YOGA BIJ INCONTINENTIE Een vergelijking tussen fysiotherapie en yoga bij stressincontinentie
Angela Wurth Saswitha Opleiding voor Yoga en Wijsbegeerte april 2012
Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
Bij de illustratie: De Schreeuw is de naam van een schilderij van Edvard Munch uit 1893. De oorspronkelijke versie van de schreeuw uit 1893 hangt in het Nationaal kunstmuseum in Oslo. Het geldt als het aangrijpendste schilderij van Munch. Het drukt het geestelijke leed en de emotionele kwelling uit die de schilder tijdens bepaalde perioden in zijn leven heeft gevoeld.
³+HWNRPWHUDOOHPDDORSQHHUGDWRQVdenken over de wereld en de manier waarop we onszelf in samenhang met de wereld ervaren bepalend zijn voor wat wij feitelijk zien. In het westen zijn we druk met het uiteen rafelen van wat we zien, op zoek naar het individuele ding i.p.v. de samenhang van KHWJHKHHOWH]LHQ=RGDWZHVRPVEOLQG]LMQYRRUGHHVVHQWLsOHYHUELQGLQJHQYODNYyyURQV´ Uit: De Verbinding van Lynne McTaggart.
Angela Wurth Houten
[email protected] Tel. 06-57568937 April 2012 Saswitha Opleiding voor Yoga en Wijsbegeerte
Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
I N H O U DSO P G A V E INLEIDING ........................................................................................................................................................... 1 HOOFDSTUK 1. WAT IS INCONTINENTIE? ........................................................................................................... 2 HOOFDSTUK 2. BEKKENFYSIOTHERAPIE ............................................................................................................. 4 2.1. BEKKENFYSIOTHERAPIE ................................................................................................................................... 4 2.2. HOE ZIET DE BEHANDELING BIJ EEN BEKKENFYSIOTHERAPEUT ERUIT? ......................................................................... 5 2.3. DE ANATOMIE VAN HET BEKKEN ........................................................................................................................ 6 2.3.1. De opbouw van het benige bekken en de ligging van de verschillende spieren in het bekken ............. 6 2.3.2. De ligging van de organen in het bekken ........................................................................................... 8 HOOFDSTUK 3. YOGA, CHAKRAPSYCHOLOGIE EN STRESSINCONTINENTIE ........................................................ 9 3.1 YK'E ^E͛S .......................................................................................................................................... 9 3.2 CHAKRAPSYCHOLOGIE ................................................................................................................................... 10 3.2.1. Inleiding .......................................................................................................................................... 10 ϯ͘Ϯ͘ϮŚĂŬƌĂ͛Ɛ;ŶŝǀĞĂƵƐǀĂŶďĞǁƵƐƚnjŝũŶͿ .................................................................................................... 10 3.3 DE ZEVEN CHAKRA͛S EN STRESSINCONTINENTIE.................................................................................................... 11 3.3.1 Het mƻlĈdhĈra chakra (eerste chakra) ............................................................................................. 11 3.3.2 Het svĈdhishthĈna chakra (tweede chakra) ..................................................................................... 12 3.3.3 Het manipƻra chakra (derde chakra) ................................................................................................ 13 3.3.4 ,ĞƚĂŶĈŚĂƚĂĐŚĂŬƌĂ;ǀŝĞƌĚĞĐŚĂŬƌĂ) ................................................................................................. 13 3.3.5 ,ĞƚǀŝƑŚƵĚĚŚĂĐŚĂŬƌĂ;ǀŝũĨĚĞĐŚĂŬƌĂ) ............................................................................................... 14 3.3.6 ,ĞƚĂũŹĈĐŚĂŬƌĂ;njĞƐĚĞĐŚĂŬƌĂ) ........................................................................................................ 15 3.3.7 ,ĞƚƐĈŚĂƐƌĈƌĂĐŚĂŬƌĂ;njĞǀĞŶĚĞĐŚĂŬƌĂ) ........................................................................................... 15 4.1 FYSIOTHERAPEUTISCHE OEFENINGEN................................................................................................................. 16 Krachtoefening ......................................................................................................................................... 16 Hurkzit ...................................................................................................................................................... 16 Oefening met klank .................................................................................................................................. 16 4.2 YK' ^E͛S ............................................................................................................................................ 17 De tang ((PĈĚĂŚĂƐƚŶĈƐĂŶĂͿ ...................................................................................................................... 17 Wortelslot (Mƻla bandha) ........................................................................................................................ 18 De spreidzit (Upavishta-‐ŬŽŶĈƐĂŶĂͿ ........................................................................................................... 18 4.3 DE VERGELIJKING VAN DE EFFECTEN VAN FYSIOTHERAPEUTISCHE OEFENINGEN MET DE EFFECTEN VAN YOGA OP STRESSINCONTINENTIE ........................................................................................................................................ 19 HOOFDSTUK 5. CONCLUSIE .............................................................................................................................. 21 LITERATUURLIJST .............................................................................................................................................. 22
Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
INL E IDIN G Op mijn vijfendertigste, na mijn eerste zwangerschap, kreeg ik de eerste symptomen van incontinentie. Na mijn derde kind, op mijn negenendertigste was stressincontinentie een feit. Het voelde alsof mijn lichaam mij in de steek liet nadat ik drie prachtige kinderen had gekregen. Dit accepteren was voor mij erg moeilijk. Je wilt toch naast het fietsje kunnen rennen als je kind los leert fietsen! Ik heb talloze behandelingen van fysiotherapie gehad, maar zonder resultaat. Uiteindelijk heb ik in overleg met een uroloog gekozen voor een operatie. Ik herstelde snel na de operatie en ben met frisse moed gaan sporten. Dit ging een jaar goed. Na een jaar heb ik teleurgesteld het sporten opgegeven. De incontinentie was terug. Wat nu te doen als een operatie me al niet kon helpen? De behoefte aan beweging bleef. Rennen en springen waren bewegingen die ik maar beter niet kon uitvoeren. Welke bewegingsvorm bleef er dan over? Op een ochtend werd ik wakker en als vanuit het niets wist ik dat ik yoga moest gaan doen. Yoga zorgde er voor mij voor dat ik fysiek aan mijn behoefte van beweging kom en heeft bij mij mentaal en emotioneel de nodige processen in beweging gezet. De behoefte aan beweging en behoefte aan persoonlijke ontwikkeling kwamen voor mij samen in yoga. Yoga is voor mij nog steeds de weg naar een evenwichtig en gezond leven. Ik ben ervan overtuigd dat yoga mij heel veel heeft gebracht in het onder controle krijgen van de incontinentie. Dat ik dit resultaat mag meemaken in de relatief korte tijd, 6 jaar, dat ik nu aan yoga doe, vind ik bijzonder. Wat voor mij onbereikbaar leek heb ik bereikt. Mijn incontinentie is zo goed als verdwenen. Mijn gedachten zijn niet meer gevuld met zorgen hierover. Wat een vrijheid! Met het schrijven van deze scriptie over een voor mij heikel onderwerp, heb ik een grote stap gezet in de verwerking van ³mijn´ incontinentie. In deze scriptie onderzoek ik wat het verschil is tussen de effecten van de behandeling van bekkenfysiotherapie en de effecten van yoga op stressincontinentie. Dit doe ik aan de hand van eigen ervaringen, literatuur onderzoek en een interview met een bekkenfysiotherapeut. Nadat in hoofdstuk 1 diverse vormen van incontinentie aan bod komen, beperk ik me tot de meest voorkomende vorm en dat is stressincontinentie bij vrouwen. Via een interview met een bekkenfysiotherapeut geef ik in hoofdstuk 2 weer wat de huidige behandelmethode is bij stressincontinentie. In hoofdstuk 3 geef ik weer wat de functie van het bekken is volgens de yoga met behulp van de chakrafilosofie. Aan de hand van yoga ƗVDQD¶Ven fysiotherapeutische oefeningen zal ik in hoofdstuk 4 beschrijven wat de overeenkomsten en de verschillen zijn. Tot slot bespreek ik in de conclusie de verschillen tussen de effecten van de oefeningen van bekkenfysiotherapie en de effecten van de beoefening van yoga op incontinentie. De volgende literatuur heb ik gebruikt bij deze scriptie: Herstel zelf je spierkracht, Activeer je spierketens door kringspieroefeningen, van yoga docente Rita Beintema. Voor herstel van het lichaam worden oefeningen gegeven die gestoeld zijn op yoga. Dit boek heeft mij gesterkt in de waarneming van mijn lichaam. Tijdens de fysiotherapieoefeningen moesten spieren geïsoleerd gebruikt worden en ik kon dit niet! The female pelvis, Anatomy and Exercises van Blandine Calais-Germain. Dit boek heeft mijn kennis vergroot over hoe het vrouwelijke bekken in elkaar zit en hoe een en ander functioneert. PatañMDOL¶VVXWUD¶V=LHQGRRU\RJDYDQ-RJFKXP'LMNVWUDen Salvatore Cantore. Dit boek heeft voor mij duidelijk gemaakt welke weg bewandeld moet worden om tot éénzijn en vrijheid te komen. Bijzonder inspirerend. YogavidyƗ/ChakravidyƗ van Jos Plenckers. Deze syllabus is de leidraad geweest voor deze scriptie voor zowel de teksten oveUGH\RJDHQGHFKDNUD¶VDOVYRRUGHyoga ƗVDQD¶V. Daarnaast heb ik websites geraadpleegd van de KNGF, Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie en de Patiëntenvereniging van de Nederlandse vereniging van urologie.
1 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
Hoofdstuk 1. W A T IS I N C O N T I N E N T I E? Wat wordt onder incontinentie verstaan, hoeveel komt het voor, wat zijn de oorzaken en gevolgen? Incontinentie bestaat in 3 vormen: Stress- of inspanningsincontinentie dit is plotseling, ongewild urineverlies tijdens normale, dagelijkse activiteiten. Aandrang- of urge incontinentie dit is plotselinge, hevige aandrang om te plassen, gevolgd door urineverlies. Overloop- of overflowincontinentie dit treedt op bij een overvolle blaas met een sterk opgerekte blaaswand, waardoor urineverlies ontstaat. In Nederland komt bij vrouwen in de leeftijdsgroep van 45-49 bij meer dan 60% stressincontinentie voor. Bij een leeftijd van 50 of ouder treedt er minder stressincontinentie op, maar neemt het aantal gevallen van andere vormen van urine-incontinentie juist toe. Voor deze scriptie beperk ik mij tot de vorm stressincontinentie bij vrouwen omdat dit de meest voorkomende vorm van incontinentie is. De onderstaande grafiek geeft weer hoe vaak incontinentie voorkomt bij (Noorse) vrouwen van diverse leeftijden. Waarbij opgemerkt moet worden dat onderzoekgegevens van de Nederlandse situatie (2010) vergelijkbare cijfers geeft.1
Fysieke oorzaken van stressincontinentie Oorzaken van een niet functionerende sluitspier kunnen gevonden worden bij het afnemen van de ondersteunende kwaliteit van steunweefsel rond de urinebuis. Dit is hormoongerelateerd en kan voorkomen tijdens de zwangerschap na bevalling en in de menopauze. Tevens kan de ondersteunende kwaliteit van de bekkenbodem afnemen. De oorzaak hiervan kan gelegen zijn in een zwakte van de bekkenbodemspieren en banden, dit kan aangeboren zijn of veroorzaakt of verergerd worden door zwangerschap en bevallingen, zwaar tillen en chronisch hoesten. Daarnaast is het aantal bevallingen een mogelijke oorzaak evenals ouder worden, overgewicht en weinig lichaamsbeweging. Een van de fabeltjes over stressincontinentie is dat het alleen maar
1
Uit: KNGF: Richtlijn stressincontinentie 2011
2 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
voorkomt bij oudere vrouwen. In werkelijkheid kan het vrouwen en mannen van elke leeftijd treffen. Incontinentie komt wel vaker voor bij vrouwen dan bij mannen 2.
Psychologische oorzaken en psychologische gevolgen Naast fysieke oorzaken wordt ook onderkend dat er psychische oorzaken kunnen zijn bij het voorkomen van stress incontinentie. Bij hypertone of hypotone bekkenbodemspieren kan gedacht worden aan slechte vroegere ervaringen, bijvoorbeeld met de opvoeding, de zindelijkheidstraining of negatieve seksuele ervaringen. Wanneer psychologische oorzaken een belangrijke rol spelen valt gedragstherapie of psychotherapie te overwegen. Bij seksuele problematiek zal ook een seksuoloog bij het probleem betrokken moeten worden. 3 Incontinentie kan niet alleen erg hinderlijk zijn. Incontinentie heeft vooral invloed op de kwaliteit van leven. Sommige vrouwen vinden het zo hinderlijk dat zij hun bezigheden gaan aanpassen. Zij blijven vaker thuis en vermijden bepaalde activiteiten, zoals sporten en uitstapjes. Sommige vrouwen voelen zich eenzaam en ongelukkig. Schaamte en angst voor ontdekking spelen vaak een grote rol. De manier waarop incontinentie ervaren wordt is van belang bij de behandeling van de incontinentie. Bovengenoemde symptomen herken ik uit eigen ervaring. Verschillende benaderingen In haar boek ³Herstel zelf je spierkracht, Activeer je spierketens door kringspieroefeningen´ betoogt yogadocente Rita Beintema het volgende: ³Bij stressincontinentie werkt de kringspier die de urinebuis (de voorste kringspier) omsluit niet meer optimaal. Er zijn in het lichaam diverse kringspieren: de kringspieren rondom de ogen, de mond, de anus, de vagina en de urinebuis. In een goed functionerend lichaam kunnen alle kringspieren samenwerken en ontspannen. Zo is het mogelijk om verslapte spieren te activeren door andere kringspieren actief te gebruiken. Er zijn oefeningen die de relatie tussen kringspieren en spierketens activeren en de verloren UHIOH[HQKHUVWHOOHQ'LDIUDJPD¶VVSHOHQ hierbij een belangrijke rol. Er zijn volgens Beintema vier GLDIUDJPD¶VLQKHWOLFKDDP 1. Het diafragma van het verhemelte 2. Het diafragma van de onderkaak 3. Het middenrif 4. Het diafragma van de bekkenbodem 'LDIUDJPD¶VNXQQHQbij inademing in meer of mindere mate omlaag en bij uitademing omhoog bewegen. Door deze bewegingen versterken zij de uitwerking op spieren, spierketens en reflexen. Bij stressincontinentie is de samenwerking van de verschillende kringspierketens verzwakt. Het diafragma van de bekkenbodem is verzwakt en de reflexen met de andere kringspieren zijn verbroken. Deze reflexen kunnen weer hersteld worden, door de kringspierketens weer te herstellen door het doen van veel oefeningen. Deze oefeningen worden ondersteund door de ademhaling diep in de buik en door houding correcties.´4 Volgens de bekkenfysiotherapie vormt het bekken de schakel tussen rug en benen. Het bekken, de buik, de bekkenbodem en de onderrug zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daarnaast biedt het steun aan alle organen die zich in de buik bevinden. Voor een goed functionerend geheel spelen conditie, houding en manier van bewegen een grote rol. De spieren van de bekkenbodem kunnen verzwakt zijn. Dit leidt tot problemen met het ophouden van urine. De spieren van de bekkenbodem kunnen overactief of te strak gespannen zijn. Dit kan leiden tot problemen met het reguleren van de aandrang, tot problemen met uitplassen, maar ook tot pijn in het gebied van de bekkenbodem en problemen bij het vrijen. Soms doen de spieren van de bekkenbodem niet goed mee met de spieren waarmee ze in het dagelijks leven horen samen te werken of is het reactievermogen te traag. Om bewust te worden van bekkenbodem is de adem in de buik een hulpmiddel. Bij stressincontinentie is het de druk die vanuit de buikholte op de bekkenbodemspieren drukt, die urineverlies veroorzaakt. Zijn de bekkenbodemspieren niet stevig genoeg, of werken de spieren niet goed samen dan opent de sluitspier zich even. Dit geeft urineverlies. 5
2
Uit: Patiëntenvereniging van de Nederlandse vereniging van urologie, www.allesoverurologie.nl Uit: www.urine-incontinentie.nl 4 Uit: Beintema, Rita (1997): Herstel zelf je spierkracht, Activeer je spierketens door kringspieroefeningen, blz. 9t/m 11 5 Uit: www.fysiotherapieoudedorp.nl 3
3 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
Hoofdstuk 2. B E K K E N F YSI O T H E R A PI E 2.1. Bekkenfysiotherapie Fysiotherapie is een paramedische discipline die zich bezighoudt met de behandeling van klachten aan het steunen bewegingsapparaat van de mens. Na de algemene opleiding fysiotherapie heeft de bekkenfysiotherapeut een driejarige aanvullende opleiding gedaan. De bekkenfysiotherapeut helpt bij het leren herkennen en trainen van alle relevante spieren rondom het bekken en maakt daarbij soms gebruik van speciale apparatuur. De bekkenfysiotherapeut behandelt o.a. klachten van urineverlies. Daarnaast zijn er andere klachten die behandeld kunnen worden, van verzakkingen van blaas, baarmoeder of darmen tot bekkeninstabiliteit en pijn bij het vrijen. In de bekkenfysiotherapie wordt het lichaam gezien als een werktuig dat functiestoornissen kan vertonen. De bekkenfysiotherapeut heeft als doel dat de cliënt de belastbaarheid van de bekkenbodem vergroot door trainen van de bekkenbodemspieren; er moet niet alleen geoefend worden om sterkere bekkenbodemspieren te krijgen maar de verkregen sterkte moet ook in stand gehouden worden. Dit verlangt een verandering van leefstijl of gedrag. 6 De bekkenfysiotherapeut behandelt met bepaalde doelen voor ogen. Zo is het belangrijk dat de cliënt zich meer bewust wordt van het bekken en de bekkenbodemspieren. Daarnaast is het leren aanspannen en ontspannen van de bekkenbodemspieren van belang, zodat deze spieren in harmonie met andere spieren van het lichaam kunnen samenwerken. De bekkenfysiotherapeut heeft als doel dat de geleerde vaardigheden in het dagelijks leven van de cliënt toepasbaar zijn. Het is 15 jaar geleden dat ik intensief fysiotherapie kreeg om incontinentie te behandelen. De fysiotherapeutische oefeningen waren er, in mijn beleving, vooral op gericht de bekkenbodem te versterken. Oefeningen bestonden uit het aanspannen van de verschillende (kring)spieren in de bekkenbodem, alle tegelijk maar ook elk kringspier afzonderlijk. Twee maal per dag 20 minuten oefenen, eerst op de rug gelegen, dan zittend en vervolgens staand en lopend was in grote lijnen de toen beoefende therapie zoals ik het mij herinner. Voor het schrijven van deze scriptie heb ik de fysiotherapeute, die ik 15 jaar geleden heb bezocht voor behandeling, geïnterviewd. Met dit interview met Anne-Marie Sluiter, beschrijf ik de huidige behandelmethode van stressincontinentie. De behandeling van stressincontinentie is de afgelopen 15 jaar behoorlijk veranderd. De behandeling was er op gericht om vooral veel te oefenen, in het aanspannen van de bekkenbodemspieren, zodat op deze manier de bekkenbodem weer zijn functie zou kunnen gaan vervullen. Inmiddels is er bij Sluiter een andere zienswijze op de behandeling gekomen. De verandering, je meer bewustworden van het lichaam zoals ook yoga je meer bewust laat worden van je lichaam, ontdekte ik bij Sluiter. Daarom werkt zij ook met de adem. Haar visie is dat door de adem het lichaam weer bewust wordt ervaren en spanning beter wordt waargenomen. Daarnaast vindt Sluiter dat de ontspanning van lichaam en geest eveneens een belangrijk onderdeel van de behandeling van stressincontinentie is geworden. 6OXLWHU³Het is van grote waarde mensen te laten ervaren wat ontspanning LV´ In haar behandelingen draagt Sluiter diverse manieren aan om de cliënt bewust te maken van stress en spanning. Mindfulness en hartcoherentie zijn methoden die gebruikt worden om cliënten kennis te laten maken met hun stress en te laten ervaren wat ontspannen is. Wanneer de cliënt werkt aan vermindering van stress in het dagelijks leven is haar ervaring dat de bekkenbodem beter kan gaan functioneren. De verandering, waarbij in de behandeling de bekkenfysiotherapeut gebruik maakt van elementen die ook voor de beoefening van yoga kenmerkend zijn, heb ik niet nader onderzocht bij andere bekkenfysiotherapeuten.
6
uit: KNGF: Richtlijn stressincontinentie 2011
4 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
2.2. Hoe ziet de behandeling bij een bekkenfysiotherapeut eruit?7 Het eerste gesprek met de bekkenfysiotherapeut De bekkenfysiotherapeut inventariseert of de klachten een indicatie vormen voor de fysiotherapeutische aanpak. De eerste behandeling bekkenfysiotherapie bestaat uit een vraaggesprek om de problemen goed in kaart te kunnen brengen.
Volgende behandelingen Wanneer de bekkenfysiotherapeut alle onderzoeksgegevens heeft verzameld volgt een onderzoek en kan het behandelplan worden opgesteld samen met de cliënt. Soms is het zinvol om aanvullend onderzoek te doen om de functie van de bekkenbodemspieren te kunnen beoordelen. Een bekkenfysiotherapeut is speciaal opgeleid om aanvullend op het onderzoek van bekken, rug- en buikspieren een inwendig onderzoek te doen om de functie van de bekkenbodemspieren te beoordelen. Het behandelplan wordt afgestemd op specifieke klachten. Er wordt ook gekeken hoe de nieuw geleerde vaardigheden ingepast kunnen worden in het dagelijks leven. Ook het toiletgedrag krijgt veel aandacht. Tot de oefeningen uit het dagelijkse leven horen ook oefeningen om heftige aandrang te kunnen opvangen. Dit zijn vaardigheden die nodig zijn voor een normaal sociaal leven. Bewustwording door oefeningen voor de bekkenbodem Het goed voelen van het bekken en de bekkenbodem is voor veel mensen moeilijk. De bekkenbodem is een groep van spieren die zich in verschillende lagen bevinden in het bekken en waar we niet zomaar naar kunnen kijken. Om dit deel van het lichaam te kunnen oefenen moeten we eerst bewust zijn van wat we kunnen met ons bekken, wat en waar de bekkenbodem is en welke mogelijkheden de bekkenbodem heeft. De bekkenbodem voelen is voorwaarde om er mee te kunnen oefenen. Omdat het middenrif en de bekkenbodem nauw samenwerken wordt vaak gestart met ademoefeningen. Met deze oefeningen wordt het voelen in het bekken en de buik gestimuleerd. Maar uiteindelijk komt het erop aan in het dagelijkse leven op de juiste momenten de blaas te kunnen afsluiten en openen en de buikorganen goed te kunnen ondersteunen. Alle oefeningen zijn (tijdelijke) hulpmiddelen om in het dagelijks leven de spieren van de bekkenbodem weer op de juiste wijze te leren gebruiken. Blaastraining De blaas kan door verschillende oorzaken geprikkeld zijn en vaak het signaal geven dat er geplast moet worden. Als de blaas moet wennen aan het verzamelen van meer inhoud dan noemen we dat blaastraining. Bij een vochtinname van anderhalf tot twee liter per dag, is het in de regel normaal om per dag zes tot zeven maal te gaan plassen. Een normale blaasvulling ligt tussen de 300 en 500 cc. Myofeedback Myofeedback wordt gebruikt om meer bewust te worden van de activiteiten van de bekkenbodem. Myofeedbackapparatuur bestaat uit een sensor die geplaatst wordt in de vagina. Op een computerscherm verbonden met de sensor kan de spieraanspanning en spierontspanning gevolgd worden. De bekkenfysiotherapeut geeft opdrachten om te oefenen en de cliënt voert de opdracht uit en neemt de spieractiviteit waar op het scherm. De bedoeling van het oefenen met behulp van de myofeedback is dat de cliënt het gevoel dat hoort bij zowel aanspannen als ontspannen leert kennen. Correct toiletgedrag Hoe beter de blaas geleegd is, hoe langer het meestal duurt voordat weer naar het toilet moet worden gegaan. De blaas geeft een seintje (aandrang) als hij voor iets meer dan de helft gevuld is. Wanneer we steeds toegeven aan deze drang wordt de vullingmogelijkheid van de blaas steeds kleiner en moeten we steeds vaker naar het toilet. De toiletgang kan veel bijdragen aan het goed functioneren van de blaas en daardoor aan een goede gezondheid en gevoel van welbevinden.
7
uit: www.fysiotherapieoudedorp.nl
5 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
2.3. De anatomie van het bekken Door kennis te nemen van het bekken en de daar aanwezige spieren is het mogelijk hiervoor speciale oefeningen voor te schrijven. In de fysiotherapie wordt ervan uitgegaan dat stressincontinentie een functiestoornis (hypotonie en hypertonie) van de bekkenbodemspieren en een functiestoornis van de sluitspier (kringspier) van de urinebuis is. Oorzaken voor deze functiestoornissen worden niet genoemd. Door deze bekkenbodemspieren te oefenen, dit is zowel inspanning als ontspanning, is het mogelijk de stressincontinentie onder controle te krijgen. Bij een te zwakke bekkenbodem (hypotonie) ligt het accent naast het zich bewustworden van de bekkenbodemspieren, op het verbeteren van de kracht, uithoudingsvermogen en coördinatie van de bekkenbodemspieren. Bij een te gespannen bekkenbodem (hypertonie) ligt het accent juist op het ontspannen van de bekkenbodem.
2.3.1. De opbouw van het benige bekken en de ligging van de verschillende spieren in het bekken8 Het bekken bestaat uit een aantal beenderen: het darmbeen, het zitbeen en het schaambeen. Zie afbeelding 1. Door het gewricht tussen heiligbeen en darmbeen, het SI gewricht of sacro-iliacaal gewricht, is de heup met de wervelkolom verbonden. Onderaan het heiligbeen bevindt zich het staartbeen. Boven het heiligbeen bevinden zich de wervels van de wervelkolom, als eerste de vijf lumbale wervels (hier niet afgebeeld). Tussen de twee helften van het schaambeen is de symfyse gelegen. De symfyse is de kraakbeenverbinding tussen de twee schaambeenderen. Deze sluit de voorkant van de bekkenholte af. Het bekken is zo vormvast en solide. Afbeelding 1. Het bekken
De bekkenbodemspieren in het bekken die de organen ondersteunen en de openingen van urinebuis, vagina en anus, bestaan uit twee lagen spieren, spieren die oppervlakkig gelegen zijn en spieren die dieper gelegen zijn in het bekken. De oppervlakkige spieren zijn de kringspieren van urinebuis, vagina en anus. De dieper in het bekken gelegen bekkenbodemspieren ondersteunen de organen, blaas, baarmoeder en endeldarm. De bekkenbodemspieren bestaan uit spiervezels die dwarsgestreept zijn. Dwarsgestreepte spieren staan onder invloed van de wil en kunnen zowel aangespannen als ontspannen worden. Deze spieren kunnen vermoeid raken en hebben een herstelperiode nodig. De oppervlakkig gelegen spieren van de bekkenbodem worden getoond in afbeelding 2a. De oppervlakkige spieren bestaan uit spieren gelegen tussen: 1. Staartbeen en schaambeen, hier bevinden zich de sluitspieren van urinebuis, vagina en anus (bulbospongiosus spier) 2. De twee zitbeentjes (oppervlakkige transverse- of dwarse spier) 3. Het schaambeen en de zitbeentjes (ischiocavernose spier)
8
Uit: Calais-Germain, Blandine (2003): The female Pelvis, Anatomy en Excersises, pag. 13 e.v.
6 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
Het kruispunt tussen 1 en 2 wordt het perineum genoemd. Bij deze oppervlakkig gelegen spieren is er de dwarse spier die de zitbeentjes met het perineum verbindt. Het perineum is gelegen in het centrum van de spiergroepen en is een aanhechtpunt voor de omringende spieren. Tussen de zitbeentjes en het schaambeen ligt dieper in het bekken de dwarse spier. Deze spier ondersteunt de urinebuis en de vagina. Zie afbeelding 2b. De dieper gelegen spieren in het bekken vormen een schaal, waarin de organen liggen. De spierlaag is hol aan de bovenkant en bol aan de onderkant. Omdat deze spieren veel overeenkomst vertonen met het middenrif en ook actief betrokken zijn bij de adem worden ze ook wel het diafragma van de bekkenbodem genoemd. De dieper gelegen spiergroep van de bekkenbodem bestaat uit 3 spieren: 1. Spier tussen schaambeen en anus (puborectalis spier) 2. Spier tussen schaambeen en staartbeen (pubococcygeus spier) 3. Spier tussen zitbeentjes en staartbeen (iliococcygeus spier) Zie afbeelding 2c. Er is in deze spiergroep een opening voor urinebuis en vagina en een opening voor de anus. Boven deze spiergroep ligt nog een spier die de verbinding vormt tussen de doorns van de heup, heiligbeen en staartbeen (coccygeus spier).
Afbeelding 2a. Oppervlakkig gelegen spieren
Afbeelding 2b. Ligging van de diepe dwarse spier
7 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
Afbeelding 2c. Diafragma van de bekkenbodem
2.3.2. De ligging van de organen in het bekken9 Afbeelding 3.
De blaas, de baarmoeder (uterus) en de endeldarm zijn de organen die in de onderbuik liggen. Zie afbeelding 3. De organen worden op hun plaats gehouden door de onderlinge ligging van de organen. Zo rust de endeldarm tegen de dieper gelegen spier bij het staartbeen, de baarmoeder rust op de blaas en de blaas wordt ondersteund door de vagina. Daarnaast worden de organen ook ondersteund met behulp van banden, zo is de baarmoeder met banden verbonden aan het heiligbeen. De spieren van de bekkenbodem vormen een schaal die alle organen in de onderbuik ondersteunen. Een buikvlies ligt over de organen heen die deze organen daarmee op hun plek houdt. Zo vinden vagina en urinebuis ook ondersteuning door bindweefsel.
9
Uit: Calais-Germain, Blandine (2003): The female Pelvis, Anatomy en Excersises, pag. 13 e.v.
8 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
Hoofdstuk 3. Y O G A , C H A K R A PSY C H O L O G I E E N ST R ESSI N C O N T I N E N T I E 3.1 Yoga en ƗVDQD¶V Het woord yoga stamt af van het Sanskrit ZHUNZRRUG³\XM´GDWverbinden, samenvoegen betekent. Hatha yoga is de lichamelijke vorm van yoga. Ha betekent de zon en Tha betekent de maan, yoga is de verbinding (tussen zon en maan). Zon en maan staan voor de tegenstellingen in de mens. Voorbeelden zijn: het mannelijke tegenover het vrouwelijke, de inademing tegenover de uitademing, de linker hersenhelft tegenover de rechter hersenhelft. Met yoga is men in staat deze tegendelen in zichzelf bewust te worden, met elkaar te verbinden en in eenheid samen te laten vallen 10. Wanneer je geen gevoelens toelaat van tekortkoming, ergernis of frustratie dan oefen je in tevredenheid (Samtosha).11 Met yoga bereik je de hele mens, lichaam, adem en geest. Yoga heeft tot doel ordening te scheppen in lichaam en geest en deze tot rust te brengen. Zodat je je richt op de ervaring die dan niet meer verstoord wordt door wervelingen van het denken. Yoga heeft tot doel de mens weer met zichzelf te verbinden. De mens laten leven in harmonie met zichzelf en de wereld. Yoga bestaat uit lichamelijke en geestelijke oefeningen. Het beoefenen van yoga is een wijze van leven; het is een manier van omgaan met zichzelf. Al doende leert men de invloed van de yogaoefeningen op het lichaam; het lichaam wordt gezond en ervaart een evenwicht dat doorwerkt op de geest 12. Het doen van ƗVDQD¶VPHWKHWOLFKDDPKHWEHKHHUVHQYDQGHDGHPHQKHWEHZXVW]LMQRHIHQHQ]LMQRQGHUGHOHQYDQ yoga. ƖVDQD is Sanskrit. ƖVDQD komt van het werkwoord As dat betekent: aanwezig zijn, bestaan, doorgaan waar je mee bezig bent. Wordt er een bepaalde houding in de yoga aangenomen, dan is er rust in de houding, men is veilig in het eigen lichaam en men gaat door met de houding zoals die is aangenomen. Oefenen met grote toewijding en intensiteit zonder een prestatie te willen leveren en vooral zonder iets te willen bereiken wordt ³SUHVWDWLHORRV´RHIHQHQJHQRHPG13Men wordt zich bewust van de lichaamsdelen die bij een houding betrokken zijn, zo leert men het lichaam kennen, alle spieren, organen, ademruimtes enz. De houdingen moeten niet alleen met het lichaam aangenomen worden maar ook bewust begeleid en beleefd worden. De geest zal het lichaam leren kennen en uiteindelijk leren controleren. Het resultaat is een gezond functionerend lichaam. Bovendien moet er een evenwicht gevonden tussen de spanning tijdens de houding en de ontspanning daarna. Dit evenwicht wordt ervaren als eenheid tussen lichaam en geest. 14 De ƗVDQD¶V]LMQRSJHERXZGXLWeen aantal onderdelen: 15 1. Voorbereiding op de houding: er moet zo weinig mogelijk op prikkels van buitenaf gereageerd worden. De ogen sluiten of kijken naar een stilstaand of bewegend uiteinde of schemerig kijken (is kijken zonder focus) is hier voor een mogelijkheid. 2. Het aannemen van de houding: Alle bewegingen moeten vloeiend en zonder geforceerde inspanning worden uitgevoerd. 3. Het aanhouden van de houding: in de houding moet men enige tijd onbeweeglijk blijven met een constante aandacht op de adem. Deze moet vanzelf komen en gaan. 4. Waarnemen van de uitwerking: Na iedere ƗVDQD wordt een rusthouding aanbevolen, deze is ervoor om de uitwerking van de oefening te voelen en de invloed van de oefening op het lichaam te observeren. Patañjali verzamelde rond 200 v. Chr. de eeuwenoude en tot dan toe mondeling doorgegeven kennis over yoga. ,QGH\RJDVXWUD¶VYDQ3DWDxMDOLLVGHGHILQLWLHYDQ\RJDKHWVWLOOHJJHQYDQGHZHUYHOLQJHQYDQKHWGHQNHQ ³
10
Uit: 3OHQFNHUV-/
9 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
3.2 C hakrapsychologie Chakrapsychologie is het verwerven van kennis over het innerlijk leven en het gedrag van mensen beschouwd YDQXLWGHILORVRILHYDQGHFKDNUD¶V
3.2.1. Inleiding In de chakrafilosofie gaat men uit van een innige verbondenheid van lichaam en bewustzijn. In het woord chakrafilosofie vinden we het Sanskrit woord chakra. Chakra betekent wiel. In de mens zijn FKDNUD¶Vniveaus van bewustzijn) actief. Een chakra is een centrum van activiteit dat levensenergie ontvangt, afstemt en afgeeft. In de mens zijn zo zeven belangrijke FKDNUD¶VDFWLHIWe nemen informatie op uit de buitenwereld en verwerken die zodanig dat we ons bewust worden van de wereld om ons heen. Omgekeerd zijn we vanuit onze behoeften en verlangens in staat de natuur te vormen naar onze wens. Het doorzien van de bewegingen van het denken is mogelijk door kennis en inzicht in de werking van de FKDNUD¶VHet denken staat tussen geest en lichaam in. Zo is het mogelijk het denken te leren kennen, te beïnvloeden en te beheersen. Pas als het denken stil en helder is, is men in staat te zien waar het werkelijk om gaat. Dit is de essentie van yoga. 17 3.2.2 &KDNUD¶Vniveaus van bewustzijn) &KDNUD¶V]ijn energiewervelingen in de subtiele energiekanalen van de wervelkolom. Ze bevatten de universele energie en zijn verbonden met het zenuwstelsel in het lichaam. Ze stralen uit naar zowel de voorkant als de achterkant van de wervelkolom. Het eerste chakra bevindt zich ter hoogte van het staartbeen, het tweede chakra ter hoogte van het heiligbeen, het derde chakra ter hoogte van de lendenwervels het vierde chakra ter hoogte van de borstwervels en het vijfde chakra ter hoogte van de vijf nekwervels. Het zesde chakra bevindt zich ter hoogte van de atlas en de draaier en het zevende chakra bevindt zich rond de kruin ( de fontanel). De vorm, de kracht, de soepelheid van delen van de wervelkolom zijn een indicatie voor de conditie van een chakra. Door de wervelkolom stroomt de levensenergie (prƗna). Deze (universele) energie staat ieder levend wezen ter beschikking en is overal in en rondom ons aanwezig. &KDNUD¶VWUDQVIRUPHUHQGHXQLYHUVHOHHQHUJLHRPQDDU specifieke energie die een bijdrage levert aan het fysiek, emotioneel en spiritueel functioneren van de mens. 18 De eerste vijf chakra¶s zijn verbonden met vijf manifestaties van de materie; aarde, water, vuur, lucht en akasha. Het zesde en zevende chakra zijn verbonden met dat wat de materie overstijgt. Elk chakra heeft lichamelijke, emotionele en spirituele componenten. Ieder niveau van bewustzijn (chakra) is verbonden met een bepaald kennisof gevoelsorgaan (zintuig) en een specifiek werkorgaan. Kennisorganen zijn: neus, tong, ogen, huid en oren. Met kennisorganen wordt kennis tot zich genomen die tot inzicht kan leiden. Werk- of karmaorganen zijn: anus, geslachtsorganen, knieën en onderbenen, handen en Bron: www.sanatansociety.com stembanden. Met werkorganen wordt gehandeld en dat handelen heeft gevolg (karma). Er is een wisselwerking tussen werk- en kennisorganen. Uit het functioneren van de werkorganen kan men een en ander afleiden over het karma dat een mens in de loop der tijd heeft opgebouwd. Tevens kan men door te realiseren hoe een werkorgaan behoort te functioneren invloed uitoefenen op de fysieke, maar ook op de emotionele en spirituele gezondheid. Wanneer kennisorganen goed functioneren dan kan de intuïtie zich ontwikkelen. Er is sprake van een constante wisselwerking tussen chakra, kennisorgaan en werkorgaan. %HYLQGW]LFKHHQEORNNDGHLQHHQYDQGHFKDNUD¶VGDQKHHIWGLWFKDNUDPLQGHUHQHUJLHWRW]LMQ beschikking en krijgen de gerelateerde organen ook minder energie. Zo kan je zeggen dat wanneer er een niet goed functionerend orgaan aanwezig is in het lichaam dit komt door de beperkte energietoevoer van het gerelateerde chakra.
17
Uit: 3OHQFNHUV-/
18
10 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
Yoga ƗVDQD¶V]LMQELMXLWVWHNJHVFKLNWRP]LFKEHZXVWWHZRUGHQYDQHHQ]ZDNWHRIMXLVWNUDFKWYDQHHQFKDNUD ƖVDQD¶VHn adembeheersing (prƗnƗyƗma) en meditatie kunnen gebruikt worden om een bepaald chakra te stimuleren, te versterken of te openen 19 . 3.3 De zeven FKDNUD¶V en stressincontinentie In deze paragraaf wordt stressincontinentie in relatie gebracht met de chakrapsychologie. Wat kan de chakrapsychologie ons leren over de bewustzijnstoestand van de zeven FKDNUD¶Vals er sprake is van incontinentie. Per chakra zijn persoonlijke ervaringen in aparte tekstvlakken weergegeven.
3.3.1 Het mnj lƗdhƗra chakra (eerste chakra) Gelegen ter hoogte van de staartwervels en het heiligbeen. Dit is het bewustzijn van overleven, voedsel en veiligheid. Gerelateerd aan het element aarde. Gezondheid en fysieke kracht zijn uitingen van een gezond eerste chakra. Wanneer dit bewustzijn zwak is kunnen mensen een gebrekkig reukvermogen en een slechte stoelgang hebben. Vanuit dit chakra weet je wat de juiste voeding en de beste plek is om te overleven. Emotioneel gezien geeft het eerste chakra het bewustzijn van je veilig voelen, het hebben van zelfvertrouwen en het hebben van vertrouwen in de wereld om je heen. 20 Het mnjlƗdhƗra chakra ligt onderaan de wervelkolom. Het bekken is gelegen aan de basis van de wervelkolom, het heiligbeen vormt de verbinding met de wervelkolom. Het bekken is de meest solide vorm in het lichaam met de zwaarste botten. Het is een schaal waarin de organen gelegen zijn. Het bekken Bron: www.sanatansociety.com geeft stabiliteit en zorgt voor evenwicht. Het bekken is moeilijk vervormbaar. Door deze stabiele en moeilijk te veranderen vorm is het niet gemakkelijk in de emoties van het bekken door te dringen en veranderingen in die emoties te bewerkstelligen. Dat uit zich bijvoorbeeld erin dat mensen snel in oude patronen terugvallen. Kijken we naar de fysieke uiting van stressincontinentie dan kan het zijn, zoals we in hoofdstuk 2 hebben gezien, dat stressincontinentie een gebrek aan spanning (hypotonie) of juist een te grote spanning (hypertonie) van de bekkenbodemspieren kan betekenen. Bij een hypotonie is het bewustzijn eruit weggetrokken, bij hypertonie is het bewustzijn gevangen of vastgezet. Deze onevenwichtigheid komt tot uitdrukking in het eerste chakra. Emoties als vertrouwen, zelfvertrouwen en veilig voelen of juist een tekort aan vertrouwen, zelfvertrouwen en veilig voelen kunnen een gespannen bekkenbodem weerspiegelen en dus een minder goed functionerend eerste chakra. Wanneer er sprake is van stressincontinentie is er weinig vertrouwen meer in het eigen lichaam. Een eigenschap van het denken in eerste chakra is vasthouden. Zaken die in het verleden zijn voorgevallen worden bij een niet goed functionerend eerste chakra als het ware constant herkauwd. Sterke benen en een ontspannen bekken zijn belangrijk voor een gezond eerste chakra. Ook werken aan het loslaten van het verleden kan nodig zijn. Vooroverbuigingen, zoals µde tang¶ bevorderen de bewustwording van het eerste chakra. De adem wordt tot diep in het bekken gebracht, waardoor men zich bepaalde gevoelens van onveiligheid gewaar kan worden en kan loslaten.
Gedachten kunnen je gevangen houden. Waarom kon ik het woord kanker niet meer horen? Iedere keer dat zelfde woord, iedereen die er maar aan overlijdt. De emoties rondom deze ziekte werden me teveel. Waarom heb ik daar nu last en voorheen niet? Dit heeft geleid tot een intensief rouwverwerkingsproces over de dood van mijn moeder toen ik 17 jaar was. Nu besef ik dat ik een overlevingsstrategie heb gekozen. Deze strategie bestond uit het weglachen van emoties en alles zo rationeel mogelijk benaderen. Mijn gevoel heb ik weggestopt. 6WUHVVLQFRQWLQHQWLHNDQRRNEHVFKRXZGZRUGHQDOV³RYHUVWURPHQGH´HPRWLHV+HWURXZYHUZHUNLQJVSURFHVKHHIW ertoe bij gedragen dat ik in ging zien dat ik meer vanuit mijn hart mag leven, mijn emoties mag tonen. Ik mag vertrouwen op mijn gevoel en mijn emoties horen daarbij.
19
Uit: Plenckers, J.L. ( 2002):
11 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
3.3.2 Het svƗdhishthƗna chakra (tweede chakra) Gelegen ter hoogte van het heiligbeen en de overgang naar de lendenwervels. Gerelateerd aan het element water. Water is beweeglijk en vindt indirect zijn weg en kan een verwoestende kracht hebben. Het heiligbeen met de overgang naar de lendenwervels is beweeglijker dan de rest van het bekken. Hier zetelt het bewustzijn van genot, angst en fantasie. Bijvoorbeeld de bewustwording van eigen angsten en de beteugeling hiervan. Het ontspannen kunnen genieten, de instandhouding van de soort, seksualiteit is daartoe het middel, relaties aangaan, de verbondenheid van het ik en de ander en creatieve vaardigheden, zoals het huis mooi inrichten, zijn kwaliteiten van het tweede chakra. Dit chakra wordt geassocieerd met goed functionerende voortplantingsorganen. Bij het tweede chakra hoort een indirecte manier van handelen en een sterk gevoel van eigenwaarde. Je gaat niet recht op je doel af maar vindt met omwegen de weg. 21 Bron: www.sanatansociety.com Het VYƗGKLVKWKƗQD chakra ligt boven het eerste chakra. Het waterelement kenmerkt zich door beweging. Water is moeilijk te beteugelen. De blaas ligt ter hoogte van dit chakra. Het verzamelt de urine en brengt deze naar buiten. Hypotone of hypertone bekkenbodemspieren werken averechts op de beweeglijkheid van de bekkenbodemspieren. De bekkenbodemspieren moeten de kracht en de soepelheid hebben om de urine op het juiste moment naar buiten te laten komen. Er moet balans zijn tussen spanning en ontspanning van de bekkenbodemspieren. Op emotioneel niveau leert het tweede chakra dat we hebben af te rekenen met angsten. Het voelen van angsten staat het krachtig en vrij en soepel bewegen van het bekken (de bekkenbodemspieren) in de weg. Genot en angst zijn elkaars tegengestelde. De fantasie verbindt deze. Onderzoek naar welke angsten ten grondslag liggen aan de stressincontinentie kan veel inzicht verschaffen in de beheersing van de stressincontinentie. Het niet meer kunnen genieten, en het continu met de behoeften van anderen bezig zijn staat het kunnen waarnemen van de eigen gevoelens en behoeften in de weg. Het ontwikkelen van het ademgevoel in het bekken is belangrijk voor de bewustwording van het tweede chakra. Dansende, vloeiende bewegingen, spreidstand en spreidzit bevorderen de bewustwording.
Een druk huishouden, me volledig in beslag genomen voelen door de kinderen waren feiten. Ik kon niet meer genieten van een uitje met de kinderen. Ik had sterk het gevoel dat alles moest. Ik wist niet meer waar ik wel van kon genieten. Ik had behoefte aan rust, stilte en alleen zijn. In deze periode heb ik ingezien dat de seksuele relatie met mezelf was verstoord. Waarschijnlijk gelegen in niet geheel oprecht uitgevoerd medisch handelen toen ik kind was. Door deze kwestie onder ogen te komen heb ik ook hierm ee een bijdrage geleverd aan niet alleen het helen van de stressincontinentie maar ook aan mijn vrouwelijkheid. Ik keerde meer en meer terug in mijn lichaam, en ik liet het voelen toe.
21
Uit: 3OHQFNHUV-/
12 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
3.3.3 Het manipnjra chakra (derde chakra) Gelegen ter hoogte van de lendenwervels. Is het bewustzijn van een individu te zijn met de mogelijkheid de eigen toekomst te bepalen en situaties te beoordelen, te analyseren en tot logische oplossingen te komen. Gerelateerd aan het element vuur. Het vuur symboliseert de mens die zich onderscheidt van anderen. Het bewustzijn staat voor logica, analyse en structuur. Het ego zoekt allereerst bevrediging van de eigen verlangens. En vindt het niet belangrijk wat anderen ervan vinden. Dit chakra wordt geassocieerd met de spijsvertering. 22 Communicatie die we hebben met de medemens en die berust op luisteren naar wat gezegd wordt en daarop reageren is een derde-chakra-kwaliteit. Grenzen weten te stellen en te bewaken is ook een derde-chakra-kwaliteit. In het derde chakra creëren we karma. Wat in het eerste chakra geblokkeerd is wordt overgenomen door het derde chakra, dit chakra komt in actie en lost op. In het PDQLSnjUD chakra is het denken erop gericht om met de wil de eigen Bron: www.sanatansociety.com verlangens te bevredigen. Kunnen de eigen verlangens niet gerealiseerd worden dan is dit een gevolg van een onvoldoende functioneren van het derde chakra, zoals bij stressincontinentie het geval is. Er is immers een verlangen naar continentie. De gebreken uit het eerste chakra kunnen in dit chakra opgelost worden door in actie te komen. Is er bijvoorbeeld geen zelfvertrouwen meer dan zal vanuit dit chakra zelfvertrouwen toenemen door dingen te ondernemen en trots te zijn op de prestaties. Oefeningen voor het middenrif en de ruimte voor de onderste ribben bevorderen de ontwikkeling van dit chakra. De Yoga MXGUƗVHULHLVKLHUHHQvoorbeeld van.
Ik doe yoga, ik doe iets voor mezelf omdat ik dat fijn vind om te doen! Het verlangen naar continentie is voor mij een zoektocht geweest. Zeker toen duidelijk werd dat zelfs een operatie mij geen uitkomst bood. Ik dacht weer op mezelf te kunnen vertrouwen maar dat vertrouwen werd geschonden. Mijn besluit dat yoga mijn weg is en de yoga zelf heeft me weer zelfvertrouwen gegeven. Niet het eindeloos fysiotherapeutisch oefenen van de spiergroepen die niet goed functioneerden, maar yoga, zonder verwachtingen, het hele fysieke lichaam aan het werk zetten, zodat ik weer in mijn lichaam kon terugkeren, kon voelen en mezelf kon zijn. 3.3.4 Het anƗhata chakra (vierde chakra) Gelegen ter hoogte van de borstwervels. Dit is het bewustzijn van het verbonden zijn met al het levende, het onvoorwaardelijk liefhebben. Dit chakra is gerelateerd aan het element lucht. De lucht die ieder levend wezen inademt en alles en iedereen verbindt. De bevrediging van de eigen behoeften en verlangens worden in balans gehouden door zich te richten op de ander (niet ik). Een vierde-chakra-kwaliteit is bijvoorbeeld de opofferende liefde van de moeder voor het kind. Het bewustzijn staat voor liefde, geduld en discipline 23. Dit chakra regelt de werking van het hart, de longen en de ademhaling. Met de adem kan men toegang krijgen tot bewustzijnsgebieden, die niet direct toegankelijk zijn voor het gewone denken. Alle ademoefeningen zijn heilzaam vooral de PrƗna MudrƗ. Het vermogen te accepteren zowel zichzelf als anderen is een vierde-chakra-kwaliteit. Het vierde chakra spiegelt het derde chakra. Bron: www.sanatansociety.com Is er weer zelfvertrouwen en houdt men van zichzelf, dan reageert het vierde chakra hierop door onvoorwaardelijke liefde te kunnen geven. Ontvangen en geven van liefde wordt moeilijk als het vierde chakra geblokkeerd is.
22 22
Uit: PlenckerV-/
13 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
Mezelf accepteren met incontinentie is een heel proces geweest. Ondanks de incontinentie kreeg ik meer zelfvertrouwen en kon ik weer van mezelf houden. Ik kon mijn lichaam voelen en accepteren. Naast yoga heeft ook Reiki hier veel voor mij in betekend. Het was voor mij een manier om met mijn gevoelens in contact te komen en ook een manier om aan andere onvoorwaardelijke liefde te kunnen schenken en te ontvangen. Yoga oefeningen zoals het halve wiel deed ik toen graag. De adem heeft een grote bijdrage geleverd aan het onder controle krijgen van de incontinentie. Dit ging voor mij gepaard met een bekken dat meer kan ontspannen.
3.3.5 Het viĞhuddha chakra (vijfde chakra) Gelegen ter hoogte van de eerste vijf nekwervels. Is verbonden met het element akasha (ruimte). Staat voor het bewustzijn van leegte, stilte en klank. Hier manifesteert zich het verlangen naar stilte, eenzaamheid en onthechting van al het wereldse. Het kunnen loslaten van elke binding, van genot en van angst. Deze moeten doorzien worden en er moet geoefend worden in onthechten. Loslaten wordt makkelijker als er een intense verbondenheid is ervaren, of als er intens genoten is. Is er in het vijfde chakra een blokkade, dan kun je je afvragen wat in het tweede chakra nog niet vervuld is. De leegte van het vijfde chakra is de basis voor het openen van het zesde chakra. Zuiver spreken, alleen dat zeggen waar het om gaat. De stembanden zijn het werkorgaan 24. Wanneer de angst de mens bij de keel grijpt, is het een teken dat het vijfde chakra zich sluit. Bron: www.sanatansociety.com Een onevenwichtigheid in het tweede chakra wordt gespiegeld door het vijfde chakra. Is er in het tweede chakra door stressincontinentie nog een onbalans dan geeft dat een verstoring van het vijfde chakra. Dat kan tot uitdrukking komen door bijvoorbeeld het wegvallen van de stem. Door onthechting verdwijnen in het vijfde chakra de angsten van het tweede chakra. Men laat alles los wat er niet meer toe doet en in die stilte hoort men waar het eigenlijk om gaat. Meer in de buik ademen geeft ruimte in de keel. De nekrol stimuleert het vijfde chakra, de keel wordt geopend en de stem wordt vrijgemaakt.
Het vijfde chakra is de spiegel van het tweede chakra. Het verliezen van mijn stem gedurende drie maanden leerde mij dat ik dingen los moest laten, de controle loslaten. Het geen stem hebben ging gepaard met een groot gevoel van onmacht en machteloosheid, strakke kaken en stressincontinentie. De KNO-arts constateerde geen afwijkingen aan de stembanden, ik verzekerde hem dat het door psychische stress kwa m. Zo kon ik voorkomen dat er ingegrepen moest worden. Ik kwam in de stilte terecht, ik kon niet werken, niet de wereld om je heen is belangrijk maar jouw binnenwereld vraagt om aandacht. Uiteindelijk kwam er een inzicht. Mijn stem keerde langzaam terug nadat ik een trauma uit het verleden onder ogen heb gezien en los heb kunnen laten. Ik wilde gehoord worden maar werd niet gehoord.
24
Uit: PleQFNHUV-/
14 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
3.3.6 Het ajxƗ chakra (zesde chakra) Gelegen ter hoogte van de bovenste twee nekwervels. Het ajxƗ chakra staat voor het bewustzijn van kennis, ervaring en intuïtie. Kennis is niets zonder ervaring en zonder intuïtie. Er is een verlangen naar het inzicht van je bestaan. Er is een innerlijk weten wat goed is voor je en wat niet. Het zesde chakra beïnvloedt de werking van alle voor de gezondheid belangrijke endocriene klieren. Het eerste en het zesde chakra spiegelen elkaar. Het eerste chakra is kennis van de natuur, het zesde chakra is kennis van de geest. Hier manifesteert zich het licht, het inzicht en het onderscheidingsvermogen en de intuïtie. Voordat een inzicht tot je komt is er in het vijfde chakra losgelaten. De stilte/leegte ontstaat Bron: www.sanatansociety.com zodat een inzicht te voorschijn kan komen. Naar binnen keren, stil worden en voelen is essentieel. Wordt het denken gericht dan wordt het stiller in het hoofd 25. Dit is het chakra van het inzicht. Is er sprake van stressincontinentie dat kan er op het zesde chakra niveau inzicht verkregen worden over de dieper liggende betekenis van stressincontinentie.
Vragen als: Wat wil ik, Wie ben ik, Wat is het doel van hier op aarde te zijn? Deze vragen hebben me aardig beziggehouden. Totdat ik op een gegeven moment als vanuit het niets wist dat ik yoga moest gaan doen. Intuïtief heb ik voor yoga gekozen. Later ook voor de yogaopleiding. Na yogalessen ging ik ervaren dat de incontinentie minder werd, afgewisseld met momenten dat het juist erger was. O m uiteindelijk na een aantal inzichten (de adem diep in de buik die ontspanning geeft in het bekken) op fysiek en emotioneel niveau te ervaren dat incontinentie grotendeels opgelost is.
3.3.7 Het sƗhasrƗra chakra (zevende chakra) Gelegen ter hoogte van de kruin. Het is het bewustzijn dat staat voor tevredenheid en eenheid. Het sƗhasrƗra chakra hangt samen met de ³VDPDGKL´ beleving (Samadhi is Sanskrit voor gelijk gemaakt), de ervaring wanneer er een verschil is opgelost. Je hebt de voorwaarden geschapen vervolgens kan overgave tot eenwording leiden 26. Verdriet en geluk niet meer als tegenstelling ervaren is een voorbeeld van een zevende chakra ervaring. Het feit dat er geen stress incontinentie meer is kan een gevoel van tevredenheid geven.
Bron: www.sanatansociety.com
2SHHQVUHDOLVHHULNPHGDWLNDOHHQKHOHWLMGJHHQµRQJHOXNMH¶PHHUKHEJHKDG'XUILNKHWDDQRPJHHQ inlegkruisje te dragen? Zou het ook goed gaan tijdens de yoga? Is het waar dat het nu echt beter gaat? Kan ik die cranberrycapsules laten staan? Onvoorstelbaar: ik heb geen last meer van incontinentie. Hoe komt dat nu zo opeens? Yoga heeft me weer in contact gebracht met mijn lichaam, mijn adem (mijn emoties) en met bewustzijn. Met als resultaat vooral vrij voelen!
25 26
Uit: 3OHQFNHUV-/
15 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
Hoofdstuk 4. FYSIOTHERAPEUTISCHE OEFENINGEN EN YOGA ^E͛^ Ik ga in dit hoofdstuk in op enkele oefeningen bij een fysiotherapeutische behandeling voor stressincontinentie en op enkele yoga ƗVDQD¶VZDDUELMKHWEHNNHQUHVSHFWLHYHOLMNKHWHHUVWHHQWZHHGHFKDNUDDDQJHVSURNHQZRUGHQ 4.1 F ysiotherapeutische oefeningen Om de bekkenbodemspieren een goede tonus te geven en te laten behouden kunnen de volgende oefeningen worden gedaan: Krachtoefening Ga op de rug liggen met de benen gebogen en de voeten vlak op de grond. Maak de onderrug vlak door het schaambeen iets op te tillen. Het schaambeen en het staartbeen naar elkaar toe bewegen door samentrekken van de oppervlakkig gelegen bekkenbodemspieren. In deze houding de zitbeentjes naar elkaar toetrekken. Deze oefening sterkt de oppervlakkige spieren van de bekkenbodem.
Hurkzit In hurkzit voeten iets breder dan heupbreedte. Visualiseer de dieper gelegen bekkenbodemspieren, ongeveer vijf centimeter boven de oppervlakkig gelegen bekkenbodemspieren. Trek deze spier naar binnen en omhoog. Het is niet de bedoeling dat de sluitspier van de anus omhoog wordt getrokken maar de endeldarm zelf. Zie hoofdstuk 2 afbeeldingen 2 a t/m c De samenwerking tussen buikspieren en bekkenbodemspieren wordt duidelijk met de volgende oefening: Oefening met klank Ga op de rug liggen met de EHQHQJHERJHQHQGHYRHWHQYODNRSGHJURQG$GHPXLWHQPDDNHHQ³VVVVVV´NODQN De bekkenbodemspieren spannen aan. Verder uitademen en dan de lage buikspieren mee laten aanspannen. Adem diep in en ontspan. Vervolgens de oefening herhalen en uitademen op HHQ³IIIIIII´HQRSHHQ³KKKKK´ klank en als laatste hoesten. Controleer of de spanning in de bekkenbodem aanwezig is als de lage buikspieren aangespannen worden. Plaats hiervoor een hand op het perineum en op het deel van de buik lager dan de navel. Na iedere oefening ontspannen en diep ademen in de buik. Deze oefeningen worden dagelijks geoefend. Minimaal 2 keer per dag 20 minuten oefenen. Wanneer er niet dagelijks geoefend wordt is het effect van de oefeningen kleiner. De minder functionele bekkenbodemspieren worden geoefend door aan- en ontspannen, waardoor de spieren na verloop van tijd hun taak weer kunnen uitoefenen in samenwerking met de andere spieren. In de fysiotherapeutische behandeling zijn de oefeningen vooral gericht op de niet functionerende spieren. Pas in een later stadium worden de oefeningen in het dagelijks leven ingepast. En wordt het lichaam als geheel beschouwd.
Mijn ervaring is dat er lang en intensief geoefend moet worden wil er enige verbetering komen in stressincontinentie. Bij mij heeft het intensief oefenen geen verbetering gebracht. Daarom heb ik na verloop van een aantal jaar voor een operatie gekozen. Maar zelfs een operatie heeft bij mij maar een beperkte functieverbetering van incontinentie gegeven. Na een jaar was de incontinentie weer terug. Mijn ervaringen bij het doen van fysiotherapeutische oefeningen is dat er weinig tot geen ruimte is voor het onderzoeken van de emoties. Pas later kreeg ik door dat ik mij uit mijn lichaam terug had getrokken en volledig in mijn hoofd zat. En dat is door geen fysiotherapeut die mij in behandeling had gesignaleerd.
16 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
4.2 Yoga ƗVDQD¶V
De tang ((PƗdahastnƗVDQD)27
Om in contact met het eerste chakra te komen is de tang een prima een oefening. Sta rechtop met de voeten gesloten. Pak met de ene hand de andere hand vast. Breng met een inademing de beide handen boven het hoofd en iets verder naar achteren. De adem maakt zo de borst ruim. Buig met en uitademing vanuit het bekken naar voren en pak met de handen de enkels stevig vast. De buik maakt contact met de bovenbenen. Druk de hielen in de grond en voel de hamstrings rekken. Span de dijbeenspieren aan, waardoor de knieën gestrekt kunnen worden. Breng het hoofd richting de knieën. Adem diep in het bekken, voel waar de adem ruimte kan vinden. Op een uitademing pakken de handen elkaar vast en kijk naar de handen. Op de volgende inademing breng je de handen omhoog tot boven het hoofd. Uitademend laat de handen zijwaarts naar beneden zakken. Door de zitbeentjes op te strekken worden de bekkenbodemspieren gerekt. Span op een uitademing aan. Op de inademing loslaten. De tang rekt de achterkant van het lichaam. De achterkant van het lichaam houdt verband met het verleden. Oefen deze oefening regelmatig wat langer, minstens tien minuten per keer. Onderzoek dan wat de concentratie op de zitbeentjes in deze houding voor effect heeft op het denken en de emoties. Trillende benen betekent dat de kracht in de benen aangesproken wordt. Door de houding versoepelen spieren en zenuwen waardoor vitaliteit en levenskracht wordt bevorderd. De tang is een gesloten houding, men kan makkelijk in zichzelf keren. De tang kan behulpzaam zijn om opnieuw het lichaam te leren voelen en emoties vrij te maken.
27
Uit: 3OHQFNHUV-/
17 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
Wortelslot (M njla bandha)28 %DQGKD¶V]LMQRHIHQLQJHQRPGHHQHUJLHHHQEHSDDOGHULFKWLQJRSWHODWHQJDDQ Mnjla bandha is de omhoog gaande beweging van de spieren van de bekkenbodem. Door deze spieren aan te spannen na de inademing wordt de energie vastgehouden. Het gaat om het aanspannen van de dieper gelegen spieren. De sluitspieren van anus, en urinebuis en vagina worden hiermee niet bedoeld. Met het uitvoeren van de mnjla bandha wordt voorkomen dat energie weglekt, en het bevordert dat energie naar boven gestuwd wordt. De mnjla bandha wordt samen met de uddƯyana bandha (de omhoog gaande beweging van het middenrif door volledig uit te ademen en de navel naar binnen en omhoog te trekken) en de jĈlandhara bandha (keelslot:kin richting het kuiltje bij het borstbeen) uitgevoerd om de energie van het derde chakra naar het vierde chakra te stuwen. Onderzoek wat de mnjla bandha voor effect heeft op het denken en de emoties. Door geruime tijd leeg te blijven wordt voorkomen dat emoties gereflecteerd worden in de adembeweging. De gevoelens ebben daardoor weg en er ontstaat stilte. Met deze ademoefeningen kan men een beheersing over het denken krijgen. Dit is goed van toepassing in het dagelijks leven als men in een stressgevoelige situatie verkeert en men emotioneel evenwicht wil behouden. De spreidzit (Upavishta-konƗVDQD)29
Met de spreidzit wordt de beweeglijkheid van het bekken (tweede chakra) aangesproken. Ga zitten in spreidzit, de benen zo wijd mogelijk uit elkaar. Plaats de zitbeentjes goed naar achteren waardoor het bekken iets naar voren kantelt. Breng de handen voor de borst tegen elkaar en strengel de handen ineen met de wijsvingers omhoog wijzend. Breng de adem vanuit de buik naar de borst en neem de handen mee omhoog. Wervelkolom, kruin en wijsvingers zijn in een lijn. Concentratie op de wijsvingers verstilt het denken In spreidzit en vervolgens een torsie uitvoeren. Met de inademing draait men opzij en op de uitademing weer terug. Vervolgens naar de andere kant. In spreidzit en afwisselend zijwaarts buigen naar links en naar rechts. In spreidzit en rondcirkelen naar beide kanten. Ten slotte voorover buigen en eindigen in een rusthouding waarbij beide grote tenen vastgehouden worden. De oefeningen maken de spieren aan de achterkant van de dijbenen langer en soepeler, evenals de spieren aan de binnenkant van de dijbenen. De bewegingsmogelijkheden (soepelheid) van het bekken verbeteren en de bekkenbodem krijgt meer kracht en ruimte. De adem wordt meer toegelaten in het bekken wat ontspanning geeft van de bekkenbodemspieren. Soepelheid van het bekken en de lendenwervels maakt dansende en vloeiende bewegingen mogelijk. Angsten geven spanning in de spieren van de bekkenbodem en aan de binnenkant van de dijbenen. Door de spreidzit regelmatig te oefenen worden deze spieren soepel en wordt men zich meer bewust van de eigen angsten.
28 29
Uit: 3OHQFNHUV-/
18 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
4.3 De vergelij king van de effecten van fysiotherapeutische oefeningen met de effecten van yoga op stressincontinentie
Fysieke effecten Fysiotherapeutische oefeningen vergroten de kennis van het bekken en de bekkenbodem. De ligging van de spieren en de organen, het functioneren van de spieren en de samenwerking met de andere spieren in het lichaam vergroten de kennis van het lichaam. Door de fysiotherapie krijgt men ook kennis over de werking van de blaas, en hoe de blaas optimaal kan functioneren. Het oefenen van de bekkenbodemspieren en het herstellen van de spierfuncties is het belangrijkst. Kan men deze kennis en ervaring toepassen in het dagelijks leven dan kan men veel baat hebben bij fysiotherapie. Heeft de fysiotherapie geen effect dan zijn er oplossingen denkbaar in de vorm van hulpmiddelen of een operatie. Allerlei hulpmiddelen, van incontinentie tampon tot opvangmateriaal, zijn mogelijk waarbij het omgaan met incontinentie eenvoudiger wordt. De yoga ƗVDQD¶V zijn niet alleen een fysieke oefening. De ƗVDQD wordt niet alleen met het lichaam aangenomen worden, maar wordt bewust met de adem begeleid en beleefd. Zo wordt men zich bewust van het fysieke lichaam en op den duur zal de geest alle onderdelen van het lichaam leren kennen en controleren. Het resultaat is een gezond functionerend lichaam 30. Psychologische effecten van ontspannen/navoelen Bij de fysiotherapeutische oefeningen wordt na iedere oefening ontspannen door de adem zijn natuurlijke ritme te laten hervatten. Er is weinig aandacht voor het verwerken of doorvoelen van de oefening. Naast fysieke oorzaken wordt ook onderkend dat er psychische oorzaken kunnen zijn bij het voorkomen van stress incontinentie. Hierbij kan gedacht worden aan slechte vroegere ervaringen, bijvoorbeeld met de opvoeding, de zindelijkheidstraining of negatieve seksuele ervaringen. Wanneer psychische oorzaken een belangrijke rol spelen valt gedragstherapie of psychotherapie te overwegen. Bij seksuele problematiek zal ook een seksuoloog bij het probleem betrokken moeten worden. De yoga is gebaseerd op de drie-eenheid: lichaam, adem en bewustzijn, waarbij het één niet kan functioneren zonder de andere twee. Bij de yoga-ƗVDQD¶VPDDNWGHEHJHOHLGLQJYDQGHDGHPHHQEHODQJULMNGHHOXLWYDQGH oefening. Met de adem maak je ruimte en ruimte geeft bewustzijn. In de yoga wordt met een navoelmoment de beleving van de oefening verinnerlijkt. Wordt aan het eind van een yogales ontspannen dan wordt de oefening geïntegreerd. Yoga ƗVDQD¶VVSUHNHQKHWKHOHOLFKDDPDDQYoga heeft niet alleen effect op het fysieke lichaam met de adem maar ook op de emoties en dus op het denken, het bewustzijn. Discipline Yoga biedt ƗVDQD¶VDDQGLHKHWKHOH lichaam aanspreken. De fysiotherapie oefent vooral de spieren die een zwakkere functionaliteit hebben. Wanneer er alleen maar aandacht is voor wat niet of matig functioneert, verlangt dit van de beoefenaar grote discipline. Iedere keer moet men de drHPSHORYHURPKHW³QLHWNXQQHQ´WH ervaren om daar vervolgens mee aan de slag te gaan. Een weerstand moet overwonnen worden. Echter ook bij yoga is discipline vereist. Yoga beoefen je zonder verwachting. Je gaat aan de slag bent niet gefocust op niet functionerende spieren maar ervaart het gehele lichaam, de adem en de geest zonder oordeel. Alles wordt aangesproken, er zijn altijd ervaringen van niet kunnen maar er zijn ook succeservaringen. Het wel of niet kunnen is niet de essentie van yoga. Maar het prestatieloos oefenen met liefde voor jezelf maakt dat yoga motiverend is om te doen. De discipline om yoga te doen was voor mij makkelijker op te brengen dan de discipline voor de oefeningen van de fysiotherapie. Uiteindelijk wordt yoga een wijze van leven. Lichaam, adem en bewustzijn. De beheersing van het lichaam is moeilijk wanneer de adem niet vrij is. De adem is dan geforceerd of gespannen. Dit niet soepel functioneren van het lichaam is een actie van het bewustzijn. Met het denken richt je de energie op het losser maken van de adem en de gewrichten. Dit gaat langzaam, omdat het ook een tijd heeft geduurd om de energie vast te zetten. De chakrapsychologie beschouwt de stijfheid of slapte van de lichaamsdelen als een reflectie van spanningen in het bewustzijn (onwetendheid).
30
Uit: Dijkstra, Jogchum (1978): Hatha Yoga Werkboek
19 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
Door onaangename en frustrerende ervaringen in de jeugd gaat men bepaalde lichaamsgebieden ontkennen. De aandacht en de adem durft men niet toe te laten. Deze lichaamsdelen verkrampen en worden gevoelloos, of slap en krachteloos. Door alle energie daar weg te nemen, kan ook geen gevoel meer gewekt worden. Het lichaam heeft de frustrerende ervaringen uit de jeugd als herinneringen opgeslagen. Er is veel liefde en geduld nodig om die gefrustreerde lichaamsdelen weer opnieuw in herinnering (bewustzijn) te brengen. Yoga, het doen van ƗVDQD¶V, is een liefdevolle en respectvolle methode die geduld vraagt, omdat men het eigen tempo kan bepalen, stap voor stap kan toelaten wat men durft. De oefeningen van de fysiotherapie zijn gericht op het functioneren van de spieren, zowel apart als in samenwerking met andere spieren in het lichaam. Buiten beschouwing blijft het denken, de adem wordt wel beschouwd maar meer als een instrument om ontspanning te verkrijgen. Geheel afwezig is de interactie tussen lichaam, adem en bewustzijn. Het lichaam wordt vooral functioneel beschouwd, het bestaat uit verschillende onderdelen. En door de niet functionerende onderdelen te oefenen kan het lichaam weer gezond worden.
20 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
Hoofdstuk 5. C O N C L USI E W at is het verschil tussen fysiotherapie en yoga bij stressincontinentie? Dit is de vraag die ik mij aan het begin van deze scriptie heb gesteld. Stressincontinentie komt veel voor bij vrouwen. Ongeveer twee van de drie vrouwen heeft in meer of mindere mate last van stressincontinentie. Er zijn twee verschillende visies onderzocht op het functioneren van het lichaam bij incontinentie. De bekkenfysiotherapie is meer gericht op het herstellen van spierfuncties die verloren zijn gegaan en, wanneer deze zijn hersteld, te leren integreren in het dagelijks leven. In de bekkenfysiotherapie wordt geen tot weinig aandacht geschonken aan de psychologische oorzaken en gevolgen van stressincontinentie. Heeft men psychische problemen dan kan hiervoor een therapeut ingeschakeld worden. De adem wordt in beide visies als middel gebruikt om bewust te worden van het lichaam en het lichaam te ontspannen. In de hatha yoga ligt de nadruk op het doen van ƗVDQD¶VEHJHOHLGGRRUGHDGHP Met de adem bereik je gebieden waar je geen bewustzijn hebt. Uitgangspunt is de adem, door met de adem te werken wordt men zich bewust van de samenwerking van het lichaam met de geest. Wanneer men de adem beheerst, beheerst men het denken en wanneer men het denken beheerst, beheerst men de adem. Yoga en chakrapsychologie kunnen als hulpmiddel gezien worden om zich bewust te worden van het lichaam, de adem en de geest. Chakrapsychologie geeft inzicht in welke bewustzijnsniveaus verstoord zijn. Ook als er sprake is van bv. stressincontinentie. Het doen van ƗVDQD¶VJHHIW inzicht in het functioneren van het lichaam en de interactie tussen lichaam, adem en bewustzijn. De soepelheid en stijfheid van de wervelkolom geeft weer op welk chakra mogelijk verstoringen aanwezig kunnen zijn. Op deze wijze levert yoga een zeer belangrijke bijdrage aan het beheersen het fysieke lichaam, de adem en het denken. Dan is er éénzijn. Dit éénzijn heb ik ervaren als de tevredenheid bij het beheersen van stressincontinentie. Samenvattend kan gezegd worden dat: De bekkenfysiotherapie zich richt op de training van de individuele spieren in het lichaam en door deze te trainen met fysiotherapeutische oefeningen, kan stressincontinentie behandeld worden. De yoga benadering richt zich op het doen van ƗVDQD¶V gedurende een lange tijd. Het doen van deze ƗVDQD¶VKHHIW invloed op het lichaam, de adem en het bewustzijn. Het lichaam wordt gezond en ervaart een evenwicht dat doorwerkt op de geest. In mijn ervaring is yoga een complete aanpak die bij mij tot het beste resultaat heeft geleid. Iedere vrouw die last heeft van incontinentie beveel ik van harte aan yoga te gaan doen.
21 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth
L I T E R A T U U R L IJST 1.
Beintema, Rita (1997): Herstel zelf je spierkracht, Activeer je spierketens door kringspieroefeningen, Deventer, uitgeverij Ankh-Hermes. 2. Calais-Germain, Blandine (2003): The female Pelvis, Anatomy en Excersises, Seattle, Eastland press. 3. Dijkstra, Jogchum (1978): Hatha Yoga Werkboek, Haarlem, Uitgeverij De Toorts. 4. Dijkstra, Jogchum en Salvatore Cantore (1980): 3DWDxMDOL¶V VXWUD¶V=LHQGRRU\RJD Haarlem, Uitgeverij De Toorts. 5. Plenckers, J.L. ( 2002):
22 Yoga bij incontinentie
Angela Wurth