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag Tarief
Leveringsvoorwaarden
Gebruiksvoorwaarden
5.5.5
Gebruik van de openbare laad- en losplaats vindt plaats met inachtneming van de plaatselijk toepasselijke milieuvergunning. Op de laad- en losplaats mogen alleen wegvoertuigen en mobiele gereedschappen worden ingezet die zonder beperkingen op openbare wegen toegelaten zijn. Inzet van overige voertuigen en mobiele gereedschappen dient overeengekomen te worden met ProRail.
Gebruik van depotvoedingen Gebruik van energievoorziening voor niet-tractiegebonden elektrische treinsystemen inclusief de levering van energie. wandcontactdoos ProRail biedt verschillende typen aan: • 230 V, 1-fase AC, diverse stroomsterkten; • 400 V, 3-fasen AC, diverse stroomsterkten. Gehele net; Per emplacement is op aanvraag informatie beschikbaar, bij welke sporen de dienst wordt geleverd. via Accountmanagement De vergoeding voor het gebruik van de bij bekendmaking van de Netverklaring beschikbare depotvoedingen is inbegrepen in de gebruiksvergoeding voor de dienst ‘Opstel- en rangeersporen’. ProRail behoudt zich het recht voor om het gebruik van andere dan de bij bekendmaking van de Netverklaring beschikbare depotvoedingen aan te bieden tegen afwijkende (tarief)voorwaarden. Gebruik van depotvoeding is exclusief aansluitkabels voor materieel.
Treinvoorverwarming
Dienst Omschrijving
Voorziening Typen
Gebruik van treinvoorverwarming Gebruik van energievoorziening ten behoeve van climatisering van materieel en niet-tractiegebonden elektrische treinsystemen. (voor de levering van elektrische energie, zie paragraaf 5.7) contactdoos met 1500 V van de bovenleiding • vaste wandcontactdoos, 1500V • flexibele contactdoos, 1500V
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 59
Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag Tarief
Leveringsvoorwaarden
Gebruiksvoorwaarden
5.5.6
Vulhydranten
Dienst Omschrijving Voorziening Typen Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag Tarief
Leveringsvoorwaarden
Gebruiksvoorwaarden
5.5.7
Gebruik van vulhydranten Gebruik van wateraansluitingen voor het vullen van materieelreservoirs inclusief de levering van water. hydrant (watervulpunt) kraan met aansluiting voor een waterslang Gehele net. Per emplacement is op aanvraag informatie beschikbaar, bij welke sporen de dienst wordt geleverd. via Accountmanagement De vergoeding voor het gebruik van de bij bekendmaking van de Netverklaring beschikbare vulhydranten is inbegrepen in de gebruiksvergoeding voor de dienst ‘Opstel- en rangeersporen’. ProRail behoudt zich het recht voor om het gebruik van andere dan de bij bekendmaking van de Netverklaring beschikbare vulhydranten aan te bieden tegen afwijkende (tarief)voorwaarden. Gebruik van vulhydranten is exclusief waterslangen voor het vullen van reservoirs.
Servicekasten
Dienst Omschrijving Voorziening Typen Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag Tarief
Leveringsvoorwaarden
Gebruiksvoorwaarden
5.5.8
Gehele net. Per emplacement is op aanvraag informatie beschikbaar, bij welke sporen de dienst wordt geleverd. via Accountmanagement De vergoeding voor het gebruik van de bij bekendmaking van de Netverklaring beschikbare treinvoorverwarmingsaansluitingen is inbegrepen in de gebruiksvergoeding voor de dienst ‘Opstel- en rangeersporen’. ProRail behoudt zich het recht voor om het gebruik van andere dan de bij bekendmaking van de Netverklaring beschikbare depotvoedingen aan te bieden tegen afwijkende (tarief)voorwaarden. geen specifieke gebruiksvoorwaarden
Gebruik van servicekasten Gebruik van warm water, koud water, spoelbak en wandcontactdoos ten behoeve van het inwendig reinigen van materieel, inclusief de levering van energie en water. kranen voor warm en koud water, spoelbak en wandcontactdoos • servicekasten met warm water (via ingebouwde boiler) • servicekasten met koud water Gehele net. Per emplacement is op aanvraag informatie beschikbaar, bij welke sporen de dienst wordt geleverd. via Accountmanagement De vergoeding voor het gebruik van de bij bekendmaking van de Netverklaring beschikbare servicekasten is inbegrepen in de gebruiksvergoeding voor de dienst ‘Opstel- en rangeersporen’. ProRail behoudt zich het recht voor om het gebruik van andere dan de bij bekendmaking van de Netverklaring beschikbare servicekasten aan te bieden tegen afwijkende (tarief)voorwaarden. Afvalwater dient te voldoen aan vigerende milieuwetgeving.
Rembeproevingskasten
Dienst Omschrijving Voorziening Typen Waar wordt de dienst geleverd
Gebruik van rembeproevingskasten Gebruik van persluchtaansluitingen voor het testen van remsystemen van materieel. afnamepunt voor perslucht, en luchtslangen • op afstand bedienbaar • niet op afstand bedienbaar Gehele net. Per emplacement is op aanvraag informatie beschikbaar, bij welke sporen de dienst wordt geleverd.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 60
Aanvraag Tarief
Leveringsvoorwaarden
Gebruiksvoorwaarden
5.5.9
via Accountmanagement De vergoeding voor het gebruik van de bij bekendmaking van de Netverklaring beschikbare rembeproevingskasten is inbegrepen in de gebruiksvergoeding voor de dienst ‘Opstel- en rangeersporen’. ProRail behoudt zich het recht voor om het gebruik van andere dan de bij bekendmaking van de Netverklaring beschikbare rembeproevingskasten aan te bieden tegen afwijkende (tarief)voorwaarden. geen specifieke gebruiksvoorwaarden
In- en uitstapvoorzieningen
Dienst Omschrijving Typen Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag Tarief
Leveringsvoorwaarden
Gebruiksvoorwaarden
Gebruik van geleiding voor in- en uitstapvoorzieningen Gebruik van geleiding voor verrijdbare opstapbordessen. • geleiding via molgoot • geleiding via buis Gehele net; Per emplacement is op aanvraag informatie beschikbaar, bij welke sporen de dienst wordt geleverd. via Accountmanagement De vergoeding voor het gebruik van de bij bekendmaking van de Netverklaring beschikbare in- en uitstapvoorzieningen is inbegrepen in de gebruiksvergoeding voor de dienst ‘Opstel- en rangeersporen’. ProRail behoudt zich het recht voor om het gebruik van andere dan de bij bekendmaking van de Netverklaring beschikbare in- en uitstapvoorzieningen aan te bieden tegen afwijkende (tarief)voorwaarden. Deze dienst omvat alleen geleiding. ProRail kan voorwaarden stellen aan de vormgeving en maatvoering van verrijdbare opstapbordessen.
5.5.10 Servicepaden en -wegen Dienst Omschrijving
Typen
Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag Tarief
Leveringsvoorwaarden
Gebruiksvoorwaarden
Gebruik van verharde servicepaden en -wegen Gebruik van paden en wegen langs servicesporen ten behoeve van inwendige reiniging, vullen/legen reservoirs, inspectie en klein onderhoud van materieel. Verharding door middel van beton, asfalt of klinkers/stoeptegels. • stelcon, minimale breedte 1 meter • asfalt, minimale breedte 1.20 meter • klinkers of stoeptegels, minimale breedte 1 meter Gehele net. Per emplacement is op aanvraag informatie beschikbaar, bij welke sporen de dienst wordt geleverd. via Accountmanagement De vergoeding voor het gebruik van de bij bekendmaking van de Netverklaring beschikbare servicepaden en -wegen is inbegrepen in de gebruiksvergoeding voor de dienst ‘Opstel- en rangeersporen’. ProRail behoudt zich het recht voor om het gebruik van andere dan de bij bekendmaking van de Netverklaring beschikbare servicepaden en -wegen aan te bieden tegen afwijkende (tarief)voorwaarden. ProRail kan voorwaarden stellen aan voor het gebruik van servicepaden en wegen, bijvoorbeeld aslast en voertuigbreedte.
5.5.11 Fecaliënafvoer Dienst Omschrijving Voorziening Typen Waar wordt de dienst geleverd
Gebruik van fecaliënafvoer Gebruik van fecaliënafvoer voor het ledigen van gesloten toiletsystemen en het vullen met spoelwater. Afzuiginstallatie voor afvoer van fecaliën inclusief rioolaansluiting, en een wateraansluiting voor het vullen van het toiletsysteem. fecaliënafvoer voor huishoudelijk afvalwater op emplacementen Groningen en Leeuwarden
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 61
Aanvraag Tarief
Leveringsvoorwaarden
Gebruiksvoorwaarden
5.6
via Accountmanagement Het gebruikstarief voor fecaliënafvoer omvat mede (een deel van) de kosten van aanleg en is op aanvraag beschikbaar. N.B. het gebruik van deze dienst is niet inbegrepen in de gebruiksvergoeding voor de dienst ‘Opstel- en rangeersporen’. ProRail behoudt zich het recht voor om het gebruik van andere dan de bij bekendmaking van de Netverklaring beschikbare fecaliënafvoer aan te bieden tegen afwijkende (tarief)voorwaarden. Afvalwater dient te voldoen aan vigerende milieuwetgeving. Tevens dient de spoorwegonderneming te zorgen voor een passende aansluiting van materieel op de afzuiginstallatie en wateraansluiting.
Dienstengroep ‘Informatie’
De dienstengroep ‘Informatie’ kent verschillende diensten die ProRail aanbiedt aan spoorwegondernemingen. Diensten op gebied van ‘Plannen dienstregeling’: 1. Inzicht functionaliteit van (toekomstige) spoorweginfrastructuur (Infra-Atlas) 2. Planning en verdeling van infracapaciteit (Donna) 3. Aanvragen en verdelen infracapaciteit op emplacementen en conflictafhandeling jaardienstverdeling (Emma) 4. Verdeling buitendienststellingen (Radar) 5. Communicatiemiddel bij calamiteiten inclusief last-minute-verzoeken voor treinpaden (ISVL) 6. Aanvragen en afstemmen internationale dienstregelingen (Pathfinder) Diensten op gebied van ‘Uitvoeren dienstregeling’: 1. Inzicht in actuele treinbewegingen (VIEW, VKL-IS) 2. Grafische weergave baanvakken voor machinist (Spoor en wegwijzers) 3. Baanvakvideo’s voor opleiding machinisten en calamiteiten 4. Communicatie spoorwegveiligheid (GSMR Voice) 5. Tijdelijke snelheidsbeperkingen (TSB) Diensten op gebied van ‘Performance Analyse’: 1. Inzicht realisatie treindienst: feiten 2. Inzicht realisatie treindienst: oorzaken en impact verstoringen (Monitoring) 3. Inzicht realisatie treindienst: inzicht historische treinbewegingen (TNV Replay/TOON) In de volgende paragrafen is elk van deze diensten in meer detail omschreven 5.6.1 Plannen dienstregeling Ten behoeve van het plannen van de dienstregeling en de voorbereiding van de exploitatie van de treindienst biedt ProRail de volgende diensten aan. 5.6.1.1 Inzicht functionaliteit van (toekomstige) spoorweginfrastructuur (Infra-Atlas) Dienst Omschrijving
Schematische weergave van de infrastructuur van het spoor en de functionaliteiten hiervan (in Nederland) Deze dienst levert gegevens over de topologie en de railverkeerstechnische aankleding van het spoor. Onder topologie vallen objecten als wissels, stootjukken en spoortakken. Railverkeerstechnische aankleding bestaat onder andere uit seinen, spoorsecties, lassen en snelheidsborden. Het is ook mogelijk om de informatie visueel in te zien, door middel van kaarten op verschillend detailniveau (macro- of microniveau). Deze informatie biedt ProRail voor de actuele situatie, maar ook voor de toekomstige situatie, zodat in de lange termijnplanning geanticipeerd kan worden op wijzigingen in de infrastructuur. Voor een specifieke vraag kan ProRail ook gegevens op maat aanleveren.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 62
Voorziening
Typen
Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag EU-categorie Tarief
Levertijd Leveringsvoorwaarden
Gebruiksvoorwaarden
Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid
Een of meerdere databestanden (tekstbestanden). De visuele weergave van de informatie verloopt door middel van autorisatie via internet. 1. Het ontvangen van data o.b.v. wensen van de spoorwegonderneming binnen de standaardlevering (zoals beschreven in IRS IAUF (Interface Requirement Specification Infra Atlas Uitwisselings formaat), de accountmanager kan hier meer informatie over verstrekken). 2. Toegang tot een internet applicatie ten behoeve van visuele weergave (kaarten). 3. Daarnaast is maatwerk mogelijk, bijvoorbeeld een dwarsdoorsnede of een vraag die niet in de IRS IAUF beschreven staat. Deze dienst bevat al het spoor dat centraal bediend wordt door ProRail (in Nederland). Typen 1 en 2 bij de Servicedesk Infra-informatie (
[email protected] Type 3 via Accountmanagement. Typen 1 en 2: categorie 1 (minimumtoegangspakket) Type 3: categorie 4 (ondersteunende dienst). Typen 1 en 2: inbegrepen in tarief treinpad (conform leveringsvoorwaarden van de dienst ‘Treinpad’, zie § 5.2.1) Type 3: op aanvraag. op aanvraag, afhankelijk van specifieke wensen - Het vermenigvuldigen en/of openbaar maken aan, dan wel gebruik door of ten behoeve van derden of andere diensten of systemen is niet toegestaan. - De gegevens mogen niet inhoudelijk aangepast worden zodanig dat de aanpassingen strijdig zijn met de gegevens zoals deze zijn aangeleverd. - de gegevens mogen niet worden gebruikt voor een ander doel waarvoor ProRail ze beschikbaar stelt. Ten behoeve van de voorbereiding van de in te dienen aanvraag voor jaardienstcapaciteit wordt de dienst volgens type 1 en 2 ook beschikbaar gesteld in het kader van het capaciteitsverdelingsproces. Type 1: De afnemer dient zelf zorg te dragen voor het inlezen van het databestand in zijn systeem. Type 2: Ms Office en Internet Explorer. Type 3: nader overeen te komen. Type 2: website 24x7 beschikbaar, 97% uptime. De helpdesk is beschikbaar op werkdagen van 08.00 tot 17.00 uur. Service werkzaamheden vinden buiten kantooruren plaats.
5.6.1.2 Planning en verdeling van infracapaciteit (Donna) Dienst Omschrijving
Voorziening
73
Planning- en verdelingssysteem voor infracapaciteit Via deze dienst worden alle vormen van infragebruik (met uitzondering van stationair gebruik) gepland, aangevraagd en verdeeld voor zowel netwerk- als knooppuntniveau. De geplande capaciteit wordt automatisch getoetst op conflicten met overige (aangevraagde) capaciteit, verdelingnormen en plannormen (paragraaf 3.4.2.1). Donna wordt beschikbaar gesteld aan alle gerechtigden. In Donna kan de spoorwegonderneming zelf de planning maken en de capaciteit aanvragen, maar deze werkzaamheden kunnen ook uitbesteed worden aan een derde partij. Het verloop van de verdeling van capaciteitsaanvragen kan worden gevolgd en Donna geeft te allen tijde inzicht in de bezette of beschikbaar infracapaciteit tot afsluiting van de planning, 2 tot 4 etmalen vóór de verkeersdag. Daarnaast wordt een standaard interface aangeboden waarmee alle infragebruikers koppelingen tot stand kunnen brengen naar eigen systemen voor personeel, materieel inzet of management informatie. 73 Een autorisatie (Donna UserAccount en een Citrix account, per gebruiker) waarmee toegang tot de applicatie verleend wordt, en de binnen de autorisatie geldende functionaliteiten gebruikt kunnen worden.
Elke medewerker wordt voorzien in een RSA SecureID token zodat ingelogd kan worden op het ProRail Netwerk.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 63
Typen Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag EU-categorie Tarief
Levertijd Leveringsvoorwaarden
Gebruiksvoorwaarden Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid
n.v.t. n.v.t. via:
[email protected] categorie 1 (minimumtoegangspakket) Toegang tot en gebruik van het systeem Donna en gebruik van standaard interface is inbegrepen in gebruiksvergoeding voor de dienst ‘Treinpad’ (conform leveringsvoorwaarden van de dienst ‘Treinpad’, zie § 5.2.1). Voor de aanvraag van en toegang tot het planningssysteem is een maximale verwerkingtijd vastgesteld van 3 werkdagen. Eventuele hardware aanpassingen: voor rekening gebruiker. (bijv. installatie van software voor Citrix, Adobe Acrobat Reader, eigen systemen geschikt maken voor standaard interface en/of uitbreiden van schijfruimte). Minimale hardware eisen: opvraagbaar via de servicedesk. De dienst wordt ook beschikbaar gesteld in het kader van het capaciteitsverdelingsproces. De applicatie is toegankelijk vanaf elke PC met een browser. Beschikbaarheid applicatie: 7x24 uur (onder voorbehoud van nog te bepalen vaste momenten voor onderhoud). Beschikbaarheid ondersteunende diensten: tijdens werkdagen van 08:00 – 17:00 uur.
5.6.1.3 Aanvragen en verdelen infracapaciteit op emplacementen en conflictafhandeling Jaardienstverdeling (EMMA) Dienst
Omschrijving
Voorziening Typen Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag EU-categorie Tarief Levertijd Leveringsvoorwaarden Gebruiksvoorwaarden
Dienst voor het aanvragen en verdelen van infracapaciteit ten behoeve van het stationair gebruik op emplacementen en voor vastlegging van het proces van conflictafhandeling tijdens programmatie- en coördinatiefase van de Jaardienstverdeling. De dienst met betrekking tot EMMA wordt gebruikt voor de volgende 3 toepassingen: 1. Aanvragen van emplacementscapaciteit op CBG sporen en NCBG sporen. Het gaat hier om o.a. het gebruik van opstelsporen. Middels grafische weergaven wordt de spoorwegonderneming ondersteund in het aanvragen van de voor het productieproces benodigde emplacementscapaciteit. 2. Vastleggen van conflicterende jaardienstaanvragen op emplacementen, baanvakken, verkeer/milieu en beheer/verkeer. De dienst geeft inzicht in het totaal van vastgestelde concurrentie op basis van het totaal van de jaardienst aanvragen. 3. Vastlegging conflictafhandeling tijdens de programmatie en coördinatie: alle programmatievoorstellen worden vastgelegd in EMMA. Gedurende het hele proces van oplossing van conflicten kan de voortgang en de status hiervan gevolgd worden in EMMA. Tevens kunnen via EMMA eigen programmatievoorstellen voorgelegd worden aan betrokken partijen en de verdeler. Toegang tot de applicatie EMMA door middel van een te verstrekken gebruikersnaam en wachtwoord. n.v.t. n.v.t. via:
[email protected] categorie 1 (minimumtoegangspakket) Inbegrepen in vergoeding voor de dienst ‘Treinpad’ (conform leveringsvoorwaarden van de dienst ‘Treinpad’, zie § 5.2.1). Voor de aanvraag van en toegang tot de applicatie is een maximale verwerkingtijd vastgesteld van 3 werkdagen. De dienst wordt ook beschikbaar gesteld in het kader van het capaciteitsverdelingsproces. De applicatie is toegankelijk vanaf elke PC met een webbrowser.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 64
Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid
Beschikbaarheid applicatie: 7x24 (onder voorbehoud van nog te bepalen vaste momenten voor onderhoud. ) Beschikbaarheid ondersteunende diensten: tijdens werkdagen van 08:00 – 17:00 uur.
5.6.1.4 Verdeling buitendienststellingen (RADAR) Dienst Omschrijving
Voorziening
Typen Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag EU-categorie Tarief
Levertijd Leveringsvoorwaarden
Gebruiksvoorwaarden
Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid
Verdeling buitendienststellingen In deze dienst worden alle vormen van buitendienststellingen aangevraagd en verdeeld voor zowel netwerk- als knooppuntniveau. De geplande capaciteit wordt getoetst op conflicten met overige capaciteit, verdelingnormen. RADAR wordt beschikbaar gesteld aan alle Infragebruikers en de verdeler. In RADAR kan het verloop van de verdeling van de capaciteitsaanvragen van buitendienststellingen worden gevolgd en heeft de spoorwegonderneming te allen tijde inzicht in de verdeelde capaciteit ten behoeve van beheer. Daarnaast wordt een standaard interface aangeboden waarmee alle infragebruikers koppelingen tot stand kunnen brengen naar eigen systemen voor personeel, materieel inzet of management informatie. Een autorisatie (RADAR inlognaam en wachtwoord per gebruiker of gebruikersgroep) waarmee toegang tot de applicatie verleend wordt, en de binnen de autorisatie geldende functionaliteiten gebruikt kunnen worden. 1 alleen meekijkfuncties 2 inzage- en acceptatiefuncties n.v.t. via:
[email protected] categorie 1 (minimumtoegangspakket) Toegang tot en gebruik van het systeem RADAR : inbegrepen in gebruiksvergoeding voor de dienst ‘Treinpad’ (conform leveringsvoorwaarden van de dienst ‘Treinpad’, zie § 5.2.1). Voor de aanvraag van en toegang tot het planningssysteem is een maximale verwerkingtijd vastgesteld van 3 werkdagen. Eventuele hardware aanpassingen: voor rekening gebruiker. (bijv. installatie van software voor Visio, Internet Explorer, Adobe Acrobat Reader, eigen systemen uitbreiden met extra schijfruimte). De applicatie is toegankelijk vanaf elke PC met Microsoft Internet Explorer versie 6 of 7 via Internet, VPN of NIS verbinding. Voor het bekijken van de grafische onttrekkingen is Microsoft Visio (versie 3.0 of hoger) en Acrobat Reader benodigd. Minimale hardware eisen: opvraagbaar via
[email protected]. Beschikbaarheid applicatie: 07:00 – 18:00 uur op werkdagen (Onderhoud zal worden uitgevoerd in het onderhoudswindow 18:00 – 07:00 uur) Beschikbaarheid ondersteunende diensten: tijdens werkdagen van 08:00 – 17:00 uur.
5.6.1.5 Communicatiemiddel bij calamiteiten inclusief last-minute-verzoeken voor treinpaden (ISVL) Dienst
Omschrijving
Digitaal kunnen aanvragen, wijzigen en intrekken van treinpaden in de laatste dagen voor uitvoering. Digitaal communiceren over de afhandeling van calamiteiten. Spoorwegondernemingen krijgen toegang tot de ProRail applicatie ISVL. Spoorwegondernemingen kunnen hiermee treinpaden aanvragen, opheffen of wijzigen. Ook ontvangen spoorwegondernemingen bericht over toe- of afwijzing van het treinpad. In geval van calamiteiten communiceren ProRail, spoorwegondernemingen en andere betrokken partijen via de ISVL applicatie over de afhandeling. Op deze manier is alle belangrijke informatie over een calamiteit, zoals de geraakte infrastructuur, de prognose eindtijd, en informatie over vervallen en omgeleide treinen toegankelijk.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 65
Voorziening Typen Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag EU-categorie Tarief Levertijd Leveringsvoorwaarden Gebruiksvoorwaarden
Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid
toegang tot de ISVL applicatie Het gebruikstype (meekijken/muteren) is per medewerker instelbaar, volgens opgave van afnemer. N.v.t. via de servicedesk Infra-Informatie (
[email protected]) categorie 1 (minimumtoegangspakket) Inbegrepen in de gebruiksvergoeding voor de dienst ‘Treinpad’ (conform leveringsvoorwaarden van de dienst ‘Treinpad’, zie § 5.2.1). indicatie: ca. 3 tot 4 weken ProRail verzorgt op verzoek aan nieuwe afnemers van de dienst eenmalig een instructie van maximaal één dagdeel. De spoorwegonderneming dient te beschikken over een door ProRail goedgekeurde versie van Citrix cliënt-server software en een LAN, VPN of NIS verbinding. Gebruik van de dienst met operating systems anders dan Windows XP of Windows 2000 alleen na overleg met ProRail. Beschikbaar 7 x 24 uur, met uitzondering van service windows-zondag van 01.00 – 05.00 uur en calamiteiten. De helpdesk is 7 x 24 uur bereikbaar.
5.6.1.6 Aanvragen en afstemmen internationale dienstregelingen (Pathfinder) Dienst Omschrijving
Voorziening
Typen Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag EU-categorie Tarief Levertijd Leveringsvoorwaarden Gebruiksvoorwaarden Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid
Pathfinder is een internet gebaseerd systeem voor het aanvragen en afstemmen van internationale dienstregelingen Pathfinder is een webapplicatie die beschikbaar wordt gesteld door RNE aan de IM’s en alle capaciteitsvragers. Pathfinder ondersteunt het communicatie en coördinatie proces van internationale capaciteitsvragen en aanbieden van capaciteit. Voorts ondersteunt de dienst spoorwegondernemingen en andere aanvragers in het proces voorafgaande aan aanvragen en studies. Pathfinder reflecteert de OSS filosofie van ondersteuning van business processen en dagelijkse activiteiten. De spoorwegonderneming wordt in bezit gesteld van een username, password en matrixkaart om toegang te krijgen tot het systeem. In het systeem wordt de vrager als gerechtigde opgenomen. Pathfinder is uitsluitend beschikbaar als Internetapplicatie. Niet locatie gebonden. Beschikbaar op elke plaats waar een PC op Internet voorhanden is. bij de OSS (
[email protected]) categorie 1 (minimumtoepangspakket) Inbegrepen in gebruiksvergoeding voor de dienst ‘Treinpad’ (conform leveringsvoorwaarden van de dienst ‘Treinpad’, zie § 5.2.1). Na aanvraag kan de dienst binnen 2 weken beschikbaar worden gesteld. De dienst wordt ook beschikbaar gesteld in het kader van het capaciteitsverdelingsproces. Gebruiker moet beschikken over een PC aan gesloten op Internet, met minimaal Explorer 5. Beschikbaarheid applicatie: 7 x 24 (onder voorbehoud van nog te bepalen vaste momenten voor onderhoud en calamiteiten). Helpdesk RNE is beschikbaar op werkdagen van 08.00-16.00 uur.
5.6.2 Uitvoeren dienstregeling Rond het uitvoeren van de dienstregeling biedt ProRail de volgende informatiediensten.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 66
5.6.2.1 Inzicht actuele treinbewegingen (VIEW, VKL-IS) ProRail biedt twee verschillende diensten die inzicht verschaffen over actuele treinbewegingen. Dienst Omschrijving
Voorziening Typen Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag Tarief Levertijd Leveringsvoorwaarden
Gebruiksvoorwaarden Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid
Dienst
Omschrijving
Voorziening Typen
Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag Tarief Levertijd
Inzicht in actuele treinbewegingen van de eigen treinen van de spoorwegonderneming in Nederland d.m.v. een kijkfunctie (VIEW). Deze dienst levert een kijkfunctie op het verkeersleidingssysteem van ProRail en geeft daarmee realtime inzicht in eigen treinbewegingen binnen Nederland. Er zijn twee manieren van weergave. Enerzijds is de afwijking ten opzichte van de planning in te zien. Anderzijds is inzage te krijgen in al het eigen verkeer, waarbij ingezoomd kan worden op een deel daarvan (bijvoorbeeld regio, baanvakken). toegang via internet of via het Post21 netwerk Brons: Levering via internet. Zilver: Levering via het bestaande Post21 netwerk inclusief hardware. Brons: Overal waar internet aanwezig is. Zilver: Overal waar het Post21 netwerk aanwezig is. via accountmanagement. op aanvraag Brons: binnen 5 werkdagen. Zilver: op aanvraag. - Het vermenigvuldigen en/of openbaar maken aan, dan wel gebruik door of ten behoeve van, derden of andere diensten of systemen is niet toegestaan. - De gegevens mogen niet gebruikt worden voor een ander doel dan waarvoor ProRail ze ter beschikking stelt. Het competitief gebruik van de gegevens is derhalve niet toegestaan. Een spoorwegonderneming die uit het systeem VIEW beschikbaar komende gegevens over een andere spoorwegonderneming wil gebruiken, moet daarvoor een schriftelijk verzoek indienen bij ProRail. ProRail zal dit verzoek bij de betreffende spoorwegonderneming voorleggen. Alleen indien toestemming wordt verleend mag de aanvragende spoorwegonderneming de gegevens van de andere spoorwegonderneming gebruiken. Brons : eigen pc en internetaansluiting. Zilver : een aansluiting op het Post21 netwerk. 24 x 7 beschikbaar, uitgezonderd calamiteiten en onderhoud. De helpdesk is beschikbaar, afhankelijk van het gekozen type: Brons: 8 x 7 Zilver: 24 x 7 Een SLA maakt onderdeel uit van de overeenkomst; een concept daarvan wordt desgevraagd beschikbaar gesteld (via Accountmanagement).
Inzicht in actuele treinbewegingen van treinen in Nederland d.m.v. een abonnement op de interface met het verkeersleidingssysteem van ProRail. Door te abonneren op de interface worden eigen systemen gevoed met data over actuele treinbewegingen (VKL-IS). Deze dienst levert een koppeling met het verkeersleidingssysteem van ProRail waardoor realtime inzicht gegeven wordt in treinbewegingen binnen Nederland. Eigen systemen worden gevoed met data via een abonnement op de interface. Filters zijn zelf in te stellen. Via een Interface worden databestanden verstuurd, zodat de gegevens in eigen systemen gebruikt kunnen worden. Standaard bij deze dienst is de interface (tot aan de NIS: Network Interconnect Service). Er zijn geen varianten mogelijk. Tot aan de NIS. via accountmanagement op aanvraag op aanvraag (indicatie ca. 1 tot 2 maanden)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 67
Leveringsvoorwaarden
Gebruiksvoorwaarden
Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid
Het vermenigvuldigen en/of openbaar maken aan, dan wel gebruik door of ten behoeve van, derden of andere diensten of systemen is niet toegestaan. - De gegevens mogen niet inhoudelijk aangepast worden, zodanig dat de aanpassing(en) strijdig zijn met de gegevens zoals deze zijn aangeleverd. - De gegevens uit de datastroom, of bewerkingen van deze gegevens, mogen niet gebruikt worden voor bekendmakingen, anders dan het actueel informeren van reizigers, medewerkers, etc. Niet toegestaan zijn dus managementinformatie-uitingen, afleidingen over punctualiteit, etc. - De gegevens mogen niet gebruikt worden voor een ander doel dan waarvoor ProRail ze ter beschikking stelt. Het competitief gebruik van de gegevens is niet toegestaan. Een spoorwegonderneming die uit het systeem VKL-IS beschikbaar komende gegevens over een andere spoorwegonderneming wil gebruiken, moet daarvoor een schriftelijk verzoek indienen bij ProRail. ProRail zal dit verzoek bij de betreffende spoorwegonderneming voorleggen. Alleen indien toestemming wordt verleend mag de aanvragende spoorwegonderneming de gegevens van de andere spoorwegonderneming gebruiken. - Indien de gegevens (deels) afgeleid zijn van de gegevensstroom uit VKL-IS en openbaar gemaakt worden, dan moet de afnemer als bronvermelding ProRail opnemen. Licentie noodzakelijk op Corba Interface voor software die achter dit protocol zit. Daarnaast dient de afnemer aangesloten te zijn op het zogenaamde NIS-netwerk (Network Interconnect Service) van BT-Ignite. 24 x 7 beschikbaar, uitgezonderd calamiteiten en onderhoud. De helpdesk is 24x 7 beschikbaar. Een SLA maakt onderdeel uit van de overeenkomst; een concept daarvan wordt desgevraagd beschikbaar gesteld (via Accountmanagement). -
5.6.2.2 Grafische weergave baanvakken voor machinist (spoor- en wegwijzers) Dienst Omschrijving
Voorziening
Typen Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag EU-categorie Tarief Levertijd Leveringsvoorwaarden Gebruiksvoorwaarden Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid
Grafische weergave van het baanvak en alle objecten daarlangs, om de machinist zijn vak goed uit te kunnen laten oefenen. Spoor- en wegwijzers geven een grafisch overzicht van de infrastructuur, afgestemd op de behoefte van de machinist van een trein, ten behoeve van veilige en efficiënte verkeersdeelname en doelgerichte communicatie met de treindienstleiding. De overzichten zijn beschikbaar in twee vormen: alle gegevens binnen een gebied selectie van gegevens per rijrichting. De dienst omvat ook een attendering per email op het beschikbaar komen van bijgewerkte versies van de overzichten. Een download via Extraweb; de overzichten worden geleverd in databestanden volgens een gangbaar grafisch format. Wijzigingen worden door middel van een e-mailbericht doorgegeven waarbij de nieuwe situatie op Extraweb te vinden is. Er zijn geen varianten mogelijk. Deze dienst bevat al het door ProRail centraal bediende spoor. bij de Servicedesk Infra-Informatie (
[email protected]) categorie 1 (minimumtoegangspakket) Inbegrepen in gebruikvergoeding voor de dienst ‘Treinpad’ (conform leveringsvoorwaarden van de dienst ‘Treinpad’, zie § 5.2.1). Maximaal 24 uur voor het aanvragen van een account (tijdens werkdagen). geen specifieke leveringsvoorwaarden Ms Office en Internet Explorer. 97% uptime
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 68
5.6.2.3 Baanvakvideo’s voor opleiding machinisten Dienst Omschrijving
Voorziening Typen Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag EU-categorie Tarief Levertijd Leveringsvoorwaarden
Gebruiksvoorwaarden Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid
Baanvak-videobeelden, opgenomen vanuit de cabine van een rijdende trein, ten behoeve van opleidings- en verkenningsdoeleinden Deze dienst geeft inzicht in de objecten die zich op en langs het baanvak bevinden, alsmede in de omgeving van de spoorweg. Dit wordt weergegeven door middel van videobeelden die zijn opgenomen vanuit een rijdende trein. De videobeelden kunnen hulpmiddel zijn voor de opleiding van machinisten en ook gebruik worden voor op afstand verkennen van plaatselijke situaties. 2x per jaar wordt 90% van de beelden geactualiseerd. op dvd of harde schijf, in een gangbaar format (AVI) Standaard bij deze dienst is een abonnement met 2x per jaar een update. Daarnaast is maatwerk mogelijk. N.v.t. via accountmanagement categorie 4 (ondersteunende dienst) op aanvraag maximaal 1 werkweek. De beelden mogen niet extern gekopieerd worden en ze mogen niet doorverkocht worden aan derden. Er kunnen geen rechten ontleend worden aan de beelden. De beelden zijn een momentopname, de werkelijke situatie kan wijzigen nadat de beelden gemaakt zijn. Alleen de meest recente beelden die beschikbaar zijn, worden geleverd. ProRail streeft naar kwalitatief goede beelden, maar kan hier geen garanties voor afgeven. Zo is bijvoorbeeld bekend dat het spoor in tunnels niet duidelijk zichtbaar is. In dergelijke gevallen kan geen aanspraak gedaan worden op vervangende beelden. Het auteursrecht blijft te allen tijde berusten bij ProRail. Een programma om AVI-files in af te spelen (bijvoorbeeld Mediaplayer). Niet al het spoor is gefilmd. 90% van het spoor dat bij ProRail in beheer is, is in de meest recente update gefilmd.
5.6.2.4 Communicatie spoorwegveiligheid (GSMR Voice) Dienst Omschrijving
Voorziening
Typen
Communicatie Spoorwegveiligheid tussen machinist en treindienstleiding. Communicatie spoorwegveiligheid biedt de volgende mogelijkheden: • Gesprekken voeren tussen treindienstleiding en machinist(en) op basis van treinnummer. • Algemene oproepen van treindienstleiding naar machinist(en) ontvangen. • Alarmoproepen van machinist(en) naar treindienstleiding zenden en vice versa. Alle gesprekken worden om veiligheidsredenen opgenomen. Met een GSM-R aansluiting is het tevens mogelijk om van buitenlandse GSM-R netwerken gebruik te maken. Ook kunnen spoorwegondernemingen met buitenlandse GSM-R SIM-kaarten gebruik maken van het ProRail GSM-R netwerk. De dienst wordt gerealiseerd middels het GSM-R radionetwerk van ProRail. Aansluiting op dit netwerk geschiedt met een SIM-kaart. ProRail stelt SIM-kaarten beschikbaar. De primaire toepassing is communicatie met betrekking tot spoorwegveiligheid en spraakcommunicatie tussen machinist en treindienstleiding. Op verzoek kan ProRail daarvoor een GSM-R SIM-kaart leveren. Additionele toepassingen zijn bijvoorbeeld bellen buiten het GSMR netwerk, GPRS of SMS (op aanvraag). Voor additionele informatie met betrekking tot functionaliteit, gebruik (ook in het buitenland) en support is er een gebruikerscatalogus van GSM-R functionaliteit en – diensten ter beschikking. Deze wordt via het contactpunt One-Stop-Shop verstrekt.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 69
Waar wordt de dienst geleverd
Aanvraag
EU-categorie
Tarief
Levertijd Leveringsvoorwaarden Gebruiksvoorwaarden
Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid
In heel Nederland, op het spoor dat bij ProRail in beheer is. De communicatie met een aantal treindienstleiders NCBG wordt niet ondersteund door GSM-R, maar wordt gevoerd via het openbare telefoonnet (zie lokale bedrijfsregels). Via accountmanagement Aanvragen SIM Kaart bij: One Stop Shop Servicedesk Tel.: +31 (0) 30 235 9322 Fax: +31 (0) 30 235 74 94 E-mail:
[email protected] Primaire toepassing (incl levering GSM-R SIM-kaart): categorie 1 (minimumtoegangspakket). Additionele toepassingen: categorie 4 (ondersteunende dienst). Primaire toepassingen (incl. levering GSM-R SIM-kaart): inbegrepen in gebruiksvergoeding voor de dienst ‘Treinpad’. Additionele toepassingen: op aanvraag. 5 werkdagen voor levering GSM-R SIM-kaart ProRail behoudt zich het recht voor om de externe kosten te verrekenen in geval van misbruik van de GSM-R-dienst. De spoorwegonderneming dient te beschikken over daartoe geëigende apparatuur en er is een aansluiting middels een SIM-kaart op het GSM-R netwerk noodzakelijk. Er dient typegoedgekeurde apparatuur te worden gebruikt. Een lijst met goedgekeurde apparatuur is beschikbaar op de website van ProRail (www.prorail.nl > vervoerders > toegang tot het spoor > eisen aan spoorvoertuigen). Beschikbaarheid: 24 uur per dag 7 dagen per week met een prestatieniveau van 99,8%. De bewaartermijn van gespreksopnamen is minimaal 7 dagen.
5.6.2.5 Tijdelijke snelheidsbeperkingen (TSB) Dienst Omschrijving
Voorziening Typen
Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag EU-categorie Tarief Levertijd Leveringsvoorwaarden Gebruiksvoorwaarden
Informatie aan machinisten met betrekking tot tijdelijke snelheidsbeperkingen (TSB) De spoorwegonderneming ontvangt een weekpublicatie over de voor de komende week van kracht zijnde TSB’s. De spoorwegonderneming kan bij aanvraag van deze dienst kiezen voor een TSB op standplaats, regio of landelijk niveau. Er wordt informatie geleverd over baanvak, rijrichting, tijdvak en geldende snelheid. Tevens is het mogelijk om onderscheid te maken naar treintype, aanleiding en bijzonderheden (plaatsing van borden en/of seinen). De weekpublicatie wordt zonodig op dagbasis aangevuld met noodzakelijke ongeplande aanvullingen. Een PDF-bestand (weekpublicatie of dagpublicatie) per e-mail. NSR verzorgt in opdracht van ProRail de productie en distributie. De weekpublicatie wordt verstuurd op donderdag om 09.00 uur voor de periode vanaf de eerstkomende maandag 04:00 uur tot de daaropvolgende maandag 04:00 uur. De dagpublicatie wordt op dagelijks verstuurd om 12.00 uur en geldt voor de eerstkomende dag van 04:00 uur tot de daaropvolgende dag 04:00 uur. Er kan tevens per spoorwegonderneming een selectie van te rapporteren baanvakken worden opgesteld. op het gehele net via het productiebureau IAM (NSR) categorie 1 Deze dienst is inbegrepen in de gebruiksvergoeding voor de dienst ‘Treinpad’. maximaal 6 werkdagen geen specifieke leveringsvoorwaarden Internetverbinding, faxapparaat en een softwareprogramma of PDF bestanden te kunnen openen.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 70
Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid
Er is een gewaarborgde verzending (via fax indien email niet werkt), daarnaast is er een 24-uurs service (wachtdienst) aanwezig.
5.6.3 Performance analyse Voor de performance analyse achteraf biedt ProRail de volgende diensten. 5.6.3.1 Inzicht realisatie treindienst: feiten (aantallen, punctualiteit, halteringen, etc.) Dienst Omschrijving
Voorziening
Typen Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag
EU-categorie Tarief
Levertijd Leveringsvoorwaarden Gebruiksvoorwaarden Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid
Rapportages over performance van de eigen treindiensten (o.a. punctualiteit, aansluitingen, opgeheven treinen, orders) Deze dienst biedt inzicht in de performance van eigen treindienst met betrekking tot verkeersprestatie, punctualiteit en aansluitingen. Voor een gedetailleerde toelichting van de standaard cijfers, zie bijlage 8. Het is ook mogelijk om de gegevens in de vorm van een maatwerk rapportage te ontvangen, waarbij vergelijkingen gemaakt worden in bijvoorbeeld locatie of tijd. Een dagelijks databestand in Text of Excel format per e-mail. De informatieproducten worden afgeleverd op een standaard aflevermailadres dat is opgegeven door de spoorwegonderneming. Vanuit dit mailadres kan de geautoriseerde afnemer de producten verspreiden binnen zijn/haar eigen organisatie. standaard: data conform bijlage 8 optioneel: rapportages (=maatwerk) gehele net, exclusief niet-centraal bediende gebieden Standaard: via het Prestatie Analyse Bureau (
[email protected]). Vervolgens worden afspraken gemaakt over welke standaardproducten (conform bijlage 8) geleverd worden en de gewenste leveringsfrequentie. Maatwerk via de Accountmanager. Standaard databestand (conform bijlage 8): categorie 1 (minimumtoegangspakket) Rapportage/maatwerk: categorie 4 (ondersteunende dienst) Standaard: inbegrepen in gebruiksvergoeding voor dienst ‘Treinpad’ (conform leveringsvoorwaarden van de dienst ‘Treinpad’, zie § 5.2.1) Rapportage/maatwerk: op aanvraag Standaard: binnen 24 uur (op werkdagen) Rapportage/maatwerk: op aanvraag geen specifieke leveringsvoorwaarden MS Office. Zowel het standaard bestand als de maatwerkrapportage worden steeds op de eerstvolgende werkdag aangeleverd. Maatwerk op basis van een SLA.
5.6.3.2 Inzicht realisatie treindienst: oorzaken en impact van verstoringen (Monitoring) Dienst Omschrijving
Voorziening Typen Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag
Inzicht in de oorzaken van de performance van de eigen treindiensten (aansluitingen en opgeheven treinen) Deze dienst geeft inzicht in het ‘waarom’ van de performance, oftewel de door ProRail geregistreerde te verklaren treinafwijking, ingedeeld naar oorzaak: • Oorzaken van vertraging • Omvang van vertraging • Statusovergangen met toelichting • Treinafwijking gerelateerde gegevens. Voor een gedetailleerde toelichting van de standaard cijfers, zie bijlage 8. Een dagelijks databestand in Text of Excel format. Via e-mail of een speciale, op maat gemaakte interface. Standaard: data conform bijlage 8 Optioneel: rapportages (=maatwerk) gehele net, exclusief niet-centraal bediende gebieden Standaard: via het Prestatie Analyse Bureau (
[email protected]). Maatwerk via Accountmanagement.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 71
EU-categorie Tarief
Levertijd Leveringsvoorwaarden Gebruiksvoorwaarden Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid
Standaard databestand: categorie 1 (minimumtoegangspakket) Maatwerk: categorie 4 (ondersteunende dienst). Standaard databestand: inbegrepen in gebruiksvergoeding voor de dienst ‘Treinpad’ (conform leveringsvoorwaarden van de dienst ‘Treinpad’, zie § 5.2.1) Rapportage/maatwerk: op aanvraag Standaard: binnen 24 uur (op werkdagen) Maatwerk: op aanvraag Geen specifieke leveringsvoorwaarden. MS Office. Het standaard bestand wordt steeds op de eerstvolgende werkdag aangeleverd. Maatwerk op basis van een SLA.
5.6.3.3 Inzicht realisatie treindienst: inzicht historische treinbewegingen (TNV Replay / TOON) Dienst Omschrijving
Voorziening Typen Waar wordt de dienst geleverd Aanvraag EU-categorie Tarief Levertijd Leveringsvoorwaarden
Gebruiksvoorwaarden Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid
5.7
Het visueel weergeven van uitvoeringgegevens (waar en wanneer een trein in het verleden heeft gereden). Het weergeven van uitvoeringsgegevens van treinen (gekoppeld aan treinnummer): waar en wanneer heeft een trein gereden (op sectieniveau). Tevens worden infraelement-toestanden weergegeven. Via een applicatie, geïnstalleerd op een werkplek van de afnemer en een webservice voor de distributie van de uitvoeringsgegevens en infra projecteringen. De dienst bevat informatie omtrent de treinen van individuele of alle posten, daarin kan een keuze gemaakt worden. N.v.t. via Accountmanagement. categorie 4 (ondersteunende dienst) op aanvraag 2 weken - De gegevens mogen niet gebruikt worden voor een ander doel dan waarvoor ProRail ze ter beschikking stelt. - Het competitief gebruik van de gegevens is niet toegestaan. Een spoorwegonderneming die uit het systeem TNV Replay/TOON beschikbaar komende gegevens over een andere spoorwegonderneming wil gebruiken, moet daarvoor een schriftelijk verzoek indienen bij ProRail. ProRail zal dit verzoek bij de betreffende spoorwegonderneming voorleggen. Alleen indien toestemming wordt verleend mag de aanvragende spoorwegonderneming de gegevens van de andere spoorwegonderneming gebruiken. Windows XP of Vista Internet Explorer Een SLA maakt onderdeel uit van de overeenkomst. Een voorbeeld hiervan is op te vragen via de accountmanager.
Diensten door andere leveranciers
In deze paragraaf worden diensten beschreven die niet door ProRail worden geleverd. De opgave beperkt zich tot diensten die door één leverancier worden verschaft. Inkoop en levering van gasolie alsmede van elektrische energie Inkoop en levering van gasolie alsmede van elektrische energie via het tractie-energiesysteem van de bovenleiding wordt gefaciliteerd door VIVENS (voluit: Coöperatief Verenigd Inkoop en Verbruik van Energie op het Nederlandse Spoorwegnet U.A.). Informatie over de tarieven en voorwaarden waaronder de gasolie en de elektrische energie worden ingekocht en gefaciliteerd alsmede contactgegevens kunnen worden geraadpleegd op de website van VIVENS (www.vivens.info).
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 72
6
Gebruiksvergoeding
6.1
Inleiding
Dit hoofdstuk omschrijft de algemene regels voor de gebruiksvergoeding die gerechtigden aan ProRail verschuldigd zijn in verband met de diensten die zij van ProRail afnemen voor het verwerven van capaciteitsrechten en de toegang tot en het gebruik van de door ProRail beheerde spoorweginfrastructuur. De tarieven van de gebruiksvergoeding zijn per dienst opgenomen in de beschrijving van de diensten in de paragrafen 5.2 tot en met 5.6. De systemen voor de registratie van de gebruiksomvang worden omschreven in de paragraaf 6.3.
6.2
Principes van de gebruiksvergoeding
De gebruiksvergoedingen worden tussen ProRail en de gerechtigde overeengekomen en vastgelegd in de toegangsovereenkomst, met inachtneming van de wettelijke bepalingen. samenvatting van regelgeving ► In de Spoorwegwet zijn de volgende bepalingen opgenomen: • de begrote opbrengsten van de gebruiksvergoeding bedragen niet meer dan de begrote kosten ter zake van de desbetreffende hoofdspoorweginfrastructuur in dat jaar voor de 74 beheerder. • ProRail kan een gebruiksvergoeding overeenkomen die mede strekt ter dekking van door een ander dan ProRail gedane uitgaven voor de aanleg van de infrastructuur (voor zover het hoofdspoorweginfrastructuur betreft die daartoe bij algemene maatregel van bestuur is 75 aangewezen). • ProRail kan een verhoging overeenkomen voor het gebruik van overbelaste hoofdspoorweginfrastructuur gedurende periodes van overbelasting en voor de kosten van milieueffecten van het gebruik van hoofdspoorweginfrastructuur die niet in de begrote kosten van de beheerder 76 zijn opgenomen. 77 • ProRail kan een korting als bedoeld in artikel 9 van richtlijn 2001/14/EG overeenkomen. • ProRail kan een aftrek dan wel bijtelling overeenkomen in verband met optredende 78 verstoringen en met het oog op verbetering van de prestaties van het spoorwegnet. • ProRail kan overeenkomen dat de gebruiksvergoeding ook verschuldigd is voor 79 overeengekomen capaciteit die niet wordt gebruikt. • De overeengekomen gebruiksvergoeding voldoet aan de artikelen 4, vierde en vijfde lid, 7 tot 80 en met 12 en 26, derde lid, van richtlijn 2001/14/EG. ◄ ProRail waarborgt dat de tarifering voldoet aan de eisen van de Spoorwegwet. ProRail stelt informatie over de methode van kostentoerekening desgevraagd beschikbaar aan spoorwegondernemingen. ProRail geeft spoorwegondernemingen echter geen inzage in de bedrijfsadministratie van ProRail. Procedurevoorschrift ► Met betrekking tot het overeenkomen van de gebruiksvergoedingen zijn de volgende regels van toepassing: • ProRail overlegt en onderhandelt met betrokken gerechtigden voorafgaand aan de uitgave van de Netverklaring over de uitgangspunten voor het gebruiksvergoedingenstelsel (“tariferingsbeginselen”).
74 75 76 77 78 79 80
artikel 62 lid 1 van de Spoorwegwet artikel 62 lid 2 van de Spoorwegwet artikel 62 lid 3 van de Spoorwegwet artikel 62 lid 4 van de Spoorwegwet artikel 62 lid 5 van de Spoorwegwet artikel 62 lid 6 van de Spoorwegwet artikel 62 lid 7 van de Spoorwegwet
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 73
•
• •
•
In de laatste fase van het overleg presenteert ProRail een concepttekst van de Netverklaring en/of een consultatiedocument met voldoende concrete, volledige en correcte informatie; de gerechtigden worden in de gelegenheid gesteld daarop schriftelijk te reageren. ProRail stelt de Netverklaring vast, met verantwoording van de verwerking van de ontvangen reacties. Na publicatie van de Netverklaring past ProRail die uitgangspunten non-discriminatoir toe in individuele gevallen. Tot de bedoelde uitgangspunten behoren in elk geval: - de toerekening van kosten aan de diverse diensten en dienstenpakketten; - de methode van splitsing van kosten in enerzijds rechtstreeks uit de exploitatie van de treindienst voortvloeiende kosten en anderzijds overige kosten; - de mate waarin kosten per onderscheiden onderdeel van de infrastructuur specifiek gemaakt kunnen worden; - het model dat ProRail hanteert om de uit de exploitatie van de treindienst voortvloeiende kosten te relateren aan gebruiksparameters; - de indexeringsregeling. De in de Netverklaring vermelde tarieven van de gebruiksvergoedingen voor het minimumtoegangspakket en voor de toegang via het spoor tot voorzieningen (zoals bedoeld in bijlage II bij richtlijn 2001/14/EG) zijn gebaseerd op de kosten, behorend bij de daarvoor in deze Netverklaring omschreven kwaliteiten en prestaties. Die tarieven worden gewijzigd als in de toegangsovereenkomst met betrokken gerechtigden andere kwaliteiten en prestaties worden overeengekomen en daaruit andere kosten voor ProRail voortvloeien. ◄
tariferingsbeginselen Het gebruiksvergoedingenstelsel in het jaar 2011 van ProRail is gebaseerd op de volgende tariferingsbeginselen: • De gebruiksvergoedingen van ProRail worden bepaald op basis van het uitgangspunt, dat zij samen met andere inkomsten uit het beheer van de hoofdspoorwegen de begrote, aan het beheer van de hoofdspoorweginfrastructuur verbonden kosten bij de begrote gebruiksomvang dekken, zonder winstoogmerk. • Aan de tarieven liggen normatieve kosten van ProRail ten grondslag. • Voor het minimumtoegangspakket en de toegang via het spoor tot voorzieningen (zoals bedoeld in bijlage II bij richtlijn 2001/14/EG) worden gebruiksvergoedingen bepaald die gelijk zijn aan de kosten die rechtstreeks uit de exploitatie van de treindienst voortvloeien, zonder gebruikmaking van de in richtlijn 2001/14/EG, artikel 8, eerste lid, bedoelde mogelijkheid van extra heffingen; voor de overige diensten worden gebruiksvergoedingen bepaald die de aan de betrokken dienst dan wel aan het gebruik van de betrokken voorziening toe te rekenen kosten dekken, op basis van het werkelijk gebruiksniveau. • Ter bepaling van de kosten die rechtstreeks uit de exploitatie van de treindienst voortvloeien maakt ProRail gebruik van een kostensplitsingsmodel; in dat model worden de kosten per dienst uitgesplitst in enerzijds rechtstreeks uit de exploitatie van de treindienst voortvloeiende kosten en anderzijds overige kosten, waarbij als uitgangspunt geldt, dat de kosten die samenhangen met het beschikbaar hebben van een goed berijdbare infrastructuur als overige kosten worden gerekend. • Ten behoeve van deze Netverklaring is gebruik gemaakt van de actualisatie van het kostensplitsingsmodel d.d. juli 2009, waarbij kostengegevens zijn geactualiseerd voor ontwikkelingen in netwerkomvang, organisatie en prijzen en waarbij een verfijndere kostenrekening voor de transfervoorzieningen is ingevoerd. De tarieven voor het jaar 2011 zijn bepaald op basis van indexering van de ten behoeve van het jaar 2010 gehanteerde tarieven. • Voor het bepalen van de tarieven voor het gebruik van wel respectievelijk niet in de beveiliging opgenomen opstel- en rangeersporen (CBG/NCBG) is gebruik gemaakt van een verdeelsleutel op basis van de kosten van instandhouding (klein onderhoud, groot onderhoud en beheer) van die sporen. • Wanneer het aandeel van de uit de exploitatie van de treindienst voortvloeiende kosten niet kan worden bepaald op basis van in de bedrijfsadministratie onderscheiden activiteiten die als geheel in de ene of de andere categorie kunnen worden ingedeeld, wordt dat aandeel bepaald op basis van expert judgements. • De gebruiksvergoedingen voor de dienstengroepen ‘Reisinformatie’ en ‘Informatie’, voor zover die niet deel uitmaken van de dienst ‘Treinpad’ worden gebaseerd op de werkelijke kosten.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 74
De te leveren diensten worden overeenkomstig het werkelijk gebruik dan wel overeenkomstig het gepland gebruik of het overeengekomen gebruik afgerekend. Toeslag voor schaarse capaciteit Er geldt een verhoging van de gebruiksvergoeding zoals beschreven in artikel 7, lid 1 van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur. De verhoging wordt toegepast als geen overeenstemming kan worden bereikt tijdens de coördinatie ten aanzien van concurrerende aanvragen die betrekking hebben op vervoer. Door toepassing kan alsnog overeenstemming worden bereikt. De verhoging wordt niet doorberekend als de aanvragen alsnog tot tevredenheid van de betrokken aanvragers kunnen worden afgehandeld. De verhoging wordt als volgt berekend: • Treinpaden - De betrokken infrastructuur is dat gedeelte van de hoofdspoorweginfrastructuur waar de aanvragen met elkaar concurreren. Voorbeelden zijn: het baanvakgedeelte tussen twee dienstregelingspunten, een perronspoor, een aansluiting/kruising, een rangeerspoor. - De periode van “overbelasting” is de tijdspanne afgerond op hele minuten waarin de concurrerende aanvragen optreden. Dat kan zich meermaals herhalen in het dienstregelingjaar. - Elk treinpad dat gebruikt maakt van de betrokken infrastructuur tijdens de periode van overbelasting krijgt een toeslag van € 90,=. • Gebruik emplacementen - De betrokken infrastructuur is het opstelspoor waarvoor concurrerende aanvragen zijn. - De periode van “overbelasting” is de tijdspanne afgerond op hele dagen waarin de concurrerende aanvragen optreden. Dat kan zich meermaals herhalen in het dienstregelingjaar. - De toeslag betreft 200% van de gebruiksvergoeding die verschuldigd is op grond van de dienst ‘Opstel- en rangeersporen’ volgens staffel 2 voor betrokken infrastructuur tijdens de periode van overbelasting. HSL-heffing 81 Voor het gebruik van de baanvakken Hoofddorp-Rotterdam West en Barendrecht – Belgische grens is tevens een als HSL-heffing aangeduide gebruiksvergoeding verschuldigd die strekt ter dekking van de uitgaven van de aanleg van het hogesnelheidsnet. De HSL-heffing moet voldoen aan de voorschriften van het Besluit HSL-heffing. De HSL-heffing wordt berekend per treinkilometer over de afstanden tussen de navolgende dienstregelingspunten: • Hoofddorp Midden – Rotterdam Hogesnelheidslijn aansluiting (45,8 km); • Rotterdam Lombardijen – Hogesnelheidslijn Breda grens (48,6 km); • Rotterdam Lombardijen – Hogesnelheidslijn Zevenbergsehoek aansluiting (26,5 km); • Hogesnelheidslijn Breda aansluiting – Hogesnelheidslijn Breda grens (11,7 km). De HSL-heffing wordt in rekening gebracht voor treinpaden die daadwerkelijk zijn gebruikt, alsmede voor treinpaden die bij het aangaan van de toegangsovereenkomst aan de spoorwegonderneming zijn verdeeld maar die de spoorwegonderneming niet heeft gebruikt, zonder dat die paden door ProRail op de voet van artikel 23 van het Besluit spoorverkeer zijn ingetrokken. De HSL-heffing wordt evenwel niet in rekening gebracht voor treinpaden die de spoorwegonderneming in verband met infrastructurele defecten aan de spoorweginfrastructuur behorend tot de hogesnelheidslijnen Hoofddorp – Rotterdam West en Barendrecht – Belgische grens slechts met een vertraging (of met een vertragingstoename) van meer dan 10 minuten heeft kunnen gebruiken.
6.3
Tarieven
Voor diensten die tegen een vast tarief worden aangeboden is dat tarief vermeld bij de omschrijving van de afzonderlijke diensten in de paragrafen 5.2 tot en met 5.6. De tarieven zijn gebaseerd op het prijspeil 2010, tenzij anders aangegeven. Indexering van deze tarieven naar prijspeil 2011 zal 81
artikel 2 van het Besluit HSL-heffing
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 75
plaatsvinden conform de prijsontwikkeling van de consumentenprijsindex [CPI], zoals opgenomen in het Centraal Economisch Plan van het Centraal Planbureau, bijlage 2. Voor de periode van 12 december 2010 tot en met 31 december 2010 gelden de tarieven die vermeld staan in de Netverklaring 2010 Gemengde net en die gelden op 11 december 2010. De tarieven zoals vermeld in de paragrafen 5.2 tot en met 5.6 zijn exclusief BTW. 6.3.1
Dienstengroep ‘Netwerk en Treinpad’
6.3.1.1 Treinpad ProRail stelt de dienst ‘Treinpad’ beschikbaar tegen een tarief per treinkilometer, in combinatie met een tarief per tonkilometer (beide op basis van werkelijk gebruik). Afgelegde afstanden worden door ProRail bepaald in de verkeersleidingssystemen en afgerond op 0,1 km; afstanden <5,0 km alsmede afstanden afgelegd op buitendienstgesteld spoor blijven buiten beschouwing. De tonnages van treinen worden gemeten met behulp van meetsystemen van ProRail. Treinen die op hun rit meerdere tonnagemeetpunten passeren worden afgerekend op het gemiddelde van de tonnages die bij de diverse meetpunten zijn gemeten. Treinen die tijdens hun rit geen meetpunt passeren, worden afgerekend op een overeen te komen norm-treingewicht. Overeen te komen regeling ► ProRail wil in de toegangsovereenkomst een tabel opnemen met per rijkarakteristiek een normtreingewicht. ◄ Treinen die rijden in verband met de uitvoering van door ProRail gegeven opdrachten in verband met het beheer van de spoorweginfrastructuur zijn vrijgesteld van de gebruiksvergoedingen voor de dienst ‘Treinpad’. ProRail wijst daartoe specifieke reeksen van treinnummers aan, die uitsluitend gebruikt mogen worden voor verkeer dat in verband staat met de uitvoering van door ProRail gegeven opdrachten. Opdrachtnemers ontvangen bij hun opdracht de machtiging om voor dat verkeer van deze treinnummers gebruik te maken. Uitzonderingsregeling Enschede-Enschede grens De dienst ‘Treinpad’ voor het gebruik van het baanvak Enschede-Enschede grens (richting Gronau) zal, vanwege de afwezigheid van registrerende verkeersleidingssystemen, worden afgerekend op planningsbasis. Voor de bepaling van de tonkilometers wordt uitgegaan van het ledig gewicht van een treinstel van het type dat door de spoorwegonderneming als regel wordt ingezet. Om te compenseren voor eventuele niet-gereden treinen wordt 98,5% van het geplande aantal treinkilometers en tonkilometers gefactureerd. HSL-heffing Na afloop van de maand factureert ProRail de HSL-heffing op basis van een voorlopige tarief per treinkilometer. De verschuldigde HSL-heffing wordt op basis van een definitief tarief gefactureerd binnen 2 maanden nadat het definitieve tarief van de HSL-heffing is berekend volgens de berekeningswijze zoals opgenomen in artikel 4 van het Besluit HSL-heffing, waarbij het verschil met de voorlopige factuur van de HSL-heffing wordt afgerekend. 6.3.1.2 Bovenleiding De dienst ‘Bovenleiding’ wordt verrekend naar rato van het aantal via de bovenleiding geleverde kilowatturen. De gebruiksomvang per spoorwegonderneming wordt bepaald aan de hand van door de spoorwegonderneming te overleggen facturen voor de levering van elektrische energie via de bovenleiding. 6.3.1.3 Buitengewoon Vervoer Voor de dienst ‘Buitengewoon Vervoer’ worden geen specifieke gebruiksvergoedingen in rekening gebracht indien gebruik wordt gemaakt van door ProRail aangeboden standaardregelingen.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 76
Voor maatwerkregelingen wordt een vergoeding in rekening gebracht op basis van de aan de maatwerkregelingen toe te rekenen werkelijk gemaakte kosten per aangevraagde maatwerkregeling. Het betreft een vergoeding van uren die ProRail heeft besteed en een vergoeding van de overige kosten die ProRail heeft gemaakt voor die regeling. 6.3.2
Dienstengroep ‘Transfer’
6.3.2.1 Transfervoorzieningen Voor de dienst ‘Transfervoorzieningen’ wordt een gebruiksvergoeding verlangd per haltering, met onderscheiding van 5 stationsklassen (halte / basis / plus / mega / kathedraal) en 3 treinhalteringscodes (A, B, C). De indeling in stationsklassen is opgenomen in bijlage 25 en is gebaseerd op begrote aantallen in- en uitstappers, met als drempelwaarden <1000 / 10.000 / 25.000 / 75.000 / >75.000 in- en uitstappers per dag; een station wordt evenwel ingedeeld in de klasse ‘halte’, als de oppervlakte van de aanwezige 2 transferruimte kleiner is dan 2000 m waarvan minder dan 20% overkapt; een station waar liften en/of roltrappen aanwezig zijn wordt steeds ingedeeld in de klasse ‘basis’ of hoger. De toepasselijke treinhalteringscode wordt bepaald op basis van het treinnummer; voor de toepassing van de treinhalteringscodes gelden de volgende regels: • treinhalteringscode A: trein voor personenvervoer die op zijn route van begin- naar eindstation volgens dienstregeling (het traject onder één treinnummer) alle stations bedient of ten hoogste 15% van de stations niet bedient; • treinhalteringscode B: trein voor personenvervoer die op zijn route van begin- naar eindstation volgens dienstregeling (het traject onder één treinnummer) ten hoogste 50% van de stations niet bedient. • treinhalteringscode C: trein voor personenvervoer, zonder voorwaarden met betrekking tot percentages niet-bediende stations. Het aantal halteringen voor de gebruiksvergoeding wordt bepaald op basis van de activiteiten ‘vertrek’ en ‘korte stop’ in de ProRail-verkeersleidingssystemen, voor elke trein waarvoor een rijkarakteristiek wordt opgegeven die een reizigerstrein indiceert; in de toegangsovereenkomst wordt overeengekomen, welke treinhalteringscode van toepassing is per treinnummerreeks. Vernummering van treinnummers (waaronder voorloopcijfers) heeft geen invloed op de oorspronkelijke treinhalteringscode. Uitzonderingsregeling Enschede-Enschede grens De dienst ‘Transfervoorzieningen’ voor treinen op het baanvak Enschede-Enschede grens (richting Gronau) zal, vanwege de afwezigheid van registrerende verkeersleidingssystemen, worden afgerekend op planningsbasis. Om te compenseren voor eventuele niet-gereden treinen wordt 98,5% van het geplande aantal halteringen gefactureerd. 6.3.3
Dienstengroep ‘Reisinformatie’
6.3.3.1 Reis- en verkeersinformatie Als gebruiksvergoeding voor de delen van de dienst ‘Reis- en verkeersinformatie’ die niet zijn inbegrepen in de gebruiksvergoeding voor de dienst ‘Treinpad’ wordt een separate verkoopprijs doorberekend, die op de werkelijke kosten gebaseerd is. Op aanvraag wordt een prijsvoorstel gedaan op basis van een specifiek en individueel serviceniveau. 6.3.4
Dienstengroep ‘Emplacementen’
6.3.4.1 Opstel- en rangeersporen De dienst ‘Opstel- en rangeersporen’ wordt verrekend naar rato van de hoeveelheid en tijdsduur van de op aanvraag verdeelde opstelcapaciteit. Afgerekend wordt de capaciteit van de gehele nuttige lengte van het betrokken opstelspoor in meters, met onderscheiding van wel/niet in de beveiliging opgenomen sporen (waarbij aanwezigheid van detectie in het spoordeel waar opgesteld wordt maatgevend is).
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 77
Overeen te komen regeling ► Bij constatering van opstelgebruik door een spoorwegonderneming op een spoor zonder dat de onderneming de opstelcapaciteit op dat spoor heeft verkregen wordt het dubbele van het tarief voor een afzonderlijke dag in rekening gebracht. ◄ Wanneer het gebruiksrecht van een spoor aan meerdere spoorwegondernemingen wordt verdeeld (timesharing) wordt de gebruiksvergoeding over de betrokken ondernemingen in gelijke delen aangerekend. Dit geldt alleen voor jaardienstaanvragen die alle weken van het dienstregelingsjaar betreffen. Als het gebruik van opstel- en rangeersporen nodig is in verband met de uitvoering van een door ProRail gegeven opdracht, is dat gebruik vrijgesteld van de gebruiksvergoedingen voor de dienst ‘Opstel- en rangeersporen’. Een aanvrager die de vrijstellingsregeling toegepast wil zien, moet dat in zijn capaciteitsaanvraag vermelden; in dat geval kan geen beroep op enige voorrang bij de verdeling worden gedaan. 6.3.4.2 Laad- en losplaatsen De vergoeding voor het gebruik van de in bijlage 21 vermelde laad- en losplaatsen is inbegrepen in de vergoeding voor het gebruik van opstel- en rangeersporen. ProRail behoudt zich het recht voor om een specifiek gebruiksvergoeding te verlangen voor andere laad- en losplaatsen. Als ProRail gebruik maakt van de mogelijkheid om specifieke gebruiksvergoedingen te verlangen voor andere laad- en losplaatsen zal dat via een aanvulling op de Netverklaring worden bekendgemaakt. 6.3.4.3 Tankfaciliteiten De vergoeding voor de dienst ‘Tankfaciliteiten’ wordt verrekend via de exploitant van de installatie. 6.3.4.4 Voorzieningen op emplacementen De vergoeding voor de in paragraaf 5.5.4 t/m 5.5.10 omschreven voorzieningen op emplacementen, voor zover die voorzieningen bij bekendmaking van de Netverklaring gebruiksklaar aanwezig zijn, is inbegrepen in de vergoeding voor het gebruik van opstel- en rangeersporen. ProRail behoudt zich het recht voor om een specifiek gebruiksvergoeding te verlangen voor andere voorzieningen op emplacementen; een dergelijke gebruiksvergoeding kan mede (een deel van) de kosten van aanleg omvatten. Als ProRail gebruik maakt van de mogelijkheid om specifieke gebruiksvergoedingen te verlangen voor nieuw in gebruik te nemen voorzieningen zal dat via een aanvulling op de Netverklaring worden bekendgemaakt. 6.3.5 Dienstengroep ‘Informatie’ De gebruiksvergoeding voor (onderdelen van) enkele Informatiediensten is inbegrepen in de gebruiksvergoeding voor de dienst ‘Treinpad’; voor onderdelen die daarbuiten vallen wordt een separate verkoopprijs doorberekend, die op de werkelijke kosten gebaseerd is. Voor een aantal diensten is maatwerk mogelijk; op aanvraag wordt daarvoor een prijsvoorstel gedaan op basis van een specifiek en individueel serviceniveau. 6.3.6 Verrekening subsidie voor goederenvervoer ProRail verrekent in de facturering van de gebruiksvergoedingen een subsidie die door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat beschikbaar gesteld is voor het goederenvervoer. De subsidie wordt toegepast voor spoorwegondernemingen in het marktsegment goederenvervoer alsmede voor spoorwegondernemingen die vervoeractiviteiten verrichten die geheel of gedeeltelijk concurreren in de spoorgoederenvervoermarkt. De subsidie is alleen van toepassing voor zover in de toegangsovereenkomst ook de prestatieregelingen goederenvervoer (zie de prestatieregelingen 2, 3 en 4 in bijlage 26) worden overeengekomen en wordt zo toegekend dat: a. Voor de onderstaande categorieën van treinen voor de diensten ‘Treinpad’, in combinatie met de diensten ‘Opstel- en rangeersporen’, en ‘Laad- en losplaatsen’ na verrekening van de subsidie de onderstaande netto tarieven gefactureerd worden; de subsidie wordt gespecificeerd in de factuur.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 78
Eventuele toeslagen voor schaarse capaciteit worden niet gecompenseerd vanuit de subsidieregeling. Voor de verdeling van de subsidie wordt een keuze geboden uit de hierna weergegeven twee staffeltabellen; in de toegangsovereenkomst wordt overeengekomen welke tabel voor de gehele looptijd van de overeenkomst van toepassing zal zijn. staffeltabel A tarieven per treinkilometer
tot en met 31 december 2010
vanaf 1 januari 2011
prijspeil 2010
prijspeil 2011
voor treinen in de treingewichtklasse tot ten hoogste 275 ton: voor treinen in de treingewichtklasse groter dan 275 ton tot ten hoogste 750 ton: voor treinen in de treingewichtklasse groter dan 750 ton tot ten hoogste 3000 ton: voor treinen in de treingewichtklasse groter dan 3000 ton:
€ 0,864 € 1,749
€ 0,916 € 2,011
€ 1,842
€ 2,155
€ 2,246
€ 2,808
staffeltabel B tarieven per treinkilometer
tot en met 31 december 2010
vanaf 1 januari 2011
prijspeil 2010
prijspeil 2011
€ 0,745 € 1,489
€ 0,812 € 1,623
€ 1,704
€ 1,942
€ 1,749
€ 2,011
€ 1,842
€ 2,155
€ 3,156
€ 4,418
82
voor de categorie losse-loc-treinen voor andere treinen in de treingewichtklasse tot ten hoogste 275 ton: voor treinen in de treingewichtklasse groter dan 275 ton tot ten hoogste 750 ton: voor treinen in de treingewichtklasse groter dan 750 ton tot ten hoogste 1600 ton: voor treinen in de treingewichtklasse groter dan 1600 ton tot ten hoogste 3000 ton: voor treinen in de treingewichtklasse groter dan 3000 ton:
b. Voor de dienst 'Bovenleiding' na aftrek van de subsidie een netto tarief van € 0,029778 per kWh (prijspeil 2010) wordt gehanteerd.
6.4
Prestatieregeling
Een prestatieregeling dient erop gericht te zijn om storingen van de infrastructuur en verstoringen van het treinverkeer zo gering mogelijk te houden en de prestatie van het spoorwegnet te verbeteren. ProRail biedt een aantal prestatieregelingen aan, zie bijlage 26. Dit aanbod sluit niet uit dat aanvullende of gewijzigde prestatieregelingen worden overeengekomen. Tot de prestatieregelingen kunnen ook regelingen behoren om de dienstverlening van ProRail te verbeteren. Daarnaast is ProRail aangesloten bij het in internationaal verband te ontwikkelen European Performance Regime. Overeen te komen regeling ► ProRail biedt aan, in de toegangsovereenkomst afspraken te maken over prestatieregelingen. ◄
6.5
Wijzigingen van de gebruiksvergoedingsregelingen
Als ProRail essentiële onderdelen van de in deze Netverklaring omschreven gebruiksvergoedingsregelingen wil wijzigen zal ProRail het concept van de gewijzigde regeling ter consultatie aan 82
Als losse-loc-treinen worden aangemerkt de treinen die bestemd zijn voor het overbrengen van uitsluitend locomotieven en die zijn ingelegd met rijkarakteristiek “LL”.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 79
gerechtigden voorleggen; de gewijzigde regeling wordt van kracht tenminste drie maanden nadat die in een aanvulling op de Netverklaring bekendgemaakt is. ProRail kan tarieven onder meer wijzigen op grond van indexeringen volgens de consumentenprijsindex [CPI], zoals opgenomen in het Centraal Economisch Plan van het Centraal Planbureau, bijlage 2. Een dergelijke wijziging wordt van kracht tenminste één maand nadat die in een aanvulling op de Netverklaring bekendgemaakt is.
6.6
Facturering
ProRail factureert de gebruiksafhankelijke gebruiksvergoedingen per kalendermaand bij wijze van e voorlopige factuur telkens op de 1 van de desbetreffende maand. De voorlopige factuur wordt gebaseerd op een schatting van de voor die maand voorziene gebruiksomvang. De eindafrekening volgt na afloop van de desbetreffende maand. Vergoedingen die gebruiksonafhankelijk per jaar of gedeelte daarvan zijn bepaald worden in maandelijkse termijnen gefactureerd. Betaling voor de dienstengroepen ‘Reisinformatie’ en ‘Informatie’, voor zover geen onderdeel van de dienst ‘Treinpad’, geschiedt in principe achteraf en per maand. Uitzondering hierop zijn betalingen onder € 100.000 (per jaar), deze worden als volgt gefactureerd: • Bij initiële levering van de dienst wordt achteraf, direct na levering van de dienst, gefactureerd. • Bij jaarlijkse continuering van afname van de dienst wordt steeds in Q1 gefactureerd. In sommige gevallen zal ProRail een zekerstelling of betaling vragen voorafgaand aan de levering. De facturen en voorlopige facturen dienen uiterlijk dertig dagen na factuurdatum te worden betaald. Het is niet toegestaan om tegenvorderingen van spoorwegondernemingen te verrekenen met de gebruiksvergoeding. Bedragen verschuldigd in verband met de eindafrekening van een prestatieregeling worden gefactureerd binnen twee maanden na verzending van de factuur over de laatste termijn van de periode waarop de prestatieregeling betrekking heeft.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009
blad 80
bijlage 1
Algemene overzichtskaart met netwerkconfiguratie
Eemshaven Roodeschool Delfzijl 27
27 Sauwerd
54
11 Harlingen 26
47
29
Groningen
Leeuwarden
50
Weener (D)
Veendam
66 Den Helder
77 Stavoren
35
Emmen
17
Heerhugowaard
Enkhuizen
18
Meppel Kampen
33 Uitgeest
13
Lelystad Centrum Zaandam 10 Amsterdam
19
17 8 Haarlem 17
Zandvoort aan Zee
29
27
39 Alphen 39 18 15 aan de Rijn 16 Woerden Den Haag 45 18 19 Utrecht Leidschendam 28 16 Hoek van Holland Gouda 19 24 24 Maasvlakte Schiedam 4 Rotterdam 9 49 42 11 Dordrecht Kijfhoek 47 Leiden 16
45
21
34
Marienberg
Nijverdal West19 30 Wierden 47 Almelo Bad Bentheim (D) Nijverdal 18 39 15 Deventer Enschede Hengelo8 45 Gronau (D)
67
15 Hilversum 16
27
Zwolle
13
40
13 Weesp
Schiphol
41 Laarwald (D)
Hoorn
23
Apeldoorn 44
Amersfoort
Zutphen
41
Ede Wageningen 29 43 Arnhem 16 50 Rhenen 10 14 Zevenaar 44 Elst 17 Terborg 43 Nijmegen Geldermalsen Emmerich (D)
Winterswijk
44
15 Lage Zwaluwe
's-Hertogenbosch 23
75 Vlissingen
Sloehaven
15
22 Roosendaal 8
Breda
22 21
17 Tilburg
Essen (B) Noorderkempen (B)
61
12 Boxtel 20 52
Eindhoven 29
Venlo
Terneuzen Weert
10 Zelzate (B)
3
24
15
Kaldenkirchen (D)
24
Neerpelt (B) Roermond 24 6 Sittard
22 Lanaken(B) Maastricht 11
14 9 Herzogenrath (D) Heerlen 6 23 Kerkrade Centrum
Visé (B)
Legenda Aantal sporen 1 2 3 of meer 75 !
afstand in kilometers station/knooppunt (selectie)
Hoofdspoorwegen situatie januari 2011 inzicht november 2009 Bron: Infra Atlas
Noot: Bij knooppunten zijn niet alle verbindingsbogen weergegeven
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 1 Algemene overzichtskaart met netwerkconfiguratie
blad 1
De in onderstaande tabel vermelde stamlijnen zijn hoofdspoorwegen. locatie
naam stamlijn
bijzonderheden
Haven van Rotterdam Haven van Rotterdam Haven van Rotterdam Haven van Rotterdam Haven van Rotterdam Haven van Rotterdam Haven van Amsterdam Haven van Amsterdam Haven van Amsterdam Moerdijk Utrecht Delfzijl Dordrecht Dordrecht Maastricht Roodeschool Vlissingen Zwijndrecht Oosterhout Roosendaal Roosendaal Alphen aan den Rijn Tilburg Hengelo Born Axel Venlo Almelo Arnhem Zwolle Oss
Waalhaven Eemhaven Pernis Botlek Europoort Maasvlakte Westelijk havengebied Hemhaven Houtrakpolder Industrieschap Industrieterrein Lage Weide stamlijn Havenschap Zeehaven Industrieterrein De Staart tot kruising met Grevelingenweg Beatrixhaven Eemshaven Sloehaven Groote Lindt Industrieterrein Weststad Industrieterrein Borchwerf Industrieterrein Rijnhaven uitsluitend stamlijntak langs Magazijnweg De Loven Zuid Franciscushaven Axelse Vlakte Tradeport Bedrijvenpark Twente gemeentelijke stamlijn Katwolde Elzenburg
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 1 Algemene overzichtskaart met netwerkconfiguratie
blad 2
bijlage 2
Lijst van begrippen
Naam begrip
Definitie
Ad-hocaanvraag
Capaciteitsaanvraag voor infrastructuur ten behoeve van vervoer en voor beheer, als ook voor het afhandelen van verstoringen in de vorm mutaties op het verdelingsplan dat binnen de ad-hocfase actueel is.
Aslast Baanvak
Besloten personenvervoer Betuweroute
Toelichting: Dit zijn aanvullingen op de capaciteitsverdeling die vastgelegd zijn in het verdelingsplan van de Jaardienst. Aslast is het gewicht (in tonnen) per as van een spoorvoertuig, incl. belading. Een baanvak is een opeenvolging van aaneengesloten dienstregelpunten en vrije banen, beginnend en eindigend in een dienstregelpunt. Toelichting: De begrippen baanvak en traject worden in de praktijk doorgaans beide en soms ook door elkaar gebruikt. Besloten personenvervoer is het vervoer van personen per trein, anders dan openbaar vervoer zoals bedoeld in de Wet personenvervoer. Onder de goederenspoorweg Betuweroute wordt verstaan: de spoorweg Maasvlakte – Kijfhoek – Zevenaar en de daaraan gelegen emplacementen; met inbegrip van de emplacementen Feijenoord en IJsselmonde en de sporen die die emplacementen verbinden met de genoemde spoorweg; met inbegrip van de stamlijnen (niet-hoofdspoorwegen) die verbonden zijn aan de bedoelde emplacementen. De begrenzing van de sporen die onderdelen van de Betuweroute verbinden met het gemengde net ligt ter plaatse van de punten zoals vermeld in onderstaande tabel: lokatie spoor-ID in verbinding punt IJsselmonde EF Brdv Rtst km 42.000 tussen wsl 135 en de kruising met wsl 135 Brdv Rtst het spoor tussen wsl 903 en wsl wsl 911A 907B e 267 Rtz IJsm sein 960 266c Rtz IJsm sein 962 Zwijndrecht
37 67 68 69
Zwd Kfhz Kfhz Kfhz
Kfh Zwd Zwd Zwd
km 33.700 sein 1380 sein 1382 sein 1384
Meteren
CC DD EE FF
BRMet Gdm BRMet Zbm
Gdm BRMet Zbm BRMet
km 147.000 km 247.000 km 346.600 km 346.600
Elst
KK HH GG
CUP CUP Est
Nm Est CUP
km 290.000 km 190.000 km 190.000
Zevenaar
Buitengewoon Vervoer
ZN BRValo Zv km 107.200 ZM BRValo Zv km 107.200 KL Zv BRValo km 107.200 Buitengewoon vervoer is vervoer waarbij afmetingen, gewicht of aard van de lading of het materieeltype bijzondere technische of exploitatieve maatregelen vergen. Voor buitengewoon vervoer is een vervoersregeling vereist.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 2 Lijst van begrippen
blad 1
Naam begrip
Definitie
Capaciteitsovereenkomst
Capaciteitsovereenkomst is een toegangsovereenkomst waarin alleen de capaciteit, waarop de gerechtigde aanspraak kan maken, is vastgelegd zonder recht op toegang en gebruik van de spoorweginfrastructuur.
Centraal bediend gebied
Dienstregeling
Emplacement
ERTMS
ETCS
Toelichting: Een capaciteitsovereenkomst kan worden gesloten met een partij die volgens de wet gerechtigd is tot het sluiten van een toegangsovereenkomst (bijvoorbeeld een provincie die vervoerconcessies verleent, of een verlader), maar die niet beschikt over een bedrijfsvergunning. Een centraal bediend gebied is een gebied op het spoorwegnet, waarbinnen de samenhang van rijweginstelling en spoorbezetting vanuit één systeem wordt bewaakt en waar de bediening van individuele infraobjecten en de rijweginstelling plaatsvindt vanuit één centraal punt. Een dienstregeling is een overzicht van het geplande railverkeersproduct van alle vervoerders in termen van vertrek-, doorkomst- en aankomsttijden van treinen op dienstregelpunten. Een dienstregeling heeft altijd een bepaalde geldigheid. Toelichting: Het blijkt dat de term dienstregeling voor van alles en nog wat wordt gebruikt: soms voor de productgerelateerde activiteiten, soms voor het totaal incl. procesgerelateerde activiteiten. Een dienstregeling/Infraplan geeft op het gebruik van het productiemiddel “Infra” invulling aan een dienstregeling. Een emplacement is een gebied van de railinfrastructuur dat bestemd en ingericht is om treinen te doen stoppen, beginnen, eindigen, inhalen, kruisen, opstellen of rangeren en voorzien van ten minste één wissel. In de Algemene Maatregel van Bestuur (Besluit)/Ministeriële Regeling Spoorverkeer wordt emplacement als volgt aangeduid: tot een emplacement behoren: a. alle sporen, aangeduid met een cijfer; b. de spoorgedeeltes van het wisselcomplex; c. alle aan de sporen als bedoeld sub a en b grenzende sporen tot een maximale afstand van 200 meter * voor het toegangssein van dat emplacement, tenzij door de beheerder is aangegeven middels een bord (SR 302) dat op dit spoor niet kan worden gerangeerd of beperkingen gelden ten aanzien van het rangeren. Toelichting: *) Bij sommige emplacementen wijkt dit af. Bijvoorbeeld voor het emplacement Hoorn geldt 275 m. en voor Amersfoort geldt 340m. ERTMS is het Europese gestandaardiseerde beveiligingssysteem voor het treinverkeer. Toelichting: Zie ook ETCS en GSM-R ERTMS kent 3 niveaus 1. Puntsgewijze treinbeveiliging met vaste blokken, en conventionele treindetectie. Deze is qua functionaliteit vrijwel gelijk met ATB-NG; 2. Cabinesignalering gebaseerd op radiocommunicatie, conventionele treindetectie, vaste blokken; 3. Cabinesignalering gebaseerd op radiocommunicatie, de trein geeft zelf zijn positie door, vaste of bewegende blokken. ETCS is een onlosmakelijk onderdeel van het ERTMS en heeft betrekking op de signalering, zowel naast het spoor als in de cabine.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 2 Lijst van begrippen
blad 2
Naam begrip
Definitie
Gebruiksbeperking
Een gebruiksbeperking is een afwijking van de normale gebruikwaarde van de railinfrastructuur. Zoals: tijdelijke snelheidsbeperkingen (TSB’s) toelatingsnormen en vervoersregelingen materieel-spooruitsluiting materieel-wisseluitsluiting belastingbeperking beperking stroomafname beperking milieuvergunning vervoersbeperking geluidbeperking Volgens de Spoorwegwet is een gerechtigde een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die bevoegd is tot het sluiten van een toegangsovereenkomst met ProRail. Zie artikel 57 van de Spoorwegwet. Gevaarlijke stoffen zijn stoffen, die door hun eigenschappen in geringe hoeveelheid al gevaar opleveren voor mens, dier of milieu, zoals bedoeld in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. GSM-R is het draadloze telecommunicatienetwerk voor de spoorsector.
Gerechtigde
Gevaarlijke stoffen
GSM-R
Knooppunt
KPI
Netwerkconfiguratie
Niet-centraal bediend gebied
Opstelspoor
Toelichting: GSM-R wordt gebruikt als communicatiemedium zowel spraak (machinist en treindienstleider) als data (tussen de beveiligingssystemen aan wal en in de trein). Een knooppunt is een dienstregelpunt of een verzameling (naburige) dienstregelpunten die een rol spelen bij de processen van treindienst. Er zijn drie soorten knooppunten: infraknooppunt: proces = planning, verdeling en vrijgeven van infra. Een infraknooppunt is ook een knooppunt, waar minimaal drie vrije banen samenkomen. materieelknooppunt: proces = planning en uitvoering van materieelbehandelingen en rangeren. personeelknooppunt: proces = planning en besturing van de personeelsdiensten. Een KPI (Key Performance Indicator of Kritische Prestatie Indicator) is een te leveren prestatie van een onderneming. Het is een managementinstrument. Toelichting: Een KPI wordt uitgedrukt in een of meer meetbare, onderling gerelateerde variabelen. Bijvoorbeeld: in 2010: 54% van de reizigers moeten een rapportcijfer van 7 of hoger geven. De netwerkconfiguratie (macro topologie) is de weergave van het netwerk van de railinfrastructuur op het niveau van dienstregelpunten (stations, haltes, aansluitingen, bruggen etc.) en de vrije banen. Hierin fungeren de dienstregelpunten als knopen en de vrije banen als de takken.Hierin is een extra verfijning aan te brengen door de takken (hier de vrije banen) nader te precizeren tot de afzonderlijke vrijebaansporen. Deze verfijning is voor sommige plannings- en capaciteitsverdelingsfuncties nuttig wegens het iets verhoogde detailniveau, ter voorkoming van conflictsituaties.Zie ook de Definitie:van “vrije baan”. Een niet centraal bediend gebied is een gebied op het spoorwegnet, waarbinnen de samenhang van rijweginstelling en spoorbezetting niet vanuit één systeem wordt bewaakt en waar de bediening van individuele infraobjecten en de rijweginstelling lokaal plaatsvindt onder de supervisie van de treindienstleider met minimale bevoegdheid. Opstelspoor Een opstelspoor is een spoor bedoeld voor het opstellen van materieel. Opstellen Opstellen is het tijdelijk laten staan van materieel dat tijdens die stilstand niet opgenomen is in de dienstregeling en geen rangeerbewegingen uitvoert.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 2 Lijst van begrippen
blad 3
Naam begrip
Definitie
Overloop
Een overloop is een voorziening om op een vrije baan van spoor te wisselen via (minimaal 2) wissels.
Pad
Toelichting: De toepassing van een overloop is de Infratechnische Voorziening voor Onderhoud, deze wordt in de vervoersplanning gezien als een dienstregelpunt. Een pad is een beweging als conflictvrije invulling voor een slot. Volgens richtlijn 2001/14/EG is een treinpad: De infracapaciteit die nodig is om een trein in een bepaald tijdvak tussen twee plaatsen te laten rijden. Synoniem:Treinpad
Perronspoor
Toelichting: Simpeler gezegd:De lijn voor een trein op de tijd-weggrafiek tussen begin- en eindpunt en de daarbij behorende vertrek- en aankomsttijdstippen, binnen de daarvoor beschikbare infracapaciteit (dus in die zin conflictvrij). Op dezelfde manier, maar op kleinere schaal, geldt dit ook voor een rangeerbeweging binnen een primair procesleidingsgebied: het achtereenvolgens benutten van enkelvoudige routes in de tijd. Zie de tekening bij de toelichting van “slot”. Spoor langs het perron. Spoor Een spoor is een ononderbroken, benaamd deel van een spoortak, eenduidig begrensd door daarvoor geldige spoorgrenzen en bedoeld als van- of naar-locatie voor een beweging, danwel als opstelplaats voor materieel. Toelichting: Een meer populaire definitie is: Twee (evenwijdige) spoorstaven, zodanig geconstrueerd, dat er railvoertuigen op kunnen rijden. Dit is echter eerder de omschrijving van “rails”.
Prestatieregeling Rangeren
Perron Een perron is een verhoging langs het spoor bij een station of halte, waar reizigers kunnen in- en uitstappen en/of goederen kunnen worden aangenomen en afgeleverd. Een regeling inzake de wederkerige prestaties van de infrabeheerder en de spoorwegonderneming; een vergoedingssysteem kan daarvan deel uitmaken. Rangeren is het uitvoeren van een rangeerbeweging. Besluit spoorverkeer: Rangeren: alle in hun geheel binnen een emplacement plaatsvindende verkeersbewegingen met treinen (of spoorvoertuigen).
Reisinformatie
RNE
Rangeerbeweging Een verkeersbeweging waarbij de restrictie geldt, dat wordt gereden binnen de begrenzing van een emplacement of een materieelknooppunt. Informatie op treinniveau, gericht op reizigers, die wordt verspreid o.a. via de door ProRail beheerde en bediende omroepinstallaties, dynamische reisinformatiedisplays (“ARGOS-borden”) en centrale trein- en halaanwijzers. Reisinformatie betreft mede de door de spoorwegonderneming genomen maatregelen om de reizigers zo nodig om de versperring heen te leiden en/of getroffen reizigers verder te vervoeren. De inhoud van de reisinformatie is de verantwoordelijkheid van de spoorwegonderneming. Deze informatie wordt door de spoorwegonderneming volgens in het kader van een Aanvullende dienst bij de Toegangs-overeenkomst overeen te komen specificaties en communicatieafspraken beschikbaar gesteld aan ProRail. RailNetEurope is een Europees samenwerkingsverband van beheerders van spoorweginfrastructuur op het gebied van capaciteitsverdeling en operatie. Binnen RNE worden o.a. de internationale dienstregelingsaanvragen gecoördineerd en afgestemd. (www.railneteurope.com)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 2 Lijst van begrippen
blad 4
Naam begrip
Definitie
Slot
Een slot is een in tijd en ruimte aaneengesloten samenstel van één of meer infracapaciteitseenheden, dat ruimte biedt aan een geldig infragebruiksdoel van de railinfrastructuur. Toelichting (figuur): Pad
(lijn)
= beweging als conflictvrije invulling voor een slot over een gedetermineerd deel van de railinfrastructuur.
Slot
(opp. in omhullende)
= in tijd en ruimte aaneengesloten samenstel van 1 of meer infracapaciteitseenheden dat ruimte biedt aan een geldig gebruiksdoel van de infrastructuur.
08
o p e n in g
Localebezettingen (incl.marge)
T Infracapaciteitseenheid
(opp. rechthoekje)
= elementair ruimte-tijd deel, dat bepaald wordt door een gedetermineerd infradeel (ruimte) en een tijdsinterval, waarmee de toewijzing van infracapaciteit aan geldige gebruiksdoelen identificeerbaar en op maat kan worden verricht.
07
x
X 1
X X 2 3 (weg = traject of PPLG-route)
X 4
X5 brug
X 6
Buitendienststelling sporen 14a, 14b, 16a en 16b Vergelijkbaar: volume-infra-inzet
.30
T
.00
14a
14b
16a
16b
x Spooraansluiting Spoorwegonderneming
Spoor- en baanvakgeometrie Stamlijn
Een spooraansluiting is een aansluiting van het terrein van één bedrijf door middel van een spoor en een wissel aan het spoorwegnet. Volgens de Spoorwegwet: een spoorwegonderneming is een onderneming waarvan de (voornaamste) activiteit bestaat uit het leveren van spoorwegvervoerdiensten voor goederen of reizigers en die beschikt over tractie om de bedoelde diensten te verzorgen alsmede iedere andere onderneming die gebruik maakt of beoogt te maken van de spoorweg en ook beschikt over tractie. Synoniem: Vervoerder. Spoor- en baanvakgeometrie is de ligging van sporen en baanvakken uitgedrukt in meetkundige termen. Een stamlijn is een spoorweg ter ontsluiting van meerdere spooraansluitingen in een haven- of industriegebied.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 2 Lijst van begrippen
blad 5
Naam begrip
Definitie
Station
Een station is een gebouw of werk dat blijkens zijn constructie en inrichting geheel of gedeeltelijk is bestemd voor aankomst en vertrek van spoorvoertuigen met het oog op het in-, uit- of overstappen van reizigers. Niet- of niet juist werkende functionaliteit van de spoorweginfrastructuur. Een tankplaat is een bodembeschermende voorziening ten behoeve van het tanken van spoorvoertuigen, al of niet voorzien van een tankinstallatie. Een tankinstallatie is een installatie voor de opslag van brandstof, inclusief de mogelijkheden om spoorvoertuigen van brandstof te voorzien op een milieuverantwoorde wijze.
Storing Tankplaat Tankinstallatie
Toegangsovereenkomst
Tonmetergewicht Traject Treindienst- en verkeersleiding
Treinpad Verkeersgebruik
Verkeersinformatie
Toelichting: Conform de wet milieubeheer. Een toegangsovereenkomst is een overeenkomst tussen ProRail en een gerechtigde over het gebruik van capaciteit en bevat in ieder geval bedingen over: a. de door ProRail te bieden kwaliteit van de hoofdspoorweginfrastructuur; b. de gebruiksvergoeding. Toelichting: Zie art. 59 van de Spoorwegwet Zie ook: Capaciteitsovereenkomst. Een tonmetergewicht is het gewicht in tonnen dat een trein gemiddeld per strekkende meter weegt. Verbinding tussen twee plaatsen met betrekking tot voer- of vaartuigen die die weg geregeld afleggen. Treindienstleiding Organisatie van mensen en systemen, die gericht is op het: zorgen voor spoorwegveiligheid; vrijgeven van rijwegen aan infragebruikers; bij verschil tussen gevraagde en beschikbare rijwegen het procesplan rijwegen opnieuw vaststellen en hierover informatie verstrekken; bij een calamiteit nemen van de juiste maatregelen en vervolgens melding maken van de calamiteit. Netwerkverkeersleiding Organisatie van mensen en systemen, die gericht is op het: toedelen en verdelen van railinfracapaciteit in de operationele fase; verstrekken van informatie van deze toedeling; evalueren van de afhandeling van verstoring. Synoniem: zie pad Verkeersgebruik is het gebruik van de capaciteit van de infrastructuur voor verkeer. Dit in tegenstelling tot het gebruik van de infrastructuur voor beheer. Toelichting: Verkeer is te onderscheiden in rijdend en stilstaand verkeer. Beheer is het maken, onderhouden en vernieuwen van de infrastructuur. Binnen de spoorbranche: Rijdend gebruik is het rijden van de trein, in- en uitstappen resp. laden en lossen, rangeerhandelingen ten behoeve van het samenstellen van treinen. Stilstaand gebruik is het opstellen en verzorgen van spoorvoertuigen: inspecties, bevoorrading verbruiksmaterialen, hygiënische verzorging in- en uitwendig, kleine herstellingen. Informatie over de verkeersstatus op de hoofdspoorweginfrastructuur, zonder specifieke informatie op treinniveau en zonder reisadvies. Dit betekent dat aangegeven wordt hoe de situatie op de hoofdspoorweginfrastructuur is en zal zijn (bijv. twee sporen versperd, geen treinverkeer mogelijk), waarbij tevens het aanbod/realisatie van vervoer wordt aangegeven; aanbod/realisatie wordt daarbij treinseriegewijs aangegeven. Dit is een verantwoordelijkheid van ProRail (bijsturing treinverkeer). ProRail verstrekt deze verkeersinformatie aan de spoorwegondernemingen in het kader van de dienst ‘Treinpad’ volgens de bij de toegangsovereenkomst overeengekomen communicatieafspraken, alsmede aan informatieproviders.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 2 Lijst van begrippen
blad 6
Naam begrip
Definitie
Verstoring
Een verstoring is een afwijking van een trein op het verdelingsplan op een dienstregelpunt boven een vastgestelde normwaarde. Er zijn drie soorten verstoringen: 1. vertragingen groter dan of gelijk aan de onregelmatigheidvertragingsnorm; 2. opheffing waarvoor geen order normale treindienst is ingediend; 3. omleiding waarvoor geen order normale treindienst is ingediend.
Voorverwarming
VPT-systeem Wielbandonregelmatigheid
Toelichting: Zie artikel 23 lid 1 van het Besluit Spoorverkeer. Voorverwarming is het inschakelen van de verwarming in een spoorvoertuig uit comfortoverwegingen voor het reizigersvervoer dat daarmee aanstonds gaat plaatsvinden of uit technische overwegingen voor dieselmotoren. Toelichting: In koude tijden worden treinen uit comfortoverwegingen voorverwarmd, zodat de reiziger bij de start van de treindienst in een verwarmde trein stapt. Voor dieseltractie geldt bovendien, dat ook de brandstof wordt voorverwarmd om startproblemen te voorkomen. Vervoer Per Trein (VPT) systeem is een Informatie- en communicatiesysteem ter ondersteuning van de planning, uitvoering en bijsturing van de treindienst. Een wielbandonregelmatigheid is een beschadiging in het loopvlak van een treinwiel.
Verkorting
Betekenis
CUI
Uniforme Regelen betreffende de overeenkomst inzake het gebruik van de infrastructuur bij internationaal spoorwegvervoer European Rail Traffic Management System European Traffic Control System Global System for Mobile Communications for Railways. Inspectie Verkeer en Waterstaat Key Performance Indicator of Kritische Prestatie Indicator Nederlandse Mededingingsautoriteit (www.nmanet.nl). Reglement voor het wederzijds gebruik van rijtuigen en bagagewagens in internationaal verkeer Reglement voor het wederzijds gebruik van goederenwagens in internationaal verkeer RailNetEurope Technische Specificatie inzake Interoperabiliteit
ERTMS ETCS GSM-R IVW KPI NMa RIC RIV RNE TSI
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 2 Lijst van begrippen
blad 7
(lege bladzijde)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 2 Lijst van begrippen
blad 8
bijlage 3
Consultatie
De Netverklaring 2011 is door ProRail opgesteld na overleg met de betrokken gerechtigden. In deze bijlage is het proces van consultatie van betrokken gerechtigden beschreven over de Netverklaring 2011 Gemengde net, alsmede de uitkomst daarvan. Overleg met spoorwegondernemingen In 2009 zijn zogenaamde tafels van overleg ingericht om gezamenlijk door spoorwegondernemingen en ProRail diverse onderwerpen te bespreken. In deze tafels van overleg zijn in een vroeg stadium een aantal veranderingen in de Netverklaring besproken. Daarnaast zijn diverse overleggen gevoerd vanuit het project (tot sanering van) uitvoeringsregelingen. Start van consultatie Een conceptversie van de Netverklaring 2011 is op 7 september 2009 beschikbaar gesteld aan alle spoorwegondernemingen die op dat moment actief waren op het door ProRail beheerde spoorwegnet, alsmede aan alle bestuursinstanties die bevoegd zijn tot het verlenen van concessies voor openbaar personenvervoer per trein. De aanbiedingbrief waarin het beschikbaar zijn van de conceptversie van de Netverklaring 2011 werd aangekondigd, ging in op de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de Netverklaring 2010, op het overleg dat voorafgaand aan de opstelling van de concept-Netverklaring 2011 plaats vond en op de verdere consultatieprocedure. Advertentie Daarnaast heeft ProRail via advertenties in de Staatscourant en Nieuwsblad Transport andere gerechtigden geattendeerd op de mogelijkheid om bij te dragen aan de Netverklaring 2011; van deze mogelijkheid is door die andere gerechtigden geen gebruik gemaakt. Vragen en opmerkingen van gerechtigden Gerechtigden hebben tot 19 oktober 2009 de gelegenheid gekregen om schriftelijk te reageren op de (wijzigingen van de) concept-Netverklaring 2011 zoals op 7 september 2009 aangeboden. ProRail heeft reacties ontvangen van NMBS / B-Cargo, een gezamenlijke reactie van HSA Beheer, Thalys Nederland en NS Internationaal, Koninklijk Nederlands Vervoer (namens ACTS, BAM Rail, DB Schenker Rail Nederland, ERS Railways, Rotterdam Railfeeding, Rurtalbahn Benelux, SCNF ITLBenelux, Strukton Rail, Veolia Cargo Nederland, Voestalpine Railpro en Volker Rail) en NS Reizigers (mede namens NedTrain). Reactie van ProRail ProRail heeft de ontvangen vragen en opmerkingen opgenomen in een overzicht. In dat overzicht is tevens per vraag/opmerking gemotiveerd aangegeven, welk gevolg ProRail daaraan verbindt. Een deel van de ontvangen vragen en opmerkingen gaf ProRail aanleiding om bij vaststelling van de Netverklaring 2011 een aantal wijzigingen en aanvullingen door te voeren ten opzichte van de conceptversie. Ook heeft ProRail nog wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van de conceptversie in verband met recent bekendgemaakte wetgeving, alsmede ter correctie van gebleken fouten. Alle inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van de conceptversie zijn verantwoord in het overzicht. Alle gerechtigden die schriftelijk gereageerd hebben, hebben van ProRail een overzicht ontvangen van alle vragen en opmerkingen die de gerechtigden hebben ingezonden, met de reactie van ProRail daarbij. ProRail stelt het overzicht op verzoek ook voor andere gerechtigden beschikbaar.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 3 Consultatie
blad 1
(lege bladzijde)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 3 Consultatie
blad 2
bijlage 4
Algemene klachten- en geschillenregelingen
Artikel 1. 1.
2. 3. 4.
5.
6. 7.
Indien één der partijen meent dat de andere partij de Toegangsovereenkomst niet of niet juist nakomt en getracht is om het vermeende al dan niet nakomen van de Toegangsovereenkomst door mondeling overleg met de wederpartij te verhelpen, kan deze partij een schriftelijke klacht indienen bij de persoon van de wederpartij die verantwoordelijk is voor dat deel van de uitvoering van de Toegangsovereenkomst waarop de klacht betrekking heeft. Na ontvangst van de klacht als bedoeld in het vorige lid reageert de ontvangende partij schriftelijk binnen vijf werkdagen met, indien de klacht gegrond wordt geacht, een voorstel ter oplossing van de klacht waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn de klacht opgelost wordt. Een klacht is naar tevredenheid afgehandeld indien beide partijen instemmen met de gekozen oplossing van de klacht. Indien een klacht niet naar tevredenheid wordt opgelost is sprake van een geschil indien zulks schriftelijk aan de wederpartij gemeld wordt. In de schriftelijke melding van het geschil wordt het geschil en de ontstaansgeschiedenis van het geschil omschreven waarbij wordt aangegeven wat de standpunten van beide partijen met betrekking tot het geschil zijn. De partij die de melding als bedoeld in het vorige lid ontvangen heeft, dient binnen vijf werkdagen na ontvangst daarvan het geschil in behandeling te nemen. Afhandeling van geschillen geschiedt bij ProRail op het niveau van afdelingsmanagement en bij de Spoorwegonderneming op een daartoe door de Spoorwegonderneming gekozen managementniveau. Indien partijen ervoor kiezen kan een geschil aan een ander managementniveau worden voorgelegd. Een geschil is opgelost indien beide partijen kunnen instemmen met de gekozen oplossing. Indien sprake is van een klacht en/of geschil spannen beide partijen zich in om tot een oplossing van de klacht en/of het geschil te komen.
Artikel 2. 1.
2.
Alle geschillen, met uitzondering van de geschillen als bedoeld in de geschillenregeling capaciteitsverdeling, welke mochten ontstaan naar aanleiding van de Toegangsovereenkomst en die niet op grond van Artikel 1 van deze Algemene Klachten- en Geschillenregeling minnelijk geschikt kunnen worden, worden beslecht overeenkomstig Artikel 28 van de Algemene Voorwaarden Toegangsovereenkomst. Deze klachten- en geschillenregeling laat het recht van partijen onverlet om in spoedeisende zaken een geschil direct aanhangig te maken bij de daartoe in Artikel 28 van de Algemene Voorwaarden aangewezen instantie.
Artikel 3. 1.
2. 3. 4.
5. 6. 7.
Indien een belanghebbende meent, dat ProRail hem oneerlijk heeft behandeld, gediscrimineerd of anderszins heeft benadeeld bij de vaststelling van de Netverklaring, in het bijzonder bij de verwerking van de zienswijze, die hij naar aanleiding van het ontwerp van de Netverklaring aan ProRail heeft kenbaar gemaakt, kan deze belanghebbende een schriftelijke klacht indienen bij de Raad van Bestuur van ProRail. Na ontvangst van de klacht als bedoeld in het vorige lid reageert ProRail schriftelijk binnen vijf werkdagen met, indien de klacht gegrond wordt geacht, een voorstel ter oplossing van de klacht waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn de klacht opgelost wordt. Een klacht is naar tevredenheid afgehandeld indien klager en ProRail instemmen met de gekozen oplossing van de klacht. Indien een klacht niet naar tevredenheid wordt opgelost is sprake van een geschil indien zulks schriftelijk aan de wederpartij gemeld wordt. In de schriftelijke melding van het geschil wordt de het geschil en de ontstaansgeschiedenis van het geschil omschreven waarbij wordt aangegeven wat de standpunten van beide partijen met betrekking tot het geschil zijn. De partij die de melding als bedoeld in het vorige lid ontvangen heeft, dient binnen vijf werkdagen na ontvangst daarvan het geschil in behandeling te nemen. Een geschil is opgelost indien beide partijen kunnen instemmen met de gekozen oplossing. Indien sprake is van een klacht en/of geschil spannen beide partijen zich in om tot een oplossing van de klacht en/of het geschil te komen.
Artikel 4. 1. 2.
Alle geschillen omtrent de Netverklaring, welke niet op grond van artikel 3 minnelijk geschikt kunnen worden, kunnen overeenkomstig artikel 71, lid 1 Spoorwegwet worden voorgelegd aan de NMa. Deze klachten- en geschillenregeling laat het recht van partijen onverlet om in spoedeisende zaken een geschil direct aanhangig te maken bij de daartoe in artikel 71, lid 1 Spoorwegwet aangewezen NMa.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 4 Algemene klachten- en geschillenregelingen
blad 1
(lege bladzijde)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 4 Algemene klachten- en geschillenregelingen
blad 2
bijlage 5
Model-Toegangsovereenkomst en Algemene Voorwaarden
model-Toegangsovereenkomst 2011 en model-Capaciteitsovereenkomst 2011 Voor de tekst van een model-Toegangsovereenkomst 2011 en een model-Capaciteitsovereenkomst 83 2011 wordt vooralsnog verwezen naar de model-Toegangsovereenkomst 2010 en de modelCapaciteitsovereenkomst 2010. Een geactualiseerde tekst van een model-Toegangsovereenkomst 2011 en een modelCapaciteitsovereenkomst 2011 kan vanaf 1 juli 2010 worden geraadpleegd via de website van ProRail.
83
te raadplegen via de website van ProRail (www.prorail.nl > vervoerders > netverklaring)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 5 Model-Toegangsovereenkomst en Algemene Voorwaarden
blad 1
(lege bladzijde)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 5 Model-Toegangsovereenkomst en Algemene Voorwaarden
blad 2
Algemene Voorwaarden Toegangsovereenkomst ProRail 2011 versie 11 december 2009 Algemene bepalingen Artikel 1.
Definities
Voor de toepassing van de Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder: 1. “Algemene Voorwaarden”: deze algemene voorwaarden. 2. “Bedrijfsvergunning”: de vergunning als bedoeld in artikel 28 Spoorwegwet. 3. “Behandelingskosten”: extra bureau- en communicatiekosten, administratiekosten ter afhandeling van het schadegeval, kosten van herplanning van de bedrijfsproductie en de kosten van personeel dat extra benodigd is gedurende de tijd dat het schadeveroorzakend voorval de normale bedrijfsproductie belemmert. De Behandelingskosten zijn –tenzij anders bepaald- gerelateerd aan het schadebedrag, dat voor de bepaling van de Behandelingskosten bestaat uit persoonsschade (letsel en overlijden), zaakschade, ladingschade, kosten voor berging en bereddering, deskundigenkosten alsmede Out of pocket kosten,en wel zoals in navolgende tabel is aangegeven: Schadebedrag Behandelingskosten € 0,- tot € 100.000,2,5% van het schadebedrag > € 100.000,- tot € 250.000,2,0% van het schadebedrag > € 250.000,- tot € 1.000.000,1,5% van het schadebedrag > € 1.000.000,- tot € 5.000.000,- 1,0% van het schadebedrag > € 5.000.000,werkelijke kosten 4. “Beheerder”: de houder van een concessie zoals bedoeld in artikel 16, eerste lid Spoorwegwet. 5. “Concessie”: de concessie als bedoeld in artikel 16, eerste lid Spoorwegwet. 6. “Derde”: elke andere natuurlijke – en/of rechtspersoon dan de Beheerder, de Spoorwegonderneming danwel hun Hulppersonen. 7. “Eilandbedrijf”: het werken op een deel van de Spoorwegen dat door de werkzaamheden tijdelijk niet is verbonden met het overige deel van de Spoorwegen. 8. “Hulppersoon”: de ondergeschikte of andere natuurlijke – en/of rechtspersoon, van wier diensten de Spoorwegonderneming of de Beheerder gebruik maakt als bedoeld in boek 6 van het BW. 9. “Inzetcertificaat”: het certificaat als bedoeld in artikel 36 lid 4 Spoorwegwet. 10. “Goedkeuringscertificaat”: het certificaat als bedoeld in de artikelen 4 en 6 Besluit keuring spoorvoertuigen. 11. “Minister”: de minister van Verkeer en Waterstaat. 12. “Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB)”: de Nederlandse richtlijn bodembescherming geeft voor bedrijfsmatige activiteiten invulling aan het preventieve bodembeschermingsbeleid; de NRB is een harmoniserend instrument voor de beoordeling van de noodzaak en redelijkheid van bodembeschermende maatregelen en voorzieningen. 13. “Netverklaring”: de geldende netverklaring als bedoeld in artikel 58 Spoorwegwet, inclusief de Aanvullingen op die Netverklaring die zijn bekendgemaakt tot en met de dag vóór de dag van ondertekening van de Toegangsovereenkomst. 14. “Niet zelfrijdende werktuigen”: werktuigen, bestemd voor de uitvoering van werkzaamheden op de Spoorwegen (inclusief emplacementen en stations), die door middel van andere voertuigen (weg- en/of Spoorvoertuigen) naar de bouwplaats worden vervoerd, zoals de gopher of grote kranen. 15. “Out of pocket kosten”: de kosten van vervangend vervoer binnen Nederland en vergoedingen die de Spoorwegonderneming uit hoofde van wettelijke regelingen gehouden is uit te keren aan de direct bij het Schadegeval betrokken reizigers en/of verladers, alsmede de per saldo additionele gebruiksvergoeding vanwege de andere dan oorspronkelijk geplande rijweg. Onder direct bij het Schadegeval betrokken reizigers en/of verladers wordt verstaan de reizigers en/of verladers die gebruik maken van het spoorvoertuig dat bij het Schadegeval betrokken is en de reizigers en/of verladers die gebruik maken van spoorvoertuigen die een zelfde mate van hinder ondervinden van het schadegeval in die zin dat de gevolgen van het Schadegeval voor de betrokken reizigers en/of verladers van deze spoorvoertuigen dezelfde zijn en op een zelfde manier verholpen zijn. 16. “Partijen”: de Beheerder en de Spoorwegonderneming. 17. “PGS 30”: vloeibare aardolieproducten, buitenopslag in kleine installaties; deze publicatie geeft richtlijnen 3 voor de opslag tot 150 m van brandbare vloeistoffen met een vlampunt van 55 tot 100 ºC in bovengrondse tanks en aanvullende richtlijnen voor: • opslag in dubbelwandige tanks • opslag in milieubeschermingsgebieden voor grondwater • inpandige opslag • tijdelijke niet-stationaire opslag en aflevering. 18. “Proefattest”: het attest als bedoeld in artikel 34 Spoorwegwet. Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 5 Model-Toegangsovereenkomst en Algemene Voorwaarden
blad 3
19. “Schadegeval”: een schade of een reeks van schades als gevolg van één en dezelfde oorzaak. 20. “Spoorvoertuig”: een voertuig bestemd voor het verkeer over spoorwegen. 21. “Spoorwegen”: spoorwegen en daartoe behorende spoorweginfrastructuur als bedoeld in artikel 1 onder c van de Spoorwegwet in beheer bij de Beheerder, alsmede andere infrastructurele voorzieningen die gerelateerd zijn aan het spoorverkeer en in beheer bij de Beheerder, omschreven in de Netverklaring paragraaf 3.2.1. 22. “Spoorwegonderneming”: een spoorwegonderneming als bedoeld in artikel 1 sub f Spoorwegwet zijnde de wederpartij van de Beheerder bij de Toegangsovereenkomst. 23. “Spoorwegwet”: wet van 23 april 2003 houdende nieuwe algemene regels over de aanleg, het beheer, de toegankelijkheid en het gebruik van spoorwegen alsmede over het verkeer over spoorwegen (Staatsblad 2003, 264) zoals nadien gewijzigd. 24. “Toegangsovereenkomst”: de overeenkomst, inclusief de daarbij behorende bijlagen, als bedoeld in artikel 59 Spoorwegwet. 25. “Wet personenvervoer 2000”: wet van 6 juli 2000, houdende nieuwe regels omtrent het openbaar vervoer, besloten busvervoer en taxivervoer (Staatsblad 2000, 314) zoals nadien gewijzigd. 26. “Zelfrijdende werktreinen”: treinen, uitgerust als werktuig en bestemd voor de uitvoering van werkzaamheden op de Spoorwegen (inclusief emplacementen en stations), zoals de kettinghor, stopmachine, ballaststabilisator, railkraan, portaalkraan, de ballastafwerkmachine (BAM) , krol en MaterialForderungsSystem (MFS); werktreinen die zelfstandig een lagere maximum snelheid hebben dan 30 km per uur, worden beschouwd als Niet zelfrijdende werktreinen.
Artikel 2. 1. 2. 3.
4.
5. 6.
Artikel 3. 1.
2. 3. 4.
5.
Toegangsovereenkomst, Algemene Voorwaarden en Netverklaring
De contractuele rechtsverhouding tussen Partijen betreffende de toegang tot en het gebruik van de Spoorwegen is vastgelegd in de Toegangsovereenkomst en de Algemene Voorwaarden. Door Partijen overeengekomen aanvullingen en/of afwijkingen op de Algemene Voorwaarden, binden Partijen slechts voor zover deze schriftelijk in de Toegangsovereenkomst zijn vastgelegd. Bij strijdigheid tussen een bepaling uit de Toegangsovereenkomst en het gestelde in de Netverklaring prevaleert de bepaling uit de Toegangsovereenkomst voor zover de Beheerder bevoegd is af te wijken van het gestelde in de Netverklaring. Indien een bepaling uit de Algemene Voorwaarden strijdig is met een bepaling uit de Toegangsovereenkomst prevaleert de bepaling uit de Toegangsovereenkomst. In de Toegangsovereenkomst wordt opgenomen wie namens de Spoorwegonderneming en wie namens de Beheerder optreedt als contractbeheerder. Partijen benoemen in de Toegangsovereenkomst tevens categorieën van functionarissen die bevoegd zijn namens hen uitvoering te geven aan de Toegangsovereenkomst. Specifieke operationele regelingen worden in de Toegangsovereenkomst overeengekomen. In de Toegangsovereenkomst kan de wijze waarop wordt omgegaan met klachten over operationele aangelegenheden nader overeengekomen worden.
Wijzigingsprocedure Toegangsovereenkomst en/of Algemene Voorwaarden
Een verzoek tot wijziging van de Toegangsovereenkomst en/of Algemene Voorwaarden welk wijzigingsvoorstel niet dwingend voortvloeit uit wet- en/of regelgeving dan wel een gerechtelijke of arbitrale uitspraak, wordt schriftelijk gedaan en bevat in ieder geval een beschrijving van de voorgestelde wijziging(en) en de gevolgen van de wijziging(en) voor de rechten en plichten van Partijen. De Beheerder beoordeelt in ieder geval of door de Spoorwegonderneming voorgestelde wijziging(en) non-discriminatoir is (zijn) jegens andere gerechtigden als bedoeld in artikel 57 Spoorwegwet. Partijen spannen zich in om uiterlijk binnen dertig kalenderdagen na ontvangst van een wijzigingsvoorstel tot overeenstemming te komen. Wijziging van de Toegangsovereenkomst en/of Algemene Voorwaarden kan uitsluitend plaatsvinden door middel van een door Partijen ondertekende schriftelijke aanvulling op de Toegangsovereenkomst. Indien krachtens wet- of regelgeving, de Concessie of gerechtelijke of arbitrale uitspraak de Algemene Voorwaarden en/of de Toegangsovereenkomst dienen te worden gewijzigd, zal de Beheerder, indien daartoe in staat gesteld, vooraf overleg voeren met de wet- of regelgever of de concessieverlener, c.q. verweer voeren in de gerechtelijke of arbitrale procedure, en zich daarbij inspannen om de voor Partijen mogelijk nadelige gevolgen zoveel als mogelijk te voorkomen of te beperken. In geval van een wijziging doet de Beheerder daarvan schriftelijk mededeling aan de Spoorwegondernemingen onder toevoeging van een voorstel voor wijziging. De Beheerder doet dit voorstel met inachtneming van de redelijke belangen van de Spoorwegondernemingen en spant zich in om eventuele voor de Spoorwegondernemingen nadelige gevolgen van de wijziging zoveel als mogelijk te voorkomen of te beperken. Indien de Spoorwegondernemingen niet instemmen met de voorgestelde wijziging is de Beheerder desondanks gerechtigd de voorgestelde wijziging eenzijdig vast te stellen. In spoedeisende gevallen kan bij toepassing van het voorafgaande lid het in dit lid voorgeschreven overleg en voorstel tot wijziging achterwege blijven.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 5 Model-Toegangsovereenkomst en Algemene Voorwaarden
blad 4
Artikel 4.
Vernietiging bepalingen
Bij een rechtens onaantastbare vernietiging van één of meerdere bepalingen uit de Toegangsovereenkomst dan wel de Algemene Voorwaarden door een daartoe bevoegde instantie, dien(en)t deze bepaling(en) te worden vervangen door een bepaling of bepalingen die zoveel mogelijk overeenkom(en)t met de oorspronkelijke bedoeling van Partijen. Vernietiging van één of meerdere bepalingen tast de geldigheid van de overige bepalingen niet aan.
Informatie en geheimhouding Artikel 5. 1.
2.
3. 4. 5.
Artikel 6. 1. 2. 3. 4.
5.
Informatieverstrekking
Partijen stellen elkaar in kennis van elke gebeurtenis die nakoming van de essentiële verplichtingen uit de Toegangsovereenkomst zou kunnen verhinderen, waaronder in elk geval moet worden verstaan iedere relevante wijziging, schorsing en intrekking van de Beheerconcessie van de Beheerder dan wel het veiligheidsattest en/of de bedrijfsvergunning van de Spoorwegonderneming. Partijen komen in de Toegangsovereenkomst overeen op welke wijze (waaronder mede begrepen tijdstip en frequentie) de Spoorwegonderneming de gegevens levert als bedoeld in paragraaf 2.9 van de Netverklaring alsmede welke overige informatie en/of gegevens zij elkaar leveren in het kader van de uitoefening van hun werkzaamheden. Partijen informeren elkaar tijdig indien zij over andere informatie dan bedoeld in het vorige lid beschikken en waarvan zij weten of in redelijkheid behoren te weten dat de Spoorwegonderneming dan wel de Beheerder deze informatie nodig heeft voor het naar behoren uitvoeren van de Toegangsovereenkomst. Indien één der Partijen schade lijdt als gevolg van gedragingen van een Derde of een Hulppersoon verlenen Partijen elkaar, indien mogelijk en voor zover redelijkerwijs te verlangen, medewerking bij het achterhalen van de identiteit van deze Derde of Hulppersoon. De Spoorwegonderneming verstrekt aan de Beheerder om niet informatie die de Beheerder nodig heeft: a. voor het opstellen van een ontwerp-geluidbelastingkaart als bedoeld in artikel 7 van richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (Pb EG L 189) met betrekking tot de geluidsbelasting vanwege de hoofdspoorwegen; b. om de voor Nederland geldende verplichtingen na te leven van Verordening (EG) nr. 91/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 december 2002 betreffende de statistieken van het spoorvervoer (PbEG L 14).
Geheimhouding
Partijen zijn verplicht tot geheimhouding van de van elkaar ontvangen gegevens die als vertrouwelijk zijn medegedeeld of waarvan het vertrouwelijke karakter begrepen moest worden. In het kader van de uitvoering van de Toegangsovereenkomst ontvangen informatie dient alleen gebruikt te worden voor de doeleinden waarvoor zij werd verstrekt. Partijen verstrekken de Toegangsovereenkomst, een deel daarvan of daaruit voortvloeiende gegevens, niet aan Derden zonder toestemming van de wederpartij. Onverminderd het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel, kan vertrouwelijke informatie zonder toestemming van de wederpartij aan een Derde verstrekt en door deze gebruikt worden indien dit bij of krachtens wettelijke regeling, de Concessie en een gerechtelijke – of arbitrale uitspraak daaronder begrepen, bepaald is. Na beëindiging van de Toegangovereenkomst blijven de verplichtingen ingevolge dit artikel bestaan.
Rechten en verplichtingen van de Beheerder en de Spoorwegonderneming Artikel 7. 1.
2.
Toegang tot en gebruik van de Spoorwegen door de Spoorwegonderneming
De Spoorwegonderneming heeft toegang tot de Spoorwegen en het recht tot gebruik daarvan onder de voorwaarden en op de wijze als bepaald in: a. de toepasselijke nationale en internationale wettelijke bepalingen en de daaruit voortvloeiende aan de Beheerder opgelegde voorschriften en gerechtelijke en/of arbitrale uitspraken. b. de Toegangsovereenkomst. Voorafgaand aan de ondertekening van de Toegangsovereenkomst heeft de Spoorwegonderneming de hierna vermelde documenten aan de Beheerder overgelegd: a. een geldige Bedrijfsvergunning of elk gelijkwaardig document als bedoeld in artikel 30, lid 1, Spoorwegwet; b. een geldig Veiligheidsattest of Proefattest; c. een bewijs dat is voldaan is aan het gestelde in artikel 55 Spoorwegwet. De Spoorwegonderneming doet onverwijld, doch in elk geval binnen 14 dagen, schriftelijk melding aan de Beheerder van elke gebeurtenis die de geldigheid van de genoemde documenten beperkt of beëindigt.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 5 Model-Toegangsovereenkomst en Algemene Voorwaarden
blad 5
3.
4.
5.
Het is de Spoorwegonderneming niet toegestaan de Spoorwegen te wijzigen, te beschadigen, te verontreinigen of op een andere manier te gebruiken dan waarvoor zij bedoeld, ingericht of beschikbaar gesteld zijn. Onder verontreinigen als bedoeld in dit lid wordt niet verstaan het storten of doen storten van vaste stoffen of vloeistoffen die vrijkomen bij de normale bedrijfsvoering van Spoorvoertuigen als bedoeld in artikel 19 lid 1 onder b van de Spoorwegwet. De Spoorwegonderneming is jegens de Beheerder verantwoordelijk voor gedragingen van afzenders en geadresseerden als bedoeld in het vervoerrecht die werkzaamheden (doen) verrichten op openbare laad- en losplaatsen en/of emplacementen voor zover de Spoorwegonderneming in staat is om de gedragingen feitelijk dan wel juridisch te beïnvloeden. Indien door gedragingen als bedoeld in het vorige lid schade wordt veroorzaakt, is de Spoorwegonderneming hiervoor slechts aansprakelijk als de schadeveroorzakende gebeurtenis te wijten is aan het gedrag van een Derde en de Spoorwegonderneming feitelijk en/of juridisch in staat was om de schadeveroorzakende gebeurtenis te vermijden en de gevolgen daarvan te verhinderen. Deze bepaling laat de aansprakelijkheid van geadresseerden en afzenders voor de door hen te verrichten activiteiten op deze openbare laad- en losplaatsen en/of emplacementen onverlet.
Artikel 8. 1. 2. 3. 4. 5.
6.
7.
Artikel 9. 1.
2.
3.
4.
Verdeling van capaciteit
De Beheerder draagt zorg voor de verdeling van capaciteit conform de daartoe in de Netverklaring, paragraaf 4.4 en in de Toegangsovereenkomst opgenomen procedures en met inachtneming van het gestelde in het besluit als bedoeld in artikel 61 lid 1 van de Spoorwegwet. Voor zover de capaciteit in de vorm van paden wordt verdeeld, worden zulke paden voor de duur van maximaal de duur van één dienstregelingperiode verdeeld. Het is de Spoorwegonderneming niet toegestaan de met haar overeengekomen capaciteit over te dragen aan of te laten gebruiken door een derde. In geval van nood en indien dit absoluut noodzakelijk is ten gevolge van een storing die de Spoorwegen tijdelijk onbruikbaar maakt, vervalt de verdeelde capaciteit. Indien de Spoorwegonderneming gedurende een periode van tenminste acht weken binnen één dienstregelingjaar voor minder dan de in de Netverklaring paragraaf 4.6 te noemen drempelwaarde een treinpad heeft gebruikt, levert de Spoorwegonderneming dit treinpad in gedurende de resterende looptijd van dat dienstregelingjaar, tenzij dit te wijten is aan niet economische redenen buiten de wil van de Spoorwegonderneming. De Beheerder behoudt zich het recht voor verdeelde capaciteit te onttrekken of te wijzigen: a. op last van het bevoegd overheidsgezag dan wel ter voorkoming van een dergelijke last indien de last schriftelijk aan de Beheerder is medegedeeld voor een voldoende concreet aangeduide situatie; b. in het belang van de openbare orde; c. naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 7, tweede lid; d. voor zover het capaciteit betreft die benodigd is voor de uitvoering van diensten voor personenvervoer per trein, en de Spoorwegonderneming niet langer overeenkomstig de Wet personenvervoer 2000 gerechtigd is die diensten te verrichten. Indien de Beheerder gebruik maakt van de bevoegdheid bedoeld in het vorige lid, spant de Beheerder zich in om de nadelige gevolgen daarvan zoveel als mogelijk in duur en omvang voor de Spoorwegonderneming te beperken. Indien de Beheerder van de bevoegdheid bedoeld in het vorige lid gebruik wenst te maken ter voorkoming van een last van het bevoegd overheidsgezag, zal hij daarover vooraf overleg voeren met de Spoorwegonderneming
Gebruik Spoorvoertuigen door de Spoorwegonderneming
De Beheerder is gerechtigd in verband met de aan de Beheerder op grond van de relevante nationale en internationale wettelijke bepalingen opgelegde voorschriften en/of de uitvoering van de Concessie en/of een gerechtelijke dan wel arbitrale uitspraak een aanvullende beoordeling van (herstelde) Spoorvoertuigen uit te voeren ten aanzien van die aspecten die in het onderzoek voor het Goedkeurings- en Inzetcertificaat buiten beschouwing zijn gebleven. De Beheerder kan naar aanleiding van de in het eerste lid bedoelde aanvullende beoordeling aanwijzingen geven en/of voorwaarden en beperkingen verbinden aan het gebruik van Spoorwegen of het gebruik van Spoorwegen door de betreffende Spoorvoertuigen uitsluiten. Het resultaat van de beoordeling wordt schriftelijk aan de Spoorwegonderneming meegedeeld. Tot de in het tweede lid bedoelde voorwaarden en beperkingen kunnen o.a. behoren: a. het stellen van een herbeoordelingstermijn; b. een herbeoordeling bij wijziging van het Spoorvoertuig; c. het (tijdelijk) toepassen van een klassenindeling; d. het (tijdelijk) toepassen van maatregelen aan de infrastructuur op kosten van de betreffende Spoorwegonderneming. De Spoorwegonderneming stelt aan de Beheerder de gegevens beschikbaar met betrekking tot identificatie en inzetmogelijkheiden en –beperkingen van de door de Spoorwegonderneming ingezette Spoorvoertuigen.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 5 Model-Toegangsovereenkomst en Algemene Voorwaarden
blad 6
5.
6.
7.
Op eerste verzoek van de Beheerder toont de Spoorwegonderneming van het door haar te gebruiken Spoorvoertuig een geldige EG-keuringsverklaring of een geldig Goedkeuringscertificaat zoals bedoel in de artikelen 36 en 37 Spoorwegwet, een geldig Inzetcertificaat als bedoeld in artikel 36 lid 4 Spoorwegwet en/of een ontheffing als bedoeld in artikel 46 Spoorwegwet. De Spoorwegonderneming die een Spoorvoertuig heeft aangebracht blijft na aankomst van het voertuig tegenover ProRail verantwoordelijk voor dat voertuig. Deze verantwoordelijkheid vervalt pas als een andere Spoorwegonderneming dat voertuig heeft vervoerd of verplaatst, of aan ProRail heeft medegedeeld de verantwoordelijkheid voor het voertuig over te nemen. Indien een Spoorwegonderneming, behoudens een verkregen ontheffing als bedoeld in artikel 46 van de Spoorwegwet, het verbod als bedoeld in artikel 36 lid 1 van de Spoorwegwet of de voorschriften of beperkingen als bedoeld in artikel 46 lid 2 van de Spoorwegwet overtreedt of niet in het bezit is van een geldig Inzetcertificaat en/of de Spoorwegen niet gebruikt overeenkomstig de beoordeling als bedoeld in dit artikel, is de Beheerder gerechtigd de Spoorwegonderneming terstond het gebruik van het desbetreffende Spoorvoertuig op de Spoorwegen te ontzeggen en daadwerkelijk te beëindigen. De hiermee verband houdende kosten komen voor rekening van de Spoorwegonderneming. De Beheerder is eveneens gerechtigd tot gebruiksontzegging ten aanzien van Spoorvoertuigen die voor wat betreft de aspecten waarop zij in het kader van de toelating zijn beoordeeld, niet meer voldoen aan de daarbij toepasselijke technische specificaties. Zulke Spoorvoertuigen mogen, indien verblijvend op de Spoorwegen, uitsluitend na verkregen toestemming van de Beheerder en onder daarbij te stellen voorwaarden worden verplaatst.
Artikel 10. 1.
2. 3. 4.
5.
6. 7.
De Spoorwegonderneming die op een emplacement andere activiteiten wil uitvoeren dan voor aankomend, vertrekkend of doorrijdend treinverkeer, mag dat alleen doen als voor die activiteiten een milieuvergunning is afgegeven. De Spoorwegonderneming moet de vergunninghouder in de gelegenheid stellen om vooraf te beoordelen of voorgenomen activiteiten op emplacementen passen binnen de verplichtingen van de Wet Milieubeheer en de milieuvergunning. De Spoorwegonderneming die op emplacementen activiteiten uitvoert of wil uitvoeren die vallen onder de vergunningsverplichting, moet zich op de hoogte stellen van de beperkingen en voorschriften die uit de vergunning voortvloeien en deze in acht nemen. De Spoorwegonderneming neemt bij het gebruik van de Spoorweginfrastructuur de in paragraaf 3.4.1 en bijlage 10 van de Netverklaring vermelde gebruiksbeperkingen en –voorschriften in acht; De Spoorwegonderneming aanvaardt dat ProRail de naleving door de Spoorwegonderneming van gebruiksbeperkingen en –voorschriften vanwege aan ProRail verleende milieu- en gebruiksvergunningen controleert. Indien het gevaar bestaat dat schade door de Spoorwegonderneming aan de Spoorwegen en/of het milieu wordt toegebracht of reeds is toegebracht en/of de veiligheid van Derden en/of het spoorwegverkeer in gevaar komt of reeds is gekomen door de Spoorwegonderneming, dient de Spoorwegonderneming zodra zij hiermee bekend is, de Beheerder daarvan zo spoedig mogelijk in kennis te stellen. De inkennisstelling laat de wettelijke en contractuele verplichtingen van de Spoorwegonderneming onverlet. De Beheerder is bevoegd om op grond van relevante nationale en internationale wettelijke bepalingen, de daaruit voortvloeiende aan de Beheerder opgelegde voorschriften en gerechtelijke en/of arbitrale uitspraken te bepalen, dat op de Spoorwegen of op een gedeelte daarvan, door de Beheerder aangewezen spoorgebonden bedrijfsprocessen van de Spoorwegonderneming niet, dan wel uitsluitend op door hem daarvoor aangewezen plaatsen en/of onder door hem te geven voorwaarden en/of met gebruikmaking van de daarvoor ter plaatse aanwezige voorzieningen, mogen worden uitgevoerd. Onder bedrijfsprocessen wordt onder meer verstaan: a. in- en uitwendige reiniging van Spoorvoertuigen; b. beproeving van Spoorvoertuigen; c. innemen van brandstoffen; d. opstellen van Spoorvoertuigen; e. afvoer van afval van bedrijfsprocessen en van afval uit Spoorvoertuigen; f. het plegen van inspectie, onderhoud en/of herstellingen aan Spoorvoertuigen. De Spoorwegonderneming onthoudt zich van handelen dat overschrijding van de krachtens de Wet geluidhinder geldende grenswaarden of overtreding van de van belang zijnde voorschriften behorende bij de krachtens de Wet milieubeheer verleende vergunningen tot gevolg heeft. Bij dreigende overschrijding van de in het vorige lid bedoelde grenswaarden of dreigende overtreding van de in vorige lid bedoelde voorschriften, kan de Beheerder aanwijzingen geven aan de Spoorwegonderneming.
Artikel 11. 1.
Milieu en veiligheid
Overslaan vloeistoffen ten behoeve van het laten rijden van Spoorvoertuigen
Het is de Spoorwegonderneming uitsluitend toegestaan voor het milieu schadelijke vloeistoffen ten behoeve van de tractie van Spoorvoertuigen en het in werking stellen en hebben van werktuigen, over te slaan op de daartoe bestemde en door de Beheerder aangewezen plaatsen, zoals genoemd in bijlage 22 van de Netverklaring (tankinstallaties).
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 5 Model-Toegangsovereenkomst en Algemene Voorwaarden
blad 7
2.
3.
Het is de Spoorwegonderneming toegestaan om in afwijking van lid 1 van dit artikel ook op andere plaatsen te tanken, dan bedoeld in lid 1; in de volgende gevallen: a. Zelfrijdende werktreinen, aanwezig en actief voor de uitvoering van werkzaamheden op de spoorwegen, die door de aard van de spoorwerkzaamheden niet in staat zijn om een van de door de Beheerder aangewezen plaatsen, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, te bereiken, waaronder in de situatie van Eilandbedrijf. b. Niet zelfrijdende werktuigen, aanwezig en actief voor de uitvoering van werkzaamheden op de spoorwegen, die worden ingezet op een bouwplaats. c. Als de tankinstallaties waar een geplande tankbeurt zou plaatsvinden, door stremming van de infrastructuur niet kan worden bereikt. Bij toepassing van de uitzonderingen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel, gelden de volgende voorwaarden: a. Voor aanvang van de werkzaamheden met de werktreinen en werktuigen, als bedoeld in lid 2 van dit artikel, moet de brandstoftank van deze werktreinen en werktuigen geheel zijn gevuld. b. Bij het tanken van een werktuig, als vermeld onder 2b., is niet van belang of het werktuig direct wordt voorzien van brandstof of dat de brandstof wordt getankt in een aggregaat teneinde het werktuig te voorzien van elektriciteit. c. Bij het tanken op andere plaatsen als vermeld in lid 2 van dit artikel, moeten de desbetreffende bepalingen van de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) en/of de PGS 30 worden toegepast. d. Indien tanken plaatsvindt op een emplacement waarvoor een milieuvergunning van kracht is dient overeenkomstig de daartoe strekkende voorschriften te worden gehandeld.
Artikel 12. 1. 2.
Artikel 13. 1.
2. 3. 4.
5.
6. 7.
2.
Betreden Spoorwegen
Voor zover de Spoorwegonderneming (Hulp)personen toestaat de Spoorwegen te betreden, geschiedt dit voor risico van de Spoorwegonderneming. De Spoorwegonderneming draagt er zorg voor dat de in het eerste lid bedoelde (Hulp)personen voldoende geïnstrueerd zijn met het oog op het ordentelijk en veilig betreden van de Spoorwegen.
Artikel 15. 1.
Medewerking van de Spoorwegonderneming
Op aanwijzing van de Beheerder is de Spoorwegonderneming gehouden tot het verlenen van bijstand bij het opheffen van een verstoring ongeacht de oorzaak daarvan. Indien naar het oordeel van de Beheerder noodzakelijk, stelt de Spoorwegonderneming hem daarvoor geschikt materieel en/of daartoe geschikte ondergeschikte Hulppersonen ter beschikking. De kosten van de in lid 1 bedoelde bijstand die worden gemaakt door de Spoorwegonderneming die de verstoring niet zelf heeft veroorzaakt, komen ten laste van de Beheerder. De Spoorwegonderneming die de verstoring veroorzaakt heeft, is gehouden om de in lid 2 bedoelde kosten en andere kosten die de Beheerder ter opheffing van de verstoring heeft moeten maken, op eerste verzoek aan de Beheerder te vergoeden. Indien de bijstand verlenende Spoorwegonderneming, ondanks het in acht nemen van de benodigde zorgvuldigheid bij het verlenen van bijstand, schade veroorzaakt bij de bijstand ontvangende Spoorwegonderneming en/of de Beheerder of zelf schade lijdt, komt deze schade voor rekening en risico van de Partij voor wiens rekening en risico de verstoring komt. Indien de bijstand verlenende Spoorwegonderneming, ondanks het in acht nemen van de benodigde zorgvuldigheid bij het verlenen van bijstand, schade veroorzaakt bij een Derde niet zijnde de andere bij de verstoring betrokken partijen dan komt deze schade voor rekening en risico van de veroorzaker van de verstoring. De veroorzaker van de storing vrijwaart, indien noodzakelijk, de andere bij de verstoring betrokken partijen voor aanspraken tot schadevergoeding van deze Derde(n). De Spoorwegonderneming is gehouden tot deelname aan de calamiteitenorganisatie overeenkomstig de in de Toegangsovereenkomst vastgelegde regelingen zoals vermeld in onderdeel 4.1 van bijlage 6 bij de Netverklaring. De Beheerder kan naar redelijkheid en billijkheid rijwegen aanwijzen voor roestrijden.
Artikel 14. 1.
Maatregelen voor herstel van het treinverkeer
Bij een verstoring van het treinverkeer stellen Partijen alles wat redelijkerwijs verwacht kan worden in het werk om zo spoedig mogelijk de verstoring op te heffen en de nadelige gevolgen daarvan zoveel als mogelijk te beperken. Met het oog hierop kan de Beheerder o.a. treinen ophouden, langzamer of sneller laten doen rijden, omleiden, inleggen of paden opheffen. De Beheerder past daarbij de in de Toegangsovereenkomst vastgelegde regelingen zoals vermeld in onderdeel 2.1 van bijlage 6 bij de Netverklaring toe.
Controle en aanwijzingen
De Beheerder is gerechtigd om, met het oog op de door hem uit te voeren taken en zijn verantwoordelijkheden ingevolge toepasselijke nationale en internationale wettelijke bepalingen, de daaruit
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 5 Model-Toegangsovereenkomst en Algemene Voorwaarden
blad 8
2. 3.
4.
5.
voortvloeiende aan de Beheerder opgelegde voorschriften en gerechtelijke en/of arbitrale uitspraken, controles uit te voeren en/of noodzakelijke aanwijzingen te geven aan de (Hulppersoon van de) Spoorwegonderneming die deze aanwijzingen onverwijld dienen op te volgen. In de Toegangsovereenkomst worden de categorieën van functionarissen van de Beheerder aangeduid aan wie de uitoefening van de hier bedoelde bevoegdheid toekomt. De bevoegdheid van de Beheerder als bedoeld in het eerste lid kan uitsluitend worden gebruikt met het oog op de bescherming van Spoorwegen, het voorkomen dan wel beheersen van hinder die andere gebruikers van Spoorwegen en de omgeving ondervinden en het veilig en doelmatig gebruik van Spoorwegen. De controles en aanwijzingen dienen de normale bedrijfsvoering van de Spoorwegonderneming zo min mogelijk te hinderen en, indien mogelijk, voor de Spoorwegonderneming op de minst bezwarende wijze worden uitgevoerd respectievelijk gegeven. De Beheerder heeft uitsluitend toegang tot de voor controle relevante Spoorvoertuigen, installaties en uitrustingen van de Spoorwegonderneming. De Spoorwegonderneming is gehouden gevolg te geven aan door de Beheerder gegeven aanwijzingen als bedoeld in deze Algemene Voorwaarden. Bij het niet onverwijld opvolgen van een rechtmatig gegeven aanwijzing als bedoeld in deze Algemene Voorwaarden, verbeurt de Spoorwegonderneming een direct opeisbare boete van € 5.000,-- per overtreding, onverminderd het recht van de Beheerder om schadevergoeding te vorderen. Indien de Spoorwegonderneming geen gevolg geeft aan een door de Beheerder gegeven aanwijzing en het direct opvolgen van de aanwijzing door de Beheerder noodzakelijk wordt geacht in verband met het voorkomen van schade, dreigend gevaar, beëindigen van een onrechtmatige situatie, overlast en/of spoedige herstel van het treinverkeer als bedoeld in artikel 12 lid 1, kan de Beheerder de uit de aanwijzing voortvloeiende handelingen en/of werkzaamheden voor rekening en risico van de Spoorwegonderneming zelf uitvoeren.
Aansprakelijkheid Artikel 16. 1.
2.
3. 4. 5.
6.
Aansprakelijkheid Beheerder jegens de Spoorwegonderneming
Indien de Beheerder ten gevolge van enig handelen of nalaten van hemzelf of van een door hem gebruikte Hulppersoon toerekenbaar schade veroorzaakt aan eigendommen van de Spoorwegonderneming, of aan eigendommen van of aan Hulppersonen of eigendommen van of aan Derden waarvoor de Spoorwegonderneming krachtens enigerlei rechtsverhouding aansprakelijk is, is de Beheerder aansprakelijk voor de door de Spoorwegonderneming, Derde of Hulppersoon geleden schade. Tevens is de Beheerder op grond van artikel 6:174 BW aansprakelijk voor de door hem beheerde Spoorwegen. Op grond van het eerste lid komt geleden omzet- of winstderving, tenzij in geval van opzet of bewust roekeloos handelen, niet voor vergoeding in aanmerking. De volgende schadecomponenten komen voor vergoeding in aanmerking: a. persoonsschade (letsel en overlijden); b. zaakschade; c. ladingschade; d. kosten voor berging en bereddering; e. deskundigenkosten; f. Out of pocket kosten; g. Behandelingskosten; h. redelijke kosten voor de vaststelling van de aansprakelijkheid en de hoogte van de schade. De Beheerder is, behoudens opzet en bewust roekeloos handelen, niet aansprakelijk voor schade als bedoeld in het eerste lid indien de schade minder dan € 5.000,-- per Schadegeval bedraagt. De Beheerder is niet aansprakelijk voor schade die de Spoorwegonderneming lijdt vanwege een door de Beheerder op grond van de Toegangsovereenkomst rechtmatig en met inachtneming van het bepaalde in artikel 15 gegeven aanwijzing en voor de gevolgen van toepassing van artikel 8 lid 5. Indien door een aan de Beheerder toerekenbare oorzaak de Spoorwegonderneming gedurende tenminste 8 aaneengesloten uren het door haar geplande verkeer niet of slechts gedeeltelijk kan laten plaatsvinden, vergoedt de Beheerder de daaruit voor de Spoorwegonderneming voortvloeiende Out of pocketkosten en Behandelingskosten, waarbij de Behandelingskosten naar keuze van de Spoorwegonderneming worden bepaald volgens de in artikel 1 lid 3 opgenomen tabel of op basis van de werkelijk gemaakte behandelingskosten met inachtneming van lid 6. Indien bij een schadegeval als bedoeld in lid 5 de Spoorwegonderneming ervoor kiest de Behandelingskosten te bepalen op basis van werkelijk gemaakte kosten worden de administratiekosten ter afhandeling van het schadegeval aan de hand van de volgende tabel vastgesteld waarbij de referentieschade bestaat uit extra bureau- en communicatiekosten, kosten van herplanning van de bedrijfsproductie en de kosten van personeel dat extra benodigd is gedurende de tijd dat het schadeveroorzakend voorval zoals bedoeld in dit lid de normale bedrijfsproductie belemmert:
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 5 Model-Toegangsovereenkomst en Algemene Voorwaarden
blad 9
referentieschade
administratiekosten
€ 5.000,--
tot
€ 10.000,--
€ 350,--
€ 10.000,--
tot
€ 30.000,----
€ 375,-
€ 30.000,--
tot
€ 50.000,--
€ 475,-
€ 50.000,--
tot
---------
1% van de referentieschade
Indien de aansprakelijkheid voor het schadegeval prompt zonder discussie wordt erkend door de Beheerder
7. 8.
en prompt betaling van de schade volgt, worden de administratiekosten beperkt tot 50% van de in bovenstaande tabel genoemde bedragen. De Beheerder is, behoudens opzet of bewuste roekeloosheid en behoudens de leden 5 en 6 van dit artikel, niet aansprakelijk voor het niet, niet juist, niet tijdig kunnen gebruiken van Spoorwegen of delen daarvan en tijdens het gebruik opgetreden vertragingen. Van het bepaalde in de leden 5,6 en 7 kan in de Toegangsovereenkomst afgeweken worden in gevallen waarin de Beheerder en de Spoorwegonderneming prestatieafspraken met betrekking tot het gebruik van de Spoorwegen overeenkomen.
Artikel 17. 1.
2.
3. 4.
5.
6.
Artikel 18. 1.
2.
Aansprakelijkheid Spoorwegonderneming jegens de Beheerder
Indien de Spoorwegonderneming ten gevolge van enig handelen of nalaten van haarzelf of van een door haar gebruikte Hulppersoon toerekenbaar schade veroorzaakt aan eigendommen van de Beheerder, of aan eigendommen van of aan Hulppersonen of van of aan Derden waarvoor de Beheerder krachtens enigerlei rechtsverhouding aansprakelijk is, is de Spoorwegonderneming aansprakelijk voor de door de Beheerder, de Derde of Hulppersoon geleden schade . Op grond van het eerste lid komt geleden omzet- of winstderving, tenzij in geval van opzet of bewust roekeloos handelen, niet voor vergoeding in aanmerking. De volgende schadecomponenten komen voor vergoeding in aanmerking: a. persoonsschade (letsel en overlijden) b. zaakschade c. kosten voor berging en bereddering d. deskundigenkosten e. Behandelingskosten; f. redelijke kosten voor de vaststelling van de aansprakelijkheid en de hoogte van de schade. De Spoorwegonderneming is, behoudens opzet en bewuste roekeloosheid, niet aansprakelijk voor schade als bedoeld in het eerste lid indien de schade minder dan € 5.000,-- per Schadegeval bedraagt. In geval van vervoer van gevaarlijke stoffen is de Spoorwegonderneming op grond van artikel 6: 175 BW jo. 8:1670 e.v. BW aansprakelijk voor de door de Beheerder geleden schade. De leden 1, 2 en 3 zijn van toepassing behoudens de laatste zin van lid 3. Indien een Derde en/of een Hulppersoon van de Spoorwegonderneming de Beheerder aanspreekt op grond van artikel 8: 1670 e.v. vrijwaart de Spoorwegonderneming de Beheerder van alle door de Beheerder te lijden schade, behoudens geheel of gedeeltelijke eigen schuld van de Beheerder. De Spoorwegonderneming is jegens de Beheerder aansprakelijk indien de Spoorwegonderneming de aan het gebruik van de door de Beheerder beheerde Spoorwegen door de overheid verbonden voorschriften in welke vorm dan ook toerekenbaar overtreedt. De Spoorwegonderneming is alsdan gehouden de Beheerder te vrijwaren van alle door de Beheerder te lijden schade in welke vorm dan ook, waarbij het bepaalde in lid 3 niet van toepassing is. De Spoorwegonderneming is jegens de Beheerder tevens aansprakelijk voor de door de Beheerder geleden schade veroorzaakt door een aan de Spoorwegonderneming toerekenbare oorzaak, indien daardoor het verkeer over Spoorwegen of delen daarvan gedurende tenminste 8 aangesloten uren niet of slechts gedeeltelijk kan plaatsvinden.
Onderlinge aansprakelijkheid Spoorwegonderneming
Indien de Spoorwegonderneming ten gevolge van enig handelen of nalaten van haarzelf of van een door haar gebruikte Hulppersoon of een Derde toerekenbaar schade veroorzaakt aan eigendommen van een andere Spoorwegonderneming, aan eigendommen van of aan Hulppersonen of eigendommen van of aan Derden waarvoor een andere Spoorwegonderneming krachtens enigerlei rechtsverhouding aansprakelijk is, is de Spoorwegonderneming aansprakelijk voor de door de andere Spoorwegonderneming, de Derde of de Hulppersoon geleden schade. Op grond van het eerste lid komt geleden omzet- of winstderving, tenzij in geval van opzet of bewust roekeloos handelen, niet voor vergoeding in aanmerking. De volgende schadecomponenten komen voor vergoeding in aanmerking: a. persoonsschade (letsel en overlijden) b. zaakschade
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 5 Model-Toegangsovereenkomst en Algemene Voorwaarden
blad 10
3. 4. 5.
6.
c. ladingschade d. kosten voor berging en bereddering e. deskundigenkosten voor het bepalen van de hoogte van de schade f. Out of pocket kosten. g. Behandelingskosten. h. redelijke kosten voor de vaststelling van de aansprakelijkheid en de hoogte van de schade. De Spoorwegonderneming is, behoudens opzet en bewuste roekeloosheid, niet aansprakelijk voor schade als bedoeld in het eerste lid indien de schade minder dan € 5.000,-- per Schadegeval bedraagt. In geval van vervoer van gevaarlijke stoffen is de Spoorwegonderneming op grond van artikel 6: 175 BW jo. 8:1670 e.v. BW aansprakelijk voor de door de andere Spoorwegonderneming geleden schade. De leden 1 en 2 zijn van toepassing. Indien door een aan een Spoorwegonderneming toerekenbare oorzaak een andere Spoorwegonderneming niet in staat is om gedurende tenminste 8 aaneengesloten uren het door haar geplande vervoer te laten plaatsvinden is de Spoorwegonderneming die het gebruik van de Spoorwegen belemmert aansprakelijk voor de daaruit voor de andere Spoorwegondernemingen voortvloeiende Out of pocketkosten en Behandelingskosten, waarbij de Behandelingskosten naar keuze van de schadelijdende Spoorwegonderneming worden bepaald volgens de in artikel 1 lid 3 opgenomen tabel of op basis van de werkelijk gemaakte Behandelingskosten. De Spoorwegonderneming aanvaardt dat een andere Spoorwegonderneming die deze Algemene Voorwaarden eveneens heeft aanvaard zich jegens haar rechtstreeks op het bepaalde, voor zover relevant voor de relatie tussen Spoorwegonderneming, in deze Algemene Voorwaarden kan beroepen. Dit artikel is een derdenbeding als bedoeld in artikel 6:253 BW.
Artikel 19.
Toerekenbaar tekortschieten
Onverminderd het in deze titel IV bepaalde is een Partij in geval van een toerekenbare niet-nakoming van zijn verplichtingen, waarbij hij eerst in gebreke is gesteld waarbij een, gegeven de feitelijke omstandigheden, redelijke termijn is gesteld om verplichtingen alsnog na te komen, maar nakoming desondanks geheel of gedeeltelijk uitbleef, aansprakelijk voor de door de andere partij geleden schade, met dien verstande dat, behoudens in geval van opzet of bewuste roekeloosheid, de door de andere partij geleden omzet- of winstderving niet voor vergoeding in aanmerking komt. De artikelen 16 lid 3 en 17 lid 3 zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 20. 1. 2.
3.
4.
Beperking aansprakelijkheid, verjaring en overmacht
De aansprakelijkheid van Partijen in welke vorm dan ook is beperkt tot de in titel IV opgenomen bepalingen onverlet het recht van Partijen om nakoming van het bepaalde in Toegangsovereenkomst en/of deze Algemene Voorwaarden te vorderen. Op de Toegangsovereenkomst en/of deze Algemene Voorwaarden gebaseerde rechtsvordering(en) van de Spoorwegonderneming of de Beheerder verjaart/verjaren na drie jaren te rekenen vanaf de dag volgend op die waarop de rechtsvordering(en) en de aansprakelijke partij bij de Beheerder dan wel de Spoorwegonderneming bekend zijn, en in ieder geval door verloop van vijf jaren na de gebeurtenis die de rechtsvordering(en) heeft doen ontstaan. De Beheerder en/of de Spoorwegonderneming zijn vanwege overmacht niet aansprakelijk voor schade in welke vorm dan ook, indien de schade is veroorzaakt door een oorlogshandeling, vijandelijkheden, terroristische aanslagen, niet door de Beheerder veroorzaakte stroomstoringen, zelfdodingen of pogingen daartoe, dieren, natuurlijke – en rechtspersonen die niet tot de invloedsfeer van de Spoorwegonderneming en de Beheerder behoren, burgeroorlog, opstand, landelijke of regionale, al dan niet georganiseerde, stakingen of werkonderbrekingen in het bedrijf van de Beheerder en/of in het bedrijf van de Spoorwegonderneming of natuurgebeuren van uitzonderlijke, onvermijdelijke en onweerstaanbare aard. Onder overmacht in de zin van deze Algemene Voorwaarden wordt tevens verstaan hetgeen daaromtrent in wet en jurisprudentie wordt begrepen. Het bepaalde in lid 3 laat de verplichting van Beheerder voortvloeiende uit artikel 7 lid 2 van de Spoorwegwet onverlet.
Financiële bepalingen Artikel 21. 1. 2.
Gebruiksvergoeding en reserveringsvergoeding
De gebruiksvergoedingen worden berekend met inachtneming van het daaromtrent bepaalde in de Netverklaring. Ten behoeve van de vaststelling van de gebruiksvergoeding voor de dienst als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van bijlage II van richtlijn 2001/14/EG verschaft de Spoorwegonderneming de Beheerder de facturen waaruit de door de Spoorwegonderneming ingekochte hoeveelheid tractiestroom blijkt en het bijbehorende betalingsbewijs. De Spoorwegonderneming machtigt ProRail om bij de leverancier tractieenergie te verifiëren of met de aangeboden facturen het totaal van alle door die leverancier geleverde tractieenergie bestreken is.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 5 Model-Toegangsovereenkomst en Algemene Voorwaarden
blad 11
3.
4. 5.
De Beheerder factureert de gebruiksvergoeding en de eventuele reserveringsvergoedingen per kalendermaand. Indien de Beheerder een voorlopige factuur zendt wordt deze binnen 6 maanden gevolgd door een definitieve factuur. De eindafrekening van verschuldigde bedragen op grond van een prestatieregeling wordt gefactureerd binnen 6 maanden na afloop van de periode waarop de prestatieregeling betrekking heeft. De eindafrekening van verschuldigde bedragen op grond van een prestatieregeling wordt gefactureerd binnen twee maanden na verzending van de factuur over de laatste termijn van de periode waarop de prestatieregeling betrekking heeft. De verschuldigde gebruiksvergoeding is niet vatbaar voor verrekening als bedoeld in artikel 6:127 lid 2 BW.
Artikel 22. 1. 2.
3. 4.
De Spoorwegonderneming en de Beheerder voldoen de op grond van de Toegangsovereenkomst en deze Algemene Voorwaarden verschuldigde bedragen uiterlijk 30 dagen na ontvangst van de factuur. Indien de Beheerder of de Spoorwegonderneming ingevolge de Toegangsovereenkomst en deze Algemene Voorwaarden verschuldigde betalingen niet, niet tijdig of niet volledig verricht en de vertraging het gevolg is van een omstandigheid waarvoor de Beheerder of de Spoorwegonderneming verantwoordelijk is, is tevens verschuldigd de wettelijke rente volgens artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek verhoogd met een percentage van 2 % over het verschuldigde bedrag met ingang van de dag waarop de betaling uiterlijk had moeten geschieden. Alle bedragen welke op grond van de Toegangsovereenkomst en/of deze Algemene Voorwaarden verschuldigd zijn, zijn exclusief BTW. De Spoorwegonderneming dient eventuele bezwaren tegen de hoogte van een definitieve factuur schriftelijk en binnen twee maanden na ontvangst van de factuur in te dienen bij de Beheerder. Na voornoemde termijn vervalt de mogelijkheid op beroep tegen de hoogte van de factuur waarmee de hoogte van de door Beheerder gestuurde factuur in rechte vaststaat. Systematische gebreken die bij de behandeling van een tijdig ingediend bezwaar tegen een factuur aan het licht komen worden echter ook verrekend voor eerdere facturen waarvoor de bezwaartermijn reeds is verstreken.
Artikel 23. 1.
2.
Betalingsvoorwaarden
Zekerheidstelling
De Beheerder kan bij gerede twijfel aan de financiële gegoedheid van de Spoorwegonderneming te allen tijde verlangen dat de Spoorwegonderneming een bankgarantie of een vergelijkbare zekerheid stelt om te garanderen dat de Spoorwegonderneming aan haar uit de Toegangsovereenkomst en Algemene Voorwaarden voortvloeiende betalingsverplichtingen met betrekking tot de vergoedingen als bedoeld in artikel 21 zal voldoen. De kosten van de in het vorige lid bedoelde zekerheidsstelling zijn voor rekening van de Spoorwegonderneming.
Opschorting en beëindiging Toegangsovereenkomst Artikel 24. 1. 2. 3.
Artikel 25. 1.
2.
Opschorting Toegangsovereenkomst
De Beheerder dan wel de Spoorwegonderneming kan de uitvoering van de Toegangsovereenkomst op grond van artikel 6:52 BW geheel of gedeeltelijk opschorten. Gedurende de termijn van opschorting is de Spoorwegonderneming dan wel de Beheerder verplicht gepaste maatregelen te nemen ter voorkoming en beperking van schade. De Spoorwegonderneming kan weer volledig aanspraak maken op de overeengekomen capaciteiten vanaf de vierde dag na beëindiging van de opschorting.
Beëindiging door de Beheerder
De Beheerder kan door een aangetekend schrijven de Toegangsovereenkomst zonder voorafgaande ingebrekestelling en zonder rechterlijke tussenkomst, onverwijld beëindigen indien: a. de Beheerder de Concessie, voor zover relevant voor de dienstverlening door de Beheerder aan de Spoorwegonderneming, geheel of gedeeltelijk verliest; b. de Spoorwegonderneming in staat van faillissement wordt verklaard; c. de Spoorwegonderneming surséance van betaling wordt verleend; d. de Spoorwegonderneming gedurende tenminste één jaar geen gebruik heeft gemaakt van aan haar verdeelde capaciteitsrechten. Indien op grond van artikel 24 lid 1 de uitvoering van de Toegangsovereenkomst is opgeschort, kan de Beheerder, na een redelijke termijn gesteld te hebben waarbinnen de Spoorwegonderneming het verzuim kon zuiveren, de Toegangsovereenkomst beëindigen als de Spoorwegonderneming hiermee in gebreke is gebleven.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 5 Model-Toegangsovereenkomst en Algemene Voorwaarden
blad 12
Artikel 26. 1. 2.
3. 4.
Beëindiging door de Spoorwegonderneming
Bij aangetekend schrijven kan de Spoorwegonderneming de Toegangsovereenkomst met inachtneming van de in de Toegangsovereenkomst opgenomen opzegtermijn beëindigen. De Spoorwegonderneming kan door een aangetekend schrijven de Toegangsovereenkomst zonder voorafgaande ingebrekestelling en zonder rechterlijke tussenkomst, onverwijld beëindigen indien a. de Beheerder de Concessie voor zover relevant voor de dienstverlening door Beheerder aan de Spoorwegonderneming geheel of gedeeltelijk verliest; b. de Beheerder in staat van faillissement wordt verklaard; c. de Beheerder surséance van betaling wordt verleend. Indien op grond van artikel 24 lid 1 de uitvoering van de Toegangsovereenkomst is opgeschort, kan de Spoorwegonderneming, na een redelijke termijn gesteld te hebben waarbinnen de Beheerder het verzuim kon zuiveren, de Toegangsovereenkomst beëindigen als de Beheerder hiermee in gebreke is gebleven. Indien de Beheerder de Toegangsovereenkomst en/of Algemene Voorwaarden wijzigt, kan de Spoorwegonderneming, in het geval de Spoorwegonderneming het niet met de wijziging eens is, de Toegangsovereenkomst met inachtneming van 3 maanden na het moment van wijziging beëindigen.
Artikel 27.
Schadevergoeding bij beëindiging Toegangsovereenkomst
Bij beëindiging van de Toegangsovereenkomst op grond van titel VI is, behalve bij beëindiging vanwege surséance van betaling, faillissement en toerekenbaar tekortschieten, geen schadevergoeding in welke vorm dan ook verschuldigd.
Artikel 28. 1. 2. 3.
4.
5.
Toepassingsbereik, toepasselijk recht en beslechting geschillen
Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op Toegangsovereenkomsten. Op de Toegangsovereenkomst en de Algemene Voorwaarden is Nederlands recht van toepassing, met inbegrip van de volgens de Nederlands recht geldende internationale verdragen waaronder ook in het bijzonder het COTIF 1999 en de daaraan verbonden Aanhangsels. Alle geschillen, met uitzondering van geschillen voortkomend uit artikel 61 Spoorwegwet en de op dat artikel gebaseerde Algemene Maatregel van Bestuur, voortvloeiende uit de Toegangsovereenkomst en/of deze Algemene Voorwaarden, worden beslecht door de daartoe bevoegde burgerlijke rechter te Utrecht indien deze geschillen niet in der minne geschikt kunnen worden. In afwijking van lid 3 kunnen Partijen nader overeenkomen dat de in dit lid bedoelde geschillen worden beslecht overeenkomstig het alsdan geldende reglement van het Nederlands Arbitrage Instituut. Het scheidsgerecht, dat beslist naar de regelen des rechts, kan uit één of drie arbiters bestaan. De plaats van arbitrage is Utrecht. De leden 1 tot en met 4 van dit artikel laten artikel 71 Spoorwegwet onverlet.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 5 Model-Toegangsovereenkomst en Algemene Voorwaarden
blad 13
(lege bladzijde)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 5 Model-Toegangsovereenkomst en Algemene Voorwaarden
blad 14
bijlage 6
Operationele Voorwaarden
1
Capaciteitsplanning
1.1
Verantwoordelijkheidsverdeling bij rijwegplanning
De opsteller (of aanpasser) van een treinplanning is verantwoordelijk voor het voldoen aan de door ProRail in de Netverklaring vastgelegde planning- en belastingnormen en evt. geldende inzetbeperkingen voor spoorvoertuigen. Indien een gerechtigde gebruik maakt van de diensten van de ProRail One-Stop-Shop (OSS) voor het ontwerpen van dienstregelingen moeten evt. inzetbeperkingen opgegeven worden aan ProRail OSS en NSR Lokale Planning. De voorkeursrijwegen worden dan gepland rekening houdend met de opgegeven inzet en door spoorwegondernemingen opgegeven beperkingen uit het inzetcertificaat of de Buiten Profiel / Bijzonder Vervoer – (BP/BV-) regeling. De spoorwegonderneming die een pad plant of laat plannen voor een trein met specifieke kenmerken (zoals lengte, profiel, aslast, tractievorm) toetst of het hem aangeboden pad bepaalde gebruiksbeperkingen kent (zoals max. treinlengte, profiel, wel of geen bovenleiding) en waarborgt (o.a. via instructies aan het betrokken uitvoerend personeel) dat de trein die van dat pad gebruik maakt past bij de beperkingen.
1.2
Buitengewoon vervoer84
85
In de volgende gevallen is een regeling voor Buitengewoon Vervoer noodzakelijk : 86 • Het rijden met hoge snelheidstreinen langer dan 400 meter ; 87 • Het rijden met goederentreinen langer dan 750 meter ; • Het rijden met treinen, die niet geschikt zijn om te rijden met een snelheid van tenminste 60 km/h 88 op baanvakken met een baanvaksnelheid ≥ 80 km/h ; • Het rijden met spoorvoertuigen waarvan het omgrenzingsprofiel niet past binnen het 89 voertuigomgrenzingsprofiel van het te berijden baanvak ; • Het rijden met treinen waarin voertuigen zijn opgenomen, die zwaarder zijn dan overeenkomt met 90 beladingsklasse C2 ; • Het rijden met treinen of spoorvoertuigen onder een onder de Spoorwegwet verleende ontheffing 91 waarin in de ontheffingsvoorwaarden een nadere regeling met de beheerder is voorgeschreven ; 92 • Het rijden met spoorwegvoertuigen welke in de UIC regelgeving (Fiche 502-1) als Buitengewoon Vervoer gekenmerkt worden. ProRail laat geen voertuigen toe als Buitengewoon Vervoer al de daarvoor geldende voorwaarden als opgenomen in de regeling voor Buitengewoon Vervoer niet worden toegepast. De regelingen voor 93 Buitengewoon Vervoer, voor het Gemengde Net en de Betuweroute kunnen worden aangevraagd bij ProRail CM Capaciteitsverdeling. ProRail spant zich in om binnen 14 dagen een regeling Buitengewoon Vervoer met de vervoerder overeen te komen. De additionele kosten die ProRail maakt in verband met de voorbereiding en uitvoering van Buitengewoon Vervoer komen ten laste van de aanvrager. 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93
zie Netverklaring § 2.5 en § 3.3.2 zie ook Netverklaring § 2.6 zie Netverklaring § 3.3.2.5 zie Netverklaring § 3.3.2.5 zie Netverklaring § 3.3.2.4 en bijlage 17 zie Netverklaring § 3.3.2.1; een ontheffing van de Minister van Verkeer en Waterstaat ex artikel 46 Spoorwegwet is in sommige gevallen nodig. zie Netverklaring § 3.3.2.2 artikel 46 van de Spoorwegwet fiche op te vragen bij One-Stop-Shop ProRail adviseert Keyrail met betrekking tot BV-treinbewegingen op de Betuweroute
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 6 Operationele Voorwaarden
blad 1
Algemene uitgangspunten Buitengewoon Vervoer: • De spoorwegonderneming zorgt ervoor dat in de bedrijfsvoering de voorwaarden uit de regeling Buitengewoon Vervoer worden toegepast en nageleefd. • De spoorwegonderneming moet nagaan of route, rijwegkeuze, snelheid van de voor het vervoer beoogde trein in overeenstemming zijn met de regeling. Zo niet, dan moet de reeds bestaande dienstregeling van de trein worden aangepast of indien niet mogelijk moet er ad hoc capaciteit voor een trein met aangepaste dienstregeling worden gevraagd. In beide gevallen verwijst de spoorwegonderneming naar de toepasselijke regeling. Standaardregeling zwaar vervoer Op de website van ProRail (www.prorail.nl > vervoerders > infrastructuur) is een aantal 94 standaardklassen, refererend aan beladingsklasse C3, C4, D2, D4, E5 volgens UIC Fiche 700 , met de daarvoor toegelaten baanvakken en bijbehorende snelheidsbeperkingen vermeld. Spoorvoertuigen die in een van deze standaardklassen kunnen worden ingedeeld kunnen zonder regeling buitengewoon vervoer gebruik maken van de verdeelde capaciteit. De spoorwegonderneming maakt in de dienstregelingdocumenten ten behoeve van alle bij het vervoer betrokkenen door middel van de toevoeging ZWV aan het treinnummer kenbaar, dat het een trein betreft, waarop een standaardregeling Buitengewoon Vervoer vanwege beladingsklasse overschrijding van toepassing is, met verwijzing naar de toepasselijke beladingsklasse. Standaardregeling overschrijding laadprofiel Speciaal gecodificeerde wagens, welke gecodificeerde intermodale laadeenheden vervoeren en/of door ProRail nader aan te wijzen transporten kunnen gebruik maken van de verdeelde capaciteit voor zover de voorwaarden, vermeld op de website van ProRail (www.prorail.nl > vervoerders > capaciteit / treinpaden > dienstregeling), genoemd in de Standaard Voorwaarden BP 1-2-3 worden nageleefd. De spoorwegonderneming maakt in de dienstregelingdocumenten ten behoeve van alle bij het vervoer betrokkenen door middel van de toevoeging BP1, BP2, BP3 aan het treinnummer kenbaar dat het een trein betreft waarop een standaardregeling Buitengewoon Vervoer vanwege profieloverschrijding van toepassing is. Incidentele regeling Voor de overige Buitengewone Vervoeren kunnen spoorwegondernemingen een incidentele regeling Buitengewoon Vervoer met ProRail overeenkomen. De regeling omvat een opgave van de toegelaten route, periode van geldigheid, uitvoeringsvoorwaarden, verkregen ontheffingen en indien van toepassing toegelaten afmeting en/of gewicht. De spoorwegonderneming maakt in de dienstregelingdocumenten ten behoeve van alle bij het vervoer betrokkenen door middel van de toevoeging BV aan het treinnummer kenbaar dat het een trein betreft waarop een incidentele regeling Buitengewoon Vervoer van toepassing is, met verwijzing naar de betreffende Buitengewoon Vervoer regeling.
1.3
Treinnummering95
Om misverstanden in de communicatie over treinen te voorkomen, worden alle treinen geïdentificeerd door middel van een treinnummer dat binnen één dag uniek is. Dezelfde treinnummers worden tussen ProRail respectievelijk Keyrail en de spoorwegondernemingen gebruikt bij aanvragen voor capaciteitsverdeling, de vastlegging van de capaciteitsverdeling, alsmede voor administratieve toepassingen (bijvoorbeeld facturering van gebruiksvergoedingen). ProRail maakt per dienstregelingjaar afspraken met Keyrail en met elk van de spoorwegondernemingen over de te gebruiken nummers. Deze afspraken omvatten tevens de internationale afstemming van de nummering en de verwerking van aanvullingen en wijzigingen gedurende de looptijd van een dienstregelingjaar. ProRail en Keyrail hanteren de treinnummers in de Toegangsovereenkomsten met spoorwegondernemingen. De procedures voor de verwerking van treinnummers t.a.v. het internationaal treinverkeer is 96 vastgelegd in fiche UIC 419 . 94 95
fiche op te vragen bij One-Stop-Shop zie Netverklaring § 2.8
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 6 Operationele Voorwaarden
blad 2
ProRail informeert de betrokken partijen uiterlijk op (1 februari) over de concept-treinnummerlijst voor het erop volgende dienstregelingjaar. Deze lijst is gebaseerd op de dan geldende lijst. Publicatie vindt plaats via de website van ProRail (www.prorail.nl > vervoerders > capaciteit / treinpaden > dienstregeling). Keyrail en spoorwegondernemingen kunnen in geval van wijzigingen ten opzichte van het vorig dienstregelingjaar, binnen 2 weken na de publicatie op de website van ProRail hierop reageren. ProRail publiceert binnen 4 weken na uitgifte van het concept een definitieve treinnummerlijst. Gerechtigden kunnen wijzigingsvoorstellen indienen via
[email protected]. ProRail verwerkt binnen drie werkdagen tussentijdse mutaties van Spoorwegondernemingen betreffende de actuele dienstregeling. Deze mutaties zijn 5 dagen na verwerking en wederzijdse goedkeuring, van kracht. Hernummering vormt geen aantasting van capaciteitsrechten. De meest actuele treinnummerlijst zoals die is gepubliceerd op de website van ProRail (www.prorail.nl > vervoerders > capaciteit / treinpaden > dienstregeling) zal door ProRail en de betrokken partijen worden gebruikt. Bij een nieuw toetredende spoorwegonderneming publiceert ProRail een nieuwe treinnummerlijst.
2
Verkeersafwikkeling
2.1
Orderacceptatie en bijsturing97
2.1.1 Beschrijving Onderstaand worden drie deelprocessen beschreven, namelijk het verwerken van orders, de bijsturing van treinen die om wat voor reden dan ook buiten hun verdeelde pad geraakt zijn en de vertrekprocedure. Tijdens en na ontregelingen herverdeelt ProRail de (beperkte) capaciteit over de betrokken spoorwegondernemingen. Bij orderaanvragen van een spoorwegonderneming verdeelt ProRail extra capaciteit binnen de beschikbare ruimte. Zowel de overheid als de spoorwegondernemingen vragen ProRail in beide processen de capaciteit onpartijdig en transparant toe te delen. Hiertoe maakt ProRail gebruik van vooraf vastgestelde afspraken voor operationele verdeling (verdelingsregels). 2.1.2 Orderverwerking Het betreft de verdeling van (extra) capaciteit alsmede andere planwijzigingen in het tijdvak vanaf de overdracht van dagplan naar verkeersleidingsplan tot het moment van vertrek. Het orderverwerkingsproces is verdeeld in twee fasen. Alle orders worden planmatig en volgens dezelfde processtappen afgehandeld. Orderverwerking van 36 uur tot en met 4 uur voor uitvoering ProRail verwerkt de order zo spoedig mogelijk, tenzij tegenbericht aan spoorwegonderneming volgt. Orderverwerking binnen 4 uur voor vertrek (bijsturing) Voor deze fase neemt ProRail bij de verwerking tevens de feitelijke verkeerssituatie (actuele verstoringen) in beschouwing. In de orderaanvraag vanaf 4 uur voor vertrek is een bandbreedte van minimaal 60 minuten op de gevraagde vertrek- en aankomsttijd inbegrepen. Dit geeft ProRail een ruimere marge om een dienstregeling volgens de beschikbare goederenpaden te kunnen maken. Inhoud orderaanvraag De orderaanvraag dient voorzien te zijn van de volgende gegevens: • Aanvrager; • Treinnummer; 96 97
fiche op te vragen bij One-Stop-Shop zie Netverklaring § 4.3, 4.4.1.4, 4.8.2 t/m 4.8.4
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 6 Operationele Voorwaarden
blad 3
• • • • • • • • • • • • • •
Ordersoort (inleggen, wijzigen of opheffen); Tractievorm; Treinlengte; Gewicht; Vertrekstation; Aankomststation; Voorkeursroute; Datum en tijdstip vertrek (eventuele marge); Datum en tijdstip aankomst (eventuele marge); Gevaarlijke stoffen; Afwijkingen aan materieel gerelateerd aan beperkingen infragebruik; BP/BV Maximumsnelheid; Bijzonderheden ten behoeve van uitvoering ProRail (zie onder het kopje ‘Informatie aankomstspoor’).
Informatie aankomstspoor Om voor treinen die op hun bestemmingsstation aankomen het optimale aankomstspoor te kunnen kiezen is het van belang dat de treindienstleider beschikt over gegevens over de vervolgbehandeling van de trein na aankomst. Bij de orderaanvraag voor het inleggen/wijzigen van een trein dient dit in het veld “Bijzonderheden uitvoering vervoerder” ingevuld te zijn. ProRail spant zich in om aan de gevraagde specificaties te voldoen. Voorbeelden van zulke informatie: “materieel bestemd voor trein nnnnn d.d. dd-mm-jjjj”; “trein bestemd voor belading op spooraansluiting xxx”; “materieel op te stellen in spoorbundel yy”, enzovoort. Opgeheven treinen Voor het opheffen van treinen geldt het volgende: • Indien de wens tot opheffen ruim van tevoren bekend is dan wordt dit door de vertegenwoordiger van de spoorwegonderneming via een schriftelijke order (fax of ISVL) ingediend. • De vertegenwoordiger van de spoorwegonderneming meldt telefonisch, kort voor vertrek, zo spoedig mogelijk, het besluit voor het opheffen van een trein. In deze melding is ook opgenomen wat de spoorwegonderneming met het materieel van de op te heffen trein wil. • De verkeersleider heft zo spoedig mogelijk de trein op en overlegt met de treindienstleider wat met het materieel moet gebeuren. Dit is door de spoorwegonderneming aan de verkeersleider en aan de knooppuntcontroller (eigen organisatie) aangegeven. ProRail spant zich in om tegemoet te komen aan de wens van de vervoerder. • De spoorwegonderneming bevestigt de telefonische order door het (achteraf) toesturen van de schriftelijke order (per fax of ISVL). Adressen Orders zijn (tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen) steeds in te dienen bij de verkeersleidingspost van het gebied waarin het station gelegen is waar de trein vertrekt, respectievelijk waarin het grensstation gelegen is. 2.1.3 Bijsturing Bestaat over de afhandeling van een bepaalde ontregeling geen afspraak met de spoorwegondernemingen of kan hierover vooraf geen consensus worden bereikt, wordt de capaciteit verdeeld volgens de afspraken voor operationele verdeling, zoals genoemd in paragraaf 4.8.2 – 4.8.4 van de Netverklaring. Er wordt principieel onderscheid gemaakt tussen enerzijds verdelingsregels en anderzijds afhandelingstrategieën of –afspraken. Afhandelingstrategieën zijn afspraken met individuele spoorwegondernemingen of combinaties daarvan over de verdeling van capaciteit in geval van bepaalde, voorziene ontregelingen. Regels voor operationele verdeling Regels voor operationele verdeling (verdelingsregels) stellen ProRail in staat de betrokken spoorwegondernemingen bij ontregelingen en orderaanvragen inzichtelijk en non-discriminatoir capaciteit toe te delen.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 6 Operationele Voorwaarden
blad 4
Afhandelingafspraken voor goederentreinen bij ontregelingen Bij ontregelingen tot en met 30 minuten zoekt ProRail primair naar oplossingen die zich laten vertalen als “vertraagde uitvoering van het geplande dienstregelingmodel”. Bij ontregelingen die meer dan 30 minuten gaan duren (of waarvan duidelijk is dat deze leiden tot vertragingen van meer dan 30 minuten) gaat ProRail actief sturen op de aanpassing van de actuele dienstregeling (herplanning). Uitzondering: als de ontregeling handelt om een individuele trein die bij vertrek een vertraging dreigt te hebben van 30 minuten of meer. In die gevallen is sprake van een annulering en een nieuwe aanvraag. 2.1.4
Vertrekprocedure
Herbevestiging van goederentreinen door de spoorwegonderneming, uiterlijk een uur voor vertrek De spoorwegonderneming herbevestigt het gebruik van het overeengekomen treinpad uiterlijk 1 uur voor vertrek bij de Landelijke Verkeersleider (actieve uurmelding). Daarbij geeft hij aan: • het tijdstip van vertrek (op 5 minuten nauwkeurig, ten opzichte van de op dat moment actuele/vastgestelde vertrektijd of het bij afwijkingen inmiddels gewenste tijdstip); • dat de trein gaat rijden conform of beter dan de verkeerstechnische specificaties van het treinpad. Het vertrek moet in ieder geval plaatsvinden op het vooraf overeengekomen tijdstip; • Treinlengte, nodig voor het managen van een optimaal infrastructuurgebruik; • Gewicht; • Trekkracht. Herbevestiging of actieve uurmelding kan plaats vinden, door de spoorwegonderneming, door rechtstreekse communicatie: • met de verkeersleider; • of via RMS; 98 • of via ISVL messenger . ProRail beschouwt het niet op tijd herbevestigen van een treinpad als het opheffen (annuleren) van dat treinpad door de spoorwegonderneming. ProRail kan het vrijgevallen treinpad vervolgens gebruiken voor bijsturing. Extra aangevraagde treinen binnen een uur voor vertrek worden als herbevestigd beschouwd. Gereedmelding van goederentreinen door de spoorwegonderneming (5 minuten voor vertrek) De machinist meldt zich uiterlijk 5 minuten voor vertrek bij de treindienstleider gereed. Een gereedmelding betekent een kennisgeving dat alle controles gedaan zijn en dat de trein daadwerkelijk kan vertrekken. Na de gereedmelding draagt ProRail zorg voor het leveren van het treinpad. ProRail beschouwt een trein, die niet op tijd is gereed gemeld door de machinist, als geannuleerd door de spoorwegonderneming. Levering treinpad door ProRail (30 seconden voor vertrek) Van levering van een treinpad is sprake als ProRail uiterlijk 30 seconden voor het laatstelijk overeengekomen vertrektijdstip het sein uit de ‘stand stop’ zet. Daadwerkelijk vertrek door de spoorwegonderneming De spoorwegonderneming is verplicht om binnen drie minuten, na levering van het treinpad door ProRail, daadwerkelijk te vertrekken. Indien de trein niet binnen 3 minuten vertrekt is ProRail gerechtigd om het sein te herroepen, mits aan een van de omstandigheden genoemd onder het kopje ‘Bijzondere omstandigheden’. Bijzondere omstandigheden ProRail mag/ moet het sein terugbrengen in de stand stop (herroepen): • bij gevaar; • in geval van bijsturing, nadat er contact is geweest met de machinist; • wanneer de treindienstleider er zeker van is dat er geen machinist aanwezig is op of bij de trein. In het laatste geval dient de spoorwegonderneming een nieuwe capaciteitsvraag in te dienen.
98
Het gebruik van ISVL messenger en RMS is onderwerp van bespreking tussen spoorwegondernemingen en ProRail.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 6 Operationele Voorwaarden
blad 5
2.2
Gebruik van niet-centraal bediende gebieden99
Onmiddellijk voorafgaand aan de uitvoering van rangeer- of treinbewegingen moet de bestuurder van een trein zich via een gelogde spreekverbinding melden bij de treindienstleider om hiervoor toestemming te vragen en regelingen te treffen over de uitwisseling van veiligheidsinformatie. De treindienstleider kan daarbij aan de bestuurder aanwijzingen omtrent het gebruik geven. De bestuurder dient deze aanwijzingen op te volgen. Ook voor het parkeren van spoorvoertuigen op sporen in niet-centraal bediende gebieden is voorafgaande toestemming van de treindienstleider vereist. De toestemming om sporen in een niet-centraal bediend gebied te gebruiken kan worden aangevraagd: • als aanvraag van een enkelvoudige rijweg waarbij begin, einde en eventuele tussengelegen punten worden opgegeven via sein-, spoor- of wisselnummers; • als aanvraag voor gebruik van een tijd-ruimteslot voor meerdere opeenvolgende bewegingen, waarbij de ruimtelijke grenzen van het gebied waarbinnen die bewegingen plaatsvinden worden opgegeven via sein-, spoor- of wisselnummers, en de tijdgrenzen via gewenste begin- en eindtijdstippen. Nadat een aangevraagde enkelvoudige en geheel binnen een niet-centraal bediend gebied gelegen rijweg is afgelegd, meldt de bestuurder zich bij de treindienstleider met de mededeling dat het aangevraagde gebruik beëindigd is, en of de rijweg (incl. beginpuntspoor, excl. eindpuntspoor) na gebruik conform aanvraag weer vrij en onbelemmerd is. Nadat een aangevraagde enkelvoudige rijweg is afgelegd, beginnend in een niet-centraal bediend gebied en eindigend in centraal bediend gebied, behoeft de bestuurder zich bij de treindienstleider van het niet-centraal bediende gebied alleen af te melden indien in afwijking van de aanvraag voertuigen op het beginpuntspoor zijn achtergebleven of indien in afwijking van de aanvraag geen voertuigen op het beginpunt spoor zijn achtergebleven. Na beëindiging van het gebruik van het tijd-ruimteslot meldt de bestuurder zich bij de treindienstleider met de mededeling of het slot conform aanvraag is gebruikt, op welk spoor de bestuurder met zijn trekkracht zich bevindt, alsmede welke sporen in het slot vrij en onbelemmerd beschikbaar zijn, en op welke sporen voertuigen zijn opgesteld.
2.3
Onderlinge communicatie veiligheidsberichten tussen machinist en treindienstleider100
Over de wijze waarop veiligheidsberichten tussen treindienstleider en machinist worden gecommuniceerd gelden de regels zoals vastgelegd in de handboeken en werkwijzen van treindienstleider en machinisten en in de TSI Operations (Beschikking 2006/920/EG, Bijlage Technische specificatie inzake interoperabiliteit subsysteem: exploitatie en verkeersleiding, Bijlage C Methodologie veiligheidscommunicaties).
2.4
Roestrijden101
Roestvorming op spoorstaven tast de betrouwbare werking van het detectiesysteem aan. Ter voorkoming hiervan worden treinen aangewezen waarmee roest wordt gereden, waarbij de volgende werkwijze wordt toegepast: • ProRail geeft aan voor welke sporen en infra-elementen permanente beschikbaarheid vanuit bijsturingsoverwegingen nodig is. • ProRail houdt op de posten bij dat deze sporen en infra-elementen regelmatig worden bereden. Registratie vindt plaats (o.m schrapstaten). • Het aanwijzen van roestrijdende treinen vindt niet planmatig plaats, maar wordt in de bijsturingsfase vastgesteld door ProRail na overleg met de betrokken vervoerder(s) (soort trein, actuele situatie van verkeersafwikkeling, enzovoort.) • Spoorwegondernemingen aanvaarden dat ze in beperkte mate over ongebruikelijke rijwegen worden geleid en dat wellicht met aanwijzing moet worden gereden wanneer de voorgaande trein over een specifieke rijweg te lang geleden was. 99
zie Netverklaring § 2.8 en 3.3.3 zie Netverklaring § 2.8 101 zie Netverklaring § 4.8.5 100
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 6 Operationele Voorwaarden
blad 6
ProRail streeft er naar het roestrijden met reizigerstreinen niet in de brede spits uit te voeren.
•
3
Milieu
Bij afspraken voor informatielevering in het kader van de aanvraag of wijziging van c.q. het opereren onder een milieuvergunning wordt van de spoorwegonderneming verwacht dat die binnen de per geval gestelde termijnen de gevraagde informatie gaat leveren. Deze informatie betreft de voor milieuvergunning relevante processen en activiteiten die de spoorwegonderneming op het betreffende 102 emplacement uitvoert, c.q. wil gaan uitvoeren. Dit is inclusief het gebruik van (was)installaties en werkplaatsen, laad- en losplaatsen, opslag (milieu)gevaarlijke stoffen, onderhoudswerkzaamheden aan materieel e.d.; activiteiten die vergunningplichtig zijn. ProRail heeft als beheerder en drijver van de inrichting een actieve rol bij het uitvoeren van de voorschriften uit de milieuvergunning en tevens een coördinerende rol bij de processen ten behoeve van het indienen van zienswijzen en beroepsschriften en, indien daartoe aangesproken door het bevoegd gezag, bij acties in het kader van toezicht en handhaving. Om deze rol te kunnen vervullen heeft ProRail de volgende informatie nodig van spoorwegondernemingen: • Informatie ter onderbouwing van zienswijze, beroepsschrift, aanvraag voorlopige voorziening n.a.v. een verkregen (ontwerp)beschikking milieuvergunning. • Informatie die nodig is om tijdig aan de rapportageverplichtingen uit de milieuvergunning te kunnen voldoen, b.v. behandeling van goederenwagens met gevaarlijke stoffen (zie ook bijlage 9 bij de Netverklaring).
4
Calamiteiten
4.1
Calamiteitplan Rail103
ProRail heeft op grond van de beheerconcessie een sectorbrede organisatie ingericht die zorg draagt voor de afhandeling van calamiteiten op en rond het spoor. Dit in samenwerking met overheidshulpdiensten. De rollen, taken, verantwoordelijkheden en daarvoor benodigde samenwerkingsafspraken zijn beschreven in het calamiteitenplan rail (CPR) en vervoerders leven deze beschrijving na. Tevens is in dit plan beschreven de wijze van communicatie bij incidenten en het Alerteringssysteem terrorismebestrijding. De afhandeling van calamiteiten vindt plaats op de wijze zoals beschreven in dit plan. Het CPR is te raadplegen via de website van ProRail (www.prorail.nl > vervoerders).
4.2
Aanleveren informatie goederentreinen
Voordat een goederentrein vertrekt, is de (goederen-)spoorwegonderneming verplicht ProRail een wagenlijst te sturen. Deze verplichting geldt bij: • het eerste vertrek op de door ProRail beheerde spoorwegen; • de passage van de beheergrens tussen een door ProRail beheerde spoorweg en een andere spoorweg (= grenspassage). Het overzicht wordt uiterlijk 5 minuten vóór vertrek (respectievelijk passage van een beheergrens) van een trein aan het OVGS (‘Online registratiesysteem Vervoer Gevaarlijke Stoffen’) geleverd waarbij conform de Handleiding aanleveren wagenlijsten gewerkt wordt. Op deze manier kan ProRail de wagenlijst correct verwerken en doorsturen aan de overheidshulpdiensten wanneer zich een calamiteit met de betreffende trein voordoet.
102 103
Zijnde een inrichting als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet Milieubeheer en onder x van bijlage I bij het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. zie Netverklaring § 2.8 en 3.4.1
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 6 Operationele Voorwaarden
blad 7
De ‘Handleiding aanleveren wagenlijsten’ is te raadplegen via de website van ProRail (www.prorail.nl > vervoerders).
5
Overig
5.1
Procedure voor bediening infra-elementen (incl. bediening ERTMS)
Alle spoorwegondernemingen die een toegangsovereenkomst hebben gesloten met ProRail dienen er voor te zorgen dat in voorkomende situaties het bedienen van infra-elementen door het betrokken personeel (rechtmatige gebruikers) van de spoorwegondernemingen plaatsvindt op oordeelkundige wijze. De wijze van bediening is vastgelegd in zogenaamde gebruiksvoorschriften. Spoorwegondernemingen dienen er daarom voor te zorgen dat de betreffende medewerkers de betrokken gebruiksvoorschriften kennen en leven deze voorschriften na. Iedere spoorwegonderneming dient zich dan ook bij het Accountmanagement van ProRail op de hoogte te stellen van de voor zijn medewerkers van toepassing zijnde gebruiksvoorschriften. Het betreft hier bijvoorbeeld de bediening van een medewerkingskastje op het perron, een wisselgrendel of een infrarood afstandsbedieningsysteem, maar ook procedures rondom ERTMS, zoals ERTMS Keymanagement. De gebruiksvoorschriften richten zich tot de directe en indirecte gebruikers, en omvatten ook de maatregelen ter waarborging van de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de specifiek informatie die bij het gebruik van bepaalde infrastructuurelementen wordt gewisseld.
5.2
Lokale bedrijfsregels104
ProRail hanteert op regionaal niveau specifieke bedrijfsregels ter bevordering van een veilige en efficiënte afwikkeling van het treinverkeer rekening houdend met lokale omstandigheden. Deze lokale bedrijfsregels zijn gebundeld en te raadplegen via de website van ProRail (www.prorail.nl > vervoerders). Vervoerders leven deze regels na.
104
zie Netverklaring § 3.3.3
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 6 Operationele Voorwaarden
blad 8
bijlage 7
Bedrijfs- en vervoervergunningen
Bedrijfsvergunningen 105 Op grond van de Spoorwegwet moeten ondernemingen die gebruik wil maken van de hoofdspoorwegen beschikken over een bedrijfsvergunning. Afhankelijk van de aard van de bedrijfsactiviteiten van de betrokken spoorwegonderneming kunnen bij de verlening van de bedrijfsvergunning bepaalde vereisten buiten toepassing blijven, zoals in onderstaande tabel weergegeven. type bedrijfsvergunning
van toepassing zijnde vereisten met betrekking tot beroepsgoede naam financiële bekwaamheid draagkracht
bedrijfsvergunning, geldend als vergunning zoals bedoeld in richtlijn 95/18/EG
ja
ja
ja
beperkte bedrijfsvergunning ten behoeve van uitsluitend: ▪ lokale rangeerwerkzaamheden, of ▪ het verrichten van eigen vervoer, of ▪ verkeersdeelname zonder vervoer te verrichten beperkte bedrijfsvergunning ten behoeve van uitsluitend: ▪ gebruik van hoofdspoorweg voor uitsluitend stationsfaciliteiten of overgavefaciliteiten binnen station, of ▪ gebruik van buitendienstgestelde hoofdspoorweg met voertuigen voor het verrichten van werkzaamheden aan of nabij de spoorweg
ja
nee
nee
nee
nee
nee
Voor inlichtingen met betrekking tot vergunningen kunt u zich wenden tot: Inspectie Verkeer en Waterstaat, Toezichteenheid Rail, St. Jacobsstraat 16, 3511 BS Utrecht Postbus 1511, 3500 BM Utrecht Telefoon +31 30 236 3131, fax +31 30 236 3199
105
artikel 57 lid a van de Spoorwegwet
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 7 Bedrijfs- en vervoervergunningen
blad 1
Vervoervergunningen Op basis van wettelijke voorschriften zijn voor het aanbieden en leveren van vervoerdiensten per spoor markttoegangsbepalingen van kracht. In onderstaande tabel zijn deze bepalingen per vervoermarktsegment samengevat. Gezien de geografische ligging van Nederland is de opgave voor grensoverschrijdend vervoer beperkt tot vervoer van/naar andere EG-lidstaten. Marktsegment spoorvervoer
vervoerrelatie
vereiste vervoervergunning
aanvullende bepalingen
Binnenlands openbaar personenvervoer
tussen stations in Nederland
vervoerconcessie omvat opgave van de vervoerrelaties waarvoor de concessie geldig is
Grensoverschrijdend openbaar personenvervoer
tussen stations in Nederland en stations in een andere EG-lidstaat
vervoerconcessie conform Wet personenvervoer 106 2000 , zoals gewijzigd door de Concessiewet personenvervoer per 107 trein --
Grensoverschrijdend goederenvervoer Binnenlands goederenvervoer Besloten personenvervoer Niet-vervoerend verkeer, w.o. materieeloverbrengingen, meetritten, enzovoort
106 107
tussen stations in twee andere EG-lidstaten, met transitroute door Nederland, met uitsluiting van vervoer van of naar stations in Nederland tussen stations in Nederland en stations in een andere EG-lidstaat tussen stations in Nederland tussen stations in Nederland tussen stations in Nederland
--
samenwerkingsverband vereist van de in Nederland gevestigde spoorwegonderneming met een in de andere EG-lidstaat gevestigde spoorwegonderneming samenwerkingsverband vereist van spoorwegondernemingen die zijn gevestigd in de herkomstresp. de bestemmings-EG-lidstaat
--
--
--
--
--
voorwaarden voor internationaal verkeer niet geïnventariseerd voorwaarden voor internationaal verkeer niet geïnventariseerd
--
Wet personenvervoer 2000 Concessiewet personenvervoer per trein
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 7 Bedrijfs- en vervoervergunningen
blad 2
bijlage 8
Standaard informatieproducten treindienstafwikkeling
ProRail levert aan spoorwegondernemingen, als onderdeel van de dienst ‘Treinpad’ een aantal standaard informatieproducten over de treindienstafwikkeling. Deze bijlage beschrijft welke gegevens standaard in die informatieproducten zijn opgenomen. De spoorwegonderneming kan kiezen uit een aantal mogelijkheden voor de leveringsfrequentie en de variatie (het detaillering- en aggregatieniveau van de gegevens). Toelichting op de producten ProRail levert de volgende standaard informatieproducten: a. Punctualiteit aankomst- en vertrekactiviteiten op dienstregelpunten per treinserie binnen een door de afnemer gespecificeerde normtijd; b. Aansluitingen de door de spoorwegonderneming benoemde overstapmogelijkheden binnen een gespecificeerde overstapnorm; c. Vertragingen aankomst- en vertrekactiviteiten op dienstregelpunten per treinnummer bij overschrijding van de door de afnemer gespecificeerde normtijd; d. Vertragingstellingen aantal aankomst- en vertrekvertragingen op een dienstregelpunt in een periode; e. Opgeheven treinactiviteiten aankomst- en vertrekactiviteiten van treinen die opgeheven zijn en waarvoor geen vervangende trein is ingelegd; f. Treinafwijkingen door ProRail geregistreerde te verklaren treinafwijkingen, ingedeeld naar oorzaak; g. Orders door spoorwegondernemingen ingediende aanvragen voor treinactiviteiten; h. Dagverslag high-lights van de dag van gisteren; i. Detailactiviteiten plan- en realisatietijden op treinnummerniveau.
Standaard informatieproducten voor spoorwegondernemingen Producten
Frequentie
Variatie
Punctualiteit Aansluitingen Vertragingen Vertragingstellingen Opgeheven treinactiviteiten Treinafwijkingen
Dag / week / maand / kwartaal / jaar Dag / week / maand / kwartaal / jaar Dag / week Week / maand / kwartaal / jaar Dag / week / maand / kwartaal / jaar
Orders Dagverslag
Week / maand Dagelijks (vrijdag, zaterdag en zondag worden op maandag geleverd) Dag / week
Serie / activiteit / dienstregelpunt Treinnummer / serie / overstapstation Treinnummer / activiteit / dienstregelpunt Treinnummer / activiteit / dienstregelpunt Treinnummer / treinserie / activiteit / dienstregelpunt Oorzaak / treinserie / spoorwegonderneming / rubrieken / VL-post Regio / spoorwegonderneming
Detailactiviteiten
Dag / week / maand / kwartaal / jaar
Treinnummer / treinserie / activiteit / dienstregelpunt
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 8 Standaard informatieproducten treindienstafwikkeling
blad 1
(lege bladzijde)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 8 Standaard informatieproducten treindienstafwikkeling
blad 2
bijlage 9
1
Specificatie van rapportages
Algemeen
De spoorwegonderneming die gebruik maakt van het door ProRail beheerde net, verplicht zich via de toegangsovereenkomst en de daarbij behorende Algemene Voorwaarden tot het periodiek verschaffen van statistische informatie aan ProRail over het verkeer en vervoer dat de spoorwegonderneming over het net heeft afgewikkeld. ProRail vraagt en gebruikt de statistische informatie uitsluitend voor het uitvoeren van de beheerconcessie en wettelijke verplichtingen (waaronder verplichtingen uit aan ProRail verleende gebruiks- en milieuvergunningen). De Algemene Voorwaarden bevatten een verplichting met betrekking tot het leveren van statistische 108 informatie zoals bedoeld in het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur . Eigen onderzoek ProRail De spoorwegonderneming dient ProRail in de gelegenheid te stellen tot eigen onderzoek van vervoers- en verkeersstromen. ProRail kan daartoe (na voorafgaande aanmelding en afstemming van plaats en datum/tijdstip) tellingen en enquêtes van reizigers uitvoeren in reizigerstreinen en in stations. Samenhang met andere informatieverplichtingen Naast de rapportageverplichtingen die deze bijlage beschrijft, gelden onverminderd de verplichtingen om ProRail steeds te informeren over het momentane treinverkeer. Die verplichtingen zijn omschreven in bijlage 6 ‘Operationele voorwaarden’. De levering van informatie over het momentane treinverkeer ontslaat de spoorwegonderneming niet van de verplichting om soortgelijke gegevens achteraf als statistische informatie te leveren, tenzij daarover tussen de spoorwegonderneming en ProRail expliciete afspraken zijn gemaakt in de toegangsovereenkomst. ProRail vraagt aan de spoorwegondernemingen statistische informatie over: • Omvang en aard van haar verkeers- en vervoersstromen op het door ProRail beheerde net. • Omvang en aard van haar handelingen op emplacementen. Daarnaast dienen enige (in beginsel openbare) bedrijfsgegevens te worden verstrekt. Spoorwegondernemingen die grensoverschrijdend opereren, leveren reizigers- en tonkilometergegevens uitsluiten voor het Nederlands gedeelte van het grensoverschrijdend parcours. Gegevens over aantallen treinen en treinkilometers in Nederland, de verdeling daarvan over dagsoorten en de uren van het etmaal alsmede gegevens over ongevallen worden door ProRail uit eigen registraties verzameld. De levering van deze statistische informatie moet ProRail in staat stellen: • te voldoen aan de uit de concessie voortvloeiende verplichting om spoorwegverkeer- en vervoerstatistieken (zoals bedoeld in de EG-verordening 91/2003 d.d. 16 dec 2002) te verstrekken; • te voldoen aan op wetgeving gebaseerde verplichtingen met betrekking tot informatieverstrekking over geluidemissies en externe risico’s vanwege het spoorverkeer; • te voldoen aan rapportageverplichtingen die zijn opgenomen in aan ProRail verleende gebruiksen milieuvergunningen; • het beleid voor netwerkontwikkeling en verkeersfuncties adequaat te evalueren en nieuw beleid voor te bereiden. ProRail behandelt de informatie vertrouwelijk. ProRail zal gegevens over verkeer en vervoer in open vervoermarktsegmenten in publicaties zodanig anonimiseren dat deze niet te herleiden zijn naar een spoorwegonderneming of verlader. De spoorwegonderneming dient bij de gegevens een beschrijving te leveren van de wijze van verzamelen, de eventuele bewerkingsprocedures en de betrouwbaarheid van de geleverde gegevens. Alle gegevens moeten digitaal worden aangeleverd. Partijen komen de precieze vorm waarin de 108
artikel 3 sub f van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 9 Specificatie van rapportages
blad 1
informatie wordt geleverd in de toegangsovereenkomst nader overeen. De gevraagde informatie heeft betrekking op het kalenderjaar, tenzij anders aangegeven. De spoorwegonderneming levert de op een jaar betrekking hebbende gegevens uiterlijk binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar; de op een kwartaal betrekking hebbende gegevens worden binnen twee maanden na afloop van het kwartaal geleverd. De spoorwegonderneming moet na levering de daarop betrekking hebbende brongegevens nog tenminste een jaar bewaren. Ook kan ProRail besluiten zelf aanvullend onderzoek te (laten) doen om de informatie verder aan te vullen, als dat voor de uitvoering van zijn taken nodig is.
2
Rapportages over de verkeers- en vervoersomvang
De gevraagde informatie over de verkeer- en vervoersomvang is als volgt gespecificeerd:
2.1
Informatie te leveren door alle spoorwegondernemingen
Bepaling van geluidemissies • een jaarlijkse opgave per voertuigcategorie van het aantal wagens / rijtuigbakken / losse loc’s per tijdvak gemiddeld per uur per baanvak, met rijsnelheid; • een jaarlijkse opgave per voertuigcategorie van het aantal wagens / rijtuigbakken / losse loc’s per tijdvak gemiddeld per uur per station waar volgens plan gestopt wordt. Te hanteren rubriceringen • baanvakken: de indeling volgens de Zonekaart behorende bij het Besluit Geluidhinder spoorwegen; • voertuigcategorieën: de indeling in categorieën naar geluidsemissiekarakteristieken, volgens het Reken- en Meetvoorschrift Railverkeerslawaai; • te onderscheiden tijdvakken: indeling van het etmaal in de periode “dag” (07.00-19.00 uur), “avond” (19.00-23.00 uur) en “nacht” (23.00-07.00 uur). De informatie moet op basis van realisatiegegevens worden geleverd; mits verschillen met de realisatiegegevens worden verantwoord kan na instemming door ProRail, in bepaalde gevallen worden volstaan met de levering van planningsgegevens.
2.2
Informatie te leveren door ondernemingen die openbaar personenvervoer verzorgen
Omvang van het openbaar personenvervoer • Publiekspublicaties van Jaardienstregelingen en tarieven. • Opgave van het aantal reizigers en het aantal reizigerskilometers, per kwartaal. • Opgave van de vervoersomvang per kalenderjaar, uitgedrukt in reizigerskilometers en het aantal reizen per richting, voor alle herkomst/bestemmingsrelaties (op stationsniveau, indien herkomsten/of bestemmingsstation buiten Nederland liggen, wordt het herkomst- resp. bestemmingsland alsmede het betrokken Nederlandse grensstation aangegeven), en wel: - in het totale kalenderjaar; - op een gemiddelde weekdag (maandag tot en met vrijdag) en op een gemiddelde weekenddag (zaterdag of zondag); - op een gemiddelde ochtendspits (7.00u – 9.00u), avondspits (16.00u-18.00u) en in een dalperiode. • Een jaarlijkse opgave per treinnummer van de geplande inzet van materieel naar type trein; bij de typen trein dient tenminste te worden onderscheiden in hoge-snelheidsverkeer, conventioneel sneltreinverkeer; conventioneel stoptreinverkeer. Te hanteren rubriceringen bij materieelinzet per type trein • Hogesnelheid 300, 10 baks (TGV) • Hogesnelheid 300, 8 baks (ICE) Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 9 Specificatie van rapportages
blad 2
• Sneltrein enkeldeks (ICM) • Sneltrein dubbeldeks (IRM) • Sneltrein dubbeldeks met 25 kV • Stoptrein enkeldeks, 2 baks (mat64) • Stoptrein enkeldeks, 3 baks (SGM) • Stoptrein dubbeldeks met motorwagen • Stoptrein Diesel 2 baks jaren 80 (DH) • Stoptrein Diesel 2 baks jaren 90 (DH) • Light Train Regio enkelgeleed Diesel • Light Train Regio dubbelgeleed Diesel • Light Train Regio enkelgeleed Elektrisch • Light Train Regio dubbelgeleed Elektrisch. De 5-jaarlijkse regionale statistiek en de statistiek naar netsegment wordt door ProRail samengesteld op basis van de jaarlijkse gegevens die spoorwegondernemingen eerder hebben aangeleverd.
2.3
Informatie te leveren door ondernemingen die goederenvervoer verzorgen
Aard en omvang van de vervoersstromen De vervoersomvang in tonnen en intermodale vervoerseenheden, uitgesplitst naar herkomst/bestemming onderscheiden naar goederensoort en soort vervoerseenheid, te weten: • goederensoort: NST/R indeling op een detailniveau van 2 digit, conform CBS-indeling; • soort vervoerseenheid: bij intermodaal vervoer: het aantal beladen resp. ledig vervoerde transporteenheden, voor containers en wissellaadbakken tevens uitgedrukt in TEU; • de vervoeromvang per kwartaal van gevaarlijke stoffen, in aantallen zendingen en tonnage per baanvak en per risicocategorie zoals bedoeld in het RID.
3
Rapportages met betrekking tot aard en omvang van handelingen en activiteiten op emplacementen
Rapportages met betrekking tot verkeersgeluidemissies en het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn reeds inbegrepen in de hierboven omschreven verkeers- en vervoersomvangrapportages. De navolgende periodieke rapportages worden verlangd van de spoorwegonderneming:
3.1
Rapportage behandeling van zendingen gevaarlijke stoffen
levering Per kwartaal, te leveren binnen een maand na einde van het kwartaal, overeenkomend met de voorschriften uit de milieuvergunning. scope Alle door de spoorwegonderneming op een emplacement behandelde en/of vervoerde zendingen gevaarlijke stoffen uit één der hieronder genoemde risicocategorieën, waarbij als ‘zending’ geldt: • één wagen; • voor zover op één wagen containers met stoffen uit verschillende risicocategorieën worden vervoerd, gelden die als meerdere zendingen. rubriceringen • behandelingen: onderscheid “samenstellen / koppelen van treindelen”, “omhalen van treinen”, “tractiewisselen of kopmaken”, “plaatsen / stoten / heuvelen”, “overstand”; • risicocategorieën: de risicocategorieën zoals door RID bepaald, of –naar keuze- de categorieën volgens onderstaande tabel.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 9 Specificatie van rapportages
blad 3
Risicocategorie
GEVI-nummer
Voorbeeldstof(fen)
A
Brandbare gassen
23, 263, 239
Propaan
B2
Giftige gassen
26, 265, 268 (excl. chloor)
Ammoniak
B3
Zeer giftig gas-chloor
268 (enkel chloor UN 1017)
Chloor
C3
Zeer brandbare vloeistoffen
33, 336 (excl. Acrylnitril), 338, 339, X323, X333, X338
Hexaan
D3
Acrylnitril
336 (enkel acrylnitril UN 1093)
Acrylnitril
D4
Zeer giftige vloeistoffen
66, 663, 668, 886, (X88, X886)
waterstoffluoride
detailniveau rapportering: behandelingen per emplacement van: • het aantal zendingen per risicocategorie per type behandeling per station; • het gemiddeld aantal zendingen per aankomende en per vertrekkende trein per risicocategorie; • het aantal gelijktijdig aanwezige zendingen per risicocategorie per emplacement; • de gemiddelde verblijftijd van de behandelde zendingen in de risicocategorie ‘brandbaar gas’; • overstand/parkeren van zendingen (niet zijnde stilstand van een trein in verband met de verkeersafwikkeling, zoals voorbijrijdingen); gemiddelde duur van wachttijden voor, na of zonder andere behandelingen.
4
Rapportages over de geluidemissiegegevens van reizigersmaterieel en locomotieven
Wanneer nieuw of gereviseerd reizigersmaterieel of locomotieven op het Nederlandse hoofdspoorwegnet zijn toegelaten, overleggen de spoorwegondernemingen die dit materieel in willen zetten binnen drie maanden na ingebruikname de geluidemissiegegevens van dit materieel aan ProRail. Dit geldt • voor materieel waarvoor per 1 januari 2008 geen typegoedkeuring en inzetcertificaat is afgegeven en • voor materieel waaraan na 1 januari 2008 fysieke wijzigingen zijn aangebracht met significante gevolgen voor de geluidemissie van dat materieel. Voor reizigersmaterieel en locomotieven die op de vrije baan worden ingezet dienen de emissiegetallen bepaald en gerapporteerd te worden conform procedure A van de CROW-publicatie 109 Technische Regeling Emissiemethoden 2006 . Voor reizigersmaterieel en locomotieven die op emplacementen en/of rangeerterreinen worden ingezet dienen de emissiegetallen bepaald en gerapporteerd te worden conform het in opdracht van 110 ProRail door TNO opgestelde Meetprotocol Emplacementen versie 10-11-2005 . In afwijking van de in hoofdstuk 7 van het Meetprotocol Emplacementen beschreven te leveren gegevens hoeft niet gemeten te worden voor de onderdelen “Afremmen tot stilstand” en “Booggeluid in wissels”. Voor deze bronnen wordt gebruik gemaakt van standaardwaarden, gebaseerd op metingen aan diverse materieeltypen.
109 110
Naar deze publicatie wordt verwezen vanuit bijlage IV van de Regeling Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder 2006. Dit meetprotocol is opgesteld zodanig dat de resultaten van de metingen voldoen aan de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai 1999 waarnaar verwezen wordt in de Regeling Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder 2006.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 9 Specificatie van rapportages
blad 4
bijlage 10
Baanvakken met gebruiksbeperkingen
In deze bijlage zijn alle situaties vermeld, waarin, in afwijking van het interoperabiliteitsprincipe, een bepaalde soort verkeer of vervoer op een baanvak is uitgesloten. Daarnaast kunnen bij het gebruik van baanvakken ook nog andere –niet in deze bijlage vermelde- beperkingen van toepassing zijn (zoals snelheidsbeperkingen of beperkingen in rijwegkeuze) die evenwel geen uitsluitend karakter hebben. ProRail verschaft spoorwegondernemingen op verzoek nadere informatie over alle geldende functionele/capacitaire beperkingen voor het gebruik van baanvakken en emplacementen. nr
baanvak
object
gebruiksbeperking
1
Riekerpolder aansluiting – Hoofddorp
Schipholtunnel
2
Den Haag Moerwijk – Delft aansluiting
Tunnel Rijswijk
Lokale beperking goederenvervoer: goederenvervoer alleen toegestaan voor vervoer met herkomst of bestemming Schiphol of Hoofddorp, met uitsluiting van zendingen gevaarlijke stoffen. Lokale beperking goederenvervoer:
3
Rotterdam reizigerssporen (HJ, Lombardijen – Kijfhoek JJ, KJ en LJ) in aansluiting Noord overkluizing Barendrecht
vervoer van gevaarlijke stoffen is niet toegestaan. Uitzondering: het vervoer van accu’s van en naar de werkplaats Leidschendam-Voorburg is wel toegestaan. Sporen alleen te gebruiken door treinen ten behoeve van: personenvervoer; het overbrengen van ledig reizigersmaterieel; losse-loc-ritten; overbrenging van onderhoudsmachines (zonder goederenwagens); meetritten; werktreinen voor plaatselijke werkzaamheden.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 10 Baanvakken met gebruiksbeperkingen
blad 1
Beperkingen personenvervoer De onderstaande spoorwegen kunnen alleen na voorafgaand overleg met ProRail worden gebruikt voor treinen ten behoeve van (besloten) personenvervoer; de betrokken spoorwegen leiden niet naar of langs stations die voor personenverkeer zijn geopend. Het overleg dient tenminste 14 dagen tevoren plaats te vinden. a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k.
IJsselmonde- Maasvlakte Lage Zwaluwe-Moerdijk ’s-Heer Arendskerke-Sloehaven Veendam-Zuidbroek Lage Zwaluwe-Oosterhout Weststad Terneuzen-Sas van Gent grens Terneuzen aansluiting-Axel Aansluiting Weert-Budel grens Apeldoorn-Apeldoorn Zuid Sittard-Born Amersfoort-Leusden.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 10 Baanvakken met gebruiksbeperkingen
blad 2
bijlage 11
Infrastructuurprojecten en –studies
Deze bijlage omvat drie onderdelen (zie voettekst van de pagina’s). a. een overzicht van de infrastructuurprojecten, waarvan tot uitvoering is besloten, met een planningsdatum voor of binnen de geldigheidsperiode van deze Netverklaring; b. een overzicht van de infrastructuurprojecten, waarvan tot uitvoering is besloten, met een verwachte planningsdatum ná de geldigheidsperiode van deze Netverklaring; c. een overzicht van de infrastructuurstudieprojecten die ProRail uitvoert of gaat uitvoeren, naar de nodig te achten infrastructurele ontwikkeling in verband met de op middellange termijn (2011-2015) te verwachten verkeersontwikkeling, o.a. in het kader van het MIRT-programma en het Herstelplan Spoor. De projectenoverzichten ad a. en b. worden regelmatig geactualiseerd. De meest recente uitgave is steeds te vinden op de website van ProRail (www.prorail.nl > vervoerders > infrastructuur). Nadere informatie is ook op te vragen bij ProRail. De uitgave van een geactualiseerde versie geldt niet als een aanvulling van de Netverklaring zoals bedoeld in paragraaf 1.6 van de Netverklaring. Toelichting De betekenis van de kolomtitels in de tabellen van de infrastructuurprojecten is als volgt: • omschrijving: overzicht van projecten gesorteerd op corridors; • goedkeuring realisatie: realisatiebudget beschikbaar gesteld; • datum gepland: geplande indienststellingsdatum (exploitatief gereed); • haalbaarheid indienststelling: de kans op het realiseren van de geplande datum voor indienststelling waarbij de volgende zekerheidsbegrippen worden gehanteerd: - risicovol > 50%; - waarschijnlijk >80%; - zeker >95%.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 11 Infrastructuurprojecten en –studies
blad 1
Overzicht planningsdata functionaliteitswijzigingen infraprojecten 2010 / 2011 Omschrijving
Goedkeuring Datum realisatie gepland
Haalbaarheid indienststelling
Opmerkingen
Amsterdam - Den Haag - Rotterdam - Dordrecht Den Haag Mariahoeve – Rijtijdverkorting Voorschoten – Den Haag HS
Nee
III 2011
Risicovol
Ja
IV 2010
Waarschijnlijk
Ja
IV 2011
Waarschijnlijk
Ja Ja
juni 2010 IV 2010
Waarschijnlijk Waarschijnlijk
Ja
II 2011
Waarschijnlijk
Nieuw
Ja
IV 2010
Risicovol
Fase 2
Ja
IV 2011
Risicovol
Fase 3
Ja
IV 2011
Waarschijnlijk
Ja Ja
IV 2011 IV 2011
Waarschijnlijk Waarschijnlijk
Nee
2010
Risicovol
Ja Ja
juni 2010 feb 2010
Waarschijnlijk Waarschijnlijk
Ja
juni 2010
Waarschijnlijk
Ja
aug 2010
Waarschijnlijk
Ja
nov 2010
Waarschijnlijk
Ja
feb 2011
Waarschijnlijk
Ja
mei 2011
Waarschijnlijk
Ja
juli 2011
Waarschijnlijk
Ja
okt 2011
Waarschijnlijk
Ja Nee
dec 2010 2011
Waarschijnlijk Waarschijnlijk
Nee Ja
dec 2010 2011
Waarschijnlijk Zeker
Rotterdam/Den Haag - Utrecht Vleugel; Harmelen aansl.-Utrecht (Amsterdam Rijnkanaal); 4-sporig VleuGel; Harmelen aansl.-Utrecht (Amsterdam Rijnkanaal); halte Utrecht Leidsche Rijn
Amsterdam - Utrecht - Maastricht/Heerlen Asd-Ut: ERTMS level 2 VleuGel: Houten-Houten Castellum; 4-sporig incl. haltes
Amsterdam/Schiphol - Den Helder Heerhugowaard, snelheidsverhoging richting Alkmaar
Amsterdam/Amersfoort - Zwolle Groningen Watergraafsmeer, lijnbedrijf ter hoogte van Muiderpoort Watergraafsmeer, verbeteren bereikbaarheid Noordzijde Lelystad-Lelystad opstelterrein; dubbelsporig
Utrecht - Arnhem – Zevenaar Arnhem westzijde: VK Arnhem: 4e perron
SAAL corridor Weesp; vechtbrug
Stations en stationsaanpassingen Maarheeze; nieuwe halte NSP Rotterdam: spoor 1/2/3 + aanliggende perrons buiten dienst NSP Rotterdam: spoor 1/2/3 + aanliggende perrons weer in dienst NSP Rotterdam: spoor 4/5/6 + aanliggende perrons buiten dienst NSP Rotterdam: spoor 4/5/6 + aanliggende perrons weer in dienst NSP Rotterdam: spoor 7/8 + aanliggende perrons buiten dienst NSP Rotterdam: spoor 7/8 + aanliggende perrons weer in dienst NSP Rotterdam: spoor 9/10/11 + aanliggende perrons buiten dienst NSP Rotterdam: spoor 9/10/11 + aanliggende perrons weer in dienst Sassenheim; nieuwe halte Groningen Europapark; definitieve halte incl. extra bereikbaarheden Hengelo Gezondheidspark; nieuwe halte Arnhem; nieuwe perrontunnel
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 11 Infrastructuurprojecten en –studies – onderdeel a: projecten 2010 / 2011
blad 2
Overzicht planningsdata functionaliteitswijzigingen infraprojecten 2010 / 2011 Omschrijving
Goedkeuring Datum realisatie gepland
Haalbaarheid indienststelling
Opmerkingen
NSP Utrecht: fase 3, perronspoor 2 niet beschikbaar NSP Utrecht: fase 3, perronspoor 2 weer beschikbaar NSP Utrecht: fase 5, perronspoor 3 niet beschikbaar NSP Utrecht: fase 5, perronspoor 3 weer beschikbaar Utrecht Centraal aanpassen perrons/kappen: spoor 5 incl. perron buiten dienst Utrecht Centraal aanpassen perrons/kappen: spoor 5 incl. perron in dienst en spoor 7 incl. perron buiten dienst Utrecht Centraal aanpassen perrons/kappen: spoor 7 incl. perron in dienst Utrecht Centraal aanpassen perrons/kappen: spoor 9 incl. perron buiten dienst Utrecht Centraal aanpassen perrons/kappen: spoor 9 incl. perron in dienst en spoor 8 incl. perron buiten dienst Utrecht Centraal aanpassen perrons/kappen: spoor 8, incl. perron in dienst Utrecht Centraal aanpassen perrons/kappen: spoor 11 incl. perron buiten dienst Utrecht Centraal aanpassen perrons/kappen: spoor 11 incl. perron in dienst en spoor 12 incl. perron buiten dienst Utrecht Centraal aanpassen perrons/kappen: spoor 12 incl. perron in dienst Emmen Zuid; verplaatsen bestaande halte Bargeres Nijkerk, aanleg nieuwe halte Hoevelaken
Ja
II 2011
Risicovol
Ja
III 2011
Risicovol
Ja
III 2011
Risicovol
Ja
I 2012
Risicovol
Ja
feb 2010
Waarschijnlijk
Ja
juli 2010
Waarschijnlijk
Ja
aug 2010
Waarschijnlijk
Ja
feb 2011
Waarschijnlijk
Ja
juli 2011
Waarschijnlijk
Ja
aug 2011
Waarschijnlijk
Ja
aug 2010
Waarschijnlijk
Ja
dec 2010
Waarschijnlijk
Ja
feb 2011
Waarschijnlijk
Nee
dec 2010
Risicovol
Nee
2011
Risicovol
Nee Nee
dec 2010 III 2010
Waarschijnlijk Waarschijnlijk
Ja
dec 2010
Risicovol
Nee Ja Nee Ja
juli 2011 IV 2011 2011 dec 2010
Waarschijnlijk Waarschijnlijk Waarschijnlijk Waarschijnlijk
Nieuw
Ja
maart 2011
Risicovol
Nieuw
Ja
IV 2011
Waarschijnlijk
Nee Nee
II 2011 IV 2010
Risicovol Waarschijnlijk
Ja
april 2010
Waarschijnlijk
Nee
2011
Waarschijnlijk
Overige projecten Leeuwarden-Mantgum, snelheidsverhoging Utrecht Blauwkapel, keervoorziening tbv museumtrein Venlo, aanleg keer en reinigingsspoor van 340m Zutphen, opstelterrein Binckhorst, opstelterrein tranche 2 en 3 Groningen-Veendam; reactivering baanvak Leeuwarden-Sneek 3e trein, aanbrengen perron en passeerspoor Sneek Noord Nijmegen, wisselverbinding tussen spoor 2-3
Nieuw
Randstadspoor Woerden Molenvliet keergelegenheid
Regionet Zaanlijn; verkorte treinopvolging Beverwijk, keerspoor uit richting Haarlem naar 750 meter en een extra opstelspoor Asd. Aziëhaven; verbeteren toegankelijkheid door aansluiten op Zaanlijn en/of Haarlemlijn richting Amsterdam Hoofddorp: extra gelijktijdigheid vanuit opstelterrein naar tunnelsporen
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 11 Infrastructuurprojecten en –studies – onderdeel a: projecten 2010 / 2011
blad 3
Overzicht planningsdata functionaliteitswijzigingen infraprojecten 2010 / 2011 Omschrijving
Goedkeuring Datum realisatie gepland
Haalbaarheid indienststelling
Opmerkingen
Asd Westhaven; verlengen 3 of 4 aank.- en vertreksporen tot 750 meter + optimalisatie inen uitrijden naar Westtak+zaanlijn Halfweg/Zwanenburg; nieuwe halte Almere Poort; nieuwe halte
Ja
dec 2010
Waarschijnlijk
Nee Nee
IV 2011 IV 2011
Waarschijnlijk Waarschijnlijk
Nee Ja Nee
II 2011 II 2010 2011
Risicovol Waarschijnlijk Waarschijnlijk
Nee
2011
Waarschijnlijk
Nee Nee Nee
III 2010 III 2010 III 2010
Risicovol Risicovol Risicovol
Nieuw Nieuw
Nee
III 2010
Risicovol
Nieuw
Nee Ja Nee
III 2010 III 2010 II 2010
Risicovol Waarschijnlijk Risicovol
Nieuw Nieuw
Ja
III 2010
Waarschijnlijk
Ja
III 2010
Waarschijnlijk
Ja
2011
Risicovol
Regionale lijnen Maastricht Noord; nieuw halte Heerlen woonboulevard, nieuwe halte Merwede-Lingelijn (Ddr-Gdm): opening 5 halten en dubbelspoor Dordrecht-Stadspolders en bij Boven Hardinxveld Knooppunt Arnhem - Nijmegen; opening halte Westervoort
Perronverlengingen Almere Buiten, perronverlenging Almere Muziekwijk, perronverlenging Almere Oostvaarders, perronverlenging tot 270 meter Breda Prinsenbeek, perronverlenging tot 275 m Dordrecht Zuid, perronverlenging tot 275 m Utrecht Lunetten, perronverlenging tot 275 m Veenendaal Centrum, perronverlenging tot 270 meter
ATB+ detectieprogramma Roosendaal-Essen en Maastricht-Vise, aanbrengen ATB systeem “Krokodil”
Goederen Steenwijk, upgraden en aanpassen openbare laad- en losweg Lage Zwaluwe; wijziging infra sporen 711, 712 en 717
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 11 Infrastructuurprojecten en –studies – onderdeel a: projecten 2010 / 2011
blad 4
Overzicht planningsdata functionaliteitswijzigingen infraprojecten 2012 t/m 2015 Omschrijving
Goedkeuring Datum realisatie gepland
Haalbaarheid indienststelling
Opmerkingen
Amsterdam - Den Haag - Rotterdam – Dordrecht Rijswijk - Delft, Spoorzone Delft
Ja
II 2013
Risicovol
Nee
2015
Risicovol
Rotterdam/Den Haag – Utrecht Vleugel Utrecht (Amsterdam Rijnkanaal) – Utrecht Centraal
Amsterdam - Utrecht - Maastricht/Heerlen Den Bosch, vrije kruising Noordzijde Vleugel; Utrecht CS-Utrecht Lunetten Vleugel; Utrecht Lunetten - Houten Vleugel; Houten-Houten Castellum: keersporen
Nee Nee Nee Ja
2013 2015 2015 p.m.
Risicovol Waarschijnlijk Waarschijnlijk
Eindhoven, snelheidsverbetering zuidzijde (2e fase HPS)
Nee
2011
Risicovol
Nee Nee
2011 2012
Risicovol Risicovol
Nee
2014
Risicovol
Ja
IV 2012
Waarschijnlijk
Nee
IV 2012
Risicovol
Nee
2012
Waarschijnlijk
Nee
2013
Waarschijnlijk
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
2015 2015 2012 2013 2012 2012 2012
Risicovol Risicovol Risicovol Risicovol Risicovol Risicovol Risicovol
Nieuw Nieuw Nieuw Nieuw Nieuw Nieuw Nieuw
Nee Nee Nee Nee Nee
2016 2016 2016 2012 2012
Risicovol Risicovol Risicovol Risicovol Risicovol
Nieuw Nieuw Nieuw Nieuw Nieuw
Nee
IV 2015
Risicovol
Ja Nee
2012 2012
Waarschijnlijk Waarschijnlijk
Nee Ja Ja
2013 2013 IV 2013
Waarschijnlijk Risicovol Risicovol
Ja
2014
Risicovol
Amsterdam/Amersfoort - Zwolle - Groningen Deventer, nieuw zijperron; definitieve oplossing Zwolle, aanleg 4e perron en perrontunnel (beperkte functionaliteit) Zwolle, aanleg 4e perron en perrontunnel (totale functionaliteit) Hanzelijn, dubbelsporige verbinding Lelystad Zwolle Amersfoort, aanleg vrije kruising westzijde
Utrecht - Arnhem - Zevenaar Maarsbergen; Opheffen overweg N226 d.m.v. tunnel Bunnik; opheffen overweg d.m.v. tunnel(s)
SAAL corridor Almere Muziekwijk – Almere Centrum; 4 sporig Almere Buiten – Almere Oostvaarders; 4 sporig Almere Centrum; perronverlenging Almere Poort; inhaalsporen Flevolijn; verkorten opvolging Weesp-Hilversum; verkorten opvolging Weesp-Amsterdam; seinoptimalisatie tbv besturing en bijsturing Riekerpolder; vrije kruising Riekerpolder-Amsterdam Zuid; 4 sporig Amsterdam Zuid – Utrechtboog; 4 sporig Duivendrecht (Zuidas); verkorten opvolging Venserpolder; goederenwachtspoor
Stations en stationsaanpassingen Den Haag CS; spoor 11 en 12 weer geschikt voor heavy rail NSP Rotterdam NSP Den Haag: sporen 3 t/m 6 op definitieve lengte NSP Den Haag NSP Arnhem (transferhal) NSP Breda NSP Utrecht
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 11 Infrastructuurprojecten en –studies – onderdeel b: projecten 2012 – 2015
Herziening uitvoeringsplanning.
blad 5
Overzicht planningsdata functionaliteitswijzigingen infraprojecten 2012 t/m 2015 Omschrijving
Goedkeuring Datum realisatie gepland
Haalbaarheid indienststelling
NSP Rotterdam: spoor 12/13 + aanliggende perrons buiten dienst NSP Rotterdam: spoor 12/13 + aanliggende perrons weer in dienst NSP Rotterdam: spoor 15 + aanliggend perron buiten dienst NSP Rotterdam: spoor 15 + aanliggend perron weer in dienst NSP Rotterdam: spoor 14 + aanliggend perron buiten dienst NSP Rotterdam: spoor 14 + aanliggend perron weer in dienst NSP Rotterdam: spoor 15/16/17/18 + aanliggende perrons buiten dienst NSP Rotterdam: spoor 15/16/17/18 + aanliggende perrons weer in dienst Nijmegen Lent; definitieve halte
Ja
jan 2012
Waarschijnlijk
Ja
apr 2012
waarschijnlijk
Ja
apr 2012
Waarschijnlijk
Ja
apr 2012
Waarschijnlijk
Ja
apr 2012
Waarschijnlijk
Ja
aug 2012
Waarschijnlijk
Ja
aug 2012
Waarschijnlijk
Ja
nov 2012
Waarschijnlijk
Nee
p.m.
Nee
dec 2012
Waarschijnlijk
Nee Nee
dec 2012 dec 2012
Waarschijnlijk Waarschijnlijk
Nee
2015
Risicovol
Nee Nee Nee Nee Nee
IV 2012 I 2013 IV 2012 p.m. I 2013
Waarschijnlijk Waarschijnlijk Waarschijnlijk Risicovol Risicovol
Nee Nee
2013 2013
Waarschijnlijk Waarschijnlijk
Nee Ja
2013 p.m.
Waarschijnlijk
Nee
p.m.
Ja
dec 2012
Zeker
Nee Nee
III 2014 2013
Risicovol Risicovol
Nee
2015
Risicovol
Nee Nee Nee
p.m. p.m. p.m.
Waarschijnlijk Waarschijnlijk Risicovol
Opmerkingen
Vertramming Zwolle – Kampen Zwolle Stadshagen; nieuwe halte incl. Inhaalgelegenheid Zwolle Werkeren; nieuwe halte Voorsterpoort; nieuwe halte
Overige projecten Amsterdam Zuid WTC: 4-6-4 sporig + keersporen Alkmaar, opstel- en servicecapaciteit Haarlem, opstel- en servicecapaciteit Hoorn, opstel- en servicecapaciteit Hoofddorp opstelterrein, capaciteitsuitbreiding Uitgeest; uitbreiden opstelgelegenheid met minimaal 44 bakken KAN: Elst; vrijleggen verbinding Elst - Tiel KAN: Elst; spooronderdoorgang Aamsestraat voorzien van opgangen naar de perrons KAN: Elst; Goederenwachtspoor van 750 m Fietsenstalling Amsterdam Centraal; 1e fase 2000 plaatsen Fietsenstallingen Amsterdam Centraal; totaal 10.000 plaatsen Nijverdal: Raalte - Nijverdal weer in dienst en halte Nijverdal West weer buiten dienst
Nieuw Nieuw Nieuw Nieuw
Regionet Wormerveer, snelheidsverhoging inhaling Amsterdam, Vrije Kruising Transformatorweg
Regionale lijnen Rijn Gouwe Lijn: partieel dubbelspoor en opening nieuwe halten
Goederen Almelo emplacement, aanleg 2 extra sporen Almelo, inrichten openbare laad- en losplaats Roosendaal; aanleg 7 opstelsporen voor werktreinen
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 11 Infrastructuurprojecten en –studies – onderdeel b: projecten 2012 – 2015
blad 6
c) Infrastructuurstudieprojecten ProRail identificeert potentiële toekomstige capaciteitsknelpunten op het hoofdspoorwegnet en doet studies die uitmonden in voorstellen om overbelasting in de toekomst te voorkomen. Deze activiteit vloeit voort uit de beheerconcessie, waarin staat: “Onder deze zorg wordt mede verstaan het voorbereiden en uitvoeren van de uitbreiding van hoofdspoorweginfrastructuur die een nauwe 111 samenhang heeft met de bestaande hoofdspoorweginfrastructuur” . MIRT-studies Voor lopende studies in opdracht van Verkeer en Waterstaat in het kader van het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT) wordt verwezen naar de Rijksbegroting 2010 (MIRT, planstudies- en realisatietabel). Programma Hoogfrequent Spoorvervoer In de Nota Mobiliteit waren geen nieuwe grootschalige uitbreidingen van de spoorcapaciteit voorzien, anders dan de lopende MIRT-projecten. Inmiddels zijn de groeiverwachtingen en ambities ten aanzien van het vervoer per spoor aanzienlijk naar boven bijgesteld, gesteund door de sterke groei de afgelopen jaren in zowel het reizigersvervoer als het goederenvervoer. Kabinet en bedrijfstak spoor delen te ambitie om te komen tot hoogfrequent spoorvervoer op de drukke reizigerscorridors in de brede Randstad en het accommoderen van de groei van het goederenvervoer door middel van een toekomstvaste routestrategie. ProRail wil deze ambitie mogelijk maken door een combinatie van fysieke capaciteitsuitbreiding en een breed scala aan benuttingsmaatregelen, binnen de randvoorwaarden van integraal capaciteitsmanagement. Dat laatste wil zeggen dat voldaan wordt aan de omgevingseisen van geluid en veiligheid. In dit kader heeft de Minister het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer geïnitieerd. Dit betreft een vijftal planstudies: 1 Corridor Schiphol – Lelystad (‘SAAL’) 2 Corridor Utrecht – ’s-Hertogenbosch (onderzoeksgebied Alkmaar – Eindhoven) 3 Corridor Utrecht – Arnhem (onderzoeksgebied Utrecht – Arnhem oost/Nijmegen) 4 Corridor Den Haag – Rotterdam (onderzoeksgebied Amsterdam Zuid – Rotterdam – Eindhoven) 5 Toekomstvaste routering spoorgoederenvervoer. Hiervoor is in het MIRT € 4,5 miljard opgenomen worden (waarvan € 1,35 miljard geoormerkt voor SAAL). ProRail voert hiervoor de capaciteitsanalyse uit, na overleg met betrokken partijen: spoorwegondernemingen, Ministerie van Verkeer en Waterstaat en decentrale overheden. In 2010 vindt naar verwachting politieke besluitvorming plaats, waarna ProRail met de planuitwerking en de planologische procedures kan beginnen. Realisatie is voorzien in de periode 2013 – 2020. Herstelplan Spoor Onderdeel van het ‘Herstelplan Spoor’ is een programma ‘oplossen capaciteitsknelpunten’. Deze knelpunten zijn vastgesteld na overleg met de spoorwegondernemingen, op basis van de bevindingen bij het ontwerpen van de dienstregeling ‘2007/2009’. Voor het oplossen hiervan is in de periode 2006 – 2012 in de beheersubsidie van ProRail een budget van € 493 mln. beschikbaar. Voor deze knelpunten worden capaciteitsanalyses en capaciteitsvergrotingsplannen opgesteld. Leidraad hierbij is een maatschappelijke kosten-batenanalyse (mkba) met behulp van het “Toetsingskader Spoor”. Randvoorwaarde is een mkba van ten minste 1,0. Dit uit een oogpunt van doelmatige besteding van publieke middelen. Ook wordt de mkba gehanteerd om te prioriteren tussen projecten. Als hieraan met een volledige oplossing niet kan worden voldaan, dan wordt gezocht naar een alternatieve oplossing in de vorm van (een combinatie van) beheersingsmaatregelen, kleine infrastructuur-aanpassingen en aanpassingen van de dienstregeling. De tabel op de volgende pagina geeft een overzicht van de actuele stand van zaken (ten tijde van opstellen van deze bijlage, juni 2009).
111
artikel 2 lid 3 van de Beheerconcessie hoofdspoorweginfrastructuur
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 11 Infrastructuurprojecten en –studies – onderdeel c: studieprojecten
blad 7
capaciteitsknelpunt
gerealiseerd / in uitvoering / uitvoering in voorbereiding Schiphol DVM Schiphol tunnelveiligheid Het Spoor Meester Breda derde perron (sporen lay out) Kijfhoek zuidzijde (kleine aanpassingen) Eindhoven Tongelre aansluiting Capaciteitsvergrotingsplan gereed Amsterdam Transformatorweg vrije kruising Zwolle transfer: verbreden perrontunnel + verbeteren stijgpunten e Zwolle 4 perron Amersfoort Westzijde Dive Under Den Bosch VK noordzijde + layout sporen Hat Vechtbrug Weesp Capaciteitsvergrotingsplan loopt Flevolijn: inhaling Almere Poort Flevolijn: verlenging perrons Almere Centrum Eindhoven transfer: verbreden perrontunnel en verbeteren stijgpunten Amsterdam-Weesp: seinverdichting Tilburg extra perron Geldermalsen: vrijleggen Merwede Linge Lijn Traffic Management System (ontwikkeling DVM-tools) planstudiekosten reservebudget totaal budget
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 11 Infrastructuurprojecten en –studies – onderdeel c: studieprojecten
jaar gereed
MKBA
Kostenprognose € mln.
2006 2007 2008 2008 2010 2012
ca. 20,0 n.v.t. ca. 2,0 1,6 4 5
5 2 7 14 2 2
2013 2013 2012/13 2012 2013 2010
2,7 1 1,2 2 3 ca. 2
39 32 74 39 74 9
2013 2012 2013
1,7 1
51 1 25
2012 2012 2014 2010 e.v.
pm 1,4 pm pm
10 13 50 22 8 19 498 498
blad 8
bijlage 12
Informatie omtrent niet-hoofdspoorwegen
Spoorwegen onder het regime van de Spoorwegwet 1875. ProRail beheert in afwachting van nadere besluitvorming de navolgende in onbruik geraakte 112 spoorwegen : • Roermond – Vlodrop grens (richting Dalheim (D)); • Santpoort Noord – IJmuiden; • Nijmegen – Nijmegen grens (richting Kranenburg (D)). Spoorwegen onder het regime van de Locaalspoor- en Tramwegwet. 113 ProRail beheert de in onbruik geraakte locaalspoorwegen : • Boxtel – Veghel; • Nieuw Amsterdam – Schoonebeek. Stamlijnen onder het regime van het Reglement op de Raccordementen 1966 ProRail beheert de navolgende in onbruik geraakte spoorwegen waarop het Reglement op de Raccordementen 1966 van toepassing is. locatie
naam stamlijn
bijzonderheden
Dordrecht Alphen aan den Rijn
Industrieterrein De Staart Industrieterrein Rijnhaven
vanaf kruising met Grevelingenweg uitsluitend de stamlijntakken langs Bedrijfsweg en Industrieweg
Almelo
Dollegoor
Spooraansluitingen Spoorverbindingen op de bedrijfsterreinen en de toeleidende sporen die de sporen op bedrijfsterreinen verbinden met de hoofdspoorweg vallen buiten de door ProRail beheerde spoorwegen. Toestemming tot het berijden van de spoorverbindingen op bedrijfsterreinen en de toeleidende sporen wordt steeds verleend door of via het aangesloten bedrijf, onder daarbij te stellen voorwaarden, die mede een gebruiksvergoeding kunnen omvatten. Daarbij kunnen tevens beperkende voorwaarden gesteld worden die gerelateerd zijn aan de kenmerken van de betrokken sporen, zoals aslast-, snelheids- en profielbeperkingen, alsmede beperkingen gerelateerd aan de boogstralen van de betrokken sporen.
112 113
zie ook het Besluit houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van bepalingen van de Spoorwegwet (enz), Nota van Toelichting bij artikel 2 sub b onder 1e Besluit aanwijzing spoorwegen als locaalspoorweg
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 12 Informatie omtrent niet-hoofdspoorwegen
blad 1
(lege bladzijde)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 12 Informatie omtrent niet-hoofdspoorwegen
blad 2
bijlage 13
Omgrenzingsprofielen per baanvak
Eem
! !
Rd ! Dz
Swd !
!
Hlg !
Lw
!
Gn ! Wr
Vdm ! Hdr
!
Stv ! ! Emn
!
!
!
Hwd
Ekz
! Mp
Hn !
! Kpn !
Utg
Zl !
! Lls
Lar
Mrb !
! Zd !
Zvt !
!
Hlm !
Ledn
Shl
!
!
Wd !
Ldd !
Sdm!
! Wp
Gd
!
!
Kfh !
!
Hgl !
Bh !
Es ! G
Ed !
Rhn!
!
Nvd Aml ! ! ! Wdn
Zp !
! Ut
! Rtd
!
Dv !
Apd !
Amf !
Apn
! Hld ! Mvt
Nvdw
! Hvs !
Gvc!
Asd
Ah
Gdm
!
Zv !
! Est
Ww
! Tbg
! Em
! Nm Ddr Ht
!
!
Vs
! Sloe
!
!
! Esn
Bd ! Tb
! !
!
Zlw
! Ndkp
! Btl
! Ehv !
Tnz
Vl !
!
Lnp !
Kn
Wt Rm!
Fsz
! Std
! Glk
Hrl ! !
Mt
! Hz ! Krd
! Fvs
Omgrenzingsprofiel Legenda GC NL
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 13 Omgrenzingsprofielen per baanvak
situatie januari 2011 inzicht november 2009 Bron: Infra Atlas
blad 1
Toelichting Voertuigomgrenzingsprofielen NL en GC De maten behorende de voertuigomgrenzingsprofielen NL en GC zijn opgenomen in de bijlagen 10 resp. 13 behorende bij artikel 16 van de Regeling keuring spoorvoertuigen. Bijzonder ladingomgrenzingsprofiel 114 Het bijzondere ladingomgrenzingsprofiel , het zogenaamde Rode Meetgebied (RM, in onderstaande figuur) vindt alleen toepassing op de baanvakken (exclusief Roosendaal-Roosendaal grens en Maastricht-Eijsden grens) waar het omgrenzingsprofiel NL van toepassing is.
114
zoals bedoeld in artikel 12 lid 2 sub a van het Besluit spoorverkeer en is opgenomen in bijlage 8 bij de Regeling spoorverkeer
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 13 Omgrenzingsprofielen per baanvak
blad 2
bijlage 14
Aslasten en tonmetergewichten
! !
Eem
Rd !
Swd ! Lw
Hlg
!
!
Dz
Gn !
"
Wr
!
! Vdm
Hdr ! Stv !
! Emn
Ekz !
Hn
!
!
Mp
!
Hwd
!
Lar
Kpn !
Utg
!
Zl
! Lls
! Mrb
!
"
Zvt
!
!
"
! Zd
Hlm
! !
Asd
Nvdw Wdn !
!
Shl
Wp !
Ledn ! Gvc !
!
Ldd
Wd !
"
Hld Mvt
!
!
! Sloe
Aml ! Bh
Dv
!
"
Hgl
!
Es
! G
"
Ah !
Ww Zv
! Est
Gdm
!
"
"
!
! !
! Nm
Tbg Em
Ddr Zlw
Ht ! !
!
Ed
Rhn! !
Bd
!
Esn
"
Zp !
Kfh
Rsd
!
"
Ut
! Rtd
!
"
!
"
!
!
!
Gd Sdm !
!
Vs
Apd Amf
!
!
!
!
"
!
Hvs
Apn !
!
Nvd
!
!
Btl
Tb
!
Ndkp
Ehv
!
Vl !
! Tnz
! Kn
Wt !
! !
Fsz
Lnp
!
Rm
Legenda !
D2 Vmax = 100 km/h* D2 Vmax = 80 km/h * D2 Vmax = 60 km/h*
Hrl
Glk !
D4 Vmax = 100 km/h* D4 Vmax = 80 km/h* D4 Vmax = 60 km/h* E5 Vmax = 120 km/h* Beladingsklasse C2 Beperkingen Beperking kunstwerk Beperking bovenbouw * Tenzij lokaal een lagere snelheid geldt (zie bedienvoorschriften)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 14 Aslasten en tonmetergewichten
Std
! !
"
Mt
!
! Hz
Krd
!
Fvs
Aslasten en asconfiguratie volgens UIC fiche 700 situatie januari 2011 inzicht november 2009 Bron: Infra Atlas
blad 1
(lege bladzijde)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 14 Aslasten en tonmetergewichten
blad 2
bijlage 15
Beveiligingssystemen
Rd ! ! Swd
!
Dz
! Gn
Lw !
Hlg !
Eem
Wr !
!
! Vdm Hdr
! Stv ! !
Emn
Ekz Hwd
Hn !
!
! Mp
!
! Lar Kpn !
Utg !
Zvt !
!
! Lls
! !
Nvdw Wdn ! ! ! Nvd
Asd Wp !
Shl
!
Ldd
Gvc !
! Mvt
! !
Sdm!
!
Ah !
Nm !
Em
Bd
! Tb
! Btl
Ehv ! Vl !
! Tnz
! Fsz
! Tbg
!
Ht !
Zlw
!
! G
! Ww
Zv !
Est!
Tl
Ddr !
Ndkp
! Es
! Bh
Ed
Gdm
!
! Esn
! Hgl
!
Rhn !
! Rtd
!
! Aml
Zp
!
Rsd
Mrb
!
Dv
Ut !
! Gd
!
! Sloe
Wd
!
Apd !
Amf !
!
Kfh !
Vs !
Hvs
Apn
Hld !
!
! Zd
Hlm
Ledn!
Zl !
! Kn !
Lnp!
Wt !
Rm
! Std Glk !
Hrl ! !
Mt
! Hz ! Krd
! Fvs
Legenda ATB Nieuwe generatie ATB Eerste generatie ERTMS Geen systeem Buitenlands systeem
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 15 Beveiligingssystemen
Beveiligingssysteem situatie januari 2011 inzicht november 2009 Bron: Infra Atlas
blad 1
(lege bladzijde)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 15 Beveiligingssystemen
blad 2
bijlage 16
Treindetectiesystemen
Eem
! ! Rd
!
Dz
! Swd
!
!
Hlg
Lw
!
Wr
Gn
!
!
!
Vdm
Hdr Stv ! !
!
Zvt !
!
! !
!
Mvt
Sdm
!
Vs
! Esn
! Sloe
!
Rsd
!
!
Apd !
Dv
Wd !
Gd
!
! Bh
Hgl !
Amf !
Es ! G
! Zp
! Ut ! Rhn
Ed Ah ! Est
!
Gdm
! Zv!
Ww
! Tbg
!
Nm
!
!
!
Hvs
! !
Zl
Wp
!
Kfh !
!
!
Mrb
Nvdw Wdn Aml ! ! ! ! Nvd
! Rtd
!
Lar
Kpn
Asd
Shl
Apn !
Hld
!
Lls !
Ledn
Gvc Ldd !
Mp !
!
!
!
Zd !
!
!
Ekz
! Hn
Utg
Hlm
!
!
Hwd
!
Emn
Em
Ddr Zlw
! Ht !
Bd ! Tb
! Ndkp
!
Btl
!
Ehv
Tnz
!
Vl ! Kn
!
! Lnp
!
Wt Rm !
!
Glk !
Legenda
! Mt
Std
!
Hrl
Hz ! ! Krd
! Fvs
Buitenland GRS - spoorstroomlopen, Jade of FTGS GRS - spoorstroomlopen. overwegen pedalen en/of lussen GRS - spoorstroomlopen ,overwegen asentellers Assentellers Assentellers en PSSSL Stations
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 16 Treindetectiesystemen
Detectiesystemen situatie januari 2011 inzicht november 2009 Bron: Infra Atlas
blad 1
(lege bladzijde)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 16 Treindetectiesystemen
blad 2
bijlage 17
Baanvaksnelheden
Eem ! ! Rd ! Dz Swd !
!
Hlg !
Lw
!
Gn !
Wr
Vdm ! Hdr
!
Stv ! ! Emn
!
!
!
Hwd
Ekz
! Mp
Hn !
! Lar Kpn !
Utg
Mrb !
Zl
! Lls
!
Zd ! Zvt !
!
!
Hlm ! Shl
Ledn
Wd !
Ldd ! !
Sdm !
! Wp
Gd
! Ut !
!
! Sloe
!
! Esn
!G
Ed !
Ah ! Ww
Zv !
! Est
Gdm
! Tbg
! Em
Ht
Zlw
! !
Vs
Es
Ddr
Bd
Rsd ! !
! Bh !
! Nm
!
Aml
Zp !
Rhn!
!
! Wdn!
Apd !
Amf !
! Rtd Kfh !
Nvd !
Hgl !
Dv !
Apn
! Hld ! Mvt
! Nvdw
! Hvs ! !
Gvc !
Asd
! Tb ! Ndkp
! Btl
Ehv
! !
Tnz
Vl ! Kn
!
Lnp !
Wt
! Fsz
! Rm
Std ! Glk
Hrl !
! Mt!
! Hz ! Krd
! Fvs
Legenda >= 220 km/h 161 - 219 km/h 140 - 160 km/h 126 - 139 km/h 81 - 125 km/h <= 80 km/h
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 17 Baanvaksnelheden
Baanvaksnelheid situatie januari 2011 inzicht november 2009 Bron: Infra Atlas
blad 1
(lege bladzijde)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 17 Baanvaksnelheden
blad 2
bijlage 18
Geëlektrificeerde baanvakken; bovenleidingsspanning
! !
Eem
Rd ! Dz
Swd !
!
Hlg !
Lw
!
Gn
Wr !
Vdm ! Hdr
!
Stv ! ! Emn
!
!
Zvt !
!
Gvc!
Utg ! Zd !
Apn !
Ldd ! !
Sdm !
Asd Nvdw ! ! Wp
Wd !
Gd
!
! Sloe
! Esn
!
!
! G
Ah
Gdm
! Ww
Zv !
! Est
! Tbg
! Em
! Bd ! Tb
! Ndkp
! Btl
! Ehv !
Tnz
! Fsz
Es
Ht
Zlw
!
Vs
!
! Nm
Rsd ! !
!
Ed
Rhn! !
Bh
Zp !
! Ut
Kfh ! Ddr !
Nvd Aml ! ! ! Wdn Hgl !
Dv !
Apd !
Amf !
! Rtd
!
Mrb !
Zl !
! Lls
Hlm
! Hld ! Mvt
! Lar
! Hvs !
! Mp
Hn ! Kpn !
! Shl Ledn
Ekz
!
Hwd
Vl !
!
Lnp !
Kn
Wt !
Rm
! Std
Legenda 1500 V gelijkspanning, 4000 A 1500 V gelijkspanning, < 4000 A 3 kV gelijkspanning 15 kV wisselspanning 25 kV wisselspanning Niet geëlectrificeerd
Hrl !
Glk ! ! Mt
Fvs
Spanningssluis Vast Omschakelbaar
_
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 18 Geëlektrificeerde baanvakken; bovenleidingsspanning
! Hz ! Krd
!
Elektrificatie & stroomafname situatie januari 2011 inzicht november 2009 Bron: Infra Atlas
blad 1
Spanningssluizen Betuweroute Ten behoeve van de overgang tussen het 25 kV-tractie-energiesystemen op de BetuweRoute en het 1500V-tractie-energiesysteem te Kijfhoek en op de aansluitende spoorwegen zijn spanningssluizen voorzien op de volgende plaatsen: • spanningssluizen met een lengte van de tractieloze zone van 186 m: - in de sporen tussen Barendrecht Vork en Waalhaven Zuid, ter hoogte van km 202,1; - in de sporen tussen Kijfhoek en Papendrecht, ter hoogte van km 3,5; - in de sporen tussen Duiven en Zevenaar, ter hoogte van km 103,8; • spanningssluizen met een lengte van de tractieloze zone van 30 m: - in de sporen van de verbindingsboog Geldermalsen/Meteren v.v.; - in de sporen van de verbindingsboog Zaltbommel/Meteren v.v.; - in de sporen van de verbindingsboog Valburg/Elst v.v.; - in het spoor van de verbindingsboog Valburg/Nijmegen Lent v.v.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 18 Geëlektrificeerde baanvakken; bovenleidingsspanning
blad 2
bijlage 19
Beweegbare spoorbruggen
De nummers verwijzen naar de tabel op volgende bladzijde.
Eem ! !
Rd ! Dz
60 Swd !
Hlg !
45 Lw ! 49 21
47
50
59 Gn ! 58 56
20 19 43
!
Wr
57
Vdm !
18
Hdr
!
56a
42 Stv
72
!
! Emn
71 !
Hwd
!
16
Ekz
!
! Lar
70 Utg ! 69
Zvt!
Kpn
!
74
! Lls
82
Vs
! Sloe
! Esn
!
!
!
Ah ! Ww
Zv
Gdm
64
!
! Est
! ! Nm
!
Tb
! Tbg
Em
! Ndkp
!
Btl
! Ehv !
Tnz !
Vl !
88 !
!
!
! G
Ed
Rhn!
Bd
!
9 !
!
! Bh
Es
Zp ! 62
Ut
81
!
!
Amf !
!
Hgl !
Dv !
Apd
Ht ! !
8
Nvdw Wdn Aml ! ! ! ! Nvd
Hvs
Zlw
7 Rsd
!
12
!
!
Mrb
Zl !
75 73 ! Zd 2 1 !Hlm ! Asd 22 ! ! 83 Wp 33 Shl
Ledn ! 3 Apn 28 ! 30 29 Gvc Wd ! ! ! Ldd Gd 31 ! Hld 27 ! 76 77 4 ! ! ! Rtd Mvt85 Sdm 86 84 87 Kfh ! Ddr ! 6 80
39
! Mp
Hn
40
Lnp
Kn
Wt
Rm !
Fsz
! Glk
!
Std Hrl !
! Mt
! Hz ! Krd
! Fvs
Bruggen Legenda Beweegbare brug
situatie januari 2011 inzicht november 2009 Bron: Infra Atlas
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 19 Beweegbare spoorbruggen
blad 3
Overzicht beweegbare spoorbruggen Brugnr 1 2 3 4 6 7 8 9 12 16 18 19 20 21 22 27 28 29 30 31 33 39 40 42 43 45 47 49 50 56 56a 57 58 59 60 62 64 69 70 71 72 73 74 75 76 77 80 81 82 83 84 85 86 87 88
Brugnaam Singelgracht Spaarnebrug Vinkbrug Schiebruggen Oude Maas Markbrug Arnekanaalbrug Vlakebrug IJsselbrug Drentse hoofdvaart brug Deelsbrug Boorne Pr. Margrietkanaal Harinxma kanaal (Mp-Lw) Oosterdoksluis Hoge Gouwebrug Lage Gouwebrug Galgewater Rijn-Schiekanaal Gouwsluis Dubbele Wiericke Vechtbrug Coevorder Stadsgracht Hoogeveense vaart Klifrak Wijmerts Harinxma (Lw-Hlg/Stv) Zuidergracht Greuns Hoendiep Wildervanckkanaal AG Rensel Westerwoldse Aa NoordWillemsKanaal Reitdiep Boterdiep IJsselbrug Oude IJssel Nauernaschevaart Noordhollands kanaal Bolbrug Koegrasbrug Zaanbrug Noordhollands kanaal Where De Haven De Haven Wantijbrug Merwedekanaalbrug Ringvaartbrug Schinkelbrug Baanhoekbrug Suurhoffbrug Calandbrug Botlekbrug Sluiskil
Afkorting SGBR SPBR VKBR DHS GRBR MABR ABR VLK IJBRZL SMVRT BRDL BOBR PMK HRMK ODS HGWBR GWBR GWT RSKBL GWB DWB VTBR COSB HVVB KR WMB HRM HLG GRS HDP WDVB RSL WWAB NRDWIL RDP BTD IJBZ OIJ NNVBR NHKBR BOL KGS ZDB NHK WHE HVBR VDGBR WIJB MKBR RVBR SKBR BMBR SHB CLB BOTBR SLUB
Waterweg Gemeente Westerkanaal Amsterdam Spaarne Haarlem Oude Rijn Leiden Delfshavense Schie Rotterdam Oude Maas Dordrecht Markkanaal Zevenbergen Arnekanaal Arnemuiden Kanaal door Zuid-Beveland Vlake IJssel Zwolle Smildevaart Meppel Deel Akkrum Boorne Akkrum Prinses Margrietkanaal Grouw Van Harinxmakanaal Leeuwarden Oosterdoksluis Amsterdam Gouwe Gouda Gouwe Gouda Galgewater Leiden Rijn-Schiekanaal Leiden Gouwe Alphen aan de Rijn Dubbele Wiericke Bodegraven Vecht Weesp Stadsgracht Coevorden Verlengde Hogeveensevaart Nieuw Amsterdam Klifrak Workum Wijmerts Oudega Van Harinxmakanaal Leeuwarden Zuidergracht Harlingen Greuns Leeuwarden Hoendiep Hoogkerk-Vierverlaten Wildervanckkanaal AG Zuidbroek Rensel Winschoten Westerwoldse AA Nieuweschans Noordwillemskanaal Groningen Reitdiep Groningen Boterdiep Bedum IJssel Zutphen Oude IJssel Doetinchem Nauernaschevaart Krommenie-Assendelft Noordhollands kanaal Alkmaar Ringvaart Heerhugowaard Noordhollands kanaal Koegras Zaan Zaandam Noordhollands kanaal Purmerend Where Purmerend Haven Maassluis Oude haven Vlaardingen Wantij Dordrecht Merwedekanaal Arkel Ringvaart Nieuw Vennep Schinkel Amsterdam Beneden Merwede Baanhoek Hartelkanaal Rotterdam Callandkanaal Rotterdam Oude Maas Rotterdam Kanaal van Gent naar Terneuzen
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 19 Beweegbare spoorbruggen
Baanvak Asd - Ass Asd - Hlm Gv - Ledn Rtd - Sdm Ddr - Rtd Rsd - Zlw Rsd - Vs Rsd - Vs Amf - Zl Lw - Mp Lw - Mp Lw - Mp Lw - Mp Lw - Mp Asd - Asdm Gd - Gv/Rtd Gd - Ledn Apn - Ledn Apn - Ledn Apn - Wd Apn - Wd Alm/Ndb - Wp Emn - Mrb Emn - Mrb Lw - Stv Lw - Stv Hlg/Stv - Lw Hlg - Lw Gn - Lw Gn - Lw Gn - Nsch Gn - Nsch Nscg - Nsch Gn - Lw/Swd Gn - Swd Dz - Swd Ah/Apd - Zp Zv - Ww Utg - Zd Amr - Hwd Amr - Hwd Ana - Hdr Pmr - Zd Pmr - Zd Hn - Pmr Hld - Rtd Hld - Rtd Ddr - Gdm Ddr - Gdm Ledn - Shl Asra - Dvd Ddr - Gdm Havenspoor Havenspoor Havenspoor Svg - Tnz
blad 4
bijlage 20
Perronlengte
Eem ! !
Rd !
Dz
Swd !
!
Hlg !
Lw
!
Gn
Nsch
Vdm !
Sk !
Wr !
Hdr Stv !
! Emn Hgv !
Amr
!
Zvt!
!
Hwd
! Mp
Hn !
! Kpn !
Utg
Lar
Omn
! Lls
!
Zl
!
Mrb
! Zd
Hlm
!
Asd
Had Dvd ! Shl Asb Hfd
Lis
!
Ekz
Almm Dv!
Apd !
Amf ! ! Ut
Wdn Aml ! ! ! Nvd Rsn
Brn
Hvs !
Ledn! Ldl Apn ! Bdg Laa Ldd Wd Gvc ! ! ! Gv Gd Ypb ! Dt Hld Gdg ! Sdm ! ! ! Rtd Mvt Rtz Nwl Brd ! Ddr ! Ddrs
Nvdw !
Almb Wp !
Dvc
Hgl ! Es!
! Bh
!G
Zp !
Dld Klp
Edc ! Ed
Db
Dr !
Rhn!
!
Ah
! Est
Gdm
! Tbg
! Em
Tl
Www ! Ww
Dtch Zv !
! Nm
O Ht
!
!
Zlw
! Mdb
Gs
Vss ! Vs
Bgn
! Tb
Rsd!
! Btl Hm
! Esn
!
Bd
Ndkp !
Dn
Hrt
! Ehv
!
Tnz !
!
Vl !
!
! Lnp
Kn
Wt
Rm !
Fsz
! Std Glk !
Legenda
Hrl ! Mt!
! Hz ! Krd
! Fvs
station/baanvak met tenminste één perron met een lengte groter of gelijk 340 meter 270 meter 220 meter 170 meter 90 meter n.v.t.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 20 Perronlengte
Perronlengte situatie januari 2011 inzicht november 2009 Bron: Infra Atlas
blad 1
(lege bladzijde)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 20 Perronlengte
blad 2
bijlage 21
Openbare laad- en losplaatsen
Rd !
! Eem
! Dz
Swd ! Lw
Hlg
Wr
! Gn
!
!
!
! Vdm ! Hdr
Stv! !
Swk Hwd
!
!
Hn
Ekz
Mp !
!
! Lar
Kpn !
Utg !
!
Hlm ! Zvt !
Nvdw
! Asd
!
!
Mvt
Bot
Whz
Mdk
!
!
Esn
Ww !
!
!
Zv
Tbg
!
! Nm
Zlw
Em
Ht ! Otw
!
Bd
!
Sloe
Ahg
Ddr
Rsd Vs !
!
!
Kfh
Tb !
! Btl
Tbge Ndkp ! Ehv
!
Vl !
! Tnz
!
Wt Lnp !
!
! G
Ah ! Est
Gdm !
Es Zp
! Ed
Rhn !
!
!
!
Wd
Sdm Vdg ! ! Rtd
! Bh
Hgl
!
! !
!
!
!
!
Gd
!
!
Apd !
Ut
!
Ldd
Hld !
Hvs Amf
!
Wdn Aml
Dv
Wp
Apn
!
Nvd
!
Shl
Gvc !
! Mrb
!
Ahwv
!
Ledn !
Zl
! Lls
Zd
Emn
Kn
! ! Rm
Fsz
! Std
Hrl
Glk !
!
!
Mt
!
! Hz
Krd
!
Fvs
Laad - en Losplaatsen Legenda Laad- en losplaats zonder beperkingen Laad- en losplaats met beperkingen
situatie januari 2011 inzicht november 2009 Bron: Infra Atlas
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 21 Openbare laad- en losplaatsen
blad 1
(lege bladzijde)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 21 Openbare laad- en losplaatsen
blad 2
bijlage 22
Tankinstallaties
Gegevens over de tankinstallaties zijn vermeld op de volgende pagina.
! Eem ! Rd !
Dz
Swd ! Hlg !
!
Lw
!
Gn
Wr !
! Vdm Hdr
!
Stv ! ! Emn
!
Hwd
!
Hn !
Ekz
Mp ! ! Lar Kpn
!
!
Zvt!
!
Utg ! Lls
Zd ! Hlm
Awhv Asd ! Wgm
! Shl
Nvdw !
! Wp !
Ledn ! Gvc !
Ldd ! !
! Hld ! Mvt
Wd
Gd
Whz
Kfh ! !
!
Es !G
Ed !
Ah
Gdm
! Ww
Zv !
! Est
! ! Nm
! Tbg Em
Ddr Ht !
Zlw
!
Bd
Rsd ! ! Esn
! Bh !
Zp !
! Ut
!
Wdn Aml ! ! ! Nvd Hgl !
Dv !
Apd !
Rhn!
!
! Sloe
!
Sdm ! ! Rtd Bot
Vs !
Hvs Amf !
Apn !
Mrb !
Zl !
! Tb ! Ndkp
! Btl
! Ehv !
Tnz !
Vl ! Kn
!
Lnp !
Wt
! Fsz
Rm!
! Std Glk !
Hrl ! !
Mt
! Hz ! Krd
! Fvs
Tankinstallaties Legenda situatie januari 2011 Emplacement waar een tankinstallatie aanwezig is
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 22 Tankinstallaties
inzicht november 2009 Bron: Infra Atlas
blad 1
Informatie met betrekking tot opslagcapaciteit en debiet van tankinstallaties locatie
opslagcapaciteit in m
3
debiet in l/min
Groningen
3*80
200
Leeuwarden
2*40
200
Zwolle
3*100
90
Hengelo
2*60
90
Zutphen
2*40
90
Winterswijk
1*50
90
Arnhem
2*50
90
Amersfoort
2*30
90
Watergraafsmeer
1*20
70
Amsterdam Westhaven
1*100
90
Maasvlakte
1*100
90
Botlek
1*25
90
Waalhaven Zuid
1*100
90
Kijfhoek
2*60
200
Roosendaal
2*50
90
Terneuzen
1*30
90
Nijmegen
2*30
90
Venlo
2*100
90
Heerlen
1*40
130
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 22 Tankinstallaties
blad 2
bijlage 23
Ontwerpnormen dienstregeling
De normen in deze bijlage zijn uitgangspunt voor het ontwerp van een dienstregeling en dienen een soepele en robuuste uitvoering te bevorderen. De afkeurnormen zijn hard omdat ze gebaseerd zijn op minimale technische realiseerbare tijden. Afwijken kan alleen als alle andere belanghebbenden daarmee instemmen. Van de streefnormen kan door ProRail op verzoek van één of meerdere gerechtigden of op eigen initiatief worden afgeweken zonder dat dit tegengeworpen kan worden door andere belanghebbenden bij de capaciteitverdeling, onder de volgende voorwaarden: • het leidt tot frequentere bediening van reizigers/laadstations en/of een robuustere treindienst; • na de krapte ligt voldoende speling in rij-, halteer- of keertijd; • er is een uitvoerbare afhandelingstrategie voorhanden; • de commerciële samenhang van de aanvraag blijft intact.
1
Categorie afkeurnormen
1.1
Rijtijden (afkeurnormen)
VPT/Donna levert rijtijden ProRail draagt zorg voor een juiste database Infra en een juiste database Materieel. Reizigers Als basis voor het berekenen van de rijtijd van een treinserie wordt t.a.v. de materieelsamenstelling de door de vervoerder geplande maximale samenstelling in de spits genomen. Goederen ProRail definieert de specificaties voor trekkracht, snelheid en tonnage van de goederenpaden na overleg met de goederenvervoerders.
1.2
Opvolgings- en overkruistijden van patroontreinen (afkeur- en streefnorm)
Opvolgingstijden en overkruistijden tussen twee treinen die elk uur rijden (reizigers of goederen maakt niet uit) zijn specifiek en bestaan uit de ter plaatse geldende technisch minimale tijd afgerond op de dichtstbijzijnde hele minuut. In uitzonderlijke gevallen kan in negatieve zin van deze afkeurnorm worden afgeweken mits alle betrokken partijen daarin toestemmen (bijv. DVM Schiphol). De streefnorm is voor de meeste situaties de minimaal technische tijd plus 1 minuut buffertijd afgerond op de dichtstbijzijnde hele minuut. Bij vertrek–aankomst geldt minimaal technische tijd plus 2 minuten buffertijd, omdat de vertrekkende trein alleen te laat kan zijn en de aankomende trein ook te vroeg. Bij de planning wordt gebruik gemaakt van de volgende beschikbare vuistregels: vertrek – vertrek, doorkomst – doorkomst en aankomst – aankomst
:
3 minuten
perronopvolging vertrek – aankomst of vertrek – vertrek
:
5 minuten
perronopvolging vertrek – doorkomst (bijv. stoptrein-IC op halte voor knoop)
:
4 minuten
inhaling:
aankomst – doorkomst
:
2 minuten
doorkomst – vertrek
:
2 minuten
Standaard overkruistijden (met uitzondering van niet-structurele capaciteitsclaims): op een splitsing
:
3 minuten
op een emplacement aankomst – vertrek
:
1 minuten
op een emplacement vertrek – aankomst
:
6 minuten
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 23 Ontwerpnormen dienstregeling
blad 1
1.3
Opvolgings- en overkruistijden na niet-structurele capaciteitsclaims
Bij capaciteitsclaims die minder dan 5x per dag benut worden (internationale treinen, spitstreinen, sommige goederentreinen, brugopeningen) is het acceptabel om erna een kortere opvolg- of overkruistijd te hanteren dan bovenstaande normen aangeven. Enkele keren per dag wordt dan een kleine vertraging geaccepteerd, maar het grootste deel van de dag ontstaat extra ruimte. De eventuele vertraging wordt gecompenseerd door rijtijdspeling, net als andere niet-structurele oorzaken. In situaties met een krappe planning achter een niet-structurele trein is instemming van de gerechtigden van wie de treinen te maken hebben met een krappere planning nodig en wordt na overleg tussen gerechtigden en ProRail een afhandelingstrategie overeengekomen.
2
Categorie streefnormen
2.1
Speling in rijtijd (streefnorm)
Reizigerstreinen: 5% toeslag op de kale rijtijden, berekend tussen twee blokpunten over de rijtijd en eventuele minimale stationnementen. Blokpunten zijn vastgelegd in VPT/Donna en betreffen de volgende typen dienstregelpunten: • knooppuntstations (de 1-, 2- en 3-minuutstations genoemd onder Halteringstijden), • kruisingsplaatsen op enkelsporige baanvakken, maar alleen voor treinen die er daadwerkelijk kruisen; • inhaalvoorzieningen, maar alleen voor de ingehaalde trein. Goederentreinen: 0% toeslag op de kale rijtijden. Speling ontstaat door plannen van afwijkende inleg-/inhaalsnelheid en lager dan maximaal tonnage. Verdeling van de speling “onderweg”: volg de door VPT/Donna geadviseerde tijden o.b.v. standaardtoeslag 0% (via optie “herberekenen”) en leg alle speling kort voor het blokpunt. Uitbuigen eerder op de lijn telt niet mee als speling. Afronding van de speling ten behoeve van planning bij doorrijdpunten (berekende rijtijden op één decimaal): • -.5 en kleiner naar beneden • -.6 en groter naar boven Afronding van de speling ten behoeve van planning bij minimale stationnementen is naar beneden. Op deze manier wordt voorkomen dat een trein moet wachten op zijn vertrekmoment en daarbij kostbare speling verbruikt. Verderop aan de lijn afronden naar de dichtstbijzijnde minuut, omdat de vertrektijden met 0% standaardtoeslag anders onnodig vroeg komen te liggen.
2.2
Halteringstijden (streefnorm)
De streefnormen voor de halteringstijden die worden gehanteerd zijn: Voor reizigerstreinen Bij de halteringstijd wordt onderscheid gemaakt in 4 categorieën stations; voor de categorieën 1, 2, en 3 worden in principe vaste minimumtijden per station gehanteerd, ongeacht het type trein (IC/Sprinter) of materieeltype van de halterende trein; de minimumtijd is in de kop van onderstaande tabel stationsgebonden halteringstijden vermeld. In de planning kunnen afwijkingen worden toegepast voor alle of voor specifieke treinseries, die verband houden met stop-/doorschakelingen of vanwege een gunstiger seinbeeld. Voor de berekening van de speling wordt gerekend met de stationscategorie. Bij de stations in categorie 4 (overige stations) zijn de minimum halteringstijden materieeltypegebonden. Deze minimum halteringstijd volgt uit tabel 2 materieeltype-gebonden minimumhalteringstijden. Stationnementen worden zonodig langer indien de tijdvertraging vanwege stop-/doorschakeling een langer stationnement vereist. Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 23 Ontwerpnormen dienstregeling
blad 2
Tabel 1: stationsgebonden minimum halteringstijden e
e
e
1 categorie = 3´-station
2 categorie = 2´-station
3 categorie = 1´-station
Amsterdam Centraal Rotterdam Centraal Utrecht Centraal
Alkmaar Amersfoort Arnhem Breda Den Haag HS Deventer Dordrecht Eindhoven ´s-Hertogenbosch Hoorn Leiden Nijmegen Tilburg Zwolle
Almelo Alphen aan den Rijn Amsterdam Zuid Apeldoorn Ede-Wageningen Geldermalsen Gouda Haarlem Heerlen Hengelo Hilversum Maastricht Roermond Roosendaal Sittard Venlo Weesp Woerden Zaandam Zutphen
Tabel 2: materieeltype-gebonden minimum halteringstijden e
4 categorie materieeltype SGMm Light Train DDAR / mDDM
normtijd (min) 0,6 115
0,4
0,7
Plan T/V
0,6
ICM
0,8
DDIRM / VIRM
0,8
ICE / Thalys / V250
0,8
E-loc getrokken/geduwd
0,8
DM-´90
0,6
GTW / Protos
0,5
Voor goederentreinen Minimaal 3 minuten
115
Voorlopige norm tot een langere haltering in de praktijk noodzakelijk blijkt.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 23 Ontwerpnormen dienstregeling
blad 3
2.3
Combineren en splitsen (streefnorm)
Minimale procestijden treinstellen:
2.4
Combineren
:
3 minuten
Splitsen
:
2 minuten
Kopmaken en keren (streefnorm)
Minimale procestijden (in minuten): Mat 64, SGM / SLT
:
2,0 + 0,3 per bak + 0,5 per stel
ICM, IRM, DDAR
:
3,0 + 0,3 per bak + 1,0 per stel
DDM
:
6,0 à 7,0 per stam
Getrokken mat
:
7,0 tot 12,0, afhankelijk van wel of geen wisselloc en mogelijkheden emplacement
Thalys
:
minimaal 15
Getrokken mat met ERTMS
:
minimaal 15
ICE
:
minimaal 10
De minimaal benodigde tijden voor kopmaken of keren zijn technisch gezien gelijk. De plantijd voor keren hangt echter niet alleen af van de technische mogelijkheden van het materieel. Bij een kering moet er ook rekening worden gehouden met een tijd voor eventuele reiniging en een buffer om vertragingen te kunnen opvangen. Afhankelijk van de tijdlengte van een lijnvoering is dit een variabel getal. Voor kopmaken kunnen kortere tijden worden toegepast bij gebruik van een wisselmachinist.
2.5
Overstaptijden (streefnorm)
Minimale overstaptijden: Treinen langs hetzelfde perron, tegenover elkaar
:
2 minuten
Treinen langs hetzelfde perron, achter elkaar
:
3 minuten
Treinen langs verschillende perrons, 1 perron verschil
:
4 minuten
Treinen langs verschillende perrons, 2 of meer perrons verschil
:
5 minuten
Voor sommige perrons gelden er iets andere tijden i.v.m. bebouwing op de perrons of loopafstanden.
2.6
Bruggen (streefnorm)
Bij een planning moet voor wat betreft een brugopening rekening worden gehouden met de bestaande openingstijden. Voor niet structureel gebruikte openingen, zie Opvolgings- en overkruistijden na nietstructurele capaciteitsclaims. Mocht een vervoerder (water of spoor) behoefte hebben aan een nieuw brugopeningregime, dan moet dat in het daarvoor gebruikelijke overleg (met o.a. de waterwegbeheerder) worden voorgelegd.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 23 Ontwerpnormen dienstregeling
blad 4
bijlage 24
Herleidingstabel diensten
In hoofdstuk 5 worden de diensten beschreven die ProRail aanbiedt aan spoorwegondernemingen en andere gerechtigden tot het gebruik van de spoorweginfrastructuur. Deze diensten zijn ingedeeld in dienstengroepen. In onderstaande tabel is, uitgaande van de indeling volgens bijlage II bij richtlijn 2001/14/EG en nummering volgens de standaard-inhoudsopgave voor de Netverklaring volgens RailNetEurope (RNE), aangegeven waar de dienst in hoofdstuk 5 vermeld staat. Nummering (volgens RNE) en benaming van diensten (volgens bijlage II bij richtlijn 2001/14/EG)
Nummering en benaming van diensten in de Netverklaring 2011 Gemengde net van ProRail
5.2
Minimumtoegangspakket
5.2.1 5.4.1 5.6.1.1 5.6.1.2 5.6.1.3 5.6.1.4 5.6.1.5 5.6.1.6 5.6.2.2 5.6.2.4 5.6.2.5 5.6.3.1 5.6.3.2
Treinpad Reis- en verkeersinformatie, type 1 a/b Infra-Atlas, type 1 & 2 DONNA EMMA RADAR ISVL Pathfinder Spoor- en wegwijzers GSMR Voice (primair) Tijdelijke Snelheidsbeperkingen Rapport realisatie treindienst (standaard) Monitoring (standaard)
5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3 5.3.4 5.3.5 5.3.6 5.3.7 5.3.8
Toegang tot voorzieningen Gebruik bovenleiding Gebruik tankinstallaties Gebruik stations Gebruik goederenoverslagfaciliteiten Goederenrangeerstations Vormingsstations Opstelsporen Materieelonderhouds- en verzorgingssporen
5.2.2 5.5.3 5.3.1 5.5.2 5.5.1 5.5.1 5.5.1 5.5.1
Bovenleiding Tankfaciliteiten Transfervoorzieningen, incl. stationsoutillage Laad- en losplaatsen opgenomen in: Opstel- en rangeersporen opgenomen in: Opstel- en rangeersporen opgenomen in: Opstel- en rangeersporen opgenomen in: Opstel- en rangeersporen
5.4 5.4.1 5.4.2 5.4.3 5.4.4 5.4.5 5.4.6
Aanvullende diensten Tractie-energie Brandstoflevering Materieelverzorgingsdiensten Rangeerdiensten Buitengewoon vervoer Andere aanvullende diensten
----5.2.3 5.4.1
dienst wordt door ProRail niet geleverd dienst wordt door ProRail niet geleverd dienst wordt door ProRail niet geleverd dienst wordt door ProRail niet geleverd Buitengewoon Vervoer Reis- en verkeersinformatie, type 2
5.5 5.5.1 5.5.2 5.5.3 5.5.4
Ondersteunende diensten Gebruik van telecomvoorzieningen Levering van aanvullende informatie Technische controles van materieel Andere ondersteunende diensten
-5.6 -5.4.1 5.6.1.1 5.6.2.3 5.6.3.1 5.6.3.2 5.6.3.3
dienst wordt door ProRail niet geleverd Dienstengroep ‘Informatie’ dienst wordt door ProRail niet geleverd Reis- en verkeersinformatie, type 3 Infra-Atlas, type 3 Baanvakvideo’s realisatie treindienst (maatwerk) Monitoring (maatwerk) TNV-Replay
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 24 Herleidingstabel diensten
blad 1
(lege bladzijde)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 24 Herleidingstabel diensten
blad 2
bijlage 25
Stations
Onderstaande tabel vermeldt de bij aanvang van het dienstregelingjaar 2011 aangeboden stations in alfabetische volgorde, met ten behoeve van de bepaling van de gebruiksvergoeding de indeling in één der stationsklassen ‘Kathedraal’, ‘Mega’, ‘Plus’, ‘Basis’ of ‘Halte’. Eventuele niet in onderstaande lijst vermelde nieuw te openen stations worden standaard ingedeeld in de klasse ‘Basis’.
Naam van het station
Stationsklasse
Naam van het station
Stationsklasse
Aalten Abcoude Achter de Hoven Akkrum Alkmaar Alkmaar Noord Almelo Almelo de Riet Almere Buiten Almere Centrum Almere Muziekwijk Almere Oostvaarders Almere Parkwijk Almere Strand Alphen aan den Rijn Amersfoort Amersfoort Schothorst Amersfoort Vathorst Amsterdam Amstel Amsterdam Arena Amsterdam Bijlmer ArenA Amsterdam Centraal Amsterdam Holendrecht Amsterdam Lelylaan Amsterdam Muiderpoort Amsterdam RAI Amsterdam Science Park Amsterdam Sloterdijk Amsterdam Sloterdijk Hemboog Amsterdam Zuid Anna Paulowna Apeldoorn Apeldoorn de Maten Apeldoorn Osseveld Appingedam Arkel Arnemuiden Arnhem Arnhem Presikhaaf Arnhem Velperpoort Arnhem Zuid
Halte Basis Halte Halte Plus Basis Plus Halte Plus Mega Basis Halte Basis Halte Basis Mega Basis Basis Plus Halte Plus Kathedraal Basis Plus Basis Basis Basis Mega Basis Mega Basis Plus Halte Basis Basis Halte Halte Mega Basis Basis Basis
Assen Baarn Baflo Barendrecht Barneveld Centrum Barneveld Noord Bedum Beek-Elsloo Beesd Beilen Bergen op Zoom Best Beverwijk Bilthoven Blerick Bloemendaal Bodegraven Borne Boskoop Bovenkarspel-Grootebroek Bovenkarspel Flora Boxmeer Boxtel Breda Breda Prinsenbeek Breukelen Brummen Buitenpost Bunde Bunnik Bussum Zuid Capelle Schollevaar Castricum Chevremont Coevorden Culemborg Cuyk Daarlerveen Dalen Dalfsen De Vink
Basis Basis Halte Basis Basis Halte Halte Basis Halte Basis Basis Basis Basis Basis Halte Basis Basis Basis Basis Basis Halte Basis Basis Mega Basis Basis Halte Basis Halte Basis Basis Basis Basis Halte Basis Basis Basis Halte Halte Basis Basis
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 25 Stations
blad 1
Naam van het station
Stationsklasse
Naam van het station
Stationsklasse
Deinum Delden Delft Delft Zuid Delfzijl Delfzijl West Den Bosch Den Bosch Oost Den Dolder Den Haag Centraal Den Haag HS Den Haag Laan van NOI Den Haag Mariahoeve Den Haag Moerwijk Den Helder Den Helder Zuid Deurne Deventer Deventer Colmschate Didam Diemen Diemen Zuid Dieren Doetinchem Doetinchem de Huet Dordrecht Dordrecht Stadspolders Dordrecht Zuid Driebergen-Zeist Driehuis Dronrijp Duiven Duivendrecht Echt Ede Centrum Ede-Wageningen Eijsden Eindhoven Eindhoven Beukenlaan Eindhoven Stadion Elst Emmen Emmen Bargeres Enkhuizen Enschede Enschede De Eschmarke Enschede Drienerlo Ermelo
Halte Halte Mega Basis Halte Halte Mega Basis Basis Kathedraal Mega Basis Basis Basis Basis Basis Basis Plus Basis Basis Basis Basis Basis Basis Halte Plus Halte Basis Basis Halte Halte Basis Plus Basis Halte Plus Halte Mega Basis Halte Basis Basis Halte Basis Plus Halte Basis Basis
Etten-Leur Eygelshoven Eygelshoven Markt Franeker Gaanderen Geerdijk Geldermalsen Geldrop Geleen Oost Geleen-Lutterade Gilze-Rijen Glanerbrug Goes Goor Gorinchem Gouda Gouda Goverwelle Gramsbergen Grijpskerk Groningen Groningen Europapark Groningen Noord Grou-Jirnsum Haarlem Haarlem Spaarnewoude Hardenberg Harderwijk Hardinxveld-Giessendam Haren Harlingen Harlingen Haven Heemskerk Heemstede-Aerdenhout Heerenveen Heerenveen IJsstadion Heerhugowaard Heerlen Heerlen De Kissel Heerlen Woonboulevard Heeze Heiloo Heino Helmond Helmond Brandevoort Helmond Brouwhuis Helmond ‘t Hout Hemmen-Dodewaard Hengelo
Basis Halte Halte Halte Halte Halte Basis Basis Basis Basis Basis Halte Basis Basis Basis Plus Basis Halte Halte Mega Basis Basis Halte Mega Basis Basis Basis Basis Basis Basis Halte Halte Basis Basis Halte Basis Plus Halte Halte Halte Basis Halte Basis Basis Basis Basis Halte Plus
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 25 Stations
blad 2
Naam van het station
Stationsklasse
Naam van het station
Stationsklasse
Hengelo Gezondheidspark Hengelo Oost Hillegom Hilversum Hilversum Noord Hilversum Sportpark Hindeloopen Hoek van Holland Haven Hoek van Holland Strand Hoensbroek Hoevelaken Hollandsche Rading Holten Hoofddorp Hoogeveen Hoogezand-Sappemeer Hoogkarspel Hoorn Hoorn-Kersenboogerd Horst-Sevenum Houten Houten Castellum Houthem-St. Gerlach Hurdegaryp IJlst Kampen Kapelle-Biezelinge Kerkrade Centrum Kesteren Klarenbeek Klimmen-Ransdaal Koog Bloemwijk Koog-Zaandijk Koudum-Molkwerum Krabbendijke Krommenie-Assendelft Kropswolde Kruiningen-Yerseke Lage Zwaluwe Landgraaf Leerdam Leeuwarden Leeuwarden Camminghaburen Leiden Centraal Leiden Lammenschans Lelystad Centrum Lichtenvoorde-Groenlo Liempde
Basis Halte Basis Mega Basis Basis Halte Basis Halte Halte Basis Halte Halte Plus Basis Basis Basis Plus Basis Basis Plus Halte Halte Halte Halte Basis Halte Halte Halte Halte Halte Basis Basis Halte Halte Basis Halte Halte Basis Halte Basis Plus Halte Mega Halte Plus Halte Halte
Lochem Loppersum Lunteren Maarheeze Maarn Maarssen Maassluis Maassluis West Maastricht Maastricht Randwijck Mantgum Mariënberg Martenshoek Meerssen Meppel Middelburg Mook Molenhoek Naarden-Bussum Nieuw Amsterdam Nieuw Vennep Nieuwerkerk a/d IJssel Nieuweschans Nijkerk Nijmegen Nijmegen Dukenburg Nijmegen Heyendaal Nijmegen Lent Nijverdal Nijverdal West Nunspeet Nuth Obdam Oisterwijk Oldenzaal Olst Ommen Onze Lieve Vrouwe Ter Nood Oosterbeek Opheusden Oss Oss West Oudenbosch Overveen Purmerend Purmerend Weidevenne Purmerend Overwhere Putten Raalte
Basis Halte Halte Halte Basis Basis Basis Basis Plus Basis Halte Halte Halte Halte Basis Basis Basis Plus Halte Basis Basis Halte Basis Mega Basis Basis Basis Basis Halte Basis Halte Halte Basis Basis Basis Basis Halte Halte Halte Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 25 Stations
blad 3
Naam van het station
Stationsklasse
Naam van het station
Stationsklasse
Ravenstein Reuver Rheden Rhenen Rijssen Rijswijk Rilland-Bath Roermond Roodeschool Roosendaal Rosmalen Rotterdam Alexander Rotterdam Blaak Rotterdam Centraal Rotterdam Lombardijen Rotterdam Noord Rotterdam Stadion Rotterdam Zuid Ruurlo Santpoort Noord Santpoort Zuid Sappemeer Oost Sassenheim Sauwerd Schagen Scheemda Schiedam Centrum Schiedam Kethel Schiedam Nieuwland Schin op Geul Schinnen Schiphol Sittard Sliedrecht Sneek Sneek Noord Soest Soestdijk Soest-Zuid Spaubeek Stavoren Stedum Steenwijk Susteren Swalmen 't Harde Tegelen Terborg
Basis Halte Halte Halte Basis Basis Halte Plus Halte Plus Basis Plus Plus Kathedraal Basis Basis Halte Basis Halte Halte Halte Halte Basis Halte Basis Halte Plus Basis Basis Halte Halte Mega Plus Basis Basis Halte Halte Halte Halte Halte Halte Halte Basis Basis Halte Basis Basis Basis
Tiel Tiel Passewaaij Tilburg Tilburg Reeshof Tilburg West Twello Uitgeest Uithuizen Uithuizermeeden Usquert Utrecht Centraal Utrecht Lunetten Utrecht Overvecht Utrecht Terwijde Utrecht Zuilen Valkenburg Varsseveld Veendam Veenendaal De Klomp Veenendaal Centrum Veenendaal West Veenwouden Velp Venlo Venray Vierlingsbeek Vlaardingen Centrum Vlaardingen Oost Vlaardingen West Vleuten Vlissingen Vlissingen Souburg Voerendaal Voorburg Voorhout Voorschoten Voorst - Empe Vorden Vriezenveen Vroomshoop Vught Waddinxveen Waddinxveen Noord Warffum Weert Weesp Wehl Wezep
Basis Halte Mega Basis Basis Basis Basis Halte Halte Halte Kathedraal Basis Basis Basis Basis Basis Halte Basis Basis Basis Basis Halte Halte Basis Basis Halte Basis Basis Basis Basis Basis Basis Halte Basis Basis Basis Halte Halte Halte Halte Basis Basis Halte Halte Basis Plus Halte Basis
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 25 Stations
blad 4
Naam van het station
Stationsklasse
Wierden Wijchen Wijhe Winschoten Winsum Winterswijk Winterswijk West Woerden Wolfheze Wolvega Workum Wormerveer Ypenburg Zaandam Zaandam Kogerveld Zaltbommel Zandvoort aan Zee Zetten-Andelst Zevenaar Zevenbergen Zoetermeer Zoetermeer Oost Zuidbroek Zuidhorn Zutphen Zwaagwesteinde Zwijndrecht Zwolle
Basis Basis Basis Basis Basis Basis Halte Plus Halte Basis Halte Basis Basis Plus Basis Basis Basis Halte Basis Basis Basis Basis Halte Basis Plus Halte Basis Mega
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 25 Stations
blad 5
(lege bladzijde)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 25 Stations
blad 6
bijlage 26
Prestatieregelingen
ProRail biedt de volgende prestatieregelingen aan: 1. toename stille kilometers 2. tijdigheid orderacceptatie 3. bestellen / annuleren 4. kwaliteit uitvoering. Onderdeel 1 van deze bijlage geeft het pakket prestatieregelingen goederenvervoer dat gecombineerd wordt met de subsidie voor goederenvervoer. Onderdeel 2 geeft een omschrijving van de prestatieregelingen.
1
Pakket prestatieregelingen goederenvervoer
De prestatieregelingen 2, 3 en 4 worden aangeboden om als één pakket (“prestatieregelingen goederenvervoer”) gecontracteerd te worden in de toegangsovereenkomst, in combinatie met de toepassing van de regeling voor de verdeling van de overgangssubsidie voor goederenvervoer zoals in de Netverklaring beschreven. Deze prestatieregelingen goederenvervoer worden gemonetariseerd, hetgeen betekent dat er maandelijks financiële verrekening van het saldo van de prestatieregelingen plaatsvindt. ProRail factureert het saldo van de bonussen/malussen prestatieregelingen per maand. Na afloop van het jaar 2011 vindt een eindafrekening plaats. Voor de bepaling van het bedrag dat in het kader van deze eindafrekening te verrekenen is, wordt het bruto-saldo van de gemonetariseerde en maandelijks te verrekenen dan wel verrekende prestatieregelingen over het jaar 2011 bepaald als percentage van de totaal door de spoorwegonderneming over 2011 verschuldigde gebruiksvergoedingen. Bij de eindafrekening wordt een netto-saldo bepaald met inhoudingen en maxima volgens onderstaande tabel. Het verschil tussen bruto-saldo en netto-saldo wordt verrekend binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar 2011. bruto-saldo-percentage
netto-saldo-percentage
<-5% (spoorwegonderneming is malus verschuldigd aan ProRail) tussen -5% en 0% tussen 0% en 2,5% tussen 2,5% en 5%
-5%
> 5%
het bruto-saldo-percentage nihil het bruto-saldo-percentage verminderd met 2,5 procentpunt 2,5%
ProRail levert elke maand en elk kwartaal een rapportage aan de spoorwegonderneming met gegevens over de prestaties, zijnde tenminste de prestaties benoemd in de (overeengekomen) prestatieregelingen. De kwartaalrapportage wordt op directieniveau elke drie maanden besproken tussen ProRail en de spoorwegonderneming. Op basis daarvan kan worden besloten tot bijsturing en acties.
2
Prestatieregelingen
2.1
Toename stille kilometers
ProRail komt met de spoorwegonderneming overeen dat de spoorwegonderneming deelneemt aan de prestatieregeling voor meer stille wagen/bakkilometers. Deze regeling houdt in dat de spoorwegonderneming een bonus krijgt voor het verminderen van de geluidemissie door spoorverkeer door te rijden met stilgemaakt materieel. De bonus bedraagt € 0,04 per bakkilometer/per wagenkilometer gereden met materieel dat is stilgemaakt, met een maximum van 120.000 kilometer totaal per bak/wagen gedurende de looptijd van Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 26 Prestatieregelingen
blad 1
de regeling. Onder stilgemaakt materieel wordt verstaan: materieel dat reeds voor 1-1-2008 in dienst gesteld is en dat na 1-1-2008 blijvend is omgebouwd naar een stil remsysteem. Onder stil remsysteem wordt verstaan een remsysteem dat gebruik maakt van K-blokken, LL-blokken, of minstens gelijkwaardig. Deelnemende bakken/wagens moeten vooraf op materieelnummer worden aangemeld bij ProRail. Bonussen worden gedurende maximaal 2 aaneengesloten jaren aan een specifieke bak/wagen toegekend. De bonus wordt verrekend met de gebruiksvergoedingsfactuur. De spoorwegonderneming verstrekt de informatie die nodig is om de bonus te kunnen bepalen, te weten: per vooraf aangemelde bak/wagen een opgave van het aantal in Nederland gereden kilometers, met een specificatie naar rit met datum, treinnummer en aantal kilometers in Nederland of een andere, met ProRail overeengekomen gelijkwaardige specificatie. ProRail zal steekproefsgewijs controle op ombouw en opgegeven kilometers uitvoeren.
2.2
Tijdigheid orderacceptatie
ProRail komt met de spoorwegonderneming een bonus/malusregeling overeen, die steeds zowel de correcte indiening door de spoorwegonderneming als de tijdige verwerking door ProRail van adhocaanvragen omvat, op basis van de formule: B = (P - S) * T; waarbij: a. P is het percentage (voor zover een tolerantiepercentage van 5% overschrijdend) van het aantal ad-hocaanvragen over een halfjaarsperiode dat door ProRail niet tijdig is afgehandeld, waarbij als “niet tijdig” geldt: i. voor door ProRail te verwerken aanvragen ingediend >36 uur voor vertrek: 1. niet binnen 3 werkdagen voor enkelvoudige aanvragen binnenlands verkeer; 2. niet binnen 5 werkdagen voor overige aanvragen; ii. voor door ProRail te verwerken aanvragen ingediend < 36 uur voor vertrek: niet afgehandeld volgens hierna vermeld schema: spoorwegonderneming
ProRail
order ingediend
order geaccepteerd
order verwerkt
≤ 36 uur > 24 uur voor vertrek ≤ 24 uur > 12 uur voor vertrek ≤ 12 uur > 4 uur voor vertrek ≤ 4 uur > 1,5 uur voor vertrek
< 12 uur na het indienen < 6 uur na het indienen < 3 uur na het indienen < 30 minuten na het indienen Bandbreedte: + 60 min ≤ 15 minuten na het indienen Bandbreedte + 60 min
< 12 uur na het indienen > 6 uur voor vertrek > 45 minuten voor vertrek > 45 minuten voor vertrek
≤ 1,5 uur voor vertrek
z.s.m. na het indienen
b. S is het percentage (voorzover een tolerantiepercentage van 5% overschrijdend) van het aantal door ProRail CM te verwerken ad-hocaanvragen over een halfjaarsperiode, dat door de spoorwegonderneming niet correct is ingediend; c. T is het tariefbedrag (in €) per verschilprocentpunt, voor het dienstregelingjaar 2011 op € 0,00 gesteld; d. B is het bonusbedrag; bij een positieve waarde het door ProRail aan de spoorwegonderneming te vergoeden bedrag, bij een negatieve waarde het door de spoorwegonderneming aan ProRail te vergoeden bedrag. Rapportage, verrekening en facturering door ProRail, binnen 3 maanden na afloop van het jaar.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 26 Prestatieregelingen
blad 2
2.3
Bestellen/Annuleren
ProRail komt met de spoorwegonderneming overeen dat de spoorwegonderneming deelneemt in de bonus/malusregeling van de aan die spoorwegondernemingen toe te schrijven verwerkte orders door verkeersleiding, op basis van de formule: B1 = ((O1 * T1) + (O2 * T2)) * R1; waarbij: a. O1 is het aantal verwerkte orders dat de spoorwegonderneming van een bepaald type dat de spoorwegonderneming bij ProRail verkeersleiding heeft ingediend. Deze orders worden geregistreerd in ISVL. b. T1 is het tariefbedrag (in €) per type order volgens de onderstaande tabel. Deze tarieven zijn opslagen voor wijzigingsdiensten in de laatste 36 uur voor vertrek. Type order Inleggen nieuwe order (inleg nieuw trein) Annulering (opheffen trein, afvoeren in dienstregeling van) Wijziging (wijziging dienstregeling, herplanning) Wijziging treinnummer
Basistarief € 50 € 100 € 25 €0
De type orders die tussen haakjes in bovenstaande tabel staan volgen de definitie zoals deze in 2007 in ISVL is gehanteerd (zie de werkwijze netwerkbestuurder uitgave 2007). 1. Inleggen nieuwe order: toegewezen treinpad na vraag door de spoorwegonderneming in de laatste 36 uur voor vertrek. 2. Annulering: annuleren van het bestelde treinpad in de laatste 36 uur voor vertrek. Een besteld treinpad dat niet geannuleerd wordt én niet gereden, wordt gefactureerd op basis van normgewicht en geplande treinkilometers. 3. Wijziging: aangeven dat besteld treinpad qua bestemming of vertrek binnen Nederland wordt ingekort of verlengd in de laatste 36 uur voor vertrek. Het hoofdtraject wordt hiermee niet gewijzigd. 4. Wijziging treinnummer: aangeven dat besteld treinpad door een ander treinnummer gereden gaat worden zonder dat het treinpad binnen Nederland wordt gewijzigd in de laatste 36 uur voor vertrek. c. O2 is het aantal lastminute orders, dit aantal is een subset van O1: het aantal verwerkte orders dat de spoorwegonderneming bij ProRail verkeersleiding heeft ingediend in de laatste vier uur voor vertrek. Deze orders worden geregistreerd in ISVL. d. T2 is de toeslag voor elke lastminute order. Elke last-minute order zorgt voor een hogere kans op lagere kwaliteit in de uitvoering. De last-minute toeslag is gesteld op € 25 per order bovenop het basistarief als bedoeld onder lid b, wijziging treinnummer uitgezonderd. Dit resulteert in de volgende opslagen voor wijzigingen in de laatste vier uur voor vertrek: Type order Inleggen nieuwe order (inleg nieuw trein) Annulering (opheffen trein, afvoeren in dienstregeling van) Wijziging (wijziging dienstregeling, herplanning) Wijziging treinnummer
Basistarief en opslag € 75 € 125 € 50 €0
e. R1: Reductiepercentage dat in 2011 gebruikt wordt om het totaal van de prestatieregeling in te laten groeien. Dit percentage bedraagt voor 2011 47,15%, zijnde € 0,134 per treinkm maal het totaal aantal gereden treinkm in de periode 1 juli 2007 tot en met 31 december 2007 gedeeld door de berekening van de totale bonus van alle goederenvervoerders op de orders in de periode 1 juli 2007 tot en met 31 december 2007.
2.4
Kwaliteit uitvoering
ProRail komt met de spoorwegonderneming overeen dat de spoorwegonderneming deelneemt in de bonus/malusregeling van de aan de spoorwegonderneming toe te schrijven vertraging dan wel door de spoorwegonderneming ondervonden vertraging, op basis van de formule: B2 = (V1 * T1 - V2 * T2) * R2; waarbij:
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 26 Prestatieregelingen
blad 3
a. V1 is het aantal ondervonden vertragingen (TVTA, te verklaren treinafwijkingen) zoals die als uitkomst uit het Monitoringssysteem de spoorwegonderneming als getroffen partij kenmerken. Het betreft hier vertragingen door ProRail en alle spoorwegondernemingen inclusief de spoorwegonderneming zelf. b. T1 is het tariefbedrag (in €) per door spoorwegonderneming ondervonden vertragingen (TVTA, te verklaren treinafwijkingen) dat op € 75 is gesteld; c. V2 is het aantal veroorzaakte vertragingen (TVTA, te verklaren treinafwijkingen) zoals die als uitkomst uit het Monitoringssysteem de spoorwegonderneming als veroorzaker kenmerken. Het betreft hier vertragingen op alle spoorwegondernemingen inclusief de spoorwegonderneming zelf. d. T2 is het tariefbedrag (in €) per door spoorwegonderneming veroorzaakte vertragingen (TVTA, te verklaren treinafwijkingen) dat op € 75 is gesteld; e. R2: Reductiepercentage dat in 2011 gebruikt wordt om het totaal van de prestatieregeling in te laten groeien. Dit percentage bedraagt voor 2011 28,39%, zijnde € 0,134 per treinkm maal het totaal aantal gereden treinkm in de periode 1 juli 2007 tot en met 31 december 2007 gedeeld door de berekening van de totale bonus van alle goederenvervoerders op de orders in de periode 1 juli 2007 tot en met 31 december 2007.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 26 Prestatieregelingen
blad 4
bijlage 27
Categorie-indeling van baanvakken voor compensatieregeling
Ten behoeve van de toepassing van de compensatieregeling voor reizigerstreinen die vervallen in verband met in de jaardienstregeling aangevraagde capaciteit voor de uitvoering van vernieuwingswerkzaamheden, zoals omschreven in paragraaf 4.4.1.3.2 van de Netverklaring worden de baanvakken ingedeeld in twee categorieën, en wel als volgt: In categorie 1 worden ingedeeld de navolgende baanvakken: -
Den Helder – Alkmaar- Amsterdam Centraal – Eindhoven – Maastricht / Heerlen Woerden – Leiden – Haarlem – Amsterdam Centraal Rotterdam Centraal / Den Haag Centraal – Utrecht – Zwolle – Groningen / Leeuwarden Amsterdam Centraal – Amersfoort – Deventer – Enschede / Oldenzaal grens Amsterdam Centraal – Schiphol – Den Haag HS – Rotterdam Centraal – Roosendaal – Vlissingen / Roosendaal grens Schiphol – Duivendrecht – Lelystad Hilversum – Utrecht Centraal – Arnhem – Zevenaar grens Zwolle – Arnhem – ‘s-Hertogenbosch Roosendaal / Lage Zwaluwe – Breda – Tilburg – Boxtel / ’s-Hertogenbosch Eindhoven – Venlo
In categorie 2 worden ingedeeld de overige, niet in categorie 1 ingedeelde baanvakken.
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 27 Categorie-indeling van baanvakken voor compensatieregeling
blad 1
(lege bladzijde)
Netverklaring 2011 Gemengde net - versie 1.0 d.d. 11 december 2009 bijlage 27 Categorie-indeling van baanvakken voor compensatieregeling
blad 2