Woord vooraf 1 De Koningin Juliana School en het bestuur 1.1 Geschiedenis 1.2 Uitgangspunten 1.3 De Stichting PCBO Apeldoorn 1.4 Donateur Stichting PCBO
3 4 4 4 4 5
2
Leerlingen en medewerkers van de Koningin Juliana School 2.1 Het schoolgebouw 2.2 Leerlingenaantal/-groepen 2.3 Schoolleiding 2.4 Leerkrachten 2.5 Vakleerkracht 2.6 Intern begeleider 2.7 I-coach 2.8 Unitleiders
6 6 6 6 7 8 8 8 9
3
De Koningin Juliana School en de ouders 3.1 Visie op ouderbetrokkenheid 3.2 Oudercontacten 3.3 Gescheiden ouders en de school 3.4 Medezeggenschapsraad 3.5 Ouderraad 3.6 Gebedsgroep 3.7 Klachtenregeling 3.8 Vrijwillige ouderbijdrage
10 10 11 11 13 14 14 15 16
4
Het onderwijs op de Koningin Juliana School 4.1 Methoden 4.2 Zelfstandig werken 4.3 Coöperatief leren 4.3.1 Coöperatief leren 4.3.2 Natuurlijk Sociaal 4.4 Kanjertraining 4.5 Godsdienstonderwijs 4.6 Computeronderwijs 4.6.1 Computeronderwijs 4.6.2 Internetprotocol 4.7 Documentatiecentrum 4.8 Crea-middag 4.9 Verkeersexamen 4.10 Gymnastiekrooster 4.11 Huiswerk 4.12 Engels voor de kinderen van groep 1 t/m 8
17 17 17 18 18 19 20 21 21 21 22 22 23 23 23 23 24
5
De Koningin Juliana School en de leerlingenzorg 5.1 Kinderen volgen in hun ontwikkeling 5.2 Interne begeleiding 5.3 Toetsen 5.4 Extra hulp 5.5 Andere problemen 5.6 Weer Samen Naar School 5.7 Leerling gebonden financiering (de rugzak) 5.8 Kangoeroeklas (Plusklas Koningin Juliana School) 5.9 Plusprogramma 5.10 Intensieve taalklassen
25 25 25 26 26 27 27 28 30 30 31
6
Het onderwijs in de groepen 6.1 Groep 1 en 2 6.1.1 Dagindeling en weekactiviteiten 6.1.2 Klassenouders 6.1.3 Eten en drinken 6.1.4 Gymnastiek 6.1.5 Halen/ brengen 6.1.6 Jassen/laarzen 6.1.7 Kleurplaten 6.1.8 Speelgoedochtend 6.2 Groep 3
32 32 32 32 33 33 33 33 33 33 34
1
6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8
Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Van basisschool naar voortgezet onderwijs
34 35 35 36 36 37
7
Praktische Punten 7.1 Schooltijden 7.2 Vakantierooster 2010-2011 7.3 Tussenschoolse opvang (overblijven) 7.4 Leerplicht 7.4.1 Gronden voor vrijstelling van het onderwijs en de vervangende activiteiten 7.4.2 Regels toelating, schorsing en verwijdering 7.4.3 Tussentijds vertrek leerlingen 7.5 Ziekte leerling 7.6 Ziekte leerkracht 7.7 Contactpersonen 7.8 Informatiebord 7.9 Maandbrief 7.10 Hulpouders 7.11 Bereikbaarheid ouders 7.12 Huisarts 7.13 Hoofdluis 7.14 Fietsenstalling 7.15 Parkeerverbod 7.16 Verzekeringen/ aansprakelijkheid 7.17 Gevonden voorwerpen 7.18 Adoptieprojecten 7.19 Fotograaf 7.20 Website 7.21 Video-opnames 7.22 Vulpen 7.23 Trakteren
38 38 38 38 39 40 40 40 40 40 42 42 42 42 42 42 42 43 43 43 44 44 44 44 45 45 45
8
Activiteiten en sport op de Koningin Juliana School 8.1 Project 8.2 Vieringen 8.3 Schoolreis 8.4 Activiteiten groep 8 8.5 Sporttoernooien 8.6 Sport van de maand 8.7 Motorische Remedial Teaching
46 46 46 46 47 47 47 47
9
De Koningin Juliana School en de contacten met andere organisaties 9.1 Buitenschoolse opvang 9.2 Oudercommissie buitenschoolse opvang 9.3 Het Centrum voor Jeugd en Gezin 9.4 Jeugdgezondheidszorg 9.5 Schoolmaatschappelijk werk 9.6 Opvoedsteunpunt 9.7 Zorg Advies Team 0 -12 jaar 9.8 Onderwijs advies- en begeleidingsdienst “ÏJsselgroep” 9.9 Natuur- en milieu-educatie 9.10 Steunpunt kunstzinnige vorming 9.11 Stichting Leergeld Apeldoorn 9.12 Studenten 9.13 Kids College Apeldoorn
48 48 49 50 50 52 52 53 53 53 54 54 54 55
Bijlage 1:
Toetskalender Koningin Juliana
56
Bijlage 2:
Internetprotocol Koningin Juliana School
57
Bijlage 3:
Voorbeeld van een pestprotocol Koningin Juliana School
58
2
Woord vooraf Protestants-christelijke basisschool Koningin Juliana…. Samen naar zelfstandigheid Al jaren probeert u uw kind het beste te geven. U laat uw kind genieten van alles wat u het heeft te bieden: liefde, geborgenheid en kennis. En dan wordt uw kind vier jaar. Dit betekent: voor het eerst naar de basisschool. Een hele stap voor uw kind en voor u. En dus op zoek naar een basisschool, die bij uw kind en bij u past. Veel ouders kiezen daarom voor de Koningin Juliana School. Deze schoolgids is bedoeld om u duidelijk te maken wat voor soort basisschool de Koningin Juliana School is. ‘Samen naar zelfstandigheid’ is het motto van onze school. Hoe we hieraan inhoud geven, proberen we duidelijk te maken door o.a. deze schoolgids. Zo helpen we u een bewuste keuze te maken. Ook is deze schoolgids bedoeld voor ouders, van wie al een kind op de Koningin Juliana School zit. Voor hen zullen veel wetenswaardigheden inmiddels bekend zijn, maar het is goed om door middel van deze gids allerlei zaken nog eens op een rijtje te hebben. U vindt in deze gids zaken als het uitgangspunt, de opzet en de organisatie van ons onderwijs en de manier waarop wij u op de hoogte houden. Ook besteden we aandacht aan formele zaken als vakantie, verlofregelingen, roosters, inspraak en een klachtenregeling. Deze gids is samengesteld in overleg met het team en heeft de instemming van de medezeggenschapsraad. Mocht u zaken missen of hebt u suggesties voor verbetering van deze gids, aarzel dan niet contact op te nemen met de directeur. Met vriendelijke groet, Jenny van Hove, directeur
3
1
De Koningin Juliana School en het bestuur
1.1 Geschiedenis De protestants-christelijke basisschool Koningin Juliana is de eerste christelijke school in Apeldoorn. In 1859 werd door de Kerkenraad van de “Christelijke Afgescheiden Gemeente” in Apeldoorn een schoolvereniging opgericht, die jarenlang bekend is geweest onder de naam “Groen van Prinsterer”. e In 1861 werd de 1 christelijke school geopend aan een zandpad, nabij een zandafgraving (het zandgat), dat nu Loseweg heet. De school heette dan ook eerst “School aan het zandgat”, daarna “School aan het zandpad”. Vervolgens kreeg het na Koninklijke toestemming de naam “Prinses Julianaschool”. Deze naam werd bij het 100-jarige bestaan in 1961 gewijzigd in “Koningin Juliana School”. De eerste steen van het huidige schoolgebouw werd op 11 november 1988 gelegd door de heer TJ. Adema, oud-hoofd van de school. In juni 1989 kon het nieuwe schoolgebouw in gebruik worden genomen. Tijdens het schooljaar 2008-2009 is het schoolgebouw uitgebreid met een leslokaal en werden grotere nevenruimten gerealiseerd. In mei 2011 vierden we het 150-jarig bestaan van de Koningin Juliana School. 1.2 Uitgangspunten Door te leven vanuit christelijke waarden en normen bieden we de kinderen een vertrouwde en veilige omgeving, waarin ze leren verantwoordelijkheid te dragen voor de schepping. Er is op school een prettige sfeer met orde en regelmaat, waarin respect heerst voor elkaar. Ouders zijn betrokken in onze open, laagdrempelige en gastvrije school. De kinderen spelen en leren in een wisselende rijke omgeving, waarin de doorgaande lijn voor iedereen duidelijk is. We bevorderen de zelfstandigheid door middel van taakbrieven, instructietafel, planbord en het kritisch leren kijken naar eigen werk. De computer en het internet zijn niet alleen ondersteunend, maar ze leveren ook een bijdrage in het onderzoeken en oplossen van problemen. Er is extra zorg en aandacht voor leerlingen aan de onder- en bovengrens. Samenwerken vinden we belangrijk en dat wordt vanuit groep 1 steeds verder uitgebouwd. Ook leren we dat kinderen oog moeten hebben voor elkaars sterke en zwakke punten en die te leren accepteren. Het onderwijs is van goede kwaliteit waarin kinderen de mogelijkheid hebben om zich binnen het leerstofjaarklassensysteem in niveaugroepen te ontplooien tot een zelfstandig en positief kritisch mens. 1.3 De Stichting PCBO Apeldoorn PCBS Koningin Juliana is één van de 28 scholen voor protestants christelijk basisonderwijs in Apeldoorn. Deze scholen behoren tot de Stichting voor Protestants Christelijk Basisonderwijs (PCBO) te Apeldoorn. De 28 scholen hebben samen ruim 6400 leerlingen en ruim 600 medewerkers. De Raad van Bestuur, bestaande uit twee personen (voorzitter en lid) leidt de organisatie. De Raad van Toezicht toetst of de organisatiedoelen worden gehaald. De Raad van Toezicht bestaat uit vijf personen.
organogram PCBO Apeldoorn Raad Raadvan vanToezicht Toezicht
Raad Raad van van Bestuur Bestuur
GMR
Bureau Bureau PCBO PCBO
Scholen Scholen Regio Regio 1 1
Scholen Scholen Regio Regio 2 2
Scholen Scholen Regio Regio 3 3
Het bureau van de Stichting PCBO ondersteunt de 28 scholen. Het bureau draagt zorg voor een stabiele, betrouwbare en proactieve bedrijfsorganisatie. 4
organogram Bureau PCBO Raad Raad van van Bestuur Bestuur voorzitter voorzitter en en lid lid
afd. afd. P&O P&O
afd. afd. OK&K OK&K
afd. afd. FZ FZ
afd. afd. TMZ TMZ
afd. afd. ICT ICT
afd. afd. AZ&C AZ&C
StaffunctioStaffunctionaris naris P&O P&O
staffunctiostaffunctionaris naris OK&K OK&K
staffunctiostaffunctionaris naris FZ/conFZ/controller troller
staffunctiostaffunctionaris naris TMZ TMZ
staffunctiostaffunctionaris naris ICT ICT
staffunctiostaffunctionaris naris AZ&C AZ&C
S/H S/H
S/H S/H
S/H S/H
S/H S/H
S/H S/H
S/H S/H
functionarissen P&O
medewerker FZ
Senior medewerker TMZ
Medewerker AZ&C
receptionist
medewerker P&O
Professionaliseringscoach
S/H = staf- en hulpdienst totaal: 13,59 fte
De Stichting PCBO heeft een eigen motto. Dit motto luidt: ‘Kinderen Centraal’. PCBO houdt bij alle beleidsplannen, activiteiten of voornemens voor ogen: zo goed mogelijk onderwijs geven aan zoveel mogelijk leerlingen. De koers van PCBO voor de komende jaren is terug te vinden in het strategisch meerjaren beleidsplan 2011-2015 met als titel Verantwoord 'Ondernemen' voor Goed Onderwijs. De publieksversie van dit beleidsplan is te downloaden op de website van PCBO: www.pcboapeldoorn.nl Postadres: Stichting PCBO Postbus 328 7300 AH Apeldoorn Bezoekadres: Bureau PCBO Jean Monnetpark 27 7336 BA Apeldoorn tel. 055- 5 22 44 77 I: www.pcboapeldoorn.nl E:
[email protected] 1.4 Donateur Stichting PCBO Ouders/verzorgers kunnen, gelet op hun schoolkeuze, het christelijk onderwijs ondersteunen. U kunt donateur worden van de Stichting PCBO. Aanmeldingsformulieren zijn op school verkrijgbaar.
5
2
Leerlingen en medewerkers van de Koningin Juliana School
2.1 Het schoolgebouw Protestants-christelijke basisschool “Koningin Juliana” heeft de beschikking over een schoolgebouw aan de Loseweg 70 in Apeldoorn.
telefoon: e-mail: Internetadres: Rabobank nr: Rabobank nr:
055 – 5 214 215
[email protected] www.kjs.pcboapeldoorn.nl 3932.32.123 (school) 1400.59.156 (ouderraad)
2.2 Leerlingaantal/-groepen De Koningin Juliana School telt op 1 oktober 2012 203 leerlingen. De kinderen zijn het schooljaar 2012-2013 verdeeld over 8 groepslokalen: Groepen Groep 1/2a Groep 1/2b Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8
Aantal leerlingen
19 + instroom 18 + instroom 22 30 30 26 30 27
Het samenstellen van de groepen en de groepsindeling wordt bepaald door de directie van de school. Groepsleerkrachten hebben het overzicht over die zaken die bij ouders meespelen met betrekking tot de indeling van de groepen. Als ouder kunt u ervoor zorgen dat leerkrachten hiervan goed op de hoogte zijn zodat zij deze kunnen laten meewegen bij de indeling van de groepen. 2.3 Schoolleiding Directeur: Jenny van Hove Adres: Eimbrink 26 - 8266 KJ Kampen Telefoon: 038 – 33 18 353 E-mail:
[email protected] De directeur van de school verricht werkzaamheden in het algemeen belang van de school. Hierbij moet worden gedacht aan leiding geven, coaching en overleg, contacten met ouders.
6
2.4 Leerkrachten Er werken 13 leerkrachten op de Koningin Juliana School met een vast dienstverband. Het overgrote deel hiervan werkt in deeltijdfunctie. Naam: Groep Lesdagen Bijzonderheden Loes Bouwknegt groep 1/2a maandag t/m woensdag I-coach Géke Glastra
groep 1/2a donderdagochtend en vrijdagochtend
Kim Woelders
groep 1/2b maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag
Nel Reijneveld
groep 1/2b donderdagochtend
Jeannette Holtman
groep 3
Jantine Borreman
groep 3
Evelien van Arendonk
groep 3
Gerona Teunis
groep 4
maandag t/m vrijdag Jeannette Holtman heeft van 20 augustus tot 17 december 2012 onbetaald verlof maandag en dinsdag (van 20 augustus tot 17 december 2012) Woensdag, donderdag en vrijdagochtend (van 20 augustus tot 17 december 2012) maandag en dinsdag
Leonie Verschoor
groep 4
woensdag, donderdag en vrijdagochtend
Neeltje Mandemaker
groep 5
maandag en dinsdag
Anita Griffioen
groep 5
woensdag, donderdag en vrijdag
Petra Jansen van Galen
groep 6
maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag
Gerona Teunis Neeltje Mandemaker Nel Reijneveld
groep 6 groep 7
woensdagochtend (juf Gerona en juf Neeltje werken beide 1x per veertien dagen) maandag t/m woensdag
Ineke van Otterloo
groep 7
donderdag en vrijdag
Ineke van Otterloo
groep 8
maandag
Bram Loman
groep 8
dinsdag t/m vrijdagmorgen
unitleider
unitleider
Géke Glastra
dinsdag en donderdagmiddag
Intern Begeleider
Marion Boeree
vrijdagmiddag
handvaardigheid
Anita Griffioen
dinsdag
kangoeroeklas
Vervanging van leerkrachten bij ziekte verloopt via de Stichting PCBO.
7
Teamfoto
Van links naar rechts: Achterste rij: Neeltje Mandemaker, Bram Loman, Attie Stoop, Jenny van Hove, Anita Griffioen, Loes Masselink. Voorste rij: Petra Jansen van Galen, Jeannette Holtman, Daniël van de Brink (stagiaire), Mariske Gijsen, Nel Reijneveld en Leonie Verschoor. Niet op de foto: Marion Boeree, Kim van Wamelen, Neeltje Mandemaker, Bram Loman, Géke Glastra, Jantine Borreman, Evelien van Arendonk, Gerona Teunis, Ineke van Otterloo. 2.5 Vakleerkracht Juf Marion Boeree geeft op de vrijdagmiddag handvaardigheid aan een crea-groep tijdens de creamiddag. (zie paragraaf 4.7) 2.6 Intern begeleider De werkzaamheden op het gebied van de individuele leerlingbegeleiding worden gecoördineerd door een speciaal daarvoor aangestelde leerkracht, de interne begeleider (IB-er). Juf Géke Glastra is de intern begeleider van de Koningin Juliana School. Op de dinsdag en donderdagmiddag is zij hiervoor uitgeroosterd. (zie paragraaf 5.2) 2.7 i-coach Wij vinden dat de computer een bijdrage kan en moet leveren aan het verwerven van informatie. Het op deze wijze verwerven en verwerken van informatie bevordert het zelfstandig- en het samenwerkend leren (= coöperatief leren). Tevens leren kinderen selectief omgaan met een bijna onbeperkte hoeveelheid aan informatie. We vinden dat het gebruik van de pc behoort tot een algemeen maatschappelijke basisvaardigheid. 8
Op de school wordt de computer voor verdieping en ter ondersteuning gebruikt. In de bovenbouw vindt er verdieping binnen de methode plaats door middel van het internet. In groepen kan er gewerkt worden aan opdrachten bij de verschillende methodes. Op de school worden de computers ook ter ondersteuning gebruikt in de groepen. Software die bij de methodes wordt geleverd wordt in de lessen gebruikt. Ook voor administratieve doeleinden wordt de computer ingezet. Te denken valt aan de leerlingenadministratie en het leerlingvolgsysteem. Veel administratieve zaken dienen in digitale vorm te worden verwerkt. Door de mogelijkheid van het netwerk kan onderling een snelle uitwisseling van de verschillende documenten plaatsvinden. De ontwikkelingen waar het gaat om de computer als leer- en hulpmiddel, maar zeker ook als internetmedium zal de komende jaren een grote vlucht doormaken. De i-coach, juf Loes Bouwknegt, houdt wat dat betreft de vinger aan de pols en stimuleert en ondersteunt daar waar dat nodig is. De kerntaken van de i-coach zijn: · initiëren en uitwerken van ICT-beleid; · maken van een financiële vertaling van de plannen; · zorgdragen voor regelmatige evaluatie; · verzorgen van scholing van leerkrachten en leerlingen; · assisteren van gebruikers (leerkrachten en leerlingen); · deelname aan bovenschools overleg; · voorstellen doen t.a.v. aanschaf van hardware en (didactische) software; · verhelpen storingen, uitvoeren ( kleine) reparaties; · voorstellen doen t.a.v. de invoering van ICT binnen de dagelijkse onderwijspraktijk; · onderhouden van de website van de KJS.
2.8 Unitleiders De unitleiders vormen samen met de directeur het managementteam van de school. In het managementteam wordt besproken hoe de kwaliteit van het onderwijs op onze school kan worden gewaarborgd. Soms moeten gemaakte afspraken weer centraal komen te staan en een andere keer moet er worden ingezet op onderwijskundige veranderingen. Net als de directeur hebben de unitleiders hierin een stimulerende en motiverende rol. Ook zijn de unitleiders aanspreekpunt voor leerkrachten en ouders bij afwezigheid van de directeur. De directeur blijft eindverantwoordelijk. Juf Gerona Teunis en juf Neeltje Mandemaker zijn met ingang van 1 augustus 2012 benoemd als unitleiders van de Koningin Juliana School. Op woensdagochtend hebben Juf Neeltje en juf Gerona beurtelings geen lesgevende taken. Die ochtend zijn ze vrij geroosterd om taken uit te voeren die bij de functie van unitleider horen.
9
3
De Koningin Juliana School en de ouders
3.1 Visie op ouderbetrokkenheid De school wil laagdrempelig zijn. Goede samenwerking is in het belang van het onderwijs. Optimale ouderbetrokkenheid is van direct belang voor het onderwijs aan de kinderen en dus aan het kindbelang. De school hecht daarom aan betrokken en actieve ouders. De Koningin Juliana School onderscheidt vier niveaus van ouderbetrokkenheid: 1. de ouder die meeleeft (dimensie 1) 2. de ouder die meedoet (dimensie 2) 3. de ouder die meedenkt (dimensie 3) 4. de ouder die meebeslist (dimensie 4) De ouder die meeleeft (dimensie 1): gesprekje met de juf bij de deur, leest de maandbrief; bestudeert het rapport, komt op tien minuten gesprek, komt bij tentoonstellingen, komt op school bij allerlei activiteiten De ouder die meedoet (dimensie 2): tijdens het overblijven, bij een klusdag, als hoofdluiscontroleur, als de inrichting van het schoolgebouw, als schaakbegeleider, bij allerlei festiviteiten en evenementen, als klassenouder. De leden van de ouderraad hebben hierin vooral een coördinerende rol De ouder die meedenkt (dimensie 3): over de identiteit, over de onderwijskundige koers, over de schoolformatie, over het financieel beleid, over verbouwingen, over veiligheid De ouder die meebeslist (dimensie 4): * op MR-niveau (over reglementaire zaken): bij instemming/advies schoolformatie, sollicitaties en schoolbegroting * op GMR-niveau (over reglementaire zaken): bij instemming/advies formatiebeleid, benoemingsbeleid en financieel beleid In alle vier dimensies is voldoende aanbod van ouders om de uitgezette participatie ten volle te kunnen benutten. De school kent veel actieve commissies, werkgroepen en organiseert regelmatig een ouderpanel over een specifiek (verbeter)aspect. De school peilt de tevredenheid van de ouders door middel van een landelijk genormeerde oudertevredenheidspeiling.
10
3.2 Oudercontacten Wat kunt u van ons verwachten: · Op twee avonden, donderdag 15 november 2012 en dinsdag 14 januari 2013, wordt een ouderpanel georganiseerd. We willen op deze avonden met u spreken over verbeteractiviteiten. · Aan het begin van het schooljaar wordt per groep een infoavond georganiseerd over kenmerkende zaken van die groep (in groep 1 en 2 een gezamenlijke infoavond). · Voor groep 8 worden begin januari 2013 ‘twintigminutengesprekken’ georganiseerd in verband met de keuze van het voortgezet onderwijs. · In plaats van drie keer per jaar een ‘tienminutengesprek’ en ouderbezoeken wordt in het schooljaar 2012-2013 acht keer een moment belegd waarop oudergesprekken plaatsvinden. U kunt zich hiervoor aanmelden en/of de leerkracht kan u uitnodigen. De gesprekken kunnen variëren in lengte. Er kan worden gekozen uit een gesprek van tien minuten of een gesprek van twintig minuten. Deze gesprekken vinden om de beurt plaats op een middag tussen 15.30-17.30 uur of op een avond van 19.00-21.00 uur. Er is bewust gekozen voor een gevarieerd aanbod van middagen en avonden. Het is de bedoeling dat u zich maximaal drie keer per schooljaar aanmeldt voor een oudergesprek. Het is denkbaar dat het voor sommige kinderen goed is dat er meer gesprekken worden gevoerd tussen de ouders en de leerkracht(en). Wanneer dit het geval is nodigt de leerkracht u uit voor een tien- of twintig minutengesprek. Als ouders kunt u ook met de leerkracht afspreken dat u vaker dan drie keer deelneemt aan de oudergesprekken, omdat het voor uw kind belangrijk is dat er zeer regelmatig contact is tussen de leerkracht en u als ouders. De data: dinsdagavond 25 september 2012, dinsdagmiddag 30 oktober 2012, dinsdagavond 11 december 2012, dinsdagmiddag 29 januari 2013, dinsdagavond 12 maart 2013, dinsdagmiddag 23 april 2013, dinsdagavond 11 juni 2013, dinsdagmiddag 9 juli 2013. · De leerlingen van groep 2 t/m 8 ontvangen twee keer per jaar een rapport: vrijdag 14 december 2012 en vrijdag 5 juli 2013. De kinderen van groep 1 krijgen één keer per jaar een rapport namelijk op vrijdag 5 juli 2013. Donderdag 14 februari 2013 krijgen de kinderen een overzicht mee naar huis met de uitslagen van de Cito-toetsen. Belangrijk: Tussentijds overleg over leerlingen is altijd mogelijk. Initiatief hiervoor kan uitgaan van zowel de leerkracht als van de ouder. Als ouder kunt u ook aangeven wanneer er privé belangrijke (emotionele) gebeurtenissen zijn. Vroegtijdig bespreken van opgemerkte zaken kan heel positief werken in de begeleiding van uw kind en is in de meeste gevallen zeer verhelderend. 3.3 Gescheiden ouders en de school Wie hebben er recht op informatie van scholen? Scholen worden meestal geconfronteerd met één van de volgende drie situaties: a. de ouders van een leerling zijn uiteen zonder dat er sprake is van een scheiding van tafel en bed of van echtscheiding; b. de ouders zijn uiteen en de rechter heeft bepaald dat beide ouders gezamenlijk het ouderlijk gezag zullen blijven uitoefenen; c. de ouders zijn uiteen en de rechter heeft bepaald dat één van beide ouders met het ouderlijk gezag zal worden belast. Ad a. In deze situatie mag de school ervan uitgaan dat de informatie over het kind beide ouders zal bereiken als deze aan het huisadres van het kind wordt gestuurd. Indien de ouder die het kind feitelijk verzorgt de andere ouder niet informeert, dan is die ouder in gebreke. Niet de school. Echter, wanneer die andere ouder zich bij de school meldt en om informatie vraagt, dan is de school die verplicht te geven. Ad b. In deze situatie mag de school er op aandringen dat de informatie via de ene ouder bij de andere terecht komt. Dus dat de informatie naar één adres wordt gestuurd. De school kan echter het verzoek krijgen de informatie naar verschillende adressen te sturen. Ook voor deze situatie geldt dat indien één van beide ouders zich bij de school meldt met het verzoek om informatie, de school verplicht is dat verzoek te honoreren. Ad c. In deze situatie rust op de school de (passieve) informatieplicht ten aanzien van de ouder die niet met het ouderlijk gezag is belast.
11
Op welke informatie heeft men recht? Ouders die in de situatie a of b verkeren, hebben recht op alle informatie waarover de school beschikt. Ze hebben ook het recht van inzage in het leerling-dossier; ze mogen aan dit dossier gegevens toevoegen, ze mogen er gegevens uit verwijderen en gegevens eruit corrigeren. Anders ligt het met ouders die in situatie c verkeren. In de praktijk doen zich de meeste problemen voor bij het informeren van de ouder die niet is belast met het ouderlijk gezag. Het recht van deze ouder strekt zich uit tot alle informatie die de school, naar eigen gebruik, over de vorderingen van de leerling verstrekt. Meer in concreto gaat het daarbij om de volgende elementen: · uitnodigingen voor rapportbesprekingen en ouderavonden; · de mondelinge informatie die bij zulke gelegenheden wordt verstrekt; · de toezending of overhandiging van het leerling-rapport; · het overleg over handelingsplannen; · de toezending van het afschrift van het onderwijskundig rapport bij wisseling van school of bij het verlaten van de school; · de ontvangst van de beslissing van de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) inzake de noodzaak van plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs binnen het samenwerkingsverband. Het informatierecht van de niet met het ouderlijk gezag belaste ouder is onderhevig aan twee belangrijke beperkingen. 1. De ouder heeft alleen recht op informatie als hij/ zij daarom vraagt. De school hoeft die informatie niet eigener beweging te geven (passieve informatieplicht). En bovendien: de school hoeft alleen die informatie te verstrekken waar expliciet om wordt gevraagd. 2. De school kan weigeren de gevraagde informatie te verstrekken wanneer zij van oordeel is dat het belang van het kind zich daartegen verzet. In welke vorm heeft men recht op informatie? Een vraag die opnieuw meestal wordt gesteld in relatie tot het informeren van de niet met het ouderlijk gezag belaste ouder. Als richtlijn kan men aanhouden: de vorm zoals die voor de school gebruikelijk is. Informatie die volgens vast gebruik mondeling wordt gegeven (bijvoorbeeld bij rapportbesprekingen), hoeft, desgevraagd, niet schriftelijk te worden verstrekt.
12
3.4 Medezeggenschapsraad Aan onze school is een medezeggenschapsraad (MR) verbonden, welke bestaat uit zes leden. Drie leden zijn gekozen uit de geleding van de ouders en drie uit die van het onderwijzend personeel. Voor verkiezing tot lid van de MR kunnen kandidaten worden voorgedragen, die bereid zijn hun taken in de raad te vervullen in overeenstemming met de grondslag en de doelstellingen van de Stichting PCBO. Kiesgerechtigd zijn de ouders/verzorgers en personeelsleden. Tot lid van de MR zijn verkiesbaar: a. personeelsleden, die ten minste een jaar aaneengesloten bij de Stichting PCBO werkzaam zijn; b. ouders van wie een kind gedurende ten minste een jaar bij de school staat ingeschreven. De zittingsduur is drie jaar. Aftredende leden zijn herkiesbaar, tenzij zij langer dan zes jaar ononderbroken lid zijn geweest. Vergaderingen van de medezeggenschapsraad zijn openbaar, behalve wanneer over persoonlijke aangelegenheden gesproken wordt. Op verzoek van de MR woont de directeur van de school de vergadering bij als vertegenwoordiger van het bevoegd gezag. De medezeggenschapsraad overlegt dikwijls met de directeur en kan zo invloed uitoefenen op belangrijke beslissingen die de directeur neemt. De bevoegdheden van de MR zijn in een wettelijk voorgeschreven reglement vastgelegd. Zo is o.a. instemming van de MR nodig bij: vaststelling of wijziging van de onderwijskundige doelstellingen, schoolplan, schoolreglement, de manier waarop de ouders betrokken worden bij hulp in en aan de school, vaststelling of wijziging van de bestemming van de ouderbijdrage. De MR heeft o.a. ook adviesbevoegdheid bij zaken als: aanstelling/ontslag personeel en directie, vaststelling en/of wijziging van de begroting van de school, vakantieregeling. De schooloverstijgende zaken worden behartigd door de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). In de GMR zijn alle scholen van de Stichting PCBO vertegenwoordigd. Namens de Koningin Juliana School is Anita Griffioen actief in de GMR. Momenteel hebben de volgende personen zitting in de Medezeggenschapsraad: Namens de ouders: Jos Waagmeester (voorzitter) Annette Divis Sylvia Klein Swormink en Caroline van de Kolk (één van hen wordt ingewerkt als nieuwe voorzitter van de MR) Namens de personeelsleden: Bram Loman Loes Masselink Neeltje Mandemaker Voor vragen, opmerkingen en voor de notulen van de vergadering kunt u de MR benaderen via
[email protected]
13
3.5 Ouderraad Naast de Medezeggenschapsraad kennen we ook een Ouderraad (OR). De OR heeft een zeer breed takenpakket. Waar ouders bij de school betrokken worden, speelt de OR vaak een hoofdrol. Een taak van de OR is bijv. het geven van advies aan de MR. De OR zorgt er ook voor dat het schoolplein, inclusief de speelvoorzieningen, er goed bij ligt. Verder organiseert en biedt de ouderraad hulp bij de diverse activiteiten die in en om de school plaats vinden, zoals: Sinterklaasfeest, Kerst- en Paasvieringen, ouderavonden, jubilea, afscheidsfeest groep 8, sportevenementen, kleedjesmarkten, etc. De OR beheert de ouderbijdrage en organiseert mede de schoolreisjes. De ouderraad vergadert 1 x per maand, wilt u onderwerpen op de agenda plaatsen, dan kunt u contact opnemen met een OR-lid. Agenda en notulen van de vergaderingen hangen op het informatiebord bij de hoofdingang. Om alle taken te kunnen uitvoeren heeft de OR een aantal vaste commissies, n.l.: evenementen, sportzaken, ouderavonden, schoolreis, overige zaken en PR. In een commissie, die onder leiding staat van een OR-lid kunnen alle ouders en leerkrachten zitting hebben. Ook kunnen ouderraadsleden als contactpersoon fungeren tussen ouders en team. Ouderraadsleden worden gekozen door de ouders voor een periode van drie jaar. Verkiesbaar zijn ouders die bereid zijn hun taken te vervullen in overeenstemming met de grondslag en doel van de Stichting PCBO. Met ingang van het schooljaar 2012-2013 maken onderstaande personen deel uit van de ouderraad. Naam Tim Heusinkveld
Taken Voorzitter
Suzan Zaal
Secretaris
Paul Tilman
Penningmeester
Remco van Woudenberg
Sportcoördinatie
Lizz Tulk
PR / ouderavond / maandbrief/website
Mandy Vianen
Schoolreis/overblijfcoördinatie 2e secretariaat
Voor vragen of opmerkingen kunt u de OR benaderen via
[email protected]
3.6 Gebedsgroep De gebedsgroep bestaat uit een aantal ouders die eenmaal per maand bij elkaar komt. Het doel van de bijeenkomsten is om allerlei zaken die betrekking hebben op onze school voor te leggen aan God. Hierbij kunt u denken aan de diverse activiteiten die georganiseerd worden en problemen in de breedste zin van het woord. Het danken voor alle goede dingen wordt echter ook niet vergeten. We geloven dat het gebed onmisbaar is, zeker op een christelijke school. Als u hier ook zo over denkt en wilt meedoen; u bent van harte welkom. Datum en plaats van de avonden staan altijd in de maandbrief vermeld. Contactpersonen: Ruth Veldkamp, tel. 5218395. 14
3.7 Klachtenregeling Per 1 augustus 1999 is de onderwijswet gewijzigd in verband met de invoering van het schoolplan, de schoolgids en het klachtrecht, ook wel de kwaliteitswet genoemd. Volgens deze wetgeving kunnen ouders en leerlingen klachten indienen over gedragingen en beslissingen of het nalaten daarvan van het bevoegd gezag en het personeel. Een ieder die deel uitmaakt van de schoolgemeenschap kan een klacht indienen. De regeling is alleen van toepassing als men met een klacht niet ergens anders terecht kan. De meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld. Is dat, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk, dan kan een beroep worden gedaan op deze klachtenregeling. Op iedere PCBO school ligt een exemplaar van de regeling ter inzage, waarin ook staat aangegeven hoe een klacht ingediend moet worden. De Stichting PCBO Apeldoorn is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie. Informatie over klachten en geschillen binnen het bijzonder onderwijs kunt u vinden op de website: www.geschillencommissiebijzonderonderwijs.nl In het kader van de klachtenregeling is er per school een contactpersoon aangesteld. Voor nadere informatie inzake de taak van de contactpersoon verwijzen wij u naar de Klachtenregeling. Contactpersonen voor onze school zijn Rianne Bisschop (moeder van Joost) en Anita Griffioen (zie paragraaf 7.6)
Vertrouwenspersonen Stichting PCBO Apeldoorn: De vertrouwenspersonen voor de Stichting PCBO zijn: De heer R.W. Dijkstra Tutein Noltheniuslaan 5, 7316 BD Apeldoorn Tel. 055 – 5214720 De heer Dr. P. Slump Aubadestraat 14, 7323 LB Apeldoorn Tel. 055 - 3667565 PCBO heeft zich aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie. Het adres daarvan luidt: Klachtencommissie Christelijk Onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag Tel. 070 – 3861697 Fax. 070-3020836 E mail :
[email protected] Website : www.klachtencommissie.org Adres Inspectie van het Onderwijs.
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800 –8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 (lokaal tarief) 15
3.8 Vrijwillige ouderbijdrage Aan het begin van elk schooljaar wordt van de ouders een vrijwillige bijdrage gevraagd voor het schoolfonds. Het schoolfonds wordt beheerd door de ouderraad. Uit het schoolfonds worden die kosten betaald die niet voor vergoeding door de overheid in aanmerking komen. Te denken valt o.a. aan: evenementen, feesten, kerkelijke vieringen zoals Kerst en Pasen, attenties en consumpties. Ook wordt een deel van geld besteed aan het afsluiten van een scholierenongevallenverzekering bij buitenschoolse activiteiten. De kinderen zijn bij alle activiteiten in schoolverband verzekerd. U ontvangt jaarlijks een overzicht van de gelden die ontvangen zijn en die uitgegeven zijn. De hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage is als volgt vastgesteld: * 1 kind : € 35,* 2 kinderen op school : € 60,-. * 3 of meer kinderen op school : € 85,De ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage. Dit betekent dat de betaling niet van invloed is op de toelating van leerlingen of het mogen meedoen aan activiteiten. De oudergeleding van de Medezeggenschapsraad heeft expliciet aangegeven in te stemmen met de hoogte en de bestemming van de vrijwillige ouderbijdrage.
16
4
Het onderwijs op de Koningin Juliana School
Dit hoofdstuk van de schoolgids beschrijft datgene wat een kind leert bij ons op school. Hoewel we bij ons onderwijs rekening houden met de actualiteit, ligt de leerstof voor een belangrijk deel vast in de methoden die we gebruiken. 4.1 Methoden We gebruiken de volgende methoden: Vakgebied Methode Rekenen Schatkist rekenen in groep 1 en 2 Wereld in Getallen - groep 3 t/m 8 Lezen Veilig Leren Lezen (maan-roos-vis) nieuwste versie Leeslink (begrijpend lezen) – groep 4 t/m 8 Estafette (nieuwste versie) Taal Schatkist taal - groep 1 en 2 Veilig Leren Lezen groep 3 Taaljournaal - groep 4 t/m 8 Aardrijkskunde Geobas - groep 5 t/m 8 Geschiedenis Bij de Tijd - groep 5 t/m 8 Natuuroriëntatie Leefwereld groep 1 t/m 8 Huisje Boompje Beestje - groep 3 en 4 Nieuws uit de natuur - groep 5 en 6 Het Natuurhuis Schrijven Pennenstreken - groep 2 t/m 8 Engels I-pocket - groep 1 t/m 4 Our Discovery Island groep 5 t/m 8 Gymnastiek Basislessen Bewegingsonderwijs groep 1 t/m 8 Verkeer Wegwijs Muziek Moet je doen! Muziek Drama Moet je doen! Kunst en cultuur. Sociaal-emotioneel Kanjertraining. Levensbeschouwelijke Kind op maandag vorming 4.2 Zelfstandig werken * In groep 1 en 2 hebben we een verkeerslicht in de klas Als het licht op rood staat weten de kinderen dat de leerkracht niet gestoord mag worden. De leerkracht heeft dan de tijd om kinderen individueel of in een groepje extra instructie te geven. In groep 2 werken de kleuters elke dag tien minuten zelfstandig. Na de kerstvakantie wordt dat uitgebreid. Ook leren de kinderen in groep 1 en 2 zelfstandig een keus te maken. Door hun sleutelhanger bij de afbeelding van een activiteit op het planbord te hangen laten ze zien welke activiteit ze gaan uitvoeren tijdens de werkles. In het begin van groep 1 kunnen kinderen zelf bepalen wat ze kiezen. Langzamerhand moeten kinderen ook elke week een aantal verplichte activiteiten uitvoeren. * Vanaf groep 3 hebben we verkeerslichten in de klas. Groen licht: de leerkracht is beschikbaar en kinderen mogen elkaar helpen; oranje licht: de kinderen mogen samenwerken; rood licht: de leerkracht mag niet worden gestoord. De kinderen hebben een dobbelsteen op tafel. Rood: ik wil nu graag doorwerken; je mag me niet storen. Groen: ik werk nu zelfstandig; je mag mij wel iets vragen.-?-: ik heb een vraag aan de leerkracht. De leerkracht gebruikt de eerste periode van de les om kinderen individueel te helpen. Dit gebeurt zo mogelijk aan de instructietafel. Daarna loopt de leerkracht in een vaste volgorde langs de dobbelstenen en helpt kinderen die hun dobbelsteen op het -?- hebben gezet. Deze kinderen zitten niet te wachten op de leerkracht. Ze doen alvast werk waarmee ze wel verder kunnen.
17
4.3 Coöperatief leren 4.3.1: Coöperatief leren In de afgelopen jaren hebben we gewerkt aan het invoeren en opbouwen van vaardigheden met coöperatief leren. Wat moet u zich voorstellen bij coöperatief leren? In een fijne klas heerst een vriendelijke en open sfeer, durven kinderen fouten te maken en worden kinderen die “anders” zijn niet uitgelachen. In zo’n klas wordt met elkaar gewerkt, niet los van elkaar en niet in competitie met elkaar. De gebruikelijke rolverdeling in de onderwijsleersituatie is dat de leerkracht onderwijst en de leerlingen leren. Maar het is een gegeven dat leerlingen ook van elkaar kunnen leren. Kinderen kunnen vaak op een heldere manier iets aan elkaar uitleggen. Misschien komt dat, doordat ze net zelf het probleem onder de knie hebben en zich nog goed in de positie van degene die het nog niet begrijpt, kunnen verplaatsen. Coöperatief leren is groepswerk waarbij de kinderen echt samenwerken en leren. Met “echt” bedoelen we dat de leerlingen als groepsleden bij elkaar betrokken zijn en van elkaar afhankelijk zijn om een goed resultaat te behalen. Samenwerkend leren is een werkvorm die een gelijkwaardige plaats verdient naast individuele en klassikale werkvormen. Het is een werkvorm die in alle groepen gehanteerd wordt. Waarom is het belangrijk dat kinderen leren samenwerken? Samenwerken levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het kind. Zowel de verstandelijke als de sociale ontwikkeling wordt gestimuleerd, wanneer kinderen samenwerken. · Bij het samenwerken speelt taal een belangrijke rol. Actief gebruik van taal is nodig om kennis en begrip te laten ontstaan. Het denkproces van de helper wordt gestimuleerd, omdat deze zijn gedachtegang duidelijk onder woorden moet brengen en structureren. · Naast de verstandelijke ontwikkeling bevordert samenwerken ook de sociale ontwikkeling. Gedurende de basisschoolperiode breiden de sociale vaardigheden van kinderen zich geleidelijk uit en vindt ook een verfijning plaats. Door de leerlingen op school de gelegenheid te bieden samen te werken, wordt de ontwikkeling van sociale vaardigheden en sociaal inzicht gestimuleerd. · Samenwerken is een vaardigheid die van groot belang is om goed te functioneren in het maatschappelijk leven. Het is een vaardigheid die in het algemeen zeer gewaardeerd wordt. Goed draaiende organisaties, of het nu een gezin, een bedrijf of een toneelvereniging is, zijn afhankelijk van mensen die goed kunnen samenwerken aan een gemeenschappelijk doel. Waarom op school aandacht voor leren samenwerken? · Differentiatie: Het gaat bij deze werkvorm om de samenwerking tussen goede en minder goede leerlingen in tweetallen of in kleine groepjes. De kinderen ondersteunen en helpen elkaar en zoeken samen naar oplossingen voor problemen. De zwakke leerlingen profiteren van de aanmoediging, hulp en uitleg van de medeleerlingen. Ze doen mee als volwaardig lid van de groep. Er worden eisen aan hen gesteld, maar als het nodig is, weten ze dat ze op de hulp van de anderen kunnen rekenen. Dit stimuleert het zelfvertrouwen. Ook goede leerlingen profiteren van de samenwerking in een heterogene groep. Door anderen te helpen bereiken ze beheersing van de stof op een hoger niveau. · Effectieve leertijd: Een ander belangrijk voordeel van deze werkwijze is dat de tijd die leerlingen werkelijk actief en geconcentreerd aan het werk zijn, toeneemt. · Pedagogisch klimaat; Als we kinderen stimuleren en leren met elkaar samen te werken, leveren we een belangrijke bijdrage aan het pedagogisch klimaat in de klas en op school. We beschouwen de school als een pedagogische gemeenschap van volwassenen en kinderen, waarin de kinderen niet alleen leren van volwassenen, maar ook van elkaar. Op zo’n school is wél begrip en respect voor anderen, ook voor anderen die “anders” zijn. We geven iedereen de kans en stimuleren en helpen elkaar. Bij coöperatief leren is het de bedoeling dat je je groepsgenoten beter leert kennen in hun gedachten, gevoelens, ideeën, mogelijkheden, capaciteiten, etc. Er worden vertrouwelijke zaken uitgewisseld, je mag je kwetsbaar tonen, want in een groep is vertrouwen en veiligheid het sleutelwoord. Wat in een groep wordt besproken is niet uitwisselbaar met andere klasgenoten, kinderen leren waarom dat zo is en dat dat kán en positief werkt. Dat betekent dat in een groep kwetsbaarheid, onderlinge verschillen, acceptatie van de ander en vertrouwen in elkaar wordt ervaren en geleerd.
18
Kernwoorden: · Communicatie: Kinderen luisteren naar en praten met elkaar. · Betrokkenheid: Kinderen in een groepje voelen zich betrokken bij het werk en bij de groepsgenoten. · Verantwoordelijkheid: De kinderen zijn verantwoordelijk voor zowel hun eigen werk als dat van hun groepsgenoten. · Hulpvaardigheid: Kinderen zijn bereid en in staat elkaar, wanneer dat nodig is, te helpen. · Zelfstandigheid: Groepjes kinderen werken zelfstandig aan een taak zonder de hulp van een leerkracht in te roepen.
4.3.2: Natuurlijk Sociaal Kinderen hebben sociale vaardigheden nodig om zich staande te kunnen houden in de maatschappij en om een meerwaarde te kunnen zijn voor andere mensen. De school is bij uitstek de plaats om die vaardigheden te oefenen. Het gaat om vaardigheden zoals luisteren, complimenten geven en ontvangen, samenwerken, helpen, hulp vragen, elkaar bedanken, leiding nemen en nog veel meer. Om deze vaardigheden aan te leren gebruiken we de structuren van coöperatief leren. In de klas hangen we een kaart met een vaardigheid op een centrale plek en praten we erover hoe je kunt zien en horen als iemand die vaardigheid heeft. Bijvoorbeeld als je wilt weten of iemand luistert, kun je zien dat hij naar je kijkt, knikt, vragen stelt en instemmende geluiden maakt. Na de introductie wordt de vaardigheid in groepjes geoefend. Aan het einde van de dag nemen de leerkrachten tijd om te evalueren hoe de vaardigheden zijn toegepast en om elkaar complimenten te geven. De leerkracht bepaalt welke vaardigheid die maand centraal staat, doordat de leerkracht ziet en weet waar de kinderen van zijn/ haar groep het meest behoefte aan hebben. De ene groep heeft bijvoorbeeld taakgerichtheid nodig en een andere groep meer hoe je over gevoelens praat.
19
4.4 Kanjertraining Tijdens het schooljaar 2010-2011 werden alle teamleden geschoold op het gebied van de kanjertraining. Dit schooljaar moeten de ‘nieuwe leerkrachten’ de basiscursus nog volgen. De komende vier schooljaren gaat het hele team jaarlijks één dag nascholen voor de kanjertraining. Op dinsdag 20 november 2012 zal de trainer, Frank Sessink, ’s morgens filmopnames maken in de verschillende groepen. Deze beelden bekijken we ’s middags en worden besproken. Ook zal er tijdens de nascholingsmiddag een stuk verdieping van de theorie van de kanjertraining worden gegeven. De kinderen zijn deze middag vrij. Na vier jaar nascholen is de Koningin Juliana School een ‘Kanjerschool’. Het doel van de kanjertraining is het bevorderen van het onderling vertrouwen. Door middel van lessen uit de kanjerboeken voelen kinderen zich veilig, zijn op elkaar betrokken, weten onderlinge conflicten respectvol op te lossen, helpen elkaar en durven te leren. De kanjerboeken hebben als uitgangspunten: · we helpen elkaar; · we zijn te vertrouwen; · je bent niet zielig; (wel: durf verdriet te voelen) · niemand speelt de baas; (wel: toon leiderschap) · niemand lacht een ander uit (wel: durf blij te zijn met humor) Voor meer informatie over de kanjertrainingen kunt u terecht op de site van het kanjerinstituut in Almere (www.kanjertraining.nl).
De directe aanleiding tot het ontwikkelen van de Kanjertraining is een verzoek geweest van meerdere Almeerse ouders in 1996. Samen met deze ouders, is nagegaan waar hun kinderen behoefte aan hebben in het sociaal functioneren. We kwamen zo uit op een honderdtal aandachtspunten zoals: met mes en vork leren eten, niet met volle mond praten, hoe ga ik met de bus mee, hoe stel ik mijzelf voor, hoe ga ik met kritiek om, enzovoort. Aan de ouders die met hun kinderen wilden deelnemen aan de Kanjertrainingen, werden deze punten in een overzicht meegegeven met het verzoek met een cijfer "nut en noodzaak" aan te geven. De ouders beoordeelden de meeste gedragsaspecten als niet belangrijk, maar waardeerden onderstaande onderwerpen als zeer belangrijk. - Jezelf voorstellen/jezelf presenteren. - Iets aardigs zeggen, met een compliment weten om te gaan. - Met gevoelens van jezelf en met de gevoelens van de ander weten om te gaan. - Ja en nee kunnen zeggen. JA als je iets prettig vindt, en NEE als je iets vervelend vindt. - Je mening vertellen (maar) niet altijd. - Een ander durven vertrouwen en te vertrouwen zijn. - Samenwerken. - Vriendschappen. Wat zijn goede vrienden, hoe onderhoud je een vriendschap, hoe raak je vrienden kwijt. - De kunst van vragen stellen/belangstelling tonen. Probeer een ander te begrijpen. - Kritiek durven en kunnen geven. - Kritiek weten te ontvangen en je voordeel ermee doen. - De kunst van antwoord geven/vertellen. Laat je begrijpen door een ander. - Zelfvertrouwen, zelfrespect, trots zijn. - Leren stoppen met treiteren. - Uit slachtofferrollen stappen en het heft in eigen handen nemen. Deze thema's werden inhoudelijk uitgewerkt en in een logisch verband gezet binnen de Kanjertrainingen. De Kanjertraining heeft zich uiteindelijk ontwikkeld tot een training met een heldere aanpak die zeer goed aansluit bij de doelstellingen van het onderwijs en de belevingswereld van het kind. Daarnaast blijkt dat de Kanjertraining algemene opvoedingsnormen ondersteunt.
20
4.5 Godsdienstonderwijs De bijbelverhalen worden verteld aan de hand van " KIND OP MAANDAG ", een uitgave van de Nederlandse Zondagsschool Vereniging. Via deze uitgave zijn kerken, scholen, kindernevendiensten, zondagsscholen, clubs en gezinnen in staat de wekelijkse activiteiten op elkaar af te stemmen. 4.6
Computeronderwijs
4.6.1 Computeronderwijs Op de school wordt de computer voor verdieping en ter ondersteuning gebruikt. Veel administratieve zaken dienen in digitale vorm te worden verwerkt. Door de mogelijkheid van het netwerk kan onderling een snelle uitwisseling van de verschillende documenten plaatsvinden. In de bovenbouw vindt er verdieping binnen de methode plaats door middel van het internet. In groepen kan er gewerkt worden aan opdrachten bij de verschillende methodes. Op de school worden de computers ook ter ondersteuning gebruikt in de groepen. Software die bij de methodes wordt geleverd wordt in de lessen gebruikt. Ook voor administratieve doeleinden wordt de computer ingezet. Te denken valt aan de leerlingenadministratie en het leerlingvolgsysteem. Alle lokalen hebben de beschikking over een digitaal schoolbord. Deze digitale schoolborden worden zoveel mogelijk benut ten bate van het onderwijskundig proces. Groep 1 en 2: - De kinderen maken kennis met de computer. Ze maken kennis met de muis. - De kinderen werken met programma’s, zoals Bas gaat digitaal, Schatkist taal en Schatkist rekenen. Groep 3: - De kinderen maken kennis met het toetsenbord. - De kinderen werken met de programma’s die bij de methodes horen. Veilig leren lezen, Wereld in Getallen en Ambrasoft. Aan het eind van groep 3 typen de kinderen een kort tekstje in word. Hierbij wordt nog niet gelet op de opmaak en de verschillende functies van word. Groep 4: - De kinderen werken met de programma’s die bij de methodes horen: Wereld in Getallen, Maatwerk en Ambrasoft. - De kinderen schrijven korte stukken tekst in word. Zo kunnen ze een taalles op de computer verwerken. Aan het eind van groep 4 kennen de kinderen de basisvaardigheden van het toetsenbord. Ze kunnen werken met de methodegebonden programma’s. ook hebben de kinderen verder kennisgemaakt met word. Groep 5 - De kinderen gaan een werkstuk maken op de computer in Word. Hierdoor leren ze verschillende toepassingen van het verwerkingsprogramma. Ze maken dit werkstuk tijdens de documentatielessen. - De kinderen werken met de programma’s die bij de methode horen: Wereld in Getallen, Maatwerk, Taaljournaal, Ambrasoft en Geobas. - De kinderen maken kennis met het internet. Dit aan de hand van opdrachten, zoals het maken van een muurkrant en webkwesties. Hierbij wordt wel gelet op het internetprotocol. Het internet is bijvoorbeeld goed te gebruiken bij de zaakvakken. De kinderen kunnen aan het eind van groep 5 een werkstuk in word maken. Verder kunnen ze op het internet informatie vinden die ze nodig hebben voor hun webkwestie of muurkrant. Groep 6 - De kinderen werken aan een werkstuk, deze maken ze op de computer in Word. - Aan de hand van schoolbits word deel 1 en deel 2 leren de kinderen de functies in Word goed kennen. Te denken valt dan aan de opmaak, het invoegen van plaatjes e.d. - De kinderen werken met de programma’s die bij de methode horen: Wereld in Getallen, Maatwerk, Taaljournaal, Ambrasoft en Geobas. - De kinderen werken met het internet aan muurkranten en webkwesties. Er wordt goed gelet op het internetprotocol. - De kinderen werken opdrachten, van bijvoorbeeld taal, uit in Word. Aan het eind van groep 6 kunnen de kinderen in word werken, ze kennen de verschillende functies. 21
Groep 7 - De kinderen maken een verslag op de computer in Word. - De kinderen leren werken met Power Point. Ze werken in het boekje van Schoolbits Power Point. - Ze geven minstens 1 Power Point presentatie. Te denken valt aan een spreekbeurt. - De kinderen gebruiken het internet voor het zoeken van informatie als ze deze nodig hebben tijdens het maken van een presentatie. - De kinderen werken met de programma’s die bij de methode horen: Wereld in Getallen, Maatwerk, Taaljournaal, Ambrasoft en Geobas. De kinderen kunnen aan het eind van groep 7 een presentatie maken aan de hand van Power Point. Groep 8 - De kinderen geven minsten 1 Power Point presentatie. Te denken valt aan een spreekbeurt. - De kinderen leren werken met Excel. Ze gebruiken het boekje Schoolbits Excel. - De kinderen geven minstens 1 Excel presentatie. Te denken valt aan een verwerking van een rekenles. - De kinderen werken met de programma’s die bij de methode horen: Wereld in Getallen, Maatwerk, Taaljournaal, Ambrasoft en Geobas. - De kinderen gebruiken het internet als informatiebron. Aan het eind van groep 8 kunnen de kinderen werken met Excel. Verder kunnen ze het internet gebruiken als informatiebron. Hierbij wordt wel sterk gelet op het internetprotocol. Wat de kinderen aan het eind van de basisschool kunnen: - Ze kunnen werken in Word. Ze kunnen hierin een werkstuk maken. - Ze kunnen een presentatie geven in Power Point. - Ze kunnen een presentatie geven in Excel. - Ze kunnen internet gebruiken als informatiebron en weten hoe ze moeten omgaan met internet. - Ze kunnen werken met de methodegebonden programma’s van Schatkist, Bas gaat digitaal, Wereld in Getallen, Maatwerk, Taaljournaal, Ambrasoft en Geobas. 4.6.2 Internetprotocol De kinderen ondertekenen vanaf groep 5, wanneer ze gaan leren het internet te gebruiken, een internetprotocol. Hier staan de regels in wat betreft het internet en ook wat er gebeurt wanneer de kinderen zich daar niet aan houden (zie bijlage 2 achter in de schoolgids). Minstens één keer in het half jaar wordt het internetprotocol in de groepen 5 t/m 8 opnieuw uitvoerig besproken. Het internetprotocol is erg belangrijk. Dit om de kinderen op een goede manier met het internet in aanraking te laten komen. 4.7 Documentatiecentrum Vanaf groep 5 leren de kinderen in het documentatiecentrum (D.C.) zelfstandig informatie uit boeken te halen. Deze informatie verwerken ze in spreekbeurten en werkstukken. Om te kunnen werken in het D.C. is ouderhulp onmisbaar, uw hulp is dan ook altijd welkom. De mogelijkheden die internet ons biedt bij het verzamelen van materiaal voor werkstukken is groot. Via internet kan informatie over een gekozen onderwerp worden opgezocht en opgeslagen. De kinderen van groep 5 schrijven het eerste jaar een miniwerkstuk. In groep 6 schrijven de kinderen een voorbereidend werkstuk. De kinderen van groep 7 hebben de afgelopen jaren al zoveel geoefend op de computer en weten al hoe ze informatie kunnen verzamelen uit boeken of via internet dat zij in staat zijn om een of twee echte werkstukken te schrijven.
22
4.8 Crea-middag Vrijdagmiddag is de crea-middag voor de groepen 5 t/m 8. Aan het begin van het schooljaar worden alle kinderen uit deze groepen verdeeld in vier “crea-groepen” van ongeveer 25 leerlingen. De kinderen werken drie weken aan een opdracht. Daarna wordt er van opdracht en techniek gewisseld. Er wordt o.a. gewerkt met klei, hout, kostenloos materiaal en papier-maché; technieken zijn bijvoorbeeld linosnede, figuurzagen, borduren en weven. Kinderen uit verschillende groepen krijgen wel dezelfde technieken en materialen, maar maken soms ook verschillende opdrachten, opklimmend in moeilijkheidsgraad. Ook drama, dans en koken maken deel uit van deze activiteiten. Tijdens b.v. Sinterklaas, Kerst, kinderboekenweek en de projectmaand wijken we af van het vaste programma om dan een werkstuk te maken dat betrekking heeft op één van voornoemde feesten/projecten. 4.9 Verkeersexamen In de maand mei leggen de leerlingen van groep 7 een theoretische verkeersproef af en doen ze mee met het praktisch verkeersexamen. Degenen die daarvoor slagen, ontvangen een verkeersdiploma. De laatste jaren wisten alle leerlingen de verkeersproef met goed gevolg af te leggen. 4.10 Gymnastiekrooster Vanaf groep 3 hebben de leerlingen eenmaal in de week gymles in een gymzaal. De gymlessen bestaan uit twee lesuren, zodat de kinderen zowel aan activiteiten met toestellen als aan sportactiviteiten kunnen deelnemen. Hierdoor hebben de kinderen meer tijd om te bewegen in de gymzaal en verliezen ze minder tijd aan heen en weer lopen en omkleden. Dit rooster helpt u en de kinderen te onthouden hun gymspullen mee te nemen naar school en naar huis terug. Groepen Dagen groep 6 t/m 8 maandagmorgen (gymzaal Mariannalaan) groep 6 t/m 8 dinsdagmorgen (gymzaal Heuvellaan) één keer per veertien dagen groep 5 donderdagmiddag (gymzaal Mariannalaan) groep 3 woensdagmorgen (gymzaal Heuvellaan) groep 4 donderdagmiddag (gymzaal Heuvellaan) Veel kinderen dragen tijdens sportieve evenementen een T-shirt met het logo van de school. Ook is er een aantal hesjes op school aanwezig met daarop het logo van de school. Ze worden bijvoorbeeld gebruikt tijdens fiets- en wandeltochten.
4.11 Huiswerk Vanaf groep 6 krijgen de kinderen huiswerk mee. Ze leren daardoor een stukje zelfstandigheid ontwikkelen. In groep 7 en 8 wordt de hoeveelheid en de frequentie uitgebreid. Op deze manier proberen we de kinderen te helpen bij de overgang naar het voortgezet onderwijs. Het kan voorkomen dat ook kinderen uit de andere groepen werk mee naar huis krijgen. Dit heeft dan een duidelijke reden. Dit gebeurt altijd in overleg met u. Boeken zijn nogal prijzig, daarom verzoeken wij u de kinderen een stevige rugzak/tas mee te geven. Dat biedt toch wat meer bescherming dan een plastic tas. Als u bekers met drinken in dezelfde tas meegeeft wilt u die dan voorzien van een extra plastic zak? 23
4.12 Engels voor de kinderen van groep 1 t/m 8 Vanaf 1 augustus 2012 starten we op de Koningin Juliana School met Engels voor alle kinderen van onze school. Vlak voor de zomervakantie hebben we twee methodes aangeschaft voor Engels. Voor de kinderen van groep 1 t/m 4 is de methode I-pocket besteld. Dit is een digitale methode. Alle lessen worden zichtbaar op het digibord en de kinderen kunnen ook aan de slag op de computer. Natuurlijk bestaan de lessen ook uit liedjes zingen, opzegversjes leren, spelletjes doen met andere kinderen enz. De kinderen van groep 5 t/m 8 gaan aan het werk met de methode ‘Our Discovery Island’. Dit is een nieuwe methode. Als team hebben we voor deze methode gekozen, omdat de boeken er eigentijds uitzien en omdat de kinderen door in te loggen met een eigen code, op school en thuis aan de slag kunnen met het bijbehorende computerprogramma. Het afgelopen schooljaar hebben we ons als team georiënteerd op vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto). We hebben met een aantal teamleden een bezoek gebracht aan het Europees Platform in Haarlem waar we ons hebben laten voorlichten over de voordelen van al op jonge leeftijd een vreemde taal leren. Ook zijn we de tweede helft van het schooljaar 2011-2012 begeleid door mevrouw Francis Kutschruiter van Step by Step Engels. Zij heeft ons geholpen om tot een goede methodekeuze te komen. Dit schooljaar begeleidt zij ons bij het invoeren van de methodes, maar ook bij het ophalen van onze eigen basiskennis van Engels. Ook als teamleden moeten we de taal weer opfrissen om zo de kinderen goed Engels te kunnen geven. Hieronder vindt u een aantal redenen die ons hebben gemotiveerd om de keuze te maken om met Engels voor groep 1 t/m 8 aan het werk te gaan. Overal in de wereld krijgen kinderen al op jonge leeftijd onderwijs in een vreemde taal. In 2002 tekenden de EU-lidstaten het ‘Verdrag van Barcelona’ waarin afspraken staan om zo vroeg mogelijk een of meer vreemde talen in het basisonderwijs aan te bieden. Deze afspraken zijn in veel landen al nagekomen. Daarmee wordt aangesloten bij een ontwikkeling op wereldniveau. Op alle continenten - van Canada tot China en van Chili tot Turkije – zien we dat kinderen steeds vroeger een vreemde taal leren. In bijna alle gevallen is dat Engels. Vroeg beginnen met een vreemde taal is om verschillende redenen een goede keuze. Om te beginnen kunnen jonge kinderen een taal spelenderwijs leren. Door bezig te zijn in die taal werken ze ongemerkt aan die taal. Van groot belang daarbij is dat kinderen dan zo veel mogelijk blootgesteld worden aan native English, omdat ze juist in die eerste jaren een groot vermogen hebben om tot een goede uitspraak van die vreemde taal te komen. Werken in een andere taal is ook goed voor de internationale oriëntatie van de kinderen. Vvto opent als het ware de vensters van andere samenlevingen. De Europese Unie kent 23 officiële talen, maar Engels is meer dan welke taal ook de ‘lingua franca’ geworden. ‘Hoe meer talen (in de EU), hoe meer Engels’, constateerde de socioloog Abram de Swaan. Een echt goede beheersing van die taal is dan ook van steeds groter belang voor studie en beroep. Jonge kinderen kunnen spelenderwijs een taal leren. De kleuters krijgen geen Engelse les, maar spelen, zingen en werken in het Engels. Zonder dat ze zich daar bewust van zijn groeit hun woordenschat snel en ontwikkelen ze een goede uitspraak. De ervaring heeft geleerd dat een vroege start ook zéér motiverend is. Er wordt met veel plezier gewerkt aan een goede basis voor verder leren van Engels in de hogere groepen en daarna. Er zijn ook aanwijzingen dat het vroege leren van een twee (of derde) taal een positieve invloed heeft op de algemene taalontwikkeling. Het accent ligt in de onder- en middenbouw op luisteren en spreken. Lezen en schrijven komen vanaf de middenbouw ook aan de orde. In de hogere groepen wordt Engels ook een ‘echt’ schoolvak.
24
5
De Koningin Juliana School en de leerlingenzorg
De Koningin Juliana School is zoals alle basisscholen verdeeld in een 'onderbouw' en 'bovenbouw'. Onze school werkt met groepen, die ingedeeld zijn in jaarklassen. Regelmatig wordt er binnen de jaargroep gedifferentieerd gewerkt en worden “jaarklasgrenzen” doorbroken. De groepsleerkracht is voor kinderen en ouders het eerste aanspreekpunt. 5.1 Kinderen volgen in hun ontwikkeling Kinderen ontwikkelen zich van nature. Ze zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws leren. Op school stimuleren we dat en proberen we de leerlingen uit te dagen om steeds iets nieuws te ontdekken. Er wordt veel rekening gehouden met de verschillende niveaus van de kinderen. Voor zeer vlotte leerlingen wordt het programma aangepast (extra uitdagende opdrachten) en bestaat de mogelijkheid de school in een kortere tijd te doorlopen. Daarbij gaan we uiteraard niet over één nacht ijs. Alle leerkrachten volgen min of meer regelmatig cursussen om hun vakkennis bij te houden of te vergroten of specialisatie te verwezenlijken. De meeste cursussen hebben te maken met het onderwijs en de zorg voor leerlingen. De vakken taal, lezen en rekenen vormen de kern van ons onderwijs. Het zijn basisvaardigheden. Ze vormen het fundament voor elke andere ontwikkeling. Daarom leggen we veel nadruk op deze vakken. 5.2 Interne begeleiding De intern begeleider is een leerkracht die de organisatie en uitvoering rondom de leerlingenzorg coördineert en bewaakt. Daarnaast ondersteunt deze leerkracht de collega’s bij de begeleiding van leerlingen die op welk niveau dan ook extra zorg nodig hebben. Dit zijn dus zowel leerlingen met behoefte aan extra uitdaging en verdieping (juf Anita Griffioen coördineert de zorg voor deze leerlingen) als leerlingen die moeite hebben met de aangeboden leerstof (Géke Glastra coördineert de zorg voor deze groep kinderen). Ook kunnen dit leerlingen zijn die niet lekker in hun vel zitten. Zij krijgen dan hulp en ondersteuning bij hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Om de leerkrachten de gelegenheid te geven om over leerlingen te overleggen en de voortgang te bewaken zijn er door het jaar heen leerlingenbesprekingen gepland. In dit overleg worden de leerlingen besproken en wordt bekeken hoe nu verder te gaan. Daarnaast zijn er door het jaar heen diverse spreekuren voor de leerkrachten gepland waarop afspraken gemaakt kunnen worden. Als school vinden wij het belangrijk de ontwikkeling van de kinderen goed te volgen. Naast allerlei methodegebonden toetsen nemen wij enkele malen per jaar landelijk genormeerde toetsen af van het CITO leerlingvolgsysteem. De intern begeleider coördineert en bewaakt dit. U vindt deze toetskalender in de bijlage van deze schoolgids. Naast de toetsen van het CITO leerlingvolgsysteem nemen wij ook toetsen en observaties af rondom het dyslexieprotocol. De bedoeling hiervan is om zo vroeg mogelijk eventuele risicofactoren m.b.t. het leren lezen te signaleren om zo preventieve maatregelen te kunnen nemen. Het dyslexieprotocol is doorgevoerd in alle groepen. Het kan voorkomen dat een kind uitvalt op één of meerdere onderdelen van het onderwijsleerpakket. Wij volgen dan een vaste procedure. Door de leerkracht wordt in de groep extra hulp geboden m.b.v. een handelingsplan. Hierin staat het probleem omschreven en de stappen die ondernomen zullen worden om het gestelde doel te bereiken. Wanneer voor uw kind een handelingsplan wordt geschreven, wordt u hierover geïnformeerd. Indien het werken volgens een handelingsplan niet of onvoldoende resultaten geeft, meldt de leerkracht de leerling aan bij de intern begeleider. De problematiek wordt verder in kaart gebracht en waar nodig worden extra onderzoeken of observaties afgenomen. Het handelingsplan wordt vervolgens aangepast en de uitvoering hiervan voortgezet. Wanneer dit de gewenste resultaten oplevert, wordt de extra zorg afgerond. De intern begeleider zal overleg voeren met de contactpersoon van de IJsselgroep wanneer blijkt dat de ondernomen stappen niet voldoende zijn. Ook deze tips en adviezen worden door de leerkracht in de praktijk gebracht.
25
Mocht blijken dat er knelpunten blijven bestaan, dan kan worden overgegaan tot nader onderzoek door mevr. S. de Bruijn, leerlingbegeleider van de IJsselgroep (zie hoofdstuk 9.8). Deze hulp van buitenaf is speciaal bedoeld om de problematiek goed in kaart te brengen en meer handvatten te krijgen om de leerling zo optimaal mogelijk te begeleiden. Natuurlijk hoeft dit niet automatisch te betekenen dat een kind doorverwezen wordt naar een school voor speciaal basisonderwijs. Ons streven is zoveel mogelijk kinderen hier op school zo goed mogelijk te begeleiden. Bij al deze stappen bent u als ouder/verzorger van het begin tot het eind betrokken. 5.3 Toetsen Al vanaf groep 1 worden de vorderingen op het gebied van taal, lezen en rekenen enkele malen per jaar getoetst met landelijk genormeerde toetsen, ontwikkeld door het CITO. (zie bijlage 1: Toetskalender 2012-2013). Op die manier vergelijken we de ontwikkeling van uw kind met het landelijk gemiddelde. Niet omdat dit een noodzaak is, maar omdat we een duidelijk objectief beeld willen van uw kind en omdat we willen weten wat de kwaliteit van ons onderwijs is; doen we de goede dingen en doen we de dingen goed. De andere toetsen op school zijn methodegebonden. De taalmethode de rekenmethode en de methodes voor de wereldverkennende vakken zijn verdeeld in hoofdstukken. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een toets. Aan de hand van de uitslagen van deze methodegebonden toetsen kunnen we beoordelen of alle kinderen de leerstof onder de knie hebben. Na elk hoofdstuk is er tijd gepland om met een aantal kinderen een deel van de stof extra te behandelen. De andere kinderen gaan dan aan de slag met ‘verdiepingsstof’. De resultaten van de toetsen worden door de leerkrachten besproken en bewaard in het geautomatiseerde CITO-leerlingvolgsysteem. 5.4 Extra hulp De groepsleerkracht volgt de kinderen van zijn/haar groep zo goed mogelijk. De leerkracht observeert, toets en schrijft handelingsplannen. Soms geven gedrag in de klas, prestaties of uitslagen van toetsen aanleiding om extra maatregelen te nemen. Ongeveer één op de vijf kinderen heeft tijdens de basisschoolperiode kortere of langere tijd extra aandacht nodig. Vaak is verlengde instructie voldoende, soms is het noodzakelijk om gedurende een bepaalde tijd speciale aandacht te bieden. Als daar aanleiding voor is, wordt gedurende een bepaalde periode gericht met een leerling aan een bepaald onderdeel gewerkt. Dit wordt dan omschreven in een handelingsplan. Voor het zover is moet er natuurlijk wel het een en ander onderzocht zijn en bijgehouden worden. Natuurlijk blijft het persoonlijk oordeel van de leerkracht heel belangrijk.
26
5.5 Andere problemen Een aantal leerlingen heeft moeite met leren, omdat sociale of emotionele problemen een rol spelen. We proberen voor elke leerling natuurlijk een “handvat” te vinden. Soms kan contact met een orthopedagoog of de huisarts noodzakelijk zijn. De begeleiding van "zorgleerlingen" verloopt volgens een vast traject. Van de groepsleerkrachten wordt ten behoeve van de speciale zorg voor kinderen het volgende verwacht: · signaleren van problemen; · bespreking met de intern begeleider; · contact met de ouders opnemen; · het eventueel uitvoeren van handelingsplannen, een plan waarin staat (wie, wat, wanneer en hoe lang) welke leerstof het kind aangeboden wordt om een leerprobleem op te lossen; · toetsen afnemen; · leerlingenvorderingen bijhouden. 5.6 Weer Samen Naar School Om de uitstroom naar het speciaal onderwijs te beperken, werkt onze school met een groot aantal scholen en een school voor speciaal (basis)onderwijs samen onder de noemer 'Weer Samen Naar School'. Zulke samenwerkingsverbanden worden door het ministerie aangestuurd. Vanaf augustus 2003 is er voor leerlingen met een handicap een nieuwe wettelijke regeling van kracht: de leerling gebonden financiering; kortweg de “rugzak” genoemd. Ouders met een gehandicapt kind mogen nu zelf bepalen welke school zij kiezen voor hun zoon of dochter. Een school voor speciaal onderwijs of een reguliere basisschool. Voor leerlingen met een handicap die door de ouders worden aangemeld op onze school maken we iedere keer opnieuw een afweging. Kern van deze afweging is de vraag of de combinatie van handicap en de extra onderwijsondersteuning die noodzakelijk is spoort met de mogelijkheden van de school. Het volgende stappenplan wordt hierbij aangehouden. Uitgangspunt van dit stappenplan is de zorgvuldigheid van plaatsing en begeleiding van deze kinderen binnen het basisonderwijs te waarborgen. Stappenplan besluitvorming plaatsing leerling met specifieke behoeften binnen het basisonderwijs: FASE 1: Aanmelding door de ouders bij de directie van de school: · gesprek met de ouders · toelichting visie van de school · toelichting procedure · schriftelijke toestemming van de ouders om informatie bij derden op te vragen. FASE 2: Gegevens opvragen bij bijvoorbeeld: · Huidige school · Onderwijsbegeleidingsdienst · Medische KinderDagverblijven en dergelijke · Zorgcircuit · Medisch circuit FASE 3: Informatie bestuderen: Binnengekomen informatie wordt bestudeerd en besproken door directie, interne begeleider en eventueel begeleider Zorgplatform. Eventueel andere middelen om gegevens te verkrijgen bv. observatie. FASE 4: Inventarisatie: Gegevens van het kind worden in kaart gebracht. Omschrijving van de hulpvraag van het kind. FASE 5: Overwegingen: De school onderzoekt welke mogelijkheden de school zelf heeft en welke ondersteuningsmogelijkheden geboden kunnen worden en door wie. · gebouwen (gemeente) · vervoer ( gemeente) · aanvullende formatie · ondersteuning qua expertise (Speciaal Onderwijs - Zorgplatform e.d.)
27
FASE 6: Besluitvorming: De betreffende inventarisatie van de hulpvragen van het kind worden afgezet tegen de visie van de school en de mogelijkheden om een reëel onderwijsaanbod te realiseren. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met de ondersteuningsmogelijkheden die geboden kunnen worden (zowel materieel als immaterieel). FASE 7: Advies: Gesprek met de ouders waarbij het besluit van de school wordt besproken. · Bij plaatsing: opstellen van een plan van aanpak met daarbij een overzicht van inzet van middelen ondersteuning door derden, aanvullende formatie, aanpassing gebouwen e.d. Het plan wordt door ouders en school ondertekend. · Voorlopige plaatsing: alleen wanneer er sprake is van een observatieperiode als niet onmiddellijk duidelijk is of plaatsing succesvol kan zijn. · Bij afwijzing: een inhoudelijke onderbouwing door de school waarom men van mening is dat het kind niet geplaatst kan worden. Deze afwijzing wordt schriftelijk beargumenteerd en aan ouders, inspectie en bestuur overhandigd.
5.7 Leerling gebonden financiering (de rugzak) Op grond van het landelijk integratiebeleid hebben kinderen met geïndiceerde beperking, met ingang van het schooljaar 2003-2004, toegang tot de reguliere basisschool of een school voor speciaal basisonderwijs. Ouders van deze kinderen hebben dus keuzevrijheid van onderwijs. Ze kunnen kiezen om het kind met 'een rugzak' naar een basisschool naar keuze te laten gaan, dus ook naar de 'Koningin Juliana School'. Ze kunnen ook kiezen voor de speciale school binnen één van de clusters te weten: Cluster 1 Visuele beperking, bijvoorbeeld zeer slechtziend. Cluster 2 Auditief en taal/spraak, bijvoorbeeld een doof kind. Cluster 3 Lichamelijke en verstandelijke handicap, bijvoorbeeld een kind met een spierziekte of met het syndroom van Down. Cluster 4 Gedrag en psychiatrie, bijvoorbeeld een autistisch kind. Bij de keuze voor een basisschool wordt een 'rugzak' aangevraagd. In die rugzak zitten beperkte middelen (1 middag per week extra begeleiding en wat geld voor materiaal) om het kind extra ondersteuning bij het leerproces te geven. Om voor zo’n rugzak in aanmerking te komen moet u uw kind aanmelden bij een commissie voor indicatiestelling (CVI). Op grond van landelijk vastgestelde normen bepalen zij of uw kind in aanmerking komt voor indicering. Daarbij bent u als ouders formeel verantwoordelijk voor het aanleveren van de gegevens die nodig zijn voor indicatie. Als de CVI een positief besluit heeft genomen kunt u uw kind bij ons op school aanmelden. We zullen met u in gesprek gaan over de mogelijkheden van onze school voor uw kind. Daarbij verkennen we met elkaar de hulpvraag van het kind, uw verwachtingen en de mogelijkheden van onze school. We hanteren daarbij een aantal afwegingen, zoals: · Hebben wij als school voldoende te bieden voor het kind? · Wat zijn de consequenties voor de overige leerlingen? · Welke belasting levert het op voor de ‘ontvangende’ leerkracht en is deze te realiseren? · Kunnen wij ook in de volgende groepen en gedurende de gehele schoolloopbaan een goede opvang en begeleiding bieden? 28
Als blijkt dat we uw kind de hulp kunnen bieden die het bij het onderwijs nodig heeft, wordt er samen met u een handelingsplan gemaakt met ondersteuning vanuit het speciaal onderwijs. Dit plan wordt ook door u ondertekend. Als blijkt dat het voor de school niet mogelijk is om uw kind verantwoord op te vangen dan helpen we u bij het zoeken van een school die wel recht doet aan uw kind. Op school kunt u informatie opvragen over de rugzak regeling in het algemeen, de adresgegevens van de betreffende commissie voor indicatiestelling, het traject voor indicatiestelling, de geldende criteria voor indicering, de checklist met betrekking tot de toelating voor uw kind op onze school en mogelijkheden voor het aantekenen van bezwaar. Mocht u overwegen uw kind met een rugzak te plaatsen op de ‘Koningin Juliana School’, dan is het verstandig al in een vroeg stadium contact op te nemen met de directeur en de intern begeleider, omdat het regelen van een verantwoorde opvang de nodige tijd vraagt. Ook wanneer uw kind onze school al bezoekt kan het, als het voldoet aan de criteria, van deze regeling gebruik maken. PCL (permanente commissie leerlingenzorg) van het Weer Samen Naar School Samenwerkingsverband) moet in dat geval ook een verklaring opstellen dat de school alle mogelijkheden heeft benut en dat de 'rugzak' noodzakelijk is om verdere hulp te kunnen bieden. De intern begeleider van de school kan u hier meer over vertellen. Laatste ontwikkelingen: Mogelijk dat u overweegt een verzoek in te dienen voor het ontvangen van een ‘rugzak’, extra voorzieningen om uw kind op de huidige school goed onderwijs te bieden of u overweegt plaatsing van uw kind in een school voor cluster 3 of 4. Dan is de volgende informatie voor u van belang. Op 1 augustus 2013 wordt de wet op Passend Onderwijs van kracht. Dan gaat er nogal wat veranderen voor ouders die op dit moment verzoeken willen doen voor een ‘rugzak’ of andere extra voorzieningen. De omvang van de middelen (hoeveel geld is er beschikbaar) en ook de manier waarop het geld wordt toegewezen voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, wijzigt. Belangrijkste wijzigingen Allereerst is het belangrijk om te weten dat de huidige regels blijven gelden tot 1 augustus 2013. Tot die datum kunnen aanvragen (indicaties) aangevraagd worden voor plaatsing van een kind in het speciaal onderwijs (SO), het ontvangen van een ‘rugzak’ of plaatsing in een school voor cluster 3 of 4. In de huidige regeling geldt een toewijzing voor een periode van 3 of 4 jaar. Van de datum van 1 augustus 2013 verdwijnen de regels zoals deze nu gelden. Dat betekent dat indicaties die nu worden toegewezen, per 1 augustus 2013 niet meer gelden. Het is nu nog niet bekend hoe de situatie zal zijn na 1 augustus 2013. Vanaf 1 augustus 2013 zullen de (nieuw) te vormen samenwerkingsverbanden één gezamenlijk zorgbudget ontvangen en daaruit moet alles betaald worden. Vast staat dat er minder geld beschikbaar is omdat de overheid bezuinigt. Een voorbeeld: de ambulante begeleiding vanuit het speciaal onderwijs van kinderen met een ‘rugzak’ wordt gehalveerd en ook de scholen voor speciaal onderwijs krijgen minder geld. Wie beslist waaraan het geld wordt uitgegeven? Het samenwerkingsverband beslist waaraan het geld wordt uitgegeven. Waarom deze informatie? Wij geven u deze informatie om u erop te wijzen dat u er rekening mee moet houden dan aanvragen die nu gedaan worden gelden tot 1 augustus 2013 en dat wij nu nog niet weten hoe het er daarna uit gaat zien. Als de uitkomst van het overleg tussen u en de school is dat een aanvraag het meest passend is, dan adviseren wij u de aanvraag in te dienen. Maar, zoals gezegd: wanneer de aanvraag wordt toegewezen, dan kunt u op de extra zorg rekening tot 1 augustus 2013. Hoe gaat het na 1 augustus 2013? Op dit moment is niet bekend hoe de situatie er na 1 augustus 2013 uit gaat zien. U wordt hierover te zijner tijd geïnformeerd.
29
5.8 Kangoeroeklas (Plusklas Koningin Juliana School) De Koningin Juliana School kent een Kangoeroeklas, een plusklas voor kinderen die snel leren, leergierig zijn en behoefte hebben aan extra uitdagingen in de leerstof. Het initiatief voor de Kangoeroeklas is een vervolg op het initiatief van de Stichting PCBO in Apeldoorn. Wat is de kangoeroeklas? Deze plusklas is bedoeld om kinderen een aanvulling te bieden op de bestaande stof. Kinderen blijven gewoon deelnemen aan hun eigen klas, maar krijgen op dinsdagmorgen de gelegenheid om samen met andere kinderen groepsopdrachten uit te voeren. Kenmerkend voor de opdrachten is dat het een beroep doet op hun sociaal emotionele vaardigheden, filosoferen, creativiteit en conceptueel denken. Ze krijgen opdrachten variërend van presentaties maken in PowerPoint tot het schrijven van sportverslagen, het maken van spellen, discussies over kunst, paradoxen en politiek tot verdiepingsstof op gebied van sterrenkunde, dieren of andere specifieke interesses. De kinderen worden ingedeeld in twee groepen: onderbouw (uit groep 3, 4 en 5) en bovenbouw (uit groep 6, 7 en 8) en krijgen hun eigen opdrachten. Voor wie? Per klas kan een aantal kinderen deelnemen. De kinderen die nu in aanmerking komen zijn geselecteerd op basis van de waarnemingen van het afgelopen jaar en de inschatting van de leerkracht dat deze kinderen behoefte hebben aan extra uitdagingen. De criteria die we hebben gehanteerd zijn snelheid in het leren, leergierigheid, een brede belangstelling en eigenheid in het aanpakken van vragen en problemen. In de toekomst hopen we een meer objectieve selectie te kunnen toepassen, maar daarvoor is een test nodig die de kennis en vaardigheid van de leerling test buiten de standaard leerstof. We kiezen er uitdrukkelijk voor om niet alleen hoogbegaafde kinderen toe te laten, maar vooral kinderen te selecteren die behoefte hebben aan verdieping van de leerstof buiten het reguliere programma. Onze motivatie om met de kangoeroeklas te starten is dat deze kinderen door gebrek aan uitdaging teleurgesteld kunnen raken en hun motivatie kwijt kunnen raken, omdat ze zich niet begrepen kunnen voelen door andere kinderen. Hun andere manier van problemen oplossen, verwoorden of aanpakken kan soms op onbegrip stuiten. Juist om deze kinderen te bevestigen in hun talenten, bieden we ze de gelegenheid om samen te werken met kinderen die dezelfde behoeften en bevestiging nodig hebben. In het schooljaar 2012-2013 verwacht de Koningin Juliana School met twee groepen van ongeveer tien leerlingen in de Kangoeroeklas te plaatsen. Dit is geen vaste groep leerlingen. De samenstelling van de groep verandert twee keer per jaar ( in september en maart) van samenstelling. Juf Anita Griffioen zal de leerlingen van de Kangoeroeklas begeleiden.
5.9 PlusProgramma Met het PlusProgramma biedt Stichting PCBO Apeldoorn onderwijs op maat voor begaafde kinderen. Onze 28 basisscholen hebben de ambitie om passend onderwijs te bieden aan meer- en hoogbegaafde kinderen. Dit is het fundament, de BasisPlus. Op dit fundament staan twee pijlers: De bovenschoolse PlusKlas en de PlusBegeleiding. Een aantal scholen is bezig om begaafdheid binnen hun zorgprofiel verder uit te bouwen en vorm te geven. Deze profilering wordt als derde pijler gezien. BasisPlus Basisplus houdt in dat alle reguliere scholen een aanbod en begeleiding bieden op de eigen school, specifiek voor begaafde leerlingen. Scholen worden ondersteund door de PlusBegeleiding, het expertisecentrum van PCBO Apeldoorn voor onderwijs aan begaafde leerlingen.
30
De PlusKlas De bovenschoolse PlusKlas is gehuisvest op de Regenboog Osseveld, maar is bedoeld voor alle PCBO scholen in Apeldoorn. Kinderen die door hun hoogbegaafdheid problemen ondervinden, kunnen hier op advies van hun eigen basisschool een dagdeel per week naar toe als aanvulling op de BasisPlus. In de Plusklas wordt thematisch gewerkt. Filosofie, expressie, emotionele training en spelonderdelen hebben een plaats in het lesprogramma. De lessen worden gegeven op de woensdagochtend en de donderdagochtend. Ouders zijn, na toelating tot de Plusklas, zelf verantwoordelijk voor het vervoer van – en naar de leslocatie van de Plusklas. Met het PlusProgramma biedt Stichting PCBO Apeldoorn een antwoord op de begeleidings- en onderwijs -behoeften van begaafde kinderen. Van begaafde kinderen wordt vaak gedacht dat zij zich ‘wel zullen redden’. Niets is minder waar: ook deze leerlingen kunnen zórgleerlingen zijn, die vastlopen op hun reguliere basisschool. 5.10 Intensieve taalklassen De Intensieve Taalklas is een initiatief van de gemeente Apeldoorn in samenwerking met de drie grote besturen voor basisonderwijs in Apeldoorn (waaronder PCBO). De Intensieve Taalklassen zijn verbonden aan twaalf scholen in Apeldoorn. De taalklassen zijn geschikt voor kinderen met een taalachterstand. Er is één bovenschoolse klas voor kinderen die nog niet zo lang in Nederland zijn. Zij hebben doorgaans een grote taalachterstand. Als er plaats is kunnen ze vanaf groep 5 (in overleg worden kinderen in groep 4 geplaatst) twee dagen per week naar een Intensieve Taalklas op basisschool de Zevensprong, Pythagorasstraat 384. In deze taalklas worden kinderen taalvaardiger gemaakt, het accent ligt op ontwikkeling van de basiswoordenschat. Er wordt veel aandacht besteed aan mondelinge communicatie en “begrijpen wat je leest”. Voor nieuwkomers zijn de leerlijnen vastgesteld voor de onderdelen: woordenschat, technisch lezen, begrijpend lezen, spellen en rekenen. Scholen kunnen dit gebruiken om voor leerlingen die na groep 4 instromen een ontwikkelingsperspectief op te stellen. Meer informatie hierover kunt u krijgen bij de directeur van deze school of de coördinator van de Intensieve Taalklassen, Titia Schultz, via email:
[email protected]
31
6
Het onderwijs in de groepen
6.1 Groep 1 en 2 Vanaf het vierde jaar is uw kleuter welkom in onze groep. Voor die tijd mag hij/zij vijf keer een dagdeel kennis komen maken. We gaan er wel vanuit dat uw kind zindelijk is. Onze doelstelling is de kinderen te begeleiden in hun ontwikkeling in een gezellige sfeer en een veilige omgeving. Kleuters van 4/5 jaar zijn speelkinderen, d.w.z. al spelend ontdekken zij de wereld om zich heen. Wij proberen hen daarbij te stimuleren en te corrigeren en bieden hen daarin veel en gevarieerd ontwikkelingsmateriaal aan, dat bij hun niveau past. Zo werken wij met thema’s die aansluiten bij de belevingswereld van de kleuter (bijv: kerst, de seizoenen). Een hulpmiddel daarbij is de methode “Schatkist”, waar we taal- en rekenvaardigheden uit halen. Dit sluit prima aan bij de leerstof van groep 3. 6.1.1 Dagindeling en weekactiviteiten Iedere morgen beginnen we in de kring. Elk kind heeft een eigen stoel met naam erop. In de kring vertellen kinderen gebeurtenissen die ze belangrijk vinden; we leren om daar meelevend en belangstellend mee om te gaan. Blijde, maar ook verdrietige dingen delen we samen. We zingen enkele liedjes en beginnen met een gebed. Om de kleuters tijdsbegrip bij te brengen vragen we welke dag het is. We vertellen uit de bijbel en proberen de liefde, die God voor mensen heeft, uit te dragen. In de kring lezen we voor en doen we spelletjes, waarbij vooral veel begrippen aan de orde komen, die de ontwikkeling van de kleuters stimuleert. · Na de kring roept de leerkracht een klein groepje kinderen bij zich in de kleine kring. In deze kleine kring krijgen de kinderen instructie op een niveau wat hen past. Voor sommige kinderen is dat extra instructie om dat ze iets meer tijd nodig hebben en voor andere kinderen is dat instructie die extra uitdaging biedt. Als de kinderen ongeveer tien minuten in de kleine kring aan de slag zijn werkt de rest van de groep zelfstandig. Ze mogen de leerkracht en de kinderen in de kleine kring niet storen. Wel mogen ze elkaar helpen. · Wanneer het weer het toelaat, gaan we in de loop van de ochtend een uur buiten spelen, bij minder mooi weer doen we spelletjes in het speellokaal. Minimaal één keer per week krijgen de kleuters gymnastiekles in het speellokaal. · Rond 10.15 uur nuttigen we samen in de kring ons meegebrachte eten en drinken. Graag bekers en trommeltjes voorzien van een naam. Dit voorkomt veel kindverdriet. · Een vast onderdeel van de ochtend en middag is het werken met ontwikkelingsmateriaal. De kinderen maken gebruik van het “Planbord”. Een sleutelhanger met daarin een eigen pasfoto kan gehangen worden onder een aangeboden activiteit. De leerlingen leren zo al enigszins het zelfstandig maken van keuzes. Er is een verscheidenheid aan materialen zoals: spelletjes, puzzels, klei, wasco, verf, kosteloos materiaal, ecoline enz. We oefenen de fijne motoriek (d.m.v. plakken/knippen en vouwen) die later weer belangrijk is bij het schrijven. · Ook kunnen de kinderen kiezen uit diverse hoeken, zoals de huis-, lees-, bouw-, lego- en luisterhoek, het winkeltje of de watertafel. Als het mogelijk is passen we de hoeken aan bij het thema van dat moment. Op kleden op de grond spelen de kinderen o.a. met constructiemateriaal en de trein. · Als het weer het toelaat spelen we ’s middags ook nog even buiten. We proberen de kleuters muzikaal te vormen d.m.v. liedjes leren, luisteren naar en bewegen op muziek. Het maat- en ritmegevoel wordt hierdoor mede ontwikkeld. Muziekinstrumenten en kleuterdansen dienen ook als middel om ons doel te bereiken. ·
We proberen de kleuters spelenderwijs met de computer vertrouwd te maken. We gebruiken hierbij onder andere de programma’s “Bas gaat digitaal” en “Schatkist taal / rekenen”. Hierbij leert het kind op een speelse manier de basisvaardigheden voor het werken met de computer. Er gebeurt veel op een dag. We vinden het fijn als de kleuters met plezier naar school gaan en met elkaar leuke momenten beleven. Wanneer u iets wilt vragen kunt u altijd bij ons terecht, het liefst na schooltijd. Ook kunt u dan een gesprek met ons aanvragen.
6.1.2 Klassenouders Beide kleutergroepen hebben 2 klassenouders. Zij organiseren o.a. vervoer, het halen en brengen van leskisten, versieren van lokalen, het regelen van een kraamcadeautje etc. Ouders die hiervoor in aanmerking willen komen, kunnen zich aan het begin van het schooljaar melden.
32
6.1.3 Eten en drinken In de groepen 1 en 2 eten en drinken de kinderen om 10.15 uur iets met elkaar. Wilt u ze melk of een andere zuiveldrank en fruit (schoongemaakt) meegeven? Wij gaan ervan uit dat er geen zoetigheid wordt meegegeven. Om ook op school de afvalberg te helpen verkleinen vragen we u dit in een beker (geen weggooipakjes) en trommeltje mee te geven. 6.1.4 Gymnastiek De kinderen van groep 1 en 2 krijgen gymnastiekles in het speellokaal van de Koningin Juliana School. Voor de kinderen uit groep 1 en 2 adviseren we gymschoenen met een stroeve zool en met elastiek van boven. Wilt u de schoenen en meegeven in een tas met duidelijk de naam van uw kind erop? Deze tas blijft op school. Op dagen dat het er ’s morgens al regenachtig uitziet spelen de kinderen binnen in het speellokaal. Voor uw kind is het dan fijn om gemakkelijke kleren aan te hebben. U kunt de kinderen helpen een flinke stap te zetten in de richting van zelfstandigheid, door hen te leren zichzelf aan- en uit te kleden. Tijdens de gymlessen dragen de kleuters alleen hun hemd en onderbroek. 6.1.5 Halen/brengen Bij de aanvang van de ochtend- en middagschooltijd kunt u uw kind vanaf tien minuten voor aanvang van de lessen in de klas brengen. Vooral voor de jongste kleuters is het erg prettig om de overgang van huis naar school zo soepel mogelijk te laten verlopen. Blijft u echter niet te lang, want dan wordt het afscheid voor uw kind en voor uzelf steeds moeilijker. Als de kinderen op school komen mogen ze hun rugzak met de beker en het fruit in de wasmand zetten die onder de kapstok staat en in de kring gaan zitten. De kring heeft tot doel het contact tussen de kinderen te stimuleren. 6.1.6 Jassen/laarzen Voor de kinderen uit de onderbouw is het heel handig laarzen en jas van naam te voorzien. Een lusje aan de jassen en een koordje aan de handschoenen en door de jas, helpt wegraken voorkomen. 6.1.7 Kleurplaten Als vader, moeder, opa of oma jarig is mogen de kleuters uit groep 1 en 2 een kleurplaat maken. Aan het begin van het schooljaar kunt u deze data op een speciale kalender schrijven. 6.1.8 Speelgoedochtend De eerste vrijdagochtend van de maand is het speelgoedochtend. De kinderen van groep 1 en 2 mogen van huis iets meenemen. Het is de bedoeling dat ze er samen mee spelen. Dit ter bevordering van de sociaal- emotionele ontwikkeling.
33
6.2 Groep 3 Tot de kerstvakantie beginnen we in de kring en steken een kaarsje aan. Na de kerstvakantie starten de kinderen de ochtend met lezen. Gedurende 20 minuten lezen ze een boek (alleen of samen). Net als in groep 1 en 2 werken we voor het vak godsdienstige vorming met de methode “Kind op Maandag”; bijbelverhalen dicht bij de belevingswereld van het kind. e We werken met de methode “Veilig leren lezen”; “Maan-Roos-Vis” (2 versie). Deze methode biedt veel mogelijkheden tot zelfstandig werken. Elke kern heeft een eigen kleur en binnen die kleur zijn allerlei gevarieerde oefeningen, zoals: boekjes, stempelwerkjes, een computerprogramma en spelletjes. In groep 3 kan het niveauverschil erg groot zijn. Kinderen die uitvallen werken met stermaterialen en krijgen extra instructie. Kinderen die AVI-1 beheersen in het begin van groep 3 kunnen starten met ‘Zon-materialen’, e een methode die nauw aansluit bij de 2 versie van Maan-Roos-Vis. Met rekenen gebruiken we “Wereld in Getallen”, waarbij vooral het realistisch rekenen opvalt: nummertjes trekken bij de bakker, als postbode de straatnummers bekijken en vanuit het reizen met de bus het splitsen onder de knie krijgen. Kinderen die goed kunnen rekenen krijgen een minimum van de basisstof en rekenen verder met ‘Somplex’, verdieping en verrijking. De computer biedt met Wereld in Getallen en Ambrasoft differentiatie binnen de groep. We werken nog regelmatig met hoeken, waarvan die met “K’nex” en Kapla favoriet zijn. Liedjes, knutselwerkjes en tekeningen worden aangepast aan het thema van lezen of rekenen of aan de tijd van het jaar. Vanaf Pasen krijgt groep 3 één keer per week een taakbrief om de leerstof zelfstandig te verwerken.
6.3 Groep 4 In groep 4 wordt voor het eerst in schriften gewerkt. Het rekenen gaat tot aan het getal 100 en de tafels 1 t/m 5 en 10 moeten worden geleerd. Hiervoor schakelen we ook de ouders in om thuis te oefenen. De rekenlessen bestaan uit praatlessen waarin nieuwe stof wordt aangeboden en zelfstandige rekenlessen. Wie de andere tafels ook al wil leren, krijgt daarvoor de gelegenheid. In groep 5 worden de tafels 6 t/m 9 aangeboden en worden de andere tafels herhaald. Taal gaat nu aan de hand van een taalboek waar de lessen in staan. Voor spelling wordt er met woordpakketten gewerkt. Hier oefenen ze drie weken mee. In de eerste week krijgen de kinderen de drie woordpakketten aangeboden. Aan het eind van die week gaat het papier mee naar huis om thuis te oefenen. Ook worden de woorden op school op de computer geoefend. Bij het schrijven worden de hoofdletters aangeleerd en het schrijven van woorden en zinnen geoefend. Om te leren hoe het is om iets aan een groep te vertellen worden er boekbesprekingen gehouden. Een cijfer wordt hiervoor niet gegeven; wel een ludieke waardering. Ook proberen we zo veel mogelijk werk op niveau te geven aan de “pluskinderen” en de “extrahulpkinderen”. Het vak lezen blijft belangrijk en komt op vele manieren aan de orde: door het stillezen, het estafette-lezen, het begrijpend lezen en niet te vergeten, het voorlezen. Op de dagtaak staan opdrachten die de kinderen zelfstandig kunnen uitwerken. De dagtaak wordt twee à drie keer per week aangeboden.
34
6.4 Groep 5 In groep 5 maken de kinderen kennis met aardrijkskunde en geschiedenis. We kijken naar en praten veel over onderwerpen die dicht bij de belevingswereld van de kinderen liggen. Bij aardrijkskunde wordt een begin gemaakt met de topografie van Nederland. We leren provincies en hoofdsteden en ook enkele waterwegen. Tijdens het werken in het documentatiecentrum verwerken de kinderen diverse onderwerpen met behulp van junior-informatieboekjes. Ze doen dit onder begeleiding van ouders. De kinderen houden eerst een boekbespreking en daarna een spreekbeurt. Dit is een vervolg op wat ze hebben geoefend in groep 4. Zo is het de bedoeling dat de kinderen in groep 5 individueel hun spreekbeurt voorbereiden en houden. Richtlijnen voor de boekbespreking en spreekbeurt worden met de kinderen besproken. Ook wordt schriftelijke informatie aan de ouders verstrekt. In groep 5 worden de tafels van 1 t/m 5 en 10 herhaald en uitgebreid met de tafels van 6 t/m 9. De bedoeling is dat de kinderen uiteindelijk de tafels van 1 t/m 10 goed beheersen. Wanneer dit het geval is, krijgen ze een tafeldiploma. Iedere nieuwe tafel wordt tussentijds mondeling overhoord. De resultaten worden zichtbaar voor de kinderen bijgehouden. Op school zal veel aandacht besteed worden aan de tafelsommen. Daarnaast is het ook van belang dat de kinderen thuis oefenen. Verder wordt het werken met dag- en weektaken in groep 5 verder uitgebreid. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de kinderen leren werken met een weektaak. Hierop staat het reguliere werk van een week dat zelfstandig gedaan kan worden. Dit betreft niet alleen taal en rekenen, maar ook werkbladen van de zaakvakken (aardrijkskunde, geschiedenis en natuuroriëntatie) kunnen hier op staan. Tijdens het zelfstandig werken heeft de leerkracht tijd om enkele leerlingen extra aandacht te geven.
6.5 Groep 6 Groep 6 is de groep waar het echte huiswerk begint. Het gebruik van de agenda doet zijn intrede. Als er een repetitie moet worden geleerd krijgen de kinderen in ieder geval één week de tijd. Het zal in het begin natuurlijk niet allemaal soepel verlopen. De kinderen moeten nog leren plannen. Dit is een proces, waarbij overleg tussen kinderen en leerkracht en het thuisfront erg belangrijk is. In groep 6 werken de kinderen een deel van de dag met een weektaak. Er zullen meerdere momenten in de week zijn waarop de kinderen mogen werken aan de weektaak. In welke volgorde het werk gemaakt wordt bepalen de kinderen zelf. De inhoud wordt aangepast aan de groep. Vanaf groep 6 nemen de kinderen hun agenda mee naar school. De kinderen leren hoe ze hun huiswerk in de agenda moeten noteren en krijgen ook al het eerste huiswerk mee naar huis. In groep 6 staat vooral Nederland centraal tijdens de aardrijkskundeles. Het abstracte denken komt bij rekenen wat meer aan de orde in de vorm van breuken. Ook worden de tafels van 1 t/m 10 herhaald. Tijdens de taallessen leren kinderen wat de persoonsvorm is hoe ze het onderwerp van de zin kunnen vinden en wat de tijd van nu (tegenwoordige tijd) is.
35
6.6 Groep 7 Groep 7 is de groep waarin je merkt dat de kinderen groter worden. Sommigen vertonen al tekenen van de naderende puberteit. Naast deze veranderingen zijn er ook veranderingen in de leerstof. Net als in de groepen 3, 4, 5 en 6 zal groep 7 gaan werken met weektaken. Het niveau wordt aangepast aan de groep en over meerdere dagen verdeeld. De taak staat net als in de andere groepen op papier. Hierdoor ontstaat er een grotere zelfstandigheid en leren de kinderen de vaardigheid van het plannen. Het vak verkeer wordt met een schriftelijk- en een praktijkexamen afgesloten. Ook het leren maken van een werkstuk wordt onder deskundige begeleiding van een aantal ouders voortgezet. Aan het eind van het jaar is het grote werkstuk helemaal klaar. Zowel bij taal als bij rekenen wordt er een aantal nieuwe onderdelen toegevoegd. Je kunt dan denken aan de werkwoordspelling, taal- en redekundig ontleden en bij rekenen aan breuken, procenten, oppervlakte en inhoudsmaten etc. In het aardrijkskundeonderwijs ligt het accent op Europa. En, last but not least, het huiswerk. In groep 7 zullen de kinderen weer wat meer thuis moeten doen dan in groep 6. Regelmatig controleert de leerkracht of kinderen hun huiswerk goed in hun agenda hebben genoteerd. Wilt u als ouders dit ook in de gaten houden? Dit alles als goede voorbereiding op groep 8 en het vervolg daarna.
6.7 Groep 8 Groep 8 is vanouds de groep waar veel speciale activiteiten zijn. Het meest opvallend is wel de Citoeindtoets basisonderwijs, die ieder jaar rond februari wordt afgenomen. Deze toets bevestigt in de meeste gevallen het advies dat in januari al door de school is gegeven op basis van de schoolloopbaan. De uitkomst van de Cito-toets heeft geen invloed meer op dat advies. In de maand januari worden de ouders van groep 8 op school uitgenodigd om van gedachten te wisselen over het vervolgonderwijs. Op de infoavond krijgen de ouders informatie over de verschillende soorten voortgezet onderwijs. Een andere activiteit waar veel op gezweet wordt, is de musical. Na de tulpvakantie wordt er een musical uitgekozen en al snel daarna start het oefenen. De uitvoering is op onze school in de laatste schoolweek op dinsdag 19 juli 2013 en bestemd voor alle kinderen en hun ouders, opa’s en oma’s enz. Een derde activiteit die genoemd moet worden is het schoolkamp. Het schoolkamp vindt plaats in de één na laatste schoolweek (10, 11 en 12 juli 2013) van groep 8 en is altijd heel gezellig en vol van leuke bezigheden. Maar hoe gaat het nu in de groep? Van de kinderen in groep 8 wordt verwacht, dat ze in de loop van het jaar goed leren werken met weektaken (o.a. onder het zelfstandig werken). Doel is om de zelfstandigheid van de leerlingen te vergroten, ze te leren plannen en om hun eigen verantwoordelijkheid voor hun taken te stimuleren. Als voorbereiding op de brugklas is dit een noodzakelijke stap die de kinderen beter toerust voor het voortgezet onderwijs. Net als in groep 7 neemt het huiswerk ook in groep 8 een belangrijke plaats in. Leer je op de basisschool goed met je agenda omgaan, leer je consequent huiswerk maken, dan hebben de kinderen daar in de brugklas voordeel van. Wat betreft de leerstof wordt er veel aandacht besteed aan de werkwoordspelling. In het grammaticaonderwijs komen er heel wat onderdelen bij (lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, werkwoordelijk gezegde enz.). In het rekenonderwijs wordt verder gebouwd op de basis uit de vorige jaren. Bijzondere onderdelen blijven natuurlijk de breuken, procenten, het metriek stelsel en tal van andere realistische rekenopdrachten. In de aardrijkskundelessen staat de hele wereld centraal. Leerlingen in groep acht kunnen al aardig puberen. Daarom wordt er aan deze ontwikkelingsfase ook aandacht besteed, want het is en blijft een boeiende leeftijd. 36
6.8 Van basisschool naar voortgezet onderwijs Het belangrijkste is niet om op de hoogste vorm van voortgezet onderwijs uit te komen, maar op de school die bij uw kind past. We proberen het optimale uit elk kind te halen en er voor te zorgen dat het in de meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs terechtkomt. De schoolkeuze is afhankelijk van de capaciteiten van het kind, de kwaliteit van de basisschool en de thuissituatie. Wij kunnen alleen de middelste beïnvloeden en zullen daarvoor ons uiterste best doen. Elk jaar wordt er door de gemeente Apeldoorn een boekje uitgegeven, waarin informatie van alle scholen voor voortgezet onderwijs van Apeldoorn en omstreken staat. Uitstroomgegevens (in percentages) Koningin Juliana School: vmbo vmbo / havo havo / vwo vwo / gymnasium Schooljaar 2009 22¾ 22¾ 36¼ 18¼ Schooljaar 2010 32 5 45 18 Schooljaar 2011 40 10 30 20 Schooljaar 2012 50 9 12,5 28,5
37
7
Praktische Punten
7.1
Schooltijden
Groep 1 en 2 Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Groep 3 en 4 Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Groep 5 t/m 8 Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
Ochtend
Middag
8.30 - 12.00 uur 8.30 - 12.00 uur 8.30 - 12.15 uur 8.30 - 12.00 uur 8.30 - 12.00 uur
13.00 - 15.00 uur 13.00 - 15.00 uur vrij vrij vrij
8.30 - 12.00 uur 8.30 - 12.00 uur 8.30 - 12.15 uur 8.30 - 12.00 uur 8.30 - 12.00 uur
13.00 - 15.00 uur 13.00 - 15.00 uur vrij 13.00 - 15.00 uur vrij
8.30 - 12.00 uur 8.30 - 12.00 uur 8.30 - 12.15 uur 8.30 - 12.00 uur 8.30 - 12.00 uur
13.00 - 15.00 uur 13.00 - 15.00 uur vrij 13.00 - 15.00 uur 13.00 - 15.00 uur
’s Morgens loopt de pleinwacht om 8.15 uur buiten en ’s middag vanaf 12.45 uur. ’s Middags zijn de kinderen die niet overblijven vanaf 12.45 uur weer welkom op het schoolplein. 7.2 Vakantierooster 2012 – 2013 Vakantie Periode Astervakantie 15 t/m 19 oktober Kerstvakantie 24 december t/m 4 januari Krokusvakantie 18 t/m 22 februari Pasen 29 maart en 1 april Tulpvakantie 29 april t/m 8 mei Hemelvaartsdag 9 en 10 mei Pinksteren 20 mei Zomervakantie 22 juli t/m 30 augustus In het schooljaar 2012-2013 zijn voor de Koningin Juliana School een studiedag en vier studiemiddagen gepland: De studiedag is gepland op vrijdag 15 februari. De kinderen zijn de hele dag vrij van school. De vier studiemiddagen zijn op verschillende middagen. ’s Morgens gaan de kinderen naar school, terwijl ze ’s middags vrij zijn. De studiemiddagen zijn gepland op maandagmiddag 24 september, dinsdagmiddag 20 november, donderdagmiddag 24 januari en vrijdagmiddag 19 april., Tijdens de studiemiddagen gaan we als team aan de slag met groepsplannen, levensbeschouwelijke vorming, engels en met het vervolg op de kanjertraining. Voor de aanvang van de kerstvakantie en van de zomervakantie zijn de leerlingen de laatste vrijdagmiddag voor deze vakanties vrij: 21 december 2012 en 19 juli 2013. 7.3 Tussenschoolse opvang (overblijven) Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag kunnen kinderen overblijven op school. Het overblijven wordt georganiseerd door de school. Gelukkig kunnen we elke keer weer voldoende ouders vinden die willen overblijven met de kinderen. Hierdoor kunnen we de kosten laag houden. Op dit moment kost het overblijven € 1,00 per kind per keer overblijven. U kunt een strippenkaart kopen van € 50,00 of € 100,00. Dit kan door geld over te maken op rekening 17.04.43.698 o.v.v. naam van uw kind. U kunt ook contant betalen, het geld mag u aan Jenny van Hove, de leerkracht of aan de coördinator overblijven Mariska Jansen afgeven. Wanneer uw kind de school verlaat, krijgt u de resterende strippen terugbetaald. 38
Pas als er geen overblijfkrachten meer te vinden zijn, starten we de besprekingen met een aanbieder voor het verzorgen van het overblijven. Dit betekent dat op dat moment de kosten voor het overblijven omhoog gaan naar ongeveer € 6,00 per kind per uur. We hopen daarom dat we nog heel lang ouders kunnen blijven vinden die bijvoorbeeld één keer per week willen overblijven met een groepje kinderen, waardoor de kosten laag kunnen blijven. Wij vinden het belangrijk om te weten welke kinderen er op welke dagen overblijven. Zo kunnen de groepen klein blijven en weten we voor welke kinderen we tussen de middag verantwoordelijk zijn. Van kinderen die zijn aangemeld, verwachten we dat ze ook aanwezig zijn tijdens het overblijven. Alleen na schriftelijke toestemming van u, als ouder, mag uw kind tussen de middag met iemand anders mee naar huis. In het briefje moet worden aangegeven wanneer en met wie uw kind tussen de middag mee naar huis gaat. Is uw kind ziek of wilt u incidenteel gebruik maken van het overblijven; dan verwachten we dat u dit ’s morgens voor aanvang van de lessen doorgeeft. Op deze manier kunnen we beter inschatten hoeveel overblijfkrachten er tussen de middag aanwezig moeten zijn.
7.4 Leerplicht Omdat alleen vierjarigen nog niet leerplichtig zijn, kunnen zij zonder problemen en daar waar nodig is de school wel eens verzuimen. Anders ligt dit voor de leerlingen die leerplichtig zijn. Zij behoren regelmatig onderwijs te volgen tenzij ziekte, feestelijke of droeve omstandigheden in de naaste familiekring dit onmogelijk maken. Het is voor ons noodzakelijk om te weten waarom uw kind niet op school kan zijn. Kinderen zijn vanaf vijf jaar leerplichtig. Dit betekent dat kinderen van 5 jaar en ouder alle schooltijden op school worden verwacht. Echter; voor vijfjarigen is een uitzondering mogelijk. De wet geeft aan dat de directeur gerechtigd is een vijfjarige leerling één of enkele schooltijden (maximaal 5 lesuren per week) buitengewoon verlof te verlenen. Soms kunnen kinderen een volledige schoolweek nog niet volhouden; dan is een pas-op-de-plaats even mogelijk. In overleg tussen ouders en directeur kan dan een overgangsmaatregel worden getroffen. We vragen bezoekjes aan doktoren en tandartsen onder schooltijd zoveel mogelijk te beperken. We weten dat dit niet altijd mogelijk is, maar vaak is na even doorvragen een schoolvriendelijke tijd af te spreken. Regelmatig krijgen we verlofaanvragen in verband met lange weekenden in vakantieparken, deze lopen van vrijdagmiddag t/m maandagmorgen. Het is NIET toegestaan om daarvoor vrijaf te geven en afwezigheid moet aan de gemeente worden doorgegeven. In Apeldoorn kan dit in de praktijk bij controle leiden tot een proces-verbaal met financieel nare consequenties. U dient voor het aanvragen van verlof een aanvraagformulier van de gemeente in te vullen. Dit formulier is bij de directeur te verkrijgen. Na het invullen kunt u dit formulier weer inleveren bij de directeur. 39
7.4.1. Gronden voor vrijstelling van het onderwijs en de vervangende activiteiten Een beroep op vrijstelling kan worden gedaan wegens vervulling van plichten die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging. Verder kan het voorkomen dat kinderen niet mogen/kunnen meedoen aan bepaalde onderwijsactiviteiten, in dat geval worden vervangende onderwijsactiviteiten aangeboden. 7.4.2. Regels toelating, schorsing en verwijdering Bij ernstig wangedrag en/of ernstige verstoring van de rust en veiligheid op school kan de directeur van de school een leerling schorsen. Dit kan pas na overleg met de leerling, de ouders en de groepsleerkracht en geldt voor een beperkte periode. Een besluit tot schorsing wordt door de directeur van de school, namens het bevoegd gezag i.c. de Raad van Bestuur van de Stichting PCBO schriftelijk medegedeeld. Verwijdering van een leerling, op basis van niet te tolereren gedrag van de leerling of diens ouders/verzorgers, kan slechts plaatsvinden nadat het bevoegd gezag de betrokken groepsleerkracht heeft gehoord. Verwijdering kan niet binnen 8 weken en het bevoegd gezag moet kunnen aantonen dat gedurende 8 weken zonder succes is gezocht naar een andere school. De volledige regeling voor schorsing en verwijdering is op aanvraag op school verkrijgbaar. Ook (herhaaldelijk) ernstig wangedrag van één van de ouders kan uiteindelijk een reden zijn om tot verwijdering van de leerling over te gaan. Voorbeelden van ernstig wangedrag en/of ernstige verstoring zijn: - verbaal/fysiek bedreigen medeleerlingen en personeel 7.4.3.Tussentijds vertrek leerlingen Over iedere leerling die de school verlaat, stelt de directeur, na overleg met het onderwijzend personeel, ten behoeve van de ontvangende school een onderwijskundig rapport op. Een afschrift van dit rapport wordt aan de ouders van de leerling verstrekt. 7.5 Ziekte leerling Een virus verspreidt zich op school vaak in een hoog tempo. Dat is vrij logisch als je zoveel met elkaar omgaat in één en hetzelfde lokaal of gebouw. Mocht uw zoon of dochter ziek zijn, wilt u dit dan ’s ochtend voor schooltijd even aan ons doorgeven. U kunt dan: · Even bellen, tel. 5 214 215 · Aan andere kinderen een briefje meegeven. Zodra uw kind beter is, wordt bekeken welke leerstof zo nodig ingehaald moet worden. Als de ziekte langer duurt dan enkele dagen, wordt, indien dat wat uw kind betreft mogelijk is, voor huiswerk gezorgd. Wanneer uw kind ziek wordt op school, proberen we zo snel mogelijk contact met u op te nemen. Werkt u, dan is het verstandig een extra telefoonnummer voor alternatieve opvang door te geven aan de groepsleerkracht of de directie. De Stichting Onderwijs aan Zieke Kinderen Apeldoorn (SOZKA) verzorgt onderwijs aan kinderen die in het ziekenhuis of thuis worden verpleegd. SOZKA werkt samen met Onderwijs Zieke Leerlingen IJsselgroep. Wanneer komt uw kind in aanmerking? · Als uw kind leerplichtig is. · Als uw kind in verband met ziekte niet in staat is de school te bezoeken en het ziektebeeld aangeeft dat dit voorlopig niet het geval zal zijn. Het onderwijs wordt gegeven door onderwijsbevoegde vrijwilligers. Alvorens met de lessen wordt begonnen, wordt contact opgenomen met de school. Als u voor uw zieke kind graag onderwijs wilt hebben, thuis of in het ziekenhuis door leerkrachten van de SOZKA, dan kunt u contact opnemen met: · Onderwijs Aan Zieke Leerlingen IJsselgroep via telefoonnummer (038) 4257876 of via de e-mail
[email protected] 7.6 Ziekte leerkracht Er bestaat een protocol dat lesuitval moet voorkomen. Vaak zal het gaan om afwezigheid van een leerkracht wegens ziekte of anderszins. De directie zal altijd trachten een vervangende leerkracht te vinden. Indien dit niet lukt kunnen kinderen over de andere groepen verdeeld worden, in het uiterste geval kan een groep een dag of dagdeel extra vrij hebben. Dit kan alleen wanneer de ouders op de hoogte zijn gesteld. Hierbij is het van belang te weten dat indien ouders niet voor opvang kunnen zorgen, de school voor opvang zorgdraagt.
40
Ziekteprotocol Op de Koningin Juliana School volgen we een ziekteprotocol dat op school aanwezig is. Hierin staat kort het volgende vermeld: 1. De leerkracht belt zo spoedig mogelijk de directeur ( Het liefst tussen 7.00 en 7.30 uur. De avond tevoren niet na 20.00 uur omdat er dan geen vervanging meer is te regelen). 2. Eerst wordt de mogelijkheid bekeken door de directeur of een collega (parttime) leerkracht extra wil werken. Als dat niet tot een oplossing heeft geleid, belt de directeur de mensen van de invallijst van de Stichting PCBO. 3. Daarna worden overige parttimers gebeld, die op die dag normaliter niet werken. 4. Levert stap 1 t/m 3 geen oplossing op, dan worden de kinderen verdeeld over alle groepen of blijven thuis ( noodprogramma). 5. Mocht de directeur diezelfde dag geen vervanger gevonden hebben voor de erop volgende dag, dan krijgen de kinderen een brief mee waarin staat dat ze noodgedwongen de volgende dag vrij zijn. De hierboven genoemde procedure hebben we de afgelopen periode een paar keer in werking moeten laten treden. Mocht er echter een situatie ontstaan, waarbij de kinderen niet kunnen worden verdeeld (zie punt 5), dan zullen we er toe moeten over gaan om de kinderen naar huis te sturen of u op de hoogte brengen dat er die dag geen school is. We werken dan volgens de volgende procedure: Mocht er geen verdeling plaats kunnen vinden over de groepen omdat de ziekteperiode langer duurt dan één dag of er zijn een aantal groepen niet aanwezig in verband met buitenschoolse activiteiten dan sturen we de kinderen naar huis. Dit laatste kan ook gebeuren wanneer een collega onder schooltijd ziek wordt en de kinderen niet kunnen worden verdeeld. De kinderen worden naar huis gestuurd volgens de volgende procedure: · De ouders worden op de hoogte gesteld door middel van een brief dat de kinderen de volgende dag vrij zijn. · Als de collega zich ’s morgens ziek meldt en de kinderen kunnen niet worden verdeeld dan bellen de ouders elkaar op volgens de “belkring” (de leerling-lijst die u heeft ontvangen). De eerste ouder wordt gebeld door school (zo vroeg mogelijk) waarna deze ouder de volgende op de lijst belt. Indien de volgende ouder niet kan worden bereikt, geeft u dit door aan school en belt daarna de ouder die volgt op de lijst. · Kinderen die niet opgevangen kunnen worden bij kennissen /vrienden, kunnen naar school en worden opgevangen in een groep. U neemt hierover persoonlijk contact op met school. · Mocht een leerkracht tijdens de les onwel worden dan worden de kinderen verdeeld over de groepen. Lukt dit niet, dan mogen ze (in de hoogste groepen) naar huis bellen dat ze eerder thuis komen. Kinderen die geen gehoor krijgen, blijven op school. We hopen natuurlijk op uw medewerking om de belkring zo goed mogelijk te laten verlopen. Het is zeer lastig voor u, dat beseffen we terdege, maar soms zijn ook onze mogelijkheden niet toereikend. Hopelijk komt deze laatst genoemde situatie zo weinig mogelijk voor.
41
7.7 Contactpersonen Contactpersonen op onze school zijn juf Anita Griffioen en Rianne Bisschop, de moeder van Lennard uit groep 6 en Joost uit groep 4. Bij hen kunnen kinderen en ouders terecht met alle vragen en problemen rond seksuele intimidatie, pesten en/of lichamelijke mishandeling. De contactpersoon: · is een aanspreekpunt voor iedereen die zich op school seksueel geïntimideerd voelt; · is er ook voor ouders die zich zorgen maken, vragen of klachten hebben; · biedt de eerste opvang en heeft aandacht voor de emotionele en lichamelijke gevolgen; · bewaakt zorgvuldig de anonimiteit van alle betrokkenen. De contactpersonen zullen nooit nadere actie ondernemen zonder uw nadrukkelijke toestemming. 7.8 Informatiebord In de hal van de school hangt een publicatiebord waarop regelmatig belangrijke informatie opgehangen wordt. U vindt er bijvoorbeeld de notulen en agenda van de Ouderraad. 7.9 Maandbrief Rond de eerste schooldag van de nieuwe maand wordt de maandbrief digitaal verstuurd naar alle ouders van de school. We vragen een mailadres aan de school door te geven waarop u de maandbrief en ook andere briefjes van de school wilt ontvangen. U kunt uw mailadres mailen naar
[email protected]. In de maandbrief staan de actuele school- en OR/MR-zaken en de maandagenda vermeld. Na een vakantie kan de maandbrief iets later verschijnen. De maandbrief is ook te lezen op de website van de school. 7.10 Hulpouders Onze school kan niet zonder hulpouders. Klassikale groepen worden regelmatig doorbroken door niveaugroepen of andere samenstellingen. Om dit goed te laten functioneren is hulp van ouders wenselijk en vaak zelfs noodzakelijk. Uw hulp is zeer welkom bij documentatiecentrum, handvaardigheid, begeleiding bij excursies, computerles etc. Wij stellen uw hulp zeer op prijs!!! 7.11 Bereikbaarheid ouders Voor het geval er overdag niemand thuis aanwezig is, willen we graag van u een (mobiel) telefoonnummer waar we iemand kunnen bereiken. Het gebeurt wel eens, dat een kind in de loop van de dag ziek wordt en het bed eigenlijk een fijnere plek is om te vertoeven dan de schoolbank. In dat geval is het prettig als we iemand kunnen waarschuwen. Ziekmeldingen ontvangen we graag tussen 8.00 uur en 8.25 uur. De leerkrachten staan dan namelijk nog niet voor de groep. 7.12 Huisarts Op het aanmeldingsformulier wordt gevraagd naar de naam van de huisarts. In een enkel geval wordt de huisarts gewaarschuwd, b.v. wanneer er op school iets gebeurt en er is niemand thuis. Mocht u van huisarts veranderen, wilt u dit dan doorgeven? 7.13 Hoofdluis Ook bij de Koningin Juliana School wordt soms hoofdluis geconstateerd. Dat is niets bijzonders en ook niets om je voor te schamen. Behandeling is echter wel noodzakelijk, evenals controle van de andere kinderen in de groep. Wij zijn van mening dat zowel school als ouders verantwoordelijkheid dragen met betrekking tot de bestrijding van hoofdluis. Het is de verantwoordelijkheid van de school een aantal voorzorgsmaatregelen te nemen, waardoor de verspreiding van hoofdluis zoveel mogelijk wordt beperkt. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders om de kinderen te controleren op hoofdluis en zonodig te behandelen. Om het hoofdluisprobleem systematisch aan te pakken heeft de school een ouderwerkgroep. Deze werkgroep heeft als taak om op een aantal vaste tijdstippen, ongeveer zes keer per jaar alle leerlingen op school te controleren op hoofdluis. Als regel vindt de hoofdluiscontrole plaats in de week na een vakantie. U wordt van tevoren op de hoogte gesteld wanneer de controle precies zal plaatsvinden. Ook bij extra controles wordt dit van te voren meegedeeld. 42
In deze werkgroep hebben zitting: Adrian Salomé, Agaath De Ruiter, Nathalie Fiolet, en Andrea Buitenhuis. Coördinator is Irma Van der Plas. Wanneer u er bezwaar tegen heeft, dat uw kind wordt gecontroleerd door één van de werkgroepleden, dan kunt u contact opnemen met de directeur van de school.
7.14 Fietsenstalling Door de beperkte ruimte om fietsen neer te zetten is het noodzakelijk dat kinderen binnen het gebied Koninginnelaan/Loolaan/Zwolseweg en vlak daarbuiten, behalve wanneer er dringende redenen zijn, lopend naar school komen. Veel fietsen hebben tegenwoordig een breed stuur en brede banden en passen niet meer in een fietsenrek, vandaar dat we deze verwijderd hebben. De fietsen staan op hun eigen standaard. Fietsen op het schoolplein is te gevaarlijk en daarom verboden! 7.15 Parkeerverbod Aan het begin van de Loseweg ziet u een bord staan, dat aangeeft dat u een 30 km zone binnen rijdt. We vragen u vriendelijk om u ook daadwerkelijk aan die snelheid te houden i.v.m. de veiligheid van de kinderen. Tevens geldt er aan de Loseweg voor het hele schoolplein een PARKEERVERBOD! Dit PARKEERVERBOD hebben wij speciaal aangevraagd bij de gemeente in verband met de veiligheid van uw kinderen. Kinderen die voor en na schooltijd oversteken hebben geen overzicht tussen geparkeerde auto’s. Tot verdriet van velen zien we dikwijls ouders toch "eventjes" parkeren om de kinderen naar school te brengen. Of even in de auto wachten tot de kinderen komen, vooral als het regent. In- en uitstappen valt niet onder het parkeerverbod, maar is op deze plek wel GEVAARLIJK. Zeker als de kinderen aan de straatkant uitstappen. Houdt u rekening met de veiligheid van de kinderen? 7.16 Verzekeringen/aansprakelijkheid De school heeft een collectieve aansprakelijkheidsverzekering afgesloten bij de Besturenraad. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als diegenen die voor de school actief zijn (bestuursleden; personeel; vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school of het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar berust op een misverstand. De school is alleen aansprakelijk en daarmee schadevergoedingsplichtig wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is dus mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid van de kant van de school. Een voorbeeld daarvan is schade aan een bril tijdens de gymnastiekles; die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering afsluiten.
43
7.17 Gevonden voorwerpen Ieder jaar blijven wij zitten met een grote voorraad gevonden kleding, waarvan we, ondanks navraag bij de kinderen, toch geen eigenaar op kunnen sporen. De kleding wordt bewaard bij de kapstok bij de hoofdingang. Wilt u uw kinderen vragen hun tassen zoveel mogelijk mee terug te laten nemen naar huis. Er blijft vaak na schooltijd heel veel aan de kapstokken hangen. 7.18 Adoptieprojecten Iedere maandagmorgen mogen de kinderen geld meenemen als bijdrage voor de projecten die wij steunen. Wij proberen de kinderen zo van jongsaf aan te leren iets voor een ander opzij te leggen. Omdat wij merken dat sommige kinderen wel geld mee willen nemen, maar het vaak vergeten, willen wij u vragen ze hierin een handje te helpen. Dit geld wordt verdeeld over verschillende projecten, die elk jaar een bijdrage van ons ontvangen (bijv: lichamelijk en geestelijk gehandicapten in Zuid-Afrika en Suriname). Verder zoeken we jaarlijks een speciaal project, waar we wat meer informatie over verzamelen en aan de kinderen doorgeven. Ook brieven en foto's van ons adoptiekind worden in de klas besproken. Een jaarlijks terugkerend project is de kinderpostzegelactie. Elk jaar hopen de kinderen uit de hoogste groepen zoveel mogelijk zegels en kaarten te verkopen voor de verschillende goede doelen. Sinds een aantal jaren doen wij mee aan de “Operatie schoenendoos”, hierbij is het de bedoeling dat de leerlingen een schoenendoos vullen met dingen voor een leeftijdgenoot. Deze dozen worden rond de kerst uitgedeeld in landen, waar op dat moment voor kinderen slechte leefomstandigheden zijn. Via de schoolkrant of maandbrief houden we u op de hoogte van de verschillende projecten. Contactpersonen is: Géke Glastra.
7.19 Fotograaf De schoolfotograaf komt woensdag 22 mei 2013 op school. Hij maakt van alle kinderen een portretfoto. Ook kunnen broertjes en zusjes met elkaar op de foto. In de mandbrief leest u hoe laat de kleine broertjes en zusjes en/of de broers en zussen die al van school zijn op de KJS kunnen komen voor het maken van een familiefoto. Ook worden er op 22 mei groepsfoto’s gemaakt van alle groepen van de school. Alle foto's zijn geheel vrijblijvend. U beslist zelf of u deze foto’s koopt. 7.20 Website – plaatsen van foto,s en video opnamen in de groep De school heeft een website waarop u informatie over onze school kunt lezen. Tevens kunt u foto’s zien van diverse activiteiten. Bovendien worden er regelmatig foto’s geplaatst op de website waarop leerlingen te zien zijn die met een activiteit bezig zijn. In het kader van de wet op privacy is op PCBO-niveau afgesproken, dat er geen adressen en telefoonnummers van medewerkers, leerlingen en ouders worden geplaatst. U kunt bij de directie van de school schriftelijk aangeven dat u bezwaar heeft tegen het plaatsen van foto’s van uw kind op de website. De interne begeleider van de school gebruikt voor haar klassenbezoek de video om aan de hand van beelden lessen of gedrag van kinderen te bespreken. Deze informatie is altijd tussen de leerkracht en de SVIB-er (=school video interactie begeleider) en wordt niet aan derden getoond. Adres van de website: www.kjs.pcboapeldoorn.nl.
44
7.21 Video-opnames Om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken, worden er in de groepen regelmatig video-opnames gemaakt. deze opnames zijn alleen bestemd voor intern gebruik. Tijdens de nabespreking van de activiteit worden de opnames bekeken en besproken, waarna ze worden gewist. Mocht u bezwaar hebben dat er opnames worden gemaakt van uw kind, dan kunt u dit kenbaar maken bij de directeur, Jenny van Hove. 7.22 Vulpotlood De kinderen schrijven vanaf groep drie met een Stabilo- vulpotlood. Deze potloden vinden we erg geschikt voor de kinderen om mee te schrijven en zijn van een goede kwaliteit. Voor de eerste aanschaf (in groep 3) nemen de kinderen een eigen bijdrage van € 6,00 mee. Een volgend vulpotlood kost € 7,00. 7.23 Trakteren Jarig zijn of worden is voor uw kind een hele belevenis, waar lang naar uitgezien wordt. Zeker als er ook nog op school in de eigen groep en aan de leerkrachten een traktatie mag worden uitgedeeld. Veel kinderen trakteren al op een “niet zoete” traktatie. En veelal is dat net zo lekker; ook voor de leerkrachten!
45
8
Activiteiten en sport op de Koningin Juliana School
8.1 Project Elk jaar kiezen we een gemeenschappelijk project. We werken dan in alle groepen een aantal weken aan hetzelfde onderwerp. Zo'n project wordt meestal gezamenlijk met ouders afgesloten. Natuurlijk zijn ideeën en mogelijkheden van ouders zeer welkom! Het project staat gepland van 25 februari t/m 21 maart 2013. Donderdag 21 maart zijn alle ouders en opa’s en oma’s van harte welkom tijdens het open huis dat wordt gehouden ter afsluiting van het project. Noteert u de tijden vast in uw agenda! Het open huis is van 16.30 – 17.30 uur. 8.2 Vieringen Christelijke feestdagen We streven er naar ieder jaar één van de kerkelijke feesten samen met de ouders in de kerk te vieren. Dit schooljaar vieren we het kerstfeest gezamenlijk met ouders en kinderen in de kerk. Het kerstfeest wordt gevierd in de Open Hofkerk aan de Boerhaavestraat op maandag 17 december 2012. Aanvang: 19.00 uur. Sinterklaasviering Sint Nicolaas bezoekt op woensdag 5 december onze school, vaak in gezelschap van een aantal Pieten. Voor alle kinderen uit de onderbouw – groep 1 t/m 4 - neemt hij een cadeautje mee. De kinderen in de bovenbouw verzorgen een surprise via lootjes trekken, waarbij de nadruk ligt op de creatieve verpakking met een gedicht. Richtbedrag: Є 4,00.
8.3 Schoolreis De groepen 1 t/m 8 gaan om het jaar op schoolreis. Het andere jaar blijven alle groepen op school en vieren de kinderen een schoolfeest. Dit schoolfeest wordt meestal afgesloten met een voorstelling voor ouders. Dit schooljaar is het schoolreisje aan de beurt. Op dinsdag 4 september 2012 gaan we met elkaar op schoolreis. De groepen 1 en 2 gaan naar dierenpark ‘Wissel’ en naar de ‘Ossenstal’ bij Epe. Groep 3, 4 en 5 gaan naar het Dolfinarium in Harderwijk en groep 6, 7 en 8 gaan naar het Archeon in Alphen aan de Rijn. Verdere informatie kunt u lezen in de maandbrief. De kosten en wijze van betalen worden van tevoren in de maandbrief aan u meegedeeld.
46
8.4 Activiteiten groep 8 Schoolkamp De kinderen van groep 8 gaan op schoolkamp van 10 t/m 12 juli 2013 naar de Berghoeve in Epe. Musical Als afscheid van de basisschoolperiode studeren de kinderen van groep een musical in; welke zij uitvoeren voor de andere leerlingen van de school en natuurlijk voor hun ouders en andere familieleden op dinsdag 16 juli 2013. 8.5 Sporttoernooien Per jaar zijn er vele mogelijkheden om aan schoolsporttoernooien mee te doen, zoals het schaak-, volleybal-, handbal-, voetbal- en basketbaltoernooi en de crossloop. We overleggen met de leerlingen waar de interesses liggen en bekijken of er voldoende animo is om met een team mee te doen. Vervolgens wordt op deze toernooien ingeschreven en zo mogelijk worden extra trainingen georganiseerd. Een aantal ouders is nodig om de extra trainingen te verzorgen en de teams te coachen. Belangstelling? Geef u op bij Remco van Woudenberg, de sportcoördinator van de OR. We kunnen uw hulp bijzonder goed gebruiken.
8.6 Sport van de maand Maandelijks kunnen de kinderen uit de groepen 5 t/m 8 deelnemen aan een sportactiviteit. Deze sportactiviteiten worden aangeboden door de diverse verenigingen en lopen via Accres. In de groep hangt een overzicht met alle maandelijkse activiteiten. Soms zijn er kosten verbonden aan deelname. Als kinderen zich eenmaal hebben opgegeven, schept dit wel verplichtingen. De verenigingen gaan namelijk in hun organisatie uit van het opgegeven aantal kinderen. 8.7 Motorische Remedial Teaching Voor kinderen uit groep 2, 3 en 4 die een motorische achterstand hebben, bestaat de mogelijkheid tegen een geringe vergoeding een half jaar deel te nemen aan Sport Extra. Deze start in september en in februari.
47
9
De Koningin Juliana School en de contacten met andere organisaties
9.1 Buitenschoolse opvang De buitenschoolse opvang is een voorziening tussen school en thuis en vangt kinderen op vanaf het moment dat ze op school komen tot ze de school verlaten. “Buitenschoolse opvang” is een verzamelnaam voor drie vormen van opvang: voorschoolse opvang (VSO), tussenschoolse opvang (TSO) en naschoolse opvang (NSO). De voorschoolse en naschoolse opvang gebeurt door stichting DOK13 (duurzaam ontwikkeling kinderen). Tussen de middag worden de kinderen opgevangen door overblijfouders (zie 7.3). Op deze manier kunnen ouders/verzorgers werk, schoolopleiding of andere maatschappelijke activiteiten vervullen. De kinderen brengen veel tijd samen door: voor- en naschools, in de vakanties en tijdens schoolvrije dagen. Onderling vertrouwen is van groot belang. Ouders vertrouwen hun kind toe aan een buitenschoolse opvang. Een plek waar het kind zich thuis voelt. Waar pedagogisch medewerkers op een professionele manier met de kinderen omgaan. Alleen dan is het mogelijk om gezin en werk op een plezierige wijze met elkaar te combineren. PCBS Koningin Juliana vindt kwalitatief goede voorschoolse educatie, opvang en een duidelijke pedagogische lijn belangrijk. Op deze manier wordt het welzijn van het kind gestimuleerd (en gewaarborgd) en kan ieder kind tot zijn recht komen. BSO Koningin Juliana wordt door DOK13 uitgevoerd. DOK13 streeft samen met de school naar een compleet dagarrangement waarbij samenwerking plaatsvindt tussen school en BSO. Het pedagogisch beleid van de school komt overeen met het beleid van de BSO, de kinderen blijven op hun vertrouwde plek, er is één vast team en de schooldirecteur heeft de regierol. Doordat de uitgangspunten op elkaar afgestemd zijn, hebben de pedagogisch medewerkers dezelfde pedagogische insteek als de leerkrachten van de school. Ook heeft de inzet van de begeleiding van de kinderen dezelfde uitstraling. Hierdoor is het een kleine stap van school naar BSO. We willen graag dat school, ouders en externe partners elkaar opzoeken. Door het leggen van verbindingen, het actief samenwerken en elkaar versterken wordt de kwaliteit en continuïteit van het activiteitenaanbod voor de kinderen verbeterd. Verdere informatie vindt u op onze website en de website www.dok13.info. Ook kunt u telefonische informatie inwinnen op 06-50264881.
48
9.2 Oudercommissie buitenschoolse opvang Vanaf 1 juli 2010 heeft de BSO van de Koningin Juliana School een oudercommissie. Dit betekent dat de oudercommissie direct de belangen van de ouders met betrekking tot de opvang van de kinderen die gebruik maken van de BSO behartigen en de ouders zo goed mogelijk vertegenwoordigt. Bij de opvang van kinderen draait het immers niet alleen om het kind, maar ook om de wensen van de ouders met betrekking tot hun kinderen. Zo probeert de oudercommissie de kwaliteit van het uitvoerend werk op de locatie te bewaken, namens ouders invloed uit te oefenen op het beleid van DOK13, de betrokkenheid van ouders te stimuleren, de communicatie tussen het personeel en ouders onderling te bevorderen en eveneens de belangen te behartigen van de opvanglocatie bij de directie van DOK13 . De oudercommissie bestaat uit ouders die op vrijwillige basis een bijdrage leveren aan het beleid dat op de BSO gevoerd wordt, door adviezen te geven. De oudercommissie heeft wettelijke adviesbevoegdheden. Zo mag de Oudercommissie advies uitbrengen over voorgenomen besluiten met betrekking tot de uitvoering van kwaliteitsbeleid van de onderneming, voedingsaangelegenheden en het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid of gezondheid, openingstijden, beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten, vaststelling of wijziging van een klachtenregeling en het aanwijzen van leden van de klachtencommissie en de wijziging van de prijs van de kinderopvang. Het reglement van de oudercommissie is verkrijgbaar bij de leden van de oudercommissie. Mocht u vragen en of opmerkingen hebben dan kunt u met de oudercommissie contact opnemen door een e-mail te sturen naar:
[email protected] of u kunt contact opnemen met de oudercommissieleden. Bent u geïnteresseerd in een functie binnen de oudercommissie dan kunt dit aangeven bij één van de onderstaande leden of uw gegevens mailen naar
[email protected]. Naam leden oudercommissie Annette Divis Bianca Laan Marion Beeltje
49
9.3 Het Centrum voor Jeugd en Gezin Het CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin) is er voor alle vragen over opgroeien en opvoeden. U kunt er terecht voor advies, begeleiding en hulp, vanaf het begin van de zwangerschap tot aan het moment dat een kind volwassen is. Ook jongeren zelf kunnen bij het CJG terecht, met vragen en/of hulp. Bijvoorbeeld of het nu om babyverzorging gaat of om lastige pubers, om voeding en gezondheid of ontwikkeling en gedrag. Binnen het CJG kunt u alle deskundigheid van verschillende professionals op één plek vinden. Hierbij kunt u denken aan de orthopedagoog, de (school-)maatschappelijk werker, de jeugdarts en jeugdverpleegkundige en de jeugdhulpverlener. Wanneer er vragen zijn waarvoor de deskundigheid van een breed multidisciplinair team gevraagd wordt kunt u als ouder, samen met school, het CJG-ZAT benaderen. Het ZAT (ZorgAdviesTeam) is een team dat informatie en advies kan geven en zonodig vragen op verschillende gebieden af kan stemmen. Meer informatie kunt u vinden op www.cjgapeldoorn.nl Het CJG is er voor kinderen en jongeren tot 23 jaar, (toekomstige) ouders en verzorgers, alle beroepsoefenaren die werken met kinderen, jongeren, ouders/verzorgers Onderzoeken voor kinderen op de basisschool Om de gezondheid, groei en ontwikkeling van uw kind goed te kunnen volgen wordt uw kind onderzocht op de leeftijd van 5 en 6 jaar en in groep 7. Dit gebeurt door de jeugdarts, assistente jeugdgezondheidszorg, jeugdverpleegkundige en logopedist. Zij maken onderdeel uit van het CJG. De contactgegevens zijn op school bekend. Hoe kunt u het CJG vinden? U kunt op diverse plaatsen binnenlopen in het CJG, bellen of contact opnemen via de website. Website van het CJG www.cjgapeldoorn.nl Telefoon nummer 055 – 3578875 De medewerkers van het CJG hebben bovendien regelmatig contact met school. Wilt u weten welke medewerkers vanuit het CJG op uw school komen, vraag dit dan aan de leerkracht van uw kind of aan de intern begeleider van school. 9.4 Jeugdgezondheidszorg GGD op school Bij de GGD Gelre-IJssel is de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) ondergebracht bij gemeentelijke gezondheidsteams (GGT’s). Binnen deze teams werken artsen, verpleegkundigen, assistenten en logopedisten. Samen met ouders en school zorgen de medewerkers van de GGD ervoor dat kinderen zich zo goed mogelijk ontwikkelen. Zij doen dit door kinderen te onderzoeken, door kinderen te vaccineren en door ondersteuning te bieden aan ouders en leerkrachten en hierin ook samen te werken met andere instanties. Onderzoeken en vaccinaties De bekendste taak vanuit de GGD voor schoolgaande kinderen zijn de preventieve onderzoeken. Het is belangrijk dat factoren, die de groei en ontwikkeling van een kind kunnen verstoren, in een vroeg stadium worden opgespoord. De GGD onderzoekt gedurende de basisschoolperiode een kind meerdere keren. Daarnaast krijgen de kinderen in deze periode ook twee vaccinaties. · Rond de leeftijd van 5 jaar vindt de logopedische screening plaats. De logopedist onderzoekt naar aanleiding van deze screening kinderen die in hun spraak- en taalontwikkeling risico’s lopen. De logopedist let dan vooral op taal, spraak, mondgedrag en stem. · Bij 5/6-jarige kinderen doet de jeugdarts en de assistente een uitgebreid onderzoek. Hierin komen het zien, horen, bewegen, groei, gezondheid en gedrag en ontwikkeling aan bod. · Op 9-jarige leeftijd ontvangen de kinderen de vaccinatie tegen difterie, tetanus, polio (DTP) en tegen bof, mazelen, rodehond (BMR). · In groep 7 vindt bij alle kinderen een onderzoek plaats door de jeugdverpleegkundige. Daarin wordt aandacht besteed aan groei, gezondheid en gedrag. · Op 12-jarige leeftijd ontvangen de meisjes de vaccinatie tegen baarmoederhalskanker (HPV) 50
Voor ieder onderzoek en elke vaccinatie ontvangen de ouders vooraf een uitnodiging. Bij alle onderzoeken en de vaccinatie van de 9 jarigen zijn de ouders aanwezig. Dit geldt niet voor de logopedische screening. Na elk onderzoek informeert de GGD de ouder(s)/verzorger(s) over de bevindingen. Advisering en verwijzing Naar aanleiding van het onderzoek kan de JGZ-medewerker - afhankelijk van de bevindingen – het volgende doen: · gericht advies en/of begeleiding geven aan kinderen en ouders. Bijvoorbeeld bij gedragsproblemen met kinderen op school of thuis, gezondheidsvragen of problemen in de spraak- en taalontwikkeling · een kind na verloop van tijd opnieuw oproepen voor een vervolgonderzoek · het kind (en de ouder) voor uitgebreider onderzoek of behandeling verwijzen naar een andere hulpverleningsinstelling. De GGD werkt samen met de huisarts, de specialist in het ziekenhuis en met Bureau Jeugdzorg, Maatschappelijk werk, psychologen, pedagogen en anderen. Een eventuele doorverwijzing gebeurt altijd in overleg met ouder(s)/verzorger(s). Onderzoek op verzoek Ook leerlingen uit andere groepen kunnen door hun ouders, leerkrachten of intern begeleider aangemeld worden voor nader onderzoek door jeugdarts, verpleegkundige of logopedist. Ondersteuning van leerkrachten GGD-medewerkers kunnen ook leerkrachten ondersteunen en adviseren bij het opzetten en uitvoeren van activiteiten, bijvoorbeeld gericht op het aanleren en/of verbeteren van gezond gedrag. Ook adviseren zij over het gebruik van leskisten, lespakketten en andere voorlichtingsmaterialen uit het documentatieen informatiecentrum van de GGD. Bereikbaarheid en informatie U kunt de GGD om advies vragen op diverse terreinen. Bijvoorbeeld infectieziekten, hygiëne en veiligheid op school. Meer informatie over diverse onderwerpen kunt u vinden op de website: www.ggdgelreijssel.nl of www.cjgapeldoorn.nl U kunt de GGD telefonisch bereiken op telefoonnummer: 088 – 443 3009
51
9.5 Schoolmaatschappelijk werk Basisscholen hebben naast een onderwijzende taak, ook een taak in het bieden van zorg aan leerlingen. Problemen van leerlingen hangen echter vaak samen met de thuissituatie en leefomgeving van deze leerlingen. Er wordt steeds meer gevraagd van een leerkracht op psychosociaal en opvoedkundig gebied. Het schoolmaatschappelijk werk van MD Veluwe kan hier uitkomst bieden. De schoolmaatschappelijk werker kan de school ondersteuning bieden bij de opvoedende en zorgende taak zodat de onderwijzers worden ontlast en deze zich weer kunnen richten op hun primaire taak: onderwijs bieden. Waarom schoolmaatschappelijk werk? De basisschool is een plek waar kinderen een groot deel van hun tijd besteden. Hierdoor kan een school snel signaleren als het ergens met een leerling op school, maar ook thuis, minder goed gaat. Doordat maatschappelijk werkers voor en op de scholen werkzaam zijn, is de drempel voor zowel ouders als leerlingen en leerkrachten lager. Ze kunnen sneller en makkelijker om advies, ondersteuning of begeleiding te vragen Wat doet het schoolmaatschappelijk werk? De ondersteuning die het smw biedt bestaat voornamelijk uit de hulpverlening aan ouders en/of leerlingen binnen het basisonderwijs, die tegen meerdere problemen aanlopen. Daarnaast heeft het smw-team een taak om intern begeleiders (en eventueel ook leerkrachten) te ondersteunen en te adviseren met betrekking tot de omgang met deze leerlingen. Contactgegevens/aanmelden Als ouder kunt u zelf contact opnemen met het smw. Wij adviseren u echter wel om dit in overleg met de leerkracht en/of intern begeleider te doen. Er kan de hele dag tijdens kantoortijden telefonisch contact worden opgenomen met MD Veluwe (0555262422). Indien er op dat moment geen smw-er beschikbaar is, wordt u zo spoedig mogelijk teruggebeld. Ook zijn we per email goed te bereiken via
[email protected] De hulp van het schoolmaatschappelijk werk is gratis. Kijk voor meer informatie op onze website www.mdveluwe.nl of www.cjgapeldoorn.nl 9.6 Opvoedsteunpunt Doelstelling Het Opvoedsteunpunt heeft zich ten doel gesteld een vraagbaak en steunpunt te zijn voor ouders met kinderen in de leeftijd van 0 tot 23 jaar. Het Opvoedsteunpunt hanteert daarbij drie belangrijke uitgangspunten. Ten eerste: ouders zijn zelf deskundig en verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind. Ten tweede het Opvoedsteunpunt sluit aan bij de sterke eigenschappen van gezinnen en ten derde het Opvoedsteunpunt werkt out - reachend en vraaggericht. Werkwijze Het Opvoedsteunpunt is een samenwerkingsverband van orthopedagogen vanuit diverse instellingen. De werkzaamheden worden uitgevoerd vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin. Op elke werkdag is het Opvoedsteunpunt telefonisch bereikbaar tussen 9.00 tot 12.00 uur voor advies en/of voor het maken van een afspraak. De gesprekken vinden plaats op het Centrum voor Jeugd en Gezin of bij ouders thuis. Het aanbod is flexibel en vraaggericht. De hulp van het Opvoedsteunpunt is gratis. Bereikbaarheid Elke werkdag tussen 9.00 en 12.00 uur telefonisch spreekuur tel 055 5790435 Meer informatie of voor digitale aanmelding www.opvoedsteunpunt-apeldoorn.nl
52
9.7 Zorg Advies Team 0-12 jaar Het ZAT 0-12 jaar is een team van hulpverleners die gespecialiseerd is in de problemen van kinderen en hun ouders. De taak van het ZAT 0-12 jaar is om de school, peuterspeelzaal of kinderopvangvoorziening te adviseren over hulp aan kinderen. De school, peuterspeelzaal of kinderopvangvoorziening meldt na overleg met de ouder een kind aan voor bespreking. Dit hoeft niet altijd een ernstig probleem te zijn maar wel een probleem waarbij het nuttig is er samen met deskundigen naar te kijken. Het team geeft niet zelf hulp maar adviseert over de meest passende hulp en houdt in de gaten of de geadviseerde aanpak er toe leidt dat het probleem bij het kind verminderd. Het ZAT 0-12 jaar komt 1x per maand bijeen op een vaste locatie bij u in de wijk, voor zover mogelijk en gerealiseerd in het CJG in die wijk. Het ZAT adviseert de aanmelder u als ouders te betrekken bij de aanmelding. Wanneer u dat wilt kunt u ook bij de bespreking van uw kind aanwezig zijn. Aanmelding van een kind voor bespreking in het ZAT 0-12 jaar, kan via de jeugdverpleegkundige of schoolmaatschappelijk werker lopen, maar kan ook door de school, peuterspeelzaal, kinderopvangvoorziening of door een andere professional die bij het kind of het gezin betrokken is gedaan worden. Ouders en leerkrachten die meer informatie willen over het ZAT en/of de benodigde formulieren willen downloaden, kunnen dit vinden op www.cjgapeldoorn.nl. Vragen kunnen ook gesteld worden bij één van de ZAT-coördinatoren Marleen Wolbers T 06-11904277
[email protected] Ineke van Schoonhoven T 06-12307758
[email protected] 9.8 Onderwijs advies- en begeleidingsdienst "IJsselgroep” Dit centrum aan de 2e Wormenseweg begeleidt teams en individuele leerkrachten in het onderwijs. De ondersteunende activiteiten bestaan o.a. uit: · het geven van adviezen m.b.t. hulp aan individuele leerlingen. Meestal na onderzoek van een orthopedagoog ( zie interne begeleiding). · het geven van adviezen gericht op de gehele voortgang en organisatie van ons onderwijs. Dit schooljaar wordt er verder gewerkt samen met de schoolbegeleider aan coöperatief leren en het schrijven van handelingsplannen. · verzorgen van na- en bijscholing van leerkrachten. · het testen van kinderen; dit alleen na overleg en met toestemming van de ouders (zie interne begeleiding). · ondersteuning van het team bij het zoeken naar passende nieuwe methodes. 9.9 Natuur- en milieu-educatie De activiteiten van het Natuurhuis zijn geïntegreerd in het vak Natuuroriëntatie. De verschillende activiteiten zijn gericht op een concreet zelfontdekkend bezig- zijn met aspecten uit de natuur, zoals: · bos en slootjesexcursie - groep 6, 7 en 8 · kinderboerderijactiviteiten - groep 2, 3 en 4 · gebruik van leskisten m.b.t. het weer / microscopie, enz. · ontdek- en doelessen in het lescentrum en daarbuiten – groep 5 t/m 8 Deze activiteiten ( behalve de leskisten) vinden niet op school plaats; er zal daarom regelmatig een beroep op de ouders van kinderen uit groep 1 t/m 5 gedaan worden om de kinderen per auto ergens naar toe te brengen. Het lescentrum staat aan de Aristotelesstraat in Zevenhuizen, vlakbij de kinderboerderij. Als we met de kinderen uit groep 6 t/m 8 op de fiets gaan, zijn we afhankelijk van meefietsende ouders.
53
9.10 Steunpunt kunstzinnige vorming Ieder jaar doet onze school mee aan het kunst- en cultuurmenu van Markant. In hun basisschoolloopbaan komen de kinderen dan in ieder geval in aanraking met 6 kunstdisciplines. Deze zijn: · audiovisueel (fotografie,video,film) · beeldend (tentoonstellingen, kunstenaars op school, museumbezoek) · dans (voorstellingen) · drama (theatervoorstellingen) · literair ( schrijvers of vertellers op school, literaire voorstellingen) · muziek ( muziekvoorstellingen) Ook bestaat er nog de mogelijkheid om als school zelfstandig buiten het kunst- en cultuurmenu om een extra activiteit aan te vragen. De inhoud van deze activiteiten wisselt per jaar.
9.11 Stichting Leergeld Apeldoorn De Stichting Leergeld Apeldoorn wil ervoor zorgen dat ook de kinderen uit gezinnen die het financieel wat minder hebben, kunnen meegaan met schoolreisjes en schoolkampen. Om mee te kunnen doen met buitenschoolse activiteiten (sport, dans, creatieve vorming,…) worden deze door de Stichting Leergeld geheel of gedeeltelijk bekostigd. De Stichting Leergeld helpt gezinnen als het inkomen van de ouder(s) onder de 120% van het bijstandsniveau ligt en als het gaat om kinderen van 4 tot 18 jaar. U kunt een afspraak maken door te bellen naar 06-12675159 of door een e-mail te sturen naar
[email protected] 9.12 Studenten Elk jaar zijn er studenten van de PABO Arnhem bij ons om "het vak" te leren. In verschillende groepen voeren ze hun opdrachten uit onder begeleiding van de groepsleerkracht. Ook hebben we soms te maken met een “lio”-stagiair(e) (=leerkracht in opleiding). De lio-leerkracht werkt voor een periode van 3 á 4 maanden gedurende drie dagen zelfstandig in een groep; dit na een zorgvuldige voorbereiding en met begeleiding van de "eigen" leerkracht. Ook kunt u studenten van het “ROC Aventus” aantreffen; zij volgen de opleiding voor kinderwerk. Soms zijn er studenten van een andere PABO. Deze studenten hebben vaak zelf contact opgenomen met de Koningin Juliana School en kunnen na een oriënterend gesprek op onze school hun opdrachten uitvoeren en hun lessen geven.
54
9.13 Kids College Apeldoorn Kids College Apeldoorn (KCA) biedt nieuwsgierige kinderen, die om wat voor reden dan ook minder kansen hebben om zich een beeld te vormen van de maatschappij waar zij later hun weg in moeten vinden, een steuntje in de rug. Door ze te inspireren en uit te dagen en door te bewijzen dat ze veel meer kunnen dan ze zelf denken. KCA is er voor kinderen van 10 tot 14 jaar. Ze komen uit de groepen 7 en 8 van basisscholen in Apeldoorn. Jongens en meisjes die nieuwsgierig en gemotiveerd zijn en die op zondagmiddag een kijkje willen nemen in de wereld van diverse gastdocenten. De leiding van Kids College wil hen helpen hun talenten te ontwikkelen, hun zelfvertrouwen te vergroten en hun blikveld te verruimen, zodat ze over hun eigen toekomst na gaan denken en betere keus maken voor een vervolgopleiding. Elk nieuw schooljaar starten er twee groepen van maximaal 25 kinderen. Er is een groep eerstejaars uit groep 7 en een groep tweedejaars uit groep 8 van de basisschool. Omdat niet alle kinderen verder gaan naar het tweede jaar is er altijd ruimte voor nieuwe kinderen uit groep 8. Aanmelden kan via de school of rechtstreeks via de website www.kidscollegeapeldoorn.nl . Vierentwintig zondagmiddagen van 13.00 tot 16.00 uur biedt KCA een uitdagend programma met leuke en praktische onderwerpen. Er wordt altijd verzameld aan de Deventerstraat 54 in het gebouw van De Woonmensen, waar in de meeste gevallen ook de lessen worden gegeven. Thema's die aan bod komen zijn: Apeldoorn en geschiedenis, Maatschappij, Cultuur en religie, Economie, Techniek, Sport, Kunst, Natuur, Wetenschap, Zorg, Commercie, Media en Presentatietechnieken en nog veel meer. Elke week komt er een gastdocent. Dit kan zijn een chirurg, politieagent, advocaat, piloot, journalist, sportinstructeur of museumdirecteur. De gastdocenten vertellen over hun beroep, nemen de kinderen mee voor een rondleiding of gaan samen aan de slag. Zo krijgen de kinderen een goed beeld van wat er bij de uitvoering van zo’n beroep komt kijken en kunnen ze beter bepalen wat ze later zelf zouden willen worden. Kids College Apeldoorn is een initiatief van Maatschappelijk Ondernemen Apeldoorn. Kids College Apeldoorn is aangesloten bij het Netwerk Weekendscholen i.o.
55
Bijlage 1: Toetskalender Koningin Juliana School Toetskalender groep 1 t/m 8 schooljaar 2012 – 2013 Groep Groep 1
Maand mei of juni mei of juni januari of februari en mei of juni
Toets Cito rekenen voor kleuters Cito taal voor kleuters Observatielijst dyslexieprotocol
Groep 2
januari of februari en mei of juni januari of februari en mei of juni januari of februari en mei of juni
Cito rekenen voor kleuters Cito taal voor kleuters Observatielijst dyslexieprotocol
Groep 3
oktober of november januari maart juni januari of februari en mei of juni januari of februari en mei of juni mei of juni januari of februari en mei of juni januari of februari en mei of juni
Herfstsignalering veilig leren lezen Wintersignalering veilig leren lezen Lentesignalering veilig leren lezen Eindsignalering veilig leren lezen Cito rekenen Cito spelling Cito begrijpend lezen AVI leestoets (tekst) Drie minuten toets (woorden)
Groep 4
januari of februari januari of februari januari of februari januari of februari januari of februari oktober en maart
en mei of juni en mei of juni en mei of juni en mei of juni en mei of juni
Cito rekenen Cito spelling Cito begrijpend lezen AVI leestoets (tekst) Drie minuten toets (woorden) Dictee i.v.m dyslexieprotocol
Groep 5
januari of februari januari of februari januari of februari januari of februari januari of februari oktober en maart
en mei of juni en mei of juni
Cito rekenen Cito spelling Cito begrijpend lezen AVI leestoets (tekst) Drie minuten toets (woorden) Dictee i.v.m dyslexieprotocol
januari januari januari januari januari
of februari of februari of februari of februari of februari
en mei of juni en mei of juni
januari januari januari januari januari
of februari of februari of februari of februari of februari
en mei of juni en mei of juni en mei of juni en mei of juni
Cito rekenen Cito spelling Cito begrijpend lezen AVI leestoets (tekst) Drie minuten toets (woorden)
januari januari januari januari januari
of februari of februari of februari of februari en mei of juni of februari en mei of juni
Cito rekenen Cito spelling Cito begrijpend lezen AVI leestoets (tekst) Drie minuten toets (woorden)
Groep 6
Groep 7
Groep 8
en mei of juni en mei of juni
en mei of juni en mei of juni
Cito rekenen Cito spelling Cito begrijpend lezen AVI leestoets (tekst) Drie minuten toets (woorden)
56
Bijlage 2: Internetprotocol Koningin Juliana School
Internet is erg leuk en leerzaam, maar het is ook belangrijk dat ik me aan de volgende regels houd: · Ik zal nooit mijn naam, (email) adressen of telefoonnummers doorgeven op het internet zonder toestemming van mijn juf of meester. · Wanneer ik dingen op het internet moet opzoeken gebruik ik “Kennisnet”. Wanneer ik daar niet voldoende informatie kan vinden mag ik op “Google”als ik toestemming krijg van mijn juf of meester. · Ik druk het beeldscherm uit als ik informatie zie dat niet met school te maken heb en vertel het aan mijn juf of meester. · Ik verstuur geen e-mailtjes zonder overleg met mijn juf of meester. · Ik mag geen bestanden downloaden zonder overleg met mijn juf of meester. · Ik print alleen met toestemming van mijn juf of meester. · Ik verander geen instellingen. · Ik spreek met mijn juf of meester af op welk tijdstip en hoe lang ik op het internet mag en welke programma’s ik mag gebruiken. · Als ik dit internetprotocol onderteken, maar ik houd me er niet aan, dan mag ik 2 weken niet op de computer op school. Naam: ____________________________________ Datum: ___________________________________ Handtekening leerling: _______________________
57
Bijlage 3: Voorbeeld van een pestprotocol In deze bijlage vindt u een voorbeeld van een pestprotocol zoals het op de Koningin Juliana School wordt gebruikt . Het is een voorbeeld, omdat aan het begin van het schooljaar altijd samen met de kinderen het pestprotocol wordt vastgesteld. Eerst wordt in de klas besproken welke regels de kinderen belangrijk vinden voor het pestprotocol. Na een gesprek kan er een pestprotocol ontstaan zoals hieronder is uitgewerkt. Na vaststelling van het pestprotocol krijgen de kinderen deze afspraken ook mee naar huis.
Regels tegen pesten: Je mag niet pesten! Dat is heel belangrijk. We hebben hier in de klas over gesproken. Ik beloof: ·
dat ik een ander laat uitpraten.
·
dat ik goed luister naar een ander.
·
dat ik meteen stop als een ander zegt: “Stop, hou op!”
·
dat ik als ik iets niet meer leuk vind, duidelijk “Stop houd op!” zeg.
·
dat ik een ander niet uitscheld.
·
dat ik een ander geen pijn doe.
·
dat ik een ander niet bedreig.
·
dat ik vriendelijk ben.
·
dat ik niemand buitensluit.
·
dat ik een ander niet uitlach.
·
dat ik niet roddel of klets over een ander.
·
dat ik een ander neem zoals hij of zij is.
·
dat ik een ander help.
·
dat ik, als een ander iets bij mij doet wat niet mag, ik dit niet terug doe, maar het aan de meester of juf vertel. Dit is geen klikken.
·
dat ik het thuis zal zeggen als ik gepest word.
Met mijn naam onderaan deze brief beloof ik dat ik me zal houden aan deze regels.
58