2 Wonen
In deze les leert u … …… woorden en zinnen rond het onderwerp wonen: un sofá estupendo …… de regels voor klemtoon en geschreven accent …… de meervoudsvormen van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden: cama grande, camas grandes …… de vormen van de tegenwoordige tijd van regelmatige werkwoorden op –ar: necesito, necesitas …… ontkennende zinnen vormen met no: No es grande.
introductie begrijpen t o e pa s s e n
Woordenlijst la casa el piso el cuarto la cocina ¡Qué lindo! estupendo grande ¿Necesitas algo más? estar cansado ¡Hasta luego! Vivo en … desordenado tomar
1
het huis de flat de kamer de keuken Wat mooi! fantastisch, geweldig groot Heb je verder nog iets nodig? moe zijn Tot straks! Ik woon in … rommelig (iets te eten of te drinken) nemen
Lees deze woorden en combineer ze met de juiste vertaling. Controleer uw antwoorden bij de Oplossingen. Luister dan naar de woorden en spreek ze na.
cd 1 · Tr. 16
dieciocho
18
1. la entrada
A het terras
2. el pasillo
b de slaapkamer
3. la cocina
c de keuken
4. el salón
d het balkon
5. la terraza
e
de woonkamer
6. el dormitorio
f
de badkamer
7. el baño
g de hal
8. el balcón
h de gang
wonen
introductie
2
Bekijk deze foto's van voorwerpen in een woning en lees de benamingen. Luister naar de uitspraak op de cd en spreek de woorden na.
begrijpen t o e pa s s e n
2 cd 1 · Tr. 17
un escritorio
un sofá
una bañera
un ordenador
un horno microondas
una alfombra
una estantería
un sillón
Chema laat Rosita, de nieuwe bewoonster, haar kamer en de andere ruimtes van de flat zien. Luister naar het gesprek, eerst zonder en daarna met meelezen van de uitgeschreven tekst achter in het boek (p. 218).
Sofá is een mannelijk woord: un sofá
3 cd 1 · Tr. 18
In het gesprek wordt de Spaanse uitdrukking voor Niets te danken gebruikt. Zoek die in het gesprek en schrijf hem hieronder op.
In de woorden hieronder komen twee soorten uitspraak van de r voor: gewoon rollend (bijvoorbeeld in mira) of extra rollend (bijvoorbeeld in terraza). Luister naar de woorden en spreek ze na. Geef bij elk woord aan welke klank de r heeft: A voor een kort rollende (voor in de mond uitgesproken) r, B voor een langer aangehouden r. 1. mira
A b
2. terraza
A b
3. Rosita
A b
4. guerrilla
A b
5. claro
A b
6. estantería
A b
7. Rioja
A b
8. ahora
A b
9. garaje
A b
10. guitarra
A b
11. lavadora
A b
12. euro
A b
4 cd 1 · Tr. 19
Een r aan het begin van een woord (Rioja) en een dubbele r (guitarra) worden langer rollend uitgesproken.
19
diecinueve
introductie begrijpen t o e pa s s e n
5 cd 1 · Tr. 20
Deze zinnen komen uit het gesprek bij oefening 3. Luister ernaar en lees mee. Let goed op de intonatie van de zinnen en spreek ze meerdere keren na.
1. ¡Qué linda! Wat mooi!
2. Es muy bonita. Het is erg mooi. 3. Es muy grande. Hij/het is heel groot.
4. ¡Estupendo! Geweldig!
5. ¡Qué lujo! Wat een luxe!
6. ¿Necesitas algo más? Heb je verder nog iets nodig?
7. Estoy muy cansada. Ik ben heel moe.
8. ¿No quieres tomar nada? Wil je niets eten of drinken?
9. Muchas gracias por todo. Reuze bedankt voor alles.
6 cd 1 · Tr. 18
10. ¡Hasta luego! Tot straks!
Hieronder staan uitspraken over de inhoud van het gesprek bij 3. Lees ze en luister nog eens naar het gesprek en lees indien nodig de vertaling achter in het boek. Kruis aan of de uitspraken wel of niet kloppen met de inhoud van het gesprek. goed 1.
Rosita is enthousiast over de keuken.
2. Het appartement heeft maar één badkamer. 3. Rosita's kamer heeft een terras. 4. Chema's kamer is netjes. 5. Chema biedt Rosita iets te drinken aan. 6. Rosita is moe en wil graag wat gaan rusten. veinte
20
fout
wonen
introductie
2
Luister naar deze woorden en onderstreep de beklemtoonde lettergreep.
begrijpen t o e pa s s e n
7
1. poquito 2. cenamos 3. usted 4. catalán 5. número cd 1 · Tr. 21
Bij woorden die eindigen op een klinker (-a, -e, -i, -o, -u), -n of -s, ligt de klemtoon op de voorlaatste lettergreep: poquito (een klein beetje), cenamos (we eten 's avonds)
3 Klemtoon en
geschreven accent
Bij woorden die eindigen op een medeklinker (behalve -n of -s), ligt de klemtoon op de laatste lettergreep: usted (u). Alle woorden met een klemtoon die afwijkt van de regels hierboven, krijgen een accent (´) op de beklemtoonde lettergreep: catalán (Catalaans). Dit geldt ook voor woorden met de klemtoon op de twee-na-laatste lettergreep: número (nummer / getal).
Woorden die eindigen op een klinker (-a, -e, -i, -o, -u), krijgen in het meervoud een -s achter het woord:
8 5 Zelfstandige naamwoorden
cocina + s ➞ cocinas dormitorio + s ➞ dormitorios Woorden die eindigen op een klinker, krijgen in het meervoud -es erachter: mujer + es ➞ mujeres ciudad + es ➞ ciudades Woorden die in het enkelvoud een accent (´) hebben op de laatste lettergreep, verliezen dat accent in het meervoud. salón + es ➞ salones Schrijf bij elk woord het meervoud op. 1. viaje
3. balcón
2. hotel
4. sombrero
Het onbepaald lidwoord in het meervoud is unos / unas. Het wordt gebruikt om een onbepaalde hoeveelheid aan te geven: enkele of een paar.
9 4 Lidwoorden
Tengo unos amigos en Madrid. Ik heb enkele vrienden in Madrid. Vul het juiste lidwoord in: los / las of unos / unas. 1. ¿Quieres ver 2. ¿Tomamos 3. 4. Tenemos
baños? cervezas?
amigas de Rosita son de México. cuartos muy bonitos, ¿verdad? 21
veintiuno
introductie begrijpen t o e pa s s e n
10 6 Bijvoeglijke naamwoorden
De uitgang van het bijvoeglijk naamwoord richt zich naar het geslacht (mannelijk of vrouwelijk) en het getal (enkelvoud of meervoud) van het zelfstandig naamwoord waar het iets over zegt. • Bijvoeglijke naamwoorden op -o hebben de uitgang -a bij een vrouwe lijk zelfstandig naamwoord enkelvoud: el escritorio pequeño / una cocina pequeña • Andere bijvoeglijke naamwoorden hebben maar één uitgang voor het enkelvoud: una cama grande / un piso grande een groot bed/een grote flat una mujer normal / un hombre normal een normale vrouw / man Nationaliteitsaanduidingen zijn daarop een uitzondering: español – española Spaans – Spaanse Bij de meervoudsuitgangen van het bijvoeglijk naamwoord gelden dezelfde regels als bij het meervoud van zelfstandige naamwoorden: zie p. 21. Bijvoeglijke naamwoorden staan meestal achter het zelfstandig naamwoord: un hombre normal. Sommige kunnen ervoor staan: ¡Buenos días! Het bijvoeglijk naamwoord richt zich altijd naar het zelfstandig naamwoord in getal en geslacht, ook als het er niet direct voor of achter staat: La cocina es pequeña. De keuken is klein. Luister naar deze zinnen en spreek ze na. Let goed op de uitgangen. 1. Los escritorios son nuevos. 2. Las camas son grandes. 3. Los hombres son españoles.
cd 1 · Tr. 22
Este / esta (deze, dit) kan bijvoeglijk zijn (este piso es bonito) of zelfstandig (este es Jordi). Esto (dit) is onzijdig, staat alleen en past zich niet aan het zelfstandig naamwoord aan: Esto es fantástico. Dit is fantastisch.
11
Kruis steeds het juiste bijvoeglijk naamwoord aan. Let op de vorm.
la mesa de tafel la silla de stoel moderno /a modern elegante elegant enorme enorm
veintidós
22
1. un armario
2. un sofá
3. dos sillas
4. una mesa
A nueva
A pequeña
A bonitos
A pequeñas
b pequeños
b enormes
b elegante
b bonita
c enorme
c nuevo
c modernas
c pequeño
wonen
Lees de zinnen en vul zin 1 en 3 aan met de ontbrekende werkwoordsvormen nadat u ze hebt beluisterd. 1. ¿
algo más? – Ahora solo
introductie
2
begrijpen t o e pa s s e n
12 cd 1 · Tr. 23
mi cama.
2. Chema cena en la cocina.
13 Regel
3. ¿Jordi y tú cenáis en el salón? – No,
matige werk woorden
en la cocina.
4. Rosita, Chema y Jordi necesitan dos baños. In zin 1 en 3 hebt u vormen ingevuld van cenar ('s avonds eten) en necesitar (nodig hebben). Dit zijn regelmatige werkwoorden op -ar. Alle werkwoorden van deze groep hebben de volgende uitgangen na de stam: necesit-o ik heb nodig necesit-amos wij hebben nodig necesit-as jij hebt nodig necesit-áis jullie hebben nodig necesit-a hij/zij heeft/u hebt nodig necesit-an zij hebben/u hebt nodig De werkwoordsstam bestaat uit de infinitief zonder de uitgang -ar. Daarachter komen de uitgangen voor de persoonsvormen (ik heb nodig, jij hebt nodig, enz.). Alle werkwoorden van deze groep hebben deze uitgangen voor de persoonsvormen. Estar (zijn) is een onregelmatig werkwoord. De vormen van onregelmatige werkwoorden volgen niet een patroon, maar staan op zichzelf. Let ook op de accenten bij de vormen: estoy estás está
ik ben jij bent hij / zij is, u bent
estamos estáis están
wij zijn jullie zijn zij zijn / u bent
Luister naar de zinnen en vul steeds de juiste werkwoordsvorm uit de blauwe vakjes in. toma
cenamos
1. ¿ 2. 3. ¿ 4. Los dormitorios 5. ¿Vosotros 6. Chema
necesito
estás
bailáis
están
13 cd 1 · Tr. 24
bailar dansen
muy cansada del viaje? el baño un momento. en el restaurante? desordenados. flamenco?
De wij-vorm kan ook worden gebruikt om een voorstel te doen ¿Cenamos en el restaurante? Zullen we vanavond in het restaurant eten?
un café. 23
veintitrés
introductie begrijpen t o e pa s s e n
14
In een ontkennende zin staat in het Spaans altijd no vóór het werkwoord. De zinnen hieronder gaan over de inhoud van de gesprekken uit les 1 en 2. Kruis aan of ze juist (correcto) of niet juist (falso) zijn met betrekking tot de inhoud van die gesprekken. correcto falso
cd 1 · Tr. 03/18
24 De ontkenning
1. Chema no es mexicano. 2. La cocina del piso no es grande. Een zin met een dubbele ontkenning heeft, (in tegenstelling tot het Nederlands), geen positieve maar een negatieve strekking.
15 cd 1 · Tr. 25
soy de … ik kom uit … hoy vandaag
3. El salón no es pequeño. 4. El cuarto de Rosita no tiene balcón. Chema vraagt aan Rosita: ¿No quieres tomar nada? Wil je niets eten of drinken (letterlijk: nemen)? No ... nada is een voorbeeld van een dubbele ontkenning. Bij een dubbele ontkenning staat no vóór het vervoegde werkwoord en het tweede deel van de ontkenning erna.
Combineer elke vraag met het passende antwoord. Vergelijk met de reacties op de cd, waar ze in de goede volgorde staan. Spreek ze ook na. 1. Tú eres española, ¿no?
A Sí. Hoy está un poco desordenado.
2. ¿Quieres tomar algo?
b No, soy de México.
3. Este es tu cuarto, ¿verdad?
c No, gracias. Estoy muy cansada.
Wel of geen komma na no kan een belangrijk verschil uitmaken: Nee / niet: No, soy de México. Nee, ik kom uit Mexico. No soy de México. Ik kom niet uit Mexico.
16 cd 1 · Tr. 26
U kent de getallen van 0 tot en met 9 al. Luister nu naar de getallen van 10 tot en met 19 en kijk hoe ze geschreven worden. Oefen de uitspraak door de getallen meerdere keren na te spreken.
10
38 Telwoorden
15 quince
11
diez
once
16 dieciséis
veinticuatro
24
17 diecisiete
12
13
doce
trece
18 dieciocho
14 catorce
19 diecinueve
wonen
Zoals u al weet, wordt het Spaans niet alleen in Spanje maar ook in verschillende landen in Latijns-Amerika gesproken. In Spanje zijn er echter nog drie officiële talen. Kent u ze? Hieronder staan de vier officiële talen van Spanje. Luister en spreek de namen van de talen na. In de zinnen staat waar de talen gesproken worden. Vul elke zin aan met de juiste taal. Controleer uw antwoorden bij de Oplossingen achter in het boek. gallego
vasco (euskera)
catalán
español
1. En Santiago de Compostela se habla también 2. En Barcelona y Mallorca se habla 3. En Bilbao se habla 4.
introductie
2
. .
.
begrijpen t o e pa s s e n
17 cd 1 · Tr. 27
Het Baskisch (el vasco / euskera) is, in tegenstelling tot de andere talen in Spanje, geen Romaanse taal (dat wil zeggen: het stamt niet af van het Latijn). Español wordt ook wel castellano genoemd.
se habla en toda España.
Madrid, de hoofdstad van Spanje, heeft meer dan 3 miljoen inwoners. Belangrijke plekken om te bezoeken zijn Puerta del Sol, het centrale plein, het mooie Plaza Mayor en de musea Museo del Prado en Museo de Arte Moderno Reina Sofía, met wereldberoemde collecties. Andere plekken die zeker een bezoek waard zijn: het Parque del Retiro, een prachtig aangelegd park, en de grote rommelmarkt El Rastro. Madrid is een levendige stad, met veel cafés, discotheken en een uitgaansleven tot diep in de nacht.
18
25
veinticinco
2 Kruis aan of u het goed J of redelijk K beheerst. Dit hebt u geleerd in deze les: …… woorden en zinnen rond het thema wonen …… uitroepen van waardering: ¡Que lindo! …… de regels voor klemtoon en geschreven accent bij Spaanse woorden …… het meervoud van zelfstandige naamwoorden vormen …… de uitgangen van het bijvoeglijk naamwoord …… de vormen van de tegenwoordige tijd van regelmatige werkwoorden op -ar …… de vormen van de tegenwoordige tijd van estar …… ontkennende zinnen vormen …… de getallen van 10 tot en met 19
veintiséis
26
J
K