Zandschrift Jaargang 10 | nummer 4 | december 2005
MAGAZINE
Ron Vermeulen pag 4
Paul Berbers pag 10
VREEMDELINGEN Sjef Janssen pag 16
No No estamos solo! pag 20
Verder in dit nummer: Afscheid hoofd DGV gevierd met seminar_ ________________________________________________ pag 5 Gevangenisregime kweekt recidivisten ___________________________________________________ pag 7 Goed verborgen en stil geweld __________________________________________________________ pag 10 5e IPCA-conferentie zonder Afrikanen____________________________________________________ pag 27 Recensie: detentie en culturele diversiteit_________________________________________________ pag 31
Zandschrift Jaargang 10 | nummer 4 | december 2005
Overzicht van de auteurs
INHOUD
MAGAZINE
Mohammed I. Aways is moslim geestelijke verzorger o.a. in de stadsgevangenis Hoogvliet en op de detentieboot in Rotterdam Zandschrift Magazine verschijnt vier keer per jaar, in de maanden maart, juni, oktober en december. De redactie stelt zich ten doel om binnen en buiten justitie het denken over vraagstukken van recht, ethiek, justitie en pastoraat levend te houden, en waar nodig te versterken, en de meningsvorming op deze gebieden te stimuleren. Meewerkende auteurs verlenen impliciet toestemming voor openbaarmaking en verveelvoudiging van hun bijdrage in de uitgave van Zandschrift Magazine op de websites www.justitiepastoraat.nl en www.gevangenispastor.nl De redactie behoudt zich het recht voor toegestuurde bijdragen niet te plaatsen of naar believen in te korten. Plaatsing van ingezonden brieven of artikelen wil niet zeggen dat de redactie de mening van de schrijver deelt. Zandschrift Magazine wordt uitgegeven onder verantwoordelijkheid van de bureaus Hoofdaalmoezenier en Hoofdpredikant bij Justitie. Zandschrift Magazine geeft niet per definitie het standpunt van de hoofdbureaus weer. De redactie werkt op basis van een statuut en is achteraf verantwoording schuldig aan hoofdaalmoezenier en hoofdpredikant. Redactie: Walther Burgering Ryan van Eijk Peter Middelkoop
Connie van den Broek is stafmedewerker van het Katholiek Centrum voor Welzijnsbehartiging in Rotterdam Walther Burgering is naast redactielid van Zandschrift Magazine werkzaam als r.k. justitiepastor in de P.I. Rijnmond, locatie Hoogvliet en in de P.I.Haaglanden, locatie Scheveningen Ryan van Eijk is naast redactielid van Zandschrift Magazine werkzaam als r.k. justitiepastor in de R.I.J. De Hartelborgt te Spijkenisse en in de P.I. Vught Fred van Iersel is hoofdaalmoezenier r.k. justitiepastoraat justitiepastoraat Anton van Kalmthout is hoogleraar aan de faculteit rechtsgeleerdheid departement strafrechtwetenschappen aan de Universiteit van Tilburg Jan Kraaijeveld is protestants geestelijke verzorger in jeugdinrichting De Hunnerberg te Nijmegen Ferdinand van Melle is protestants geestelijke verzorger in het Grenshospitium te Amsterdam Peter Middelkoop is naast redactielid van Zandschrift Magazine werkzaam als protestants geestelijk verzorger in P.I. De Achterhoek, locatie De Kruisberg te Doetinchem Jan Stuyt s.j. is directeur voor Europa van de Jesuit Refugee Service in Brussel Jan Topper
is werkzaam als r.k. justitiepastor in de P.I. Limburg Zuid, locatie de Geerhorst te Sittard
ISBN 1386 – 1751 Nummer 4, jaargang 10, december 2005
Bericht van de redactie
Redactiesecretariaat: P. Middelkoop Penitentiaire Inrichting Achterhoek, locatie De Kruisberg Postbus 90, 7000 AB Doetinchem
[email protected]
Na vier afleveringen van Zandschrift Magazine houdt deze vorm van communicatie vanuit en door justitiepastores en –predikanten op te bestaan. Een poging om een breed publiek te bereiken via dit medium is financieel onhaalbaar gebleken. Verschillende doelstellingen van het communicatiebeleid van de beide corpsen, verzameld in Zandschrift Magazine worden in 2006 uitgesplitst naar diverse vormen van communicatie. Zandschrift Magazine verdwijnt. De redactie gaat zich inzetten voor een nieuw blad Pastorale Verkenningen. Tijdschrift voor het justitiepastoraat. Deze uitgave zal zich volledig richten op deskundigheidsbevordering van de justitiepredikanten en –pastores en derhalve slechts aan hen worden gestuurd. Daarnaast zullen thematische katernen verschijnen, vanuit het justitiepastoraat gericht op een breder publiek. De interne communicatie van de justitiepastores en – predikanten zal veelal geschieden via de websites www.justitiepastoraat.nl en www.gevangenispastor.nl. De redactie dankt haar lezers voor hun betrokkenheid en trouw.
Vormgeving en druk: 3is1Printplus Oranjestraat 38 2751 BH Moerkapelle
pagina - Zandschrift Magazine - December 2005
Zandschrift Magazine stopt
Een ethisch conflict
10-12 Geloven in het hogere
20
Pastor Paul Berbers geeft aan: “Ik ervaar gedurende de laatste jaren dat ik als pastor in de vreemdelingenbewaring werk een opbouw van spanning. Het ethisch conflict wordt steeds voelbaarder.”
Imam Ikar Aways, moslim geestelijk verzorger in de P.I.Tilburg: “Als geestelijke verzorging hebben wij op onze manier bijgedragen aan het overleven van vreemdelingen, van mensen op zoek naar het betere, het hogere in hun leven”.
BERICHTEN Afscheid hoofd DGV gevierd met seminar over godsdienstvrijheid Asielzoekerskinderen in detentie Zielige slachtoffers en slechte daders Samenwerking gevangenis en zorginstelling TBS in beweging Ontduiken taakstraf loont Gevangenisregime kweekt recidivisten Verdonk wil aparte terugkeerorganisatie
BERICHTEN BUITENLAND 5e IPCA-conferentie: no estamos solo! Schilderwedstrijd ICCPPC groot succes
27 30
RECENSIES Diversiteit van culturen Voorwaardelijk behandeld
31 33
27
4 6 5 5 6 6 7 7
THEMA Vreemdelingen Van barbaren en illegalen Vaticaan: politiek van controle vergroot kwetsbaarheid vluchtelingen Goed verborgen en stil geweld Hier werken is een voortdurende trap tegen ons geweten Waken als protest tegen uitsluiting en opsluiting Tussen piëteit en politiek (herdenking Schipholramp) Geloven in de vreemdelingenbewaring Gedicht vreemdelingenbewaring Ik was vreemdeling
13 10 14 21 22 16 26 24
RUBRIEKEN Kunst in de kerkzaal; Adventsdoek 2004 De Grittenborgh
26
8
uniting and encouraging
Onder de titel No estamos solo! werd van 19-24 augustus j.l. de 5e wereldconferentie gehouden van de International Prison Chaplain Association (IPCA). De conferentie werd gehouden in Cornwall, in Ontario, Canada.
Zandschrift Magazine - December 2005 - pagina
Afscheid hoofd DGV gevierd met seminar over vrijheid van godsdienst 28 November jl. nam het hoofd van de Dienst Geestelijke Verzorging (DGV) bij Justitie, Mr. Ron Vermeulen, afscheid. Hij was namens het Ministerie van Justitie bestuurlijk verantwoordelijk voor het functioneren van de verschillende geloofs- en levensovertuigingen bij de inrichtingen van justitie. Na 30 jaar trouwe dienst werd hem een ‘seminar’ aangeboden onder de titel: ‘Vrijheid van geloofs- en levensovertuiging in de Inrichtingen van Justitie.’ Vanuit iedere levensbeschouwing waren er geestelijke verzorgers aanwezig: dominees, pastores, humanistisch raadslieden, imams, rabbijnen, pandits en boeddhistisch raadslieden. Na het seminar was er een receptie waar de heer Vermeulen bedankt werd voor zijn grote betrokkenheid bij het werk van de geestelijke verzorging en de vakkundigheid waarmee hij bruggen trachtte te bouwen tussen de verschillende stromingen. Namens het ministerie was minister Verdonk aanwezig. Verschillende sprekers brachten de bijzondere taken
van de geestelijke verzorgers naar voren op het gebied van de bevordering van integratie en samenwerking tussen de levensbeschouwingen. Dagvoorzitter Spruit verwoordde het aldus: “Vandaag de dag heeft de geestelijke verzorging in de penitentiaire inrichting een dubbele taak: recht doen aan de levensbeschouwelijke identiteit van de gedetineerden én bruggen slaan tussen de diverse geestelijke stromingen. Belangrijke signalen uit het Kaski-onderzoek over geestelijke verzorging (2004) zijn dat tweederde van de gedetineerden tevreden is over de geestelijke verzorgers én dat in de penitentiaire inrichtingen de problemen van de samenleving te zien zijn onder een vergrootglas. Bij religie gaat
pagina - Zandschrift Magazine - December 2005
het om heel de mens: je kunt hem niet opdelen met een privé-terrein voor godsdienst. Juist in detentie worden mensen geconfronteerd met zichzelf. Daar kan de bevrijdende kracht van religie aan bod komen. Een mens staat voor de opgave om antwoord te geven, te zijn in zijn leven. Daarom moet je de geestelijke verzorging binnen ook verbinden met de nazorg buiten”. Bisschop Punt markeerde in het forum dat godsdienstvrijheid een groot goed is voor onze samenleving. “Je mag godsdienst niet reserveren voor een privé-terrein. Dit houdt in dat tolerantie een principiële basishouding dient te zijn in de samenleving”, aldus de monseigneur. “Maar godsdienstvrijheid heeft zijn prijs: en dat is bijvoorbeeld de diversiteit van kerken en moskeeën. Je kunt niet alle geestelijke verzorging bundelen in een enkele geestelijke verzorger. Grote samenwerking is uiteraard wel geboden. De overheid dient zich niet te mengen in de inhoud van de geestelijke verzorging”. Prof. Dr. M. Kunneman, hoogleraar Universiteit voor Humanistiek, pleitte voor de bundeling van geestelijke verzorgers in de penitentiaire inrichting. Twee wegen staan hem daarbij voor ogen: 1. Minder inzetten op de persoonlijke levensovertuiging van
gedetineerden en meer op algemene morele thema’s als verantwoordelijkheid, schuld en vergeving. Dat vraagt om een herstelgerichte benadering. 2. Het beleid van de GV moet gericht zijn op recidivebestrijding en rehabilitatie. Dat betekent dat er aandacht moet komen voor buddysystemen en het opzetten van educatieve programma’s. Dhr. A. Bal, bestuurslid van het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) stelde: Bijna een kwart van de gedetineerden is moslim. Vraag is of er een raakvlak is tussen de Islam en crimineel gedrag. De imam moet een gids zijn in de religie, maar ook een gids in het integratieproces in de samenleving”. Ook deed hij een
oproep aan de overige levensbeschouwingen: zie de moslims als bondgenoot. De islamitische denominatie moet nog opgebouwd worden. Zij kan best een duwtje in de rug gebruiken om volwaardig te kunnen deelnemen aan het pluriforme discours in de samenleving. n
Zielige slachtoffers en slechte daders Daders en slachtoffers zijn vaak een en dezelfde persoon. Dit vaststellen is een taboe in de huidige slachtoffercultuur, dat nodig doorbroken moet worden. “Als slachtoffers ook daders zijn” is de titel van ene symposium dat op 8 november j.l. in Utrecht werd gehouden. Een bomvolle zaal met hulpverleners boog zich over de verwevenheid van daderschap en slachtofferschap. Die verwevenheid is controversieel. Als het gaat over slachtoffers en daders, wordt altijd liever een scherp en moraliserend onderscheid gemaakt. Psychiater Arend Veeninga zegt: “Slachtoffers krijgen erkenning, aandacht – slachtofferschap is bijna ‘populair’. Er is soms een zekere rivaliteit tussen slachtoffers over wie het meest geleden heeft. Hoe anders is dat bij daders. Zij roepen afkeuring op, angst, en krijgen slechts negatieve aandacht in de media”. In het
politieke klimaat ligt de nadruk op wraak, bestraffing en vergelding; controle en toezicht nemen de plaats in van zorg en reclassering. Een overzichtelijke, comfortabele tweedeling. Iemand is óf dader – en dus slecht- óf slachtoffer – en dus goed. Hulpverleners als psychiaters en psychologen worstelen met die tweedeling, omdat –zo merken zij in de praktijk- die niet klopt. Uit onderzoek van het Sinaïcentrum blijkt dat de combinatie van slachtofferschap en agressief gedrag in bijna alle patiëntendossiers voorkomt. Ook blijkt dat een systematische behandelaanpak ontbreekt.
Ook therapeuten zijn adepten van de huidige slachtoffercultuur. Zij werken niet graag met daders; zij identificeren zich eerder met slachtoffers. Terwijl daderschap in wezen universeel is “Nalatigheid, schuldgevoel en wroeging komen in ieders leven voor”, aldus een van de sprekers. Dat besef helpt de therapeut zich te identificeren met daders, en niet alleen met de slachtofferkant. En verder luidt het devies: poets iemands wandaden niet weg. Het is ‘helend’ in therapie om de daden onomwonden af te keuren, maar tegelijkertijd de dader, als persoon, niet af te wijzen. (bron: Trouw) n
Een dader van een geweldsmisdrijf kan zo gebukt gaan onder schuldbesef en wroeging, dat dit hem weer tot slachtoffer maakt. Sociale uitsluiting kan zijn deel zijn en bij openhartigheid over zijn daad, is hij van afkeuring verzekerd.
Samenwerking gevangenis en zorginstelling stopt verloedering “Ervan afgezien dat ik de toenemende psychiatrisering en medicalisering van verslaafden een heilloze weg vind, bestrijd ik dat tijd in de gevangenis doorgebracht voor een verslaafde ‘verloren tijd’ is, omdat de verloedering zou doorgaan. In de penitentiaire inrichting stopt de verloedering. Men heeft een dak boven zijn hoofd, een schoon bed, uitgebalanceerd voedsel, dagactiviteiten, douche enzovoorts. De gevangenis is voor veel verslaafden een uitkomst”. Aan het woord is Jan Bouman, implementatiemanager justitieel verslavingsbeleid DJI. “Honderden verslaafden heb ik zien komen, en door de vaste structuur, het zorgzame personeel, de sport en recreatie knapten ze zienderogen op. Binnen een maand waren ze in elk geval lichamelijk onherkenbaar: goed doorvoed, kilo’s zwaarder, frisgewassen en in staat een gesprek te voeren. De gevangenis is niet sober voor verslaafden. Zowel in de
huizen van bewaring als in de gevangenissen zijn speciale afdelingen waar gedetineerde verslaafden kunnen werken aan hun verslaving. Dat gebeurde het afgelopen jaar minimaal achthonderd maal. Na een paar maanden intensieve begeleiding wordt contact gezocht met de zorg buiten. Helaas is deze zorg lang niet altijd ingesteld op de moeilijke klanten uit de gevangenis. In Arnhem, Den Haag, Vught en Grave zijn in de penitentiaire inrichtingen vanaf 2002 experimenten gedaan om verslaafde gedetineerden in de gevangenis al adequate hulp te bieden die zou worden voortgezet in de zorginstelling. Ook gedetineerden met naast hun verslaving ernstige psychische problemen konden in detentie zo gestabiliseerd worden dat de verslavingszorginstelling de cliënten kon opnemen. Hiervoor moesten de zorginstellingen intern wel enige aanpassing doen. Daarna uitgevoerd onderzoek toont dat deze gezamenlijke aanpak
van zorg en gevangenis werkt. Het waren niet nieuwe medicijnen die werkten, maar nieuwe afspraken. Goede resultaten zijn er bij projecten als Triple-ex. Daarnaast projecten waarbij intramurale aansluiting gevonden wordt na detentie in lange intensieve begeleiding, gebaseerd op samenwerking en overdracht tussen de instellingen. De experimenten met vrije heroïneverstrekking
laten prima resultaten zien. Ook de programma’s voor methadonverstrekking onder medische begeleiding tonen gunstige resultaten. In de penitentiaire inrichtingen is men bezig met de invoering van effectieve interventies middels het programma Terugdringing Recidive. Uiteindelijk gaat het om de continuïteit van zorg, zowel in detentie als daarbuiten. (bron: De Volkskrant) n
Zandschrift Magazine - December 2005 - pagina
TBS in beweging
Gevangenisregime kweekt recidivisten
Volgend jaar kan iedere TBSpassant tijdig doorstromen naar en kliniek. Samenwerking tussen tbs en gevangeniswezen levert 148 TBS-plaatsen op. Op dit moment wachten 225 TBS-passanten op een plaats in een kliniek, waarvan 150 al langer dan (de wettelijk vastgestelde) zes maanden. Een slechte zaak, volgens Carsten Herstel, plaatsvervangend sectordirecteur TBS: “Mensen krijgen niet de behandeling waar zij recht op hebben. Sterker nog: als ze geen psychisch probleem hadden gehad, hadden ze al weer op straat gestaan”. Van verschillende kanten kwam deze toch al ongewenste situatie extra onder druk te staan. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde begin 2004 dat de lange wachttijd in strijd is met de rechten van de mens, waarna een aantal TBSpassanten een kort geding aanspande om een plek in een kliniek af te dwingen. Zij wonnen en moeten nu met voorrang een plek krijgen. En
Een jaar geleden werd in het kader van een bezuinigingsoperatie van 240 miljoen euro het ‘sobere regime’in de gevangenissen ingevoerd. Het dagprogramma van de gedetineerden werd teruggebracht van veertien naar acht uur.
dan is de TBS-sector door recente incidenten ook nog – weer- kritischer geworden op het verlenen van verlof, waardoor minder TBS-ers uitstromen. Intussen blijft het aantal TBS-ers gestaag groeien. Rechters leggen vaker TBS op en de gemiddelde duur van de TBS neemt toe.
en Justitie in september een eigen TBSadvies van de commissie onderzoek Houtman naar de kamer over aan. Het sturing en financiering van de Wetenschapzorg in justitieel kader. Nu pelijk financiert VWS deze zorg nog, Onderzoekmaar de commissie adviseert en Documende financiering via Justitie te tatiecentrum Carsten Herstel laten lopen. Justitie zou dan (WODC) gaat wel de taal van de GGZ bekijken of in moeten gaan spreken en het TBS-stelsel meer differenEr moest iets gebeuren. En zo aansluiten bij de systematiek tiatie kan komen. De minister startte vorig jaar FPI de Rooyse in de volksgezondheid. De verdeelt de huidige TBSWissel een voorbehandelings- bedoeling is dat Justitie de populatie in drie categorieën: traject in Grave en werd in zorg gaat inkopen. Van der de behandelbare TBS-ers die Vught een deel van een Lugt, accountmanager TBS: op termijn kunnen terugkeren afdeling onderdeel van de “wij ijveren al jarenlang voor in de maatschappij, de Nijmeegse Pompekliniek. een betere doorstroming naar longcare-groep, waarschijnlijk Deze pilots bleken zo succesde GGZ. Door de gescheiden onbehandelbaar maar met vol dat op dit moment in zes financieringsstromen is dat vooral behoefte aan zorg, én penitentiaire inrichtingen in een probleem. Doorplaatsing de longstay-ers , ook waartotaal 148 cellen geschikt van gedetineerden is nu heel schijnlijk onbehandelbaar, worden gemaakt voor de moeilijk”. maar met behoefte aan zorg behandeling van TBS-ers. En dan kondigde minister én langdurige beveiliging. Tegelijkertijd start de scholing Donner in september nog een (bron: Justitiemagazine) n van personeelsleden. Er is een groot verschil tussen het begeleiden van gedetineerden en het behandelen en verplegen van TBS-gestelden. Ook op en ander vlak is de TBS Op de internationale dag van de Rechten van het Kind stapelen in beweging. Zo stuurden de de schrijnende verhalen over uitgeprocedeerde asielzoekersministers van Financiën, VWS kinderen zich op. Een lege stoel en daaromheen huilende klasgenoten. Luisterend naar een bandrecorder waaruit de stem van de 13-jarige Parya klinkt. “De politie nam ons mee naar het deportatiecentrum. Ik voel me hier een dier. Waarom? Ik heb geen onvoldoendes en kreeg zelfs een 10 voor Nederlands”. De scène uit de reeks 26 duizend gezichten, een project waarbij met taakgestraften die niet op filmmakers uitgeprocedeerde asielzoekers een gezicht proberen komen dagen of er halverwege te geven is hét bewijs, vindt Tweede-Kamerlid Marijke Vos mee kappen. Een kwart van de (GroenLinks): “Dit is nu Nederland”, stelt ze bitter vast. De daders is ‘kwijt’, zoekgeraakt Nederlandse staat zou een loopje nemen met de fundamentele in het systeem bijvoorbeeld rechten van het kind. door een verhuizing. Een Zo vertelt John van Tilborg van de kerkelijke stichting Inlia het kleine tien procent krijgt van verhaal van een 9-jarig zwaar gehandicapt meisje. “Ze wordt in de rechter een nieuwe kans haar rolstoel het asielzoekerscentrum uitgereden”. Ze staat op om de straf af te maken. “Een straat, terwijl een tweede asielprocedure op medische gronden onjuiste gang van zaken. nog loopt, volgens Van Tilborg. “Klinkeren” heet dat in de wereld Rechters zijn veel te gemakkevan de asielzoeker. Wie uitgeprocedeerd is, loopt het risico op lijk”, aldus Lünneman. Dan is straat te staan. Zonder geld. Particulieren en steeds meer er nog een grote groep (20 progemeenten regelen noodopvang voor deze groep. Alleen al bij cent) van wie de werkstraf wél Inlia waren in 2003 1113 dakloze kinderen bekend. Driehonderd wordt omgezet in een celstraf, van de kinderen vonden noodhulp. “Dat betekent dat achthonmaar bij wie de celstraf niet derd door moesten zwerven”, aldus Van Tilborg. ten uitvoer wordt gebracht. Kinderen mogen volgens de verdragen in detentie, maar alleen Het (toenmalige) cellentekort als laatste redmiddel, en als gevangenschap kort duurt… Parya kan daarvan de oorzaak zijn. is na ruim zes weken detentie weer vrij. “Sinds zes dagen”, zegt Al met al ging 50 tot 55 procent ze. “Waarom ik ineens vrij ben weet ik eigenlijk niet”. van de ontduikers van (bron: De Volkskrant) n taakstraffen vrijuit. (bron: de Volkskrant) n
Ontduiken taakstraf loont De helft van de ontduikers van taakstraffen gaat vrijuit. Dat blijkt uit onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut in opdracht van het Ministerie van Justitie. Officieel moeten taakgestraften die hun taakstraf niet uitvoeren alsnog de gevangenis in. Maar in de praktijk wordt daar vaak de hand mee gelicht. De onderzoekers pleiten voor de opzet van een sanctievolgsysteem. Anders komt de geloofwaardigheid van de taakstraffen in het geding, aldus onderzoekster Katinka Lünneman. Nergens worden zoveel taakstraffen opgelegd als in Nederland: 36 duizend per jaar. Het onderzoek liep in 2002 en 2003. Nergens werd geregistreerd wat justitie doet
pagina - Zandschrift Magazine - December 2005
Asielzoekerskinderen in detentie
Dat betekent minder tijd voor onderwijs, arbeid en familiebezoek, en iedere dag zes uren meer in de cel. Daar brengt een gevangene nu 16 uur tot 22 uur per dag door. Er wordt nauwelijks meer gewerkt aan rehabilitatie, de sfeer in de instellingen verhardt en gedetineerden vereenzamen. Naar verwachting zullen de nu al dramatisch hoge recidivecijfers nog oplopen”, aldus Jan de Wit (SP) initiatiefnemer van de werkgroep Morgen Beter die zich inzet voor een beter detentieregime en reclassering. De Wit: “Voor het personeel in de gevangenissen wordt het werk niet beter. Penitentiaire inrichtingswerkers zien zichzelf steeds meer gereduceerd tot sleuteldraaiers: door het beperkte aantal uren waarin alles moet gebeuren, is het nu hun voornaamste bezigheid om gedetineerden door het dagprogramma te jagen. Wat ooit de kern van hun taak was, een gevangene voorbereiden op een goede terugkeer in de maatschappij, is een lachertje geworden. Meer dan 70 procent van alle gedetineerden gaat binnen zes jaar na vrijlating in de fout. Deze effecten worden versterkt doordat alleen een klein aantal ‘kansrijke’ gevangenen in aanmerking komt voor resocialisatieprogramma’s. Omdat de reclassering bijna helemaal uit de gevangenis is wegbezuinigd, komen de meeste gedetineerden na afloop van detentie volledig onvoorbereid naar buiten. En buiten mag de reclassering alleen hulp bieden als dat van justitie mag. Anders moet de
ex-gedetineerde maar bij de gemeente aankloppen, die daar nauwelijks op voorbereid is. Steeds meer gevangenen brengen hun eerst dagen ‘buiten’dan ook letterlijk buiten door, als dakloze zonder geld. Daarmee wordt de kans op afglijden levensgroot”. De spanningen in de gevangenissen lopen op, het aantal zelfmoorden stijgt en het ziekteverzuim onder personeel is hoog. Er wordt nauwelijks geïnvesteerd in rehabilitatie. De Werkgroep Morgen
Beter is kritisch: “Deze bezuinigingsoperatie levert op korte termijn geld op, maar op de langere termijn krijgen we de gevolgen onherroepelijk voor onze kiezen in de vorm van stijgende misdaadcijfers. Het is te hopen dat de obligate uitspraken over veiligheid die door het kabinet worden gedaan, snel worden vergezeld
van voorstellen om het sobere regime terug te draaien, de reclassering weer in de gevangenissen aan het werk te laten gaan en de begeleiding van ex-gedetineerden aan te pakken. Goed beleid verkleint de kans dat u en ik slachtoffer worden van criminelen die de gevangenis slechter verlaten dan ze erin kwamen”. n
Kabinet laat IND klantgerichter werken In een reactie op het Rekenkamerrapport over de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) en de al bestaande terugkeerproblemen van vreemdelingen, heeft het kabinet op 14 oktober besloten dat er een centraal aangestuurde terugkeerorganisatie komt. Hierdoor wordt de minister van vreemdelingenzaken en Integratie direct verantwoordelijk voor de inzet van mensen en middelen bij de betrokken overheidsinstanties: IND, vreemdelingenpolitie en koninklijke marechaussee. Ook wordt de IND de enige toelatingsorganisatie. Dat betekent dat alle frontofficetaken, die nu nog bij de gemeente liggen, worden ondergebracht bij de IND. De reactie van het kabinet is niet het eerste gevolg van de kritiek van de Rekenkamer. Eerder al ondertekende minister Verdonk een twinningovereenkomst met de Sociale Verzekeringsbank. Het
kabinet is het verder eens met de Algemene Rekenkamer dat de IND meer klantgericht moet werken. Dit sluit aan bij de door de IND ingezette verbetertrajecten. De klantgerichtheid moet blijken uit informatievoorziening, assistentie en de intentie om de aanvrager als klant te zien. Belangrijer nog is de tijdigheid van beslissingen. De IND slaagt er niet in om in alle situaties binnen de voorgeschreven termijnen te beslissen. Het kabinet vindt dat de wettelijke termijnen niet verruimd hoeven te worden. De thans geldende termijn voor verlengingsaanvragen ligt
op zes maanden. Een termijn die volgens de Nationale Ombudsman te ruim is. In de zomer van 2006 gaat de IND verder van start met de zogeheten risicoprofielen. Aan de hand van zo’n profiel kan worden bepaald welke aanvragen bijzondere aandacht verdienen. Risicoprofielen zullen stapsgewijs worden ingevoerd bij het verlengen van verblijfsvergunningen. Het gebruik van risicoprofielen in geval van eerste toelating is wettelijk gezien (nog) niet mogelijk. De Rekenkamer concludeerde ook dat er onvoldoende personeel was vrijgemaakt bij de overdracht van de taken van de vreemdelingenpolitie aan de gemeenten en de IND. De achterstanden die hierdoor zijn ontstaan, moeten snel worden aangepakt. Het kabinet zet hiervoor extra middelen in. (bron: Justitiemagazine) n
Zandschrift Magazine - December 2005 - pagina
Thema: Vreemdelingen
Van barbaren en illegalen
De brand in het detentiecentrum in Amsterdam heeft Nederland op indringende wijze geconfronteerd met de wijze waarop wij in Nederland omgaan met niet-Nederlanders die niet over de juiste papieren beschikken om hier in Nederland te mogen blijven. In Frankrijk heten zij de ‘Sans Papiers’, in België spreekt men wel van ‘Ongedocumen-teerden’, in Nederland noemen wij hen ‘illegalen’. door Anton van Kalmthout -
I
n vergelijking met de meeste andere Europese landen is het huidige Nederlandse beleid ten aanzien van ‘illegalen’ uitermate restrictief te noemen. Uitgangspunten van dit beleid zijn dat deze vreemdelingen zonder papieren hier niet horen te zijn, dat met uitzondering van noodzakelijke medische zorg, onderwijs voor leerplichtige kinderen en rechtsbijstand alle andere voorzieningen van de verzorgingsstaat zijn uitgesloten en dat wie hier niet mag zijn een eigen verantwoordelijkheid heeft om te vertrekken. Wie niet uit zichzelf vertrekt zal met harde hand uit de samenleving (vreemdelingendetentie) en vervolgens uit Nederland worden verwijderd. Zo gauw het woord harde hand valt, komen we al snel op het terrein van het strafrecht.
functie van het strafrecht doorgaans weinig bijval, eerder scepsis, maar dit heeft weinig invloed op beleidsmakers. Het inzetten van strafrechtelijke middelen, zoals detentie ten behoeve van een voorgenomen uitzetting, versterkt het algemene beeld dat illegaliteit en criminaliteit onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Na de brand in Amsterdam berichtten de media dan ook dat er 11 illegalen waren verbrand en dat de politie met behulp van helikopters op zoek was naar de ontsnapte 8 gedetineerden. Minister Donner rechtvaardigde de afwezigheid van een centraal ontgrendelingssysteem in het detentiecentrum met het argument dat het met druk op de knop openen van alle deuren uiteraard niet past in een penitentiaire inrichting.
Formeel is de vreemdelingenbewaring een administratieve maatregel Als de instrumenten van andere rechtsterreinen, met name van het vreemdelingenrecht, zelf niet voldoende zijn om het doel –verwijdering uit Nederland- te bereiken, dan volgt al snel de toevlucht naar het meest repressieve deel van ons rechtssysteem, het strafrecht. Er bestaat immers bij velen nog steeds een onwankelbaar geloof in het strafrecht als geschikt middel om kennelijk dringende maatschappelijke problemen op te lossen. Onder criminologen en strafrechtsdeskundigen vindt dit vertrouwen in de veronderstelde oplossende
Maar hoezo uiteraard? ‘Illegalen’ zijn immers geen criminelen. Illegaal verblijf is niet strafbaar, en de enige reden waarom zij hier niet mogen zijn is dat zij niet of niet meer over een geldige verblijfsvergunning beschikken. Onder de illegalen treffen we naast uitgeprocedeerde asielzoekers en hun kinderen personen aan wier tijdelijke verblijfsvergunning of tewerkstellingsvergunning is ingetrokken of toeristen die langer dan de wettelijke termijn in Nederland gebleven zijn. Daarnaast zijn er veel buitenlanders die om uiteenlopende
pagina - Zandschrift Magazine - December 2005
redenen de lange asielprocedure hebben gemeden en als (tijdelijke) arbeidsmigrant zonder papieren proberen voor henzelf en hun achtergebleven familieleden wat geld te verdienen.
Harde aanpak van de ‘illegalen’ Illegaal verblijf is op zichzelf niet strafbaar. De strafbedrei-
gingen waarmee de overheid illegale binnenkomst en illegaal verblijf probeert te ontmoedigen richten zich dan ook niet op de illegale vreemdeling zelf, maar op gedragingen van degenen die illegale binnenkomst en verblijf bevorderen of daarvan profiteren, zoals mensensmokkel, mensenhandel, illegale tewerkstelling. Hoewel deze strafbedreigingen zich expliciet richten op anderen dan de illegale vreemdeling richten de pijlen van de bestrijding van de illegaliteit zich toch nog hoofdzakelijk op de illegale vreemdeling zelf en worden bijvoorbeeld de profiteurs van de illegalen zoals huisjesmelkers, kamerverhuurders, illegale werkgevers, ondanks gespierde uitspraken van bewindslieden en politici nog redelijk uit de wind gehouden. Mocht er al van een vervolging van illegale werkgevers sprake zijn dan
gaat het meestal om relatief lage transactie-of boetebedragen, die als bedrijfsrisico worden ingecalculeerd. Het accent bij de strafrechtelijke bestrijding van illegaliteit ligt dus in toenemende mate op een harde aanpak van de ‘illegalen’ zelf. Steeds vaker wordt daarbij teruggegrepen op het zwaarste instrument dat ter beschikking staat: de vreemdelingenbewaring. In 1989 had justitie daarvoor 200 plaatsen in de huizen van bewaring gereserveerd, 15 jaar later is dat aantal gestegen tot ruim 2100, verdeeld over verschillende soorten inrichtingen: grenshospitium, huizen van bewaring, uitzetcentra, detentieboten. Dit zijn verschillende benamingen voor min of meer het zelfde doel: opsluiting ten behoeve van uitzetting. De regimes in deze inrichtingen lopen uiteen van zeer sober tot streng, vergelijkbaar met strafrechtelijke detentie, maar met minimale voorzieningen voor wat betreft arbeid, ontspanning, recreatie, contact met de buitenwereld, luchten, medische zorg.
Slechtere rechtsbijstand dan voor gedetineerden Formeel is de vreemdelingenbewaring een administratieve maatregel, maar in de praktijk is er geen verschil met de strafrechtelijke detentie. De tenuitvoerlegging van deze maatregel is vrijwel steeds gebaseerd op de strafrechtelijk-penitentiaire regelgeving. Als gevolg van de aanscherping van deze regelgeving voor strafrechtelijk gedetineerden (inperking dagprogramma, meerpersoonscellen, reductie van recreatie, sport, educatie, bewegingsvrijheid) is ook de vreemdelingenbewaring teruggebracht tot een standaard-sober regiem. De wijze van tenuitvoerlegging in een politiebureau of huis van
bewaring verschilt niet van die van een in verzekering of voorlopige hechtenis gestelde verdachte of kort gestrafte. In bepaalde opzichten is het op de vreemdelingbewaring toepasselijke regiem zelfs zwaarder, doordat bepaalde voorzieningen, zoals verlofregelingen niet voor illegalen van toepassing zijn, ondersteuning van de reclassering afwezig is en ook de rechtsbij-
vier weken. Ook kent de wet geen maximumduur van deze detentie, met als gevolg dat velen meer dan 1 tot 1.5 jaar in onzekerheid verkeren over wat er met hen gaat gebeuren. In veel gevallen ontbreekt goede rechtsbijstand van een advocaat, minderjarigen blijven verstoken van de wettelijk voorgeschreven onderwijsvoorzieningen en van de zorg en aandacht
openbare orde criterium dan ook nauwelijks meer getoetst.
Klinkeren is: enkele reis Venlo of Roosendaal
Afgezien van het rechtmatigheidaspect, moeten er ook zijn van een concreet zicht op grote vraagtekens worden uitzetting en 2) de openbare gesteld bij de effectiviteit van orde of nationale veiligheid deze, voor de vreemdeling moet in het geding zijn. Vaak ingrijpende maatregel. Al jaren is er nauwelijks sprake van een stijgt de gemiddelde verblijfsreëel zicht op uitzetting en duur van de vreemdelingenbewordt de rechtbank maanden- waring. Deze is op dit moment lang aan het lijntje gehouden 80 dagen, het dubbele van tien Minderjarigen krijgen -geen wettelijk met de mededeling dat er jaar geleden. Effectief ligt het voorgeschreven- onderwijs spoedig toestemming van het daadwerkelijk gerealiseerde stand aanzienlijk meer te waaraan zeker zij in hun land van herkomst te verwach- aantal uitzettingen op niet wensen overlaat dan die welke ontwikkelingsfase dringend ten is dat de vreemdeling kan meer dan 40%. Daarbij moet aan preventief gedetineerden behoefte hebben. Ook op terugkeren. De werkelijkheid nog worden aangetekend dan wordt gegeven. Illustratief terugkeer gerichte speciale laat evenwel zien dat van de ruim 10% van deze uitgezette voor de wijze waarop ons projecten, die het mogelijk personen die langer dan drie personen na enige tijd weer in rechtssysteem tegen illegalen maken dat vreemdelingen met maanden in bewaring zijn Nederland terugkomt en dat aankijkt is de uitspraak van de opgeheven hoofd, met behoud gehouden er uiteindelijk onder de 40% uitgezette Raad van State dat waar voor van zelfrespect en met een minder dan 20% daadwerkepersonen ook nog dubbeltelin verzekering en voorlopige perspectief voor de toekomst lijk wordt uitgezet. Desonlingen voorkomen, zodat het hechtenis gestelde verdachkunnen terugkeren naar het danks is het vaste praktijk dat effectieve uitzetpercentage ten, de wettelijke verblijfsterland van herkomst, zijn rechtbanken pas na zes vermoedelijk niet boven de mijn van tien dagen in een inmiddels allemaal beëindigd. maanden detentie geneigd 35% zal uitkomen. De overige politiebureau niet mag zijn om het belang van de 65% wordt na verloop van tijd, worden overschreden, er geen Rechtbanken worden a§an vreemdeling om te worden als uitzetting om uiteenlopenbelemmering is om dit wel te het lijntje gehouden vrijgelaten, zwaarder te laten de redenen niet mogelijk blijkt doen waar het om een Het hele systeem is hierdoor wegen dan het belang van de te zijn, weer vrijgelaten. In de vreemdeling in vreemdelinvrijwel uitsluitend gericht op overheid om de vrijheidsbene- praktijk heet dit ‘klinkeren’, genbewaring gaat. afschrikking en ontmoediging. ming te laten voortduren. (op de keien zetten), met de In feite komt de huidige Om die reden wordt de Op zich zou het criterium dat opdracht binnen 24 uur het bejegening van vreemdelingen vreemdelingenbewaring ook vreemdelingenbewaring land te verlaten. Ter stimulezonder verblijfsstatus er op niet meer gehanteerd, zoals in alleen geoorloofd is als dit ring krijgen zij van de penitenneer dat zij maar in beperkte de wet staat voorgeschreven, noodzakelijk is in het belang tiaire inrichting een enkele mate aanspraak kunnen namelijk als uiterste middel, van de openbare orde en reis treinkaartje mee naar de maken op de waarborgen die als andere, minder ingrijpende nationale veiligheid, voldoen- grensplaats naar keuze: Venlo de rechtstaat zou moeten alternatieven zijn uitgeput. Wij exporteren het illegalenprobleem bieden. Ten opzichte van Toch zijn deze middelen in theorie in ruime mate voornaar onze buurlanden handen, zoals een periodieke meldplicht, onderbrenging bij de waarborg moeten bieden of Roosendaal. Aldus exporteeen betrouwbaar geacht voor al te lichtvaardige ren wij het illegalenprobleem verblijfsadres, borgstelling vrijheidsbenemingen. In het naar onze buurlanden. Deze door een particulier of strafrecht is een voorlopige doen omgekeerd hetzelfde, instelling, die zich gedurende hechtenis alleen mogelijk als zodat er inmiddels een het verblijf in Nederland er sprake is van een ernstig omvangrijke carrousel is garant stelt. In de praktijk lukt misdrijf waarop meer dan vier ontstaan van vreemdelingen andere personen die de het echter maar zelden om jaar gevangenisstraf staat. Een die dan eens in het ene dan vrijheid wordt ontnomen, een dergelijk alternatief door dergelijke drempel kent de weer in het andere land zoals verdachten of personen de overheid, in casu de IND, vreemdelingenbewaring niet. verblijven. Voor velen is die wegens een psychische erkend te krijgen. In veel Het feit dat de vreemdeling overigens het vertrekken naar stoornis gedwongen in een gevallen zou de vreemdelinniet uit eigen beweging het buitenland geen alternapsychiatrisch ziekenhuis genbewaring zelfs in het Nederland heeft verlaten, is al tief. Zij verdwijnen wat in worden opgenomen, vindt er geheel niet mogen plaats voldoende grond om daarin ambtelijke termen ‘MOB’ heet bij illegale vreemdelingen niet vinden, omdat de wet uitdruk- een bedreiging van de open(met onbekende bestemming) na enkele dagen een rechterkelijk voorschrijft dat daarvoor bare orde te zien en daarop de en hervatten hun veelal lijke controle op de vrijheidsaan twee voorwaarden moet vrijheidsbeneming te fundeuitzichtloze leven in de beneming plaats, maar pas na zijn voldaan: 1) er moet sprake ren. In de praktijk wordt het marginaliteit van de illegali-
Zandschrift Magazine - December 2005 - pagina
teit, afhankelijk van hetzij overlevingscriminaliteit hetzij illegale arbeid, en als zodanig een dankbare prooi voor uitbuiters en profiteurs. Deze situatie is nog nijpender als zij in de tang zitten van mensensmokkelaars, bij wie zij zwaar in de schulden zitten. Deze hanteren bepaald geen zachtzinnige methoden, waaronder bedreiging van familieleden in het thuisland, om hun vorderingen te innen.
Rechteloosheid Het huidige vreemdelingenbeleid wordt sterk gedomineerd door kil productiedenken. Twee doelstellingen staan daarbij centraal: Beperkingen van de import (zo min mogelijk toelaten) en verhoging van de export (stimulering gedwongen terugkeer en uitzettingen). Het product waar het om gaat noemen wij ook niet meer mensen of medeburgers, maar vreemdelingen en illegalen, bij voorkeur geassocieerd met het adjectief crimineel. Daarmee wordt het zelfde beeld opgeroepen als wat destijds de Grieken deden toen zij de nietGrieken als ‘ Barbaroi ’ aanduidden. Door deze nietGrieken uit te sluiten van de Griekse samenleving, door hen geen rechten toe te kennen en hen als een gevaar voor de samenleving te beschouwen, kreeg de term ‘ Barbaroi’ geleidelijk aan de betekenis die nu aan het wordt ‘barbaar’ wordt toegekend. Wat de Barbaren waren voor de Grieken, zijn de illegalen voor ons. Vrijwel rechteloos, een speelbal van de beleidsmakers en malafide profiteurs, gepresenteerd als een gevaar voor de samenleving, waarvoor vrijwel niemand in de samenleving meer opkomt. Of zou de brand in Amsterdam ons misschien toch wakker hebben geschud en ons doen beseffen dat hun tragedie niet minder erg is dan die van Volendam en Enschede? n
Goed verborgen en stil geweld door Jan Stuyt sj - Er
is een “goed verborgen en stil geweld in het systeem” van de opsluiting van vreemdelingen. Deze kwalificatie komt uit de mond van pater Eddy Jadot, een keurige oudere pater uit Brussel, die al vijftien jaar week in week uit vreemdelingen bezoekt in gesloten centra in België. Vanuit zijn contacten met mensen die geen misdaad begingen, maar wel maanden, soms jaren opgesloten zaten, vaak zonder de rechten die veroordeelde criminelen wel hebben, komt hij tot deze karakterisering.”Goed verborgen en stil geweld” tegen mensen die geen andere overtreding begingen dan ergens te zijn zonder de juiste documenten.
V
reemdelingenbewaring kent in Europa vele namen: opsluiting, hechtenis, bewaring, gesloten opvang, en alle vertalingen daarvan zoals “custody”, “Gewahrsam”, “retention”, “detention”, “closed center” enzovoort. Gedwongen vertrek heeft ook vele nuances en vele namen: niet-vrijwillig vertrek, gedwongen terugkeer, verwijdering, aangemoedigd vertrek. In vreemde-
Wereldraad van Kerken liet zich kritisch uit over het opsluiten van migranten lingenbewaring vind je uitgeprocedeerden, soms asielzoekers aan het begin van de procedure, arbeidsmigranten zonder papieren, verdachten van misdrijven, veroordeelden van misdrijven.
Ondoorzichtig en verborgen Het is een ondoorzichtig geheel en de meeste overheden zijn niet gul met gegevens. Omdat het in elk land anders heet en anders geregeld is, zijn Europese statistieken nauwelijks samen te stellen. Dat is geen sinister complot van de nationale overheden maar historisch zo gegroeid, en dat komt sommigen goed uit. Ook in eigen land is het lastig te achterhalen hoeveel mensen waar opgesloten zitten. Door de recente brand op Schiphol is naar buiten gekomen wie daar opgesloten is met wie, en hoe de omstandigheden zijn. Voor Nederland is de Universiteit van Tilburg de plek waar je de meeste gegevens vinden kunt (Onderzoek professor Van Kalmthout) voor Europa als geheel heeft de Jesuit Refugee Service (JRS) in Brussel het meeste overzicht.
Vreemdelingen in detentie De materie is zeer ingewikkeld en
pagina 10 - Zandschrift Magazine - December 2005
technisch: in wat voor centrum worden zij opgesloten: open, gesloten, gevangenis, huis van bewaring, luchthaven, politiecel, marechausseecel, grenshospitium? Over wie gaat het: asielzoekers die al asiel gevraagd hebben, mensen die mogelijk asiel gaan vragen, mensen die in de procedure zijn, uitgeprocedeerden, wel of geen beroep aanhangig? In het korte bestek van dit artikel kunnen we
hier niet op ingaan. Gelukkig is de opsluiting van asielzoekers niet overal de regel. In Malta wordt ieder nieuw aangekomene, ook al is hij asielzoeker, eerst in een gesloten centrum geplaatst, en dan kan het 18 maanden duren voor je er uitkomt. In België kan de detentie in feite onbeperkt zijn, omdat ieder keer als je weigert vrijwillig te vertrekken er een nieuwe termijn begint te lopen. Diverse categorieën vreemdelingen belanden in detentie. Aan vrijwel alle uitzettingen gaat detentie vooraf. Vanwege de onduidelijkheid in de terminologie is het verre van helder over hoeveel mensen het gaat, maar er worden getallen genoemd van rond de 164.000 gedwongen uitzettingen vanuit de EU per jaar. Dat zijn dan de uitzettingen die wél plaatsvinden. Het aantal beslissingen om iemand niet toe te laten maar uit te wijzen is het viervoudige. In sommige landen kan men alleen maar naar een gesloten centrum als gedwongen uitzetting op handen is. Maar er zijn ook andere redenen om een vreemdeling op te sluiten. Asielzoekers kunnen in detentie belanden als zij al eerder elders
asiel aanvroegen en onder de Dublin Conventie vallen, als ze geen identiteitsbewijs hebben of als ze een gevaar vormen voor de openbare orde. Het zal duidelijk zijn de aangescherpte wetgeving in verband met de terreurdreiging de situatie veel moeilijker gemaakt heeft voor de reiziger aan de grenzen die niet arriveert met een Europese pas en een geldig visum. Er zijn verder vreemdelingen die geen asiel hebben gevraagd en die aangetroffen worden in het land, en dan is het soms maar toeval of je in detentie belandt of weer op straat gezet wordt. De aantallen zijn immers veel te groot om iedereen maar op te nemen in een gesloten centrum. Ten slotte zijn er nog de vreemdelingen die gedwongen verwijderd worden, als een bijkomende straf na veroordeling.
Vreemdelingen in het systeem In sommige landen zijn “gewone” uitgeprocedeerden opgesloten samen met criminelen (Verenigd Koninkrijk). Gezinnen zitten soms tezamen in hetzelfde gebouw, soms zijn ze gespreid over verschillende gebouwen of afdelingen. Degenen die nieuw aangekomen zijn, dat is na de uitgeprocedeerden de grootste groep, hebben weinig contacten in het land waar ze verblijven, kennen de taal niet, en begrijpen al helemaal niet de administratieve molen waar ze in terecht gekomen zijn. Welke Syriër, Irakees of Azeri durft meteen bij het allereerste verhoor de ambtenaar te vertrouwen, of raad te vragen aan de vertegenwoordiger
De kerken De kerken laten regelmatig van zich horen als het over vreemdelingenbewaring gaat. In Malta is de Jesuit Refugee Service de enige organisatie die voor de vreemdelingen in hechtenis opkomt. Dat gebeurt met advocaten, met persberichten, radioprogramma’s en gesprekken met politici. De Franse organisatie CIMADE heeft een protestante signatuur en is nationaal toonaangevend in hulpverlening en lobbywerk. In Berlijn en Brandenburg maakt de kerk echt een verschil en heeft een matigende invloed. Nationale en plaatselijke overheden in
JRS pleit voor het niet in hechtenis nemen van kinderen, zieken en andere kwetsbare groepen van Vluchtelingenwerk? Veel asielzoekers komen uit landen waar de overheid per definitie niet fatsoenlijk is, waar je elke persoon in uniform wantrouwt, en waar een NGO die aan de kant van de zwakken staat onbestaanbaar en ondenkbaar is. Zulke mensen hebben de procedure al verloren voordat hij goed en wel begonnen is. De vreemdeling verdwaalt in het systeem, en wordt slachtoffer van geruchten, van doorvertelde trucjes en van mensen die willen profiteren van zijn situatie. Er bestaat geen belangenvereniging van vreemdelingen in hechtenis en de kerk is vaak de enige die namens hen spreekt.
Portugal en in Macedonië vragen de Jesuit Refugee Service om advies bij het regelen van de open opvang. Maar er zijn ook plaatsen waar de kerk zwijgt, omdat ze bang is haar bezoekrecht te verspelen. Sinds medewerkers van Artsen zonder Grenzen de deplorabele situatie in detentie in Italië aan de kaak stelden zijn zij niet meer welkom in de “opvangcentra”. Nu is de kerk in Italië nog de enige buitenstaander die vertegenwoordigers (mits ze priester of religieuze zijn) mag sturen in de detentiecentra, maar ze zal haar stem niet verheffen tegen het systeem. Na de brand op Schiphol haalde de Vaticaanse condoléance van kardinaal
Hamao aan Bisschop Punt de kranten. Kardinaal Stephen Fumio Hamao is het hoofd van de Pauselijke Raad voor Migranten en in zijn telegram uitte hij zijn diepe bezorgdheid over de detentie op luchthavens. De vertegenwoordiger van de Heilige Stoel was zeer kritisch bij laatste vergadering van de UNHCR in oktober 2005 in Genève. Mgr. Silvano Tomassi bekritiseerde daar de praktijk die vaak mijlenver af staat van de met de mond beleden hoge beginselen. Langdurige detentie beschadigt mensen, zei hij, en als opsluiting van migranten regel wordt, dan gaat de bevolking iedere migrant zien als een crimineel. Ook de Wereldraad van Kerken liet zich meer dan eens kritisch uit over het opsluiten van migranten, de laatste keer op 5 oktober 2005 in een verklaring van het GEN, Global Ecumenical Network on Uprooted Peoples. In Brussel werken zes christelijke organisaties samen om te lobbyen voor migranten, mensen zonder papieren en vreemdelingen. Vreemdelingen in detentie vallen daar zeker onder. Het zijn: - Jesuit Refugee Service Europa - Quakers Council for European Affairs - CCME: Churches Commission for Migrants in Europe, onderdeel van de Wereldraad - ICMC International Catholic Migration Committee - COMECE Commissie van Bisschoppen-
Zandschrift Magazine - December 2005 - pagina 11
conferenties binnen de Europese Unie - Caritas Europa Deze zes organisaties becommentariëren gezamenlijk beleidsstukken van de Europese Commissie over zaken als gedwongen terugkeer, integratie, asielprocedure en asiel criteria. Elke groep heeft een eigen achterban en heeft contacten met Europarlementariërs. Pastores van grenshospitia spelen een belangrijke rol omdat zij in vele landen de enigen zijn die toegang hebben. De Jesuit Refugee Service doet pastoraat in detentiecentra in Berlijn, Londen, Dublin, Slovenië, Roemenië, Rome en Malta. In de Verenigde Staten is de JRS aanwezig in steeds meer detentiecentra, zelfs op uitnodiging van de regering. Meestal gaat dit gepaard met juridische hulp en kleine dienstverlening als postzegels, telefoonkaarten en counseling. Een bijzondere vermelding verdient Exodus, het wereldwijde netwerk van luchthavenpastores. Dat is een groep van zielzorgers die in de meeste landen van Europa inmiddels specialist zijn op het gebied van asiel vragen, gedwongen uitzetting en vreemdelingenbewaring.
Vaticaan:
- niet in hechtenis nemen van kinderen, zieken en andere kwetsbare groepen - toegang tot detentiecentra voor nietgouvernementele organisaties zoals vluchtelingenwerk en bezoekersgroepen, en voor advocaten, pastores, medische zorgverleners en familieleden. n
Politiek van controle vergroot kwetsbaarheid vluchtelingen
Nuttige websites www.jrseurope.org Jesuit Refugee Service met gegevens over de activiteiten per land www.detenion-in-europe.org van JRS met nationale wetgeving en internationale verdragen www.accompanydetainees.org van JRS, over werken in vreemdelingendetentie, professioneel of vrijwillig www.picum.org platform voor migranten zonder papieren www.ecre.org Europese koepel van organisaties voor vluchtelingen.
www.jrseurope.org
H www.ecre.org
Kan het beter? Geconfronteerd met de grote rechtsonzekerheid en uitholling van fundamentele rechten heeft de Jesuit Refugee Service de administratieve hechtenis van vreemdelingen tot speurpunt gemaakt van zijn werk in Europa. We zijn overigens niet tegen élke vorm van vreemdelingenbewaring. Als een land of als de Europese Unie als geheel een migratiebeleid wil voeren, dan moet men ook de mogelijkheden hebben dat beleid te handhaven. Verwijdering en hechtenis voorafgaande aan de uitzetting kunnen daar deel van uitmaken, mits de wettelijke garanties en eerlijke procedures in acht genomen zijn. Die hechtenis moet dan wel gebaseerd zijn op deugdelijke wetgeving, getoetst door een rechter en gebonden aan een termijn. Een maximum van twee maanden is niet te veel gevraagd: Frankrijk slaagt erin de hechtenis te beperken tot minder dan vijf weken, bij getallen van honderden uitzettingen per jaar. De JRS pleit voor het volgende: - vreemdelingenbewaring alleen als uiterste middel toegepast, niet standaard - een eenduidige terminologie op het gebied van vreemdelingenbewaring - een orgaan van de Europese Unie dat de wetgeving en wetshandhaving overziet
pagina 12 - Zandschrift Magazine - December 2005
www.picum.org
In zijn interventie tijdens de 56e sessie van de executieve commissie van de UNHCR op 5 oktober 2005 stelde de permanente waarnemer van het Vaticaan, mgr. Tomasi, o.a. het volgende over vreemdelingenbewaring: Het groeiende besef aangaande bescherming (van vluchtelingen) kan de explosieve groei van detentiecentra voor asielzoekers niet negeren of onderschatten.
www.accompanydetainees.org
De Jesuit Refugee Service (JRS) De Jesuit Refugee Service (JRS) is een internationale katholieke organisatie die werkt in meer dan vijftig landen over de hele wereld. De JRS vierde in november 2005 het 25-jarig bestaan. De zending van JRS is om vluchtelingen en andere gedwongen migranten te vergezellen, te dienen en voor hen op te komen. Dit gebeurt in Afrika en Azië door onderwijs en pastoraat in de kampen en in grote steden, in Europa en de Verenigde Staten door lobby werk en bezoeken aan mensen in detentie. In Latijns Amerika werkt JRS vooral in Colombia en in de Dominicaanse Republiek. Wereldwijd werken duizend mensen voor JRS, afgezien van de vele vrijwilligers onder wie veel vluchtelingen. Onder de duizend medewerkers zijn ongeveer zeventig jezuïeten en tachtig andere religieuzen. In Europa zijn er kantoren van JRS in Rome, Dublin, Brussel, Lissabon, Berlijn, Boekarest, Zagreb, Ljubljana, Belgrado, Malta en Londen.
onderden van deze centra bedekken de kaart van Europa en ook van andere continenten. Het gevaar van stigmatisering van asielzoekers en vluchtelingen als “irreguliere migranten” en zelfs als “criminelen”, ook al zijn er zeker mensen in deze groep die daartoe behoren, kan leiden tot dehumanisering, tot gevoelsmatige en ongeïnteresseerde simplificatie van het asiel- en migratievraagstuk. Het detentiebeleid roept vragen van humanitaire, mensenrechtelijke en ook van juridische aard op. Er bestaan reële zorgen dat de vreemdelingenbewaring een systematisch beleid wordt waar vele landen zich eerder als regel dan als uitzondering toe wenden en die wordt ingegeven door nationale orde en veiligheid. In deze complexe kwestie zou het afwegen van de gevolgen van vrijheidsberoving en van inadequate standaarden en kwaliteit van behandeling van de betrokken personen, vooral van kwetsbare groepen als kinderen en vrouwen, een noodzaak moeten zijn. Natuurlijk hebben staten het recht het grensverkeer van mensen te regelen. Maar geconfronteerd met de huidige druk op mensen om te verhuizen, lijkt een hernieuwde open reflectie op de detentie-ethiek in overeenstemming met grotere
aandacht voor mogelijke alternatieven. De gevolgen van een algemeen detentiebeleid geven de juistheid aan van een gecoördineerde poging daartoe. In feite laten de gemiddelde detentiecondities, in verschillende mate en plaatsen, onvoldoende getraind personeel, het combineren van kinderen en volwassenen, ouderen en vrouwen, en soms van asielzoekers en criminelen zien. Gebrek aan toegang tot basiszorg en onderwijs heeft eveneens een negatieve impact op de lichamelijke en mentale gezondheid van de gedetineerde personen.
Associatie met criminelen Er is ook de vraag van perceptie. In de publieke opinie wordt moeilijk een onderscheid gemaakt tussen strafrechtelijke en administratieve detentie, met als gevolg dat asielzoekers en irreguliere migranten geassocieerd worden met criminelen, dit is een beeld dat racistisch en xenofoob gedrag voedt en een belemmering vormt voor integratie. Vooral lange
hun integratie in de samenleving bemoeilijken en niet zelden leiden tot zelfmoord. Als nationale veiligheid in uitzonderlijke gevallen vereist dat asielzoekers moeten worden gedetineerd, dan moet dat gebeuren onder goed gedefinieerde criteria en voor de kortst mogelijke tijd, en met de mogelijkheid van toegang tot juridische hulp, medisch personeel, hun familieleden, geestelijke verzorging en de buitenwereld. Terwijl regionale samenwerking met de actieve betrokkenheid van de landen waar asielzoekers vandaan komen,
Stigmatisering van vluchtelingen kan leiden tot dehumanisering detentie laat littekens achter bij personen die al geleden hebben onder ontberingen en misbruik, voordat ze arriveerden in de landen waar ze nu gedetineerd zijn; littekens die
van doorvoerlanden en van eindbestemmingen nodig is ter voorkoming van tragedies bij oversteken van zee en woestijn, is het ook noodzakelijk dat daadwerkelijke
bescherming wordt gegeven, en in overeenstemming met internationale normen. Doelen en uitvoering staan soms te ver van elkaar af. Het zoeken naar alternatieven en constructieve oplossingen mag het asielrecht niet verzwakken. De geschiedenis leert dat een politiek van controle de kwetsbaarheid van vluchtelingen en het risico op hun uitbuiting slechts vergroot. De huidige uitdaging bestaat uit vermindering van de kloof tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden. Een meer alomvattend begrip van veiligheid kan zorgen voor de wil de zaak bij de wortels aan te pakken, zowel politiek als economisch, die ervoor zorgen dat grote aantallen mensen over de wereld zwerven op zoek naar bescherming, overleving en een fatsoenlijk leven. n (vertaling R. van Eijk)
Zandschrift Magazine - December 2005 - pagina 13
Pastor Paul Berbers staat middenin een ethisch conflict:
“Pastoraat aan vreemdelingen is stilte geven” door Walther Burgering – Iemand
noemde het eens ‘het einde van de bewoonde wereld’. De Nulweg, die je naar het asielzoekerscentrum en detentiecentrum vreemdelingenbewaring leidt, sterkt je alleen maar in dat beeld. Ter Apel lijkt een Penitentiaire Inrichting zoals andere, alleen herbergt deze inrichting geen veroordeelde mensen. In P.I. Ter Apel ‘zitten’ merendeels uitgeprocedeerde vreemdelingen. We spreken elkaar op de ochtend na de nachtelijke brand in het detentiecentrum Schiphol-Oost. Het nieuws is nog niet echt tot Nederland doorgedrongen. Pastor Paul Berbers geeft aan: “Het ethisch conflict wordt steeds voelbaarder”.
“I
k ervaar gedurende de laatste jaren dat ik als pastor in de vreemdelingenbewaring werk een opbouw van spanning. In het begin dacht ik: we leven in een democratisch land, we hebben alles goed geregeld. De regels en wetten moeten we naleven. Daar zijn ze voor. Maar met het voortschrijden van de tijd wordt de vreemdelingenbewaring voor mij steeds moeilijker. Door de ontmoetingen met vreemdelingen komt één vraag steeds weer terug: hoe lossen we het vreemdelingenprobleem op? Vreemdelingenbewaring an sich is geen oplossing. Wat ik nu elk jaar zie gebeuren, is dat ik elke keer weer dezelfde mensen zie terugkeren in de vreemdelingenbewaring. Laatst nog een Afrikaanse man, geen verblijfs-
status, geen papieren, maar wat blijkt: geen Afrikaans land wil hem hebben. Hij verlaat Ter Apel met een briefje dat hij Nederland binnen 48 uur moet verlaten. Dat lukt niet, dus wordt hij weer opgepakt, is een dag of tien op het politiebureau en komt terug in de vreemdelingenbewaring. En dan gaat de hele machinerie van procedures weer draaien!!” De pastor gaat verder: “Driekwart van de vreemdelingen kán het land niet zijn uitgegaan nadat ze “geklinkerd” zijn. Ze worden dus wéér opgepakt; soms wel drie keer achter elkaar. En iedere keer als ze worden gearresteerd begint het proces opnieuw. Wanneer iemand met zo’n briefje toch in Nederland blijft, wordt hij ongewenst verklaard. Wanneer je dan wordt opgepakt, ben je crimineel en word je tot een gevangenisstraf veroordeeld. Eerst 4-6 maanden in een gewoon Huis van Bewaring, daarna weer in de vreemdelingenbewaring om tenslotte ‘geklinkerd’ te worden”.
Vreemdelingenbewaring is uitzetten Er is geen oplossing, maar vreemdelingenbewaring wordt door de regering wél als
pagina 14 - Zandschrift Magazine - December 2005
oplossing gepresenteerd. Berbers: “Dus hebben vreemdelingen geen vertrouwen in de regering. De regering zegt: we zijn heel concreet bezig met het uitzetten van mensen. Hét motief van vreemdelingenbewaring is uitzetten. Deze P.I. is eigenlijk één grote bewaakte wachtkamer voor de uitzetting. Helaas echter volgt er in 60 % van de gevallen geen uitzetting. En de Nederlandse regering heeft geen plan voor deze 60% nietuitzetbaren. De Vreemdelingendienst krijgt geen medewerking van
nis belanden: “De vraag is niet of we onuitzetbare vreemdelingen -mannen, vrouwen of kinderen- in eenpersoons- of meerpersoonscellen zetten; de vraag is, wat deze mensen in een penitentiaire inrichting te zoeken hebben. De vraag is ook niet zozeer, hóe we illegalen naar hun land terug sturen, de vraag is veel meer, of terugsturen überhaupt ethisch toelaatbaar is. Zeker wanneer we weten dat mensen daar zullen sterven. Rechters in dit land hebben een wel erg groot vertrouwen in de vreemdelingendienst en soms lijken ze
Vreemdelingenbewaring an sich is geen oplossing deze persoon. Redenen kunnen van politieke, economische of persoonlijke aard zijn. Maar het kan ook liggen aan het feit dat een land (bijv. de USSR) niet meer bestaat, waarna een getouwtrek volgt tussen bijvoorbeeld Rusland en Tsjetsjenië. Zonder uitkomst. Of denk aan de problematiek van de zigeuners, die vreemdelingen in ‘eigen land’ zijn. Daar komt de vreemdelingendienst helemaal niet uit”. Pastor Berbers heeft het moeilijk met het feit dat mensen uit vreemde landen, die geen delict hebben gepleegd, wel in de gevange-
geen enkel vertrouwen in de uitspraken van de vreemdeling te hebben”.
Stilte geven Vreemdelingen komen minder gemakkelijk naar de geestelijke verzorging dan de Nederlandse man. Paul Berbers: “Vaak moet je als geestelijke verzorger de afdeling op, en een afspraak maken. Praten? Luisteren? Het duurt vaak heel erg lang voordat ze durven te praten. Als pastor kun je ogenschijnlijk niet veel. Dat is ook de uitdaging aan deze situatie. Trouwens, heel vaak geven de vreemdelingen zelf aan wat ze willen. Ze brengen een
ongelooflijk geloof met zich mee ! Ze komen binnen en ze zeggen: pastor, ik wil dat u met mij bidt. Er is hier een jongen, die elke week hetzelfde verhaal vertelt. Hij weet dat ik er niets aan kan doen, maar hij vertelt het iedere keer weer. Ook zijn er mensen die de vraag stellen: wat heb ik fout gedaan? Er gebeuren dingen in m’n leven waar ik schuld aan heb. God beproeft mij! Het is aan mij om er wat mee te doen. Wat betekenen die beproevingen voor mij in dit klote land? Het is pastoraat in z’n meest naakte verschijningsvorm, waar je vaak alleen nog maar kunt werken met vormen van rouwverwerking”. Pastoraat lijkt vaak te hangen aan woorden en taal, maar in de vreemdelingenbewaring wordt er veel gedaan. Pastor Berbers: “Hier heb ik geleerd stilte te geven in de kerkdienst. Stilte geven is belangrijk, omdat het met al die verschillende nationaliteiten en talen moeilijk is om het iedereen naar de zin te maken. In de stilte ervaren we het meest. Door de diversiteit aan talen wordt de plaats van het ritueel ook veel belangrijker. Je geeft als pastor dus de ruimte om te bidden, om kaarsjes aan te steken. Oók in de stilte-minuten zijn mensen hoorbaar aan het bidden. Dat is vanuit hun traditie heel normaal”. Hij doet in de liturgie relatief weinig zelf. Het is vooral ruimte geven aan mensen. “De kerkdiensten zijn hét moment van pastoraat. Vreemdelingen komen ook pas naar je toe als ze je effectief hebben zien functioneren als pastor in de kerk. Wat veel gebeurt is dat ze dan zeggen: Father, bless me. Dan ben je de holy man; alleen al omdat je een liturgisch gewaad draagt”. Pastoraat is voor de vreemdelingenpastor ruimte scheppen, gelegenheid
geven. Dat geldt met name voor rituelen, maar hij doet niet in álle rituelen. “Sommige rituelen zijn vreemd voor mij. Zeggen mij ook niets. Die laat ik dan door iemand zelf doen. Voorgaan in rituelen die mezelf vreemd zijn, vind ik kunstmatig. Overigens kunnen ze dit vaak ook heel erg goed zelf”. De laatste tijd komen er steeds meer vreemdelingen binnen met een ’stukje criminaliteit’, voortkomend uit illegaliteit. Dat is verschoven in de loop van de tijd. Ze worden opgepakt, omdat er iets mis is gegaan. Ze krijgen de facto daar dan steeds meer straftijd voor. Eerst Huis van Bewaring én daarna weer vreemdelingenbewaring.
onderhouden. Deze mensen komen om te overleven. Met werk hebben ze ook recht op verdiensten. Dat hoeft niet per se in Nederland te zijn, maar de onderliggende problematiek ligt wel bij ons. Dat is de arm-rijkverhouding in de wereld. Daar hebben West Europa en de Verenigde Staten een belangrijke bijdrage aan geleverd”.
Kerstmis Mensen komen om te overleven Afschrikking? Dat verhaal werkt volgens de pastor niet. Berbers: “Niemand zal in zijn thuisland vertellen dat hij in de gevangenis heeft gezeten. Dat zal niet bekend worden gemaakt, want dan zouden ze crimineel zijn (en zich hebben laten betrappen!) . Als ‘Fort Europa’ werkt het wel. De afschrikking dat het steeds moeilijker wordt om over de buitengrenzen heen te komen
Kerstmis in de vreemdelingenbewaring is altijd een beetje vreemd. Er komt geen familiebezoek voor de gedetineerde vreemdelingen. De kerstvieringen van de geestelijke verzorging zijn altijd groots in de sportzaal, met extra vrijwilligers en extra muziek. Berbers: “Kerst herbergt het visioen van vrede. Uit onverwachte hoek komt God naar ons toe, in een klein kind. In de vreemdelingenbewaring sluit ik aan bij visioenen.
Het uitzichtloze en het onrecht, dat kan ik niet van me afzetten en in een Europees land te kunnen blijven. Onder andere paspoorten worden gefotografeerd, voordat je in Schiphol op het vliegtuig stapt”. Pastor Paul Berbers vraagt zich af: “Is het nodig om mensen gevangen te zetten? Vaak worden deze mensen goudzoekers of gelukzoekers genoemd. Maar realiseer je dan wel: het zijn arme mensen zonder werk. Met hun Nederlandse verdiensten kunnen ze thuis een half dorp
Hoop, perspectief. Het is: “de droom levend houden”. Als ik dan naar huis ga, heb ik toch een heel dubbel gevoel in mezelf”. “Hoe het evangelie hier klinkt? Vreemdelingen zijn een kritisch publiek. Hun luistergedrag is ook anders. Er komen vragen over de preek en soms vragen ze om de preek mee te mogen nemen. De positie van de pastor is anders dan bij de Nederlandse
gedetineerden. Vreemdelingen uit islamitische landen weten dat de imam van de staat is, dus verwachten ze dat de pastor dat ook is. Dus heb je ook de macht van de staat, invloed e.d. Het is een moeilijk item om uit te leggen dat je in Nederland die macht niet hebt. Mensen uit Oost-Europa hebben een onvoorstelbaar wantrouwen ten opzichte van de overheid. Dus als je van overheidswege komt ben je niet te vertrouwen. Steeds weer moeten wij uitleggen dat we geen deel van het systeem zijn; daarom hebben we ook heel bewust geen celsleutel”. Op termijn zal in Ter Apel geen vreemdeling meer zitten. Pastor Paul Berbers vindt dat wel jammer, want voor vreemdelingen was hij hier naartoe gekomen. “Ik heb het toch altijd wel heel leuk gevonden, tot aan het laatste jaar. Toen veranderde er iets. Het uitzichtloze en het onrecht, dat kan ik niet meer van me afzetten. Het is een spanning, een voortdurend conflict tussen wat de staat van je wil en wat je zelf ethisch acceptabel vindt. Dat ethisch conflict wordt steeds voelbaarder. Overigens zit een groot deel van het personeel binnen de vreemdelingenbewaring net zo in de maag met deze vreemdelingen en hun situatie als wij. Ze zeggen wel eens: hier werken is een voortdurend trap tegen ons geweten. Misschien is de situatie wel daardoor best goed voor de vreemdelingen in Ter Apel”. n
Zandschrift Magazine - December 2005 - pagina 15
Bij het afscheid van Sjef Jansen als R.K. geestelijk verzorger in de P.I.Tilburg, 29 -10 - 2005
Geloven in de vreemdelingenbewaring door Ferdinand van Melle - Toen
ik 10 jaar geleden als justitiepredikant werd aangenomen, na 22 jaar als gemeentepredikant te hebben gewerkt, kwam ik als vreemdeling in een totaal nieuw land. Ik kon een werkplek krijgen in de Amsterdamse Bijlmerbajes en een Alkmaarse gevangenis. Die plekken klonken mij bekend in de oren.
E
n, zei de toenmalige hoofdpredikant Maarten Blom: “ik heb daarnaast ook nog 18 uur in het Grenshospitium Amsterdam”. Hij zweeg even en zei toen: “Tja, dat is wel even anders dan bij de boeven, zal ik maar zeggen”. “Hoe anders”, vroeg ik. “Tja”, mompelde hij en veegde een lok haar weg: “Misschien moet je daar eerst maar eens gaan kijken en zien of het wat voor je is”. En dat ben ik toen gaan doen. Bij dominee Theo Middelkoop, die ik zou opvolgen en bij pastor Toon te Molder, die later mijn zeer gewaardeerde rk collega werd, ben ik mijn licht gaan opsteken, zoals, later, ook bij Sjef Janssen.
Zo ontdekten wij hoe ánders het was om te werken in een inrichting met strafrechtelijk ingesloten gedetineerden dan met mensen die in vreemdelingenbewaring terecht zijn gekomen. En wij ontdekten ook dat het niet geheel toevallig was dat de uren voor het Grenshospitium in bovengenoemd gesprekje als laatste werden genoemd. Begrijpelijk, aangezien bij de Dienst Geestelijke Verzorging
Nederlands paspoort bezit. En omdat Nederland maar een klein landje is en er miljarden aardbewoners zijn alle aardbewoners minus 16 miljoen, vreemdelingen. Een niet onaanzienlijk aantal. Waar wij nu over zullen spreken zijn die vreemdelingen die de toegang tot Nederland is geweigerd, via artikel 6 “de om verschillende redenen tot Nederland geweigerde toegang” of artikel
Mijn dank is groter dan de angst voor wat mij te wachten staat
in Den Haag de hoofdaccenten van oudsher immers lagen bij de geestelijke verzorging in strafinrichtingen. En dat vreemdelingenbewaring voor de Dienst nog een onwennig Met name met hem samen Fremdkörper vormde. Daarom heb ik, daarbij gesteund door merkten we vooral in het veld de respectievelijke hoofden hoe we elkaar als verschillende van dienst, vorm proberen te denominaties hard nodig geven aan een interreligieus hadden om de geestelijke beraad (lange tijd onder de verzorging te kunnen vormgenaam vreemdelingenregio, nu ven, en wel zo, (om met het als interreligieus zorgplatform) recente protestantse beleidsvan al die ook nogal eens plan te spreken): bezield, wisselende geestelijk verzorbewogen en professioneel. gers, rk of protestant, moslim, Vanuit die achtergrond sta ik joods of hindoe die werkzaam hier voor u en zal trachten als zijn in de vreemdelingenbeprotestants geestelijk verzorwaring. Want wij ontdekten ger van het grenshospitium dat het gemompelde: “Tja het Amsterdam iets bij te lichten is wel even anders dan bij de over het thema van vandaag. boeven” een rake typering is. Zij immers kennen de eindda- De begrippen: vreemdeling, tum van hun straf en onze bewaring en hospitium mensen, die formeel niet Het begrip vreemdeling als gestraft worden, kennen hun juridisch begrip. Een vreemdeeinddatum niet. Die leven in ling, zo zegt de Vreemdelinpermanente onzekerheid. genwet, is iemand die geen
pagina 16 - Zandschrift Magazine - December 2005
59. ”zij die Nederland moeten verlaten wegens onrechtmatig verblijf”, dit vastgelegd in de VreemdelingenWet 2001. De detentie van mensen die onder deze artikelen worden vastgehouden heeft ten doel voorwaarden te scheppen tot uitzetting. Er is geen strafzaak, het gaat hier dan ook niet om strafrecht, maar om bestuursrecht. Het betreft momenteel al meer dan 10% van het aantal gedetineerden in Nederland, tussen de 1500 en 2000 personen. Deze term vreemdeling is overigens langzaam in de wetgeving geslopen. In de omvattende studie van Corrie Berghuis over het Nederlandse toelatingsbeleid tussen ‘45 en ‘56 wordt vanuit de overheid steeds gesproken over vluchtelingen of displaced persons, (DP’s) vaak door elkaar heen gebruikt. Het is de tijd van het ontstaan van het Vluchtelingenverdrag van Genève uit
1951, dat vandaag nog steeds geldt. De term vreemdeling komt al eerder voor: het Vreemdelingenreglement is van 1918. Van meet af is er strijd tussen de Kon. Marechaussee als grenspolitie enerzijds en het Ministerie van Justitie anderzijds wie hierover moet gaan. Het Ministerie van Justitie wint in 1956, rond de enorme instroom van Hongaarse vluchtelingen. Dan komt alles wat met vreemdelingen, vluchtelingen, geïnterneerden, DP te maken heeft onder beslag van het Ministerie van Justitie. Waarom ik hier even uitweid is om de impact van het woord vreemdeling. De uitstraling van het begrip vreemdeling in officiële publicaties is anders de het begrip vluchteling. Dat begrip geeft immers aan dat en waarom iemand van zijn woonplek is weggegaan. Het begrip vreemdeling klinkt afwerend en vol afstand, vreemd is niet vertrouwd, als een vreemde eend, een pottenkijker, iemand die niet ‘als wij’ is. Ik denk dat de uitstraling van begrippen een eigen boodschap uitzendt, bewust of onbewust. Vreemdelingen? Pas maar op! Hoe harder je over vreemdelingen praat hoe harder je hart wordt.
Vreemdelingen, rechteloos, mogen niet worden buitengesloten Nu wil ik het begrip vreemdeling bezien vanuit de religieuze traditie van waaruit ik stam, de christelijke traditie op haar beurt gestoeld en ontsprongen uit het jodendom. In de bijbel, (maar ook in de heilige Koran) gaat het heel vaak over vreemdelingen. De vader van de drie grote religies Abraham is de eerste die hoort
dat God het woord vreemdeling in de mond neemt(Gen.15). God belooft hem nakomelingen die echter vreemdelingen zullen zijn in een vreemd land. Bij de belofte op leven met toekomst behoort dus vreemdelingschap. Zonder kan niet. Het heeft diepe zin dat dit woord in het hart van de belofte staat. Om Abrahams spoor kan ik niet heen. Ook in de wetgevende bijbelboeken is voortdurend aandacht voor de vreemdeling(wees en weduwe en ontheemde doet hij wonen op Zijn erf. ps.146). Vreemdelingen, rechteloos omdat ze geen geboorterecht hebben, mogen niet worden buitengesloten. Zij zijn kinderen Gods. Vreemdelingen mag je niet onderdrukken, maar behandel hen als mensen van het eigen volk. Het gaat dan niet alleen om een paar verdwaalde enkelingen maar ook om omvangrijke familiegroepen verdreven door honger of geweld. “Heb hen lief als jezelf want jullie zijn zélf vreemdelingen geweest in Egypte, ik ben de
schap ook aan de orde. Vreemdelingen die slechte bedoelingen hebben, indringers, met gevaarlijke plannen. Wonderlijk genoeg, (ik zei bijna vreemd genoeg) is het Hebreeuwse woord daarvoor: iemand die zichzelf tot vreemdeling is, die zichzelf daarom is gaan haten, slachtoffer van zijn eigen haat, zijn eigen land hatend. Dat er zo vaak in de bijbel over vreemdelingen moet worden gesproken geeft wel aan dat dit gastrecht blijkbaar niet vanzelf ging. Dat goddelijke wetgeving nodig was om de ongemakkelijke nabijheid van vreemdelingen te accepteren en een plek te geven. Tot vandaag de dag is dat appel actueel en niet alleen in de regio Midden-Oosten! Direct na zijn geboorte vluchten Jozef en Maria met hun kind naar Egypte en zij blijven daar enkele jaren als vreemdeling. En later zal hij zeggen:”Er kan een moment komen dat Ik tegen je zeg: ik was ziek en jij hebt me bezocht, gevangen en jij hebt me niet in de steek gelaten, ik
Onze mensen, die formeel niet gestraft worden, kennen hun einddatum niet Heer jullie God” (Lev.19,34). Misschien zegt u: dat klinkt allemaal erg mooi maar dat was toch wel even een andere tijd? En nu is toch veel massaler, en er zijn toch ook mensen die parasiteren op onze samenleving? Inderdaad dat kan ook, en in de bijbel komt dat soort vreemdeling-
was vreemdeling en jij verleende mij onderdak!” (Mt.25) Want in elke vreemdeling kan de Messias aan het licht komen. (Levinas: juist het vreemde, het anderszijn van de ander schept ruimte voor ons menszijn). In het Grenshospitium stellen
bij de kerkdienst de kerkvrijwilligers zich altijd voor en zeggen dan: ik kom hier vanuit mijn kerk om te laten weten dat we aan jullie denken en bidden voor jullie. En het steevaste antwoord van de bewoners is dan: You’re welcome! Welkom. Een engelse vertaling zegt: I ( Jesus) was a stranger and you welcomed me! De vreemdeling wordt ontdekt als geloofsgenoot, zuster en broeder. Ik weet wel zeker dat voor geestelijke verzorgers maar ook voor andere personeelsleden dit denken als geloofsmodel meeresoneert in hun dagelijks werk in de vreemdelingenbewaring. En dat voor iedereen die er werkt een moment komt dat je op ongenadige wijze jezelf tegenkomt. Met vragen als: waaraan verdien ik het dat ik in een land ben geboren waar je een paspoort kan krijgen, waar geboortedocumenten zijn? Waaraan verdiende ik het naar school te kunnen in dit hoogontwikkelde land? Waaraan verdiende ik het zogenaamd legaal te zijn? Welk recht heb ik om tegen anderen te zeggen: sorry, jij bent nu eenmaal en voor altijd illegaal?
richting van een ander doel: afschrikking. De indruk wordt hoe langer hoe sterker dat Vreemdelingenrechters en zelfs de Raad van State een overdosis krediet geven aan de overwegingen van de IND. Waardoor de bewaring soms tot meer dan een jaar kan worden gerekt. Het nieuwe doel lijkt: we zullen die vreemdelingen zó afschrikken, dat ze het wel uit hun hoofd laten ooit nog weer in dit land te komen. Welnu, dat lukt. Ik kan u zeggen dat heel wat mensen in bewaring zoveel haat tegen dit land hebben opgebouwd dat ze zij zo Al Qaida- lid kunnen worden.
Bewaring: religieus Een totaal ander zicht. Kijkend naar de joods-christelijke traditie valt het direct op dat het woord bewaren een prominente plaats heeft in wat God doet met mensen. ‘De Heer is mijn bewaar-
Bewaring: juridisch Het begrip bewaring komt van het werkwoord bewaren. In bewaring stellen als juridisch begrip duidt aan de detentie van een persoon, hechtenis. Je wordt ergens van verdacht en tot je eventueel wordt afgestraft, blijf je in een Huis van Bewaring. De vrijheid ontnomen, ingeperkt. Zij die de hechtenis uitvoeren zijn bewaarders. Bewaren heeft hier de connotatie van: zorgen dat ze niet weglopen, niet ontvluchten, want dat brengt het recht in gevaar en de samenleving. En naarmate zo velen in vreemdelingenbewaring terechtkomen die toch niet uitgezet kunnen worden moeten we alert zijn dat deze Bewaring langzaam en glijdend gaat schuiven in de
der’(ps.121). Nee, geen cipier! Gods bewaring houdt juist in: bescherming tegen het kwaad, je kunt je toevlucht tot hem nemen als je in gevaar bent, hij behoedt je, Waarom? Omdat hij je kostbaar vindt, de moeite waard om te bewaren en niet weg te gooien. Dat is de basis van menselijk zelfrespect. Wat God ook heel belangrijk vindt is dat je zijn leefregels, de geboden, bewaart, dat wil zeggen dat je ze doet. Niet dat je ze in een doos stopt en opsluit, maar ze praktiseert. Bewaren betekent dus heel actief ermee omgaan. Ook hier, u begrijpt, de connotatie van de juridische “bewaring”is totaal anders dan vanuit een gelovige traditie. En weer zeg ik: geestelijk verzor-
Zandschrift Magazine - December 2005 - pagina 17
gers in de vreemdelingenbewaring zullen bij dit woord bewaring mee horen klinken het aspect: bescherming, ik zie je, ik gooi je niet weg, voor mij ben jij geen nummer.
vreemdelingenbewaring zijn dan wacht hen bij aanhouOp die eerste vraag wil ik kort ding de weg terug naar het ingaan. In de nu en dan als vorige land. Zo ontstaat er in een strovuurtje even oplaaiEuropa een dagelijks ende maatschappelijke groeiend leger van mensen discussie over vreemdelingenbewaring komen drie vragen Hospitium: van oudsher een telkens terug: 1.Is deze vorm van detentie legitiem, zonder gastvrije ruimte dat er van een crimineel feit Tilburg kent het niet, maar Amsterdam (nog) wel, speciaal sprake is? 2. Is er effect van de maatregel in relatie tot de voor mensen op artikel 6 povere uitzettingcijfers? En 3: die levenslang in een aangehouden omdat ze troosteloze carrousel Nederland niet in mogen. Een relatie tussen asielrecht en migratierecht en het daarmee terechtkomen als statenloze grenshospitium. Ook aangeverbonden vraagstuk van de illegaal. Aangezien de IND de duid als grenslogies, sinds door hen als vals bestem1992. Ook hier een merkwaar- illegaliteit. Alle drie vragen komen meer en meer in relatie pelde papieren niet meer dig, zo niet suggestief woordmet Europese wetgeving en teruggeeft verdwijnen velen gebruik. Hospitium is een zonder enige legitimatie op term uit de christelijke traditie. asielbeleid. De vraag is gerechtvaardigd: straat. Het lijkt erop dat de Het gaat om mensen die op gelooft de overheid er zélf in? overheid hier de ogen voor reis zijn. Naar een pelgrimsDe tekenen wijzen er mijns gesloten houdt, ondanks alle oord. Rome, Santiago de Compostella. Onderweg moet inziens op dat de overheid gespierde taal van hoog uit de pelgrim overnachten. Direct de geboorte van hun kind vluchtten Hospitia waren dan van oudsher de gastvrije ruimten Jozef en Maria naar Egypte bij kloosters waar mensen konden overnachten op weg door de feiten gedwongen het ministerie. naar hun bedevaartsbestemmeer en meer is gaan beseffen Om bovengenoemde en ming. Welnu, zijn de bewoners dat vreemdelingenbewaring financiële redenen heeft men van een grenshospitium dat ter fine van uitzetting slechts nu besloten om de vreemdeook? Allerminst. Zij zijn op zeer gedeeltelijk werkelijk tot lingen weg te halen bij het weg. Hopend op een betere uitzetting leidt. De getallen gevangeniswezen, ‘Het is bestemming. En nu worden ze circuleren al jaren rond de beter om deze groep te opgesloten, weliswaar met 50% van degenen die vastgezet plaatsen bij de Directie voorzieningen, maar door zijn. De laatste getallen wijzen Bijzondere Voorzieningen, zij officiële Nederlandse instanzelfs naar 60%. Dat houdt in werken op een andere ties zal getracht worden hen dat met veel moeite en geld manier en tevens is het uit te zetten. De weg terug. Als wordt uitgezet, maar dat een goedkoper’, lees ik in een dat de IND ten minste lukt. En even groot aantal mensen, rapport. voor de uitgezette vreemdemannen vrouwen en kinderen Wat we nu zien is dat er een ling een realiteit dat hij/zij zonder middelen van bestaan, centralisatie gaat komen voor hoogstwaarschijnlijk levenszonder ziekteverzekering, alle vreemdelingen op een lang in de schuld staat, zonder behuizing op straat groot op te zetten locatie in afgezien van de schaamte. Ook wordt gezet, geklinkerd. (het Alphen aan de Rijn, en/of hier dat verhullend taalgecorrectieprogramma van mogelijk elders (maar vanwebruik. De tijd laat niet toe in te Windows XP kende klinkeren ge de ondoorzichtigheid van gaan op even beladen begripniet, als alternatief voor de besluitvorming is veel pas pen als: asiel, vluchteling, geklinkerd werd gegeven: op het laatste moment deportatie, verwijdering, gekleineerd; toch mooi, een bekend) voor zowel artikel 6 illegaal, bijzondere voorziedergelijk programma!) Het als 59. Door deze centralisaning. effect van klinkeren is precies tie dreigen nieuwe gevaren het omgekeerde van wat de voor de te bewaren vreemdeGeloven in de overheid wil: deze mensen lingen. Vreemdelingenbewaring komen vaak in illegaliteit Deze centralisatie zou Ik noemde het al, het thema terecht en kunnen als nienamelijk kunnen betekenen vanmiddag is op twee maniemand hen bijstaat als vanzelf dat de bijzonder positie van ren te stellen. Geloof jij in de gedreven worden naar de het Grenshospitium met vreemdelingenbewaring? Heb criminele wereld van prostituopgebouwde faciliteiten je daar vertrouwen in? En tie, drugs en misdaad. komt te vervallen, dat daarnaast: wat betekent Proberen zij in een ander land mannen, vrouwen en ouders geloven voor mensen die in te komen (waartoe ze binnen met kinderen op die ene plek 24 uur worden opgeroepen) pagina 18 - Zandschrift Magazine - December 2005
komen te zitten, dat tal van projecten die in verschillende inrichtingen uit het werkveld zijn opgebouwd, zoals in Tilburg om terugkeer te verbeteren met beroepsondersteuning en in het Grenshospitium de vormingslessen, alfabetisering en schooltje voor kinderen weer dreigen te verdwijnen. De nieuwe inrichtingen vallend onder de TDBV (Tijdelijke Directie Bijzondere Voorzieningen) als Detentiecentrum Zeist, Uitzetcentra Schiphol en Zestienhoven, de (tijdelijke?) ingebruikneming van detentieboten in Rotterdam en andere plaatsen roepen fundamentele vragen op waar het betreft de grondrechten van de gedetineerden. Het in dienst nemen van particuliere beveiligingsbedrijven met personeel zonder enige ervaring in het begeleiden van vreemdelingen, zoals officieel het personeel in het grenshospitium nog heet, is een logisch gevolg van dit denken. Door het verplaatsen van groepen gedetineerde mensen wordt de angst vergroot en onzekerheid aangewakkerd. ‘Wij horen geen klachten van de bewoners’, zegt een directeur van Zestienhoven in een interview. Ik denk dat dit het logische gevolg van het systeem is: angst wordt gevoed, hoe vriendelijk ook geformuleerd in een menselijk jasje. In beklag gaan, het recht van iedere gedetineerde, komt weinig voor. Die drempel ligt voor velen te hoog; zij durven dat in de regel niet, uit angst snel te worden uitgezet.
Soorten geloof, karaktertrekken van gelovig leven en denken Vanaf het begin van het christendom hebben mensen zich afgevraagd: wat geloven we eigenlijk? Zo ontstond al in de tweede eeuw na Christus een belijdenis, gegroeid uit wat mensen als geloofsvertrouwen zeiden voordat ze werden gedoopt. En in de vijfde eeuw is dat vastgelegd
als de XII artikelen des geloofs. Men noemde deze uit dooppraktijk ontstane belijdenis het Apostolicum, de apostolische geloofsbelijdenis, en wel met 12 artikelen. Belijdenisartikelen zijn dode dingen als ze niet worden geleefd door mensen. En dat heeft mij tot vandaag persoon-
Ik heb geleerd wat me ook overkomt en dat is al veel geweest, doden om me heen, verlies van schamele eigendommen, verlies van moedergrond en vaderland, dat ik toch eerst dank dat ik nog leef. 3. Zoeken. God heeft een bedoeling met wat mij overkomt. There is a reason. Ik
Juridische bewaring is totaal anders dan bewaring vanuit een gelovige traditie lijk diep geraakt, getroffen en geïnspireerd dat zoveel mensen in deze vorm van detentie een dergelijk springlevend geloofsvertrouwen hebben en gesettelde en tot op het bot geseculariseerde middleclass westerlingen een spiegel voorhouden. Ik heb geprobeerd, naar de oude traditie van de ‘XII artikelen des geloofs’, 12 bouwstenen van vertrouwen te formuleren. En die bouwstenen zijn voor mij even zovele eretekenen aan al die mensen die ik in de loop van die jaren heb mogen ontmoeten in deze vorm van ‘treeplankpastoraat’ en walking ministery’ waarbij elke ontmoeting de laatste kan zijn en alle franje wegvalt in het benoemen waarom het gaat. Met hen is gebeden en gezwegen, gezongen en aangeraakt, gezegend en gedoopt, bevrijdend gelachen en soms ook gehuild, gedanst en geknield.
zie dat nu nog niet, maar al biddend en zingend zoek ik een volgende stap. Misschien straft hij me voor wat ik fout deed. Misschien heeft hij een
ander plan met me. Wil hij me nog nederiger maken? Wil hij me iets duidelijk maken maar ik zie het nog niet? Kan mijn pijn een manier zijn me dichter bij hem te voelen? 4. Lezen. Ik wil lezen in Gods boek. Dat helpt mij, troost mij, maakt me altijd rustig. Soms 12 Belijdenisartikelen begrijp ik het niet, maar ik voel Ik noem de artikelen in de iets van de awe, het ontzageerste persoon enkelvoud, wekkende. Het is zuivere taal. (zoals ook het apostolicum ik Ook al kan ik niet lezen, dan geloof…) kijk ik naar de bladzijden vol 1. Hopen. Mijn leven is in letters. Ook dat helpt. Bijbel, Gods hand. It’s in the hand of Koran op de cellen. God. Ik twijfel niet aan zijn 5. Dulden. Mijn boosheid kan bestaan. Ik vraag niet: waar is me vernietigen. Mij woede God om mij te helpen, is hij keert zich tegen mij. Of slaat afwezig? Bestaat hij wel? Als hij naar buiten. Ik moet leren verborgen is, dan kijk ik niet geduld te hebben. Keer op goed. Mijn hoop houdt mij keer op keer op keer. Er zijn levend. Goddank symbolen die mij 2. Danken. Dat staat bovenhelpen in die eenzame strijd: aan, dan pas vragen. Mijn crucifix, rozenkrans, reukwadank is groter dan mijn angst ter, plaatjes, teksten, een voor wat me te wachten staat. bloem.
6. Vasten. Ik vast regelmatig om mijn lichaam te oefenen dicht bij God te zijn. Het maakt me schoon. Ik kan nee zeggen. De taal van mijn lijf zegt me dan: God is dichtbij. Door te vasten ben ik solidair met al die miljoenen armen voor wie een lege maag dagelijkse realiteit is. 7. Bidden. Ik bid dagelijks meerdere keren. Rituele gebeden, psalmgebeden, ’s morgens en ’s avonds. Het liefst samen met anderen en in de kerk/ gebedsruimte. Ik kan de pastor ook vragen om een speciale blessing, een zegen, een persoonlijke na een strong
prayer. De aanraking doet me goed. Het is of God me aanraakt. 8. Dromen. God kan mij komen opzoeken in mijn dromen. Akelige dingen komen terug in mijn dromen, nachtmerries, maar ook daarin kan soms een boodschap komen. En er zijn ook mooie dingen, ik ben weer vrij, ik beleef de liefde, ik zie mijn dode ouders terug. De pastor helpt bij de uitleg. 9. Zingen. Als ik analfabeet ben ken ik duizend liederen uit mijn hoofd, als ik kan lezen vijfhonderd. Al zingend word ik iemand en kom bij mijzelf thuis. Dat zingen geeft me kracht, gevoegd bij het oerritme van drums en instemmen van anderen word ik weer wie God wil dat ik ben. Het samen zingen helpt mij me één familie te voelen nu ik alleen ben.
10. Vechten. Ik moet voortdurend vechten. Op mijn hoede zijn. Voor de IND, voor personeel, zelfs voor mijn advocaat ( als ik hem/haar al te spreken krijg) voor medebewoners. Vechten moet ik tegen het systeem, tegen kwade machten, die vooral ’s nachts komen. Als ik slaap ben ik kwetsbaar. Satan is actief. ’s Nachts bidden helpt; zingen ook, daar is de duivel bang voor. En een bijbel onder mijn kussen schenkt me door het kussen heen goede gedachten. 11. Zwijgen. Ik heb recht op mijn geheim, om te overleven word ik gedwongen die werkelijkheid te verwoorden die mijn overlevingskans vergroot. Ik voel me daar soms heel ongelukkig onder en onzeker en ontrouw naar mezelf, maar ik moet wel. 12. Samen voelen. Ik voel me één met zusters en broeders medegelovigen uit dit vreemde Nederland, die mij opzoeken of kerkdiensten bijwonen als vrijwilligers of als geestelijken en voor wie ik achting heb. Ik merk aan hen dat zij ook veel aan mij beleven. Dat zal ik niet vergeten. Hun aanwezigheid alleen al geeft mij hoop. Ik hoop dat ook zij mij niet vergeten en misschien, en mij als ik op straat wordt gezet, ook nog een stapje verder kunnen helpen. Ik moet eindigen en doe dat in één omvattende zin. De vreemdelingenbewaring heeft haar geloofwaardigheid verloren. Ik geloof er niet in en vind het onwaardig. Maar ik heb wel geloof en vertrouwen in die mensen die in de vreemdelingenbewaring zijn terechtgekomen. Dat er voor hen en allen die met hen werken, een menswaardige toekomst mag zijn. n
Zandschrift Magazine - December 2005 - pagina 19
Afscheidspeech van imam Ikar Aways, moslim geestelijk verzorger in de P.I.Tilburg
Tegen uitsluiting en opsluiting
Geloven in de vreemdelingenbewaring-2
Waken als protest
door Ikar Aways - Ik
door Connie van den Broek - Op
de website www.gevangenispastor.nl stond bij gelegenheid van het afscheid van twee geestelijk verzorgers van de vreemdelingengevangenis in Tilburg een citaat van unitdirecteur Thuysman: “Geestelijk verzorgers leveren een grote en belangrijke bijdrage aan de orde en rust in de inrichting”.
ben geboren en opgegroeid in Somalië, waar ik mijn islamopleiding heb voltooid in Mogadisho. In mijn universitaire jaren ben ik uitgezonden naar de Oekraïne, Kiev, en heb daar Internationaal Recht gestudeerd aan de universiteit.
D
aarna werd ik directeur bij verschillende overheidsinstellingen, onderwijzer management training bij het instituut voor management en ontwikkeling. Tegelijkertijd was ik docent op een van de Somalische Universiteiten in Mogadisho. In 1982 stuurde het Instituut voor management en ontwikkeling mij naar Nederland om mijn tweede masterstitel “Beleid en bestuursmanagement” te halen bij het ISS in Den Haag. Hierna heb ik besloten in Nederland te blijven. Mijn leven, waarvan 23 jaar in Nederland, bestaat vooral uit het imam zijn. Moslims steunen in hun religie, er zijn voor mensen die je nodig hebben. Echter, ik ben zelf ook vreemdeling, buitenlander, en ik heb ervaren hoe moeilijk het is om culturen met elkaar te vermengen. Ik kom uit een familiale moslimcultuur, de Afrikaanse en Arabische cultuur, maar tegelijk ervaar ik de Nederlandse cultuur. En daarin wil ik leven. Want ik leef en woon in Nederland.
Omwille van de gedetineerde mens Bijna tien jaar geleden ben ik in Tilburg komen werken. Het heette toen nog Justitieel Complex Koning Willem II. Deze tien jaar zijn een bijzondere en ook een heel goede tijd geweest. Het is een kunst om te (leren) werken in een Nederlandse setting. Door mijn ogen en oren open te houden heb ik me veel eigen gemaakt, wat ik helemaal niet kende. Ongemerkt zijn er
verschillen als je van een andere plek op aarde komt. Mijn eerste ervaring was dat er hier meer gelijkwaardigheid tussen mensen is, terwijl ik uit een land kwam waar de Imam boven het volk uitstak. Langzaamaan ben ik ook gaan inzien dat dat vroeger met de dominee en de pastor hier ook zo was, maar dat dat veranderd is. De gelijkwaardigheid van alle mensen in een inrichting als de bajes werd me al gaandeweg de rit duidelijk. In het begin dat ik hier werkte, gaf ik vrouwen uit pure gewoonte- geen hand als ik ging bidden. Dat heb ik snel afgeleerd. Uiteindelijk draait het werk van de imam in de gevangenis niet om wetjes, die ook nog kunnen veranderen in de loop van de tijd, maar om de gedetineerde mens bij te staan. In mijn zorg en mijn geloof wilde ik de gedetineerde vreemdeling bijstaan. Een aangezien de vreemdeling eigenlijk steeds leeft in de cultuur waar hij vandaan komt, werd je door hen als imam toch dikwijls op een hoger plan gezet. Voor de vreemdeling had ik het voordeel dat ik beter kon invoelen wat de reden was van hun klacht of niet welbevinden. De vreemdelingenbewaring heeft –naast alle nare kanten van het gevangen zitten- de uitdrukkelijke intentie om deze gedetineerden ook zo goed mogelijk door deze onzekere tijd van gevangenschap heen te loodsen en te zorgen dat ze er niet slechter uitkomen dan ze binnenkwamen. Ik heb de overtuiging aan deze doelstel-
pagina 20 - Zandschrift Magazine - December 2005
D ling positief te hebben kunnen meewerken. Als gedetineerden bij niemand in de inrichting meer terecht konden dor stress, onbegrip of totaal andere culturele achtergrond, dan konden wij als imam dikwijls een laatste positief redmiddel zijn om de cliënt weer op het spoor te krijgen. Mijn inziens komt dat niet alleen doordat ik imam ben, maar ook door het gegeven dat de vreemdelingen, die wij hier ontmoeten en die uit 60 landen buiten Europa komen, van nature diep religieuze mensen zijn. Het is een ingeboren gegeven voor hen dat er een wereld achter de zichtbare wereld is. Dat er een Opperwezen is of hoe je die ook wilt noemen. En dat de weg die je gaat door de wereld, een pad is dat dor God voor een groot deel wordt bepaald. Ik voel bij hen ook, dat ze zich steeds daaraan overgeven. Onze professionele ondersteuning geeft hen een weldadige steun in de rug om het leven vol te houden. Wat de toekomst ook brengen moge.
Daarbij wil ik ook uitdrukkelijk vermelden dat de groei van ons team geestelijke verzorging onmisbaar is geweest voor onze ontwikkeling als imams in de Nederlandse cultuur. Wij zijn rijker en wijzer geworden door de kennisname van elkaars religie, door de grote wederzijdse waardering metterdaad, en door de intensieve samenwerking dag in dag uit. Als dominee, pastor en imam was ons werk gezamenlijk gericht op het mogelijk maken van de religiebeleving van onze gedetineerde vreemdelingen. Ieders eigen beleving, ieders eigen woord en rituelen, werden gewaardeerd en de mogelijkheden werden geboden om daar werkelijk reële uitdrukking aan te geven. In een bijzonder goede samenwerking als geestelijke verzorgers onderling en een bijzonder goede samenwerking met het management en de vele mensen van deze bijzondere werkplek in Tilburg, is het mogelijk geweest in de grootste diversiteit de religiebeleving te Als imams wijzer geworden bevorderen. Ik heb de stellige indruk dat Hoe politiek ingewikkeld de wij als geestelijke verzorgers vreemdelingenbewaring ook naast de vele zorgenden en is, ik heb in dankbaarheid en begeleidenden in de P.I. vreugde hier gewerkt en Tilburg een goede en stevige geleefd. Als geestelijke bijdrage hebben geleverd aan verzorging hebben wij op onze het verdere positieve leven van manier bijgedragen aan het de vreemdeling en aan het overleven van vreemdelingen, uithoudingsvermogen, dat van mensen op zoek naar het juist door hun religieuze aard, betere, het hogere in hun leven. God zij dank. geen grenzen kent. n
eze justitieambtenaar kent zijn Marx nog en hij weet blijkbaar de opiumfunctie van religie te waarderen in het ritueel “vreemdelingenbewaring”. Of je als geestelijk verzorger vrolijk wordt van bedoelde ambtsopvatting?
Een ander religieus ritueel: Waken Iedere eerste zondagavond van de maand staan we een uur bij de luchtkooien van Uitzetcentrum Rotterdam, naast vliegveld Zestienhoven. “We” zijn parochianen en gemeenteleden uit Rotterdam, migranten uit verschillende migrantenparochies waarvan medeparochianen werden opgepakt en vastgezet in dit uitzetcentrum, diakenen en vrijwilligers van Rotterdamse kerken die zich inzetten voor asielzoekers en vluchtelingen in de wijk en onder ons zijn vreemdelingen die zelf vastgezeten hebben. We waken uit onrust.
vraagt voor de waarde van elke medemens, elk mensenkind. Uit verhalen die (gedumpte, want niet uit te zetten) ex-gedetineerde vreemdelingen vertellen bij de wake horen we wat er binnen het uitzetcentrum gebeurt. Hoe vreemdelingen die er vast zaten in onzekerheid gewacht hebben op het noodlot dat hen treft. Soms in angst dat
slot valt?” Waken, het heeft iets van onrust die je wakker houdt bij ongemakkelijke vragen. De poging om het afvoerputje van het Nederlandse vreemdelingenbeleid weg te stoppen achter hoge, geblindeerde hekken, op stille industrieterreinen buiten de stad, of om met halve waarheden en hele leugens de hardheid van het uitzetbeleid te verhullen, strandt tijdens dit uur op de zondagavond. Gebeden en gedichten worden er weliswaar soms overstemd door het geluid van een inkomende of uitgaande chartervlucht (oh ironie, symbool van het ons toegemeten recht om onszelf grenzeloos over moeder aarde te bewegen). Maar in de stilte daartussen is er in Rotterdam geen betere plek om de indringende vraag te horen: “Waar is je broer Abel?” En ieder van ons die er waakt voelt dat het ‘Bijbelse antwoord’: “ïk weet het niet”
Iedere eerste zondagavond staan we een uur bij de luchtkooien hun uitzetting slaagt en alle dromen en geld en energie die in een nieuwe toekomst in veilig-gedacht -Nederland geïnvesteerd werden verloren zijn. Vaker ook in onzekerheid over familieleden die in de illegaliteit achtergebleven zijn en niet op bezoek kunnen komen. Wachten en niet weten hoelang de detentie gaat duren voordat ze weer ‘geklinkerd’ worden. Zij vertellen over hun detentie in het uitzetcentrum, en we horen hun woede en hun angsten.
schuurt. Dat antwoord was historisch toch al besmet geraakt toen onze oosterburen het gingen gebruiken. “Ben ik soms mijn broeders hoeder?” Wanneer sliepen we in de democratische besluitvorming dat we nu kinderen in luchtkooien laten stoppen? We zijn spijtoptanten! Met schaamte schrikken we wakker omdat we ontmaskerd worden als de Kaïn in de omgang met de kwetsbare broeder in onze samenleving: de illegale vreemdeling, hij die niet mag zijn, niets voorstelt, lucht, nietigheid, Abel.
Waar is je broeder, Abel? We kennen de verhalen over de vreemdelingendienst die kinderen van illegale ouders op school oppakt om zo ouders te dwingen zich te melden voor detentie en het verhaal van Fatima die vanuit het uitzetcentrum uitgezet werd naar West Afrika, terwijl haar zoontje bij landgenoTeveel verhalen en beelden slaan de ten achterbleef in Nederland. Haar legitimatie die zo vaak door onze minister moeite gedurende vele maanden om en haar diensten gebruikt wordt om weer, illegaal, naar Nederland en kind te vreemdelingen vast te zetten kapot: “Er komen. zitten alleen criminele illegalen vast om We horen in Netwerk-uitzendingen hoe uitgezet te worden”. de Nederlandse immigratiedienst zaken Bij het begin van de oktober-wake zaten doet met obscure Kongolese diensten om vier kinderen in een luchtkooi van het illegalen gedwongen terug te sturen, uitzetcentrum. Goed geïntegreerd zongen terwijl de minister de Kamer bezweert dat ze de liedjes die ze waarschijnlijk weken het allemaal comme-il-faut gaat. En dan daarvoor nog in een Nederlands schoolvoltrekt zich het drama op Schiphol-Oost. klasje mochten zingen. Nieuwsgierig We vragen niet of er in Nederland een vroegen ze wat we kwamen doen. “We minister struikelt over een paar dode komen ook liedjes zingen voor jullie”, en illegalen maar we vragen ons wel af: “Hoe uit veel kelen klonk tijdens die wake weer bang zullen zij die binnen zitten zijn, de de gelegenheidscanon, welke aandacht avonden erna als hun deur weer in het
Krassen op onze ziel Hekken om het uitzetcentrum, hekken om Melilla en wanhopige mensen die dromen van toekomst. Sinds de val van de Muur in ‘89 zijn er meer en meer muren en hekwerken binnen en om Europa gekomen. Op allerlei manieren grenzen we ons af in wat Fort Europa genoemd wordt om ‘de hordes’ buiten te houden en af te schrikken. De prijs in menselijk leed die ervoor betaald wordt houdt de organisatie United bij op de “list of documented refugee death through
Zandschrift Magazine - December 2005 - pagina 21
Fortress Europe”, een eindeloos lijkende lijst vreemdelingen die aan de grenzen van Europa de dood vonden bij hun pogen om binnen te komen: verdronken tussen Marokko en Spanje, overboord gegooid tussen Albanië en Italië, gestikt in containers of doodgevroren in de wielkasten van een vliegtuig zoals Fodé Toukara en Yaguine Koïta. Maar ook velen die zichzelf ophingen in asielcentra en detentiecentra in EU-landen of zich in brand staken, radeloos na een afgewezen asielverzoek en uit angst om gedeporteerd te worden. Tijdens de wakes lezen we de namen van deze slachtoffers als protest tegen uitsluiting en opsluiting, armoede en vervolging dat mensen de dood in drijft. Geschreven in Gods hand….. krassen op onze ziel.
De smaak van ellende We leven van Pasen. In onze oudste geloofsbrieven staan verhalen van gelukszoekers die beloofd land zochten, wegtrokken uit het slavenhuis. Met hen en ‘onze gelukzoekers’ delen we in verlangen door aan het eind van elke wake een bitterkoekje te eten (een praktische variant op het Seidermaal). Want bitter is de smaak van de ellende van vreemdelingen, bitter is hun uittocht, bitter is hun opsluiting in het uitzetcentrum en hun lot daarna, maar we hopen, bidden, geloven dat er voor hen toekomst is en dat wij eens dat beloofde land zullen zijn. Vooralsnog is het ellende en uitzetcentra, nog eten we bitter. Maar wie goed proeft, proeft in dat bitterkoekje ook al het zoet van de belofte: “ Volgend jaar in Jeruzalem”. Tot dan is er onrust….en een volgende wake. De maandelijkse wakes bij Uitzetcentrum Rotterdam zijn een initiatief van de drie instellingen voor Maatschappelijke Activering, GCW, KSA en KCW n
Terugblik op de rouwplechtigheid voor de betrokkenen bij de brand in detentie-en uitzetcentrum Schiphol-Oost
Tussen Piëteit en Politiek door Fred van Iersel - In
de nacht van 26 en 27 oktober vond er een brand plaats in het detentiecentrum Schiphol-Oost. De enige geestelijke verzorger daar, pastor Martin Zandstra, werd gewaarschuwd. Dit werd het begin van intensieve pastorale zorg. Het Vaticaan condoleerde de bisschopreferent voor het justitiepastoraat Mgr. Punt. Mgr. Punt zelf zegde meteen na de brand alle zorg en steun toe aan pastor Zandstra. Normaal gesproken is het justitiepastoraat gericht op gedetineerden. In crisissituaties als deze wordt ook zorg verleend aan nabestaanden en aan personeel van Justitie. Collega-justitiepastores uit de regio sprongen bij in de pastorale zorg.
I
n het weekend na de brand vroeg de heer Kroon, directeur van de Tijdelijke bijzondere Voorzieningen waaronder Schiphol-Oost ressorteert, een herdenking te organiseren. Deze vraag werd op maandag besproken in een spoedberaad tussen de hoofdgeestelijken bij Justitie, de Portefeuillehouder Overige Stromingen, en de voorzitter van de imamcommissie bij Justitie. Snel en soepel werd overeenstemming bereikt over de uitgangspunten. We besloten een plechtigheid te organiseren vanuit onze eigenheid met drie doelstellingen: het betoon van piëteit aan de overledenen, het bieden van mogelijkheid tot rouwverwerking aan de nabestaanden en het bijdragen aan wederzijdse betrokkenheid tussen verschillende groepen deelnemers aan de plechtigheid. Van meet af aan was de Dienst Geestelijke Verzorging van mening dat het voor overgeplaatste gedetineerden mogelijk zou moeten worden gemaakt om deel te nemen aan de plechtigheid. Op dat moment was nog niet bekend welke groepen aan de plechtigheid zouden deelnemen. We besloten dat het een rouwplechtigheid betrof waarbij de schuld- en verantwoordelijkheidsvraag niet aan
pagina 22 - Zandschrift Magazine - December 2005
de orde kwam. Deze was gedurende de acht onderzoeken die in gang waren gezet immers niet te beantwoorden. Aandacht hiervoor zou de plechtigheid politiseren. Ook werd besloten om het aantal voorgangers in de plechtigheid te beperken tot de pastor van bed, psalm 130 en een gebed Schiphol-Oost en een imam. voor het zielenheil van de overledenen. Op voorstel van Interreligieuze plechtigheid de imam werden twee Soera’s In essentie was met deze ook uit de koran toegevoegd: een beslist dat de plechtigheid die bij rampen wordt gereciinterreligieus van aard en teerd en een die het paradijs in opzet zou zijn. Dit lag voor de het vooruitzicht stelt. De hand: alle overledenen humanistisch geestelijke hadden een godsdienstige verzorging leverde een gedicht. achtergrond. Het waren katho- Aan de vesperstructuur werden lieken, een protestant, oosters drie riten toegevoegd. orthodoxe gelovigen en 1. De rite van het noemen van moslims. De stroming die de namen was opgenomen teksten leverde was verantmet het pastorale motief dat woordelijk voor de juistheid men de overledenen toch niet en passende aard van de tekst, zonder naam bij God kon volgens criteria van de eigen aanbevelen. Dat de namen, die stroming. Een multireligieuze tot dan toe niet bekend waren voorbereidingscommissie gemaakt, hiermee onthuld integreerde en redigeerde in werden was een bewuste twee avondvullende sessies de keuze. elementen. Imams en katho2. De rite van de witte rozen lieke pastores leverden was door de Imam voorgesteld. respectievelijk geautoriseerde Volgens hem neemt het Koran- en Bijbelvertalingen in gebruik van bloemen in de zeven talen. Als structuur voor Islamitische uitvaartcultuur de plechtigheid werd een toe. De rozen mochten niet vesperdienst aan de voorrood zijn (een rode roos is avond van een begrafenis geassocieerd aan de profeet voorgesteld en geaccepteerd. Mohammed) en ze mochten Herkenbare christelijke niet naar het hongerdoek met elementen waren de opegezichten worden gebracht. ningsgroet en het openingsge- 3. De rite van het licht werd
bewust aan het einde van de plechtigheid gepland, om te voorkomen dat de gehele rouwplechtigheid van meet af aan als exclusief christelijk zou worden waargenomen. Bovendien werd de rite van het licht interreligieus verbreed door het aansteken van het licht niet alleen op de overledenen te betrekken – wier lichtjes gedoofd blevenmaar ook op de nabestaanden, overlevenden en personeel en hun aller toekomst. Omdat de herdenking een nationale dimensie zou krijgen werd gekozen voor het lied “Blijf mij nabij”, terugkerend klinkend bij de nationale dodenherdenking op 4 mei.
interreligieuze plechtigheid plaatsvinden. Als locatie werd door het Ministerie niet een gastvrij aangeboden kerk gekozen, maar een hangar die zorgvuldig werd ingericht. Intussen waren zes geestelijk verzorgers fulltime bezig met de organisatie van de plechtigheid. Dat was nodig omdat die
zoekers omgekomen. In Netwerk werd een naar Zeist overgeplaatste gedetineerde opgevoerd die beweerde geen contact met een pastor te hebben gehad. Schijn en werkelijkheid en de rol die belangen spelen in de beeldvorming werden per uur duidelijker. Een politiek
Politiek en religie gescheiden In essentie was hiermee het kader voor de plechtigheid gegeven. De beide ministers beraadden zich nog op de precieze aard van de plechtigheid. De Dienst Geestelijke Verzorging wist dat het een rouwplechtigheid voor overledenen en nabestaanden werd. Op deze basis werd het overleg met het Ministerie gestart. De eerste ronde was informatief en behelsde ook de kwestie van de mogelijke aanwezigheid van nabestaanden. Deze mensen zouden slechts kort in het land willen blijven om hun dierbare overledenen zo snel als mogelijk te kunnen repatriëren. Bij de tweede ronde stond vast dat de verantwoordelijke ministers en de burgemeester van Haarlemmermeer kort zouden spreken; nadien werd hier nog een nabestaande aan toegevoegd. Het spreken van de politici en bestuurder betekende dat de rouwplechtigheid wellicht van karakter zou veranderen. Na beraad werd gekozen om een tweefasenmodel voor de rouwplechtigheid te hanteren. De politici en bestuurder zouden eerst spreken in een gedeelte dat onder hun verantwoordelijkheid viel, vervolgens zou na een muzikale cesuur de
mogelijkerwijs al op zaterdag plaatsvond. Daarnaast waren er nog maatregelen genomen in de vorm van extra pastorale presentie op Schiphol-Oost. Er was ook pastorale opvang voor de families die arriveerden.
geladen herdenking vond inmiddels plaats. Voor een pastorale dienst is het uitermate moeilijk om deze beeldvorming in de samenleving te beïnvloeden. Al snel ontstaat het beeld dat de pastor geen barmhartigheid Zorg om de vreemdelingen- en medeleven met de omgekobewaring menen en nabestaanden Op vrijdagavond werden de toont. In werkelijkheid met het Ministerie gemaakte draaiden alle collega’s in de afspraken over de plechtigheid vreemdelingenbewaring besproken in de voorbereioveruren om zorg te bieden. dingscommissie. De relatie Pastor Zandstra die in een TVmet het politieke deel van de uitzending een genuanceerd plechtigheid was punt van beeld over de gebeurtenissen discussie. Onder andere had opgeroepen, en bovenvreemdelingenpastores en dien zijn pastorale aandacht predikanten heerste intussen voor het personeel had laten
Rite van het licht ook gericht op nabestaanden, overlevenden en personeel een stemming dat het tijd werd om knelpunten in de zorg in de vreemdelingenbewaring helder naar buiten te brengen. Het was nodig als hoofdaalmoezenier om aan deze interne discussies te blijven deelnemen. In de media brandde intussen een discussie los over asielzoekers. Overigens vormden deze een zeer kleine minderheid van de mensen die op Schiphol –Oost gedetineerd waren. Er zijn in het geheel geen asiel-
zien, werd niet altijd even goed begrepen in pastoraal Nederland. Dat bleek uit telefoontjes van een verontruste mensenrechtenorganisatie en van diverse basispastores die binnenkwamen. Zij maakten zich zorgen over de solidariteit met asielzoekers. In een aantal reacties werden, evenals in de politieke discussie, de zorg voor gedetineerden en de waardering voor personeel tegen elkaar uitgespeeld. Hoe dit ook
zij, wij hebben als pastorale dienst in elke fase de pastorale zorg gericht op állen die op enigerlei wijze bij de brand betrokken waren.
Ontroering De NOS besloot de plechtigheid integraal uit te zenden. De plechtigheid werd gehouden nadat een gedetineerde in staat van beschuldiging was gesteld wegens brandstichting. Tegelijkertijd woedde in de media een discussie over het recht van overgeplaatste gedetineerden om fysiek aanwezig te zijn bij te plechtigheid –hetgeen voor ruim 250 gedetineerden met bewaking moeilijk haalbaar moet worden geacht. In alle centra voor vreemdelingenbewaring waren toen al herdenkingsplechtigheden en extra kerkdiensten voor deze mensen gehouden. Tijdens de plechtigheid zelf werd ik vooral ontroerd doordat de nabestaanden naar voren kwamen bij de rite van de namen en de rozen. Het protocol voorzag slechts in een delegatie van de nabestaanden, maar ze namen het over en eigenden zich aldus de plechtigheid toe. Naderhand betoonden zij zich ook tevreden met het respect voor hun dierbaren en met de plechtigheid. Het tweede treffend moment was dat de beide ministers deelnamen aan de rite van het licht. Alles bij elkaar is een plechtigheid gerealiseerd die voldeed aan de pastorale doelen die we ermee verbonden. De samenwerking tussen overheid en pastoraat hoefde anno 2005 niet te leiden tot een bleke secularistische plechtigheid of tot een politisering van een rouwplechtigheid. Een wederzijds zorgvuldige hantering van de scheiding van verantwoordelijkheden was juist een basis voor samenwerking. Eens te meer is dat zo, als men de herdenking, door gerichte inspanning, opbouwt als interreligieuze rouwplechtigheid. n
Zandschrift Magazine - December 2005 - pagina 23
Samenvatting van de geactualiseerde versie (juni 2005)
Ik was vreemdeling Herderlijk schrijven over migranten en vluchtelingen
“De situatie van migranten en vluchtelingen gaat de Nederlandse bisschoppen zeer ter harte. We roepen op tot een constructieve dialoog, die niet alleen streeft naar begrip en respect, maar ook naar wederzijdse verrijking en aanvulling”.
Z
o opent Mgr. M. Muskens, bisschop-referent voor de interreligieuze dialoog, de geactualiseerde versie van het herderlijk schrijven van de Nederlandse bisschoppen over migranten en vluchtelingen: Ik was vreemdeling. Een samenvatting.
Bescheidenheid over onze eigen cultuur Onze multiculturele samenleving is niet louter een feest van veelkleurigheid. Multiculturaliteit en zeker multireligiositeit worden door sommigen ook ervaren als een mogelijke bron van conflict en maatschappelijke verdeeldheid. Wie herinnert zich niet vervuld van afgrijzen de moord op Theo van Gogh? Sommigen zien in de kritiek van moslims op bepaalde liberale verworvenheden in de westerse samenleving het begin van gewelddadig fundamentalisme. Er doemen vraagtekens op bij de individuele en collectieve grondrechten, zoals de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van onderwijs. Willen moslims maatschappelijk geaccepteerd worden, zo wordt gezegd, dan moeten ze kritische noties opgeven. En: wanneer zij de waarden van de Nederlandse samenleving niet respecteren, kunnen ze ook geen beroep doen op grondrechten. Ons land kent geen eeuwenoude traditie van probleemloze religieuze pluriformiteit, verdraagzaamheid en tolerantie, ook al wordt dat vaak beweerd. Bij pleidooien om voor moslims fundamentele burgerrechten in te perken is het voor Nederlandse katholieken goed terug te denken aan hun eigen geschiedenis waarin zij zélf als ‘tweederangs burgers’ werden beschouwd en behandeld. De vrijheid van godsdienst is geen continu grondgegeven van de Nederlandse geschiedenis. Ze werd pas in de negentiende eeuw geëffectueerd. Historisch bewustzijn vraagt om bescheidenheid over onze eigen cultuur én maakt ook duidelijk dat we niet snel moeten tornen aan positieve verworvenheden die lange tijd nodig hebben gehad uit te kristalliseren.
pagina 24 - Zandschrift Magazine - December 2005
Dictatuur en dialoog Wordt met bedekte algemene termen als ‘inburgering’ en ‘aanpassing’ niet feitelijk het afdwingen van bepaalde levensbeschouwelijke en morele opvattingen bedoeld? Als bisschoppen van Nederland vinden we dat het strafrecht voldoende sanctiemiddelen biedt om op te kunnen treden tegen ontsporingen, ook wanneer deze religieus worden geïnspireerd. Een verdergaand verbod op vrije meningsvorming én meningsuiting leidt tot de dictatuur van een politiek-correcte meerderheidsopvatting. Zeker in een samenleving waarin nauwelijks nog sprake lijkt van een unaniem gedragen stelsel van waarden en normen, is veel ruimte nodig voor de vrije uitwisseling van gedachten en meningen. Deze tijd vraagt van ons allen dat wij het volhouden om een samenleving te zijn
De oproep om recht te doen aan elkaar en goed samen te leven is zelden zo urgent geweest, zozeer door iedereen en indringend ervaren. De kwaliteit van onze samenleving hangt ervan af. Migratie is zo oud als de mensheid zelf. Door de eeuwen zijn mensen naar plaatsen getrokken waar zij hoopten hun positie te kunnen verbeteren. Waar ze veilig zouden zijn en perspectief zagen voor hun kinderen. Veel autochtone Nederlanders zochten na de Tweede Wereldoorlog een economisch betere toekomst in onder andere Canada, Nieuw-Zeeland en Australië. Daarnaast trokken veel Indische Nederlanders en Molukkers naar Nederland. In de periode van de wederopbouw trok Nederland gastarbeiders aan, eerst uit de ZuidEuropese landen. Later werden ook arbeiders uit Turkije en Marokko gecontracteerd. Vanaf einde jaren zestig kwamen veel Surinamers naar Nederland. Antillianen en Arubanen hebben het Nederlands staatsburgerschap. Behalve economische, culturele of sociale motieven, kunnen ook politieke overwegingen mensen doen besluiten tot migratie. De laatste tien jaar is door de groei van de mobiliteit, het toegenomen aantal conflicthaarden in de wereld en de inperking van andere migratiemogelijkheden hun aantal sterk gegroeid. In 1982 waren er niet meer dan 1214 asielzoekers,
Het effect van strengere regels is ook dat een groot deel van de immigratie illegaal, dus niet meer zichtbaar is waarin grote tegenstellingen en verschillen van opvattingen bestaan. Ook verworvenheden en zekerheden van de Nederlandse samenleving mogen onder kritiek worden gesteld. Een samenleving die geen dissidenten duldt, zelfs wanneer het gaat om belangrijke waarden in deze samenleving, geeft blijk van zwakte, niet van kracht. De islam is in Nederland een relatief nieuw verschijnsel. De islam als ‘nieuwe’ en de katholieke als ‘oude’ religieuze stroming bestaan direct naast elkaar. Daarom staat interreligieuze dialoog voorop. De rooms katholieke kerk voelt zich niet slechts een ‘tegenover’ van de islam. Wij beleven immers beide onze godsdienst in een seculariserende samenleving.
I. De situatie van allochtonen Nederland verandert snel. Iedereen die in Nederland leeft heeft steeds weer te maken met mensen uit verschillende culturen. Op school, op het werk, in de buurt, in verenigingen en in de kerken.
begin jaren negentig vroegen er 20.000 mensen asiel aan. De laatste jaren is het aantal asielaanvragen in Nederland sterk gedaald. Immigranten komen hier terecht in dichtbevolkte gebieden. Het gaat vaak om laaggeschoolden, die een baan ambiëren in sectoren waar de werkloosheid structureel en hoog is. Door deze toenemende concurrentie op de arbeidsmarkt neemt de spanning in bepaalde, in sociaal-economisch opzicht kwetsbare wijken extra toe. Nu de mogelijkheden om Nederland en Europa binnen te komen steeds verder beperkt wordt, neemt het aantal mensen zonder verblijfsvergunning toe.. Deze groep bestaat o.a. uit uitgeprocedeerde asielzoekers, die het land moeten verlaten, maar dit niet doen of kunnen. Ook behoren mensen tot deze groep die hier in hun levensonderhoud willen voorzien en vrouwen of mannen wier verblijfsvergunning aan die van de echtgenoot is gekoppeld en die na scheiding zonder papieren zitten… De
strengere regels hebben ook als effect dat een groot deel van de immigratie, illegaal, dus nu niet meer zichtbaar is. Overigens vindt wereldwijd de migratie veel meer plaats naar andere ontwikkelingslanden dan naar West-Europa. De meeste mensen die op de vlucht slaan om te ontkomen aan geweld, onderdrukking, armoede en natuurrampen, worden in hun buurlanden opgevangen. De opvang in buurlanden is ook de wens van de internationale politiek.
3. Structuren De laatste jaren is in Nederland en Europa de weerstand gegroeid tegen een ruimhartig toelatingsbeleid voor migranten. Het is een bijzondere verantwoordelijkheid van kerken, politici en bestuurders om in hun optreden niet tegemoet te komen aan deze weerstand. Rechtvaardige structuren in onze samenleving moeten rekening houden met drie factoren: de oorzaken van migratie, het toelatingsbeleid en het sociale beleid voor en met migranten.
2. Samenleven Het noemen van de problemen die ons samenleven in de weg staan, moet de positieve ontwikkelingen niet onderbelicht laten. Er zijn mensen en groepen die hun plek in de samenleving goed gevonden hebben. Ook allochtonen en allochtonenorganisaties die een uitermate positieve inbreng hebben in de samenleving. Talloze kleine en grote ondernemers die werkgelegenheid scheppen en een bijdrage leveren aan de veelzijdige economie. Anderen voegen een nieuwe dimensie toe aan politiek, literatuur, journalistiek, muziek en dans- en schilderkunst. Toch is het nog steeds zo dat veel allochtonen een zwakke maatschappelijke positie hebben. De werkloosheid onder hen is bijzonder hoog. Huisvesting, scholing en participatie in het onderwijs laten ernstig te wensen over. Als deze zaken ontbreken raken mensen gemarginaliseerd. Net als voor autochtonen is het dan ook voor allochtonen schier onmogelijk om op een menswaardige manier deel uit te maken van de samenleving. Ondanks de stijgende welvaart loopt er en kloof in onze samenleving, tussen rijk en arm. Juist aan de onderkant van de samenleving bevinden zich veel allochtonen. Het risico dat mensen aan de arme kant hun ongenoegen projecteren op anderen is groot, en er ontstaan ontoelaatbare generalisaties. Xenofobie (vrees voor vreemdelingen) en discriminatie veroorzaken verdere marginalisering van vreemdelingen. Gevoelens van vreemdheid tussen mensen en groepen zijn een normaal verschijnsel, maar worden versterkt als mensen leven in economische, sociale en culturele onzekerheid. Ook de kans dat iemand in de criminaliteit terecht komt, is groter bij mensen die gemarginaliseerd worden. Bovendien leidt marginalisering tot sociale uitsluiting. Wij moeten ons verzetten tegen elke vorm van discriminatie of vreemdelingenhaat, omdat daarin de diepste waardigheid van elke mens wordt miskend en gekwetst.
Van vele kanten in de samenleving, niet het minst van kerkelijke organisaties en groepen, is te horen dat door het huidige beleid veel mensen tussen wal en schip vallen en slachtoffers worden van onbegrijpelijke of te streng uitgevoerde regels. Het uitgangspunt voor rechtvaardig beleid moet niet liggen in het zichzelf beschermen tegen ‘stromen van migranten’, maar in het recht doen aan wie een beroep op ons doet. Het centraal stellen van de menswaardigheid van migranten, komt die van alle Nederlandse burgers ten goede.
Oorzaken van migratie Nederland heeft in Europees verband strenge maatregelen genomen om de instroom van migranten van buiten de Unie te verkleinen en de uitstroom te vergroten. Maar deze maatregelen blijven onvoldoende als niet onderkend wordt dat Nederland en andere Europese landen medeverantwoordelijk zijn voor de oorzaken van migratie, en dus ook voor het aanpakken daarvan. De Nederlandse Bisschoppenconferentie ondersteunt dan ook de oproep van de Conferentie van Europese kerken, die in juni 1997 opriepen de schuldenlast kwijt te schelden die veel ontwikkelingslanden wurgt. Omdat de allerarmsten in ontwikkelingslanden er het meest onder gebukt gaan, terwijl kleine groepen zich verrijken, slaan veel mensen op de vlucht voor oorlog, onderdrukking, geweld, honger en schrijnende armoe. Mensen van elders zullen naar onze streken toetrekken als Europese landen zich niet inzetten voor vrede, welvaart, mensenrechten, ontwikkelingshulp en welzijn. Zolang deze
verantwoordelijkheden onvoldoende genomen worden, mist het toelatingsbeleid hier haar menselijke grond.
Toelatingsbeleid De bisschoppen van Nederland zetten vraagtekens bij de rechtvaardigheid en menselijkheid van het huidige asielbeleid. De procedure die bedacht is om groepen vreemdelingen die ongegrond asiel vragen snel te kunnen beoordelen, kan tot onzorgvuldigheden leiden. Mensen die vaak getraumatiseerd zijn en fysiek en emotioneel uitgeput door hun vlucht, moeten direct hun zaak bepleiten, zonder dat zij enige kans hebben gekregen om op verhaal te komen. De overheid zet krachtig in op terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers. D.m.v. de ‘vertrekcentra’ waar actief wordt geprobeerd om door contacten met overheden in de landen van herkomst terugkeer te realiseren. Nu al zien we dat mensen die naar Ter Apel worden gestuurd daar nooit aankomen, maar onderweg verdwijnen. De Nederlandse bisschoppen conferentie wil er nadrukkelijk voor pleiten dat individuele asielzoekers nooit het slachtoffer worden van gebrekkige relaties tussen dit land en landen waar ze vandaan komen, waardoor een veilige terugkeer bemoeilijkt of onmogelijk gemaakt wordt. Daarnaast bepleiten wij dat mensen bij terugkeer enig toekomstperspectief hebben. De mensen die zonder verblijfsvergunning hier verblijven, omdat ze niet terug kunnen naar hun land van herkomst, en vooral vrouwen en kinderen onder hen, vormen een bijzonder kwetsbare groep. Het is vanzelfsprekend dat zij kunnen rekenen op essentiële bestaansmiddelen als levensonderhoud, huisvesting, scholing en gezondheidszorg. Het is een fundamenteel menselijk recht dat de leden van een gezin bij elkaar moeten kunnen zijn (Rechten van de Mens). De afspraken over afhandeling van asielverzoeken in Nederland gaan soms tegen dit recht in. De bisschoppen dringen er bij de verantwoordelijken op aan, om de pogingen voort te zetten het fundamentele recht op gezinsleven te waarborgen. Een deel van de uitgeprocedeerde asielzoekers zonder verblijfsvergunning wordt in vreemdelingenbewaring genomen. Feitelijk verkeren zij in gevangenschap, zonder dat zij van een misdaad verdacht worden of daarvoor zijn veroordeeld. De onzekerheid over de duur van hun verblijf maakt hun situatie nog uitzichtlozer. Velen leven in wanhoop en onzekerheid. Het dilemma hoe
Zandschrift Magazine - December 2005 - pagina 25
te komen tot een goed en rechtvaardig uitzettingsbeleid, is groot. Hoe het dilemma ook opgelost kan worden, aantasting van de menselijke waardigheid moet te allen tijde voorkomen worden
4. Doen Samen met vele andere organisaties zetten christenen zich in voor een nieuwe samenleving, waarin ook allochtonen een volwaardige plaats hebben. Christenen hebben hierin een bijzondere taak door op plaatselijk niveau grenzen te slechten, solidair te zijn met hun buren en buurtgenoten en daarvan te getuigen. Bovendien hebben de kerken een bijzondere taak in het opbouwen en versterken van contacten met leden van andere godsdiensten en hun gemeenschappen. De katholieke identiteit van de organisaties staat garant voor respect voor elkaar en elkaars eigenheid. De bisschoppenconferentie prijst zich gelukkig met de oecumenische inzet voor migranten en vluchtelingen en de contacten tussen geloofsgemeenschappen. De laatste jaren hebben plaatselijke kerken regelmatig uitgeprocedeerde asielzoekers opgevangen. Het is evident dat er regels moeten zijn, maar wanneer mensen daardoor in een onmenselijke situatie terecht komen,
hebben zij recht op hulp. Bijzondere aandacht verdient het contact met andersgelovigen, met name de moslims in Nederland. Als bisschoppen willen we hier onze waardering uitspreken voor de initiatieven die in kerkelijk verband worden genomen. De interreligieuze dialoog is meer dan ooit van belang voor geloofsgemeenschappen en voor de samenleving als geheel. In november 2004 richtten de bisschoppen een landelijke Contactraad voor Interreligieuze Dialoog (CID) op. Zij wil contacten onderhouden en samenwerken met gelovigen van niet-bijbelse religies in Nederland, met name de islam, het hindoeïsme en het boeddhisme. Er staat een nieuwe wereld in de steigers. Met aanwezigheid van mensen uit veel verschillende culturen. Men mag zich niet verschuilen in de zelfgenoegzaamheid van de eigen cultuur. Maar alle inspanningen zullen evenmin vruchtbaar zijn als er geen respect is voor de eigen culturen en overtuigingen, en zonder de bereidheid om elkaar aan te spreken op ieders verantwoordelijkheid. Dat is de andere weg: een route die iedereen moet plaveien, deel van het visioen van een wereld van gerechtigheid en vrede voor allen. n
GEDICHT Vreemdelingenbewaring door Jan Topper de vreemdelingenbewaring schreit ten hemel daar wordt geluisterd de vreemdelingenbewaring schreit ten hemel hier hoort niemand het alleen het woord al: vreemdelingenbewaring vol dubbelheden *veelkoppig monster camouflage van onze afstotingsdrift en onhumaan gedrag in het gezicht van de vreemdeling herkennen wij niet ons gelaat *wij niet meer onszelf ander en eigen worden tegenpolen, maar de facto eender vreemdeling sluit niet het anders zijn uit, maar wel onze verdeeldheid gastvrij is anders! God bewaar mij voor hen die het zo goed weten Sluit de bijbel maar Je leest toch niet wat er staat Eerst moet je arm zijn *klein ik sloeg mijn ogen op en zag het beloofde land, zo plat als wat ik sloeg mijn ogen op en zag het platteland, niet dat beloofde *arm aan belofte wie ben ik dat ik een plek waar jij wonen kan mag bieden aan jou? Verborgen bron die mij leven doet, zonder jou sterf ik af zonder jou is er geen weg meer, dan valt mijn leven uiteen in stof
Kunst in de kerkzaal
Een bijzonder Adventskleed
In december 2004 maakten gedetineerden uit Hoogeveen (gespreksgroep ds. Ilse van der Ree) een bijzonder Adventskleed. Ze schilderden met goudverf op canvas kostbare lijnen uit hun leven en vertelden elkaar daarover. Sommigen vertelden over een zus die tijdens hun detentie trouw was gebleven, anderen over hun vrouw, oma, kinderen, of hun passie voor muziek. Sommige lijnen werden schraal geschilderd, want achter tralies is het geluk vaak schraal… Andere lijnen waren onderbroken, meer stippellijnen. Want wie is er onafgebroken gelukkig ? Ik heb bewondering voor de enorme inzet waarmee dit kleed tot stand kwam. En genoten van alle verhalen die verteld werden. Een goede voorbereiding op Kerst, zo’n kleed ! Ds. Folly Hemrica
pagina 26 - Zandschrift Magazine - December 2005
Berichten uit het Buitenland No Estamos Solo!
5e IPCA-conferentie zonder Afrikanen door Jan Kraaijeveld - Onder
de titel No estamos solo! werd van 19-24 augustus j.l. de 5e wereldconferentie gehouden van de International Prison Chaplain Association (IPCA).
D
e conferentie werd gehouden in Cornwall, in Ontario, Canada. Er waren ruim 300 prison chaplains, ordained chaplains en voluntary workers uit meer dan 70 landen bijeen uit alle regio’s: Afrika, Azie, Europa, Latijns Amerika, Noord Amerika en Oceanië. Het doel van de IPCA is samengevat in 3 woorden afkomstig uit haar mission statement: uniting, encouraging, equipping. Aan deze thema’s werd hard gewerkt door middel van lezingen, workshops en dagelijkse vieringen aan het begin en eind van de dag. Aan het eind van de conferentie werd een declaration als officiële verklaring uitgegeven, gericht aan regeringen, kerken en gevangenispastores ‘all over the world’.
IPCA Wereldwijd V Deze eerste lustrumconferentie vond plaats in een conferentie- en trainingscentrum voor de Canadese correctional servicefunctionarissen en mensen die een opleiding krijgen in luchtverkeersleiding, het NAV-centre in Cornwall. Een enorm centrum met alle faciliteiten, t/m een zwembad toe, aan de oever van de Lawrenceriver. Vanuit de hotelkamer had ik een prachtig uitzicht over deze rivier, die de grens vormt met de Verenigde Staten. De Canadese regering had helaas aan meer dan 50 Afrikaanse
deelnemers een visum geweigerd, waardoor het aantal deelnemers rond de 320 lag. Wat de levensbeschouwelijke achtergrond van de aanwezige collega’s betreft: deze varieerden van grieks orthodox en rooms katholiek t/m lutheranen, baptisten en pinkstergemeente. Ook waren er enkele moslimcollega’s, o.a. uit ZuidAfrika. Naast een stiltecentrum voor allen, waren er voor alle godsdienstige stromingen ook aparte ruimten voor gebed en vieringen. Hieronder volgen een paar indrukken.
steeds terugkerend lied op het thema No estamos solos. Daarna gevolgd door een schitterende videopresentatie waarin alle landen plus de namen van afgevaardigde collega’s getoond werden. 73 landen van Tongo t/m Nieuw Zeeland en van China en Pakistan t/m Soedan en de
meer leidt tot vervolging en rechtzaken met doodstraf dan de moord op niet-blanken. Daarnaast vertelde zij van diverse voltrokken doodstraffen aan mensen die niet schuldig waren aan de tenlastelegging zoals o.a. het geval was bij de man die centraal staat in dead man
Helen Prejan hield een vlammend pleidooi tegen de doodstraf
Oekraïne passeerden de revue, terwijl de daarbij behorende collega’s zich presenteerden. Na de presentatie werd een lezing gehouden door Helen ‘Dead man walking…’ Preajan, de schrijfster van het Deze 5e wereldconferentie van boek dat later verfilmd werd de International Prison en over de hele wereld Chaplain Association startte vertoond: dead man walking. officieel op vrijdag 19/8 met Zij hield een vlammend een openingswoord door de pleidooi tegen de doodstraf en aftredende president van het onderbouwde dat door aan de IPCA-WW bestuur Pierre hand van verhalen te laten Allard, het Canadese volkslied zien hoe zeer het Amerikaanse -voor mij als nuchtere Hollan- gevangenissysteem een bedrijf der altijd weer een verrassing geworden is en het vooral de om een conferentie bij te zuidelijke staten met een wonen waar voor alles het racistische geschiedenis zijn, volkslied klinkt- en het zingen die de doodstraf uitvoeren van een op deze conferentie waarbij de moord op blanken
walking; Zijn broer was het die de moord op de tweeling gepleegd had; deze was t.t.v. de misdaad minderjarig en zit levenslang uit; zijn broer werd veroordeeld tot de elektrische stoel. Helen Preajan omschreef het belang van de waardigheid die ook ter dood veroordeelden verdienen als zij de laatste gang maken. Inmiddels al meer dan 20 jaar bezoekt zij ook de broer. Voor haar betekenden deze ontmoeting met zoveel pastores een enorme ondersteuning van haar eigen werk; het belang en de christelijke opdracht van het bezoeken van gedetineerden werd door
Zandschrift Magazine - December 2005 - pagina 27
haar op vele manieren benoemd zonder de slachtoffers onrecht te doen. Zij gebruikte als symbool daarvoor de beide armen van Jezus aan het kruis.
Non Violent Communication Een workshop in het kader van de equipping. Voor degenen die een dag eerder waren aangekomen was deze dag gestart met een workshop over de non violent
komen tot het formuleren in termen van behoeften en het op grond daarvan formuleren van een strategie waarin mogelijk sprake is van herstel van communicatie. Een model dat ook prima te gebruiken is bij restorative justice. In een groep van 50 mensen werd dit model besproken en geoefend in twee- of drietallen. NVC start methodisch met het beginnen te vertellen van ‘je
de strijd tussen christenen en moslims niet ophoudt. Kan een prisonchaplain, door in zijn groepsgesprekken of individuele contacten deze
Veel collega’s die hetzelfde werk doen, maar in totaal andere omstandigheden methode gebaseerd op het Niet Oordelen, te gebruiken, zo op zijn beurt de IPCA doelen uniting, encouraging en equipping vorm geven in de bajes waar hij werkt? Veel collega’s uit deze workshop maken tot nu toe gebruik van de e-mail training die zuster Judi Morin tweewekelijks rondstuurt.
Uitwerking Thema.
communication (NVC) geleid door Judy Morin. Het model van de non violent communication (ook wel new voice communication genoemd in de gevangenissen omdat gedetineerden zich te snel met het stempel ‘gewelddadig’ opgezadeld voelden als ze aan een dergelijke cursus gingen deelnemen) werd gepresenteerd en uitgewerkt op diverse
verhaal’ waarbij de luisteraar/ counseler alleen luistert (observation) en vervolgens vraagt naar het gevoel achter het verhaal (feeling), gevolgd door de vraag naar de behoefte die daaronder ligt (need) en een strategie voorstelt (request). In dit verband noemde in mijn groepje van twee Joseph, een collega uit Soedan, desgevraagd als zijn
van de meest smerige vrouwengevangenissen in Pretoria te zijn, waar bijvoorbeeld 41 vrouwen moeten slapen op 16 bedden in 5 eenpersoonscel-
Het thema ‘No Estamos Solos’ werd van zaterdag tot en met woensdag plenair uitgewerkt in 5 lezingen toegespitst op de kernwoorden: pain, prayer, service, joy en mission. Voor mij sprongen met name de referaten van Dr. Christina Landman, director research aan het Research Institute for Theology and Religion aan de University of South Africa en Independent Visitor of the Pretoria Female Correctional Centre en Tom O’Connor, Ph.
len en de daarbij behorende gang. Een toilet per cel etc. Zij gaf een weergave van haar onderzoek naar geloof, spiritualiteits- en sexualiteitsbeleving onder die omstandigheden. En wat dat aan kennis, kunde en skills vraagt van womanchaplains, die er nauwelijks zijn, terwijl er van uit de kerken veel te weinig aandacht is voor wat er binnen gebeurt, buiten het komen doen van kerkdiensten om. Tom O’Connor refereerde over ‘We were not alone in Our Joy: individual and Social Redemption.’ Hij gaf in vogelvlucht een korte weergave van wat er in de geschiedenis van de filosofie en theologie is gedacht en geschreven over straf en de rechtvaardiging daarvan in definities van Thomas van Aquino, Calvijn, Durkheim en the Quakers en de tegenstellingen daarin gebaseerd op hun theologi-
Over het belang van de waardigheid die ook ter dood veroordeelden verdienen manieren. Aan de wortel daarvan staat het Niet Oordelen. Via de stappen observation, feeling, need, request gaat het erom als hoorder te komen tot een vorm van empathie met degene naar wie je luistert en vervolgens te
basic-need het feit dat zijn land leidt onder het feit dat de christenheid in de wereld hen vergeet en dat dat zijn behoefte is: dat de christenen in Soedan gezien en gesteund zullen worden door hun medechristenen in de wereld. Opvallend voor mij, zo gepokt en gemazeld door de westerse individuele levenshouding, waar de eigen persoon nummer 1 is: dat zijn persoonlijke behoefte onderdeel is van die van een groot deel van zijn volk, het volk van Soedan waar
pagina 28 - Zandschrift Magazine - December 2005
D., Administrator of Religious Services for the Oregon Department of Corrections eruit. De eerste sprak over ‘We are not alone in Service: Serving the spiritual needs of women correctees’ in een wat bleek qua verblijfs- en levensomstandigheden een
sche antropologiën, gevolgd door de opvattingen van o.a. Anselmus over redemption en reconciliation. Verder gaf hij diverse onderzoekscijfers over de impact van de geestelijke verzorging op het leven van gedetineerden en presenteerde een andere wijze van
sociaal en financieel economisch omgaan met detentie aan de hand van een voorbeeld van een grote stad uit Oregon waar de Columbia River Prison staat. Uiteraard voert het in dit verband veel te ver daarover verder uit te weiden, maar geïnteresseerden kunnen de lezingen altijd bij mij opvragen.
meningsuiting. Er was het bezoek aan een Canadese gevangenis in Montreal, waar we een avond geestelijke verzorging meemaakten met gedetineerden; een onderdeel van een van de avonden geestelijke verzorging is altijd het verhaal van een dader of slachtoffer. Indrukwekkend om mee te maken hoe bij de geestelijke verzorging ook daar die ruimte is om te vertellen en niet gestopt te worden als het iets langer duurt of de emoties hen even de baas worden. Er waren de wandelgangen, de Er is iets bijzonders met die vele gesprekken. Er waren de verbinding tussen deze uren bijzondere verhalen over de en het daaraan ten grondslag interesse van gedetineerden liggende geloof in herstel van en PIWers in het bezig zijn met leven, ook al is het na 15 jaar. de bijbel en de verandering Omdat de liefde van God voor van klimaat daardoor in de mensen hoorbaar en zichtbaar bajes. Ik heb het zelf als wordt in woord en lied en het
Tenslotte: uniting and encouraging Een van de vragen die me eerder irriteren dan interesseren is: ‘Wat moeten wij met de IPCA?’. Na een aantal keren deelgenomen te hebben aan deze conferenties zou ik liever de vraag veranderen in: ‘wat kunnen we van de IPCA ontvangen en wat kan eventueel onze Nederlandse bijdrage zijn aan de verbetering van de geestelijke verzorging in inrichtingen van justitie all over the world, en met name in Europa?’ Het uitwisselen van kennis en ervaring en strategie met collega’s is ‘goud’. Bijvoorbeeld: migratie en opvang, c.q. detineren van asielzoekers en vluchtelingen is een wereld-
bijzonder motiverend ervaren voor mijn eigen werk om zoveel collega’s te ontmoeten die hetzelfde werk doen als wij, maar in totaal andere (culturele en sociale en politieke omstandigheden, collega’s uit Noord-Ierland en Indonesië, uit Canada en Trinidad, maar ook voluntary workers uit landen als Cuba en
Er waren natuurlijk ook de workshops over tal van thema’s. Er was veel gelegenheid tot worship en gebed. Er was velerlei materiaal te koop, gemaakt door gedetineerden en ten behoeve van gedetineerden. En er waren de verkiezingen: rev. Birgitta Weinberg (Zweden, Lutheraans) is de nieuwe president van IPCA-WW geworden. Met als vice-president de Amerikaanse Dr. Susan van Baalen (RK, Head Prison Chaplaincy in de USA). RK Dr. Tobias Muller- Munning uit Duitsland samen met Dr. Elena Stepanova de vertegenwoordigers van IPCA- Europe. Hittjo Hummelen is nu oudbestuurder van de IPCA. Zijn fundamentele werk voor de IPCA echter onuitwisbaar. Zijn fotogenieke kop was op diverse plekken te zien. Het blijven meedoen van Nederland met meerdere collegae zou een ‘must’ moeten zijn. Naast bijvoorbeeld het ‘potje hoofdpredikant’ zou een ‘potje IPCA’ veel soelaas kunnen bieden. De Duitse collegae hebben dat al, en het werkt. n
herstel van leven van Hem uitgaat. En opstandingshoop daar zichtbaar wordt. If you cannot find God in prison, you cannot find Him anywhere (Mandela).
Niet oordelen, maar luisteren, vragen naar het gevoel, de behoefte en een strategie probleem. Dat Nederland detentieboten heeft gecreëerd om een politiek beleid uit te voeren, waarbij de humaniteit regelmatig in het geding is, een verrassing voor collega’s uit bijv. Zuid Afrika en Canada.
Pakistan waar officiële geestelijke verzorging vanuit christelijke achtergrond natuurlijk volstrekt onmogelijk is. Dat houdt me bescheiden en relatief dankbaar voor onze vrijheid van godsdienst en
Zandschrift Magazine - December 2005 - pagina 29
Schilderwedstrijd ICCPPC groot succes De internationale teken- en schilderwedstrijd voor gevangenen is een groot succes geworden. Eind november waren bij het International Commission of Catholic Prison Pastoral Care (ICCPPC) tekeningen binnen uit meer dan 25 landen.
D
e ICCPPC had deze wedstrijd uitgeschreven onder het thema: “Ontdek het gezicht van het leven”.
Het eerste weekend van januari komt de jury bijeen in Oostenrijk. De jury bestaat uit de voorzitter van de gemeenteraad in Rome Guiseppe Mannino, Vivien Czell (VS), Ieder land dat lid is van de Silwa Sediak (Oostenrijk), ICCPPC was uitgenodigd deel Sylvia Wolff (Duitsland) en te nemen. Deelnemende Gabriel Vodnar (Roemenië). landen zijn o.a. Argentinië, Eind van die maand wordt de Oostenrijk, Australië, België, uitslag bekendgemaakt. De 1e Brazilië, Kameroen, Columbia, prijs is 1000 US dollar, de 2e Letland, Duitsland, Ghana, prijs 700 US dollar, de 3e prijs Hongarije, Italië, Japan, Kenia, 500 US dollars. Prijs 4 – 50: 150 Madagascar, Nederland, US dollar. Er zal een grote Nieuw Zeeland, Peru, Filippij- poster gemaakt worden nen, Roemenië, Zuid Afrika, bestaande uit een compilatie Spanje, Zweden, Oeganda, van de 50 winnende inzendinUrugay en de Verenigde Staten gen. Alle inzendingen blijven van America. eigendom van de ICCPPC.
Op mij heeft deze conferentie een grote indruk gemaakt. De uitstekende organisatie, de inhoudelijk, mede door de presentatiemogelijkheden via Powerpoint en enorme projectieschermen goed te volgen boeiende lezingen en de vele ontmoetingen en uitwisseling van visitekaartjes en werkervaringen waren zeer de moeite waard. Mede daarom vond ik het zeer spijtig de enige officiële afgevaardigde te zijn namens de Dienst Geestelijke Verzorging . Mijn verwachting daar, naast diverse buitenlandse RKcollega’s ook een Nederlandse RK-collega aan te treffen bleek helaas tevergeefs. Wel waren namens Epafras de collega’s Spoor en van der Zwan aanwezig.
Dancer Press, 2005; Lucy Leu, Nonviolent Communication, Companion Workbook, a practical guide for Individual, Group, or Classroom Study, Puddle Dancer Press, 2003. Er moet ook een Nederlandse vertaling van zijn, die heb ik echter nog niet kunnen achterhalen. n
Uw rode draad in grafische en digitale communicatie
Detentie en culturele diversiteit: wie heeft, krijgt meer... Detentie en culturele diversiteit. De effectuering van de rechtspositie door etnische minderheden in detentie. Marieke Post, Boom Juridische Uitgevers, Meppel, 2005, 357 pagina’s, ISBN 90-5454-520-8, € 49,=
Gaandeweg is in deze periode in de beleidsnota’s van Justitie ook te zien dat er meer nadruk wordt gelegd op het straffende karakter van de detentie en dat de gebruikte terminologie steeds bedrijfsmatiger wordt: investeren in gedetineerden gebeurt op basis van verwacht rendement: resocialisatie moet verdiend worden! En ook al is er meer interesse in de positie van allochtonen in onze samenleving, tot een specifiek beleid voor allochtone delinquenten heeft dat nog niet geleid. Deze ‘traagheid’ heeft volgens Post te maken met o.a. onwil, conservatisme en desinteresse.
sche argumenten om het als een grondrecht te kunnen kwalificeren, dat niet alleen een intakegesprek behelst, maar de gehele detentieperiode duurt. Zo roept en intakegesprek meteen de vraag op hoeveel tijd daarvoor is en of de verstrekte informatie door de ander inderdaad wordt of kan worden opgenomen. Dit informatierecht krijgt ook inhoud als in de bibliotheek de belangrijkste wetgeving aangaande detentie beschikbaar is. In deze zin is het dan ook zeer bedenkelijk als er alleen door gedetineerden verloren beklagzaken zijn te vinden. Het belang van een werkbare situatie voor het
De gebruikte terminologie van Justitie wordt steeds bedrijfsmatiger
Literatuur: Marshall B. Rosenberg, Non violent communication, a language of Life,2nd edition, Puddle
door Ryan van Eijk - Het onderzoek, waarvan dit boek het resultaat is, richt zich op de vraag in hoeverre etnische minderheden dezelfde mogelijkheden hebben als autochtone Nederlanders om tijdens detentie hun grondrechten uit te oefenen. Post heeft hierbij vooral aandacht
(advertentie)
Het antwoord is soms dichterbij dan je denkt
maatschappelijke inbedding. Vooral de anderstaligheid leidt tot tegemoetkoming door o.a. lectuurvoorziening en gespreksgroepen. Vervolgens is er in de jaren tachtig aanvankelijk een uitbreiding van aandacht voor de problemen van allochtone gedetineerden te zien, die echter al
Garanties voor godsdienstvrijheid nemen af studio
prepress
drukwerk
digitaal drukken
webdesign
Postbus 312, 2700 AH Zoetermeer T 079 59 34 111 E
[email protected] www.3is1.nl
pagina 30 - Zandschrift Magazine - December 2005
Recensies
voor mensen van Surinaamse, Antilliaanse, Turkse en Marokkaanse afkomst in de diverse detentieregimes (helaas met uitzondering van de vreemdelingenbewaring).
Investeren in gedetineerden gebeurt op basis van verwacht rendement Post opent haar studie met een weergave van het beleid ten aanzien van allochtone gedetineerden, dat een begin heeft in de jaren zeventig van de vorige eeuw, wanneer geconstateerd wordt dat de allochtone gedetineerde ‘anders’ is door taal en qua
spoedig wordt verdrongen door verzakelijking en bezuinigingen. We belanden dan in een fase waarin de overtuiging overheerst dat de praktische problemen rond de allochtonendetentie zijn opgelost. De jaren negentig laten echter weer beweging zien en wel rond de islamitische geestelijke verzorging en door de instroom van meer allochtoon personeel. Opvallend noemt Post het dat de uit die tijd stammende Penitentiaire Beginselenwet (PBW) weinig tot geen aandacht heeft voor de grote populatie allochtone gedetineerden.
Post spitst haar onderzoek vervolgens toe op vier voor allochtone delinquenten relevante terreinen: het recht op informatie, het recht op medische zorg, het recht op vrijheid van godsdienst en het resocialisatiebeginsel.
personeel en de rechten van gedetineerden spelen voortdurend op de achtergrond een grote rol. Het inschakelen van een tolk gebeurt echter relatief (te) weinig. Informatie kan veel ellende voorkomen. Net zoals de ergernis (en agressie) bij de gestrande NS-reiziger Het belang van informatie vooral wordt veroorzaakt door Onwetendheid over een recht een te kort aan goede informamaakt dat recht waardeloos tie, is zeker ook bij gedetineerDetentie wordt in de dageden veel ergernis en onrust lijkse praktijk gedeeltelijk weg te nemen met goede gekenmerkt door een gunsten- informatie. De gebeurtenissen systeem. Het personeel heeft tijdens en na de brand op de mogelijkheid die toe te Schiphol-Oost onderstrepen kennen of te onthouden. De dit nog eens ten zeerste. houding van de gedetineerde speelt hierbij natuurlijk een grote rol. Te denken valt hier aan overplaatsingsverzoeken, inrichtingsbaantjes en (extra) belmomenten. Dit gunstensysteem heeft echter voor gedetineerden nadelen, want juist informele codes zijn moeilijk te doorgronden voor allochtonen. Culturele finesses Recht op medische zorg spelen immers juist bij Beheersbaar houden in plaats communicatie een grote rol. van behandelen Onwetendheid over een recht Er wordt in detentie over maakt dat recht waardeloos. weinig zoveel geklaagd als Niet ten overvloede voorziet over de medische dienst. Post het informatierecht, in Bereikbaarheid, taalproblenavolging van o.a. de strafjumen, verwachtingsverschillen rist Kelk, daarom van juridiover doorverwijzen, medica-
Zandschrift Magazine - December 2005 - pagina 31
tietoeschrijving, ziektebeleving, het blijken allemaal redenen voor al of niet terechte onvrede bij gedetineerden. De tegenstrijdige belangen van arts en patiënt kunnen leiden tot vertrouwensverlies tegenover arts. De medische zorg moet kwalitatief vergelijkbaar zijn met wat in de maatschappij geldt. De vrije artskeuze geldt weliswaar ook voor gedetineerden (maar daar hangt dan wel een kostenplaatje aan dat gedetineerde zelf moet betalen). De positie van alternatieve genezers is niet helemaal duidelijk: tot nu toe geldt als formeel standpunt: alleen officiële artsen (Vreemdelingenbewaring lijkt daar een uitzondering op te zijn). Het medische beleid per inrichting kan overigens nog al verschillen (bijvoorbeeld t.a.v. methadon), omdat het valt onder de professionele vrijheid en verantwoordelijkheid van de arts. Post constateert verder dat steeds meer inrichtingen een basisarts en geen huisarts in dienst hebben, en kwalificeert dit als
kwaliteitsverlies. Wat betreft de geestelijke zorg blijkt er weinig tot geen tijd voor behandeling. Ook hier lijkt het leidende principe: beheersbaar houden. Uit dit hoofdstuk zorg komt een beeld te voorschijn van een dienst waar een grote
specifieke individuele voorzieningen leiden tot het ‘eng’ interpreteren van godsdienst. (…) Het klassieke grondrecht op vrijheid van godsdienst en levensovertuiging vraagt dan ook om een socialiserende interpretatie. De bescherming
Orde en rust leiden tot een detentie die weinig ‘inhoud’ biedt aan resocialisatie mate van conservatisme en zelfgenoegzaamheid schijnt te heersen als het gaat over de eigen werk- en kijkwijze.
Godsdienst en levensbeschouwing onder druk Post komt al snel met een relevante observatie: Met de teruggang van georganiseerde geloofsbelijders nemen ook de garanties voor het uitoefenen van godsdienstvrijheid af. Individualisering en pluralisme weerspiegelen zich ook in wetgeving: “Het verdwijnen van waardepatronen die men tot dusver (impliciet) in wetgeving terug kon vinden, met daarvoor in de plaats een soort keuzemodel met
tegen overheidsinvloed alleen is niet voldoende om de vrije uitoefening van het recht te kunnen garanderen.” (p.150) Het recht op vrijheid van godsdienst komt overigens wel beter en concreter ingevuld tot uitdrukking in de nationale wetgeving dan in de Europese gevangenisregels. Post wijdt vervolgens nog al wat pagina’s aan de gegroeide situatie rond de justitiële geestelijke verzorging. Dit hoofdstuk is het meest uitgebreide, omdat dit recht vele terreinen en aspecten van het detentieleven raakt en daarmee veel aanleiding geeft om te klagen. We hoeven hier maar te denken aan spijswet-
ten, reinheidswetten, religieuze feestdagen etc.. Er bestaat inmiddels dan ook een uitgebreide jurisprudentie op dit terrein, waarbij er ook diverse belanghebbenden zijn: gedetineerden, directies, maar ook de geestelijk verzorgers van de diverse denominaties. En al hoewel er veel is gebeurd de laatste decennia, ziet Post nog altijd een achterstand (m.n. betreffende zendende instanties en gekwalificeerd personeel) als het gaat om de nieuwe en niet mainstreamstromingen.
Het recht op resocialisatie Alleen wie heeft, krijgt Dit onderwerp lijkt op het eerste gezicht een vreemde eend in deze onderzoeksbijt, maar blijkt dat bij nadere beschouwing echter niet. De reden is dat resocialisatie een executiebeginsel in het Nederlandse strafrecht is: Detentie moet in het teken van resocialisatie staan of te wel resocialisatie is doel van en richtlijn tijdens de detentie. De ontwikkelingen in de laatste jaren lijken echter te
wijzen op resocialisatie ondanks straf. Detentie lijkt inmiddels namelijk eerder doel dan middel geworden in de handhaving van orde en rust. Het leidt in de praktijk tot een detentie die weinig “inhoud” biedt aan de resocialisatie van de gedetineerde. Post constateert dat de resocialisatie in feite in de uitvoering beperkt wordt tot de Nederlandse samenleving, terwijl de Hoge Raad reeds in 1987 deze beperking verworpen heeft in een arrest. Men hanteert volgens haar in het resocialisatietraject verschillende selectiecriteria: 1- objectieve t.w. a- strafduur en –restant b- uitzetting of uitlevering (dan komen in de praktijk bepaalde zaken zoals een overplaatsing niet in aanmerking, maar dit is tegen de regels zolang nog niet vaststaat dat wordt uitgezet etc.) c- aanvaardbaar verblijfsadres. Het in de praktijk eveneens voorkomende taalcriterium wordt ook niet door de wet gedekt, maar wel gehanteerd. 2- subjectieve criteria t.w. ageschiktheid en b- motiva-
streven om gedetineerden deze vaardigheden tijdens de detentie enigszins bij te brengen vroeger een doel was van de resocialisatieopdracht, is dat nu een conditie geworden om van resocialiserende mogelijkheden gebruik te kunnen maken. (…) De overweging dat het aanspreken van gedetineerden op hun verantwoordelijkheid (of het leren omgaan met deze verantwoordelijkheid) een belangrijke grondslag is voor een ethisch verantwoord en humaan penitentiair stelsel, heeft daar weinig mee te maken. Met deze keuze voor het zelfhulpmodel worden gedetineerden die niet beschikken over de vereiste ‘zelfredzaamheid’ namelijk zo goed als afgeschreven.” (p. 253/4) Om verder te vervolgen: “Structurele selectiviteit wordt blijkbaar niet meer als ernstig probleem ervaren. Nelissen schrijft hierover, dat een visie op het strafrecht is ontstaan waarbij een proces van selectiviteit min of meer als acceptabel en als functioneel wordt beschouwd. Het strafrecht neemt binnen deze visie de plaats in van een
Het inschakelen van een tolk gebeurt relatief weinig tie. In de Memorie van Toelichting schijnt overigens expliciet gesteld te zijn dat motivatie niet nodig is om in aanmerking te komen. In de praktijk blijkt dit echter een belangrijk criterium. In het hele traject is ook de rapportage door personeel een moeilijkheid, omdat de veronderstelde culturele achtergrond van de gedetineerde het kijken en begrijpen van het personeel sterk meebepaalt. De conclusie over het beleid betreffende de resocialisatie is zeer wrang te noemen: “Van gedetineerden wordt verwacht dat zij motivatie en initiatief tonen als zij hun situatie willen veranderen. Waar het
pagina 32 - Zandschrift Magazine - December 2005
‘neutrale, amorele en technische wetenschappelijke aangelegenheid waarbij humaan ethische waarden en rechtsbeginselen steeds meer worden geschuwd en een beveiligings- en managementideologie de boventoon voert.’ Deze instelling druist mijns inziens in tegen de verantwoordelijkheid die de overheid draagt ten opzichte van mensen die zij opsluit en waartoe ook behoort het motiveren van weinig zelfredzame gedetineerden.” (p. 269) Kortom, het huidige resocialisatiebeleid bevordert wat het juist zou moeten bestrijden: sociale uitsluiting.
Conclusie: motiveren doe je met gemotiveerde mensen
Ten aanzien van de verschillende rechten valt te concluderen dat er nog het nodige aan schort in de praktijk. Het meest bedroevend is het echter gesteld met het recht op resocialisatie: “Slechts als het gaat om (aspecten van) het (quasi)recht op resocialisatie is gebleken dat dit recht voor buitenlandse gedetineerden ofwel ontkend wordt ofwel feitelijk niets betekent.” (p. 277) De algemene conclusie van deze studie is daarom weinig verrassend: Allochto-
Ook het door Post gehanteerde toetsingsmodel is interessant: Is er onderscheid Zo ja, A. Toetsing van het doel van het bestaande onderscheid 1. Is het doel gericht op ongelijke behandeling? 2. Zijn de doelen belangrijk genoeg? B. Toetsing van het middel om het doel te bereiken (proportionaliteitstoets in bredere zin) 1. I s het middel passend (geschiktheid)?
Informele codes zijn moeilijker te doorgronden voor allochtone gedetineerden nen blijken meer moeite te hebben hun rechten te kunnen laten gelden. Er is binnen de diverse detentiewerkvelden nog steeds te weinig aandacht voor culturele en etnische afkomst, terwijl de toenemende regulering in de praktijk leidt tot minimalisering: je krijgt het minimalistische. Post ziet respect als het woord dat als leidraad zou moeten dienen. De bejegening is daarom uiteindelijk wezenlijk: mensen motiveren doe je met gemotiveerde mensen (waar eerder gehoord); daarom vreemdelingenbewaring buiten schot?
Waardering Deze studie is zeker (maar niet alleen) voor beginnende justitiepastores een aanrader om meer zicht te krijgen op ‘hoe het werkt’ op verschillende detentieterreinen. Ondanks het feit dat de conclusie niet verrassend is, is er wel interessante jurisprudentie te vinden en zijn er ook genoeg andere zaken te vinden die aanzetten tot nadenken. Zo stelde de beroepscommissie in 1999 al dat 10 minuten bellen naar familie in het buitenland niet voldoende is; 40 minuten achtte men wel voldoende. (19 juli 1999, A99/375) Opvallend is daarbij dan weer dat deze uitspraak niet gepubliceerd is.
2. Is het middel noodzakelijk (subsidiariteit)? 3. Staat het middel in redelijke verhouding tot het doel (proportionaliteit in engere zin)? Met enige aanpassingen is het namelijk ook zeer bruikbaar bij de beantwoording van andere vragen. Begrijpelijk, maar erg jammer blijft wel dat juist de vreemdelingenbewaring niet in het onderzoek is meegenomen. Immers, net uit die hoek komen regelmatig kritische berichten over de situatie van rechten van gedetineerden. Ten slotte een koopmansopmerking: de hoge prijs van het boek werkt misschien ontmoedigend, maar mag eigenlijk geen excuus zijn dit boek ongelezen te laten. n
Zandschrift Magazine - December 2005 - pagina 33
Incestdaderbehandeling: een rem voor recidive
resultaten ingedeeld in positief, twijfelachtig en negatief. Negen personen vertoonden duidelijke tekenen Voorwaardelijk behandeld van ernstige psychopathologie Evaluatie van het project incestdaderbehandeling als paranoia en depressie. Rotterdam. Voor dertien mannen was Victor Kouratovsky, 2004, Wolf Legal Publishers, Nijmegen, seksualiteit (zeer) problema288 pagina’s. ISBN 90-5850-097-7, € 28,= tisch, twaalf hebben werk en vier woonden nog in dezelfde gezinssamenstelling. Voor de door Walther Burgering – De speciaal gevolgde procemeesten is de gezinssamenIncest in de vorm van misdure, om zich ervan te stelling veranderd in het bruik van kinderen is een verzekeren dat er inderdaad samenwonen met een partner. onverminderd probleem voor behandeling plaatsvond, staat Van degenen die de behandede geestelijke gezondheidsbekend als het aanhoudingsling afmaakten hebben er acht zorg. Alleen al op die gronden of rechtermodel. In samenvan de dertig (27 %) nieuwe blijft de mogelijkheid van werking met het Nationaal vermeldingen in totaal 17 therapie van de daders van Instituut voor Sociaal Sexuolo- strafzaken. Bij vier betreft het belang. De uitkomsten van het gisch Onderzoek (NISSO) werd geweldsdelicten en bij een is onderzoek Incestdaderbehan- een gedetailleerd behandehet een seksueel delict. deling Rotterdam (IDBR) laten lingsmodel uitgewerkt. De Bij de behandeling is geen zien dat evaluatieonderzoek duur van de behandeling werd gebruik gemaakt van medicabij behandelingsprogramma’s gesteld op anderhalf jaar. tie, en het was ook niet gericht als deze is aan te bevelen. De Het initiatief werd begroet als op het verhelpen van een representatieve groep die bij een poging om de kloof tussen mogelijke psychopathologie. dit onderzoek onder de algemene geestelijke gezondDe behandeldoelen van de aandacht is gekomen, is heidszorg en justitie te IDBR-behandeling hadden als opvallend geneigd tot crimina- dichten. Een moeilijke en kern: erkenning, verantwoorliteit. Ook de psychopatholoproblematische groep verdelijkheid, schuldbesef en een gie van deze groep blijkt toont zowel crimineel gedrag strategie voor toekomstig belangrijk en over de langere als psychiatrische problemen. gedrag (terugvalpreventie). In termijn risicovol. Een hoofdHet hoofddoel van het project waren ook algemene doelen: conclusie is dat de problemawas het behandelen van legers een evenwichtig psychosociaal tiek van incest het verdient om van incest die met justitie in functioneren en een omgeveel ernstiger te worden aanraking zijn gekomen, als vingscontrole. Bij een groep genomen dan tot nu het geval alternatief voor detentie, ten van zeven die uitvalt kwam de is, zowel therapeutisch, sociaal einde recidive te voorkomen. behandeling niet echt van de als maatschappelijk en Hiermee werd beoogd het grond. Volgens de behandejustitieel. Therapie, maatsociaal functioneren voor alle laars hebben tussen de tien en schappelijke discussie en justi- betrokkenen (dader, slachtof- zeventien mensen de behantiële aanpak zijn daarbij moge- fer en overige gezinsleden) te deldoelen voldoende behaald. lijk meer gediend met een verbeteren. Een tweede doel Ongeveer eenderde van de focus op persoonlijke en was een bijdrage te leveren vragenlijsten ontbreekt. De lichamelijke integriteit en aan de methodiekontwikkeeindevaluatie ontbreekt bij respect voor de verschillen ling van incestdaderbehande- acht behandelingen. tussen de seksen en de genera- ling. Ongeveer achttien Ontkenning bleek een ties, dan op macht en het maanden na afsluiting van de hardnekkig probleem, verkleinen van het machtsver- behandeling vond een waardor verantwoordelijkheid schil. Het is de vraag of het herhalingsonderzoek plaats, en schuldbesef minder verkleinen van dit verschil ook bestaande uit een klinisch relevant werden. Gebrekkige het risico verkleint. vraaggesprek. Na veertien jaar taalvaardigheid en cognitieve werd onderzoek verricht naar mogelijkheden en beperkte of Het project Incestdaderbehan- recidive van de onderzoeksafwezige motivatie gaven deling Rotterdam (IDBR) vond personen . bijkomende problemen. Na de plaats in de periode septemfase schuld- en conflictbesef ber 1989 tot september 1991. Resultaten en het nemen van verantwoorIn deze tijd gaf de rechtbank Het klinisch vraaggesprek delijkheid is er van een aan incestplegers de kans om vond plaats met 29 van de 30 empathische opstelling in plaats van gevangenisstraf personen die de behandeling melding bij tien personen, voor behandeling te kiezen. afmaakten. Vanuit het maar vooral van wanhoop en Het aanbod van behandeling oogpunt van risicotaxatie en schaamte bij dertien. Het was in een verplichtend kader. terugvalpreventie werden de uiteindelijke doel van de
pagina 34 - Zandschrift Magazine - December 2005
individuele behandeling, een persoonlijke strategie voor terugvalpreventie, wordt bij dertien van de dertig als voldoende beoordeeld. De knelpunten bij het bereiken van de behandeldoelen zijn consistent met wat over daders en misbruik uit ander onderzoek naar voren is gekomen. Door een gebrekkige ontwikkeling, mishandeling en verwaarlozing zijn er zwakke punten in de persoonlijkheid die in verband staan met diverse vormen van psychopathologie. Ontwikkelingstaken als hechting, autonomie, vaardigheden, identiteit, productiviteit en intimiteit worden door de psychologie onderkend als belangrijk bij de therapie. Uit het onderzoek SONAR (Sex Offender Need Assessment Rating) blijkt dat zelfcontrole recidive met een seksueel delict het best voorspelt. Dat is uiteindelijk ook waar de IDBRbehandeling op was gericht. Zelfcontrole berust op lichamelijke ervaring, op relaties met anderen en op morele identiteit. Uiteindelijk was het een morele identiteit waarop iemand werd aangesproken. De keuzen, de wil en de mogelijkheden als medemens. De vraag wat er nodig is om als medemens te worden aangesproken, kan niet alleen worden beantwoord in een kliniek of bij therapie, maar is een aangelegenheid die de hele samenleving aangaat.
Weinig échte recidive Terugkijkend op de evaluatie van de behandeling is de conclusie dat de waarde daarvan beperkt is. De groep die behandeling kreeg is tamelijk klein. De therapie vond onder moeilijke omstandigheden plaats. De uiteindelijke bepaling van recidive geeft maar een beperkte kijk op het daadwerkelijk functioneren van de groep. Er kan niets gezegd worden over momenten van terugval die niet tot vervolging leidden. Echte recidive met een
seksueel delict is maar in één geval gevonden. De meer algemene recidive waarop conclusies steunen, is een van de indicatoren: gebrek aan zelfcontrole. De gegevens van de behandeling zijn wel van belang, al zijn ze explorerend. Ze ondersteunen de bevindingen van dit onderzoek op het gebied van daderkenmerken en misbruikkenmerken. Met name de psychopathologie is gedetailleerd in beeld gekomen. Het laatste Nederlandse onderzoek hierover dateert van 1963. Het onderkennen van de pathologische en parafiele aspecten van een seksueel misdrijf lijkt belangrijk voor de behandeling van daders. Vooral bij deze aspecten spelen cognitieve vertekeningen en ontkenning een rol. Voor de behandeling van slachtoffers is het ook van belang. Het misbruik speelt in het verborgene met een kind dat voor zijn realiteitstoetsing afhankelijk is van volwassenen. De onderzoeksgegevens laten een verwevenheid zien tussen langdurig seksueel misbruik van kinderen en psychopathologie, criminaliteit en een chronische kwetsbaarheid in psychosociaal functioneren. Dit heeft implicaties voor de therapie. De verschillende kenmerken die zijn gevonden, passen in het concept van structurele borderline pathologie. Bij terugvalpreventie is de waarheid van belang. Liegen,
manipuleren en allerlei vormen en gradaties van onwaarheid dus ook. Verschillende vormen van onwaarheid hebben een ‘normale’, maar ook een psychopathologische betekenis. Ze spelen zich af rondom een ‘borderline’. Liegen heeft als doel zich te beschermen en zelfrespect in stand te houden. Voor een redelijk stabiele en op de sociale werkelijkheid aangepaste zelfwaardering is zelfcontrole nodig. Een zelfcontrole die tot uitdrukking komt in het beheersen van lichamelijke ervaringen, in het onderhouden van belangrijke relaties met anderen en in een morele identiteit, met gedrag dat gebaseerd is op de ervaring ergens bij te horen en een rol te spelen. Dat zijn punten die een richting aangeven voor diagnostiek en therapie.
helpen om vertrouwen en verbondenheid met anderen uiteindelijk een rem te laten zijn voor recidive. Dat maakt een sociaal netwerk, arbeid, relationele steun en betrokkenheid vanuit een gemeenschap nogal essentieel. Naast en parallel aan een individueel therapeutische vraagt dat om een reclasseringsbenadering, die expliciet is gericht op het verbeteren en in balans houden van relationeel en sociaal-maatschappelijk functioneren en van waaruit actief contact wordt onderhouden met de directe, sociale omgeving. Zelfhulpgroepen analoog aan de AA zouden voor een beter netwerk kunnen zorgen. Een ander aanbevolen aspect voor de therapie is mondeling: programma en therapeut moeten respect, sensitiviteit en zorg tot uitdrukking brengen, ook en vooral ten opzichte van de dader. In e Therapie en reclassering loop van de behandeling moet Psychopathologie is een invalshoek gebleken die niet te er regelmatig een goede verwaarlozen is. De gevonden inventarisatie en evaluatie van samenhang tussen psychopa- risico plaatsvinden. Mogelijk los van de therapie en begeleithologie, criminaliteit en ding door onafhankelijke parafiel acting out (d.i. justitiële beoordelaars: om onberedeneerd uitageren van zorg en dwang niet met elkaar spanningen en frustraties), brengt borderline persoonlijk- te verwarren. heidspathologie naar voren als Aan de justitiële kant moet er een duidelijk en helder een mogelijk onderliggende vervolgingsbeleid zijn. Om de dimensie van de problemaproblematiek het hoofd te tiek. Een therapie die meer gericht is op integriteit van bieden is er een duidelijke en zichzelf en anderen, het vooral consequente en snelle verkrijgen van zelfrespect en tik op de vingers nodig. Een tik respect van anderen, kan die goed te voelen is en betekenis kan krijgen als boetedoening, loutering of symbolische zuivering. Omgekeerd is dat nodig om vergelding en wraak, bijvoorbeeld van de slachtoffers die gaan afreageren op hun kinderen, te kanaliseren. Er is in dit opzicht veel te zeggen om, zoals in Canada, gevangenisstraf op te leggen en van daaruit de kans te geven om een behandelingsprogramma te volgen. Daders zouden medeverantwoordelijk kunnen worden gemaakt voor straf en aanpak, door inzet te
laten zien en bijvoorbeeld zélf mensen zien te vinden die willen meewerken aan hun rehabilitatie. Tot slot is er ook een gemeenschappelijke en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Daarbij is een punt ter overdenking dat de huidige en grootscheepse vercommercialisering van ‘seks’ in al zijn vormen en het daarbij passende idee dat het een product is waarop we recht hebben, niet bevorderlijk zijn voor een heldere blik op wat goed is. Vragen over hoe we met elkaar moeten omgaan, wat de rol en de betekenis zijn van een (stief)vader, en hoe man, vrouw en kind zich tot elkaar zouden moeten verhouden, zijn vragen die te belangrijk zijn om alleen bij therapie te beantwoorden. Het aanbod van gespreksgroepen van geestelijke verzorgers kunnen hierin een goede en constructieve bijdrage leveren. Per slot van rekening ligt daar onze grote kracht als geestelijke verzorgers. n
Zandschrift Magazine - December 2005 - pagina 35