NOTA BIJWONEN / WONEN OP AFSTAND T.B.V. MANTELZORG 2007 Inleiding In 2005 is door de Raad een besluit genomen over “bijwonen / wonen op afstand ten behoeve van mantelzorg” (26 mei 2005). Hierin zijn richtlijnen opgenomen waaraan een ieder moet voldoen als hij in aanmerking wil komen voor het tijdelijk gedogen van bijwonen ten behoeve van mantelzorg. Dit bijwonen kan in strijd zijn met het bestemmingsplan. Om toch mantelzorg te kunnen verlenen is daarom besloten een gedoogbeleid te voeren over het bijwonen. De richtlijnen, zoals verwoord in het besluit, dienen meer specifiek verwoord te worden. Daarom is dit voorstel opgesteld, waarbij de oude regeling is geïntegreerd. Wat is mantelzorg? Onder mantelzorg wordt verstaan: het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en / of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband. Meestal vindt deze mantelzorg plaats aan naaste familieleden. Door deze mantelzorg is het bij voorbeeld mogelijk dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen in overeenstemming met het streven “blijvend thuis in eigen huis”. Mantelzorg is zorg die anders onder de AWBZ-zorg zou vallen en/of vanuit WMO geregeld zou worden. Wekelijks boodschappen doen valt hier dus niet onder.
Geldend besluit In het Raadsbesluit van 26 mei 2005 over “bijwonen / wonen op afstand ten behoeve van mantelzorg” is opgenomen dat (met name in de buitengebieden) aan een eventuele vraag voor afhankelijke woonruimte voor mantelzorg kan worden voldaan mits er een noodzaak is uit het oogpunt van mantelzorg. In het Raadsbesluit is het volgende opgenomen: “Sinds de tweede helft van 2003 is er een discussie gaande tussen de provincie en het rijk over verdergaande facilitering in verband met mantelzorg nl. het toelaten van het creëren van afhankelijke woonruimte. (…) Voor onze gemeente wordt hieronder getracht een algemene gedragslijn te ontwikkelen in het bijwonen / wonen op afstand ten behoeve van mantelzorg. Hierbij wordt uitgegaan van het implanteren van de mogelijkheid voor het geven van vrijstelling bij nieuwe bestemmingsplannen of het wijzigen van bestaande bestemmingsplannen. Daarnaast kan intussen bij vraag met betrekking tot nog niet aangepaste bestemmingsplannen een soort gedoogbeleid gevoerd worden.” Vervolgens worden enkele voorwaarden gesteld waaraan voldaan moet worden. De eerste is: “er dient een noodzaak te zijn uit het oogpunt van mantelzorg, waarbij de mantelzorg beperkt kan worden tot naaste”. De aanwezigheid van mantelzorg moet via een CIZ-indicatie blijken, staat vermeld in de bijlage bij het besluit. Welke indicatie dat moet zijn, is niet duidelijk. Het CIZ 1 verleent namelijk meerdere indicaties, voor het overgrote deel in het kader van de AWBZ. Op 2 februari 2006 is een B&W-nota besproken (nr. 2006-180) met het voorstel de CIZindicatie als eis voor toekennen van mantelzorg te vervangen door een positief advies van het lokaal samenwerkingsverband (LSV). Het LSV heeft echter bij ander inzien afgezien van het adviseren van de gemeente inzake individuele beoordelingen van mantelzorg. Vandaar dat onderzocht is welke indicatie voldoet. De procedure voor het vaststellen van mantelzorg, via het loket van de gemeente, kan uitsluitsel geven over de aanwezigheid van mantelzorg.
1
CIZ = Centrum Indicatiestelling Zorg
Mantelzorg waarbij bijwonen wordt gedoogd Naast het vaststellen van de aanwezigheid van mantelzorg, moet vastgesteld worden wanneer een gedoogbeschikking wordt afgegeven. Of anders gezegd: hoeveel mantelzorg moet er geboden worden om bijwonen te gedogen? Dit zal per geval bekeken moeten worden. In ieder geval kan een gedoogbeschikking worden afgegeven, indien bij het wegvallen van de mantelzorg, de zorgbehoevende niet zelfstandig zou kunnen wonen. Dit kenmerkt zich in de volgende gevallen van zorg: a. Zorg volgens afspraak, op geplande tijden; b. Zorg volgens afspraak + direct oproepbaar; c. Zorg voortdurend in de nabijheid (aanleunwoning, verblijfhuis); d. zorg 24 uur per dag direct aanwezig. Voor een gedoogbeschikking zal er getoetst worden op de aanwezigheid van een of meerdere vormen van deze zorg, waarbij het minimum is: 1. Bij indicatie zou een opname-indicatie worden afgegeven. EN/OF 2. Bij indicatie zou zorg in nabijheid worden voorgeschreven (denk hierbij aan aanleunwoning, steunpuntwoning, zorgappartement). EN/OF 3. Bij indicatie zou er vaak aanspraak gemaakt worden op hulp op afroep of planbare zorg, met een minimum van 4 keer per dag. Mocht aan een van bovenstaande punten worden voldaan, wat blijkt uit een indicatiestelling door de zorgconsulent, dan komt de aanvrager in aanmerking voor een gedoogbeschikking voor bijwonen in het kader van mantelzorg. Naast mantelzorg kan ter ondersteuning AWBZ-zorg ingezet worden. Dit kan echter niet zodanige vormen aannemen dat de mantelzorg bijna niet of helemaal niet meer gegeven hoeft te worden. De gronden voor inwoning zoals gesteld in voorgaande, moeten gewaarborgd blijven. Indicatiestelling voor mantelzorg Op dit moment is er een medewerker van het CIZ ingehuurd die een loket bemenst voor aanvragen voor zorg. Het is de bedoeling dat de gemeente dit in de toekomst zelf gaat bemensen (streven januari 2008). Hiervoor worden zorgconsulenten opgeleid. De zorgconsulent zou opgeleid moeten worden om huisbezoek af te leggen om de zorgvraag in kaart te brengen. Zo zou de zorgconsulent kunnen beoordelen of er sprake is van mantelzorg. Procedure De aanvrager (mantelzorger of degene die mantelzorg krijgt) vraagt een mantelzorg-indicatie aan via het WMO -loket van de gemeente. De zorgconsulent brengt een huisbezoek bij de aanvrager en brengt daarmee de zorgvraag, de beperkingen en de oplossingen van de mantelzorger in kaart. Ook evt. mogelijkheden van andere zorgverlening en problemen in de toekomst worden besproken. Mocht dit gesprek niet de volledige informatie opleveren die nodig is, dan vindt een gesprek plaats met een arts of therapeut en de zorgconsulent. Na deze inventarisatie komt de zorgconsulent binnen zes weken met een advies naar de aanvrager. In dit advies staat opgenomen of er mantelzorg geleverd wordt of kan worden en of dit wenselijk is in betreffende woning. Indien er een positief advies uitgebracht wordt, kan de gemeente een vrijstelling van de gebruiksbepalingen opnemen, het zogenaamde gedogen. De overige randvoorwaarden waaraan voldaan moet worden zijn vermeld in het eerder genoemde raadsbesluit uit 2005
2
(zie verderop). Bij een negatief advies verleent de gemeente geen vrijstelling voor het verlenen van mantelzorg. Bij vervallen van de noodzaak van mantelzorg voor de betreffende persoon moet het bewonen van de afhankelijke woonruimte vervallen en de vrijstelling worden ingetrokken. Een aanvraag voor bijwonen kan gekoppeld worden aan de duur van deze indicatie zodat er als het ware een legitimatie aan vast zit, welke ook kan aflopen. De mantelzorg kan ook wijzigen (toenemen of afnemen). In dat geval zal de aanvrager hierover overleg moeten voeren met de gemeente, zodat er een herbeoordeling kan plaatsvinden. Indien naast mantelzorg ter ondersteuning AWBZ-zorg ingezet wordt, mag dit niet zodanige vormen aannemen dat de mantelzorg bijna niet of helemaal niet meer gegeven hoeft te worden. De gronden voor inwoning zoals gesteld in voorgaande, moeten gewaarborgd blijven. Bij veranderende situatie, zal een heroverweging aangevraagd moeten worden voor mantelzorgindicatie. Indien mantelzorg gegeven wordt en daarna een beroep gedaan wordt op de AWBZ (d.m.v. een nieuwe aanvraag van AWBZ-zorg), zal de indicatie voor mantelzorg herzien worden. Voor de aanvragen van diverse zorgindicaties vraagt de gemeente geen bijdrage aan de aanvrager. In die lijn zou de indicatiestelling voor mantelzorg ook niet in rekening gebracht moeten worden bij de aanvrager. De mantelzorgindicatie moet echter geen verkapte vorm van bouwvergunning worden. Daarom wordt voorgesteld om bij mantelzorgindicatie wel een bedrag in rekening te brengen van € 200 per geval. Indien er sprake is van een herbeoordeling, wordt dit bedrag niet meer in rekening gebracht. De eventuele extra kosten bij het inschakelen van een arts komen dan voor rekening van de gemeente (en ten laste van het product volkshuisvesting). Het bedrag van € 200 is gebaseerd op de kosten die het CIZ in rekening brengt bij een standaardprocedure (met huisbezoek). Het CIZ brengt hiervoor € 200 excl. BTW in rekening. (prijspeil november 2006). In dit voorstel wordt uitgegaan dat het bedrag van € 200 kostendekkend is voor de standaard procedure en handelingen die verricht moeten worden aan het WMO -loket. Daarnaast kunnen er nog extra kosten gemaakt worden, voor bijvoorbeeld een gesprek met een arts of voor een herbeoordeling. Deze kosten kunnen ten laste komen van de gemeente t.l.v. het volkshuisvestingsbudget. Schatting kosten: 3 aanvragen per jaar à € 200 excl. BTW. Gedoogbeschikking Aan de hand van het advies door de zorgconsulent, neemt het college van B&W een besluit over het wel of niet afgeven van een ‘persoongebonden gedoogbeschikking’ dat geldt voor een specifiek adres. Een voorbeeld van een ‘persoongebonden gedoogbeschikking’ is opgenomen in bijlage 1. Overleg Dit voorstel is intern besproken met Jaap Zonneveld, Ingrid Barten en Rianne Oomen. Zij kunnen zich vinden in de voorgestelde werkwijze en in de definitie voor het gedogen van mantelzorg. Daarnaast is overleg gevoerd met CIZ om meer inzicht te krijgen in de procedures zoals zij die voeren. De inzichten zijn verwerkt in dit stuk. Claire Jonkers heeft de persoonsgebonden beschikking bestudeerd op juridische aspecten. Haar opmerkingen zijn verwerkt in de beschikking.
3
Samengevat Hieronder volgen alle voorwaarden waaraan voldaan moet worden om voor een gedoogbeschikking in aanmerking te komen. Hierin is een besluit meegenomen dat in 2005 door de Raad is genomen over de voorwaarden, aangevuld met het gestelde in deze nota. Voorwaarden gedogen bijwonen ten behoeve van mantelzorg Er wordt een gedoogbeschikking afgegeven door het college indien de aanvrager voldoet aan de volgende voorwaarden: Noodzaak Er dient een noodzaak te zijn uit het oogpunt van mantelzorg, waarbij de mantelzorg beperkt kan worden tot naaste. Mantelzorg moet door de aanvrager worden aangetoond middels een mantelzorgindicatie. De aanvraag loopt via het WMO -loket van de gemeente. De kosten worden deels in rekening gebracht bij de aanvrager, zijnde maximaal € 200 (prijspeil 2007). Voor een gedoogbeschikking zal er getoetst worden op de aanwezigheid van een of meerdere vormen van deze zorg, waarbij het minimum is: 1. Bij indicatie zou een opname-indicatie worden afgegeven. EN/OF 2. Bij indicatie zou zorg in nabijheid worden voorgeschreven (denk hierbij aan aanleunwoning, steunpuntwoning, zorgappartement). EN/OF 3. Bij indicatie zou er vaak aanspraak gemaakt worden op hulp op afroep en/of planbare zorg, met een minimum van 4 keer per dag.
Omvang, ligging en toegankelijkheid van de afhankelijke woonruimte • Het dient een bijgebouw te zijn bij een woning binnen de bestaande bebouwingsregeling in het bestemmingsplan, derhalve geen extra bouwmogelijkheid buiten de normale mogelijkheden van het bestemmingsplan; • De grootte dient beperkt te zijn tot maximaal 80 m² en 240 m³ ; • Het bijgebouw dient een ruimtelijke eenheid te vormen met de woning, derhalve op een beperkte afstand hiervan; • Als afhankelijke woonruimte mag het bijgebouw niet leiden tot een onevenredige aantasting van de omgeving, dan wel leiden tot verzwaring van (milieu)eisen met betrekking tot naburige bedrijven; • De vrijstelling kan niet leiden tot het toestaan van een extra ontsluitingsmogelijkheid op het perceel. • Bij de aanvraag wordt de aanvrager gewezen op het bestaan van het Handboek voor Toegankelijkheid.
Tijdelijkheid
Bij vervallen van de noodzaak van mantelzorg voor de betreffende persoon moet het bewonen van de afhankelijke woonruimte vervallen en de vrijstelling worden ingetrokken. De aanvrager dient het gebouw in de oude staat te herstellen (conform de bestemming die het gebouw had voordat mantelzorg verleend werd).
Bouwbesluit
Het spreekt voor zich dat de afhankelijke woonruimte aan alle bouwtechnische vereisten van het Bouwbesluit en Bouwverordening voor woonruimte dient te voldoen. Daarnaast zal de
4
aanvrager gevraagd worden om rekening te houden met te verwachten voorzieningen die er op gericht zijn ergonomische beperkingen te voorkomen of te beperken. De aanvrager zal gewezen worden op de voorwaarden die gesteld worden in het Handboek voor Toegankelijkheid, waarbij deze niet als eis gesteld worden.
Gemeentelijke belastingen
Aangezien bij de vrijstelling nieuwe woonruimte wordt gecreëerd voor een apart huishouden, dient gemeentelijke belasting o.a. volgens de WOZ etc. te worden voldaan. Besluit college De aanvrager dient een schriftelijk verzoek in tot gedogen van bijwonen i.v.m. mantelzorg. De zorgconsulent stelt het advies op n.a.v. een huisbezoek. Het college neemt een besluit over de aanvraag. De persoonsgebondenheid en tijdelijkheid wordt in het besluit duidelijk vastgelegd. Besluit Gevraagd besluit: • Akkoord gaan met de bouwvoorwaarden waaraan voldaan moet worden indien er sprake is van bijwonen in het kader van mantelzorg (zie nota). • Akkoord gaan met de zorgvoorwaarden waaraan voldaan moet worden indien er sprake is van bijwonen in het kader van mantelzorg: 1. Bij indicatie zou een opname-indicatie worden afgegeven. EN/OF 2. Bij indicatie zou zorg in nabijheid worden voorgeschreven (denk hierbij aan aanleunwoning, steunpuntwoning, zorgappartement). EN/OF 3. Bij indicatie zou er vaak aanspraak gemaakt worden op hulp op afroep en/of planbare zorg, met een minimum van 4 keer per dag. • Akkoord gaan met de procedure voor de mantelzorgindicatie door de zorgconsulent, verwoord in de beleidsnota. • Akkoord gaan met het in rekening brengen van de eerste kosten à € 200 bij de aanvrager. De kosten die daar eventueel bovenop komen ten laste van de gemeente laten komen, ten laste van het budget volkshuisvesting. Schatting kosten: 3 aanvragen per jaar à € 200 excl. BTW.
5
BIJLAGE 1
PERSOONSGEBONDEN GEDOOGBESCHIKKING
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drimmelen; Gezien het ingediende verzoek d.d. …… van dhr /mw. ……… (later genoemd betrokkene(n)) om een gedoogbeschikking met betrekking tot het tijdelijk bijwonen in het kader van mantelzorg op het adres …………; Definities: Betrokkene: zowel degene die mantelzorg nodig heeft als diegene die de mantelzorg verleent. Afhankelijke woonruimte: woonruimte bedoeld voor bewoning van degene die mantelzorg verleent óf ontvangt. In oude staat herstellen: ongedaan maken van de aanpassingen die gemaakt zijn om bewoning voor mantelzorg te kunnen verlenen; de oude functie die het gebouw had wordt hersteld. Bijvoorbeeld een garage die wordt verbouwd en daarna bewoond voor mantelzorg wordt na beëindiging van mantelzorg weer een garage. overwegende dat: de gemeenteraad van de gemeente Drimmelen op … 2007 (naam) een regeling voor bijwonen/wonen op afstand ten behoeve van mantelzorg heeft vastgesteld, waarin de mogelijkheid van een persoonsgebonden gedoogbeschikking wordt aangedragen; het onderhavige perceel gelegen is in het ter plaatse geldende bestemmingsplan … en heeft daarin de bestemming …; het gebruik voor bewoning van een tweede woning cq aanbouw voor wonen op locatie op basis van dit bestemmingsplan niet is toegestaan; medewerking via een vrijstelling van het bestemmingsplan slechts mogelijk is via die ex artikel 19 lid 1 Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO); wij echter voor dit bijzondere en concrete geval redenen aanwezig achten om te kiezen voor het instrument gedogen, vanwege het navolgende en omdat wij de aan de orde zijnde bewoning alleen tijdelijk willen toestaan zolang dit nodig is voor de betrokken personen; ons college ingevolge de artikelen 125 van de Gemeentewet (Gw) en 5:21 en volgende van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevoegd is met bestuursrechtelijke handhavingsinstrumenten op te treden tegen overtreding van regels die ons bestuur uitvoert; de bevoegdheid tot bestuursrechtelijke handhaving moet worden aangemerkt als een discretionaire bevoegdheid, hetgeen betekent dat niet in alle gevallen van overtreding de plicht bestaat om gebruik te maken van deze bevoegdheid; gedogen van overtredingen van bij of krachtens wettelijk voorschrift gestelde regels naar ons oordeel zoveel mogelijk dient te worden beperkt; tot gedogen door ons dan ook alleen zal worden overgegaan voor beperkte periode en alleen in die gevallen, waarin handhavend optreden kennelijk onredelijk zou zijn;
6
wij gezien de aanwezigheid van bijzondere omstandigheden in dit concrete geval, handhavend optreden tegen het aan de orde zijnde gebruik van bewoning door betrokkenen onredelijk achten en tijdelijk gedogen van dit gebruik aanvaardbaar achten; als bijzondere omstandigheden in dit concrete geval aan de orde zijn: de noodzaak van mantelzorg aan huis voor de heer / mevrouw ……., geboren dd … te …; deze vorm van mantelzorg door het WMO -loket wordt aanbevolen (zie bijgevoegd advies, bijlage 1); de gemeente Drimmelen op … 2007 een regeling voor bijwonen/wonen ten behoeve van mantelzorg heeft vastgesteld; aan alle voorwaarden zoals deze in de vastgestelde regeling zijn genoemd wordt voldaan; een vrijstelling ex artikel 15 van de WRO met het vigerend bestemmingsplan niet mogelijk is; wij een persoonsgebonden gedoogbeschikking passend achten voor het gebruik als zelfstandige afhankelijke woning van een deel van de voormalige agrarische bedrijfsruimte gelegen op het bouwvlak aan …, kadastraal bekend te … , sectie …, nummer …. De gedoogbeschikking vervalt, indien belanghebbende heer /mevrouw …, geboren dd … te …; overleden is, verhuisd is of deze bewoning of mantelzorg anderszins door of voor hen niet meer nodig is of gewijzigd wordt. In het geval de mantelzorg wijzigt, zal betrokkene binnen een termijn van zes weken na deze wijziging gehouden zijn een herbeoordeling aanvragen. de te realiseren zelfstandige afhankelijke woning dient te voldoen aan het Bouwbesluit en de Bouwverordening alsmede alle overige regelgeving die eventueel op deze woning betrekking kan hebben; uit de bij dit besluit behorende tekeningen blijkt dat hieraan voldaan wordt; dit gedogen in gelijke mate dient te gelden voor elk van de personen die mantelzorg behoeft; de eerste kosten voor het uitbrengen van het WMO -advies, welke als bijlage bij deze beschikking is gevoegd, à € 200,=, in rekening wordt gebracht bij de mantelzorgaanvrager. BESLUIT Om de bewoning door betrokkenen, …, geboren dd … te … en …, geboren dd … te …, van een deel van de voormalige (agrarische) bedrijfsruimte aan het adres … te … te gedogen, totdat die bewoning eindigt door overlijden, door verhuizing of doordat die bewoning door hen anderszins niet meer nodig is. De mogelijkheden van bewoning worden aangeven in de door de gemeenteraad vastgestelde regeling voor bijwonen/wonen op afstand ten behoeve van mantelzorg. In deze regeling wordt tevens naar de bouwkundige eisen verwezen en naar het Handboek Toegankelijkheid. Wanneer de gedoogbeschikking eindigt, dient de afhankelijke woning weer in de oude staat hersteld te worden, conform de bestemming, op kosten van de aanvrager. Naast eerder genoemde betrokkenen (de mantelzorgaanvragers) kan ook de heer / mevrouw …, geboren dd … te … als toekomstig eigenaar van de onroerende zaken en
7
rechtsopvolger aansprakelijk gesteld worden voor het in oude staat herstellen van de afhankelijke woonruimte, na het eindigen van de gedoogbeschikking.
Bekendmaking
Bekendmaking van dit besluit geschiedt middels toezending aan degenen op wie het gedoogbesluit betrekking heeft: de mantelzorgaanvrager en de mantelzorgverlener en evt. rechtsopvolgers. Rechtsmiddelen: Tegen dit besluit kunt u op grond van artikel 8:1 en 7:1 Awb binnen zes weken na de dag van verzending een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. U dient dit bezwaarschrift te richten aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drimmelen, postbus 19, 4920 AA Made. Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van genoemd besluit niet. Een bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste bevatten: naam en adres van de indiener; dagtekening; aanduiding of omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; grond(en) van het bezwaar (motivering). Indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist kunt u op grond van artikel 8:81 Algemene wet bestuursrecht de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Breda, sector Bestuursrecht, postbus 90.006, 4800 PA Breda (telefoon 076-5311311) verzoeken een voorlopige voorziening te treffen. Het vragen van een voorlopige voorziening is mogelijk indien u binnen de genoemde termijn ook een bezwaarschrift indient. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Drimmelen mr. C.M.G.H. Wortel secretaris
drs. G.L.C.M. de Kok burgemeester
Bijlage(n): 1. WMO-advies d.d. 2. … AKKOORD VAN DE BETROKKENEN EN TEVENS BEVESTIGING VAN ONTVANGST BIJLAGE(N) dhr. / mw. … …
AKKOORD EN TEVENS BEVESTIGING VAN ONTVANGST BIJLAGE(N) VAN DE RECHTSOPVOLGER dhr. / mw. … ALDUS IN DRIEVOUD OVEREENGEKOMEN TE
8
OP: