Evaluatie Ticket to the Future Equal-project
Januari 2008
Colofon De monitoring en evaluatie van Ticket to the Future is uitgevoerd door Wise up Arbeidsmarktconsultancy te Mill. Doelgroep zijn de laagopgeleiden in wijken van 3 Brabantse gemeenten. Deze monitoring en evaluatie gebeurde in opdracht van de gemeente Tilburg. Uitgave: Evaluatie Ticket to the Future, januari 2008 Auteurs: mevrouw drs. A.I.H. Willems MMS en mevrouw MSc. M.J.D. Geenen
2
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
Inhoudsopgave MANAGEMENT-SAMENVATTING ......................................................................... 5 1.
OPZET VAN DE EVALUATIE ........................................................................... 6 1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
2.
KWALITATIEF DEEL ...................................................................................... 8 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7. 2.8. 2.9. 2.10. 2.11.
3.
INLEIDING.........................................................................................................8 COMMUNICATIEACTIVITEITEN .................................................................................9 GELIJKE KANSEN VOOR MANNEN EN VROUWEN ..........................................................10 ONTWIKKELDE PRODUCTEN..................................................................................10 DRAAGVLAK .....................................................................................................11 WERKPROCES ..................................................................................................11 ONTWIKKELINGSPARTNERSCHAP ...........................................................................12 INZETBAARHEID PRODUCTEN ................................................................................12 SUCCESFACTOREN .............................................................................................13 VERKLARING VERSCHIL RESULTATEN.......................................................................13 CONCLUSIES ....................................................................................................14
KWANTITATIEF DEEL ................................................................................. 15 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.7. 3.8. 3.9. 3.10. 3.11. 3.12. 3.13. 3.14. 3.15.
4.
INLEIDING.........................................................................................................6 DOEL EVALUATIE.................................................................................................6 WERKWIJZE.......................................................................................................6 INDELING VERSLAG ..............................................................................................7
INLEIDING.......................................................................................................15 GESLACHT .......................................................................................................15 WOONPLAATS ..................................................................................................16 LEEFTIJD ........................................................................................................16 AFKOMST ........................................................................................................17 OPLEIDINGSNIVEAU ...........................................................................................18 WERKSITUATIE.................................................................................................19 AANTAL JAREN ZONDER SCHOLING .........................................................................20 GEVOLGDE OPLEIDING ........................................................................................20 OPLEIDINGSINSTITUUT .......................................................................................21 MOTIVATIE......................................................................................................22 BEÏNVLOEDING DOOR TICKET TO THE FUTURE? ........................................................23 DOORSTROOM..................................................................................................24 DE DEELNEMERS IN SEGMENTEN ............................................................................25 CONCLUSIES ....................................................................................................27
TEVREDENHEID DEELNEMERS ................................................................... 29 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6. 4.7. 4.8.
INLEIDING.......................................................................................................29 KENMERKEN RESPONDENTEN ................................................................................29 RAPPORTCIJFERS ..............................................................................................29 SCHOOL/INSTITUUT GEVOLGDE OPLEIDING ..............................................................30 INHOUD OPLEIDING ...........................................................................................31 DOEL OPLEIDING ..............................................................................................33 DE DIEPTE-INTERVIEWS ......................................................................................35 EERSTE CONCLUSIES ..........................................................................................37 3
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
5.
AANBEVELINGEN........................................................................................ 38
GERAADPLEEGDE BRONNEN............................................................................. 39
4
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
Management-samenvatting
Ticket to the Future is een project dat zich richt op laagopgeleiden in drie Brabantse steden; Tilburg, ’s-Hertogenbosch en Helmond. Er is voor een wijkgerichte aanpak gekozen, dat betekent dat in iedere stad een wijk is geselecteerd waar het project is uitgevoerd. Bewoners van de wijk konden een leercheque aanvragen en deze naar eigen inzicht besteden aan een opleiding. In totaal hebben er 76 mensen deelgenomen en het project kan als succesvol worden omschreven. De werving is in alledrie de steden anders aangepakt. Het is gebleken dat de aanpak met behulp van intermediairs uit de doelgroep het meest succesvol is. Deze intermediairs zijn zelf laagopgeleid en staan zodoende dicht bij de doelgroep en kennen hun wensen en behoeften. De intermediairs zijn actief deelnemers gaan werven in de wijk. Een aanpak met intermediairs bestaande uit professionals die werken in de wijk, is veel lastig te realiseren. Positief succes is hierbij geboekt in Helmond in de samenwerking met een woningbouwvereniging die zich actief inzet om de leefbaarheid in de wijken te verhogen en daarbij ook inzet op educatie. Het volgen van een opleiding is voor laagopgeleiden een grote stap. Het aanbieden van korte opleidingen is daarom een belangrijk voorwaarde. Het is geen goed idee om meteen met een gehele BBL/BOL opleiding te komen, laagopgeleiden haken dan grotendeels af. Ticket to the Future is een eerste stap geweest in de richting van opleiding en kwalificatie. Om aan de vraag te kunnen voldoen zijn binnen Ticket to the Future nieuwe opleidingen ontwikkeld, speciaal voor laagopgeleiden. ROC’s hebben in dit project daarmee de omslag gemaakt van aanbodgericht naar vraaggericht werken. Het merendeel van de 76 deelnemers zijn vrouwen, mensen zonder baan in een leeftijd tussen de 31 en 60 jaar. Daarnaast was het voor een groot deel van de deelnemers de eerste vorm van scholing sinds 20 jaar. Ticket to the Future is zodoende goed in geslaagd mensen te motiveren en stimuleren om weer te gaan leren. De tevredenheid van de deelnemers over de opleiding die werd gevolgd, is met een gemiddeld rapportcijfer boven de 8 erg hoog. Ticket to the Future heeft veel raakvlakken met de Leerbonpilot. Ook hier ging het om het stimuleren van laagopgeleiden om weer te gaan leren. Uit de analyse van de deelnemers is gebleken dat er grote overeenkomsten zijn. Zo kunnen beide groepen deelnemers onder andere worden ingedeeld in segmenten die iets zeggen over de diverse leervragen. De pilots in Helmond en Tilburg worden reeds opgevolgd door nieuwe initiatieven waarbij de leerervaringen volop worden meegenomen in de aanpak.
5
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
1. Opzet van de evaluatie
1.1. Inleiding Ticket tot the Future is een Europees Equal-project dat zich richt op laagopgeleiden in 3 Brabantse steden. In iedere stad is een wijk of enkele aaneengesloten wijken geselecteerd waar laagopgeleide bewoners een leercheque (Ticket) hebben kunnen aanvragen om naar eigen inzicht te besteden aan een opleiding. Het doel van deze wijkgerichte aanpak was om laagopgeleiden weer aan het leren te krijgen en hen een basis te geven om te (blijven) participeren in de samenleving. Equal is een Europees Sociaal Fonds (ESF) waaruit subsidies worden verstrekt voor vernieuwende projecten gericht op het scheppen van gelijke kansen en mogelijkheden voor alle bevolkingsgroepen. De aansturing van het project ligt in handen van een ontwikkelingspartnerschap (OP) bestaande uit drie ROC’s (Midden-Brabant, Willem I, Ter AA), drie gemeenten (Tilburg, Den Bosch, Helmond), en de Provincie Noord-Brabant. Het project wordt gecoördineerd door de provincie. De subsidie bij het ESF werd aangevraagd door de gemeente Tilburg, die tevens projectleider is. EQUAL-projecten zijn proeftuinen voor vernieuwende aanpakken die ongelijke kansen op de arbeidsmarkt beogen te bestrijden. Om vast te stellen of wat we in ‘Ticket to the Future’ ontwikkelen ook succesvol is, is het van belang de ontwikkeling van methodieken goed te monitoren en evalueren. De monitoring & evaluatie zal op systematische wijze de feitelijke ontwikkelingen binnen het project volgen en er voor zorgen dat deze ontwikkelingen periodiek worden gewaardeerd door de verschillende betrokkenen. De informatie die dat oplevert dient als instrument naar het OP om lopende het project de ontwikkeling of organisatie bij te sturen.
1.2. Doel evaluatie De monitor heeft de opbrengsten van 3 pilots in beeld gebracht. Daarbij is de doelstelling om enerzijds verantwoording af te leggen over het project en anderzijds de good practices te definiëren in dit evaluatieverslag. Maar de initiatiefnemers willen nog een stap verder gaan met de monitor: • Enerzijds is erg belangrijk er zoveel mogelijk kennis en ervaring uit te destilleren. • Anderzijds dient de ‘vonk’ over te springen van de pilots naar andere intermediairs zodat veel meer laagopgeleiden gaan werken aan hun kwalificatie. In de aanpak van de monitor en ook in deze rapportage is rekening gehouden met deze wensen. 1.3. Werkwijze Allereerst zijn een vijftal meetinstrumenten ontwikkeld welke voor alle pilots werden gebruikt. Het betreft: • Nulmeting • Workshop kenniscreatie • Klantbelevingsonderzoek • Interviews met een aantal deelnemers • Deelnemersanalyse via een spreadsheet 6
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
• Eindmeting Deze instrumenten zijn vervolgens door Wise up Arbeidsmarktconsultancy ingezet bij de 3 pilots. Voor de disseminatie en mainstreaming is vervolgens een apart communicatieplan gemaakt en na goedkeuring uitgevoerd. Er is afstemming gezocht met de communicatieacties rondom Kennis=Meedoen.
1.4. Indeling verslag De evaluatie is opgebouwd uit 4 onderdelen; een kwalitatief deel, een kwantitatief deel, de uitkomsten van het tevredenheidsonderzoek en tot slot het onderdeel met de belangrijkste aanbevelingen. In het kwalitatieve deel wordt ingegaan op de verschillende onderdelen uit het project, zoals de communicatie, het werkproces, de opgeleverde projecten en de belangrijkste succesfactoren. Hierbij zullen telkens de belangrijkste leerervaringen worden beschreven. In het kwantitatieve deel wordt de analyse getoond die is gedaan op de deelnemersinstroom, met hierin zaken als achtergrondkenmerken van de deelnemers, de gekozen opleidingen en de reden voor de gekozen opleiding. Vervolgens komt een tevredenheidsanalyse aan bod van de deelnemers over de door hen gevolgde opleiding. Hierin komt aan bod hoe tevreden de deelnemers zijn over het opleidingsinstituut waar ze de opleiding hebben gevolgd, de inhoud van de opleiding en het doel dat ze met de opleiding wilden bereiken. Tot slot komen in het laatste deel de aanbevelingen aan bod die op basis van alle bevindingen uit deze evaluatie gedaan kunnen worden aan iedereen die aan slag wil met het aan het leren krijgen van laagopgeleiden.
7
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
2. Kwalitatief deel
2.1. Inleiding Het Ticket to the Future project heeft de doelstellingen uitgesplitst in een kwalitatief en een kwantitatief deel. In dit hoofdstuk komen de kwalitatieve resultaten aan bod. Hieronder eerst de doelstelling. 1. 2. 3. 4.
Krijgen van inzicht van laagopgeleiden in hun eigen kennis, vaardigheden en talenten. Motiveren en stimuleren van de laagopgeleiden om zich persoonlijk te ontwikkelen. Verlaging van de drempel tot scholingsinstituten voor laagopgeleiden. Organisatie van laagdrempelige, praktijkgerichte en vraaggerichte leervormen/scholing door het ROC.
Over deze doelstelling wordt gerapporteerd aan de hand van de belangrijkste onderzoeksvragen uit de Equal-projectaanvraag: Onderzoeksvragen ten aanzien van de inhoud: 1. Bereiken de communicatieactiviteiten hun doel? 2. Hebben de mannen en vrouwen in het project gelijke kansen? 3. Werken de producten die worden ontwikkeld goed of minder goed, en hoe is deze inhoudelijke ontwikkeling bij te sturen? 4. Zijn in een bepaalde fase van het project de geplande kwalitatieve en kwantitatieve resultaten gerealiseerd? 5. Zijn de beoogde doelstellingen gerealiseerd? 6. Hoe is het draagvlak te bevorderen voor implementatie van de nieuw ontwikkelde producten in de eigen en in andere organisaties? Onderzoeksvragen ten aanzien van het proces: 7. Is het werkproces waarlangs in het project wordt gewerkt succesvol en hoe is dit proces – zo nodig – bij te sturen? 8. Hoe verloopt de onderlinge samenwerking binnen het OP en met externe partijen en hoe is deze samenwerking – zo nodig – bij te sturen? 9. Zijn de eindproducten goed genoeg om ze breed te verspreiden onder beleidsmakers en uitvoerders of moeten zij nog worden aangepast/verbeterd? Aanvullende vragen vanuit de projectleiding zijn: 10. Wat zijn de succes- en faalfactoren in de 3 verschillende projecten. 11. Waardoor worden de verschillen in resultaten tussen de 3 verschillende projecten veroorzaakt? 12. Wat zijn aanbevelingen voor een toekomstige aanpak in een volgende wijk? Wat moet dan zeker wel gebeuren en wat niet? Vraag 4 en 5 over respectievelijk doelstellingen en resultaten worden niet apart beantwoord omdat dit hele rapport hierop een integraal antwoord geeft. Vraag 12 over de aanbevelingen voor de toekomst komt in hoofdstuk 5 terug. De andere vragen 8
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
worden in de volgende paragrafen beantwoord. In elke paragraaf wordt eerst een korte beschrijving gegeven van de aanpak en dan volgen de eventuele leerervaringen.
2.2. Communicatieactiviteiten Om deelnemers te werven hebben de 3 pilots ieder een andere wervingsmethode gebruikt met ook ieder verschillende resultaten. De doelstelling was om in iedere stad 50 deelnemers te werven voor het project. In Tilburg is gekozen voor een wijkgerichte aanpak. Er is een startbijeenkomst georganiseerd en daar zijn professionals actief in de wijk om medewerking gevraagd: om mensen te informeren, stimuleren en door te verwijzen. Aan hen is ook gevraagd of ze actieve wijkbewoners kennen die als intermediair willen optreden. Het gaat om mensen die de wijk goed kennen: zij zijn vaak al actief als vrijwilliger en kunnen zich identificeren met de doelgroep. Deze intermediairs gaan actief in de wijk werven door mensen aan te spreken op straat, in het buurthuis en op de markt. Dit heeft 58 deelnemers opgeleverd. Helmond heeft niet de aanpak van de intermediairs uit de doelgroep genomen maar die van professionals die fungeerden als intermediair. Bijvoorbeeld Stichting Humanitas, Woonpartners en het vrijwilligerswerk in Helmond. Deze aanpak was eveneens succesvol en leverde 18 deelnemers op. De verklaring van het mindere aantal deelnemers kan gevonden worden in het feit dat de gehele wijk waar Ticket to the Future zich op richtte gesloopt werd in het kader van stadsvernieuwing. Dit bracht voor bewoners een hoop onrust en onzekerheid met zich mee en het volgen van een opleiding werd zodoende als minder belangrijk ervaren. In ’s-Hertogenbosch is samen met welzijnsorganisatie Divers geprobeerd deelnemers voor dit project te werven. Een manier hierbij was het fenomeen ‘straat op de plaat.’ Laat een camera rouleren onder buurtbewoners. Elke buurtbewoner zet twee andere huishoudens op de foto op een plek die bijzonder is voor degene die op de foto gaat. Zo komen bewoners op een leuke manier met elkaar in contact en leren ze over eenieders interesses en achtergronden. Dit kan onveiligheidsgevoelens verminderen en de leefbaarheid verbeteren omdat men elkaar beter leert kennen. Deze aanpak bleek helaas niet te werken. Verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat in de gekozen wijk al een aantal andere initiatieven lopen om bewoners te scholen en naar werk te begeleiden. Bewoners waren als het ware ‘hulpverleningsmoe.’ Er hebben in ’s-Hertogenbosch dan ook 0 kandidaten deelgenomen. Leerervaringen - Een wijkgerichte aanpak heeft veel succes als het gaat om het werven van laagopgeleiden voor opleidingstrajecten. - Bij deze wijkaanpak werken in de nabijheid van de doelgroep, de intermediairs uit Tilburg zijn hiervan een goed voorbeeld. Het blijkt dat de drempel van een instantie in de wijk toch nog te hoog kan zijn. - Wat betreft communicatiemiddelen heeft een brede aanpak het meeste resultaat. Flyers, advertenties in buurtkranten, posters etc. Potentiële deelnemers moeten het project eigenlijk overal ‘tegenkomen.’ - Een goed communicatieplan is belangrijk, dit maakt taken en bijbehorende planning inzichtelijk en voorkomt onduidelijkheden of onnodig werk. 9
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
2.3. Gelijke kansen voor mannen en vrouwen Er is geen onderscheid gemaakt in de aanpak en werving van laagopgeleide mannen of vrouwen. Uitkomst is wel dat meer vrouwen dan mannen hebben deelgenomen.
2.4. Ontwikkelde producten In het projectplan staan 5 producten beschreven die iedere pilot diende op te leveren. Hieronder een beschrijving van deze producten en het resultaat. 1. Een rapportage die inzicht biedt in de leervraag van laagopgeleiden, de belemmeringen die ze ervaren in het opnieuw leren en de succesfactoren om hen opnieuw aan het leren te krijgen. Resultaat: Deze rapportage is opgeleverd in de vorm van een onderzoek uitgevoerd door Monique Wassen van het ROC Midden-Brabant. In het onderzoek zijn diverse betrokkenen bij Ticket to the Future geïnterviewd om en antwoord te formuleren op bovenstaande vraag over de leervraag onder laagopgeleiden, de belemmeringen en de succesfactoren. 2. Een getest model voor leercheques voor laagopgeleiden. Resultaat: De leercheques (Tickets) zijn een goede manier gebleken om laagopgeleiden te motiveren om te gaan leren. Het is gratis, en dat maakt de drempel laag en dat is juist voor deze doelgroep erg belangrijk. 3. Een geteste methodiek om laagopgeleiden te begeleiden bij hun loopbaanontwikkeling. Resultaat: Deze methodiek staat nog in de kinderschoenen. Door de opgebouwde contacten kunnen nu de eerste stappen gezet worden met het in kaart brengen van leer- en opleidingswensen en mensen hier daadwerkelijk bij ondersteunen. Voor de doelgroep is het plannen van hun leven op zich al moeilijk en verwachting is dat heel voorzichtig dit onderwerp zal moeten worden aangesneden omdat de kans groot is dat deelnemers afhaken. Deelnemers willen een eerste stap maken, niet meteen een volledige BOL/BBL opleiding volgen. 4. Een instrument om individuele leerwensen van mensen te vertalen in een scholingsaanbod. Resultaat: Dit instrument heeft gewerkt in de vorm van de intake die gedaan is met de deelnemers en het portfolio dat van iedere deelnemer is bijgehouden. De instrumenten zorgen ervoor dat van iedere deelnemer nauwkeurig bijgehouden wordt wat hij of zij heeft bereikt. Het is daarnaast meteen een document dat aan deelnemers kan worden meegegeven. Dit geeft deelnemers een tastbaar document als resultaat van hun inspanningen. 5. Een training/workshop voor begeleiders om mensen te stimuleren weer te gaan leren.
10
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
Resultaat: Deze is in Tilburg ontwikkeld omdat hier is gewerkt met intermediairs. Voor hen is een speciale cursus ontwikkeld waarin het stimuleren van mensen om weer te gaan leren centraal staat.
2.5. Draagvlak In het Ticket to the Future project is een nieuwe methode ontwikkeld om laagopgeleiden te bereiken en te stimuleren om te leren. De aanpak heeft tot veel draagvlak geleid; zowel binnen de ROC’s als binnen de andere betrokken partijen. Het project heeft daarnaast een positieve impuls gegeven aan de interne samenwerking en het denken over het opleiden van laagopgeleiden. Vooraf was er de verwachting dat de laagopgeleiden veel meer mee zouden werken aan een EVC, diploma of loopbaanontwikkeling. Dit bleek echter niet het geval. Het project heeft de betrokken professionals ervan doordrongen dat dit voor de doelgroep echt de eerste stap is richting opleiding en kwalificatie. Het is geen goed idee om meteen met ‘ingewikkelde’ zaken als EVC en een opleidingsplan te komen, er is dan een grote kans dat de laagopgeleide zal afhaken. Deze nieuwe visie wordt nu breed onderschreven binnen de organisaties. Leerervaringen - Het uitvoeren van een Equal project leidt vaak tot een hoog abstractieniveau. Voorbeeld hiervan is de naam; prachtig voor politici en andere beleidsmakers, maar veel te moeilijk voor de doelgroep, zo is gebleken. In een vervolgproject dat in Tilburg is opgezet is de naam reeds gewijzigd in Ticket voor de Toekomst.
2.6. Werkproces Ieder project vergt een goede samenwerking en afstemming tussen alle betrokken partijen, een goed werkproces. Binnen Ticket to the Future waren er 3 pilots die tegelijkertijd het project uitvoerden op hun eigen manier, een hele uitdaging. Het projectmatig werken is binnen de ROC’s nog niet zo sterk ontwikkeld, zo is gebleken. De betrokken personen hadden veel verantwoordelijkheden en moesten Ticket to the Future naast hun andere werkzaamheden uitvoeren. Dit zorgt voor tijdgebrek en een (te) grote afhankelijkheid van de persoonlijke invulling van de betrokken persoon. De samenwerking met de partners in de wijk had een voorspoedig begin en het project werd door deze partners ook breed ondersteund. Een probleem dat zich in de praktijk voordeed was dat deze partners geen uren beschikbaar hadden om zich voor Ticket to the Future in te zetten. Dit moest op basis van ‘goodwill’ naast hun reguliere werkzaamheden gebeuren. In Helmond is de ondersteuning vanuit de gemeente gedurende het project weggevallen. De met het project belaste persoon is weggegaan en hier is nooit meer vervanging voor gekomen. Dit is als teleurstellend ervaren, met name omdat de gekozen wijk gesloopt werd door de gemeente en dit voor onrust zorgde binnen de projectuitvoering. Het internationale contact is als zinvol ervaren, met name de uitwisseling van ervaringen met de Italiaanse partners. 11
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
Leerervaringen - Leren werken in een project is belangrijk. ROC’s moeten hier nog aan wennen. - Een duidelijk plan met daarin de taakverdeling, activiteitenstructuur, planning en financiering kan onduidelijkheden en vertragingen voorkomen. - Niet alleen maar kijken naar de einddoelstelling, maar ook naar het proces. Het gaat om het resultaat op de lange termijn; duurzaam resultaat kan alleen worden bereikt wanneer de deelnemer het kan bijbenen. - Een project kost veel tijd, voldoende uren beschikbaar maken voor de projectmedewerkers naast hun reguliere werk is daarom een belangrijk voorwaarde.
2.7. Ontwikkelingspartnerschap Het ontwikkelingspartnerschap (OP) binnen Ticket to the Future bestaat uit afgevaardigden van de gemeenten, ROC’s en de Provincie Noord-Brabant. Zij zijn verantwoordelijk voor de aansturing van het project. Gemeente Tilburg is aanvrager van het project en hiermee ook projectleider en eindverantwoordelijke. Het OP heeft gedurende het project regelmatig overleg gevoerd over de gang van zaken, dit is door het OP als erg prettig ervaren. Voor de uitvoerenden is het OP vaak een ‘ver van mijn bed show’ gebleken. De rollen, taken en verantwoordelijkheden waren voor de uitvoerenden niet duidelijk. Resultaat was dat men op elkaar moest wachten wat voor vertraging van het project zorgde. Leerervaringen - Communicatie is essentieel, ook in een project. Het beste resultaat wordt bereikt wanneer er duidelijke communicatie is tussen de divers partijen in een project.
2.8. Inzetbaarheid producten Van de opgeleverde producten zoals beschreven in paragraaf 3.4 is het belangrijk om te weten of ze breed verspreidbaar zijn onder beleidsmakers en andere professionals. In de praktijk is gebleken dat dit zo is. De pilot uit Helmond heeft zijn navolging gevonden bij het ROC ter AA in Geldrop waar de leerervaringen met succes worden toegepast. De diverse opleidingen die voor Ticket to the Future zijn ontwikkeld kunnen ook hier worden ingezet. Daarnaast heeft het ROC ter AA in Helmond een overeenkomst gesloten met woningcorporatie Woonpartners. De opleiding Huren in Helmond, die gevolgd kon worden om te leren via internet een nieuwe woning te zoeken (veel bewoners moesten vanwege de sloop een nieuwe woning zoeken) is een groot succes gebleken. Naar aanleiding van dit succes hebben het ROC en Woonpartners de handen verder ineen geslagen en besloten alle huurders van Woonpartners de mogelijkheid te geven cursussen te volgen bij het ROC met een flinke korting van 50% tot 75%. Er is een speciaal boekje ontwikkeld verspreid onder de huurders met daarin het cursusaanbod van het ROC waarop deze korting van toepassing is. Ook in Tilburg heeft Ticket to the Future navolging gevonden. De ontwikkelde methodiek voor het bereiken en stimuleren van laagopgeleiden tot leren wordt nu ook toegepast in 12
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
de gemeenten Rijen, Oisterwijk en Waalwijk. In Tilburg zelf zal de gemeente het project in andere wijken met relatief veel laagopgeleiden uitrollen.
2.9. Succesfactoren Alle pilots hebben een eigen werkwijze gehad binnen Ticket to the Future. Dit heeft voor elke pilot andere ervaringen, successen en resultaten met zich meegebracht. In deze paragraaf volgt een overzicht van de belangrijkste succesfactoren uit de pilots. Tilburg Het inzetten van intermediairs uit de doelgroep voor de werving van deelnemers. Het organiseren van een spreekuur voor potentiële deelnemers. Het gerealiseerde aantal deelnemers van 58, dit ligt boven de doelstelling van 50. Het vrijmaken van uren voor 1 projectuitvoerder. De ontstane relaties met partners in de wijk. Een begin maken met de omslag van aanbodgericht naar vraaggericht werken voor deze doelgroep. De plannen om de methodiek ook in omliggende gemeenten en andere wijken van Tilburg uit te rollen. Helmond De cursus Huren in Helmond, hier hebben buiten Ticket to the Future veel mensen aan deelgenomen. De opgebouwde relaties in de wijk om in de toekomst beter te kunnen samenwerken. Het vervolg dat aan Ticket to the Future is gegeven middels de samenwerking met Woonpartners. Het ontwikkelen van een aantal nieuwe opleidingen speciaal voor dit project. Hiermee is de omslag gemaakt van aanbodgericht naar vraaggericht werken. ‘s-Hertogenbosch Ondanks het feit dat er geen deelnemers zijn kunnen ook hier een aantal succesfactoren worden benoemd: De goed uitgevoerde aftrapbijeenkomst door het Koning Willem 1 College. De positieve betrokkenheid van de verschillende partners in de wijk. Het opbouwwerk van Divers, hun prominente rol in de werving. Het enthousiasme voor het project van bewoners uit andere wijken die helaas niet deel konden nemen.
2.10. Verklaring verschil resultaten De resultaten van de pilots lopen nogal uiteen, van het ruimschoots halen van de doelstelling tot het niet kunnen vinden van deelnemers. Naar aanleiding van alle bevindingen die in de gehele monitoring zijn gedaan kunnen een aantal verklaringen worden gegeven voor de verschillen in resultaten. Deze zijn hieronder beschreven. -
Ten eerste de wervingsaanpak. Er is duidelijk gebleken dat de aanpak met intermediairs uit de doelgroep het meeste resultaat oplevert. De intermediairs staan dichtbij de mensen en kennen hun behoeften en wensen als geen ander. 13
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
-
Daarnaast de projectuitvoering. Het is erg belangrijk dat de projectuitvoerders voldoende uren ter beschikking krijgen om te besteden aan het project. Binnen Ticket to the Future was er soms een gebrek aan tijd om het project de aandacht te geven die het nodig had.
-
Tot slot de gekozen wijk. In Helmond werd de wijk grotendeels gesloopt, bewoners leven in onzekerheid over hun toekomstige woning en hebben hun prioriteiten op dat moment niet bij leren liggen. In ’s-Hertogenbosch liepen er in de wijk al zoveel andere projecten dat bewoners geen zin meer hadden in Ticket to the Future. Opvallend en tegelijkertijd een gemiste kans is dat in beide steden sterke geluiden zijn gekomen vanuit andere wijken waar wel veel enthousiasme was voor het project onder bewoners.
2.11. Conclusies In de inleiding op dit hoofdstuk zijn de doelstellingen ten aanzien van het kwalitatieve onderdeel van Ticket to the Future geformuleerd. Op basis van de in de vorige paragrafen beschreven bevindingen kan gezegd worden dat de doelstelling geslaagd is. Ticket to the Future heeft ervoor gezorgd dat de betrokken partijen meer kennis en inzicht hebben gekregen in hoe laagopgeleiden het beste benaderd kunnen worden als het gaat om scholing. Ook de laagopgeleide deelnemers zelf hebben binnen het project de ruimte gekregen hun eigen leervragen kenbaar te maken en hun vaardigheden en talenten tot uiting te laten komen. Het motiveren en stimuleren van de laagopgeleiden om zich te ontwikkelen kan redelijk geslaagd worden genoemd gezien het aantal deelnemers. De werving en de keuze van de wijk is hierbij cruciaal. Door de wijkgerichte aanpak is de drempel tot scholing voor laagopgeleiden verlaagd, ze kunnen leren in hun nabije omgeving en dat is erg belangrijk. De ROC’s hebben een belangrijke ontwikkeling doorgemaakt, ze zijn meer vraaggericht gaan werken in plaats van aanbodgericht. Het reguliere ROC-aanbod sloot vaak niet aan op de wensen, behoeften en capaciteiten van de doelgroep. Door het aanbod af te stemmen op de doelgroep is wel aan deze behoeften voldaan.
14
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
3. Kwantitatief deel
3.1. Inleiding Na het kwalitatieve deel volgt nu het meer cijfermatige deel. Om een goede analyse te maken van de kwantitatieve resultaten van het project wordt hieronder eerst de doelstelling weergegeven. 1. 2. 3.
Deelname van 150 laagopgeleiden aan het project (= deelnemers), waarvan 50 in Tilburg, 50 in ’s-Hertogenbosch en 50 in Helmond. Succesvol afronden van het eigen leertraject door 80% van de deelnemers. Opstellen van een loopbaanplan en/of doorstroom naar reguliere ‘trajecten’ (onderwijs, werk, vrijwilligerswerk) door 50% van de deelnemers.
Het is belangrijk om te weten wat voor soort mensen een opleiding hebben gevolgd en waarom omdat zo onder andere kan worden vastgesteld of er veel diversiteit is in deelnemers en of de deelnemers een goede afspiegeling zijn van de wijk. Alle Ticket to the Future deelnemers zijn op dezelfde wijze geregistreerd middels een spreadsheet met daarin een aantal achtergrondkenmerken en kenmerken over de gevolgde opleiding, het gekozen opleidingsinstituut en het al dan niet doorstromen naar een andere opleiding. De pilot-medewerkers in Tilburg en Helmond hebben deze ingevuld op basis van gegevens die ze van de deelnemers hebben gekregen. Hierna volgt eerst een overzicht van de geregistreerde achtergrondkenmerken. De grafieken zijn samengesteld op basis van het totaal aantal deelnemers uit Tilburg en Helmond samen. Als er afwijkingen zijn in resultaten tussen beide steden wordt dit onder de grafiek vermeld. Als er geen verschillen zijn kunnen de gezamenlijke resultaten ook voor de 2 steden afzonderlijk worden beschouwd. Tot slot is het mogelijk een vergelijking te maken met de deelnemers van de Leerbon (provinciaal project), omdat van deze deelnemers grotendeels dezelfde kenmerken zijn geregistreerd.
3.2. Geslacht Er hebben meer dan twee keer zoveel vrouwen dan mannen deelgenomen, dit is opvallend. Ook in de Leerbonpilot waren er veel meer vrouwelijke dan mannelijke deelnemers.
15
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
Grafiek 1. Geslacht deelnemers
Geslacht deelnemers Ticket 60 50 40 30 20 10 0 vrouw
man
3.3. Woonplaats In Tilburg hebben 58 mensen deelgenomen aan het Ticket to the Future project, in Helmond waren dat er 18. Grafiek 2. Woonplaats deelnemers
Woonplaats deelnemers Ticket 70 60 50 40 30 20 10 0 Tilburg
Helmond
3.4. Leeftijd Uit de leeftijdsverdeling van de deelnemers blijkt dat de meesten tussen de 31 en de 60 jaar oud zijn. Er zijn relatief weinig jongeren die deel hebben genomen aan Ticket to the Future. In vergelijking met de Leerbonpilot blijkt dat de deelnemers van de Leerbon gemiddeld iets ouder waren, maar dat er ook meer jongeren onder de 25 jaar hebben deelgenomen. 16
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
Grafiek 3. Leeftijd deelnemers Leeftijd deelnemers Ticket 25 20 15 10 5 0 20 of jonger
21-30 jaar
31-40 jaar
41-50 jaar
51-60 jaar
61-70 jaar
71 of ouder
In Helmond zijn er geen deelnemers tussen de 41-50 jaar oud. Ook zijn er in Helmond relatief meer ouderen die hebben deelgenomen dan in Tilburg.
3.5. Afkomst
Van de deelnemers is 67% autochtoon en 33% allochtoon. Deze verhouding komt overeen met de verhouding van de totale wijk Groenewoud die ongeveer hetzelfde is. In verhouding tot het percentage allochtonen in Nederland, nl. 19,2% (2005, bron CBS) is dit hoog. In de Leerbonpilot was de verhouding anders, 89% autochtoon vs. 11% allochtoon. Grafiek 4. Afkomst allochtone deelnemers
Afkomst allochtone deelnemers Ticket
al lo ch to on
al lo ch to on
Ov er ig e
W
es te rs
Su rin am e
ru b
Ne d. An til le n/ A
M ar ok ko
Tu rk ij e
50% 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
17
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
Het grootste deel van de allochtone deelnemers is afkomstig uit Turkije en Marokko. In Tilburg hebben iets meer autochtonen deelgenomen dan in Helmond (59% vs. 50%). Het percentage Marokkaanse deelnemers ligt in Helmond aanzienlijk hoger dan in Tilburg (22% vs. 9%). In Tilburg zijn de allochtonen verspreid over meer nationaliteiten, in Helmond gaat het vooral om Turken en Marokkanen.
3.6. Opleidingsniveau
Het merendeel van de deelnemers is niet hoger opgeleid dan LBO-niveau. Grafiek 5. Opleidingsniveau deelnemers
Opleidingsniveau deelnemers Ticket
18
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
geen
onafgemaakt mbo, havo, vwo
vmbo
anders
mavo, mulo
lbo
basisonderwijs
30 25 20 15 10 5 0
3.7. Werksituatie
Er zijn iets meer deelnemers zonder betaalde baan. Omdat vrijwilligerswerk geen betaald werk is, valt het hier onder ‘geen baan.’ Grafiek 6. Werksituatie deelnemers
Werksituatie deelnemers Ticket 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Geen baan
Wel een baan
Het percentage deelnemers met een betaalde baan ligt in Tilburg (48%) veel hoger dan in Helmond (11%). Als we het wel of niet hebben van een betaalde baan kruisen met geslacht dan blijkt dat 57% van de mannelijke deelnemers een betaalde baan heeft t.o.v. 33% van de vrouwen. Van de deelnemers met een betaalde baan is het merendeel werkzaam in de schoonmaak of in een fabriek (productiewerk). Uit een vergelijking met het geslacht van de deelnemers blijkt dat vrouwen vooral werkzaam zijn in de schoonmaak (33%) en de zorg (19%), de mannen zijn grotendeels werkzaam in een fabriek (25%) of in het transport (25%).
19
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
Grafiek 7. Branches waarin deelnemers werkzaam zijn
Indien werk, in welke branche dan: schoonmaken bedrijven fabriek zorg transport, magazijn, grooth. administratie winkel welzijnswerk techniek eigen ondernemer bouw anders 0
2
4
6
8
10
3.8. Aantal jaren zonder scholing
Voor de meeste deelnemers was een opleiding binnen Ticket to the Future de eerste vorm van scholing sinds 20 jaar of langer. Grafiek 8. Aantal jaren geen scholing deelnemers
Aantal jaren GEEN scholing gevolgd 25 20 15 10 5 0 1 tot 5 jaar
5 tot 10 jaar
10 tot 15 jaar 15 tot 20 jaar
20 jaar of langer
3.9. Gevolgde opleiding
ICT-opleidingen en dan met name computeropleidingen waren enorm populair. Daarnaast was ook het volgen van een taalopleiding in trek, met name Nederlands lezen 20
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
en schrijven. Onder een cursus in de richting ‘sociaal’ valt de opleiding die de 8 wijkintermediairs in Tilburg hebben gevolgd. Onder ‘medisch/verzorgend’ valt de opleiding kinder-EHBO die door 7 deelnemers is gevolgd en onder ‘ICT’ valt onder andere de opleiding Huren in Helmond die door 11 deelnemers is gevolgd. Grafiek 9. Soort gevolgde opleiding deelnemers Soort gevolgde opleiding met Ticket
ICT Talen Sociaal Medisch/verzorgend Administratief/fin Anders onderwijs 0
5
10
15
20
25
30
35
40
Een vergelijking tussen het soort opleiding dat is gevolgd en het geslacht van de deelnemers laat zien dat relatief meer mannen (52%) dan vrouwen (42%) een opleiding in de richting ICT hebben gevolgd. Daarnaast zijn de taalopleidingen beduidend populairder onder de mannen (33%) dan de vrouwen (16%).
3.10. Opleidingsinstituut
Deelnemers waren vrij om een opleidingsinstituut te kiezen, ook al liep het project via het ROC. Uit onderstaande grafiek blijkt dat de meeste deelnemers bij het ROC de opleiding hebben gevolgd.
21
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
Grafiek 10. Gekozen opleidingsinstituut deelnemers
Cursusinstituut
sit ei t lks un ive r Vo
wi jk ce nt r ui s/
Bu ur th
tic ul ie r Pa r
um
in st it u ut
s An de r
RO C
60 50 40 30 20 10 0
Een vergelijking met de Leerbonpilot laat zien dat die deelnemers veel vaker de opleiding hebben gevolgd bij een particulier instituut, buurthuis/wijkcentrum of volkuniversiteit dan bij het ROC. De Ticket to the Future deelnemers gaan echter in grote getale naar het ROC (66%). Verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat dit project geleid werd door het ROC, dat was bij de Leerbonpilot niet het geval. Een vergelijking tussen het gekozen instituut en het al dan niet hebben van een betaalde baan laat zien dat deelnemers met een betaalde baan vaker (13,3)% voor een particulier instituut kiezen dan deelnemers zonder betaalde baan (2,6%). Verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat particuliere opleidingen vaak duurder zijn en werkenden meer te besteden hebben. Echter, omdat gegevens over de kosten van de gevolgde opleidingen ontbreken kan dit niet worden getoetst.
3.11. Motivatie
Er zijn verschillende redenen waarom iemand een opleiding kan doen. In het Ticket to the Future project is gebleken dat de meeste deelnemers dit hebben gedaan om zichzelf te ontwikkelen.
22
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
Grafiek 11. Reden opleiding deelnemers
Waarom een opleiding? voor persoonlijke ontwikkeling omdat ik het interessant vind om aan het werk te komen voor mijn werk om kinderen met school te helpen anders om ander werk te kunnen krijgen 0
10
20
30
40
50
Een vergelijking tussen de motivatie en het geslacht van de deelnemers laat zien dat van het aantal mannen 62% een opleiding doet om zichzelf te ontwikkelen, tegen 47% van de vrouwen. Ook doen mannen vaker een opleiding voor hun werk dan vrouwen (19% vs. 3%). Vrouwen daarentegen doen vaker een opleiding om de kinderen te helpen met school of omdat ze het interessant vinden. Mannen hebben de opleiding niet om deze redenen gedaan. Daarnaast blijkt dat deelnemers zonder betaalde baan (62%) iets vaker een opleiding doen om zichzelf te ontwikkelen dan deelnemers met een betaalde baan (50%). Verder blijkt te kloppen dat deelnemers met een betaalde baan het vaker voor hun werk doen (20% vs. 0%), en dat deelnemers zonder betaalde baan vaker een opleiding doen om aan het werk te komen (15% vs. 3%). Als we deze cijfers vergelijken met de evaluatie van de Leerbonpilot dan blijkt dat ook daar deelnemers zonder betaalde baan vaker een opleiding doen voor persoonlijke ontwikkeling en dat mannen vaker een opleiding doen voor hun huidige werk dan vrouwen. 3.12. Beïnvloeding door Ticket to the Future?
Ticket to the Future had als doel laagopgeleiden te motiveren om (weer) te gaan leren. Uit onderstaande resultaten blijkt dat dit goed is gelukt. De meeste deelnemers zijn door het project aangezet om een opleiding te gaan volgen. Voor een ander groot deel was Ticket to the Future het laatste duwtje in de rug om een opleiding door te zetten.
23
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
Grafiek 12. Beïnvloeding deelnemers door Ticket to the Future
Beinvloed door Ticket? ja, ik was niet eerder van plan ja, was laatste duwtje nee, ik was toch al van plan anders 0
5
10
15
20
3.13.
25
30
35
40
Doorstroom
Misschien wel één van de belangrijkste vragen die de evaluatie van dit project oproept is of deelnemers na deze cursus gemotiveerd zijn geraakt om verder te leren, m.a.w. gaan ze nog een opleiding doen? Ticket tot the Future blijkt een positieve uitwerking te hebben gehad, ongeveer een derde van de deelnemers is doorgestroomd in een nieuwe opleiding. Grafiek 13. Doorstroom deelnemers
Doorstroom na Ticket? 35 30 25 20 15 10 5 0 ja
nee
onbekend
In de vervolgopleidingen is een opleiding in de sociale richting (buurtbemiddeling, vrijwilliger en overblijfouder) het populairst gevolgd door de computercursus en de cursus Nederlands lezen en schrijven. Vrouwen (64%) stromen vaker door in een vervolgopleiding dan mannen (33%). 24
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
Grafiek 14. Richting doorstroom deelnemers
Richting doorstroom
s
M ed isc h/ v
er z
An de r
or ge nd
al So cia
Ta le n
IC
T
8 7 6 5 4 3 2 1 0
3.14.
De deelnemers in segmenten
Voor de leerbon-evaluatie is op basis van de onderzoeksgegevens gesteld dat er grofweg vijf verschillende clusters van doelgroepen te benoemen zijn onder de aanvragers van de leerbon. Het aantal deelnemers met een ticket is op zichzelf te klein om op basis van de gegevens te bezien of er onder deze groep zelf clusters zijn samen te stellen. Wel is het mogelijk om clusters van de leerbon te gebruiken, deze zijn immers representatief voor dezelfde doelgroep van laagopgeleiden. De onderzoeksgegevens van Ticket to The Future zijn vergeleken met deze clusters om te bezien of de zes typen herkenbaar terug te vinden zijn. Daaruit blijkt dat de segmenten inderdaad ook op de Ticket to the Future deelnemers van toepassing zijn. Hieronder is weergegeven hoe de gevonden segmenten eruit zien:
25
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
Figuur 1. Deelnemers verdeeld in segmenten
Segmenten Ticket-aanvragers
Herintreders/reserves; 14%
Jonge werkzoekenden; 19%
Doorgroeiers; 17%
Oudere ontwikkelaars; 33%
Positieverbeteraars; 17%
De toelichting hierbij is als volgt: −
Doorgroeiers: jongere deelnemers (tot 40 jaar) met werk. Dit betrof 12 deelnemers. Voor 3 deelnemers is de belangrijkste drijfveer het veranderen van werk of het verbeteren van hun positie in het huidige werk. Dit doen zij bij voorkeur via het ROC – in mindere mate – via particuliere instituten.
Qua soort opleiding gaat de voorkeur uit naar cursussen op het gebied van ICT en medisch/verzorgende opleidingen. −
Jonge werkzoekenden: jongere deelnemers (tot 40 jaar) zonder werk. Dit betrof 13 deelnemers. Dit doen zij vooral voor persoonlijke ontwikkeling en in mindere mate om werk te vinden (3 personen). De cursus doen zij bij voorkeur via het ROC of via particuliere instituten (40%).
Zij volgen vooral Taalcursussen en administratieve opleidingen en in mindere mate ICT. −
Positieverbeteraars: werkende deelnemers van middelbare leeftijd (40 tot 50 jaar). Dit betrof 12 deelnemers. Ook zij doen de cursus met name voor de persoonlijke ontwikkeling. Zij kiezen daarbij bij voorkeur voor het ROC.
Het meest wordt gekozen voor ICT of een taalopleiding. −
Herintreders/reserves: deelnemers van middelbare leeftijd (40 tot 50 jaar) zonder werk. Dit zijn er 10. Onder deze categorie bevinden zich ook de potentiële herintreders. Zij kiezen voor eenderde voor het volgen van de opleiding om werk te vinden. Men doet de opleiding bij het ROC.
Men kiest vooral voor talen en minder voor ICT-opleidingen. 26
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
−
Oudere ontwikkelaars: oudere deelnemers (vanaf 50 jaar), relatief vaak zonder werk. Dit zijn er 23, waarvan er 6 nog werkzaam zijn. De reden om een opleiding te volgen, is dat zij hun eigen persoonlijke ontwikkeling willen vergroten. Dit doen zij verhoudingsgewijze vaak bij buurthuis, wijkcentrum of volksuniversiteit.
Men kiest binnen dit cluster massaal voor ICT-opleidingen. Het beeld wat hieruit naar voren komt, is grotendeels hetzelfde als bij de leerbon aanvragers. De drijfveer om een opleiding te volgen ligt verhoudingsgewijze bij alle segmenten wat meer op de persoonlijke ontwikkeling en minder op werk. De categorie positieverbeteraars (+6%) is sterker vertegenwoordigd dan bij de leerbon. De categorie oudere ontwikkelaar wat minder (-5%).
3.15.
Conclusies
De doelstelling voor iedere gemeente 50 deelnemers te bereiken. In Tilburg waren het er 58, in Helmond 18 en in ’s-Hertogenbosch 0. In paragraaf 3.2 en 3.3 zijn de verklaringen hiervoor al uitvoerig beschreven. De wervingsaanpak, de gekozen wijk en de projectuitvoering de belangrijkste factoren die het succes bepalen. 83% van de deelnemers heeft de gekozen opleiding afgemaakt, dit betekent dat de beoogde doelstelling gehaald is. 33% van de deelnemers is doorgestroomd in een andere opleiding. Dit is lager dan de beoogde 50%. Kanttekening hierbij is dat een aantal deelnemers ten tijde van deze evaluatie nog bezig zijn met de opleiding en derhalve nog niet kan worden vastgesteld of ze doorstromen. Van een ander deel was het niet meer te achterhalen en is dus onbekend of ze zijn doorgestroomd. De resultaten van deze analyse van de deelnemers laat zien dat er veel diversiteit is, zowel in achtergrondkenmerken als in de gekozen opleiding en de motivatie voor de opleiding. Ticket to the Future had als doel laagopgeleiden (weer) aan het leren te krijgen. Met name het onderdeel ‘weer aan het leren krijgen’ kan als geslaagd worden gekenmerkt omdat het voor de meeste deelnemers de eerste vorm van scholing was in meer dan 20 jaar. Vrouwen zijn duidelijk oververtegenwoordigd als deelnemers, dit was in de Leerbonpilot eveneens het geval. Daarnaast zijn in beide projecten meer deelnemers ingestroomd zonder betaalde baan. Wat betreft leeftijd is er wel een verschil, de deelnemers uit Ticket to the Future zijn relatief jonger dan de deelnemers uit de Leerbonpilot. Belangrijke conclusie is eveneens het grote aantal deelnemers dat een opleiding heeft gedaan in de richting ICT. In de Leerbonpilot kwam dit ook al naar voren. Het blijkt dat laagopgeleiden een grote behoefte hebben aan een ICT opleiding. Uit de gegevens blijkt dat het dan met name om een basale computercursus gaat. Ongeveer 1/3 van de deelnemers stroomt na het Ticket to the Future project door naar een andere opleiding. Het project is er aldus in geslaagd te zorgen voor een bewustwordingsproces onder laagopgeleiden dat ook zij in staat zijn om te leren en dat deze opleiding een eerste stap is in de richting van kwalificatie(s). Dit wordt nog versterkt 27
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
door het feit dat meer dan de helft van de deelnemers aangeeft beïnvloed te zijn door dit project en dat ze niet eerder van plan waren om te gaan leren. Voor een ander groot deel was Ticket to the Future het laatste duwtje in de rug om door te zetten. Deelnemers doen vooral een opleiding om zichzelf te ontwikkelen. Ticket to the Future wordt als een kans gezien om hieraan te werken. Ook in de Leerbonpilot was dit de belangrijkste motivatie. Het ROC is door de deelnemers massaal gekozen als opleidingsinstituut, in tegenstelling tot de Leerbonpilot waar deelnemers veelvuldig kozen voor een thuisstudie of een particulier instituut. Ticket to the Future werd geleid vanuit het ROC, deelnemers kwamen hier terecht voor de eerste intake en zaten zodoende dicht bij het ROC-aanbod. Dit kan een verklaring zijn waarom de keuze voor het opleidingsinstituut zo verschillend is. De segmenten die in de Leerbonpilot gevonden zijn blijken ook van toepassing op de Ticket to the Future deelnemers. Deze segmenten kunnen ondersteuning bieden bij het ontwikkelen van vervolgprojecten die zich richten op laagopgeleiden omdat ze duidelijk maken welke groepen laagopgeleiden over het algemeen meedoen aan dit soort projecten, wat weer als basis kan dienen voor het ontwikkelen van de werving.
28
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
4. Tevredenheid deelnemers
4.1. Inleiding
Alle deelnemers aan het project hebben een vragenlijst ontvangen waarop ze hun tevredenheid voor de gevolgde opleiding kunnen aangeven. Zowel in Tilburg en Helmond is ongeveer de helft van de verspreide vragenlijsten ingevuld teruggekomen, deze zijn gebruikt voor onderstaande analyse. Naast de verspreide vragenlijsten zijn er met 7 Tilburgse deelnemers diepte-interviews gehouden over de gevolgde opleiding. 3 interviews met intermediairs en 4 met deelnemers. De inzichten die naar voren zijn gekomen uit deze interviews zullen gebruikt worden om de conclusies naar aanleiding van onderstaande resultaten kracht bij te zetten. Achtereenvolgens komt eerst de tevredenheid van de Tilburgse en Helmondse deelnemers aan bod en vervolgens zijn deze resultaten samengevoegd om algemene conclusies te kunnen trekken.
4.2. Kenmerken respondenten
Van de 58 deelnemers in Tilburg hebben er 30 de vragenlijst teruggestuurd, in Helmond waren dit er 9 van de 18. In de vragenlijst komen eerst een aantal achtergrondkenmerken aan bod, vergelijkbaar met een paar kenmerken uit de instroomanalyse zoals in paragraaf 4.2 beschreven. Het gaat om de kenmerken geslacht, leeftijd, wel of geen werk, opleidingsniveau en de reden voor de opleiding is gekozen. Om te bepalen of de personen die de vragenlijst hebben ingevuld een representatieve steekproef zijn van de totale deelnemerspopulatie zijn de achtergrondkenmerken met elkaar vergeleken. Uit deze vergelijking is gebleken dat er over het algemeen geen significante verschillen in achtergrondkenmerken bestaan tussen de steekproef en de populatie. Om de tevredenheid van de respondenten te kunnen meten zijn de vragen onderverdeeld in 3 onderdelen; het opleidingsinstituut waar de opleiding gevolgd is, de inhoud van de opleiding en het doel dat men wilde bereiken met de opleiding. Daarnaast is de respondenten gevraagd een rapportcijfer te geven voor de gevolgde opleiding in het algemeen. Hieronder een overzicht van achtereenvolgens deze rapportcijfers en de tevredenheid op de 3 genoemde onderdelen.
4.3. Rapportcijfers
De rapportcijfers van alle respondenten uit zowel Tilburg en Helmond zijn samengevoegd en hier is een gemiddelde van berekend. Dit levert op dat in Tilburg het gemiddelde rapportcijfer voor de gevolgde opleiding ligt op een 8,3. In Helmond ligt het gemiddelde iets lager op een 8.1. Dit betekent dat de respondenten erg tevreden zijn over de opleiding.
29
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
4.4. School/instituut gevolgde opleiding
De respondenten konden een opleiding volgen naar keuze, dit hoefde niet per definitie bij het ROC te zijn, een bibliotheek was bijvoorbeeld ook mogelijk. Op deze manier is optimaal aan de wensen van de respondenten voldaan. In de vragenlijst zijn acht vragen aan bod gekomen die allemaal betrekking hebben op diverse aspecten van het opleidingsinstituut. De antwoorden van de deelnemers zijn per aspect samengevoegd en hier zijn gemiddelden van berekend die de tevredenheid op ieder aspect weergeven. Grafiek 15. Tevredenheid opleidingsinstituut Tilburg
Tevredenheid opleidingsinstituut -Tilburg
Hebben de medewerkers je goed geholpen?
Hoe tevreden ben je over de kennis die de medewerkers van het vak hebben? Hoe tevreden ben je over de materialen die je moest gebruiken (boeken, pc)? Hoe tevreden ben je over de snelheid waarmee je kon beginnen met de opleiding? Hoe tevreden ben je over de invloed die je had op het programma van de opleiding? Kon je de medewerkers gemakkelijk bellen of mailen? Hield de school zich aan afspraken? Hoe tevreden ben je daarover? Hoe tevreden ben je over de informatie die de school van tevoren gaf?
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
3,7
3,8
Antwoorden op een schaal van 1 ‘heel ontevreden’ tot 4 ‘heel tevreden’, 30 deelnemers hebben de vragenlijst ingevuld.
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de respondenten uit Tilburg over het algemeen tevreden zijn over het opleidingsinstituut waar de opleiding is gevolgd. Met name de vakkennis van de medewerkers en hun behulpzaamheid wordt als zeer positief ervaren.
30
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
Grafiek 16. Tevredenheid opleidingsinstituut Helmond
Tevredenheid opleidingsinstituut - Helmond
Hoe tevreden ben je over de kennis die de medewerkers van het vak hebben?
Hoe tevreden ben je over de materialen die je moest gebruiken (boeken, pc)?
Hebben de medewerkers je goed geholpen?
Hoe tevreden ben je over de snelheid waarmee je kon beginnen met de opleiding?
Hoe tevreden ben je over de invloed die je had op het programma van de opleiding?
Hield de school zich aan afspraken? Hoe tevreden ben je daarover?
Kon je de medewerkers gemakkelijk bellen of mailen?
Hoe tevreden ben je over de informatie die de school van tevoren gaf?
3,1
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
3,7
3,8
Antwoorden op een schaal van 1 ‘heel ontevreden’ tot 4 ‘heel tevreden’, 9 deelnemers hebben de vragenlijst ingevuld.
De respondenten uit Helmond zijn met name erg tevreden over de vakkennis en de behulpzaamheid van de medewerkers van de opleidingsinstituten. Dit bleek ook al bij de Tilburgse respondenten. De Helmondse respondenten zijn wat minder tevreden over de informatie vooraf en de bereikbaarheid van de medewerkers.
4.5. Inhoud opleiding
Vervolgens is de respondenten gevraagd naar hun tevredenheid over de inhoud van de opleiding. Voor deze evaluatie blijken echter niet alle vragen relevant. Reden hiervoor is dat een aantal vragen ingaan op een eventuele stage, gedane testen, huiswerk en een 31
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
examen. In de praktijk is gebleken dat deze onderdelen bij de meest opleidingen niet in het programma zaten. De antwoorden op deze vragen zijn derhalve niet meegenomen in onderstaande tabel. De antwoorden zijn per vraag samengevoegd en hier is een gemiddelde van berekend. Grafiek 17. Tevredenheid opleidingsinstituut Tilburg
Tevredenheid inhoud opleiding - Tilburg Hoe tevreden ben je over de persoonlijke hulp? Hoe tevreden ben je over de praktijkopdrachten? Hoe tevreden ben je over de lessen in de groep? Hoe tevreden ben je over het eerste gesprek om kennis te maken? 3,0
3,1
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
Antwoorden op een schaal van 1 ‘heel ontevreden’ tot 4 ‘heel tevreden’, 30 deelnemers hebben de vragenlijst ingevuld.
Uit de tabel blijkt dat de deelnemers over het algemeen tevreden zijn over de opleidingsinhoud, er zijn geen grote verschillen tussen de verschillende vragen.
32
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
Grafiek 18. Tevredenheid inhoud opleiding Helmond
Tevredenheid inhoud opleiding - Helmond
Hoe tevreden ben je over de lessen in de groep? Hoe tevreden ben je over de persoonlijke hulp? Hoe tevreden ben je over de praktijkopdrachten? Hoe tevreden ben je over het eerste gesprek om kennis te maken? 3,1
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
3,7
3,8
Antwoorden op een schaal van 1 ‘heel ontevreden’ tot 4 ‘heel tevreden’, 9 deelnemers hebben de vragenlijst ingevuld.
De lessen in de groep en de persoonlijke hulp scoren hoog onder de respondenten uit Helmond, ze zijn hier erg tevreden over. Opvallend is dat de respondenten uit Tilburg hier aanzienlijk minder tevreden over zijn. De vraag over praktijkopdrachten is door te weinig respondenten ingevuld om een goede vergelijking te kunnen maken met Tilburg.
4.6. Doel opleiding
Tot slot het doel dat de respondenten wilden bereiken met de opleiding, zijn ze tevreden over het resultaat van de opleiding die ze gedaan hebben? Dit is gemeten aan de hand van acht stellingen. Er was één stelling die inging op de tevredenheid over het diploma van de opleiding. Het is gebleken dat bij de meeste opleidingen geen diploma is uitgereikt, deze stelling is dan ook niet in de evaluatie meegenomen.
33
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
Grafiek 19. Tevredenheid doel opleiding Tilburg
Tevredenheid doel opleiding - Tilburg
Ik ben t evreden over de kennis die ik door mijn opleiding heb gekregen.
Ik ben t evreden over de tijd die ik bezig ben gew eest met de opleiding.
Ik heb door de opleiding meer zelfvertrouw en gekregen. Ik w ilde met de opleiding een doel bereiken. Dat doel heb ik bereikt (w erk of privé). Ik kan met deze opleiding goed nog een andere opleiding doen.
Ik kan met de opleiding veel doen in mijn dagelijks leven. 3,1
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
3,7
Antwoorden op een schaal van 1 ‘helemaal niet mee eens’ tot 4 ‘helemaal mee eens’, 30 deelnemers hebben de vragenlijst ingevuld.
Uit deze tabel blijkt dat de Tilburgse respondenten het met name eens zijn met de stelling over de verkregen kennis door de opleiding en de tijd die is besteed aan de opleiding. De overige stellingen scoren allemaal ongeveer gelijk.
34
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
Grafiek 20. Tevredenheid doel opleiding Helmond
Tevredenheid doel opleiding - Helmond
Ik ben t evreden over de kennis die ik door mijn opleiding heb gekregen.
Ik ben t evreden over de tijd die ik bezig ben gew eest met de opleiding.
Ik heb door de opleiding meer zelfvertrouw en gekregen. Ik w ilde met de opleiding een doel bereiken. Dat doel heb ik bereikt (w erk of privé). Ik kan met deze opleiding goed nog een andere opleiding doen.
Ik kan met de opleiding veel doen in mijn dagelijks leven. 3,1
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
3,7
3,8
Antwoorden op een schaal van 1 ‘helemaal niet mee eens’ tot 4 ‘helemaal mee eens’, 9 deelnemers hebben de vragenlijst ingevuld.
De respondenten zijn tevreden over de verkregen kennis met de opleiding en de tijd die ze eraan hebben besteed. Met de stellingen over het doen van een andere opleiding na deze en het gebruik van de opleiding in het dagelijks leven zijn de respondenten het minder eens.
4.7. De diepte-interviews
Uit de diepte-interviews die gehouden zijn met een aantal deelnemers over de door hen gevolgde opleiding komen een aantal zaken naar voren die bovenstaande bevindingen, de relatief grote tevredenheid van de deelnemers, nog maar eens bevestigen. Wat uit alle interviews naar voren komt is het enthousiasme van de deelnemers, ze waren stuk voor stuk erg gemotiveerd en blij dat ze de kans kregen om weer iets te leren. Ze vinden leren allemaal erg belangrijk, alleen vergaten ze daarbij tot nu toe zichzelf. Leren was iets dat belangrijk was, maar niet voor henzelf. Ze hebben het leren middels dit project opnieuw ontdekt. Leuk voorbeeld hiervan was een deelnemer van boven de 70 die een basiscursus computervaardigheden heeft gedaan. Wegens gezondheidsredenen was hij niet meer in staat zijn volkstuintje bij te houden. Hij moest op zoek naar een andere ‘hobby’ en kwam 35
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
op aanraden van zijn kinderen bij Ticket to the Future terecht. Hij was erg enthousiast over de computercursus, heeft zich al ingeschreven voor een vervolg en een laptop aangeschaft. Het zou te verwachten zijn dat mensen na jaren zonder scholing er tegenop zien om weer ‘naar school’ te gaan, het tegenovergestelde blijkt echter waar. Het naar school gaan wordt juist als iets leuks ervaren, een uitstapje. Een aantal van de geïnterviewden heeft die mogelijkheid vroeger nooit gehad. Uit de deelnemersanalyse uit hoofdstuk 4 is naar voren gekomen dat veel deelnemers hebben gekozen voor een opleiding in de richting ICT en dan met name de computercursus. In de interviews kwamen twee belangrijke reden naar boven waarom deelnemers hiervoor kiezen. De eerste is om de kinderen te kunnen helpen met school. Kinderen maken tegenwoordig allemaal gebruik van een computer en de ouders willen deze ontwikkelingen ook kunnen bijhouden. Een gemaakte opmerking is eveneens dat ze als ouders zo ook kunnen controleren wat kinderen allemaal doen op de computer en vooral op internet op bijvoorbeeld chatsites. De tweede reden is dat vooral de ouderen ook graag bij willen blijven op de nieuwe technologische ontwikkelingen. Een geïnterviewde geeft aan dat hij door zijn kinderen is gestimuleerd om een computercursus te doen zodat hij met hen kan mailen. Daarnaast zijn ze lovend over de betrokkenheid van de medewerkers van het ROC en de andere opleidingsinstituten, zowel over de docenten van de gevolgde opleidingen als de projectmedewerkers. Ze ervaren het als positief dat ze serieus genomen worden in hun opleidingsvraag. Over de inhoud van de opleiding zijn ze het allemaal eens; die was zeer nuttig bij alle soorten opleidingen die de geïnterviewden gevolgd hebben. Ze hebben allemaal het gevoel dat ze veel geleerd hebben. Alle geïnterviewden hebben de opleiding gevolgd met een duidelijk doel; voor het dagelijks werk, voor het vinden van ander werk, om de kinderen te kunnen helpen of om te leren omgaan met een pc. Ze geven allemaal aan dit doel te hebben bereikt, en ook dat ze nog meer willen leren. Misschien niet nu meteen, maar ze zijn het in de toekomst wel van plan. Uit de interviews met de 3 intermediairs komt naar duidelijk naar voren dat ze allemaal even enthousiast zijn. Ze willen graag mensen helpen, op wat voor manier dan ook. Ze doen allemaal ook ander vrijwilligerswerk in de wijk en in de gesprekken met hen is te merken dat ze ervaren zijn in het begeleiden van mensen. Ze gaan allemaal door met dit werk, het werven van mensen en het bekend maken van de mogelijkheden die leren biedt. Het fungeren van de intermediairs als aanspreekpunt in de wijk is een bepalende factor geweest voor het slagen van dit project in Tilburg. Samenvattend kan gezegd worden dat de bevindingen uit de interviews nogmaals de tevredenheid over de gevolgde opleidingen onderschrijven. Zowel over het opleidingsinstituut, de inhoud als het doel van de opleiding. De aanpak van Ticket to the Future blijkt een uitstekend middel te zijn om laagopgeleiden bewust te maken van het feit dat ze kunnen leren en ze te motiveren dit ook te doen. Deze eerste stap heeft de deelnemers enthousiast gemaakt en wie weet wat er nog allemaal uit volgt. 36
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
4.8. Eerste conclusies
Op basis van de uitgebreide tevredenheidsanalyse van de respondenten uit Tilburg en Helmond kan geconcludeerd worden dat men over het algemeen tevreden is over de gevolgde opleiding. Het gemiddeld rapportcijfer voor de opleiding ligt in beide steden boven de 8. Wat betreft de tevredenheid over het opleidingsinstituut zijn de deelnemers met name erg tevreden over de hulp van de medewerkers. Ook in de interviews kwam naar voren dat de deelnemers het als zeer prettig ervaren als de docenten betrokken en hulpvaardig zijn. Groepslessen, praktijkopdrachten en persoonlijke hulp tijdens de lessen zijn de aspecten van de opleidingsinhoud waar de deelnemers erg tevreden over zijn. Tot slot was de opleiding het geld zeker waard en zijn ze tevreden met de verkregen kennis voor de geïnvesteerde hoeveelheid tijd aan de opleiding. De respondenten zijn nog wat voorzichtig als het gaat om een vervolgopleiding. Dit zou kunnen betekenen deze opleiding voor de meeste respondenten al een grote (eerste) stap is in de richting van educatie en dat ze niet meteen open staan voor nog meer leren. Dit heeft wellicht wat meer tijd nodig.
37
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
5. Aanbevelingen
Ticket to the Future heeft al navolging gevonden in nieuwe projecten, zowel in Tilburg als in Helmond. Alle ervaringen die in dit project zijn opgedaan kunnen gebruikt worden om een aantal aanbevelingen te formuleren voor een ieder die aan de slag wil met een vergelijkbaar project. 1. Een aanpak waarmee dicht bij de doelgroep wordt geopereerd met intermediairs uit de doelgroep zelf, zoals in Tilburg is gebeurd, werkt het beste. Voor de doelgroep is de stap naar een opleiding erg groot en als ze daarvoor ook nog naar het ‘grote ROC’ moeten haken ze vaak af. Ze leren veel liever dicht in de buurt van hun huis in de beschermde omgeving. 2. Een passen aanbod voor de doelgroep is een belangrijke voorwaarde. Een volledige BOL/BBL opleiding is een te grote stap, korte opleidingen zijn succesvol gebleken. Binnen Ticket to the Future zijn nieuwe cursussen ontwikkeld om aan de vraag te kunnen voldoen. Om de doelgroep optimaal te bereiken zal er een ontwikkeling moeten plaatsvinden waarbij opleidingsinstituten zoals een ROC de omslag maken van aanbodgericht naar vraaggericht werken. 3. Een goed uitgewerkt projectplan met een duidelijke taakverdeling, communicatie/wervingsplan en tijdsplanning zijn belangrijk om een project goed te laten verlopen en onduidelijkheden en vertragingen zoveel mogelijk te voorkomen. 4. Het goed leiden en organiseren van een project kost tijd, veel tijd. De inspanningen die medewerkers moeten leveren, mogen niet onderschat worden. Belangrijke voorwaarde is daarom om voor alle projectmedewerkers voldoende uren vrij te maken om aan het project te besteden. 5. De werving kan op diverse manieren worden ingestoken; via intermediairs of via instanties in de wijk. Een aantal communicatiemiddelen komt echter in iedere pilot terug. Flyers, posters, advertenties etc. zijn allemaal prima middelen om de werving te ondersteunen en kracht bij te zetten. Deze communicatiemiddelen kunnen breed ingezet worden om een optimaal bereik te realiseren. De doelgroep moet het project overal ‘tegenkomen’ zodat ze er als het ware niet meer omheen kunnen.
38
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy
Geraadpleegde bronnen o.a.:
•
Leerbonevaluatie door Wise up Arbeidsmarktconsultancy (2007).
•
Behoeftenonderzoek onder professionals door Monique Wassen van het ROC Midden-Brabant (2007).
•
Equal-aanvraag Ticket to the Future (2004).
39
Evaluatie Ticket to the Future, 2008 Inge Willems en Maartje Geenen, Wise up Arbeidsmarktconsultancy