220629_GEO KBL 6_2 last woo 11-02-2008 12:00 Pagina 11
5
Lastige woorden
Blad 1
Zand en klei 1 Heide
Voedingsstoffen
Een lage plant met paarse bloemen.
Voedsel dat planten nodig hebben om te groeien.
Boomgaard
Greppel
Een stuk land met fruitbomen.
Een kleine droge sloot.
Grondsoort
Vruchtbaar
Waar de grond uit bestaat. Bijvoorbeeld zand of klei.
Zo noem je grond waar planten goed kunnen groeien.
Van veen tot weiland 2 Moeras
Veenweidegebied
Een nat natuurgebied.
Een nat gebied met weilanden en sloten.
Veen
Legakker
Resten van dode planten in een moeras.
Het land waarop men nat veen liet drogen.
Turf
Als je veen laat drogen, wordt het turf.
Geobas 6 © Wolters-Noordhoff
11
220629_GEO KBL 6_2 last woo 11-02-2008 12:00 Pagina 12
5
Lastige woorden
Blad 2
Heuvels in Limburg 3 Groeve
Mergel
Een plaats waar men stenen uit de bodem hakt.
Zachte steensoort die in de bodem van ZuidLimburg voorkomt.
Löss
Explosieven
Een grondsoort met kleinere korrels dan zand, maar groter dan klei.
Deze gebruik je om iets te laten ontploffen.
Een kust van krijt 4 Fossiel
Kalksteen
Een steen met een afdruk van een plant of een dier van miljoenen jaren geleden.
Een zachte steensoort.
Krijt
Kalk.
12
Geobas 6 © Wolters-Noordhoff
220629_GEO KBL 6_2 last woo 11-02-2008 12:00 Pagina 13
6
Lastige woorden
Blad 1
Cacaobonen 1 Arbeider
Product
Iemand die op een plantage of in een fabriek werkt.
Iets wat je maakt om te verkopen.
Consument
Reclame
Iemand die een product koopt.
Vertellen dat je iets moet kopen omdat het goed of mooi is.
Grondstof
Lopende band
Materiaal waar je iets van maakt. Van cacaobonen maak je chocolade.
Een soort roltrap, maar dan een die niet naar boven of naar beneden gaat.
Waar bouw je een fabriek? 2 Afzetgebied
Bereikbaar
Het gebied waar klanten van een fabriek wonen.
Als mensen ergens gemakkelijk kunnen komen.
Schors
Vervoeren
De buitenkant van een boom.
Producten naar winkels of bedrijven brengen.
Fabrikant
De eigenaar van een fabriek.
Geobas 6 © Wolters-Noordhoff
13
220629_GEO KBL 6_2 last woo 11-02-2008 12:00 Pagina 14
6
Lastige woorden
Blad 2
Goed voor het milieu? 3 Lozen
Steenkool
Vuil water ergens weg laten lopen.
Zwarte steen die als brandstof wordt gebuikt.
Rioolwaterzuivering
Plaats waar vuil water wordt schoongemaakt.
Mode over de grens 4 Made in China
Gemaakt in China.
Lagelonenlanden
Landen waar arbeiders veel minder verdienen dan in Nederland.
14
Geobas 6 © Wolters-Noordhoff
220629_GEO KBL 6_3 samenvat 11-02-2008 12:03 Pagina 25
5
Samenvatting
Zand en klei 1 In Nederland zijn veel verschillende landschappen, zoals weilanden, akkers, bos en heide. Dat komt doordat de bodem uit verschillende grondsoorten bestaat: zand, klei, veen en löss. Zand bestaat uit losse korrels. Zandgrond is niet vruchtbaar, het water zakt er gemakkelijk in weg. Bos en heide groeien goed op zandgrond. Klei heeft kleinere korrels dan zand. Klei is vruchtbaar, maar water zakt er niet gemakkelijk doorheen.
1
Van veen tot weiland 2 Een moeras bestaat uit plantenresten. We noemen dat veen. Als je veen laat drogen, wordt het turf. Turf is goede brandstof. Waar mensen veen weghaalden, ontstonden vaak plassen. Nu zijn het recreatiegebieden of natuurgebieden. In West-Nederland is het veen niet overal afgegraven. Veengrond is nat en zacht en geschikt voor veeteelt. In een veenlandschap zie je vooral weilanden met koeien. Sloten voeren overtollig water af.
2
Heuvels in Limburg 3 De bodem van Zuid-Limburg bestaat uit löss. Lösskorrels zijn kleiner dan zandkorrels, maar groter dan kleideeltjes. Lössgrond is vruchtbaar en houdt regenwater vast. Daardoor is het goede landbouwgrond. In Zuid-Limburg vind je akkers en boomgaarden boven op de heuvels. In de dalen en op de hellingen van het heuvellandschap vind je weilanden. Op de steilste hellingen vind je bos. In de bodem van de Limburgse heuvels zit mergel.
Geobas 6 © Wolters-Noordhoff
3
25
220629_GEO KBL 6_3 samenvat 11-02-2008 12:03 Pagina 26
6
Samenvatting
Cacaobonen 1 Cacaobonen groeien op plantages in warme landen. Ze zijn de grondstof voor chocolade. De bonen worden geplukt en gedroogd. Dan gaan ze per schip naar een fabriek in een ander land. Daar staan machines. Arbeiders gebruiken de machines om de cacaobonen te roosteren en om de schilletjes eraf te halen. Dan malen ze de bonen tot cacaomassa. Daarvan worden cacaopoeder en chocolade gemaakt. We noemen dat producten. De fabriek maakt reclame voor haar producten. Mensen die producten kopen en gebruiken, noem je consumenten.
1
Waar bouw je een fabriek? 2 Een fabriek wordt niet zomaar ergens gebouwd. Soms staat een fabriek dicht bij het afzetgebied. Dat is het gebied waar je klanten wonen. Of een fabriek staat in een gebied waar de grondstoffen vandaan komen. Dat scheelt weer in het vervoer. Veel fabrieken staan op plaatsen waar ze goed bereikbaar zijn. Zoals langs een snelweg, in een haven of aan een spoorlijn. Zo is het gemakkelijk om producten naar winkels of bedrijven te vervoeren.
2
Goed voor het milieu? 3 Vroeger herkende je fabrieken aan rokende schoorstenen. De rook kwam van brandende steenkool. De lucht werd erdoor vervuild. Dat was niet goed voor het milieu. Nu gebruiken bedrijven machines die minder vervuilen. Vroeger loosden fabrieken ook vuil water. Nu moeten ze ervoor zorgen dat het schoon wordt. Het afvalwater gaat naar een rioolwaterzuivering. Sommige bedrijven maken hun afvalwater zelf schoon. Het water kan dan soms opnieuw worden gebruikt. 26
3
Geobas 6 © Wolters-Noordhoff
220629_GEO KBL 6_4 oefening 11-02-2008 12:06 Pagina 35
5
Oefenen met de samenvatting
1 a Zet een streep onder de woorden die een grondsoort zijn.
Antwoorden
4 Zet een streep onder de goede woorden. 1 In Oost- / West- Nederland is het veen
klei – weilanden – akkers – löss – bos – heide – zand – veen
niet overal afgegraven. 2 Veengrond is droog / nat en hard / zacht.
b Kruis aan. Waar horen de nietonderstreepte woorden bij?
3 Het is geschikt voor akkerbouw / veeteelt. 4 In een veenlandschap zie je weilanden /
heuvels
X
akkers.
landschappen natuurgebieden
2 Wat hoort bij zand? En wat bij klei? Trek lijnen. losse korrels klei
kleinere korrels
5 Kruis steeds aan wat juist is. 1 Op plaatsen waar mensen veen weghaalden ontstonden:
X
niet vruchtbaar zand
woonwijken
heide
weilanden
veen Gedroogd veen heet turf
3
recreatiegebieden
X
sloten
rivieren
X
Löss heeft fijnere korrels dan zand, maar grotere korrels dan klei.
X
Löss vind je in Zuid-Limburg. Löss houdt regenwater niet goed vast.
resten 2 We noemen dat
X
6 Kruis aan wat waar is.
3 Maak de zinnen af. 1 Een moeras bestaat uit
heuvels
3 In een veenlandschap wordt overtollig regenwater afgevoerd door:
vruchtbaar bos
duinen
2 Waar vroeger veen werd weggehaald, vind je nu:
houdt water niet vast houdt water vast
plassen
X
Löss is heel vruchtbaar. Löss is geen goede landbouwgrond.
4 Dat is een goede
Geobas 6 © Wolters-Noordhoff
35
220629_GEO KBL 6_4 oefening 11-02-2008 12:06 Pagina 36
6
Oefenen met de samenvatting
1 Hoe verdient een fabrikant geld? Zet de zinnen in de goede volgorde.
3 4 2 1
bij de snelweg – in de haven –
Consumenten kopen zijn producten.
in het centrum – langs een spoorlijn –
Hij laat er producten van maken.
in een natuurgebied
Hij koopt grondstoffen.
plantage
brandstof
consument
werken in de fabriek
arbeiders
wat gemaakt wordt
product
koper
steenkool
warme landen
3 Kruis de zinnen aan die juist zijn. Het afzetgebied is het gebied waar de klanten wonen. Het afzetgebied is de plaats waar de grondstoffen vandaan komen.
36
4 a Waar zijn fabrieken goed bereikbaar? Zet er een streep onder.
Dan maakt hij er reclame voor.
2 Verbind de woorden die bij elkaar horen.
X
Antwoorden
X
Fabrieken staan soms dicht bij het afzetgebied.
X
Fabrieken staan soms in het gebied waar de grondstoffen vandaan komen.
b Voor fabrieken is dit belangrijk, omdat:
X
producten dan makkelijk kunnen worden vervoerd naar winkels en bedrijven. ze dan dicht bij het afzetgebied staan.
5 Zet een streep onder woorden die horen bij fabrieken van vroeger. afval opnieuw gebruiken – rokende schoorstenen – steenkool – rioolwaterzuivering – luchtvervuiling – afvalwater lozen – afvalwater schoonmaken – minder vervuilende machines
Geobas 6 © Wolters-Noordhoff
220629_GEO KBL 6_5 oef_antw 11-02-2008 12:09 Pagina 45
5
Oefenen met de samenvatting
1 a Zet een streep onder de woorden die een grondsoort zijn.
Antwoorden
4 Zet een streep onder de goede woorden. 1 In Oost- / West- Nederland is het veen
klei – weilanden – akkers – löss – bos – heide – zand – veen
niet overal afgegraven. 2 Veengrond is droog / nat en hard / zacht.
b Kruis aan. Waar horen de nietonderstreepte woorden bij?
3 Het is geschikt voor akkerbouw / veeteelt. 4 In een veenlandschap zie je weilanden /
heuvels
X
akkers.
landschappen natuurgebieden
2 Wat hoort bij zand? En wat bij klei? Trek lijnen. losse korrels klei
kleinere korrels
5 Kruis steeds aan wat juist is. 1 Op plaatsen waar mensen veen weghaalden ontstonden:
X
niet vruchtbaar zand
woonwijken
weilanden
4
planten-
veen Gedroogd veen heet turf Dat is een goede brandstof
Geobas 6 © Wolters-Noordhoff
X
sloten
rivieren
Löss heeft fijnere korrels dan zand, maar grotere korrels dan klei.
X
Löss vind je in Zuid-Limburg. Löss houdt regenwater niet goed vast.
resten 3
recreatiegebieden
X
3 Maak de zinnen af.
2 We noemen dat
X
6 Kruis aan wat waar is.
heide
1 Een moeras bestaat uit
heuvels
3 In een veenlandschap wordt overtollig regenwater afgevoerd door:
vruchtbaar bos
duinen
2 Waar vroeger veen werd weggehaald, vind je nu:
houdt water niet vast houdt water vast
plassen
X
Löss is heel vruchtbaar. Löss is geen goede landbouwgrond.
45
220629_GEO KBL 6_5 oef_antw 11-02-2008 12:09 Pagina 46
6
Oefenen met de samenvatting
1 Hoe verdient een fabrikant geld? Zet de zinnen in de goede volgorde.
3 4 2 1
bij de snelweg – in de haven –
Consumenten kopen zijn producten.
in het centrum – langs een spoorlijn –
Hij laat er producten van maken.
in een natuurgebied
Hij koopt grondstoffen.
plantage
brandstof
consument
werken in de fabriek
arbeiders
wat gemaakt wordt
product
koper
steenkool
warme landen
3 Kruis de zinnen aan die juist zijn. Het afzetgebied is het gebied waar de klanten wonen. Het afzetgebied is de plaats waar de grondstoffen vandaan komen.
46
4 a Waar zijn fabrieken goed bereikbaar? Zet er een streep onder.
Dan maakt hij er reclame voor.
2 Verbind de woorden die bij elkaar horen.
X
Antwoorden
X
Fabrieken staan soms dicht bij het afzetgebied.
X
Fabrieken staan soms in het gebied waar de grondstoffen vandaan komen.
b Voor fabrieken is dit belangrijk, omdat:
X
producten dan makkelijk kunnen worden vervoerd naar winkels en bedrijven. ze dan dicht bij het afzetgebied staan.
5 Zet een streep onder woorden die horen bij fabrieken van vroeger. afval opnieuw gebruiken – rokende schoorstenen – steenkool – rioolwaterzuivering – luchtvervuiling – afvalwater lozen – afvalwater schoonmaken – minder vervuilende machines
Geobas 6 © Wolters-Noordhoff