Verantwoorde zorg bij toiletgang en incontinentie: • Optimaliseren zorg bij toiletgang • Verminderen functionele incontinentie • Aanpak plotselinge en chronische incontinentie
Deze handleiding is bestemd voor medewerkers in de ouderenzorg die rechtstreeks betrokken zijn bij de verzorging. De handleiding bevat een handelingsprotocol voor preventie en optimale (in)continentiezorg. Uitgangspunten: • Een cliënt zo lang mogelijk een normale toiletgang laten behouden door juiste hulp te bieden, zonder onderscheid te maken tussen somatische en pg-cliënten • Achterliggende oorzaken van incontinentie achterhalen en zo veel mogelijk verhelpen • Bij incontinentie de hulp bieden die de cliënt wenst
Stroomschema (in)continentie: Continent
Probeer continent te laten blijven
Cliënt wordt plotseling incontinent Cliënt
Evaluatie toiletgang
Functionele incontinentie
Voorkom onnodige incontinentie
Andere vormen
Behandeling of optimaliseren toiletgang
Incontinent
Stroomschema (in)continentie
Evaluatie toiletgang Vraag alle cliënten: wat zijn uw gewoontes en wensen bij de toiletgang? Waar kunnen we u mee helpen? (Denk aan: waar heeft u hulp bij nodig? Hoe ziet uw ontlasting- en urinepatroon eruit?) • Maak eventueel gebruik van de observatielijst toiletgang* • Leg afspraken vast in een zorgleefplan en evalueer deze regelmatig • Houd je aan de afspraken Een deel van de incontinentie kan worden voorkomen door te achterhalen waar de cliënt hulp bij nodig heeft. Dit kun je te weten komen door het te vragen aan de cliënt zelf of eventueel aan de partner of de familie van de cliënt. Wanneer de cliënt het zelf niet kan aangeven, kan observatie aan de hand van de observatielijst toiletgang en het dagboek toiletgang* aanwijzingen geven.
Iedereen heeft zijn gewoontes. Het is belangrijk dat elke cliënt zijn of haar gewoontes kan behouden in het verpleegof verzorgingshuis. Zo nodig bieden verzorgenden daarin ondersteuning. Dit verkleint de kans op ongelukjes die voor zowel de cliënt als verzorgenden vervelend zijn. Er kan hulp op afspraak, op vaste tijden, of hulp op afroep worden geboden. Maak met iedere cliënt afzonderlijk afspraken.
* Zie tabblad hulplijsten.
Evaluatie toiletgang
De cliënt is continent bij binnenkomst Probeer de cliënt continent te laten blijven door regelmatig de toiletgang te evalueren. De observatielijst toiletgang* kan hierbij helpen. De cliënt wordt plotseling incontinent Signalering: Na signalering meteen actie ondernemen: • Bespreek met de cliënt wat er aan de hand is. Gebruik de observatielijst toiletgang* bij het achterhalen van de problemen en houd het dagboek toiletgang* drie dagen bij • Schakel de arts in, in overleg met de cliënt
Diagnosestelling: • De arts stelt de diagnose • Bespreek samen met de arts, cliënt en/of familie of verder onderzoek zinvol is en welke behandeling het meest passend is Zorg: • Adviseer in de tussentijd geschikt incontinentiemateriaal • Geef uitleg aan de cliënt en familie • Leg afspraken vast in een zorgleefplan • Houd je aan de afspraken
Continent
Evaluatie: • Evalueer regelmatig met cliënt de zorg bij de toiletgang • Bespreek met de arts of het zorgteam het effect van de aanpak, onder andere aan de hand van de observatielijst* en het dagboek toiletgang*. Bij ongewijzigde situatie: achterhaal de oorzaak en bedenk een andere aanpak.
* Zie tabblad hulplijsten.
De cliënt is incontinent bij binnenkomst Signalering: Stel onderstaande vragen: • Wat zijn uw gewoontes en wensen? Waar kunnen we u mee helpen? Hoe vindt u dat het gaat met verschonen? Bent u wel eens te laat bij het toilet? Waar komt dat volgens u door? (Slecht lopen, drempels, moeilijke knopen aan de kleding, enzovoort). Denk ook aan een stoma of katheter. • Stel vast welk type incontinentie de arts heeft gediagnosticeerd (zie tabblad vormen van incontinentie) • Is er geen diagnose: schakel, in overleg met cliënt, een arts, praktijkverpleegkundige of incontinentieverpleegkundige in • Houd het dagboek toiletgang* drie dagen bij
Diagnosestelling: • De arts stelt de diagnose en bespreekt met de cliënt en/of de familie of verder onderzoek zinvol is en welke behandeling het meest passend is Zorg: • Adviseer in de tussentijd geschikt incontinentiemateriaal • Geef uitleg aan de cliënt en familie • Leg afspraken vast in een zorgleefplan • Houd je aan de afspraken Evaluatie: • Evalueer regelmatig met cliënt de zorg bij de toiletgang • Bespreek met de arts of het zorgteam het effect van de aanpak, onder andere aan de hand van de observatielijst* en het dagboek toiletgang*. Bij ongewijzigde situatie: achterhaal de oorzaak en bedenk een andere aanpak. * Zie tabblad hulplijsten.
Incontinent
Vormen van incontinentie Functionele incontinentie: functionele incontinentie komt veel voor bij cliënten in verpleeg- en verzorgingshuizen. Bijvoorbeeld een cliënt die het toilet niet meer kan vinden of te lang moet wachten op hulp of een cliënt die moeite heeft met de knoop van zijn broek, waardoor hij de urine niet meer kan ophouden.
Andere vormen Stressincontinentie (inspanningsincontinentie): de cliënt verliest urine bij bijvoorbeeld bij het lachen, niezen of hoesten. Het kan gaan om verlies van druppels tot scheutjes urine.
Urge-incontinentie (aandrangincontinentie): de cliënt voelt een sterke aandrang om te plassen en kan het niet ophouden. Het gaat vaak om het verlies van grotere hoeveelheden urine. Gemengde incontinentie: de cliënt heeft zowel stressincontinentie als urgeincontinentie. Deze vorm van incontinentie komt het meeste voor. Overloopincontinentie: de cliënt verliest continu druppeltjes urine. De cliënt voelt wel aandrang maar het lukt niet om te plassen. Hierdoor blijft de blaas te vol, waardoor de urine gaat ‘overlopen’. Reflexincontinentie: urineverlies ten gevolge van een neurologisch defect. Fecesincontinentie: ongewild verlies van anaal vocht of feces. Dubbele incontinentie: de cliënt is incontinent voor zowel feces als urine.
Vormen incontinentie
Behandelmethoden en optimaliseren toiletgang Functionele incontinentie: • Zoek via de observatielijst toiletgang* uit of een cliënt hulp nodig heeft bij de toiletgang. Dit eventueel in samenwerking met een ergotherapeut en/of fysiotherapeut die aanpassingsadviezen en trainingen kunnen geven (handgrepen, kledingaanpassingen, transferhulpmiddelen) • Bied regelmatig toiletgang aan en reageer snel op de bel
Stressincontinentie: • Oefen bekkenbodemspieren onder begeleiding van een gespecialiseerde fysiotherapeut • Gebruik een pessarium bij verzakking van de baarmoeder Urge-incontinentie: • Blaastraining • Prikkelremmers
Fecesincontinentie: • Schakel een diëtist in voor dieetadviezen in verband met darmwerking • Oefenen van bekkenbodemspieren • Laxeermiddel Overloopincontinentie: • Opheffen urine- of fecesretentie met katheter of laxeermiddel Zorgmiddelen: • Incontinentiemateriaal • (Condoom)katheter • Anale plug bij fecesincontinentie
* Zie tabblad hulplijsten.
Denk aan: • Vochtinname! Het komt vaak voor dat cliënten bang zijn om te drinken wegens urine-incontinentie • Goede houding op het toilet, privacy en rust op de toiletlocatie • Goede aanlegmethoden bij incontinentiemateriaal • Goede communicatie met de cliënt en eventueel familie (over angst en schaamte rondom incontinentie) • Hulpmiddelen bij het bed (po-stoel en urinaal) • Preventie van incontinentieletsel: bescherm de huid goed • Bij fecesincontinentie: meteen na ontlasting incontinentiemateriaal wisselen
Behandelmethoden
Extra informatie voor verzorgenden Demente cliënten met incontinentie: Cliënten die niet meer uit zichzelf naar het toilet gaan of het toilet slecht kunnen vinden, moet iedere drie à vier uur worden gevraagd (‘prompted voiding’) of zij naar het toilet willen. Wanneer de cliënt ‘nee’ zegt, kan het helpen de vraag na een paar minuten te herhalen. De cliënt kan dan wel aandrang voelen. Uit onderzoek is gebleken dat dit bij een groot deel van de cliënten met een matig dementiesyndroom werkt (bron: S. Eustice, B. Roe , J. Paterson, 2002)
Incontinentie gedurende de nacht: Ook voor de nacht is het belangrijk met de cliënt de volgende zaken te overleggen: • Wilt en kunt u zelf naar het toilet? • Belt u als u naar het toilet moet, of wilt u een vaste tijd afspreken? • Wilt u een po-stoel of een ander hulpmiddel naast het bed? • Wilt u incontinentiemateriaal, zodat u door kunt slapen en ‘s nachts niet uit bed hoeft? Betrek bij de keuze ook het risico op valgevaar. Als een cliënt ’s nachts het bed uit moet om naar het toilet te gaan, kan het verstandig zijn een alternatief te bedenken. Doe dit in overleg met de cliënt.
Aandachtspunten: • Slaapmedicatie maakt extra ‘suf’ en wankel. Cliënten die deze medicatie gebruiken, behoeven extra aandacht • Vrijheidsbeperkende maatregelen zouden nooit ter voorkoming van vallen moet worden ingezet. Bij cliënten met incontinentie zijn ze af te raden • In combinatie met incontinentie zijn heupbeschermers lastig. De heupbeschermer moet min of meer strak zitten, maar is daardoor moeilijk uit en aan te krijgen. De heupbeschermer (‘safehip’) bemoeilijkt daardoor de toiletgang en vereist hulp
Extra informatie
Observatielijst toiletgang Naam cliënt: Mw. Janssen Datum observatie: 24 augustus 2008
Mobiliteit:
Ja
Nee Soms
Cliënt loopt met loophulpmiddel naar toilet Welk loophulpmiddel?: Een looprekje Cliënt gebruikt po-stoel naast het bed Welke hulpmiddelen verder nodig? Cliënt gebruikt de po in het bed Cliënt heeft hulp nodig van verpleging bij toiletgang Welke hulp nodig? Meelopen naar toilet met mevrouw Opmerkingen mobiliteit: Mevrouw is bang om te vallen
✔ ® ® ® ✔ ® ® ® ✔ ® ® ® ✔ ® ® ®
Handfunctie: Cliënt kan knoop van broek opendoen en rest kleding zelf uittrekken Cliënt kan toiletdeur open- en dichtdoen
✔ ® ® ® ✔ ® ® ®
Opmerkingen handfunctie: Gezichtsvermogen: Cliënt kan de weg naar het toilet zien Psychische vermogens en welzijn cliënt: Cliënt voelt aandrang Cliënt kan toilet vinden Cliënt is angstig Cliënt is nerveus Cliënt is depressief
✔ ® ® ® ✔ ® ® ® ✔ ® ® ® ✔ ® ® ® ✔ ® ® ® ✔ ® ® ®
Opmerkingen welzijn cliënt: Mevrouw is bang om te vallen
Hulplijsten
Dagboek toiletgang (drie dagen) Naam cliënt: Mw. Janssen Datum observatie: 24 augustus 2008 Vermeld de tijd en kruis aan: X = weinig XX = normaal XXX = veel
Tijd
08.00
11.30
X
16.00
XX
Vermeld tijd en geef aan met Tijd
Verband is geheel verzadigd van urine
Urine:
po / toilet
Ontlasting:
XXX
po / toilet
XX
: Verband is gedeeltelijk verzadigd van urine
Ontlasting in verband (ook alleen veeg!)
20.00 04.00
Opmerkingen / bijzonderheden van cliënt rond toiletgang: 1. Veranderingen in gedrag? 2. Bijkomende klachten (koorts, pijn enzovoort)
Kleding/bed nat
Verantwoording Deze handleiding is ontwikkeld door mevrouw L. Awad MSc (verpleegkundige): ‘Verantwoorde zorg bij toiletgang en incontinentie’, Vrije Universiteit te Amsterdam, september 2006. In opdracht van: SCA HYGIENE PRODUCTS NEDERLAND B.V. Arnhemse Bovenweg 120, 3708 AH ZEIST, Nederland. In samenwerking met:
Hulplijsten zijn te downloaden op de website van ActiZ: www.actiz.nl. ©2006 SCA HYGIENE PRODUCTS NEDERLAND B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van SCA HYGIENE PRODUCTS NEDERLAND B.V.