WORKSKILLS Equal project

WORKSKILLS Equal project Deel ICS (derde sessie) INSTRUCTIE, COACHING & SCREENING Ter voorbereiding op het geven van en het bemiddelen na groepstrainingen 17 & 20 maart 06 Locatie TNO te Hoofddorp

ICS-3 deelnemende instanties: PameijerKeerkring FourstaR Regio Rivierenland ROC Rivor Friesland College

Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door financiering uit het Europees Sociaal Fonds

Introductie Doestelling van ICS en deelnemers

Doelstelling van de Instructie Coaching en Screening (ICS) dagen is dat de coaches van de jongeren kennis maken met de Skills methodiek en een overzicht krijgen van de opzet van het project als geheel. Hierbij wordt met name aandacht besteed aan hun aandeel (wat van hen verwacht wordt) en hun ervaring met de Skillstechnieken

De coaches zijn docenten, consulenten CWI’s, consulenten RMC/ROC. De docenten hebben contacten met jongeren die dreigen vroegtijdig schoolverlater te worden en consulenten van het RMC en het CWI hebben te maken met vroegtijdig schoolverlaters

Benodigdheden •

tape, stiften

•

minimaal 2 flip overs + voldoende papier

•

naamstikkers, gekleurde stickerdots

•

Protocol WorkSkills, handouts, teksten op FO

Ook meenemen •

Rapportage Heleen: cijfers VSVers en resultaten pilot

•

Voorbereidingsoverzicht (Heleen)

•

Werkboek WS, HO en typische FO (bv inocculatieprincipe)

Regelen •

Werkruimte, inrichting etc. FO laten hangen, etc.

•

Catering


Kort overzicht ICS programma Dag 1 De Skills methode 1. Voorstellen trainers a. Wie zijn we, welke ervaringen hebben we b. Wat weten we van trainingen (JOBS, LS en WorkSkills) c. Hoe presenteren we hier de voorlichting (skills style)

2. Doel en programma van deze bijeenkomst (laat agenda beide dagen zien/waarom voorlichting aan deelnemers in de vorm van Instructie Coaching Screening) a. De agenda voor de twee dagen b. Het equal project, het workskills programma, de training, het onderzoek (maandag in detail) c. WorkSkills: de benadering van de groep (didactisch ) en de inhoud van het programma

3. WorkSkills oefeningen Oefening: embleem Oefening: vaardigheden ontdekken Oefening: inoculatie Oefening: stappenplan Het toepassen van Skills methodieken Oefening: Find the gold

4. Vooruitblik op maandag a. Over hoe het project als geheel in elkaar zit b. Bijdrage van coördinatoren c. over hoe je 1:1 coaching vorm kunt geven volgens deze methodiek)

5. Afsluiting (met een goed gevoel uit elkaar gaan, de boodschap is overgekomen)


Dag 2 Het Equal project

1. Methodiek van Skills a. Wat is er blijven hangen, welke ervaringen, opmerkingen, vragen b. Terug naar de flip-overs van vrijdag en de pijlers benoemen

2. Algemene Equal project introductie a. hoe is Skills ontstaan b. hoe is Equal project ontstaan welke partners betrokken (kader OP, niet OP, derden) c. welk doel/ verwachte resultaten

3. het WorkSkills programma a. De WorkSkills training: geef een samenvatting die ze ook in de werving zouden kunnen gebruiken. b. de screening, de training, de coaching c. Onderzoek d. Uitleg waarom onderzoek (belang vragenlijst) e. Uitleg design f.

Uitleg instroom procedure (stroomschema)

g. Instroomcriteria, basisregels in de training en daarbuiten

4. Praktische zaken a. Resumeer taken verschillende partijen b. presenteer planning (wanneer moet wie wat gaan doen) c. Maak afspraken over praktische zaken vervolg (welke info levert wie aan, wanneer etc) 5. Tips voor 1: 1 coaching a. Do’s en dont’s

6. Wervingsgesprek/logistiek oefenen a. Hoe motiveer je jongeren om mee te doen b. hoe werkt de logistiek



Dag 1: (Heleen & Suzanne) INTRODUCTIE (9.30 uur) Werkwijze volgens de Skills methodiek: Verder: naamstickers (persoonlijk maken, krachtig bij de naam kunnen noemen), flipovers (alles wordt serieus genomen), open kring / geen tafels (veiligheid, groepsband opbouwen) 1. Trainers stellen elkaar voor (2*5 minuten) Accent op iets persoonlijks, ervaringen met WorkSkills groepen en soortgelijke groepen, iets bijzonders dat indruk heeft gemaakt in de samenwerking tussen trainers

2. Doel ICS dagen, presenteer agenda beide ICS dagen Doelstelling van de Instructie Coaching en Screening (ICS) dagen is dat de coaches van de jongeren kennis maken met de Skills methodiek en een overzicht krijgen van de opzet van het project als geheel. Hierbij wordt met name aandacht besteed aan hun aandeel (wat van hen verwacht wordt) en hun ervaring met de Skills technieken We behandelen inhoudelijke en didactische aspecten van de training maar laten de deelnemers er ook al direct kennis mee maken. Dit zul je herkennen in de wijze waarop we zowel inhoud (dag 1) als logistiek (dag 2) behandelen.

FO1

DAG 1: de Skills methode •

Introductie project

•

Voorstellen

•

Kennismaken met Skills methodiek

•

Inhoud van het WorkSkills programma leren kennen

•

Oefenen en toepassen methodiek

•

Afsluiting, wat ging er goed wat moet beter

DAG 2: het Equal project •

Terugblik

•

Overzicht van het project (doel, onderdelen, partijen, taken)

•

Het onderzoek, opzet en uitvoering

•

Praktische informatie en afspraken (over taken planning etc)

•

Handvatten voor werving


•

Tips voor vormgeven 1 op 1 begeleiding

•

Wat is er geleerd, waar is verdere ondersteuning nodig

De eerste dag staat dus in het teken van de inhoud van de workskills training met name de methodiek die we volgen. De tweede dag gaat meer over allerlei praktische zaken zoals wat de verschillende partijen moeten doen om het project tot een succes te maken.

Nog vragen voor we gaan beginnen? Overwegen om obstakelsessie/discussie in te lassen: hoe kijken jullie er tegenaan, wat worden de opbrengsten, wat kom je tegen?

3. Algemene introductie project (9.50 uur) (heel globaal benoemen, maandag in detail) •

Ontstaan Skills o

JOBS, LifeSkills, WorkSkills jongerenprojecten in Finland

o

Doelen van Skills

o

Succes met JOBS in diverse landen & diverse doelgroepen

o

Theoretische basis, effectstudie

•

Ontstaan Equal: Welke partners in Equalproject OP en niet OP, aansluiters tijdens de rit

•

Doel, verwachte resultaten project

•

o

Situatie VSVers Europa, Nederland: behoefte aan registratie, interventie

o

eerder behaalde resultaten met uitvoerige pilot WS

o

verwachte resultaten: regionale en nationale implementatie

Opzet: 2 onderdelen - het WorkSkills programma: de screening, de training, de coaching - het onderzoek

Opbouw van het Equal WS project (los van logistieke en financiele organisatie) Twee fasen in de tijd voor OP en niet-OP leden, onderdelen kort toelichten •

voorbereidingen

•

ICS dagen

•

Screening/werving (zij) dag 2: op HO

•

Training geven (TNO) opzet: dagdelen, werkboek, HO, FO

•

Effectstudie (TNO)

•

Verbeterslag

•

Coaching (zij)

•

Train de trainer


•

Zelf training geven (zij), effectstudie gaat verder (vragenlijsten afnemen)

•

Intervisiemiddag

•

Verantwoording, Disseminatie, Mainstreaming

4. Trainers introduceren de dag We zullen jullie helemaal volgens de Skills methodiek gaan behandelen, uitleg geven over de methodiek, een programma overzicht geven van workskills, oefeningen met jullie doen uit het WorkSkills programma zodat jullie goed weten wat het inhoud en het hebben over hoe je 1:1 coaching vorm kunt geven volgens deze methodiek (komt maandag).

De Skills methodiek leren kennen gaat het beste door deze mee te maken. Om daar mee te starten willen we beginnen met een voorstelrondje volgens de methodiek. Eerst stellen we enkele regels voor over hoe met elkaar om te gaan. [we spreken deelnemers ICS aan als coaches, we introduceren dus niet het rollenspel om VSVer te spelen. Dit gebeurt later wel in de Train de trainer- training].

5. Basisregels (10,50)

• • • •

Vertrouwelijkheid Luister naar elkaar en respecteer meningen “Beurt overslaan-regel” Maak er iets leuks van!

Uitleg bij de basisregels ♦ Vertrouwelijkheid is erg belangrijk. Dit betekent dat wat er hier gezegd wordt in de groep blijft. We

hopen dat iedereen elkaars privacy respecteert. ♦ Je hoeft het niet met elkaar eens te zijn, maar luister wel naar elkaars ideeën en respecteer ieders

mening of idee.Ieder bepaalt natuurlijk voor zich of hij het eens is met een idee, maar we steunen elkaar wel, ook al is het idee nog zo verschillend van onze eigen gedachten. ♦ ‘Ik sla de beurt even over’ betekent dat je niets wil zeggen over een bepaald idee of dat je niet wilt

deelnemen aan een bepaalde oefening. Dat is OK!! ♦ Geniet van de workshop. De workshop is zo gemaakt dat het vooral ook leuk is. ♦ Willen jullie hier nog iets aan toevoegen (eigen regel)?


Aandacht besteden aan deze regels die we afspreken in deze groep tijdens deze training en regels die op school, het werk of in de maatschappij gelden. 6. Voorstellen deelnemers Oefening: Kennismaken HO 1

•

Trainers stellen elkaar voor adhv hand-out -

Wat is je naam en functie

-

iets persoonlijks? (wat is jouw passie, wat doe je graag in je vrije tijd oid)

-

waarom wil je graag meedoen aan dit project

-

wat zijn je verwachtingen van deze dagen

•

Deelnemers vullen hand-out in, bevragen elkaar in tweetallen

•

Deelnemers introduceren elkaar

•

Trainers geven positieve feedback

7. WorkSkills training Wat komt er nu concreet aan bod tijdens een WorkSkills training? HO 1 &2

•

Deel hand-out uit 1.1; inhoudsopgave WorkSkills voor jongeren

•

Geef voorbeelden bij de dagen adhv hand-out 1.2.

•

Deel hand-out uit 1.2 inhoudsopgave uit het handboek voor trainers

Nu hebben jullie een beetje idee van welke dingen er concreet bij WorkSkills aan bod komen. We gaan straks met jullie ook een aantal oefeningen doen die ook in workskills voorkomen. Als jullie de train de trainer gaan volgen wordt dat allemaal nog veel meer duidelijk. Waar we vandaag op willen focussen is niet zozeer de concrete inhoud van WorkSkills, maar de Skills methodiek. WorkSkills wordt gegeven volgens deze methodiek.

8. SKILLS methodiek (11.30) HO

Eerst willen we iets vertellen over de achtergronden van workskills namelijk het JOBs programma A. Achtergrond Skills methode “Het trainingsprogramma JOBS, in de VS momenteel Winning New Jobs (WNJ) geheten, is ontwikkeld aan de Universiteit van Michigan door de onderzoeksgroep van R. Price en A. Vinokur. “Het programma is oorspronkelijk ontwikkeld als een preventieprogramma tegen depressie. Mensen die hun baan verliezen lopen risico op het krijgen van een depressieve aandoening. Ook blijkt uit


onderzoek dat het opnieuw verkrijgen van werk in korte tijd bijdraagt aan herstel van de geestelijke gezondheid”. “TNO Arbeid heeft dit programma aangepast voor de Nederlandse situatie en voor de doelgroep langdurig werklozen”. “Tijdens de training worden verschillende werkzoekvaardigheden aangeleerd. De methode is niet primair gericht op het aanleren van deze vaardigheden, maar op het versterken van het zelfvertrouwen, de competentiebeleving en het probleemoplossend vermogen”. Mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben, wat betreft het zoeken van werk, in het algemeen veel tegenslagen en teleurstellingen achter de rug, met vaak een laag zelfvertrouwen als mogelijk gevolg”. “Door dit lage zelfvertrouwen zal een traditioneel opgezette training die primair gericht is op het aanleren van vaardigheden dit zelfvertrouwen eerder nog verder verlagen dan dat het wordt versterkt. Met traditioneel opgezette trainingen wordt namelijk impliciet aangegeven dat de deelnemer het in eerdere situaties fout heeft aangepakt. Om deze vicieuze cirkel te doorbreken wordt in het trainingsprogramma JOBS uitgegaan van de kennis die in de groep aanwezig is en wordt additionele informatie impliciet aangereikt”.

B Effectiviteit SKILLS methode bij werklozen Licht de effecten van JOBS toe aan de hand van de flip-over. “Onderzoek naar de effectiviteit van JOBS bij mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt liet zien dat deze methode, effectiever is in vergelijking met controlegroepen, wat betreft activering naar regulier werk, wat betreft groei in zelfvertrouwen en wat betreft tevredenheid met de begeleiding

Resultaten SKILLS methode bij werklozen Mensen die de training volgen vinden: - sneller een baan - beter (betaalde) banen - vallen minder vaak terug in werkloosheid …dan mensen die de training niet volgen

C.Doelen van (Work)skills De doelen van de Skills methode zijn (verwijs naar de flip-over): 9 Versterken van zelfvertrouwen / competentiebeleving; (Self-efficacy = de verwachting van mensen dat zij bepaald gedrag (bijv. werk zoeken en vinden, school afmaken) succesvol kunnen uitvoeren) 9 Verbeteren van vaardigheden, met name: probleemoplossend vermogen en werkzoek vaardigheden;

Doelen (Work)SkILLS Versterken van het zelfvertrouwen / competentiebeleving 9 Versterken van vaardigheden (probleemoplossend vermogen en werkzoek vaardigheden) Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door financiering uit het Europees Sociaal Fonds 9 Stimuleren beroepsgeoriënteerd gedrag 9

D. Mechanismen Skills methode De doelen van JOBS en Skills worden bereikt door het structureel toepassen van een aantal mechanismen: 1. Gedrag sturen; 2. Sociale steun geven en stimuleren; 3. Veilige en actieve leeromgeving creëren; 4. Deelnemers leren te anticiperen op tegenslag en hiermee om te gaan; 5. Referent power; Deel de hand-out mechanismen en achtergronden JOBS uit (ze hoeven dus niet alles op te schrijven en geef aan dat deze mechanismen zo 1 voor 1 worden besproken) zit in de map

Mechanismen 9 9 9 9

Gedrag sturen Sociale steun geven en stimuleren Actief leren Deelnemers leren te anticiperen op tegenslag en hiermee om te gaan 9 “Referent power”

D1 Gedrag sturen 9 Trainers doen (effectief) gedrag voor; 9 Trainers geven specifieke positieve feedback op gedrag (Leg uit waarom specifiek zo belangrijk is); 9 Trainers negeren negatief/ ineffectief gedrag. We gaan er van uit dat de groep elkaar corrigeert en stimuleren dit ook; o Niet benoemen, niet bekritiseren, niet meedoen, doorgaan met de oefening, probeer de “lastige”deelnemer op een positieve manier bij het proces te betrekken; 9 Geef aan waarom dit zo belangrijk is: voorbeeld wat er gebeurt als je iemand terecht wijst/ negatief bekrachtigt. Geef een voorbeeld uit e praktijk waaruit dit blijkt; 9 Laat deelnemers committeren aan gedrag/oplossingen (verwijs naar de inoculatie-oefeningen).

Gedrag sturen 9 9 9 9

Trainers doen (effectief) gedrag voor; Trainers geven specifieke positieve feedback op gedrag); Trainers negeren negatief/ ineffectief gedrag. Laat deelnemers committeren aan gedrag/oplossingen


D2 Sociale steun geven en stimuleren Trainers geven onvoorwaardelijke (sociale) steun door: 9 Empathie te tonen voor de zorgen en gevoelens van de deelnemers, en moedigen probleemoplossend vermogen / coping inspanningen aan; 9 De steun van de deelnemers onderling te stimuleren door dit te bekrachtigen en door de door bepaalde groepsoefeningen/vragen; 9 Trainers doen ondersteunend gedrag voor en belonen dit; 9 Veilige omgeving creëren; 9 Positieve feedback te geven.

Sociale steun Empathie te tonen De steun van de deelnemers onderling te stimuleren 9 Voordoen steunend gedrag 9 Positieve feedback 9 9

Sociale steun Sociale steun vanuit de trainer en vanuit de groep is noodzakelijk om enerzijds vaardigheden te (durven) oefenen en anderzijds om vol te houden bij tegenslagen. Empathie, oprechte betrokkenheid bij de problemen en de zorgen van de deelnemers, en positieve bekrachtiging van het aanpakken van problemen zijn belangrijke aspecten om positief gedrag van de deelnemers te ondersteunen en te versterken. De oefeningen die de deelnemers uitvoeren zijn zodanig ingericht dat deelnemers elkaar bemoedigen en ondersteunen. D3 Actief leren 9 Je gebruikt de kennis en vaardigheden van de deelnemers zelf voor de antwoorden en 9 oplossingen door discussies, brainstormen en het oefenen van nieuwe vaardigheden; 9 Dit betekent dat de trainer zelf niet met de oplossingen komt, voor wat dan ook, 9 Opbouw gedurende de week stimuleert het actief oefenen van de vaardigheden: in het begin meer luisteren en hand-outs invullen, later rollenspelen en presentaties door de deelnemers; 9 Gevolgen: 9 Volwassenen leren het beste wanneer ze actief betrokken worden in het proces. 9 Acceptatie van en commitment aan eigen oplossingen of die van medestanders ligt hoger dan aan die van een ‘expert’. 9 Stimuleert het (terug)pakken van controle over het eigen leven. In tegenstelling tot meer traditionele vormen van training ligt de nadruk bij Skills op het helder krijgen van de al aanwezige kennis bij de deelnemers. De verschillende activiteiten in de groep, zoals de oefeningen, discussie en brainstormen in kleine groepen (het actief oefenen), worden gebruikt om de aanwezige kennis in de groep aan het licht te brengen. De reden voor deze aanpak is dat deelnemers eerder oplossingen en adviezen aannemen van groepsgenoten dan van trainers. Door het centraal stellen van de kennis van de deelnemers, kan men bovendien de zelfwaardering en het zelfvertrouwen van de deelnemers stimuleren.

Actief leren 9 9 9

Stimuleren zelf oplossingen bedenken; Geen oplossingen geven; Veel actief oefenen;


D4 Anticiperen op en overwinnen van tegenslagen 9 Deelnemers identificeren mogelijke tegenslagen en obstakel; 9 Verzinnen door brainstormen mogelijke oplossingen; 9 Committeren zich aan bepaalde acties.

9 9 9

Anticiperen op en overwinnen van tegenslagen Deelnemers identificeren mogelijke tegenslagen en obstakel Verzinnen door brainstormen mogelijke oplossingen Committeren zich aan bepaalde acties.

In Skills wordt door middel van probleemoplossingstrategieën in de groep oplossingen bedacht om mogelijke belemmeringen het hoofd te bieden. Verondersteld wordt dat met name een verandering in de perceptie van deze belemmeringen een krachtige stimulans geeft aan het zoeken van en oriënteren op werk. D5 “Referent power” Referent power is de het gezag (autoriteit) die andere mensen aan je toekennen. Door deze referent power krijg je als je als trainer de kans om het gedrag van de deelnemers te beïnvloeden. Dit soort uitstraling is gerelateerd aan vriendelijkheid en gelijkheid tussen de trainers en de deelnemers. Wanneer een deelnemer de trainer ziet als iemand met wie hij/zij zich kan identificeren, kan de trainer bij deze persoon positieve veranderingen teweeg te brengen. Het is gebleken dat invloed die trainers hebben op deelnemers afhankelijk is van de mate van waardering voor die trainers. Het is daarom belangrijk dat trainers o.a. bouwen aan vertrouwen, onvoorwaardelijk acceptatie tonen, concrete positieve feedback geven en andere nondirectieve en gedragstherapeutische technieken hanteren om dit gezag te verwerven. Referent power helpt om: 9 9 9 9 9

Vertrouwen op te bouwen; Angstgevoelens te verminderen; Mensen meer over zichzelf te laten vertellen; De geloofwaardigheid van de trainer veilig te stellen Gedrag van de deelnemers te beinvloeden..

Referent power Trainers: 9 Bouwen aan vertrouwen en een veilige omgeving 9 Laten expertise zien op het gebied van werkloosheid en het geven van trainingen 9 Moderate self-disclosure 9 Verkleinen sociale afstand 9 Bieden onvoorwaardelijke steun en positieve feedback 9 Moedigen de deelnemers aan hetzelfde te doen Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door financiering uit het Europees Sociaal Fonds

Vat de mechanismen samen door op een rijtje te zetten wat de mechanismen betekenen voor de rollen van de trainer en deelnemers.

Wie doet wat? Trainer/ facilitator - introduceert onderwerpen overziet en stuurt het proces houd deelnemers “in de boot” oog voor de hele groep is altijd aanspreekbaar (ook in pauzes)

Deelnemer - genereert oplossingen/kennis - identificeert problemen - ontwikkelt en deelt manieren om met problemen om te gaan oefent in vaardigheden

Basisprincipe /kern Rond het onderwerp “Achtergronden van JOBS en Skills” af door het basisprincipe uit te leggen (zie flip-over): Blijf tijdens het geven van de training vertrouwen op de Skills methode: Het is belangrijker dat deelnemers van de workshop groeien in hun zelfvertrouwen en competentiegevoel dan dat ze “alles goed doen”.

9 9

Basis principe Vertrouw op het groepsproces: Het is belangrijker dat deelnemers van de workshop groeien in hun zelfvertrouwen en competentiegevoel dan dat ze “alles goed doen

koffiepauze


9 Workskills: Oefeningen uit het workskillsprotocol Oefening: Vaardigheden ontdekken Zie hand-outs We gaan nu aan de hand van een paar oefeningen kijken welke vaardigheden we allemaal hebben en hoe je die vaardigheden goed kunt gebruiken voor een bepaald beroep. Als je van jezelf weet wat je allemaal kunt en wat je moet kunnen of weten voor een bepaalde baan, is het namelijk veel makkelijker om aan een werkgever te laten zien dat jij de juiste persoon voor die baan bent”. “Veel mensen doen zichzelf tekort en realiseren zich niet welke sterke eigenschappen en vaardigheden ze hebben FO-19 Stap 2: (gebruik flip-over ). Vervolgens lopen de deelnemers weer door de lijst en zetten een ‘ja’ bij de vaardigheden die zij leuk vinden en een ‘nee’ bij de vaardigheden waar ze geen plezier in hebben. Met de overige vaardigheden hoeven ze niets te doen. De betekenis van je vaardigheden Ja = leuk om te gebruiken. Nee = niet leuk om te gebruiken. Leeg = neutraal

Terugblik Vraag deelnemers of ze verbaasd zijn over het aantal vaardigheden dat ze hebben aangekruist (zowel wat betreft de gebruikte als leuke vaardigheden).

Vraag vervolgens aan deelnemers om een vaardigheden te kiezen waar ze niet zo gauw aan zouden denken en de mogelijkheden ervan te bespreken voor werk. Geef eventueel een voorbeeld.

Wat vinden jullie van de hoeveelheid vaardigheden die je hebt aangekruist? Zou je over al deze vaardigheden verteld hebben aan het begin van de bijeenkomst? Laten we de zaal rond gaan en van iedereen horen welke vaardigheid jullie hebben aangekruist waaraan jullie niet zo snel zouden denken. Voor welke baan zou je deze vaardigheid goed kunnen gebruiken?”

Lunchpauze


Oefening: Stappenplan Zie hand-outs

Oefening Embleem Zie hand-out

Oefening: positieve feedback geven “Finding te gold”

Oefening over referent power en specifieke positieve feedback Doel: Leren positieve feedback te geven. Daarnaast voorbereiding op de inoculatie, selfdisclosure en sluit aan op oefening over vaardigheden voor de cliënten later.

FO-16

•

Laat de hele groep nadenken over iemand die een grote invloed had of heeft in hun leven, hen heeft geholpen, iemand die ze waardevol vinden/ respect voor hebben

•

Deel de groep op in tweetallen. Laat ieder aan elkaar vertellen welke specifieke vaardigheden gebruikte deze persoon om jou te helpen. En waarom vind je deze persoon zo waardevol?

Plenaire nabespreking: FO-17

•

wat was moeilijk aan deze oefening (schrijf op flip)

FO-18

•

Wat zijn manieren om deze moeilijkheden aan te pakken zodat we goede positieve feedback kunnen geven. (is voorbereiding op de inoculatie)

extra

Opdracht : Inleven in mijn de cliënt


HO

Vul de hand-out ‘mijn client’ in

Schrijf kort de case uit van de cliënt die je gaat spelen (aantal vragen op een hand-out geven, nog maken bv: man/vrouw, leeftijd, soort werk dat je deed, hoe VSVer of risicojongere geworden, wat betekent het, welke mogelijkheden/ belemmeringen zie je, en meer specifiek mbt toekomst, hoe is thuissituatie.

6. Vooruitblik op morgen (hoe je de deelnemers kunt werven, hoe je 1:1 coaching vorm kunt geven volgens deze methodiek, alle praktische zaken over het onderzoek)

7. Afsluiting Begint het te leven? Is een inoculatie nodig, welke vragen, twijfels blijven hangen Met goed gevoel weg laten gaan


Dag 2 (Suzanne en Roel) De organisatie, de bijdrage van de coördinatoren (9.30 uur)

5. Het onderzoek 9 Uitleg waarom onderzoek (belang vragenlijst); 9 Uitleg design; FO 9 Uitleg instroom procedure (stroomschema); FO 9 Instroomcriteria/selectie. FO

Opzet onderzoek •

Zet schema’s van Heleen op FO en/of deel ze uit

•

Hoe: 3 meetmomenten, met vragenlijsten en bellen/e-mail

•

wat moeten de docenten doen selecteren (bij intake); randomiseren over 2 condities (op instituutsniveau); benaderen voor deelname onderzoek (controlegroep) of training en onderzoek (WorkSkillsgroep). Krijgen ze de eerste lijst bij de eerste trainingsdag? Dan hoeft benadering voor het onderzoek niet bij de WorkSkillsgroep (is dat toch wel handig, we moeten eerst de trainingsgroepen zien vol te krijgen).

•

Wat doet TNO….

Selectie doelgroep: Voortijdig Schoolverlaters In hoofdlijnen zijn voortijdig schoolverlaters (vsv’ers) in te delen in bepaalde aandachtsgebieden. Deze worden hieronder besproken. De (leerplichtig tot 17 jaar) leerling tussen de 12 en de 23 jaar die geen startkwalificatie heeft verkregen wordt door een onderwijsinstelling bij het RMC als voortijdig schoolverlater geregistreerd. Daarna geldt voor de leerling: De leerplichtambtenaar begeleidt de leerling terug richting onderwijs, indien nodig door een instelling als jeugdhulpverlening in te schakelen. niet leerplichtige leerling: De trajectbegeleider die in het kader van de RMC-wet is aangesteld, begeleidt de jongere terug naar het onderwijs met het doel een startkwalificatie te behalen, of richting arbeidsmarkt met het doel de maximaal haalbare arbeidsmarktpositie te verwerven indien een startkwalificatie niet haalbaar is.

De voortijdig schoolverlaters bevindt zich in een van de volgende posities: 1. De leerling is gestopt met het bezoeken van school, een kwestie van niet langer willen, psycho sociale redenen of het niet op kunnen brengen. Met andere woorden:


2. Motivationele problemen (men ziet het leren of de schoolse omgeving niet zitten en men wil (graag) werken (geld verdienen); 3. Psycho-sociale problemen, vormen van angst (prestatie verwachtingen, sociale interacties andere persoonlijke problematiek); 4. Men heeft niet de intellectuele capaciteiten om aan de opleidingseisen te voldoen. 5. De leerling is aan het werk gegaan op doorgaans een te laag niveau en is niet in het bezit van een startkwalificatie. Het is de verwachting dat de leerling op langer termijn beter af is met het behalen van een diploma of een vakgerichte opleiding.

8. Praktische zaken 9 Samenvatting taken verschillende partijen 9 Presenteer planning (wanneer moet wie wat gaan doen) 9 Maak afspraken over praktische zaken vervolg (welke info levert wie aan, wanneer etc) Oefening: 1 op 1 begeleiding

FO

Het doel en de setting van de training is (mogelijk) anders dan het doel van jullie

HO

vervolg begeleiding. Alleen Skillsmethode inzetten wanneer je eigen probleemoplossendvermogen wilt vergroten, de verantwoordelijkheid bij de leerling wilt leggen; het zelfvertrouwen moet groeien etc. Wel belangrijk dat vervolg begeleiding niet haaks staat op de WorkSkillstraning (zie do’s en dont’s) Eerst de Do’s en de Dont’s bespreken >> brainstormen

Dan een cochingsgesprek gaan voeren

Zie Hand-out

Oefening: wervingsgesprek Zie HO Wervingsgesprek/logistiek oefenen (evt naar dag 2 als ze nu nog niet voldoende weten wat ze kunnen zeggen omdat ze niet weten wat Skills is) a. Geef ze informatie materiaal (heleen) b. hoe motiveer je jongeren om mee te doen Wat kun je zeggen.(brainstrorm) c. laat ze oefenen in een gesprek met zon gesprek



Flip-over teksten 1. Basis regels -

Vertrouwelijkheid

-

Luister naar elkaar en respecteer meningen

-

“Beurt overslaan-regel”

-

Maak er iets leuks van!

2. Agenda dag 1: Waar sta ik voor? -

Welkom!

-

Kennismaken met elkaar

-

Introductie in de ‘SKILLS- methodiek

-

Oefening in positieve feedback

-

Voorstellen cliënten

-

Vaardigheden

-

Dagverslag

3. Zie hand-out ‘persoonlijk embleem’ Gebied 1 = Teken of schrijf over vaardigheid die je graag gebruikt. Gebied 2 = Teken iets waar je trots op bent dat je het bereikt hebt. Gebied 3 = Teken of schrijf op waar je voor staat in je leven/persoonlijke waarde. Gebied 4 = Teken iets wat je het liefst doet in je vrije tijd. Gebied 5 = Teken of schrijf op wat je ‘verborgen’ kwaliteiten zijn

4. Opwarmer: -

Hoe is het om jongere te hebben.

-

Hoe is het om consulent te zijn?

-

Uitdagingen en ‘beloningen’ in dit werk?

-

Wat is mijn manier van consult geven?

5. Resultaten SKILLS methode bij werklozen Mensen die de training volgen vinden: •

sneller een baan

•

beter (betaalde) banen

•

vallen minder vaak terug in werkloosheid

…dan mensen die de training niet volgen


6. Basis principe. Vertrouw op het proces: Het is belangrijker dat deelnemers van de workshop groeien in hun zelfvertrouwen en competentiegevoel dan dat ze “alles goed doen”

7. Doelen SKILLS-methode •

Versterk het zelfvertrouwen van de deelnemer

•

Versterk hun sociale vaardigheden en probleemoplossend vermogen om:

-

Plannen te maken voor de (werk)toekomst

-

Werk te vinden

-

Werk te behouden

8. Proces Trainer: -

Zendt empathie (goed begrip en inlevingsvermogen)

-

Zendt oprechtheid (echt zijn)

-

Zendt onvoorwaardelijke positieve feedback (respect)

-

Doet gedrag voor

-

Deelnemers ontvangen en reageren hierop/ veranderen

9. Sociale steun •

trainers tonen empathie voor de zorgen en gevoelens van de deelnemers, en moedigen probleemoplossend vermogen/ coping inspanningen aan.

•

Trainers doen ondersteunend gedrag voor en belonen dit.

10. Self-efficacy (vertrouwen in eigen vaardigheden) •

deelnemers geloven dat ze bepaald gedrag succesvol kunnen uitvoeren

•

deelnemers laten doorzettingsvermogen, vergroot zelfvertrouwen en betere taakuitvoering zien.

11. Ervaren, ondersteunende trainers -

bouwen aan vertrouwen en een veilige omgeving

-

verkleinen sociale afstand

-

bieden onvoorwaardelijke steun en specifieke positieve feedback

-

moedigen de deelnemers aan hetzelfde te doen.


12. Voorbereiden op en overwinnen van tegenslagen Deelnemers identificeren mogelijke tegenslagen en obstakels, verzinnen door brainstormen mogelijke oplossingen, en commiteren zich aan bepaalde acties.

13. Actief leren -

Gebruikt de kennis en vaardigheden van de deelnemers zelf voor de antwoorden en oplossingen door discussies, brainstormen en het oefenen van nieuwe vaardigheden

-

Acceptatie van en commitment aan eigen oplossingen of die van medestanders ligt hoger dan aan die van een ‘expert’.

-

Stimuleert het (terug)pakken van controle over het eigen leven

14. Wie doet wat? Trainer/ facilitator

deelnemer

-creeert veilige omgeving

- genereert oplossingen/kennis

- doet gedrag voor

- identificeren problemen

- bekrachtigen positief gedrag

- ontwikkelen en delen manieren om met problemen om te gaan

- introduceren onderwerpen

- oefenen in vaardigheden

- overzien en sturen het proces

15. Wat is anders? SKILLS

traditionele ‘lesgeef’ methode

Deelnemer is informatiebron

trainer is informatiebron

Focus op onderlinge interactie

focus op trainer naar deelnemer interactie

Effectief gedrag benadrukt en bekrachtigd

gedrag bekritiseerd en geevalueerd

Het gaat om geloven dat je het kan

het gaat om het juist doen

16. Oefening: •

Denk aan iemand die jou heeft geholpen in het leven die je waardevol vindt/ respect voor hebt

•

Beantwoordt de vraag: welke specifieke vaardigheden gebruikte deze persoon om jou te helpen.

•

Waarom vind je deze persoon zo waardevol?

17. Wat is hier zo moeilijk aan?


18. Wat zijn manieren om deze moeilijkheden aan te pakken zodat we goede positieve feedback kunnen geven?

19. De betekenis van je vaardigheden Ja

= leuk om te gebruiken.

Nee

= niet leuk om te gebruiken.

Leeg

= neutraal.

20. Wat was moeilijk aan deze oefening? Tegen welke problemen liepen jullie aan?

21. Oplossingen?



WORKSKILLS Equal project

Recommend Documents